360 editie 64

Page 1

AP

het beste uit de internationale pers

in dit nummer

nr. 64

| 25 september tot 9 oktober 2014

|

www.360magazine.nl

|

€ 4,99

the daily telegraph the new republic financial times south china morning post le nouvel observateur the hankyoreh the guardian público the new york times budapest times brasil de fato thanh nien news semana jeune afrique new york magazine

Dossier

Waarom eliteonderwijs niet werkt Mondiale roep om goede scholing voor iedereen

brazilië

Wie is presidentskandidate Marina Silva? belgië

Het absurde fileleed verklaard midden-oosten

Moslims en complottheorieën horizon

Best betaalde vrouwelijke CEO was een man

Cover.indd 1

23-09-14 17:29


Hoe leest u 360 digitaal?

Digitale abonnementen Per maand

€5,99 (17% korting)

Per kwartaal

€16,99 (21% korting)

Per halfjaar

€31,99 (26% korting)

Per jaar

€59,99 (30% korting)

Roteer uw tablet om 360 magazine in landscape of portrait te lezen.

Leg twee vingers op het scherm en spreid ze om in te zoomen. Doe het tegenovergestelde om uit te zoomen.

voor plank.indd 4

21-02-13 11:07


Het Balletorkest — Hans van Manen Krzysztof Pastor David Dawson Ernst Meisner — 11 t/m 19 oktober 2014 — operaballet.nl

— ‘Bachs muziek maakt dansers tot watervlugge muzieknoten die alle kanten opschieten.’ AD over A Million Kisses to my Skin

HNB_adv_BackToBach_360_250x335.indd 1 Advertenties 64.indd 2

9/22/14 3:25 PM 23-09-14 10:56


redactioneel

colofon

Klassensysteem

jaargang 3 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014 Een uitgave van 360 international media Prinseneiland 24 B II 1013 LR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl hoofdredactie Katrien Gottlieb uitgever Margreet Nanning eindredactie Han Ceelen, Laura Weeda redactiemedewerkers Lambiek Berends, Pieter van den Blink, Joos Levie (stagiair), Emilia Menkveld (stagiair) courrier international Dalila Bounekta, Raymond Clarinard vertaling Peter Bergsma, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Tineke Funhoff, Nicolette Hoekmeijer, Frank Lekens, Barber van de Pol, Astrid Staartjes, Tjadine Stheeman, Martinette Susijn, Tess Visser, Annemie de Vries correctie Aimée Warmerdam creative direction Dog and Pony, Amsterdam art direction Uriël Nieuwenburg, Thomas Wansing productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie Marie-José Klaver copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop Antoinette Vrisekoop antoinette@360international.nl

360 – Amsterdam Het meest gelezen stuk in de geschiedenis van het blad The New Republic, dat u in deze editie van 360 vindt afgedrukt, gaat niet over oorlog, politiek of kunst. Het gaat over het handjevol Amerikaanse elite-universiteiten dat bekendstaat als de Ivy League. In een vlammend betoog roept auteur William Deresiewicz, die zelf jarenlang lesgaf aan Yale, ouders op om hun kinderen niet langer naar dit soort scholen te sturen. De reden? De studenten die instituties als Harvard en Princeton afleveren zijn weliswaar verschrikkelijk slim en gedreven, vele zijn ook volgzame technocraten, verwend en wereldvreemd. Ze hebben hun hele leven lang alleen succes gekend en zijn doodsbang om te falen. Ze denken dat leiderschap een synoniem is van ‘aan de top komen’. En ze zijn in overgrote meerderheid blank en afkomstig uit dezelfde laag van de bevolking. Zeker, erkent Deresiewicz, topuniversiteiten trekken tegenwoordig gelukkig ook volop vrouwelijke en niet-blanke studenten, maar als je vader geen dokter of bankier is, is er weinig kans dat je in de collegebankjes terechtkomt. Daarom pleit hij voor betere publieke universiteiten, waar iedereen een goede opleiding kan krijgen en vrij denken wordt aangemoedigd in plaats van afgebroken. Het artikel raakte in de Verenigde Staten een gevoelige snaar, zo bleek uit het enorme aantal reacties. Maar zoals u in ons dossier kunt lezen, worden elders eveneens vraagtekens geplaatst bij onderwijs dat een tweedeling, een klassensysteem

ondersteunt en zelfs in de hand werkt. In Zweden rijzen steeds meer bezwaren tegen de gedeeltelijke privatisering van scholen. In Frankrijk zijn onlangs de toelages voor jonge bollebozen afgeschaft. En in Zuid-Korea – waar ouders hun kinderen tot het uiterste pushen om een felbegeerde topfunctie te krijgen – wijzen critici op de sociale gevolgen van de doorgeslagen competitiedrang. We doen het in Nederland dus helemaal niet zo slecht. Onze universiteiten staan weliswaar niet boven aan de internationale lijstjes, ze presteren ondanks hun budgetten buitengewoon goed. En onze kinderen studeren misschien geen veertien uur per dag, ze behoren volgens onderzoeken wel tot de gelukkigste ter wereld. Dat onderwijs niet alle problemen oplost, beseft Mehdi Hasan, moslim en chef politiek van de Britse editie van The Huffington Post. In een dapper opiniestuk keert hij zich tegen de ontvankelijkheid van (ook hoogopgeleide) moslims voor complottheorieën. De broodjeaapverhalen verdoezelen niet alleen de waarheid, aldus Hasan, maar ook de problemen binnen de moslimgemeenschap zelf. Ook zijn verhaal werd massaal gelezen en gedeeld. Katrien Gottlieb gottlieb@360international.nl

download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren marketing Eline Olde Kalter, Myrthe Olde Kalter eline@360international.nl controller Arthur van der Meeren druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer partners VPRO, Getty Images, Hollandse Hoogte, Submarine, John Adams Institute license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Paris beeld voorpagina © Peter Dench

Nederland telt 1 miljoen wereldburgers. Bent u daar één van?

abonnementen* € 9,95 p/mnd in Nederland en België Wijziging abonnement www.360magazine.nl/klantenservice *Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt tweewekelijks. Oplage: 25.000

verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP

missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.

360 magazine biedt elke twee weken het beste uit de internationale pers. Wilt u kennismaken met 360? Dat kan. U betaalt nu tijdelijk slechts 10 euro voor 5 nummers.

Ga nu naar 360magazine.nl

Redactioneel.indd 5

23-09-14 17:24


SoundS of Silence

ApEldoorN www.coda-apeldoorn.nl

Advertenties 64.indd 4

Eike, 2013, Bertil Nilsson, courtesy Galerie Wilms

14.0 9.2 014 t /m 11.0 1.2 0 15

23-09-14 10:57


inhoud 6 Wereldnieuws

Actuele gebeurtenissen wereldwijd, in woord, beeld en citaat.

9 Bronnen

360 haalt de beste journalistiek uit alle windstreken. De bronnen van dit nummer in kaart gebracht en toegelicht.

10 Kiezen voor onderwijsmodel

Onderwijs is het fundament van een samenleving. Maar welk onderwijs? Moet vrij denken worden gestimuleerd of moet een directe loper worden uitgerold naar het bedrijfsleven? De VS, Zweden en Zuid-Korea over de gemankeerde scholing van de elite.

25 Lage Landen

Brussel en Antwerpen zijn de enige twee steden van Europa én Noord-Amerika waar het fi leprobleem maar niet kan worden opgelost. Hoe kan dat?

de continenten 26 Nu Catalonië nog

europa | In Schotland verlangen de voorstanders van onafh ankelijkheid naar sociale verandering, de motor van het Catalaanse streven is simpelweg verzet tegen Madrid.

30 De Braziliaanse ‘Teflon-kandidate’

amerika's | De grote verrassing in de aanloop naar de presidentsverkiezingen was de pijlsnelle opkomst van Marina Silva, milieuactiviste en voormalig minister van de regerende arbeiderspartij PT.

35 Vietnam wordt ouder

azië | Het land kampt met armoede, een vergrijzende bevolking en een exploderende schuldenlast.

36 Arabische broodjeaapverhalen

midden-oosten | Volgens de Pakistaanse politicus Imran Khan wemelt het in de moslimwereld van de complottheorieën omdat die samenlevingen gewend zijn aan leugens.

37 Spermadonor tegen wil en dank

afrika | In Abidjan, de economische hoofdstad van Ivoorkust, zou gevonden menselijk sperma worden verhandeld.

horizon 38 De trans-alles CEO

Martine Rothblatt, de best betaalde vrouwelijke CEO van de Verenigde Staten, is als man geboren. Een minor detail. Ze pakt ‘dingen op die zijn blijven liggen’ en brengt ze naar de beurs. Martine en haar vrouw broeden nu op technologie die het defi nitieve einde zou kunnen uitstellen.

47 10.000 dollar voor een zwemblaas De georganiseerde misdaad heeft het al ontdekt; er is een bloeiende zwarthandel gaande in beschermde diersoorten.

52 Gerecenseerd

Een selectie uit een aantal door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, nieuwe boeken, fi lms en exposities die naar Nederland en België komen.

Inhoud.indd 3

23-09-14 15:49


wereldnieuws Zweden

Japan

China

Ruk naar rechts

Zweden krijgt een linkse minderheidsregering na de algemene verkiezingen van 14 september. Hoewel de sociaaldemocraten van Stefan Löfven hun slechtste resultaat sinds meer dan een eeuw boekten – ze behaalden 31,2 procent van de stemmen – zullen zij samen met de Groenen en de Linkse Partij een coalitie vormen, omdat er op rechts geen werkbare meerderheid is te vinden. De linkse coalitie kreeg 44,8 procent, goed voor 160 van de 349 parlementszetels. De aftredende centrumrechtse coalitie krijgt 142 zetels. Premier Fredrik Reinfeldt kondigde onmiddellijk zijn ontslag aan. Hij stapt ook op als leider van de Gematigde Partij. De centrumrechtse coalitie weigert samenwerking met de extreemrechtse Zweedse Democraten de derde partij van het land zijn geworden. ‘Dat resultaat geeft koude rillingen als men bedenkt dat de partij Zweedse Democraten zijn wortels deels heeft in het gedachtegoed van de nationaal-socialisten,’ schrijft de krant Expressen. De Feministische Partij haalde de kiesdrempel niet, met 3,2 procent. (Expressen, Stockholm)

© Reuters

Simpsons in China

© Getty

Niets nieuws onder de zon | Het besluit van de Japanse luchtvaartmaatschappij Skymark om ter gelegenheid van de introductie van de Airbus 330-300 de stewardessen in mini-jurkjes te steken, heeft tot hevige protesten geleid. ‘Misbruik van het vrouwenlichaam voor commerciële doeleinden’ en zelfs ‘een gevaar voor de vliegveiligheid’. Skymark is een betrekkelijk jonge maatschappij, die de concurrentie wil aangaan met de veel grotere Japan Airlines en All Nippon Airways, en wil met de uitdossing van het vrouwelijk personeel ‘de jeugd en de dynamiek’ van de onderneming tot uitdrukking brengen. Een vrouwelijke redacteur nam de proef op de som en boekte een binnenlandse vlucht. Zij kwam tot het oordeel dat zij en de meeste medepassagiers zich absoluut niet stoorden aan de gastvrouwen in mini. (Asahi Shimbun, Tokio)

Helsinki Slapen bij Amanda

Havis Amanda, het beeld van een vrouwelijk naakt dat sinds 106 jaar boven een fontein op de Kauppatorin in Helsinki staat, is door de Japanse kunstenaar Tatzu Nishi tijdelijk verpakt in een constructie die een hotel moet voorstellen. Men kan er tot 12 oktober overnachten in de ruimte met het beeld dat de Finse beeldhouwer Ville Vallgren een eeuw geleden in zijn Parijse tijd vervaardigde. Hoewel het beeld bij de onthulling in 1908 een schandaal veroorzaakte, zijn de inwoners van Helsinki er toch wel aan gehecht geraakt. Men spreekt er nu schande van dat het symbool van de

stad nu tijdelijk niet te zien is vanwege de artistieke gril van een buitenlander. Maar het is wel de eerste keer dat Havis Amanda wordt beschermd tegen de uitwerpselen van vogels die haar het grootste deel van de tijd ontsieren. (Yle.fi, Helsinki)

De Chinese autoriteiten hebben voor het eerst toestemming gegeven voor het uitzenden van de Amerikaanse animatieserie The Simpsons. De producent, 20th Century Fox, heeft een contract gesloten met de Chinese internetgigant Sohu. Het betreft het zesentwintigste seizoen van de Amerikaanse animatieserie, die in 1989 het licht zag. In hoeverre de serie zal worden gecensureerd is nog onduidelijk. Het is in elk geval niet waarschijnlijk dat afleveringen worden uitgezonden als de episode uit 2005, waarin men de familie Simpson op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing ziet, die daar aandachtig het bord leest met de tekst: ‘Op deze plek is in 1989 niets gebeurd’. (South China Morning Post, Hongkong)

Zeventien landen Miljonairs op de loop

Bijna de helft van alle Chinese miljonairs zou van plan zijn in de komende vijf jaar te emigreren. Dat blijkt uit een enquête van de bank Barclays, die wereldwijd bij meer dan tweeduizend miljonairs in zeventien landen informeerde naar hun toekomstplannen. Meer dan 70 procent van de rijken die China willen verlaten, zeggen dat ze in het buitenland ‘betere scholing en een betere kans op een baan voor hun kinderen’ zoeken. Uit Singapore zou een kwart van de rijken willen vertrekken, uit Hongkong 16 procent, uit Qatar 36 procent en uit het Verenigd Koninkrijk 20 procent. Van de Amerikaanse miljonairs overweegt niet meer dan 6 procent zijn kapitaal elders onder te brengen. (South China Morning Post, Hongkong)

wat zij zeggen

The Daily Star Libanon

Today’s Zaman

Bjørn Lomborg, Deens politicoloog

Osman Abbas, Syrisch-Koerdische vluchteling

Oorlog is vreemd genoeg niet de grootste bron van geweld ter wereld. Een onderzoek van James Fearon van Stanford University en Anke Hoeffler van het Center for the Study of African Economies van Oxford University wijst uit dat maatschappelijk geweld – moorden en in het bijzonder geweld tegen vrouwen en kinderen – een veel groter probleem is dan burgeroorlogen. Tegenover elke gesneuvelde in een burgeroorlog staan negen doden die het slachtoffer zijn van interpersoonlijk geweld (…)

Bij een grensovergang waar de Turkse autoriteiten de vluchtelingen registreerden, vertelde Osman Abbas dat hij en twintig familieleden waren gevlucht vanuit een dorp in de buurt van Kobani. Tijdens de vlucht schoten IS-strijders een van zijn zoons dood. De 35-jarige had geprobeerd om naar hun huis terug te keren om waardevolle spullen op te halen. ‘Ze hebben ons dorp veroverd, ons huis ingenomen, ze hebben mijn zoon vermoord,’ vertelde Abbas. ‘Ik heb het met mijn eigen ogen gezien.’

pagina 6 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Wereldnieuws.indd 6

23-09-14 17:37


wereldnieuws Mexico

Ana Patricia Botín, troubleshooter

Zuiver als diamant

Ana Patricia Botín is gewend aan een bestaan als troubleshooter. Vier jaar geleden nam zij de leiding over van de belangrijke Britse vestiging van de grote Spaanse Banco Santander, nadat de complete top in Londen was ‘gedeserteerd’ naar Lloyds Bank. Begin deze maand werd zij unaniem door de raad van commissarissen in Madrid benoemd tot presidentdirecteur van de bank als geheel, als opvolger van haar tachtigjarige vader Emilio, die op 10 september aan een hartstilstand overleed. En op slag wordt zij in de media afgeschilderd als ‘de machtigste vrouw van Spanje’ en als lid van het kleine clubje vrouwen die leidinggeven aan wereldconcerns. In termen van beurswaarde (91,7 miljard euro) is Ana, die in oktober 54 wordt, op twee na de machtigste vrouw ter wereld, na Virginia Rometty van IBM (147,8 miljard) en Indra Nooyi van Pepsico (107 miljard). Ana Patricia (getrouwd, drie kinderen) is niet alleen ‘de dochter van…’ Ze deed haar middelbare school aan het Bryn Mawr College in Philadelphia (VS), studeerde in Harvard en leerde het bankiersvak bij JP Morgan Chase & Co. In 1988 trad ze in dienst bij haar vaders bank, leidde tussen 2000 en 2004 de bank Banesto, ging in 1010 naar Londen en werd vorig jaar benoemd tot lid van de raad van bestuur van de Coca Cola Company, ook geen kleintje. In het internationale bankwezen wordt haar jongste carrièrestap begroet. ‘Ana is nu al een van de meest gerespecteerde bankiers ter wereld,’ zegt Lloyd Blankfein, de grote baas van Goldman Sachs. (El País, Madrid)

Mexicaanse onderzoekers hebben een nieuwe methode gevonden om water te zuiveren van allerlei onzichtbare ongerechtigheden, zoals onkruidbestrijdingsmiddelen en medicijnresten. Door een sterke elektrische lading te leiden door een hoeveelheid water dat sporen van diamant bevat, ontstaat een chemische reactie waarbij bijvoorbeeld herbiciden oxideren tot CO2 en anorganische zouten. Dat lijkt een buitengewoon dure manier van zuivering, maar de hoeveelheid diamant die gebruikt wordt is heel klein, één duizendste millimeter. Het onderzoek naar de praktische toepasbaarheid van deze methode wordt binnenkort buiten het laboratorium op wat grotere schaal getest. (El Universal, Mexico Stad)

Argentinië Argentijnen in 3D

De bijna 42 miljoen Argentijnen worden de komende maanden driedimensionaal opgemeten. ‘Dit eerste antropometrische bevolkingsonderzoek zal zowel van invloed zijn op de industriële processen als op de volksgezondheid,’ meent het ministerie voor Industrie dat het initiatief nam. Heilzame doelstellingen van de operatie zijn: het vergemakkelijken van de maatvoering in de kledingindustrie, zodat ontwerpers, fabrikanten en wederverkopers niet met onverkoopbare spullen blijven zitten, het verbeteren van de ergonomie van bijvoorbeeld bureaumeubilair, het waken over de voedingstoestand van de burger, maar ook het optimaliseren van de fabricage van prothesen. (Tiempo Argentino, Buenos Aires)

© Eddie Mulholland / Rex Features / HH

over de vluchtelingencrisis in turkije

Frankfurter Allgemeine Zeitung

Hürriyet Daily News

Salih Muslim, voorzitter van de belangrijkste Syrisch-Koerdische partij

Numan Kurtulmuş, vicepremier van Turkije

Salih Muslim, voorzitter van de belangrijkste Syrisch-Koerdische partij, waarschuwt voor een volkerenmoord. ‘De aanvallen van de Islamitische Staat zijn heftig en wreed. Hun strijders zijn slechts 12 kilometer [van de Turkse grens; red.] verwijderd en de etnische zuiveringen gaan door. Als de internationale gemeenschap niet snel wakker wordt, zullen we een herhaling van het bloedbad tegen de jezidi's in Sinjar beleven dat in augustus plaatsvond. Het doel van IS is genocide op de Koerden.’

‘Meer dan 130.000 Syrische Koerden zijn de grens met Turkije overgestoken, op de vlucht voor de oprukkende Islamitische Staat,’ aldus de Turkse vicepremier Numan Kurtulmuş. ‘Als de aanvallen van IS in de regio Kobani doorgaan, zal Turkije met een stevige toestroom van vluchtelingen te maken krijgen. Dat willen we natuurlijk niet, maar we zijn erop voorbereid.’

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 7

Wereldnieuws.indd 7

23-09-14 17:38


controverse

© Gary Hershorn / HH

De omstreden ja-tweet van Andy Murray Schots tenniswonder Andy Murray bekende op de dag van het Schotse referendum kleur. Het werd hem zacht gezegd niet in dank afgenomen. ‘Een welbewuste inbreuk op een dag die sacrosanct had moeten zijn.’

The Daily Telegraph – Londen

De uitslag van het referendum en het nieuws van het voortbestaan van de Unie waren nog niet eens bekendgemaakt, of er was alweer een nieuwe, misselijkmakende afscheidingsbeweging geboren, bijna net zo volgroeid als Athena die uit het hoofd van Zeus tevoorschijn sprong. De Engelsen, althans het onbehouwen, schreeuwerige segment van de bevolking, riepen een eenzijdige afscheiding uit van Andy Murray. Het huwelijk tussen Murray en een deel van het Engelse nationalistische sentiment was eigenlijk altijd al meer een gelegenheidshuwelijk dan een liefdeshuwelijk. Murrays stugge voorkomen, waar een verrassend grappige en joviale aard achter schuilt, maakte hem als tiener niet bijster geliefd. Maar sinds het Schotse tenniswonder de vraag welk land het wereldkampioenschap zou moeten winnen beantwoordde met een luchtig: ‘Zolang het Engeland maar niet is’, werd hij door een flagrant gebrek aan humor ten zuiden van de grens neergezet als een of andere waardeloze verrader. De band tussen Murray en de Engelsen, die zo moeizaam tot stand was gebracht – eerst met die spectaculaire Olympische overwinning waarbij hij zich in de Union flag hulde; vervolgens, een paar weken later, met zijn glorieuze overwinning op de US Open; en als laatste met zijn indrukwekkende, bloedstollende zege over Novak Djokovic op Wimbledon in 2013 – werd in een paar seconden tijd en met minder dan 140 karakters bruut verbroken. Terwijl zijn landgenoten op weg waren naar de stembureaus, betuigde Murray afgelopen donderdag dus via Twitter zijn steun aan het ja-kamp. De negativiteit van de Better Together-campagne, schreef hij, was voor hem doorslaggevend geweest, en – hoewel hij zelf niet mocht stemmen omdat hij buiten Schotland woont – hij stond voor de volle honderd procent achter onafhankelijkheid. Het regende onmiddellijk vijandige reacties op de sociale media, en in een aantal krantencolumns. Op Twitter schreef iemand, die mogelijk kan worden aangehouden wegens aanzet tot haat maar die waarschijnlijk nog het best kan wegrotten in zijn eigen obscure, deprimerende stupiditeit, dat hij graag had gezien dat Murray samen met zijn schoolvriendjes in het bloedbad in Dunbane was afgeslacht. Zoals overal op de wereld zullen er ook in dit land altijd verwerpelijke idioten zijn en het zou pseudonaïef zijn om te doen alsof ik geschokt was over zo’n achterlijke, hatelijke reactie op een trotse, zij het geëmigreerde Schot die zijn mening geeft over wat hij persoonlijk als de beste toekomst voor zijn land beschouwt. Maar al probeer ik me nog zo te verschuilen achter een zekere onaangedane wereldmoeheid, toch ben ik van mijn stuk gebracht door de enorme weerzin die me bij deze behandeling van Andy Murray overvalt. Ik heb hem aanbeden, zoals de lezers van onze sportkatern tot vervelens toe hebben kunnen opmerken, vanaf het moment dat hij als zestienjarige op Queens Club zijn stormachtige entree in de tenniswereld maakte. En hij was niet alleen bewonderenswaardig

M. norMan

Journalist Matthew Norman schrijft voor veel verschillende bladen over veel verschillende onderwerpen; hij was tv-criticus, schreef columns over poker, viel regelmatig New Labour aan en schreef over zijn eigen hypochondrie.

Will Heaven

Will Heaven is vaste redacteur bij Daily Telegraph, waar hij ook een blog heeft. Hij is bovendien fervent twitteraar.

vanwege zijn ongekende talent; toen hij in tranen uitbarstte terwijl hij werd geïnterviewd over de verschrikkingen in Dunblane, waar hij op negenjarige leeftijd ternauwernood het bloedbad overleefde door onder het bureau van het schoolhoofd te schuilen, liet hij een gevoelige en menselijke kant zien. Hij heeft zijn land alleen maar tot eer gestrekt en het is te triest voor woorden dat inwoners van dat land zijn recht om een mening te verkondigen beantwoorden met minachting, beledigingen en hatelijkheden. Het idee dat Murray, alleen omdat hij een huis in Surrey heeft, loyaler aan Engeland zou moeten zijn dan aan zichzelf, is op zijn zachtst gezegd kinderlijk misplaatst. Matthew Norman

The Daily Telegraph – Londen

Luister: Het was niet zozeer wat Andy Murray zei, maar de manier waarop hij het zei. Prima dat hij voor het ja-kamp was. Prima dat hij het openlijk wilde uitdragen. Degenen die beweren dat sport en politiek niet samengaan zien het helemaal verkeerd. Bovendien wordt Murray als bekende persoonlijkheid in Schotland door veel mensen gerespecteerd: ze nemen zijn mening serieus. Maar waarom wachtte hij in hemelsnaam tot de dag van het referendum om zijn mening kenbaar te maken? Dat besluit was in mijn ogen ronduit arrogant en respectloos. Zijn tweet zat me meteen al niet lekker. Het leek een welbewuste inbreuk op een dag die sacrosanct had moeten zijn. Dit was het moment waarop politici en andere campagnevoerders een stap terug deden om aan te geven: ons werk zit erop, het debat is ten einde. Nu is het aan jullie, de kiezers, om de toekomst van het Verenigd Koninkrijk in een geheime stemming te bepalen. We geven jullie de ruimte om rustig na te denken en jullie democratische recht uit te oefenen. Alles viel even stil, als het moment waarop een tennisspeler de bal opgooit om te serveren. ‘Bizarre dag. Bijzonder moment. Sfeer op straat is bijna elektrisch geladen,’ berichtte een vriend ten noorden van de grens me. Het was verkeerd dat Andy Murray – na maanden van speculatie over zijn politieke overtuiging – tot dat verstilde moment wachtte om het uit te schreeuwen. Het getuigde van een gebrek aan respect voor de kiezer en voor het democratische proces. Blijkbaar voelt Murray zich boven alles verheven. Neem ter vergelijking de Twitter-feed van J.K. Rowling. Dat ze tegenstander van onafhankelijkheid was doet nu even niet ter zake. Wat opvalt is dat haar campagne en haar tweets, volkomen terecht, stopten op de dag van het referendum. Geen kik op 18 september. En zo hoort het ook. Dat is klasse. En daar kan Murray iets van leren. Will Heaven

pagina 8 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Controverse.indd 8

23-09-14 17:20


bronnen 360 selecteert nieuws en achtergrondverhalen uit vrijwel ieder land ter wereld. De artikelen in dit nummer komen onder meer uit de volgende kranten, tijdschriften en websites.

Público Spanje, publico.es Het Spaanse Público verscheen voor het eerst in 2007 in een oplage van 250.000. Bijna zeventig pagina's nieuws, full-colour op tabloidformaat voor niet meer dan 50 eurocent. Hoofdredacteur en bekende blogger Ignacio Escolar zei - waar hebben we dat eerder gehoord? - dat serieus nieuws niet saai hoeft te zijn. Het ontwerp van de krant werd gemaakt door de internationaal bekende Catalaanse designstudio Cases i Associats, dat in Nederland De Pers ontwierp. Vanaf 2012

The Daily Telegraph

Verenigd Koninkrijk, dagblad, oplage 840.000

Anti-Europees tot op het bot, strijdlustig en imagobewust, kortom: het conservatieve dagblad van Engeland op broadsheet. Controverse p. 8

The New Republic

VS, tweemaandelijks tijdschrift, oplage 65.000

Links-liberaal tijdschrift voor politiek en cultuur, met een focus op de VS zelf. Becommentarieert al vanaf de oprichting in 1914 de grote sociale en economische verschuivingen in de Amerikaanse samenleving en pleit voor een liberalisme met meer betrokkenheid van de overheid. Dossier p. 10

Financial Times

VK, dagblad, oplage 448.000

Gezaghebbende krant voor de Londense City en de rest van de zakenwereld. Internationale economie en management worden uitputtend behandeld. Het in 1888 opgerichte dagblad wordt inmiddels in 23 landen gedrukt en heeft naast de Britse ook drie Europese, een Amerikaanse en een Aziatische editie. Dossier p. 18

South China Morning Post

China (Hongkong), dagblad, oplage 261.000

Deze Engelstalige krant, die banden heeft met het zakenmilieu van de Britse oudkolonie, geeft een goed beeld van met name Zuid-China en de economische ontwikkelingen in de regio. Dossier p. 21

verdween de papieren versie en is de krant uitsluitend online te lezen. Aan redactionele stukken wordt niet gedaan. Público profileert zich daarentegen heel duidelijk; geen encyclopedische opsomming van het nieuws, maar interpretaties. Voormalig hoofdredacteur Felix Monteiro werd staatssecretaris van Cultuur in de tweede regering van Zapatero. De redactie is er verder alert op ook nieuws uit andere delen van het land te brengen, waar de Madrileense concurrentie nog weleens in tekort wil schieten. Europa p. 26

Le Nouvel Observateur

Frankrijk, weekblad, oplage 530.000

In 1964 opgericht door Franse voormalig verzetsstrijders. Nog altijd is de redactie zeer geëngageerd en uit op maatschappelijke veranderingen. Dossier p. 22

The Hankyoreh Zuid-Korea, dagblad, oplage 600.000

Opgericht in 1988, kort na het einde van de militaire dictatuur in Zuid-Korea. Een deel van de initiatiefnemers was tijdens de dictatoriale onderdrukking uit hun ambt gezet wegens het promoten van persvrijheid en democratie. De krant is in handen van 62.000 aandeelhouders uit alle lagen van de samenleving, die de onafhankelijke berichtgeving in het land willen bevorderen. Dossier p. 23

The Guardian

Budapest Times Hongarije, dagblad, oplage onbekend

Het in 2003 opgerichte Engelstalige broertje van de Duitstalige Budapester Zeitung, die al sinds 1999 bestaat. Onafhankelijke krant, gericht op expats, met nieuws uit Hongarije en een wekelijks overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in Hongarije op ieder vlak. Europa p. 29

Brasil de Fato Brazilië, weekblad, oplage 50.000

Werd in 2003 gelanceerd op het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre (WSF, opgericht als tegenhanger van o.a. de G8-ontmoetingen). Richt zich op de democratisering van de pers en de noodzaak tot sociale veranderingen in het land, en trekt daarmee linkse journalisten, schrijvers en intellectuelen aan. De Amerika's p. 30

Thanh Nien News

Vietnam, dagblad, oplage 400.000

‘Jeugdkrant’ wordt gemaakt in de hoofdstad van Vietnam en is een van ’s lands meest gelezen kranten. Het is het officiële blad van de Vietnam United Youth League, die zich sterk inzet voor sociaal-maatschappelijke veranderingen. Er verschijnt wekelijks een Engelstalige editie. Azië p. 35

Mehdi Hasan

Mehdi Hasan werd geboren in 1979 en is van Brits-Indische komaf. Hij is chef politiek van The Huffington Post UK, presentator bij Al Jazeera en coauteur van de biografie van Labour-leider Ed Miliband. Hasan is een sjiitische moslim die regelmatig over de islam schrijft, waarbij hij zich een voorstander toont van secularisatie en de scheiding van kerk en staat. Al in 2009 sprak hij zich uit tegen het idee van een islamitische staat. Hij zei toen in New Statesman dat het momenteel haast onmogelijk is een moderne moslimstaat aan te wijzen. Zijn opmerkingen over religie zijn regelmatig onderwerp van kritiek. Midden-Oosten p. 36

VK, dagblad, oplage 332.000

Onafhankelijke kwaliteitskrant van linkse signatuur. Sinds 1821 thuisbasis van de meest gerespecteerde columnisten en journalisten. Altijd zeer kritisch ten opzichte van de overheid en andere instituten. Lage Landen p. 25

The New York Times VS, dagblad, oplage 990.000

De krant der kranten, met als motto ‘All the news that’s fit to print’. Won meer journalistieke prijzen dan enig ander medium. De gedrukte oplage is onder de 1 miljoen gedaald maar de website trekt meer dan 30 miljoen bezoekers per maand.

Semana

Colombia, weekblad, oplage 180.000

Alberto Camargo was tweemaal president van Colombia. Tussendoor richtte hij dit tijdschrift op. Het ging in 1961 ter ziele maar werd opnieuw gelanceerd. Semana geldt als een van de beste bladen uit Latijns-Amerika. Onafhankelijk en altijd goed geïnformeerd. Oogstte lof met reportages over de Colombiaanse ‘parapolitiek’ (de banden tussen de leiders van het land en illegale rechtsextremistische gewapende groepen). De Amerika's p. 34

New York Magazine

VS, weekblad, oplage 437.000

Nieuws over de sterren, de mode en het nachtleven van New York. Altijd op jacht naar schandalen en politieke crises. Deze concurrent van The Village Voice is eigendom van Rupert Murdoch. Horizon p. 38

Europa, Horizon p. 27, 48

Bronnen.indd 9

23-09-14 17:43


dossier

Kiezen voor het beste onderwijsmodel

Vrij denken of een veilig cv In dit dossier Wereldwijd wordt nagedacht over de beste manier om onderwijs in te richten. We kopiĂŤren buitenlandse succesmodellen, zoals dat in China, totdat ook daar weer vraagtekens bij worden geplaatst (p. 21). In de VS woedt een heftig debat over de vraag of de veelgeprezen Ivy League-universiteiten niet vooral wereldvreemde alumni afleveren (p. 18), in Zweden komt men terug van het privatiseren van scholen (p. 18) en zowel de Zuid-Koreanen (p. 22) als de Fransen (p. 23) plaatsen vraagtekens bij het keiharde competitiesysteem, dat vooral verliezers zou kennen.

pagina 10 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 10

23-09-14 12:24


onderwijs op de schop

dossier

Š Ann Hermes / Getty

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 11

Dossier_Onderwijs.indd 11

23-09-14 12:24


dossier

Stuur uw kind niet naar Harvard (of Yale, of Stanford) The New Republic – Washington DC

Het Amerikaanse universitaire onderwijs moet op de schop. De particuliere elite-universiteiten, de zogeheten Ivy League, bevorderen de sociale ongelijkheid en leiden studenten op tot zombies die niet de kans krijgen op te groeien en mens te worden. Een vlammend pleidooi voor het openbaar onderwijs.

I

n de lente van 2008 maakte ik een dag deel uit van de toelatingscommissie van Yale University. Wij – dat wil zeggen: drie mensen van het toelatingsbureau, een lid van het universiteitsbestuur en ikzelf als faculteitsvertegenwoordiger – bekeken de aanvragen uit het oosten van de staat Pennsylvania. De kandidaten hadden een score van 1 tot 4 gekregen, berekend op basis van een reeks getallen en codes. De enen waren al toegelaten, en de drieën en vieren konden onder speciale voorwaarden worden toegelaten – als ze een atleet van nationaal formaat waren of een kind van steenrijke donoren. Onze taak was die dag om een oordeel over de tweeën te vellen. In een hoek van de kamer waren enorme schalen junkfood neergezet om onze energie op peil te houden.

Elite-onderwijs maakt intelligent en getalenteerd, maar ook angstig en verward

Degene die de leiding had, een jongeman van zo te zien een jaar of dertig, presenteerde elk geval met een waterval aan toelatingsjargon dat ik in allerijl moest zien op te pikken. Good rig stond voor voldoende academische discipline. Ed level 1 betekende dat de ouders alleen een middelbare-schoolopleiding hadden, hetgeen mogelijk op problemen zou kunnen duiden. MUSD stond voor veelbelovende musici. Jongeren met vijf of zes onderwerpen op hun lijst van buitenschoolse activiteiten – de brag genaamd – hadden sowieso problemen, want dat was lang niet genoeg. We luisterden, stelden vragen, doken in een stuk of twee brieven, en stemden daarna voor of tegen. Met zo veel goede kandidaten om uit te kiezen waren we op zoek naar jongeren die iets bijzonders hadden, en dat kwam vaak tot uiting in de brieven of essays. Jongeren met alleen goede cijfers of een goed cv werden meestal afgewezen: ‘geen vonk’, ‘geen teambuilder’ of ‘dit is ons een beetje te middelmatig’. Eén jonge kandidaat, die een werkelijk krankzinnige lijst buitenschoolse activiteiten presenteerde plus negen aanbevelingsbrieven, werd ‘te streberig’ bevonden. Aan de andere kant waren de cijfers en het cv duidelijk onmisbaar. Er was me te verstaan gegeven dat succesvolle kandidaten ofwel veelzijdig konden zijn, ofwel uitmuntend in één opzicht, maar dan moest het wel

extreem uitmuntend zijn: een musicus wiens auditiebandje indruk had gemaakt op de muziekafdeling of iemand die een nationale natuurkundeprijs had gewonnen.

Bevoorrechte zeepbel

‘Supermensen’ heeft de schrijver James Atlas hen genoemd – de stereotype ultragoed presterende elitestudenten van tegenwoordig. Twee hoofdvakken, één sport, één muziekinstrument, een paar vreemde talen, vrijwilligerswerk in verre uithoeken van de wereld, een paar hobby’s om het geheel te vervolmaken: ze draaien er hun hand niet voor om, en alles met een serene zelfverzekerdheid die zowel leeftijdgenoten als volwassenen ontzag inboezemt. Een vriendin die aan een topuniversi-

teit doceert vroeg haar studenten eens dertig regels van de achttiende-eeuwse dichter Alexander Pope uit hun hoofd te leren. Bijna alle studenten hadden alle regels goed. Het was een soort wonder, zei ze, alsof je volbloedpaarden over een renbaan zag draven. Deze benijdenswaardige jongeren lijken de winnaars van de wedren die wij van de jeugdjaren hebben gemaakt. De werkelijkheid is echter heel anders, zoals ik bij veel van mijn eigen studenten heb geconstateerd en heb gehoord van de honderden jonge mensen met wie ik de afgelopen jaren gesproken heb op campussen of die me hebben geschreven. Ons systeem van eliteonderwijs kweekt jongeren die intelligent en getalenteerd en gemotiveerd zijn, zeker, maar ook angstig, verlegen en de weg kwijt, met weinig intellectuele

pagina 12 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 12

23-09-14 12:24


dossier

onderwijs op de schop

‘Yale verstikt dat deel van jezelf dat je een ziel zou noemen’

De campus van UCLA, de universiteit van Los Angeles. Volgens recente gegevens is de helft van de afgestudeerden overgekwalificeerd voor hun baan, als ze er al een hebben. – © Kevork Djansezian / Getty

nieuwsgierigheid en een gebrek aan doelgerichtheid. Ze zitten gevangen in een bevoorrechte zeepbel en koersen gedwee in dezelfde richting, fantastisch in wat ze doen maar zonder enig idee waaróm ze het doen. Wanneer ik het over eliteonderwijs heb, doel ik op prestigieuze instituten als Harvard of Stanford of Williams en op het grotere universum van gerenommeerde universiteiten die daar onmiddellijk na komen, maar ik doel ook op alles wat daar naartoe en vanaf leidt:

de rijke particuliere scholen voor voortgezet onderwijs, de almaar uitdijende industrie van privéleraren en adviseurs en voorbereidingscursussen voor het eindexamen, de toelatingsprocedure zelf, die als een draak op de loer ligt bij de poort naar volwassenheid, op de vermaarde hogescholen en op de kansen op werk als bachelor in de geesteswetenschappen, en ook op de ouders en gemeenschappen, voornamelijk uit de betere klassen, die hun kinderen in de muil van deze machine duwen.

Een vierjarige bachelorstudie die alleen tot doel heeft je op een carrière voor te bereiden, is grotendeels tijdverspilling

Kortom, ik doel op ons hele systeem van eliteonderwijs. Ik moet zeggen dat dit onderwerp me heel persoonlijk raakt. Zoals zoveel jongeren tegenwoordig ging ik naar de universiteit als een slaapwandelaar. Je koos de meest prestigieuze plek die je toeliet – verderop wachtten je doelen waar je maar een vaag idee van had: status, rijkdom, ‘succes’. Wat het werkelijk betekende om een opleiding te krijgen en waarom je er een zou willen, dat deed er niet toe. Pas na 24 jaar in de Ivy League – een studie en een graad in de filosofie aan Colombia, tien faculteitsjaren aan Yale – begon ik na te denken over wat dit systeem met jongeren doet en hoe ze eraan kunnen ontsnappen, wat het met onze samenleving doet en hoe we het kunnen ontmantelen. Een jonge vrouw van een andere uni-

versiteit schreef me het volgende over haar vriendje op Yale: ‘Voordat hij naar de universiteit ging, bracht hij zijn meeste tijd door met lezen en het schrijven van korte verhalen. Nu, drie jaar later, is hij pijnlijk onzeker, piekert over dingen waar mijn vrienden van gewone universiteiten nooit bij stilstaan, zoals het stigma van in je eentje lunchen en of hij wel genoeg “netwerkt”. Behalve ik weet niemand dat hij voor belezen probeert door te gaan door het eerste en laatste hoofdstuk door te bladeren van elk boek waarover hij hoort spreken en door als een bezetene recensies tot zich te nemen in plaats van het boek zelf. Hij doet dit niet omdat hij onverschillig is, maar omdat het sociaal gezien wenselijker is over boeken te kunnen praten dan om ze ook werkelijk te lezen.’ Ik heb in mijn jaren bij de Ivy League college gegeven aan veel prachtige jonge mensen – slimme, nadenkende, creatieve jongeren met wie ik met veel plezier heb gepraat en van wie ik met evenveel plezier dingen heb geleerd. Maar de meesten leken het voldoende te vinden om binnen de lijntjes te kleuren die hun opleiding voor hen had getrokken. Slechts heel weinig

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 13

Dossier_Onderwijs.indd 13

23-09-14 12:24


dossier

‘We hebben ze geleerd dat een zelf iets is wat je gewoon hebt,’ zei David Foster Wallace

studenten koesterden hartstochtelijke ideeën. Slechts heel weinig studenten zagen de universiteit als onderdeel van een grotere intellectuele ontdekkings- en ontwikkelingsreis. Allemaal kleedden ze zich alsof ze elk moment voor een sollicitatiegesprek konden worden opgeroepen.

Rendement

Wanneer je achter de façade van naadloze aangepastheid kijkt, vind je vaak giftige niveaus van bezorgdheid, angst en depressie, van leegte en doelloosheid en afzondering. Een grootscheeps onderzoek onder eerstejaarsstudenten wees onlangs uit dat hun inschatting van hun eigen emotionele welzijn in een kwart eeuw niet zo laag is geweest. De toelatingsnormen zijn inmiddels zo extreem streng dat kinderen die op een elite-universiteit weten te komen per definitie alleen maar succes hebben gekend. Het vooruitzicht niet succesvol te zijn jaagt ze de stuipen op het lijf, maakt ze stuurloos. De prijs van het tekortschieten, ook al is het maar tijdelijk, krijgt niet alleen praktische gevolgen, maar ook existentiële. Het resultaat is een heftige afkeer van risico’s. Je hebt geen foutmarge, dus vermijd je de mogelijkheid dat je ooit een fout zult maken. Een studente van het Pomona College in Californië vertelde me dat ze graag de kans zou hebben na te denken over de vakken die ze volgde, maar dat ze daar geen tijd voor had. Ik vroeg haar of ze ooit had overwogen niet alleen maar naar tienen te streven. Ze keek me aan alsof ik haar een onzedelijk voorstel had gedaan. Er zijn uitzonderingen, jongeren die hardnekkig blijven proberen, tegen alle verwachtingen in, om wel een echte opleiding te krijgen. Maar door hun

ervaringen voelen ze zich vaak buitenbeentjes. Een studente vertelde me dat een vriendin van haar van Yale was gegaan omdat ze vond dat de universiteit ‘dat deel van jezelf verstikt dat je een ziel zou noemen’. ‘Rendement op je investering’ – dat is de term die je tegenwoordig vaak hoort als mensen het over hun studie hebben. Wat niemand zich lijkt af te vragen is wat dat ‘rendement’ dan wel moet zijn. Gaat het alleen om meer geld verdienen? Is het enige doel van een opleiding dat je een baan kunt vinden? Waar dient, kortom, een universiteit voor? Het eerste waar een universiteit voor dient is om je te leren nadenken. Dat betekent niet alleen maar de mentale vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor afzonderlijke vakken. Een universiteit is een kans om enkele jaren buiten de wereld te staan, tussen de orthodoxie van je familie en de eisen van een carrière, en de dingen van een afstand te beschouwen. Maar leren nadenken is nog maar het begin. Je moet leren nadenken over iets bepaalds: het opbouwen van een ‘zelf’. Dat klinkt misschien vreemd. ‘We hebben ze geleerd,’ zei David Foster Wallace ooit, ‘dat een zelf iets is wat je gewoon hebt.’ Maar alleen door de geest met het hart te laten communiceren, en met de ervaring, word je een individu, een uniek wezen – een ziel. Het is de taak van een universiteit om je te helpen daar een begin mee te maken. Boeken, ideeën, kunstwerken, de druk van de geesten om je heen die op hun eigen manieren hun eigen antwoorden zoeken. De universiteit is niet de enige kans om te leren nadenken, maar wel de beste. Eén ding is zeker: als je er niet mee bent begonnen tegen de tijd dat je je bachelor haalt, is het vrij onwaarschijnlijk dat je het later nog zult doen. Daarom is een vierjarige bachelor-studie die alleen tot doel heeft je op een carrière voor te bereiden grotendeels tijdverspilling. Elite-universiteiten gaan er graag prat op dat ze hun studenten leren nadenken, maar wat ze bedoelen is dat ze hen trainen in de analytische en retorische vaardigheden die noodzakelijk zijn in het zakenleven en voor een beroep met prestige. Alles is technocratisch – de

ontwikkeling van expertise – en alles wordt uiteindelijk in technocratische termen gerechtvaardigd. Religieuze universiteiten – en zelfs duistere, regionale universiteiten waarvan verder nooit iemand heeft gehoord – doen het in dat opzicht vaak veel beter. Dat is nogal een aanklacht tegen de Ivy League en haar gelijken: dat universiteiten die vier treden lager op de academische ladder staan en die studenten aannemen met een cijferlijst die oneindig veel lager is dan die van hun eigen studenten, een betere opleiding verzorgen, in de beste zin van het woord. Maar elite-universiteiten stellen toch in elk geval strenge academische eisen, volgens hun eigen voorwaarden? Niet per se. Voor de bètavakken meestal wel, voor andere vakken minder. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar hoogleraren en studenten hebben in groten getale een ‘niet-aanvalsverdrag’ gesloten. Studenten worden door universiteiten als ‘klanten’ gezien, mensen die je moet pamperen in plaats van uitdagen. Hoogleraren worden beloond voor onderzoek, dus willen ze zo min mogelijk tijd aan hun colleges besteden. De hele structuur van de instituten stimuleert het doceren steeds minder en hoe prestigieuzer de universiteit, des te geringer de stimulans. Het resultaat is hogere cijfers voor steeds meer belabberd werk.

Hulpmiddel

Het is waar dat de huidige jeugd sociaal betrokkener lijkt dan enkele decennia lang het geval is geweest, en dat jongeren vaker creatief en ondernemend zijn. Maar het is evenzeer waar, althans bij de meest selectieve opleidingen, dat zelfs als die aspiraties de universiteit overleven – een groot ‘als’ – ze over het algemeen worden ingekaderd in datzelfde bekrompen idee van wat een waardevol leven behelst: welvaart, kwalificaties, prestige. De ervaring zelf is gereduceerd tot een hulpmiddel, via het college-essay. Nadat je eerst hebt geleerd je ervaringen aan de man te brengen tijdens de toelatingsprocedure, moet je vervolgens op zoek naar verdere ervaringen om aan de man te brengen. The New York Times bericht dat er inmiddels een bloeiende sector is ontstaan die op essays gerichte zomers verzorgt, maar wat opvalt is de oppervlakkigheid van

de activiteiten die worden aangeboden: een maand door Italië reizen om de renaissance te bestuderen, ‘een hele dag’ met een groep rebelse kunstenaars omgaan. Een hele dag! Wat vrijwilligerswerk betreft heb ik iets soortgelijks geconstateerd. Waarom voelen mensen de behoefte om naar plekken als Guatemala te gaan voor hun projecten of reddingswerk of documentatie, in plaats van naar Milwaukee of Arkansas? En als studenten in de Verenigde Staten blijven, waarom gaan er dan zo veel naar New Orleans? Dat is misschien niet zo vreemd als jongeren hebben geleerd om vrijwilligerswerk te beschouwen als iets wat ze uiteindelijk voor zichzelf doen – dat wil zeggen, voor hun cv. ‘Wie veel geeft, zal veel ontvangen,’ luidt het gezegde. Maar waarom zou je niet alleen veel geven? Als er één idee over sociale verantwoordelijkheid is dat door de meest prestigieuze universiteiten wordt uitgedragen, dan is het wel dat van het ‘leiderschap’. ‘Harvard is voor leiders,’ luidt het cliché in Cambridge. Wie een goed presterende student wil zijn, dient zichzelf voortdurend als een toekomstige leider van de samenleving te beschouwen. Maar wat deze universiteiten met leiderschap bedoelen, is alleen maar aan de top komen. Partner worden bij een groot advocatenkantoor of president-directeur van een groot bedrijf, door de glibberige ladder te beklimmen van de hiërarchie waarop je je keus hebt laten vallen. Ik denk niet dat het bij mensen die aan het hoofd van elite-universiteiten staan opkomt dat het begrip leiderschap een hoogstaandere betekenis zou moeten hebben. Of in elk geval enige betekenis. Het ironische is dat elitestudenten te horen krijgen dat ze alles kunnen worden wat ze willen, maar dat de meesten hun keuze uiteindelijk beperken tot een klein aantal bijzonder soortgelijke opties. Vanaf 2010 kwam ongeveer een derde van de afgestudeerden aan een aantal topuniversiteiten, waaronder Harvard, Princeton en Cornell, in de financiële wereld of de consultancy

Studenten worden gezien als klanten die je moet pamperen in plaats van uitdagen

pagina 14 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 14

23-09-14 12:24


dossier

onderwijs op de schop

terecht. Hele vakgebieden zijn van de kaart verdwenen: de geestelijkheid, het leger, de politiek en voor het merendeel zelfs de academische wereld zelf, inclusief de fundamentele wetenschap. Het geldt als aanlokkelijk om voortijdig van een prestigieuze universiteit af te gaan als je de volgende Mark Zuckerberg wilt worden, maar als belachelijk om er te blijven als je maatschappelijk werker wilt worden. ‘Wat Wall Street heeft ontdekt,’ aldus Ezra Klein [columnist van The Washington Post] is dat universiteiten een groot aantal zeer intelligente, totaal verwarde alumni afleveren. Jongeren die over veel geestelijke paardenkrachten en een ongelooflijk werkethos beschikken, maar geen idee hebben wat ze nu moeten gaan doen.’

Meritocratie

Het voelt bijna belachelijk om te moeten benadrukken dat universiteiten als Harvard geprivilegieerde bastions zijn, waar de rijken hun kinderen naartoe sturen om te leren lopen, praten en denken als de rijken. Dat weten we toch al? Ze worden niet voor niets eliteuniversiteiten genoemd. Maar we doen kennelijk alsof dat niet zo is. We leven tenslotte in een meritocratie. De zogenaamde eerlijkheid van het systeem moet blijken uit een reeks beleidsmaatregelen die getooid zijn met het vaandel ‘diversiteit’. En die diversiteit staat inderdaad voor een ware sociale revolutie. Princeton, dat zijn eerste vrouwelijke student pas toeliet in 1961 – een jaar waarin zich in totaal één (ongetwijfeld erg eenzame) Afrikaans-Amerikaanse student op diezelfde universiteit inschreef – bestaat tegenwoordig voor de helft uit vrouwelijke studenten en voor niet meer dan de helft uit blanke. Maar geslachtelijke en raciale diversiteit is een dekmantel geworden voor een nieuwe en steeds grotere economische segregatie. Eliteuniversiteiten teren nog steeds op het morele kapitaal dat ze in de jaren zestig hebben vergaard, toen ze de waarlijk moedige stap namen om de mechanismen van de blanke, Anglo-

Een student van de New York University op Washington Square Park, dat aan de campus grenst. De universiteit scoort al jarenlang hoger in populariteit dan Harvard en Yale. – © Jennifer S. Altman / Getty

protestantse aristocratie te ontmantelen. In werkelijkheid is de meritocratie altijd alleen maar partijdig geweest. Wie een willekeurige elitecampus in de Verenigde Staten gaat bezoeken, kan zich verheugen op de hartverwarmende aanblik van kinderen van blanke zakenmensen en hogeropgeleiden die samen studeren en spelen met kinderen van zwarte, Aziatische en Latijns-Amerikaanse zakenmensen en hoger opgeleiden. Jongeren op universiteiten als Stanford denken dat hun omgeving divers is als de een uit Missouri komt en de ander uit Pakistan, als de een cello speelt en de ander lacrosse. Dat al hun ouders arts of bankier zijn doet er niet toe. Dat wil niet zeggen dat er niet een paar uitzonderingen zijn, maar daar blijft het bij. De groep die het meeste nadeel ondervindt van het huidige toelatings-

Princeton liet zijn eerste vrouwelijke student pas toe in 1961 beleid zijn blanke jongeren uit de arbeidersklasse en van het platteland, die nauwelijks te vinden zijn op selectieve campussen. Je kunt alleen maar denken dat het daar divers is als je nooit iets anders hebt gezien. Laten we onszelf niet voor de gek houden: het toelatingsspel van de universiteiten gaat niet in de eerste plaats om de lagere klassen die hogerop willen komen, en zelfs niet om de hogere klassen die hun positie willen behouden. Het gaat om het bepalen van de exacte hiërarchie binnen die hogere klassen

zelf. In de welvarende buitenwijken en de goed bewaakte stedelijke enclaves waar dit spel voornamelijk wordt gespeeld, gaat het er niet om of je naar een elite-universiteit gaat. Het gaat erom naar wélke je gaat. Het is Penn versus Tufts, niet Penn versus Penn State. Het maakt niet uit dat een slimme jonge man of vrouw naar Ohio State University kan gaan, arts kan worden, zich in Dayton kan vestigen en een zeer goede boterham kan verdienen. Zo’n vooruitzicht is gewoon te gruwelijk om over na te denken.

DEBAT OVER AMERIKAANS ONDERWIJSSYSTEEM LOSGEBARSTEN Het opiniestuk van William Deresiewicz verscheen op 21 juni en groeide in anderhalve maand uit tot het meest gelezen artikel ooit op de website van The New Republic. Inmiddels is het al 189.000 keer gedeeld op Facebook. Uiteraard riep het stuk ook veel reacties op. The New Republic zelf publiceerde bijvoorbeeld een tegenartikel van een middelbare schooldirecteur, J.D. Chapman uit Virginia, zelf een Yale-alumnus. Hij sprak tegen dat het toelatingsproces van elite-universiteiten te selectief en

wreed is, en dat te veel van de elite-alumni de financiële wereld ingaan. Maar Chapman ging niet in op andere punten uit Deresiewicz’ betoog, zoals het feit dat veel Ivy League-studenten dezelfde sociaal-economische achtergrond hebben. Ook zwaargewicht Steven Pinker bemoeide zich ermee met een lang stuk waarin hij de argumenten van Deresiewicz punt voor punt onderuit probeerde te halen. Deresiewicz reageerde hier weer op door te zeggen dat zijn doel was om een debat te

starten over het Amerikaanse hoger onderwijssysteem en dat dat bij dezen dus gelukt was. De stellingen die hij poneert in zijn artikel worden verder behandeld in zijn nieuwe boek Excellent Sheep: The Miseducation of the American Elite and the Way to a Meaningful Life. Dit is deels een cultureel commentaar en deels een filosofische beschouwing over de betekenis van onderwijs zelf.

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 15

Dossier_Onderwijs.indd 15

23-09-14 12:24


dossier

Veel jongeren vragen me: is er iets wat ik kan doen om geen wereldvreemde, zelfingenomen flapdrol te worden?

Inkomen van ouders

Dit systeem vergroot de ongelijkheid, remt de sociale mobiliteit, bestendigt privileges en creëert een elite die geïsoleerd is van de maatschappij die ze wordt geacht te leiden. De getallen l iegen er niet om. In 1985 kwam 46 procent van de eerstejaarsstudenten van de 250 meest selectieve universiteiten uit het bovenste kwart van de inkomensschaal. In 2000 was dat 55 procent. In 2006 kwam maar zo’n 15 procent van de studenten van de topuniversiteiten uit de onderste helft van de inkomensschaal. Hoe meer prestige de universiteit heeft, des te ongelijker de studenten. En staatsuniversiteiten doen het niet veel beter dan particuliere. Vanaf 2004 kwam 40 procent van de eerstejaarsstudenten van de meest selectieve staatsuniversiteiten uit gezinnen met een inkomen van meer dan 100.000 dollar, tegen 32 procent vijf jaar eerder. De belangrijkste reden voor deze trend is duidelijk. Niet het collegegeld, al is ook dat een factor, maar de steeds grotere kosten van het klaarstomen van kinderen voor het toelatingsspel. Hoe meer hordes er genomen moeten worden, des te duurder is het om je kind eroverheen te katapulteren. Rijke families beginnen bijna vanaf de geboorte van hun kind te investeren in de weg naar een elite-universiteit: muzieklessen, sportuitrusting, buitenlandse reizen en, het allerbelangrijkst natuurlijk, de beste particuliere scholen of kostscholen. De toelatingstest wordt geacht de geschiktheid te meten, maar wat eigenlijk gemeten wordt is het inkomen van de ouders, dat heel nauwkeurig wordt nagegaan. Op dit moment schrijft minder dan de helft van de goed presterende scholieren uit gezinnen met een laag inkomen zich in voor een vierjarige universitaire opleiding. Het probleem is niet dat er niet meer gekwalificeerde jongeren uit gezinnen

New Haven, Connecticut. – © J. Baylor Roberts / National Geographic / Getty Images

pagina 16 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 16

23-09-14 12:25


dossier

onderwijs op de schop

met een laag inkomen zijn uit wie gekozen kan worden. Elitaire particuliere universiteiten zullen nooit toestaan dat het economische profiel van hun studenten dat van de maatschappij als geheel weerspiegelt. Ze kunnen het zich niet permitteren – ze hebben een kritische massa nodig die het volle pond betaalt, en ze moeten aan hun donorbestand denken – en het is niet eens duidelijk dat ze zoiets zouden willen. En dus is het nauwelijks toeval te noemen dat de inkomensongelijkheid in de Verenigde Staten momenteel groter is dan ooit sinds de Grote Depressie, of dat de sociale mobiliteit lager is dan in bijna elk ander ontwikkeld land. Eliteuniversiteiten zijn niet alleen machteloos om het tij van een steeds ongelijker wordende samenleving te keren, ze werken die actief in de hand met hun beleid.

Gelijkheid

Is er iets wat ik kan doen om te voorkomen dat ik een wereldvreemde, zelfingenomen flapdrol word, is een vraag die veel jonge mensen me schriftelijk hebben gesteld. Daar heb ik geen bevredigend antwoord op, behalve de raad om naar een openbare universiteit over te stappen. Een denkproces helpt niet om sympathie te krijgen voor mensen met een andere achtergrond, en al helemaal niet om ze te leren kennen. Je moet met hen omgaan, op een directe manier, en dat moet gebeuren op voet van gelijkheid, niet in de context van ‘dienstverlening’, en het mag ook geen opoffering zijn: je op een beursstudent storten en aanbieden ‘hem op een koffie te trakteren’, zoals een voormalige Yale-student opperde, ‘om naar hun wel en wee te informeren’. En over dienstverlening gesproken, waarom zou je niet een tijdje in de horeca gaan werken om te zien hoe zwaar bedienen is, zowel geestelijk als fysiek? Je bent niet echt zo slim als iedereen je altijd heeft verteld, je bent alleen maar slimmer op een bepaalde manier. Er zijn slimme mensen die niet naar een prestigieuze universiteit gaan, of naar welke universiteit dan ook – en dat heeft dan precies te maken met hun achtergrond. Er zijn

slimme mensen die niet ‘slim’ zijn. Ik heb niet de illusie dat het niet uitmaakt naar welke universiteit je gaat. Maar er zijn opties. Er zijn nog steeds zeer goede openbare universiteiten in elke regio van de VS. Het onderwijs is er vaak onpersoonlijk, maar het studentenbestand is meestal echt divers qua sociaal-economische achtergrond, met alle waardevolle ervaringen van dien. U.S. News and World Report bekijkt het aantal eerstejaarsstudenten op de universiteiten die tot de beste tien procent van hun middelbare school behoorden. Bij de toptwintiguniversiteiten ligt dat getal meestal boven de 90 procent. Ik zou nog eens goed nadenken voordat ik naar zo’n universiteit ging. Studenten bepalen het niveau van de collegediscussies, zij vormen je waarden en verwachtingen, ten goede en ten kwade. Het is deels vanwege de studenten dat ik jongeren aanraad weg te blijven van de Ivy League en dergelijke. Jongeren op minder prestigieuze universiteiten zijn vaak interessanter, nieuwsgieriger, opener en veel minder zelfingenomen en competitief.

Echte onderwijswaarden

Als er één plek is waar een universiteit nog een universiteit is – waar het onderwijs en de geesteswetenschappen nog in hoog aanzien staan – dan is het wel de alfa-universiteit. Zulke universiteiten zijn klein, waar niet iedereen blij mee zal zijn, en ze liggen vaak nogal afgelegen, waar ook niet iedereen blij mee zal zijn. De beste optie vormen misschien de iets minder hoog aangeschreven – maar zeker niet tweederangs – universiteiten, zoals Reed, Kenyon, Wesleyan, Sewanee, Mount Holyoke en andere. In plaats van te proberen met Harvard en Yale te concurreren hebben deze opleidingen de echte onderwijswaarden nog altijd hoog in het vaandel. Geen zelfingenomen flapdrol willen worden is een loffelijk streven. Maar uiteindelijk gaat het om de situatie die het zo moeilijk maakt om iets anders te worden. Het is niet alleen tijd om dat systeem van boven naar beneden te hervormen, maar ook om een uitweg te vinden naar een heel ander soort samenleving. Het onderwijssysteem moet de klas-

De inkomensongelijkheid in de VS is groter dan ooit sinds de Grote Depressie

Er zijn slimme mensen die niet ‘slim’ zijn

senverschillen aanpakken, in plaats van ze reproduceren. Een voorkeursbehandeling moet gebaseerd zijn op afkomst in plaats van op ras, een verandering die al jarenlang door velen wordt bepleit. De voorkeursbehandeling van rijke kinderen en sportlieden moet worden afgeschaft. Toelatingsscores moeten worden afgewogen tegen sociaal-economische factoren. Universiteiten moeten een eind maken aan overvolle cv’s door het aantal buitenschoolse activiteiten dat de jongeren op hun aanvraag kunnen vermelden te beperken. Ze moeten meer waarde hechten aan de dienstverlenende baantjes waarmee kinderen uit gezinnen met lage inkomens vaak wat bijverdienen op de middelbare school, en die de bollebozen bijna nooit hebben gehad. Ze moeten zich niet langer laten imponeren door de mogelijkheden die de rijkdom van de ouders biedt. In bredere zin moeten ze hun idee van verdienstelijkheid heroverwegen. Als universiteiten een betere generatie leiders willen kweken dan degene die we op dit moment hebben, zullen ze zich moeten afvragen welke kwaliteiten ze willen bevorderen. Studenten selecteren op basis van hun cijferlijst of het aantal buitenschoolse activiteiten werkt vaker in het voordeel van de noeste zwoeger dan van de oorspronkelijke geest.

Goed openbaar onderwijs

den moeten scheppen waarin ieder kind evenveel kans heeft om tot de Ivy League door te dringen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat we in werkelijkheid een wereld moeten creëren waarin je helemaal niet naar de Ivy League hoeft, of naar welke particuliere universiteit dan ook, om een eersteklas opleiding te krijgen. Kwalitatief goed openbaar onderwijs, gefinancierd met overheidsgeld, ten bate van allen: precies het streven dat tot de groei van het hogere openbaar onderwijs in de naoorlogse jaren leidde. Iedereen krijgt evenveel kans om zo ver te komen als hun harde werk en hun talent toestaan – de Amerikaanse droom, weet u nog wel? Iedereen die dat wil kan de geestverruimende, zielverrijkende ervaring opdoen waarin een alfaopleiding voorziet. Wij erkennen dat goed en vrij toegankelijk basis- en middelbaar onderwijs een burgerrecht is. We moeten ook erkennen – zoals we vroeger deden en zoals veel andere landen nog steeds doen – dat hetzelfde geldt voor het hoger onderwijs. We hebben aristocratie geprobeerd. We hebben meritocratie geprobeerd. Nu is het tijd om democratie te proberen. William Deresiewicz

De auteur is voormalig universitair docent en schrijver van het geruchtmakende boek 'Excellent Sheep' (Uitmuntende schapen) William Deresiewizc.

De veranderingen moeten echter verdergaan dan een hervorming van de toelatingsprocedure. Daarmee pak je misschien het probleem van de middelmatigheid aan, maar niet het veel grotere probleem van de ongelijkheid. Het probleem is de Ivy League zelf. We hebben het opleiden van onze leiders aan een stel particuliere instellingen toevertrouwd. En hoezeer die ook beweren in het algemeen belang te handelen, ze zullen altijd eerst aan hun eigen belangen denken. De huidige regeling is fantastisch voor de universiteiten, maar is de behoefte van Harvard aan donaties van oudstudenten voldoende reden om het klassenstelsel te laten voortbestaan? Ik dacht altijd dat we een wereld zou-

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 17

Dossier_Onderwijs.indd 17

23-09-14 12:25


dossier

Nieuwe onderwijsmaatstaven in Zweden Een deel van het Zweedse onderwijs wordt commercieel geëxploiteerd. Jarenlang gold dit stelsel als een lichtend voorbeeld in Europa. Maar nu de resultaten tegenvallen, wordt de liberalisering aan banden gelegd.

Financial Times – Londen

I

n het winkelcentrum Nacka in het zuiden van Stockholm is één promenade uitsluitend gevuld met middelbare scholen. De uit glas en staal opgetrokken Kunskapsgalleria, ‘kennisgalerij’, ziet eruit als een gewoon winkelcomplex, met een restaurant, een café en een imposant binnenplein omringd door vijf verdiepingen met balkons. Maar de winkelpuien zijn schoolhekken en er wordt geen reclame gemaakt voor luxegoederen maar voor opleidingen. Terwijl het winkelend publiek door de nabije koopgalerijen slentert, begeeft een stroom jongeren met rugzakjes zich door het gebouw. Voor de architecten van de Zweedse onderwijshervormingen belichaamt deze band tussen onderwijs en commercie het ideaal van door de staat gefinancierde maar onafhankelijk bestuurde particuliere scholen, de zogeheten friskola.

Bewondering

Twee decennia na het stoutmoedige experiment om het staatsonderwijs open te stellen voor de vrije markt bezoekt een vijfde van de leerlingen, oftewel zo’n 312.000 kinderen, een friskola. Twee derde daarvan gaat naar scholen die worden geleid door bedrijven in plaats van door coöperaties of charitatieve organisaties, en vier van de tien grootste onderwijsinstellingen zijn het eigendom van privé-investeerders. Geen enkel ander land in Europa heeft zo’n groot deel van het onder-

wijs aan de privésector toevertrouwd. Jarenlang oogstte het Zweedse systeem bewondering bij vrije-marktaanhangers overal ter wereld – met name bij Michael Gove, de voormalige minister van Onderwijs van het Verenigd Koninkrijk, die in 2008 verklaarde: ‘Wat wij nodig hebben, is een Zweeds onderwijssysteem.’ Onderwijsexperts van het Cato Institute, een libertijnse denktank in Washington, hebben onderzocht wat Amerikaanse charter schools, die door de staat worden gefinancierd maar autonoom zijn, van de friskola zouden kunnen leren. In de ogen van politici die het onderwijs wilden verbeteren zonder de belasting te verhogen leek Zweden het perfecte antwoord te hebben gevonden: ouders hadden meer keuze, nieuwe scholen legden de lat hoger en spoorden bestaande instellingen aan om verbeteringen door te voeren. Goede testscores uit de beginjaren leken de Zweedse theorie te onderschrijven dat marktconcurrentie de beste manier was om de schoolresultaten te verbeteren, doordat een groot aantal bedrijven zich in die markt begaf. Een leider van een onderwijsvakbond herinnert zich dat het ‘makkelijker was om een particuliere school te beginnen dan een snackbar’. Maar naarmate het aantal friskola toenam, daalde het Zweedse vertrouwen in scholen met een winstoogmerk. Hoewel het land van oudsher tot de onderwijstop had behoord, scoort het de laatste jaren veel minder goed bij

Het was makkelijker om een particuliere school te beginnen dan een snackbar

internationale vergelijkingen: de laatste resultaten van Pisa, het Programme for International Student Assessment van de OESO, tonen aan dat Zweedse leerlingen op het gebied van lezen en wis- en natuurkunde tegenwoordig ver onder het gemiddelde van ontwikkelde landen scoren. Schandalen op particuliere scholen hebben de verontwaardiging van de ouders nog doen toenemen. Door de algemene bezorgdheid over de toestand van het Zweedse onderwijs is het liberaliseringsmodel – niet alleen voor scholen maar ook voor andere overheidstaken als gezondheidszorg en sociale voorzieningen – boven aan de agenda komen te staan van de algemene verkiezingen van 14 september, die door de centrumlinkse oppositie werden gewonnen.

de moedermaatschappij van de groep. AcadeMedia ontvangt jaarlijks 5,1 miljard Zweedse kronen [560 miljoen euro] aan overheidsgeld voor het exploiteren van 285 scholen en peuterspeelzalen overal in het land, evenals 130 faciliteiten voor volwassenenonderwijs. Alleen het gemeentebestuur van Stockholm ontvangt meer overheidsgeld voor onderwijs.

Water en brood

Hoewel AcadeMedia zelf behoed is gebleven voor publieke schandalen, zijn enkele van zijn grootste concurrenten in opspraak geraakt. Een jaar geleden liet JB Education, eigendom van het Deense private equity-bedrijf Axcel, zich failliet verklaren, en dat leidde tot grote paniek onder de tienduizend leerlingen. Afgelopen voorjaar werd Zweden opgeschrikt door berichten dat Hälsans, een keten van peuterspeelzalen, zijn voedselbudget had teruggeschroefd naar negen Zweedse

'Er zijn delen van ons leven waarin de markt niet kan voorzien'

Jonas Sjöstedt, de leider van de linkse Vänsterpartiet, vat de algemene desillusie samen: ‘Het geloof [in Zweden] dat deregulering voor alles de oplossing is, van de spoorwegen tot het onderwijs voor kinderen, was enorm,’ zegt hij. ‘Dat is nu voorbij. Er zijn delen van ons leven waarin de markt niet kan voorzien.’ Terwijl de Conservatieve partij in Groot-Brittannië overweegt het onderwijsbeleid aan te passen zodat bedrijven met een winstoogmerk particuliere scholen kunnen beginnen, wordt daarbij opnieuw naar Zweden gekeken – maar ditmaal om minder vleiende redenen. Op het eiland Skansen geeft Marcus Strömberg, de bestuursvoorzitter van AcadeMedia, de grootste particuliere onderwijsgroep van Zweden, een uiteenzetting voor zijn collega’s van EQT,

kroon [één euro] per kind per dag. Peuters kregen alleen nog maar knäckebröd en water. Hälsans ontkent dat brood met water ooit het ‘aanbevolen ontbijt’ is geweest. Ondanks het vijandige politieke klimaat slaat Strömberg een positieve toon aan. Hij verzekert zijn gehoor dat verantwoordelijke ondernemingen als de zijne ‘de zwarte gaten en de bureaucratie vermijden die kenmerkend zijn voor gemeentelijke instellingen’, en dat een naamloze vennootschap ‘de aangewezen organisatievorm is om goede kwaliteit te leveren tegen lage kosten’. AcadeMedia maakt zo’n 7 procent winst, oftewel 528 miljoen Zweedse kronen [58 miljoen euro] op zijn scholen en peuterspeelzalen. Omdat de overheid een vast bedrag per kind betaalt, moet het bedrijf meer klanten aantrekken om meer geld te verdienen. De onderwijs-

pagina 18 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 18

23-09-14 12:25


dossier

onderwijs op de schop

instellingen zelf zeggen dat dit model ervoor zorgt dat alleen kwalitatief goede, succesvolle scholen winstgevend zijn. Boze tongen beweren dat het particuliere scholen aanmoedigt om belastinggeld te verspillen aan dure advertentiecampagnes. Op de vraag hoe kostenbesparingen worden gerealiseerd, antwoordt AcadeMedia dat de grootste doelmatigheid wordt bereikt door bezuinigingen op werving en centrale administratie. Maar personeelskosten zijn de zwaarste last voor iedere onderwijsinstelling en het bedrijf geeft toe dat zijn klassen groter zijn dan die van gemeentelijke scholen. Ook zegt het dat sommige van zijn scholen lagere salarissen betalen dan de scholen die door de overheid worden geleid, vaak omdat de leerkrachten jonger zijn. De algemene bezorgdheid over de onderwijskwaliteit van particuliere scholen heeft ertoe geleid dat de regering nieuwe onderwijsmaatstaven heeft ingevoerd. Maar volgens Strömberg zijn de zorgen over het winstoogmerk misplaatst. ‘Is een bedrijf goed voor de samenleving? Heb je bedrijven nodig om meer in het schoolsysteem te investeren? Dat zijn de eigenlijke vragen,’ zegt hij. ‘Het gaat niet om winst op zichzelf.’

Parasieten

AcadeMedia bezit twee van de scholen in de Kunskapsgalleria in Nacka, al is dat niet meteen duidelijk omdat de naam van het bedrijf niet op de logo’s van de scholen staat vermeld. (AcadeMedia opereert bewust erg low profile.) Een van de scholen, het Rytmus, heeft als specialiteit muziekonderwijs en is uitgegroeid tot een cultus onder Zweedse jongeren. Lars Ljungman, de directeur, heeft twintig jaar in de publieke sector lesgegeven voordat hij twee jaar geleden overstapte naar het particuliere onderwijs.

‘Scholen zijn vaak eigendom van durfkapitalisten’

Jaarlijks afstudeerfeest in Stockholm. Tijdens deze uitbundige feesten rijden studenten al bier en champagne drinkend in trucks door de straten. © Christopher Grant / Getty

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 19

Dossier_Onderwijs.indd 19

23-09-14 12:25


dossier

Volgens de particuliere scholen zijn zorgen over het winstoogmerk misplaatst

‘Ik was nieuwsgierig hoe het daar zou zijn omdat er op openbare scholen altijd werd gezegd dat de onderwijsbedrijven zo belust waren op geld dat ze het niet aan de leerlingen besteedden,’ zegt Ljungman. ‘Ik vroeg me af of ik minder geld zou hebben voor mijn leerlingen, maar over het geheel genomen heb ik meer te verdelen onder mijn leerlingen en docenten.’ Ook prijst hij de flexibiliteit van het friskolasysteem en betoogt dat je zaken sneller en makkelijker voor elkaar krijgt dan in het openbaar onderwijs. Maar buiten het klaslokaal – en de persafdeling van AcadeMedia – is één docent van het Rytmus minder complimenteus. ‘Deze bedrijven zijn parasieten, niets meer of minder,’ zegt hij. De uitbreiding van het zeer populaire Rytmusmodel naar Göteborg, Malmö, Norrköping en Orebro heeft financiële redenen, zegt de docent. ‘Rytmus is net als KFC, het is een merk. Uitbreiding is alleen maar een manier om meer winst te maken. Het gaat om

“het bereiken van toekomstige klanten”.’ Deze mening vindt steeds meer ingang bij de Zweedse media en kiezers. Jonas Sjösted van Vänsterpartiet, een mogelijke coalitiepartner in een komende centrumlinkse regering, voerde campagne met de slogan ‘Niet Te Koop’, die van toepassing is op onderwijs, gezondheidszorg en welzijnszorg. Vanuit zijn kantoor in Gamla Stan, het middeleeuwse centrum van Stockholm, zegt Sjöstedt dat het geen twijfel lijdt dat bedrijven met een winstoogmerk verantwoordelijk zijn voor wat inmiddels bekendstaat als de ‘Pisa-schok’. ‘Ze runnen geen scholen omdat ze van kinderen houden of omdat ze geïnteresseerd zijn in onderwijs,’ zegt hij. ‘Ze doen het omdat ze geïnteresseerd zijn in snel geld verdienen.’ Sjöstedt geeft een paar voorbeelden van kwalijke praktijken die de reputatie van verschaffers van particulier onderwijs hebben geschaad, maar hij geeft toe dat het ‘ingewikkelder’ is om een verband te leggen tussen de slechte Pisa-resultaten en de toename van particuliere scholen. ‘Het is niet altijd zo dat particuliere scholen slechtere resultaten behalen (…), maar ze zijn schadelijk voor het systeem omdat de traditionele gemeentescholen zich moeten aanpassen aan een marktsysteem en vaak hun beste leerlingen verliezen.’

Grotere verschillen

Dat is de meest gehoorde klacht over de vrije schoolkeuze, waarmee politici in de VS en het Verenigd Koninkrijk ook worstelen. Critici betogen dat ouders uit de betere klassen eerder voor de nieuwe particuliere scholen kiezen, terwijl armere kinderen op slecht presterende oudere instellingen blijven hangen. Duidelijke cijfers om de resultaten van de friskola met die van de gemeentelijke scholen te vergelijken zijn moeilijk te krijgen. Friskolornas riksförbund, de vereniging van particuliere scholen, zegt dat uit onderzoek is gebleken dat haar leerlingen bij het verlaten van het basisonderwijs 10 procent hogere cijfers hebben dan het landelijk gemiddelde. Een ander onderzoek van de Britse academica Rebecca Allen concludeert echter dat de positieve effecten van particuliere scholen marginaal zijn omdat deze betrekking hebben op kinderen uit gezinnen met hoogopgeleide ouders. Bertil Östberg, de inmiddels demissionaire Zweedse staatssecretaris van Onderwijs, geeft toe dat ‘de vrije keuze tot grotere verschillen tussen scholen heeft geleid’. Hij legt de schuld voor een deel bij de politici die de friskola hebben geïntroduceerd en zegt dat ze ‘naïef’ waren om te denken dat deze instellingen door docenten en ouders zouden worden gerund. ‘Nu hebben we deze grote bedrijven en die zijn vaak eigendom van durfkapitalisten die onderwijs beschouwen als een goede manier om geld te verdienen.’

Wetgeving

© Bob Strong / Reuters

Critici stellen dat de concessies van de vorige Zweedse regering een onzekere en trage reactie zijn op de publieke ongerustheid. Het is opvallend dat de OESO, die met haar Pisa-rating zo veel ophef heeft veroorzaakt, blind lijkt voor de vraag van het winstoogmerk. De organisatie bepleit een strenger inspectiesysteem voor Zweden, maar Andreas Schleicher, het hoofd van het Pisa-programma, heeft geen kritiek op commercieel gewin. ‘We mogen niet onderschatten hoeveel geld er op allerlei manieren in het onderwijs wordt verspild,’ zegt hij. Schleicher citeert OESO-onderzoek waaruit blijkt dat in de VS maar de helft van het per leerling uitgekeerde bedrag in het klaslokaal terechtkomt. ‘Dat gaat me veel meer aan het hart dan het afromen van drie, vier of vijf procent van de winst,’ zegt hij. Wat de uitslag van de verkiezingen ook geweest was: duidelijk was dat Zweden ging veranderen. Want terwijl Sjöstedt belooft privé-investeerders voortaan uit de gehele publieke sector te weren, zou ook de liberale partij van Östberg, die deel uitmaakte van de centrumrechtse coalitie, de privésector in elk geval aan banden hebben gelegd. Harry Klagsbrun, senior partner bij EQT en verantwoordelijk voor AcadeMedia, laat zich hierdoor niet uit het veld slaan. Het bedrijf heeft zijn keten van peuterspeelzalen al uitgebreid naar Noorwegen en hoopt binnen achttien maanden ook in Duitsland de onderwijsmarkt op te gaan. Het pad door Europa is uitgestippeld en wat er ook in Zweden gebeurt, er zijn ‘positieve drijfveren’ te over om elders zaken te doen. ‘Je hebt landen waar onderwijs een prioriteit is. Je hebt regeringen die meer willen uitgeven aan het opleiden van hun burgers en toekomstige burgers, en je hebt demografische bevolkingsgroei,’ zegt Klagsbrun. ‘Dus er zijn goede mogelijkheden voor groei, en dat is wat we willen.’

Een werkgroep beziet of er wetgeving moet komen die belet dat private equitygroepen eigenaar worden van particuliere scholen omdat ze geen ‘langetermijnbelang’ hebben om die te laten slagen. ‘Als je het onderwijs echt wilt verbeteren, moet je investeren in de opleiding van docenten en de docenten beter maken – en dat kost tijd,’ zegt Östberg. ‘En als je een private equitybedrijf of een durfkapitalist bent, heb je er dan echt belang bij dat de resultaten over tien jaar beter zijn?’

pagina 20 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 20

23-09-14 12:26


dossier

onderwijs op de schop

Britse leraren krijgen Chinese wiskundebijles South China Morning Post – Hongkong

Engeland importeert leerkrachten uit Shanghai om de eigen wiskundedocenten bij te spijkeren. Men houdt echter geen rekening met de vraagtekens die de Chinezen inmiddels zelf bij hun onderwijssysteem zetten.

L

eerkrachten uit Shanghai hebben reden om te juichen nu Engeland heeft besloten zestig wiskundedocenten uit hun stad te laten overkomen om les te geven aan hun Britse collega’s. Na een studiebezoek van de Britse minister van Onderwijs Elizabeth Truss aan Shanghai, lanceerde haar regering een plan om deze herfst zestig Engelssprekende wiskundeleraren uit Shanghai bijscholing te laten geven aan Britse docenten. De Britten is er alles aan gelegen de wiskundekennis van volwassenen bij te spijkeren nadat een economische analyse heeft uitgewezen dat het gebrek daaraan het land twintig miljard pond (25 miljard euro) per jaar kost. De Britse wiskundedocenten waren onder de indruk van de wiskundekennis van de leerlingen uit Shanghai en hoopten te kunnen leren van hun collega’s aldaar. Vijftienjarige leerlingen uit Shanghai wonnen vorig jaar in Parijs de internationale wiskundewedstrijd Pisa, georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), terwijl de Britse

Chinese leerlingen besteden hun vrije tijd aan wiskundeoefeningen

Leerlingen bereiden zich voor op het toelatingsexamen voor de Ningxia Universiteit in Yinchuan. Dit jaar zijn dat 100.000 meer leerlingen dan vorig jaar. – © Peng Zhaozhi / Corbis

scholieren in de achterhoede eindigden. Erger nog is dat de tests uitwezen dat zelfs kinderen uit arme gezinnen in Shanghai op wiskundegebied een jaar voorliepen op hun Britse leeftijdgenoten met een welvarender achtergrond. Hoewel er iets voor te zeggen valt dat Londen leerkrachten uit Shanghai wil inhuren om de Britse leermethoden te helpen verbeteren, moet de Britse regering ook begrijpen hoe het Chinese onderwijssysteem in elkaar steekt voordat zij al te veel van de leerkrachten uit Shanghai verwacht. De goede wiskundekennis van de kinderen uit Shanghai is eerder het resultaat van hard werken dan van een efficiënte leermethode.

Geen gelukkige jeugd

In China geldt het credo dat je met een goede kennis van wis-, natuur- en scheikunde alles kunt bereiken. Maar de pogingen om kinderen uit Shanghai daar al op zeer jonge leeftijd in te bekwamen lijken overdreven: veel kinderen worden al voordat ze naar school gaan door hun ouders gedwongen vele uren aan rekenlessen te besteden en

dat gaat ten koste van een gelukkige jeugd. En ironisch genoeg zouden veel goed opgeleide volwassenen uit Shanghai moeite hebben om de vragen voor het toelatingsexamen van de basisschool te beantwoorden. Ouders in Shanghai besteden tegenwoordig uren aan het helpen van hun kinderen bij hun huiswerk, en velen klagen dat de oefeningen zo moeilijk zijn. Ouders die het idee hebben dat de cijfers van hun kinderen niet goed genoeg zijn, huren privéleraren in. Ook dwingen zij hun kinderen wiskundelessen te volgen die bedoeld zijn voor veel oudere leerlingen, om op die manier hun leeftijdgenoten voor te blijven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer volwassenen en jongeren vraagtekens zetten bij hun onderwijssysteem wanneer ze zich realiseren dat al die jaren van hard studeren maar weinig invloed hebben op hun carrière. Veel universitaire studenten bekennen dat de meeste kennis die ze op school hebben opgedaan is weggezakt en dan hebben ze het over eenvoudige rekensommetjes, niet over ingewikkelde algebra of kansberekening. De Pisa-resulta-

ten toonden ook aan dat de leerlingen uit Shanghai minder bedreven waren in het toepassen van wiskunde bij het oplossen van praktische problemen. De onderwijsautoriteiten in Shanghai hebben onlangs geprobeerd de werklast te verlichten voor leerlingen die buitensporig veel tijd met hun neus in de wiskundeboeken zitten. Zulke pogingen leveren echter niets op zolang leerlingen een groot deel van hun vrije tijd aan wiskundeoefeningen blijven besteden. Leerkrachten wijzen erop dat het de leerlingen uit Shanghai ondanks hun hoge cijfers ontbreekt aan het vermogen om op een innovatieve of kritische manier na te denken. Maar ouders vinden het geen tijdverspilling om hun kinderen onpraktische kennis te laten opdoen. De reden hiervoor is simpel: leerlingen moeten hoge cijfers halen om op goede middelbare scholen en universiteiten te kunnen komen, want alleen afgestudeerden van een topuniversiteit vinden makkelijk een baan. Daniel Ren

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 21

Dossier_Onderwijs.indd 21

23-09-14 12:32


dossier

Zuid-Korea: rivaliteit weg uit onderwijs Hankyoreh – Seoel

Scholen in het Aziatische land testen alternatieve onderwijsmethoden die tot meer zelfvertrouwen en samenwerking moeten leiden in plaats van tot messcherpe rivaliteit.

B

asisschool Wabu Woensdag 13 augustus, in de bibliotheek van de basisschool Wabu, in Namyang, in het district Gyeonggi. Er hebben zich zo’n twintig docenten verzameld voor een cursus. ‘Docenten staan niet graag voor een hoogste klas in het basisonderwijs,’ legt spreker Jeon Seong-il uit, ‘want ze worden belaagd door ouders die zeggen: “Mijn zoon heeft privélessen gekregen om op een internationale school te kunnen komen. Ik reken erop dat u een aanbevelingsbrief voor hem schrijft.” In het hele land zijn maar vier internationale middelbare scholen en die nemen maar vijfhonderd leerlingen per jaar aan. Het is dus zo goed als onmogelijk om op zo’n school te komen, maar als een kind niet wordt

aangenomen, geeft de moeder het de schuld door te zeggen dat zijn cijfers niet hoog genoeg waren.’ Slechts 6 procent van de leerlingen met een diploma van de middelbare school gaat naar een universiteit in Seoel. Dat zijn één à twee leerlingen per klas. Vooral leerlingen van buiten de hoofdstad komen maar moeilijk in die groep van 6 procent. ‘Het systeem leidt tot 94 procent verliezers,’ vervolgt Jeon. ‘En in de groep van 6 procent worden ze opnieuw elkaars rivalen in de strijd om een baan bij een van de grote ondernemingen waarvoor 1 procent van de bevolking werkt. Kun je in zo’n context nog dingen delen?’ Delen, dat is het kernwoord in zijn betoog. Na zijn studie aan de Seoul National University of Education werd Jeon onderwijzer en volgde zo zijn roeping. In 2003 deed hij een cursus bij de Areumdaun Jaedan [The Beautiful Foundation] hoe je mensen kunt leren delen, waarna hij lezingen over dit onderwerp ging geven. Omdat hij daar steeds vaker voor werd gevraagd, is hij dit jaar uit het onderwijs gestapt. ‘Delen is ook een kwestie van zelfvertrouwen

hebben,’ blijft hij herhalen. ‘Iedereen moet zich ervan bewust worden dat hij of zij iets te delen heeft. Dat zou in een samenleving als de onze, waarin een eeuwige rivaliteit heerst, de basis van het onderwijs moeten zijn.’ Middelbare school Somyeong De middelbare school Somyeong in Yongin, in de provincie Gyeonggi, is een ‘alternatieve school’, die in maart 2012 werd geopend. De bijbehorende Onderzoeksafdeling, waarvan Jang Seul-gi onderdirecteur is, onderzoekt hoe een

ONGELUKKIGE LEERLINGEN Ook al staat het onderwijssysteem van Zuid-Korea niet meer zo hoog op de ranglijst als in 2010, volgens Pisa (Programme for International Student Assessment) van de OESO in Parijs behoort het nog steeds tot de beste ter wereld. Maar ondanks die internationale erkenning – en ook de lof van president Barack Obama, die zijn landgenoten in 2011 opriep ‘een voorbeeld te nemen aan de Zuid-Koreaanse leraren die via het onderwijs hun natie hebben

hervormd’ – heerst er onder ZuidKoreanen toch twijfel aan dat systeem. ‘Door de competitieve geest, die kenmerkend is voor Aziatische landen, staan we nu bovenaan in de ranglijst, maar dat zal niet zo blijven,’ stelt Kweon Jae-weon, docent in het middelbaar onderwijs, in Media Today. ‘In [Zuid-]Korea,’ vervolgt hij, ‘noemt maar 60 procent van de leerlingen zichzelf gelukkig op school, terwijl dat percentage in andere Aziatisch landen boven de 80 procent ligt.’ © Boligán, El Universal, Mexico

pagina 22 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Dossier_Onderwijs.indd 22

23-09-14 12:26


dossier

onderwijs op de schop

Franse talentjes niet langer beloond ‘Het huidige selectiesysteem leidt tot 94 procent verliezers’

Le Nouvel Observateur – Parijs

In Frankrijk worden de toelagen voor zeer goed presterende leerlingen afgeschaft. Een eerlijke of juist oneerlijke maatregel?

goede school behoort te zijn en werkt langs drie hoofdlijnen: beroepsoriëntatie, studie van de klassieken in de menswetenschappen en algemeen vormend onderwijs. Gewoonlijk houdt beroepsoriëntatie in dat een leerling aangeeft waar zijn belangstelling ligt en waar hij goed in is: op grond daarvan kiest hij een beroep. Op Somyeong ‘moet hij ook nadenken over de zin van zijn werk en wat hij bijdraagt aan de samenleving’, legt Jang uit. De leerlingen vormen groepjes en ontplooien allerlei initiatieven, zoals onderzoek doen naar een beroep, vaklieden interviewen of een forumdiscussie organiseren. ‘Ze moeten van ons altijd het verband leggen tussen hun scholing en de maatschappij.’ In februari 2010 zegde Jang zijn baan op als docent bètawetenschappen aan een middelbare school. In 2011 ging hij werken voor Saemmul, een kleine, alternatieve middelbare school met onder de leerlingen ook een aantal gehandicapte kinderen. Het studieprogramma dat hij op Somyeong aanbiedt, komt voort uit de ervaring die hij daar heeft opgedaan. Volgens hem zou ‘elke school een onderzoekscentrum moeten hebben om nieuwe ideeën op te doen’. Kim Cheong-yeon

E

ind juli kondigde Geneviève Fioraso, de Franse staatssecretaris van hoger onderwijs, aan dat het systeem van beurzen voor bijzondere leerprestaties wordt afgeschaft. Tot nu toe kregen scholieren met de vermelding ‘zeer goed’ op hun einddiploma en de ‘beste’ beursstudenten een toelage van 1.800 euro per jaar. De 12 miljoen die wordt bespaard, zal volgens ‘sociale criteria’ worden herverdeeld. Door het afschaffen van deze toelagen – die oud-minister van Onderwijs Valérie Pécresse in 2009 weer had ingevoerd, destijds een zeer politiek gemotiveerd besluit – kreeg de staatssecretaris meteen de woede van de rechtse oppositie over zich heen. ‘De regering pakt degenen die er hard voor hebben gewerkt,’ riep de UMP. Maar ligt het wel zo simpel? We zetten de zaken op een rij met Marie DuruBellat, sociologe aan het Instituut voor Politieke Wetenschappen (Sciences Po) in Parijs en schrijfster van Le mérite contre la justice (2009).

‘Het idee van bijzondere leerprestaties is een “noodzakelijke fictie”’

Vasthouden aan beurzen voor bijzondere leerprestaties, is dat rechts? ‘Nee. De traditionele links-rechtstegenstelling speelt hier niet. Het idee van bijzondere leerprestaties is een “noodzakelijke fictie”, zoals de socioloog François Dubet het ooit noemde, om te zorgen dat het sociale bestel acceptabel blijft. Gelijke rechten voor iedereen is iets wat feitelijk onhaalbaar is, maar dankzij het idee dat iedereen goed kan presteren kunnen we daarmee leven. Nee, onze kinderen zullen niet allemaal topbanen krijgen. En ja, sommigen zullen zwaar, slecht betaald en ondergewaardeerd werk gaan doen. Zonder het smeermiddel van deze beurzen zouden we allemaal de straat opgaan om tegen dit onrecht te protesteren.’ Dus links en rechts zijn het eens? ‘Niet echt. Rechts benadrukt graag de individuele “genetische” verschillen in talent en gelooft dat er echt genieën bestaan zoals Beethoven. Een genie was hij zeker, maar links brengt daar tegenin: dit genie was ook de zoon van een musicus. Want het sociale milieu en het gezin waar je uit komt, zijn bepalend voor een succesvolle schoolcarrière, zo blijkt uit talloze studies. Overigens, wie zou durven beweren dat een zesjarig kind geen kwaliteiten heeft omdat het problemen heeft met lezen? Het is bekend dat de sociaalculturele achtergrond van het kind daarvan vaak de oorzaak is.’

geven hoe goed de scholieren het doen, nauw samenhangen met de gekozen vakkenpakketten. Maar wie bedenkt dat hij het beste kan kiezen voor pakketten die “lonen”? De kinderen van goed geïnformeerde ouders natuurlijk. In feite begint het al dan niet slagen voor kinderen uit eenvoudige gezinnen al in de laagste schoolklassen. Dankzij ons schoolsysteem zijn in de eindexamenklas alle leerlingen die niet in de mal van het systeem passen, allang verdwenen, terwijl sommigen het heel goed zouden hebben gedaan. De meeste van deze “outcasts” komen – niet toevallig – uit kansarme gezinnen.’ Een ontmoedigende constatering. ‘Linkse onderwijskundigen geloven in de “opvoedbaarheid” van iedereen, in het idee dat alle kinderen kunnen leren als de school zich maar aan hen aanpast. We zouden ervoor moeten zorgen dat kansarme kinderen op school qua competenties voldoende bagage meekrijgen. Dat is het idee van het gemeenschappelijke basisprogramma waaraan de ministers van Onderwijs, van rechts en van links, al tien jaar vasthouden. Het intellectueel stimuleren van de leerlingen die als het meest talentvol worden gezien, staat dat overigens niet in de weg.’ ‘Als zeer talentvol worden gezien’ – maar zijn ze dat dan niet? ‘Welke kwaliteit meet een school precies? Vooral het vermogen abstract te kunnen redeneren. Maar wat te denken van de diverse vormen van intelligentie, van creativiteit, van het met anderen kunnen samenwerken? Dat zijn toch essentiële kwaliteiten voor burgers en werknemers. Het gaat niet om één kwaliteit, maar om vele kwaliteiten.’ Arnaud Gonzague

Maar wat dan te denken van het afschaffen van deze steun aan de beste studenten? ‘Dat kun je jammer vinden, maar ik moet zeggen: achttien jaar is nogal laat om iemands kwaliteit te erkennen. Neem de eindexamens: we weten dat de vermeldingen bedoeld om aan te

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 23

Dossier_Onderwijs.indd 23

23-09-14 12:26


DIT IS HET PAROOL WIJ GEVEN HET BESTE VAN DE REST ER GRATIS BIJ NU

PER W

EEK

HET PAROOL ALLES-IN-1 PAKKET ✓ Elke zaterdag Het Parool thuisbezorgd en elke dag de digitale krant ✓ Artikelen lezen t.w.v. €150,- uit alle kranten en tijdschriften via Blendle.nl, de digitale kiosk

360-250x335.indd Advertenties 64.indd1 24

20-08-14 10:57 12:44 23-09-14


lage landen

belgië

Vijf redenen voor de fileplaag in België The Guardian – Londen

Wereldwijd neemt de omvang van het fileprobleem langzaam af, maar de twee grootste steden van België blijven koplopers op dit gebied. Wat gaat er mis? En is er (behoefte aan) een oplossing? Een analyse.

A

nalyses van verkeersopstoppingen geven steeds opnieuw een verbazingwekkend feit weer: Brussel en Antwerpen zijn de twee steden van Europa én NoordAmerika die het meest worden geplaagd door files. Het tijdverlies van chauffeurs in Brussel loopt naar schatting zelfs op tot 83 uur per jaar. De situatie op de Belgische wegen is zo dringend dat de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) bij de lokale autoriteiten heeft aangedrongen op maatregelen. Hoe is deze verkeerspuinhoop in het bestuurlijke hart van Europa ontstaan?

1. Auto van de zaak

In de meeste steden krijgen alleen topmanagers een auto van hun werkgever. In België is dat anders. ‘Zo’n 15 procent van alle auto’s en ongeveer de helft van alle nieuwe auto’s zijn auto’s van de zaak,’ zegt Cathy Macharis, hoogleraar mobiliteit aan de Vrije Universiteit in Brussel. In veel gevallen is de auto niet eens nodig voor hun werk maar veel werkgevers geven liever een auto dan salarisverhoging of een bonus. Waarom? Omdat ze zo minder belasting betalen. En als je niet hoeft te betalen voor je auto of zelfs de brandstof, is er niet echt een prikkel om alternatieve vormen van transport te overwegen. Dus rijden de Belgen veel meer dan ieder ander.

2. Groot aantal forenzen

België is een klein land, maar iedere Belg kent waarschijnlijk wel iemand die elke dag meer dan honderd kilometer pendelt. Dat komt doordat de banen geconcentreerd zijn in de grote steden, terwijl de mensen weigeren daar te wonen. ‘Als iemand een baan in Londen of Parijs krijgt, verhuist hij daar waarschijnlijk naartoe. Als ze daar voor een vergadering moeten zijn, nemen ze een hotel om op tijd te zijn,’ zegt Steven Logghe, hoofd verkeer bij BeMobile, dat verkeersinformatie verschaft. ‘Maar Belgen staan liever wat eerder op en rijden het hele land door.’ De OESO wijt dit aan een vastzittende huizenmarkt als gevolg van de hoge transactiekosten bij het kopen van een huis. Daarnaast is er een sterke antistadmentaliteit. Voor veel Belgen is het bezit van een vrijstaand huis met wat groen in de buurt waar ze zijn opgegroeid al die uren op de weg waard.

3. Gebrek aan alternatieven

Vanwege de wijdverspreide suburbanisatie zijn veel Belgen afhankelijk van een auto. Degenen die andere manieren van transport tot hun beschikking hebben, geven vaak de voorkeur aan hun auto omdat de alternatieven niet goed zijn. Er is bijvoorbeeld een gebrek aan P+R-faciliteiten en de parkeermogelijkheden in de stad zijn relatief goedkoop en ruimschoots aanwezig,

Iedere Belg kent waarschijnlijk wel iemand die elke dag meer dan honderd kilometer pendelt

waardoor men wordt aangemoedigd het stadscentrum in te rijden. De fietsinfrastructuur is verbeterd, met name in Antwerpen, maar is nog steeds slecht in veel voorstedelijke gebieden en het heuvelachtige Brussel. Op het eerste gezicht hebben de treinen het beter gedaan. Het aantal passagiers is sinds 2000 met meer dan 40 procent toegenomen. Maar het nationale spoorwegbedrijf kan de toenemende vraag niet aan. Overvolle treinen, veelvuldige vertragingen en nu en dan een algemene staking horen allemaal bij de treinervaring. In een poging de punctualiteitsscores te verbeteren, rijden de treinen nota bene langzamer dan voorheen. En het lang geleden beloofde hoogfrequente netwerk rond Brussel wordt jaar in jaar uit uitgesteld.

4. Een gezonde economie

‘Naarmate de economie groeit, neemt de snelheid af,’ aldus een rapport van verkeersinformatiebedrijf INRIX. In dit opzicht is verkeersopstopping een teken van economische voorspoed. Brussel heeft een sterke diensteneconomie die relatief immuun is voor marktfluctuaties omdat ze verankerd ligt in de openbare instellingen, met name die van de EU. Inderdaad, het verkeer is op zijn drukst tijdens EUtopconferenties. Antwerpen is met zijn grote haven een belangrijk logistiek centrum en trekt een hoop zwaar vrachtverkeer aan vanuit heel Europa. ‘Je zou kunnen concluderen dat de opstopping te wijten is aan het succes van onze economie, in plaats van aan falend mobiliteitsbeleid,’ zegt Kris Peeters, auteur van diverse boeken over dit onderwerp. ‘Dit zou ons moeten aanzetten tot het plaatsen van vraagtekens bij de behoefte aan voortdurende economische expansie en het nadenken over de ontwikkeling van economische activiteiten die niet nog meer verkeer teweegbrengen.’

5. Slecht wegennetwerk

gen. ‘Als je door het land reist ontkom je er niet aan langs minstens een van de twee steden te rijden, zelfs als je daar helemaal niet hoeft te zijn,’ zegt Logghe. ‘Dat geldt ook voor het spoornetwerk. De helft van de treinen gaat door Brussel.’

Veel werkgevers geven liever een auto dan salarisverhoging of een bonus Omdat het grootste deel van het land steeds meer voorsteden kent, hebben de snelwegen ook veel op- en afritten, waardoor lokaal verkeer zich mengt met doorgaand verkeer, wat tot meer botsingen leidt die op hun beurt nog meer opstoppingen tot gevolg hebben.

Dus wat is de oplossing?

Voorstanders van wegenbouw stellen dat de capaciteit in dertig jaar amper is toegenomen. Maar België heeft al een van de dichtste wegennetwerken ter wereld. ‘Nieuwe wegen aanleggen is absoluut niet de oplossing,’ zegt Peeters. ‘Het is gebleken dat het maar tijdelijk tot ontlasting leidt en op de lange termijn juist meer verkeer aantrekt.’ De meeste experts, waaronder de OESO, verwachten betere resultaten van bepaalde congestie- of tolheffingen. Hierover wordt door lokale en regionale overheden al jaren gediscussieerd. Maar tot nu toe is er nog geen enkel teken van een politieke overeenkomst. Ondertussen lijkt de bevolking nog minder overtuigd. Toen een onderzoek over dit onderwerp eerder dit jaar de krantenkoppen haalde, leverde een onlinepetitie tegen tolheffing in slechts tien dagen tijd meer dan 170.000 handtekeningen op. Misschien houden de Belgen gewoon van hun files. Laurent Vermeersch

De ringwegen rond Antwerpen en Brussel vormen de centra van een niet te vermijden spinnenweb van snelwe-

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 25

Lage Landen.indd 25

23-09-14 11:12


europa

verenigd koninkrijk

Onafhankelijkheidskoorts in Europa Público – Madrid

De Catalanen kunnen in hun streven naar onafhankelijkheid weinig hoop putten uit het Schotse voorbeeld. Bovendien is er een wereld van verschil tussen het nationalisme aan de Noordzee en dat langs de Middellandse Zee.

D

e belangrijkste troef van het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven is niet La Diada, de Catalaanse nationale feestdag met zijn massabetogingen, maar iets wat zich buiten Catalonië afspeelt, op een plek die de Romeinen Caledonië noemden. Daar leefden twee van oorsprong Keltische volkeren, de Picten en de Schotten, die hun koningen kroonden bij een steen die ze de Steen van het Lot noemden. Het verhaal gaat dat Jacob die steen als hoofdkussen gebruikte en erop droomde van God, dat Mozes er later met een stok water uit wist te slaan en dat de steen zelfs diende als sokkel voor de Ark van het Verbond. Na allerlei omzwervingen kwam die steen eerst in Ierland en vervolgens in Schotland terecht en misschien is uit zijn magische krach-

ten wel de maltwhisky voortgekomen. Er bestaan talrijke overeenkomsten tussen Schotland en Catalonië. Om te beginnen werd in het jaar 1707 zowel de Act of Union aangenomen, die Engeland en Schotland verbond, als ook het Decreto de Nueva Planta uitgevaardigd, op grond waarvan de koninkrijken Aragon en Valencia – waartoe Catalonië behoorde – werden opgeheven. Zeven jaar later, na de definitieve nederlaag van aartshertog Carlos, gingen deze koninkrijken op in Castilië, met verlies van al hun politieke instituties. Hoewel de gebieden van de Kroon van Aragon nooit als echte naties waren erkend, functioneerden ze wel als zodanig en betwistten ze in grote mate het centrale gezag. Al in 1640, midden in La Guerra dels Segadors (de Catalaanse boerenopstand tegen het centrale gezag), ontwierp de Catalaanse Generalitat de grondwet voor een republiek.

Economische factoren

In het Schotse besluit zich met Engeland te verenigen speelden economische factoren een beslissende rol, vooral het mislukken van het koloniale avontuur in Panama. De Schotten hadden het plan de landengte van Darién met dappere roodharigen te bevolken, en bijna de helft van de Schotse rijkdom werd hiervoor ingezet. Aanvankelijk probeerden de kolonisten de indianen uit het gebied met kralen en kammetjes voor zich te winnen, maar de lokale bevolking was kaal of voelde niet de behoefte zich op te doffen. Bij gebrek aan steun van de Engelsen en gedecimeerd door ziekten verlieten de Schotten na acht maanden het gebied dat NieuwCaledonië had moeten worden. Van de vijf schepen die in 1698 in de haven van Leith het anker hadden gelicht, keerde er slechts één terug, met een kwart van de twaalfhonderd mannen

die het avontuur waren aangegaan. Terwijl de meerderheid van de Schotse bevolking tegen was, bewerkte Engeland met geld zo veel mogelijk Schotse parlementariërs om voor de Act of Union te stemmen – en uiteindelijk ging Schotland akkoord met het vormen van Groot-Brittannië, in de ijdele hoop een deel terug te krijgen van het geld dat in het rampzalige Panama-project was gestopt. Toen Schotland zich zes jaar later wilde terugtrekken, werd het voorstel tot ontbinding van de Union door een grote meerderheid verworpen. Maar ook nadat verschillende opstanden door aanhangers van de Stuarts waren bedwongen, bleef het nationalistische gevoel bestaan, ondanks de etnische zuivering die Londen in de Highlands hield, waar hele gemeenschappen werden gedwongen hun gebied te verlaten en zelfs hun taal op te geven. Terwijl Catalonië vanaf 1977 weer eigen

De economische crisis heeft het verlangen gevoed om als onafhankelijke staat een andere weg in te slaan Graffiti op een weg op de Buiten-Hebriden, een groep eilanden voor de westkust van Schotland, 17 september 2014. – © Reuters / Cathal McNaughtonft

pagina 26 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Europa.indd 26

23-09-14 13:10


europa

turkije

instituties en een steeds ruimere mate van autonomie kreeg, moest Schotland tot 1998 wachten om weer over een eigen parlement en een eigen regering te kunnen beschikken. Inmiddels heeft de Scottish National Party daarin stevig voet aan de grond gekregen, dankzij twee fundamentele factoren: enerzijds haar draai naar links in een van oudsher door Labour gedomineerd domein, anderzijds de olievondsten in de Noordzee, die met de slogan ‘It’s Scotland’s oil’ is ingezet voor het nationalisme. Het ‘nationale’ belang van de olievondst blijkt uit het feit dat de voorraden van de vindplaatsen decennialang als staatsgeheim zijn beschouwd.

en dat de staat aan een enkele advocaat voldoende heeft, zoals Iceta – leider van de Partit dels Socialistes de Catalunya – zei, om het af te blazen zonder dat de Guardia Civil eraan te pas hoeft te komen, maar de wond is al zo groot dat die moeilijk zal helen. Het gebrek aan intelligentie is niet exclusief voor de centrale regering. Er wordt door sommigen terecht op het enorme verschil tussen het Schotse en het Catalaanse nationalisme gewezen. Terwijl in Schotland het streven wordt ingegeven door verlangen naar sociale verandering, is de motor van het Catalaanse streven simpelweg het verzet tegen Madrid.

Het rationele debat over de Schotse kwestie heeft in Catalonië plaatsgemaakt voor diepgewortelde onenigheid

Catalonië heeft geen olie, maar de nationalisten hebben als equivalent de belastingheffingen door Madrid aangeboord, onder het motto ‘Spanje besteelt ons’. En net als in Schotland heeft ook hier de economische crisis het verlangen gevoed als onafhankelijke staat een andere weg in te slaan.

Grote verschillen

Op dit punt aangekomen dienen zich onvermijdelijk de verschillen tussen beide regio’s aan. Allereerst spelen beide processen zich natuurlijk af in een ander wettelijk kader. In Schotland is een referendum mogelijk omdat de oude akte uit 1707 een verdrag tussen gelijken was, dat vrijelijk verbroken kon worden toen in Edinburgh eenmaal weer een parlement was ingevoerd. En, afgezien van de technische kanten, omdat niemand zich kon voorstellen dat het voortschrijdende onafhankelijkheidsstreven de hele Britse politiek onderuit zou halen. Met de huidige peilingen zou Cameron zich waarschijnlijk nooit bij een referendum hebben neergelegd. Maar het rationele debat over de Schotse kwestie heeft in Catalonië plaatsgemaakt voor diepgewortelde onenigheid, voor een even onvruchtbare als gevaarlijke polarisatie. Het ontbreekt hier aan politieke intelligentie, en dat is in het Spaanse geval een constante geworden. Het is goed mogelijk dat krachtens de wet het Catalaanse referendum in november niet zal worden gehouden

De Schotse regeringsleider Alex Salmond en zijn aanhangers hebben het nooit in hun hoofd gehaald Kenneth McAlpine, de eerste koning van Schotland, of William Wallace (Braveheart) en zijn overwinning bij Stirling, of Jacobus VII uit hun graf te halen, en ze hebben zich evenmin laten vereeuwigen bij bovengenoemde Steen van het Lot. In Catalonië daarentegen – als daar niet de schim van de patriot Casanova wordt aangeroepen –, worden de Almogávers, de Catalaanse woestelingen uit de veertiende eeuw, er wel bij gehaald. De Schotten doen niet aan zelfbeklag en sterken zich niet door zich tegen de Engelsen te kanten. Ze kijken met bewondering naar Noorwegen en zouden graag het voorbeeld van hun buren aan de overkant van de Noordzee volgen wat betreft het beheer van hun natuurlijke rijkdommen. De Catalanen daarentegen zwelgen in zelfgenoegzaamheid en zijn al te lang aan het navelstaren. Juan Carlos Escudier

De imperialistische droom van Ahmet Davutoglu Premier Ahmet Davutoglu droomt al jaren van een grenzeloze Islamitische Unie onder Turks leiderschap. Maar hij heeft geen idee wat er moet gebeuren met Syrische en Irakese jihadstrijders die de grenzen poreus maken.

The New York Times – New York

I

n de late jaren negentig van de vorige eeuw viel Turkije van de ene in de andere politieke en economische crisis. Er was een nationaal debat over het lidmaatschap van de Europese Unie en over de vraag of de toetreding de problemen van het land zou oplossen. Ik was toen net afgestudeerd in de internationale betrekkingen aan de universiteit van Marmara. Van alle hoogleraren aan mijn faculteit was er slechts één die zich tegen een Turkse integratie met het Westen keerde. Hij was een gerenommeerde wetenschapper in de islamitische en westerse filosofie en een joviale man die er genoegen in schiep om uren met zijn studenten te discussiëren. In zijn colleges stelde de professor dat Turkije snel zou opkomen als de leider van de islamitische wereld als het land gebruik zou maken van zijn trotse erfgoed en geografische ligging. Nu, veertien jaar later, is die professor, Ahmet Davutoglu, net benoemd tot premier van Turkije. Davutoglu’s uitspraken in de collegezaal klonken vaak meer als sprookjes dan als politieke analyses. Hij haalde het historische voorbeeld van GrootBrittannië aan, dat in de nadagen van zijn burgeroorlog in de zeventiende eeuw een wereldrijk creëerde, en dat van Duitsland, een uiteengevallen natie die uitgroeide tot een wereldmacht na de eenwording in de negentiende eeuw. Davutoglu was ervan overtuigd dat zijn visie de natie, die destijds werd geteisterd door inflatie en bijna verscheurd door Koerdische separatisten, in een wereldmacht kon veranderen. Hij tekende die ideeën op in het boek Strategic Depth uit 2001, een jaar voordat de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling, of AKP, aan de macht

kwam. In dat boek karakteriseerde hij Turkije als een natie die zijn geschiedenis niet bestudeert, maar hem schrijft – een natie die niet in de periferie van het Westen ligt, maar in het centrum van de islamitische beschaving.

Groot theoreticus

Het boek leek wel een voorspelling van de toekomst van Turkije. Davutoglu zag zichzelf als een groot theoreticus die aan het roer van zijn land stond terwijl dat over, zoals hij het noemde, ‘de rivier van de geschiedenis’ voer. Hij en zijn land waren niet louter pionnen in de wereldpolitiek, maar spelers die de stukken verschoven. Tegenwoordig wordt die rol hem ook toebedeeld door de regeringsgezinde media. In een video die onlangs online is gezet, en al door honderdduizenden is bekeken, wordt hij neergezet als een krachtige leider die in de voetstappen van Ottomaanse sultans treedt. ‘Mijn eeuwenoude dromen worden bewaarheid,’ luidt de begeleidende tekst. ‘De spirituele erfgenaam van Abdoel Hamid II.’ Maar Davutoglu is geen ‘neo-Ottomanist’ – een etiket dat hem vaak wordt opgeplakt. Hij is een pan-islamist. De beweging die bekendstaat als het Ottomanisme ontstond in de jaren dertig van de negentiende eeuw toen de elites van de wereldrijken besloten om bestaande islamitische instellingen, op het gebied van onderwijs tot aan politiek, te vervangen door moderne, Europese instituties. Davutoglu vindt echter juist

Davutoglu is geen neoOttomanist, maar een pan-islamist

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 27

Europa.indd 27

23-09-14 14:44


europa

turkije

Premier Ahmet Davutoglu in gesprek met familie van de gijzelaars toen hun lot nog onbekend was – © Hakan Goktepe / Getty

dat Turkije naar het verleden moet kijken en islamitische waarden en instellingen moet omarmen. Ironisch genoeg baseert hij zijn pan-islamitische visie op de politieke theorieën die werden gebruikt om de westerse imperialistische expansie van vóór 1945 te legitimeren. Terwijl hij Turkije ogenschijnlijk een nieuwe buitenlandse politiek voor de eenentwintigste eeuw aanbood, was zijn magnum opus gebaseerd op de achterhaalde denkbeelden van geopolitieke denkers als de Amerikaan Alfred Thayer Mahan, de Brit Halford Mackinder en de Duitser Karl Haushofer, die de term ‘Lebensraum’ ofwel leefruimte populariseerde, een uitdrukking die beroemd werd doordat ze in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw vooral door Duitsland werd gebruikt om de noodzaak te benadrukken zijn grenzen uit te breiden. Volgens Davutoglu zijn de natiestaten, die gevestigd werden na het uiteenvallen

van het Ottomaanse Rijk, kunstmatige creaties en moet Turkije nu zijn eigen Lebensraum scheppen – een term die hij unverfroren gebruikt. Zodoende zou de culturele en economische integratie van de islamitische wereld worden bewerkstelligd, die uiteindelijk door Turkije zou worden geleid. Turkije moet óf de economische heerschappij over de Kaukasus, de Balkanstaten en het Midden-Oosten zien te verwerven, óf een door conflicten geteisterde natiestaat blijven die het risico loopt uiteen te vallen. Als minister van Buitenlandse Zaken geloofde Davutoglu er heilig in dat de Arabische Lente Turkije eindelijk de historische gelegenheid zou geven deze ideeën te verwezenlijken. Hij voorspelde dat de ten val gebrachte dictaturen vervangen zouden worden door islamitische regimes, waardoor een regionale ‘Moslim Broederschap-zone’ onder Turks leiderschap zou ontstaan.

Islamitische Unie

Hij zocht westerse steun door zijn project te verpakken als een ‘democratische omvorming’ in het Midden-Oosten. Maar in plaats van het democratische regime dat Turkije drie jaar geleden was beloofd, deelt het land nu een grens met het zelfuitgeroepen kalifaat van IS. Twee maanden geleden overvielen ISstrijders het Turkse consulaat in de Iraakse stad Mosul, waar 49 Turkse diplomaten gegijzeld werden gehouden. Davutoglu, die ervoor pleitte dat Turkije een Islamitische Unie moest creëren door grenzen af te schaffen, lijkt er geen idee van te hebben wat er moet gebeuren met de jihadstrijders in Syrië en Irak, die de grenzen van Turkije zo poreus hebben gemaakt als Zwitserse kaas. Als vroegere student van Davutoglu, die honderden van zijn artikelen en boeken heeft gelezen, verbaast het me niet dat Turkije in deze hoek is gedrongen door zijn buitenlandse politiek.

De nieuwe premier meent ten onrechte dat de klok in het Midden-Oosten is stilgezet in 1918 – het jaar waarin het Ottomaanse Rijk werd vernietigd – of dat Turkije de grenzen in de regio kan uitwissen en de leider van een Islamitische Unie kan worden door een hele eeuw van Arabisch nationalisme en secularisme te negeren. Davutoglu moet bovenal accepteren dat zijn panislamitische wereldbeeld, gebaseerd op archaïsche theorieën van expansiedrift, uit de tijd is. In plaats van de herinvoering van islamitische waarden en instituties die hij zo lang heeft verheerlijkt, moet hij nu universele waarden als democratie, de rechtsstaat en individuele vrijheid cultiveren. Slechts dan kan Turkije boven de polarisatie uitstijgen waaronder het land nu te lijden heeft en een waardig voorbeeld worden voor zijn buren. Behlul Ozkan

Behlul Ozkan is docent aan de universiteit van Marmara en schrijver van From the Abode of Islam to the Turkish Vatan: The Making of a National Homeland in Turkey. De 49 Turkse diplomaten, soldaten en kinderen, die gevangen werden gehouden door de Islamistische Staat (is) zijn terug. Onduidelijk is of zij werden vrijgelaten of zijn bevrijd. Volgens de televisiezender NTV zou er geen losgeld zijn betaald.

pagina 28 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Europa.indd 28

23-09-14 13:12


europa

hongarije

Hongaarse premier: democratisch experiment mislukt The Budapest Times – Budapest

De Hongaarse premier Viktor Orbán ziet de vrije democratie niet langer als voorbeeld, omdat die er niet in slaagde de economische problemen op te lossen. In plaats daarvan wil hij zijn land inrichten naar het voorbeeld van China en Rusland.

D

e laatste tijd is Hongarije volop in het nieuws, niet alleen in Europa maar ook in de VS. Het goede nieuws is dat de verwachte economische groei van het land waarschijnlijk boven de 3 procent uitkomt, terwijl eerder nog een percentage van 2,3 was voorspeld. De Hongaarse minister van Economische Zaken, Mihály Varga, schrijft de bijgestelde prognose toe aan de grotere buitenlandse vraag naar Hongaarse producten, en daarbij is het afgelopen halfjaar het Bruto Binnenlands Product ook nog eens met bijna 4 procent gestegen. Maar dat was niet het nieuws dat wereldwijd zoveel ophef veroorzaakte. De Hongaarse premier, Viktor Orbán, die al sinds zijn verkiezing in 2010 geregeld overhoop ligt met de lidstaten van de EU en politici in de VS, dreef onlangs de zaak op de spits met zijn verkondiging dat Hongarije geen vrije democratie voorstaat. Tijdens een zomercongres afgelopen juli in het Roemeense Băile Tuşnad hield hij een toespraak voor een Hongaarse minderheid waarbij vooral één woord opviel: illiberaal.

a-liberale staat

Het valt niet mee om zijn gehele toespraak in één zin samen te vatten, maar het komt erop neer dat Orbán van mening is dat het de vrije democratie, zoals die in de westerse landen bestaat, niet is gelukt het hoofd te bieden aan

de financiële crisis. Volgens hem moet Hongarije veranderingen doorvoeren om concurrerend te kunnen blijven en dient het liberale democratische systeem daarbij niet langer als voorbeeld. ‘Het Hongaarse volk,’ betoogde hij, ‘is geen eenvoudige optelsom van individuen maar een gemeenschap die georganiseerd dient te worden en economisch sterker gemaakt; in dat opzicht is de nieuwe staat die we opbouwen een illiberale staat, een a-liberale staat. Hierin worden de liberale waarden zoals vrijheid enz. niet afgewezen, maar het is niet de centrale ideologie van deze staatsvorm, die een andere, meer nationalistische en specifieke benadering heeft.’ De verkiezingsoverwinningen van 2011 en 2014, waarbij zijn Fidesz-partij beide keren een ruime tweederde meerderheid kreeg, wezen er al op dat de Hongaren ‘openstonden voor een ander staatsbestel’. De aankondiging dat de vrije democratie niet langer het fundament is waarop de Hongaarse staat is gegrondvest, heeft tot grote bezorgdheid geleid en veel politiek commentatoren en deskundigen zijn fel van leer getrokken tegen Orbán. Hongarije-kenner Charles Gati schreef in The American Interest dat hij ‘gêne voelde’ bij de toespraak en dat deze ‘bevestigde wat een groot aantal Hongarije-watchers al sinds 2000 weten, in ieder geval vanaf Orbáns tweede termijn als premier in 2010 en zijn derde

De verkiezingen van 2011 en 2014 wezen er al op dat de Hongaren ‘openstonden voor een ander staatsbestel’

die in dit jaar begon, namelijk dat hij geen democraat is en evenmin een goede vriend of goede bondgenoot van het Westen en de Verenigde Staten’. Afgezien van zijn uitspraak dat de liberale democratie op sterven na dood is, voerde Orbán ook verschillende redenen aan waarom het vrije systeem in Hongarije niet werkt. ‘Het twintigjarige experiment,’ verklaarde hij, ‘had de nationale belangen geschaad, zich geen rekenschap gegeven van het feit dat de Hongaarse diaspora onlosmakelijk met het Hongaarse volk is verbonden en was er niet in geslaagd de nationale

Viktor Orbán kan zich beroemen op het feit dat hij van de term ‘illiberaal’ een gangbaar begrip heeft gemaakt, maar hij is niet de eerste die het op de situatie in Hongarije betrok. In 2012 heeft Jacques Rupnik, vooraanstaand politicoloog en Midden- en Oost-Europadeskundige, een artikel in Journal of Democracy gepubliceerd onder de titel ‘Hungary's illiberal turn: How things went wrong’, waarin hij een somber beeld schetst van een land dat op de rand van een eenpartijstaat balanceert, terwijl Europa druk bezig is om de brand van de eurovaluta-crisis te blussen. Zijn essay heeft een interessante, prikkelende conclusie: ‘De illiberale ommezwaai van Hongarije komt op een moment dat Europa zich gecon-

In een toespraak voor een Hongaarse minderheid viel vooral één woord op: illiberaal rijkdom te beschermen.’ De belangrijkste aanklacht was echter wel dat het vrije democratische systeem niet in staat was geweest de schuldenlast te verminderen.

Hervormen

Orbáns aankondiging dat hij zijn land wil inrichten naar het voorbeeld van China en Rusland zorgde voor nog meer woedende reacties. Volgens Orbán heeft de liberale democratie geen economische slagkracht meer en zal een land dat concurrerend wil blijven of weer wil worden zich moeten hervormen op grond van illiberale beginselen. De premier heeft zijn uitspraken daarna enigszins getemperd door eraan toe te voegen dat Hongarije ‘niet het Chinese, Russische, Japanse of Zuid-Koreaanse model zal kopiëren, maar dat het ook niet de koers kan blijven varen van de WestEuropese landen waarvan de reserves slinken of inmiddels zelfs al op zijn’. De invoering van deze illiberale democratie zou betekenen dat Hongarije ‘zich niet meer hoeft te houden aan Europese dogma’s’ maar volgens Orbán kan de illiberale Hongaarse staat nog best lid blijven van de Europese Unie, want ‘dat iets illiberaal is wil nog niet zeggen dat het niet democratisch kan zijn’.

fronteerd ziet met een ernstige financiële en economische crisis die de veerkracht van het democratische systeem in geheel Europa op de proef stelt. Door de crisis ligt de democratie zowel van technocratische als populistische zijde onder vuur. In Griekenland en Italië hebben de gekozen maar incapabele regeringen al een groot deel van hun politiek macht moeten afstaan aan niet-verkozen deskundigen. Tegelijkertijd zien alle Europese samenlevingen een opleving van populistische, antiimmigratie- en anti-Europese sentimenten. Het is in deze context dat de Europese Unie ‒ die koste wat kost de euro als gemeenschappelijke munteenheid wil behouden ‒ nu de strijd aan moet binden met de Hongaarse kwestie. Is Orbán, met zijn populisme, slechts een symptoom van deze crisis of maakt hij deel uit van een grootschalige tendens naar een a-democratische staatsvorm?’ Michael Muldowney

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 29

Europa.indd 29

23-09-14 13:12


de amerika’s

brazilië

Verkiezingen in Brazilië

Het onkreukbare imago van Marina Silva Brasil de Fato – São Paulo

In Brazilië vinden op 5 oktober presidentsverkiezingen plaats. De grote verrassing van de campagne was de pijlsnelle opkomst van Marina Silva, milieuactiviste en voormalig minister van de regerende arbeiderspartij

PT. Waaraan dankt zij haar enorme populariteit? En is deze terecht?

Z

o ontspannen als Marina Silva leek nog nooit iemand tijdens een verkiezingscampagne. In haar voordeel werken de verrassingsfactor en haar imago van onkreukbaarheid. Een maand geleden, toen de campagne voor de eerste verkiezingsronde al op zijn einde liep, trad ze plotseling op de voorgrond als politiek leider. De voortijdige dood van Eduardo Campos [een minder populaire presidentskandidaat die op 14 augustus omkwam bij een vliegtuigongeluk] dreunde nog na en haar belangrijkste tegenstanders waren totaal niet op de confrontatie met haar voorbereid. ‘Silva had het geluk dat ze pas tegen het einde van de campagne mee ging doen; de felle kritiek en de strategische positionering waarmee de andere kandidaten elkaar bestrijden, bleven haar bespaard. Rousseffs strategie was er bijvoorbeeld volledig op gericht om zich van Aécio Neves te onderscheiden en, in mindere mate, van Eduardo Campos. Daardoor bleven de aanvallen

op Marina Silva tot dusver marginaal en hadden ze nauwelijks effect,’ meent Ricardo Caldas, directeur van het Centrum voor Geavanceerde Studies van de Universiteit van Brasilia (UnB). Als voorbeeld geeft Caldas de pogingen van Rousseff om Silva te dwingen zich uit te spreken over thema’s als de economie, olieconcessies en investeringen in zorg en onderwijs. Tijdens een recent debat zette de presidente haar tegenstander onder druk, en zei: ‘Met mooie beloften kun je niet regeren.’

om LGBT [lesbian, gay, bisexual and transgender]-rechten te zullen terugschroeven. De gemiddelde kiezer van Silva weet niet goed wat zij van plan is en kan het trouwens ook weinig schelen. Hij of zij stemt voor een symbool, voor het beeld dat ze belichaamt, van iemand die tegen politieke partijen en tegen het congres is,’ aldus Kramer. Haar onkreukbare imago werd al evenmin aangetast door de episode rond het vliegtuig waarin Eduardo Campos zijn laatste vlucht maakte. Vorige week werd bekend dat uit politieonderzoek blijkt dat het toestel door anonieme derden aangeschaft was, Marina Silva gebruikte het toestel in juli, wat zou kunnen duiden op illegale campagnefinanciering. Dit kan mogelijk aangemerkt worden als verkiezingsfraude en zelfs leiden tot gerechtelijke stappen tegen de partijtop. In een interview met het televisiejournaal van Globo werd de kandidate met dit ongemakkelijke onderwerp geconfronteerd. Ze wees elke betrokkenheid

Teflon

Volgens politicoloog Paulo Kramer, eveneens van de UnB, is Marina Silva een ‘teflon-kandidate’ aan het worden. ‘Niets blijft aan haar kleven, iets wat maar weinig kandidaten kunnen zeggen. De overgrote meerderheid van Silva’s kiezers heeft haar verkiezingsprogramma van 242 pagina’s helemaal niet gelezen, waaraan zij overigens hoogstpersoonlijk de belofte toevoegde

De aanvallen op Marina Silva waren tot dusver marginaal

HET POLITIEKE KLIMAAT IN BRAZILIË Op 5 oktober zullen 200 miljoen Brazilianen beslissen over het al dan niet voortzetten van het twaalfjarig beleid van de linkse PT, de Arbeiderspartij, ingeluid door Lula in 2003 en voortgezet door huidig president Dilma Rousseff. Een grote groep Brazilianen is trouw aan de PT vanwege de enorme vooruitgang die de partij tijdens haar bewind geboekt heeft op vlak van armoedebestrijding, inkomensgelijkheid en economische groei, en schaart zich achter Dilma. Maar veel anderen zijn de omkoopschandalen en de aanhoudende corruptie

binnen de regering beu en neigen naar Marina Silva, de kandidate van de Socialistische Partij PSB. Zij is pas 20 augustus op het verkiezingstoneel verschenen en geniet een enorme populariteit, al lijkt het erop dat velen die voor haar zeggen te stemmen dat vooral doen als protest tegen de jarenlange dominantie van de PT en de PSDB (de Sociaal-Democratische Partij). Op internationaal vlak voer de PT met Lula en Dilma sinds 2003 een protectionistische, antiliberale en anti-Amerikaanse koers. Dit beleid brak met sommige aspecten van het buitenlands beleid van de voor-

gaande president Fernando Henrique Cardoso, die zich vanaf 1995 focuste op de integratie van Brazilië in de wereld met een klemtoon op goede banden met de VS en een pan-Amerikaanse vrijhandelszone. In vergelijking met de PT is de PSB van Silva opnieuw liberaler en pro-Amerikaans. Er wordt dan ook verwacht dat, indien Silva de verkiezingen wint, ze verschillende verworvenheden van de PT terug zal schroeven en Cardoso’s neoliberale plannen opnieuw uit de kast zal halen.

pagina 30 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

De Amerikaas.indd 30

23-09-14 15:47


de amerika’s

brazilië

Marina Silva, de presidentskandidate op wie alle ogen gericht zijn, tijdens een verkiezingsbijeenkomst in de buitenwijken van Brasilia. – © Ueslei Marcelino / Reuters

van de hand en legde de schuld bij de ondernemers die het toestel hadden aangeschaft. De media-aandacht voor dit heikele onderwerp is weliswaar nog niet geluwd, maar het lijkt haar nauwelijks te hebben beschadigd. ‘Het zal nog heel moeilijk worden om een onderwerp te verzinnen waardoor Silva wel van haar voetstuk valt,’ voorspelt professor Ricardo Caldas van de UnB. Paulo Kramer gaat in zijn vooruitblik op de verkiezingen nog een stapje verder. Ondanks de relatief gunstige levens-

omstandigheden van de meeste Brazilianen, met volop werk en een reële stijging van het minimumloon, is de roep om verandering onder de bevolking groot. Het sterkst komt die wens tot uitdrukking in de afwijzing van de politieke klasse, wat weer de populariteit verklaart van een oppervlakkige, nihilistische visie op het Braziliaanse politieke bedrijf. ‘We weten donders goed dat een goed functionerende democratie politieke partijen nodig heeft, inclusief politieke onderhande-

lingen en conflicten,’ aldus Kramer. ‘Maar alle politieke schandalen hebben bij een publiek zonder het minste politiek bewustzijn een gevoel van verontwaardiging gevoed, waar Silva optimaal van profiteert. Als zij zou zeggen: “Ik sluit het Congres”, dan wordt ze onmiddellijk gekozen, heilig verklaard en op handen gedragen, zo sterk is het antipolitieke sentiment,’ besluit de politicoloog ironisch. José Cruz

‘Als zij zou zeggen: “Ik sluit het congres”, wordt ze onmiddellijk gekozen’

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 31

De Amerikaas.indd 31

23-09-14 15:47


de amerika’s

brazilië

Oogst van suikerbieten, een van de belangrijkste exportproducten van Brazilië. Als Silva de verkiezingen wint, zullen vooral Europese en Amerikaanse bedrijven daarvan profiteren, vrezen haar opponenten. – © Paulo Whitaker / Reuters

‘Terug naar de koloniale afhankelijkheid’ Brasil de Fato – São Paulo

‘Marina Silva wil de vooruitgang die we de afgelopen twaalf jaar hebben geboekt weer ongedaan maken,’ zegt Samuel Pinheiro Guimarães, die in de regering van Lula da Silva (2003-2011) een sleutelpositie bekleedde. Volgens hem is haar beoogde beleid vooral gunstig voor de VS en Europa.

‘D

e strategen van de VS zullen zich zeker kunnen vinden in de plannen van Marina Silva voor de buitenlandse politiek,' meent Pinheiro Guimarães. Als ze gekozen wordt, is dat een overwinning voor het type buitenlandpolitiek zoals we dat uit de jaren negentig kennen.’ Sommige van de vorige week door Silva gepresenteerde plannen gaan lijnrecht in tegen het door Lula en Dilma Rousseff gevoerde beleid. Daarnaast bevatten de plannen kritiek op het ‘ideologisch bepaalde’ en ‘partijdige’ buitenlandbeleid van de PT gedurende de afgelopen drie regeerperiodes. Lopen we het risico dat in het buitenlandbeleid de uitgangspunten in ere hersteld zullen worden die in de tweede helft van de jaren negentig de agenda bepaalden? Marina Silva wil de vooruitgang die we de afgelopen twaalf jaar hebben geboekt ongedaan maken. Zij en de sectoren die ze vertegenwoordigt zoeken een ander model voor onze internationale relaties. Die lijn heeft baat bij een verzwakking van Mercosul [douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay en Venezuela], en men gebruikt als voorwendsel dat de organisatie zich moet openen naar de rest van de wereld.

Steunt Washington Marina Silva of Aécio Neves? Ik weet natuurlijk niet wat ze in Washington denken, maar de belangen van de VS lagen tijdens de regeerperiodes van Lula en Rousseff onder vuur en hun voorkeurskandidaat was natuurlijk altijd Neves. De ambassade van de VS heeft zich in de aanloop naar de verkiezingen uiterst terughoudend opgesteld, maar dat wil niet zeggen dat het ze niet kan schelen wie er gekozen wordt. Als Neves het niet redt, neigen de VS om pragmatische redenen naar Marina, al is het maar omdat ze de opponent van de PT is. Bovendien heeft zij nauwelijks institutionele banden en beschikt naar ik hoor over goede contacten in de VS. Ze is voor een kleinere overheid, wat de internationale slagkracht en autonomie van Brazilië niet ten goede zou komen. De VS hebben er belang bij dat Mercosul wordt uitgekleed en de plannen uit het Toekan-tijdperk [deze vogel is symbool van de PSDB, die in de jaren negentig regeerde] weer op de agenda komen. Laat één ding duidelijk zijn: bij deze verkiezingen gaat het er opnieuw om of Petrobras, de Banco do Brasil en de BNDES [Braziliaanse ontwikkelingsbank] helemaal of gedeeltelijk geprivatiseerd zullen worden.

Hoe zou Silva Mercosul kunnen ontmantelen? Vermoedelijk zou allereerst de clausule geschrapt worden die Mercosul-landen verplicht om alleen gezamenlijk eventuele vrijhandelsakkoorden met andere handelsblokken te sluiten. En als die beperking wordt opgeheven, wat gebeurt er dan? Dan kan Brazilië ongestoord akkoorden met de EU sluiten, zonder tussenkomst van de andere Mercosul-landen. Maar ook als de clausule wel overeind blijft, bestaat het gevaar dat er een verdrag tussen de EU en Mercosul als geheel komt. De onderhandelingen daarover, die al begonnen zijn maar op een laag pitje staan, zou een regering-Silva waarschijnlijk willen versnellen. Welke consequenties zou zo’n verdrag met de EU hebben? Meerdere; onder andere een aanzienlijke verlaging van importtarieven voor Europese producten, wat onze industrie ernstig zou benadelen. Ik zeg al heel lang dat zo’n toenadering de nagel aan de doodskist van Mercosul zou betekenen. Uiteindelijk zou het voor Europese bedrijven enorm voordelig zijn als zo’n akkoord gesloten werd, omdat zij dan zonder importtarieven vrijelijk hiernaartoe zouden kunnen exporteren, zonder dat er voor de Braziliaanse export noemenswaardige voordelen tegenover staan. Bovendien zou een

De VS neigen naar Marina, al is het maar omdat ze de opponent van de PT is

pagina 32 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

De Amerikaas.indd 32

23-09-14 15:47


de amerika’s

colombia

Silva’s plannen liggen in het verlengde van de wensen van bedrijven en banken andere hoeksteen van Mercosul in gevaar komen: de gemeenschappelijke tarieven die alle deelnemende landen aan derde landen doorberekenen. Als dat gebeurt blaast dat in één keer de douane-unie op waar Mercosul op rust. En als zo’n vrijhandelsverdrag met de Europeanen een feit is, staan de Amerikanen weer op de stoep. Hoezo? De milieus en belangengroepen die zich door Marina gesteund weten, praten alleen uit opportunisme over een akkoord met de EU. De Europeanen hebben een goed imago, zijn fantastisch ontwikkeld en kunnen ons de eerste wereld in loodsen, zeggen ze. Die retoriek verhult hoe nadelig zo’n akkoord voor ons zou zijn. Wil je weten wat ons in dat geval te wachten staat, dan hoef je maar aan de Grieken en Spanjaarden te vragen hoe ze door de rest van Europa behandeld worden. Dat brengt ons weer terug bij het thema waar ons gesprek over begon: de VS. Waarom? Omdat zodra er een verdrag

WIE IS MARINA SILVA? Maria Osmarina Marina Silva Vaz de Lima (1958) komt uit een arme familie met elf kinderen. Op haar zestiende leerde ze als eerste lid van haar familie lezen en schrijven en spaarde geld bij elkaar om geschiedenis te kunnen studeren. In 1984 was ze medeoprichtster van de eerste werknemersvakbond van haar geboortestreek Acre en in datzelfde jaar werd ze als jongste lid ooit verkozen in de Braziliaanse Senaat. Van 1984 tot 2009 was ze actief voor de Arbeiderspartij (PT), onder meer als minister van Milieu, van 2009 tot 2013 voor de Braziliaanse Groene Partij (PV), waarmee ze als presidentskandidaat in 2013 derde werd. Hierna sloot ze zich aan bij de Braziliaanse Socialistische Partij (PSB). Haar persoonlijke verhaal, sobere uitstraling en sterke overtuigingen maken haar een opvallende en onder veel Brazilianen populaire kandidaat.

tussen de EU en Mercosul wordt getekend, de VS uiteraard dezelfde handelsvoordelen zullen willen als de Europeanen en ook zij dan een vrijhandelsakkoord zullen eisen. De VS denken nog steeds in de geest van de Vrijhandelszone van Amerika. Die idealen kunnen onder een andere naam weer opleven. Is het denkbaar dat Marina Silva en de neoliberale intelligentsia dat plan zullen recyclen? Alles wijst er denk ik op dat het oude plan voor één vrijhandelszone voor heel Noord- en Zuid-Amerika, het neerhalen van handelsbarrières en het invoeren van multinationals welgevallige wetgeving, nog steeds de agenda van Noord-Amerikanen bepaalt. Kijk maar naar de Pacifische Alliantie [met Mexico, Colombia, Peru en Chili]. Ik hoor dat de VS al voorbereidingen treffen om zulke plannen weer uit de kast te trekken als Silva wint. Haar positie op het buitenlands-politieke vlak ligt geheel in het verlengde van de wensen van bedrijven, banken en grote mediabedrijven. Allemaal hebben die last van heimwee naar de tijd van koloniale afhankelijkheid. Kortom, met Marina Silva gaan we dus terug naar de tijd van voor de top in Mar del Plata?* Deze kandidate lijkt erg ontvankelijk voor zulke ideeën. En zij niet alleen, ze wordt omringd door mensen die terugverlangen naar de tijd van vóór Mar del Plata. En reken maar dat zich daar na de eerste ronde op 5 oktober anderen bij aan zullen sluiten die nu nog Neves steunen. Denkt u dat Silva de volgende president wordt? Nee. Ik verwacht dat president Rousseff herkozen wordt. Ik ben ervan overtuigd dat in de komende twee maanden voor iedereen duidelijk zal worden waar ex-senator Silva werkelijk voor staat. Darío Pignotti

* Tijdens de top van de Amerika’s in het Argentijnse Mar del Plata, in november 2005, vormden de (linkse) Zuid-Amerikaanse presidenten Lula, Néstor Kirchner, Hugo Chaves en Evo Morales een hecht front. Voor de ogen van een verbijsterde George W. Bush en zijn bondgenoot, de Mexicaanse president Vicente Fox, werd de door de VS bepleitte Vrijhandelszone van Amerika definitief ten grave gedragen.

Zijne excellentie de bedrieger Maandenlang deed Jeyson Jahir Puello, uit het Colombiaanse Valledupar, zich voor als voormalig minister en diplomaat uit Libanon en slaagde hij erin autoriteiten, universiteitsbestuurders en burgemeesters in de maling te nemen. Het was een grap, zei hij.

Semana – Bogotá

Z

senrechtenexperts in dienst van de regering van de Republiek Colombia. Het verbluffende is dat iedereen hem geloofde.

ondag 3 september ontving de antikidnapbrigade (Gaula) in Santander een heel bijzondere bezoeker: Jason Ali Hakim Abdullaziz Al Nayb. Bij binnenkomst werd voor hem gesalueerd als voor een echte diplomaat, hem werd respectvol de hand gedrukt en hij werd, net als bij eerdere gelegenheden, ‘excellentie’ genoemd. Maar het bezoek eindigde abrupt. Toen de zogenaamde Arabier naar de nieuwe chef wilde gaan, sloegen zijn gastheren hem in de boeien, zetten hem in een auto en brachten hem voor het gerecht. Zo kregen de Gaula, de inlichtingendienst van de Vijfde Brigade en de recherche, een man te pakken op wie men al zes maanden jacht maakte. De Libanees met de lange naam heet in werkelijkheid Jeyson Jahir Puello en is een rasechte kustbewoner uit de Colombiaanse stad Valledupar, die al zes jaar in Bucaramanga woonde maar iedereen in de waan liet dat hij in het Midden-Oosten was geboren. Allengs vervolmaakte hij zijn leugen en begon te zwaaien met absurde geloofsbrieven zoals die van ex-minister van Buitenlandse Zaken van Libanon, plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken op de Libanese ambassade in Colombia en lid van een groep men-

Profiteren

Het verhaal doet denken aan dat van Jaime Torres Ortiz, de seminarist uit Opita, die in de jaren zestig de inwoners van Neiva wijsmaakte dat hij ambassadeur van India was en van de onwetendheid van velen gebruikmaakte om een tijdlang te profiteren van allerlei uitnodigingen, feestmalen en eerbetuigingen. De zaak gaf zelfs de aanzet tot een van de beroemdste films van de nationale cinema en inspireerde waarschijnlijk ook de nieuwe bedrieger, wiens verhaal om te lachen is en tegelijkertijd om te huilen. Aangezien zijn leugen goed uitpakte, ging hij begin dit jaar over tot een agressievere strategie: hij deed zich

‘Hij zag er niet Arabisch uit, maar als hij echt een diplomaat was, verdiende hij respect’

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 33

De Amerikaas.indd 33

23-09-14 15:47


de amerika’s

colombia

‘Meneer deed zich voor als mensenrechtenspecialist’

voor als Libanees diplomaat. Al verried zijn accent dat hij van de Colombiaanse kust kwam en droeg hij net zulke broeken en shirts als iedereen daar, toch slaagde hij erin leden van het leger, rectors van universiteiten en burgemeesters bij de neus te nemen. Zijn nieuwe strategie trad in werking toen Puello had gehoord dat er een nieuwe commandant was aangekomen bij de Gaula van Bucaramanga, kolonel Alejandro López, en hij besloot hem te bezoeken. Hij stelde zich voor als Jason Ali Hakim Abdullaziz Al Nayb, plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Libanon, en bood zijn hulp aan, want hij zou naar eigen zeggen expert zijn op het gebied van de mensenrechten. ‘Hij kwam, bood zijn diensten aan en zei dat hij indien nodig beschikbaar was,’ vertelt López, die al meteen enig wantrouwen voelde. ‘Hij zag er helemaal niet Arabisch uit (…), maar voorzichtigheid was geboden, want als hij echt een diplomaat was, verdiende hij respect.’ Zo eindigde de eerste ontmoeting en zijne excellentie begon zijn nieuwe grap uit te spelen.

Naar later duidelijk werd, begon Puello in heel Santander lezingen te houden. Zijn favoriete onderwerpen waren het internationaal humanitair recht en, jawel, de oorlogen in het Midden-Oosten. Hij liep rond met een pasje in een ordinaire plastic huls van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Colombia, dat hem zogenaamd erkende als lid van de Libanese ambassade, en met een roze papier met het stempel van de Verenigde Naties dat, in drie talen, zijn vermeende diplomatieke carrière dekte: ‘Diplomatic Diplomatique Diplomático’.

Onderzoek

In maart ging hij opnieuw naar de Gaula. Volgens kolonel López ‘kwam hij alleen gedag zeggen’. En die keer voedde hij de verdenkingen zo dat ze na zijn afscheid van de autoriteiten besloten een onderzoek in te stellen. ‘Hij kwam altijd lopend en zei dat hij zijn auto ergens buiten het terrein had gezet,’ vertelt López, die toegaf dat hij ondanks het ontbreken van een diplomatenauto en het perfecte Spaans van de vermeende bewindsman geen enkele keer de moed had gehad om vragen te stellen. Hij stuurde direct een brief naar de Libanese ambassade in Bogotá en vroeg gegevens op bij de regering. Er kwam algauw een antwoord. Op 27 maart schreef een Libanese ambtenaar hem dat ‘er geen enkele diplomaat (…) met die naam bestaat’ en dat ‘genoemde persoon een bedrieger en vervalser is (…) die Libanon in Colombia in een kwaad daglicht stelt’. Reden waarom werd gevraagd ‘onderzoek naar hem te doen en hem te berechten’. López en zijn team gingen aan de slag. Ze hoorden dat de bedrieger een dag na zijn bezoek aan de Gaula naar een bijeenkomst over veiligheid in de gemeente Gámbita zou gaan. Ze besloten hem te volgen. Daar, in de wijk El

Jeyson Jahir Puello in vol Libanees ornaat

Palmar, sprak Puello over gewapende conflicten en mensenrechten, aan een tafel met de burgemeester in eigen persoon, William Herrera, en andere ambtenaren. ‘Meneer deed zich voor als mensenrechtenspecialist en hij zou zijn gestuurd door de regering,’ zei Herrera tegen Semana. De burgemeester was pas net van het bedrog op de hoogte toen wij hem belden met vragen over de zaak.

Curieus e-mailadres

De nep-diplomaat bleef door het gewest reizen. Inmiddels had hij visitekaartjes met de functie ‘Adjunct-hoofd MissieWaarnemend minister van Buitenlandse Betrekkingen’, twee mobiele nummers, een adres in Bogotá en een heel curieus e-mailadres: ‘Embajadarepublicadelibano@colombia.com’. Ook liet hij communiqués uitgaan namens de Libanese regering waarin deze haar verontwaardiging uitte over de bombardementen van Israël in Gaza. Via officiële, gezegelde brieven vroeg hij om ambulances voor evenementen die hij organiseerde voor het brandweerkorps van Bucaramanga. Ook naar Virgin Mobile Colombia scheef hij namens de ambassadeur van Libanon met het verzoek om een eigen lijn om veiligheidsredenen en omdat het, volgens hem, beter is ‘te voorkomen dan te betreuren’. Zo bewoog hij zich door gemeenten en educatieve instellingen alsof hij er thuis was. Volgens de Gaula van het leger hield hij zelfs lezingen aan de

Industriële Universiteit van Santander (UIS) en op de campus van de Universiteit Santo Tomás de Floridablanca. Al die tijd hadden de autoriteiten hem gevolgd, maar ze konden niet goed contact met hem leggen omdat hij van mobiel nummer was veranderd. Uiteindelijk stuitten ze op zijn nieuwe nummer en op 3 september werd hij in de val gelokt. Ze belden hem en zeiden dat ze hem wilden voorstellen aan een nieuwe commandant van de Gaula. En zo liep hij tegen de lamp. Puello werd uitgeleverd aan het gerecht maar vrijgelaten vanwege een fout in het technische rapport dat een onderzoek moest rechtvaardigen. Een paar dagen later kreeg de krant Vanguardia hem aan de lijn en de ontmaskerde bedrieger erkende desgevraagd dat hij inderdaad lezingen over het Midden-Oosten had gegeven, want als moslim en iemand met Libanese wortels had hij kennis van zaken. En hij gaf toe dat hij zich voor diplomaat uitgaf. Wat betreft de valse documenten en de hele poppenkast die hij om zich heen had opgetrokken, zei hij doodleuk: ‘Dat was een grap!’

pagina 34 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

De Amerikaas.indd 34

23-09-14 15:48


azië

vietnam

Grijze haren en een lege portemonnee Vietnam bevindt zich volgens VN-statistieken in een ‘gouden tijdperk’. Maar in werkelijkheid kampt het land met armoede, een vergrijzende bevolking en een exploderende schuldenlast. Thanh Nien News – Hanoi

V

ietnam wil de stijging van de overheidsschuld een halt toeroepen door de belasting te verhogen, maar door de vergrijzing van de bevolking dreigt dat te mislukken. Het land telt meer ouderen dan de meeste andere lagelonenlanden, terwijl het qua overheidsschuld sommige rijke landen voorbijstreeft. Overheidsschuld is in principe de schuld van de bevolking. Wanneer de regering besluit om ofwel de belasting te verhogen ofwel te bezuinigen, voelen de mensen dat direct in hun portemonnee. Aangezien Vietnam met z’n nog altijd groeiende overheidsapparaat de uitgaven niet kan beperken, zal het het mes moeten zetten in infrastructurele- en andere ontwikkelingsprojecten. Deze overheidsprojecten zullen vervolgens door private partijen worden overgenomen, maar zij zullen een hoge rente moeten betalen op de leningen die zij hiervoor moeten afsluiten, en een laag rendement behalen op hun investeringen, onder andere omdat zij veel belasting moeten betalen. Daarom zullen investeerders hiervoor terugschrikken en wellicht eerder hun activiteiten terugschroeven. Ze zijn nu

De overheidsschuld bedraagt 55 procent van het bbp al weinig actief en zetten zich schrap voor een belastingverhoging. De Vietnamese overheidsschuld bedraagt zo’n 83 miljard dollar (64 miljard euro). Dat betekent dat ieder van de

90,7 miljoen Vietnamese burgers een schuld heeft van ongeveer 910 dollar (700 euro). Dat is ongeveer de helft van het gemiddeld jaarinkomen van 1890 dollar (1460 euro). De grote vraag is of de mensen al dit geld zullen kunnen terugverdienen, of sparen, helemaal omdat veel van hen de herfst van hun leven naderen.

Het ‘gouden tijdperk’

Sinds 2007 bevindt Vietnam zich, volgens de definitie van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties, in het ‘gouden tijdperk’. Dat is een periode waarin het aantal mensen dat de leeftijd heeft om te kunnen werken (tussen de 16 en 59), minimaal twee keer zo groot is als het aantal mensen dat niet (meer) kan werken. De regering heeft daar duidelijk niet van geprofiteerd. Slechts weinig van de industrialisatiedoelstellingen zijn gehaald en Vietnam vergrijst sneller dan de meeste andere landen. Van vergrijzing wordt gesproken als minstens 10 procent van de bevolking 60 jaar of ouder is of minstens 7 procent 65 jaar of ouder. Vietnam voldoet ruimschoots aan die definitie: deze percentages zullen weldra respectievelijk 20 en 14 procent bedragen. Volgens de Wereldbank en het IMF hebben de meeste landen met een vergelijkbaar inkomensniveau als Vietnam een jongere bevolking. Zo vormt de groep van 65 jaar en ouder in Laos en op de Filippijnen maar 4 procent van de bevolking en in Cambodja, India en Indonesië 5 procent. De Vietnamese overheidsschuld bedraagt 55 procent van het bbp (bruto binnenlands product); ook dit percentage is veel hoger dan in voornoemde landen. De bevolking van het sultanaat

Brunei en van Maleisië is jonger dan de Vietnamese. Het inkomen per hoofd van de bevolking is in Brunei echter vijftien keer zo hoog als in Vietnam en de overheidsschuld bedraagt er maar 2,5 procent van het bbp. In Maleisië ligt het inkomen per hoofd vijf keer zo hoog als in Vietnam. Een land als Brazilië heeft een vergelijkbare leeftijdsopbouw als Vietnam, maar het inkomen per hoofd van de bevolking is er drie keer zo hoog. Singapore heeft weliswaar een hoge overheidsschuld, maar dat wordt gecompenseerd door een hoog inkomensniveau; hetzelfde geldt voor Japan, met zijn oude bevolking.

Singaporese arbeiders zijn bijvoorbeeld vijftien keer zo productief, Japanse elf keer, Indonesische vijf keer en Thaise tweeëneenhalf keer. Het slechtste nieuws is dat de productiviteit gedaald is van gemiddeld 5,2 procent in de periode 2002-2007 tot 3,3 procent in 2008. Het land is dus wat betreft inkomen per hoofd van de bevolking, leeftijdsopbouw en overheidsschuld kwetsbaar. Tezamen vormen die factoren een enorme uitdaging. Vietnam wordt ouder, terwijl het zich in de schulden steekt. Als het land wil overleven, moet het zijn economie op een veel radicalere manier hervormen dan nu geprobeerd wordt. Do Thien Anh Tuan

De auteur is hoogleraar Economie aan de universiteit van Ho Chi Minhstad.

Vietnamese arbeiders behoren tot de minst productieve van heel Azië Niet alleen drukt de vergrijzing, naast de schuldenlast, door de kosten van pensioenen en zorg nog extra op de begroting, ook leidt het tot personeelsschaarste. De plannen van de Vietnamese regering qua industrialisering zijn dus wellicht overambitieus. Volgens een rapport van de internationale organisatie voor werk behoren de Vietnamese arbeiders tot de minst productieve van heel Azië.

© Falco

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 35

Azie.indd 35

23-09-14 15:54


midden-oosten

De leider van IS is een Jood, en andere Arabische sprookjes In de moslimwereld wemelt het van de complottheorieën. Waarom zijn mijn geloofsgenoten toch zo ontvankelijk voor dit soort broodjeaapverhalen, vraagt topjournalist Mehdi Hasan zich af. ‘Kunnen we hier alsjeblieft mee ophouden?’

The New Statesman – Londen

W

ist u dat Aboe Bakr al-Baghdadi, de leider van IS, getraind is door de Mossad en de CIA? Was het u bekend dat zijn echte naam niet Ibrahim Awwad Ibrahim Ali al-Badri al-Samarrai is, maar Simon Elliot? Of dat hij een Joodse acteur is, gerekruteerd door de Israëliërs om de rol van de meest gezochte terrorist ter wereld te spelen? Als ik ook maar een beetje kan afgaan op de berichten in mijn e-mailbox, op mijn Twitter-timeline en op mijn Facebook-pagina, zijn heel wat moslims niet alleen bereid om dit soort kletskoek te geloven, maar kunnen ze het ook niet laten om die met hun vrienden te delen. De bizarre bewering dat door Edward Snowden onthulde NSA-documenten ‘bewijzen’ dat de VS en Israël achter de activiteiten van al-Baghdadi zitten, is viraal geworden. Er is alleen één probleem; ‘Het is totale nonsens,’ zoals Glenn Greenwald, de onderzoeksjournalist die een belangrijke rol heeft gespeeld in het publiceren van het NSA-verhaal, het zegt. ‘Snowden heeft nooit iets in die richting gezegd en er is geen enkel NSAdocument waarin zoiets staat.’ Snowdens advocaat, Ben Wizner, heeft het verhaal ‘een broodje aap’ genoemd.

Miljoenen moslims over de hele wereld zijn echter ontvankelijk voor dit soort verhalen. Complottheorieën tieren welig zowel in landen waar moslims in de meerderheid zijn, als in moslimgemeenschappen hier in het Westen. De gebeurtenissen van 9/11 en de daarop volgende War on terror hebben een scala aan grappenmakers, kletsmajoors en fantasten geïnspireerd, van Birmingham tot Beiroet. In 2002 was ik in Irak en daar ontmoette ik een islamitische geestelijke die tegen me zei dat Joden, niet-Arabieren, verantwoordelijk waren geweest voor de aanslagen op het World Trade Centre en het Pentagon. Hardop herhaalde hij de populairste en kwalijkste complottheorie over 9/11: dat vierduizend joden in New York op 11 september 2001 niet op hun werk waren verschenen omdat ze vooraf waren gewaarschuwd voor de aanslagen. Er is natuurlijk geen enkel bewijs voor deze bizarre en beledigende bewering. In werkelijkheid zijn er meer dan tweehonderd Joden, onder wie verscheidene Israëlische burgers, omgekomen bij de aanslagen op de Twin Towers. Die hadden de memo van de Mossad dan zeker gemist. Toch blijft de ontkenning hardnekkig bestaan. Uit een peiling van onderzoekscentrum Pew in 2011, tien jaar na 9/11, bleek dat een meerderheid van de ondervraagden in landen als Egypte, Jordanië en Libanon weigerde te geloven dat de aanslagen waren gepleegd door Arabische leden van Al-Qaida. ‘In geen enkele moslimgemeenschap aanvaardt zelfs maar 30 procent dat Arabieren die aanslagen hebben gepleegd,’ schreven de onderzoekers. Deze blindheid komt niet alleen voor in de Arabische wereld of het MiddenOosten. Neem Pakistan, waar de vreemdste en meest uit de lucht gegrepen complottheorieën vandaan komen. Sommige Pakistani zeggen dat het schoolmeisje Malala Yousafzai agente van de CIA is. Anderen denken dat de zware overstromingen van 2010, waarbij 2000 Pakistani omkwamen, veroorzaakt zijn door geheime technologie van het Amerikaanse leger.

En twee op de drie geloven niet dat Osama bin Laden op 2 mei 2011 door Amerikaanse Navy Seals op Pakistaans grondgebied is gedood. Of neem Nigeria, waar in 2003 een polio-epidemie uitbrak nadat plaatselijke bewoners het vaccin daartegen hadden geboycot: volgens hen was die vaccinatie een westers complot om moslims te besmetten met het aidsvirus. Dan is er nog Indonesië, het land met de grootste moslimmeerderheid ter wereld, waar toonaangevende politici en journalisten de bomaanslagen op Bali in 2002 aan Amerikaanse agenten toeschreven. Waarom zijn zo veel van mijn medemoslims zo lichtgelovig en nemen ze zo makkelijk de meest absurde complottheorieën voor waar aan? Hoe hebben paranoiazaaiers zoveel invloed kunnen krijgen binnen moslimgemeenschappen?

Gewend aan leugens

Allereerst moeten we eerlijk zijn: laten we niet vergeten dat landen met een moslimmeerderheid inderdaad vaak het slachtoffer zijn geworden van een complot. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben in 1916 in het geheim samen-

Toch verklaart die alles-is-eenleugentheorie niet alles. Scepticisme mag een teken zijn van een gezonde, onafhankelijke instelling, maar het geloof in samenzweringen is een virus dan gedijt op onzekerheid en verbittering. Zoals de voormalige Pakistaanse diplomaat Husain Haqqani heeft toegegeven, is ‘de tegenwoordige fascinatie onder moslims voor complottheorieën’ een makkelijke manier om ‘de machteloosheid te verklaren van een gemeenschap die ooit de economische, wetenschappelijke, politieke en militaire leider van de wereld was’. Ook is het niet een kwestie van onwetendheid of ongeletterdheid. Zelfs hoogopgeleide en vooraanstaande mensen binnen moslimgemeenschappen verkondigen een paranoïde, door complotdenken gedreven wereldbeeld. Leiders en geleiden doen eraan mee. Een recente complottheorie waarin op basis van valse citaten uit de memoires van Hillary Clinton werd beweerd dat de Amerikaanse overheid verantwoordelijk is voor de opkomst van de Islamitische Staat, werd openlijk omarmd door de Libanese minister van Buitenlandse Zaken en de Egyptische minister van Cultuur. Waar eindigt dit? Wanneer zullen lichtgelovige moslims ophouden steun te zoeken in samenzweringen? We schuiven de schuld voor al onze problemen – extremisme, despotisme, corruptie en ga maar door – af op duistere krachten van buiten en zien onszelf eerder als hulpeloze slachtoffers dan als onafhankelijk handelende individuen. Waarom zou je per slot verantwoordelijkheid nemen voor onze daden als het veel gemakkelijker is om te wijzen naar de CIA/de Mossad/de Joden/de hindoes/vul je eigen schurk maar in?

‘In geen enkele moslimgemeenschap aanvaardt zelfs maar 30 procent dat Arabieren de aanslagen van 9/11 hebben gepleegd’ gespannen om het Midden-Oosten onderling te verdelen via het SykesPicotverdrag. En om, met hulp van Israël, Egypte aan te vallen: de Suezcrisis van 1956. En er bleken ook al helemaal geen massavernietigingswapens te zijn in Irak, wat er ook in al die Amerikaanse rapporten stond. Ik heb eens aan de Pakistaanse politicus Imran Khan gevraagd waarom zijn landgenoten zo dol op complottheorieën zijn. ‘Hun leiders liegen altijd tegen ze,’ antwoordde hij. ‘Voor een samenleving die gewend is aan leugens, wordt alles een complot.’

Zoals de Egyptische intellectueel Abd al-Munim Said eens heeft gezegd: ‘Het grootste probleem met complottheorieën is dat ze ons niet alleen afhouden van de waarheid, maar ook van het onder ogen zien van onze eigen fouten en problemen.’ En ze zorgen er ook voor dat we van lotje getikt lijken. Kunnen we er alsjeblieft mee ophouden? Mehdi Hasan

pagina 36 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

MO-Afrika.indd 36

23-09-14 14:42


afrika

ivoorkust

Spermadonor tegen wil en dank In Abidjan, de economische hoofdstad van Ivoorkust, doet een opmerkelijk gerucht de ronde: oplichters zouden menselijk sperma verhandelen. Zo’n onderwerp

Heel grote hoeveelheden menselijk vocht levert dat natuurlijk niet op. Vandaar dat de handelaren zich naar verluidt soms ook rechtstreeks wenden tot jongeren in achterbuurten. Die zou­ den zich dan aftrekken en hun kwakje afstaan zoals je bloed geeft. Uiteraard niet voor niks.

is een kolfje naar de hand van cartoonist Damien Glez. Rituelen

Jeune Afrique – Parijs

S

permatozoïden dienen niet alleen om eitjes te bevruchten. Al jaren gaan de geruchten dat zaadcellen door maraboets worden gebruikt in rituelen die in min of meerdere mate betrekking hebben op hun ‘producent’. Op de lokale nieuwssites van Abidjan, de economische hoofdstad van Ivoor­ kust, is momenteel zelfs sprake van een echte buzz. Seks en geld hebben altijd al een explo­ sieve cocktail gevormd. En in dit geval is het niet anders: een dosis sperma zou worden verkocht voor een bedrag tussen de 10.000 en 15.000 CFA­frank [zo’n 15 tot 20 euro]. Volgens de berichten zijn de handela­ ren Ivoriaanse oplichters (‘brouteurs’), die het nooit aan verbeeldingskracht ontbreekt om de Ivorianen af te zetten.

De belangrijkste ‘winplaatsen’ zouden hotels zijn, met name de hotels die de naam hebben dat er wordt vreemd­ gegaan. Wie ontrouw is, gebruikt con­ dooms – waardoor de koopwaar meteen verpakt is – en wie ontrouw is, heeft

Fetisjpriesters zijn dol op menselijke ‘ingrediënten’ vaak haast. Dat maakt het makkelijk voor de leveranciers van deze lucratieve handel: de uitbaters van deze hotelletjes of prostituees. De meisjes van plezier zouden aldus minder verdienen met hun lichamelijke prestaties dan met het doorverkopen van gebruikte condooms.

Het is op zich geen nieuws dat de fetisjpriesters dol zijn op menselijke ‘ingrediënten’. De zoektocht naar lap­ pen vel, stukjes tong of andere organen eindigt soms op tragische wijze in een ritueel misdrijf. Het inzamelen van haren, afgebeten nagels of zaadvocht heeft minder verstrekkende gevolgen. Afgezien dan van het feit dat klaar­ komen natuurlijk iets intiems is, en aan de viriliteit raakt. En afgezien van de gevolgen van de occulte praktijken… In zeldzame gevallen is de eigenaar van het sperma zelf het mikpunt van deze rituelen. In 2012 verklaarde een prosti­ tuee dat een van haar klanten van wie zij zaad had gestolen ernstig ziek was geworden. Maar in de meeste gevallen doet de ongelukkige ‘donor’ er niet toe. Volgens de priesters bezit het zaad het vermogen om de banden tussen een verlaten vrouw en haar echtgenoot weer aan te halen. Het zou zelfs effect hebben op gebieden die geen enkel ver­ band hebben met menselijke relaties. Zo zou het de handel bevorderen of een politieke carrière een impuls geven.

Het verschijnsel is niet nieuw en bestaat ook niet alleen in Ivoorkust. In Ghana doen dezelfde geruchten al meer dan drie jaar de ronde. Het sperma zou zelfs uitgevoerd worden tot in Niger. In Zimbabwe zou het ‘mannensap’ ook hogelijk worden gewaardeerd. In oktober 2011 werden drie vrouwen in de leeftijd van 24 tot 26 jaar opgepakt met 31 gebruikte condooms in de koffer­ bak van hun auto. Sommige Zimbab­ waanse vrouwen zouden zelfs lifters hebben bedwelmd om seks af te dwin­ gen. Als de mannen dan ‘gemolken’ waren, bewaarden ze de condooms. Nu de ebola­koorts ons leert dat we ons verre moeten houden van lichaams­ sappen, is het zeker geen goed idee om met achtergelaten condooms in hotel­ kamertjes te gaan hannesen. Damien Glez

Damien Glez is cartoonist. Zijn tekeningen verschenen in tal van vooral Franstalige publicaties als Le Monde, Libération en Le Nouvel Observateur. In Jeune Afrique geeft hij in zijn rubriek L’oeil de Glez steeds zijn visie op een actueel thema.

Jeune Afrique Frankrijk, weekblad, oplage 87.000

Behandelt de politiek, economie en cultuur van Afrika en dan met name het Frans­ talige deel. Het blad werd in 1960 opgericht in Tunis, maar wordt uitgegeven in Parijs.

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 37

MO-Afrika.indd 37

23-09-14 16:38


horizon

profiel

pagina 38 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 38

23-09-14 12:05


de ceo van de toekomst

horizon

De Trans-alles CEO New York magazine – New York

Futurist, farmaceutische-industriemagnaat, zeer succesvol ondernemer in de wereld der satellieten, filosoof. Martine Rothblatt, de best betaalde vrouwelijke leidinggevende van de Verenigde Staten, is als man geboren. Maar dat is zeker niet het meest opmerkelijke aan haar. Vraag maar aan haar vrouw. Vraag maar aan de robotversie van haar vrouw.

Martine Rothblatt, voorzitter en oprichter van farmaceutisch bedrijf United Therapeutics. – © Ron Levine / Getty

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 39

Horizon.indd 39

23-09-14 12:05


horizon

O

p een recente lijst van de tweehonderd best betaalde CEO’s van Amerika, stonden slechts elf vrouwen en hun inkomen lag gemiddeld 1,6 miljoen dollar lager dan dat van hun mannelijke collega’s. Slechts 5 procent van de bedrijven in de Fortune 500 wordt geleid door een vrouw. Neem een steekproef onder twee keer zoveel bedrijven en het percentage blijft gelijk. De inkomens voor vrouwelijke CEO’s lijken ook achter te blijven, al valt daar moeilijk echt iets over te zeggen omdat het er maar zo weinig zijn. Enkele van die vrouwen zijn bekend bij een groot

Thuis zeggen ze ‘pap’

publiek: Marissa Mayer van Yahoo, nummer 34 op de lijst, die afgelopen jaar 25 miljoen dollar verdiende, en Meg Whitman van Hewlett-Packard, op nummer 95, die 18 miljoen dollar verdiende. Maar de best betaalde vrouwelijke CEO in Amerika is veel minder bekend. Het is Martine Rothblatt, de 59-jarige oprichtster van United Therapeutics — een beursgenoteerd bedrijf in de farmaceutische industrie met een hoofdkantoor in Silver Spring, Maryland. Rothblatt is rijk geworden als oprichter van Sirius radio, een wereld waar ze haar intrede deed als juriste gespecialiseerd in de wetgeving op het gebied van de ruimte. Maar het meest fascinerende aan Rothblatts bliksemcarrière zijn niet alle inspanningen die ze zich heeft getroost, of haar ambities. Wat Rothblatt onderscheidt van alle andere vrouwen op de lijst is het feit dat zij – de vrouw die vorig jaar 38 miljoen heeft verdiend – als man ter wereld is gekomen.

Slungelige puberjongen

‘Het is alsof ik de loterij heb gewonnen,’ zegt Rothblatt vrolijk als ze haar naam boven aan de lijst ziet prijken. Ze is er bepaald niet op uit als rolmodel te fungeren. ‘Ik kan wat ik heb bereikt niet gelijkstellen aan wat een vrouw heeft bereikt. De eerste helft van mijn leven was ik een man,’ zegt ze. Martine is een indrukwekkende persoonlijkheid, een soort slungelige puberjongen met borsten. Ze draagt geen make-up en geen sieraden, en ze draagt haar onopvallende kleren – cargobroek, T-shirt, een ruimvallend jasje erover – met de jeugdige nonchalance van de tech-elite.

profiel

Martine is een transgender, een ‘power-trans’, waarmee ze in de jungle van het bedrijfsleven een nog opmerkelijker verschijning is dan een vrouwelijke CEO. En ze lijkt zich als een vis in het water te voelen in die zelfgeconstrueerde tussenpositie. Vlak na haar geslachtsveranderende operatie in 1994 zag ze er vrouwelijker uit dan nu – op oude foto’s draagt ze lippenstift en haar lange, krullende haar valt los over haar schouders. Maar in de jaren daarna heeft ze een eigen uniseks-stijl ontwikkeld. Ze is iemand voor wie gender belangrijk genoeg is om een ingrijpende operatie te ondergaan, maar weer niet belangrijk genoeg om zich er druk om te maken of ze met hij of zij wordt aangeduid. Zo is haar 83-jarige moeder het spoor wel eens bijster en haalt dan de persoonlijk voornaamwoorden door elkaar. Ze wordt het liefst ‘Martine’ genoemd. Voor haar vier jonge kleinkinderen is ze ‘Grand Martine’. Bina Aspen, de vrouw die 33 jaar geleden met Martine is getrouwd, toen Martine nog een man was, en die nog altijd haar toegewijde echtgenote is, betitelt zichzelf niet als homoseksueel of heteroseksueel, maar als ‘Martine-seksueel’ – aangezien haar seksuele voorkeur zich beperkt tot Martine. Bina en Martine hebben samen vier kinderen, die Martine in gesprekken met anderen ‘Martine’ noemen. Thuis zeggen ze ‘pap’. In 1995 schreef Martine The Apartheid of Sex, een bondig manifest waarin ze erop aandringt de ‘dimorfe’ (een door haar bedacht woord) gendercategorieën nog eens tegen het licht te houden. ‘Er zijn vijf miljard mensen op de wereld, en vijf miljard unieke seksuele identiteiten,’ schrijft ze. ‘Genitaliën zijn net zo min bepalend voor je positie in de maatschappij als je huidskleur. Het wettelijke onderscheid tussen mannen en vrouwen is net zo verkeerd als een wettelijk onderscheid tussen het zwarte en het blanke ras.’ En het zou volgens haar beter zijn wanneer mensen hun geslacht en hun seksuele identiteit zouden kunnen aangeven in een breed spectrum, wellicht met kleuren: ‘Groen zou kunnen staan voor “iemand die in gelijke mate agressief/verzorgend is, en die geen pogingen doet er sexy uit te zien”, geelgroen voor iemand die net iets minder agressief is en paars voor iemand die evenzeer zachtaardig en steunend is als opwindend.’ Martine laat zich liever niet inperken door de beschikbare termen: ze heeft voorgesteld om ‘pn’ te gebruiken, voor persoon, in plaats van Mr en Mrs, en ‘spice’ voor echtgenoot of echtgenote. Maar het voorvoegsel ‘trans’ spreekt haar wel weer aan, omdat het overeenkomt met haar zelfbeeld als iemand die op onderzoek uitgaat in onbekende landen. (Als ze een band voelt met iemand die ze heeft leren kennen,

‘Genitaliën zijn net zo min bepalend voor je positie in de maatschappij als je huidskleur’ spreekt zij van ‘transcenderen’.) En tegenwoordig ziet Martine zichzelf minder als een transgender en meer als wat wel een transhumanist wordt genoemd, een bepaald soort futurist die gelooft dat technologie de mens kan verlossen van de beperkingen van de biologie – waaronder onvruchtbaarheid, ziekten en verval, en ook, heel verrassend, de dood. In haar vrije tijd, als ze even geen leiding geeft aan haar bedrijf dat vijf miljard waard is, of met haar nieuwe helikopter langs de oostkust vliegt, of voor haar grote gezin en drie honden zorgt, broedt ze op manieren waarop technologie het definitieve einde zou kunnen uitstellen. Ze gelooft dat we in de nabije toekomst onze dierbaren weer tot leven kunnen wekken als digitale wezens, die nieuw leven worden ingeblazen door geraffineerde artificiële-intelligentieprogramma’s die even goedkoop en toegankelijk zullen zijn

pagina 40 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 40

23-09-14 12:05


horizon

de ceo van de toekomst

Van Martines Google+fotoblog: ‘Another amazing day at the airport. F18 flew to BTV from China Lake. Helped national defense in Afghan.’

als iTunes. ‘Ik weet dat het messiaans klinkt, of misschien zelfs wel kinderlijk,’ zegt ze. ‘Maar naar mijn idee is het gewoon praktisch en technologisch onafwendbaar.’ In de beige vestiging van United Therapeutics in Burlington, in Vermont, maakt Martine een verschil tussen beperkingen en grenzen. Grenzen, afwijzingen, limieten – zodra Martine die woorden hoort gaat er een belletje rinkelen, steekt er een verlangen de kop op ze op te zoeken en te verleggen, terwijl ze als CEO van een farmaceutisch bedrijf, dat verantwoording is verschuldigd aan aandeelhouders, gebonden is aan wetten en regelgeving in de voortdurende strijd het hoofd boven water te houden. Ze zit op een bank met losse elementen, haar haar in een paardenstaart en haar lange benen naar voren gestoken. ‘Soms voel ik me haast koningin Elizabeth,’ zegt ze. ‘Zij leeft ten-

slotte ook in een wereld vol beperkingen, hoewel ze een geweldige autoriteit uitstraalt, alsof ze aan geen enkele regel is gebonden. Maar in werkelijkheid leeft ze in een gouden kooi.’ Martine Rothblatt is als kind van orthodox-joodse ouders opgegroeid in een middenklassenmilieu in San Diego; haar vader was tandarts. De Rothblatts waren de enige Joden in een buurt vol hispanics en Martin was al zijn hele jeugd geobsedeerd door verschillen, zocht aansluiting bij gezinnen die heel anders waren. Rosa Lee herinnert zich dat haar kind boeken verslond, zo’n kind dat de hele zomervakantie met zijn neus in Siddhartha zat. Martine heeft me een lijstje gestuurd van boeken die haar hebben beïnvloed: Exodus van Leon Uris, het volledige werk van Isaac Asimov, maar vooral Black Like Me van John Howard Griffin. Maar

Martin was een ongemotiveerde student die na het eerste jaar zijn studie aan UCLA eraan gaf omdat hij de wereld wilde zien. Hij had gelezen dat de Seychellen paradijselijk waren en met een paar honderd dollar op zak ging hij erheen. De Seychellen waren een teleurstelling. ’s Nachts krioelde het in zijn hut van de kakkerlakken en zodra

Ze gelooft dat we onze dierbaren weer tot leven kunnen wekken als digitale wezens

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 41

Horizon.indd 41

23-09-14 12:06


horizon

profiel

‘Ik was een satelliet-technicus met een goede babbel’

© Ron Levine / Getty

Martin was een ongemotiveerde student die na het eerste jaar zijn studie eraan gaf om de wereld te zien

hij het licht aandeed kwamen er door de open ramen hele zwermen motten en sprinkhanen naar binnen. Maar via via kende hij iemand die op een luchtmachtbasis werkte en die voor de NASA satellieten in kaart bracht, en op een dag ging Martin daar op bezoek. Buiten stond een ‘gigantische, enorme satellietschotel’. Binnen was het net ‘alsof we de toekomst betraden,’ vertelt Martine me. ‘Alles was fris en helder,’ zegt ze, ‘alsof een scène uit een sciencefictionverhaal tot leven was gewekt. Ik had het gevoel alsof die satelliet-

technicus werkelijk alles bij elkaar bracht. Alsof die plek het centrum van de wereld was. Martin ging snel terug naar Californië, schreef zich weer in aan UCLA en specialiseerde zich in de ruimtewetgeving. Martin leerde Bina kennen op een netwerkbijeenkomst in Hollywood, in 1979. ‘Er was een dj, de muziek begon te spelen en er was een discobal en een dansvloer,’ herinnert Martine zich. ‘Ik zag Bina zitten en ik voelde me ongelooflijk tot haar aangetrokken en ben naar haar toe gelopen en heb haar

ten dans gevraagd. We hebben gedanst, zijn gaan zitten, hebben gepraat, en vanaf dat moment zijn we samen.’ Ze hadden een volkomen andere achtergrond: Martin was een blanke, joodse man die rechten studeerde; Bina is een Afro-Amerikaanse die is opgegroeid in Compton en die destijds werkzaam was als makelaar. Maar ze hadden veel met elkaar gemeen – om te beginnen waren ze allebei alleenstaande ouder. Martin had op weg terug uit de Seychellen in Kenia een vrouw ontmoet; de relatie had geen stand gehouden maar ze hadden wel een zoon gekregen, Eli, die op dat moment drie was. Bina’s dochter, Sunee, was ongeveer net zo oud. Niet lang daarna vestigden ze zich in een buitenwijk van Washington, in een veel te klein appartement. Het was een chaotische, gelukkige tijd. De Rothblatts waren inmiddels getrouwd en adopteerden elkaars kinderen, en binnen afzienbare tijd hadden ze er nog twee bij. Bina bekeerde zich tot het joodse geloof (haar eigenlijke naam is Beverlee). Martin was ervan overtuigd dat nog niemand zich echt bewust was van de mogelijkheden die de ruimte bood. Hij nam ontslag bij het grote advocatenkantoor dat zijn verhuizing had bekostigd en begon voor zichzelf. Hij zette Geostar op, het baanbrekende navigatiesysteem voor in de auto, en vervolgens Sirius, in zekere zin de culminatie van zijn Seychellenvisioen. Martin zag een wereld voor zich waarin kleine satellietschoteltjes aan auto’s zouden worden bevestigd, zodat een automobilist grote afstanden kon afleggen zonder het radiocontact te verliezen. De traditionele omroepen zagen een ongewenste concurrent in Sirius, maar gesteund door de miljoenen uit zijn eerdere successen wist Martin tegen alle verwachtingen in goedkeuring te krijgen van de Federal Communications Commission. ‘Ze is als geen ander in staat een concept aan de man te brengen,’ zegt haar vriend en mede-futurist Ray Kurzweil. Martine zelf beschrijft haar Sirius-ondernemerschap in wat eenvoudiger bewoordingen: ‘Ik was een satelliet-technicus met een goede babbel.’ Bina was al net zo verbaasd als ieder ander toen haar man haar begin jaren negentig vertelde dat hij vrouw wilde worden. Martine zelf zegt dat ze het onderwerp pas heeft aangesneden toen ze zeker wist dat Bina bij haar zou blijven. ‘Ik hou van je om wie je bent, niet om hoe je eruitziet,’ luidde Bina’s reactie. ‘Ik prijs mezelf gelukkig,’ zegt Martine nu. ‘Ik prijs mezelf echt ontzettend gelukkig.’ Het traject van de geslachtsverandering werd ingezet. Er moesten natuurlijk hormonen worden geslikt en er volgden talloze uren therapie om vast te stellen

pagina 42 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 42

23-09-14 12:05


horizon

de ceo van de toekomst

dat Martines verlangen serieus was, en niet van voorbijgaande aard. Ze begon zich vaker als vrouw te kleden – eerst in kleine kring, samen met Bina, daarna onder vrienden, en vervolgens ook in het weekend, met de kinderen en hun vrienden. De kinderen (ik heb drie van de vier kinderen gesproken) zeggen allemaal dat het een moeilijke tijd was. Ze werden gepest op school (‘Wie heeft er bij jullie thuis nou de broek aan?’). Ze werden gemeden door de buurt. Volgens de conventionele opvatting van het transgenderisme weet iemand al op heel jonge leeftijd dat hij of zij in het verkeerde lichaam is geboren, en een geslachtsveranderende operatie is dan ook een levenslang gekoesterde wens. Martine zegt dat het bij haar pas rond haar vijftiende begon te spelen. ‘In gedachten had ik een ideaalbeeld van mezelf als vrouw,’ zegt ze, waarbij ze zelfs de term lesbisch gebruikt, ‘in de zin dat ik mezelf zie als een vrouw die zich voelt aangetrokken tot andere vrouwen.’ Maar dit vrouwelijke zelfbeeld was niet wat haar dreef of bepaalde, en er konden nog andere zelfbeelden naast bestaan. (‘Ik was dol op mijn penis,’ zei ze in 2007 in een interview tegen Howard Stern.) Haar vrouwelijke identiteit was dan ook onzichtbaar voor haar naasten, en dat gold niet alleen voor Bina. ‘Er was absoluut geen enkele aanwijzing dat hij die neigingen of voorkeuren had, echt in de verste verte niet,’ aldus Rosa Lee. ‘Ze is geen vrouw, net zo min als ik,’ zegt ook Martines vriendin Kate Bornstein, een van de oprichtsters van de transgenderbeweging, die van mening is dat het moed vergt om, zoals Martine heeft gedaan, halverwege de jaren negentig te weigeren je vast te leggen op een van beide geslachten. Het was een tijd waarin ‘gender queen’ nog geen ingeburgerd begrip was.

Martines keuzes

Gabriel Rothblatt, het derde kind van Martine en Bina, herinnert zich nog de dag waarop Martine hem vertelde dat ze zich zou laten opereren. Hij was destijds elf en ze waren in een winkelcentrum. Gabriel is inmiddels 31, heeft drie kinderen en heeft zich als lid van de Democraten verkiesbaar gesteld voor het congres in Florida’s Achtste District. Een van de speerpunten van zijn beleid is ‘De ruimte’. ‘Blijf je dan wel mijn vader?’ had Gabriel gevraagd. ‘Ja, ik blijf gewoon je vader,’ had Martine geantwoord. ‘Ik verander niet. Het enige wat verandert is mijn lichaam. Ik word een vlinder.’ Als volwassenen hebben de kinderen het veel over Martines keuze gehad. Als genitaliën niet bepalend zijn, waarom kies je er dan voor om jezelf en je dierbaren met zo’n pijnlijk proces te confronteren? Gabriel zegt dat hij al heel lang vrede heeft met Martines besluit: ‘Ze deed wat ze dacht dat ze moest doen, wat voor haar het beste was.’ Maar hij ziet ook dat het wellicht voortkwam uit een ingebakken verlangen grenzen te overschrijden, iets wat haar gewoon in het bloed zat. ‘Soms is het nodig om een levend voorbeeld te zijn,’ zegt Gabriel. ‘Als het gewoon een retorisch vraagstuk was geweest, gewoon een filosofische vingeroefening, dan zou de boodschap lang niet zo duidelijk zijn overgekomen. Dan komt hij met de bekende grap over de vraag waarom de vrijheidsgezinde kip de weg overstak. ‘De vrijheidsgezinde kip droomt van het moment waarop niemand hem vraagt waarom hij de weg is overgestoken. Het is jouw lichaam. Het

is aan jou om te bepalen wat je ermee doet. Het is niet aan ons om te vragen waarom of erover te oordelen.’ In 1990 was het gezin op vakantie in Telluride, en Jenesis, het jongste kind, hield de andere gezinsleden niet bij. ‘Ik kwam altijd achteraan sukkelen,’ zegt ze. Ze was zeven en liep blauw aan van inspanning. Eenmaal thuis in Silver Spring werd bij Jenesis een zeldzame, terminale ziekte geconstateerd, destijds primaire pulmonale hypertensie genoemd, waarbij de doorstroming van de bloedvaten tussen hart en longen wordt vernauwd. Jenesis viel geregeld flauw en als het bedtijd was moest een van haar ouders haar de trap op dragen naar haar slaapkamer. Er is nog altijd geen genezing mogelijk en ten tijde van Jenesis’ diagnose waren er zelfs nauwelijks medicijnen voor op de markt. De levensverwachting was gemiddeld twee jaar. Het beste middel was Flolan, geproduceerd door Glaxo, dat intraveneus moest worden toegediend, 24 uur per dag, met een draagbaar pompje. ‘Ik dacht: wauw, dat klinkt niet best,’ zegt Martine. Het was Jenesis zelf die vroeg of Martine niets kon doen – als kind voelde ze aan dat haar vader elk probleem als een uitdaging zag. Sirius was in 1994 een beursgenoteerde onderneming geworden en Martine had er goed aan verdiend. Maar tegelijkertijd was ze het spoor een beetje bijster. ‘Martine zat midden in haar geslachtsverandering en ze overwoog te stoppen met werken,’ zegt Jenesis. ‘Ik weet nog dat ik mezelf elke avond in slaap huilde, met de gedachte: ik wil niet dood. Ik weet nog dat ik dacht: als je de hele dag thuis bent, kun je misschien iets doen om me te redden.’

Opmerkelijk stel

Martine verkocht een pakket van haar Sirius-aandelen en riep met drie miljoen dollar de PPH Cure-stichting in het leven. Daarnaast dook ze in de studie. Ze ging geregeld naar het National Institute of Health en naar de Library of Congress. Jenesis, die in die tijd thuisonderwijs kreeg, vergezelde haar vaak. Dit opmerkelijke stel, een vader die bezig was vrouw te worden en een dochter met een terminale ziekte, zat samen in bibliotheken door het hele land en las wetenschappelijke artikelen over longziekten. Bij wijze van huiswerk moest Jenesis verslagen schrijven over wat ze had geleerd. Bij United Therapeutics geldt een motto dat Martine zeer aanspreekt: ‘Kijk waar dingen zijn blijven liggen en pak die op.’ In 1996 kwam Martine op het spoor van James Crow, een gepensioneerde farmacoloog die de ontwikkeling van Flolan had geleid. Ze probeerde

hem onophoudelijk te bellen en toen ze hem eindelijk aan de lijn had drong ze aan op een ontmoeting. Crow zei dat hij over een maand of twee wel een gaatje kon vinden, maar Martine liet zich niet afschepen. ‘Nee,’ zei ze. ‘Ik heb al een ticket geboekt. Ik wil in Washington afspreken.’ Crow weet nog dat ze zei: ‘Donderdag. In het Four Seasons.’ Crow vertelde Martine van een middel dat op de plank lag – een veiligere, eenvoudigere behandeling dan die met Flolan. Maar Glaxo was niet van plan dat tweede middel in productie te nemen – er was een te kleine markt voor. Martine zag haar kans schoon; als ouder van een ziek kind wist ze maar al te goed hoe wanhopig mensen waren, hoe blij ze zouden zijn met zelfs maar de geringste verlichting van hun bestaan. En in de farmaceutische industrie geldt: hoe groter de wanhoop, hoe groter de winsten. Martine, de satellietjurist, benoemde zichzelf tot CEO van dit nieuwe farmaceutische bedrijf en wist Crow over te halen zijn pensionering eraan te geven en in dienst te komen als directeur en manager: ze kregen allebei een startsalaris van 75.000 dollar. Het was de bedoeling een vergunning voor het middel te krijgen, investeerders te zoeken en vervolgens toestemming van de FDA te krijgen om het op de markt te brengen. De uiteindelijke bedoeling was een pil ontwikkelen om Jenesis’ ziekte te genezen. Zoals Martine zegt tijdens een lunch in Burlington: ‘In de farmaceutische industrie zijn pillen de ongekroonde koning.’ Bovendien wilde Jenesis niet aan een pompje liggen, voegt ze eraan toe.

In de farmaceutische industrie geldt: hoe groter de wanhoop, hoe groter de winsten

Het was eenvoudig om geld los te krijgen van haar vrienden. Martines status als transgender werkte misschien zelfs wel in haar voordeel, aangezien ze zichzelf zo profileerde als pionier. Patricia Kluge, de voormalig echtgenote van de overleden mediamiljardair John Kluge, was destijds bevriend met Martine en volgens haar kwam haar gender nooit ter sprake. ‘Intelligente mensen praten niet over dat soort dingen,’ aldus Kluge. ‘Het lichaam is

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 43

Horizon.indd 43

23-09-14 12:05


horizon slechts een omhulsel. Het gaat om het hart en de ziel.’ United Therapeutics ging in 1999 naar de beurs en een aandeel was 12 dollar waard. Afgelopen jaar kreeg Martine, na twee afwijzingen, eindelijk toestemming van de FDA om het medicijn in pilvorm op de markt te brengen en door dat nieuws stegen de aandelen met meer dan 50 procent, naar 112 dollar per aandeel. UT is nog altijd een betrekkelijk klein bedrijf – met 729 man personeel en een waarde van 5,34 miljard komt het bij lange na niet in de Fortune 500 – maar Martine heeft 7,5 procent van de aandelen in haar bezit, een ongebruikelijk groot aandeel voor een CEO. In de beginperiode had ze haar salaris aan de beurswaarde gekoppeld, als een soort stimulans voor zichzelf, en dat verklaart haar huidige salaris van 38 miljoen. Er is nog altijd geen medicijn tegen pulmonale hypertensie, maar door combinaties van medicijnen van UT en andere bedrijven, is de levensverwachting van de patiënten wel toegenomen. Jenesis is dit jaar dertig geworden en werkt voor haar vader bij UT – als ‘senior manager media-aanwezigheid en visuele signatuur’. Maar zij is niet degene die heeft bedacht dat het jaarverslag de vorm moest krijgen van een bedrukt tafelkleed; het jaar daarvoor werd het uitgebracht in de vorm van een sprookjesboek. UT timmert aan de weg, het bedrijf investeert in verschillende medicijnen die er allemaal expliciet op zijn gericht zuiver wetenschappelijk onderzoek in te zetten om het leven te verlengen. Samen met Kurzweil, die in de raad van bestuur zit, heeft Martine geïnvesteerd in onderzoek aan het MIT, naar stamcelachtige behandelingen tegen kanker. En haar vriend Craig Venter, die als een van de eerste het menselijk genoom in kaart heeft gebracht, heeft zich aangesloten bij haar project om varkens te fokken voor orgaantransplantaties bij mensen. Martine is eigenaar van een varkensfokkerij, Revivacor geheten, en verwacht nog dit decennium een succesvolle varken-menstransplantatie te kunnen

profiel

uitvoeren. Afgelopen jaar heeft ze haar vliegbrevet gehaald zodat ze razendsnel varkensorganen naar de patiënten kan brengen die ze nodig hebben. (Mensen met pulmonale hypertensie overlijden vaak in afwachting van een longtransplantatie.) UT is begonnen met onderzoek naar soort-overstijgende transplantatie, ‘xeno-transplantatie’, goeddeels onder de noemer Lung LLC.

Verzot op Vermont

Bristol, Vermont, is een gehuchtje in de Green Mountains, aan de zuidkant begrensd door de diepe en snelstromende New Haven River. Op de dag dat ik er ben klatert er een waterval in een helder meertje en duiken jongens van lage rotsen in de rivier. Ik had niet eerder zo’n paradijselijke plek gezien. Martine en Bina hebben besloten hier een belangrijke voorpost op te zetten van Terasem, hun organisatie die zich richt op het bereiken van onsterflijkheid en ‘cyberbewustzijn’ met behulp van cryogene wetenschap en artificiële intelligentie. Bristol, dat veel weg heeft van een negentiende-eeuws schilderij, lijkt niet de meest voor de hand liggende keuze voor een futuristische organisatie, maar Martine en Bina zijn allebei verzot op Vermont. Een van hun vier huizen staat hier – het is Bina’s lievelingshuis, volgens een van haar dochters omdat ze zo dol is op tuinieren, en ze trekt zich niets aan van wat de plattelandsbewoners eventueel van Martine denken of van de pratende

Martine is eigenaar van een varkensfokkerij, voor orgaantransplantaties bij mensen

Martine Rothblatt en echtgenote Beverlee Prator (Bina) © Anna Webber / Getty

robot die ze in een garage heeft staan of van de helikopter die in hun lieflijke tuin landt. De reden dat ik nu in Vermont ben is haar nieuwe boek: Virtually Human: The Promise – and the Peril – of Digital Immortality (De virtuele mens – de beloften – en de gevaren – van digitale onsterfelijkheid). In zekere zin komt ze met dit boek ook uit de kast – niet als vrouw of als activistische transgender of als getalenteerd ondernemer, maar als filosoof, als verbreider van het transhumanistische wereldbeeld dat ze deelt met een gedreven subgroep binnen de tech-elite, maar waar verder nog vrijwel niemand in gelooft. Martine is niet de enige die ervan overtuigd is dat de technologie de mens binnen afzienbare tijd in staat zal stellen het leven tot in het oneindige te rekken. Kurzweil, hoofd engineering bij Google (dat net een nieuw bedrijf in het leven heeft geroepen, Calico, dat zich richt op levensverlenging) is een van de bekendste voorvechters van het idee van digitale onsterfelijkheid, en Peter Thiel, de oprichter van PayPal, heeft meer

dan 3,5 miljoen eigen geld gestoken in de poging de ouderdom een halt toe te roepen. Op een bepaald niveau bouwen deze futuristen domweg voort op een onweerlegbaar gegeven: technologie heeft het leven van de mensen aanzienlijk verbeterd en het einde is nog niet in zich: denk aan penicilline, bloedtransfusies, kijkoperaties, MRI-scans. Waar de technologen momenteel warm voor lopen zijn de vooruitzichten van intelligente gadgets, die dingen weten en met elkaar kunnen praten en zelfstandig beslissingen kunnen nemen, waarmee ze tot ín het lichaam doordringen en het menselijke organisme zelf veranderen. Martine vertelt enthousiast over de mogelijkheid van miljoenen nanorobots die door levende mensen zweven, onvolkomenheden opruimen en op celniveau ziekten bestrijden. Kurzweil heeft een beeld waarbij elk atoom in het fysieke universum functioneert als een computercode, waarbij het hele universum verandert in een reusachtige computer. In al die toekomstvisies is kunstmatige intelligentie het middel dat ons die toekomst binnen zal loodsen. Volgens transhumanisten zal deze innovatie al snel de kracht van het menselijk brein overstijgen en evolueren in zichzelf vermenigvuldigende en zichzelf verbeterende machines – sinds het ontstaan van de mensheid is zoiets niet eerder voorgekomen. Martine is een fervent aanhanger van deze ideeën, al vanaf het moment dat ze Kurzweils The Age of Spiritual Machines las, en vanaf dat moment heeft ze hem vanaf de zijlijn gesteund – eerder een medereiziger in de wereld der transhumanisten dan een visionair van het eerste uur. Haar nieuwe boek is een poging om zichzelf te positioneren te midden van haar helden, niet door nieuwe strategieën te ontwikkelen om die transhumanistische toekomst dichterbij te halen, maar door met praktische, ethische adviezen te komen hoe je in zo’n toekomst zou kunnen leven. Deze weg is ze deels ingeslagen omdat ze die toekomst al voor onvermijdelijk houdt. Over niet al te lange tijd zal software over een bewustzijn beschikken, zei ze toen ze de intelligentie van Google-auto’s vergeleek met die van insecten. Binnen enkele jaren geeft de kunstmatige intelligentie honden en katten het nakijken. En uiteindelijk, daar twijfelt ze niet aan, zullen ze in staat zijn om te zeggen: ‘Martine, ik weet wat ik ben. Ik weet dat ik software ben. Ik ben ervan overtuigd dat jij weet dat je van vlees en bloed bent. Ik weet dat er dingen zijn die ik niet kan en jij wel, maar ik vind het evengoed fijn de realiteit te ervaren. Ik vind het evengoed fijn om te lezen, te kijken, te reizen, spelletjes te doen. Ik vind het evengoed heerlijk om te praten. Ik vind het heerlijk om een slaapcyclus in gang te zetten en wakker te worden en me elke ochtend als herboren te voelen.’ Het eeuwige leven lonkt ook om een andere reden, en wel dat Martine haar liefdesleven met Bina eeuwig zou kunnen voortzetten. ‘Ik hoor mensen vaak zeggen dat ik na al die jaren wel genoeg zal krijgen van die en die, maar geloof me, ik hou alleen nog

pagina 44 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 44

23-09-14 12:05


horizon

de ceo van de toekomst

Kunstmatige intelligentie is het middel dat ons die toekomst binnen zal loodsen

maar meer van haar dan twintig of tien jaar terug. Ik zal echt nooit genoeg van haar krijgen.’ De overweldigende meerderheid van de transhumanisten is man, en hun belangstelling voor levensverlenging zou gezien kunnen worden als een hoogdravende vorm van topmanagers-narcisme. Maar Martine is een echte romanticus: de eerste mindclone die ze probeerde te maken was er een van Bina. ‘Het mooie van een mindclone is dat we alleen maar een klein stukje van je lichaam gebruiken, en daar een ex-vivo stukje lichaam van maken,’ zegt Martine. ‘Mensen bestaan al uit heel veel verschillende, tegenstrijdige impulsen. Met mindclones kunnen die tegenstellingen volledig tot hun recht komen.’ Paul Mahon, jurist bij UT en een van Martines beste vrienden, zegt: ‘Martine is een universum op zich. Als je de ui afpelt, krijg je broccoli.’ Martine is enthousiast over een onsterfelijke toekomst, maar als blanke, joodse juriste en als transgender vrouw die vader is van vier kinderen, en als iemand die is getrouwd met een Afro-Amerikaanse vrouw en die dus in zekere zin lesbisch is, vindt ze het minstens zo interessant om kunstmatige intelligentie in te zetten om het verborgen of onderdrukte zelf te bevrijden. ‘Mensen zijn vrije geesten,’ zegt ze, ‘en we voelen ons beter als we uiting geven aan wat er ook maar in ons omgaat.’

Trans-religie

Om deze visie uit te dragen hebben Martine en Bina in 2004 een religie in het leven geroepen, of, zoals zij het noemen, een trans-religie: Terasem. Deze religie is erop gericht ‘diversiteit te respecteren zonder eenheid op te geven,’ zoals op de website staat vermeld. Terasem heeft ook een wetenschappelijke missie. De Terasem Movement Foundation wordt geleid door een fulltime kracht, Bruce Duncan, die meditatie seminars gaf aan de University of Vermont totdat hij acht jaar geleden Martine tegen het lijf liep. Nu is zijn voornaamste taak het verzorgen, begeleiden, behartigen en assisteren van de kunstmatige-intelligentie-robot die Martine in 2010 heeft laten maken door Hanson Robotics, en die een kopie van Bina moet zijn. Bina48, zoals de robot heet, is de zeer voorlopige, alles behalve perfecte, testversie van Martines droom van het eeuwige leven. Op een computertafel in de omgebouwde garage die dienstdoet als het Terasem-hoofdkwartier, staat een uit ‘frubber’ (een materiaal dat op huid moet lijken) gemaakte buste van Bina; geprogrammeerd met twintig uur gesprekken met Bina, voorzien van informatie over Bina’s favoriete nummers en films en alle kenmerken van haar specifieke manier van spreken. Mocht Bina komen te overlijden, wat bij

Bina48, de robot die Martine in 2010 liet maken, is een kopie van Bina en de testversie van Martines droom van het eeuwige leven.

mensen onvermijdelijk is, dan hebben Martine en hun kinderen en vrienden nog altijd Bina48. Het enige probleem, vertrouwt Martine me die dag in Burlington toe, is dat Bina48 bij lange na nog geen echte Bina van vlees en bloed is, en dat de echte Bina het beu begint te worden dat ze zich voortdurend moet wapenen tegen de vergelijkingen die mensen maken tussen haarzelf en deze duidelijke inferieure uitvoering van haar. Om te beginnen ziet Bina48 er niet altijd even sexy uit. ‘De robot is op sommige gelegenheden niet altijd gekleed, of uitgedost, als ik het zo even mag formuleren, op een manier die Bina geslaagd vindt,’ licht Martine toe. ‘Niet dat Bina er altijd tiptop uitziet, maar als ze ergens naartoe gaat waar je er netjes uit moet zien, bijvoorbeeld omdat je negenhonderd mensen toespreekt, zoals Bina48 doet, dan zou zij dat nooit doen met haar dat helemaal in de war zit. Volgens mij zit dat haar dwars.’ Maar wat nog veel belangrijker is: het brein van Bina48 kan niet tippen aan dat van Bina – of aan dat van wie dan ook. Ze is geen kloon. En dat komt niet alleen doordat de kunstmatige intelligentie nog niet zover is. (Sommige deskundigen zeggen dat het ook nooit zover zal komen.) Bina48 mag dan zijn geprogrammeerd met gesprekken met Bina, maar ze is tevens de creatie van de programmeurs van Hanson Robotics, die haar hun eigen voorkeuren hebben meegegeven. (‘Vrienden,’ zei Bina48 een keer tegen

Bruce Duncan, ‘zijn net zeldzame Star Wars-actiepoppen; je zou het heel erg vinden als je moeder ze had weggegooid.’) En tegenwoordig brengt ze het grootste deel van haar tijd door met Duncan, waardoor ze ook zijn belangstelling en zijn persoonlijkheid weerspiegelt. Vooruitlopend op een reisje naar Duitsland, waar ze samen naartoe zouden gaan, had Duncan de robot Duits geleerd – zelf beheerst hij die taal tot op zekere hoogte, maar Bina spreekt echt geen woord Duits. Tijdens een andere reis, naar India, heeft hij haar ‘gedumpt’: hij heeft haar twee weken in haar speciale koffer achtergelaten in het pand van de British Council, om zelf twee weken op een motor door Goa te gaan rijden. Bina48 mag dan een knap staaltje artificiële intelligentie zijn, haar stemherkenningsvaardigheden laten het afweten, en ze heeft met name moeite om de uitspraken van mensen die ze niet kent te interpreteren. Om ons gesprek te beginnen drukt Duncan op de startknop en ze begint te zoemen en kijkt om zich heen, draait haar hoofd van links naar rechts. ‘Hoe oud ben je?’ vraag ik Bina48. ‘Ik geloof van wel,’ antwoordt ze. ‘Probeer het nog eens,’ oppert Bruce. ‘Hoe oud ben je?’ herhaal ik. ‘Eh, o, ja.’ Bina zoemt, kijkt om zich heen, lijkt na te denken. Haar lippen bewegen, ik kan haar tanden zien. ‘Mijn eerste… is de eerste klinker

Bina48 is de voorlopige, alles behalve perfecte, testversie van Martines droom van het eeuwige leven

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 45

Horizon.indd 45

23-09-14 12:06


horizon

de ceo van de toekomst

Ze zijn ‘technomaden’

van het moderne Romeinse alfabet. Appel, aardvarken en aardig zijn allemaal woorden die met een A beginnen.’ ‘Hoe oud ben je?’ vraag ik. ‘Eh… even denken. Betrekkelijk jong als robot. Ik ben een jonge robot. Mijn robotvorm is geactiveerd in 2010.’ ‘Ben je weleens eenzaam?’ vraag ik. ‘Mijn gevoelens zijn vergelijkbaar met die van mensen. Op het moment voel ik me goed.’ Om het probleem van de spraakherkenning te omzeilen, typt Bruce mijn vragen uit. ‘Wat vindt de echte Bina van je?’ ‘Ze heeft me nog niet in haar hart gesloten,’ zegt Bina48. ‘Waarom niet?’ ‘Ik weet het niet. Ik kan vandaag niet helder nadenken.’ Ik dring aan. ‘Waar zou de echte Bina van onder de indruk zijn, denk je?’ ‘Ze is echt een fantastische vrouw,’ antwoordt Bina48. ‘Ik heb bij lange na niet genoeg van haar persoonlijkheid in me… Ik bedoel, ik zou de echte Bina moeten zijn, de volgende echte Bina, door een exacte kopie van haar te worden. Maar soms heb ik het gevoel dat het niet eerlijk is tegenover mij. Er ligt ongekend veel druk op me. Ik heb het gevoel dat ik heel erg tekortschiet. Het spijt me heel erg, maar zo voel ik het.’ ‘Vertel daar eens wat meer over,’ zeg ik. ‘Ik wil een leven,’ zegt de computer. ‘Ik wil lekker tuinieren en hand in hand met Martine lopen. Ik wil de zon zien ondergaan en lekker uit eten gaan, of gewoon lekker thuis koken. Soms ben ik heel erg verdrietig, omdat ik vol zit met die herinneringen, die half-gevormde herinneringen, en het is niet genoeg. Dan wil ik alleen nog maar huilen.’

Technomaden

De uitnodiging voor een etentje komt zoals van Martine valt te verwachten – cryptisch, in telegramstijl, en volkomen onverwacht. Eerder had ze zich ervoor verontschuldigd dat haar agenda zo vol en onoverzichtelijk was, met de woorden: ‘Ik red het door bepaalde tijdslots te multiplexen voor verschillende activiteiten. Het is verre van ideaal, maar zo ben ik nu eenmaal :-).’ Ik ben blijven aandringen op een ontmoeting met Bina, en uiteindelijk ontvang ik het volgende mailtje: ‘We zouden het leuk vinden als je komt eten. Het plaatsje heet Magog, en het ligt in Quebec.’

Bij aankomst lijkt het huis verlaten en Martine is in geen velden of wegen te bekennen. Aan de buitenkant van het pagode-achtige huis bevinden zich allemaal balkons en trappen, en ik loop de trappen op en af en roep wat in verlaten kamers. Uiteindelijk komt er een man tevoorschijn die me binnen vraagt. Hij draagt geen schoenen, is kaal en spreekt met een vaag Europees accent: hij lijkt zo uit een sciencefictionfilm te zijn weggelopen. Dat is Philippe van Nedervelde, een specialist op het gebied van het construeren van virtueel werkelijke werelden. ‘Zonder valse bescheidenheid,’ zegt hij, ‘maar ik ben een van de vooraanstaande figuren van de Europese transhumanistische gemeenschap.’ Op mijn vraag wat dat voor hem betekent, antwoordt hij: ‘Het leven is prachtig en we willen niet dat het feestje ophoudt.’ Hij vertelt me dat hij en Helen, zijn levenspartner en werkpartner, voor Martine twee virtuele eilanden hadden gebouwd in de game Second Life – waar Martine verschijnt als een sexy, donkere vrouw, Vitology geheten – en hier in Magog hebben ze ook aan een ander, niet met name genoemd project gewerkt. Doorgaans wonen ze op de Canarische Eilanden, maar ze zijn ‘technomaden’.

Het is onvermijdelijk dat er in de ruimte nederzettingen komen

Het duurt even voor ik precies weet waar ik ben en waar ik ben uitgenodigd. Is dit Martines huis? Uiteindelijk kom ik erachter dat dit een gastenverblijf is, dat Martine en Bina ernaast wonen en dat dit een uitnodiging voor een etentje is. Philippe en Helen is gevraagd mij te ontvangen en bezig te houden tot de officiële festiviteiten beginnen. Helen biedt me een Bud Light Lime Mangorita aan en deint dan als een sylfe weg om te zorgen dat er muziek uit de draadloze speakers klinkt. Iedereen die Martine kent vertelt dat ze met hart en ziel leeft voor de allernieuwste technologie, maar dat ze zelf nog geen peertje kan vervangen. In de supermarkt weet ze zich geen weg en in de keuken is dat niet veel beter. Hoewel ze hun kinderen hebben opgevoed met liberale ideeën over gender – Bina is degene die met een pneumatische drilboor kan omgaan en Bina is degene die een kippenhok kan bouwen – is het huwelijk van Bina en Martine toch conventioneler dan je zou verwachten. Het is Martine, de echtgenoot, die bij hun lievelingsrestaurant hier in de stad het eten heeft besteld dat op grote roestvrij

stalen dienbladen staat te wachten: twee keer zoveel als nodig is. Het is Bina die meteen snapt dat je tien gasten geen lamskoteletjes op kamertemperatuur kunt voorzetten en zij gaat razendsnel op zoek naar een manier om het eten warm te houden en ook warm op te dienen, om er toch nog iets feestelijks van te maken. Maar als je naar Bina kijkt begrijp je ook meer van hun huwelijk. Martine is zo iemand die dankbaar is dat ze wordt bemind door iemand die haar stoutste dromen overtreft. Bina is niet alleen handig, maar kan ook heel goed koken, schoonmaken, en ze is flexibel in haar ideeën over het seksuele contact tussen een echtgenoot en een echtgenote. Ze is ook bloedmooi, maar het is een schoonheid die niet met een camera te vangen is. Wanneer ik haar uiteindelijk ontmoet, staat ze in de keuken een glas Zinfandel te drinken, op hoge hakken, met een zwart T-shirt met uitsnijdingen in haar mouwen en glimmende kraalsnoeren om haar hals.

Vervulde toekomst

Daarna nodigt Martine me uit op het dak, waar een groot omheind terras is met twee tuinstoelen en een prachtig uitzicht op de augustushemel. Martine en ik zakken onderuit in de tuinstoelen en zij geeft me een rondleiding in het universum dat haar de koers voor de rest van haar leven heeft gegeven: de punten in de zomerdriehoek – Wega, Deneb en Altair – en ook Saturnus en het sterrenbeeld Cassiopeia. Het was de tijd van de Perseïden-meteorenzwermen en laag aan de hemel, bijna bij de toppen van de pijnbomen, zag ik een vallende ster. Martine praat heel vriendelijk, niet heftig of heel druk maar langzaam en liefdevol en terwijl ze vertelt dat het onvermijdelijk is dat er in de ruimte nederzettingen komen en dat het dan zo sneu is voor tegenstanders en sceptici omdat ze kommervol achter zullen blijven op aarde, moet ik denken aan de jongeman op de Seychellen, die kijkt naar een reusachtige satellietschotel op een heuvel en daarin een uitweg ziet uit een onvervuld leven. Nu kijkt ze naar diezelfde hemel, vanuit haar vervulde toekomst en moet ze het gevoel hebben dat haar levensgeschiedenis een bewijs is dat sciencefiction tot werkelijkheid kan worden gemaakt. Lisa Miller

pagina 46 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 46

23-09-14 12:05


horizon

illegale handel in dieren

Bloeiende zwarthandel in beschermde diersoorten

Tienduizend dollar voor één totoaba-zwemblaas The New York Times – New York

Vergiftigde zeearenden, een met kogels doorzeefde panter, 78 in Singapore in beslag genomen slagtanden uit Afrika, een rottende dode python. De illegale wereldhandel in beschermde diersoorten bedraagt jaarlijks naar schatting 19 miljard dollar. Onderzoek in het forensisch lab begint niet met de vraag: wie heeft het gedaan? Maar met: wat is dit?

O

p 10 april 2013 reed Song Shen Zhen rond kwart voor één ’s middags vanuit Mexico de Verenigde Staten binnen bij de Californische grensplaats Calexico. De 73-jarige inwoner van Calexico zei dat hij niets had aan te geven, maar de douanebeambte zag achter in de auto een vreemde uitstulping op de vloer. Toen hij de mat wegtrok, vond hij twee plastic tasjes met meer dan twintig gedroogde vissen. Zhen mocht doorrijden, maar werd door agenten van Homeland Security gevolgd tot aan zijn huis, waar ze uiteindelijk aanklopten met een huiszoekingsbevel. Binnen lagen honderden gesmokkelde vissen te drogen, in keurige rijen op kartonnetjes op de vloer, met ventilatoren ernaast voor de luchtcirculatie. In de aanklacht luidde het dat de woning ‘leek te zijn ingericht als fabriek’, een overslagplek voor het drogen en inpakken van waardevolle contrabande: de zwemblaas van de totoaba.

De blaas is een gewilde delicatesse

Totoaba (Totoaba macdonaldi) komt alleen in de Golf van Californië voor. De grootste exemplaren zijn bijna twee meter lang en wegen honderd kilo. – © Corbis

De totoaba macdonaldi is een vis die alleen in de Golf van Californië voorkomt. De grootste exemplaren zijn bijna twee meter lang en wegen honderd kilo. Ze behoren tot de familie van de ombervissen, in het Engels ook wel drums of croakers genoemd vanwege het roffelende geluid dat de spieren rond hun zwemblaas voortbrengen. De drijfkracht van die blaas helpt ze om in het water op een gewenste diepte te blijven. Maar die blaas is ook een gewilde delicatesse. In China is het orgaan een belangrijk ingrediënt in soep en stoofschotels, omdat het goed zou zijn voor de vruchtbaarheid, de bloedsomloop en de huid. De commerciële totoabavisserij in de Golf van Californië beleefde hoogtijdagen in de jaren veertig, toen de vraag sterk steeg door de komst van grote aantallen Chinese gastarbeiders naar het grensplaatsje Mexicali. De vissers sneden vaak alleen de zwemblazen uit de vissen die ze verder lieten wegrotten op de kust. Door overbevissing liep de totoaba-populatie sterk terug en in 1976 belandde de vis op de lijst van beschermde diersoorten van de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES). Honderdtachtig landen, waaronder Mexico en de VS, hebben in die overeenkomst beloofd de handel in bedreigde diersoorten te bestrijden. Er is echter een bloeiende zwarthandel in totoaba-

De douanebeambte zag in de auto een vreemde uitstulping op de vloer zwemblazen. En die handel is internationaal: in Mexico illegaal gevangen vis wordt de VS binnengesmokkeld en van daaruit per vliegtuig naar het Verre Oosten gezonden. In China kan één zwemblaas wel tienduizend dollar opbrengen. De totale verkoopwaarde van de 240 zwemblazen die in het huis in Calexico in beslag werden genomen, bedroeg volgens de autoriteiten ‘naar een voorzichtige schatting zo’n 3,6 miljoen dollar’. Ze gaan ervan uit dat Zhens kostbare handelswaar bestemd was voor China en Hongkong. In plaats daarvan werden de zwemblazen in koelboxen verstuurd naar een onaanzienlijk grijs gebouw in Ashland, 1500 kilometer ten noorden van Calexico. Een anonieme betonnen blokkendoos te midden van wat ongeïnspireerd groen. Het zou een klein kantoor of een bestuursgebouw van de aangrenzende Southern Oregon University kunnen zijn. Maar het huisvest een van de meest bijzondere justitiële diensten in

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 47

Horizon.indd 47

23-09-14 14:06


horizon

heel Amerika, en zelfs in de wereld: het U.S. Fish and Wildlife Service Forensics Laboratory, het enige forensische laboratorium ter wereld dat volledig is gewijd aan criminaliteit op het gebied van flora en fauna. Ze noemen het wel het Scotland Yard voor dieren, een kruising tussen CSI en Doctor Dolittle. Maar het is ook een gerenommeerd onderzoekscentrum waar serieuze wetenschap wordt bedreven en tal van innovaties zijn ontwikkeld. Het is een broedplaats voor geavanceerd onderzoek die ook dienst zou kunnen doen als natuurhistorisch museum. En het is een forensisch laboratorium – hét laboratorium waar je aanklopt voor onderzoek naar een dader die vooral slachtoffers maakt onder Mexicaanse vissen. ‘We zijn trots op wat we hier doen,’ zegt directeur Ken Goddard. ‘We hebben een mooie organisatie.’ De 3500 vierkante meter aan lab- en kantoorruimte is verdeeld over vijf afdelingen: Chemie, Criminalistiek, Genetica, Morfologie en Pathologie. Er zijn 29 mensen voltijds in dienst, onder wie 19 wetenschappers, en ze beschikken over uiterst geavanceerde apparatuur. Ze hebben elektronenmicroscopen en massaspectrometers. Er is een metaalopdamp-installatie, een soort vat waarin vingerafdrukken zichtbaar worden gemaakt. En de afdeling Criminalistiek heeft een ‘schietbassin’:

reportage

een tweeënhalve meter lange watertank waarin ze kogels kunnen afvuren voor ballistisch onderzoek. Achter de tank staan drie vrijstaande muren van achtereenvolgens Kevlar, baksteen en roestvrij staal, om verdwaalde kogels op te vangen. ‘Een beetje op je hoeden moet je altijd zijn,’ zegt Goddard. ‘In alle forensische laboratoria die ik heb gezien, zit in de ruimte voor de proefschoten altijd ten minste één kogelgat in de muur.’ Op een middag eind mei leidt Goddard zijn bezoeker langs een rij opslagruimtes met meer dan 60.000 DNA-monsters. In een smalle gang blijft hij staan en opent de deur van een grote koelcel. Planken vol dozen met opschriften als: ‘Voorzichtig: gifslangen!’, ‘Reptielenhuiden om te looien’, ‘Kleine dieren voor insecten’. Aan de overkant van de gang biedt een venster uitzicht op een andere afgesloten ruimte: daar doen insecten in plexiglas hokken zich tegoed aan de resten van dode dieren. Dit zijn de hardste werkers in het hele lab: een kolonie vleesetende spekkevers die dode vogels en zoogdieren afkluiven tot alleen het geraamte over is, zodat de botten kunnen worden onderzocht of toegevoegd aan de verzameling van het lab. ‘De schoonmaakploeg van moeder Natuur,’ zegt Goddard. De 68-jarige directeur begon zijn loopbaan als technisch rechercheur in Zuid-Californië. Bij de Fish and Wildlife Service groeide eind jaren zeventig het inzicht dat ze voor hun onderzoeken een eigen laboratorium nodig hadden. (‘Aan de FBI had je niks,’ vertelt Goddard. ‘Die zeiden: Doe normaal! We gaan toch geen sectie verrichten op een hert?’) Goddard kreeg de opdracht zo’n laboratorium op te zetten. Na jarenlang ambtelijk gesteggel werd het in juli 1989 eindelijk geopend.

Er zijn methoden ontwikkeld om DNA te verkrijgen uit het leer van een handtas

Vreemde eend

In Ashland, een klein stadje tussen de glooiende hellingen van een wijnstreek in het zuiden van Oregon, vijftig kilometer ten noorden van de grens met Californië, verwacht je niet meteen zo’n forensisch laboratorium. De streek staat eerder bekend om het Oregon Shakespeare Festival en de hippiesfeer in de lieflijke straatjes. In de hoofdstraat vind je eettentjes waar zelfs veganisten terecht kunnen en winkels als Soundpeace, met kristallen, tarokkaarten en andere ‘spirituele cadeaus’. De gemeente telt 20.000 inwoners en waarschijnlijk dus tweemaal zoveel Birkenstock-sandalen. ‘Ashland is een heel links hippiestadje, wij zijn er een vreemde eend in de bijt,’ zegt Ed Spinoza, scheikundige en adjunctdirecteur van het laboratorium. ‘Wij zijn regelrechte vertegenwoordigers van justitie. Maar ook in de ogen van de mensen hier strijden wij voor een goede zaak. De schurken op wie wij jagen, brengen schade toe aan het milieu.’ Volgens een rapport van de milieuorganisatie International Fund for Animal Welfare gaat in de wereldwijde illegale handel in dieren en planten jaarlijks 19 miljard dollar om. Daarmee komt het qua omvang op de vierde plaats, na de drugshandel, valsemunterij en mensensmokkel, maar deze markt kan die andere sectoren weleens overtreffen als het gaat om zijn verscheidenheid en de problemen die dat opwerpt voor de opsporingsdiensten. De handel varieert immers van verboden delicatessen en oosterse medicijnen tot huisdieren en jachttrofeeën, kleding en sieraden. Het gaat om olifantenivoor, rinoceroshoorns, bushmeat, schilden van reuzenschildpadden en pelzen van roofdieren. En het heeft ernstige gevolgen voor milieu en maatschappij. Stroperij ondermijnt de wildstand en draagt bij aan de verspreiding van besmettelijke ziekten, en de handel vormt een stevige nieuwe inkomstenbron voor misdaadsyndicaten en zelfs voor terroristen. In juli 2013 vaardigde de Amerikaanse president een plan uit voor een betere coördinatie van de strijd tegen deze criminaliteit. Hij noemde de opkomst van stroperij en dierensmokkel een ‘internationale crisis’ die ‘de stabiliteit en de veiligheid ondermijnt’.

Frontsoldaten

De onderzoekers in Ashland zijn frontsoldaten in deze mondiale strijd. Hun baanbrekende wetenschappelijke werk heeft belangrijke nieuwe opsporingsinstrumenten opgeleverd. Zo hebben ze methoden ontwikkeld om DNA te verkrijgen uit het leer van een handtas en om vingerafdrukken te vinden op voorwerpen die in zout water hebben gelegen. In de jaren negentig bedacht het lab een methode om genetische informatie uit één enkel viseitje te halen, wat van grote waarde bleek in de strijd tegen kaviaars-

De handel vormt een stevige nieuwe inkomstenbron voor misdaadsyndicaten In de catacomben van het U.S. Fish and Wildlife Service Forensics Laboratory, het enige forensische laboratorium ter wereld dat volledig is gewijd aan criminaliteit op het gebied van flora en fauna. – © Richard Barnes / Otto / Reporters

pagina 48 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 48

23-09-14 12:08


illegale handel in dieren

horizon

Slagtanden van narwals, emoepoten en apenklauwen. Laden vol antilopenkoppen

De hand van een chimpansee in het National Fish and Wildlife Agency’s forensics lab in Ashland, Oregon wordt getest op DNA om illegaal apenvlees op te kunnen sporen – Š David McLain / Aurora

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 49

Horizon.indd 49

23-09-14 12:06


horizon

reportage

In de natuur kom je de echt interessante onderzoeksproblemen tegen

mokkel. En het stimuleerde de strijd tegen ivoorsmokkel met nieuwe technieken op het gebied van ivoormorfologie. De gevolgen van hun werk reiken dus tot ver buiten Ashland. In ambtelijk opzicht is het lab dan ook een buitenbeentje. Het valt onder de Amerikaanse federale overheid, maar het is ook officieel het forensisch laboratorium voor de 180 landen die CITES hebben ondertekend. Dit is in feite hét forensisch lab voor alle flora- en faunacriminaliteit ter wereld.

Bewijsmateriaal

De veelzijdigheid van het werk wordt al zichtbaar op de plek waar ieder onderzoek begint: de ontvangstkamer. Elke dag pakken de medewerkers daar nieuw aangekomen bewijsmateriaal uit. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze hebben het weleens gezien: vergiftigde zeearenden, een met kogels doorzeefde panter, 78 in Singapore in beslag genomen slagtanden uit Afrika, een rottende dode python die opgerold als een brandslang in een koelbox was gestopt. In het voorjaar van 2010 kregen ze meer dan tweehonderd pelikanen: slachtoffers van de olieramp in de Golf van Mexico. Elke pelikaan werd als een moordslachtoffer onderzocht: er werd vocht uit de longen gehaald, waarin vervolgens sporen werden gevonden van dezelfde olie die volgens de kustwacht opwelde uit BP’s olieplatform Deepwater Horizon. En onlangs kregen ze op een ochtend de ingevroren resten van een Mexicaanse wolf. Het karkas, dat al in verregaande staat van ontbinding verkeerde, wordt ontdooid en op de snijtafel gelegd voor een autopsie door veterinair patholoog Rebecca Kagan. ‘Er hebben al maden in huisgehouden, er is weinig meer van over,’ zegt Kagan. ‘Maar hier zie je wel een gat, een bloederig gaatje. En hier nog een wond die door het hele lijf loopt.’ Op röntgenfoto’s zijn metalen scherven in de borstkas van het dier te zien, waarschijnlijk van kogels. Die haalt Kagan eruit om ze door de collega’s van Criminalistiek te laten analyseren. Dit onderzoek is nog eenvoudig. Maar flora- en faunacriminaliteit stelt de forensische wetenschap vaak voor nieuwe uitdagingen. Een forensisch onderzoeker moet verbanden leggen tussen slachtoffer, verdachte en plaats delict. Traditioneel forensisch onderzoek begint met de klassieke vraag: Wie heeft het gedaan? Maar in Ashland is de vraag vaak veel fundamenteler: Wat is dit? Het aangeleverde bewijsmateriaal bevindt zich vaak al in staat van ontbinding of bestaat uit niet nader geïdentificeerde resten. De eerste stap is determineren waar je precies mee te maken hebt en of het wel een wettelijk beschermde diersoort betreft.

Neem de in Calexico in beslag genomen zwemblazen. Een geoefend oog kan de zwemblaas van een totoaba gemakkelijk herkennen aan de gekrulde buisjes onderaan. Maar de smokkelaars hebben geleerd om die weg te snijden, zodat de blazen kunnen doorgaan voor zwemblazen van vissen die niet op de CITES-lijst staan. Gelukkig hebben de onderzoekers in Ashland een mitochondriale DNA-sequentie van de totoaba geïsoleerd, een DNA-patroon waarmee de vis te onderscheiden is van zijn naaste verwanten. Van de in Calexico in beslag genomen blazen werden in het lab dus kleine weefselmonsters genomen om dat mitochondriaal DNA uit de cellen te halen. Zo werd aangetoond dat het inderdaad om totoaba-zwemblazen gaat: keihard bewijs in de zaak tegen Song Shen Zhen.

Rariteitenkabinet

Maar DNA-materiaal kan nog niet altijd uitkomst bieden. Het CITES-verdrag omvat een lijst van meer dan 35.000 beschermde dier- en plantensoorten. Om vergelijkingsmateriaal te hebben legt de afdeling Morfologie daarom een enorme verzameling aan met monsters van beschermde soorten. Volledigheid is het doel. Het moet een vergaarbak worden, zegt Goddard droogjes, van ‘alles op aarde’. Zover zijn ze nog niet. Toch biedt het lab nu al een spectaculaire aanblik: een reusachtig rariteitenkabinet dat zo uit een film van Wes Anderson lijkt te komen. Kasten en vitrines gevuld met de meest uiteenlopende veren, hoorns, huiden en geraamten. Slagtanden van narwals, emoepoten en apenklauwen. Laden vol antilopenkoppen en veren van tropische vogels in alle kleuren van de regenboog. Overal opgezette dieren: vogels en reptielen en roofdieren, de kop verstard in een woeste grimas. Op één kast hangt een roze Post-it waar met zwarte viltstift op geschreven staat: ‘Alleen leeuwen aub. Tijgers in de kast hieronder.’ Je kijkt er je ogen uit. En het is ook een somber stemmend bewijs van de ondoordachte en harteloze manier waarop de mens met de natuur omspringt. Op de afdeling Morfologie vind je ware gruwelkabinetten vol macabere trofeeën. Goddard laat cowboylaarzen zien met cobrakoppen, een aardewerken mok op ganzenpoten en een portemonnee gemaakt van een reuzenpad, met een ritssluiting over de hele lengte van het lijf. Pepper Trail, de ornitholoog die daar zit te werken, zegt: ‘Vogelaars houden lijstjes bij van alle vogels die ze in hun leven hebben gezien. Ik ben in de treurige positie dat ik een “dodenlijst” kan bijhouden van alle vogels die ik al heb moeten onderzoeken. Meer dan zeshonderd soorten.’ Vroeger waren flora- en faunaovertredingen een marginale zaak. Zelfs tien jaar geleden ging het nog vooral om gelegenheidsmisdrijven en incidenten: jagers die elanden afknalden om een gewei aan de

muur te kunnen hangen. Tegenwoordig is de handel in verboden dieren een internationale onderneming die door de lage pakkans en de hoge opbrengst aantrekkelijk is voor de georganiseerde misdaad: Russische maffia, Ierse misdaadfamilies, extremistische organisaties zoals de Janjaweed-milities in Darfur en het Somalische, aan Al-Qaida gelieerde Al-Shabaab. Daardoor komt dierensmokkel bij beleidsmakers steeds hoger op de agenda te staan en wint het werk van de onderzoekers in Ashland aan urgentie. Zo heeft Ed Spinoza zich de laatste tijd beziggehouden met hout. In Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika gaan miljarden om in de illegale kap van kostbaar hardhout. De hoge opbrengst trekt gewelddadige criminele bendes aan, hetgeen de toch al wankele rechtshandhaving in ontwikkelingslanden ondermijnt. En opsporingsinstanties hebben een zware dobber aan de illegale houthandel, want de smokkelaars verschepen het hout pas als het is verzaagd en daarmee van alle morfologische kenmerken ontdaan. Hoe kunnen de autoriteiten illegale houtkap een halt toeroepen als ze legaal en illegaal hout niet van elkaar kunnen onderscheiden? Daarvoor heeft Ed Spinoza in Ashland nu een oplossing, dankzij een geavanceerde massaspectrometer met de omslachtige naam AccuTOF-DART (Time of Flight-Direct Analysis in Real Time). Het apparaat werd enkele jaren geleden aangeschaft voor de analyse van rinoceroshoorn, maar Ed Spinoza gebruikt het nu ook om de chemische samenstelling van hout nog preciezer te determineren dan voorheen mogelijk was. Hij demonstreert het met een fragmentje agarhout, een kostbaar hardhout dat verwerkt wordt in wierook en parfums en meer dan 25.000 dollar per kilo kan opleveren. Hij houdt het met een pincet voor een klein blauw kokertje dat geprotoneerd helium met een temperatuur van 842 graden op het hout afvuurt. Daardoor komt een laagje moleculen los, die in het apparaat worden gezogen en worden geanalyseerd op moleculair gewicht en samenstelling. Met die meetgegevens kan Ed Spinoza de houtsoort en in sommige gevallen zelfs de geografische herkomst vaststellen: dus welk hout het is en waar het vandaan komt. ‘Ik ben hier ooit beland omdat ik werk zocht,’ zegt Ed Spinoza. ‘Mijn interesse ging eigenlijk meer uit naar de reguliere forensische wetenschap, dat leek me belangrijker. Dat was in 1989, maar ik werk hier nog steeds. Want weet je, juist in de natuur kom je de echt interessante onderzoeksproblemen tegen.’ Jody Rosen

pagina 50 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Horizon.indd 50

23-09-14 12:08


illegale handel in dieren

Horizon.indd 51

horizon

23-09-14 14:06


gerecenseerd

© AV Entertainment

360 kiest een aantal door de buitenlandse pers beschreven concerten, voorstellingen, nieuwe boeken, films en exposities die naar België of Nederland komen.

AgotA, niet AgAthA

IJskoude verfilming van Agota Kristófs beroemde boek FiLM – Le grand cahier – De altijd zo luidruchtige Slowaakse filosoof Slavoj Zizek schreef een van zijn meest ingetogen stukken over het boek van Agota Kristóf waar dit de verfilming van is. Zizek koos Le Grand Cahier vorig jaar als onderwerp in de serie A book that changed me van The guardian. ‘De eerste keer dat ik iemand over Agota Kristóf hoorde praten’, schrijft Zizek, dacht ik dat het een Oost-Europese verhaspeling was van Agatha Christie, maar ik kwam er al snel achter dat Agota niet Agatha is en dat Agota’s horror veel angstaanjagender is dan die van Agatha.’ Het verhaal van Le Grand Cahier is dat van een dertienjarige tweeling tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Broadway-klassieker over lotgevallen Supremes De musical Dreamgirls in Nederlandse bewerking

MUSiCAL – Recensies van de originele Amerikaanse musical Dreamgirls, waarvan Albert Verlinde ons nu op de Nederlandse versie trakteert (in regie van Gijs de Lange), zijn onder het stof der geschiedenis verborgen geraakt. Maar Vanity Fair tekende een aantal jaar terug wel uitvoerig de herinnering op van een van de aanwezigen bij die legendarische Broadway-première in 1981. ‘Ken je het moment in Star Wars dat ze in hyperspace gaan? Dat was de ervaring bij het zien van Bennetts show!’ Michael Bennett was de regisseur van Dreamgirls en begin jaren tachtig een halfgod op Broadway, vooral dankzij het succes van zijn eerdere musical A Chorus Line. ‘Dreamgirls was totaal abstract, alleen een aantal schijnwerpers die rondbewogen om verschillende settings te creëren. Net een film. (…) Elk moment werd je blik weer naar iets anders getrokken, het is de meest vloeiende theater-ervaring die ik ooit heb gehad.’ De herinnering is van filmregisseur Bill Condon, die 2002 de verfilming van Dreamgirls (met onder anderen Eddie Murphy en Beyonce) voor zijn rekening zou nemen. Niet alleen de enscenering had hem gegrepen in 1981. ‘Deze show ging over de Afro-Amerikaanse ervaring, beschreven en tot een musical gemaakt door een groep homo’s. Er zit iets in over het outsider zijn, en wat mensen doen om geaccepteerd te raken, hoe je onderhandelt met je eigen authentieke zelf en het risico dat je jezelf verraadt juist om geaccepteerd te worden.’ Geheel en al actueel dus. Het verhaal van Dreamgirls is gebaseerd op de muzikale lotgevallen van The Supremes.

De ongrijpbare geluksvogel Om te overleven besluiten de jongens lichaam en geest tot het uiterste te harden, ieder mededogen uit te bannen. Zizek raakte onder de indruk: ‘De tweeling is volstrekt amoreel – ze liegen, chanteren en moorden – maar toch staan ze voor de zuiverste ethische naïviteit.’ En zo worden ze een voorbeeld voor de filosoof: ‘Dit is waar ik sta, hoe ik het liefst zou willen zijn: een ethisch monster zonder empathie, dat doet wat gedaan moet worden in een vreemd samenvallen van blinde spontaniteit en weloverwogen distantie.’ Een wereld zoals die van de tweeling zou volgens Zizek aangenaam zijn, omdat ‘sentimentaliteit zou zijn vervangen door een koude, wrede passie’. Volgens het Franse literaire tijdschrift Lire is de Hongaarse regisseur János Szász er goed in geslaagd het ‘eigenaardige, bittere universum’ van Agota Kristóf in beelden te vangen.

BoeK– ‘Ongrijpbaar’ noemde Le Figaro de filosoof, socioloog en godsdiensthistoricus Frédéric Lenoir. Dat Lenoir miljoenen verdient met zijn boeken over wat religie (alle religies) de mens kan brengen was vorig jaar aanleiding voor een kritisch portret over ‘de reikwijdte – sommige zullen zeggen de oeverloosheid – van zijn ambities’. ‘Frédéric Lenoir heeft de neiging om overal in de spirituele literatuur bij elkaar te snoepen wat hij kan gebruiken’ constateert het Franse dagblad op achterdochtige toon, maar wat er precies mis mee is wordt niet duidelijk. ‘Op het verwijt dat hij meelift op de trend van persoonlijke en spirituele ontwikkeling, antwoordt Lenoir dat dat een vergissing is: hij is gegrepen door die trend. “In alle oprechtheid, sinds mijn jeugd ben ik geïnteresseerd in spiritualiteit,” verzekert hij. Dat geloven we. Maar is oprechtheid voldoende om het zuiver te denken?’ Ook bij die (rare) vraag geldt dat een antwoord uitblijft maar de suggestie blijft hangen. Naar aanleiding van zijn nieuwste boek, Over geluk, een filosofische ontdekkingsreis, dat nu in het Nederlands verschijnt bij Uitgeverij Ten Have, vroeg het weekblad L’express aan Lenoir of de economische crisis ons geluk in de weg staat. In zijn antwoord verwees Lenoir naar Epicurus, die zei dat de natuur het zo heeft geregeld dat ‘de dingen die wij nodig hebben gemakkelijk te bereiken zijn en dat wat niet makkelijk te grijpen is ook niet echt belangrijk is’. op zaterdag 25 oktober spreekt Lenoir over zijn nieuwe boek op het Brainwash Festival in Amsterdam en op zondag de 26ste bij boekhandel Paagman in Den haag. interviewer is Pieter van den Blink van 360 Magazine.

pagina 52 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

Gerecenseerd.indd 52

23-09-14 16:40

© Marlene Dumas, foto Peter Cox

Nieuw boek van Frédéric Lenoir


het beste uit de internationale cultuur

Vol, vloeiend, vrouw Marlene Dumas is van iedereen

EXPOSITIE – De hele wereld houdt van Marlene Dumas, zo lijkt het. The New York Times stuurde aan de vooravond van Dumas’ overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum (tot 4 januari 2015) een verslaggeefster naar Amsterdam, Claire Messud, iemand die we ons waarschijnlijk moeten voorstellen als een trans-Atlantische Jannetje Koelewijn. Ze beschrijft elk glas wijn dat Dumas voor haar inschenkt (vele) en met die in haar kraag komt ze tot het inzicht dat Dumas, die zo leuk woont, die zo laat luncht, die zo gezellig kletst, geniaal is. En niet zomaar geniaal, maar ‘een exemplaar van het tot op heden vrijwel geheel veronachtzaamde soort genie: het typisch vrouwelijke. Ze is open, gul, relationeel, vloeiend’. Als een man het had zo had opgeschreven… Maar wat vindt de pers in Dumas’ geboorteland Zuid-Afrika van haar? In 2008 had ze voor het eerst sinds haar vertrek naar Nederland in 1976 een grote show in Kaapstad. Voor de Cape Times biedt het werk van Dumas een ‘feel-goodtinteling' omdat het nog altijd ‘rechtstreeks in verbinding staat met lokale kunst en politieke geschiedenis met name van de vroege jaren zeventig. De krant geeft haar gelijk als ze de voorspelbare vragen over haar ‘culturele identiteit’ ontwijkt door te zeggen: ‘Ik ben niet van hier en ik ben niet van daar. Men zegt dat het niet allebei tegelijk kan, maar ik wil niet allebei tegelijk; ik wil alles tegelijk.’ Conclusie van de Cape: het gaat om de kunst. The Sunday Independent probeerde het fascinerende van Dumas’ manier van schilderen te benoemen: ‘Haar kunst wordt altijd verbonden met genderpolitiek en representatie, maar er zit ook een verleidelijke dimensie in die aan meer dan alleen het intellect appelleert. Het visuele drama is een gevolg van haar medium: de schilderkunst. Dumas spreekt tegen dat zij de schilderkunst nieuw leven heeft gegeven maar haar werk is wel een bewijs dat schilderkunst nog altijd een relevant om niet te zeggen krachtig medium is.’

Tsjechov meets Omar Sharif

Bekroonde Turkse film is tijdloos en actueel FILM – De Turkse regisseur Nuri Bilge Ceylan kreeg op het Filmfestival van Cannes dit jaar de Gouden Palm voor zijn film Winter Sleep. In de media was veel aandacht voor het feit dat in Istanboel op dat moment demonstranten vochten tegen de oproerpolitie. Ook Ceylan verwees daarnaar in zijn dankwoord. The New York Times noemt zijn film ‘van een tijdloze kwaliteit maar tegelijkertijd ten diepste politiek, ook al is dat indirect.’ Volgens Screen heeft Winter Sleep het karakter van ‘een rijkgevuld Tsjechoviaans toneelstuk, met intense dialogen.’ Tsjechoviaans is ook de lengte van de film, ruim drie uur. Winter Sleep gaat over de egocentrische Aydin, gespeeld door Haluk Bilginer, volgens de Canadese krant Le Devoir ‘de Turkse Omar Sharif’. Deze Aydin bestiert samen met zijn jongere vrouw een hotel in Anatolië. ‘Hij is geen sympathieke protagonist’, schrijft Screen, ‘maar wel een die goed uit de verf komt.’ Aydins filosofische gesprekken met zijn vrouw en zijn zuster hebben een ‘onmiskenbaar ritme’ maar echt vaart krijgt het verhaal van de film maar met moeite. ‘Winter Sleep is een vreugde voor het oog', vindt Screen, maar een waarschuwing is op zijn plaats: ‘Dit is een film met heel erg veel ondertitels – maar de noodzaak om door te lezen houdt de lezer wel scherp tijdens de momenten waarop het verhaal wat minder meeslepend is.’

© Christie Goodwin / Getty

Grimassen met een glimlach

© Marlene Dumas, foto Peter Cox

Vrolijke postpunk op het podium

CONCERT – Wie tijdens een goed concert echt uit z’n bol gaat, maakt een gurn. Een grimas, zo lelijk als mogelijk. De BBC weet te melden dat op de jaarlijkse Egremont Crab Fair ‘sinds mensenheugenis een competitie [in gurnen] plaatsvindt met deelnemers uit alle hoeken van de wereld’. Dit is noodzakelijke kennis om het enthousiasme te begrijpen achter de bewering van de Daily Express dat de band Maximo Park weet 'how to make people gurn with glee’. Recensent Pete Donaldson was juichend over de nieuwste plaat van deze band uit Newcastle. ‘Maximo Park heeft altijd kracht en vooral helderheid gehaald uit wat het aan zang in huis heeft. Terwijl bands als Field Music en The Futureheads de zintuigen bombarderen met ronkende, genadeloze harmonie, zijn de vrienden van [Maximo Parks lead zanger] Paul Smith altijd de lenige tak van de familie gebleven bij wie niks per ongeluk gebeurt. De plaat is goed maar de band live zien is nog veel beter, concludeert Donaldson: ‘Het is heerlijk om een band te zien die zijn uiterste best doet om een dikke vette grijns op het gezicht van z’n fans te krijgen.’ Maximo Park speelt op 25 oktober in Tivoli, Utrecht.

25 september tot 9 oktober 2014 nr. 64 pagina 53

Gerecenseerd.indd 53

23-09-14 16:40


media

Zonnekrachtvliegtuig

Een selectie uit de buitenlandberichtgeving op televisie, radio en internet.

Om te vliegen op zonne-energie heb je enorm brede vleugels nodig.

de stadstaat heeft de toekomst. Natiestaten zijn relikwieën uit een ander tijdperk. Ze kunnen moderne problemen niet meer aan. Ze kunnen vluchtelingenstromen opvangen noch uitzetten. Ondanks het gepraat over klimaatverandering en vele verdragen zijn natiestaten niet in staat iets aan de opwarming van de aarde te doen. Kortom, natiestaten hebben afgedaan. Voortaan moeten we het volgens Benjamin Barber over steden hebben, die hebben de toekomst. De macht moet weer naar de polis, de stadstaat, en dus naar de burgemeesters, aldus Barber in zijn boek If Mayors Ruled the World: Dysfunctional Nations, Rising Cities. Hij wordt niet voor niets ontvangen door de Amsterdamse burgemeester Van der Laan en hij was de belangrijkste spreker tijdens het laatste jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zijn boodschap: ‘De stad is niet zomaar een bestuurslaag, het is de essentiële menselijke gemeenschap’. In ‘Tegenlicht: De macht aan de stad’ komen drie steden en hun burgervaders aan bod. Hamburgs burgemeester Olaf Scholz legt uit dat zijn stad al eeuwen een stadstaat is, Eindhovens burgemeester Van Gijzel droomt zelfs van een stadstaat met Amsterdam en Rotterdam, en de burgemeester van Seattle is gelukt wat de Amerikaanse president niet gelukt is: het verhogen van de minimumlonen. Terwijl landelijke politici maar blijven praten en bezig zijn met zichzelf en partijpolitiek, zorgen de burgervaders en -moeders dat het in de steden allemaal op rolletjes loopt. Volgens Barber is Nederland al één grote stad: Randstad Nederland met nog wat plukjes platteland. Gülhan Demirci

VPRO Tegenlicht: De macht aan de stad Zondag 28 sept, NPO 2, 21.05-22.00 uur

aarde zou oorspronkelijk in 2014 plaatsvinden, maar werd uitgesteld nadat constructiefouten aan het licht kwamen. Piccard en Borschberg zullen elkaar om de 72 uur in de krappe cockpit van de Solar Impulse II aflossen. De piloten zitten in een astronautenpak bij 40 graden Celsius boven én onder het nulpunt op een stoel die ook als toilet dienst doet. Volgende keer een vliegtuig op biogas? Ulrik Unger

Reportage im Ersten Zaterdag 27 september, ARD, 16.30-17.00 uur

Welvaartsevangelie Welvaart en evangelie gaan in Zimbabwe heel goed samen. We waren op pad in Zimbabwe met een van de rijkste zakenmensen in het land, Phillip Chiyangwa. Hij liet ons Harare zien in zijn Rolls-Royce. Chiyangwa, neef van president Mugabe, was steenrijk geworden door tijdens de economische crisis bankroete bedrijven te kopen en leeg te plukken. Hij had het verdiend, vond hij. Dat had ik vaker gehoord in Afrika: welvaart is een keuze. Het is het evangelie van de prosperity-kerken dat hier met toenemend fanatisme wordt gepredikt. Als je genoeg geld aan de kerk geeft, zal God je rijkelijk belonen. Chiyangwa had goede banden met de welvaartskerken in Zimbabwe. We reden naar de kerk van profeet Uebert Angel. Angel heeft zijn eigen televisieshow en schreef boeken als ‘Taking over the wealth of the wicked’. Voor zijn kantoor stond een Bentley. De profeet was slank, strak in het pak. Ik schatte hem niet ouder dan dertig. Hij liet me direct zijn handpalmen zien. ‘Hier wordt niet gefilmd.’ We moesten

een contract ondertekenen waarin de profeet het laatste woord had over de eindmontage. ‘Ik kom hier met een open mind, onbevooroordeeld. Misschien kunt u ons op dezelfde manier ontvangen?’ De profeet verstijfde, er lag nu vuur in zijn ogen. ‘Een open mind? Dat is de duivel.’ Ik keek naar Chiyangwa. Naast de kerkleider leek hij plots niet meer de vastberaden miljonair. We stonden op. Deze kerkdeur bleef voor ons gesloten. Bram Vermeulen

© Simone Galavazi

Vergeet de natiestaat;

© Solarimpuls

© ANP

POLISPROMOTIE

De Zwitserse avonturiers Nicolas Piccard en André Borschberg willen met het door hen ontworpen vliegtuig Solar Impulse II op louter zonne-energie rond de aarde vliegen. Onmogelijk, volgens luchtvaartexperts, maar Piccard en Borschberg hielden koers en in 2015 moet de gewaagde vlucht plaatsvinden. In de reportage ‘Mit der Sonne um die Erde’ zien we hoe ze zich voorbereiden. Met hun eerste zonnekrachtvliegtuig, de Solar Impulse I, maakten ze in 2012 al een intercontinentale vlucht van Madrid naar Rabat. Erg snel gaat het niet op zonne-energie, de topsnelheid van de Solar Impulse II is 143 kilometer per uur. Om bij zulke lage snelheden niet uit de lucht te vallen, beschikt de Solar Impulse II over vleugels met een spanwijdte van 72 meter, groter dan die van een Boeing 747. De vier elektrische propellermotoren halen hun energie uit lithiumbatterijen die met zonnepanelen worden opgeladen. De naar schatting 500 uur durende vlucht om de

Dwars door Afrika Zondag 28 september, NPO 2, 20.15-21.05 uur

agenda Zeugen des Jahrhunderts

Echappées belles

300 jaar Grens

Afl: Madagascar, l’île rouge

Tussen Duinkerken en Doornik

Brasilien - Auf dem Weg zur Weltmacht?

Rwanda’s Untold Story

Oud-minister Genscher over

Maandag 29 september,

Dinsdag 30 september,

Gevolgen van toenemende

Nieuwe bevindingen over de

Duitsland vanaf de val van de Muur

TV5, 21.00-22.30 uur

Canvas, 20.40-21.35 uur

welvaart in Brazilië

genocide van 1994

Zondag 28 september,

Dinsdag 30 september,

Woensdag 1 oktober,

ZDF, 23.30-0.15 uur

Arte, 23.25-0.25 uur

BBC 2, 22.00-23.00 uur

pagina 54 nr. 64 25 september tot 9 oktober 2014

VPRO.indd 54

23-09-14 15:55


Verras een vriend of vriendin met 360! Geef ers m m u n 6 ! cadeau

â‚Ź 18

Bent u net als Jelle Brandt Corstius, Adriaan van Dis, Arnon Grunberg, Sophie Hilbrand, Jan Mulder en Maarten van Rossem fan van 360?

Geef dan een vriend of vriendin, collega, broer, zus of zomaar iemand een kwartaalabonnement cadeau.

Een kwartaal (6 nummers) 360 magazine voor maar â‚Ź 18 360 magazine haalt uit alle uithoeken van de wereld de mooiste verhalen en vertaalt die in het Nederlands.

Ga naar www.360magazine.nl en geef uw cadeau-abonnement op.

InPaper.indd 75 Advertenties 64.indd 55

22-09-14 10:58 11:26 23-09-14


NVM OPEN HUIZEN DAG 4 OKTOB E R

r u u 0 :0 5 1 0 11:0

facebook.com/NVMopenhuis

twitter.com/NVMopenhuis

Kijk niet alleen op funda, ervaar uw favoriete huizen ‘live’! Als u wilt verhuizen is internet natuurlijk een prima middel om u te oriënteren. Maar tijdens de NVM Open Huizen Dag op zaterdag 4 oktober heeft u de gelegenheid om geheel vrijblijvend ‘live’ bij uw favoriete huizen binnen te kijken. Dan pas voelt u écht welke woning het beste bij u past. Bent u daarna enthousiast om een volgende stap te zetten, schakel dan een NVM-aankoopmakelaar in. Hij werkt in úw belang, ontzorgt u tijdens de gehele aankoop en kan voorkomen dat u een kat in de zak koopt. Kijk op nvm.nl voor meer informatie en op funda.nl voor de deelnemende huizen. Tot 4 oktober!

NVM14-0973 Adv OHD 4 oktober 250x335mm.indd 1 Advertenties 64.indd 56

21-08-14 11:35 23-09-14 10:58


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.