Macro Weekly Zijn centrale banken de weg kwijt?
Economisch Bureau
Nick Kounis +31 20 343 5616
19 oktober 2015 De centrale banken liggen onder vuur. De Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve) lijkt afstand te nemen van de lang verwachte eerste renteverhoging dit jaar. De Europese Centrale Bank (ECB) neigt tot intensivering van de kwantitatieve verruiming (quantitative easing – QE); volgens velen werkt dit programma echter niet. En in beide regio's ligt de inflatie onder het doel van de centrale bank. Volgens ons is de kritiek te hard. Zowel uitstel door de Fed als meer QE door de ECB lijkt redelijk, gezien de veranderende omstandigheden, d.w.z. meer neerwaartse risico's, krappere financiële omstandigheden en meer disinflatoire druk. De Fed zou wel beter kunnen communiceren en de ECB zou haar beleid sneller en doortastender moeten versoepelen. "Je weet niet waar je mee bezig bent!"
financiële spanningen? Natuurlijk weet niemand dat precies,
Als een voetbalclub faalt, is de trainer vaak de gebeten hond.
maar hadden we dat risico willen nemen?
Veel commentatoren lijken op dit moment net zo te reageren op de grote centrale banken. Ze oefenen kritiek uit op zowel de
Centrale banken halen inflatiedoel niet
Fed als de ECB en twijfelen aan de geloofwaardigheid van
% j-o-j
beide instellingen. Dat is pijnlijk want geloofwaardigheid is essentieel voor het succesvol opereren van een centrale bank.
4 3
Koerswijziging wordt gezien als bewijs van falen De kritiek van de cynici luidt ongeveer als volgt. De Fed durft niet meer. De Fed heeft niet de moed gehad om in september de rente te verhogen en lijkt nu afstand te nemen van een eerste rentestap nog dit jaar. De Fed communiceert niet consequent en zet beleggers daardoor soms op het verkeerde been. De ECB lijkt aan te sturen op uitbreiding en verlenging van het QE-programma. "Waarom zou je een programma dat niet werkt intensiveren?" roepen de critici. Wanneer de feiten veranderen... Deze kritiek lijkt te hard. De legendarische econoom John Maynard Keynes zei ooit "wanneer de feiten veranderen, verander ik van mening. En u, meneer?" En de feiten zijn de afgelopen maanden inderdaad veranderd. De wereldwijde groeivooruitzichten zijn zwakker geworden. De neerwaartse risico's met betrekking tot China en andere opkomende markten zijn duidelijker naar voren gekomen. De spanningen die hierdoor zijn ontstaan - en die eigenlijk pas sinds de koerswijziging door de Fed zijn afgenomen - hebben geleid tot krappere, minder liquide, financiële markten. De daling van de grondstoffenprijzen en van de wereldwijde prijzen van
2 1 0 -1 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 Eurozone HICP VS kern inflatie (PCE) Doel Bron: Thomson Reuters Datastream, ABN AMRO Economisch Bureau
Sentiment China en OM gaat op den duur stabiliseren Als een renteverhoging door de Fed onherroepelijk leidt tot beroering in de opkomende markten, kunnen we ons afvragen of uitstel van die renteverhoging wel zin heeft en niet alleen maar uitstel van executie betekent. Hierin schuilt een kern van waarheid, maar hopelijk geeft uitstel de opkomende markten extra tijd om hun economische basis te verstevigen. Een essentiële voorwaarde is dat er tekenen van een minder negatieve ontwikkeling van de Chinese groei zichtbaar worden. Beleggers krijgen dan meer vertrouwen in het scenario van een zachte landing of geleidelijke vertraging. Wij denken dat dit in de komende maanden gaat gebeuren.
fabrieksgoederen heeft de disinflatoire krachten versterkt. De economie van China blijft vertragen, maar de De contrafeitelijke gedachte In deze discussie wordt er soms aan voorbij gegaan, wat er zou zijn gebeurd als de centrale banken anders hadden gehandeld. Als de Fed bijvoorbeeld in september wel de rente had verhoogd, zouden dan de spanningen in de opkomende landen sterk zijn toegenomen, met als gevolg meer algemene
kredietgroei en onroerendgoedsector verbeteren De economische cijfers die vannacht gepubliceerd zijn, laten zien dat de geleidelijke afkoeling van de Chinese economie doorgaat. De officiële BBP-cijfers lieten een zeer lichte groeivertraging zien van 7,0% jaar-op-jaar in het tweede