360 editie 12

Page 1

Kleiner en minder carnivoor Pleidooi voor een energiezuinigere mens » 28

De gelukkige klas

Steun én vrijheid voor de Finse leerling » 34

Een romanfiguur als mislukkeling AP

Bij Houellebecq, Roth, Mailer, Updike en Shteyngart » 57

het beste uit de internationale pers

nr. 12

|

28 april tot 12 mei 2012

|

www.360magazine.nl

|

€ 5,95

in dit nummer: el país the economist financial times the guardian l’express marianne corriere della sera berliner zeitung yale environment 360 dagens nyheter mail & guardian hürriyet makor rishon expert moskou visão manila standard today the new york review of books the new york times paris match motherland philippine daily inquirer

De slag om Frankrijk De verkiezingen in volle gang

thomas erdbrink

| correspondent in Teheran

‘360. Omdat het altijd anders blijkt te zijn’

Cover.indd 1

24-04-12 17:00


Televisie van XS4ALL. Ook live tv op je laptop en iPad.

Met Televisie van XS4ALL hebt u alle voordelen van interactieve televisie en meer.

Live televisie kijken op uw tv, maar ook op uw laptop en iPad Ruim 55 tv-zenders,

10 hd-zenders en 90 radiozenders Tot 200 uur opnemen en

live tv pauzeren En dat allemaal met de persoonlijke service van XS4ALL. Deze begint al met een gratis installatie door een van onze experts. Kijk voor meer informatie op www.xs4all.nl

Voor Televisie van XS4ALL hebt u een XS4ALL internetabonnement nodig. Kijk voor de voorwaarden op www.xs4all.nl

ADVERTENTIESPREADS.indd 4 magazine.indd 1 WT 40001682 250x335 advertentie

24-04-12 24-04-12 14:05 12:43


redactioneel

colofon

Een misverstand in Parijs

jaargang 1 nr 12 28 april tot 12 mei 2012 Een uitgave van 360 international media Prinseneiland 24 B II 1013 LR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl hoofdredacteur Katrien Gottlieb uitgever Willem Jan Makkinga eindredactie Pieter van den Blink Medewerkers Lambiek Berends, Wineke de Boer, Daniël de Jongh (stagair) courrier international Philippe Thureau-Dangin, Dalila Bounekta, Marie Beloeil, Raymond Clarinard, Pascal Philippe vertaling Adri Boon, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Tineke Funhoff, Menno Groot-veld, Nicolette Hoekmeijer, Thijs Joosten, Frank Lekens, Marlene Lokin, Etta Maris, Harriët Peteri, Karina van Santen, Astrid Staartjes, Pieter Streutker, Martinette Susijn, Jolijn Tevel, Tess Visser, Annemie de Vries, Marten de Vries, Eelco Vijzelaar, Dirk Zijlstra correctie Bert Ydema, Rogier Goetze art direction Dog and Pony, Amsterdam vormgeving Uriël Nieuwenburg Thomas Wansing productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie Marie-José Klaver copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop Robin Kolner kolner@360mag.nl, 06-19675573 Download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren controller Arthur van der Meeren bestuur Bessel Kok, Gert Jan Oelderik, Marijn de Jong druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer. www.pefcnederland.nl partners ANP, BNR Nieuwsradio, NRC Media, VPRO, Cartoon Movement, Getty Images, Hollandse Hoogte, Nyenrode Business Universiteit license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Paris beeld voorpagina Hajo de Reijger abonnementen* € 9,95 p/mnd in Nederland en België € 7,99 p/mnd digitaal app Meer informatie: www.360mag.nl/abonneren *Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt 24 keer per jaar. Oplage: 25.000

verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.

Redactioneel_Colofon.indd 3

360 – Amsterdam Waarom is de haan het symbool van Frankrijk? vroeg de Franse komiek Coluche (1944-1986). Zijn antwoord: omdat de haan het enige dier is dat victorie kraait terwijl hij met zijn poten in zijn eigen drek staat. Toen wij twee vechtende hanen, die Hajo de Reijger voor onze voorpagina maakte, trots doorstuurden aan enkele collega’s bij Courrier International in Parijs, was de reactie onmiddellijk: Ah non, détrompez-vous! Hollande va gagner. Wij vergisten ons in hun ogen door de zaken zo voor te stellen, hadden we soms de peilingen niet gezien? François Hollande gaat op 6 mei zijn klinkende overwinning in de eerste ronde verzilveren. Onze collega’s zagen in de blauwe haan Sarkozy (blauw is de kleur van zijn partij UMP) en de rode was natuurlijk de socialist. En die rode haan lijkt het onderspit te delven. Maar zo is de tekening niet bedoeld, en zo hebben wij het ook niet gezien. De betekenis en de kracht ervan is juist dat hij in de kleuren van de Franse vlag, blauw-wit-rood, een verscheurend, naar binnen gericht kuifje-pik laat zien. Hajo heeft Frankrijk getekend, niet de kandidaten voor het presidentschap. Het misverstand in Parijs is veelzeggend. De collega’s zagen even door de bomen het bos niet meer. Niet verwonderlijk

misschien, aan het einde van een campagne die, zoals gebruikelijk, om de persoon van de kandidaten draaide in plaats van om de problemen van het land. De Fransen worden het meest politieke volk ter wereld genoemd. Maar ze hebben zichzelf tekortgedaan door de campagne in deze vorm te laten passeren, schrijft Jacques Attali (‘Op 7 mei volgt de kater’, zie p. 14). Zijn bittere analyse was geschreven vóór de eerste ronde van 22 april. Dat er die dag al een flinke kater te verstouwen zou zijn – de enorme score van het Front National – was toen nog niet bekend. De echte strijd moet nog beginnen, schrijft Attali, ongeacht wie de nieuwe president wordt. 360 neemt een voorschot op de agenda van die nieuwe Franse president met een dossier over het land, niet (of nauwelijks) over de kandidaten.

Katrien Gottlieb gottlieb@360international.nl

De krant die groter is dan Nederland Nu

ers 8 numm

€15

360, Nederlands nieuwste magazine, biedt elke twee weken het beste uit ruim 800 buitenlandse kranten en tijdschriften in één blad. Maak nú voordelig kennis en lees 8 nummers voor maar 15 euro! (normaal €39,80) Ga naar www.360mag.nl/actie

24-04-12 16:26


bronnen

360 selecteert Nieuws en achtergrondverhalen uit vrijwel ieder land ter wereld. De artikelen in dit nummer komen onder meer uit de volgende kranten, tijdschriften en websites.

Paris Match Frankrijk, weekblad, oplage 680.000

10 13

‘Het gewicht van woorden, de schok van beelden’, dat is jarenlang het devies geweest van het Franse tijdschrift dat wekelijks actualiteiten brengt en ook graag met nieuwtjes komt over Bekende Fransen. Sinds kort is de slogan veranderd in ‘Het leven is een waargebeurd verhaal’.

03 04 05

08

06 07 09 01

02

12

Yale Environment 360 Verenigde Staten, website, aantal bezoekers onbekend

14

Dit webzine wordt gepubliceerd door de universiteit Yale en bericht uitvoerig over milieuvraagstukken door middel van opiniestukken, reportages en analyses. Niet alleen journalisten en wetenschappers leveren bijdragen, maar ook politici en mensen uit het bedrijfsleven.

Motherland India, tweemaandelijks, oplage onbekend

motherland

Jong, pas opgericht tijdschrift dat zich niet op algemene onderwerpen richt, maar themanummers maakt over hedendaagse subcultuur in India. Bijdragen van Indiase en buitenlandse publicisten, illustratoren en fotografen.

11

Philippine Daily Inquirer Filipijnen, dagblad, oplage 250.000

Philippine Daily Inquirer

De grootste krant van het land is opgericht in de nadagen van het regime van Marcos, in 1985. De redactie bestaat uit veertig journalisten in Manilla en negentig verspreid over het land, en is zeer gehecht aan zijn onaf hankelijkheid.

Visão Portugal, weekblad, oplage 108.000 In 1993 onderging het zwart-witweekblad O Jornal op tabloidformaat een metamorfose: het veranderde in een fullcolourmagazine, een soort Portugese Newsweek. Inmiddels is de titel uitgegroeid tot het tweede actualiteitenmagazine van het land, na Expresso. 01

El País Spanje, dagblad, oplage 397.000 Zes maanden na de dood van Franco opgericht. Prachtige tabloidkrant met exquise journalisten en bijdragen van grote Spaanse schrijvers. 02

Bronnen.indd 4

The Economist Verenigd Koninkrijk, weekblad, oplage 1.337.180 Instituut van de Britse journalistiek. Opgericht in 1843 door een Schotse hoedenfabrikant, tegen ‘de onnozelheid’ die de vooruitgang in de weg stond. Sinds jaar en dag de bijbel voor iedereen die zich interesseert voor internationaal nieuws. Liberaal, niet te verwarren met conservatief. Voor 85 procent buiten het koninkrijk verkocht en voor de helft eigendom van de Financial Times. 03

Financial Times Verenigd Koninkrijk, dagblad, oplage 448.000 Toonaangevende krant voor de Londense City en de rest van de wereld. Internationale economie en management worden uitputtend behandeld. 04

The Guardian Verenigd Koninkrijk, dagblad, oplage 332.000 Onaf hankelijke kwaliteitskrant van linkse signatuur. Sinds 1821 thuisbasis van de meest gerespecteerde columnisten en journalisten. Altijd zeer kritisch ten opzichte van de overheid en andere instituten. 05

L’Express Frankrijk, weekblad, oplage 535.000 Opgericht tijdens de Frans-Vietnamese Oorlog als politiek supplement van de liberale krant Les Echos. Vanaf 1960 gemodelleerd naar het Amerikaanse TIME. 06

Marianne Frankrijk, weekblad, oplage 270.000 Republikeins weekblad dat zegt zowel het links van ’68 als het neoliberale denken te bestrijden. 07

Berliner Zeitung Duitsland, dagblad, oplage 145.000 Maakt aanspraak op de titel ‘eerste OostWestredactie’ van Duitsland. Wordt ook buiten Berlijn gelezen. 08

Corriere della Sera Italië, dagblad, oplage 715.000 In 1876 in Milaan opgericht, oorspronkelijk als avondkrant, vandaar ‘della Sera’. Is een van de meest gelezen en gerespecteerde kranten van Italië die grote schrijvers (Pasolini) en journalisten (Mondranelli) aan zich verbonden zag. Was wat gematigd in zijn opvattingen, maar is door de Berlusconi-jaren heen wat opgeschoven naar links. 09

24-04-12 15:55


bronnen

16 17

yale environment 360

15

Dagens Nyheter Zweden, dagblad, oplage 360.000 Bijna 150 jaar oude, liberale ochtendkrant, met een beroemde opiniepagina. Onderdeel van de Bonnier-groep, de grootste krantenuitgever van Zweden. 10

Mail & Guardian Zuid-Afrika, weekblad, oplage 41.000 Opgericht in 1985 als Weekly Mail en in 1990 vlot getrokken door The Guardian in Londen. Sinds 2002 eigendom van de Zimbabwaanse krantenuitgever Trevor Ncube. De duidelijk links georiënteerde krant ijvert voor een toleranter Zuid-Afrika. 11

Hürriyet 12 Turkije, dagblad, oplage 600.000 De populaire krant ‘De Vrijheid’ is een machtige speler die met polemische

Bronnen.indd 5

commentaren, een eenvoudige opmaak en veel foto’s inspeelt op emoties: collectieve vreugde of verontwaardiging, nationale trots en boosheid tegen dat wat de belangen van het volk schaadt. Expert Moskou Rusland, weekblad, oplage 85.000 Het eerste nummer van Expert verscheen in 1995. De redactie is af komstig van de krant Kommersant. Het blad richt zich op de zakenwereld, economie en financiën. 13

Makor Rishon Israël, dagblad, oplage 22.000 Dit Hebreeuwse dagblad, ‘Uit eerste bron’, is opgericht in 1997 en heeft in het weekend een oplage van 150.000. De conservatieve krant verdedigt nationalistische en religieuze waarden in Israël. 14

Manila Standard Today Filipijnen, dagblad, oplage 150.000 De MST is in 2005 ontstaan door een fusie van de Manila Standard en Today. Lezers van het conservatieve dagblad zijn 45+ met een goed inkomen. De website, gelanceerd in 2002, moet een jonger publiek verleiden. 15

The New York Review of Books Verenigde Staten, maandblad, 119.000 Lijf blad van de New Yorkse intelligentsia bestaat sinds 1963 en dankt zijn reputatie aan doorwrochte en lange bijdragen van hoge kwaliteit van diverse grote schrijvers, journalisten en historici als J.M. Coetzee, Orhan Pamuk en eerder Tony Judt, Hannah Arendt en Saul Bellow. 16

The New York Times Verenigde Staten, dagblad, oplage 1.160.000 Met 1.000 journalisten, 29 vestigingen in het buitenland en meer dan tachtig Pulitzerprijzen is The New York Times de belangrijkste krant van het land waarin all the news that’s fit to print kan worden gelezen. De familie Ochs, die in 1896 het roer overnam van de in 1851 opgerichte krant, staat nog altijd aan de leiding van deze centrumlinkse krant. 17

01

locatie aangehaalde bronnen dossier frankrijk (vanaf p. 12) dossier ecologie (vanaf p. 22) landen, besproken in dit nummer

24-04-12 15:56


De Grönefeld One Hertz is een exceptioneel mechanisch kunstwerk. Alle 285 onderdelen zijn tot in het kleinste detail met de hand afgewerkt. Het eigen ontwikkelde uurwerk bevat een uniek mechanisme, zogenaamd de “secondes morte” complicatie. Tevens is het uurwerk voorzien van een gangreserve indicatie en een uniek wijzerverzet-opwind systeem.

De Grönefeld One Hertz is onlangs verkozen tot Timezone’s Watch Of The Year

BOUTIQUE: Grönefeld Boutique Steenstraat 2a Oldenzaal www.gronefeld.nl AUTHORIZED RETAILERS ARE LOCATED 3600 AROUND THE WORLD: NETHERLANDS Den Haag, Steltman Watches • USA Philadelphia, Martin Pulli Fine Jewelry & Watches • USA Ketchum, Jensen Stern FRANCE Paris, EKSO Watches • HONG KONG & MACAU Europe Watch Company

ADVERTENTIESPREADS.indd 4

24-04-12 11:46


inhoud 4 Bronnen 8 Wereldnieuws 12 Tussen hamer en aambeeld

Na een campagne vol grote beloften is het nu tijd dat Frankrijk onder de nieuwe leider gaat hervormen.

22 Op blote voeten naar de toekomst Een dossier over uitlopende mogelijkheden om grote stappen voorwaarts te zetten in de strijd tegen klimaatverandering.

32 Lage landen

Nederland en België door de ogen van de wereld. Het mislukte Catshuis-overleg baart ook in het buitenland zorgen.

de continenten 34 Nummer één in onderwijs-kwaliteit europa | Finse leraren staan in hoog aanzien en leerlingen zitten met plezier in de klas.

38 Mexicaanse politie komt graag op tv amerika's | Uit ijdelheid of om de aandacht af te leiden van de ware problemen, het liefst komt de politie live in beeld.

41 Verkozen tot miljonair

azië | In de Fillipijnen heerst armoede, maar alle senatoren zijn multimiljonair. Kwestie van loyaliteit

44 Handelsreiziger in islamofobie

midden-oosten | De hoogste moslimleider uit Turkije wil in Denemarken strijden tegen islamofobie.

45 De oud-kolonie koopt zich in

afrika | Angolese investeerders nemen posities in grote Portugese bedrijven.

horizon 48 Zelfverrijking 2.0

De zoon van de dictator in Equatoriaal-Guinee overschrijdt alle grenzen.

54 Brutaal, maar begaafd

Valeria Gai Guermanika verovert de Russische televisie

57 The Great American Loser

Is het een typisch Amerikaans talent om de romanfiguur te laten falen?

Inhoud.indd 7

24-04-12 16:58


wereldnieuws Tanzania

nieuw-zeeland

woord van de dag

Voetballen voor albino’s

Voetballend de strijd aangaan tegen de heksenjacht op albino’s, dat is wat de club Albino United uit Tanzania zich tot doel heeft gesteld. In het Oost-Afrikaanse land wonen 8.000 albino’s die – meestal verstoten door hun familie – gebukt gaan onder schaamte omdat de samenleving hen niet accepteert. Bovendien zijn ze hun leven niet zeker omdat hun magische krachten wordt toegeschreven. Zo zou een stuk albinovlees tussen de visnetten een betere vangst garanderen, een albinobot de zoektocht naar goud vergemakkelijken en de genitaliën van een albino verwerkt in een ‘toverdrankje’ het seksleven stimuleren. Geschat wordt dat sinds 2007 ten minste zestig albino’s zijn vermoord. Het Franse So Foot bericht dat de voetbalclub de albino’s een uitweg biedt en hun een ‘gezicht’ geeft. Getraind wordt laat in de middag om de gevoelige huid te beschermen tegen de straling van de zon en de ogen tegen het felle licht (albino’s hebben verminderd zichtvermogen). Vooralsnog zijn er alleen vriendschappelijke wedstrijden gespeeld.

ANP

Shi yu | Zin in iets lekkers

ANP

Kathedraal van karton | Christchurch in Nieuw-Zeeland krijgt binnenkort een kathedraal van karton, meldt The Irish Times. Het bouwwerk is een tijdelijke vervanging voor de kathedraal van Christchurch, die in het door aardbevingen getroffen stadje (de laatste dateert van 23 december 2011) zwaar beschadigd raakte. De kartonnen kathedraal zal zo’n twintig jaar meegaan en kan 700 gelovigen herbergen. De ontwerper, de Japanse architect Shigeru Ban, heeft al eerder kartonnen constructies gemaakt, onder meer een kerk die in gebruik is genomen na de aardbeving in Kobe in 1995. Kalligrafie Hélène Ho

VERENIGDE STATEN Gevaar onterecht gehypet

Nooit eerder is de veiligheid in de Verenigde Staten zo groot geweest als nu, beweren onderzoekers Micah Zenko en Michael Cohen in Foreign Affairs. Zenko en Cohen konden niet genoeg bewijs vinden om tot een andere conclusie te komen, namelijk dat Amerikanen in een gevaarlijke wereld leven. De alarmerende retoriek waar Amerikaanse politici zich van bedienen is volgens hen dan ook ongerechtvaardigd. Geen nationale dreiging is meer gehypet dan het terrorisme, met als resultaat dat de angst disproportioneel groot is ten opzichte van de slagkracht van terroristische organisaties en de kwetsbaarheid van de VS. ‘Op de meeste plaatsen in de wereld en vooral in de VS zelf is de kans om vandaag de dag om te komen

bij een terroristische aanslag gereduceerd tot nagenoeg nul.’ Desalniettemin hebben de VS sinds de aanslagen van 11 september, die bijna 3.000 levens eisten, meer dan 3 biljoen dollar uitgegeven aan oorlogsvoering en nationale veiligheid. Maar tussen 2000 en 2006 stierven 137.000 Amerikanen vroegtijdig omdat ze niet beschikten over een ziektekostenverzekering.

Reuters

In plaats van met ‘Hallo’ of ‘Hoe gaat het’ begroeten Chinezen elkaar nog regelmatig met ‘Heb-je-gegeten?’ Voor sommigen is het een bewijs van het belang dat het Chinese volk hecht aan eten. Voor anderen is het een verwijzing naar de hongersnoden die het volk sinds het begin der tijden heeft gekend. Hongersnoden hebben tot opstanden geleid, regimes zijn erdoor gevallen. Zich te voeden is een eerste levensbehoefte van een volk, en het volk te voeden is een verplichting van de machthebbers. Dat gezegd zijnde, houdt het Chinese volk er een gewoonte op na die met eerste levensbehoeften niets te maken heeft. Het eten van exotische producten en vogeltjes stuit nu op weerstand van natuurbeschermers.

wat zij zeggen

MACKY SALL

CAYO LARA

BEPPE GRILLO

BORIS JOHNSON

Nieuwe president van Senegal

Leider van Verenigd Links, een coalitie van linkse partijen in Spanje

Oprichter burgerbeweging MoVimento 5 Stelle

Burgemeester van Londen

Strijdbaar: ‘De bezuinigingen zijn een oorlogsverklaring.’ Hij voorziet nieuwe demonstraties en groeiende ontevredenheid als het kabinet van Mariano Rajoy niet terugkomt op de aangekondigde bezuinigingsmaatregelen. (El País, Madrid, Spanje)

Cynisch: ‘Hij is geen grotere bedrieger dan andere politici.’ De afgetreden Umberto Bossi die de separatistische Lega Nord groot maakte met de leus Roma ladrona (‘Rome dief’) liet zelf geld wegsluizen uit de partijkas. (Il Fatto Quotidiano, Rome, Italië)

Beloftevol: ‘De macht is gemaakt om te dienen en niet om zichzelf te dienen’, verklaarde de kersverse president tijdens zijn eerste speech. Hij beloofde een breuk met het regime van voormalig president Wade. (RTS TV, Dakar, Senegal)

Vulgair: ‘You are a fucking liar’, zei de conservatieve politicus tegen zijn Labour-opponent Ken Livingstone, die hem betichtte van twijfelachtige belastingpraktijken. (The Guardian, Londen, GB)

pagina 8 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Wereldnieuws.indd 8

24-04-12 16:53


wereldnieuws BRAZILIË EN ANGOLA

Mooi en links

Gebrek aan experts

Nabila Mounib werd in januari verkozen tot voorzitter van de Socialistische Eenheidspartij (PSU). Zij is de eerste vrouw aan het hoofd van een partij in Marokko. Op precies dat detail wordt ze dan ook vaak aangevallen. Waarom ze zo veel sieraden draagt, bijvoorbeeld. Haar repliek is steevast dat zij die denken dat een linksgezinde eruit moet zien als een plurk, oude en oneerlijke clichés cultiveren. Bovendien vindt zij het belangrijk om jonge meiden een goed voorbeeld te geven, ‘het kan links zijn en er mooi uitzien’. Mounib doceert biologie aan de Universiteit Hassan II, waar ze de scheiding tussen kerk en staat met vuur verdedigt. Een van haar prioriteiten is studenten bij te brengen hoe ze autonoom kunnen denken. Maar in de collegezaal stuit ze soms op geborneerde ideeën. Colleges over het darwinisme kunnen leiden tot grote woede bij gelovige studenten.

In Afrika en Zuid-Amerika worden ze met open armen ontvangen: jonge afgestudeerden uit Portugal die in eigen land niet aan de bak komen en hun vizier richten op de voormalige koloniën overzee, schrijft het Poolse Polityka. In Brazilië worden ingenieurs en architecten uit Zuid-Europa van harte welkom geheten, wellicht met het oog op het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016 en de daaraan verbonden megaprojecten. Inmiddels zijn 700.000 Portugezen naar Brazilië geëmigreerd. In Angola is eenzelfde ontwikkeling gaande. Tien jaar na de burgeroorlog zit het land – met een sterk groeiende economie – nog altijd verlegen om experts die in staat zijn olie, diamanten en andere grondstoffen te exploiteren. Al jaren staan de Portugese kranten vol met vacatures uit het Afrikaanse land. Meer dan 3.000 Portugese bedrijven hebben zich er inmiddels gevestigd.

KOEWEIT Doodstraf ingevoerd Nadat Saoedie-Arabië en Pakistan al tot de drastische maatregel waren overgegaan, heeft ook het Koeweitse parlement in één stemronde besloten de doodstraf in te voeren voor iedereen die Allah of Mohammed beledigt. De beslissing is genomen na de arrestatie in maart van een sjiitische twitteraar die ervan wordt beschuldigd Mohammed, zijn vrouw en een aantal van zijn metgezellen te hebben beschimpt. Deze maatregel moet ook een einde maken aan de toename van sektarische graffitileuzen die sinds een jaar op moskeeën worden

geklad. ‘Stelt u zich eens voor hoeveel inspanningen wij God besparen door ook hier op aarde de ketters te tuchtigen, alvorens ze voor eeuwig zullen branden in de hel’, luidt het sarcastische commentaar van webmagazine Jadaliyya, dat wordt gemaakt door vrijwilligers uit het Midden­ Oosten. Sjiitische parlementsleden weigerden goedkeuring, omdat de wet niet van toepassing is voor de belediging van sjiitische geestelijken. De meerderheid van de parlements­ leden is soenniet. Van de inwoners van Koeweit is 85 procent moslim.

© Xavier Malafosse

wat zij vinden

SHARUKH KHAN

BORIS BEREZOVSKI

GEORGE PELL

BOB SPITZER

Indiaas acteur

Russisch miljardair, uitgeweken naar Groot-Brittannië

Kardinaal-aartsbisschop van Sydney

Amerikaans psychiater (80 jaar)

Superieur: De Joden waren ‘intellectueel en moreel minderwaardig’, verklaarde hij in een televisiedebat in een gesprek over de Oudheid. (Daily Mail, Londen, GB)

Veranderlijk: ‘Achteraf moet ik erkennen dat kritiek gerechtvaardigd is.’ In 2001 publiceerde hij een studie waarin hij aantoonde dat homoseksualiteit te genezen is. (The Huffington Post, New York, VS)

Pechvogel: ‘Elke keer als ik me verwaand voel, ga ik naar Amerika’, grapte hij na een grondige ondervraging door de Amerikaanse immigratiedienst. (The Times of India, Mumbai, India)

Monarchistisch: ‘De monarchie moet weer in Rusland worden ingevoerd en de beste kandidaat voor de troon is Prins Harry. Hij heeft meer Russisch bloed in zijn aderen dan tsaar Nicolaas II.’ (Novy Vzglyad, Moskou, Rusland)

28 april tot 12 mei 2012 nr.12 pagina 9

Wereldnieuws.indd 9

24-04-12 16:53


Take a de e p b re ath o n... w w w.spor t- e motions.c om

ADVERTENTIESPREADS.indd 4

24-04-12 11:48


meningen

Falklandeilanden, herdenken in ruzie Met de herdenking van de Falklandoorlog, in april dertig jaar geleden, is de spanning weer opgelopen tussen Argentinië en Groot-Brittannië. De 2.500 bewoners hebben nog geen vetorecht, schrijft Simon Jenkins. Historicus Luis Alberto Romero vraagt zich af waarom soevereiniteit de zenuwknoop van het Argentijns nationalisme raakt.

kan niet alleen aan de bevolking worden overgelaten. De Falklandeilanden nemen geen bijzondere positie in. Met andere woorden, 2.500 kolonisten hebben geen onvoorwaardelijk vetorecht over het beleid van de Britse regering. Thatcher achtte het in 1982 in het belang van Groot-Brittannië om met Argentinië om de tafel te gaan zitten, ook al was dat land een dictatuur. Nu Argentinië een democratie is, zal dat belang niet kleiner zijn geworden. Het beste zou zijn om onder supervisie van de VN nog eens te kijken naar de leaseback-constructie. De Falklandeilanden moeten contacten kunnen onderhouden met het naburige vasteland. Het is absurd om ze voor eeuwig met een luchtbrug vanuit Groot-Brittannië en Ascension te blijven bevoorraden. Simon Jenkins

La Voz del Interior – Córdoba

Wie zich verdiept in de geschiedenis en wetgeving van de Falklandeilanden, weet dat de aanspraken van Argentinië op de eilandengroep sterk zijn. Bij de Vrede van Utrecht werd de Spaanse soevereiniteit over de Malvinas erkend en volgde een veertig jaar durende Spaanse bezetting, die na de Argentijnse onafhankelijkheid door Buenos Aires in 1823 werd geformaliseerd. Tien jaar later werden de Falklandeilanden met geweld ingenomen door Groot-Brittannië, een daad die werd opgevat als botte imperialistische agressie. Argentinië heeft van meet af aan vastgehouden aan zijn aanspraken op de eilanden, en wist zich daarbij gesteund door andere voormalige Britse koloniën in Noord- en Zuid-Amerika. Groot-Brittannië beroept zich nu op ‘verjaring’, met als belangrijkste argument dat de eilanden sinds de negentiende eeuw onafgebroken door Britten worden bewoond, die bovendien herhaaldelijk hebben verklaard dat ze niet bij Argentinië willen horen. Zulke uitspraken kunnen in internationaal recht de doorslag geven. Het gaat echter niet alleen om wettelijke aanspraken. De Falklandeilanden zijn de Elgin marbles [beeldengroep in het British Museum (sinds 1816), onderwerp van een slepend meningsverschil tussen Engeland en Griekenland] van de diplomatieke betrekkingen tussen beide landen, voor Londen misschien van weinig belang maar voor de Argentijnen reden voor eeuwigdurende wrok. Tot 1982 had Groot-Brittannië hier wel begrip voor. De eilanden liggen voor de kust van Argentinië, dat onmiskenbaar de schakel met de buitenwereld vormt. Ze vanuit Groot-Brittannië bevoorraden en er een garnizoen in stand houden was een dure erfenis uit de tijd van het Britse Rijk. Sterker nog, ten tijde van de Falklandoorlog was Margaret Thatcher om soortgelijke opportunistische redenen bezig Hongkong over te dragen aan China, en werd via de VN met Argentinië onderhandeld over een schikking voor de Falklandeilanden. Doel was de soevereiniteit met een leaseback-constructie over te dragen aan Buenos Aires, waarbij het bestuur van de eilandengroep werd overgelaten aan Groot-Brittannië om tegemoet te komen aan de wensen van de bewoners, die daarmee hun Britse nationaliteit konden behouden. Het recht op zelfbestuur van de Falklanders verdient een nadere beschouwing. Met steun van neo-imperialistische conservatieven in het Britse Lagerhuis stelden de eilandbewoners zich onbuigzaam op. Ze eisten hulp en kregen hun zin toen Groot-Brittannië in 1982 militaire troepen stuurde en zich ook nadien buitensporig voor hen bleef inzetten. Alle pogingen van latere Argentijnse bemiddelaars om het contact te herstellen werden door de Falklanders van de hand gewezen. Volgens de eilandbewoners kunnen de kosten van hun splendid isolation worden betaald uit de mogelijke inkomsten uit aardolie. Maar die aardolie is niet van hen, net zomin als de opbrengst van aardolie uit de Noordzee van de Orkney-eilanden is. Democratische consensus is van groot belang, maar geen absolute vereiste. Groot-Brittannië heeft de inwoners van Hongkong nooit inspraak gegeven in de overdracht aan Peking. Het lot van Gibraltar

La Voz

Gematigd rechtse Argentijnse krant, meer dan honderd jaar geleden opgericht en in 1997 onderdeel geworden van persgroep Clarin.

The Guardian

Thuisbasis van de meest gerespecteerde columnisten en journalisten. Altijd kritisch ten opzichte van de overheid en andere instituten.

The Guardian – Londen

De hoog opgelopen gemoederen met betrekking tot de Malvinas belemmeren het zicht op de uiteenlopende aspecten van de kwestie en vormen een barrière voor een doelmatige discussie. Aan de ene kant is er het conflict tussen Argentinië en Groot-Brittannië. Argentinië heeft goede juridische gronden voor zijn standpunt, maar niet het enige, onbetwistbare gelijk aan zijn kant. Onze opvattingen over de territoriale wateren en het continentaal plat worden door de helft van de mensheid niet gedeeld. Onze opvattingen van het ‘uti possidetis’ zijn in het algemeen, én in het geval van de Malvinas, vatbaar voor discussie, maar we slagen er nauwelijks in erkenning te krijgen voor wat ons enige, obsessieve belang lijkt te zijn: de ene en ondeelbare soevereiniteit. De tweede kwestie is die van de Falklanders. Ze wonen er al 170 jaar, er is geen oorspronkelijke bevolking die onderworpen is, in weerwil van de historische mythen. De Malvinas zijn Algerije of Indochina niet: we kunnen ons niet beroepen op zelfbeschikking, dat kunnen alleen de Falklanders zelf. Persoonlijk geloof ik dat staten het product zijn van een vrij contract tussen rationele individuen die samen besluiten een politieke gemeenschap te vormen. Ik geloof niet in een door God aan een bepaald volk beloofd land. De derde kwestie is de soevereiniteit. Waarom is dat zo’n breekpunt voor ons? Al een eeuw lang eisen we iets op wat we niet kennen en wat ons praktisch gesproken niet interesseert. Maar het is wel iets dat de zenuwknoop van ons nationalisme raakt. En nationalisme – een pathologisch, hovaardig en paranoïde nationalisme – is de bouwsteen van onze politieke cultuur. Die heiligverklaring van het territorium als wezenlijk bestanddeel van de natie maakt dat het hele bouwwerk op losse schroeven komt te staan als er ook maar een klein stukje aan ontbreekt. In 1982 hebben we het verknoeid. Het is zelfs mogelijk dat dit onbewust het doel was van de militairen. Nu kunnen we alleen maar wachten tot de Falklanders de mijnen die wij voor ze hebben achtergelaten zonder schade hebben opgeruimd. Tot ze de bezetters vergeten zijn. Tot ze gaan waarderen wat de betrekkingen met Argentinië voor hen kunnen betekenen. En ten slotte tot ze zich bij ons willen aansluiten. We moeten de Malvinas verdienen. Luis Alberto Romero

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 11

Controverse.indd 11

24-04-12 16:49


dossier

frankrijk

De slag om Frankrijk Geen ontkomen aan De nieuwe Franse president (we weten al dat het een man wordt) zal, in samenwerking met Brussel, door veel zure appels heen moeten bijten. Het land zit op hervormingen te wachten die al te lang zijn ‘ontkend’ zoals onder andere The Economist schrijft.

L'Espress, Financial Times, Paris Match en Marianne over een land dat niet zegt waar het op staat.

pagina 12 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO1_Frankrijk.indd 12

24-04-12 12:33


frankrijk

dossier

Straatbeeld in Epinay-Sur-Seine, bij Parijs. – © Hervã Lequeux / HH

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 13

DO1_Frankrijk.indd 13

24-04-12 12:33


dossier

frankrijk

De kater komt op 7 mei L’Espress – Parijs

Het maakt niet uit wie de presidentsverkiezingen wint, betoogt Jacques Attali, econoom en adviseur van wijlen president François Mitterrand. Geen van de kandidaten heeft in de campagne durven zeggen waar het op staat. Maar na de verkiezingsdag zal de harde waarheid boven komen.

I

edereen weet en iedereen herhaalt dat Frankrijk zijn staatsschuld moet terugdringen. Iedereen weet en iedereen herhaalt dat de verkiezingscampagne hier niet over gaat. Iedereen weet en iedereen herhaalt dat geen enkele kandidaat voorstellen doet voor serieuze bezuinigingen. Iedereen weet en iedereen herhaalt dat de doelstellingen van zowel links als rechts volstrekt onhaalbaar zijn, omdat niemand weet hoe het vereiste begrotingsoverschot kan worden bereikt, in een periode van ten minste tien jaar, vanaf 2017 op z’n vroegst.

En toch verandert er niets. De campagne rekt zich gapend uit. We houden ons onledig, zowel links als rechts, met minuscule details, nieuwe uitgaven die nog niet berekend zijn of symbolische belastingen, die niets opleveren. Als we zo doorgaan tot 6 mei, staat ons het volgende te wachten. Als François Hollande op 7 mei gekozen is, zal rechts in een diepe crisis wegzinken en versplinteren, tot groot genoegen van het Front National. De nieuwe president zal bekendmaken dat de financiële situatie rampzalig is, slechter dan werd beweerd door de

vorige regeringen, en dat de werkelijke toestand zorgvuldig moet worden bestudeerd alvorens in te grijpen. De financiële markten, waar driekwart van de financiering van onze staatsschuld van afhangt, zullen verontrust raken waardoor de leningen die de staat in mei zal moeten afsluiten om de salarissen van zijn ambtenaren te betalen, duurder zullen uitvallen. De geldschieters zullen onmiddellijk hervormingen en pijnlijke bezuinigingen eisen van de president en van zijn eerste regering, nog vóór de parlementsverkiezingen in juni. Om die verkiezingen niet te verliezen, zal het kabinet talmen en geen ingrijpende maatregelen aankondigen. Na de parlementsverkiezingen zal links, dat de verkiezingen zal winnen, aan het licht brengen dat rechts de cijfers heeft opgepoetst, en rechts

De campagne rekt zich gapend uit. We houden ons onledig met details, nieuwe uitgaven die nog niet berekend zijn of belastingen die niets opleveren

Supporters van het Front de Gauche (FG) het Linkse Front in Lyon. – © Jeff Pachoud / AFP

verantwoordelijk stellen voor de bezuinigingen en de nodige belastingverhogingen. Links zal bekend maken dat er in 2012 ten minste 20 miljard moet worden gevonden, en als de groei uitblijft – waar het naar uitziet – het dubbele in 2013 en nog eens het dubbele in 2014. En nog meer in de volgende drie jaar. Er zal geen ruimte meer zijn voor wat dan ook. Gedurende het gehele vijfjarige presidentsschap.

Als Nicolas Sarkozy op 7 mei is herkozen, zal links in een diepe crisis storten. De Parti Socialiste zal versplinteren; een deel van haar aanhang zal zich aansluiten bij Jean-Luc Mélenchon, de leider van de Parti de Gauche, die ook de leider van de oppositie zal worden. Rechts zal in juni gemakkelijker de vervaldagen van de leningen kunnen passeren. Het zal de parlementsverkiezingen winnen met voorzichtig applaus van de financiële markten. Maar ook rechts zal al in juli bekend moeten maken dat het begrotingstekort in 2012 uiteindelijk hoger zal uitvallen dan waar de ramingen nu op wijzen – vanwege, volgens rechts, onmogelijk te voorspellen misrekeningen. Om er toch voor te zorgen dat de staatsschuld wordt teruggedrongen, zoals de geldschieters zullen eisen, zal rechts besluiten ingrijpend te snijden in de sociale voorzieningen, zonder de belastingen van de allerrijksten te verhogen.

Ongerust

Dat zal leiden tot een afname van de groei en een daling van de belastinginkomsten. Het nieuwe links zal miljoenen mensen op de been brengen, de stakingen zullen zich uitbreiden. De markten zullen zich ongerust gaan maken. De rentes zullen sterk stijgen. Het zal crisis zijn. Gedurende het gehele vijfjarige presidentsschap. In beide gevallen zal het land de prijs betalen voor een volkomen mislukte verkiezingscampagne. En dat is niet de fout van de kandidaten, noch van de journalisten, maar van de Fransen zelf, die niet op tijd hebben kunnen ontwaken uit het luxe leventje, de schemeroorlog*, de bedrieglijke roes. Jacques Attali

* Met de term ‘drôle de guerre’ verwijst Attali naar de periode tussen september ’39 en mei ’40, toen Engeland en Frankrijk formeel al wel in oorlog waren met Duitsland, maar er nauwelijks of geen gevecht plaatsvond.

pagina 14 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO1_Frankrijk.indd 14

24-04-12 12:33


dossier

frankrijk

SOS van de staalindustrie Paris Match – Parijs

De industriële sector in Frankrijk is al jaren een bloedende wond, die in verkiezingstijd door de kandidaten met fraaie beloften wordt gestelpt. De staalwerkers in Lotharingen achten het een kleine kans dat het falende industriebeleid nu verandert.

D

e donkere silhouetten van de leden van de oproerpolitie tekenen zich af achter de bosjes. Een stuk of honderd metaalarbeiders zetten de Marseillaise in. Sinds vijf uur vanmorgen houden ze het station van Ebange bezet, niet ver van Florange. Via dit spoor, eigendom van hun werkgever ArcelorMittal, worden rollen staal getransporteerd. Een van de mannen heeft op zijn helm geschre-

ven: ‘Full Mittal Racket’. Een ander heeft een zilverkleurige cape om, het tenue van de werkers in de smelterijen. De betogers hebben ook de rails van de TGV Est met banken geblokkeerd. Om één uur ’s middags laten de werknemers zich, omringd door agenten, verwijderen. Sommigen lijken bereid op de vuist te gaan: ze hebben hun zakken vol met grof grint. De vakbonden hebben aangekondigd dat Florange ‘de

nachtmerrie van de regering’ wordt als de twee hoogovens hier niet meer opstarten. De schoorstenen van de P3 en P6 stoten geen rook of smerige geuren meer uit. Ze staan er sinds 1 juli, respectievelijk 4 oktober 2011 bij als verlamde, zwartstalen reuzenspinnen. Dit waren de enige nog werkende hoogovens in Lotharingen [noord-oost Frankrijk]. Ze zijn nog niet opgegeven, maar de directie van ArcelorMittal heeft verklaard dat ze pas in het tweede semester weer worden opgestart, en alleen als de economie opleeft. Vroeger telden de valleien van de Fensch en de Orne wel driehonderd hoogovens. Dat weten ook de metaalarbeiders, die deze verkiezingsperiode hebben aangegrepen om wekelijks van zich te doen horen. Meer dan dertig jaar geleden demonstreerden gemaskerde arbeiders bij Longwy, veertig kilometer van Florange, bezetten de rails om te protesteren tegen ontslagen

bij de nationalisatie van de staalindustrie. Zij waren naar Parijs getrokken, met een groot verlicht SOS-teken, zoals ook de arbeiders van 2012 hebben aangebracht boven de wijngaarden, onder de beschermende handen van het beeld van Notre-Dame de Hayange. Vandaag begint het laatste hoofdstuk van de Lotharingse staalindustrie. Het voorlaatste hoofdstuk zou ‘Gandrange’ kunnen heten. Niemand is vergeten dat in deze gemeente op acht kilometer van Florange op 31 maart 2009 de staalfabriek dicht ging en de 571 werknemers werden ontslagen.

Meer dan staal

Niemand is ook vergeten dat Nicolas Sarkozy de werknemers in de staal heeft bezworen dat de staat ‘de noodzakelijke investeringen’ om de staalindustrie in stand te houden ‘geheel of gedeeltelijk’ voor zijn rekening zou

© Francis Demange / Gamma

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 15

DO1_Frankrijk.indd 15

24-04-12 12:34


dossier

‘We zijn industrie gaan beschouwen als iets van het verleden, iets dat een beetje vies is'

nemen. ‘Waar het hier om gaat,’ zei hij destijds, ‘is meer dan staal, meer dan Lotharingen. Het gaat om de aanwezigheid van industrie in Frankrijk.’ Het gigantische metalen karkas van de verlaten fabriek in Gandrange is het symbool geworden van dat mislukte beleid. De presidentskandidaten hebben er hun opwachting gemaakt, van Nicolas Dupont-Aignan, leider van het anti-Europese, rechtse partijtje ‘Debout la République’, tot de socialist François Hollande. Niemand is het vergeten, zeker niet de werknemers die van Gandrange zijn overgeplaatst naar Florange. Zoals Patricia, 46 jaar, orderverwerkster: ‘Sarkozy kan niks beginnen tegen Mittal. Hun strategie is: de Europese fabrieken sluiten en nieuwe fabrieken neerzetten in ontwikkelingslanden. Als Florange sluit, moet ik vertrekken uit deze streek. Het is hier een en al ellende.’ Sébastien Schauffelberger, 31 jaar, lid van de vakbond CGT: ‘Toen ik in Gandrange aankwam, was het net als in Germinal, het boek van Emile Zola: stof, lawaai, de zon drong er amper door. Uitzendkrachten trokken soms na een uur hun overal alweer uit. Ik ben begonnen als smelter, ik stond op twee meter van de elektrische oven. Wij waren solidair, altijd bereid om te helpen. Ik stroomde probleemloos door naar andere functies. Na een half jaar had ik een vast contract. Ik geloofde Sarkozy. Maar laat hij nu maar eens uit z’n ivoren toren komen om met ons

frankrijk

arbeiders te praten. We weten niet waar het heen gaat. Als Mittal me in Fos-sur-Mer of Duinkerken aan het werk wil zetten, ga ik niet. Dan zou ik m’n zoon nog maar één keer per maand zien.’ De jongste crisis, de ernstigste sinds de jaren dertig, heeft Lotharingen zwaar geraakt. Eric Pierrat, een van de tien in 2009 door Sarkozy benoemde 'commissarissen voor herindustrialisering': ‘In Thionville en omgeving is de werkloosheid sinds 2009 met 25 procent gestegen. We moeten zorgen dat het vakmanschap hier niet verdwijnt.’ Eén op de tien arbeidsplaatsen die sinds 2008 in Frankrijk verloren zijn gegaan, bevond zich in Lotharingen. Michel Liebgott, socialistisch parlementslid en burgemeester van Fameck, bevestigt het beeld: ‘Aan het begin van de twintigste eeuw werkten er honderdduizend mensen in de mijnen van Moselle. Tegenwoordig werken er in de staalindustrie zesduizend.’ Vroeger, ten tijde van de Wendeldynastie, die sinds 1704 in Hayange zetelde, beheersten de mijnen en fabrieken het leven in deze streken. Scholen, gymnastiekzalen, ziekenhuizen, ziekenfonds, orkesten, banken, middenstand, winkels, kerken, woningen… In ieder aspect van het dagelijks leven hadden de Wendels de hand. De streek betaalt nu de prijs voor dit mono-industriële beleid. ‘De eigenaren van de hoogovens wilden geen concurrentie op het gebied van salariëring. Ze hadden vrijwel alle grond in eigendom en hielden zo de vestiging van nieuwkomers tegen,’ gaat Michel Liebgott verder. ‘Bij de opeenvolgende reorganisaties is alles overgedragen aan de gemeenten. Hayange moet nu zes of zeven voetbalvelden onderhouden!’ De cafés in het centrum, waar de togen in de vroege ochtend vol stonden met glaasjes schnaps voor de arbeiders, zijn gesloten. Net als de slagerijen en kruidenierszaken, waarvoor nu Aldi en Lidl in de plaats zijn gekomen. De middenstand is vertrokken, de straten zijn vervallen en spookachtig. Voor de Wendels kwam aanvankelijk de staat in de plaats, toen Mittal, uit

‘Vader Mittal was een industrieel, maar zijn zoon is een investeerder!’

India, nummer 21 op de mondiale Forbes List van grote vermogens. Lakshmi Mittal bouwde zijn imperium op door verouderde staalfabrieken en walserijen op te kopen. Zijn zoon Aditya (36) gaf in 2006 de aanzet tot overname van ’s werelds grootste staalproducent Arcelor door Mittal Steel, de op één na grootste. Hij is het die gaat over het lot van het Europese deel van het bedrijf.

Tweede semester

Marcel Thill, al veertig jaar secretaris van de afdeling Gandrange van de grote vakbond CFDT, vertolkt het algemene gevoel: ‘Vader Mittal was een industrieel, maar zijn zoon is een investeerder!’ En zoals commissaris Eric Pierrat het uitdrukt: ‘Het stilleggen van de hoogovens door ArcelorMittal is een nieuwe praktijk. Als vroeger de vraag terugliep, werd de productie niet onderbroken. De fabrikant zette producten op voorraad of nam genoegen met minder winst, maar de banen bleven ongemoeid.’ Michel Liebgott: ‘Volgens mij weet Mittal nog niet of ze in het tweede semester de twee ovens weer zullen opstarten. Ze kijken alleen naar de directe winstgevendheid.’ De bekendste vakbondsman van de streek, de charismatische CFDT'er Edouard Martin, verklaart: ‘Florange is het resultaat van dertig jaar afwezigheid van industriebeleid. Er wordt uitsluitend over geld gepraat. Ze hebben het over ‘herindustrialisering’ – laten we eerst de de-industrialisering eens een halt toeroepen! In Florange maken we topproducten voor BMW, Volkswagen en Audi.’ In de jaren zestig had niemand hier kunnen vermoeden dat de staalindustrie ooit zou instorten. ‘Het leven van de mensen hier stond in het teken van de hoogovens,’ zegt Michel Liebgott. Jean-Louis Malys, de pensioenman van de CFDT, herinnert zich de eerste terugval, in 1964, toen de eerste mijnen werden gesloten omdat ijzererts veel makkelijker te winnen was in de dagbouwmijnen van vooral Mauretanië. In diezelfde tijd begonnen de eerste saneringen. De hoogovenbazen verloren terrein, de Europese staalindustrie kampte met overcapaciteit. Tot 1974 stelde de staat een prijsblokkade in, waardoor niet kon worden geïnvesteerd in modernisering van de machinerieën. De schuldenlast van de Franse staalindustrie vloog omhoog. In 1977 was die schuld 112 procent van de omzet en was de bedrijfstak feitelijk

failliet. In 1978 werden de schuldeisers aandeelhouders. In één jaar werden 12.000 arbeiders ontslagen. De ministers vroegen premier Raymond Barre, ‘de beste econoom van Frankrijk’, de bedrijfstak wat soelaas te bieden. Tevergeefs. Toen presidentskandidaat François Mitterrand in 1979 Longwy bezocht, werd hij toegejuicht – maar hij werd even hard uitgejouwd in 1984, na de aankondiging van het zoveelste plan voor de staalindustrie. De nationalisering van Usinor en Sacilor in 1981 werd afgerond in 1995. De activiteiten waren toen weer rendabel. Intussen was er een diversificatie in gang gezet met de komst van constructiebedrijven en onderdelenleveranciers. Dat het familiebedrijf van Laurent Lajoye, gespecialiseerd in industrieel brons, nog altijd bestaat, komt door zijn aanpassingsvermogen: ‘In de jaren zeventig zagen we in dat de Franse

pagina 16 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO1_Frankrijk.indd 16

24-04-12 14:38


dossier

frankrijk

FRANSE INDUSTRIE Secundaire sector 306.000 fabrieken, geëxploiteerd door 240.000 ondernemingen. Productie onder druk 900 bedrijfssluitingen in de afgelopen drie jaar in Frankrijk. Afname zet door 3.650.000 arbeiders. Frankrijk telde in 1970 5.660.000 arbeiders. Veertien procent van de 25.700.000 werknemers in Frankrijk (van de vrouwen 8,1 procent) is werkzaam in de industrie. Steeds meer tijdelijke verbanden 229.000 tijdelijke posten. De industrie-sector maakt het meeste gebruik van flexwerkers. Auto-industrie doet het slecht 35.000 arbeidsplaatsen verdwenen tussen 2000 en 2008. De autoindustrie wordt nu door de crisis zwaar getroffen. Mittal Steel in Gandrange © Francis Demange / Gamma

markt voor bronswerken te klein voor ons werd en dat we moesten uitbreiden met roestvrij staal. Frankrijk telt nog maar een stuk of twintig bronsgieterijen, tegen zevenhonderd in 1958!’

Familiedrama's

Camel Guecioueur, 34, durft bijna niet meer te hopen: ‘In 2006 heb ik een opleiding van vijftien maanden tot lasser gevolgd. Ik hoor al vanaf m’n geboorte dat de industrie de toekomst is. Ik ben nu twee maal ontslagen, eerst door een onderaannemer in Gandrange, toen door ArcelorMittal. Ik heb nu een gesubsidieerde baan voor een half jaar, bij een verhuisbedrijf. Ik verdien beroerd, 589 euro, nauwelijks meer dan wanneer ik thuis zou blijven. Maar ik heb ervoor gekozen elke ochtend op te staan, want er is me een opleiding beloofd. Alleen halen m’n aanvragen niks uit: ik krijg te horen dat er geen

geld is! Ze laten ons gewoon stikken. Vroeger verdiende ik tweeduizend euro, ik had een woning en twee auto's. Ik ben weer bij m’n ouders ingetrokken.’ Michel Liebgott constateert een sterke toename van ‘familiedrama’s’ in huizen waar een met vijftig jaar gepensioneerde oud-werknemer van de staalfabriek en zijn werkloze kinderen bijeen leven. ‘Ze kunnen de hypotheek niet meer betalen van het huis dat ze zich door projectontwikkelaars hebben laten aanpraten.’ Roselinda Furlo, een mijnwerkersweduwe van 83, koestert geen enkele hoop meer. In 1999 moest ze uit haar huis in Moyeuvre-Grande. Dat gebeurde op last van de politie: er was een groot risico op verzakkingen. De tweeënhalve meter hoge mijngangen waren namelijk ondergelopen sinds de overheid vier jaar eerder had besloten het pompen te staken. Madame Furlo woonde al dertig jaar gratis in het huis

van het mijnbedrijf, en werd vervolgens eigenares. Ze heeft er haar man Pierre zien overlijden: ‘hij is jong gegaan, zoals alle mijnwerkers’. ‘De gemeente heeft toegezegd dat we een even goede woning zouden terugkrijgen. M'n kinderen zeiden: het zijn maar muren. Ik zei: Als jullie wisten wat voor offers ik heb gebracht om dit te kunnen kopen.’ Het is die vertwijfeling, volgens Xavier Vigna, schrijver van L’histoire des ouvriers en France au XXe siècle (Geschiedenis van de Franse arbeiders in de 20ste eeuw) waardoor de bonden de mensen niet meer kunnen mobiliseren: ‘De arbeiders geloven er niet meer in. Er is sprake van uitputting in deze streek, een van de zwaarst getroffen regio's van het land.’ Terwijl in de verkiezingscampagnes iedereen de deugden van de industrie herontdekt, laten de arbeiders nog één keer hun stem horen. ‘We zijn industrie gaan beschouwen als iets van het verleden, iets dat een beetje vies is,’ constateert het socialistische parlementslid Aurélie Filippetti. ‘We zien dat de industrie meer afgeleide banen schept dan de dienstensector.’ ‘De wederopbouw na de oorlog,’ betoogt Xavier Vigna , ‘was gericht op herstel van Frankrijk als industriële grootmacht. Dat beeld is nog steeds

zeer aanwezig in het collectieve geheugen.’ Ondernemer Laurent Lajoye maakt zich weinig illusies: ‘Al twintig jaar zweert Frankrijk uitsluitend bij de dienstensector, banken, toerisme, luxe… Dat heeft de traditionele industrie overschaduwd. In campagnetijd moet die industrie gered worden. Maar dat is zo weer over.’ Anne-Sophie Lechevallier en Daphné Mongibeaux

Gandrange was als Zola's Germinal... stof, lawaai, de zon drong er amper door

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 17

DO1_Frankrijk.indd 17

24-04-12 14:39


dossier

frankrijk

Frankrijk, pas op voor de harteloze wreedheid van de markt The Economist – Londen

Gigantische overheidsuitgaven, hoge werkloosheid en het grootste tekort op de betalingsbalans van de hele eurozone. Hoort Frankrijk bij de kneuzen van de EU? The Economist verwijt het land onkenning en benoemt de problemen.

H

et meest opvallende aan de Franse verkiezingen is hoe weinig de kandidaten zeggen over de ijzingwekkende economische problemen van het land. Ze schotelen de kiezer minstens evenveel beloften voor om méér uit te geven als om minder uit te geven. Niemand heeft een serieuze agenda voor het verlagen van de schrikbarende Franse belastingen. Nicolas Sarkozy, die in 2007 hervormingen beloofde met verhalen over een ‘breuk’, spiegelt de kiezers nu protectionisme voor, evenals aanvallen op Franse belastingvluchtelingen, dreigementen om de paspoortvrije Europese Schengenzone te verlaten en verhalen over het onheil van immigratie en halalvlees. Zijn tegenstander, François Hollande, belooft meer staatsinvloed, het scheppen van zestigduizend onderwijsbanen, het gedeeltelijk terugdraaien van Sarkozy’s verhoging van de pensioenleeftijd van 60 naar 62 en het afknijpen van de rijken (aan wie hij, zo zei hij ooit opgewekt, een hekel heeft) door middel van een belastingtarief van 75 procent voor topinkomens.

Verdedigers van Frankrijk wijzen erop dat het land nauwelijks tot de kneuzen in de mediterrane eurozone kan worden gerekend. Anders dan die andere economieën zou het dit jaar een recessie moeten kunnen vermijden. Hoewel één kredietbeoordelaar [S&P] Frankrijk van zijn AAA-status heeft beroofd, blijven de leentarieven ver onder die van Italië en Spanje (al is de marge boven het tarief van Duitsland toegenomen). Frankrijk heeft benijdenswaardige economische troeven: een goed opgeleide en productieve beroepsbevolking, meer grote bedrijven in de wereldwijde Fortune 500 dan enig ander Europees land en een krachtige positie op het gebied van dienstverlening en kwaliteitsproducten. Maar de economische grondslagen zijn een stuk ongunstiger. Frankrijk heeft al sinds 1974 geen begrotingsevenwicht meer. De nationale schuld bedraagt 90 procent van het BNP en neemt nog toe. De overheidsuitgaven slokken 56 procent van het BNP op, een groter deel dan in enig ander land van de eurozone – meer zelfs dan in Zweden. De banken zijn ondergekapitaliseerd.

Frankrijk heeft al sinds 1974 geen begrotingsevenwicht meer, de nationale schuld bedraagt 90 procent van het BNP en neemt nog toe

De werkloosheid is hoger dan op enig moment sinds het eind van de jaren negentig en is al in bijna dertig jaar niet onder de 7 procent geweest. Dat heeft onder meer tot een chronisch banengebrek geleid in de van misdaad vergeven banlieues die de grote steden van Frankrijk omringen. De export stagneert terwijl die van Duitsland voortdendert. Frankrijk heeft in nominale termen momenteel het grootste tekort op de betalingsbalans van de hele eurozone. Vóór de financiële crisis, toen lenen nog gemakkelijk was, kon Frankrijk misschien op de pof leven. Maar nu niet meer. Een traag en niethervormd Frankrijk zou zelfs het middelpunt van de volgende eurocrisis kunnen vormen. Het is niet ongebruikelijk dat politici in verkiezingstijd bepaalde onaangename waarheden uit de weg gaan. Maar het is de afgelopen tijd in Europa wel ongebruikelijk dat ze die zo volledig negeren als Franse politici nu doen. In Engeland, Ierland, Portugal en Spanje hebben kiezers gestemd op partijen die een pijnlijk maar realistisch beleid beloofden. Een deel van het probleem is dat de Franse kiezers berucht zijn om hun geloof in de welwillendheid van de staat en de harteloze wreedheid van de markt. Welhaast uniek voor een ontwikkeld land is dat Franse kiezers geneigd zijn globalisering eerder als een absolute bedreiging te zien dan als een bron van welvaart. Met een uiterst links en een uiterst rechts die protectionisme prediken, zal elke kandidaat het gevoel hebben dat hij zijn basis moet versterken.

Veel prominenten uit het bedrijfsleven klampen zich vast aan de hoop dat er een zeker wereldwijs realisme zal ontstaan. Het debat zal zich weer naar het centrum verleggen wanneer Sarkozy en Hollande in de tweede ronde van de verkiezingen tegenover elkaar komen te staan. En als hij eenmaal gekozen is, zal de nieuwe president zijn buitensporige beloften afzweren en met een realistische hervormingsagenda komen, net als andere Europese regeringen. Maar is dat werkelijk mogelijk? Het zou moeilijk zijn voor Sarkozy om plotseling diep in de overheidsuitgaven te snijden, na alles wat hij heeft gezegd. Het zou nog moeilijker zijn voor Hollande om zijn belastingtarief van 75 procent te laten vallen.

Pragmaticus

Trouwens, er is een nog verontrustender mogelijkheid dan onoprechtheid: de kandidaten zouden werkelijk kunnen menen wat ze zeggen. En in het geval van Hollande zou dat dramatische gevolgen kunnen hebben. De laatste keer dat een onervaren socialistische kandidaat president werd, was in 1981. Als protegé van François Mitterrand zal Hollande zich herinneren hoe het zijn mentor is vergaan. Nadat hij met zijn nationalisaties duchtig had huisgehouden in het industriële landschap en het land aan twee devaluaties en maandenlange bestraffing door de markten had blootgesteld, zag Mitterrand zich gedwongen op zijn schreden terug te keren. Verdedigers van Hollande zeggen dat hij een pragmaticus is met een gematigder programma dan Mitterrand. Zijn terugdraaien van de pensioenleeftijd betreft maar een klein aantal werknemers, en zijn belastingtarief van 75 procent heeft slechts gevolgen voor een minuscule minderheid. Toch duidt dergelijk beleid op een vijandige houding jegens het ondernemerschap en het creëren van rijkdom, en toont het aan dat de Franse socialistische partij niet onderkent dat de wereld is veranderd sinds 1981, toen

pagina 18 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO1_Frankrijk.indd 18

24-04-12 12:35


dossier

frankrijk

kapitaalcontrole nog relevant was, de gemeenschappelijke Europese markt onvolledig was, jonge werknemers minder mobiel waren en er nog geen gezamenlijke munteenheid was. Evenmin voerden de Europese rivalen van Frankrijk zulke grote, daadkrachtige hervormingen door als vandaag de dag. Als Hollande op 6 mei wint (en zijn partij in juni ook de parlementsverkiezingen wint), zal hij misschien merken

dat het weken, en geen jaren, duurt voordat investeerders de Franse obligatiemarkt zullen beginnen te ontvluchten. Het aantal welgestelde en jonge Fransen dat oversteekt naar Engeland (met zijn hoogste belastingtarief van 45 procent) zou snel kunnen toenemen. En zelfs als Sarkozy herkozen wordt, zullen de risico’s niet verdwijnen. Die mag dan niet zulke krankzinnige voorstellen doen als een belastingtarief van

75 procent, hij komt ook niet met de radicale hervormingen of de structurele bestedingsbeperking die Frankrijk nodig heeft. De Franse potverteerders staan op het punt overspoeld te worden door de rauwe werkelijkheid, wie er ook president is of wordt.

Een traag en niethervormd Frankrijk zou het middelpunt van de volgende eurocrisis kunnen vormen

© Reuters

DE ‘PRAVDA’ VAN HET KAPITALISME De analyses die The Economist wijdt aan de staat van de economie in een land, worden doorgaans als gezaghebbend beschouwd. Zo niet op de redactie van het Franse weekblad Le Nouvel Observateur, waar hoofdredacteur Laurent Joffrin reageert als door een wesp gestoken. ‘In tegenstelling tot wat veel Fransen denken’, schrijft Joffrin, ‘is The Economist absoluut geen onpartijdig blad.’ De (anonieme) scribenten van The Economist noemt hij

‘taliban van het liberalisme’. Joffrin: ‘Te allen tijde verkondigt deze journalistieke papegaai een mantra van belastingverlaging, deregulering, een kleinere overheid en terugdringing van funeste ideeën over gelijkheid of rechtvaardigheid.’ In het geval van Frankrijk leidt dat volgens Joffrin tot twee omissies in de analyse: ‘De programma’s van de twee belangrijkste kandidaten voorzien in het terugdringen van het overheidstekort in

een periode van vier of vijf jaar. En wie dat sneller wil doen, riskeert een recessie die het einde van alles zou betekenen, zoals in Griekenland.’ Voor Joffrin is er maar één conclusie mogelijk: ‘The Economist wordt door economen voor de Bijbel gehouden, maar het is de Pravda van het kapitalisme.’

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 19

DO1_Frankrijk.indd 19

24-04-12 12:38


dossier

frankrijk

De Franse media: in bed met de macht Financial Times – Londen

De Franse media zijn goeddeels in handen van een klein groepje miljardairs. Het doel van de eigenaren is niet zozeer geld te verdienen met hun bezit, veeleer willen zij er politieke invloed en macht aan ontlenen.

M

en maakt al snel de fout te denken dat Frankrijk een links land is. Ik woon in Parijs langs de marsroute van de regelmatige demonstraties – manifestations in het Frans, liefkozend afgekort als manifs. Op zaterdagochtend wensen mensen elkaar op de radio bonne manif! toe. De socialist François Hollande zegt: ‘Mijn tegenstander is de financiële wereld.’ Hij stelt een belastingtarief voor van 75 procent voor iedereen die meer dan een miljoen euro verdient (wellicht met uitzondering van voetballers). Toch is het socialisme in Frankrijk maar een vernislaagje. Daaronder oefent een kliek van miljardairs een verrassend grote invloed uit. De Franse politicoloog Patrick Weil zegt: ‘De ideologie in dit land is revolutionair en egalitair. Vandaar dat mensen die een fortuin bezitten zich met andere hulpmiddelen beschermen.’ Een blik op de Franse media is genoeg om het idee uit te wissen dat Frankrijk een socialistische republiek is. Als ik Franse kranten lees, ben ik meestal onder de indruk. De journalisten hier schrijven als academici met een vlotte pen. Maar terwijl Amerikaanse en Britse journalisten erop uit zijn om kranten te verkopen, en soms zelfs om de macht eerlijk te houden, heeft Frankrijk een andere traditie. De Franse media liggen van oudsher al in bed met de macht, schrijft Jean Quatremer in zijn uitstekende nieuwe boek Sexe,

‘ Kijk, een persgroep is een geweldig middel om aan contracten te komen’

mensonges et médias. Kardinaal Richelieu, eerste minister van koning Louis XIII, schreef onder een pseudoniem over zichzelf in Frankrijks enige krant. Later deed Napoleon ongeveer hetzelfde. Naarmate de Franse journalistiek meer het terrein van de hogere middenklasse is geworden, is ze nog dichter naar de macht toe gekropen, zegt Quatremer. De huidige ministers en oudere journalisten hebben vaak samen politieke wetenschappen gestudeerd, wonen in dezelfde wijken van Parijs, eten samen en slapen soms met elkaar. In een land waar diverse echtgenotes van ministers het nieuws op de televisie hebben gepresenteerd, en waar de vriendin van Hollande een journaliste is, heb je geen metafoor nodig om te beschrijven dat de journalistiek in bed ligt met de macht.

Lille en omstreken] heeft aangetoond. Die gematigdheid maakt de Franse media aantrekkelijk voor miljardairs. Franse miljardairs vormen een illustratie van wat George W. Bush ooit gezegd zou hebben: er bestaat geen Frans woord voor ‘entrepreneur’. Franse miljardairs hebben hun fortuin over het algemeen geërfd. Dat komt waarschijnlijk doordat Frankrijk een relatief onderontwikkelde financiële sector heeft: in plaats van kapitaal van banken te lenen, krijgen kapitalisten kapitaal

van hun familie. Serge Dassault en Arnaud Lagardère, erfgenamen van miljarden, hebben samen het grootste deel van de Franse kranten in handen. Martin Bouygues, eveneens miljardenerfgenaam, is de voornaamste aandeelhouder van TF1, het belangrijkste televisiestation. Ze hebben de media dermate onder controle dat Bouygues en Lagardère in 2001 zelfs de communistische krant L’Humanité hielpen redden. Frankrijk heeft geen Rupert Murdoch, geen magnaat die media koopt om geld te verdienen, zegt Christophe Deloire, co-auteur van Circus Politicus. Franse miljardairs willen alleen eigenaar zijn van media om hun meest winstgevende ondernemingen te teunen. Zoals de vader van Arnaud Lagardère ooit verklaarde: ‘Kijk, een persgroep is een geweldig middel om aan contracten te komen.’ In Frankrijk is het vaak de staat die contracten uit-

Pas sinds Strauss-Kahn geen macht meer heeft, zijn journalisten op zijn seksuele praktijken gesprongen

Roddels uitwisselen

Parijzenaars scheppen graag op door roddels over politici uit te wisselen. Dat bewijst dat ze insiders zijn, aangezien dat soort informatie zelden wordt gepubliceerd. Als Franse journalisten eerlijk met machthebbers praten, dan is dat vaak in de slaapkamer. In hun artikelen zijn ze meestal meer op hun hoede. Ze verdoezelden de seksuele gewoonten van Dominique StraussKahn, totdat hij in het buitenland in de problemen raakte, merkt Quatremer op. Officieel toonde dat zwijgen aan dat de Franse media het privéleven respecteren. Of om preciezer te zijn, ze respecteren het privéleven van machtige politici. Sinds Strauss-Kahn geen macht meer heeft, zijn journalisten bovenop zijn seksuele praktijken gesprongen, zoals de ‘Carlton-affaire’ [de mogelijke betrokkenheid van DSK bij een prostitutieschandaal in

© Luis Granẽna Lopez

pagina 20 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO1_Frankrijk.indd 20

24-04-12 15:26


dossier

frankrijk

deelt. Vandaar dat het onvermijdelijk is dat Franse eigenaren eerder tegen politici aanschurken dan tegen gewone lezers of kijkers. Dat komt Franse journalisten goed uit: in Parijs bestaat de neiging Frankrijk als een soort vakantieoord te beschouwen, bewoond door stinkende boeren die uiterst rechts of uiterst links stemmen. Terwijl de Britse media te populistisch zijn, zijn de Franse media niet populistisch genoeg. Die verstrengeling van media en politiek is onder president Nicolas Sarkozy tot een hoogtepunt gekomen. Hij gaf zichzelf het recht om de directeuren van de staatstelevisie en -radio te benoemen. Zijn banden met magnaten van privémedia zijn bijna hilarisch, met evenveel verwikkelingen als in een Braziliaanse soap of een Victoriaanse roman. Bouygues is de peetvader van een van Sarkozy’s zonen. Sarkozy heeft Lagardère ‘meer dan een vriend, een broer’ genoemd. Vincent Bolloré, ook een mediamiljardair, leende Sarkozy zijn jacht. Dassault, wiens familie in jachtvliegtuigen doet, is senator van Sarkozy’s partij, maar jammer genoeg geen burgemeester meer omdat hij die functie verloor toen de rechter erachter kwam dat hij kiezers steekpenningen had betaald.

Rusland van Poetin

Op de ‘avond van Fouquet’, op 6 mei 2007, verzamelden veel van die mensen zich rond Sarkozy om diens verkiezingszege te vieren in dat wereldberoemde restaurant aan de Champs-Elysées. Voor mensen die buiten de selecte arrondissementen in Parijs wonen, lijkt dit een beetje op het Rusland van Poetin. Geen wonder dat Hollande zijn campagne heeft gebouwd op het wantrouwen jegens rijkdom en kapitalisme. Het is evenmin een wonder dat minder dan 2 procent van de Fransen op een doorsnee dag een landelijke krant koopt. Quatremer merkt hoopvol op dat mensen hun nieuws steeds vaker van onafhankelijke websites halen. Nou ja, ten minste enkele van die websites zijn onafhankelijk. Toen Arianna Huffington onlangs een Huffington Post voor Frankrijk lanceerde, brak ze moedig met een Franse traditie. Ze benoemde geen echtgenote van een minister als hoofdredacteur. Ze benoemde de echtgenote van een voormalig minister: Anne Sinclair, madame Strauss-Kahn. Simon Kuper

Genoeg gespeeld met de islam Al voordat een losgeslagen Al-Qaida-adept zeven mensen vermoordde, was de islam een onderwerp in de verkiezingscampagne. Doordat extreem-rechts in de peilingen hoog scoorde, voelden andere kandidaten zich gedwongen tot ferme uitspraken. De strijd tegen het extremisme moet worden gevoerd, schrijft het weekblad Marianne, maar

mag geen verkiezingsstunt

worden. De glijdende schaal in vijf stappen. Marianne – Parijs 1. Wij hebben er niets op tegen als een regering zich met alle mogelijke middelen, inclusief genadeloze repressie, teweerstelt tegen islamistische politiek en terrorisme. Die vormen immers een reële bedreiging van onze normen, in het bijzonder van het recht van vrouwen om over hun eigen leven te mogen beschikken. Is dit een open deur? Zeker niet. Op zich toch verstandige geesten gaan er zonder meer van uit dat de politieke islam, wanneer die tegen de democratie aanschurkt zoals momenteel in Tunesië het geval lijkt te zijn, in die democratie zou kunnen opgaan. Wij houden daarover zo onze twijfels. 2. Om die reden hebben wij uiteraard geen enkel bezwaar tegen de arrestaties van islamisten waar de politie van [minister van Binnenlandse Zaken] Guéant opdracht voor gaf [direct na de moordpartijen in Toulouse en Montauban]. Het betreft hier een aantal extremistische islamisten die een ont-

Het verwarren van islam met islamisme is erger dan een vergissing

Het Franse arrestatieteam (GIPN) houdt verdachte in Marseille aan van een radicale islamitische organisatie. – © Julien Gerard / AFP

voering van een rechter voorbereidden omdat hij toevallig joods is. Dit islamisme moet met alle middelen worden bestreden, zolang we tenminste in vrede willen kunnen blijven leven. 3. Toch zijn we niet naïef. De propagandamachine van Sarkozy draaide op volle toeren en wist de gemoederen effectief te bespelen met angstaanjagende beelden. De bedoeling was om enkele dagen voor de eerste verkiezingsronde de kiezers van Le Pen terug in het kamp van Sarkozy te loodsen. Maar het is van zo’n overdaad dat het electoraat er murw van wordt. De methode-Sarkozy leidt ertoe dat het zich walgend van de politiek afwendt. Gevaarlijk. 4. Daarom wijzen wij erop dat Sarkozy, eerst als minister van Binnenlandse Zaken en vervolgens als staatshoofd, nogal stuitende spelletjes heeft gespeeld met de islam. Als minister ging Sarkozy al erg ver door een even lichtzinnige als onverantwoordelijke alliantie met het islamitisch communitarisme aan te gaan. Toen verzette hij zich tegen het verbod op religieuze symbolen op school die [toenmalig president] Chirac wilde uitvaardigen. In die tijd wisten veel linkse moraalridders zo’n ‘modernistisch’ standpunt wel te waarderen. In koor veroordeelden zij het ‘achterhaald laïcisme’ van

de republikeinen, die nog met één been in het verleden zouden staan. Vervolgens veranderde Sarkozy zonder opgaaf van redenen van standpunt – iets waar hij sowieso patent op heeft – en begon hij zijn pijlen opeens te richten op immigranten, de islam en moslims in het algemeen. In een aantal episodes toonde het Sarkozysme zijn ware gezicht: van het opzetten van een ministerie van Immigratie en Nationale Identiteit (wat impliceerde dat de immigranten de enige oorzaak zijn van het veronderstelde vervagen van de nationale identiteit) tot aan de antirepublikeinse toespraak in de zomer van 2010 waarin hij sprak over verschillende categorieën van Fransen. Dit Sarkozysme kenmerkt zich door een verregaande ideologische en culturele platvloersheid. Dat gaat zo ver dat het zelfs voor een groeiend leger van republikeinen ter rechterzijde ondraaglijk wordt. 5. Het verwarren van islam met islamisme, waaraan Sarkozy, minister Guéant en anderen zich voortdurend schuldig maken, is erger dan een vergissing. Het komt neer op het in gevaar brengen van een aanzienlijk deel van onze bevolking, op het verstoren van de eenheid die er ondanks alles nog bestaat. Genoeg gespeeld met de islam. Maurice Szafran

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 21

DO1_Frankrijk.indd 21

24-04-12 12:39


dossier

ecologie

Verbeter(de) wereld Vaardig zonder diploma India drijft op mensen die vaardigheden hebben waarvoor ze geen opleiding hebben genoten. Ze repareren waterpompen, fietsen, noem maar op. Hebben ze een diploma? Nee! Hoe hebben ze het dan geleerd? Door het te doen. De eerste lichting van het Barefoot College in Tilonia, in het Ajmerdistrict in Rajasthan is inmiddels even bedreven in het installeren van zonnepanelen als in het uitrollen van chapati’s.

Traditionele huizen met zonnepanelen in Testa, Ladakh, Zanskar Š Getty

pagina 22 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

DO2_Ecologie.indd 22

24-04-12 15:14


ecologie

dossier

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 23

DO2_Ecologie.indd 23

24-04-12 15:14


dossier

ecologie

De onaanraakbare blotevoeteningenieurs

Vrouwelijke dalits, de ‘onaanraakbaren’ in India, staan op de onderste trede van de samenleving: buiten het kastenstelsel geplaatst en nog eens vrouw ook. Maar een korte technische opleiding en het wonder van het zonnepaneel geeft de eersten onder hen nu aanzien en middelen van bestaan.

H

et was een snikhete dag en er hadden zich zo’n vijftig mensen rond een lemen hut verzameld in Banai Village in de provincie Bodh Gaya van de Indiase deelstaat Bihar. In de hut ging opeens een licht aan en de toeschouwers barstten in luid gejuich uit. Een vrouw van tegen de veertig kwam stralend van het dak van de hut af. Iedereen wilde met haar praten en haar feliciteren, ondersteboven van het feit dat een vrouw uit hun midden voor het eerst elektrisch licht in hun leven had gebracht. Tot dusver hadden ze aangenomen dat alleen ingenieurs uit de stad dat konden. De vrouw, Geeta Rani, oogstte evenveel bewondering als de elektrische lamp en het zonnepaneel boven op het dak. Honderden kilometers verderop, in de deelstaat Rajasthan, klom de energieke negentienjarige Santosh Devi behendig van het dak van haar buren, zonder dat de sjaal op haar hoofd ook maar een millimeter verschoof. Ze had zojuist het zonnepaneel gerepareerd dat ze zelf een paar maanden geleden had geïnstalleerd. Geeta en Santosh luiden een revolutie in. Ze zijn een schoolvoorbeeld van een ‘empowerment’ die verder reikt dan papieren diploma’s. Santos en Geeta behoren tot de eerste lichting zonne-ingenieurs onder de dalitvrouwen, de ‘onaanraakbaren’ in India die buiten het kastenstelsel staan.

Beiden volgden in 2010 een opleiding van zes maanden aan het Barefoot College in Tilonia, in het Ajmerdistrict in Rajasthan. Ze zijn inmiddels even bedreven in het installeren van zonnepanelen als in het uitrollen van chapati’s, de Indiase pannenkoekjes. Het monteren kost ze maximaal een half uur, afhankelijk van de situatie. Het installeren van de panelen duurt langer, ongeveer een uur, soms langer. Op het Barefoot College, in 1972 opgericht door de sociaal-activist Sanjit ‘Bunker’ Roy, zijn duizenden ongeletterde en laaggeletterde mannen en vrouwen afkomstig van het Indiase platteland opgeleid tot zelfstandige ‘barefoot professionals’, variërend van advocaten en timmermannen tot vroedvrouwen.

Barefoot

Naar eigen zeggen koos Roy de naam ‘barefoot’ (‘blootvoets’) omdat de opleiding meer gericht is op praktische vaardigheden en traditionele gebruiken dan op het behalen van een academische graad. ‘Dit hele land drijft op mensen die vaardigheden hebben waarvoor ze geen diploma kunnen laten zien. Ze repareren waterpompen, fietsen, noem maar op. Hebben ze een diploma? Nee! Hoe hebben ze het geleerd?

Door het te doen. Het Barefoot College laat zien wat mensen in India al honderden jaren doen,’ zegt Roy. De school gelooft niet in een van hogerhand opgelegde aanpak. ‘Er bestaan geen grootsteedse oplossingen voor plattelandsproblemen.’ Volgens de website volgt de school een van de fundamenten van Mahatma Ghandi’s leer: dat reeds aanwezige ‘kennis, expertise en wijsheid in dorpen eerst voor ontwikkeling moet worden ingezet voordat er expertise van buitenaf wordt bijgehaald’. Zo worden arme leefgemeenschappen niet uitgebuit maar behouden ze hun onafhankelijkheid. Geavanceerde technologie is welkom zolang die in handen ligt van de betrokken gemeenschappen. Hoewel de school sinds 1989 plattelandsdorpen zonder elektriciteit heeft voorzien van zonne-energie door ongeletterde en laaggeletterde mannen en vrouwen te leren de verlichting zelf in elkaar te zetten, te installeren en te onderhouden, heeft Roy de doelgroep van Barefoot College op het platteland sinds vorig jaar verlegd naar dalitvrouwen. Het doel van het project is niet alleen die vrouwen op te leiden voor het verspreiden van het idee van duurzaamheid door middel van zonneenergie, maar ook om hun positie te versterken met behulp van eenvoudige technologie.

Het proces van zonne-elektrificatie begint met het opsporen van geïsoleerde, slecht bereikbare dorpen die geen elektriciteit hebben. Vertegenwoordigers van Barefoot of bevriende organisaties bezoeken de dorpen om de voordelen van zonneverlichting uit te leggen. Als de dorpen na de demonstratie interesse tonen, wordt er een ouderlingencomité gevormd. Voordat er verder nog iets kan worden gedaan, moet het comité een overeenkomst ondertekenen die garandeert dat families die geïnteresseerd zijn in verlichting op zonne-energie, een of meer vrouwen uit hun familie kiezen om de opleiding te volgen en om zes maanden op de Tiloniacampus te wonen, dat er maandelijks een vast

‘Dit hele land drijft op mensen die vaardigheden hebben waarvoor ze geen diploma kunnen laten zien’

Blotevoetencollege RAJASTHAN

New Delhi Banahi BIHAR

Bombay Barefoot College van Tilonia

600 km

Courrier international

Motherland – New Delhi

pagina 24 28 april tot 14 mei 2012 nr. 12

DO2_Ecologie.indd 24

24-04-12 15:14


dossier

ecologie

CO2

Gehalte CO2 in de atmosfeer. (in deeltjes per miljoen)

+9%

van 1992 tot 2011

Bron Unep 2011

‘Het lijkt wel een droom. Ik verdien geld en kan spullen kopen voor mijn familie. Ik heb me nog nooit zo belangrijk gevoeld’

Kamla is Rajasthan’s eerste zonne-ingenieur © Robert Wallis / HH

Het percentage dalitvrouwen dat kan lezen en schrijven ligt erg laag: slechts 10,9 procent van de meisjes krijgt onderwijs bedrag wordt betaald voor het salaris van de opgeleide zonne-ingenieur en voor alle benodigde materialen, en dat er ergens in het dorp een werkplaats wordt ingericht. ‘Achtergebleven bevolkingsgroepen zoals de dalits, met name in de ontoegankelijke delen van het land, zijn het moeilijkst te benaderen en zij voelen zich ook het meest genegeerd,’ zegt Roy. ‘Maar als ze de voordelen eenmaal inzien, zijn ze zo vereerd dat hun dorp is geselecteerd, dat ze zich ook echt verplicht voelen om er iets van maken.’ De allergrootste uitdaging ligt van meet af aan bij het overtuigen van de familieleden om hun vrouwen te laten reizen en voor zo’n lange periode van huis te gaan. Hoewel de traditionele vooroordelen jegens de dalits vaak dezelfde zijn, krijgen de vrouwen binnen hun eigen gemeenschap ook nog eens te maken met seksediscriminatie en onderdrukking. Bovendien ligt het percentage onder dalitvrouwen dat kan lezen en schrijven erg laag: slechts 10,9 procent van de meisjes krijgt onderwijs. Een groot aantal wordt op jonge leeftijd uitgehuwelijkt, waarmee

een einde komt aan hun scholing. Santosh, die als negenjarige werd uitgehuwelijkt, ging tot haar elfde naar school. Daarna werd ze naar haar schoonfamilie in Balaji-ki-Dhani gestuurd. ‘Toen ik in groep 7 zat, lieten mijn ouders me weten dat ik groot genoeg was om bij mijn man te gaan wonen en het huishouden te doen,’ zegt ze. ‘Ik wilde verder leren maar dat mocht niet.’ Om haar dorst naar kennis te lessen, ging Santosh lesgeven op de dorpschool die door het Barefoot College werd geleid. Zij werd vanwege haar intelligentie en zelfvertrouwen uitgekozen om de opleiding te volgen. Het is geen slecht idee om bij het opleiden van zonne-ingenieurs op vrouwen te focussen. ‘Ze zijn beter afgestemd op hun omgeving en trouwer aan hun wortels. Ze hebben meer geduld en zijn betere leerlingen. Ze blijven in de dorpen en werken aan de vooruitgang van het dorp,’ legt Roy uit. ‘Mannen vertrekken zodra ze hun certificaat in handen hebben meteen naar de stad op zoek naar betere kansen.’ Wanneer de vrouwen klaar zijn met

hun opleiding, keren ze terug naar hun dorp en wachten af tot de school de zonnepanelen stuurt. Voor afgelegen dorpen als die van Geeta, kan het lang wachten zijn, maar niet tevergeefs. Toen de zonnepanelen eindelijk in Geeta’s dorp arriveerden, een paar maanden nadat ze haar opleiding had afgerond, was Geeta bloednerveus. ‘Ik dacht dat ik alles wat ik had geleerd weer was vergeten. Toen ik de snoeren aansloot en het licht ging branden, was ik enorm opgelucht.’

Veel respect

Tegenwoordig maakt de werkplaats van Santosh deel uit van haar tweekamerwoning. Het is een kleine ruimte die oorspronkelijk als keuken was bedoeld, wat duidelijk blijkt uit de lemen oven in de hoek. Haar werktafel staat tegen de muur en er ligt een rij lampen te wachten op reparatie. ‘Ik breng hier minstens drie tot vier uur per dag door,’ zegt Santosh, terwijl ze met de ene hand haar zoontje van anderhalf probeert te sussen, en met de andere hand een lamp openwrikt om hem te repareren. De vrouwen worden op verschillende fronten ‘empowered’. Geeta, die hiervoor nog nooit in haar eentje buiten haar dorp was geweest, zegt: ‘Als ik tegenwoordig in dorpen over de voor-

delen van zonneverlichting vertel, voel ik me zelfverzekerd. Ondanks mijn analfabetisme kan ik de lampen repareren en installeren. Ik ben financieel onafhankelijk en krijg veel respect,’ zegt ze. De verlichting heeft het leven in de dorpen veranderd. De vrouwen hoeven zich overdag niet meer te haasten om werk waar licht bij nodig is af te krijgen. ‘Ik kan nu ’s avonds koken en naaien,’ zegt Santosh. Door de verlichting is het eenvoudiger om kuddes terug naar het dorp te loodsen en kan er ’s avonds huiswerk worden gemaakt. Inmiddels heeft Geeta nog 22 huizen in haar dorp van verlichting op zonneenergie voorzien. Dat heeft ze ook in twee naburige dorpen gedaan. Santosh heeft alle twintig huizen in haar dorp van zonneverlichting voorzien. De vrouw die tot voor kort op het land werkte, in een lemen hut woonde en met moeite wat geld bijeen probeerde te sparen, verdient nu 3000 roepie per maand, woont in een betonnen huisje en is van plan binnenkort een motorfiets voor haar man te kopen. ‘Het lijkt wel een droom. Ik verdien geld en kan spullen kopen voor mijn familie. Ik heb me nog nooit zo belangrijk gevoeld,’ zegt Santosh verlegen. Toch kan er volgens Rajni Tilak, de voorzitter van de dalitvrouwenbeweging, pas echte en langdurige verandering ontstaan als ‘deze vrouwen rolmodellen worden voor hun gemeenschap', en hun kennis delen met andere vrouwen. ‘Je kunt een paar vrouwen emanciperen door ze technologie te geven, maar de invloed die dat op de rest van de gemeenschap heeft, is nog veel belangrijker. Technologie kan een hulpmiddel zijn voor een mentaliteitsverandering.’ Nilanjana Browmick

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 25

DO2_Ecologie.indd 25

24-04-12 15:14


dossier

ecologie

© Cost

Terug naar Rio In juni wordt in Rio de Janeiro een nieuwe milieutop gehouden – en alle voortekenen wijzen erop dat we daar niet te veel van moeten verwachten. Maar als we op de huidige weg doorgaan, redden we het niet, zegt de wetenschap.

Yale Environment 360 – New Haven (VS)

J

e zou er cynisch van worden. In 1992 kwamen ruim honderd wereldleiders, onder wie de Amerikaanse president George H. W. Bush, naar de Earth Summit in Rio de Janeiro. Het was enorm evenement dat twee weken lang de aandacht trok. Het hoogtepunt was de ondertekening van twee baanbrekende verdragen over klimaatverandering en biodiversiteit, en er waren breedvoerige verklaringen over het scheppen van een groene, rechtvaardigere wereld. Op zijn zachtst gezegd: die beloften zijn twintig jaar later nog altijd niet waargemaakt. President George W. Bush brak in feite met het door zijn

vader gesloten klimaatverdrag door te weigeren het Kyotoprotocol te ondertekenen. De uitstoot van broeikasgassen is enorm toegenomen, het plunderen van de natuurlijke hulpbronnen is verhevigd, de natuur is nog steeds op de terugtocht, de wereld is minder rechtvaardig geworden en klimaatverandering is van een ver weg gelegen toekomstdreiging veranderd in de angstaanjagende werkelijkheid. De uitvoering van de voornemens van de top in Rio werd uitbesteed aan een nieuw orgaan: de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling (UN Commission for Sustainable Development, UNCSD). Daar hebt u waarschijnlijk

nog nooit van gehoord. Geen goed teken, want de commissie is belast met de organisatie van een nieuw evenement, Rio+20, dat wordt aangekondigd als de volgende stap in het gereedmaken maken van onze planeet voor toekomstige generaties.

Vrome woorden

Rio+20 wordt in juni gehouden. Je kunt nauwelijks aan de conclusie ontkomen dat de harten van de wereldleiders hier niet sneller van gaan kloppen. De conferentie duurt ditmaal slechts drie dagen (van 20 t/m 22 juni) in plaats van twee weken. President Barack Obama zal er niet bij zijn. De organisatoren zijn zelfs zo benauwd dat er helemaal niemand komt opdagen, dat ze de top een week hebben uitgesteld toen ze

een paar maanden geleden tot de ontdekking kwamen dat het evenement zou samenvallen met de viering van het diamanten jubileum van koningin Elizabeth in Groot-Brittannië en de rest van het Gemenebest. Het uitstel zal waarschijnlijk niet veel helpen. De Britse premier David Cameron heeft nog steeds niet laten weten of hij nu misschien wel van de partij zal zijn. Cameron heeft misschien wel gelijk. Uit de zero draft text (de ontwerptekst voor een nieuwe verklaring), die de UNCSD eind januari publiceerde, blijkt dat de leiders niet zal worden gevraagd iets substantieels te ondertekenen dat twintig jaar geleden niet ook al in de oorspronkelijke Rio-verklaring stond. Er zullen geen nieuwe verdragen komen – wel veel vrome woorden, maar geen actieplan.

pagina 26 28 april tot 14 mei 2012 nr. 12

DO2_Ecologie.indd 26

24-04-12 15:15


dossier

ecologie

+0,4°C

Steeds warmer

Temperatuurafwijkingen (jaarlijks gemiddelde in graden Celsius t.o.v. de periode 1981-1990)

van 1992 tot 2010

Bronnen: Unap 2011, Met Office – Hadley Centre (GB)

Het is natuurlijk leuk en aardig op te roepen tot een ‘groene economie’. Maar volgens de Green Economy Coalition – een groep milieuorganisaties, onderzoeksinstellingen, VN-organisaties, bedrijven en vakbonden – worden in de tekst niet de fundamentele zaken benoemd die nodig zijn voor het verwezenlijken daarvan. ‘Hoe gaan we de financiering van een groene en rechtvaardigere economie op gang brengen?’ vroeg de coalitie zich vorige maand in een verklaring af. ‘Hoe zorgen we ervoor dat de armsten ervan profiteren? Hoe zal een groene economie het beheer over onze natuurlijke leefomgeving kunnen verbeteren?’

Als gevolg daarvan, zegt Andy White, coördinator van het in Washington gevestigde Rights and Resources Initiative, ‘is er niets in de ontwerptekst van Rio+20 te vinden waarin ook maar wordt verwezen naar de rechten van de armen op hun land en hun bossen, ook al weten we dat zij veel beter zijn in het beheren daarvan dan overheden of private ondernemingen’. Als we op dezelfde manier doorgaan, redden we het niet. Nodig is een nieuwe milieuagenda voor een overbevolkte planeet waarvan de hulpbronnen uitgeput dreigen te raken. Het is tijd om de agenda van Rio+20 een nieuwe impuls te geven.

Veel westerse politici vinden misschien dat 2012 vanwege de crisis geen goed jaar is om milieuproblemen aan te pakken Veel westerse politici vinden misschien dat 2012 vanwege de huidige economische crisis geen goed jaar is om milieuproblemen aan te pakken. Maar het tegenargument is dat het roofzuchtige gebruik van de natuurlijke hulpbronnen in de afgelopen twintig jaar een van de redenen is dat we nu in de problemen zitten. De scherpe stijging van de grondstofprijzen is er bijvoorbeeld een gevolg van. Een groene economie is de enige oplossing voor de langere termijn. De realiteit is dat we de afgelopen decennia achteruit zijn gehold. De toenemende macht van opkomende economieën als de Chinese en Braziliaanse leidt er vaak toe dat de internationale duurzaamheidsagenda wordt teruggedraaid. De regeringen van deze landen vinden dat zelfs de huidige, zwakke internationale richtlijnen voor sociale en ecologische normen bij ontwikkelingsprojecten, zoals die bijvoorbeeld zijn voorgesteld door de Wereldbank, hun nationale soevereiniteit ondermijnen en hun economische ontwikkeling hinderen in plaats van ondersteunen.

De milieuwetenschappers van de wereld doen hun best. Zij weten het best hoe de ‘life support’-systemen van de planeet sinds 1992 zijn verzwakt en zij kennen de gevaren van oncontroleerbare ecologische en klimatologische rampen. De International Council for Science (ICSU), die wetenschappelijke organisaties vertegenwoordigt in 140 landen, waaronder de U.S. National Academy of Science, heeft in maart een bijeenkomst gehouden in Londen om druk uit te oefenen op de politici om in Rio tot handelen over te gaan. Het uitgangspunt voor de wetenschappers, aldus de ICSU, is dat ‘de sterke toename van natuurrampen, de problemen met de voedsel- en watervoorziening en het verlies van biodiversiteit slechts een deel van het bewijs vormen dat de mensheid wellicht het vermogen van de planeet aan het overschrijden is en gevaarlijke grenzen nadert’. Op de conferentie in Londen kwam bijvoorbeeld aan de orde dat onderzoekers ‘early warning systems’ ontwikkelen om die naderende grenzen tijdig

te onderkennen. Als zulke systemen veertig jaar geleden hadden bestaan, hadden ze ons wellicht kunnen waarschuwen voor het plotselinge ontstaan van het gat in de ozonlaag boven Antarctica. Tien jaar geleden hadden ze het wegsmelten van het Noordpoolijs kunnen voorspellen. Maar de wetenschap wil niet alleen rampen zien aankomen, maar die ook een halt kunnen toeroepen. Om dat mogelijk te maken, eisen de onderzoekers dat de politici uit hun luie stoel komen. Nieuwe prioriteiten vergen een nieuwe instelling, met nieuwe acteurs. Frank Biermann van de Vrije Universiteit Amsterdam, die aan het hoofd staat van het Earth System Governance Project van de ICSU, heeft de conferentie in Londen voorgehouden dat kleine stapjes niet genoeg zijn en dat ‘we onze nationale en internationale instellingen moeten heroriënteren en herstructureren’.

Natte gebieden

Biermann zegt dat we ‘behoefte hebben aan een constitutioneel moment (...) naar het voorbeeld van de grote verandering na 1945, die heeft geleid tot de oprichting van de Verenigde Naties en andere internationale organisaties’, zoals de Wereldbank. Op zijn minst hebben we zoiets nodig als een VN-Veiligheidsraad voor het milieu, met echte bevoegdheden om de grote vervuilers, de verwoesters van het ecosysteem en de plunderaars van de natuurlijke hulpbronnen ter verantwoording te roepen.

Energiebronnen Ontwikkeling van de energieproductie, ten opzichte van olie (in miljarden tonnen) Waterkracht, aardwarmte, zonne- en windenergie Kernenergie

12

Duurzame brandstoffen, afvalverbranding

10 8 6

Aardgas

4

Kolen

2

Ruwe olie

0 1992

1997

2009

2002

Ontwikkelingen van de grondstoffenwinning (in miljarden tonnen)

+41% van 1992 tot 2005

60

Ertsen t.b.v. de industrie

40 Fossiele brandstoffen Ertsen 20 voor de bouw

Biomassa 0 1992

1997

2002

2005

Bron: Unep 2011

De milieuconferentie is verschoven wegens het diamanten jubileum van Elizabeth II

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 27

DO2_Ecologie.indd 27

24-04-12 15:15


dossier

ecologie

Sleutelen aan de en Zou het een idee zijn als we de mens zelf gaan ombouwen naar een energiezuiniger model (kleiner, minder carnivoor)? De biomedische mogelijkheden dwingen tot nieuwe morele keuzes. Een Amerikaanse filosoof heeft er de argumenten voor.

© Cost

The Atlantic – Washington DC

De top in Rio heeft dringend behoefte aan impulsen van buitenaf De klimaatverandering zal de levens van de meeste mensen op dramatische wijze beïnvloeden door veranderingen in de watercyclus, waardoor natte gebieden nóg natter worden en droge gebieden nóg droger. Om één specifieke aanbeveling te noemen: de wetenschappers willen dat Rio+20 een nieuw systeem voor het waterbeheer inricht, dat wordt belast met de bescherming van internationale rivieren voor de gebruikers stroomafwaarts, en met het behoud van onvervangbare ondergrondse watervoorraden voor toekomstige generaties. Gelukkig – want zij doen dat zeker niet altijd – hebben de wetenschappers een democratische visie omarmd, die wil dat het milieu de mens dient. Het nieuwe milieubeheer moet er volgens de ICSU voor zorgen dat de mens beter in staat is de toekomstige dreigingen te overleven, zeker de allerarmsten, die beschermd moeten worden tegen klimaatverandering, voedselschaarste, natuurrampen en slecht functionerende staten. Dit betekent dat er gewassen moeten worden ontwikkeld die beter bestand zijn tegen droogte, dat arme gemeen-

schappen geholpen moeten worden op behoedzame wijze de bossen en andere ecosystemen te exploiteren voor hun dagelijkse behoeften, en dat gemeenschappen beter beschermd moeten worden tegen overstromingen en andere natuurrampen. De top in Rio heeft dringend behoefte aan impulsen van buitenaf. Op dit moment zijn er in de officiële agenda voor Rio+20 en in de ontwerptekst weinig tekenen die erop duiden dat de politici bereid zijn verder te gaan dan de groene retoriek die we twintig jaar geleden in dezelfde stad van hun voorgangers hebben gehoord. Het was toen al niet genoeg, en dat zal het nu zeker niet meer zijn. Fred Pearce

7 miljard…

M

atthew Liao is hoogleraar filosofie en bio-ethica aan de New York University. Het is niet zijn bedoeling, stelt hij, om specifieke veranderingen in mensen aan te bevelen, of zelfs maar op mensen gerichte gentechnologie in het algemeen. Hij wil alleen dergelijke veranderingen hardop benoemen als een mogelijke, beperkte

Vleespleister moet consumptie helpen terugdringen remedie tegen klimaatverandering. Liao en zijn collega's in dit onderzoek, Anders Sandberg en Rebecca Roache, verbonden aan het Future of Humanity Institute van de universiteit van Oxford, verwerpen elke gedwongen vorm van ingrijpen in de mens. Ze zijn voor modificaties gebaseerd op een persoonlijke keuze, niet voor technocratische dwang.

Groei van de wereldbevolking

1992 5,5 miljard

+26%

2011 7 miljard Bron: Unep 2011

Matthew Liao, u bent sceptisch over de huidige inspanningen om de opwarming van de aarde af te remmen. Hoe komt dat? ‘Ik geloof op zich wel dat sommige van die oplossingen kunnen helpen, maar ik ben bang dat ze ontoereikend kunnen zijn, of in enkele gevallen te riskant. Bijvoorbeeld de marktaanpak – tot nu toe lijkt het knap lastig om uitvoerbare internationale afspraken te maken die resulteren in de

uitwisseling van emissierechten op wereldschaal. Zo heeft het Verdrag van Kyoto niet tot een merkbare afname van de totale uitstoot geleid, en de behoefte aan olie en elektriciteit lijkt in ieder geval behoorlijk onwrikbaar te zijn. En dus wordt het twijfelachtig of we met belasting op de uitstoot van broeikasgassen een afname kunnen bereiken die we nodig hebben om de klimaatverandering echt te lijf te gaan. De grote zorg over grootschalige ingrepen in het milieu is dat zoiets te gevaarlijk is: veel technieken die daarbij een rol spelen zijn nooit eerder op grote schaal toegepast. Dus bestaat de vrees dat die technieken ons of komende generaties schade kunnen berokkenen. Er is bijvoorbeeld voorgesteld om de reflecterende eigenschappen van de atmosfeer te veranderen door sulfaten fijn te vernevelen, zodat een deel van de zonnewarmte wordt teruggekaatst. Maar je zou al doende ook de ozonlaag kunnen vernietigen, en dat zou tot grote andere problemen leiden. Anderen hebben gepleit voor het bemesten van de oceanen met ijzer, omdat je op die manier een kolossale groei van CO2 snoepend plankton kan stimuleren. Maar daarmee kun je ook de zee als leefomgeving voor de vissen bederven, en dat is uiteraard ook behoorlijk dubieus.’ Een van de methoden voor aanpassingen in de mens is een soort medicinaal opgewekte allergie voor vlees. U stelt voor om mensen vlees te laten eten plus een preparaat dat misselijkheid opwekt, waardoor een langdurige afkeer van vleesconsumptie wordt veroorzaakt. Waarom denkt u dat dit invloed kan hebben op de klimaatverandering?

pagina 28 28 april tot 14 mei 2012 nr. 12

DO2_Ecologie.indd 28

24-04-12 15:15


dossier

ecologie

de energiezuinige mens

‘In een veelgeciteerd rapport van de FAO, de voedselorganisatie van de Verenigde Naties, wordt geschat dat 18 procent van de uitstoot van broeikasgassen afkomstig is van de veeteelt, die daarmee trouwens een veel groter aandeel heeft dan het verkeer. Onlangs is zelfs geopperd dat de veeteelt wel 51 procent van de broeikasgassen in de wereld veroorzaakt. Daarnaast zijn er schattingen dat zeker 9 procent van de

uitstoot door mensen het gevolg is van ontbossing, nodig voor uitbreiding van weidegrond ten behoeve van koeien en ander vee. En daarbij zijn de emissies die loskomen uit de mest, of direct uit de beesten, nog niet eens meegerekend. Omdat een groot deel van deze koeien en andere dieren voor de consumptie wordt gefokt, is het duidelijk dat een rem op het eten van dit vlees aanzienlijke ecologische voordelen met zich

meebrengt. Zelfs een bescheiden reductie van 21 tot 24 procent in de consumptie van vlees zou een even grote daling van de emissies betekenen als wanneer alle voedsel op één plek zou worden geproduceerd. Dan zouden de zogeheten ‘voedselkilometers’ tot nul worden teruggebracht. En bedenk wel dat die afkeer van vlees niet per se met een pil hoeft te worden opgewekt. We hebben ook gespeeld met het idee van een pleister die het immuunsysteem kan activeren tegen gangbare koeieneiwitten, wat kan leiden tot een vergelijkbare blijvende afkeer van vleesproducten. Uw artikel behelst ook manieren om mensen kleiner te maken. Waarom is dat een doelmatige manier om klimaatverandering tegen te gaan? ‘Het viel ons onder andere op dat de ecologische belasting die mensen veroorzaken deels evenredig is aan hun lengte. Elke kilogram lichaamsgewicht vereist een bepaalde hoeveelheid voedsel en andere stoffen. Dus onder gelijke omstandigheden zal de langere mens in de loop van zijn leven ook meer

met 21 procent voor mannen en 25 procent voor vrouwen.’ Wat zijn de beschikbare technieken om mensen kleiner te maken? ‘Er zijn meerdere manieren. Je kunt het benaderen via een techniek die de pre-implantatie genetische diagnose wordt genoemd. Die wordt op dit moment toegepast in het kader van IVF-behandelingen in vruchtbaarheidsklinieken. Volgens dit scenario ga je te implanteren embryo’s uitkiezen op basis van lengte. Een tweede manier is het gebruik van een hormoonbehandeling, die ervoor zorgt dat de epifysaire groeiplaten eerder dan normaal gaan sluiten – dit gebeurt nu soms per ongeluk als er sprake is van een overdosis vitaminen. Hormoonbehandelingen worden al gebruikt om bij buitensporig lange kinderen de lengte in bedwang te houden. Een laatste manier om dit aan te pakken is de genetische imprint. Hierbij haak je in op de wedijver tussen de genen afkomstig van de moeder en de vader, wanneer er tussen vader en moeder een groot verschil in lengte is.

‘Beperking van de klimaatverandering kan een groot aantal mensen helpen, daarom beschouwen we het aanpassen van mensen in die context als ethisch verantwoord’

© Beppe Giacobbe

voedsel en energie verbruiken. Er zijn ook andere, minder obligate redenen waarom langere mensen meer energie verstoken dan kleinere: een auto verbruikt bijvoorbeeld meer brandstof per kilometer als er een zwaarder mens in vervoerd moet worden, om langere mensen te kleden is meer textiel nodig, en zwaardere mensen verslijten sneller hun schoenen, vloerbedekking en meubilair dan minder zware. Enzovoort. Dus kan een afname in lichaamslengte een manier zijn om iemands ecologische ‘voetafdruk’ te verkleinen. Als je bijvoorbeeld de gemiddelde lengte in de Verenigde Staten met vijftien centimeter zou kunnen terugbengen, neemt het gemiddelde lichaamsgewicht af

Je kunt stoffen produceren die de activiteit van genen van vader of moeder afremmen of juist aansporen, teneinde de lichaamslengte bij geboorte te beïnvloeden.’ Is het ethisch gezien geen probleem om ouders in staat te stellen zulke onherroepelijke keuzes over hun kind te maken? ‘Dat is een zeer terechte vraag. Ten eerste lijkt het me nuttig onderscheid te maken tussen selectie en aanpassing. Bij selectie heb je eigenlijk niet met onherroepelijke keuzes te maken, omdat het gekozen embryo niet kan klagen dat het liever anders was geweest – hadden de ouders een ander embryo gekozen, dan had het klagende

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 29

DO2_Ecologie.indd 29

24-04-12 15:15


dossier

ecologie

© Beppe Giacobbe

embryo gewoon niet bestaan. Als het om aanpassingen gaat, kan dit zeker een punt worden, maar ook dan lijkt het me raadzaam om even een stap terug te doen en ons af te vragen waarom we eigenlijk naar deze oplossingen zoeken. We overwegen zulke maatregelen omdat we klimaatverandering willen tegengaan. Dit is werkelijk een enorm probleem dat het welzijn van miljoenen mensen kan schaden, waaronder dat van het kind. In dat licht gezien kun je deze oplossing tegenover dat kind wellicht rechtvaardigen, wanneer een aanpassing bij mensen het welzijn van het kind over de hele linie kan bevorderen.’ In het artikel heeft u het ook over het farmaceutisch stimuleren van mede-

leven en onbaatzuchtigheid, omdat deze gedragingen in hoge mate samenhangen met een positieve houding ten opzichte van het milieu. Vindt u het niet moeilijk om biologisch aan mensen te knutselen vanwege een ideaal? ‘Het is zeker ethisch omstreden om bij mensen een ideaal ‘in te bouwen’. Dus met nadruk: dat stellen we ook niet voor. Wat ons voor ogen staat heeft meer te maken met gebrek aan wilskracht. Bijvoorbeeld: ik weet dat ik nog een bijdrage moet sturen naar Oxfam, maar door gebrek aan wilskracht maak ik dat geld misschien nooit over. Als we nu dankzij deze middelen mijn empathische vermogens opschroeven, word ik mijn gebrek aan wilskracht misschien de baas en stort ik dat geld wel.’

Ik ga even doordrukken nu: zou het niet kunnen dat een dergelijke medicatie – farmaceutica die medeleven opwekken – ervoor zorgt dat mensen geheel nieuwe opvattingen krijgen, in plaats van alleen problemen op te lossen die samenhangen met een zwakke wil? ‘Dat is voorstelbaar, ja. En voor alle duidelijkheid: als dat zo is, bevelen we dat zeker niet aan. Wij hebben uitsluitend belangstelling voor vrijwillige aanpassingen en we willen absoluut geen denkbeelden implanteren, bij wie dan ook. Maar zelfs dan nóg kun je zulke denkbeelden beschouwen als van jou afkomstig, omdat ze voortkomen uit een soort opschroeven van eigenschappen die er al zijn. Dus zo kan dit bezwaar wellicht worden omzeild.’

Ik neem aan dat er al middelen zijn die bepaalde gedachten kunnen opwekken. Je kunt je voorstellen dat antidepressiva nieuwe denkbeelden over eigenwaarde kunnen genereren. ‘Dat klopt, en het is een sterke vergelijking. Als je erg pessimistisch bent over de wereld en je neemt een pil die voor een wat positievere blik zorgt, dan is dat effect toch iets waarnaar je al verlangde. In zulke omstandigheden zijn er misschien weinig ethische bezwaren, omdat je van meet af aan naar zo’n positieve blik verlangt en je je bewust bent van de uitwerking die het medicament kan hebben. We zoeken bij deze technieken naar zoveel mogelijk transparantie, zodat mensen zich de gevolgen ervan goed realiseren. Daar vallen die opwekkers van empathie ook onder. Als ze een uitwerking hebben zoals u schetst, zou er op zijn minst een waarschuwingssticker op moeten zitten.’

pagina 30 28 april tot 14 mei 2012 nr. 12

DO2_Ecologie.indd 30

24-04-12 15:16


dossier

ecologie

Als op die manier de emissie van die gassen nauwkeurig wordt verdeeld, geeft dit soort ingrepen het gezin de keuze tussen twee kinderen van gemiddelde lengte of drie kleinere kinderen. In onze opinie biedt zoiets meer vrijheden dan een regeringsbeleid dat stelt: U mag maar één of twee kinderen krijgen. Misschien wil zo’n gezin graag een heel goede basketballer. Dan kunnen ze humane genetica gebruiken om één heel lang kind te krijgen.’ Dit soort ingrepen verschaft alleen meer vrijheid als die vrijheid ernstig beknot is. Dat is nu niet het geval. Bieden deze technieken nog op een andere manier nieuwe vrijheden? ‘Dan keer ik weer terug naar de kwestie van de zwakke wil. Als je verzot bent op biefstuk en dat verlangen weerhoudt je van een besluit dat je anders wel zou nemen, dan stelt je gebrek aan zelfbeheersing ergens toch grenzen aan je wilskracht, en dus grenzen aan je persoonlijke vrijheid. Een vleespleister stelt je in staat om rustig te beslissen of je die biefstuk werkelijk wilt en dat verschaft dus zeker een bepaalde vrijheid.’

In uw artikel stelt u dat sommige aanpassingen in mensen juist meer persoonlijke vrijheid kunnen brengen. Hoe werkt dat? 'Inderdaad. Gezien de ernstige consequenties van de klimaatverandering zijn er voorstellen gedaan om een soort Chinees één-kind-beleid in te stellen. In het Verenigd Koninkrijk heeft een groep artsen onlangs gepleit voor een maximum van twee kinderen. Maar dat zijn uiteindelijk toch gevoelsarme voorschriften – wij voelen veel meer voor iets als een toewijzing van een vast volume broeikasgas per gezin.

Uw artikel richt zich vooral op technieken die relatief veilig zijn. Bracht uw onderzoek ook nog minder veilige technieken in beeld? ‘Eerlijk gezegd wel. Helaas is de wetenschap aan sommige dingen nog niet toe. We hebben gekeken naar kattenogen, de techniek om mensen kattenogen te geven of hun ogen meer op die van een kat te laten lijken. Kattenogen zien overdag vrijwel even goed als die van mensen, maar ’s nachts veel beter. We bedachten dat je veel minder verlichting nodig hebt als iedereen kattenogen zou hebben, en daarmee bereik je een aanzienlijke reductie in wereldwijd energiegebruik. Misschien wel met een verbluffend percentage.

‘Dit soort ingrepen geeft het gezin de keuze tussen twee kinderen van gemiddelde lengte of drie kleinere kinderen’

Maar we weten nog lang niet hoe we dit moeten doen, hoewel je het misschien met genetica voor elkaar kunt krijgen – er bestaan primaten met ogen die sterk op kattenogen lijken. Dus kunnen we die primaten bestuderen en uitzoeken welke genen de code voor die eigenschappen bevatten, waarna we die genen hopelijk in mensen kunnen activeren. Maar dat is allemaal speculatie en gaat nog veel onderzoek vergen.’ Er zullen critici zijn die vinden dat dergelijke technieken op een verwerpelijke manier ingrijpen in de natuur. Wat is uw reactie daarop? ‘Ten eerste vind ik dat het te streng geredeneerd is om te zeggen dat je helemaal niet mag ingrijpen in de natuur. We geven vrouwen bijvoorbeeld een ruggenprik tijdens een bevalling. Dat is eigenlijk een vorm van ingrijpen in de menselijke natuur, maar in het algemeen zijn mensen er blij mee. Bovendien maken mensen zich vaak zorgen over ingrepen in de menselijke natuur die worden verricht vanuit foute motieven. Maar omdat wij geloven dat een beperking van de klimaatverandering een groot aantal mensen kan helpen, beschouwen we het aanpassen van mensen in die context als een ethisch verantwoord project. Dan gaan volgens ons die bezwaren niet op.’

Is er iets voor te zeggen dat de mens moet veranderen om klimaatverandering tegen te gaan, aangezien de mens dat probleem zelf heeft veroorzaakt? Dat we worden afgerekend op het herstel van de schade? ‘Dat was een van de uitgangspunten die ons ertoe brachten om het artikel te schrijven. De gedachte dat wij als mensen de opwarming van de aarde hebben veroorzaakt en daarom misschien ook de kosten moeten dragen die gemaakt moeten worden voor een adequate remedie. Maar los daarvan willen we ook zorgen dat het de mensen aanspreekt – we willen er geen flauw sommetje van maken over een of andere rekening die moet worden betaald. Veel oplossingen die we voorstellen kunnen voor mensen erg aantrekkelijk zijn, vooral die vleespleister. Ik heb onlangs op de universiteit van Yale een lezing gegeven over ons artikel. Er zat een man in het publiek die voor een farmaceutisch bedrijf werkt. Hij had het gevoel dat er voor dit soort aanpassingen een enorme markt zou kunnen ontstaan.’ Ross Andersen

U stelt dat het verzet tegen dit soort oplossingen soms teruggaat op een duidelijke hang naar de status quo. Kunt u dat uitleggen? ‘Natuurlijk. Neem bijvoorbeeld het krijgen van kleinere kinderen. Mensen kunnen zich tegen dat concept verzetten, omdat ze denken dat er een soort optimale lengte bestaat – de gemiddelde lengte van een bevolkingsgroep of zoiets. Maar volgens mij moet je goed bedenken hoe flexibel menselijke eigenschappen zoals lichaamslengte werkelijk zijn. Honderd jaar geleden waren mensen gemiddeld veel kleiner, terwijl er medisch gezien niets aan hen mankeerde. Dus als er vanwege een of andere opvatting over een optimale lengte verzet ontstaat tegen het idee van aanpassingen om de mens kleiner te maken, dan kan die redenering voortkomen uit een hang naar de status quo.’

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 31

DO2_Ecologie.indd 31

24-04-12 15:16


lage landen

nederland

‘Nederland in extra pijnlijke positie’ The New York Times – New York

In de Verenigde Staten is het mislukte Catshuisoverleg niet onopgemerkt gebleven. Vooral de spagaat van Rutte, die zich samen met Angela Merkel hard maakte voor het belang van discipline als antwoord op de schuldencrisis, krijgt aandacht. Bij de bespreking van een eventueel rampenplan, afgelopen weekend, zei de Amerikaanse staatssecretaris van Financiën, Timothy F. Geithner, niks te zien in een noodfonds, maar spoorde hij Europese leiders aan agressief te zijn.

D

e regering van Nederland – een van de laatste landen in Europa waar een onbezoedeld kredietrapport op het spel staat – gaf na de val van het kabinet-Rutte aan dat ze zou doorgaan met haar pogingen de bezuinigingsbegroting erdoor te krijgen, zelfs als ze daarmee het jongste Europese bewind lijkt te zijn dat door de schuldencrisis op het vasteland van Europa tot vervroegde verkiezingen wordt gedwongen. Terwijl kiezers in Frankrijk hun eerste oordeel velden over wie hen de komende vijf jaar zou moeten leiden – en of ze voorstander zijn van besparingsmaatregelen dan wel groeistimulering – werd de Tsjechische regering dit weekend wakker geschud door algemene demonstraties tegen besnoeiingen op de begroting en toenemende ontberingen. In Nederland stortte dit weekeinde na weken van begrotingsoverleg het kabinet-Rutte in elkaar, toen de gedoogpartner, de rechtse PVV van Geert Wilders, weigerde om extra bezuinigingen te steunen die nodig zijn om het begrotingstekort te laten voldoen aan de regels van de Europese Unie. Hoewel de omstandigheden in veel landen vergelijkbaar zijn doordat de belastinginkomsten er door de recessie

lager zijn, bevindt Nederland zich in een extra pijnlijke positie, omdat het land zich stevig naast Duitsland heeft opgesteld ten aanzien van het belang van fiscale discipline als antwoord op de schuldencrisis. De heer Rutte zou weliswaar gevraagd kunnen worden om een nieuwe regering te vormen, maar de andere partijen roepen om verkiezingen, aldus Dick Houtman, professor Sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Naar verwachting zal Rutte aanblijven als waarnemend premier tot er verkiezingen kunnen worden gehouden, waarschijnlijk in september of oktober. Een lange periode van onzekerheid zal de druk op de kredietbeoordeling verder opvoeren, zeker als de regering er in de tussentijd niet in slaagt een begroting aangenomen te krijgen. Vorige week zei Fitch Ratings, een wereldwijde kredietbeoordelaar, dat de begrotingsonderhandelingen nauwlettend in de gaten werden gehouden en er in juni een herwaardering van de kredietstatus komt. ‘Als het land de AAA-status verliest, zijn er nog grotere bezuinigingen nodig, omdat de kosten van leningen waarschijnlijk zullen stijgen’, zei Houtman. Hoewel de twee jaar oude Neder-

Jan Kees de Jager arriveert op het Binnenof voor beraad – © ANP

landse regering extra kwetsbaar was vanwege de afhankelijkheid van de heer Wilders, die een populistische anti-islamcampagne voert, zou het niet bepaald het eerste land in Europa zijn dat het slachtoffer wordt van de financiële crisis. Griekenland, Italië, Ierland, Spanje en Portugal hebben

doelstellingen ten aanzien van het begrotingstekort toen de Nederlandse economie een onverwachte daling inzette. ‘Het geeft aan dat het geen goed idee is om nominale doelstellingen te hebben en die nogal mechanisch af te dwingen’, zei Pisani-Ferry. ‘Er is

‘Er is een duidelijke botsing tussen binnenlandse politiek en dit op regeltjes gebaseerde, technocratische systeem’ allemaal veranderingen voorbij zien komen, en president Nicolas Sarkozy van Frankrijk doet keihard zijn best om een vergelijkbaar lot te ontlopen. Jean Pisani-Ferry, directeur van Bruegel, een economisch onderzoeksinstituut in Brussel, zei dat Nederland anders was omdat het land een veel steviger basis heeft – maar dat het toch in de problemen kwam bij het behalen van

een duidelijke botsing tussen binnenlandse politiek en dit op regeltjes gebaseerde, technocratische systeem.’ Net als de verkiezingen in Frankrijk en die in Griekenland volgende maand, zullen de Nederlandse verkiezingen in ieder geval voor een deel een referendum vormen over het nieuwe, strakker aangehaalde regelboekje voor de euro, waarin wordt

pagina 32 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

LL_Nederland.indd 32

24-04-12 14:23


lage landen

nederland

Een periode van onzekerheid zal de druk op de kredietbeoordeling verder opvoeren geëist dat bestedingen worden beteugeld om het vertrouwen in de gezamenlijke munt te herstellen. Gezien het sombere economische perspectief in bijna het hele vasteland van Europa beschouwen veel economen de hang naar bezuinigen als contraproductief. In een verklaring stelde Geert Wilders zaterdag dat de bezuinigingen zijn aanhangers te veel pijn zouden doen,

met name de pensioengerechtigden. ‘We willen niet dat de gepensioneerden moeten bloeden, alleen maar om aan een dictaat uit Brussel te voldoen’, zei hij volgens het radiostation NWR. De Nederlandse minister van Financiën, Jan Kees de Jager, betoogde dat het ‘goed voor alle Nederlanders’ was, met name voor ‘kwetsbare groeperingen’ in de samenleving, om het investeringsvertrouwen in Nederland hoog te houden, ‘omdat het banen creëert in ons land’. ‘We zullen onze begroting consolideren en onze economie hervormen, niet vanwege Europese regels of Brussel, maar om de situatie in ons land te verbeteren’, zei hij voor zijn vertrek uit Washington.

Minister De Jager zei ook dat de regering ‘op zoek zou gaan naar een meerderheid in het parlement om de benodigde maatregelen te implementeren’. Maar dat zou met de steeds heter wordende campagnestrijd wel eens lastig kunnen worden. In Washington, waar hij vergaderingen van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank bijwoonde, zei hij dat Europa belangrijke voortgang had geboekt in het kalmeren van de euroschuldencrisis door middel van nauwere fiscale afstemming en bezuinigingsbegrotingen. Maar hij probeerde ook de aandacht van Europa af te leiden door te stellen dat hoge schulden in landen als Japan en de Verenigde Staten een bedreiging

Kabinet-Rutte: slachtoffer stabiliteitsverdrag van de EU Volgens de Berliner Zeitung was de relatie tussen premier Rutte en Geert Wilders al lange tijd verstoord en is het ironisch dat het kabinet nu de dupe is van het

Europese verdrag dat met expliciete steun van de VVD tot stand kwam. Berliner Zeitung – Berlijn

I

n de politiek is het niet anders dan in de liefde. Nu eens wordt er iets te weinig gesproken, dan weer iets te veel en er is zo’n moment waarvan iedereen achteraf zegt: toen begon het bergafwaarts te gaan. In de Nederlandse regeringscoalitie tekende zich vorig jaar september al het einde van de relatie af. Toen blafte de rechtse populist Geert Wilders in het parlement tegen de liberale premier Mark Rutte: ‘Doe eens normaal, man!’ En de aangesprokene beet van zich af: ‘Doe lekker zelf normaal!’ Vanaf dat moment was het voor iedereen duidelijk dat de verstandhouding tussen Rutte en Wilders, wiens Partij voor de Vrijheid de minderheidsregering in Den Haag gedoogde, verstoord was. Dalende peilingen maakten Wilders nerveus. Zaterdagavond trok hij in de strijd om het bezuinigingspakket zijn steun voor de coalitie in; waarschijnlijk worden er in september nieuwe verkiezingen gehouden. Hij en het land hebben een moeizame tijd achter de rug. Zeven weken lang

zagen de Nederlanders hun premier bijna dagelijks naar het voorname Catshuis in Den Haag fietsen. Zeven weken lang overlegde de coalitie van liberalen en christen-democraten met gedoogpartij PVV over bezuinigingsmaatregelen. Het nieuwe stabiliteitsverdrag van de EU maakte bezuinigingen van 16 miljard euro noodzakelijk. Daarvoor moest onder andere voor 750 miljoen euro worden gesneden in de ontwikkelingshulp. Ook was er voorzien in een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd naar 66 jaar vanaf 2015, evenals in een btw-verhoging met twee procentpunt naar 21 procent. De eigen bijdrage aan de zorgverzekering moest stijgen en de hypotheekrenteaftrek worden afgetopt. Dat moest 14,2 miljard euro opleveren. Maar vlak na aanvang van de beslissende ronde op zaterdagavond trok Wilders zijn gedoogsteun in. Hij zag niet in waarom de Nederlandse gepensioneerden ‘moesten bloeden’ voor dictaten uit Brussel, zei hij met het oog op de geplande belastingverhoging. Het kabinet-Rutte is daarmee het eerste slachtoffer van het nieuwe

stabiliteitsverdrag van de EU, waarin een begrotingstekort van de individuele landen stevig aan banden is gelegd. Dat is niet gespeend van enige ironie. Het was Rutte die als trouwe bondgenoot van de Duitse bondskanselier Angela Merkel de totstandkoming van het Europese verdrag bevorderde. Helemaal gefaald heeft Rutte niet. Zijn liberale VVD doet het goed in de peilingen en is de grootste partij. De

voor de internationale financiële stabiliteit bleven, ook al stonden die niet meer in de schijnwerpers. Op een bijeenkomst dit weekend probeerden functionarissen manieren te zoeken om rampenplannen te versterken voor het geval de schulden verergerden. De staatssecretaris van Financiën van de Verenigde Staten, Timothy F. Geithner, wees het beschikbaar stellen van meer geld voor een noodfonds van de hand, maar spoorde Europese leiders aan agressief te zijn. Paul Geitner

anti-Europakoers een tijdje de grootste partij was in de peilingen. De partij van Wilders heeft daarentegen niet van de samenwerking geprofiteerd. De PVV staat in de peilingen slechts op de vierde plaats. Ook daarom voert Wilders niet meer alleen een anti-islam- en anti-Europacampagne, maar speelt hij met zijn strijd tegen de btw-verhoging ook voor verdediger van de verworven rechten van een angstige middenklasse. Het rommelt in de partij van Wilders. Eén lid heeft de fractie al verlaten. Wilders wordt er niet ongerust van. Hij is allang op zoek naar een nieuw podium. Marked for Death. Islam’s War Against the West and Me luidt de titel van zijn nieuwe boek. Op 1 mei gaat hij het presenteren. In New York. Wat een podium voor de verkiezingsstrijd in eigen huis. Peter Riesbeck

Dalende peilingen maakten Wilders nerveus. Zaterdagavond trok hij in de strijd om het bezuinigingspakket zijn steun voor de coalitie in christen-democraten zijn gemangeld tussen Europese verantwoordelijkheid en sociaal-politieke pretenties, en zijn in de peilingen de op vier na grootste partij. Daarmee liggen ze achter op de sociaal-democraten, die onder de nieuwe leiding van Diederik Samsom de samenwerking met Rutte wat betreft Europa opzegden, en de linkse SP, die met een populistische

Een overzicht van de berichtgeving in de internationale pers over de val van de gedoogcoalitie is te vinden op de site van 360, www.360magazine.nl

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 33

LL_Nederland.indd 33

24-04-12 14:23


europa

finland

De gelukkige klas – Finse versie Dagens Nyheter – Stockholm

Gelukkige leerlingen die goed presteren, gewaardeerde leerkrachten die uitstekend worden opgeleid en goed worden betaald; door veeleisendheid te koppelen aan steun én vrijheid voor de leerlingen, is het Finland gelukt op de eerste plaats in Europa te komen bij een wereldwijde vergelijking van onderwijssystemen.

L

ange tijd had Zweden op onderwijsgebied een ruime voorsprong op Finland. Het land had jarenlang geïnvesteerd in scholen, de gebouwen gemoderniseerd, nieuw materiaal aangeschaft en alternatieve onderwijsmethoden beproefd. Tot aan het begin van de jaren negentig was er maar weinig belangstelling voor het Finse onderwijssysteem, maar des te meer voor het Zweedse. Dat was vóór 2000 toen Pisa werd gelanceerd, een driejaarlijks internationaal onderzoek naar de leerprestaties

© Erol Gurian / HH

van vijftienjarigen op het gebied van leesvaardigheid, wiskunde en natuurwetenschappen. Daarbij behaalde Finland niet alleen de beste resultaten van heel Europa, maar het wist zelfs diverse Oost-Aziatische landen voor te blijven. Niet alleen was het niveau van de Finse leerlingen omhooggegaan, het aantal leerlingen met leerproblemen was uitzonderlijk laag. Finland was plotseling een modelland geworden, en dat zonder enorm veel geld in het onderwijs te investeren. Het land had inmiddels, met meer succes, de sociale doelen bereikt die Zweden zich had gesteld en daarbij een andere weg gevolgd dan de Zweedse hervormers. In Zweden werd door diverse onderwijsspecialisten naar een verklaring gezocht. Waren de goede resultaten van Finland niet te danken aan een ijzeren discipline in de klassen? Of kwam het doordat Finland niet evenveel vluchtelingen had opgevangen als Zweden? Nee, de verklaring ligt elders, zo blijkt. De Finse peruskoulu (de verplichte school voor leerlingen van zeven tot zestien jaar) is gebaseerd op een realistisch en steekhoudend programma dat redelijke doelstellingen nastreeft, die in voldoende concrete termen worden uitgedrukt. De leerkrachten hebben een duidelijk beeld van wat in elk vak en elke klas van de leerlingen wordt verwacht. In de eerste klas ligt de nadruk op de leesvaardigheid, en dat leidt vanzelf tot goede resultaten in natuurwetenschappen en wiskunde, omdat de leerlingen begrijpen wat er van hen wordt gevraagd. De kinderen hebben van maandag tot donderdag les, maar zijn vaak om twee uur ’s middags klaar, en dat geeft ze veel tijd voor sport en andere vrijetijds-

besteding. Een van de doelstellingen is de leerlingen bewust te maken van hun sterke en hun zwakke kanten in de verschillende vakken, zodat ze een nauwkeurig idee krijgen van hun aanleg. Ze worden beoordeeld op een schaal van vier tot tien.

Inhaalsysteem

Ook heeft Finland een doeltreffend inhaalsysteem ingevoerd, dat primair is bedoeld om de leerling een opgelopen achterstand op de rest van de klas zo snel mogelijk teniet te laten doen. Een van de bijzonderheden van het Finse onderwijssysteem is dat er een uitgebreid pakket aan aantrekkelijke beroepsopleidingen wordt aangeboden, dat zo goed is dat de helft van de vijftienjarigen een technische studierichting kiest. Dit motiveert jongeren met een afkeer van studeren, omdat ze weten dat ze een andere weg kunnen kiezen dan het simpelweg vervolgen van de verplichte schoolopleiding. Nog een voordeel van het systeem: de school voor algemeen hoger onderwijs (voor jongeren tussen de zestien en negentien jaar) ontvangt leerlingen die werkelijk zin hebben om theoretische vakken te leren. De leerlingen moeten 75 studiepunten halen voor vakken die soms verplicht zijn en soms optioneel,

maar die in veel gevallen maar een korte periode beslaan, bijvoorbeeld vijf weken. De leerlingen stellen dus zelf hun programma samen. Om een Fins einddiploma te halen, moeten alle lessen zijn gevolgd en moeten er minimaal vier schriftelijke examens met succes zijn afgelegd, waaronder een examen in de moedertaal, die voor 94 procent van de leerlingen Fins is en voor 6 procent Zweeds. Daarnaast hebben de leerlingen de keus uit minimaal drie van de vier volgende vakken: de tweede officiële taal van het land (dus Zweeds of Fins), een vreemde taal (dikwijls wordt dat Engels), wiskun-

Als er één ding onderstreept moet worden in de analyse van het Finse succes, dan is het wel het belang van het lezen

pagina 34 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Europa.indd 34

24-04-12 12:00


europa

finland

onderwijssysteem. De toekomstige leerkrachten weten dat ze met zorg worden uitgekozen, en hun docenten weten dat ook, en dat leidt tot het tegenovergestelde van een vicieuze cirkel. Wanneer de kersvers afgestudeerde Finse leerkrachten aan het werk gaan, weten de leerlingen en de ouders van de leerlingen dat ze competent zijn en als zodanig zijn erkend. Wie zou er ruzie zoeken met een wereldkampioen? En dit leidt er op zijn beurt weer toe dat mensen van een goed niveau zich op het vak van leerkracht oriënteren.

Een van de doelstellingen is de leerlingen bewust te maken van hun sterke en hun zwakke kanten

Finse schoolklas – © Erol Gurian / HH

de en een natuurwetenschappelijk of menswetenschappelijk vak. De nadruk valt op de talen en wiskunde. Overigens hebben de leerlingen de mogelijkheid schriftelijke examens in een of meer andere vakken af te leggen, al naargelang de gekozen richting en hun ambitieniveau. Ze zijn niet verplicht de lessen voor die vakken te volgen om er examen in te mogen doen en ze kunnen er eveneens voor kiezen alvast het examen voor het volgende jaar te doen. Ook kunnen ze het examen naderhand overdoen als ze niet tevreden zijn over het behaalde resultaat. Uiteindelijk kan ook een leerling die een beroepsopleiding heeft gevolgd doorstromen naar het algemeen hoger onderwijs door de vier verplichte schriftelijke examens af te leggen. Anders gezegd, het Finse systeem combineert veeleisendheid, hulp aan de leerling en vrijheid, door tijdens de verplichte opleiding het accent op de hulp aan de leerling te leggen en naderhand op de vrijheid. Maar in

wezen blijft de eis dezelfde: de leerling moet werken. De grote keuzevrijheid voor de leerlingen zou een belangrijke verklaring kunnen zijn voor de goede resultaten die ze behalen. Voor jongeren die niet in het algemeen onderwijs willen blijven, gloort aan het eind van het negende jaar (als ze vijftien zijn) het uur van de vrijheid, terwijl anderen worden gemotiveerd door de mogelijkheid hun eigen programma samen te stellen. Toelating tot het hoger onderwijs geschiedt op grond van behaalde resultaten, en de leerlingen weten dus dat een goede cijferlijst hen in staat stelt hun toekomst te bepalen, net zoals ze weten dat voor een universitaire studie een toelatingsexamen moet worden afgelegd. Finland combineert de steun aan leerlingen met leerproblemen en de vrijheid om de juiste vakken te kiezen met een derde succesfactor: kwaliteitsleerkrachten. Het beroep van leerkracht staat in zo’n hoog aanzien dat de oplei-

dingen voor elke studieplek op vijf tot tien kandidaten kunnen rekenen. Alle opleidingen eisen een uitstekende cijferlijst, ook voor toekomstige leerkrachten in het kleuter- of basisonderwijs. De studenten worden op grond van verschillende criteria geselecteerd: de eindexamenresultaten, de cijfers voor schriftelijke toetsen en een toelatingsexamen dat ook een gesprek omvat. Het doel van dit gesprek is de kandidaten eruit te schiften wier persoonlijkheid duidelijk niet geschikt is voor het beroep van leerkracht, maar ook wordt bijzondere aandacht besteed aan de beheersing van de moedertaal, en het gebeurt maar zelden dat een Zweedstalige wordt toegelaten tot een Finstalige opleiding, en andersom.

Eigen waarde

Deze dubbele prioriteit die wordt gegeven aan het taal- en leesvaardigheidsniveau van de leerkracht is ongetwijfeld een van de belangrijkste verklaringen voor de goede resultaten van het Finse

Laten de goede resultaten van het Finse systeem zich verklaren door een ijzeren discipline? Integendeel. Men vindt in Finland goede leerkrachten wier gezag niet onophoudelijk op de proef wordt gesteld door de leerlingen en die zich dus in de klas een meer ontspannen houding kunnen permitteren – zonder dat dit ten koste gaat van de resultaten. Men vindt er verstandige leerkrachten, zich bewust van hun eigen waarde, die voor werkmethoden kiezen waarin ze geloven. In Finland gaat men uit van het principe dat de leerkracht over voldoende onderwijskwaliteiten beschikt, en dat het de stof is die onderwezen wordt. De leerkracht verandert pas van methode als hij ervan overtuigd is dat een nieuwe methode doeltreffender is. Door de erkenning die het vak geniet is het geven van onderwijs geen beroep zoals ieder ander, maar een roeping waarvoor de leerkracht zich persoonlijk inzet. De Zweedse onderwijsmethode is lange tijd gericht geweest op de materiële middelen en de werkmethoden, vooral op de autonomie, op het groepsgewijs werken en het gebruik van informatica. De leerkracht werd slechts als een ‘facilitator’ beschouwd die zich op de achtergrond hield.

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 35

Europa.indd 35

24-04-12 12:00


europa

Het beroep van leerkracht staat in zo’n hoog aanzien dat de opleidingen voor elke studieplek op vijf tot tien kandidaten kunnen rekenen Wanneer de Finnen zich over hun eigen resultaten buigen, spreken ze niet zelden over het introduceren van meer souplesse in het systeem, het versterken van de goede elementen daarvan en het verbeteren van het wiskundeonderwijs. Over het opnemen van immigrantenleerlingen in Finland zijn nog geen cijfers bekend, maar enkele studies lijken erop te wijzen dat de verschillen tussen de Zweedse en de Finse resultaten niet door immigratie worden veroorzaakt. Zweden laat nooit na te benadrukken dat veel Finse leerlingen verklaren niet graag naar school te gaan. De Finse overheid heeft geprobeerd hiervoor een verklaring te geven door op te merken dat haar leerlingen, die elk jaar tot de besten behoren en het vak van leerkracht tot hun favoriete beroepen rekenen, zich niet ongelukkig lijken te voelen in de schoolbanken, maar dat het daarom misschien goed staat om te zeggen dat je niet graag naar school gaat.

Belang van het lezen

Als er één ding onderstreept moet worden in de analyse van het Finse succes, dan is het wel het belang van het lezen. Dat benadrukken leerkrachten en overheid in koor. De leerlingen die de beste resultaten behalen zijn degenen die het meest lezen. De liefde voor lezen heeft een veel grotere invloed op de schoolresultaten dan het onderwijsniveau of de financiële middelen van de gezinnen. En door het lezen van literatuur heb je de meeste kans om je leesvaardigheid te ontwikkelen. Anders gezegd, je kunt niet verwachten goede resultaten te halen met een groep leerlingen die niet leest, en je kunt evenmin wonderen verwachten van een inhaalsysteem als de leerling niet tegelijkertijd leest, buiten de school om. Inger Enkvist

italië

Italiaans offensief tegen geelblauwe Zweedse opmars Corriere della Sera – Milaan

Als we de lokale Italiaanse kranten moeten geloven, lijkt het wel of de Zweedse multinational Ikea de katalysator is van alle verschijnselen in de samenleving. In het zuiden staan mensen in de rij om te worden aangenomen bij het bedrijf, centrum-rechts in het noorden wil de vestiging van een filiaal verhinderen.

D

e realiteit is dat Ikea inmiddels overal in Italië is gevestigd, ondanks de recessie die blijft knagen aan opbrengsten en winst, en als een van de weinige multinationals personeel aanneemt en er zelfs in geslaagd is geld te verdienen met food. Dankzij de restaurants die Ikea in haar winkels heeft geopend en waar bosbessen, Zweedse gehaktballetjes met marmelade en zalm in allerlei sauzen worden geserveerd. De Italiaanse lokale politiek heeft gemerkt dat Ikea alom aanwezig is en begrijpt tegenwoordig dat beslissingen die het warenhuis uit Zweden betreffen in verschillende kiesdistricten nauwkeurig onder de microscoop worden gelegd en het lot van een burgemeester kunnen bepalen. Laten we de middenstand nemen. De middenstanders houden beslist niet van Ikea en dringen er bij de plaatselijke instanties op aan om het bedrijf buiten de deur te houden. In Casale sul Sile, in het gewest Treviso, staan de winkeliers – over het algemeen kiezers van centrum-rechts – zij aan zij met milieuactivisten, centrum-linkse aanhangers van Vendola en de zogenaamde grillini, aanhangers van de nieuwe politieke beweging Il MoVimento 5 Stelle (de vijfsterrenbeweging) van de cabaretier Beppe Grillo. Samen vormen

zij een ongebruikelijke alliantie om de burgemeester ervan te overtuigen dat hij nee moet zeggen tegen de opening van een nieuwe vestiging van Ikea met 1300 nieuwe arbeidsplaatsen. De directeur van de Italiaanse ondernemersvereniging Confcommerio, Guido Pomini, heeft fel uitgehaald naar ‘de gigantische schade aan het milieu en het wegennet’ en gewaarschuwd ‘tegen het nieuwe cementeren’. Het offensief van de winkeliers heeft geleid tot veel buikpijn bij de Lega Nord en pas maandag 24 maart, na een impasse van maanden, heeft het overlegorgaan van de stadsprovincie Treviso groen licht gegeven voor het leggen van de eerste steen van een nieuw winkelcomplex. De meubelproducenten in NoordoostItalië waren aanvankelijk zelf ook huiverig voor de Zweedse opmars, maar zij strijden nu met elkaar om leverancier van de multinational te mogen worden. Zo ontstaat tussen het winkelcomplex van Villesse langs de A4 en dat in Treviso een soort Ikeadistrict: Italiaanse bedrijven die het overgrote deel van hun omzet danken aan de verkoop aan de Scandinaviërs en daar trots op zijn. De winstmarges zijn heel klein omdat Ikea weliswaar het imago heeft sober en elegant te zijn, maar wanneer het om contracten

gaat aan niemand een cent weggeeft, en dat komt wel eens naar buiten tijdens vergaderingen van meubelmakers.

Gegeneerde glimlach

Maar wanneer de Zweden genoemd worden voor een publiek van industriëlen en meubelfabrikanten uit de streek Brianza volgen er altijd gegeneerde glimlachjes. Want het uitzonderlijke succes van de geelblauwe multinational is voor het Made in Italy een pijnlijk schot in eigen doel. Als er één nationaal-economisch systeem was dat zichzelf had moeten voorzien van een winkelketen die in staat was om consumenten van alle doelgroepen naar de eigen winkels te lokken, is dat beslist het Italiaanse. Maar omdat de retailcultuur er ontoereikend is, hebben de Italianen een tik gekregen van de Zweden en vervolgens van de Fransen (Decathlon/sportartikelen) en nóg een van de Spanjaarden (Zara/kleding). Ikea heeft ambitieuze plannen voor Italië: 700 miljoen euro investeren en een dozijn nieuwe winkels openen in een conjunctuur waarin banen goud waard zijn. Al meer dan een jaar geleden kwamen er in Catania (Sicilië) voor 240 arbeidsplaatsen binnen 72 uur 24.000 aanmeldingen binnen. Volgens berekeningen zou van de 600.000

Ikea sponsort het eerste onderzoek in Italië naar de integratie van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transseksuelen op de arbeidsmarkt

pagina 36 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Europa.indd 36

24-04-12 12:06


europa

italië

mensen waaruit de totale bevolking van Catania en omstreken bestaat ten minste 13 procent de droom koesteren om verkoper, magazijnmedewerker, telefoniste, boekhouder of serveerster bij Ikea te worden. In Bari en Salerno ging het in de voorgaande jaren precies zo. In Bari meldden zich 30.000 kandidaten voor 262 banen, in Salerno 21.000 voor 210 banen. Het is duidelijk dat de managers van Ikea met dit ‘oorlogspotentieel’ veel macht hebben om de lokale instellingen te beïnvloeden. De Italiaanse concurrenten vertellen over vriendjespolitiek door het hele land die de toegangswegen tot de geelblauwe magazijnen weet om te leggen. De zogenaamde Ikea-variant zou het eerste verzoek zijn waar een burgemeester mee te maken krijgt en

waartegen hij, zo beweren de concurrenten altijd, nooit nee kan zeggen. In de Abruzzen waren de afgelopen weken 200 banen bij Ikea beschikbaar en 30.446 inwoners van de streek bezochten de site van het bedrijf om te solliciteren. De bestuurders van San Giovanni Teatino vatten het plan op om een nieuw soort Italiaans-Zweedse uitwisseling op te zetten. Maar de politici van de Abruzzen hebben blijkbaar de krachtsverhoudingen onderschat en zijn zo voor schut gezet.

Gemeenschap

Terwijl de grote designers zeggen dat de Scandinaviërs na-apers zijn die alleen maar hun eigen trendwatchers de wereld rond sturen en laten zoeken naar nieuwe ideeën om na te maken,

past de multinational in woninginrichting voortdurend haar imago van maatschappelijke betrokkenheid en moderniteit aan. Recentelijk heeft het bedrijf zelfs het eerste onderzoek gesponsord dat in Italië is uitgevoerd naar de integratie van homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transseksuelen (afgekort: HLBT’s) op de arbeidsmarkt. De resultaten werden in Milaan gepresenteerd door HLBT-voorvechter Ivan Scalfarotto: van de 500 medewerkers van Ikea had 14 procent op het enquêteformulier ingevuld dat hij of zij HLBT was. Daaruit konden de managers van Ikea opmaken dat ‘men kan beginnen op de werkplek om het idee gestalte te geven van een gemeenschap en van aandacht hebben voor elkaar, dat de laatste jaren in Italië zo is afgebrokkeld’. Om de cirkel te sluiten moet er nu

alleen nog iemand komen die in de huidige ideologische crisis op het idee komt om de Politieke Partij Ikea op te richten. Rechtvaardigheid en gemak. Dario Di Vico

Tussen het winkelcomplex van Villesse en dat in Treviso ontstaat een Ikea-district

© Beppe Giacobbe

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 37

Europa.indd 37

24-04-12 12:06


de amerika’s

mexico

Mexicaanse veiligheidschef is verliefd op tv-camera’s

Poceso – Mexico-Stad

De hoogste chef van de Mexicaanse veiligheidsdienst, Genaro García Luna, voorheen de baas van de Mexicaanse federale politie, is dol op de aandacht van televisie-camera’s. Iets te dol wellicht. Maar zijn optreden leidt in elk geval de aandacht van het publiek af van politiek moeilijke kwesties.

E

en zogenaamde ontvoerder, vermoord door agenten van de Agencia Federal de Investigación (AFI) in 2002. Een indiaanse vrouw van het Otomí-volk, valselijk opgevoerd als kidnapster van zes agenten van de AFI in maart 2006. Een dominee, die een vliegtuig zou hebben gekaapt maar geen explosieven bij zich had en de passagiers ook niet had bedreigd, voor het oog van de camera door Genaro García Luna, baas van de AFI, persoonlijk in de boeien geslagen in september 2009. Enkele journalisten van het mediabedrijf Televisa y Grupo Milenio, schijnbaar bevrijd door de AFI in juli 2010. En dan was er nog een opzetje in 2010 rond de moordaanslag op de Paraguayaanse voetballer Salvador Cabañas in de nachtclub Bar-Bar in Mexico Stad, met het doel de baas van de nachtclub de schuld in de schoenen

© Boligán – El Universal, Mexico

te schuiven. (Cabañas, bij de aanslag in het hoofd geschoten, speelde op 15 april van dit jaar overigens weer zijn eerste wedstrijd.) Naast tientallen andere voorbeelden zijn dit de meest geruchtmakende ‘ensceneringen’ in elkaar gezet door Genaro García Luna, voormalig hoofd van de AFI (de Mexicaanse versie van de FBI) en tegenwoordig topman van de Mexicaanse veiligheidsdienst (de Secretaría de Seguridad Pública of SSP). García Luna werkte bij die ensceneringen samen met Televisa, met goedkeuring van de vorige en de huidige president van Mexico, beiden lid van de PAN (Partido Acción Nacional).

die het meest wordt bekeken en waar dus een grote invloed op het publiek vanuit gaat. Het betreft geen toevalstreffers of televisiegenieke excessen. De ensceneringen dienen de politieke oogmerken van zowel de regering als van de SSP. Juan Manuel Magaña, voormalig chef nieuwsdienst van het tv-programma Primero Noticias, uitgezonden op het tweede net van Televisa, beweert dat ‘achter de spectaculaire optredens van de politie die op de televisie kwamen, altijd een reden school die niet uitsluitend journalistiek was’. In de tijd van de zaak-Florence Cassez moest de aandacht worden afgeleid

van het schandaal rond Marta Sahagún de Fox, echtgenote van de toenmalige president Vicente Fox. De presidentsvrouw werd ervan beschuldigd dat zij haar twee zoons uit een eerder huwelijk op onoirbare wijze zou laten profiteren van hun moeders positie en haar politieke relaties. Op 30 maart 2002, vlak voordat de onderhandelingen zouden beginnen tussen Televisa en de regering van president Vicente Fox om de nieuwe Wet op radio en televisie in de koelkast te zetten, lieten de AFI en de Proceduría General de la República (PGR, het bureau van de procureur-generaal) weten dat een diepgaand onderzoek

Geen toevalstreffer

Voor en na de geruchtmakende affaire rond de Française Florence Cassez (zie kader) specialiseerden de agenten onder leiding van García Luna zich in ‘ensceneringen’ die bedoeld waren om live op tv te worden uitgezonden, in het bijzonder via Televisa, de zender

Genaro García Luna ensceneert spectaculaire arrestaties en bevrijdingsacties na ontvoeringen en kapingen

pagina 38 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

De Amerikas.indd 38

24-04-12 12:10


de amerika’s

mexico

In plaats van schadevergoeding te ontvangen, werd het slachtoffer ineens in staat van beschuldiging gesteld

had geleid tot de aanhouding van Guillermo Vélez Mendoza, lid van de bende kidnappers die bekend staat als Los Ántrax. Dezelfde dag waarop Vélez Mendoza werd opgepakt, liet de politie de echte leider van de bende, Jaime Orozco, ontsnappen. Vélez’ vader, Guillermo Félix Pelayo, kreeg op 31 maart het bericht dat zijn zoon in een dienstwagen was overleden aan ‘een natuurlijke dood door onbekende oorzaken’. In mei 2002 bevestigde de Nationale Commissie voor de Mensenrechten dat Vélez Mendoza onder valse voorwendselen uit zijn woning was gehaald en dat er tegenstrijdigheden bestonden tussen de verklaringen van de agenten van de AFI en wat de vermeende slachtoffers van de ontvoering beweerden. Om dat vuiltje weg te werken, dwong de AFI Jaime Orozco voor de tv-camera’s te verklaren dat Guillermo Vélez Mendoza zijn handlanger was. De familie Vélez spande een rechtszaak aan tegen de PGR en won het proces.

De nagedachtenis van de vermoorde jongeman werd van alle smetten gezuiverd en er moest smartengeld worden betaald. Op 3 augustus 2006, te midden van het tumult dat na de verkiezingen was uitgebroken, werd Jacinta Francisco Marcial, een indiaanse vrouw van het Otomí-volk, door agenten van de AFI onder valse voorwendselen van Santiago Mexquititlán naar de stad Querétaro meegenomen. Op 26 maart was er koopwaar van haar gestolen door zes politiemensen en nu zou haar schadevergoeding worden aangeboden. Maar tot haar verbazing werd Jacinta voor de media opgevoerd als verantwoordelijk voor de ontvoering van zes agenten van de AFI. Op 19 december 2008 werd ze veroordeeld tot 21 jaar gevangenisstraf en een boete van tweeduizend dagen minimumsalaris. Haar vermeende helpers, Alberta Alcántara en Teresa González, kregen ook gevangenisstraf. Het Centrum voor mensenrechten Miguel Agustín Pro nam de verdediging

van de vrouwen op zich. Onder nationale en internationale druk werd Jacinta op 16 september 2009 in vrijheid gesteld. Ze had toen drie jaar in de gevangenis doorgebracht. Op 9 september 2009, aan de vooravond van het debat in de Verenigde Staten over het korten op de gelden die in het kader van drugsbestrijding naar Mexico werden overgemaakt, verscheen op de internationale luchthaven van Mexico Stad García Luna voor de camera’s om snoevend mee te delen dat dankzij een spectaculaire actie Josmar Flores Pereira was gearresteerd, een dominee van Boliviaanse afkomst, die een toestel van Aeroméxico, op een vlucht vanuit Cancún, zou hebben gekaapt. García Luna beweerde dat de AFI de gijzelaars had bevrijd en de geestelijke had gearresteerd. Enkele dagen later ontkenden de passagiers van de bewuste vlucht, onder wie het parlementslid Hernán Villatoro Barrios, de versie van de politieautoriteiten. Ze hadden niets gezien dat leek op een kaping of een incident, verklaarden ze.

Ontknoping

Op 31 juli 2010 speelde García Luna opnieuw de hoofdrol in een live uitgezonden ‘ontknoping’. Vanuit de hangar van de Federale Politie gaf hij een persconferentie voor niet minder dan 32 televisiecamera’s. Hij las een communiqué voor om bekend te maken dat na een ‘intensief opspo-

ringsonderzoek’ de afdeling die onder zijn leiding stond de vrijheid hadden weten terug te geven aan Alejandro Hernández Pacheco, cameraman van Televisa Torreón, aan Javier Canales, verslaggever van Milenio Multimedia, en van Héctor Bordoa, televisiejournalist. De mannen zouden zijn ontvoerd door vermeende huurmoordenaars van Joaquín ‘El Chapo’ Guzmán Loera, de leider van het grootste Mexicaanse drugskartel, het Sinaloa Kartel, dat volgens het Amerikaanse ministerie van Financiën verantwoordelijk is voor een kwart van de drugssmokkel vanuit Mexico naar de VS. Het zakenblad Forbes schat het vermogen van ‘El Chapo’ op meer dan een miljard dollar. Enkele dagen later vertelde Alejandro Hernández in een actualiteitenprogramma dat de ‘bevrijding’ iets anders in elkaar stak dan de versie die García Luna gegeven had. Volgens Hernández was alles een opzetje van de SSP. De journalisten waren meegelokt door federale agenten met de leugen dat ze president Felipe Calderón zouden kunnen interviewen. Hernández vroeg na zijn optreden in het actualiteitenprogramma asiel aan in de Verenigde Staten. Hij voelde zich in Mexico niet meer veilig. Jenaro Villamil

AFFAIRE-CASSEZ: OPEN ZENUW IN RELATIE MEXICO-FRANKRIJK De affaire-Florence Cassez, die in 2005 in Mexico begon, is een open zenuw in de betrekkingen tussen Frankrijk en Mexico. Zo gevoelig ligt de zaak, dat in de huidige verkiezingsstrijd om het Franse presidentsschap de socialistische kandidaat François Hollande er door het kamp van de zittende president Nicolas Sarkozy van wordt beschuldigd dat hij electoraal gewin probeert te peuren uit het lot van Cassez, die in Mexico een straf van zestig jaar uitzit wegens ontvoering. In 2004 ontmoet de dan dertigjarige Française de Mexicaan Israel Vallarta met wie ze een relatie aangaat. In december 2005 wordt het paar op een boerderij ten noorden van Mexico Stad gearresteerd op beschuldiging van de ontvoering van Cristina Rios Valladares, haar elfjarig zoontje en een achtjarig meisje. De arrestatie, geleid door Genaro Garcia Luna, wordt ‘live’ uitgezonden op een zender van de televisiemaatschappij Televisa. Maar achteraf moet Garcia Luna bekennen dat hij de arrestatie voor de camera’s nog eens heeft laten overdoen. Vallarta wordt wegens deze en nog een aantal andere ontvoeringen tot levenslang veroordeeld. Cassez blijft tijdens haar proces in 2008 ontkennen dat zij bij de ontvoering van de vrouw en de kinderen, die 54 dagen

heeft geduurd, betrokken is geweest. Rio Valladares zegt in haar eerste verklaring niets over de aanwezigheid van Cassez, maar tijdens het proces verklaart ze dat ze de stem van de Française herkent. Volgens de Franse advocaat van Cassez, Frank Berton, was niet Cassez maar de zus van Vallarta bij de ontvoering betrokken. Cassez wordt in eerste instantie tot 96 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Nietigverklaring van het vonnis wegens vormfouten wordt in hoger beroep verworpen. In 2009 dringt de Franse president Sarkozy tijdens een bezoek aan Mexico er bij zijn ambtgenoot Felipe Calderón op aan Cassez op basis van het Verdrag van Straatsburg haar straf in Frankrijk te laten uitzitten. Calderón stemt erin toe de zaak-Cassez door een Frans-Mexicaanse commissie te laten onderzoeken. Op grond van de bevindingen van die commissie wordt de straf verlaagd tot zestig jaar, maar uiteindelijk weigert Calderón Cassez naar een Franse gevangenis te sturen. In maart van dit jaar stelt het Mexicaanse Hooggerechtshof vast dat er tijdens de detentie van Cassez en tijdens haar proces ernstige fouten zijn gemaakt. Onder meer zijn haar rechten als verdachte met voeten getreden tijdens het voorarrest. Met drie

tegen twee stemmen besluiten de hoogste rechters evenwel dat dit geen reden is Cassez in vrijheid te stellen. Wel besluit het hof een rechter aan te wijzen die de zaak-Cassez opnieuw moet gaan onderzoeken. In de nacht van 13 op 14 april neemt de Franse socialistische oud-minister van Justitie (onder president François Mitterrand) Michel Vauzelle, op verzoek van de socialistische presidentskandidaat Hollande en op het hoogtepunt van de verkiezingsstrijd, het vliegtuig naar Mexico. De familie van Florence Cassez protesteert: op deze wijze ‘wordt Florence misbruikt voor electoraal gewin’. Het kamp-Hollande laat onmiddellijk weten dat Vauzelle naar Mexico is ‘om het klimaat tussen beide landen na de affaire-Cassez te repareren’, maar ook ‘om de G20 voor te bereiden voor het geval dat François Hollande tot president wordt gekozen.’ Deze topconferentie van wereldleiders wordt medio juni in Los Cabos in Mexico gehouden. De reactie van Sarkozy laat aan duidelijkheid niets te wensen over. ‘Ik hoop dat het socialistische initiatief geen schade berokkent aan de zaak van Florence, met wie ik zeer regelmatig telefoneer en die een beter lot verdient dan op deze lage wijze te worden gebruikt,’ luidt de officiële verklaring van de president-kandidaat.

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 39

De Amerikas.indd 39

24-04-12 12:10


azië

filipijnen

Honderden Fillipijnse studenten nemen deel aan een noynoying demonstratie voor het presidentiële paleis Malacanang in Manilla – © Dennis M. Sabangan / EPA

Rebelleren tegen Aquino door de meest luie houding aan te nemen Philippine Daily Inquirer – Makati

Zit de president van de Filipijnen zijn duimen te draaien? Actievoerders vinden van wel en geven op bijzondere wijze uiting aan hun protest tegen de veronderstelde lethargie van Benigno Aquino, bijgenaamd ‘Noynoy’. De grootste niettabloid krant van het land wijdt er een hoofdredactioneel commentaar aan.

H

et is absoluut een doordachte combinatie van spontaniteit en sarcasme. Het noynoyen is een vreemde kruising van president Aquino’s bijnaam en de nieuwste rage: planking. Maar in plaats van in het openbaar zo stijf als een plank te gaan liggen, is het bij het noynoyen de bedoeling de meest luie houding aan te nemen die je maar kunt bedenken. Hoe luier het eruitziet, hoe beter. Dat komt doordat noynoyen een uiting van protest en kritiek is, een stilleven van de futloze aard en van de aversie tegen werk van de president, zoals dat in elk geval door velen wordt gezien.

Deze karakterisering wordt dan misschien niet door iedereen gedeeld, maar het idee dat Aquino voornamelijk maar wat rondlummelt in plaats van te doen wat hij verondersteld wordt te doen, is niet heel zeldzaam. ‘Hij heeft nog geen vinger uitgestoken, terwijl hij toch íets zou moeten doen,’ zegt de voorzitter van de piepkleine Akbayan, Party Vencer Crisostomo. ‘Dat is nou noynoyen: niks zitten te doen terwijl je eigenlijk iets zou moeten doen.’ Zoals zo veel curiositeiten die als cool gelden, werd het noynoyen uitgevonden in de straten van Metro Manilla, waar activisten als eersten die houding

aannamen tijdens een protest tegen het duidelijke gebrek aan actie van de regering-Aquino tegen de schandelijk stijgende olieprijzen. De demonstranten hopen dat het noynoyen net als planking een trend wordt, en dat steeds meer mensen foto’s van hun indolentie op sociale netwerken als Facebook zullen zetten, zodat elke muisklik een opstandig geluid is dat bijdraagt aan een aanzwellend gedonder. Ze hopen dat deze ongebruikelijke vorm van protest een hit wordt op internet. Ondertussen heeft de rage in het Malacañang Palace, de residentie van de

president, duidelijk een gevoelige plek geraakt. Binnen een paar dagen na de eerste gevallen van noynoyen publiceerden de medewerkers van Aquino foto’s van de president tijdens vergaderingen of met een stapel dossiers onder de arm, ogenschijnlijk doordeweekse foto’s van een man aan, nou ja, het werk. Een medestander van Aquino, staatssecretaris van Financiën Florencio Abad, snelde hem te hulp: ‘De demonstranten lopen groot gevaar dat ze niet meer meetellen. Daarom hebben ze zich nu verlaagd tot het lanceren van ongefundeerde

De overheid publiceerde foto's van Aquino tijdens drukke vergaderingen of met stapels dossiers onder zijn arm

pagina 40 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Azie.indd 40

24-04-12 13:25


azië

filipijnen

rechtstreekse aanvallen op de president persoonlijk.’ Los van de retoriek moet worden gezegd dat Malacañang tot op zekere hoogte een punt heeft. De president is onvermoeibaar als het gaat om zijn kruistocht tegen corruptie bij de overheid en, zoals de recordhoge levendige handel op de beurs laat zien, zijn economische programma’s werpen vruchten af. Vanwege dit soort successen verdient hij erkenning voor het feit dat hij zijn campagnebeloften nakomt en vasthoudt aan zijn agenda ondanks de indruk van een weinig degelijke regering. Zoals hij het zelf zei: ‘Toen we begonnen, dachten we op basis van de omvang van de problemen dat we minstens twee jaar nodig zouden hebben voordat men veranderingen zou kunnen voelen. Maar ik denk dat het nu al gebeurt.’

Dikke huid

Maar de president moet ook een dikkere huid krijgen. Hij en zijn medewerkers zouden moeten weten dat beproevingen er nu eenmaal bij horen. Hij moet gewoon op zijn tanden bijten en de scheldkanonnades over zich heen laten komen, en – belangrijker – zich oprecht afvragen waarom veel Filipino’s, met name actievoerende jongeren, zo’n negatief beeld van hem hebben. In plaats van te stellen dat hij oneerlijk wordt beoordeeld, zou hij het wellicht eens over een andere boeg moeten gooien. Maar die ‘actiefoto’s’ van hem zijn niet echt de oplossing. Ze komen over als een behoudende en oppervlakkige reactie op de dynamische benadering van de actievoerders. En het is ook weer niet zo dat de noynoyers er helemaal naast zitten. De president mag het op bepaalde vlakken dan goed doen, hij heeft niets gedaan om een toenemende bezorgdheid de kop in te drukken van het volk ten aanzien van de stijgende olieprijzen. Een ander gebied waarop er duidelijk meer actie van Aquino wordt gevraagd, is dat van de uit de hand lopende verhogingen van het schoolgeld. Met de olie en de school verliezen jonge Filipino’s hun vertrouwen in het heden en de toekomst. In plaats van in de verdediging te schieten, zou Malacañang een proactieve houding moeten aannemen. Niets klaart de lucht zo op als een dialoog.

De Filipijnen worden geregeerd door miljardairsclubs Alle senatoren in de Filipijnen zijn multimiljonair. Eenmaal aan de macht worden de verkozen functionarissen dienstbaar aan degenen die hun campagne hebben gefinancierd. Intussen lijden miljoenen Filipino’s honger en armoede. Manilla Standard Today – Manilla

M

eer dan een eeuw na de Filipijnse onafhankelijkheidsverklaring is een grote meerderheid van de Filipino’s nog steeds arm. In de afgelopen jaren is het land gestaag gedaald op de ranglijst van de Ontwikkelingsindex van de Verenigde Naties – een instrument om de vooruitgang van een land te beoordelen in termen van inkomen, gezondheid en opleiding. Je kunt derhalve gerust zeggen dat de recente regeringen hebben zitten noynoyen – niksen, of in ieder geval niet alles hebben gedaan om de Filipijnse armoede weg te vagen.

Geen prioriteit

Terwijl velen van ons onder extreme armoede lijden, hebben we ten minste zes dollarmiljardairs en een aantal pesomiljardairs (100 peso is 2,30 US dollar). De Filipijnse overheid doet niets, behalve het handhaven van de onrechtvaardige status quo. Scholing van hoge kwaliteit, waarbij armen kunnen leren het heft in eigen handen te nemen, heeft geen prioriteit in de nationale begroting. En zo zijn conservatieve telgen uit rijke politieke dynastieën (die volgens de Filipijnse grondwet overigens verboden zijn) in

staat om de politieke macht te monopoliseren, zonder enige krachtige tegenspraak uit de sectoren aan de andere kant van de maatschappij. Daarom ligt een machtigingswet voor de anti-dynastiebepaling uit de grondwet te verstoffen in de archieven van het Congres. Het monopolie van de elite op de politieke macht versterkt hun overheersing op de Filipijnse economie. De huidige president, Benigno Simeon ‘Noynoy’ Cojuangco Aquino III, komt uit de machtige Cojuangcoclan die ook zakenlieden telt die miljardair zijn. De running mate van de president voor de verkiezingen van 2010, Manuel ‘Mar’ Roxas II, stamt uit de AranetaRoxasclan. Alle senatoren zijn multimiljonair. Het Huis van Afgevaardigden is eigenlijk ook een miljonairsclub: slechts zeven leden zijn geen miljonair. Zelfs het huidige kabinet van Aquino is een miljonairsclub. Om het huwelijk tussen politiek en economie te versterken, doneren rijke zakenlieden meestal geld aan politieke partijen. Als ze eenmaal aan de macht zijn, worden de verkozen functionarissen meestal dienstbaar aan degenen die hun campagne hebben gefinancierd.

Intussen lijden miljoenen Filipino’s honger en armoede. Volgens de Official Poverty Statistics uit 2009 van de National Statistical Coordination Board (NSCB), hadden de mensen in de armste sector een gemiddeld maandinkomen per hoofd van 9.681 pesos, terwijl mensen in de rijkste sector een gemiddeld maandinkomen per hoofd van 184.997 pesos hadden, meer dan 19 keer dat van de armste sector! Een dergelijk gebrek aan vooruitgang voor alle burgers is een indicatie van de afhankelijkheid van dit land van buitenlandse leningen en investeringen. De enorme natuurlijke rijkdom van het land wordt niet gebruikt voor lokale industrialisatie om banen te verschaffen aan Filipino’s. Buitenlandse maatschappijen en hun lokale dochterondernemingen monopoliseren daarentegen de rijke hulpbronnen en exporteren deze meestal tegen verschrikkelijk lage prijzen. Met het gevolg dat werkloosheidscijfers en het werkgelegenheidstekort in dit land hoog blijven. Degenen met vaardigheden en talenten worden door de omstandigheden gedwongen om werk in het buitenland te zoeken. De vooruitgang wordt steeds schimmiger. David Michael M. San Juan

De auteur doceert Filipino aan de De La Salle University in Manilla.

Gebrek aan vooruitgang is een indicatie van de afhankelijkheid van dit land van buitenlandse leningen en investeringen

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 41

Azie.indd 41

24-04-12 13:25


midden-oosten

israël

Israël kan niet zonder de Palestijnse Autoriteit Ernstige financiële problemen en de vastgelopen onderhandelingen met Israël lhebben tot het dreigement van de Palestijnen geleid om hun Palestijnse Autoriteit op te heffen. Dat is zeker niet in het belang van Israël, betoogt het Israëlische dagblad Makor Rishon, die juist bekend staat

om zijn ultranationalistische standpunten. Makor Rishon – Tel Aviv

V

oor Israël zou het een nachtmerrie zijn als de Palestijnse Autoriteit haar winkeltje sloot en de sleutels in de Dode Zee wierp. Niet zozeer vanwege de internationale consequenties als wel vanwege de fundamentele veranderingen die dit teweeg zou brengen in de relatie die Israël onderhoudt met de Palestijnse bevolking. Daarnaast is het moeilijk in te zien hoe Israël de verantwoordelijkheid zou kunnen nemen voor de oude situatie, waarin een militaire regering

Palestijnen bezoeken een demonstratie ter ondersteuning van de Palestijnse Autoriteit, 2011 © AP

en een burgerbestuur over de hele [Palestijnse] bevolking van de Westelijke Jordaanoever regeert. Los van het feit dat het een enorme bureaucratische rompslomp zou geven om een nieuwe infrastructuur op te zetten, onmisbaar om het leven van de burgers die onder de PA vallen in goede banen te leiden, moet ook rekening worden gehouden met de economische last die op de schouders van Israël terecht zou komen. Want het einde van de PA zou automatisch betekenen dat de financiële overeenkomsten die [in maart 1994] werden gesloten in aansluiting op de Osloakkoorden [van september 1993] worden opgeheven. Donorlanden zouden geen stortingen meer kunnen doen op de rekeningen van

de PA. Het uiteenvallen van de PA zou ook leiden tot de vreemde situatie dat de Verenigde Staten het risico lopen bij volmacht een rol te gaan spelen. Ze zouden dan verplicht zijn te delen in de financiële last van een volledig herstelde Israëlische ‘militaire’ bezetting, waarbij de Israëlische troepen en de Palestijnse bewakingsmacht zich in een politiek vacuüm zouden bevinden. Aan de andere kant kunnen er, afhankelijk van de Israëlische initiatieven, nieuwe politieke mogelijkheden ontstaan. Allereerst zou de eenvoudigste oplossing voor deze nieuwe Israëlische hersenkraker een volledige integratie van de Westelijke Jordaanoever met de staat Israël zijn, althans vanuit puur administratief oogpunt. Aangezien politici altijd op zoek zijn naar de eenvoudigste oplossing, zou een rechtse regering dat zonder al te veel moeite kunnen bewerkstelligen. De consequentie zou natuurlijk zijn dat een begin gemaakt gaat worden met een proces van naturalisatie van de Palestijnen uit de bezette gebieden. Elk besluit in deze richting zou politieke reacties oproepen, zowel bij de Palestijnen zelf als internationaal.

Om de leegte te vullen die achterblijft na het terugtrekken van de oude garde rondom Mahmoud Abbas [de president van de PA], zullen onvermijdelijk nieuwe Palestijnse leiders opstaan. Dat kan spontaan gebeuren, want de Palestijnen hebben een dynamische burgerlijke en politieke maatschappij opgebouwd, en het is niet erg waarschijnlijk dat ze braaf gaan zitten wachten tot een Israëlische ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken op hun deur komt kloppen om hun het formulier te laten invullen dat nodig is om het Israëlische staatsburgerschap te krijgen. Aangezien het de PA is die zou verdwijnen en niet het Palestijnse volk, zou dat volk zich uiteindelijk organiseren en gaan eisen dat het integratieproces zich afspeelt binnen het kader van onderhandelingen met legitieme politieke leiders, desnoods via in onderlinge overeenstemming georganiseerde verkiezingen.

Donorlanden zouden geen stortingen meer kunnen doen op de rekeningen van de PA © Graff – Dagbladet, Oslo

pagina 42 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

MiddenOosten.indd 42

24-04-12 15:33


midden-oosten

israël

Maar stel nu dat Marwan Barghouti weer gelijk heeft? Ha’aretz – Tel Aviv

Marwan Barghouti is een invloedrijke Palestijnse leider, die sinds 2002 in een Israëlische cel verblijft. Vanuit zijn cel heeft hij begin deze maand de Palestijnen opgeroepen de onderhandeling met Israël af te breken en opnieuw in opstand te komen. De Israëlische krant Ha’aretz had daarop het volgende commentaar:

V Zo’n politieke aardbeving is natuurlijk noch de wens van Israël, noch van de leiders van de PLO. De laatsten hebben veel te verliezen bij de ontmanteling van een PA die hun ultieme citadel vormt, te midden van wat zij beschouwen als het Palestijnse vaderland. Hoe zwak en afhankelijk ook, deze territoriale basis vormt tot op de dag van vandaag een instrument voor politieke offensieven, variërend van propaganda tot internationale betrekkingen. Pogingen om juridisch verhaal te halen bij Israël zouden wat hen betreft een geheel andere wending kunnen nemen en meer voordelen opleveren voor individuele Palestijnen. Het gerechtelijke systeem in Israël zou een uitspraak moeten doen over Palestijnse grondclaims volgens betrouwbaarder criteria dan die van tegenwoordig. En het Israëlische juridische systeem zou zo wel eens het eerste kunnen zijn dat het staatsburgerschap verleent aan [Arabische] staatsburgers van de Westelijke Jordaanoever. De politieke aardbeving die het opheffen van de PA met zich mee zou brengen, zou ook de weg kunnen vrijmaken naar een nieuwe rol

Hoe zwak ook, de PA is een instrument in de diplomatie voor Jordanië. Dan zou het kunnen gebeuren dat Israël – met steun van de Palestijnen – zou eisen dat het hasjemitische regime de identiteit van de meerderheid van zijn [van origine Palestijnse] bevolking heroverweegt. Een van de gevolgen zou kunnen zijn dat Jordaniërs en Palestijnen weer zij aan zij zouden staan in de onderhandelingen met Israël. Maar uiteindelijk zullen waarschijnlijk dezelfde problemen, voor eeuwig en altijd, punt van onderhandeling blijven: Jeruzalem, de grenzen en de vluchtelingen. Met een oude en een nieuwe partner. Amnon Lord

anuit zijn Israëlische cel heeft Marwan Barghouti, de belangrijkste Palestijnse leider van de Fatah, een ongebruikelijke oproep gedaan. Hij riep zijn volk op tot een volksopstand tegen Israël, tot het onderbreken van de onderhandelingen en het opschorten van de coördinatie van de openbare veiligheid. Jeruzalem zou er verstandig aan doen naar hem te luisteren. Barghouti, die vijfmaal levenslang uitzit, is een van de initiatiefnemers van de tweede intifada [2000-2005]. Voordat die uitbrak, waarschuwde Barghouti Israël dat de volksopstand op handen was. In de tijd dat hij nog een pacifistische leider was, algemeen bemind en niet gewelddadig, ging Barghouti langs bij alle Israëlische zionistische partijen en opiniemakers om hen aan te sporen een verdrag te sluiten met de Palestijnen en zo te voorkomen dat er een nieuwe opstand zou uitbreken. Zijn woorden bleven ongehoord en een verschrikkelijke intifada barstte los. Barghouti speelde daarin een sleutelrol. Vanuit zijn cel kan Barghouti sindsdien het volkomen vastlopen van de Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen en de starheid van Israël zien: de kwesties van de bezetting van Gaza en de Westoever en de vrede zijn van de Israëlische agenda verdwenen. En

Barghouti roept zijn volk opnieuw op in opstand te komen. Dat is te begrijpen. Als Israël een akkoord met de Palestijnen had gewild, had het Barghouti, de meest authentieke leider van de Fatah, vrij moeten laten. Israël heeft ervoor gekozen hem niet vrij te laten, zelfs niet in het kader van een gevangenenruil. En wat de bezetting betreft hebben we de neiging om te denken: zolang er niet over wordt gepraat, bestaat die niet meer. Die benadering zou Israël binnenkort wel eens duur kunnen komen te staan. Door te denken dat deze situatie eeuwig zo kan blijven, leidt de regering het land naar een nieuwe geweldscyclus. Barghouti dringt aan op een nietgewelddadige oppositie en we zouden naar hem moeten luisteren voordat het te laat is. Als er een derde opstand uitbreekt, kan Israël niet meer doen alsof het verbaasd is. Barghouti heeft ons gewaarschuwd.

‘We zouden naar hem moeten luisteren voordat het te laat is’ Marwan Barghouti – © HH

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 43

MiddenOosten.indd 43

24-04-12 15:33


midden-oosten

turkije

Suggesties tegen islamofobie Hürriyet – Istanbul

Het populaire Turkse dagblad richt zich tot de geestelijk leider Mehmet Görmez die op het punt staat een bezoek te brengen aan Denemarken in het kader van godslastering. ‘U bent een wijs man met veel kennis, maar verspil geen kostbare tijd door naar Denemarken te reizen. Uw meest strategische partners in deze strijd zijn niet de christenen, maar uw medemoslims.’

O

ngeveer zeven jaar na de Deense cartooncrisis gaat Mehmet Görmez, de hoogste moslimgeestelijke van Turkije, een bezoek brengen aan het ‘land van ongelovigen en blasfemie’. Officieel heet het dat Görmez, hoofd van het Directoraat Godsdienstzaken, naar Denemarken vertrekt om ‘samen te werken tegen islamofobie en op te roepen tot een (interreligieuze) dialoog’. Op zich niets mis mee.

Denemarken is het land waar cartoonist Kurt Westergaard onder politiebescherming staat omdat hij ‘godslasterlijke karikaturen van de profeet Mohammed’ tekende. Daarmee droeg hij bij aan de opwarming van de aarde, omdat hij duizenden moslims ertoe aanzette alles in brand te steken wat in hun ogen het predicaat ‘ongelovig’ verdiende. Maar weinig moslims kozen ervoor de tekeningen simpelweg af te keuren en te negeren, zoals de Koran hun in geval van godslastering voorschrijft.

Minder dan een maand voordat Görmez allerlei beleefdheden met zijn Deense gastheren zal uitwisselen en vriendelijke woorden zal spreken over de bestrijding van islamofobie en over een interreligieuze dialoog, pleegde een islamistische extremist een terroristische daad in naam van de islam, toen hij in Frankrijk twee joodse jongens, hun vader en moeder en een ander joods kind vermoordde. Recenter nog stelde Suryadharma Ali, de minister van Godsdienstzaken van ’s werelds grootste moslimland, Indonesië, voor om het dragen van minirokjes tot een pornografisch misdrijf te bestempelen. Daarvoor had de voorzitter van het Indonesische parlement, Marzuki Alie, gesuggereerd dat vrouwen die minirokjes droegen, mannen konden aansporen hen te verkrachten. Hij zei: ‘Verkrachting en andere immorele daden vinden plaats omdat vrouwen zich ongepast kleden. Dat lokt bij mannen bepaalde handelingen uit.’

Moslims moeten zich eens bezinnen op de vraag waarom het niet nodig is om ‘hindoeïsmefobie’ of ‘shintoïsmefobie’ te bestrijden

Kurt Westergaard – © Preben Hupfeld / Reuters

Hoofd Godsdienstzaken vertrekt naar Denemarken om 'op te roepen tot een (interreligieuze) dialoog’

Dat is de achtergrond waartegen Görmez en zijn Deense partners de strijd met islamofobie zullen aangaan: een 21e eeuw waarin fanatieke aanhangers van een geloof minderjarige aanhangers van een ander geloof doden, gewoon omdat zij tot dat geloof behoren, en waarin hoogwaardigheidsbekleders van een staat de kleding van vrouwen als oorzaak van verkrachting beschouwen. Ik weet zeker dat de Indonesische staatslieden ook denken dat de moord op de joodse kinderen hun eigen schuld was. Het is heel simpel: waren ze niet joods geweest, dan waren ze ook niet vermoord. Verkrachting en moord kunnen dus het best worden voorkomen door

minirokjes en judaïsme te verbieden. Moslims moeten zich eens bezinnen op de vraag waarom het niet nodig is om ‘hindoeïsmefobie’ of ‘shintoïsmefobie’ te bestrijden. Mijnheer Görmez, u bent ongetwijfeld een wijs man met veel kennis. U zult vast een fijne tijd in Denemarken hebben. Maar u hoeft geen kostbare tijd te verspillen door helemaal naar Denemarken te reizen in uw strijd tegen islamofobie. Uw meest strategische partners in deze strijd zijn niet de christenen, maar uw medemoslims. Als moslims nu eens stopten met het doden van andere moslims omdat die tot een andere sekte behoren, als ze nu eens stopten hun eigen praktijken op te leggen aan andere moslims, als ze minder vrome moslims zouden verdragen, als ze niet in woede zouden ontsteken wanneer andere moslims zich niet van alcohol of varkensvlees onthouden of niet naar de moskee gaan, als ze geen mannen, vrouwen en kinderen zouden vermoorden omdat die een ander geloof aanhangen, als ze een verkrachting niet zouden wijten aan de lengte van de rok van een vrouw, als ze hun eigen vrouwen niet zouden vermoorden omdat die met vreemden spreken, of hun dochters omdat die met jongens flirten of omdat ze door smeerlappen worden verkracht, als ze niet de Derde Wereldoorlog zouden willen beginnen omdat de een of andere dissidente cartoonist godslasterlijke karikaturen tekent, als ze geen doodsvonnis zouden uitspreken tegen de schrijver van een blasfemisch boek, of als ze niet, desnoods met het zwaard, hun religie over de hele wereld zouden willen verspreiden, dan zou islamofobie veel eenvoudiger kunnen worden bestreden. Mijnheer Görmez, als u straks toch in Denemarken bent om islamofobie te bestrijden, kunt u de verwezenlijking van uw doel wellicht een flinke impuls geven. Denemarken is een klein land en Aarhus ligt niet zo ver bij Kopenhagen vandaan. U zou dus naar Aarhus kunnen gaan, mijnheer Görmez. Daar kunt u de heer Westergaard opzoeken en uw interreligieuze dialoog beginnen. Ik weet zeker dat de heer Westergaard en de grote politiemacht die hem beveiligt, u met open armen zullen ontvangen. Dat zou pas een effectieve bestrijding van islamofobie zijn, en een volmaakt voorbeeld van interreligieuze dialoog. Maar durft u het aan, mijnheer Görmez? Burak Bekdil

pagina 44 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

MiddenOosten.indd 44

24-04-12 15:33


afrika

angola

Angolezen investeren in Portugal Visão (verkort) – Lissabon

Zakenlieden uit de oud-kolonie nemen grote belangen in bedrijven in het voormalig moederland. Een nieuwe trend nu Europa in crisis is terwijl zij groeien, of een manier om invloed te verwerven in Portugese financiële instellingen? Geld is er blijkbaar genoeg.

E

erst kopen ze onopvallend wat aandelen in een groot bedrijf. Dan wachten ze rustig af tot de onderneming of eventueel een grote aandeelhouder verlegen zit om geld, iets waar deze grote Angolese investeerders geen gebrek aan hebben. Zo blijven ze hun aandeel uitbreiden, totdat ze op een dag de grootste aandeelhouder zijn, hun eigen bestuurders kunnen benoemen en de macht naar zich toetrekken. Op deze manier heeft Angola stevige posities verworven in allerlei Portugese financiële instellingen, maar hun interesse reikt verder dan de symbolisch zo belangrijke banken. De aandacht van een groep investeerders in het centrum van de Angolese macht rondom president José Eduardo dos Santos richt zich ook op andere sectoren. In de telecommunicatie- en energiesector en zelfs in de agrarische industrie nemen ze inmiddels posities in. Een recente Angolese acquisitie betreft een grote Portugese fruitteler. De deal werd gesloten door Tchizé dos Santos, dochter van de Angolese president. Het is zeker niet de eerste overname in de landbouwsector. ‘Wijn en olijfolie zijn veelgevraagde producten waar in Luanda exorbitante prijzen voor worden betaald. Daarom beginnen Angolese zakenmensen quintas, boerderijen, in Portugal op te kopen, om zo de hele productieketen in handen te krijgen’, aldus een directeur van een importexportfirma.

Het meest spraakmakende voorbeeld van de Angolese strategie in Portugal blijft voorlopig dat van de BCP [de grootste bank van Portugal]. Vrij gemakkelijk kon de Angolese staatsoliemaatschappij Sonangol in 2008, toen de bankencrisis losbrak, 9,9 procent van het kapitaal van de bank verwerven. Eind vorig jaar bezat het olieconcern al 12,4 procent, en was het de grootste aandeelhouder geworden.

Sonangol nam de touwtjes in handen, verving de directie van de bank en voegde de raad van bestuur en de raad van commissarissen samen tot één enkele bestuurslaag. ‘Doordat de kredieten waar de bank grote behoefte aan heeft elders bijna niet te krijgen zijn, is de invloed van de andere aandeelhouders vrijwel nihil’, vat een oud-bestuurder de situatie samen. De nummer twee van de BCP is nu Carlos José da Silva, een coming

man uit het Angolese zakenmilieu. Ook in andere Portugese banken hebben Angolezen grote belangen. In de bank BPI [de op twee na grootste financiële instelling van Portugal] bezit Isabel dos Santos, de oudste dochter van de president en rijkste vrouw van Afrika onder de Sahara, 9,9 procent van de aandelen. Daarnaast bezit zij 25 procent van de aandelen van de bank BIC Angola, die voor 40 miljoen euro een van de grootste Portugese banken wist te bemachtigen. Verder is generaal Hélder Vieira Dias, opperbevelhebber en minister in de Angolese regering en beter bekend als Kopelipa, de op drie na grootste aandeelhouder in de BIG, weer een andere bank in het voormalig moederland.

Uiteindelijk doen de politici niet veel meer dan het zakelijk verkeer faciliteren

Angola's president Jose Eduardo Eduardo dos Santos, (l) en zijn Portugese collega Anibal Cavaco Silva luisteren naar het volkslied tijdens een officieel staatsbezoek in Lissabon – © (AP Photo/Paulo Amorim)

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 45

Afrika.indd 45

24-04-12 16:11


afrika

Ondanks de bankencrisis blijft de financiële sector aantrekkelijk voor Angolese investeerders. ‘Een bank fungeert als een springplank naar andere economische sectoren’, legt een medewerker van het Portugese ministerie van Economische Zaken uit. ‘Door te kijken welke klanten liquiditeitsproblemen hebben, kunnen ze tegen een lage prijs goede zaken doen.’ Oliemaatschappij Sonangol speelt ook een hoofdrol in een grote overname in de olie-industrie. Het eigenlijke doelwit is daarbij overduidelijk Galp [een van de grootste olie- en gasconcerns van Europa], maar de strategie is geweest om eerst 45 procent van Amorim Energie te kopen, een bedrijf dat op zijn beurt 33,4 procent van Galp bezit. De Angolezen zijn nu aan het proberen om de grootste aandeelhouder van Galp te worden, door van het Italiaanse olieconcern ENI de helft van zijn belang van 33 procent over te nemen.

De rest is politiek

Kennelijk is er in Angola geld in overvloed. Zo’n 10 procent van ZON, de belangrijkste Portugese aanbieder van satelliettelevisie en de tweede internetprovider van het land, is eigendom van Isabel dos Santos, via een in Malta geregistreerde holding. Newshold, een investeringsmaatschappij die vrijwel geheel in Angolese handen is via een officieel in Panama gevestigde firma, heeft belangen in meerdere Portugese

angola

De Angolese president Dos Santos (l) en de voormalig Portugees premier Socrates Carvalho Pinto de Sousa

mediabedrijven. Het bezit 90 procent van het weekblad Sol [derde van het land qua oplagecijfers], en officieel 15 procent van Cofina, eigenaar van [de grootste krant van het land] Correio da Manhã, en [het op een na grootste economisch dagblad] Jornal de Negócios. Maar waarnemers van de economische sector denken dat het aandeel eigenlijk groter is, met ingewikkelde constructies via derde landen. Volgens een economisch analist heeft Newshold bovendien een belang in Imprensa en is het in onderhandeling om nog eens 23 procent te verwerven. Dit laatste mediabedrijf is eigenaar van Expresso en Visaõ [respectievelijk het grootste en het op een na grootste weekblad van Portugal] en van SIC [de op een na best bekeken tv-zender]. Vanwaar die grote interesse van Angola in Portugal, de afgelopen tien jaar? Het economisch aspect – wij zijn in crisis terwijl zij een groeispurt doormaken – is maar een deel van de verklaring. De rest is politiek. De betrekkingen tussen de beide landen hebben sinds de onafhankelijkheid van Angola twee fases doorgemaakt: die vóór en die na het vredesakkoord van Bicesse. Dat werd in 1991 dankzij Portugese bemiddeling gesloten tussen de regering en de door

de VS en Zuid-Afrika gesteunde guerrillabeweging Unita, maar kon niet voorkomen dat de burgeroorlog voort bleef woeden tot 2002. Portugals inzet bij dit vredesproces had als gevolg dat na de vrede de deur voor het Portugese bedrijfsleven wijd openstond: ‘Voor die tijd was Angola volledig op Moskou gericht, maar met de val van de Berlijnse Muur verdween dat politieke houvast. De bondgenoot bestond niet meer, en het land moest op zoek naar nieuwe partners’, aldus een oud-medewerker van Anibal Cavaco Silva [de huidige president van Portugal, en toenmalig premier]. Bij elk officieel bezoek over en weer tussen Angola en Portugal [José Eduardo dos Santos was in 2009 in Lissabon] reizen met de ministers en ambtenaren een groot aantal vertegenwoordigers van het bedrijfsleven mee. Uiteindelijk doen de politici niet veel meer dan het zakelijk verkeer faciliteren. Zo moet ook de verklaring van premier Pedro Passos Coulho tijdens de verkiezingscampagne van vorig jaar worden begrepen: ‘Ik ben de meest Afrikaanse van alle kandidaten.’ [Een deel van zijn jeugd bracht hij in Afrika door.] Angolezen met belangen in Portugal weten dat er binnen de Portugese regering

een ‘Angolese lobby’ bestaat, gevormd door onder andere drie ministers, die alle drie in Angola geboren zijn. Aan Angolese zijde werkt het allemaal eenvoudiger: ‘Bij de invloed van Luanda in Portugal gaat het om een stel Angolezen, niet om het land Angola zelf’, verheldert een andere specialist in Angolese kwesties. ‘Het gaat om een persoonlijke strategie van sommige leden van de nomenklatoera, en niet om een strategie van het land als zodanig.’ De tijd zal leren of dat ook zo zal blijven. Paulo M. Santos met bijdragen van Sonía Sapage en Filipe Luís

Binnen de Portugese regering bestaat een Angolese lobby

pagina 46 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Afrika.indd 46

24-04-12 16:11


cartoon 360 selecteert cartoons van tekenaars wereldwijd

Matteo Bertelli – Š Cartoon Movement

28 april tot 14 mei 2012 nr. 12 pagina 47

Cartoon.indd 47

24-04-12 16:46


horizon

economie

De Baas, de bossen en de buit El PaÏs – Madrid

Het vermogen van TeodorĂ­n Obiang - de vermoedelijke opvolger van de dictator van Equatoriaal-Guinee - bedraagt meer dan 700 miljoen euro. De minister van Land- en Bosbouw van een Afrikaans land met 700.000 inwoners en een oppervlakte van nog geen 28.000 vierkante kilometer heeft zich verrijkt en ontving eigenhandig belasting van in zijn land gevestigde buitenlandse bedrijven, voordat in 1994 het zwarte goud begon te stromen.

pagina 48 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 48

24-04-12 15:37


economie

horizon

Enkele van Theodorin Obiang’s exclusieve sportauto’s worden door de Franse autoriteiten in beslag genomen – © GTSpirit

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 49

Horizon.indd 49

24-04-12 15:38


horizon

economie

Teodorín Obiang is de favoriete zoon en vermoedelijke opvolger van de dictator van EquatoriaalGuinee waar zeventig procent van de bevolking leeft van één dollar per dag. Van Malabo tot Malibu, jarenlang kon Teodorín straffeloos bezit vergaren. Justitie heeft nu beslag gelegd op zijn eigendommen.

O

p 25 februari 2009 ging Teodorín Obiang Nguema Mangue boodschappen doen vanuit zijn eigen hotel – dat 5000 vierkante meter beslaat en 101 kamers telt - aan de Avenue Foch, op een steenworp afstand van de Arc de Triomphe. Als Zijne Excellentie die dag blauwe schoenen droeg, had hij zijn chauffeur waarschijnlijk opgedragen de blauwe Rolls Royce uit de garage te halen, waar hij nog tien andere bolides had staan, want de minister van Land- en Bosbouw van Equatoriaal-Guinee draagt zijn schoenen graag in de kleur van zijn auto. De Baas, zoals hij in Malabo genoemd wordt, was op weg naar het Grand Palais, waar Christie’s de boedel van Yves Saint Laurent en zijn partner Pierre Bergé zou veilen. Het totale veilingbedrag is de geschiedenis ingegaan als het hoogste dat ooit voor een particuliere collectie is opgehaald. Teodorín was een van de hoofdrolspelers, waarbij hij gebruik maakte van een rekening bij de Barclays Bank in Parijs op naam van zijn houtfirma Somagui Forestal. Hoewel de 44-jarige Teodorín volgens de ngo Global Witness als minister van Land- en Bosbouw jaarlijks niet meer dan 50.000 euro aan salaris ontvangt, bood hij die dag voor 18 miljoen euro voor kunst en antiquiteiten voor de aankleding en inrichting van zijn woning in Malabo, waarvan de waarde tussen de 50 en 100 miljoen euro wordt geschat. En misschien ook wel voor zijn luxueuze villa in Malibu, Californië, die hij in 2006 voor 22 miljoen dollar in contanten kocht.

Afpersing was de eerste manier van Teodorín om zich te verrijken, voordat in 1994 de olie begon te stromen

Van Malabo tot Malibu, jarenlang kon Teodorín straffeloos bezit vergaren. En of hij nu in Brazilië, Parijs of Californië was, overal leidde hij hetzelfde leven van hoeren, drank en cocaïne. Maar dat leven is nu in gevaar. Gerechtelijk onderzoek in de Verenigde Staten, Frankrijk en Spanje doet het net sluiten rond de 69 jaar oude president Teodoro Obiang Nguema en zijn favoriete zoon, die na de aanvaarding van de nieuwe grondwet kans maakt om premier en in de toekomst president te worden van een van de rijkste landen met de grootste ongelijkheid ter wereld. Terwijl Teodorín huizen en Rolls Royces verzamelt, leeft 70 procent van de 700.000 inwoners van de voormalige Spaanse kolonie Equatoriaal-Guinee van één dollar per dag. Het inkomen per hoofd van de bevolking bedroeg in 2010 34.843 dollar, wat hoger is dan dat van Japan, Frankrijk of Spanje. Guinee is een van de grote olie- en gasproducerende landen (daarin het derde Afrikaanse land onder de Sahara, na Nigeria en Angola), maar de meerderheid van de bevolking beschikt niet over water en licht en de levensverwachting ligt rond de vijftig jaar. Op 23 februari heeft de Franse justitie drie vracht-

wagens vol goederen uit de woning aan de Avenue Foch in beslag genomen met een gezamenlijke waarde van meer dan 40 miljoen euro. Dit gebeurde in opdracht van twee rechters die de aanklacht onderzoeken die in 2008 door de ngo’s Sherpa en Transparency Internacional tegen drie Afrikaanse staatshoofden werd gedaan, omdat ze inkomsten van hun eigen staat en corruptiegelden zouden hebben aangewend voor de aanschaf van huizen en luxegoederen. Naast president Obiang betrof het de inmiddels overleden Gabonese leider Omar Bongo en Denis Sassou-Nguesso, de Congolese president.

pagina 50 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 50

24-04-12 15:38


horizon

economie

Met zijn gladgemaakte haar en dikke brillenglazen heeft hij niet echt het uiterlijk van een prins

De buit is opgeslagen in de magazijnen van het ministerie van Financiën en het lijkt niet waarschijnlijk dat Guinee die terugkrijgt. Het lot van de bezittingen van de familie Obiang in de Verenigde Staten is onzekerder. Vorig jaar november is de Amerikaanse Justitie een proces begonnen om het huis van Teodorín in Malibu te confisqueren, naast andere bezittingen, bedrijven en rekeningen, met een geschatte waarde van 50 miljoen dollar. Vooralsnog is er geen vonnis uitgevoerd. Het vermogen van Teodorín bedraagt meer dan 700 miljoen euro. Hoe is het mogelijk dat de minister

van Land- en Bosbouw van een Afrikaans land met 700.000 inwoners en een oppervlakte van nog geen 30.000 vierkante kilometer een dergelijk vermogen bezit? Hoe kan iemand zo veel rijkdom tentoonspreiden terwijl, volgens de VN, 20 procent van de Guineese kinderen voor het vijfde levensjaar sterft? Adolfo Fernández Marugán, secretaris van de Asociación de Solidaridad con Guinea Ecuatorial (Asodegue), geeft het antwoord: ‘Afpersing was de eerste manier van Teodorín om zich te verrijken, voordat in 1994 de olie begon te stromen, door belasting te vangen van de ondernemers die zich in Guinea wilden vestigen.

Hij doet zich voor als ondernemer, alsof hij zaken doet, maar dat is niet zo. Niemand heeft hem ooit met iets serieus bezig gezien. Hij is dwaas, dom, grillig, hyperactief en labiel.’ Plácido Mico, het enige oppositielid in het parlement, gaat nog verder: ‘Hij is de baas over de bossen van Guinee. Toen hij minister van Openbare Werken werd, ging het departement van de Bosbouw gewoon met hem mee. Waar hij is, zijn de bossen. Hij heeft concessies en ondernemingen.’ Hout, visserij en landbouw waren de voornaamste bronnen van inkomsten totdat in 1994 de Amerikaanse firma ExxonMobil enorme olie- en gasreserves begon te exploiteren, die in de zestiger jaren ontdekt waren. ‘Tegenwoordig vertegenwoordigt hout minder dan twee procent van de inkomsten, hoewel het de activiteit is waar het volk van leeft. We betalen twintig procent voor wat we exporteren. Dat is een torenhoge belasting. Alles gaat legaal, maar we weten niet hoe de gelden verdeeld worden,’ zegt een Spaanse ondernemer die al twintig jaar in Malabo woont. De ondernemers zijn zeer kritisch. Een Europese ondernemer die zaken doet met Equatoriaal-Guinee en anoniem wil blijven, verklaart de verrijking van De Baas als volgt: ‘Zijn vader heeft de sleutelactiviteiten onder zijn wettige zonen en zijn neefjes ver-

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 51

Horizon.indd 51

24-04-12 15:38


horizon

economie

Deze familieplutocratie heeft een dictatuur voortgebracht die sterk lijkt op de vorige, misschien iets minder gewelddadig maar wel dwazer Fang zitten op alle sleutelposities van het land. De president bezit een holding genaamd Abayak en quota in alle sectoren van de economie. Gabriel, een jongere broer van Teodorín, werkt in de olie, zijn neven leiden het ministerie van Financiën, weer een ander familielid staat aan het hoofd van het leger.

deeld. Teodorín heeft de bossen. Hij beslist wie er hout mag exporteren en wie niet. Daarbij eist hij miljoenen aan commissie van buitenlandse houtbedrijven, waarvan hij ook nog eens compagnon is sinds zijn vader een wet heeft aangenomen op grond waarvan alle bedrijven die in het land werkzaam zijn een Guineese compagnon moeten hebben.’ Teodorín eist van de houtbedrijven een ‘revolutionaire belasting’ in contanten of in cheques aan toonder, volgens Franse en Amerikaanse rechters die zijn gangen nagaan. De Amerikaanse justitie kwam de familie Obiang op het spoor toen ze haar neus in de malafide Riggsbank in New York stak en de zogeheten ‘olierekening’ ontdekte waarop de president 700 miljoen oliedollars had staan. ‘Sindsdien worden olie en hout niet meer via buitenlandse rekeningen betaald, maar rechtstreeks in Guinee,’ legt de ondernemer uit. De Senaat van de Verenigde Staten oordeelde dat de Amerikaanse bank de anti-witwasnormen niet naleefde en het

voor Obiang en zijn kinderen mogelijk maakte spookfirma’s in het leven te roepen en rekeningen te openen. De Spaanse houtbedrijven, die in Guinee het belangrijkst waren, zijn bijna volledig van de kaart verdwenen. Helaas voor de bossen en de lokale werkkrachten heeft de Maleisische maatschappij Rimbunan Hijau sinds 1999 bijna alle houtconcessies in Guinee in handen. In dat jaar tekende het bedrijf een contract met Teodorín. Milieuactivisten kennen de Aziatische multinational als een van de grofste ter wereld. Zij lapt nationale regels aan haar laars, schendt mensenrechten en komt contractuele verplichtingen niet na, aldus expert Richard Wilcox. In 1995 begon de olie-export op gang te komen en twee jaar later de winning van gas. Een paar jaar later werd Equatoriaal-Guinee als het Koeweit van Afrika bestempeld. Plotseling veranderde het land, dat decennialang van een schamele opbrengst van cacao en hout had geleefd, in een El Dorado, met vrijwel dagelijks vluchten van Malabo naar Houston. In 2010 werden er, volgens een rapport van BP, dagelijks 273.900 vaten gewonnen. In datzelfde rapport staat dat Guinee voorraden heeft om nog 17 jaar in hetzelfde tempo voort te kunnen gaan. Getotal, een maatschappij waarin het Franse Total en de Guineese staat elk voor vijftig procent deelnemen, raffineert de ruwe olie die de Amerikaanse firma’s ExxonMobil, Marathon Oil, Amerada Hess en Vanco Energy produceren. Deze firma’s hebben miljarden aan de familie Obiang betaald. De meeste olie wordt naar de Verenigde Staten geëxporteerd. De onophoudelijke stroom aan deviezen heeft in een paar jaar tijd niet alleen het aanzien van de hoofdstad Malabo, op het eiland Bioko, veranderd, maar ook Bata, de voornaamste stad op het continent. Een gigantische bank met een glanzende gouden gevel staat symbool voor de nieuwe staat. ‘Trajecten waar je voorheen zes uur over deed, leg je nu in een uur af. Er zijn snelwegen door het hele land aangelegd, er is een nieuwe infrastructuur gekomen. Niemand kan ontkennen dat het land erop vooruitgaat,’ merkt een voormalig lid van de oppositie op dat zich achter de regering heeft geschaard. De man wil anoniem blijven, want naast vooruitgang is er ook angst. Bijna niemand wil zijn identiteit bekendmaken, zelfs niet om goede dingen over het land te zeggen. Volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie zijn de rijkdom en de macht in handen van een kleptocratie die wordt gevormd door een groep van ongeveer tweehonderd personen: de president, zijn talrijke kinderen en verwanten, en beschermelingen van de etnische groep Fang, die het land sinds het uitroepen van de onafhankelijkheid in 1968 leidt. De

De ergste

Deze familieplutocratie heeft een dictatuur voortgebracht die sterk lijkt op de vorige, misschien iets minder gewelddadig maar wel dwazer. Het Amerikaanse State Department heeft het regime beschuldigd van martelingen en het willekeurig arresteren van oppositieleden. Freedom House heeft het regime gekwalificeerd als ‘een van de ergste van de ergste’, naast Noord-Korea en Soedan. De omzwervingen van Teodorín begonnen volgens Foreign Policy in 1991, toen hij 22 jaar was. Met een beurs van de Texaanse olie-exploratiemaatschappij Walter International kwam hij vanuit Malabo naar Malibu, om Engels te studeren aan de Pepperdine Universiteit. Maar de jongeman studeerde weinig. Hij ging liever winkelen in Beverly Hills en verruilde de campus afwisselend voor het Beverly Wilshire Hotel en een huurhuis in Malibu. De oliemaatschappij nam de kosten op zich in ruil voor een quotum in de handel van ruwe olie en betaalde uiteindelijk, vijf maanden na aankomst van de jongeman, een factuur van 50.000 dollar . In 2001 kocht Teodorín voor 6,5 miljoen dollar een huis in Bel Air, maar hij ging er nooit wonen omdat hij het, naar eigen zeggen, toch te modern vond. Wel vestigde hij er het hip-hoplabel TNO Entertainment, zo genoemd naar zijn eigen initialen. De minister van Land- en Bosbouw is namelijk een mislukt zanger. In 2004 verwierf hij twee landgoederen in Kaapstad, ter waarde van 7 miljoen dollar. Vervolgens het eerdergenoemde huis in Malibu, een privéjet van het type Gulfstream V voor 38 miljoen euro – een type dat ook door de CIA wordt gebruikt - en nog allerlei andere bezittingen die na het schandaal van de Riggs-bank aan het licht kwamen. ‘De Baas gebruikte de privéjet alsof het een taxi was, vertelde een van zijn vroeger chauffeurs aan de Amerikaanse justitie. Eens stuurde hij de jet vanuit Los Angeles naar Rio de Janeiro om zijn kapper op te halen. Ook kocht hij een bus met vijftien zitplaatsen, maar die liet hij eruit halen zodat zijn collectie Luis Vuitton-koffers erin zou passen. In de loop der jaren ging Teodorín zich steeds meer als playboy gedragen, en hij vergaarde een wagenpark van wel dertig auto’s. In zijn liefdesleven legde Teodorín eenzelfde activiteit aan de dag. Zo heeft hij onder meer een relatie gehad met de actrice Tamala Jones en met Lindsey Evan, Miss Louisiana Teen USA 2008 en Playmate. Maar de rapper en actrice Eve heeft zijn hart gestolen. Hij plaatste haar aan het hoofd van een van zijn spookfirma’s, het hip-hoplabel Sweet Pink. Met zijn korte, gladgemaakte, naar achteren gekamde haar en zijn dikke brillenglazen heeft Teodorín

pagina 52 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 52

24-04-12 15:38


horizon

economie

Een jongen richt een speelgoedgeweer op het portret van president Teodoro Obiang Nguema. Malabo, Equatoriaal Guinee. – © Rebecca Blackwell / AP Photo

De afgelopen maanden heeft Teodorín het hele land doorgereisd en overal zinken daken cadeau gedaan

niet echt het uiterlijk van een prins. Maar hij draagt slechts Gucci, Versace, Dolce & Gabbana, en als hij op een van zijn landgoederen aankomt staat het personeel in een rij bij de deur te wachten. Maar zijn slaven in Malibu beweren dat hij hen met hun loon belazerde en hen voor van alles liet betalen, van wc-papier tot benzine, en dat er in het huis dealers, hoeren en Playboy Bunnies rondlopen, en ooit zelfs een tijger. Hoge functionarissen van het Openbaar Ministerie vragen zich af hoe hij de VS nog binnen kan komen, maar na jarenlange sluiting is de ambassade in Malabo in 2003 heropend. Ongeveer tegelijk met het moment waarop de ruwe olie begon te vloeien. Hoewel justitie de druk op Obiang en zijn vrouw opvoert, zijn ze in 2009 nog op de foto gezet met de Obama’s, en de bilaterale handelsbetrekkingen blijven maar groeien. Een voorkeursbehandeling in de Verenigde Staten is de grote politieke erfenis die vader Teodoro, naast het zwarte goud, aan Teodorín, de favoriete zoon, zal nalaten. Zijn moeder staat pal achter zijn streven om premier te worden. ‘Zijn moeder bezit ongelooflijk veel geld, heeft haar eigen zaken en gigantisch veel macht. Zij is de belangrijk-

ste pijler van zijn kandidatuur. In de nieuwe grondwet staat dat de premier de president zal vervangen als deze ziek wordt. Volgens dit mechanisme kan hij zijn vader zonder verkiezingen opvolgen,’ aldus Fernández Marugán, secretaris van de Asodegue. De druk van de justitie houdt De Baas voorlopig in toom. Hij reist minder en brengt zijn dagen door in zijn huis in Bata. Het is dan geen Malibu of Parijs, maar het landschap is er van een indrukwekkende schoonheid en de stranden doen niet onder voor die van Californië. Het huis staat aan zee en het zwembad is versierd met marmeren beelden uit Italië. Guinee is een paradijs voor de prins van Malabo. Er zijn geen rechters en geen ngo’s om zich zorgen over te maken. Er zijn geen journalisten en geen vrije radio en televisie. De afgelopen maanden heeft Teodorín het hele land doorgereisd en overal zinken daken cadeau gedaan. Aan het hoofd van een lange colonne vrachtwagens trekt hij rond en gaat een voor een de huizen langs die nog bedekt zijn met palmbladeren. Het is zijn nieuwste propagandacampagne, die door radio, televisie en reclameborden met veel bombarie wordt

aangekondigd. ‘Hij is geliefd omdat hij met Oudjaar concerten organiseert, de mensen werk verschaft of geld geeft, en zijn aanhangers gunsten verleent,’ zegt een Guineese ondernemer. Gezien de reusachtige gas- en oliereserves zal de familie Obiang tijd en geld genoeg hebben om nog jaren aan de macht te blijven. Als Teodorín zich al verschrikkelijk heeft gedragen als prins van Malibu en Parijs, moet je er niet aan denken wat er kan gebeuren als hij ‘koning’ van Equatoriaal-Guinee wordt. Miguel Mora en José María Irujo

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 53

Horizon.indd 53

24-04-12 15:38


horizon

media

Sex and the City, maar dan in Moskou Expert – Moskou

Valeria Gai Guermanika (1984) studeerde in 2005 af aan Internews, de televisie- en filmacademie in Moskou, en al in 2008 werd zij op het filmfestival van Cannes onderscheiden met een eervolle vermelding voor haar eerste speelfilm Iedereen sterft behalve ik. Op dit moment loopt op de

grootste Russische televisiezender de serie Lessen in gelukkig leven, die doet denken aan Sex and the City, maar dan een stuk minder vrolijk en gefilmd

in een harde, semi-documentaire stijl.

L

aten we het om te beginnen hebben over datgene wat in het oog springt. Ten eerste, Valeria Gai Guermanika is nog steeds even brutaal en begaafd. Ten tweede, haar werk lijkt in niets op dat van andere Russische televisiemakers, terwijl ze ook niet probeert de grote Amerikanen na te doen. Ten derde, zij alleen kan het doen lijken alsof elke scène briljant geïmproviseerd is, een illusie die zelfs door de meest afgezaagde dialogen niet kan worden weggenomen. En er vloeien nogal wat clichématige zinnetjes uit de pen van Anna Kozlova, co-scenarist van de zestiendelige serie Lessen in gelukkig leven, maar Guermanika heeft nog een zeldzaam talent: ze weet dialogen vol gemeenplaatsen te regisseren alsof er in het echte leven altijd zo wordt gepraat, zo zelfs dat je gaat denken dat het toeval moet zijn dat jij zulke dingen nooit bij de koffieautomaat hoort.

Valeria Gai Guermanika is springlevend en haar personages zijn dat ook. Dat is buitengewoon. Bovendien is zij zonder twijfel de enige Russische cineaste die erotische scènes kan filmen. Niet alleen kent ze geen schaamte, maar ze is gewoon ook erg goed in dat soort momenten; dat blijkt ook weer in deze serie, die ze maakte voor de grootste nationale zender van Rusland. Zo zien we in Lessen al na drie minuten, in onderbroken maar expliciete beelden, hoe een van de hoofdrolspeelsters wilde seks heeft met een man die ze net in een bar heeft ontmoet. En in de derde aflevering kunnen we toekijken hoe een van de andere heldinnen zichzelf onder de douche bevredigt. Waarvan akte. Hoe persoonlijk en onnavolgbaar de stijl ook is, de verhaallijn is overbekend: we volgen de belevenissen van vier uitzendkrachten, nog jong maar nu al ongelukkig, aangeduid met dat meedogenloze, aan de

Hoe alternatief en provocerend zij als filmmaakster ook is, ze wordt gesteund door niemand anders dan de ‘patroon’ van de Russische tvwereld

Amerikaanse schrijver Joseph Heller ontleende stempel: ‘Jonge vrouwen van boven de 25’. Vier heel verschillende persoonlijkheden, vier vriendinnen. Doet dat u denken aan Sex and the City? Dat klopt, maar de Russische hoofdstad lijkt in de verste verte niet op New York. ‘Ik ben geen hoer, maar in Moskou is verder niets te doen’, stelt een van de jonge vrouwen nuchter vast. Het leven is hard, humor helpt niet tegen alles. We bevinden ons niet in de vrolijke avonturen van Carrie Bradshaw, maar in een nieuwe versie van Moskou gelooft niet in tranen [de grote Russische succesfilm die in 1980 een Oscar won voor beste buitenlandse film: het verhaal van drie vriendinnen die hun geluk gaan beproeven in Moskou, maar elk een totaal andere koers volgen]. De jaren verstrijken, de tranen blijven stromen, en Moskou gelooft er nog steeds niet in.

Authentiek

Die overeenkomsten zijn niet willekeurig, ze dringen zich op, onontkoombaar, en komen hard in botsing met de documentaire (of semi-documentaire) stijl van de serie. Het beroemde ‘Je gelooft het niet’ van Stanislavski, de grote toneelregisseur en theater-

pagina 54 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 54

24-04-12 15:39


horizon

media

Van links naar rechts, Ksenia Gromova, Anna Sliou en Alissa Khazanova

theoreticus, wiens methode in de hele wereld school heeft gemaakt, komt in de toeschouwer op, ondanks pogingen om daar redelijke argumenten tegenover te stellen: wat weten we tenslotte van het leven van deze jonge werkende vrouwen waar zij met elkaar over praten, in het Moskou van nu? De actrices spelen op een volmaakt natuurlijke manier, ook in situaties die niet natuurlijk zijn. Ook de camerabewegingen en het lappendekenachtige scenario maken de serie eerder authentiek dan ongeloofwaardig. Alissa Khazanova speelt even sterk als in het subtiele Skazka pro temnotu [Sprookje in het duister, 2009, waarin ze een politieagente speelt]. Svetlana Khodtchenkova, als het ultieme blonde kreng, overtreft haar prestaties uit Rjevski vs Napoleon

[uitzinnige Russische film die dit jaar uitkwam]. Ksenia Gromova en Anna Sliou zijn elkaars tegenpolen op emotioneel gebied, maar spelen allebei met zo’n puurheid dat het lijkt alsof Guermanika ze nog maar net heeft ontdekt, terwijl dit voor beiden niet hun eerste rol is. Deze serie zal een belangrijke mijlpaal worden in hun carrière. De meeste mannen in de serie fungeren slechts als aangever, maar dat is een bewuste keuze. En het klopt met het echte leven. Wat is er dan toch mis met deze serie? Al vanaf de allereerste aflevering begin je je als toeschouwer te ergeren aan twee ongelooflijke toevalligheden, van het soort dat in de werkelijkheid nooit zal voorkomen. Het vriendje van een van de jonge vrouwen blijkt de vader te zijn van het kind van een van de

andere, en een onenightstand van de ondeugende hoofdpersoon vertelt haar, vlak nadat ze met elkaar naar bed zijn geweest, dat hij haar nieuwe baas is. Als in een Mexicaanse soap wordt daarmee de spanning minstens vijf of zes afleveringen lang vastgehouden. Lessen is geen studie in werkelijkheid, en het is ook geen reality-tv, het is een fictief verhaal, verteld in een bedrieglijk authentieke stijl.

Alledaags geluk

Laten we eens wat beter kijken naar de vier personages. De eerste is single en droomt van een man; de tweede is een alleenstaande moeder, teleurgesteld in de mannelijke sekse; de derde is getrouwd en

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 55

Horizon.indd 55

24-04-12 15:39


horizon

media

GEEN BEGINNELING still uit de tv-opnames

Jong, maar geen debutante Ze mag dan pas 28 zijn, met acht films op haar conto (waarvan vijf documentaires), verscheidene nationale prijzen en een eervolle vermelding in Cannes, is de Russische filmmaakster Valeria Gai Guermanika bepaald geen beginneling. Het Russische en Europese publiek ontdekte haar in 2008 met Vse umrut a ya ostanus, een compromisloze film over het leven van drie middelbare scholieres. Dankzij die film raakte haar naam meteen verbonden met het anticonformisme, vanwege het rebelse karakter, maar ook vanwege de modern-Russische stijl van de film, die creatieve artisticiteit combineert met een vorm van burgerlijk engagement. Haar eerste televisieserie, Shkola, over een school, week niet van deze lijn af. Of je ze nu liefhebt of haat – al haar films ontketenen een stormvloed aan emotionele reacties in de media en op het maatschappelijke speelveld – het valt niet te ontkennen dat de films van Guermanika een bijdrage leveren aan het debat over de veranderingen in de Russische samenleving.

Guermanika is zonder twijfel de enige Russische cineaste die erotische scènes kan filmen kan geen kinderen krijgen, en de vierde, ook getrouwd, moeder van twee kinderen, weet niet wat het betekent om gelukkig te zijn. De zoektocht naar het ‘alledaagse geluk van de vrouw’ vormt de rode draad in het verhaal. Die moet de toeschouwer, via de nodige wendingen, hoogte- en dieptepunten naar de ontknoping leiden. Liefdes en ruzies tussen mannen en vrouwen die elkaar niet begrijpen en/of niet kunnen bevredigen, een ononderbroken zoektocht waarbij tegenpolen elkaar vinden en dan weer gehavend uit elkaar gaan: het leitmotiv van de serie is de oorlog tussen de seksen, maar ook de aantrekkingskracht tussen tegenpolen. Dat is tegelijkertijd de kern, de verdienste en het grootste gebrek van deze serie. De uiterlijke tekenen van rijkdom waarnaar de vier jonge vrouwen verlangen – of het nu gaat om een dure tas of een 4wd met opvallende nummerplaat, zoals 999 – drukken hen, als in een lachspiegel, met hun neus op de schraalheid van hun eigen dagelijks leven, vol onbenullige scheldpartijen met familieleden en huilerig gekibbel met vriendinnen. Het hyperrealisme van de opnamen, met hun verschrikkelijke close-ups en het bijna maniakale werk van de decorontwerpers, wordt voortdurend tenietgedaan door het clichématige van de scènes. En als toeschouwer weet je niet meer of het leven net een slechte film is of andersom. De soundtrack van dit epos over het leven van vier jonge secretaresses (hun beroep blijft in het vage, vrijwel nergens is iets van hun professionele activiteiten te zien) bestaat uit nogal platte succesnummers van Zveri (‘Wilde Beesten’, een rockgroep die ook al figureerde in de soundtrack van Vse umrut a ya ostanus uit 2008), rapper Timati, Eva Polna en rapper

Siava. Hoe alternatief en provocerend Guermanika als filmmaakster ook is, ze wordt gesteund door niemand anders dan de ‘patroon’ van de Russische tv-wereld, Konstantin Ernst [directeur van het eerste net], die haar geadopteerd lijkt te hebben. Na afloop van de serie zullen we zien wat het gevolg is van deze bizarre verbintenis. Nu tekent zich een interessant verschijnsel af: de vier hoofdpersonen, hoe verschillend zijzelf en hun achtergronden ook zijn, gedragen zich soms net als de hoofdpersonen van Shkola [De school, de serie die de regisseuse hiervoor maakte] of van Vse umrut a ya ostanus, haar eerste lange speelfilm, die in Cannes werd onderscheiden: als ongelukkige, gefrustreerde schoolmeisjes die fantaseren over het grote geluk, een wereldwijs cynisme veinzen en af en toe verschrikkelijk onderuitgaan. Dat komt ongetwijfeld doordat zij samen een soort zelfportret vormen, waarbij elk van hen een bepaald aspect van de regisseuse vertegenwoordigt. De vraag is dus of zij aan het eind werkelijk vier onafhankelijke persoonlijkheden zullen worden, nog steeds imaginair, maar even levend en kleurrijk als Guermanika zelf. Dit nieuwe verhaal staat niet ver af van haar eerdere vertellingen. Ook dit is een drama (of komedie?) over volwassen worden – waarbij het grootste obstakel wordt gevormd door kinderlijkheid, het sleutelprobleem van de Russische samenleving. Tot slot: ik zou deze begaafde filmmaakster willen toewensen dat haar nieuwe serie geen succes wordt, maar een flop. Niet op artistiek gebied natuurlijk, maar commercieel: lage kijkcijfers en slechte recensies. Enerzijds omdat nieuw talent meer heeft aan een mislukking dan aan loftuitingen, en anderzijds omdat haar verbintenis met de televisie nu lang genoeg heeft geduurd. Het wordt tijd dat Guermanika terugkeert naar de cinema en weer eens een lange speelfilm maakt. Laat meneer Ernst die desnoods produceren, dat zou zo’n film de kans geven om vertoond te worden in alle bioscopen van ons grote land en in het buitenland, zoals in Cannes, waar de internationale carrière van Valeria Gai Guermanika begon. Anton Dolin

pagina 56 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 56

24-04-12 15:39


cultuur

horizon

De angst van de schrijver voor zijn vrouwelijke lezers New York Review of Books – New York

We kennen het romanpersonage maar al te goed. Kansloos, klein behuisd, vuile afwas, carrière in het slop, riekend, en ondertussen treurt hij zich een ongeluk over een verloren of juist niet te verkrijgen liefde. Dat is de dominante ervaring in het leven van deze mannen van na de seksuele bevrijding: de schaamte dat je gewogen bent en te licht bevonden. Literatuurcritica Elaine Blair vindt ze overal terug: the great American losers.

Tekeningen Sandra Derks – © Fotograaf / Agent

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 57

Horizon.indd 57

24-04-12 15:39


horizon

cultuur

T

oen ik me ten behoeve van een recensie een paar weken lang in het werk van Michel Houellebecq verdiepte, spookte één gedachte steeds door mijn hoofd. In de Amerikaanse literatuur gelden een paar ongeschreven regels voor romans over ‘losers’ in de liefde. Houellebecq lapt die regels aan zijn laars. Mede daarom was Elementaire deeltjes, zijn eerste roman die in de VS werd gepubliceerd, voor sommigen zo’n openbaring en voor anderen een walgelijk boek. Wij Amerikanen zien meteen dat hij zich op bekend terrein begeeft, maar daar heel anders te werk gaat dan onze eigen jonge romanschrijvers. In zijn eerste vier romans schrijft Houellebecq vooral over het leed van mannen die kansloos zijn (of denken te zijn) in de liefde. Sommige van zijn romanpersonen lopen vrijwel iedere keer als ze in de kroeg komen een blauwtje. Andere mijden contact met vrouwen, totaal verlamd van angst voor de intieme aandacht die nu eenmaal bij het ‘daten’ hoort. De man die hunkert naar liefde, maar zichzelf onaantrekkelijk vindt: dat personage kennen we maar al te goed uit Amerikaanse romans van de laatste generaties. Zijn ellende vormt vooral een bron van vermaak. Hij is een kneus op elk gebied: carrière in het slop, woning van niks, hoort nergens bij. Zoals Lewis Miner in Sam Lipsytes Home Land (2004): een tekstschrijver die meestal zonder werk zit, zich suf rukt en zijn leven als volgt beschrijft: ‘Als je thuis werkt (...) komt alles op discipline aan. In elke koffiepauze loert het gevaar van suïcidale zelfhaat. Iedere activiteit moet zorgvuldig worden gepland, van boodschappen doen tot douchen en hyperventileren. En ondertussen tijd vrijmaken om te treuren over Gwendolyn, die in juni precies drie jaar bij me weg is.’ Want het grootste probleem voor de loser is uiteraard de vrouw. Zijn liefdes blijven altijd onbeantwoord of zijn gedoemd te mislukken. Hij durft ook nergens aanspraak op te maken, benadert vrouwen schichtig, bang om een klap te krijgen. Neem de gretigheid waarmee Gary Shteyngarts personages ons vertellen hoe onaantrekkelijk ze zijn. In Supertriest waargebeurd liefdesverhaal (2010) beschrijft Lenny zichzelf zo in zijn dagboek: ‘Een middelmatig lichaam in een wereld waarin alleen een ongelooflijk lichaam ertoe doet. Een lichaam dat op de chronologische leeftijd van negenendertig al te lijden heeft onder een teveel aan LDL-cholesterol, een teveel aan het ACTH-hormoon, te veel dingen die het hart bedreigen, de lever overbelasten, alle hoop doen vervliegen.’

Maar niet alleen onaantrekkelijke mannen zijn losers. Soms is het nog leuker als het om een knappe ijdeltuit gaat. In 1978 schreef Richard Price een van de eerste romans over de treurigheid van de Amerikaanse vrijgezel: Ladies’ Man. Daarin heeft Kenny een vriendin, La Donna, die niet meer met hem vrijt. Dan betrapt hij haar met een vibrator en wordt razend jaloers – op dat apparaatje. In de kroeg spreekt hij zichzelf moed in: ‘Zat ik in de rats dat La Donna een ander had, bleek mijn echte rivaal de Everready. Kolere! Zij rotzooien? Dan ik ook. Ik verdeed mijn tijd met haar. Ik was in de bloei van mijn leven, als man zijnde. En ik was goed. En dat zei ik niet zomaar, zoals iedere vent. Ik was verdomd goed. En groot. Ik was goed, groot en de beste. En veel te goed voor haar. Iedereen zei het. Elke vrouw met wie ik het ooit had gedaan, zei dat ik de beste was. Ik wist van wanten en was nog een knappe kerel ook.’ Wat deze auteurs beschrijven, is een sociale ontwikkeling die ook Houellebecq onderkent (en vervloekt):

In ons tijdperk van desillusies mag je als romanschrijver de vrije liefde niet meer idealiseren

mannen (en vrouwen) uit de middenklasse, die na de studie nog tien of twintig jaar blootstaan aan afwijzing in de liefde. En omdat scheiden zo eenvoudig is, kun je altijd opnieuw vrijgezel worden. In 1997 schreef Jonathan Franzen voor The New Yorker een essay over boeken met seksadviezen. Toevallig poneert hij in dat stuk dezelfde stelling die de kern vormt van Houellebecqs eerste roman, De wereld als markt en strijd (1994), met dezelfde economische metafoor. Dat Amerikanen zo gebukt lijken te gaan onder seksuele onzekerheid, komt volgens Franzen simpelweg doordat ‘we de angst van de vrije markt ervaren. Door anticonceptie en het gemak van scheiden is de economie van de seks bevrijd van zijn ketenen (...). Maar al vallen de oude muren van repressie om, veel Amerikanen (...) verlangen terug naar de oude staatsmonopolies.’

Afwijzing door de vrouw

Die seksuele vrije markt heeft ook goede dingen opgeleverd. Niemand in deze romans verlangt terug naar minder keuzevrijheid of een verbod op echtscheiding. Maar het draait wel steeds uit op hetzelfde tafereel en hetzelfde gevoel: afwijzing door een vrouw, de schaamte dat je gewogen bent en te licht bevonden. Dat is de dominante ervaring in het leven van deze mannen van na de seksuele bevrijding. De auteurs laten hun romanpersoon heel bewust

pagina 58 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 58

24-04-12 15:39


horizon

cultuur

Houellebecq’s personage ziet een vrouw in doorkijkblouse en mompelt dat het een slet is. Zijn auteur berispt hem niet ook op andere gebieden falen – financieel, sociaal, beroepsmatig. Zo is de hele roman doordrenkt van het gevoel van vernedering dat de held al in zijn greep heeft ver voordat het misgaat in de liefde. De held vindt van zichzelf dat hij tekortschiet, en als een meisje hem afwijst is dat slechts een bevestiging van wat hij al had verwacht. Alle mogelijke kritiek op zijn persoon is hij te snel af met zijn bijtende zelfspot. En als zijn eigen dwaasheid hem wel eens ontgaat, dan staat de auteur meteen over zijn hoofd naar ons te gebaren. Dan wordt de monoloog van de arme stumper een tikje bloemrijker, een tikje defensiever, en weten we dat we te maken hebben met een aanval van opzichtig zelfbedrog. Dit gaat niet alleen over de hedendaagse seksuele mores, en zelfs niet alleen over de misère van de ste-

delijke middenklasse. Ik vermoed dat onze Amerikaanse auteurs ook bang zijn om niet meer in de smaak te vallen als schrijver – vooral bij vrouwelijke lezers. Dat is de grotere vernedering achter de talrijke kleine fictieve vernederingen van hun helden. De rituele zelfverachting van de romanfiguren lijkt vooral bedoeld om te appelleren aan een vrouwelijk publiek. In 1998 schreef David Foster Wallace dat hij John Updike, Norman Mailer en Philip Roth beschouwde als de ‘Grote Narcistische Mannen’ van de Amerikaanse literatuur. Zij werden gekenmerkt door ‘extreem egocentrisme’ en ‘kritiekloze verheerlijking van dat egocentrisme zowel bij zichzelf als bij hun romanfiguren’. Wallace schrijft dat die Grote Narcisten, en vooral Updike, bij het jonge publiek veel minder

populair zijn dan bij de lezers van hun eigen generatie, en poneert dan een stelling. ‘Voor de jonge hoogopgeleiden van de jaren zestig en zeventig, opgegroeid met het ultieme schrikbeeld van het hypocriete conformisme en de repressie van hun ouders, was Updikes verheerlijking van de wellust vermoedelijk verfrissend en zelfs heroïsch. Maar de jonge mensen van de jaren negentig (...) kampen met heel andere schrikbeelden, zoals solipsisme, een totaal gebrek aan houvast en een typisch Amerikaans soort eenzaamheid: het vooruitzicht om dood te gaan zonder ooit ergens meer van te hebben gehouden dan van jezelf.’ Je hoeft het niet per se eens te zijn met deze analyse (en de manier waarop Wallace Updike en de Grote Narcisten wegzet). Het gaat me vooral om de rest van zijn betoog: ‘De meeste literatuurliefhebbers die ik ken zijn nog geen veertig, en een flink aantal van hen is vrouw, en ze hebben het niet zo op de Grote Narcisten. Maar vooral aan John Updike lijken ze een bloedhekel te hebben. En niet alleen aan zijn boeken. Zodra je zijn naam laat vallen, schrik je van de reacties: Een penis met een grote woordenschat. Heeft die zak wel eens een gedachte die hij niet meteen op papier kwakt?

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 59

Horizon.indd 59

24-04-12 15:40


horizon Hij maakt vrouwenhaat bijna literair zoals Rush Limbaugh fascisme bijna grappig maakt.’ Eigenlijk beschrijft Wallace hier de angst voor afwijzing door de vrouwelijke lezer. Niemand wil worden uitgemaakt voor een penis met een grote woordenschat. Voor iedere Engelstalige schrijver – opgevoed in de Anglo-Amerikaanse romantraditie, waarin vrouwen een grote rol spelen als romanfiguur, auteur en lezer – is het een ramp als hij niet meer voor vrouwen kan schrijven. Daar hadden de Grote Narcisten zelf nooit last van: de vrouwen van hun generatie verslonden hun boeken. Wallace ontwaart een grote omslag bij de nieuwe generatie lezeressen. Zij zijn niet alleen kinderen van gescheiden ouders, maar ook van een feministische beweging die grote invloed heeft gehad op de cultuurkritiek. Zijn portret van de gemiddelde lezeres verraadt hoezeer hij haar minachting vreest. De rest van zijn essay is een uiteenzetting en verdediging van haar standpunt. In werkelijkheid heeft iedere vrouw natuurlijk een andere mening, maar voor Wallace denken alle vrouwen onder de veertig hetzelfde over Updike – en wellicht ook over andere auteurs. Waarover denkt hij dat ze zich zo opwinden? Wat er volgens hem niet deugt aan de mannen van Updike, is dit: ‘Ze hebben wel een gezin, maar ze houden nooit echt van iemand – en hoewel ze heteroseksueel zijn op het onverzadigbare af, houden ze met name niet van vrouwen.’ De hoofdpersoon van Updikes Naar het einde der tijden illustreert volgens Wallace duidelijk ‘wat zijn romanfiguren de laatste jaren zo onsympathiek en irritant maakt.’ Dat is niet alleen dat ze ‘volharden in het bizarre, puberale geloof dat seks met wie je maar wilt wanneer je maar wilt een remedie is tegen de wanhoop van het bestaan.’ Maar vooral dat ‘de auteur zelf, voor zover ik kan zien, dat geloof ook huldigt.’ Kortom, het probleem is dat die helden tot het bittere eind blijven geloven in seks als oplossing voor andere problemen – als troost voor alles wat niet deugt in het

cultuur

leven, met name voor de onafwendbare dood. Zo’n kijk op seks is natuurlijk helemaal niet ‘bizar’, maar gemeengoed. Wallace vindt het echter naïef om te denken dat je er beter van wordt als je je driften de vrije loop laat. In ons tijdperk van desillusies mag je als romanschrijver de vrije liefde niet meer idealiseren. En blijf je de seksuele escapades van je mannelijke romanhelden toch kritiekloos verheerlijken, dan is dat beledigend voor vrouwen, of zullen lezeressen dat althans zo ervaren. Maar waarom? En is het echt beledigend, of wordt het alleen zo ervaren? Dat maakt Wallace niet duidelijk. Van die citaten van ‘de lezeres’ maakt hij een suggestieve collage (‘vrouwenhaat’, ‘penis’, ‘zak’) die weliswaar een aanklacht tegen Updike is, maar in het midden laat of die lezeres hem misschien slordig en vooringenomen leest. En juist dat maakt haar zo angstwekkend. Wanneer je als romanschrijver al te liefkozend over je penis schrijft, klapt de lezeres misschien spontaan je boek dicht. Volgens mij leeft dit idee van Wallace, met alle bijbehorende angsten en vooroordelen over de vrouwelijke lezer, ook bij andere romanschrijvers. Romans over losers maken een afspraak met de lezer: ja, het is lomp en puberaal om steeds aan seks te denken en naar vrouwen te gluren, maar soms doen wij mannen

Afwijzing is de dominante ervaring in het leven van na de seksuele bevrijding

dat nu eenmaal en daar moeten we over schrijven. Maar we beloven plechtig dat we niet de fout zullen maken van de latere Updike: als onze romanfiguren zich als pummels en egocentrische eikels gedragen, geven wij ze altijd een tik op de vingers. We maken er komische klungels van en straffen hun fouten bij voorbaat af door ervoor te zorgen dat geen vrouw ze wil hebben, omdat we al weten hoe jij over hem denkt, lezeres. En dan kunnen jij en ik, lezeres, ons samen vrolijk maken over die figuur, wat ons nader tot elkaar brengt en het vreselijke gevaar bezweert dat je me verlaat.

Melkwitte borsten

Franzens roman De correcties (2001) bevat een passage die de redenering van Wallace dunnetjes overdoet. In het hoofdstuk ‘Mislukt’ krijgt Chip Lambert de bons van zijn vriendin Julia. De 37-jarige Chip is bij de universiteit ontslagen wegens een affaire met een studente. Hij heeft een filmscenario geschreven over de heksenjacht op een universitair docent en wil daar rijk mee worden. Julia werkt voor een filmproducent en wrijft Chip nog eens in hoe slecht zijn scenario is. Daarbij hamert ze vooral op de ‘vunzige’ manier waarop hij steeds over de borsten van de hoofdpersoon begint. ‘Als je dit als vrouw leest,’ zegt ze, ‘is het alsof je in de supermarkt langs de kip loopt. Borst, borst, borst, dij, dij.’ Chip sputtert even tegen, maar beseft dan dat het script inderdaad vol staat met teksten als ‘steeds weer naar haar volmaakte, meisjesachtige borsten glurend’ en ‘in volstrekte aanbidding voor je honingzoete, zware borsten’ en ‘koplampen die vervagen als twee melkwitte borsten’. Chip denkt dan ‘dat Julia bij hem wegging omdat in Op het academische pluche te veel over borsten werd gepraat en het wat langzaam op gang kwam, en dat er, als hij (...) die paar overduidelijke problemen kon verhelpen, misschien nog hoop was, niet alleen voor zijn financiën maar ook voor zijn kansen om ooit weer Julia’s eigen argeloze, melkwitte borsten te bevrijden en te strelen.' Het probleem van Chip is ook het probleem van de mannelijke auteur. Zowel in zijn kunst als in zijn leven ontbeert Chip ieder inzicht in het vrouwelijke perspectief. Tal van vernederingen staan hem dan ook te wachten. Het was op dit strijdtoneel dat in 2000 Elementaire deeltjes in Amerika verscheen. Houellebecqs romanfiguren denken dingen als: ‘Grote, ietwat slappe borsten, dat was zelfs ideaal voor een lekker nummertje Russisch; en dat was alweer drie jaar geleden.’ En hij bekritiseert dat niet. Maar af en toe juist weer wel. Houellebecq springt heel losjes om met de vraag wiens perspectief hij ons voorschotelt, dat van de auteur of van de romanfiguur. Hij laat zijn lezers graag in het ongewisse over wat hij zelf vindt en waar hij de spot mee drijft. Slechts af en toe zet hij een egocentrisch mannelijk personage te kijk, neemt hij er afstand van om te laten merken dat hij donders goed weet dat het een irritante eikel is. Bruno, een van de hoofdpersonen in Elementaire deeltjes, is in wezen net zo’n type als Chip: een onzekere, opvliegende kneus die volledig in beslag wordt genomen door zijn komische, vruchteloze pogingen om vrouwen te versieren. Als hij in een vakantieoord op vrouwenjacht gaat, vertelt ene Sophie dat ze dol is op Braziliaanse dans.

pagina 60 nr. 12 28 april tot 12 mei 2012

Horizon.indd 60

24-04-12 15:40


horizon

cultuur

‘“Sophie!” riep Bruno vol vuur uit, “ik zou naar Brazilië op vakantie kunnen gaan. Door de favela’s rondrijden in een gepantserde minibus. Naar de kleine achtjarige killertjes kijken, die ervan dromen bendeleiders te worden; naar de kleine hoertjes, die op hun dertiende doodgaan aan aids. (...) Dat was ’s ochtends, en ’s middags zou ik me op het strand tussen de stinkend rijke drugshandelaars en de pooiers mengen. Te midden van dat losgeslagen leven en die behoeftigheid zou ik de melancholie van de westerse mens vergeten.”’ Ze kijkt hem dan bedroefd aan en zegt: ‘“Jij moet vast veel hebben geleden...”’ Waarop Bruno vervolgt: ‘“Weet je wat Nietzsche over Shakespeare heeft geschreven? 'Wat moet die man hebben geleden, dat hij zo’n behoefte voelt om de paljas uit te hangen!’ Shakespeare heeft me altijd een overschatte schrijver geleken; maar hij is inderdaad een onverbeterlijke paljas.” Hij zweeg en besefte vol verbazing dat hij werkelijk begon te lijden. Soms waren vrouwen zo aardig: op agressie reageerden ze met begrip, op cynisme met zachtheid. Welke man zou zich zo hebben gedragen? “Sophie, ik heb zin om je poesje te likken...”’ Sophie is de evenknie van Julia, een spreekbuis voor het vrouwelijk perspectief. Maar ze verdwijnt meteen weer van het toneel zonder dat Bruno is veranderd. Even later ziet hij een vrouw met een doorkijkblouse en mompelt dat het een slet is, en zijn auteur berispt hem niet. Om twee redenen reageren Amerikaanse lezeressen hier furieus op, zelfs als ze het boek bewonderen: het achteloze seksisme van de romanfiguren, en de achteloosheid waarmee de auteur dat seksisme beschrijft. Wij zijn meer zorgzaamheid van onze auteurs gewend.

Seksisme

Franzen getroost zich veel moeite om duidelijk te maken hoe fout het seksisme van zijn held is, maar daar zul je Houellebecq niet op betrappen. Natuurlijk niet. Choqueren en provoceren is zijn stiel, en dan moet ook de andere sekse het ontgelden. Maar dat is nog het minste. Hij maalt er niet om dat we hem onaardig vinden, sterker nog: hij wil dat graag, zodat we ons gaan ergeren en zijn maatschappijkritiek harder aankomt dan wanneer zijn verteller sympathiek was. De jonge Amerikaanse romanschrijvers willen juist aardig gevonden worden. En hun boeken zijn ook onweerstaanbaar, ik kan geen betere romans bedenken: intelligent, geestig, opgewekt en waarachtig. Volmaakte beheersing van verteltoon en perspectief. De vertelstem is altijd verleidelijk. Maar zo besef je dat ze ondertussen voorbijgaan aan een hele dimensie van de liefde: deze auteurs laten nooit

eens zien hoe mannen in het echt hun seksuele drift omzetten in verleidingskunst. Ook dat is deels de schuld van de Grote Narcisten. In het werk van Mailer, Roth en Updike worden vrouwen vaak met succes verleid – maar wordt ook een beetje op hen neergekeken, in de zin dat ze toch altijd onderdoen voor de mannelijke personages (die geestiger, intelligenter, fijngevoeliger of levenslustiger zijn). Door hun toedoen zijn deze twee aspecten – een stoere man en een lage dunk van vrouwen – in ons hoofd met elkaar versmolten. De schichtigheid van latere Amerikaanse romanschrijvers is te wijten aan hun bange vermoeden dat een man die in seksueel opzicht krijgt wat hij wil, hoogstwaarschijnlijk misbruik van iemand maakt. Het schijnheilige van de Amerikaanse loser is dat milde kritiek op de beperkingen van de romanfiguur verruild is voor de klucht van zijn totale vernedering. Dat maakt de personages van de nieuwe generatie op

Niemand wil worden uitgemaakt voor een penis met een grote woordenschat

hun manier eigenlijk net zo egocentrisch. Hoe moet je die liefdevolle opsomming van al hun fouten anders duiden? En al hebben auteur en medepersonages nog zoveel kritiek op dat navelstaren, het wordt (behalve bij Franzen) juist versterkt door de vorm van de romans. Vrouwelijke romanfiguren mogen de held erop wijzen dat hij een egocentrische lul is, maar de mooiste teksten komen toch uit zíjn mond. Het probleem is niet dat hij het podium niet met iemand wil delen, maar het vage gevoel dat er een deal wordt gesloten: de held hóéft het podium niet met iemand te delen, omdat hij kritiek heeft op zichzelf. Het is zijn roman, en hij moet al genoeg boeten door als pispaal te dienen. De romanschrijvers die zo’n ingewikkelde buiging voor hun lezeressen maken, proberen ons te verlokken tot een nieuw contract: ik, auteur, beloof het narcisme van mijn romanfiguren altijd te erkennen, en in ruil daarvoor belooft u in hen geïnteresseerd te blijven. Oké? Afgesproken? Als u dan hier tekent, zet ik mijn handtekening in het boek. Elaine Blair Citaten afkomstig uit: Gary Shteyngart, Supertriest waargebeurd liefdesverhaal (Lebowski), vert. Ton Heuvelmans Jonathan Franzen, De correcties (Prometheus), vert. Gerda Baardman, Marian Lameris, H. Groeneberg Michel Houellebecq, Elementaire deeltjes (Arbeiderspers), vert. Martin de Haan

28 april tot 12 mei 2012 nr. 12 pagina 61

Horizon.indd 61

24-04-12 15:40


media Een selectie uit de buitenland­berichtgeving van de VPRO op televisie, radio en internet.

Voetbal, geweld en corruptie Het EK voetbal speelt zich af in Polen en Oekraïne. Is het daar wel pluis? Groot was de verrassing toen de UEFA in 2007 besloot het EK voetbal 2012 aan Polen en Oekraïne te gunnen. Niet zozeer omdat het twee landen betrof; dat was in de EK-historie al eerder vertoond. Er ontstond vooral twijfel of men daar wel in staat was om het evenement vlekkeloos en op tijd te organiseren – denk aan te bouwen stadions en overige infrastructuur – en om de veiligheid te waarborgen – denk aan de honderdduizenden supporters en hun gedragingen op vreemde bodem. In de laatste uitzending van dit seizoen buigt Tegenlicht zich in Aanvalluh!, een film van Mariusz Pilis, over ‘Poolse hooligans en Oekraïense corruptie rond het EK 2012’. Polen kampt al enige tijd met geweld van voetbalsupporters. Poolse hooligans, zo blijkt uit de film, trappen geen rotzooi als tijdverdrijf, maar als openlijk verzet tegen de politieke en sociale orde. Pilis vraagt zich af of dit geweld de voorbode is van groot politiek onheil in Polen. En dan Oekraïne, weliswaar het grootste land van Europa (zeventien keer Nederland), maar ook het minst Europese. De Oranjerevolutie is er mislukt en verzand in onverdraagzaamheid en cynische machtspolitiek. President Janoekovitsj, een pro-Russische ex-delinquent, heeft zijn westers georiënteerde rivaal Timosjenko wegens ‘verduistering’ tot zeven jaar gevangenisstraf laten veroordelen. Tegen dit decor wordt de komende maand Europees gevoetbald. Het Nederlands elftal werkt zijn groepsfase af in Charkov, Oekraïne. Wie daar een oranje shirt aantrekt, staat sowieso aan de goede kant. Maarten van Bracht

Tegenlicht: Aanvalluh! Maandag 7 mei, Nederland 2, 21.00-22.00 uur

Qatar kiest openlijk partij Welke rol speelt Qatar in het Midden-Oosten? Qatar is het rijkste land ter wereld. Het speelt al decennialang een belangrijke rol in het MiddenOosten en daarbuiten. Ook nu, bij de Arabische opstanden, is dat het geval. Ik was twee keer eerder in het golfstaatje, voor een televisieportret van AlJazeera. Nu ga ik terug om een reportage te maken voor Bureau Buitenland, want wie wil weten wat de Arabische lente het Midden-Oosten zal brengen, moet volgens analisten vooral naar Qatar kijken. Ondanks alle tegenstellingen heeft het land toegang tot vrijwel alle partijen in het Midden-Oosten én het Westen. Bij de Arabische opstanden koos Qatar voor het eerst echt partij: het keerde zich tegen de regimes in Tunesië, Egypte en Libië en nam het voortouw tegen Syrië. Mijn belangrijkste contactpersoon is dr. Najeeb. Hij is een bekend jurist, gespecialiseerd in internationaal recht en nauw verbonden met de koninklijke familie. Bij de omwenteling was hij juridisch adviseur van de jonge emir en later minister van Justitie in diens regering. Hij wilde echter onafhankelijk blijven en heeft zich gevestigd als jurist en zakenman.

Qatar beschikt over de grootste gasvoorraden van de wereld. Deze rijkdom noemt Najeeb de soft power van Qatar, waartoe hij ook Al-Jazeera rekent. De hard power is onlangs voor het eerst ingezet, toen Qatar militair participeerde in de NAVO-acties die een einde aan het regime van Gaddafi maakten. Qatar is de drijvende kracht achter de wederopstanding van de Arabische Liga en een groot voorstander van militair ingrijpen in Syrië. In dit diplomatieke veld opereert de premier van Qatar, tevens minister van Buitenlandse Zaken, sjeik Hamad bin Jassim bin Jabr al Thani, achterneef van de emir. De premier is ook de CEO van een van de grootste investeringsfondsen ter wereld, The Qatar Investment Authority. Najeeb wil meer transparantie over de begroting van Qatar, en vooral een scheiding tussen de zakelijke belangen en de overheid. Hans Otten

Bureau buitenland Zondag 6 mei, Radio 1, 19.04-20.04 uur

Supermaori In Nieuw-Zeeland verwachten de Maori’s veel van een wonderkind. Ngaa Rauuira Pumanawawhiti is nog niet eens oud genoeg om bier te drinken, maar al jaren de persoon op wie zijn stam de hoop heeft gevestigd. Al vroeg werd duidelijk dat deze Maori bijzondere gaven bezat. Toen hij acht was, sprak hij mee met de volwassenen en op zijn twaalfde zat hij al op de universiteit. Maar Ngaa Rauuira is niet alleen een bolleboos, hij is ook activist, vastbesloten om op te komen voor de rechten van zijn stam. Niet alleen hij, maar zijn hele gemeenschap wil de Maori’s een stem geven, en daarmee alle inheemse volken van de wereld. Ngaa Rauuira wil politicus worden, misschien wel premier van Nieuw-Zeeland. Om deze ambities waar te maken heeft hij een goede opleiding nodig. Hij is aangenomen voor een zomercursus op de prestigieuze Amerikaanse universiteit Yale. De hele gemeenschap helpt mee het collegegeld en de reis te betalen. Financiën zijn niet het

enige probleem. Omdat hij geen achternaam heeft, is het heel moeilijk om een paspoort te krijgen. De documentaire Maori boy genius is een portret van het wonderkind. Te zien is hoe hij zijn vrienden en familie moet verlaten om de verwachtingen waar te maken. Ngaa Rauuira is zijn leeftijdgenoten intellectueel gezien dan wel ver vooruit, hij is ook een overmoedige puber die zijn hele leven is behandeld als een uitverkorene. Op Yale wordt hij voor het eerst echt op de proef gesteld. Elja Looijestijn

Holland Doc: Maori boy genius Donderdag 10 mei, Nederland 2, 23.00-0.00 uur

agenda Bureau buitenland O.a. over persvrijheid in Turkije

L’affaire Chebeya, un crime d’état? Proces in Kinshasa na moord op

360 degrés: Ma cabane au Costa Rica

The Bhutto saga or politics in the blood

Holland Doc: De verlossing van de naakte generaal

Zondag 29 april Radio 1, 19.04-20.00 uur

deze mensenrechtenactivist

De grootste boomhut ter

Pakistaanse familiedynastie

Liberiaanse slachter is nu

Maandag 30 april

wereld bouwen

Dinsdag 1 mei

evangelist

Canvas, 23.45-0.45 uur

Maandag 30 april

Canvas, 21.10-22.10 uur

Donderdag 3 mei

TV5, 22.05-23.00 uur

Nederland 2, 22.55-0.00 uur

pagina 62 nr. 12 28 april tot 14 mei 2012

VPRO.indd 62

24-04-12 16:51


We hebben de aroma’s opgesloten.

Aan u om ze vrij te laten. Onze hermetisch afgesloten capsules zorgen voor een ideale bescherming van de aroma’s.

www.nespresso.com

ADVERTENTIESPREADS.indd 6868-NLapr12 360Magazine Aromas 5265x350_CB.indd 1

24-04-12 12/04/1211:49 17:55


HELLO

PETROLHEADS

345 HYBRIDE PK, 20% BIJTELLING DE NIEUWE GS 450h Hybride betekent letterlijk ‘de nauwe vermenging van twee ongelijksoortige zaken’. En dat is precies wat de nieuwe GS 450h Hybrid doet. Sportieve prestaties (252 kW / 345 PK) gaan perfect samen met comfort. Kracht met efficiency. De nieuwe GS 450h biedt naast alle standaard luxe uiteraard ook de service die u van Lexus mag

20%

verwachten. Zoals een vaste monteur die u en uw auto door en door kent, en haal- en brengservice bij elke grote onderhoudsbeurt. U rijdt de nieuwe Lexus GS 450h vanaf € 61.750,-. Lease vanaf € 999,- per maand, 20% bijtelling bij registratie voor 1 juli. Kijk voor meer informatie over de nieuwe GS 450h op www.lexus.nl

Welkom bij

A

Brandstofverbruik varieert van 5,9 L/100 km (17,0 km/L) t/m 6,2 L/100 km (16,1 km/L) CO2 uitstoot 137 – 145 gr/km. Op basis van Full Operational Lease, 60 maanden/20.000 kilometer per jaar, 75% bonus/malus en exclusief brandstof en BTW. De leasetarieven zijn in euro’s per maand en indicatief. Importeur: Louwman & Parqui B.V. Meer info: 0162 - 585 288 of kijk op www.lexus.nl.

LEX.021.04 ADVERTENTIE GS 265x350.indd 1 ADVERTENTIESPREADS.indd 4

13-03-1211:08 15:06 23-04-12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.