Een baby, een rechter en twee vaders Eind goed, al goed in gezwinde adoptiezaak VS
» 35
Godsdienst staat debat in de weg Turkije: Religie is geen wetenschap en vice versa » 39
Geen half leven leiden
» 57 AP
Jeanette Winterson pleitbezorgster van een geestelijk leven
het beste uit de internationale pers
nr. 30
|
30 maart tot 13 april 2013
|
www.360magazine.nl
|
€ 5,95
the washington post the economist mother jones bloomberg businessweek yemen post le matin dimanche asahi shimbun le monde süddeutsche zeitung libération the new york times the independent milliyet the guardian the believer philippine daily inquirer foreign policy
Advocaat en schrijver Clive Stafford Smith zet zich al 26 jaar in voor terdoodveroordeelden. Als gastredacteur van 360 stelde hij een allesomvattend dossier samen.
Cover.indd 1
26-03-13 16:36
Recycle uw beleggingsfondsen! Wanneer u belegt in beleggingsfondsen bent u wat Indexus betreft op de goede weg. U weet dat u de beleggingen het beste over kunt laten aan professionele beheerders, immers het gaat om discipline en continuïteit. En u vindt spreiding belangrijk, ook een belangrijke voorwaarde om risico en rendement in balans te houden. Er kleven ook een aantal grote nadelen aan
Vraag nu GRATIS het boekje ‘Beleggen met Trackers’ aan!
Voor meer informatie kijk op: www.indexus.nl
130604 IND Adv 250x335_Elsevier.indd 1 Advertenties.indd 2
beleggingsfondsen, zoals de gebrekkige verhandelbaarheid, weinig transparantie en hoge kosten.
Recycle daarom uw beleggingsfondsen! en hergebruik het vermogen voor indexbeleggen met Trackers.
Vragen? Bel 020 - 697 20 66. contact@indexus.nl Indexus Groep BV is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM)
11-03-13 13:35 16:57 26-03-13
redactioneel
colofon
Doodstil
jaargang 2 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013 Een uitgave van 360 international media Prinseneiland 24 B II 1013 LR Amsterdam 360magazine.nl 360nl @360nl
360 – Amsterdam
hoofdredactie Katrien Gottlieb redactie Pieter van den Blink uitgever Willem Jan Makkinga medewerkers Lambiek Berends courrier international Dalila Bounekta, Eric Chol, Raymond Clarinard, Antoine Laporte vertaling Peter Bergsma, Yond Boeke, Paul Bruijn, Valentijn van Dijk, Philip Ebels, Nelleke Foppen, Tineke Funhoff, Ingeborg Gonizzi, Menno Grootveld, Nicolette Hoekmeijer, Frank Lekens, Joop Koopman, Jan Messchendorp, Martinette Susijn, Astrid Staartjes, Tjadine Stheeman, Pieter Streutker, Tess Visser, Annemie de Vries. correctie Rogier Goetze art direction Dog and Pony, Amsterdam vormgeving Uriël Nieuwenburg, Iris Michielsen, Nynke Visser, Thomas Wansing productiebegeleiding Hans Snitslaar beeldredactie Nicole Robbers webredactie Marie-José Klaver copywriter Jaap Toorenaar advertentieverkoop, salesq Niels Floors floors@360international.nl Maurice Nabuurs nabuurs@360international.nl 023 - 7113200 Download de mediakit op www.360magazine.nl/adverteren online marketing Brenno Misuraca controller Arthur van der Meeren
De doodstraf, in bijna zestig landen nog steeds gehanteerd, is een microkosmos van alles wat er mis is met de Amerikaanse maatschappij, zegt de Brits-Amerikaanse advocaat Clive Stafford Smith, die al 26 jaar terdoodveroordeelden juridisch bijstaat. Hij was een indrukwekkende gast in de gelegenheidsuitzending van Adriaan van Dis in de zendtijd van DWDD. Stafford Smith zegt onversaagd waar het voor hem op staat, en doet dat in kraakheldere taal met een gezonde dosis Engelse humor. Hij is ‘geneigd’ de opperrechters die het vonnis mogen uitspreken ‘idioten’ te noemen, en het systeem waarop zij hun uitspraak baseren ‘absurd’. De Amerikaanse grondwet voorziet namelijk niet in rechtsbijstand voor terdoodveroordeelden: die moeten er zelf voor opdraaien. Maar eenderde van de gevangenen die wachten op een dodelijke injectie heeft een zeer laag IQ. En de meerderheid is zwart en arm. Stafford Smith wilde eigenlijk journalist worden, maar zag het als een morele plicht om tussen ‘hen die haten en hen die gehaat worden’ in te gaan staan. Ondertussen heeft hij van de meer dan driehonderd zaken nog geen tien verloren, ook al wegen die laatste vele malen zwaarder dan zijn overwinningen. Ook is hij een van de advocaten die een proces aanspanden tegen George W. Bush, met als eis advocaten toegang te verlenen tot Guantanamo Bay.
(Na tweeënhalf jaar gewonnen; alleen Amerikaanse advocaten krijgen toegang, maar dat is een 360 apart.) Aan Van Dis vertelde Stafford Smith hoe makkelijk het is om een onschuldige als schuldige aan te wijzen, en hoe onmogelijk het vaak is om dat weer terug te draaien. Bovendien deed hij een oproep aan het Pensioenfonds ABP om hun beleggingen te staken in het farmaceutisch bedrijf Hospira, dat als een van de weinige ter wereld een belangrijk bestanddeel (kaliumchloride) voor de dodelijke injectie produceert. Het is niet iedereen gegeven een activist te zijn in een commerciële samenleving waar showing and spending de boventoon voert, daarom vroegen we Stafford Smith als gastredacteur artikelen uit de wereldpers te selecteren voor een dossier over de doodstraf. Hij stuurde een postzak vol verhalen waar we stil van werden, doodstil. We antwoordden dat we ‘blij’ waren met de verhalen, al was dat misschien een ongemakkelijke woordkeuze in het licht van zo’n schrijnend en wreed onderwerp. Galgenhumor is een noodzakelijke uitlaatklep, schreef een medewerker van Stafford Smith. Hij stuurde nog een pakket artikelen met de vraag of het misschien een overkill was. Katrien Gottlieb gottlieb@360international.nl
Download de nieuwe iPad app van 360
druk Roularta Printing, Roeselare 360 wordt gedrukt op PEFC-papier, afkomstig uit duurzaam bosbeheer. partners ANP, BNR Nieuwsradio, NRC Media, VPRO, Cartoon Movement, Getty Images, Hollandse Hoogte, Nyenrode Business Universiteit license partner Courrier international, Groupe Le Monde, Paris
abonnementen* € 9,95 p/mnd in Nederland en België Wijziging abonnement www.360magazine.nl/klantenservice *Alle abonnementen continueren automatisch en gelden tot wederopzegging, tenzij anders vermeld. Prijswijzigingen voorbehouden. Cadeauabonnementen eindigen automatisch. Voor bedrijfsabonnementen gelden speciale tarieven. 360 verschijnt 24 keer per jaar. Oplage: 25.000
verspreiding Nederland: Aldipress | België: AMP
missie Nieuws uit het buitenland is iets anders dan nieuws over het buitenland. We hebben niet de pretentie dat het wereldnieuws zich elke twee weken laat samenvatten, wel de ambitie relevante, originele en mooie verhalen bereikbaar te maken voor een Nederlandstalig publiek.
Redactioneel.indd 3
*Abonnees met toegang tot de digitale editie kunnen inloggen binnen de app. Wachtwoord vergeten? Ga naar 360magazine.nl/wachtwoord
beeld voorpagina Bart Heideman
Lees de 3 meest recente edities gratis Dagelijks nieuwe artikelen uit de internationale pers met de nieuwe functie ‘360 vandaag’ Abonnees* van 360 lezen alle komende en voorgaande edities gratis
Of ga naar 360magazine.nl/iPad
26-03-13 17:17
Partner van het nieuwe FD
Lees hem voordat de concurrent het doet. Probeer het nieuwe FD: nu 4 weken voor â‚Ź12,50 Stopt automatisch. Meld u aan op fd.nl/nieuw of bel 0888 - 800 888
7900002 WT Basis6BS Advertentie 230x297.indd 1 Advertenties.indd
26-03-13 13:35 12:07 26-03-13
inhoud 4 Bronnen
360 haalt de beste journalistiek uit alle windstreken. De bronnen van dit nummer in kaart gebracht en toegelicht.
8 Wereldnieuws
Actuele gebeurtenissen wereldwijd, in woord, beeld en citaat.
4 Controverse
Thuiswerken is goed voor de werknemer, maar slecht voor het bedrijf. Of andersom? De discussie over Yahoo.
12 De doodstrafbusiness
Een dossier van gastredacteur Clive Stafford Smith over zijn levenswerk: het bijstaan van terdoodveroordeelden.
31 Lage Landen
De transparante FairPhone, duurzaam en eerlijk geproduceerd, krijgt aandacht in Duitsland.
de continenten 31 Memoires van een diplomate
europa | Hoe Frankrijk ziende blind is geweest in Mali. Het narcosalafi sme kon opbloeien terwijl het imago van een braaf land in stand werd gehouden.
35 Hoe ik mijn kind vond in de metro
amerika’s | Het onwaarschijnlijke verhaal van een adoptie in New York. Een homostel krijgt van de rechter de suggestie om de vondeling maar te houden.
37 Wel democratie, geen welvaart
azië | De Filipijnen hebben bijna drie decennia geleden de dictatuur omvergeworpen. De kloof tussen arm en rijk is nog even groot.
39 Een paar cijfers uit Turkije
midden-oosten | De commentator van dagblad Milliyet vergelijkt de aantallen scholen en moskeeën, en de budgetten voor wetenschap en defensie.
40 Na de verkiezingen in Kenia
afrika | Een internationaal arrestatiebevel tegen de winnaar en mogelijk een hertelling van de stemmen. De grote Afrikaanse schrijver Binyavanga Wainaina houdt het hoofd koel.
horizon horizon
42 Langs het spoor van de diamant
Een bedrijfstak met een miljardenomzet, waar geen boekhouding van bestaat. Een reportage uit India.
50 Ecosysteem van een sloppenwijk
The Economist gaat op onderzoek onder de 800.000 inwoners van Kibera, in Nairobi. Er is geen bevoegd gezag, wel een draaiende economie.
56 Interview: Jeanette Winterson
horizon
De diamant-exp ress
Foreign Policy – Washing
ton
De schone schijn De girl’s best friend,
van een edelsteen
symbool voor rijkdom en liefde , legt eerst een grimmige weg af voordat hij de catwalk opgaat in de wereld van glamour en glitter . Met angst voor eigen leven bedien en slecht betaalde koeriers, plaatselijke slijpers en straathandelaren de hebzucht van miljoenen afnem ers.
De schrijfster van Why Be Happy When You Could Be Normal? en veel ander moois vertelt in The Believer over opgroeien in een evangelisatietent en het probleem van een ziel hebben.
62 De beste buitenlandtelevisie
De VPRO selecteert wat u niet mag missen op televisie en radio. Diamantslijperij
in Surat. – © Sophie
Elbaz / Corbis
pagina 42 nr. 30 30 maart tot 13 april
2013
30 maart tot 13 april
Inhoud.indd 7
2013 nr. 30 pagina 43
26-03-13 17:14
wereldnieuws marokko
Irak
DrC
Agenten in problemen
Waarschuwing
Veranderingen | Abu Nawas heet deze straat langs de oever van de Tigris in Bagdad. In maart 2003, net na de Amerikaanse invasie, fotografeerde Maya Alleruzzo een weeskind op deze plek. In het park bij de straat woonden toen veel wezen, de buurt was vergeven van de criminaliteit. Nu is de straat, genoemd naar een Arabische dichter, geliefd bij de welgestelden. In de buurt zijn nu speeltuinen en restaurants. Alleruzzo probeert zo veel mogelijk van dergelijke veranderingen in Bagdad vast te leggen. Over het lot van het weeskind is niets bekend.
Het risico van nieuw geweld aan de oostgrens van de Democratische Republiek Congo neemt toe. Een Congolese ngo waarschuwt voor een confrontatie tussen rebellen van de FDLR en het leger. Het gevaar is des te groter omdat de internationale gemeenschap de ogen vooral gericht houdt op de bewegingen van M23, een andere rebellengroep. Afrikarabia.com meldt dat er al schermutselingen zijn geweest tussen het leger en de FDLR na de arrestatie van een commandant, half maart. Een deel van de plaatselijke bevolking is op de vlucht geslagen, en de milities ronselen jongeren. De Congolese ngo Bedewa doet een oproep aan de VNtroepen in het gebied om ‘een nieuwe catastrofe’ te helpen voorkomen.
Hongkong
argentinië
© AP Photo/Maya Alleruzzo, File
Geen verblijfsvergunning
De hoogste rechter in Hongkong heeft twee Filipijnse huisbedienden in het ongelijk gesteld. Een van hen werkt sinds 1986 in de stadstaat, de ander sinds 1985, maar ze krijgen geen permanente verblijfsvergunning. De rechter accepteerde het standpunt van de overheid dat de regels voor huisbedienden afwijken van die voor andere vreemdelingen. Al-Jazeera bericht dat een groep activisten voor de rechtbank leuzen riep als: ‘Wij zijn werknemers, geen slaven.’ Een woordvoerder van United Filipinos in Hongkong noemt het vonnis ‘oneerlijk en discriminerend’. Buitenlanders die in andere sectoren werken, komen na zeven jaar in Hongkong in aanmerking voor een permanente verblijfsvergunning, waarmee ze kunnen stemmen
© AFP / Photo/Abdelhak Senna
en werken zonder verdere visumverplichtingen. Het aantal huisbedienden dat zeven jaar of langer in Hongkong woont, wordt geschat op 117.000.
© Reuters
Het Marokkaanse weekblad TelQuel luidt de alarmklok over de staat van het politieapparaat in het land. Op 10 maart stormde een woedende en verwarde politieman het commissariaat van Mechraâ Bel Ksiri (tussen Tétouan en Rabat) binnen. Hij had een appeltje te schillen met zijn chef. Maar drie collega-agenten die trachtten hem te kalmeren, schoot hij dood. Sinds begin 2010 heeft een tiental Marokkaanse agenten zich van het leven beroofd met hun dienstwapen (zes van hen in Casablanca). Psycholoog Rachid Mnasfi betreurt in TelQuel het gebrek aan contact tussen aankomende agenten en de veteranen in de politie, laat staan dat er zoiets bestaat als psychologische begeleiding voor het corps. Het blad interpreteert het bloedbad in Mechraâ Bel Ksiri als een teken van een ‘trieste werkelijkheid’ die het, in de woorden van Mnasfi, noodzakelijk maakt om ‘het hele systeem te herzien’.
Inflatie
‘Als gevolg van alle geruchten stijgt de blauwe dollar naar 8,75 peso’, meldt het dagblad La Nación, dat gelieerd is aan de oppositie. (De naam 'blauwe dollar' verwijst naar de waarde van de dollar in Argentinië, waarvan de vlag blauw is.) De officiële koers van de dollar is 5,10 peso, maar sinds de regering anderhalf jaar geleden is begonnen de zwarte markt aan banden te leggen, is de koers daar met 85 procent gestegen. Tegen de achtergrond van grote economische onzekerheid en hoge inflatie zoeken de Argentijnen hun heil in de Amerikaanse valuta. De stijging kan volgens de Financial Times duiden op nieuw economisch onheil voor het land, dat in 2001 al een keer failliet ging.
wat zij zeggen
José Mujica
Jacek Rostowski
James Kanter
Daniel Cohn-Bendit
President van Uruguay
Pools vicepremier
Correspondent in Brussel
Europarlementariër
Seculier: ‘Het enige wat wij gemeenschappelijk hebben is maté en tango.’ De nieuwe paus mag dan van ZuidAmerikaanse origine zijn, daar houden de overeenkomsten ook meteen op. Página 12, Argentinië
Subtiel: ‘Wij hebben er goed naar gekeken, zoals naar elk idee dat dreigt het land in de afgrond te storten.’ In reactie op het verwijt dat de regering de voorstellen van de oppositie negeert. Natemat.pl, Polen
Welwillend: ‘Hij is een frisse verschijning te midden van het grijze echelon dat de EU-machine bedient.’ De internationale pers is al hard genoeg over Jeroen Dijsselbloem. The New York Times, Verenigde Staten
Eerlijk: ‘Ik twijfel er niet aan dat we politieke partijen nodig hebben, ik kan er alleen niet tegen.’ Rooie Danny deelt zijn dilemma. Die Tageszeitung, Duitsland
pagina 8 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Wereldnieuws.indd 8
26-03-13 16:45
wereldnieuws china
Nepal verheffen
Gedroomde renaissance
Mahabir Pun was de enige van zijn schapenhoedende schoolvrienden die ging studeren. De anderen zijn huurlingen in het Engelse leger (Gurkha) geworden. Maar Pun kon met een beurs gaan studeren in Nebraska. Na zijn terugkeer in Nepal vestigde Mahabir Pun zich niet in Kathmandu maar in Nangi, zijn geboortedorp, en richtte hij een centrum voor technische innovatie op. Als ingenieur wil hij, nu Nangi inmiddels online is, het hele platteland van Nepal voorzien van internet. In 2007 ontving hij de Ramon Magsaysay-prijs (de ‘Aziatische Nobelprijs’) voor zijn initiatief. Maar sindsdien heeft hij kunnen ontdekken dat het internet ook mogelijkheden biedt om te communiceren met premier Baburam Bhattarai. Die was in eerste instantie enthousiast over het idee van Pun om via technologische vooruitgang werkgelegenheid te kunnen creeëren, waardoor de Nepalezen niet meer naar het buitenland hoeven te trekken om werk te vinden. Maar vervolgens hoorde Pun niks meer uit Kathmandu. Toen zijn geduld op was, uitte hij in een blog zijn vermoeden dat ‘niemand de noodzaak inziet om Nepal uit de rang der bedelaars te verheffen tot die der rijken’. Onmiddellijk ontving hij een sms van de premier, die hem bij zich riep. Aan goede wil ontbrak het niet langer, aan concrete toezeggingen nog wel. De interim-regering van Bhattarai zit in een impasse sinds het parlement is ontbonden na onenigheid over een nieuwe grondwet. De Nepali Times suggereert dat Mahabir Pun zelf wel eens in een nieuwe, technocratische regering zou kunnen komen. Pun ontwikkelt nu een plan om zelf het geld voor zijn idee bij elkaar te krijgen.
Een renaissance van de Chinese natie, vaderlandsliefde en trouw aan de partij, dat waren de elementen van Xi Jingpings ‘Chinese droom’. Bij de afsluiting van het parlementaire jaar vertelde de nieuwe Chinese leider traditiegetrouw over zijn beeld van de toekomst voor zijn land. Volgens het dagblad South China Morning Post is de gedroomde renaissance een frase die meer potentie heeft om het Chinese volk aan te spreken dan die van de ‘harmonieuze samenleving’ van de vorige leider, Hu Jintao. Een renaissance kan ieder voor zich interpreteren, schrijft het dagblad, immers: in China’s glorieuze verleden is voor elk wat wils te vinden: het communisme, de wijsheid of de handelsgeest.
Verenigde Staten Kosmische clip
Het beeld is mooi, maar met het geluid erbij is het nog beter. Nadat de Plancksatelliet ons het universum vlak na de oerknal in al haar mysterieuze schoonheid heeft laten zien, kunnen we nu ook beluisteren hoe de oerknal klonk. Mark Whittle van de Universiteit van Virginia heeft de kosmische kakofonie gereconstrueerd op basis van gegevens uit de WMAP, een sonde van de NASA die fossiele straling verzamelt. De tonen die de WMAP opvangt, moesten wel eerst met vijftig octaven verhoogd worden om binnen het bereik van het menselijk gehoor te komen, meldt de New Scientist. Whittle heeft de geluiden van de eerste miljoen jaar gecomprimeerd tot een clip van vijf seconden. Dat is 2.000 eeuwen per seconde.
© Schot
wat zij vinden
Prins Charles
Dilma Rousseff
Eddie Mair
Rob Portman
Prins van Wales
President van Brazilië
BBC-presentator
Republikeins senator in Ohio
Lui: ‘Ik heb wel geprobeerd het te leren, maar bij mij ging ’t het ene oor in, het andere uit.’ In Qatar zei de prins tegen zijn gastheren dat het Arabisch hem boven de pet ging. The Independent, Verenigd Koninkrijk
Chauvinistisch: ‘De paus mag dan een Argentijn zijn, God is Braziliaans.’ Haar audiëntie bij Franciscus I benaderde Rousseff met humor. Folha de São Paulo, Brazilië
Recht voor z’n raap: ‘U bent een misbaksel.’ Burgemeester Johnson van Londen ging er niet eens tegenin, toen Mair deze conclusie trok. The Andrew Marr Show, BBC1
Onbekrompen: ‘Al onze dochters en zonen moeten toegang hebben tot de vrijheid en het geluk van het huwelijk.’ Hij is voorstander van het homohuwelijk. The Columbus Dispatch, VS
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 9
Wereldnieuws.indd 9
26-03-13 16:45
W i j v a nge n vo o r u gega r andeerd d e b e s t e k a n d i d at en!
UW BEHOEFTE = ONS AANBOD Wij realiseren een groot bereik voor uw vacature(s) door middel van vacaturebanken, zoekmachines en Social Media. Alle sollicitanten krijgen van ons een reactie en wij voeren persoonlijk de voorselectie uit. Alle sollicitanten en onze bevindingen van de selectie zijn voor u eenvoudig terug te vinden in de database. Kiest u voor een abonnement dan krijgt u ook nog eens 100% zekerheid. Dit alles voor een eerlijke en scherpe prijs.
Tarievenoverzicht per vacature en per abonnement Uw keuzemogelijkheden Looptijd werving en voorselectie Aantal vacatures
PER VACATURE
ABONNEMENT M
ABONNEMENT L
ABONNEMENT XL
1 MAAND
ONBEPERKT*
ONBEPERKT*
ONBEPERKT*
1
3
5
10
€ 1.500
€3.750
€ 6.000
€ 11.000
Vacature(s) op 12 vacaturebanken Social Media basis Social media uitgebreid (via MrWork) Persoonlijke voorselectie Toegang database Recruitment Force TARIEVEN (excl. btw)
*Totdat de vacatures zijn ingevuld
Sluit voor 1 mei een abonnement af en u ontvangt eenmalig € 500,korting op een Abonnement M en € 1.000,- op een abonnement L en XL. Ga naar RECCEN.NL/360 voor meer informatie.
Advertenties.indd 10
26-03-13 14:51
controverse
Is thuiswerken slecht voor innovatie? Marissa Mayer, de nieuwe baas van Yahoo, gooit het roer om. Volgens haar zijn werknemers samen – dus op kantoor – productiever dan ieder van hen apart. Een slecht idee volgens The Economist, werknemers van een goed geleid bedrijf presteren overal. Of wellen de beste ideeën nog altijd op bij de koffieautomaat?
Washington Post – Washington
The Economist – Londen
De wetenschap heeft intellectuele frictie tussen mensen nodig. Silicon Valley in Californië, Silicon Alley in Manhattan, Route 128 in Boston, enzovoort, zijn het product van talenten die op één plek zijn samengebracht (vaak door universiteiten zoals Stanford of MIT) en waar ze met elkaar in gesprek raken. Dat werkt. Het genereren van innovatie – de vonk die weer een andere vonk doet overslaan – is wat Marissa Mayer bij Yahoo absoluut nodig heeft. Het bedrijf zit in moeilijkheden. Het heeft ideeën nodig, misschien zelfs een nieuwe naam. Toen Mayer erachter probeerde te komen hoe ze de problemen bij Yahoo kon aanpakken, bekeek ze de logbestanden van haar netwerk om te zien hoe vaak het buiten kantoor werkende personeel inlogde. Haar conclusie was: niet vaak genoeg. Maar zelfs als er meer netwerkverkeer was geweest, zou dat niet veel hebben betekend voor innovatie. Want die ontstaat pas tijdens het gesprek bij de koffieautomaat. Mayers oekaze veroorzaakte een storm van verontwaardiging, vooral van degenen die de bijna heilige titel ‘moeder’ hebben. Mayer werd beschouwd als vijand van alle moeders omdat ze, zo werd gezegd, vrouwen dwong te kiezen tussen hun carrière en hun kinderen. Mayer is zelf een jonge moeder, maar liever dan dat ze thuis bleef en ging telewerken, zorgde ze ervoor dat er naast haar kantoor een kinderdagverblijf kwam. In 1925 richtte het Amerikaanse telecombedrijf AT&T [het onderzoekslaboratorium] Bell Labs op. Dat werd eerst gevestigd in Manhattan, maar verhuisde later naar een innovatief gebouw in Murray Hill in New Jersey. Het gebouw was een idee van Mervin Kelly, die van onderzoeker opklom tot directeur van Bell Labs. Hij geloofde in een ‘kritische massa’, een samenvoeging van allerlei verschillende wetenschappers die werden aangemoedigd contact met elkaar te leggen. Het gebouw was zodanig ontworpen dat het personeel elkaar wel tegen het lijf moest lopen. De gangen waren met opzet lang, opdat wetenschappers uit verschillende disciplines – natuurkundigen, metaalkundigen, elektrotechnici, enzovoort – elkaar zo vaak mogelijk zouden tegenkomen en met elkaar in gesprek zouden raken. Bedrijven als Apple of Google trokken lering uit dit voorbeeld. Ook zij hechten grote waarde aan innovatie en ze zorgen er dan ook geregeld voor dat hun werknemers elkaar persoonlijk spreken. Google zoekt zelfs naar de optimale wachtrijlengte in de bedrijfskantine, niet te lang en niet te kort, zodat werknemers met elkaar aan de praat raken. Ik schrijf dit artikel vanuit huis. Daar werk ik, helemaal alleen. Ik houd van het gemak en de geneugten van telewerken (terwijl ik dit schrijf, luister ik bijvoorbeeld naar Bach). Maar ik mis de redactiezaal, waar de verzameling experts en excentriekelingen er altijd wel voor zorgde dat een opmerking leidde tot een weerwoord, een observatie, een idee en daarmee tot een goed stuk. Richard Cohen
In het boek Gulliver’s Travels van Jonathan Swift (1726) zijn de Yahoos een stelletje humanoïden die door hun paardachtige meesters in stallen worden gehouden. Het is derhalve geheel in stijl dat het uitgelekte memorandum van Yahoo begint met de tenenkrommende aanhef waarmee managers van de onderneming gewoonlijk hun ondergeschikten aanspreken: ‘Yahoos’. ‘We voelen allemaal de energie en inspiratie van ons kantoor’, lezen we. Dat lijkt echter niet voor iedereen op te gaan, want een aantal ‘Yahoos’ geeft er de voorkeur aan thuis in pyjama te werken. Het memo gaat dan ook verder met de mededeling dat alle werknemers vanaf juni geacht worden op kantoor te verschijnen, tenzij ze een goed excuus hebben. Het bericht eindigt met de woorden ‘Het beste moet nog komen’ – en dat is een bewering die de werknemers erg onwaarschijnlijk in de oren zal klinken, aangezien het bedrijfsvermogen van 125 miljard dollar in 2000 is afgenomen tot 25 miljard dollar nu. Het is begrijpelijk dat Marissa Mayer wil dat de mensen aan wie zij leiding geeft wat meer opleveren. Bij Google genereert elke werknemer jaarlijks een omzet van 931.657 dollar, dat is 160 procent meer dan de 353.657 dollar die een werknemer van Yahoo oplevert. En het is ook begrijpelijk dat een bedrijf zijn werknemers wil ontmoedigen zich te gedragen als freelancers. Een bedrijf blijft nu eenmaal voornamelijk bestaan omdat zijn werknemers samen productiever zijn dan ieder van hen apart. Het lijkt er echter niet op dat de productiviteit van de werknemers van Yahoo een impuls zal krijgen door ze aan kantoor te kluisteren. er is volop bewijs dat thuiswerken goed is voor de productiviteit van werknemers. Het zorgt ervoor dat ze hun tijd efficiënter kunnen indelen, dat ze meer tijd kunnen doorbrengen met hun gezinnen en minder luchtvervuiling veroorzaken in files of klemzitten in een forensentrein. Het zorgt er ook voor dat de bedrijfskosten omlaag gaan. Uit een onderzoek door de universiteiten van Stanford en Beijing, waarbij binnen een grote reisorganisatie de prestaties van de werknemers die thuis mochten werken werden vergeleken met die van hun collega’s op kantoor, bleek dat de thuiswerkers tevredener waren met hun baan, dat het personeelsverloop onder hen maar half zo hoog was en dat hun productiviteit 13 procent hoger was. Dat is ook nauwelijks verrassend, aangezien veel mensen op hun werk van alles lijken te doen behalve werken: vorig jaar ontdekte J.C. Penney, een Amerikaanse keten van grootwinkelbedrijven, dat eenderde van de totale werktijd op het hoofdkantoor werd verbruikt door werknemers die naar filmpjes op YouTube keken. De stap van Mayer is niet alleen een slecht idee, maar toont ook hoe naïef de opvatting is dat vrouwen in hoge functies hun zusters helpen hogerop te komen. Door Mayers plan zullen zelfs een aantal tredes van de promotieladder worden weggeslagen. Werknemers van een goed geleid bedrijf willen productief zijn, en hun managers vertrouwen erop dat ze zelf wel weten hoe en waar zij het beste presteren. Als dat niet lukt, moet de baas uitzoeken hoe dat komt. Je kunt een Yahoo wel aan zijn bureau vastbinden, maar je kunt hem niet dwingen daar inspiratie te krijgen.
legenDe
The Washington Post is legendarisch sinds Woodward en Bernstein het Watergateschandaal openbaar maakten. Centrumrechts georiënteerd, met een grote focus op de Amerikaanse politiek.
liberaal
The Economist is een instituut van de Britse journalistiek. Opgericht in 1843 door een Schotse hoedenfabrikant tegen ‘de onnozelheid’ die de vooruitgang in de weg stond. Liberaal, niet te verwarren met conservatief. Stukken in het blad worden nooit persoonlijk ondertekend.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 11
Controverse.indd 11
26-03-13 16:41
dossier
doodstraf
Wachten in een dodencel De dood in bedrijf Wat zal de volgende Amerikaanse staat zijn die, na Maryland, de doodstraf afschaft? In Texas en elders in de wereld is het nog business as usual: kogel, galg, naald of elektrische stoel, vaak als afloop van jarenlang wachten in de dodencel. Nederlandse fondsen beleggen in het serum dat bij de executies door injectie wordt gebruikt. Een overzicht.
pagina 12 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 12
26-03-13 17:19
doodstraf
dossier
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 13
Dossier_Doodstraf.indd 13
26-03-13 17:19
dossier
doodstraf
Publieke opinie cruciaal in strijd tegen de doodstraf gastredacteur
‘Het heeft iets ironisch te eisen dat de middelen om
Clive Stafford Smith
iemand te executeren aan medische richtlijnen moeten voldoen’, stelt Clive Stafford Smith. Behalve het geven van juridische bijstand rekent hij het ook tot zijn taak het publiek van informatie te voorzien.
D
e geselecteerde artikelen moeten uiteraard allemaal in een context worden geplaatst. Het artikel over de Saoedische executies laat zien hoe klein de afstand is die we in tweeduizend jaar hebben afgelegd, sinds de naar verluidt barbaarse Romeinen het kruisigen invoerden. Dat zich onder de Saoedische slachtoffers kinderen bevonden, onderstreept dit alleen maar. Toch is het te simplistisch om over paria’s op het gebied van de mensenrechten te spreken. De pogingen om de doodstraf een vriendelijker en zachtaardiger gezicht te geven, met name in de VS, laten alleen maar zien dat het onmogelijk is een beschaafde barbaar te zijn. Sommige verhalen richten zich op voor de hand liggende thema’s: verstandige mensen erkennen dat aan de doodstraf onvermijdelijk nadelen kleven, vandaar het verhaal over Kris Maharaj, die volkomen onschuldig is. [Smith verdedigde deze ter dood veroordeelde Britse zakenman en bewees dat de staat Florida de verkeerde man had opgepakt. Maharaj zit nog steeds in de cel.]
Vooroordelen
Een onevenredig deel van de terdoodveroordeelden bestaat uit geesteszieken, niet omdat zij meer misdaden plegen, maar omdat wij hen zo makkelijk veroordelen – zowel vanwege onze vooroordelen (ik heb juryleden horen zeggen dat ze voor de doodstraf stemden vanwege de geestesziekte van de verdachte, ze waren bang voor hem) als vanwege het onvermogen van de verdachte om een wezenlijke bijdrage aan zijn verdediging te leveren. Andre
Thomas is hiervan een schoolvoorbeeld: zijn verhaal is schokkend, maar komt helaas maar al te vaak voor. Wat de kwestie van dodelijke injecties betreft, het heeft iets ironisch om te eisen dat de middelen om iemand te executeren aan medische richtlijnen moeten voldoen. Maar een iets nauwkeuriger blik toont het waarom van deze eis: wanneer bij het driestappenprotocol het kalmerende middel niet werkt, wordt de gevangene volledig verlamd door het paralytische bestanddeel, zodat niemand de ondraaglijke pijn kan zien die wordt veroorzaakt door de laatste injectie, het gif. Dus toen het eerste middel niet werkte tijdens een reeks executies in Georgia, hebben we de mannen doodgefolterd. Het lijkt er over het algemeen op dat de executerende staten niet bij machte zijn de executies op een zachtaardiger manier te voltrekken, ook al zouden ze dat willen; sommigen die bij het doden behulpzaam willen zijn, zijn zelfs voorstanders van het veroorzaken van onnodig veel pijn. In bredere zin is de doodstraf een microkosmos van alles wat er mis is met onze maatschappij. De controverse over dodelijke injectiemiddelen is een typisch Amerikaans verhaal: we willen geen dure middelen gebruiken om te doden, omdat dat slecht zou zijn voor het imago van onze farmaceutische industrie. In de VS zelf willen we geen goedkope middelen produceren, omdat dat de moeite niet waard is. En we willen geen middelen importeren, omdat we onze eigen markt willen beschermen. Dus andere Amerikaanse tekortkomingen maken het bijna onmogelijk om mensen te doden volgens de gekozen methode.
Dit is, uiteindelijk, goed: het winstbejag van bedrijven kan de afschaffing versnellen, en daarmee een kleine stap bevorderen naar een betere wereld. Hoe verrassend het ook klinkt, het zou weleens veel gemakkelijker kunnen zijn om een bedrijf over te halen een stap te zetten in de richting van betere mensenrechten dan een Amerikaanse rechtbank. En we hebben veel bondgenoten bij dit initiatief: sommige bedrijven (Lundbeck, Fresenius Kabi en Teva, om er maar drie te noemen) hebben zonder veel discussie al de juiste maatregelen genomen. Hospira is nu het farmaceutische bedrijf dat het nauwst betrokken is bij executies. Hoewel het de leiding van Hospira
is advocaat van een aantal gevangenen op Guantanamo Bay en verdedigt terdoodveroordeelden over de hele wereld. Naar aanleiding van zijn boek Onrecht; leven en dood in de Amerikaanse rechtszaal was hij te gast in een eenmalige uitzending van Adriaan van Dis. 360 vroeg Stafford Smith mee te werken aan een dossier over de doodstraf. Hij selecteerde een aantal artikelen en schreef een inleiding.
Het is onmogelijk een beschaafde barbaar te zijn misschien koud laat dat hun middelen worden gebruikt om gevangenen te doden, zijn er velen die daar anders over denken, onder wie aandeelhouders over de hele wereld. Zo heeft het Nederlandse pensioenfonds ABP de kans gekregen zijn investeringsspierballen te laten rollen door te eisen dat Hospira zich houdt aan het ethos waarmee het adverteert (‘Het bevorderen van welzijn’), evenals het pensioenfonds van Deense artsen, dat zich recent van zijn aandeel van 48 miljoen kroon in Hospira ontdeed. Soms komen de beste kansen voor afschaffing uit onverwachte hoek: Pakistan telt met meer dan achtduizend veroordeelde gevangenen het grootste aantal dodencellen ter wereld. Groot-Brittannië stopt geld in de (dikwijls corrupte) narcoticabestrijding van Pakistan – met erg weinig resultaat, behalve dat kwetsbare mensen ter dood worden veroordeeld, zoals de zwangere Britse vrouw Khadija Shah. Maar zoals de farmaceutische industrie
ons kan helpen de executies in de VS te beëindigen, kan een verstandiger Brits drugsbeleid een eind maken aan de doodstraf in Pakistan door het afschaffen daarvan als voorwaarde voor hulp te stellen. Maar het belangrijkste wat uit deze artikelen blijkt, is dat wij niet alleen tegen de doodstraf kunnen ageren. Het is een strijd die uiteindelijk zal worden gewonnen in de rechtbank van de publieke opinie, niet in de gewone rechtbank, en daarbij spelen de media een onmisbare rol: alleen een geïnformeerd publiek kan een rationele beslissing nemen. En wie de echte feiten kent, zal misschien geïnspireerd worden om zich bij ons aan te sluiten in de frontlinie van de strijd. Clive Stafford Smith
pagina 14 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 14
26-03-13 17:20
dossier
doodstraf
De meest bizarre zaak in de geschiedenis van Grayson County Mother Jones – San Francisco
Zolang er geen uitsluitsel is over de mate van krankzinnigheid van Andre Thomas, die zijn eigen oog op at en dacht dat de antichrist in zijn kinderen huisde, blijft hij in de dodencel. Zijn kansen op vrijlating of executie zijn beiden nihil.
J
aren nadat Andre Thomas in de meest bizarre zaak in de geschiedenis van Grayson County ter dood was veroordeeld voor het doden van zijn ex-vrouw, zijn vierjarig zoontje en haar dertien maanden oude dochtertje, nadat hem was verteld dat de straf zou worden voltrokken op een nader te bepalen tijdstip en nadat hij naar de Texaanse dodencel was overgebracht om samen met de andere veroordeelde mannen en vrouwen zijn beurt af te wachten, hadden de aanklagers het nog steeds over ‘die kwestie met die oogballen’.
Organen op zak
Er waren bovendien nog wel meer details waardoor deze misdaad zo bijzonder gemakkelijk te onthouden was. Zo had Andre bijvoorbeeld bij beide kinderen het hart verwijderd en was hij naar huis gegaan met de organen op zak. Ook was hij zo zorgvuldig geweest drie verschillende messen te gebruiken zodat het bloed van de lichamen niet zou mengen, om zich er zo van te verzekeren dat de demonen in elk van de lichamen zouden sterven. Vervolgens stak hij zichzelf in zijn borst, maar hij stierf niet, wat wel zijn bedoeling was. Sterker nog, hij was er goed genoeg aan toe om op de telefoon
van zijn schoonouders een boodschap achter te laten waarin hij zei het gevoel te hebben dat hij in de hel was, en om zijn daad aan de politie te bekennen voordat zij hem afvoerden voor een spoedoperatie. Het hele gebeuren had bijbelse betekenissen – Andre had zichzelf ervan overtuigd dat zijn vrouw Jezabel was, zijn zoon de antichrist, en haar dochter simpelweg het kwaad. Kortom, de zaak had voldoende spectaculaire elementen voor maandenlange opwinding bij zelfs de meest afgestompte proceswaarnemers, maar het was de oogballenkwestie die de meeste aandacht trok. En dat was nog maar het begin. Het begin van een misdaad is echter nooit het begin van het verhaal. Een zaak als deze komt niet zomaar uit de lucht vallen, net zoals niemand op een morgen wakker wordt en besluit met een uzi naar het winkelcentrum te gaan. Andre, die opgroeide in Sherman, Texas, een klein plaatsje op zo’n 100 kilometer ten noorden van Dallas, had knoestige wortels, en het was vrijwel onmogelijk daar niet over te struikelen. Mensen zoals ik, die hun brood verdienen met de verdediging van terdoodveroordeelden – en mocht u zich dit afvragen: ik ben nooit de advocaat van Andre Thomas geweest – tekenen graag stambomen, want patronen van
psychische ziekten, drugs- en alcoholmisbruik, huiselijk geweld en verwaarlozing komen vaak uit de takken tevoorschijn zoals het beeld op een ouderwetse polaroidfoto op de keukentafel langzaam duidelijk wordt. In Andre’s stamboom waren de patronen al tot twee generaties terug te vinden, en waarschijnlijk was je dezelfde handicaps tegengekomen als je nog twee generaties verder terug was gegaan. Dit geldt niet alleen voor gekwetste zielen zoals die van Andre; kijk maar eens naar de stamboom van Ernest Hemingway of die van componist Robert Schumann, en je zult de manische depressiviteit en zelfmoord daar ook door de takken zien kronkelen. Maar de ziel van Andre was gekwelder dan de meeste. Je moet wel heel erg je best doen om een stamboom te vinden die meer onheil voorspelt dan de zijne.
Zwaar aan de drank
Andre’s grootmoeder, Vivian, was halverwege haar tienertijd al zwaar aan de drank; het is dan ook niet echt verrassend dat ze zich ophield met andere dronkaards. Johnny, Andre’s grootvader, sloeg Vivian regelmatig, dreigde haar af en toe dood te schieten en wierp haar ooit tegen de grond toen ze zwanger was, waardoor haar kind in de baarmoeder een voet brak. Johnny was wreed, maar ook vreemd – een van Vivians kinderen herinnerde zich dat hij een keer al het eten uit het huis in de tuin gooide. Vivian was nooit erg kieskeurig geweest wat mannen betrof. Ze had
Je moet je best doen om een stamboom te vinden die meer onheil voorspelt dan de zijne Andre Thomas in 2005, nog in het bezit van zijn linkeroog. – © Chris Jennings
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 15
Dossier_Doodstraf.indd 15
26-03-13 17:24
dossier
doodstraf
Zijn vrouw en kinderen waren niet echt dood. Hij had hun hart verwijderd om ze van het kwaad te verlossen
negen kinderen van vijf mannen en de eerste werd geboren toen ze veertien jaar was. Nadat Vivian Johnny had verlaten, trouwde ze met ene Walter Martin, en het patroon herhaalde zich – zwaar drinken en een regelmatig dieet van huiselijk geweld. In 1973 drukte Walter tijdens een van hun ruzies een pistool tegen Vivians hoofd. Andre’s oom Gregory, die toen nog maar zeventien was, probeerde het pistool weg te trekken, waarop Walter hem in zijn maag schoot. Dodelijk. Later zou Walter opscheppen dat hij een van Vivians kinderen had ‘gemold’ en hij vast van plan was er ‘nóg een te mollen’.
Genetische taart
Vivians dochter Rochelle, qua leeftijd het dichtst bij Gregory, kwam nooit over diens dood heen. Zij raakte ook stevig aan de drank, was depressief en werd volgens haar broers en zussen seksueel misbruikt door Walter. Rochelle was Andre’s moeder en dat was de ene helft van de genetische taart. Andre’s voornamelijk afwezige vader, Danny Thomas, had vrijwel dezelfde achtergrond – generaties van alcoholisme, geweld en psychische aandoeningen. Een van zijn broers leed aan dementie als gevolg van alcohol. Een ander zat opgesloten in een staatsinstelling voor verstandelijk gehandicapten. Bestudering van beide vleugels van de familie naast elkaar was als het knippen in een gevouwen blaadje op de kleuterschool en bij opening tot de ontdekking komen dat je twee identieke helften van een sneeuwvlokje had gemaakt. Maar wat kwam er nou uit als je Andre’s achtergrond afzette tegen de verwijdering van het hart van mensen? Alcohol, geweld, psychische aandoeningen, trauma’s – dat is een vrij gebruikelijke achtergrond voor iemand in de dodencel. Televisieseries en cursussen criminologie zitten vol met dat
soort dingen. De oogballenkwestie deed de mensen beseffen dat dit niet alleen maar de meest bizarre zaak in de geschiedenis van Grayson County was.
Oogballenkwestie
Toch was zelfs de oogballenkwestie, net als de polaroid op de keukentafel, een verhaal dat zich langzaam ontwikkelde. Het begon waarschijnlijk met Vivian, die beweerde dat ze een geschenk van God had – wat eigenlijk meer een kwelling was. Ze geloofde dat ze via dromen en visioenen goddelijke boodschappen doorkreeg, alleen ‘pakte zij de geschenken niet aan’, zoals een van haar kinderen zich herinnerde. ‘Ze pakten háár aan.’ Vivian beschouwde haar talent als een grens die je wel kon naderen, maar nooit mocht overschrijden – de grens tussen dromen en visioenen enerzijds en krankzinnigheid en waanideeën anderzijds. Het is vrijwel zeker dat Rochelle, de volgende generatie van begenadigden, die grens wel overschreed. Zij geloofde ook dat ze was uitverkoren om Gods boodschappen te horen – dat haar moeders gave aan haar was doorgegeven. Dit bleek voor zowel haar als Andre een vloek. God vertelde Rochelle vaak wat ze moest doen, en ze was ervan overtuigd dat Hij dat ook bij haar zoon deed. Andre was de vijfde van de zes kinderen van Rochelle – allemaal jongens. Tegen de tijd dat hij in 1983 werd geboren, had Rochelle al zoons bij drie verschillende mannen. Ze verhuisde voortdurend en steunde vaak op de lokale kerk voor de betaling van haar gasrekeningen. Ondanks het feit dat hij opgroeide in de meest chaotische omstandigheden die je voor een jongetje kunt bedenken, gedijde Andre op een of andere manier. Hij haalde uitmuntende cijfers op de kleuterschool en in groep drie, en werd in het ‘plusklasje’ geplaatst. Zijn leerkracht van groep vier omschreef hem als een ‘sterke en heel fijne leerling’. Ondertussen had Andre’s moeder geen idee naar welke school haar zoon ging – zoals ze later verklaarde, had ze zo veel kinderen dat ze het gewoon niet kon bijhouden. Dit is niet zo vreemd als het wellicht klinkt: dankzij zijn moe-
Met zoon Andre. – © Uit privécollectie.
ders wispelturigheid zat Andre op drie verschillende scholen in drie verschillende steden in twee verschillende staten – en dat was alleen nog maar in groep vier. Ergens in groep vijf begon Andre zijn vrienden te vertellen, klaarblijkelijk in alle ernst, dat hij Raiden was, een figuur uit de videogame Mortal Kombat. Evenals zijn moeder en grootmoeder hoorde hij stemmen. Hij maakte daar geen geheim van. Veel mensen wisten dat Andre leed aan wat de deskundigen ‘auditieve hallucinaties’ noemen. Toen hij tien jaar was, probeerde hij zelfmoord te plegen door zijn polsen door te snijden. Drie jaar later zou hij het nog eens proberen door met een slagersmes in zijn arm te zagen. Beide pogingen waren het gevolg van de uitspraak van Andre’s moeder dat ze hem had moeten laten aborteren.
Surrogaatouder
Hij begon zijn tijd te doden met kleine overtredingen. Toen hij elf jaar was, werd hij beschuldigd van vernieling nadat hij wat golfkarren had beschadigd, en later van diefstal nadat hij een auto had gestolen en die in een greppel had gereden. Hij aanvaardde de consequenties in zijn eentje. Er was geen ouder of verzorger voorhanden om hem te steunen toen hij voor het eerst met zijn reclasseringsambtenaar ging zitten om een plan van aanpak te maken. Zijn moeder had meestal een excuus om niet op de afspraken te komen opdagen. Eén keer zei ze zelfs tegen de reclasseringsambtenaar dat het te ‘te koud’ was voor haar zoon om buiten te zijn. Naarmate Andre ouder werd, werden zijn schoolresultaten slechter; in de
brugklas bleef hij zitten. Het lukte hem om weer in de plusklas te komen, maar vervolgens zakte hij weer terug toen het gezinsleven verder afgleed. Toen zijn moeder hem vertelde van haar plan om met het gezin naar Oklahoma te verhuizen, liet hij dit weten aan zijn reclasseringsambtenaar. Een rechter plaatste hem in een jeugddetentiecentrum. Het rechtssysteem zou Andre’s surrogaatouder worden: hij werd in de gaten gehouden en er werd op zijn zaken toegezien. Hij vroeg de rechter een keer om een werkvergunning, zodat hij schadevergoedingen en juridische kosten zou kunnen afbetalen, waarop hij te horen kreeg dat hij met zijn veertien jaar te jong was om te werken. Op zijn zestiende werd Andre tot overmaat van ramp ook nog eens vader. Hij ging al een paar jaar met Laura Boren toen Kleine Andre werd geboren. Andre stopte met school, haalde zijn diploma in het volwassenenonderwijs en had diverse slecht betaalde baantjes – op een bepaald moment groef hij zelfs graven bij de West Hill-begraafplaats in Sherman. Het stel zat een tijdje in een eigen woning, maar trok uiteindelijk toch eerst in bij Laura’s ouders en later bij Andre’s moeder. Ze trouwden op Andre’s achttiende verjaardag en Rochelle gooide ze twee
De leerkracht van groep vier omschreef hem als een ‘sterke en heel fijne leerling
pagina 16 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 16
26-03-13 17:25
dossier
doodstraf
weken later het huis uit. Omdat ze nergens samen konden wonen, ging het pasgetrouwde stel uit elkaar. Laura trok met Kleine Andre weer bij haar ouders in en Andre ging bij zijn broer wonen. Na vierenhalve maand gingen ze voorgoed uit elkaar. Andre’s toch al wankele wereld stortte ineen. Hij verloor een tijdelijk baantje als grasmaaier en had moeite zijn gas en elektra te betalen. En omdat hij geen gas en elektra had, schroefde Laura de bezoekjes van zijn zoon terug. Andre merkte tegen zijn vader op dat hij in een cirkel zat waar hij niet uit kon komen. Hij bleef het echter proberen, en zocht zelfs hulp vanwege zijn suïcidale gevoelens en de stemmen die maar niet ophielden. Tegen de tijd dat hij negentien was, schalden die stemmen in zijn hoofd als een fanfarekorps in een nachtmerrieachtige optocht en had hij weer diverse zelfmoordpogingen gedaan. Naarmate de datum van de moorden naderbij kwam, werd Andre’s gedrag steeds vreemder. Hij stopte dagen achtereen met praten, waarbij hij plakband over zijn mond plakte. Hij raakte geobsedeerd door het dollarbiljet en beeldde zich in dat er in de symbolen een code voor zijn redding verborgen zat.
Overdosis
Drie weken voor de moorden nam hij een overdosis Coricidin – een hoestmedicijn – en kwam terecht in een inrichting voor geestelijke gezondheidszorg in Sherman, waar hij het personeel vroeg hem te doden. ‘Ik kan het leven niet aan’, zei hij. Op een of andere manier lieten ze hem gaan op basis van zijn belofte dat hij regelrecht naar een ziekenhuis in de buurt zou gaan. Toen hij daar niet aankwam,
werd er een bevel voor zijn onmiddellijke aanhouding uitgevaardigd, maar de politie deed daar niets mee. Twee dagen voor de moorden nam Andre weer een overdosis en stak hij zichzelf met een mes. Hij liep de spoedeisende hulp van het Texoma Medical Center binnen. Een dienstdoende arts was van oordeel dat hij zelfmoordneigingen had en citeerde zijn uitspraak dat hij probeerde ‘over te steken naar de hemel’. De arts zou later in zijn getuigenis verklaren dat Andre ‘erg geestesziek’ was, als om aan te geven dat het hier niet zomaar een doorsneegek betrof. De arts verwees Andre naar de afdeling geestelijke gezondheid van het ziekenhuis en vulde een spoedbevel tot verzekerde bewaring in om hem tegen zijn wil vast te houden. Maar terwijl stafmedewerkers wachtten tot de rechter het bevel zou ondertekenen, wandelde Andre gewoon het ziekenhuis uit. Het ziekenhuis belde de politie, maar er is geen aanwijzing dat agenten naar hem op zoek gingen bij Andre’s moeder of andere familieleden. De eerstvolgende keer dat ze hem zagen, kwam hij het politiebureau van Sherman binnenlopen om de moord op zijn gezin te bekennen. Je kunt je afvragen wat Andre dacht toen hij de harten van de kinderen verwijderde en in zijn zak deed om ze mee naar huis te nemen – samen met een stukje long van Laura, dat hij voor haar hart aanzag. Volgens eigen zeggen had hij een boodschap van God gekregen dat hij Jezabel, de antichrist en een aanverwante kwade geest moest doden. De enige andere aanwijzing was het dollarbiljet dat hij in de lengte gevouwen, en met de piramide met het oog op de punt naar boven, achterliet naast het been van zijn vrouw.
Neem een dollarbiljet en bekijk de achterkant: boven het oog staan de woorden Annuit Coeptis: ‘Hij begunstigt onze onderneming’. Je hebt daar waarschijnlijk nooit veel aandacht aan besteed, maar Andre wel – uren achtereen. Misschien zocht hij goedkeuring en diende het dollarbiljet als een bevestiging van de woorden die maar in zijn hoofd bleven hameren. Maar twee dagen later, toen hij zijn misdaad aan de politie opbiechtte, noemde hij het oog boven op de piramide ‘kwaad’. Nog een dag later legde hij uit dat hij de ‘dertiende krijger op het dollarbiljet’ was. (De piramide telt toevallig dertien treden, voor de eerste dertien staten, maar er is geen verband met krijgers.)
Verlossen
Er volgde nog meer uitleg: volgens aantekeningen van de verpleegster die Andre in de gaten hield in zijn observatiecel met glazen wanden in de gevangenis van Grayson County, waren zijn vrouw en kinderen niet echt dood. Hij had hun hart verwijderd om ze van het kwaad te verlossen. Andre weigerde de antipsychotische medicatie die de gevangenisartsen hem voorschreven, maar hij had in ieder geval de Bijbel, en als hij zich niet strijdlustig gedroeg of wild gebaarde of tierde over het kwaad, dan las hij daarin. Je kunt slechts gissen naar wat er in hem omging toen hij Matteüs 5:29 opensloeg – met name in het licht van zijn obsessie met het oog op de piramide. ‘Indien dan uw rechteroog u ergert,’ staat er, ‘trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer leden verga, en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.’ En dat is precies wat Andre deed. Zittend in zijn cel, met de Bijbel op
schoot, trok hij zijn rechteroog er met zijn vingers uit. Was het dan eindelijk, zes dagen na de moorden, tot hem doorgedrongen wat hij had gedaan? Er bestaat voor bijna alles in deze wereld een woord, zo ook voor het opzettelijk verwijderen van je eigen oog: auto-enucleatie. De schaarse medische literatuur over deze kwaal zegt het voor de hand liggende: het is een zeer zeldzame vorm van automutilatie die wordt veroorzaakt door een extreme psychose. Het doet zich voor bij paranoïde waanideeën, vaak van religieuze aard, die met schizofrenie gepaard gaan; het wordt af en toe ook wel oedipisme genoemd. Dat verwijst uiteraard naar de mythe van koning Oedipus, die zichzelf verblindt nadat hij heeft gehoord dat de profetie is vervuld dat hij zijn vader zou vermoorden en met zijn moeder
Hij vroeg het personeel hem te doden. ‘Ik kan het leven niet aan’
galgenmaal Timothy McVeigh, bommenlegger in Oklahoma City in 1995, vroeg om een bak muntijs met stukjes chocola voor hij zijn dodelijke injectie kreeg. Een terdoodveroordeelde in Amerika mag kiezen wat zijn laatste avondmaal zal zijn. Deze gegevens zijn openbaar, maar wat vraagt een mens als hij weet dat het zijn laatste maal is? Het blijkt nogal te verschillen: geen kreeft en kaviaar, maar twaalf hotdogs en een Coca-Cola, simpelweg een blik augurken of twee pakken Frosted Flakes. Sigaretten en kauwgom worden over het algemeen afgewezen. Behalve de eenzame sigaret voor Larry White, die hij na zijn favoriete bord lever met ui te hebben verorberd niet mocht oproken, omdat hij zich in een niet-rokenruimte bevond. Fotografe Celia Shapiro verdiepte zich in het fenomeen geweld en vergelding. Ze fotografeerde het laatste avondmaal, gefascineerd door de verwarring die dat genereert ‘over wat wordt gegeven en vervolgens wordt (af)genomen’.
Foto’s, Het Laatste Avondmaal – © Celia Shapiro.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 17
Dossier_Doodstraf.indd 17
26-03-13 17:25
dossier
naar bed zou gaan. Voor Oedipus zijn het echter niet schizofrenie of waanideeën, maar eerder zijn eigen schuldgevoel en de meedogenloze schikgodinnen die hem ertoe brengen zijn eigen ogen uit te steken. Maar zelfs zijn eigen verblinding zal hem niet redden. ‘Ik weet dat ik nooit door ziekte of enige natuurlijke oorzaak zal sterven’, weeklaagt hij aan het eind van Sophocles’ toneelstuk Oedipus Rex. ‘Ik ben voorbehouden voor een onvoorstelbaar lot.’ Toen Andre zijn oog eruit trok, stopte het proces plotseling. Wie weet wat de man zou doen of zeggen ten overstaan van twaalf juryleden? Om te beginnen zorgden de autoriteiten snel voor grote wanten – bevestigd aan zijn polsen, zodat hij ze niet kon uitdoen – om zijn andere oog te beschermen. Drie artsen beoordeelden hem – een gevangenisarts, een door de rechtbank aangewezen arts en een door de staat aangeleverde arts. Alle drie zeiden ze dat Andre aan een of andere vorm van schizofrenie leed. Hij werd niet in staat verklaard terecht te staan en werd overgebracht naar de gesloten afdeling van het North Texas State Hospital,
doodstraf
waar hij maar stemmen bleef horen en tegen zichzelf bleef praten, en waar hij een terugkerende droom had waarin schorpioenen en vogelspinnen hem probeerden op te eten. Maar dit was niet het soort rechtszaak dat langzaam uit het zicht zou verdwijnen. Wellicht was dat de reden waarom Andre’s diagnose gedurende zijn verblijf in het ziekenhuis werd gewijzigd. Na 47 dagen van beoordelingen en medicatie concludeerden de artsen dat de meeste van zijn waanideeën het gevolg waren van drugs of alcohol. Zijn ontslagpapieren lijken tegenstrijdig: de artsen zeiden weliswaar dat hij simuleerde door zijn geestesziekte te overdrijven, maar hij moest gedurende het hele verblijf wel zijn wanten aan houden. Ze merkten ook op dat hij het personeel altijd behulpzaam was, gedrag dat helemaal niet typisch is voor simulanten. Andre was nu in staat voor te komen, schreven ze, en de rechtbank nam dat besluit over. De aanklagers restte één grote beslissing: zouden ze namens de staat de doodstraf eisen of niet? Per slot van rekening is het geen verplichting om
Ras speelt een grote rol spelen in halsmisdrijven, zeker in gevallen als de zaak-Thomas, waar het slachtoffer blank is, en de beklaagde zwart
de doodstraf te eisen voor moord, hoe gruwelijk, verdorven of domweg bizar deze ook is. Sinds het Hooggerechtshof de verplichte doodstraf 37 jaar geleden onwettig verklaarde, wordt deze beslissing aan de aanklagers overgelaten. In Texas hebben de officieren van justitie die vrijheid van handelen nogal ruim genomen, niet alleen in het eisen van de doodstraf, maar ook door zich te beijveren voor de uitvoering ervan. De Lone Star State is goed voor 37 procent van alle executies in de Verenigde Staten sinds 1977, toen de doodstraf weer opgang maakte.
Ras
Maar er zijn grenzen aan de vrijheid van handelen. Zo mag ras bijvoorbeeld nooit een overweging zijn. Dat wil niet zeggen dat dit nooit het geval is – alleen dat het ongrondwettelijk is. Toch lijkt ras een grote rol te spelen in halsmisdrijven, zeker in gevallen als de zaak-Thomas, waar het slachtoffer blank is, en de beklaagde zwart. Laura Boren Thomas, Andre’s overleden vrouw, was blank. De kinderen die hij vermoordde waren van gemengd bloed. Deze feiten waren met name belangrijk toen het op de selectie van de jury aankwam. Tijdens de ondervraging door de advocaten zeiden vier van de twaalf uiteindelijke juryleden dat ze ertegen waren dat mensen met gemengd bloed met elkaar trouwden of kinderen kregen. Eén jurylid verklaarde zelfs dat naar zijn mening ‘God dit nooit zo bedoeld had’. De door de rechtbank toegewezen advocaten van Andre maakten geen bezwaar. Gezien de weerzinwekkende details van het misdrijf – en het incident met de oogbal – verbaasden vele toeschou-
wers zich er ongetwijfeld over hoe gek iemand kon zijn die vervolgens alsnog de doodstraf kreeg.
Ongeschikt
Op de vraag waar de grens dan wel ligt is geen eenvoudig antwoord mogelijk. Rechtbanken door het hele land worstelen al sinds 2002 met de definitie van ‘verstandelijke handicap’ (ook wel bekend als mentale retardatie), toen het Hooggerechtshof verordonneerde dat geretardeerde mensen niet ter dood kunnen worden veroordeeld. Het Hooggerechtshof heeft ook de executie verboden van iedereen die ten tijde van zijn misdaad jonger dan achttien was, maar geen enkele rechtbank heeft verordonneerd dat een zware psychische aandoening iemand ongeschikt kan maken voor de doodstraf. Bij de huidige stand van zaken kan iemand niet worden terechtgesteld als hij of zij ‘krankzinnig’ wordt bevonden, maar dat is een beperkt juridisch onderscheid. Of het nu tijdens het proces is of aan de vooravond van de executie, een beroep op krankzinnigheid hangt af van het onvermogen van de beklaagde om zijn misdaad met de consequenties in verband te brengen. In afwezigheid van dat verband wordt noch afschrikking, noch vergelding gediend met een executie. Zoals de rechtswetenschapper Sir William Blackstone het meer dan tweehonderd jaar geleden stelde: krankzinnigheid is al een straf op zich. In Texas kun je krankzinnigheid niet ter verdediging aanvoeren als het op enigerlei wijze is veroorzaakt door vrijwillige intoxicatie. De medische experts van de aanklagers verklaarden dat Andre heel goed wist dat hij zich
galgenmaal
Harry Charles Moore bestelde twee groene appels, twee sinaasappels, twee rode appels,
Het laatste dessert van Donald Jay Miller: een stuk citroenmeringuetaart, aardbeienijs
druiven, een banaan en vier flessen frisdrank. Hij werd op 16 mei 1997 geëxecuteerd.
en een aardbeienshake. Hij werd op 23 mei 2000 geëxecuteerd.
pagina 18 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 18
26-03-13 17:25
dossier
doodstraf
'Ik heb het verknald: ik hoorde een andere stem. Ik dacht dat het God was, dus luisterde ik'
verkeerd gedroeg, en dat zijn misdaden wel eens zouden kunnen zijn veroorzaakt door zijn overdoses hoestmedicijnen en zijn drank- en hasjgebruik. De verdediging riep artsen op om te getuigen over Andre’s geschiedenis van geestesziekten die losstonden van alcohol- en drugsmisbruik. En had de man zijn eigen oog niet verwijderd!? Meende de staat nu serieus dat Andre’s auto-enucleatie een truc was? Nee. De aanklagers beweerden juist dat het een ‘impulsieve daad’ was, maar gingen hier uiteraard niet heel lang op door. Er staat nergens dat advocaten lang moeten uitweiden over bewijs dat hun zaak kan schaden. Ze zeiden gewoon dat het een impulsieve daad was en gingen verder.
Verworpen
En de jury ging met ze mee: Andre’s krankzinnigheidsverweer werd verworpen. Hij werd schuldig bevonden en vier dagen later ter dood veroordeeld. Kennelijk kan een impulsieve daad, zelfs als die samengaat met opdrachten van God en de verwijdering van harten, de straf voor de moord op drie mensen in Grayson County niet verlichten. En dus vertrok Andre, minder dan een jaar nadat hij zijn gezin had vermoord, naar de dodencel. De dodencel is niet bedoeld voor reclassering. Er zijn geen programma’s waaraan je kunt deelnemen, er zijn
geen diploma’s te halen. De voornaamste bezigheid is er: wachten. Degenen die de mazzel hebben geestelijk in orde te zijn, trekken de jaren van het alleen zijn misschien door te lezen, te praten met gevangenen in nabijgelegen cellen of naar de radio te luisteren. Maar gevangenen als Andre, die al afgemat zijn door een psychische aandoening, worden niet beter. De gevangenen zitten meer dan 90 procent van de tijd in hun cel, en er is geen enkel menselijk contact. Na drie jaar in de dodencel was er geen twijfel over de achteruitgang van Andre’s toestand. Of wellicht nauwkeuriger: het begon allemaal weer. Andre gedroeg zich weer zoals hij de weken voorafgaand aan het misdrijf had gedaan. Hij had weer zelfmoordneigingen en vroeg om hulp, maar weigerde zijn medicijnen te nemen. Hij sprak niet meer en wilde niet eten. Hij ontmoette zijn advocaat met plakband knullig over zijn mond geplakt en hij stond erop haar vragen schriftelijk te beantwoorden door ze met zijn vinger op de glazen scheidingswand te schrijven. Andre’s terugval had mogelijk te maken met een incident, toen hij zich in een cel bevond naast een gevangene die zwoer dat hij de antichrist was. Dit bracht Andre tot razernij, omdat hij geloofde dat hij Gods werk al had gedaan door de antichrist uit het aardse rijk te verwijderen. Wat hij toen deed – hetgeen ieders
aandacht weer trok – was misschien het gevolg van een combinatie van al deze dingen: op 9 december 2008 trok Andre zijn linkeroog uit zijn kas. Zijn enige oog. En hij at het op.
Jester IV
Hij werd overgebracht naar Jester IV, een psychiatrische afdeling van de staatsgevangenis in Richmond, Texas, net ten zuidwesten van Houston. In Jester IV verblijven nog een paar andere ter dood veroordeelden, maar de afdeling is speciaal voor geesteszieken. Andre zit nog steeds 23 uur per dag in een kleine cel, maar Jester IV is in ieder geval een rustiger plek. Hij lijkt meer op zijn gemak tussen andere geesteszieke gevangenen, en hij heeft niet het idee – dat hij in de vorige gevangenis wel had – dat er tegen hem wordt samengespannen. Hij heeft nog geen braille geleerd, en met de medicijnen die hij nu krijgt is hij grote delen van de dag onder zeil. Als hij wakker is, begint hij vaak te zingen. Hij is een groot fan van Depeche Mode. Er zijn vier jaar verstreken sinds het tweede oogbalincident, maar Andre’s aanklagers hebben nog geen enkele vervolgbeoordeling gerapporteerd. Texas is nog steeds van plan Andre te executeren. Niet één overheidsinstelling heeft enige twijfel geuit over de levensbeëindiging van een man die zichzelf met opzet verblindde, noch is er enige beweging geweest bij de openbare aanklager om Andre’s mentale staat ten tijde van de moorden te heroverwegen. De enige die op de kwestie is teruggekomen, naast de advocaten die nu tegen zijn straf in beroep zijn gegaan bij de federale rechtbank van Texas, is
Andre zelf. Hij had het erover met de verpleegster, vlak nadat hij zijn keel had doorgesneden – toen hij nog een oog had om mee te zien: ‘Ik heb mijn vrouw en twee kinderen gedood. Mijn vrouw was Jezabel. God zei dat ik het moest doen, dus sneed ik hun harten eruit. Maar ik heb het verknald: ik hoorde een andere stem. Ik dacht dat het God was, dus luisterde ik. Die stem droeg me op het ritueel niet af te maken en de harten niet te verbranden. Dus gooide ik ze weg.’ Deze misser zou gevolgen hebben: ‘Vóór 2012 zullen ze terugkomen en boos zijn dat ik ze doodde.’ Maar het is nu 2013. Zijn gezin is niet teruggekomen en dat zal ook niet gebeuren. Andre Thomas blijft in zijn piepkleine dodencel, en wacht. En niemand, zelfs Andre niet, weet waar hij precies op wacht. Marc Brookman
Marc Brookman publiceert sinds eind jaren tachtig verhalen en essays. Hij is sinds 1993 doodstrafadvocaat en leidt momenteel het Atlantic Center for Capital Representation, een non-profitorganisatie in Philadelphia die zich toelegt op de verdediging in doodstrafzaken.
John Rook wilde twaalf hotdogs en een blikje Coca-Cola. Hij werd op 19 augustus 1986
Larry White vroeg om lever met gebakken ui, twee tomaten en een sigaret – die hij niet kon
geëxecuteerd.
oproken omdat hij zich in een niet-rokenruimte bevond. Hij werd op 22 mei 1997 geëxecuteerd.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 19
Dossier_Doodstraf.indd 19
26-03-13 17:25
dossier
doodstraf
De beul die spijt kreeg Jerry Givens heeft 62 mensen geëxecuteerd. Hij deed het methodisch en met overtuiging: 62 keer schoor hij een veroordeelde kaal, legde zijn hand op diens hoofd en vroeg God vergiffenis voor de misdaad. Waarna Jerry de veroordeelde vastsnoerde in de elektrische stoel.
The Washington Post – Washington
Z
eventien jaar lang was Jerry Givens beul in Virginia, in een periode dat daar meer veroordeelden ter dood werden gebracht dan in alle andere Amerikaanse staten, met uitzondering van Texas. ‘Als je weet dat je de doodstraf riskeert door iemand te verkrachten of te vermoorden, waarom doe je het dan nog?’ zegt Givens. ‘Ik vond dat ze zelfmoord pleegden.’ Toen in Virginia vorige maand het honderdtiende doodvonnis in de moderne tijd ten uitvoer werd gelegd, bad Givens voor de veroordeelde, maar hij bad ook dat er een einde zou komen aan de doodstraf. Na zijn ontslag in 1999 heeft hij zich ontwikkeld tot een van de bekendste – en verrassendste – voorvechters van afschaffing van de doodstraf in Virginia.
Daling
Die omslag weerspiegelt een nationale trend en een mentaliteitsverandering in de staat aan de oostkust. Volgens peilingen is een meerderheid van de bevolking daar nog steeds voor de doodstraf, maar sinds de jaren zeventig zijn er nog nooit zo weinig mensen terechtgesteld als in de laatste vijf jaar. De executie van Robert Gleason op 16 januari van dit jaar was de eerste in
Die omslag weerspiegelt een nationale trend en een mentaliteitsverandering in de staat aan de oostkust
anderhalf jaar, terwijl er in 1999 nog dertien veroordeelden werden terechtgesteld binnen één jaar. In het hele land was het aantal doodvonnissen in 2011 en 2012 ook lager dan ooit tevoren: een daling van 75 procent ten opzichte van 1996, volgens het Death Penalty Information Center. In vijf staten is de doodstraf de afgelopen vijf jaar afgeschaft, en de Democratische gouverneur Martin O’Malley ijvert voor een moratorium in zijn staat Maryland. Volgens opiniepeilingen loopt de steun voor de doodstraf in het hele land terug. De ontwikkeling van de zestigjarige Givens uit Richmond ging niet zonder slag of stoot. Hij had voor het werk gekozen omdat hij ooit getuige was geweest van een brute moord. Maar nadat hij bijna een onschuldige ter dood had gebracht, begon de twijfel te knagen. En hij veranderde radicaal van mening toen hij zelf achter de tralies belandde. Zijn verhaal helpt verklaren hoe in deze staat, waar de doodstraf decennia lang onomstreden was, nu een nieuw tijdperk lijkt aan te breken. ‘Ik heb veel geleerd van die 62 keer dat ik iemand het leven benam’, zegt Givens. Er wordt hem vaak gevraagd hoe is het om iemand ter dood te brengen, en dan moet hij altijd denken aan zijn eerste executie in 1984. Het ging om een van de beruchtste moordenaars van Amerika, een zaak die Givens destijds sterkte in zijn overtuiging dat de doodstraf rechtvaardig was. Linwood Briley was de oudste van drie broers die met hun bende verantwoordelijk waren voor een gruwelijke serie moorden, én voor een massale uitbraak van terdoodveroordeelden. Toch ging die eerste executie hem niet in de koude kleren zitten. Het moeilijkste is volgens Givens wat hij de ‘transformatie’ noemt. Het grootste deel van de tijd was hij als gewone gevangenbewaarder bezig met, zoals hij dat noemt, ‘levens te redden’. Maar voor zijn werk als beul moest hij zichzelf veranderen in een moordenaar.
Branden en roken
Voordat Briley ter dood werd gebracht, wilde hij eerst nog gedoopt worden. Ze brachten hem naar de gevangeniskapel, en daar bad Givens zij aan zij met de man die hij ging executeren. ‘In tegenstelling tot ieder ander mens weten die kerels precies wanneer hun laatste uur zal slaan’, zegt Givens. ‘Dat geeft ze de gelegenheid om tot inkeer te komen. Dat is het voordeel ervan.’ Ze brachten Briley naar de executieruimte, waar hij in de elektrische stoel werd gezet. Givens stelde zich buiten de kamer op, bij de knop die hij moest indrukken. Door een klein ruitje zag hij Briley van achteren. Op zulke momenten maakte Givens zijn hoofd leeg, om geen last te krijgen van angst, onzekerheid of spijt. Hij richtte zich louter op de technische kant van de elektrocutie. ‘Je concentreert je op het lichaam’, zegt hij. ‘Met te veel stroom gaat een lichaam al snel branden en roken. Je wilt zeker weten dat je het goed doseert.’ Op 12 oktober 1984 om elf uur ’s avonds drukte Givens op de knop. Hij zag door het raam hoe Brileys lichaam verkrampte. En toen was het voorbij. Hij had voor het eerst iemand het leven ontnomen. Na een executie ontkom je niet aan een stortvloed van emoties, zegt Givens: ‘Je kunt je niet blij voelen. Je leeft mee met de familie van de veroordeelde en met die van het slachtoffer. Dat zijn twee families die iemand moeten missen.’ Givens groeide op in Creighton Court in Richmond, waar hij begin jaren zeventig van school kwam. In 1974 vond hij werk in een fabriek van Philip Morris, maar na een vechtpartij met een collega raakte hij zijn baan weer kwijt. Iemand raadde hem aan te sol-
liciteren naar een baan in de gevangenis voordat hij er zelf in zou belanden. Dat heeft hij toen maar gedaan. Toen hij twee jaar cipier was, vroeg een chef of hij met de terdoodveroordeelden wilde werken. Hij stemde toe, ondanks het feit dat dit niet eens een salarisverhoging opleverde. Dat kwam mede door een traumatische gebeurtenis uit zijn kindertijd. Op zijn veertiende was hij op een feestje bij iemand thuis in Creighton Court. Hij zag een meisje bij het raam zitten en begon net moed te verzamelen om haar ten dans te vragen, toen er ineens iemand met een pistool boven aan de trap verscheen. Hij had het op een ander gemunt maar schoot in het wilde weg, waarbij het meisje dodelijk werd getroffen. Givens was ziedend en wist voortaan heel zeker: zulke moordenaars verdienen de strop. In de jaren daarna zou Givens bij het voorbereiden van een executie altijd terugdenken aan die moord. Het bood houvast bij de uitvoering van zijn lugubere taak. Na Briley volgden de executies elkaar in de jaren tachtig en negentig vrij snel op. In 1985 werd Linwood Brileys broer James door Givens terechtgesteld. In 1993 waren het Syvasky Poyner, die in elf dagen vijf vrouwen had vermoord, en Dave Mark Pruett, die had bekend dat hij de vrouw van zijn beste vriend had verkracht en vermoord.
Onschuldig
Maar uiteindelijk zou een man wiens executie niet doorging de grootste indruk op Givens maken. Earl Washington Jr. werd in 1984 ter dood veroordeeld voor het verkrachten en vermoorden van een 19-jarige vrouw en moeder van drie kinderen in Culpeper. Washington, met een IQ van rond de 69, had de moord bekend, maar veel van wat hij zei strookte niet met de feiten in de zaak. Luttele dagen voordat hij in 1985 terechtgesteld zou worden, wisten advocaten op basis van de inmiddels gerezen twijfel te bewerkstelligen dat de executie werd opgeschort. In 1993 kwamen er sterke DNA-aanwijzingen dat Washington de moord niet had gepleegd. De toenmalige Democratische gouverneur L. Douglas Wilder zette de straf om in levenslang. Later kwam op basis van geavanceerder DNA-onderzoek Washingtons onschuld onomstotelijk vast te staan en werd hem gratie verleend. Hij was de eerste terdoodveroordeelde in Virginia die werd vrijgepleit door DNA-bewijs.
pagina 20 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 20
26-03-13 17:26
dossier
doodstraf
Iemand raadde hem aan te solliciteren naar een baan in de gevangenis voordat hij er zelf in zou belanden
Voormalig beul Jerry Givens heeft zich tegen de doodstraf gekeerd. Hij geeft nu lezingen over het onderwerp. – © Michael S. Williamson / Getty Images
Het was een mijlpaal, niet alleen voor Virginia maar voor het hele land: het begin van een hele golf herzieningen op basis van DNA-onderzoek. Volgens het Innocence Project zijn op die manier in heel Amerika nu al 302 verdachten vrijgepleit, onder wie achttien mensen in de dodencel. Deskundigen en tegenstanders van de doodstraf zien hierin een belangrijke oorzaak van de daling van het aantal doodvonnissen in Virginia en elders. Ze zeggen dat rechters en juryleden zich bewuster zijn van de gebreken van het systeem en daarom ook voorzichtiger worden met het toebedelen van een straf die onherroepelijk is. ‘Dat je ook weleens de verkeerde persoon ter dood kunt veroordelen kwam voor sommigen als een openbaring’, zegt Richard Dieter, hoofd van het Death Penalty Information Center en verklaard tegenstander van de doodstraf. Dat gold zeker voor de man die Earl Washington bijna had geëxecuteerd. Givens zegt dat zijn vertrouwen in de
rechtsgang toen een enorme deuk opliep. Het had maar een paar dagen gescheeld of hij had een onschuldige ter dood gebracht. ‘Als ik een onschuldige executeer, ben ik geen haar beter dan de mensen in de dodencel zelf’, zegt Givens. Ondanks zijn groeiende twijfel bleef hij in de jaren negentig als beul werken. Hij had inmiddels promotie gekregen, hij had een gezin en was assistent-coach bij het footballteam van een middelbare school in Richmond. Maar toen ging het mis. In 1999 werd Givens beschuldigd van witwassen en meineed. Volgens het OM had Givens samen met een oude vriend uit Creighton Court een auto gekocht met geld waarvan Givens wist dat het drugsgeld was. Hij moest zich voor de rechter verantwoorden. ‘Er is een schemergebied tussen wat wettig en onwettig is’, moet de aanklager toen tegen de jury hebben gezegd. ‘Er vallen veel goede dingen over Jerry Givens te zeggen. Hij is zeker niet de zwaarste
misdadiger die we ooit zullen tegenkomen. Maar hij is wel over de schreef gegaan.’ Givens blijft volhouden dat hij onschuldig was, maar hij werd veroordeeld en verloor zijn baan als gevangenbewaarder. Het ondermijnde zijn vertrouwen in de rechtspraak. De gevangenbewaarder werd gevangene en zat vier jaar achter de tralies. ‘Dat was Gods manier om mij wakker te schudden’, zegt Givens. Tijdens zijn detentie had hij veel tijd om na te denken en werd hij gesterkt in zijn baptistische geloof.
Vergeving
De omslag kwam tijdens het luchten. Dan ging hij vaak in gesprek met God, en op een keer stelde God hem een lastige vraag: zou Givens ook Zijn Zoon hebben geëxecuteerd als die in de dodencel was beland? Givens zegt dat hij daarop maar één antwoord kon geven: nee, want Jezus is de Zoon van God. Hij zag in dat
Nadat hij bijna een onschuldige ter dood had gebracht, begon de twijfel te knagen
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 21
Dossier_Doodstraf.indd 21
26-03-13 17:26
dossier
‘De mensen die de executies uitvoeren, dát zijn degenen die eronder lijden’
zijn oude werk niet te verenigen viel met de vergeving die Jezus preekt, en besefte dat hij de doodstraf niet langer kon goedkeuren. En God droeg hem op zijn verhaal met anderen te delen. Evelyn Givens denkt dat de omslag van haar broer is ingegeven door het schuldgevoel over wat hij heeft moeten doen en door het verlangen te voorkomen dat anderen ‘in die situatie belanden’. ‘Hij wil niet dat een ander moet doormaken wat hij heeft doorgemaakt’, zegt ze. Na zijn vrijlating in 2004 vond Givens werk als vrachtwagenchauffeur. Jonathan Sheldon, advocaat en voormalig hoofd van de actiegroep Virginians for Alternatives to the Death Penalty (VADP), werd door een kennis over hem getipt. Hij sprak met Givens af in een Burger King langs de Interstate 95 bij Richmond. Daar zaten de activist en de voormalige beul aan een tafeltje te praten over de doodstraf. ‘Het was een raar gesprek’, zei Sheldon. Het legde wel de kiem voor latere ontwikkelingen. Givens begon bijeenkomsten van de VADP te bezoeken en trad in 2009 toe tot het bestuur. Hij geeft overal in het land lezingen over zijn ervaringen als beul en vertelt dan waarom hij nu tegen de doodstraf is. Zo legde hij in 2010 een verklaring af tijdens een parlementaire hoorzitting over een wetsvoorstel dat het in Virginia mogelijk moest maken om ook voor medeplichtigheid aan moord de doodstraf te geven. Mede dankzij Givens’ emotionele toespraak over de gevolgen van de doodstraf heeft dat voorstel het niet gehaald. ‘De mensen die die wetten aannemen hoeven het vuile werk niet op te knappen’, zei Givens na afloop. ‘De mensen die de executies uitvoeren, dát zijn degenen die eronder lijden.’ Volgens de Democratische senator John Chapman Petersen was het een keerpunt. ‘Het was zo dramatisch, je kon een speld horen vallen’, zegt Petersen. ‘Niemand kende deze man.
doodstraf
Toen stelde hij zich voor als de voormalige beul van de staat en hield een ongepolijste, emotionele rede. Het was puur Dickens.’ Ondertussen was er in Virginia al meer veranderd. Volgens David Bruck, hoogleraar aan de rechtenfaculteit van de Washington and Lee University en tegenstander van de doodstraf, hebben diverse factoren bijgedragen aan het dalende aantal doodvonnissen in de staat. Zo beschikt Virginia, evenals de meeste andere staten, inmiddels ook over de nieuwe strafmaat ‘levenslang zonder recht op voorwaardelijke invrijheidstelling’, zodat jury’s en aanklagers een alternatief hebben. En door een nieuw rechtsbijstandsstelsel voor zware misdaden kunnen verdachten die de doodstraf boven het hoofd hangt op betere juridische bijstand rekenen. Daarbij komt volgens Bruck dat openbare aanklagers in Virginia weliswaar worden gekozen, maar dat ze minder druk voelen om verdachten ter dood veroordeeld te krijgen, omdat het niet meer zo’n belangrijk verkiezingsthema is als vroeger. ‘Het aantal doodvonnissen nadert dat van staten zoals Colorado, waar de doodstraf nog wel bestaat maar zelden wordt uitgesproken’, zegt Bruck. Dat is goed nieuws voor mensen als Givens. Hij zegt dat hij door zijn nieuwe roeping een beetje vrede heeft gevonden. Hij heeft over zijn ervaringen een boek geschreven dat vorig jaar is verschenen. Maar hij blijft zich wel afvragen of er onder de mensen die hij ter dood heeft gebracht – 37 op de elektrische stoel en 25 met een injectie – wellicht ook onschuldigen zaten. De man die God vroeg om de veroordeelden te vergeven zegt dat hij misschien ook zelf vergeving nodig heeft. ‘Als ik onschuldigen ter dood heb gebracht, kan ik alleen tot God bidden of Hij me wil vergeven’, zegt Givens. ‘Maar één ding weet ik zeker: dat ik het nooit meer zal doen.’ Justin Jouvenal
Zeven executies in Saoedie-Arabië Foreign Policy – Washington
Er was geen wet om het proces op te baseren en de koninklijke familie bleef doof voor de smeekbeden om genade. Een aanklacht.
T
oen ik begon aan dit artikel, leefden de zeven mannen – allen begin twintig – nog. Tot op het laatst bleven ze, God om genade smekend, hoop houden dat ze niet voor het vuurpeloton hoefden te verschijnen op het terrein van de vorstelijke residentie van Faisal Ben Khalid, gouverneur van de provincie Asir. De gouverneur was degene die hun executie had geëist. Het koninkrijk bleef doof voor hun smeekbeden. In Saoedi-Arabië worden jaarlijks honderden mensen geëxecuteerd – de precieze aantallen zijn onbekend omdat sommige executies in het geheim worden uitgevoerd. In 2007 meldde het dagblad Arab News dat er alleen al in de provincie Mekka vierhonderd gevangenen in de dodencel zaten. Het Saoedische koninkrijk bestaat in totaal uit dertien provincies, dus het aantal gedetineerden dat op terechtstelling wacht zal waarschijnlijk in de duizenden lopen.
Apartheid
Het Saoedische bewind houdt er het meest achterlijke en xenofobische rechtssysteem ter wereld op na. Er bestaat niet eens een officieel wetboek. De rechters moeten zich houden aan de salafistische staatsversie van de islam. Zwarten, die 10 procent van de bevolking uitmaken, zijn uitgesloten van het rechtersambt, evenals vrouwen en moslims die een andere geloofsstroming aanhangen. Overeenkomstig de religieuze traditie van de monarchie worden zwarten nog steeds als slaven beschouwd, andere moslims als afvalligen en vrouwen als gemankeerde mensen. Zo’n systeem valt maar met één woord te omschrijven: apartheid. Bovendien maakt de rechterlijke macht deel uit van de regering, wat volkomen in strijd is met de veronderstelde
onpartijdigheid van rechters. De Saoedische minister van Justitie is tevens president van het Saoedische hooggerechtshof. Stel je voor dat een minister van Justitie, ook president van het hof zou zijn. De ter dood veroordeelde mannen behoren tot stammen uit zuidelijk Saoedi-Arabië, die systematisch worden onderdrukt door het huis van Saoed. Sinds de oprichting van de staat in 1932 is er niet één minister geweest, hoewel 27 procent van de bevolking er woont, grotendeels soennitische moslims die de salafistische staatsdoctrine aanhangen. Een van de terdoodveroordeelden, Saeed al-Shahrani, wilde zelfs niet dat zijn foto bij dit artikel werd geplaatst, omdat hij zich hield aan de door de regering uitgevaardigde fatwa die foto’s van levende wezens verbiedt. Dat is meer dan je van de koninklijke familie kunt zeggen: de leden van het huis van Saoed staan erom bekend dat ze alles volplakken met foto’s van zichzelf. Volgens het executiebevel moest het lichaam van een van de mannen, Sarhan al-Mashayekh, drie dagen lang in het openbaar tentoongesteld worden. Maar aangezien alles in Saoedi-Arabië politiek is, is dat niet gebeurd. De regering was waarschijnlijk bang dat zo’n daad een internationaal schandaal zou veroorzaken en misschien ook een gewelddadige reactie van de grote zuidelijke stammen zou uitlokken. De terechtgestelde mannen kwamen uit vijf belangrijke stammen en duizenden betogers gingen de straat op om tegen hun executie te protesteren – op foto’s van een ooggetuige staan honderden tot de tanden bewapende soldaten en tientallen pantservoertuigen om het executieterrein. Bij de reeks gewapende overvallen op juwelierszaken - waarvoor de jonge mannen werden veroordeeld - was niemand gedood en het gestolen goud werd later aan de rechtmatige eigenaars teruggegeven. Armoede was het belangrijkste motief achter deze misdrijven. Het werkloosheidspercentage in Saoedi-Arabië is het hoogste van het Midden-Oosten – van de mannen is meer dan 40 procent werkloos en van de vrouwen ruim 80 procent. Ali Alahmed
pagina 22 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 22
26-03-13 17:26
dossier
doodstraf
De vernieuwde kamer waar de doodstraf wordt voltrokken in San Quentin State Prison. De staat Californië herbergt bijna een kwart van de terdoodveroordeelden, maar heeft de laatste zes jaar niemand geëxecuteerd. Een federale rechter besloot in 2006 alle executies te staken, omdat gevangenen te veel pijn zouden lijden voor hun dood. Het protocol werd gewijzigd, maar de doodstraf is sindsdien niet uitgevoerd. – © Reuters
‘Geneesmiddelen’ executies moeilijk te bevoorraden Bloomberg Businessweek – New York
Het is voor de VS steeds moeilijker om aan gif voor de dodelijke injectie bij executies van terdoodveroordeelden te komen. Farmaceutische bedrijven willen voorkomen dat hun producten oneigenlijk worden gebruikt. Ze adverteren met medicijnen die levens redden, niet beëindigen.
E
uropa voert een oorlog tegen de executie van terdoodveroordeelden in de VS met behulp van geneesmiddelen. Het maakt het steeds moeilijker voor de 33 staten waar de doodstraf is toegestaan om aan de benodigde middelen te komen. De VS is een van de twee democratieën ter
wereld waar de doodstraf nog wordt toegepast. De andere, Japan, kampt niet met hetzelfde probleem: daar geeft men de voorkeur aan ophanging. ‘De doodstraf is in Europa niet alleen niet toegestaan, het is bovendien het doel van Europees beleid om dat overal ter wereld te doen gelden’, zegt de Britse
Sarah Ludford, liberaal lid van het Europees Parlement. ‘We stimuleren farmaceutische bedrijven om nauw toe te zien op de distributie van hun producten, en politici om de Europese export ervan te controleren. Op die manier maken we het voor gevangenissen in de VS moeilijk om hun moordmachines te bevoorraden.’ Een dodelijke injectie bestaat meestal uit drie verschillende middelen: een om de gevangene te laten inslapen, een om de spieren te verlammen en het derde om de werking van het hart te doen ophouden. Die methode, die 35 jaar geleden in Oklahoma voor het eerst werd gebruikt, was min of meer dezelfde gebleven totdat Europa twee jaar geleden de bevoorrading begon te beperken. ‘Er was tot voor kort bar weinig bekend over de distributie van
geneesmiddelen’, zegt Maya Foa, hoofd van het project Stop the Lethal Injection van de Britse mensenrechtenorganisatie Reprieve. Het gevecht richt zich op een belangrijk deel van de cocktail: het slaapmiddel. De beschikbaarheid van het meestgebruikte middel, natriumthiopental, kwam twee jaar geleden in het gedrang toen Italië het Amerikaanse Hospira Inc. verzocht te garanderen dat het in Italië geproduceerde middel niet zou worden gebruikt voor executies. Het bedrijf kon dat niet garanderen en staakte de productie. Die beslissing bracht een aantal gevangenissen ertoe een ander slaapmiddel te gaan gebruiken, pentobarbital. Dat werd door het Deense H. Lundbeck A/S als een middel tegen beroerten verkocht onder de naam Nembutal. Maar onderzoek van Reprieve toonde aan dat het product ook werd gebruikt voor executies in onder meer Ohio, South Carolina en Texas.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 23
Dossier_Doodstraf.indd 23
26-03-13 17:26
dossier
doodstraf
‘Ons middel werd gebruikt voor zaken waarvoor het niet bedoeld was’, zegt Ulf Wiinberg, bestuursvoorzitter van het Deense Lundbeck
Misbruik
Lundbeck besloot vervolgens het middel alleen nog te verkopen via één enkele groothandel, en klanten een verklaring te laten ondertekenen dat ze het niet zullen doorverkopen, dat ze geen gevangenis zijn en dat ze ervan op de hoogte zijn dat Lundbeck tegen de doodstraf is. ‘Ons middel werd gebruikt voor zaken waarvoor het niet bedoeld was’, zegt Ulf Wiinberg, bestuursvoorzitter van Lundbeck. ‘We nemen dat ernstig, en we zijn in actie gekomen om verder misbruik te voorkomen.’ Maar een aantal gevangenissen had het middel al ingekocht. Vorig jaar werden er volgens het Death Penalty Information Center in Washington D.C. in negen staten 43 executies uitgevoerd met pentobarbital. In op één na alle gevallen was dat Nembutal, zegt Reprieve. Lundbeck heeft sindsdien de productie verkocht aan Acorn Inc. uit Illinois. De financieel directeur van dat bedrijf, Tim Dick, antwoordt niet op voicemailberichten of e-mails. De Europese Commissie paste in de tussentijd de regels aan voor de handel in goederen die gebruikt kunnen worden voor het ten uitvoering leggen van de doodstraf, of voor martelingen en andere vormen van wrede behandeling, om de export van pentobarbital en natriumthiopental beter te kunnen controleren. Enkele gevangenissen gingen op hun beurt over op propofol, een middel dat medeverantwoordelijk is voor de dood van Michael Jackson. De staat Missouri keurde vorig jaar een plan goed om propofol te gaan gebruiken voor execu-
ties. Fresenius Kabi, een Amerikaanse dochteronderneming van het Duitse Fresenius SE, liet in augustus vorig jaar weten dat het geen orders voor propofol meer accepteert van gevangenissen in de VS, strengere controles heeft ingevoerd en het aantal distributeurs heeft beperkt. ‘We begrijpen dat een of meer huizen van bewaring in de VS overwegen om propofol te gaan gebruiken voor dodelijke injecties’, aldus Fresenius Kabi in een verklaring. ‘Dat is duidelijk niet in overeenstemming met de richtlijn van de federale voedsel- en warenautoriteit, noch met onze missie – Caring For Life.’ De Europese Commissie overweegt nu om ook propofol toe te voegen aan de lijst van martelmiddelen. Andere bedrijven die een vergunning hebben voor de verkoop in de VS van propofol, een generiek geneesmiddel, zijn onder meer Hospira en het Israëlische Teva Pharmaceutical Industries Ltd. Hospira verklaarde in november dat het weer was begonnen met een beperkte productie van propofol in North Carolina. ‘Hospira heeft altijd gezegd dat het tegen het gebruik is van propofol in dodelijke injecties’, aldus Daniel Rosenberg, een woordvoerder. Hij weigerde te zeggen of het bedrijf de distributie strenger wil gaan controleren. ‘We zijn van plan weer te beginnen met de productie van propofol in de VS om iets te doen aan het tekort van dit belangrijke middel’, zegt ook de woordvoerder van Teva, Hadar Vismunski. ‘Wij verwachten dat iedereen die met dit product te maken heeft zich houdt aan de richtlijnen van de Amerikaanse voedsel- en warenautoriteit.’ Het is nog maar de vraag of de illegale handel ook wat zal voelen van de nieuwe maatregelen, zegt Foa van Reprieve. De staat Nebraska liet in 2011 weten dat het een voorraad natriumthiopental had ontvangen van het Zwitserse Naari AG. Dit bedrijf verklaarde later dat het een aantal monsters had opgestuurd naar ene Chris Harris, een tussenpersoon in India, die het bedrijf had misleid door te zeggen dat hij het nodig had voor de registratie van het product in Zambia, niet voor executies in Nebraska. ‘Ik ben geschokt en ontzet’, schreef Prithi Kochhar, bestuursvoorzitter van
Naari, in een brief aan Michael Heavican, opperrechter in Nebraska. ‘Naari heeft deze middelen niet aan de staat Nebraska geleverd.’ Ook Harris antwoordt niet op e-mails, en de telefoonnummers op zijn website zijn buiten werking. Verschillende staten hebben in 2011 dodelijke injectiemiddelen moeten afgeven aan de federale overheid. Ze hadden die op illegale wijze verkregen van een distributeur in Londen met de naam Dream Pharma. Dat bedrijf werkt vanuit een gehuurd kantoortje ergens achter het kantoor van een rijinstructeur, zegt Reprieve. De man die de telefoon opnam bij Dream Pharma had geen commentaar en weigerde zijn naam te geven. Een groep van 21 advocaten die ter dood veroordeelde gevangenen vertegenwoordigen in de staat Missouri, heeft een rechtszaak aangespannen tegen George Lombardi, de directeur van de penitentiaire diensten, en enkele stafleden. Ze protesteren tegen de nieuwe procedure voor dodelijke injecties, de eerste in het land waarbij propofol wordt gebruikt. De zaak, Zink et al versus Lombardi et al, is voor een deel gebaseerd op het algemeen aanvaarde uitgangspunt dat propofol pijn veroorzaakt wanneer het wordt geïnjecteerd – hetgeen ongrondwettelijk is
chemicaliën, mocht de eerste set niet voldoen. Die twee gram propofol, voorzien in de nieuwe procedure van Missouri, is ongeveer vijftien keer zoveel als de hoeveelheid die wordt toegediend bij de anesthesie van een normale volwassene, en ‘geeft een significant risico op ernstige pijn’, zegt Mark Heath, assistent-hoogleraar klinische anesthesiologie aan de Columbia Universiteit in New York. Er zijn manieren om de pijn te verzachten, schrijft hij in een verklaring ter ondersteuning van de advocaten in Missouri, maar geen enkele is volledig effectief. De klagers in Missouri wachten nog op informatie die ze hebben opgevraagd en op verklaringen van getuigen, aldus Simon. De rechtszaak zou dan later dit jaar kunnen beginnen. Chris Cline, een woordvoerder voor de staat Missouri, weigert commentaar te leveren zolang er een juridische procedure loopt. Simons eerste rechtszaak tegen een executie via een injectie was in 2005 – een zaak die hij verloor. Hij had besloten de zaak op zich te nemen nadat hij een voordracht had bijgewoond van een pro deo advocaat in Louisiana. Deze betoogde dat de cocktail van drie verschillende geneesmiddelen, die humaner zou zijn dan de elektrische stoel of ophanging, in werkelijkheid ernstige
De procedure in Missouri bestaat uit vijf spuiten die in totaal twee gram propofol bevatten
onder het achtste amendement dat wrede en ongewone straffen verbiedt, zegt John William Simon, een van de advocaten. ‘En dat is iets wat mensen in acht moeten nemen, of ze nu voor of tegen de doodstraf zijn.’
Pijn
Ongeveer 60 procent van alle patiënten ervaart pijn bij de injectie van propofol, volgens een overzicht van studies over het gebruik van propofol in de British Medical Journal. Ongeveer eenvijfde zegt dat het ernstig tot ondraaglijk veel pijn doet. De procedure in Missouri bestaat uit vijf spuiten die in totaal twee gram propofol bevatten. De eerste spuit bevat ook tien kubieke centimeter lidocaïne, een middel om de pijn van de propofolinjectie te verzachten. De staat Missouri zegt dat er een tweede set spuiten klaarligt met precies dezelfde
pijnen veroorzaakt vanwege inadequate hoeveelheden van het slaapmiddel of de verkeerde toediening ervan, aldus Simon. ‘Mijn maag draaide zich om. Het was echt een ontnuchterende ervaring.’ De beperkte houdbaarheid van geneesmiddelen zal gevangenissen dwingen op zoek te gaan nieuwe leveranciers, meent Foa van Reprieve, zoals apothekers die zelf hun middelen mengen, met alle risico’s van dien. ‘Het effect van de rechtszaken tegen executies met dodelijke injecties is dat de kosten zijn gestegen, zowel letterlijk als figuurlijk. Er zal ook nauw op worden gelet of men procedure verandert en waar men de middelen vandaan haalt.’ Makiko Kitamura Adi Narayan
pagina 24 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 24
26-03-13 17:26
dossier
doodstraf
Jemen hanteert de zwaarste straf ook voor minderjarigen Yemen Post – Sanaa
De Jemenitische rechters leggen nog steeds de doodstraf op aan minderjarigen, ook al is dat in strijd met een in 1994 doorgevoerde aanpassing in de wet waarmee, overeenkomstig het internationaal recht, personen jonger dan achttien jaar niet terechtgesteld mogen worden.
B
egin maart haalde Jemen weer eens het wereldnieuws, niet met een positief bericht over de voorzichtige democratische ontwikkelingen in het land, maar met een weinig opwekkende tijding: de voorgenomen executie van een man die ten tijde van het gepleegde misdrijf nog minderjarig was. De aankondiging gaf niet alleen aanleiding tot discussies over de vraag of de mens het recht heeft de ene dood met de andere te vergelden, maar zette ook de kwestie van minderjarige delinquenten en hun juridische positie weer op de internationale agenda. Ondanks protesten van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en Unicef Yemen werd Mohammed Adel-Karim Mohammed Haza op 16 maart jl. ter dood gebracht. Zowel in als buiten Jemen werd hier met afschuw en afkeuring op gereageerd. Mensenrechtenactivisten verweten president Hadi niet te hebben ingegrepen bij deze grove schending van het internationaal recht, wat opvallend is gezien de onlangs begonnen Nationale Dialoog die is bedoeld als eerste stap op weg naar Jemens eenwording en die het fundament moet leggen voor een nieuw democratisch systeem. Uit officiële documenten bleek dat Haza al in 1999 was veroordeeld voor moord; hij was toen zeventien. Aangezien de wet verbiedt de doodstraf op te leggen aan een minderjarige, luidde het gerechtelijk vonnis ‘bloed-
geld’ plus een gevangenisstraf. Bloedgeld is een begrip uit het islamitisch gewoonterecht: het bedrag dat de dader als genoegdoening aan de familie van de overledene betaalt en dat tevens dient om te voorkomen dat de dader zelf uit wraak wordt gedood.
behandeling te nemen, gezien de twijfels die er over zijn leeftijd bestonden. Hierbij moet worden aangetekend dat in de Jemenitische wetgeving niet alleen leeftijd, maar ook het begrip noodweer een rol speelt. Haza, die schuldig was bevonden aan moord, had in paniek een indringer in zijn huis neergeschoten uit angst dat die zijn familie iets zou aandoen. De indringer overleed later aan zijn verwondingen. In Jemen zijn zulke toestanden aan de orde van de dag; ze leiden vaak tot groot onrecht omdat het Jemenitische rechtssysteem meer sympathie lijkt te hebben voor gewonde criminelen dan voor de slachtoffers van inbraak, mishandeling of geweld. Veel landen, waaronder de VS, weigeren de doodstraf af te schaffen – zoals
mensenrechtengroeperingen graag zouden zien – omdat ze het recht menen te hebben hun criminelen te straffen met de zwaarste boete die er bestaat: het leven. Er zijn echter maar weinig landen – welgeteld vier (Iran, Saoedi-Arabië, Soedan en Jemen) – die de doodstraf nog steeds opleggen aan jeugddelinquenten. Volgens het internationale kinderrechtenverdrag is het verboden een minderjarige ter dood te brengen.
Dertienjarige geëxecuteerd
Amnesty International heeft vastgesteld dat er sinds 1990 in negen landen 87 minderjarige delinquenten zijn geëxecuteerd: in China, de Democratische Republiek Congo, Iran, Nigeria, Pakistan, Saoedi-Arabië, Soedan, de Verenigde Staten en Jemen. Een aantal van deze landen heeft de wetgeving aangepast om uitvoering in de praktijk uit te sluiten. In juli 1993 werd in Jemen de dertienjarige Naseer Munir
Sharia
Volgens de sharia en het Jemenitische strafrecht staat op moord met voorbedachten rade de doodstraf (uitgevoerd door een vuurpeloton), tenzij de familie van de overledene de moordenaar vergiffenis schenkt en bereid is het bloedgeld aan te nemen. In hoger beroep werd het eerdere vonnis echter omgezet in de doodstraf, omdat één rechter meende dat Haza ten tijde van het misdrijf achttien jaar oud was. Hoewel maar een van de drie rechters Haza’s wettige leeftijd in twijfel trok, ging het doodvonnis als unanieme beslissing de boeken van de griffie in. Ook de Jemenitische Hoge Raad bekrachtigde op 14 april 2008 het doodvonnis zonder nog eens nader te kijken naar de omstreden leeftijd van Haza. Eind 2008 tekende voormalig president Saleh het vonnis. Begin maart 2013 begon Human Rights Watch een campagne tegen de doodstraf; de organisatie drong er bij president Hadi op aan om Haza’s vonnis om te zetten in een minder zware straf en zijn zaak opnieuw in
In hoger beroep werd het vonnis omgezet in de doodstraf, omdat één rechter meende dat Haza ten tijde van het misdrijf achttien jaar oud was
Wayne Thompson werd als jongste (15) in de VS ter dood veroordeeld voor de moord op zijn zwager. Het hof zette de straf echter om in levenslang. – © Louie Psihoyos / Corbis
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 25
Dossier_Doodstraf.indd 25
26-03-13 17:26
dossier
Na de volksopstand waait er nu ook in Jemen een nieuwe wind
Nasser al’Kirbi ter dood gebracht en in februari 2007 werd Adil Muhammad Saif al-Ma’amari, die zestien was ten tijde van zijn vergrijp, terechtgesteld. Nu kan Haza’s naam daaraan worden toegevoegd. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in december 1948 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en door Amnesty International als richtsnoer gebruikt, staat dat ieder mens het recht op leven heeft. In artikel 5 wordt nadrukkelijk gesteld dat ‘niemand onderworpen zal worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing’. De lidstaten hebben vier internationale verdragen gesloten met daarin bepalingen voor de afschaffing van de doodstraf. In de loop der jaren hebben verschillende organisaties van de Verenigde Naties zich beijverd voor invoering van maatregelen om wereldwijd de doodstraf uit te bannen. In december 2007 en 2008 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties resolutie 62/149 en 63/168 aangenomen, waarin wordt aangedrongen op een moratorium op de toepassing van de doodstraf. Sindsdien zijn er steeds meer regionale organisaties en burgerinitiatieven die pleiten voor een moratorium op terechtstellingen, als
doodstraf
stap naar een geleidelijke afschaffing van de doodstraf overal ter wereld. Human Rights Watch schat dat er in Jemen nu ongeveer twintig ter dood veroordeelde minderjarigen in de cel zitten en dat er de afgelopen zes jaar zestien gevangenen zijn geëxecuteerd die naar eigen zeggen nog geen achttien waren toen ze het misdrijf pleegden. De Jemenitische rechters leggen nog steeds de doodstraf op, ook al is dat in strijd met een in 1994 doorgevoerde aanpassing van het strafrecht waarmee, overeenkomstig het internationaal recht, personen jonger dan achttien jaar niet terechtgesteld mogen worden. De rechtspraak in Jemen wijkt dus af van het wetboek en creëert zo een juridisch vacuüm: volgens de wet mag een jeugddelinquent niet de doodstraf krijgen maar in de praktijk gebeurt het wel. Het Jemenitische ministerie van Justitie heeft de bevindingen van Amnesty International en Human Rights Watch steeds verworpen. Zijn er ook lichtpuntjes? Nu alle ogen van de wereld op Jemen zijn gericht, hopen activisten dat Jemen onder invloed van politieke en financiële druk uit het buitenland bereid is de dialoog aan te gaan met hooggeplaatste regeringsmedewerkers, om zo de huidige impasse te doorbreken. De Jemenitische regering is misschien nog niet bereid de kwestie van jeugdige terdoodveroordeelden aan te pakken, maar na de volksopstand waait er nu ook in Jemen een nieuwe wind en is de bevolking zich er steeds meer van bewust dat je als massa een enorme macht kunt genereren en dat betogen helpt om maatschappelijke verande-
ringen te bewerkstelligen. In januari zijn zo’n 77 minderjarige gevangenen in hongerstaking gegaan als protest tegen de aangekondigde terechtstelling van Nadim al-’Azaazi (een jonge delinquent die ten tijde van het strafbare feit dat hij had gepleegd nog maar vijftien jaar was).
In strijd met het wetboek
‘Het terechtstellen van jeugddelinquenten is in strijd met het Jemenitische wetboek van strafrecht en met het internationale mensenrechtenverdrag. De Jemenitische autoriteiten moeten hun verplichtingen nakomen en deze doodstraf per direct afschaffen’, aldus Philip Luther, Midden-Oostenexpert bij Amnesty International. ‘De meldingen die ons vanuit de centrale gevangenis in Sanaa bereiken, maken gewag van mensonterende omstandigheden waarin de jeugdige gedetineerden zich bevinden, en we vragen de autoriteiten dan ook om hier zo snel mogelijk verbetering in aan te brengen en deze kinderen niet langer dan de duur van hun straf opgesloten te houden’, voegde hij eraan toe. Nu mensenrechtenorganisaties, activisten en medewerkers van het ministerie van Mensenrechten zich zo inspannen om het Jemenitische rechtssysteem te veranderen, verwacht men dat de centrale regering uiteindelijk gehoor zal geven aan deze oproep om hervorming en dat zij concrete maatregelen zal doorvoeren. Hiermee gloort er ook weer hoop voor de vele mannen en vrouwen die nu hun lot niet zeker zijn. In een reactie op AlJazeera zei Fouad al-Ghaffari [voorlichter van het het Jemenitisch centrum voor internationale betrekkingen] dat het
Jemenitische ministerie van Mensenrechten de terechtstelling van jeugddelinquenten wil gaan aanpakken. ‘We hebben momenteel binnen de regering op het hoogste niveau overleg over deze kwestie. We vragen de rechterlijke macht om nog wat geduld. We moeten een goed juridisch systeem ontwikkelen en we hebben deskundigen nodig die geboortedata nauwkeurig kunnen vaststellen. Bovendien kunnen we niet zonder internationale steun.’ Priyanka Motaparthy, onderzoeker bij Human Rights Watch, waarschuwt ervoor dat tenzij de overheid zich houdt aan de in 1994 doorgevoerde hervorming van het strafrecht, de rechters in het land gewoon zullen doorgaan met het opleggen van de doodstraf, ongeacht de leeftijd van de beklaagde. ‘Ook bij zaken waar de advocaten concreet bewijs konden overleggen dat de aangeklaagde jeugddelinquent jonger dan achttien was toen hij het misdrijf pleegde, laten de rechters en officiers van justitie zich weinig gelegen liggen aan de wet en leggen ze gewoon de doodstraf op’, aldus Motaparthy. Wanneer Jemen binnenkort aan de tweede fase van machtshervorming begint, door middel van de Nationale Dialoog, ontstaat er hopelijk tussen alle partijen een constructieve sfeer waarin de vriendschapsbanden tussen de verschillende bevolkingsgroepen aangehaald en verstevigd kunnen worden, en de staat het vertrouwen van de burgers in de regering weet te herstellen.
het laatste avondmaal
Jeff Barney hoefde alleen maar twee doosjes Frosted Flakes.
Stacey Lawton nam genoegen met een potje augurken.
Hij werd op 16 april 1986 geëxecuteerd.
Hij werd op 14 november 2000 geëxecuteerd.
pagina 26 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 26
26-03-13 17:27
dossier
doodstraf
Fel voorstander wil doodstraf afschaffen Een Californische boer die er dertig jaar geleden voor zorgde dat de doodstraf opnieuw werd ingevoerd, steunt nu een burgerinitiatief voor de afschaffing ervan. Waarom hij opeens tegen is? Hij volgt het standpunt van de katholieke kerk.
Le Matin Dimanche – Lausanne
I
n Californië wachten 725 veroordeelden op hun executie via de naald of de gaskamer, de keuze is aan hen. Toch zit de beul werkeloos thuis. Zeven jaar geleden heeft een rechter de uitvoering van de doodstraf opgeschort, omdat hij oordeelde dat een dodelijke injectie een ‘wreed en ongebruikelijk’ middel was om iemand te doden en bovendien in strijd met de grondwet. Sindsdien wordt het in de dodencellen steeds voller. Alleen door natuurlijk overlijden of zelfmoord komt er weer ruimte. Dat die absurde situatie is ontstaan, komt voor een groot deel op het conto van Ron Briggs – en daar heeft hij nu spijt van. Om aan deze toestand een eind te maken, en te zorgen dat de dodencellen leegstromen, streeft hij er niet naar om de beul weer in versneld tempo aan het werk te zetten, maar wil hij simpelweg de doodstraf volledig afschaffen. [De Californiërs hebben zich vorig jaar uitgesproken tegen het afschaffen van de doodstraf.]
Fout
Om Ron Briggs te spreken moet je vanaf San Francisco een flink stuk naar het oosten rijden en dan over smalle wegen omhoog richting Lake Tahoe. Briggs is boer in een streek die wel wat van de Jura heeft. Van Placerville voert de weg door kronkelige valleien en dan, voorbij een hek dat je met een code kunt openen, rijd je tussen zijn toma-
<
< Swaziland
97
Afgeschaft voor alle misdrijven (Staat of gebied waar de doodstraf volledig is afgeschaft)
8
Tegenstanders doodstraf voor gewone misdaden (Staat of gebied waar de doodstraf plaatsvindt in uitzonderlijke gevallen)
35
Afgeschaft in de praktijk (Staat of gebied waar de doodstraf van kracht is, maar de laatste 10 jaar niet is uitgevoerd)
58
Staten die vasthouden aan de doodstraf (Staat of gebied die doodstraf toepassen)
De doodstraf in de wereld in 2012. – © Ensemble contre la peine du mort
tenplanten, aardappelen, paprika’s, komkommers, kersenbomen en hazelaars door. Hij probeert zelfs truffels, maar dat gaat moeizaam. Het ontvangstcomité bestaat uit drie Deense doggen; ze zijn imposant en angstaanjagend, totdat Briggs verschijnt, ze geruststelt en me breed glimlachend een hand geeft. Als hij iets te drinken
De voorzieningen voor de honderden veroordeelden op death row in San Quentin zijn razend duur
gaat halen, springt een van de cerberussen op de tuintafel voor een praatje – en om de indringer in het oog te houden. De grootvader van Briggs was boer. Vanwege de liefde voor een vrouw is de kleinzoon ook weer gaan boeren. Zijn vader was verzekeringsman en vervolgens afgevaardigde in het Californische Lagerhuis, later senator en kandidaat-gouverneur voor de Republikeinen. Daar begint deze geschiedenis. Vader John Briggs, de afgevaardigde, was een vurig voorstander van de doodstraf en is dat op zijn tweeëntachtigste nog steeds. Maar in 1972 werd de Man met de Zeis een ogenschijnlijk dodelijke klap toegebracht: zowel het federale als het Californische hooggerechtshof verklaarden de doodstraf
‘De doodstraf heeft de staat Californië 4 miljard dollar gekost, sinds ik die weer heb helpen invoeren’
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 27
Dossier_Doodstraf.indd 27
26-03-13 17:29
dossier
doodstraf
Het Vaticaan is tegen abortus en daarom ook tegen de doodstraf
strijdig met de grondwetten van de VS en Californië. De rechters hadden mooi praten, maar de publieke opinie was er ook nog; men startte meteen een campagne om de doodstraf in ere te herstellen. En zo werd deze ‘fout’ in de Golden State uiteindelijk in 1976 weer vrijwel ongedaan gemaakt. Voor een zeer conservatieve clan, aangevoerd door John Briggs, was dat niet genoeg: deze ultrarechtse groepering wilden een uitbreiding van de doodstraf. Om hun doel te bereiken gebruikten ze het wapen van het burgerinitiatief. In hun voorstellen voor wetswijziging werden zo’n dertig nieuwe redenen voor veroordeling tot de doodstraf genoemd. Ron Briggs was toen twintig en begon net als verzekeringsman. Zijn vader, de senator, bood hem aan om tegen een beter salaris de campagne voor het referendum te leiden. De zoon stortte zich vol ijver op deze taak en in 1978 had zijn campagne succes: Californië kreeg de strengste wet op de doodstraf van de hele VS. Vanaf die tijd werd het op death row
steeds voller. Maar de veroordeelden en de tegenstanders van de doodstraf verzetten zich met alle mogelijke middelen om executies tegen te houden. Sinds Briggs’ campagne hebben er in Californië maar dertien terechtstellingen plaatsgevonden.
Katholiek
De Deense dog, die niet wil luisteren, is van de tafel gesprongen en op de bank naast zijn baasje gaan liggen. ‘Waarom ik van mening veranderd ben?’ Terwijl hij de hond onder zijn oor kriebelt, noemt Ron Briggs de voornaamste reden waarom hij nu tegen de doodstraf is: hij is katholiek. In 1978 maakte de Kerk zich nog niet zo druk over deze kwestie. Later is het Vaticaan ten strijde getrokken tegen abortus, en in het verlengde daarvan moest het ook wel fel tegen de doodstraf zijn. En Briggs, die in de verte nog geloofde, ging weer naar de mis, onder invloed van een Ierse priester over wie hij vol vuur vertelt. Dat alles heeft hem veranderd. Dus toen hij een jaar geleden hoorde
van de lancering van Proposition 34 (SAFE California), waarin wordt voorgesteld de doodstraf te vervangen door levenslang zonder mogelijke vrijlating, bood Ron Briggs zijn diensten aan. De initiatiefnemers waren stomverbaasd. Wat, die Briggs van ’78? Inderdaad, en nu is hij de ster van deze nieuwe campagne. Over zijn persoonlijke motieven zegt Ron Briggs niet veel, want hij weet dat in het debat over de doodstraf morele argumenten amper tellen. Hij heeft het liever over geld, en over zijn eigen ervaring. Want de zoon van John is ook de politiek ingegaan. Ooit wordt hij misschien afgevaardigde in het Californische congres, maar op dit moment is hij supervisor [gedeputeerde] in El Dorado County, waarin Placerville ligt. In deze functie kreeg hij te maken met een vrouw die in 1981 op wonderbaarlijke wijze ontsnapte aan een verkrachter die haar vriendin had doodgeschoten en het vervolgens op haar had gemunt. De man werd ter dood veroordeeld en doet al dertig jaar alles om aan de doodstraf te ontsnappen. Elke vier of vijf jaar komt het slachtoffer opnieuw tegenover de moordenaar te staan, vanwege een beroep of een andere juridische procedure. ‘Dat is onverdraaglijk, dat kan echt niet’, zegt Briggs verontwaardigd. ‘Door de doodstraf is er een heel leger aan procureurs, advocaten en experts opgetuigd, en ze worden allemaal door de staat betaald. De voorzieningen voor de honderden veroordeelden op death row in San Quentin zijn razend duur, en deze gevangenen worden veel beter behandeld dan de rest. Een econoom heeft uitgerekend dat de doodstraf sinds ik
die weer heb helpen invoeren, de staat Californië 4 miljard dollar heeft gekost! Levenslange gevangenisstraf is veel minder duur: per jaar 184 miljoen minder, volgens de raming van deze econoom.’ Tegelijkertijd constateert Ron Briggs bij het besturen van El Dorado County dat er onvoldoende middelen zijn om de sociale voorzieningen in stand te houden. In deze tijden van crisis heeft hij niet meer genoeg geld voor de ouderen en de scholen. Hij weet dat Californië twintig jaar geleden voor de eigen universiteiten een budget had dat tweemaal zo hoog was als dat voor de gevangenissen. Nu is het precies omgekeerd. Alain Campiotti
galgenmaal
Timothy McVeigh wilde een bak muntijs met stukjes chocola.
Donald Jay Miller kreeg guacamole tostadas, een citroen, vijf jalapeños en een Dr. Pepper.
Hij werd op 11 juni 2001 geëxecuteerd.
Hij werd op 23 mei 2000.
pagina 28 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Dossier_Doodstraf.indd 28
26-03-13 17:29
dossier
doodstraf
Angst voor de dageraad Le Monde – Parijs
Op 21 februari werden in Japan drie terdoodveroordeelden opgehangen: de eerste executies onder de Japanse premier Shinzo Abe, die sinds een paar maanden de regering leidt.
G
ezien de rechtse signatuur van de huidige regering valt niet te verwachten dat Japan zal aankoersen op afschaffing van de doodstraf: tijdens het vorige, korte mandaat van premier Abe (2006-2007) werden ook al tien veroordeelden ter dood gebracht. De jongste executies hebben nauwelijks tot maatschappelijke discussie geleid. Volgens opiniepeilingen is de meerderheid van de Japanners voor de doodstraf. Voorstanders van afschaffing krijgen maar weinig gehoor. De Verenigde Staten, Zuid-Korea en Japan zijn de enige ontwikkelde landen die deze straf in stand houden. Hoewel de afschrikkende werking van de doodstraf een punt van discussie is onder criminologen, beroept Japan zich erop het laagste criminaliteitscijfer te
Een Japanse krantenverkoper met nieuws over de terdoodveroordeling van de sekteleider Aum Shinrikyo wegens zijn betrokkenheid bij de aanslag met gifgas in de metro van Tokio in 1995. Het vonnis is nog niet uitgevoerd. – © Toshiyuki Aizawa / Reuters
familie wordt pas achteraf op de hoogte gesteld. De veroordeelden in de dodencellen, die in eenzame opsluiting zitten en niet met andere gedetineerden kunnen communiceren, wachten maanden en vaak zelfs jaren op hun laatste dag. Iedere dag als het licht wordt, tellen zij de stappen van de bewakers in de gang: als het er meer
In de dodencellen tellen de veroordeelden de voetstappen van de bewaarders hebben van alle lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Japan wil hiermee niet alleen de doodstraf rechtvaardigen, maar ook de uitzonderlijk zware omstandigheden in de Japanse gevangenissen. Als het gaat om de rechten van gedetineerden en het vermoeden van onschuld, wordt de openbare orde duur betaald in de Japanse archipel. De doodstraf door ophanging wordt in het diepste geheim voltrokken. De
zijn dan gewoonlijk, betekent het dat er die dag een executie zal worden uitgevoerd. Masao Akahori heeft deze angst voor de dageraad niet minder dan 31 jaar lang gevoeld, voordat hij een nieuw proces kreeg en onschuldig werd bevonden. Op een keer openden de bewakers zijn cel en wilden ze net de noodlottige formule ‘Het is tijd’ uitspreken, toen ze merkten dat ze zich een deur vergist hadden. Momenteel zijn 134 gevangenen in afwachting van hun executie. Dat is
het grootste aantal uit de Japanse geschiedenis. Er zijn ministers van Justitie die een feitelijk moratorium voorstellen door geen executiebevelen te ondertekenen. Dat was het geval van juli 2010 tot maart 2012. Maar de meesten passen de wet gewoon toe. Zowel in de dodencellen als in andere delen van de gevangenis zijn de leefomstandigheden van de gedetineerden bijzonder zwaar. Sinds het einde van de jaren zestig heerst er een uiterst strenge discipline in de gevangenissen. Op bordjes staat: ‘Verboden om te spreken; recht voor je uit kijken’. Ook werkplaatsen en eetzalen zijn stilteplekken. De gevangenen – die een groen uniform, sandalen en een pet dragen – mogen alleen in de vijftien minuten durende pauzes en na het avondmaal met elkaar praten. Ze verplaatsen zich in ritmische pas, waarbij ze hun armen langs hun lichaam zwaaien en hun ogen strak gericht houden op de nek van hun voorganger. Twee keer per dag worden ze onderworpen aan een lichaamsvisitatie. Een dergelijk strenge discipline mag dan achterhaald zijn als men kijkt naar de veranderingen die andere ontwik-
Momenteel zijn 134 gevangenen in afwachting van hun executie. Dat is het grootste aantal uit de Japanse geschiedenis
kelde landen in het gevangeniswezen hebben doorgevoerd (de Japanse gevangenissen baseren zich op een wet uit 1908), de Japanse autoriteiten gaan er wel prat op dat de problemen waarmee de meeste westerse gevangenissen te kampen hebben dankzij deze discipline worden voorkomen. Geen gevangenisoproer, geen drugs, weinig aanvallen op bewakers of knokpartijen en zelden een ontsnapping. Het lage criminaliteitscijfer in Japan is beslist benijdenswaardig. Maar het zou de Japanners niet mogen ontslaan van de verplichting de rechten van gedetineerden te eerbiedigen. Philippe Pons
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 29
Dossier_Doodstraf.indd 29
26-03-13 17:29
lage landen
nederland
Een fairtrade smartphone van Nederlandse makelij Süddeutsche Zeitung – München
Een groepje Nederlanders knutselt aan de eerste ‘eerlijke smartphone’. Ze willen laten zien dat het ook kan zonder goud uit oorlogsgebieden te gebruiken en zonder Chinese arbeiders uit te buiten. Maar het blijkt niet eenvoudig.
H
ij heeft geen relatiegeschenken bij zich. En ook geen winstcijfers. Ontwerper Bas van Abel is enkel met een idee naar het Mobile World Congress in Barcelona gekomen. Maar van alle ideeën die op deze levendige beurs voor mobiele telefonie rondzingen, is dit toch wel een van de spannendste. Samen met tien anderen knutselt Van Abel (35) aan de eerste ‘eerlijke smartphone’. Een apparaat waarin geen goud uit oorlogsgebieden zit, dat niet door Chinese arbeiders op stukloon in elkaar wordt gezet en dat niet alleen de kassen van begerige megaconcerns spekt. Naïef ? Dat geldt in elk geval niet voor Bas van Abel, die twee jaar geleden met het project is begonnen. Hij weet dat hij met zijn FairPhone niet de wereld zal redden. ‘Het project is meer bedoeld om een verandering teweeg te brengen dan om alle problemen tegelijk op te lossen.’ De Nederlander wil laten zien wat er allemaal mogelijk is, als je het maar probeert. Het idee is ontstaan op een instituut in Amsterdam waar allerlei creatievelingen rondlopen. Ze wilden, zo zegt Bas van Abel, mensen aan het denken zetten die telkens weer geïnteresseerd zijn in de modernste en slimste telefoon, maar vrijwel nooit in de omstandigheden waaronder zo’n toestel wordt gemaakt. En ze wisten zeker dat een klassieke campagne zulke mensen alleen maar kwaad zou maken en dat die woede vrij snel weer zou bekoelen.
Waarom zouden ze dus niet zelf een mobieltje produceren en laten zien hoe het beter kan? Het moest als voorbeeld dienen. Voor de andere producenten en voor de kopers. Hoe moeilijk dat zal worden merkte Bas van Abel vorig jaar herfst, toen de weer opgelaaide strijd in Oost-Congo wereldnieuws was. Daar hadden de Nederlanders in samenwerking met het Conflict-Free Tin Initiative (CFTI), een initiatief van verenigingen, politici maar ook het bedrijfsleven, een mijn uitgekozen die het tin voor de FairPhone zou leveren. ‘We stonden voor de keuze: of we vertrekken waardoor er daar banen verloren gaan en de regio misschien nog instabieler wordt, of we blijven en dragen bij aan stabilisering’, zegt Van Abel. Ze zijn gebleven. Ze weten dat er vanuit deze mijn geen geld vloeit naar een van de twee strijdende partijen. Maar ze weten ook dat er kinderen werken. Altijd nog beter, zegt de Nederlander, dan het tin uit Australië te importeren en Congo aan zijn lot over te laten. Vorige maand was hij met twaalf anderen van het CFTI in het Afrikaanse land. Hij herinnert zich hoe verbaasd de Congolezen waren dat er niet meer alleen een paar goedbedoelende lieden op bezoek kwamen, maar ook mensen van BlackBerry en Motorola. De mijn ligt op ongeveer 20 kilometer van het front. Een garantie voor de toekomst is dat niet, maar tot nog toe heeft het CFTI al wel voor 1,5 miljoen euro aan tin gedolven. Daarvan is maar
Het design van de FairPhone moet transparant zijn, zodat de mensen zien wat erin zit
een klein deel bestemd voor de FairPhone. Voor de tienduizend toestellen die vanaf september in de verkoop moeten worden gebracht, is niet meer dan 10 kilo tin nodig. Ook daarom heeft Bas van Abel grote partners nodig. Geen mens opent een mijn voor zo’n kleine opdracht. Over een paar weken reist de Nederlander naar China. In de regio Shenzhen, waar de grote Chinese technologieconcerns Huawei en ZTE zijn gevestigd, maar ook tal van producenten voor westerse bedrijven, zal hij vijf fabrieken bezoeken – en naar een locatie zoeken die niet lijkt op de werkplaatsen waar de iPhones in elkaar worden gezet. Want dat zijn enorme fabrieken waar de werknemers, ver van huis, ver van de buitenwereld en 24 uur per dag in ploegendienst werken. ‘Het zou een illusie zijn om te denken dat we de arbeidsomstandigheden van vandaag op morgen kunnen veranderen’, geeft Van Abel toe. ‘Als we bij Foxconn aankloppen en om hogere lonen en echte vakbonden vragen, worden we uitgelachen.’ Tienduizend smartphones, dat zijn er ongeveer evenveel als er dagelijks in de fabrieken van Foxconn worden afgekeurd.
Vertrouwen
Bas van Abel wil de producenten voor zijn project winnen met de belofte dat andere klanten zullen volgen. Bedrijven die net als FairPhone tin, goud of tantaal gebruiken waarmee geen burgeroorlog wordt gefinancierd en geen bodem wordt uitgeput. Op de site van FairPhone hebben zich inmiddels zesduizend klanten geregistreerd om in mei tijdens de voorverkoop een van de telefoons van 300 euro te bemachtigen. Vooral sinds het project op internet de ronde doet, spitsen ook aanbieders van mobiele telefoons de oren. De Nederlandse aanbieder KPN, waartoe ook het Duitse E-Plus behoort, heeft al duizend toestellen besteld. Dat is niet veel voor een concern als KPN, maar toch een aardige blijk van vertrouwen. Tenslotte kan Bas van Abel nog geen demonstratiemodel laten zien. Met Vodafone en O2 zijn hij en zijn team in onderhandeling. Voor de Nederlander is dat het bewijs dat de consument toch macht heeft. Maar hij
weet ook dat er van dit soort consumenten nog niet al te veel zijn. ‘Onze klanten zijn mensen die erover nadenken waar de spullen die ze kopen vandaan komen. Geen mensen die alleen maar een trendy telefoon willen.’ Het design van de FairPhone moet transparant zijn, zodat de mensen zien wat erin zit. Er moeten twee simkaarten in kunnen. De gedachte is dat kopers op die manier geen tweede telefoon voor hun werk hoeven aan te schaffen. Na anderhalf jaar, de gemiddelde tijd waarna veel mensen een nieuw mobieltje kopen, belandt de FairPhone niet in de prullenbak. De telefoon is ook geschikt voor opkomende industrielanden, waar mensen vanwege de instabiele netwerken vaak twee providers en dus ook twee simkaarten hebben. Op de beurs voor mobiele telefonie in Barcelona probeert Bas van Abel in gesprek te komen met de makers van Ubuntu en Firefox OS, software die gratis wordt aangeboden. Achter de een staat multimiljonair Mark Shuttleworth, die zichzelf ‘een welwillende dictator’ noemt, achter de ander de Mozilla Foundation van Mitchell Baker. Voor een mobieltje is goede software inmiddels net zo belangrijk als goud. Daarom moet de FairPhone vooralsnog draaien op Android, het besturingssysteem dat internetconcern Google ook gratis aanbiedt aan tal van andere producenten van mobiele telefoons, zoals Samsung. Van iedere app die op een Android-toestel wordt gedownload, strijkt Google eenderde op. Is dat eerlijk? Wil iemand die eerlijke smartphones aanbiedt zich echt inlaten met een concern dat de reputatie heeft persoonlijke gegevens op te slaan en als grote internetmacht kleinere aanbieders uit te schakelen? ‘In dit stadium willen we geen risico’s nemen’, verdedigt Bas van Abel de keuze voor Android. Hij weet dat als de FairPhone niet goed werkt en er nauwelijks apps voor zijn, niemand in het toestel geïnteresseerd is. Misschien dat ze later op andere software overschakelen, zegt hij. Wie de wereld wil verbeteren, moet dat stapje voor stapje doen. Varinia Bernau
pagina 30 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Lage Landen.indd 30
26-03-13 11:47
europa
frankrijk
‘De culturele dynamiek van het land’, fotografiebiënnale in Bamako. – © Damon Winter/The New York Times
Frankrijk was ziende blind voor situatie in Mali Libération – Parijs
Danièle Rousselier was cultureel attaché aan de Franse ambassade in Mali. Zij wil ‘nu de oorlog zich voorgoed in Mali nestelt’ met een paar voorbeelden laten zien hoe blind Frankrijk is geweest voor de ontwikkelingen die tot deze oorlog hebben geleid.
H
et ministerie van Buitenlandse Zaken en onze diplomatieke vertegenwoordiging ter plaatse hebben altijd graag gedaan alsof er sprake van democratie was in Mali, die zogenaamd vreedzame en harmonieuze samenleving. We hebben de ogen gesloten voor vriendjespolitiek, corruptie en de afwezigheid van een werkelijk debat. Parallel daaraan, en daarmee samenhangend, worden we nu geconfronteerd met het opkomend islamisme, niet alleen in het noorden maar ook in de hoofdstad Bamako zelf. Sinds de conferentie van La Baule in 1990 [waar toenmalig president François Mitterand zijn gehoor van Afrikaanse leiders aanspoorde om werk te maken van democratisering in hun land] was Mali het paradepaard van een nieuw Frans beleid in West-Afrika. Het beeld van het voorbeeldige Mali, waar een militair – de latere president Amadou Toumani Touré – de macht had overgedragen aan de burgers,
moest in stand blijven, in weerwil van de dagelijkse realiteit ter plaatse. Ik wil een paar feiten rapporteren die mijn verblijf in Mali hebben gemarkeerd.
Mondiale draaischijf
Al in september 2007 sprak ik tijdens een lunch een inlichtingenofficier die zich bezighield met drugsbestrijding. Tijdens de maaltijd zette hij uiteen dat Bamako de mondiale draaischijf voor Colombiaanse drugs was geworden. Van Bamako ging de cocaïne dwars door de Sahara naar de Middellandse Zee. Verbijsterende informatie, die onze ambassade niet leek te hebben meegewogen in haar politieke analyse. In november 2009 probeerden de Malinese autoriteiten te verhullen dat in de woestijn bij Gao een Boeing 727 was uitgebrand. De lading, zes ton cocaïne, was ‘verdwenen’ in het zand. Het bestaan van ‘Air Cocaïne’ maakte in één keer duidelijk dat het vreed-
zame Mali het centrum van de drugshandel in Afrika was geworden en, nog ernstiger, dat de smokkelaars handlangers hadden in de hoogste kringen van regering en leger. Zag men de omvang van de corruptie van het regime van Amadou Toumani Touré wel ten volle? Doorzag men dat het de drugshandel faciliteerde en zo de weg baande voor het ‘narcosalafisme’, met de bekende consequenties voor de wankele relatie met het noorden en de Toearegs? Ik heb landelijke en gemeentelijke verkiezingen in Bamako meegemaakt. De verkiezingscampagnes en de stemmingen verliepen kalm en volgens
Minister Fabius van Buitenlandse Zaken schat de situatie totaal verkeerd in
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 31
Europa.indd 31
26-03-13 11:57
europa de regels. Maar op een hoger niveau bepaalden cliëntelisme en smeergeld de gang van zaken. Ik was zeer verbaasd toen Aïwa, een vriendin van mij die bazins (traditionele stoffen) verft, vertelde dat ze op een gemeentelijke kandidaat stemde die berucht was vanwege zijn corruptie, terwijl ze gewoonlijk schande sprak van de corruptie van de politieke klasse. Ze legde uit dat deze kandidaat haar had beloofd om in haar straat de genomen maatregelen tegen vervuiling niet toe te passen. Want Aïwa en haar collega’s leegden dagelijks emmers vol zwaar giftige chemische verfstoffen in de goten van Bamako. Toen ik deze en soortgelijke toestanden meldde aan collega’s op de ambassade, vonden ze in het geheel niet dat dit een smet was op het democratische blazoen van Mali. De mythe van ‘goed bestuur’ had een dikke huid.
Getuige
Van een politiek debat was vanwege het analfabetisme, de misère en de zelfcensuur in de media helemaal geen sprake. Alleen in moskeeën werden menigten toegesproken en de enige demonstraties die werden toegestaan, waren georganiseerd door imams. Het treffendste voorbeeld daarvan was de massale demonstratie van 2009 in Bamako, waartoe de wahabitische imam Mahmoud Dicko, voorzitter van de Islamitische Hoge Raad, had opgeroepen. De demonstratie was gericht tegen de nieuwe familiewet, die was afgekondigd door Amadou Toumani Touré. Deze wet verleende vrouwen nieuwe rechten, die in strijd waren met de sharia. De demonstratie was zo massaal dat de regering zich gewonnen gaf. De ogen sluiten voor de zwakheid van het regime, corruptie afdekken, zelfs bevorderen: ik was er niet alleen getuige van, maar speelde er ongewild ook een rol bij. Toen ik in Mali aankwam, bracht ik een flink pak ontwikkelingsgeld mee om te besteden aan bepaalde culturele projecten die gedragen moesten worden door Malinezen zelf. Het geld zou
De verkiezingen verliepen volgens de regels. Maar op een hoger niveau bepaalde smeergeld de gang van zaken
frankrijk
onder zeer strikt toezicht van Parijs worden toegekend, om misbruik, verspilling en oneerlijke bevoorrechting tegen te gaan. De net benoemde Malinese minister van Cultuur legde me een ‘archeologisch project’ voor tot behoud van een moskee in Gao, waar hij zelf vandaan kwam. Ik zei tegen mijn superieuren dat ik de gevraagde 60.000 euro weigerde te geven, omdat het geld ten goede zou komen aan de electorale aanhang van de minister. Doordat de regels voor toekenning zo streng waren, kon ik zonder hem persoonlijk te kwetsen of een diplomatieke rel te veroorzaken uitleggen waarom de Franse steun niet aan zijn moskee ten goede zou komen. Maar aangezien de betrokken minister niet wilde luisteren, besloot ik een lunch op de ambassade te organiseren, waarbij de ambassadeur hem zelf kon uitleggen dat zijn verzoek in het geheel ‘niet paste in het kader van onze culturele steun’. Gedurende de maaltijd trachtte ik de minister herhaaldelijk uit te leggen dat zijn subsidieaanvraag ‘technisch’ niet ontvankelijk was. Ik was dan ook hoogst verbaasd toen tijdens het dessert een van mijn superieuren hem het gevraagde bedrag toezegde. Toen ik er na het vertrek van de minister naar vroeg, werd me gezegd dat ik ‘geen keus’ had. Maar dat was, vind ik nog altijd, niet juist. Ik besloot persoonlijk om niet meer dan 30.000 euro te verstrekken voor de moskee. De minister was niet boos en noemde me voortaan zijn ‘sterretje’. Een jaar later vroeg ik iemand die naar Gao moest om foto’s te maken van de restauratiewerkzaamheden aan de moskee. Er was uiteraard niets gebeurd.
Internationale verblinding
Natuurlijk was niet alleen Frankrijk blind voor dit alles. De verblinding was internationaal. Er was een land gevonden waar je met goed fatsoen steun aan kwijt kon, en geldschieters zoals ngo’s stortten zich op dit modelland, waarvan de democratische façade instortte door de putsch van 22 maart 2012. Tot mijn taken behoorde ook het volgen van het middelbaar en hoger onderwijs. Ik constateerde dat, ondanks onze hulp en die van de Europese Unie, de toch al catastrofale situatie alleen maar erger werd. Het niveau van het Frans (de officiële taal) liep terug en het toenemend analfabetisme hield gelijke tred met de bevolkingsgroei. De weg lag open voor de salafisten, die eigen koranscholen stichtten. Intussen sprak onze ambassade lovend over ‘de culturele dynamiek van het
Mali was een land 'waar je met goed fatsoen steun aan kwijt kon.' Minister Frédéric Mitterand op bezoek in Bamako. – © Marc-Andre Boisvert / Corbis
Van Bamako ging de cocaïne dwars door de Sahara naar de Middellandse Zee. Verbijsterende informatie, die onze ambassade niet leek te hebben meegewogen in haar politieke analyse
land’. Cultures France, een tak van het ministerie van Buitenlandse Zaken, organiseerde schitterende, kostbare festivals (zoals het festival Étonnants Voyageurs en de Fotobiënnale) met als officiële doelstelling het bevorderen van de Malinese creativiteit. In werkelijkheid dienden deze manifestaties vooral om tijdens de lange Parijse winter een paar Franse cultuurbonzen in het zonnetje te zetten. Erger voor het land was dat het geld grotendeels in de zakken van lokale ‘culturele medewerkers’ verdween. En dat wisten we. Onder het mom van ‘goed bestuur’ hebben we ons medeplichtig gemaakt aan roof door de Malinese staat, die steunt op een artificiële ‘burgermaatschappij’ die profiteert van de zwakheid en corruptheid van het regime en zich in hoog tempo over de rug van het land verrijkt. Toch hebben we uitstekende specialisten die zich in Mali verdiepen. Al lang voor 2012 presenteerden ze een niet malse analyse van de sociale en politieke toestand van het land, de risico’s van een geweldsexplosie en de opkomst van het islamisme. Maar van deze analyses werd niet of nauwelijks kennisgenomen door Buitenlandse Zaken en het Élysée. Ze bleven steken in de ambtelijke molens. Diplomatenwerk richt zich vooral op procedures en beheer en verwaarloost
het veldwerk. Dit falen is des te erger doordat er steeds minder wordt geïnvesteerd in sociaal onderzoek naar de moslimwereld. Op dat gebied lopen we achter op de VS en onze Europese partners. Laurent Fabius, de huidige minister van Buitenlandse Zaken, lijkt zich bewust te zijn van de zwakke kanten van ons expertisecentrum en heeft besloten de staf te versterken. De dienst gaat voortaan Centrum voor analyse, prognose en strategie (CAPS) heten en moet een hele reeks adviezen over de wereld van morgen uitbrengen. We kunnen alleen maar hopen dat er eindelijk iets wordt gedaan met de aanzienlijke kennis over Afrika die door Franse onderzoekers is opgebouwd. Maar dat is allerminst zeker: op 27 februari riep diezelfde Laurent Fabius in het Franse parlement Mali op om ‘zo snel mogelijk’ verkiezingen te organiseren, en daarmee gaf hij blijk van een totaal verkeerde inschatting van de situatie aldaar, alle rapporten ten spijt. Danièle Rousselier
pagina 32 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Europa.indd 32
26-03-13 12:01
de amerika’s
verenigde staten
Westerse economieën riskeren niet de dood maar de verkalking Voor elke dollar die zij besteedt aan jongeren onder de 18 jaar spendeert de
meest concurrerende ter wereld, met een zevende plaats wereldwijd – een iets lagere notering dan vijf jaar geleden.
regering van de Verenigde Staten momenteel 4 dollar aan 65-plussers. Die constatering noopt tot rigoreuze maatregelen, betoogt Fareed Zakaria. Investeringen in technologie en wetenschap, maar ook ‘hervorming’ van
Gezakt
de sociale zekerheid.
Foreign Affairs – Washington (verkort)
W
ashington zoekt momenteel zijn heil vooral in bezuinigingen en het heffen van belasting, terwijl het eerder zou moeten hervormen en investeren. Er zijn in de Verenigde Staten rigoureuze ingrepen nodig in het fiscale stelsel, de sociale zekerheid, infrastructuur, het immigratie- en het onderwijsbeleid. Helaas schuift het gepolariseerde en vaak verlamde Washington de problemen voor zich uit. Daardoor wordt een oplossing alleen maar moeilijker en kostbaarder. De Amerikaanse economie is nog even dynamisch als altijd. Maar de vraag is of het politieke systeem in de Verenigde Staten de veranderingen zal kunnen doorvoeren die nodig zijn om dat succes te bewaren onder druk van een toenemende wereldwijde concurrentie en snelle technologische ontwikkelingen. Met andere woorden: is de huidige impasse wel een crisis van de democratie? Het Amerikaanse volk denkt in ieder geval van wel. Volgens de peilingen van American National Election Studies was in 1964 nog 76 procent het eens met de stelling dat ‘je ervan uit kunt gaan dat de regering in Washington vrijwel altijd of meestal de juiste keuzes maakt’. Eind jaren zeventig was dat cijfer gedaald tot onder de 50 procent, in 2008 was het 30 procent en in januari 2010 nog maar 19 procent. Commentatoren beschrijven de uitdagingen waar we momenteel voor staan graag in onnodig apocalyptische termen. Wellicht zullen ook deze problemen wel weer verdwijnen, zal het Westen zich er opnieuw doorheen weten te slaan, tot
er een nieuwe berg aan problemen opdoemt. Maar wie weet is de zwartgalligheid ook niet helemaal onterecht. In die optiek is de crisis van de democratie altijd blijven sluimeren, werd zij alleen verhuld door wat lapmiddelen en een flinke dosis geluk. Nu zijn de problemen verergerd, terwijl de Amerikaanse democratie nog slechter functioneert en minder gezag uitstraalt dan voorheen. Tegelijk heeft het land op het wereldtoneel minder te betekenen. Misschien hebben de pessimisten het goed gezien.
Magie nodig
De Amerikanen hebben in tal van peilingen aangegeven wat ze graag zouden zien: lage belastingen en een zorgzame overheid. Om aan beide wensen tegelijk te voldoen is magie nodig, en magie leek voorhanden te zijn in de vorm van goedkoop krediet. De landelijke overheid leende uitbundig, evenals alle andere overheden: staten, regio’s en gemeenten, en niet te vergeten de Amerikaanse burger zelf. Huishoudens zagen hun gezamenlijke schuld stijgen van 665 miljard dollar in 1974 tot 13 biljoen dollar nu. Aangedreven door goedkoop krediet steeg de consumptie in diezelfde periode en bleef onveranderd hoog. Andere welvarende landen volgden eenzelfde patroon. Het is de wereld op zijn kop. Er werd altijd gedacht dat ontwikkelingslanden noodzakelijkerwijs hoge schulden hadden omdat ze veel moeten lenen om hun snelle groei vanuit een laag inkomensniveau te financieren. Rijke landen, met een langzamere groei vanuit een hoger inkomensniveau, zouden lage schulden hebben en waren stabieler. Maar zie de
G20 van dit moment, een groep van de grootste en rijkste landen uit zowel de ontwikkelde als de zich ontwikkelende wereld. De gemiddelde verhouding tussen schulden en bruto nationaal product (BNP) van de ontwikkelingslanden is 35 procent, die van de rijke landen is drie keer zo hoog. In adviezen aan ontwikkelingslanden bepleiten westerse regeringen en internationale organisaties vrijwel altijd structurele hervormingen. Het doel daarbij is om bepaalde economische sectoren open te stellen voor concurrentie, arbeidskrachten vrijelijk tussen banen te laten bewegen, verspillende en marktverstorende overheidssubsidies stop te zetten en overheidsuitgaven vooral te gebruiken om de groei te stimuleren. Maar bij het oplossen van hun eigen problemen schrikken Westerse landen ervoor terug dit recept op zichzelf toe te passen. Hoe belangrijk het doorvoeren van hervormingen ook is, het doen van investeringen is nog belangrijker. Het World Economic Forum (WEF) geeft de Verenigde Staten in een jaarlijkse vergelijking van het concurrentievermogen van landen steevast een slechte beoordeling op het vlak van belastingwetgeving en regelgeving. Zo stond het land bijvoorbeeld op nummer 76 in de rangorde van ‘lasten van overheidsregulering’. Toch blijft ondanks die gecompliceerdheid de Amerikaanse economie een van de
Qua investeringen in menselijk en fysiek kapitaal zijn de Verenigde Staten daarentegen dramatisch gezakt op de ranglijst. Het WEF zette de Amerikaanse infrastructuur tien jaar geleden nog op een vijfde plek, maar momenteel staat deze op plaats 25 en daalt nog gestaag. Het land had altijd het hoogste percentage afgestudeerden ter wereld, maar staat nu op 14. Het overheidsbudget voor onderzoek en ontwikkeling als percentage van het BNP is nog maar half zo hoog als het was in 1960, terwijl dat van landen als China, Singapore en Zuid-Korea groeit. Het systeem van openbare universiteiten in de Verenigde Staten – ooit het kroonjuweel van het Amerikaanse onderwijssysteem – wordt uitgehold door bezuinigingen. De problematiek van hervorming en investering zien we terug bij de infrastructuur. De American Society of Civil Engineers gaf de infrastructuur van het land in 2009 een rapportcijfer D [een 5]. Het berekende dat herstel en vernieuwing in totaal twee biljoen dollar zou gaan kosten. Het genoemde cijfer is misschien wat overdreven (de beroepsgroep heeft een sterk belang in de kwestie), maar alle studies tonen aan wat iedere reiziger al had gemerkt: de Verenigde Staten raken hopeloos achterop. Daarbij gaat het maar voor een deel om verkruimelende bruggen en wegen: er is veel meer mis. Het luchtverkeersleidingssysteem van het land is verouderd en moet voor 25 miljoen dollar up-to-date worden gemaakt. Het elektriciteitsnet is antiek en valt zo vaak uit dat veel huishoudens een generator aanschaffen, een klassiek statussymbool in ontwikkelings-
Qua investeringen in menselijk en fysiek kapitaal zijn de Verenigde Staten dramatisch gezakt op de ranglijst
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 33
De Amerikaas.indd 33
26-03-13 12:03
de amerika’s
verenigde staten
naar slechts 47 miljoen aan het einde van deze eeuw. Europa volgt daar vlak achter, waarbij voor met name Italië en Duitsland een bijna even scherpe teruggang als voor Japan voorspeld wordt. De Verenigde Staten vormen eigenlijk de enige uitzondering op deze trend: het is het enige rijke industrieland waar de bevolking niet terugloopt. Door immigratie en een iets hoger vruchtbaarheidscijfer wordt een bevolkingstoename voorspeld tot 423 miljoen in 2050 (nu 316 miljoen). Duitsland zal daarentegen een daling laten zien tot 72 miljoen (nu 82 miljoen). Die gunstige demografische ontwikkeling van de Verenigde Staten wordt echter weer tenietgedaan door de dure collectieve voorzieningen, met name de gezondheidszorg.
Belastingen omhoog
De National Debt Clock op Times Square in New York heeft de regering niet tot spaarzaamheid gedwongen. – © Joshua Lott / Reuters
landen. Het drinkwater wordt rondgepompt in een systeem van roestige, lekkende pijpen. De mobieletelefoonen breedbandnetwerken zijn vergeleken bij andere welvarende landen te langzaam. Door dit alles blijft de groei achter. En hoe langer de broodnodige reparaties uitblijven, hoe duurder het wordt, zoals altijd wanneer onderhoud te lang wordt uitgesteld. Geld uitgeven aan onderhoud geeft overigens nog geen garanties. Zonder een zorgvuldige planning en controle kunnen de doelmatigheid en effectiviteit belabberd zijn. Politieke overwegingen bepalen aan welke infrastructurele werken het Congres gelden toekent – hoe noodzakelijk ze zijn en of we waar voor ons geld krijgen is bijzaak.
De meest elegante oplossing zou zijn om een nationale bank te stichten voor de infrastructuur, die deels drijft op overheidsgeld en deels op privékapitaal. Zo’n bank zou verspilling en overbodigheid kunnen minimaliseren, omdat projecten door technocraten op hun doelmatigheid worden beoordeeld en niet door politici op hun publiciteitswaarde. Dit idee leidt uiteraard een kwijnend bestaan in het Congres, ondanks de steun van prominenten uit zowel het Republikeinse als het Democratische kamp. Iets dergelijks is er aan de hand bij de financiële hervormingen: het probleem is niet het tekort aan ideeën of de technische haalbaarheid, maar de politiek. Politici in de commissies die een wirwar aan ineffectieve overheidsdiensten moeten controleren, zijn vooral bezig om bij de financiële industrie geld voor hun eigen campagnes los te peuteren. Het systeem lijkt zo langzamerhand meer op een mechanisme voor het spekken van
Het probleem is niet het tekort aan ideeën of de technische haalbaarheid, maar de politiek
campagnekassen dan op een instrument voor financiële waakzaamheid. Alle rijke industrielanden hebben zo hun zwakten, maar ze hebben zeker ook behoorlijk sterke kanten. Ze zijn echter onherroepelijk op een punt in hun ontwikkeling gekomen waarop achterhaalde structuren, beleidsvormen en gewoonten moeten worden veranderd of opgegeven. Het probleem van het huidige beleid, zoals de econoom Mancur Olson heeft laten zien, is dat het belangengroepen bevoordeelt, die dus angstvallig de status-quo trachten te handhaven. Om werkelijk te hervormen moet de regering het nationaal belang boven zulk provincialisme stellen. Maar dat is lastig in een democratie. Op een paar uitzonderingen na hebben de rijke industrielanden de laatste decennia besteed aan het beheersbaar houden of het negeren van hun problemen, in plaats van ze het hoofd te bieden. Binnenkort zal dat geen optie meer zijn, omdat er boven op de crisis van de democratie een crisis van de demografie aan zit te komen. De welvarende industriële wereld veroudert in een ongekend hoog tempo. Japan voert deze trend aan, met een voorspelde krimp van de bevolking van 127 miljoen mensen op dit moment
Al zijn zulke programma’s zeer wenselijk, ze zijn op hun huidige niveau niet te betalen: ze slokken meer dan de helft van de begroting van de nationale overheid op. In This Time Is Different, een minutieuze analyse van financiële crises, betogen de economen Carmen Reinhart en Kenneth Rogoff dat landen met een verhouding tussen schulden en BNP van boven de 90 procent het maar zelden lukt om blijvende groei en stabiliteit te vertonen. Als er geen wijzigingen komen in het huidige stelsel van collectieve voorzieningen, met name op het gebied van zorg, is het maar zeer de vraag of de Verenigde Staten de verhouding onder die grens zullen kunnen houden. Dat betekent twee dingen. Enerzijds moet rechts Amerika onder ogen zien dat de belastingen de komende decennia omhoog moeten. Anderzijds moet links onderkennen dat er zonder hervormingen weinig over zal schieten van hogere belastinginkomsten als de zorg en de sociale zekerheid eenmaal betaald zijn. De almaar stijgende kosten voor zorg en sociale zekerheid zijn hard op weg om alle andere overheidsuitgaven te verdringen, inclusief die voor defensie en de broodnodige investeringen in een hernieuwde economische opleving. Zoals het nu gaat begint de Amerikaanse overheid, zoals de journalist Ezra Klein het treffend verwoordde, steeds meer te lijken op een verzekeringsmaatschappij met een leger. En zelfs dat leger zal binnenkort moeten inkrimpen. Het op orde brengen van de begroting, zodat er ruimte ontstaat om in de toekomst van het land te investeren, is de grote uitdaging van het moment. En al kreeg men in de voorbije campagne voor het presidentschap soms niet die indruk, het is een uitdaging waar beide
pagina 34 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
De Amerikaas.indd 34
26-03-13 12:03
de amerika’s
verenigde staten
De electriciteit valt in Amerika zo vaak uit dat veel huishoudens een generator aanschaffen
partijen voor staan. De politiek econoom Nicholas Eberstadt heeft erop gewezen dat onder Republikeinse presidenten de uitgaven aan collectieve voorzieningen sneller zijn gestegen dan onder Democratische. Uit een onderzoek van The New York Times in 2012 bleek dat tweederde van de districten die landelijk het zwaarst op sociale zekerheid leunden, overwegend Republikeins waren. Zelfs in een gunstig klimaat zouden hervormingen en investeringen knap lastig zijn, maar met de aanhoudend sombere situatie in de wereld is de opgave nog zwaarder en bovendien urgenter. Eenvoudige fabricage kan door de technologische vooruitgang en globalisering tegenwoordig overal
gebeuren. Amerikanen zullen nooit kunnen concurreren met arbeiders uit landen als China en India, waar de lonen tien keer zo laag liggen als hier. Dat betekent dat Amerika geen andere keuze heeft dan een kwaliteitssprong te maken. Daarbij zal het land moeten inzetten op hooggekwalificeerd personeel, een uitstekende infrastructuur, brede scholingsprogramma’s en een absolute plaats in de voorhoede op het gebied van wetenschap en technologie – allemaal dingen die zonder aanzienlijke investeringen niet te verwezenlijken zijn. Voor elke dollar die zij besteedt aan jongeren onder de 18 jaar spendeert de regering van de Verenigde Staten momenteel 4 dollar aan 65-plussers. Dat is in zekere zin een directe weerspiegeling van democratische machtspolitiek: senioren stemmen, minderjarigen niet. Maar het drukt ook uit dat het land het heden schijnbaar belangrijker vindt dan de toekomst.
Uitdagingen van vandaag
Samuel Huntington zei altijd dat het voor een land belangrijk is om zich zorgen te maken over verval, want alleen dan kan het de veranderingen doorvoeren die nodig zijn om sombere
voorspellingen te ontkrachten. Zonder de angst voor de Spoetnik zouden de Verenigde Staten nooit een wetenschappelijk establishment hebben opgetuigd, NASA van middelen hebben voorzien en naar de maan zijn gereisd. Misschien komen ook de antwoorden op de uitdagingen van vandaag eraan. Misschien zal Washington de wilskracht tonen om in de komende jaren ingrijpende en verregaande beleidsinitiatieven te ontwikkelen, zodat het land de weg terugvindt naar een glanzende, solvente toekomst. Maar hoop is nog geen plan, en we moeten vaststellen dat zo’n uitkomst momenteel niet erg waarschijnlijk lijkt. Het land zal heus niet ten onder gaan als zulke maatregelen uitblijven. Feit is dat het liberaal-democratisch kapitalisme het enige systeem is met genoeg flexibiliteit en legitimiteit om het in de moderne wereld op termijn vol te houden. Als er in de komende decennia al regimes gaan vallen, zijn het de autoritaire, zoals het Chinese regime (alhoewel dat laatste onwaarschijnlijk is). Maar er is geen enkele reden waarom een eventuele ontsporing van China’s opkomst ook maar één van de vele problemen zal oplossen waar de Verenigde Staten voor staan. Eerder zou zoiets het probleem nog verergeren, als de
wereldeconomie daardoor langzamer zou groeien dan verwacht. Westerse economieën riskeren niet de dood, maar verkalking. De reusachtige opgaven waar ze voor staan – begrotingstekorten, politieke verlamming, demografische stress – wijzen in de richting van een afnemende groei, niet op ineenstorting. Rustig voortmodderen in deze crisis leidt ertoe dat deze landen weliswaar rijk zullen blijven maar ook zullen afzakken naar een plek in de marge op het wereldtoneel. Geruzie over de verdeling van een steeds kleinere koek zal misschien tot wat politieke strubbelingen leiden, maar eindigt met berusting in een minder vitale, interessante en productieve toekomst. Fareed Zakaria
Fareed Zakaria is verbonden aan Time en heeft zijn eigen programma op CNN. Geldt als een van Amerika’s belangrijkste opiniemakers.
‘We vonden onze zoon in de metro’ The New York Times – New York
Hoe de vondst van een één dag oude baby in de metro van New York, plus een magistraal voorgevoel, het leven van twee mannen ingrijpend veranderde. En verrijkte.
H
et verhaal achter het trouwen van Danny en mij, afgelopen juli in een rechtszaal in Manhattan, begon twaalf jaar geleden in een donker, vochtig metrostation. Die dag belde Danny me opgewonden op. ‘Ik heb een baby gevonden!’ riep hij. ‘Ik heb 911 gebeld, maar volgens mij geloofden ze me niet. Er komt niemand. Ik wil de baby niet alleen achterlaten. Kom hierheen en houd een politiewagen aan of zoiets.’ Van nature is Danny een opvallend rustig iemand, dus toen ik zijn hart haast door de telefoon voelde kloppen, wist ik dat ik geen tijd te verliezen had. Toen ik bij de metro-uitgang A/C/E op 8th Avenue aankwam, stond Danny daar nog steeds op hulp te wachten. De baby, die was achtergelaten in een hoekje achter de tourniquets, was lichtgetint en heel rustig, waarschijnlijk een dag oud en was gewikkeld
in een reusachtig zwart sweatshirt. In de weken daarop, nadat de familierechtbank zich had ontfermd over ‘Baby ACE’ zoals hij werd genoemd, vertelde Danny het verhaal steeds weer, eerst aan lokale tv-zenders, toen aan familie, vrienden, collega’s en kennissen. Het verhaal verspreidde zich als een stadsmythe: je raadt nooit wat de collega van een neef van mijn vriend in een metrostation heeft gevonden. Wat geen van ons tweeën wist, of had kunnen voorspellen, was dat Danny niet alleen een kind dat in de steek was gelaten had gevonden, maar ook onze zoon. Drie maanden later moest Danny voor de familierechter verschijnen om verslag te doen van zijn vondst. Plotseling vroeg de rechter: ‘Zou u de baby soms willen adopteren?’ Die vraag verbijsterde iedereen in de rechtszaal, iedereen behalve Danny, die simpelweg ‘Ja’ zei. ‘Al weet ik dat zoiets nogal ingewikkeld is’, zei hij.
‘Ach, het kan ook makkelijk’, verzekerde de rechter hem en ze vaardigde orders uit om de procedure in gang te zetten waardoor hij, en dus ook ik, de toekomstige ouder werd. Toen ik het hoorde, was mijn eerste reactie: ‘Ben je gek geworden? Hoe kon je nu ja zeggen zonder eerst met mij te overleggen?’ Op zich een logische reactie, maar niet bepaald sympathiek. In de drie jaar dat we samen waren, hadden we het nooit over het adopteren van een kind gehad. Waarom zouden we ook? Onze levens waren niet ingesteld op het opvoeden van kinderen. Ik was een ambitieuze toneelschrijver met een administratief parttimebaantje en Danny was een gerespecteerd maar waanzinnig onderbetaalde maatschappelijk werker. Achter een schot in onze woonkamer woonde nog iemand bij ons in, zodat we gezamenlijk de huur konden opbrengen.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 35
De Amerikaas.indd 35
26-03-13 12:03
de amerika’s
Maar los van onze financiële en logistieke omstandigheden wisten we hoe groot de problemen waren waar homoparen die een kind willen tegenaan lopen. Danny mocht dan een toonbeeld van geduld en altruïsme zijn, ik was dat niet. Ik wist niet hoe ik een luier moest verschonen, laat staan een kind opvoeden. Maar nu had het lot ons min of meer een baby in de schoot geworpen. Hoe konden we dat weigeren? Toen uiteindelijk mijn hart het van mijn angst had gewonnen, was ik ervan overtuigd dat ik het ouderschap wel aankon. Begin december regelde een maatschappelijk werker voor ons een afspraak om het kind op te zoeken in zijn pleeggezin. Eerst hield Danny het hulpeloze baby’tje vast en toen legde hij hem in mijn armen. Om me tegen toekomstig verdriet in te dekken, had mezelf wijsgemaakt dat ik niet onomkeerbaar gehecht kon en zou raken aan het kind. Ik vertrouwde het systeem niet en wist zeker dat er nog allerlei obstakels zouden opdoemen. Maar toen de baby naar mij opkeek, met oogjes vol onschuld en hoop, was ik net als Danny helemaal verkocht. De maatschappelijk werker zei dat de procedure, waar onder meer een uitgebreid onderzoek naar onze situatie en een ouderschapscursus deel van uitmaakten, zo’n negen maanden in beslag zou nemen. We zouden ruim de tijd hebben om onze levens en onze woonsituatie aan te passen aan de komst van een baby. Maar toen we een week later voor de rechter stonden om officieel onze adoptiewens kenbaar te maken, vroeg ze: ‘Willen jullie hem met de feestdagen al hebben?’ Welke feestdag? Memorial Day? Labor Day? Kerstmis kon ze niet bedoelen,
verenigde staten
want dat was al over een paar dagen. En toch zeiden we weer ja, en nu allebei. De rechter grijnsde en gelastte de overdracht van de baby onder onze hoede. Onze periode van negen maanden voorbereiding was ingedikt tot een kleine 36 uur. We kregen een baby met Kerst. Daarna waren we een jaar lang pleegouder, terwijl onze maatschappelijk werker toezicht hield op ons en het welzijn van de baby. In die periode hebben we ons vaak afgevraagd wat de rechter had bezield. Wist ze dat Danny maatschappelijk werker was en dacht ze daarom dat hij wel een goede ouder zou zijn? Zou ze hem ook hebben gevraagd of hij zou willen adopteren als ze had geweten dat hij homo was en een relatie had? Toen ze op de laatste zitting de officiële adoptiepapieren had getekend, stak ik mijn hand op en vroeg: ‘Edelachtbare, we hebben ons vaak afgevraagd waarom u aan Danny vroeg of hij de baby wilde adopteren.’ ‘Een voorgevoel’, zei ze alleen. ‘Ik heb me toch niet vergist?’ En toen stond ze op, feliciteerde ons en verliet de rechtszaal.
Trouwen
En zo is het gebleven. Baby ACE werd Kevin en groeide van baby uit tot een grote jongen. Er veranderde pas iets in 2011, toen de staat New York het mogelijk maakte dat Danny en ik voor de wet konden trouwen. ‘Maar dan vragen jullie toch die rechter die mijn adoptie heeft geregeld om pap en jou te trouwen?’ opperde Kevin op een ochtend terwijl we naar zijn school liepen. ‘Wat een goed idee’, zei ik. ‘Zou je haar wel willen ontmoeten?’ ‘Tuurlijk. Denk je dat ze nog weet wie ik ben?’ ‘Er is maar één manier om daarachter te komen.’ Nadat ik Kevin had afgezet, stelde ik een verzoekschrift op en stuurde dat naar het algemene e-mailadres van de familierechtbank van Manhattan. Enkele uren later belde al iemand van de rechtbank om te zeggen dat de rechter zich ons natuurlijk nog herinnerde en het een geweldig idee vond om ons te trouwen. We hoefden alleen maar een dag en een tijdstip te bepalen. Toen we ons voor het eerst na meer
Onze periode van negen maanden voorbereiding was ingedikt tot een kleine 36 uur. We kregen een baby met Kerst
dan tien jaar weer in de familierechtbank waagden, kon ik me best voorstellen dat de rechter misschien wel zenuwachtig zou zijn om oog in oog te komen staan met de resultaten van een van haar plaatsingsbesluiten – stel dat Kevin niet gelukkig was en liever andere ouders had gehad? Kevin was ook zenuwachtig. Toen hij nog een peuter was, hadden Danny en ik een boekje voor hem gemaakt waarin we schreven hoe we een gezin waren geworden en daar stond ook een plaatje van een rechter bij, met een hamer in haar hand. Eén personage uit dat boekje zou zo meteen als een mens van vlees en bloed uit het papier tevoorschijn komen. Stel dat ze het niet leuk vond zoals hij was geworden. Kevin wilde haar een hand geven. ‘Mag ik je omhelzen?’ vroeg ze. Toen ze elkaar weer loslieten, vroeg de rechter Kevin naar zijn school, zijn interesses, hobby’s en vrienden, en vertelde hoe ontzettend leuk ze het vond dat wij er waren.
Toen ons na een tijd het doel van ons bezoek weer te binnen schoot, en Danny en ik klaar gingen staan om onze geloften af te leggen, dacht ik aan de onmogelijke situatie vanwaaruit we dit hadden bereikt. Eigenlijk zouden we daar helemaal niet kunnen staan: twee mannen, en een zoon naast ons die we nooit hadden durven wensen, werden nu getrouwd door een vrouw die ons leven ingrijpender had veranderd en verrijkt dan ze zich ooit zou realiseren. Maar hier stonden we, dankzij een toevallige vondst en een rechterlijk voorgevoel. Peter Mercurio
De auteur is toneelschrijver en scenarist. Zijn meest recente productie heet Found (a True Story).
Maar nu had het lot ons min of meer een baby in de schoot geworpen. Hoe konden we dat weigeren? Danny met Kevin bij de ingang van het metrostation waar hij werd gevonden © Parents Magazine 2004
pagina 36 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
De Amerikaas.indd 36
26-03-13 12:03
azië
filipijnen
Aquino III symbool voor voortbestaan politieke dynastieën Philippine Daily Inquirer – Makati
Een geweldloze revolutie verdreef in 1986 de Filipijnse dictator Ferdinand Marcos. Maar het volk is daar weinig mee opgeschoten, zo blijkt ruim een kwart eeuw later. Nog steeds heersen de rijke families.
D
e regering van de Filipijnen is vandaag, 27 jaar na de val van dictator Ferdinand Marcos en de terugkeer van de democratie, in handen van de zoon van wijlen oudpresident Cory Aquino, nazaat van de welvarendste politieke dynastie van het land. De familie Cojuangco-Aquino is eigenaar van Hacienda Luisita, een van de grootste landgoederen in de Filipijnen.
De meeste nieuwe politici komen uit oude politieke families De zogenaamde People Power-revolutie – ook wel Edsa-revolutie genaamd [naar de Epifanio de los Santos Avenue, een grote straat in de hoofdstad Manilla waar in die dagen veel demonstraties werden gehouden] – werd gesteund door een drietal maatschappelijke groeperingen: de katholieke kerk, landeigenaren en een deel van het leger dat in opstand kwam tegen Marcos. Maar die drie-eenheid is vandaag de dag
verdeeld door kwesties als de wijdverspreide armoede en de grote kloof tussen arm en rijk. Sinds Cory Aquino de macht overnam van een corrupt en roofzuchtig regime is er weinig veranderd in de verdeling van de welvaart. Toen Aquino op 25 februari 1986 de eed aflegde in Club Filipino [een enclave voor de bevoordeelde klasse in San Juan City], stond ze tussen leden van de oude politieke garde die door Marcos was ontmanteld. En het leger, dat lang loyaal was geweest aan de dictatuur, was van kamp gewisseld. Ik was geschokt om te zien dat er oude gezichten stonden tussen de nieuwe politieke orde. Op 26 februari schreef ik in The Manila Times, een krant die verboden was tijdens de dictatuur: ‘Deze zogenaamde volksbeweging komt voort uit het imperiale Manilla. Het is een beweging van de elite – een elite die vanuit een onuitstaanbaar snobisme de provincialen buitensluit en het bestaan van de zwoegende massa op het platteland negeert. Het is teleurstellend te zien dat niemand de lagere klassen vertegenwoordigt. De meeste nieuwe politici komen uit oude politieke fami-
President Benigno Aquino III (‘Noynoy’) naast een portret van zijn moeder, Corazon Aquino. © Aaron Favila / Reuters
lies en hebben daar hun positie aan te danken. De nieuwe stroming die schreeuwt om erkenning is onzichtbaar in de elite van Club Filipino.’ Het regime dat Marcos opvolgde, heeft verschillende staatsgrepen overleefd, maar de problemen van vandaag zouden wel eens fataal kunnen worden. De oude bondgenoten uit de revolutie – de kerk en de voormalige aanhang van Cory Aquino – zijn het oneens over nieuwe maatschappelijke kwesties zoals een wet die een betere beschikbaarheid van contraceptie en seksuele voorlichting voorstaat. De katholieke kerk, die daar mordicus tegen is, heeft weer kritiek op de manier waarop de regering omgaat met armoede en hoe zij economische groei wil bevorderen zonder eerst banen te scheppen. De zevenentwintigste verjaardag van de revolutie valt drie maanden voor de verkiezingen, op 13 mei. En het ideaal van People Power, bestrijding van armoede en een eerlijke verdeling van de welvaart, heeft gezien de verschillen tussen de kerk en de regering zijn charisma verloren. Edsa zou het volk aan de macht brengen, het politieke systeem democratischer maken en hervormingen doorvoeren. Het was een beweging voor vrijheid en een protest tegen schendingen van mensen- en politieke
De familie Aquino ligt onder vuur over de vraag of zij wel hervormingen wil doorvoeren rechten. Maar de verjaardag ervan wordt gedomineerd door economische en maatschappelijke kwesties, en door een handjevol families die ervan worden beschuldigd de politieke en voor hen lucratieve dynastieën in stand te houden. De familie van president Aquino ligt onder vuur over de vraag of zij wel hervormingen wil doorvoeren. De sociale klasse waartoe de familie behoort heeft flink verdiend aan een economische groei die verder geen banen oplevert of armoede bestrijdt. Nu, 27 jaar na de revolutie, is het nog altijd een nazaat van de oligarchie die president is. Aquino staat symbool voor het voortbestaan van de politieke dynastieën en de oligarchie van de grootgrondbezitters. Amando Doronila
CHRONOLOGIE 1965 Ferdinand Marcos wordt gekozen als president. 1972 Marcos weet geen derde termijn in de wacht te slepen en kondigt een staat van beleg af, om op die manier toch aan de macht te blijven. 21 augustus 1983 Oppositieleider Ninoy Aquino, de vader van de huidige president, keert uit vrijwillige ballingschap terug naar Manilla, maar wordt doodgeschoten wanneer hij het vliegtuig verlaat. 7 februari 1986 Er worden vervroegde verkiezingen uitgeschreven nadat Marcos is gezwicht onder de druk
van Washington en van een steeds sterker wordende oppositie. Marcos wordt uitgeroepen tot winnaar, ten koste van Cory Aquino, de weduwe van Ninoy. Steeds meer mensen roepen dat er is gefraudeerd. De spanning stijgt. 22 februari 1986 Er wordt een staatsgreep gepleegd, maar die mislukt. Marcos verliest de steun van de kerk en van een deel van het leger. Een massa mensen komt bijeen op de Epifanio de los Santos Avenue (Edsa), een van de grote verkeersaders van de hoofdstad
en de toekomstige naamgever van de revolutie. 25 februari 1986 Marcos ontvlucht het land en krijgt asiel in de VS (op Hawaï). Cory Aquino wordt president. 2001 President Estrada wordt afgezet door een nieuwe volksopstand, ‘Edsa II’. 2010 Benigno Aquino III wordt verkozen tot president. Hij is immens populair sinds het overlijden van zijn moeder Cory in 2009. Tegelijkertijd doen zowel de weduwe als de zoon van Marcos hun intrede in het parlement.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 37
Azie.indd 37
26-03-13 12:04
midden-oosten
irak
Irak, tien jaar later: van dictatuur naar kleptocratie The Independent – Londen
Tien jaar nadat George W. Bush er op zoek ging naar de onvindbare weapons of mass destruction van Saddam
Hoessein, heeft in Irak de dictatuur plaatsgemaakt voor een regime dat tot op het bot corrupt is.
I
rakezen zijn niet naïef. De ervaringen van de afgelopen vijftig jaar hebben velen ertoe gebracht om welke leider van hun land dan ook ervan te verdenken hebzuchtig, wreed en incompetent te zijn, en louter gespitst op eigenbelang. Tien jaar geleden hoopten sommigen nog dat de Irakezen zouden kunnen ontsnappen aan het leven in een permanente noodtoestand, toen de Verenigde Staten en GrootBrittannië zich opmaakten voor de omverwerping van het bewind van Saddam Hoessein. Anderen waren op hun hoede voor Irakezen die in het spoor van de Amerikanen uit het buitenland terugkeerden met de belofte dat zij een nieuw land zouden opbouwen.
Voorspelling
Een paar maanden voor de invasie deed een Iraakse ambtenaar, die ik in Bagdad in het geheim sprak, een weinig hoopgevende voorspelling: ‘De Irakezen in ballingschap zijn exacte replica’s van degenen die ons momenteel regeren, met als enig verschil dat de laatstgenoemden al verzadigd zijn, omdat ze ons al dertig jaar beroven. Degenen die de Amerikaanse troepen vergezellen, zullen nog hongerig als wolven zijn.’ Veel Irakezen die na de Amerikaanse invasie naar Irak terugkeerden, waren mensen met hoge morele principes die als opponenten van Saddam Hoessein offers hadden moeten brengen. Maar nu we tien jaar verder zijn, blijkt maar al te zeer dat een groot deel van de voorspelling van de anonieme ambtenaar over de hebzucht van de nieuwe machthebbers in Irak is uitgekomen. Zoals een voormalige minister zegt:
‘De Iraakse regering is een geïnstitutionaliseerde kleptocratie.’ Het is een standpunt dat door veel Irakezen in de zakenwereld van Bagdad wordt gedeeld. De vastgoedprijzen in de hoofdstad zijn torenhoog, en toch zijn er veel kopers. Ik vroeg AbdukKarim Ali, een vastgoedmakelaar, wie al dat geld voor al die huizen willen neertellen. Hij antwoordde met een lachje dat er beleggers uit Koerdistan en Bahrein tussen zitten, maar dat de meeste kopers met wie hij te maken krijgt ‘dieven uit 2003’ zijn, ‘die al het geld naar zich toe hebben geschoven’. ‘Wie zijn dat?’ vroeg ik. Ali: ‘Regeringsfunctionarissen. Ze kopen de beste objecten voor zichzelf.’ ‘De corruptie is ongelooflijk’, zegt Ghassan al-Atiyyah, een politiek wetenschapper en activist. ‘Je kunt geen baan in het leger of de regering krijgen tenzij je ervoor betaalt. Je kunt niet eens uit de gevangenis komen tenzij je ervoor betaalt. Misschien wil een rechter je wel vrijlaten, maar je moet betalen voor het papierwerk, anders moet je blijven zitten. Zelfs als je op vrije voeten komt, kun je weer door een agent worden opgepakt die 10.000 tot 50.000 dollar voor zijn baan heeft betaald en dat geld moet zien terug te verdienen.’ In deze Iraakse versie van Catch 22 is alles te koop. Een voormalige gevangene zegt dat hij zijn bewakers per keer 100 dollar moest betalen om te mogen douchen. Gangsterpraktijken zijn de norm: een ondernemer bouwde zijn huis boven op een ondergrondse oliepijpleiding, boorde een gat in de vloer en sluisde grote hoeveelheden brandstof weg. De corruptie bemoeilijkt en vergiftigt
het dagelijks leven van de Irakezen, vooral van degenen die zich al deze betalingen niet kunnen veroorloven. Maar de onophoudelijke vraag om smeergeld verzwakt de staat of de economie op zichzelf niet. De zeer autonome Regionale Overheid van Koerdistan in het noorden van het land wordt bijzonder corrupt geacht, maar de economie bloeit er en het economisch beheer wordt aangeprezen als model voor het hele land.
Politieke controle
Schadelijker voor Irak is de grootscheepse diefstal van publieke middelen. Ondanks het feit dat er tientallen miljarden dollars worden uitgegeven, is er een voortdurend tekort aan elektriciteit en andere noodzakelijke levensbehoeften. Weinig Irakezen betreuren de val van Saddam, maar velen herinneren zich dat na de verwoestende Amerikaanse luchtaanvallen op de infrastructuur in 1991, tijdens de Eerste Golfoorlog, de elektriciteitscentrales snel werden opgelapt met louter Iraakse middelen. Er schuilt meer achter de corruptie dan het stelen van olie-inkomsten door een criminele kaste van politici en ambtenaren. Critici van Nouri al-Maliki, sinds 2006 de premier van het land, zeggen dat diens methode van politieke controle bestaat uit het gunnen van contracten aan aanhangers en aan weifelende vrienden of tegenstanders
die hij voor zich wil winnen. Maar daar is niet alles mee gezegd. Degenen die van zijn gulheid profiteren, ‘dreigen vervolgens aan de kaak te worden gesteld als ze niet doen wat hij zegt’, stelt een Iraakse waarnemer. Zelfs degenen die geen overheidscontracten in de wacht hebben gesleept, weten dat ze door anti-corruptieorganen op de korrel kunnen worden genomen. ‘Al-Maliki heeft dossiers over al zijn vijanden, zoals het vroegere hoofd van de Amerikaanse FBI, J. Edgar Hoover, die over zijn vijanden had’, zegt de waarnemer. De nieuwe elite die van het systeem profiteert, leidt een geheimzinnig bestaan, verscholen achter de verdedigingswal van de Green Zone of rijdend in gewapende konvooien door de straten van Bagdad. In Erbil in Koerdistan zeggen zakenmensen dat de huizenmarkt deels overeind wordt gehouden door witwaspraktijken van beleggers uit Bagdad. ‘Ze komen hier met koffers vol dinars’, zegt een van hen. Er worden veel mensen gekidnapt, dus niemand
Gangsterpraktijken zijn de norm wil de aandacht op zichzelf vestigen door met zijn rijkdom te koop te lopen. Zo zegt Ali, de vastgoedmakelaar: ‘Ik rijd in een goedkope auto, zodat de mensen niet zien dat ik geld heb.’ Patrick Cockburn
‘Je kunt geen baan in het leger of de regering krijgen tenzij je ervoor betaalt’ © El Roto – El País, Madrid
pagina 38 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Midden Oosten.indd 38
26-03-13 12:05
midden-oosten
turkije
Greep van religie op Turkse maatschappij wordt onrustbarend Milliyet – Istanboel
In Turkije bedraagt de begroting voor cultuur 780 miljoen euro, maar die voor religie bijna twee miljard. Er zijn tweemaal zoveel imams in dienst van de overheid als artsen. Er zijn nog evenveel basisscholen als tien jaar geleden (32.000), maar het aantal moskeeën is gestegen van 76.000 naar 93.000.
W
at is in principe de taak van een minister die verantwoordelijk is voor wetenschappelijk onderzoek? Normaal gesproken dient hij de juiste omstandigheden te scheppen waarin middelen kunnen worden vrijgemaakt voor het uitbreiden van wetenschappelijk onderzoek. In Turkije heeft deze minister echter openlijk kritiek geuit op de ‘darwinisten’ door te verklaren: ‘Wij moeten van Darwin geen geloof maken, want er is een verschil tussen religieus geloof en wetenschap. Iets is pas wetenschappelijk als je eraan kunt twijfelen. En een geloof veronderstelt dat er geen twijfel is.’ Je kunt het eens zijn met deze bewering, maar het probleem in het huidige Turkije is wel dat godsdienst het wetenschappelijk debat in de weg staat. Dat hebben we in maart 2009 gezien met het tijdschrift van de Raad voor wetenschappelijk en technisch onderzoek: het nummer dat aan Darwin was gewijd, werd opeens gecensureerd en degenen die Darwin tot coverstory hadden gebombardeerd, werden van hun functie ontheven. De religie is nu ook doorgedrongen tot de biologieboeken op school. Zou de minister die wetenschappelijk onderzoek in zijn portefeuille heeft daar geen actie tegen moeten ondernemen? Ja, natuurlijk. Maar in plaats van zich te verzetten tegen figuren die religie
Het probleem in het huidige Turkije is dat godsdienst het wetenschappelijk debat in de weg staat. Torenflats en de Mimar Sinan-moskee in Atasehir in Istanboel. © Murad Sezer / Reuters
voor wetenschap willen laten doorgaan, uit deze minister liever kritiek op degenen die wetenschap tot religie willen maken... Vijf jaar geleden heb ik de resultaten van een onderzoek gepubliceerd waaruit bleek dat ons land 1.200 ziekenhuizen, 67.000 scholen en 85.000 moskeeën telde. Terwijl de begroting van het ministerie van Cultuur momenteel 1,85 miljard Turkse lira [790 miljoen euro] bedraagt, en die van het ministerie van Handel en Industrie – waaronder ook wetenschappelijk onderzoek valt – één miljard euro, bedraagt de begroting van het directoraat Religieuze Zaken niet minder dan 1,97 miljard euro! Toen de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (AKP) na de verkiezingen van november 2002 aan de macht kwam, waren er 32.000 basisscholen in Turkije. Tien jaar later is dit aantal nog steeds gelijk. Het aantal moskeeën daarentegen is in diezelfde periode gestegen van 76.000 naar 93.000! In die tien jaar nam het aantal imams toe van 74.000 tot 128.000, en het directoraat Religieuze Zaken heeft zelfs aangekondigd dat er voor het eind van dit jaar 150.000 imams zullen zijn. Ondertussen is het aantal artsen dat in
ziekenhuizen werkt die onder het ministerie van Volksgezondheid vallen, in tien jaar tijd gestegen van 57.000 naar 73.000. Dit betekent dus dat de Turkse overheid twee keer zoveel imams als artsen in dienst heeft. Nog een laatste feit: het aantal theologische faculteiten steeg in tien jaar tijd van 27 naar 83 en is dus verdrievoudigd. Men zal wellicht zeggen dat dit normaal is, aangezien wij in een land leven waar de meerderheid van de bevolking moslim is. Dat mag dan zo zijn, maar in Iran, dat ongeveer evenveel inwoners heeft als Turkije, zijn er slechts 68.000 moskeeën, en in Egypte 67.000. Laten wij nu eens naar de burgerlijke samenleving kijken. Turkije telt zo’n 100.000 organisaties en verenigingen. Daaronder bevinden zich 863 organisaties ter bescherming van de burgerrechten, 308 studentenverenigingen, één vereniging van opera-artiesten en... 16.000 organisaties die verbonden zijn aan een moskee of een koranopleiding. Vermeldenswaard is verder dat er bijvoorbeeld in Duitsland 11.300 bibliotheken zijn, tegen 1.500 in Turkije. Deze cijfers brengen een duidelijke boodschap over: het probleem in Turkije is niet dat wetenschap verandert in
een religieus dogma, maar eerder dat er geen financiële middelen meer worden vrijgemaakt voor wetenschap, cultuur en gezondheidszorg. De afgelopen tien jaar vloeide het geld voornamelijk naar het directoraat Religieuze Zaken, de bouw van moskeeën en de opleiding van imams. Onder dergelijke omstandigheden verwachten wij van de minister die verantwoordelijk is voor wetenschappelijk onderzoek dat hij ons zelf laat beslissen in wie of wat wij moeten geloven. En wij verwachten vooral dat hij zich sterk maakt voor de wetenschap, ervoor zorgt dat het aantal bibliotheken toeneemt en dat hij wetenschappelijk onderzoek stimuleert. Can Dündar
Behalve commentator van het liberale dagblad Milliyet is Can Dündar (52) essayist en documentairemaker. In 2008 maakte hij Mustafa, een film over het leven van Atatürk.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 39
Midden Oosten.indd 39
26-03-13 12:05
afrika
kenia
Kenia wordt niet met westerse lijm en bemoeienis bij elkaar gehouden De verkiezingen begin maart hebben Kenia geen rust gebracht. Het Hooggerechtshof eist hertelling van de stemmen. En er ligt een dagvaarding van het Internationaal Strafhof tegen de winnaar, Uhuru Kenyatta, wegens midaden tegen de menselijkheid. Niets van aantrekken, betoogt de schrijver Binyavanga Wainaina.
The Guardian – Londen
U
huru Kenyatta is de nieuwgekozen president van Kenia. Samen met zijn running mate William Ruto heeft hij net iets meer dan 50 procent van de Kenianen ervan weten te overtuigen dat hun Jubileecoalitie uitzicht biedt op duurzame vrede in de Riftvallei. De kiezers beseffen dat maar al te goed en zijn zich terdege bewust van de impact van deze verkiezing. De internationale media hebben het niet begrepen. Voor de helft van de Kenianen, met name de Kikuyu’s en de Kalenjins, draaide deze verkiezingen om veiligheid. Niemand gelooft bijvoorbeeld dat het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) voldoende geloofwaardigheid bezit of voldoende invloed kan uitoefenen op de politieke realiteit van Kenia om daadwerkelijk een verschil te kunnen maken. We zijn geen Afrikaans CNN-land dat met westerse lijm, een dosis medelijden, bananen en paternalistische bemoeienis bij elkaar wordt gehouden. Drie jaar geleden waren we bijna gezwicht. Er waren bars in Kenia met de naam ‘Ocampo’. In Kisii stuitte ik
op een café dat ‘The Hague’ heette. Het idee van mondiale rechtvaardigheid was heroïsch. Luis Moreno-Ocampo, hoofdaanklager van het ICC, zou met internationale onderzoekers in uniform met parachutes naar beneden komen zeilen, de verdachten wegplukken, ze veroordelen, en alles zou goed komen. Wat naïef. Inmiddels is het een reële mogelijkheid dat geen van de strafzaken op iets uitloopt. We hebben de resultaten van het Internationaal Strafhof gezien, en dat stemt nogal sceptisch. Congo: een aanfluiting. Soedan: een nog grotere aanfluiting. Het ICC dook boven op ons toen we uitzonderlijk kwetsbaar waren – op een dieptepunt in onze geschiedenis. Maar zo te zien is het ICC tandeloos. Het lijkt vooral van zins de Keniaprocessen te gebruiken om zichzelf te rechtvaardigen als mondiale instelling van betekenis. We voelen er helemaal niets voor om mee te doen aan zo’n experiment. Natuurlijk zijn we bereid volledig mee te werken. We hebben ervoor gekozen en we moeten doorzetten. Maar ik (en velen met mij) laat me inmiddels weinig gelegen liggen aan de verdere afwikkelingen bij het ICC. Laat ze hun strafhof eerst eens fatsoenlijk opbouwen
We hebben de resultaten van het Internationaal Strafhof gezien. Congo: een aanfluiting. Soedan: een nog grotere aanfluiting
– en als het volgroeid is, mogen ze nog eens komen praten, als er een paar niet-Afrikanen zijn veroordeeld. Kenia is een echt land, met echte politiek. In de afgelopen vijf jaar zijn we ons er pijnlijk bewust van geworden dat onze dwalingen in 2007 en 2008 [toen bij geweld na verkiezingen bijna duizend Kenianen om het leven kwamen] onze medelevende en zorgzame ontwikkelingspartners ertoe hebben gebracht om Kenia te bombarderen tot bananenrepubliek. Onze eigen geschiedenis en de recente gebeurtenissen op dit continent hebben ons geleerd dat het ICC van alles is, onder andere de nieuwe missionaris die ons met een medelevende blik op het gelaat en een bijbel in de hand komt redden van onszelf. Vijfenveertig jaar lang, in goede en in slechte tijden, is Kenia stabiel gebleven, soms hortend en stotend, andere keren moeiteloos. De humanitaire crisis die losbarstte na de verkiezingen van 2007 was onbekend terrein, van het soort waarvoor elk land zich vroeg of laat gesteld ziet, een moment waarop je voortbestaan onzeker wordt. We legden onze naïviteit af, samen met de automatische veronderstelling dat we altijd voor ons bestaan en onze vitaliteit moeten vechten. We hebben ervan
geleerd, en we leren nog steeds. We zijn blij, heel erg blij in een multipolaire wereld te leven. Met onze bloeiende economie kunnen we nog meer samenwerkingsverbanden met nog meer landen aangaan.
Banden aanhalen
De dagen waarin een stel Europese ambassadeurs het Keniaanse volk met zoetgevooisde stem kwam vertellen wat we moesten doen en waarom, zijn voorbij. We zijn teleurgesteld, stoute jongens en meisjes. We kijken ernaar uit om onze banden met India aan te halen, om meer zaken te doen met China en Brazilië. We kijken ernaar uit om niet langer dat leuke safari- en strandland te zijn waartoe we ons zo lang hebben geleend. Het Westen kan ervan uitgaan dat een Uhuru-regering zich daadkrachtiger en minder inschikkelijk zal opstellen. Dat is een van de redenen dat Uhuru Kenyatta de verkiezingen heeft gewonnen. Hier geen Ivoorkustachtige toestanden, bedankt! Zie je wat er gebeurt met de landen die braaf doen wat hun wordt gezegd? Raila Odinga vecht de verkiezingsuitslag aan. Zijn partij stapt naar het Hooggerechtshof. Dat is geweldig
pagina 40 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Afrika.indd 40
26-03-13 12:08
afrika
kenia
Uhuru Kenyatta viert zijn overwinning na de verkiezingen in maart. – © Siegfried Modola / Reuters
We kijken ernaar uit niet langer dat leuke safariland te zijn waartoe we ons zo lang hebben geleend nieuws. Laat de verkiezingsresultaten maar voor de rechtbank worden aangevochten. Laat onze democratie sterk en volwassen worden. Als Odinga’s claims blijken te kloppen en hij de wettig gekozen president is, dan juich ik dat toe. Hij heeft Kenia veel te bieden, als president of in welke belangrijke positie dan ook.
Er zijn veel vragen aan onze nieuwe leiders. Ik wil weten wat Kenyatta met het landvraagstuk gaat doen, met name met de uitvoering van het Ndung’u-rapport [waarin het terugdraaien van alle niet-legale landtoewijzingen wordt bepleit]. Voor mij is het beste aan deze verkiezingen dat geen van de grote coalities de andere – en vervolgens ons – kan platwalsen. Kenyatta zal falen als hij het land niet in zijn geheel achter zich kan krijgen. Hij zal falen als blijkt dat hij zijn positie zal gebruiken om de belangen van de Kikuyu’s te bevorderen ten koste van de rest van het land, met name WestKenia en de kustprovincie. Door deze verkiezingen zijn veel overbodige
figuren buitenspel gezet. Het land wemelt van de jonge, moedige leiders – onder hen een groeiend aantal vrouwen. Er staat ons veel goeds te wachten, maar zoals in elke jonge democratie ook een hoop gemodder en moeizame samenwerkingsverbanden. Ik ben vooral opgelucht dat hier een einde aan komt, ik wil gewoon vrede. Mijn scherpe pen wil kritisch zijn, maar nu, zo kort na de verkiezingen, zeg ik: goed gedaan, Uhuru Kenyatta, u bent veelbelovend. Misschien bent u wel een leider die we ons zullen herinneren. Wel, binnenkort zal ik op Twitter weer gore grappen over Uhuru maken. Ik heb er genoeg van om ter wille van de lieve
vrede een vrolijk gezicht op te zetten. Ik wil gewoon vrede. Binyavanga Wainaina
Binyavanga Wainaina is oprichter van het literaire blad Kwani? (Het vraagtekenhoort bij de titel.) Wainaina levert bijdragen aan The New York Times, The Guardian en National Geographic. Zie pagina 50 voor een reportage over Kibera in Nairobi, de dichtstbevolkte sloppenwijk van Afrika.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 41
Afrika.indd 41
26-03-13 12:08
horizon
De diamant-express Foreign Policy – Washington
De schone schijn van een edelsteen De girl’s best friend, symbool voor
rijkdom en liefde, legt eerst een grimmige weg af voordat hij de catwalk opgaat in de wereld van glamour en glitter. Met angst voor eigen leven bedienen slecht betaalde koeriers, plaatselijke slijpers en straathandelaren de hebzucht van miljoenen afnemers.
Diamantslijperij in Surat. – © Sophie Elbaz / Corbis
pagina 42 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 42
26-03-13 12:28
horizon
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 43
Horizon.indd 43
26-03-13 12:28
horizon
reportage
Vergeet Antwerpen: de grote bulk aan ruwe diamant wordt verhandeld, gekloofd, geslepen en doorverkocht in India. Het arbeidsloon is er laag en er worden geen vragen gesteld. Ondanks pogingen een conflictvrije herkomst te garanderen, draait deze bedrijfstak met een omvang van 40 miljard dollar op Post-it velletjes.
D
e Gujarat Mail is een gewone nachttrein: twaalf donkerblauwe passagierswagons die net als honderden andere diep in de nacht de noordwestelijke graanschuur van India doorkruisen. Om vijf minuten over twee begint de Mail aan zijn vier uur durende reis zuidwaarts, van Surat naar Mumbai. In de derdeklascoupés rennen evenveel kakkerlakken rond als er ongewassen voeten bengelen. De koele moessonregen die door de getraliede ramen sijpelt, biedt nauwelijks soelaas: een paar honderd onvrijwillig slapelozen zitten hulpeloos te zweten, samengepakt op de smerige kunstleren bankjes, terwijl het geknars van de rails bij elke flauwe bocht dromen onmogelijk maakt. In dit deel van de wereld is het een doodgewone reis. Behalve dan dat zich aan boord voor pakweg 25 miljoen dollar aan geslepen diamanten bevindt. In de groezelige wagons zitten tientallen diamantkoeriers die heimelijk voor tienduizenden dollars aan edelstenen bij zich dragen in een speciaal daarvoor gemaakt hemd met geheime zakken op de buik. Iedereen slaapt met één oog open. Hoe ze ook hun best doen om niet op te vallen, de nerveuze manier waarop de conducteur voorbijloopt en het feit dat de
deuren de hele reis aan de buitenkant zijn vergrendeld, verraden dat deze reizigers minder op hun gemak zijn dan ze willen doen voorkomen. Bij elkaar vervoeren de koeriers op deze verstikkende, gespannen treinreis bijna elke diamant die vandaag de dag in de hele wereld wordt verkocht. De diamanten komen per vliegtuig, schip of vrachtwagen vanuit Afrika, Centraal-Azië en andere belangrijke mijnbouwgebieden naar Surat, omdat in India het arbeidsloon laag is en er geen vragen worden gesteld. In Surat, de op vier na snelst groeiende stad van de wereld, worden de stenen gekloofd en geslepen in de talloze werkplaatsjes in rijen vervallen kantoorgebouwen van gepleisterd beton. Maar liefst 500.000 van de vijf miljoen inwoners van Surat verhandelen, bewerken of vervoeren diamanten. In Antwerpen, dat vijfhonderd jaar lang het centrum van de diamantwereld was, wordt de bedrijfstak gekenmerkt door oud geld, nauwgezette registratie en strenge beveiliging. Maar zo’n 10.000 kilometer daarvandaan, in Surat, ontdekte ik hoe legale handelswaar openlijk wordt vermengd met ongeregistreerde diamanten op een markt waaraan iedereen kan deelnemen. Zelfs zogenaamde bloeddiamanten – illegaal gedolven stenen waarmee conflicten in de oorlogsgebieden van de wereld worden gefinancierd – worden door iedereen verkocht, van kleine straathandelaartjes tot de Indiase overheid zelf. En het hele systeem wordt in stand gehouden door een ingewikkeld verbond van makelaars en tussenpersonen, dat vrijwel uitsluitend op de zwarte markt opereert.
‘Schone’ en ‘besmette’ stenen
Surat vormde met zijn spotgoedkope arbeid en het gebrek aan regelgeving de ideale plek voor de wereldwijde diamantindustrie. Zo is een slaperig provinciestadje binnen één generatie veranderd in een nieuwe megastad, een zakencentrum waar meer dan 90 procent van de ruwe diamanten ter wereld wordt verwerkt en geslepen. Individuele stenen kunnen binnen een paar weken wel tien keer wisselen van eigenaar – die in de slijperijen in bergen legale en illegale stenen kan graaien alsof het potten snoep zijn. Het is vrijwel onmogelijk om de ‘schone’ stenen te onderscheiden van de ‘besmette’. Heeft de Gujarat Mail eenmaal zijn eindhalte in Mumbai bereikt, dan is de zwarte geschiedenis van de stenen witgewassen en kunnen kopers jaarlijks voor meer dan 40 miljard dollar aan gewaarmerkte diamanten uitvoeren uit een land dat volgens de autoriteiten onverdacht is. Maar als je een diamant bezit die in de eenentwintigste eeuw is gekocht, dan is de kans groot dat die een nachtrit met de Mail heeft gemaakt. En dan heb je geen idee waar die steen werkelijk vandaan komt.
pagina 44 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 44
26-03-13 12:29
horizon
reportage
De diamantkoeriers slapen met één oog open in de nachttrein van Surat naar Mumbai. – © Jason Miklian
Diamanten hebben een bijzondere status, ze worden geassocieerd met de vanuit de bedrijfstak zorgvuldig opgebouwde legende, maar ook met verraderlijk gekonkel. Ze roepen beelden op van glamour en liefdesbeloften, maar ook van schimmige deals in duistere achterkamers, waar financiers zonder gezicht met handboeien aan hun attachékoffertje vastzitten. Jarenlang heeft De Beers, de marktleider en het publieke gezicht van de diamanthandel, de schone schijn van de glinsterende stenen verkocht en tegelijkertijd de bedrijfstak geleid als een kartel. Het bedrijf gebruikte de enorme diamantvoorraden
in heel Afrika om zich een bijna-monopoliepositie te verwerven in het delven en verhandelen van ruwe stenen. Sommigen zien het bedrijf als het toppunt van luxe en succes, voor anderen is het een afschrikwekkend voorbeeld van de manier waarop Westerse hebzucht conflicten op het hele Afrikaanse continent financiert. Maar de diamantwereld is veranderd en valsspelers hebben nieuwe manieren gevonden om het systeem naar hun hand te zetten. De Beers is in stukken opgeknipt en verkocht aan nog grotere conglomeraten. Markten in Hongkong en Dubai hebben de
India hergebruikt certificaten van partijen voor de binnenlandse markt om bloedstenen het land uit te smokkelen
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 45
Horizon.indd 45
26-03-13 12:29
horizon
reportage
Het echte witwassen begint op de Mahidharpura, de diamantmarkt van Surat
oude garde vervangen. De grootste diamantbeurs ter wereld bevindt zich nu in Mumbai. Ondertussen zijn er pogingen gedaan om de bedrijfstak te zuiveren, met name via het Kimberley Process – genoemd naar een gebied in Zuid-Afrika waar diamanten worden gedolven. Dit werd in 2000 opgezet door mensenrechtenorganisaties en enkele bedrijven die zagen hoe de handel in illegale diamanten oorlogen en krijgsheren financierde (en de markt bedierf ). Het Kimberley Process probeert een conflictvrije herkomst van diamanten te garanderen door een soort paspoort te geven aan zendingen ruwe stenen.
Certificaat
Bijna in de hele wereld moeten ruwe diamanten nu een Kimberley-certificaat hebben om verhandeld te mogen worden, maar dat certificaat is nog steeds beschamend beperkt. Het bestaat uit één vel papier
waarop alleen het land van herkomst, het importerende land en de waarde en het totale gewicht van een zending staan – met daarbij een serienummer en een aantal handtekeningen. Het is buitengewoon eenvoudig te vervalsen. En omdat op de certificaten alleen het totale gewicht van de ruwe stenen staat, is het gemakkelijk om later meer of juist minder geslepen diamanten in de zakken terug te doen, omdat door het slijpen tot wel 50 procent van het originele ruwe gewicht verdwenen kan zijn. India is nu zelf de grootste diamantimporteur van de wereld (na de Verenigde Staten en China), en dus kunnen overgebleven certificaten van partijen voor de binnenlandse markt worden hergebruikt om bloedstenen het land uit te smokkelen – nog een manier om stenen wit te wassen. Er is geen wettelijke methode om te bepalen hoeveel legale stenen India binnenkomen om te worden gekloofd en geslepen, en daardoor is het onmogelijk te achterhalen waar de diamanten die het land weer verlaten, werkelijk vandaan komen.
Mazen
Krijgsheren en dictators zijn altijd bloeddiamanten blijven delven, en die komen ook nu nog op de markt via de enorme mazen in het Kimberley Process. Van ruwe stenen kan de herkomst nog worden nagegaan, maar elke omwenteling van het slijpwiel verwijdert zichtbare kenmerken op het oppervlak van een diamant, zoals het ‘Argyle-roze’ uit bepaalde Australische mijnen of de nitraataanslag op sommige Zuid-Afrikaanse stenen. Autoriteiten van het Kimberley Process wilden niet geïnterviewd worden, maar ik heb van mensen in de diamanthandel begrepen dat het niet meer nodig is om stenen rechtstreeks naar Europa of de Verenigde Staten te smokkelen. Dat is het risico niet waard, nu ze geïmporteerd, witgewassen en van een officieel stempel voorzien kunnen worden in India eer ze worden doorverkocht. En in Surat krijgen ze hun glans. Elk jaar wordt er in deze stad 35 ton ruwe diamanten gekloofd en
geslepen, maar minder dan tweederde daarvan komt via legale kanalen binnen, zo ontdekte de journalist Yagnesh Mehta van The Times of India. De rest komt heimelijk de stad binnen per container of koerier uit Angola, Ivoorkust, Congo en andere gebieden. Of ze komen uit Zimbabwe, waar een groot diamantwinningsgebied onlangs conflictvrij is verklaard, ook al is het land nog steeds officieel verboden terrein voor diamanthandelaren uit de VS. Het Indiase systeem berust op een fijnmazig, geheim netwerk van duizenden importeurs, handelaren en slijpers. Zij komen uit stadjes als Palanpur en uit de regio Saurashtra, honderden kilometers van Surat verwijderd. Wie in deze bedrijfstak wil komen werken, moet een persoonlijke aanbeveling hebben van iemand die er zelf al werkzaam is. Buitenstaanders kunnen niet doordringen tot deze kliek, laat staan buitenlanders. De ongewapende handelaren betalen voor gesmokkelde edelstenen wel 40 procent minder dan voor geregistreerde diamanten. Dankzij hun monopolie komt geweld zelden voor, en autoriteiten hebben me verteld dat ze zich gedwongen voelen de andere kant op te kijken om het imago van India’s Diamond City niet te schaden. Het echte witwassen begint in de wijk Mahidharpura, de diamantmarkt van Surat. Hier ontmoeten elke dag duizenden importeurs, handelaren en slijpers elkaar in gemoedelijke sfeer, aan een lange, autovrije steeg waar elektriciteitskabels overheen zijn gespannen en moeders in sari bakstenen sjouwen, terwijl uit blikkerige speakers World, Hold On van Bob Sinclair over de menigte schalt. Elke man is een wandelende bank, met een onderhemd dat opbolt van de diamanten. Als het tijd is om zaken te doen, halen ze een dienblad met blauw vilt tevoorschijn en stallen daarop hun waren uit – open en bloot op een stoep, op een van de geparkeerde motorfietsen die hier in eindeloze rijen geparkeerd staan of waar ook maar een plekje vrij is. Handelaren vermengen de bloedstenen met de legale, en verpakken ze in kleine porties voordat ze ze verdelen onder tussenhandelaren. Officiële papieren tellen hier niet. Deze economie met een omvang van 40 miljard dollar draait op post-itvelletjes. Als een deal is gesloten, wisselen de beide partijen vierkante papiertjes uit met daarop alleen de datum, de deelnemende partijen, het gewicht en de waarde van de handelswaar. Verder zijn er geen bewijzen van de transactie. Als een handelaar iemand oplicht, wordt hij voorgoed uit de kring gestoten en zijn schuld wordt verhaald op familieleden. Betrouwbaarheid is op die manier verzekerd, en zo waaieren de tussenpersonen uit over de stad, waar ze de trappen van tientallen onbestemde, morsige gebouwen beklimmen om handelswaar af te leveren bij onafhankelijke loonwerkers die het slijpen voor hun rekening nemen.
Elk jaar wordt er in Surat 35 ton ruwe diamanten gekloofd en geslepen Een ‘mannetje’ met een envelop diamanten ter waarde van 1 miljoen dollar op het lijf.– © Jason Miklian
pagina 46 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 46
26-03-13 12:29
horizon
reportage
documenten nodig als we zelf legaal diamanten willen importeren. Zijn die eenmaal hier, dan gooien we het certificaat weg – dat hebben we dan niet meer nodig.’ Als het werk van Dhanjibhais ploeg erop zit, beginnen de stenen aan het gevaarlijkste deel van hun verblijf in India: het vervoer naar Mumbai. Ze reizen via de angadia’s, een gesloten gemeenschap van
© Jason Miklian
Slijperijen
Er zijn meer dan drieduizend grote en kleine slijperijen in Surat. De flatgebouwen van Diamond World zijn, net als de meeste andere slijperijen, minder goed beveiligd dan een winkelcentrum. Er staat één bewaker, half slapend, geleund op een bamboestok – die wapen en kruk tegelijk is. Voorbij deze onoplettende poortwachter liggen honderden slecht verlichte slijperijen, waarin rijen tieners diensten van veertien uur draaien. Elke jongen slijpt en polijst wel voor zo’n 10.000 dollar aan diamanten per dag. Ramesh Dhanjibhai en zijn neef Kalpesh Mangukiya
drijven allebei zo’n chop shop in Diamond World. Hun arbeiders krijgen ongeveer 1 dollar voor elke 0,3-karaat edelsteen die ze slijpen, en die uiteindelijk voor zo’n 1.000 dollar over de toonbank zal gaan. De neven verwerken voor een half miljoen dollar aan diamanten per maand. Dhanjibhai zeg dat de meeste plaatselijke slijpers ‘geen idee hebben waar de stenen vandaan komen of waar ze heen gaan, en het maakt ons ook niet uit’. Of hun handelswaar nu uit Congo komt of uit Ghana, ze exporteren alleen naar de Verenigde Staten. ‘Alles wat wij doen is zwart’, lacht Mangukiya. ‘We hebben Kimberley Process-
koeriers uit het verafgelegen district Mehsana in het noorden van de deelstaat Gujarat. Erg indrukwekkend zien ze er niet uit: het zijn voornamelijk mannen van middelbare leeftijd, met gekreukeld overhemd, een nep merkkoffer uit China en een slobberige broek – buikige mannetjes van wie er tallozen zijn in India en die niemand een tweede blik waardig keurt. De perfecte vermomming. De kleinste slijper, het grootste verwerkingscentrum: iedereen is afhankelijk van hun koeriersdiensten dwars door India – en dus van de Gujarat Mail. ‘Het is een griezelige reis. We zijn heel gespannen en durven nauwelijks te slapen’, vertelt Navrattambhai Patel, een ervaren angadia die als reservekoerier invalt wanneer een van zijn zevenhonderd vaste mensen verhinderd is. Het is de goedkoopste manier van transport: diamanten laten vervoeren door een angadia kost maar 2 dollar, en één mannetje kan per nachtrit wel tot 150.000 dollar aan stenen meenemen. De meeste koeriers werken in kleine familiebedrijfjes. Maar om de grootste koeriersdienst te vinden, hoef je alleen maar door de gang met doorgebrande peertjes op de benedenverdieping van Diamond World te lopen, naar een deur waarop lukraak een stuk papier is geplakt met het opschrift ‘B.V.C.’ Zelfs de meest afgezaagde thrillerschrijver zou niet op de proppen durven komen met B.V.C. Logistics Private Limited. Het is gewoon te ongeloofwaardig. Vanuit zijn kantoortje van 20 vierkante meter regelt Manisha Chinai volgens eigen zeggen het vervoer van diamanten met een totale waarde van niet minder dan vijf miljard dollar per jaar. B.V.C. is het meest geavanceerde van alle angadia-bedrijven – het vervoert de stenen niet met de Mail, maar heeft de beschikking over een gepantserd voertuig: een oude Mahindra-pick-up die handig is omgebouwd met wat tweedehands stalen platen. Chinai werkt vooral voor de grotere firma’s die voor miljoenen per week aan leveranties hebben. De angadia’s die niet met de zelfgebouwde truck van B.V.C. naar het zuiden kunnen reizen, worden elke avond, behalve op zondag, om middernacht opgepikt door jeeps die onder politiebegeleiding door de stad scheuren. Zonder omhaal worden ze bij de achteringang van het treinstation gedumpt, waar de koeriers hun best doen om op te gaan in de
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 47
Horizon.indd 47
26-03-13 12:29
horizon
Eén mannetje kan per nachtrit wel tot 150.000 dollar aan stenen meenemen.
menigte wachtenden op de trein naar Mumbai. Surat mag dan een van de snelst groeiende steden van de wereld zijn, een paradijs is het niet. Kinderarbeid is er wijdverbreid. Nadat in 2006 de film Blood Diamond in de bioscopen kwam, trad India op tegen bedrijven die minderjarigen in dienst hadden – onder wie zeker 100.000 kindarbeiders in de diamantindustrie – uit angst voor een soortgelijk schandaal. Maar de kinderen blijven komen. Ze gaan gewoon eerst werken in een van de vele enorme textielfabrieken van de stad in en wachten daar hun tijd af tot ze de overstap kunnen maken naar de beter betalende diamantslijperijen. Ondanks de verdiensten is het een zwaar leven, vertellen verschillende huidige en voormalige diamantbewerkers. Na twintig jaar van priegelwerk en werkweken van honderd uur hebben de meeste jongens die hun fortuin hoopten te maken met diamantslijpen niet meer genoeg gezichtsvermogen om het werk nog te kunnen doen. Sommigen treffen het en kunnen handelaar worden. Maar veel slijpers die al op hun vijfendertigste slecht beginnen te zien, worden weggestuurd en moeten het verder zelf maar zien te rooien. En doordat ze al die jaren voortdurend microscopisch kleine diamantdeeltjes hebben ingeademd, krijgen tienduizenden arbeiders tuberculose of andere longaandoeningen (diamantlongen, zoals men het hier noemt). De meesten gaan terug naar hun dorp om te proberen het land te bewerken dat ze jaren geleden hebben verlaten. Chanderbhai Suta weet uit eigen ervaring hoe snel je geluk in deze markt kan keren. Hij kon zich niet verenigen met een systeem waarin kleine handelaren consequent de beste prijzen en de beste edelstenen aan hun neus voorbij zagen gaan, en daarom organiseerde hij in 2007 de eerste handelarenstaking in de geschiedenis van de markt in Mahidharpura. Volgens hemzelf was het een doorslaand succes en wisten de stakers ‘meer dan 95 procent’ van hun eisen op het gebied van eerlijkheid op de markt en onderlinge bescherming tegen oplichters ingewilligd te krijgen. Onder zijn collega’s gold Suta daarna als een held.
reportage
‘Buitenlanders kwamen vragen of we wel eens hadden gehoord van bloeddiamanten. Daar hadden we nog nooit van gehoord, en ook niet van die film. Met een paar collega’s gingen we naar de film kijken en zo zagen we dat wij bijdroegen aan het financieren van oorlogen. Dat vonden we niet goed. Maar de stenen zonder Kimberley-certificaat waren 40 tot 50 procent goedkoper, dus daarvoor waren nog steeds veel kopers.’
Brood verdienen
Aangemoedigd door zijn nieuwe heldenstatus kwam Suta ook hiertegen in het geweer. Maar ditmaal was de reactie snel en kwaadaardig. ‘Toen ik me openlijk uitsprak tegen bloeddiamanten, kreeg ik ineens veel minder steun van de handelaren in ruwe diamanten’, zegt Suta. ‘Zij werden kwaad en vroegen: “Waarom wil je dat dit in de openbaarheid komt? Iedereen verdient hier toch alleen maar rustig zijn brood?”’ Suta liet zich echter niet afschrikken en ging door. ‘Maar toen werd ik met de dood bedreigd. Dus hield ik ermee op, ik had geen andere keus.’ Het Directorate of Revenue Intelligence (DRI, de fiscale recherche) neemt de verloren strijd van Suta niet bepaald over. De DRI is de belangrijkste
verdedigingslinie tegen de smokkelpraktijken. De dienst moet ervoor zorgen dat alle handelswaar die India binnenkomt de vereiste papieren heeft. Maar het plaatselijke hoofdkwartier van de dienst in Surat wordt gekenmerkt door zijn aftandse wachtkamer, waar torenhoge stapels douaneformulieren en krantenknipsels langzaam liggen te vergaan. Hier zijn zeven ambtenaren belast met het opsporen van bijna alle illegale diamanten die India binnenkomen en uitgaan. Een paar rafelige ordners die met veel plakband bij elkaar worden gehouden, getuigen van hun successen. Ondanks de magere bezetting verhalen de handgeschreven rapporten toch van een paar grote vangsten: niet minder dan 48.000 karaat uit Zimbabwe onderschept in april 2011, 10.000 karaat uit Congo, later in datzelfde jaar. Wat gebeurt er met de in beslag genomen stenen? Die worden geveild door de Indiase overheid. Plaatselijke en buitenlandse diamantfirma’s mogen er een bod op uitbrengen. En zo krijgen deze bloeddiamanten een nieuw officieel stempel van herkomst uit een door ‘Kimberley’ goedgekeurd land en komen ze op de wereldmarkt terecht – nu geheel ontraceerbaar en niet meer te onderscheiden van legaal gedolven stenen. Ook een bod uitbrengen? Meld u aan op internet. De opbrengst gaat naar de Indiase schatkist.
pagina 48 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 48
26-03-13 12:29
horizon
reportage
Koffer vol cash
In Mumbai gaan de stenen de catwalk op. Op de India International Jewellery Show (IIJS), die zich afficheert als de belangrijkste diamanttentoonstelling ter wereld, komen elk jaar in augustus zo’n 25.000 kopers van over de hele wereld om voor ruwweg een miljard dollar aan contracten af te sluiten met enkele van de grootste firma’s in de bedrijfstak. Is India de plek waar het Kimberley Process komt te overlijden, op de IIJS krijgt het zijn begrafenis à la Las Vegas. Vitrines staan vol porseleinen kommen waarin losse diamanten schitteren. Piekfijne verkoopsters proberen de buitenlandse handelaren te verleiden, die strak in het pak rondlopen met een koffer vol cash. Opvallend afwezig is elke verwijzing naar de mogelijke herkomst van de stenen. Zoals een grote handelaar zegt: ‘Kopers vragen niet naar de arbeidsomstandigheden in Surat, want die interesseren ze niet. En ze vragen niet naar het Kimberley Process, want ze weten dat zoiets geen zin heeft.’ Dit is allemaal niets nieuws voor de autoriteiten, die wel zo hun vermoedens hebben over de manier waarop het Indiase deel van de wereldwijde diamantketen opereert. ‘De ambassadeur van ZuidAfrika kwam hier in 2011 om te zien hoe het Kimberley Process werd toegepast’, zegt Dinesh
Navadiya, hoofd van de Surat Diamond Association. ‘Ik nam hem mee naar de kleine producenten en liet hem zien hoe makkelijk het is om de inhoud van twee zakken met legale en illegale stenen te vermengen. Dat is niet te controleren, omdat het Kimberleycertificaat alleen het totale gewicht per zak vermeldt. Er komen heel veel mensen uit China, de VS en Europa om geslepen stenen zoals deze te kopen.’ Het enorme tentoonstellingsgebouw in Mumbai zou onderdak kunnen bieden aan allerlei andere handelstentoonstellingen, met zijn muffe airconditioning, zijn kant-en-klare vitrines en rijen handelarenkantoortjes. Maar op de verdieping boven de showrooms worden de grootste deals in de wereld van de edelstenen gesloten. Is de aandacht van een koper eenmaal getrokken, dan wordt hij naar boven begeleid, naar
Dat gebrek aan waakzaamheid valt hun nauwelijks kwalijk te nemen: hun werk is puur formaliteit. De stapels certificaten bij elk pakket laten zien dat de last van de verantwoordelijkheid is doorgeschoven naar de handelaren. ‘Voor ons is het Kimberley Process niet belangrijk’, legt een gefrustreerde hogere ambtenaar, Dinesh Nanak, uit. De inspecteurs kunnen niet eens inspecteren. Volgens de wet moeten ze zelfs de verdachtste zendingen laten passeren, zolang die aan de minimale Kimberley-eis voldoen met een certificaat dat tegen de tijd dat het bij dit douanekantoor aankomt, ongeveer evenveel waard is als een verkreukeld bonnetje uit de pinautomaat. Nanak kijkt toe hoe een beveiligingsbeambte een lading pakketten wegrijdt die bestemd is voor het bagageruim van vliegtuigen naar New York, Londen
© Jason Miklian
‘Ik liet hem zien hoe makkelijk het is om legale en illegale stenen te vermengen’
wat nog het beste te omschrijven is als de closing room bij een autodeal. Dienbladen met drankjes en planten in potten sieren de mahoniehouten bureaus waarachter directieleden uit Surat nerveus lopen te ijsberen en snel hun das en hun gezicht in de plooi trekken zodra de schaduw van een mogelijke klant langs de muur van de trap omhoog komt. Als ze hun verhaal goed weten te verkopen, kan dat jaren werk opleveren voor hun slijperij. Zijn er eenmaal handen geschud, dan is de rest een eitje. De beurs van Mumbai, waar de inspectie en de overdracht van de diamanten zich voltrekken, ligt in dezelfde wijk als de tentoonstellingshal, en om de laatste horde te nemen hoef je dan alleen nog maar de straat over te steken. In de schaduw van de luchthaven van Mumbai, Chhatrapati Shivaji International Airport, is het altijd druk op de diamantafdeling van het douanekantoor. Elke dag komt hier voor bijna 60 miljoen dollar aan diamanten voorbij, in honderden pakketten, op weg naar Noord-Amerika, Europa en OostAzië. De dertig inspecteurs in dit kantoor zijn de verpersoonlijking van de Indiase bureaucratie: ze bladeren vluchtig door stapels papieren, zetten haastig stempels op de pagina’s, terwijl ze afwezig voor zich uit staren. Af en toe halen ze hun openers door met veiligheidstape dichtgeplakte pakjes om op goed geluk wat zakjes diamanten daarin te scannen.
en Los Angeles. Alleen al in de Verenigde Staten gaat elk jaar rond de feestdagen voor een slordige tien miljard dollar aan diamanten over de toonbank. En het is moeilijk voor te stellen dat het grootste deel daarvan op enig moment dit kleine douanekantoortje is gepasseerd. Ondertussen, op een rustig treinstation in een voorstad van Mumbai, niet ver van de luchthaven, genieten de angadia’s van een welverdiende rustpauze. Enkelen van hen staan rond een theekraampje zoals je die overal in India tegenkomt. Ze wisselen sterke verhalen uit en eten lachend hun lauwe samosa, terwijl de dag aanbreekt. Het metalige gepiep en geknars van de naderende Gujarat Mail is een welkom geluid: tijd om naar huis te gaan. Jason Miklian
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 49
Horizon.indd 49
26-03-13 12:29
horizon
reportage
Booming Kibera The Economist – Londen
In Kibera, de grootste sloppenwijk van Afrika, ingeklemd tussen ambassades en een golfbaan, woont de bevolking op een stuk land van een bij drie kilometer op een helling die afloopt naar een kunstmatig meer. De overheid is er geheel afwezig: geen elektriciteitsnet, geen waterleiding, geen riolering, geen scholen, geen geplaveid dekweg. Maar de economische motor draait zelf wel.
K
ort na zes uur ’s morgens bewegen mannen in verstelde overalls en vrouwen in frisgewassen bloesjes zich over een smalle weg. Ze lopen dicht opeen, als toeschouwers die uit een sportstadion komen, maar voor hen is dit gewoon zoals het elke ochtend gaat. Ruggen recht, broekspijpen en mouwen opgerold, zodat verweerde, maar krachtige ledematen te zien zijn. Ze vertrappen de weggegooide zakjes van hun ontbijt. Maiskorrels en olie druipen langs kinnen omlaag. Bananenschillen worden door duizenden voeten tot pulp vermalen. Iedereen gaat dezelfde kant op, duwend en dringend, vanuit een web van lage hutjes, langs schoenenen telefoonwinkels die al een uur open zijn, in de richting van het hoog oprijzende centrum van Nairobi, waar in fabrieken en kantoren geld valt te verdienen. Iedereen, op één man na die aarzelend staat weggedoken in een hoekje waar nu de eerste
In Kibera, aan de rand van Nairobi wonen 800.000 mensen. De toestroom vanaf het platteland blijft gaande. – © George Steinmetz / Corbis
pagina 50 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 50
26-03-13 12:30
horizon
reportage
tere zonnestralen doordringen. Hij lijkt te wachten tot de menigte is voorbijgetrokken of tenminste zo ver is uitgedund dat hij tegen de stroom in durft te zwemmen. Zijn haar is kort en glanzend, alsof het gepolijst is in plaats van geknipt. Zijn overhemd is gescheurd. Hij vertelt uw correspondent dat hij net is aangekomen van het platteland. Dit is niet zijn thuis, zegt hij. Zo te horen betwijfelt hij of het dat ooit zal worden. Hij heet Jonah Kasiri en hij is 23 jaar. Hij is met de nachtbus in Nairobi aangekomen, met al zijn aardse bezittingen – een gedeukte wekker en een extra katoenen broek – in een canvas tas die naar rijp fruit ruikt. Zijn dorp in het westen van Kenia klinkt in zijn beschrijving zoals zovele: een groene vlek bomen en vee, waar de mens eet wat hij kan vangen of plukken, en waar hij weinig uitzicht heeft op verbetering van zijn situatie. Want daarvoor moet je naar de stad. Zijn neef is twee jaar geleden naar Nairobi vertrokken en kwam vorige week even terug in het dorp, met twee mobiele telefoons in leren etuis aan de riem van zijn splinternieuwe bandplooibroek. Dat heeft indruk gemaakt op Jonah Kasiri. Toen zijn neef aanbood hem te helpen om hetzelfde te doen, hapte hij meteen toe. De menigte neemt in dichtheid af en we lopen het web van hutjes in. Kasiri zegt dat hij nodig moet, maar er geen geld voor heeft. En in de stad is niets gratis. We komen bij een betonnen vloer die is opgedeeld in zeven boxen, elk met een gat. ‘Is het schoon?’ vraagt de klant vóór ons. De eigenares Teresia Ngusye, die op een kruk toiletpapier zit uit te delen, zegt dat ze élk uur schoonmaakt en wijst het steegje in naar hutten die er net zo uitzien als deze. ‘Kijk maar hoeveel concurrentie ik heb.’ Ze rekent tien shilling (10 cent); de inkomsten zullen volgens haar besteed worden aan de bouw van nog een stel toiletten. Kasiri knikt. Alles in de stad is een kans. Misschien runt hij zelf op een dag ook wel een dergelijke gelegenheid. Bij het weggaan krijgt de kersverse stadsjongen een waarschuwing mee: ‘Darmstoornissen zijn duur.’ Dit is Kibera. Vaak, en waarschijnlijk terecht, beschreven als de grootste sloppenwijk van Afrika, de woonplek van misschien wel een miljoen mensen. Niemand weet hoeveel het er precies zijn, want Kibera wordt volledig aan zichzelf overgelaten. De overheid is geheel afwezig: ze biedt de bewoners (die beschouwd worden als krakers) geen diensten, opent geen scholen, bestiert geen ziekenhuizen, plaveit geen straten, legt geen elektriciteit aan en een waterleiding al evenmin.
De wirwar van straatjes, sommige maar net schouderbreed, doet denken aan wat wij ons voorstellen bij een Europese stad in de Middeleeuwen
Dit is Kibera, de grootste sloppenwijk van Afrika, de woonplek van misschien wel een miljoen mensen. Niemand weet hoeveel het er precies zijn
John le Carré
En toch hoort Kibera, ingeklemd tussen protserige ambassades en een goed onderhouden golfbaan, wel degelijk bij Nairobi. De bewoners wonen er in een tiental dorpen op een stuk land van een bij drie kilometer dat als een badmat in een badkuip neergelegd lijkt te zijn op glooiend land dat afloopt naar een kunstmatig meer. Ooit was deze helling bebost en telde elk dorp maar een paar huizen. In de afgelopen dertig jaar zijn die dorpen samengesmolten tot een van de dichtstbevolkte plekken op aarde, die enige bekendheid heeft gekregen in de wereld. Kibera figureert in de film The Constant Gardener, naar de gelijknamige roman van John le Carré, en ook in een videoclip van de Canadese zangeres Sarah McLachlan, als de belichaming van de armoede. De oorsprong van Kibera is eigenlijk westers. Een eeuw geleden gaven de Britse koloniale heersers kleine stukjes land langs de rand van Nairobi uit aan Nubische soldaten die bij de King’s African Rifles hadden gediend. De afgezwaaide soldaten bouwden lemen hutjes langs de weg naar de boerderij van Karen Blixen – beroemd geworden in de film Out of Africa, die op het leven van deze Deense schrijfster is gebaseerd. Later werd het land genationaliseerd, maar de Nubiërs bleven waar ze waren en verhuurden delen van hun eigendom aan nieuwkomers. Nu zijn de meeste woningen gemaakt van roestig blik en sloophout. De wirwar van smalle straatjes ertussen, sommige maar net schouderbreed en allemaal zonder auto’s, doet denken aan wat wij ons voorstellen bij een Europese stad in de Middeleeuwen. Om zeven uur ’s morgens gaat Cecilia Achieng de kinderen van haar school voor in zang en gebed. Ze tsjilpen als vogels. Niet elk kind heeft ontbeten. Als om acht uur de les begint, kijkt Cecilia in een beduimeld kasboek na wie schoolgeld hebben betaald. Kinderen die de lessen niet kunnen betalen, worden niet weggestuurd, benadrukt ze. Wel moeten zij misschien voor de kippen op het erf van de school zorgen en de eieren verkopen. Mevrouw Achieng heeft kroezend haar dat in een grote bol om haar hoofd staat en deels rood is geverfd. Ze draagt grote zilveren oorringen en een lichtblauw tweedelig pakje. Deze 36-jarige heeft zelf vier kinderen gebaard, heeft er nog twee geadopteerd en zorgt ook nog voor een nichtje. Omdat er geen openbare school was waar ze haar kroost heen kon sturen, begon ze vier jaar geleden zelf maar een school. Met steun van andere moeders huurde ze een leeg kerkgebouw en nam ze onderwijzers aan. Al snel stroomden de kinderen toe. Ze vroeg de ouders 7.500 shilling (75 euro) per jaar, en zo kon ze naar een groter gebouw verhuizen. Twee jaar later had ze genoeg geld gespaard om zes eenvoudige klaslokalen te bouwen: stevige golfplaten, die mabati worden
Ontbijt op weg naar school in Kibera. © Noor Khamis / reuters
genoemd, verankerd in een betonnen vloer. Gele verf geeft de klaslokalen een vrolijk aanzien. Als haar financiële zaken geregeld zijn, maakt mevrouw Achieng een ochtendwandelingetje. Ze zoekt haar weg over smalle paadjes die eruitzien als droge rivierbeddingen. Als het regent, stroomt Kibera vol water. Open riolen zijn afgedekt met planken die gladgeschuurd zijn door het water en de talloze voetstappen. Straatvegers harken het afval bij elkaar tot het heuvelafwaarts wordt weggespoeld. Bewoners verbranden de rest en de huizen zijn dan ook gehuld in zure rook. Het wasgoed aan de lijnen is overdekt met roet. ‘Een paar jaar geleden was deze straat veel breder’, zegt mevrouw Achieng. Handelaren aan weerskanten verkopen vers fruit en groente, zeep, snoepgoed, sigaretten. Zij hebben zich meester gemaakt van wat ooit een hoofdstraat was, en bouwen steeds meer kraampjes voor de toestromende klanten. De economie groeit explosief en de inkomens in Kibera stijgen. ‘Hoe gaan de zaken?’ vraag mevrouw Achieng aan Tyson Muigai die voor 5.000 shilling (50 euro) per dag een 600W-geluidsinstallatie verhuurt voor feesten, bruiloften en begrafenissen. ‘Blij of treurig?’
Kopieën
We komen langs een hut met een bord ‘Muziek voor op iPods’ en nog een met ‘We gebruiken geen plaatselijk materiaal’. Mevrouw Achieng legt het uit: ‘Ze maken kopieën van nummers van Jay-Z of Beyoncé, maar niet van rappers uit Kibera. Wij beschermen onze eigen mensen.’ Om de hoek runt John Mwangi een bioscoop met zeventig plastic stoelen, die hij zes keer per dag vult. Mevrouw Achieng is vol bewondering voor de oranje wijzerplaat van zijn gouden horloge. ‘Geloof me, mensen hebben geld’, zegt John. Kibera is een goed draaiende economische motor. De meeste goederen en diensten worden door
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 51
Horizon.indd 51
26-03-13 12:30
horizon
reportage
‘Op begrafenissen is het goed zakendoen’
plaatselijke bewoners geleverd. Kleermakers zitten over trapnaaimachines gebogen. Accountants en advocaten delen schragentafels in openluchtkantoren. Langs een spoorlijn zagen timmerlieden onderstellen voor tweepersoons bedden. Hele gevilde koeien hangen in brandschone slagerswinkels. ‘Geef me maar voor 30 shilling’, zegt een klant tegen een paraffineverkoper bij wie een kruier met een kruiwagen zojuist een aantal blikken heeft afgeleverd. De hele dag sjouwen zwetende kruiers voorraden door de smerige straatjes, luid sissend om mensen uit de weg te jagen. Het leven kan hard zijn in Kibera. Ziekten liggen overal op de loer, eten is schaars voor sommigen, en de dood kan plotseling toeslaan. Even na elf uur klinkt er een explosie vlak naast de paraffineverkoper. Onmiddellijk vallen de lichten van de winkels langs het straatje uit, en dan stormt er een menigte voorbij, onder luid geschreeuw en het gesis van de nog nadansende stroomkabel die van een kapotte transformator boven de straat is geblazen. Uiteindelijk valt de kabel slap neer en de menigte verspreidt zich weer. Minuten later gaan de lampen weer aan. De transformator wordt, zoals alle elektriciteit in Kibera, bediend door schimmige figuren die illegaal stroom aftappen van het stadsnetwerk. Ze nemen het bepaald niet nauw met de veiligheid en rekenen hoge prijzen. Maar Kibera heeft tenminste stroom, anders dan veel andere delen van Afrika. De frisdrank die in winkels wordt verkocht, is gekoeld. Daken staan vol tv-antennes. En mobiele telefoons zijn hier even alomtegenwoordig als in het westen.
Banken
De sleutel tot succes in Kibera is: toegang krijgen tot het kapitaal. Een markt van een miljoen potentiële klanten verdringt zich rondom ondernemers, maar
© Jerome Delay / AP Photo
aan geld komen om een eigen zaak te beginnen is moeilijk. Banken willen de inwoners hier geen geld lenen, omdat ze geen onderpand hebben, misschien niet eens een vast adres. Wie wel een lening loskrijgt, moet een hoge rente betalen. Moses Mwega betaalt 25 procent op jaarbasis en vindt dat hij nog boft. In de loop der jaren heeft hij een cosmeticawinkel opgebouwd waar hij crèmes, pruiken en shampoo verkoopt. Onlangs accepteerde de bank zijn voorraad, een tv-toestel en een tweedehands sofa, met de bijbehorende kanten kleedjes, als onderpand. Hij kreeg 350.000 shilling (3.500 euro) om zijn zaak uit te breiden. Maar daarvoor moest deze 53-jarige wel lid worden van een spaardersclub – een kruising tussen een zelfhulpgroep en een controlerende instantie. Tegen het eind van de ochtend gaat Moses Mwega op weg naar de wekelijkse bijeenkomst van de groep, met zwarte schoenen aan, die even sterk glimmen als zijn kale voorhoofd. Zijn huid is glad en zijn handen glanzen, als trotse getuigen van de kwaliteit van zijn assortiment, zegt hij zelf. Hij voegt zich bij een tiental mannen en vrouwen in een donkere keet, om les te krijgen in boekhouden. Dan controleren ze elkaars boeken – geen geheimen. Mwega krijgt 15.000 tot 20.000 shilling per week binnen en betaalt 7.000 aan de bank. Over vijftien maanden is hij van die schuld af. ‘Dan kan ik een echte lening krijgen’, zegt hij. Na de bijeenkomst gaan we lunchen café Katulani, een kale ruimte met een half vergaan dak dat daglicht en frisse lucht doorlaat. De gasten zitten op houten banken door elkaar te praten. Het zijn voornamelijk studenten op zwart zaad, die dit ‘de campus’ noemen. Eigenaar Boniface Ngewa serveert brood en sukumi wiki, een bladgroente waarvan de naam letterlijk ‘duw de week’ betekent, want zo lang zou je ermee vooruit kunnen. Er gaat hier per dag tegen de vijftig kilo meel doorheen voor zo’n drieduizend klanten. In Kibera eet iedereen buiten de deur, zegt de eigenaar. Zelf thuis koken is een luxe. De armen hebben geen geld om voorraden voedsel te kopen. Eén portie kolen om een maaltijd op te koken kost ten minste 20 shilling (20 cent). Koks zijn echter goedkoop (300 shilling per dag) en de caféprijzen zijn laag. Ngewa rekent 30 shilling voor een maaltijd. Als om zijn gelijk te bewijzen is de straat buiten, wanneer we een uur later het café verlaten, één en al eten: bij talloze stalletjes staan potten en pannen op het vuur; verkopers wakkeren het vuur aan onder roosters vol nyama choma (gebakken vlees) en gooien aardappelen in bruisend vet. ’s Middags is er geen school en dan gaat mevrouw Achieng aan de slag met haar tweede baan. Ook zij zit in de voedselbusiness, maar dan als cateraar. Ze kookt met regelmaat voor privébijeenkomsten waar wel vijfhonderd mensen komen, en ze heeft zelfs wel eens 1.600 man van eten voorzien. ‘Op begrafenissen is het goed zakendoen’, zegt ze. Paren die gaan trouwen zijn te kieskeurig. Zij willen geen plastic borden en mevrouw Achieng kan zich nog geen serviesgoed van aardewerk veroorloven. ‘Ik heb een paar keer een offerte uitgebracht voor een trouwerij, maar uiteindelijk kreeg ik die opdrachten niet.’ Kibera zou wel eens de meest ondernemende plek op aarde kunnen zijn. De bewoners hebben geen keus: ze moeten wel voor zichzelf zorgen. Als ze aan de armoede willen ontsnappen – en daarvoor genoeg energie hebben – zullen ze proberen hun vleugels uit
te slaan. Mevrouw Achieng heeft nog een derde baan, als kapster. Zodra ze even tijd over heeft, gaat ze van deur tot deur om haren te vlechten – daarmee verdient ze in twee uur 250 shilling (2,50 euro). Vaste klanten bellen haar op haar mobiele telefoon. Op de jaarlijkse Miss Kibera-verkiezing is zij de belangrijkste styliste.
Bos zonder bomen
Heeft Jonah Kasiri, de nieuwkomer, wat zij heeft? Na uren lopen door de stoffige straatjes vindt hij eindelijk zijn neef. Kibera is groter en voller dan hij zich had voorgesteld. Elk plekje wordt benut. Sommige bewoners bouwen een verdieping op hun huis, breiden naar boven toe uit. Het woord kibera betekent ‘bos’ in het Nubisch, maar bomen zijn er niet meer. Op een kruising blijft de jongen van het platteland staan en kijkt naar links en naar rechts en weer naar links. Zijn neef heeft een gesprek met een man voor hem geregeld, over werk. Maar waar is hij? Jonah Kasiri ziet er moe uit. Zijn glanzende haar is overdekt met vlokjes as van een brandende vuilnishoop. Maar
pagina 52 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 52
26-03-13 12:30
horizon
reportage
Op Internationale Vrouwendag (8 maart) in Kibera. © Jerome Delay / AP Photo
in ieder geval wacht hij nu niet meer tot de menigte wat kleiner wordt, hij stort zich erin, baant zich een weg langs kruiers en springt tijdig opzij wanneer een kruiwagen met zijn scherpe randen een slinger maakt. Als hij vertelt over het werk dat hij graag zou willen doen, klinkt er opwinding in zijn stem. ‘Ik zou fornuizen kunnen repareren. Dat heb ik een man zien doen’, vertelt hij. Zijn neef fluit en schudt zijn hoofd. ‘Hoe wou je aan het gereedschap komen? Wie moet dat betalen?’ Tegen zes uur ’s avonds raakt Kibera tot barstens toe gevuld. De tientallen, of misschien honderden of
zelfs duizenden die vanochtend zijn vertrokken naar verafgelegen kantoren en fabrieken, komen terug. Keurige secretaresses en uitgeputte arbeiders lopen liever dan dat ze de bus nemen, om geld te besparen. En al is hun loon karig, alles bij elkaar lopen er elke avond verscheidene miljoenen euro’s terug de sloppenwijk in. Kibera is een Afrikaanse versie van een Chinese boomtown, een reclame voor taaie menselijke ambitie. Net als Guangzhou en Xiamen werkt het als een magneet op talent uit de boerenregio’s, en trekt het de grootste doorzetters onder de jonge boeren aan.
De telefoniebedrijven in Kenia doen ook dienst als bank – ze incasseren stortingen en maken geld over
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 53
Horizon.indd 53
26-03-13 12:30
horizon
reportage
Wie sloppenwijken gelijkstelt met nietsdoen en ellende heeft het niet goed begrepen. In Nairobi wonen twee op de drie mensen in een sloppenwijk, van wie de helft in Kibera.
Upper Eastside
Van tijd tot tijd proberen de autoriteiten de krakers/ bewoners te verdrijven, maar velen vechten terug, gesteund door hun belangengroep Muungano wa Wanavijiji. In het boek Shadow Cities, dat een reis langs sloppenwijken over de hele wereld beschrijft, brengt Robert Neuwirth in herinnering dat de Upper Eastside van New York ooit een krottenwijk was. Volgens hem zijn alle stralend glanzende steden van nu ooit als modder begonnen. Sloppenwijken zijn zeker geen hopeloze oorden, vaak niet de plekken waar de economische verliezers eindigen, maar juist de broedplaatsen voor de winnaars van morgen. Naarmate de zon verder ondergaat, neemt de handel op de straten van Kibera toe. Jane Nzembi verkoopt mais aan moeders die een maaltijd moeten koken. Ze houdt de maiskolven in haar beide handen en draait ze in tegengestelde richting om ze van hun bladeren te ontdoen. Ruth Chesi vult emmers houtskool bij zodra ze leeg zijn. De elektrische maismolen van Carolina Awuor – die ze huurt voor 15.000 shilling (150 euro) per maand – draait non-stop om meel te maken voor ugali-broodjes. Als de verkopers het rond acht uur eindelijk voor gezien houden, brengen ze hun kasopbrengst naar een nabijgelegen mobieletelefoonwinkel. De telefoniebedrijven in Kenia doen ook dienst als bank – ze incasseren stortingen en maken geld over. Na tientallen jaren uitgesloten te zijn geweest van bankverkeer, kunnen bewoners van sloppenwijken nu hun geld snel en vaak verplaatsen. Ze bewaren het niet langer onder een matras. Mwega, de man van de cosmeticawinkel, sluit zijn zaak om negen uur, nadat hij al achter zijn toonbank heeft gegeten. Via een gordijn gaat hij zijn raamloze woonkamer binnen, achter in zijn hut aan de kant van de straat. Boven op een stereo-installatie staat
Een koffiehuis ten tijde van de presidentsverkiezingen begin maart. (Zie ook p.40.) © Jerome Delay / AP Photo
een elektrische kerstboom. Hij doet zijn glimmend gepoetste schoenen uit en zet ze op een laag tafeltje. Hij is halverwege The Last Don van Mario Puzo, maar hij zegt dat hij liever een thriller van James Pattinson leest. Naast hem ligt een dik woordenboek. De kamer is smetteloos, net als die van veel buren. Kibera ziet er alleen van buiten uit als een sloppenwijk. De vrouw van Mwega haalt water uit een particulier geëxploiteerde kraan op straat, waar ze voor een paar shilling een jerrycan van 20 liter vult. Daarna doet ze de afwas. Volgens Mwega krijgen inwoners van de rijkere wijken in Nairobi water van de gemeente en betalen ze daarvoor een tiende van wat het hier kost. ‘Maar toch ga ik niet verhuizen. Mijn vrienden en mijn zaak zijn hier.’ De avond is vrije tijd en vrije tijd is business. Kappersstoelen blijven nooit langer dan een paar seconden leeg. Voor Ogola Simenon, in zijn salon van anderhalve meter hoog en ongeveer even breed, is dit spitsuur. De ene klant na de andere komt zijn piepkleine deur binnen. ‘Alsjeblieft, waarom niet overdag?’ Hij rekent ongeveer 40 shilling (40 cent) voor knippen, scheren, punten en opkammen. Economen definiëren de Afrikaanse middenklasse als mensen
Kibera figureert in de film The Constant Gardener als de belichaming van de armoede
die minstens 100 dollar per maand verdienen – en dat doen veel van Simenons klanten. Ze houden wat geld over nadat eten, huur en schoolgeld zijn betaald.
Changaa en busaa
Elke vorm van vrijetijdsbesteding is in Kibera voorhanden. Sommige inwoners drinken changaa, een in illegale distilleerderijtjes gestookte drank. Blindheid is nog een van de minder erge bijwerkingen ervan. Iets beter is busaa, een drank van gegiste mais die ter plekke wordt gemaakt in bars zoals die van Mama Sarah. De drank wordt in halveliterblikken geschonken, in plaats van in glazen. En men let er op de kleintjes, zegt de ober, John Wasilwa. Als de maisprijs stijgt, snijdt de bareigenaar een strip van de bovenkant van elk blikje af. Dat hebben de klanten liever dan dat ze meer moeten betalen. En ze lijken er niet minder door te gaan innemen. Rond tien uur ligt een aantal klanten wazig op de lemen vloer, naast een plastic zeil vol geroosterde mais. Anderen gooien lege blikjes naar de obers. Wasilwa smijt ze terug.
Pentagon
Inwoners die meer te besteden hebben, komen samen in kroegen met een betonnen vloer en stoelen met kussens. In het café met de ambitieuze naam Pentagon hangt een grote poster van Barack Obama. Het gesprek gaat over politiek en sport. Dit zou bijna overal kunnen zijn. Een groepje stamgasten drinkt bier van de tap en discussieert over de vraag waarom busaa-kroegen zo lawaaiig zijn. Die mensen hebben vaak niet gegeten, zegt iemand. ‘Stijgt ze recht naar het hoofd’, kraait een timmerman, duidelijk met een gevoel van superioriteit. Overdag is Kibera ruig, maar veilig. Vuurwapens zie
pagina 54 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 54
26-03-13 12:31
horizon
reportage Plastic zak
© Noor Khamis / Reuters
© Noor Khamis / Reuters
je er zelden. Er wordt geen tol geheven, geen beschermingsgeld betaald. De meeste markten kennen geen kartels. De sloppenwijk is zo groot en divers dat er niet een bepaalde etnische groep overheerst. Maar wat overdag gunstig is, wordt in het donker een gevaar. Waar niemand de baas is, hebben overvallers en dieven vrij spel. Sommige inwoners hebben stalen hekken bij de ingang van hun steeg geplaatst en sluiten die ’s nachts af. Wanneer ik het Pentagon wil verlaten, dringen bezorgde stamgasten erop aan dat uw correspondent een lijfwacht huurt als begeleider. Die wordt per mobiele telefoon opgeroepen en verschijnt binnen een paar minuten, gekleed in rode en witte kralen en een rode lendendoek en gewapend met een speer en een fakkel. De meeste lijfwachten in Kibera zijn Masai. Zij staan bekend om hun onverschrokkenheid en loyaliteit – waarvoor ze 50 shilling (50 cent) betaald krijgen.
Lopend door de lege straten horen we muziek opklinken achter dunne muren. Het leven speelt zich nu binnenshuis af. De meeste mensen durven ’s nachts zelfs niet naar een openbaar toilet te gaan. Wie nodig moet, gebruikt daarom thuis een plastic zak en gooit die over een muur. Dit staat bekend als een ‘vliegend toilet’. Iedereen die ’s avonds laat nog buiten loopt, moet dan ook goed omhoog en omlaag kijken. We komen Edith Nyawate tegen, een groenteverkoopster die ook een lijfwacht bij zich heeft. Zij gaat elke avond om deze tijd op weg naar de groothandel in het stadscentrum, om zodra die opengaat haar waren in te slaan en die voor het aanbreken van de dag naar Kibera te brengen. Ze is moe, zegt ze, maar voelt niets voor een baan overdag in een fabriek. ‘Misschien betalen ze je dan wel 50 shilling, maar dat is niet genoeg voor het schoolgeld.’ Sloppenwijkzaken gaan 24 uur per dag door. In een werkplaats voor elektrische apparaten is men om drie uur ’s nacht bezig een order af te handelen. Het eenzame gezicht van een bakker wordt verlicht door de gloed uit de diepte van zijn houtgestookte oven. Augustus Omiti, een priester die belust is op de opbrengst van de collecte, houdt een nachtelijke wake in een kerk van golfplaat met een stevig hek. Zijn gemeente blijft zingend en dansend opgesloten tot de ochtend – voor hun eigen veiligheid, kakelt hij. Ze kunnen nergens zitten, want hij heeft de plastic stoelen van de kerk voor 1.000 shilling (10 euro) verhuurd aan een bruiloft vlakbij. Toch heeft hij goede hoop dat zijn kudde gul zal doneren. De Masai-lijfwacht, die als enige van de bewoners weigert zijn naam te noemen, neemt uw correspondent mee naar een plek waar veel van zijn nachtelijke tochten naartoe gaan. We kloppen op de deur van de Stage Inn, waar feestgangers voor 30 shilling (drie euro) een paar uur kunnen slapen. Een spaarzaam verlichte gang met wanden van golfplaat leidt naar een stuk of twintig kamers met doorzakkende bedden. Vele daarvan zijn nu onopgemaakt en zien eruit alsof iemand er net uit is opgestaan. Wie vertrekt er nu op dit tijdstip? De Masai en de hotelportier wisselen een blik. Een jonge vrouw in een dun jurkje passeert ons op weg naar de gemeenschappelijke wasruimte. Emmanuel Mukhoa, de 35-jarige portier, hoort een klop op de deur en loopt naar een kijkgat, doet dan open en overhandigt een kamersleutel met een zwart label aan een dronken, oudere zakenman met een meisje in zijn kielzog. ‘De meeste gasten ken ik wel. Ze komen op allerlei tijden’, zegt hij, en verlangend voegt hij daaraan toe: ‘Ik wou dat ik er een was.’ Mukhoa is een zeldzaamheid: een betaalde kracht binnen de sloppenwijk. Hij krijgt 5.000 shilling (50 euro) per maand. Zijn werktijden zijn lang, maar regelmatig, hij loopt nauwelijks financieel risico, en toch droomt hij ervan om een eigen zaak te hebben, zoals zijn gasten.
De lijfwacht wordt per mobiele telefoon opgeroepen en verschijnt in een rode lendendoek en gewapend met een speer en een fakkel
ze en kamt haar kroezige bol rood-zwart haar op. Ze heeft genoeg geld om haar kinderen te eten te geven, maar de ochtenden zijn altijd chaotisch en soms mist een van de oudere kinderen het ontbijt. Op weg naar school voegen ze zich bij de rijen arbeiders die richting een van de acht uitgangen van Kibera lopen en daarna hun weg naar hun werk in het eigenlijke Nairobi vervolgen, waar de gebouwen heel wat hoger zijn dan één verdieping. Het duwen en dringen begint weer. Tegen zes uur zijn de weggetjes propvol met mensen die allemaal dezelfde kant op gaan. Onder hen is Jonah Kasiri, de nieuwkomer. Iemand heeft hem werk beloofd op een bouwplaats, en hij volgt een voorman door een wereld die zich nog ten volle aan hem moet openbaren. Jonah is verbaasd dat er tussen al die mensen om hem heen niet één gezicht is dat hij herkent, niet één man die hem een paar shilling zou willen lenen. Maar ook zal niemand er hier iets van zeggen als hij zijn geld uitgeeft aan een fles changaa en zich vanavond na het werk een stuk in zijn kraag drinkt. Het kan ze niets schelen. Er zijn er zo veel, die zich door het hek persen; ze verdringen zich, alsof ze voor een groot feest komen, maar bijna niemand praat met een ander of kijkt zelfs maar op. Ze zijn niet ongelukkig, tenminste de meesten niet. Ze hebben werk en kunnen dingen kopen. Gisteravond sprak Jonah een man die fornuizen verkoopt, en hij hoorde dat die gemakkelijk en goedkoop te repareren zijn. Binnenkort gaat hij zijn kans in die bedrijfstak wagen. Hij kan zich al nauwelijks meer voorstellen dat hij nog terug zou gaan naar zijn dorp.
Chaotisch
De nieuwe dag in de sloppenwijk begint om vijf uur. Wekkers klinken door donkere straatjes, en overstemmen het laatste restje muziek van de nacht. Mevrouw Achieng wordt wakker en wekt ook het groepje kinderen om haar heen op de vloer, wast
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 55
Horizon.indd 55
26-03-13 12:31
horizon
cultuur
Geen half leven leiden
The Believer – San Francisco
De moeder van de Britse schrijfster Jeanette Winterson wilde – behalve ooggetuige zijn van de Slag van Armageddon – niets liever dan dat haar dochter een zendeling van de pinkstergemeente zou worden. Die wens heeft Jeanette nooit vervuld. Maar op elk podium verkondigt zij welbespraakt de boodschap dat boeken ons kunnen verlossen van duistere kanten en is zij pleitbezorgster van het grote belang van een geestelijk leven. Een gesprek met Jeanette Winterson.
O
p literaire avonden vertelt de veelgeprezen Britse schrijfster Jeanette Winterson haar publiek graag dat ‘we elkaar allemaal treffen op de stoep van het verhaal’. Dat kan wel zijn, maar liever had ik haar ontmoet op de afgesproken plek, de internationale luchthaven van Los Angeles. Op de derde etappe van haar Amerikaanse tournee ter gelegenheid van haar autobiografie Why Be Happy When You Could Be Normal? had haar uitgever mij met de taak belast om haar de stad te laten zien. Nadat ik Winterson was misgelopen op de luchthaven, vond ik haar na 55 minuten pure paniek eindelijk terug in hotel Boutique Hollywood. Met open armen en een brede glimlach kwam ze enthousiast de trap naar de receptie af om mij te begroeten. ‘Het is niet jouw schuld!’ riep ze. En daar gingen we. ‘Als ik een popster was, zou ik dit een geweldige tent
vinden’, zei Winterson toen we door de lobby liepen, die ze vanwege de schemerverlichting en het weelderige meubilair lachend met een bordeel vergeleek. ‘Maar dat ben ik niet.’ Ze is echter wel een ster die in 1985 als een komeet aan de literaire hemel verscheen met haar Oranges Are Not the Only Fruit, waarmee ze de Whitbread Award voor de beste debuutroman won. Sindsdien heeft Winterson nog zeventien boeken uitgebracht – fictie, non-fictie en jeugdliteratuur – plus twee filmscenario’s, een toneelbewerking en een grote hoeveelheid journalistiek werk. Haar oeuvre, waarvoor ze in 2006 werd onderscheiden tot Officer in the Order of the British Empire, gaat over zaken als identiteit, de mythische verbeelding, politieke vraagstukken over seksualiteit en de liefde. Haar meest recente roman die in de VS is uitgegeven, Why Be Happy When You Could Be Normal?, beschrijft haar periode van gekte en zelfmoordpogingen, haar herstel en een veelbelovende nieuwe liefde. Het is ook een bewerking van het verhaal dat ze eerder in Oranges had verteld – een tragedie over het volwassen worden van een meisje dat wordt gedomineerd (en vaak geterroriseerd) door haar beklemmende adoptiemoeder, mevrouw Winterson, ‘een flamboyante, depressieve vrouw’ die, behalve ooggetuige zijn van de Slag van Armageddon niets liever zou willen dan dat haar dochter een zendeling van de pinkstergemeente zou worden. In zeker opzicht is die wens van mevrouw Winterson in vervulling gegaan, zij het op een andere manier dan ze zich had voorgesteld. Jeanette is inderdaad een soort zendeling geworden en zet daarbij alle expertise in die ze heeft opgedaan in de opwekkingstenten van haar jeugd. Op elk podium is zij een welbespraakte verkondigster van de boodschap dat boeken het vermogen hebben om ons te verlossen van onze duistere kanten. Een pleitbezorgster van de vreugde van de creativiteit en ook van het grote belang van een geestelijk leven. Winterson roept haar lezers op om naar voren te komen om te worden verlost. ‘Welke keuzes je ook maakt’, hield ze een opgetogen publiek bij Skylight Books in Los Feliz voor, ‘probeer in elk geval geen half leven te leiden.’
‘Er bestaat niet zoiets als de “Verenigde” Staten, want overal waar ik kom is het anders’
In Los Angeles heb ik Winterson vorig jaar ten volle zien leven. Telkens legde ze weer een verbazingwekkende energie en inzet aan de dag, gaf ze met ogenschijnlijk gemak vlijmscherpe interviews voor de krant en de radio, om daarna weer een adembenemende leesavond te geven. Op de laatste dag voordat ze doorvloog naar de volgende stad op haar tournee, sprak ik haar tijdens een ontbijt in de verlaten binnentuin van ‘het bordeel’.
I – Je moet het weer wakker schudden The Believer: een jaar of tien geleden had ik het voorrecht om je een lezing te zien geven in Washington D.C. Destijds had je niet zo uitgebreid door de vS gereisd. in dat afgeladen zaaltje vroeg een van je fans wat je van Amerika vond, en je zei dat het nog het meeste leek op een tienerkamer. Jeanette WInterson: [lacht] BLVr: veel mensen vonden dat grappig, maar er waren ook
mensen geschokt. Ben je, nu je wat langer door de verenigde Staten hebt gereisd, van mening veranderd? JW: Ik heb twee meningen. Eén is: er bestaat niet zoiets als de ‘Verenigde’ Staten, want overal waar ik kom is het anders. Ik heb ontdekt dat er veel verschillende Amerika’s zijn. Er is een angstwekkend Amerika, en er is een vriendelijk Amerika. Ook is er het gestoorde Amerika, dat wil zeggen religieus rechts en die uitgestrekte streek waar veel bijgeloof is, wat voor iemand uit Europa heel bizar is. Het geloof in duivels en demonen en zo… Het is een enorm groot land met zo veel tegenstrijdigheden, dat toch zo vreemd homogeen is, want overal waar je komt, kom je stukjes tegen die er precies zo uitzien als overal elders. Blvr: Ja, het karakter van het kleinsteedse Amerika is grotendeels weggevaagd door de belangen van het bedrijfsleven. in de afgelopen twintig, dertig jaar is het drastisch veranderd. JW: Denk je dat men zich hier bewust is van die ontwikkeling en treurt om wat er verloren is gegaan? Blvr: veel mensen noemen het vooruitgang, maar anderen treuren inderdaad om het verlies. Benjamin Franklin heeft gezegd: ‘Zij die vrijheid opofferen voor veiligheid verdienen geen van beide.’ JW: Daar zullen veel mensen het tegenwoordig niet mee eens zijn, denk ik.
pagina 56 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 56
26-03-13 12:31
horizon
cultuur
uiteindelijk ben je daar toch naar op zoek. Wat mij zo aantrekt in creatief werk en de creatieve sector is dat er daar over het algemeen een hogere mate van betrokkenheid met het leven aanwezig is. Je draait een hoger toerental. Er is meer inzet, meer bewustzijn, meer aandacht. Alsof je te maken hebt met werkelijk levende wezens, met waarachtige energie, in plaats van… Er heerst toch een soort passiviteit onder veel mensen, ze gaan gehuld in schijndood, mist en schemer, omdat ze zich afzonderen van het leven, ofwel omdat dat heel saai is, ofwel ze zijn boos omdat het ondraaglijk is.
BLVR: Dat soort mensen noem ik ‘staande doden’. JW: Precies. Daarom is iedereen tegenwoordig ook zo gek op zombies, denk ik. [lacht]
III – ‘Dus dit is wat ik moest doen!’ Jeanette Winterson. – © Bram Budel / Hollandse Hoogte
BLVR: Nee, de mensen zijn angstig. JW: De moeilijkheid is dat je een ziel hebt, wat dat woord ook voor je betekent. En de reis die je ziel moet afleggen zorgt ervoor dat je risico’s moet nemen, wat soms heel lastig is en je ontzettend onzeker maakt; het zorgt dat je in conflict komt met zowel het gezonde verstand als de sociale norm. Iedereen die betrokken is bij de kunst begrijpt dat, of het nu lezers of schrijvers zijn. Maar aan een groot deel van de bevolking valt dat moeilijk uit te leggen. Die geloven daar helemaal niet in. Ze mogen dan denken dat ze in een ziel geloven, maar niet dat die ziel reist. Zij denken dat het gewoon iets is dat op het laatste moment wordt gered door God en dat alles dan goed komt. Ik ben er eigenlijk niet eens helemaal van overtuigd dat we met een ziel worden geboren. Volgens mij moet je die op de een of andere manier wakker schudden of stimuleren.
II – Opgroeien in een evangelisatietent BLVR: De eerste bijeenkomsten van je tournee zijn heel succesvol. Geniet je van de aandacht en het succes? JW: Ja! Ik zou ietwat psychotisch zijn als dat niet zo was. Het is fijn dat wat ik in mijn leven wilde doen ook heeft gewerkt – voor mezelf en voor anderen. Dat is reden tot vreugde, en ik ben er blij mee. Maar ik heb geen messiascomplex. Volgens mij gaat het
niet om mij. Het werk is heel persoonlijk, maar het gaat om de relatie met anderen die tot stand komt via je werk. Die bijeenkomsten zijn geweldig. Ik bedoel, het is een circus, en ik neem het serieus, maar niet helemaal, omdat ik ben opgegroeid in een evangelisatietent. Daarom heb ik een oneerlijk voordeel ten opzichte van de meeste andere schrijvers. Hoe meer mensen ik voor me zie die iets uit het moment willen halen, des te eerder ik het ze zal geven. Dat heb ik geleerd.
BLVR: Dat kun je zien. Je bent een natuurtalent. Het is bijna theater. JW: Klopt, ja. BLVR: Je leesavonden zijn heel ontroerend. JW: En ik ben er natuurlijk goed in, maar ik steek er ook veel tijd in. Ik weet wat ik ga voorlezen en ik ga nooit iets doen zonder van tevoren te hebben geoefend – nooit. En wanneer het een nieuw stuk is, neem ik het altijd heel zorgvuldig door. Het ziet er spontaan uit, maar dat is het niet. BLVR: Je hebt een geweldig ondersteunend netwerk van onafhankelijke boekverkopers in dit land. JW: Ja, fantastisch. Dat doet me enorm goed. Toen ik samen met Grove Press deze tournee voorbereidde, hebben we besloten om het volledig via de onafhankelijke boekverkopers te doen. Die wilden we graag krachtig ondersteunen. Ze zijn echt betrokken en
BLVR: Op dit punt in je carrière… JW: Vind je dat ik een carrière heb? Dat is wel erg volwassen. Hoe heb ik dat voor elkaar gekregen? [lacht] BLVR: Werk je graag snel? JW: Ja, inderdaad. Als ik eenmaal aan het werk ga, probeer ik het vuurtje op te stoken. Ik zie het als mezelf opwarmen tot een soort verteltemperatuur, en als ik eenmaal op temperatuur ben, kan ik er alles in gooien – banden, oude blikken, matrassen – en dat brandt allemaal op. Het kan me niet schelen hoe chaotisch het beginmateriaal is, ik heb alleen maar het gevoel dat ik doe wat ik moet doen. Later kom ik er wel op terug en werk ik aan een revisie. Met Why Be Happy heb ik de eerste vijftienduizend woorden in twee weken geschreven en hoefde ik er later weinig meer aan te veranderen. Maar dat is erg ongebruikelijk, en het komt ook vaker voor aan het begin van je carrière of juist pas veel later. Ik weet niet waarom dat zo is, maar het volgt een soort
‘Het werk is heel persoonlijk, maar het gaat om de relatie met anderen die tot stand komt via je werk’
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 57
Horizon.indd 57
26-03-13 12:31
horizon
cultuur
‘Ik zie het als mezelf opwarmen tot een soort verteltemperatuur, en als ik eenmaal op temperatuur ben, kan ik er alles in gooien – banden, oude blikken, matrassen – en dat brandt allemaal op’
sprookjespatroon: in het begin vindt de dwaas per ongeluk iets wat hij misschien twintig jaar later bij toeval terugvindt, nadat hij al die tijd eindeloos door het bos heeft gedoold. Why Be Happy was in zekere zin een wonderboek, want het heeft geen moeite gekost. Maar dat kwam omdat ik al 27 jaar dit werk doe. Dus soms krijg je iets cadeau. Er bestaat zoiets als een gratis boek. [lacht]
BLVR: Je schrijft dat je adoptiemoeder, mevrouw Winterson, je een geschenk heeft meegegeven – een ‘duister geschenk’. In je autobiografie vertel je dat ze je verzameling verboden boeken ontdekte die je onder je matras had verstopt. Ze gooide ze uit het raam en verbrandde ze in de tuin. Aanvankelijk worstelde je met het verdriet om al die verloren boeken, maar op een gegeven moment zei je: krijg de klere, ik schrijf ze zelf wel. Vind je dat het grootste geschenk dat ze je heeft geschonken, je schrijftalent? JW: Dat is een goede vraag. Wat vind ik het grootste geschenk dat ze me heeft meegegeven? [stilte] Ik moest me tegen haar afzetten. Maar dat was niet het geschenkgedeelte. Wat ze me heeft meegegeven, in al haar gekte, haar psychotische perioden, haar angsten en haar waanzinnige doctrines, was het besef dat ik voor mezelf een authentiek leven moest zien te creëren. Haar leven was erg onauthentiek, hoewel ik dat woord toen nog niet kende. Het enige wat ik besefte was dat ze een heel ongelukkige vrouw was, omdat ze niet op de juiste plek was. En voor mij gebeurde dat vinden van die juiste plek of de zoektocht naar die juiste plek via taal. Door mijn eigen boeken te schrijven kon ik mezelf beschrijven als mijn eigen verhaal en zat ik niet langer in dat van haar. Dat zag ik meteen. Zodra ik was begonnen, dacht ik: ‘Dus dit is wat ik moest doen!’
IV – ‘Nooit bang om anders te leven’ BLVR: Halverwege de jaren negentig heb je voor nogal wat ophef gezorgd. Toen gaf je als antwoord op de vraag van een journalist wat je favoriete nog levende schrijver was, dat je dat zelf was. JW: [lacht] BLVR: Er wordt nog steeds over gesproken. Critici slepen de messen en beschuldigden je van arrogantie. Maar ik zou je opmerking graag in de context van gender en klassenpolitiek willen trekken. JW: Zo heb ik het niet precies gezegd. Dat is zo’n apocrief verhaal geworden. BLVR: O ja? JW: Ja. Je kent die vraag van journalisten toch wel, waarin ze willen weten wat je de beste boeken van het jaar vindt? Ik was heel boos omdat ze in Engeland niets heel hadden gelaten van mijn Written on the Body. En dat is interessant, want juist met dat boek heb ik Amerika voor me weten te winnen. BLVR: Er zitten zo veel prachtige passages in. JW: En in Engeland was er de vloer mee aangeveegd omdat mijn ex-agent, met wie ik lange tijd een affaire had gehad, een hetze tegen mij was begonnen. Het was een desastreus complot en ik was er bijna aan onderdoor gegaan. Toen had ik er zo de pest in, dat toen ze rond Kerst belden met de vraag wat ik het beste boek van het jaar vond, ik zei: ‘Written on the Body, sodemieter toch op.’ BLVR: En zo is het begonnen. JW: En dat meende ik. Het was een echt krijg-tochde-kleremoment. Ik was zo kwaad dat ik niet aan dat spelletje mee wilde doen. Want ik wilde het literaire spel niet spelen. Ik wilde boeken schrijven, en dat is iets anders. BLVR: Het leidt alleen maar af. JW: Ja. Maar ik ben nu eenmaal het type dat altijd roddels, controverses en mythevorming aantrekt. Sommige schrijvers hebben dat. Dat is iets wat nooit overgaat. Ik ben altijd verbaasd wanneer ik weer dingen lees die uit twintig jaar oude knipsels geplukt zijn. Niemand controleert ze en zodra er iets apocriefs in dat knipselarchief staat, wordt dat natuurlijk als waar beschouwd. BLVR: Zoals wat ik je gisteren vroeg. Ik had gelezen dat je van gin hield. Maar dat moet ‘gym’ zijn. Je fitnesst graag.
‘Ik heb ontdekt dat er veel verschillende Amerika’s zijn. Er is een angstwekkend Amerika, en er is een vriendelijk Amerika.’ – © Owaki/Kulla /Corbis
JW: Ik heb altijd gezegd dat ik een goede schrijver wil zijn. Dat vind ik belangrijk, ik neem mijn werk serieus. In Engeland wordt valse bescheidenheid op prijs gesteld. Maar als je jezelf waardeloos vindt, waarom breng je dan het ene na het andere boek uit? [lacht] Ach, hemel. Maar het is veranderd. Tegenwoordig ben ik nogal geliefd bij de pers, want ik ben er nog.
BLVR: Daar wil ik het graag met je over hebben. Volgens de Britse Times is Why Be Happy aantoonbaar de mooiste en hoopvolste autobiografie die in jaren verschenen is. Had je verwacht dat je boek zo positief zou worden ontvangen? JW: Nee, en inderdaad, ik ben al lang geleden opgehouden me af te vragen hoe het zal gaan, want dat valt toch niet te voorspellen. Ik ben voorbereid op problemen, want ik heb in het verleden zo veel problemen gehad. En ik vind het heel vervelend dat het thema homoseksualiteit er iedere keer weer bij gehaald wordt. Niemand praat over heteroseksuele schrijvers. Waarom dan wel over homoseksuele schrijvers? Dat wordt alleen gebruikt om te kleineren; nooit om een andere reden. Dat zag ik in de recensie van The New York Times. Dan denk ik: bespreken jullie nu mijn boek of hebben jullie het over mijn
pagina 58 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 58
26-03-13 12:32
horizon
cultuur
bieden! Wij zijn nooit bang geweest om anders te leven. Dus laten we niet de fouten en flaters overnemen van een instituut dat aan revisie toe is.
‘Ik wilde het literaire spel niet spelen. Ik wilde boeken schrijven, wat iets anders is’
vriendinnen? Dat vond ik beledigend. Ik had gedacht dat The New York Times daarboven stond. Het gebeurt nog steeds – ook al is het bij homomannen minder, denk ik. Ik verwacht het niet bij een recensie van een boek van Michael Cunningham, dus waarom gebeurt het dan wel bij mij?
BLVR: Het is verfrissend dat je openlijk het idee van een homo-gen hebt verworpen. JW: Al dat deterministische gedoe is zo saai. Het is alleen maar een nieuwe mode in de wetenschap. Dat zal ze al gauw weer gaan vervelen. En al dat stomme gelul over het homohuwelijk: laten we net zo zijn als iedereen. Nou, we zijn niet net zoals iedereen. BLVR: Hoe bedoel je dat? JW: Het homohuwelijk is gekaapt door rechts als een aanval op een heilig instituut en op de normen en waarden van het gezin. Welke normen en waarden? Al onze instituten, die van het gezin of van het huwelijk, van de kerk of de staat, ze zijn allemaal propositioneel. Die zijn niet in steen gebeiteld tot ons gekomen. Ze veranderen en evolueren, net als wij. We amenderen altijd de wetten; het huwelijk is een juridisch concept dat ook aan amendering toe is.
‘Het is niet “en toen, en toen”, waarbij de ene gebeurtenis de andere op de hielen zit’
Het huwelijk is ook een heilige zaak, een zaak van oprechtheid, vertrouwen en betrokkenheid. Soms zijn hetero’s daar goed in. Vaak niet. Het instituut zorgt er niet voor dat een huwelijk werkt, dat kunnen alleen de mensen doen die erin zitten. Maar iedereen wil aangemoedigd worden en ook homoseksuelen maken deel uit van de maatschappij en zouden overal volledig aan mee moeten mogen doen. Toch zou ik ook ons anders-zijn willen inbrengen, niet alleen maar lobbyen voor gelijkheid. Homoseksuelen moesten creatief en tolerant zijn in de manier waarop ze hun familie, leefomstandigheden en seksualiteit vormgeven. Het traditionele huwelijk verkeert duidelijk in een crisis. Wij kunnen hulp
V – ‘Taal in fictie gieten’ BLVR: Poëzie lijkt belangrijk voor je te zijn. Je verwijst er vaak naar, je noemt het ‘de intense kunst’. Toch heb je nooit poëzie gepubliceerd. Is daar een reden voor? JW: Ik schrijft geen gedichten. Ik voel nooit de behoefte om een poëtische vorm te gebruiken. Ik voel alleen de behoefte om taal in een langer stuk fictie te gieten. Poëzie is heel goed voor het vastleggen van een bepaald moment, een emotionele toestand of om een gedachte bloot te leggen, maar ik moet ook een verhaal kunnen vertellen. Dus ik probeer dat binnen mijn proza kwijt te kunnen. Ik hanteer mijn taal heel zorgvuldig en mijn werk laat zich niet zo snel lezen. Dan gaat er veel verloren. Vaak denk ik dat mensen die zich aan mij ergeren te snel lezen. Ik geef ze niet die snelle kick die ze willen. Het is niet ‘en toen, en toen’, waarbij de ene gebeurtenis de andere op de hielen zit. Ze worden onderbroken door allerlei overpeinzingen. BLVR: Het is geen rechttoe-rechtaanverhaal, dat klopt, maar het is wel iets wat je steeds weer kunt herlezen. JW: Ik hoop het. Ik hoef niet zo nodig in één ruk uitgelezen te worden. Boeken die interessant zijn lezen we eerst door omdat we de ontwikkeling van de gedachte willen weten, maar dan gaan we terug en lezen we weer anders. We slaan ze gewoon open en denken: ‘O, wat een prachtige passage’, of we maken een aantekening. En zo zou het moeten gaan. Vanaf de tweede lezing kan een goede tekst op dezelfde manier gaan werken als een gedicht: de tekst kristalliseert tot een soort talisman, in plaats van dat het alleen een stuk verhalend proza is – wat we zo waarderen bij de eerste lezing. Omdat we zo graag willen weten wat erna gebeurt; zo werkt ons brein nu eenmaal. Hoe loopt het af ? Zodra die schattige, maar nogal kinderlijke vraag is beantwoord, zijn we er klaar mee – dat hoeven we niet nog een keer te doorlopen. Als er diepzinnigere dingen worden gezegd, gaan we natuurlijk terug naar de tekst en gaan we niet meer op zoek naar het verhaal. Het is zoals met iemand naar bed gaan voordat je die hebt leren kennen. Zo gaat het ook met het lezen van een boek – dat ene moet eerst en pas wanneer dat achter de rug is, kun je elkaar leren kennen.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 59
Horizon.indd 59
26-03-13 12:32
horizon
BLVR: Dat is nooit een probleem voor je geweest, te weinig boeken lezen. JW: Nooit. Die gewoonte van lezen had ik al vroeg ontwikkeld. Daarom is het is goed om kinderen te interesseren voor boeken, wat ze van nature al graag willen. Een kind vindt niets leuker dan op je schoot zitten of lekker tegen je aan, terwijl jij ze een verhaaltje voorleest. Ik kan me geen wereld zonder boeken voorstellen. Ik vind het boek als object heel verleidelijk, dus dat zou ik nooit kwijt willen. Maar eventueel zou ik me ook kunnen schikken in een terugkeer naar een meer orale traditie. Volgens mij doen we dat trouwens al. We zullen onder ogen moeten zien dat veel mensen niet meer lezen. Die werkelijkheid moeten we aanvaarden, maar we moeten ook proberen haar te veranderen. We zullen een manier moeten zien te vinden om die verhalen bij de mensen te brengen. Daarom zijn die publieke interventies ook zo goed, zoals het organiseren van leesavonden. Daarmee trek je mensen aan die niet lezen, want er wordt een verhaal verteld. In Engeland begint het vertellen van verhalen van de grond te komen. Dus misschien moeten we mensen die zichzelf geen lezer vinden aanmoedigen om naar zulke bijeenkomsten te komen, gewoon om taal te kunnen horen. Dat zal een oergevoel in ze aanwakkeren – om het kampvuur zitten, zoals we honderdduizenden jaren geleden deden. In het boekenvak moeten we leren onconventioneel te denken en enthousiaster onze liefde voor literatuur uit te dragen, zonder mensen met een boek om de oren te slaan en te zeggen: ‘Als je dit niet leest, is er iets mis met jou.’ Hoe meer je wanhoop en pessimisme een kans geeft, zeker als het de vorm of het medium betreft waar je mee werkt, des te meer het een self-fulfilling prophecy wordt en het inderdaad allemaal fout gaat. Je moet het aanpakken alsof je het verandert, alsof je het kunt gebruiken, het kunt winnen, zelfs als je naderhand terugkijkend ziet dat het altijd al gedoemd was om te mislukken. BLVR: Een tijd geleden had je het over de donkere tijden die aangebroken waren. JW: Waarschijnlijk is het een cyclus. Het is niet de eerste keer dat het gebeurt, en vast ook niet de… nou ja, tenzij we onszelf opblazen, is het vast ook niet de laatste. Ervan uitgaande dat we blijven leven, denk ik dat we hier wel weer uit zullen komen. Dit is een belangrijk moment voor de mensheid – in termen van hoe we evolueren, of we alles onder controle kunnen krijgen: onze hulpbronnen, onze agressie, hoe we het soort mensen kunnen worden dat we graag zouden willen zijn. Misschien is dit wel de grootste uitdaging waar we ons ooit mee geconfronteerd hebben gezien – een onderdeel daarvan is hoe we onze geest gebruiken, hoe we onze intelligentie gebruiken, hoe we creatief reageren op de situatie waar we in zitten. Als ik naar de jongeren kijk, stemt me dat hoopvol. Ik voel geen wanhoop. Zij willen een wereld. Die willen zij erven, die willen ze creëren.
cultuur BLVR: Laatst heb je gezegd: ‘Als we het verkloten, hebben we dat alleen aan onszelf te wijten.’ JW: Dat gevoel heb ik heel sterk. Daarom geldt voor iedereen die de kans krijgt om ook maar iets heel kleins te doen – of je nu één iemand beïnvloedt of velen, of je nu iets in je buurt verandert of op een veel hoger niveau – het is de moeite waard om te doen. Ik geloof heilig in het stapeleffect: als we allemaal een klein stukje doen, verandert uiteindelijk alles. Daarom is de sfeer van passiviteit en apathie zo zorgwekkend: dat iedereen denkt dat het toch niet uitmaakt. Gewoon je afval op straat gooien, ach, wat maakt het uit? Maar als er twee miljoen keer afval op straat wordt gegooid, wordt onze wereld een zwijnenstal. Elk klein dingetje dat we doen – en dat geloof ik echt – verandert op minieme schaal de situatie waarin we zitten, ten goede of ten kwade. En daar hoort trouwens ook het schrijven van boeken bij. Ik vind echt dat een schrijver of kunstenaar met beide benen in de wereld hoort te staan, er volledig deel aan moet nemen. Dat is geen ivorentorenkletskoek. Het gaat om leven in de wereld die we hebben, er een bijdrage aan leveren en die wereld proberen te veranderen.
VI – Heel kunstmatig BLVR: In je autobiografie schrijf je dat het je op je zoektocht door de canon van Engelse proza-auteurs opviel dat het vooral mannen waren. Dat brengt me op het concept van de ‘muze’, dat altijd voornamelijk door mannen werd bepaald en bedacht. Wat is voor jou de essentie van de muze? JW: Hmm. Ik word niet rechtstreeks geleid door een muze, hoewel de liefde mij wel altijd inspireert. Misschien is het wel de symbolische liefde, zoals Dante die in de Divina Commedia op zoek gaat naar zijn Beatrice. Zij is geen persoon, maar een symbool – dat is volgens mij het beste woord. En dat is in al mijn boeken het geval; er is altijd dat verlangen, die zoektocht. Het zijn allemaal queesten. Dat is mijn muze, denk ik. Maar ik vraag me af of de muze nog bestaat. Het uitbannen van het vrouwelijke en de vrouw in onze cultuur is een ernstige zaak. We zien haar opduiken in haar schaduwgedaanten, zowel in religieus als in creatief opzicht, maar we zien ook dat ze helemaal wordt geweerd. Dat is griezelig. Er bestaat nog steeds een mannelijke hegemonie. Het is veranderd, maar niet wezenlijk. Nog steeds worden mannen veel serieuzer genomen, of beter gezegd: zij worden van meet af aan serieus genomen en vrouwen moeten dat verdienen. BLVR: En zichzelf voortdurend bewijzen. JW: Het is heel vreemd. Het gebeurt alsof het iets heel natuurlijks is, zoals de zwaartekracht, wat het natuurlijk niet is. Het is propositioneel. Telkens wanneer iets traditioneel of natuurlijk wordt genoemd, weet je dat het eigenlijk heel kunstmatig is.
‘Ik vind echt dat een schrijver of kunstenaar met beide benen in de wereld hoort te staan, er volledig deel aan moet nemen’
een woord te kijken. Eigenlijk betekent het alleen maar dat een schrijver helemaal op zijn plaats is en dat die plaats jezelf zou moeten zijn. Dat is de kracht van de stem, dat onmiskenbare gevoel dat je weet wie je voor je hebt. Je zou een boek moeten kunnen oppakken en dan na een paar pagina’s kunnen zien wie het is doordat zijn of haar stem er zo krachtig in doorklinkt. Die schrijvers zijn meestal de beste; ze zijn blijvend, omdat ze anders klinken dan de rest. Als je Faulkner oppakt, weet je dat het Faulkner is; je weet wanneer het Hemingway is. Je kunt ze horen en dat is prachtig. Je weet wanneer het Virginia Woolf is; je weet wanneer het Emily Dickinson is – zelfs zonder de gedachtestreepjes.
BLVR: En je weet heel zeker wanneer het Gertrude Stein is. JW: Ja, je weet niet wat ze bedoelt, maar je weet wel wie het is! [lacht] Dat is het aantrekkelijke, volgens mij, want het is net zoiets als de telefoon oppakken en een stem horen die je kent en die je heel graag hoort. Daar zijn we in een echt goede schrijver naar op zoek – we zoeken dat bekende en die vertrouwdheid, en we vinden het heerlijk omdat we weten dat ze iets gaan zeggen wat we nog niet eerder hebben gehoord. Dus het is die twee dingen samen, het nieuwe van wat er wordt gezegd, het verrassende van wat er wordt gezegd en de aangename vertrouwdheid van: dit is een stem die we kennen. Die dingen samen hebben een zeer krachtige uitwerking op ons mensen. Misschien is dat wel de verleidelijkste combinatie: iets nieuws en verrassends dat wordt gezegd door iemand die we kennen en van wie we houden. Daar ben ík naar op zoek en dat zijn de schrijvers die ik de beste vind. En het woord genie mag je gebruiken omdat ze in zichzelf gesitueerd zijn. Andrea Tetrick
BLVR: Het woord ‘genie’ wordt te pas en te onpas gebruikt in de kunstwereld. Vind je dat die karakteristiek op een van je collega’s van toepassing is? JW: Het is eigenlijk een heel eenvoudig woord. Het gaat over je plaats. Genie gaat om waar je gesitueerd bent. Soms is het goed om naar de etymologie van
pagina 60 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
Horizon.indd 60
26-03-13 12:32
cartoon 360 selecteert cartoons van tekenaars wereldwijd
Falco â&#x20AC;&#x201C; Š Cartoon Movement.
30 maart tot 13 april 2013 nr. 30 pagina 61
Cartoon.indd 61
26-03-13 16:10
media
KLEINKINDEREN GEZOCHT De ‘dwaze moeders’ werden oma’s, maar ze geven de strijd niet op. Eind jaren tachtig droeg de Britse rockband U2 het nummer Mothers of the Disappeared op aan las Madres de Plaza de Mayo, de Moeders van het Meiplein. Deze beweging met de geuzennaam ‘Dwaze Moeders’ liep in 1977 haar eerste protestrondes op het centrale plein van de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires en doet dat nu, 35 jaar later, nog steeds. Iedere donderdagmiddag vragen de vrouwen, die witte hoofddoeken dragen, stilzwijgend aandacht voor hun familieleden die verdwenen tijdens het schrikbewind van president Videla. In de bekroonde documentaire De dwaze oma’s van Argentinië van Alexandre Valenti vertellen de (inmiddels) grootmoeders over de zoektocht naar hun gestolen kleinkinderen. Kleinkinderen die ze nooit hebben gezien, omdat deze ter wereld kwamen in militaire martelcentra en zijn verkocht aan echtparen die de dictatuur wél steunden. De film laat zien hoe de Dwaze Moeders zijn uitgegroeid tot een mensenrechtenorganisatie van formaat en hoe ze alles op alles zetten om de vijfhonderd apropiados op te sporen. Door middel van bloedtesten proberen onderzoekers de identiteit van de gestolen kleinkinderen te achterhalen. De eerste die op deze manier werd teruggevonden is Paula Eva Logares. Als onderzoek de bloedband tussen haar en grootmoeder Elsa aantoont, verzet Paula zich aanvankelijk, maar uiteindelijk breekt het meisje met haar ‘ouders’. Er zijn inmiddels 107 kleinkinderen opgespoord, en de dwaze oma’s geven de strijd nog niet op. Tamara van den Berg
Holland Doc: De dwaze oma’s van Argentinië Woensdag 3 april, Nederland 2, 23.00-0.35 uur
Rechtvaardiging De regering-Bush moest de Irak-oorlog zien te ‘verkopen’. Jammer dat Saddam Hoessein zijn chemische massavernietigingswapens voor 2003 heeft weggedaan, gaat het grapje onder diplomaten, anders had hij ze door wapeninspecteurs van de Verenigde Naties kunnen laten vernietigen en was de reden voor de Irak-oorlog weggevallen. De rechtvaardiging voor president George W. Bush en zijn bondgenoot Tony Blair om Irak in maart 2003 binnen te vallen was nu juist Iraks weigering VN-inspecteurs toegang te verlenen tot dat vermeende arsenaal aan massavernietigingswapens. Om de VN te overtuigen van de noodzaak van militair ingrijpen hield minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell in februari 2003 een powerpointpresentatie voor de Veiligheidsraad die moest bewijzen dat Irak wel degelijk massaver-
© Elise Amendola / AP
Een selectie uit de buitenlandberichtgeving van de VPRO op televisie, radio en internet.
agenda
Donderdag 4 april, Nederland 2, 23.50-0.50 uur
Vier het La Pauline Feest mee!
Andreas Kieling: Mitten im wilden Deutschland Reis langs de grens tussen ex-BRD en ex-DDR Maandag 1 t/m vrijdag 5 april, Arte, 19.30-20.15 uur
Peter Diamandis (Abundance) acht alle wereldproblemen oplosbaar Maandag 1 april, Nederland 2, 22.15-23.10 uur
De Uil van Athena: Amish, a secret life Portret van Amish-familie die haar isolement wil doorbreken Donderdag 4 april,
Maak nu kennis met deze volromige zachte wijn. Vier het feest mee en ontvang het La Pauline Feestpakket t.w.v. € 140,89 NU voor slechts € 34,95 per pakket! Gratis thuisbezorgd. U krijgt: • 5 flessen heerlijke rode 2011 La Pauline XXV d’Argent • GRATIS een fles bruisende 2012 La Pauline Prosecco • GRATIS een Jaar lidmaatschap t.w.v. € 14,• GRATIS een Luxury Wellness Voucher t.w.v. € 75,Dit aanbod geldt tot 12 april a.s. BESTEL NU!
or NU vo95 , 4 3 €
Bestel via deze bestellink: www.wijnbeurs.nl/360 gebruik voor gratis verzending actiecode: GR25LP
wil de politiek in Zondag 7 april, Arte, 0.05-1.25 uur
Ga naar www.wijnbeurs.nl/360 of vul de bon in en stuur deze in een ongefrankeerde envelop naar: De Wijnbeurs, Antwoordnummer 616, 8400 VB Gorredijk
Jailhouse girls Drieluik over vrouwengevangenis Holloway Prison in Londen Canvas, 22.30-23.15 uur
La Pauline is ontstaan als ‘Uw Grand Cru voor alle dag’. Gemaakt van dezelfde druivensoorten en bereid op dezelfde wijze als de Grands Crus in Bordeaux, maar dan voor een zeer betaalbare prijs.
uline La Pa akket Feestp 140,89 t.w.v. €
Senegalese worstelinstructrice
Maandag 8 april,
La Pauline is de trots van de Wijnbeurs. En al sinds 1988 de meest thuisbezorgde wijn van Nederland. Dit jaar bestaat La Pauline 25 jaar! Reden voor een feestje. Daarom is er speciaal voor u een aantrekkelijke lezersaanbieding samengesteld, waarmee u zéér voordelig met La Pauline kennis kunt maken met feestelijke cadeaus! “La Pauline, al 25 jaar ons visitekaartje.” Franz Lampe, Wijndirecteur van de Wijnbeurs
Tegenlicht: Overvloed
Madame Tyson
VPRO+AD.indd 62
VPRO Import: Oorlog te koop
Advertentie
Canvas, 23.40-0.30 uur
pagina 62 nr. 30 30 maart tot 13 april 2013
nietigingswapens bezat. Inmiddels weten we dat de CIA, die de gegevens voor de presentatie aanleverde, zich daarbij baseerde op leugenachtige verklaringen van een Iraakse overloper die Saddam Hoessein ten val wilde brengen. Tegenwoordig betreurt Powell zijn optreden voor de Veiligheidsraad. Het kostte minstens honderdduizend Iraakse burgers en meer dan vierduizend Amerikaanse militairen het leven. Was het een ‘foutje’ of doorgestoken kaart? De Deense documentaire Oorlog te koop richt zich op de veertien maanden voorafgaand aan de Irak-oorlog, waarin de invasie politiek en publicitair door de regering-Bush werd ‘verkocht’. Een groot aantal direct betrokkenen wordt geïnterviewd, onder wie VN-wapeninspecteur Hans Blix en CIA-agent Joseph Wilson, die de fabel over Iraakse uraniumimport uit Afrika doorprikte. Ulrik Unger
JA, ik maak graag kennis met La Pauline en bestel __________ La Pauline Feestpakket/ten á € 34,95 Voorletters: Achternaam: Afleveradres: Postcode: Woonplaats: Emailadres: Telefoon: Betaling per factuur na aflevering
Advertentie 105 x 161 mm 360 Magazine_La Pauline feest .indd 1
26-03-13 13:59
26-03-13 16:42
AdAdvertenties.indd Magzine_360.indd631
25-02-13 26-03-1316:45 13:35
Oranje is kansen zien
Nederland ligt vol met kansen. Daarom helpt ING ondernemers nieuwe kansen te ontdekken. En te benutten. Zo delen we graag onze sectortrends en regio kennis, organiseren we evenementen en netwerkactiviteiten. Ook zijn er extra relatiemanagers aangenomen om u goed en snel van dienst te kunnen zijn. Wilt u weten wat we voor u kunnen betekenen? Kijk op ING.nl/zakelijk.
Advertenties.indd 64 ING1500_Adv. Weiland_250x335.indd 1
26-03-13 20-03-13 13:36 16:18