De Schildwacht Januari 2017 - nr. 01
Voorwoord
Wordt 2017 het jaar van de waarheid?
Maandelijks tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart - Afgiftekantoor: Brussel X - P109013
de militaire vakbond
Voorwoord
Wordt 2017 het jaar van de waarheid? VOORWOORD DOOR YVES HUWART | SECRETARIS-GENERAAL
In de zomer van 2016 namen we kennis van een ambitieuze Strategische visie die Defensie opnieuw een toekomstperspectief diende te geven. Midden oktober dropte de regering een bom onder diezelfde Strategische visie door de aankondiging van desastreuze pensioenmaatregelen. Gevolg: een ongeziene puinhoop, waarvan nog niet geweten is hoe, maar vooral wie er het komende jaar zal instaan voor het puinruimen. Er zijn ongetwijfeld leukere openers te bedenken bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar. Maar de situatie is wat ze is. Sinds 12 december 2016 bezoeken we in gemeenschappelijke vakbondsfront de verschillende eenheden om de militairen zo correct mogelijk te informeren over waar we vandaag staan met betrekking tot de aangekondigde principebeslissingen van 16 oktober 2016 inzake de afschaffing van de ambtshalve pensionering, alsook de afschaffing van de voordelige loopbaanbreuk voor de berekening van de militaire rustpensioenen. Bij iedere infosessie worden we geconfronteerd met talrijke blikken van ongeloof. Een Strategische visie uitvaardigen waarbij het objectief van de regering er onder meer in bestaat om te evolueren naar een jonger leger en terzelfdertijd de oudere militairen langer bij Defensie houden, stuit op zeer veel onbegrip. Onbegrip dat toeneemt wanneer in de toekomst heel wat ondersteunende taken zullen worden uitbesteed, terwijl net daar de opportuniteiten liggen in het kader van ‘werkbaar werk’.
2
De Schildwacht
Prompt ontstaan er speculaties over verborgen agenda’s om de toekomst van Defensie te ondermijnen. Sommigen gaan nog een stap verder en vrezen dat het ondermijnen van Defensie een hoger doel moet dienen in uitvoering van bepaalde partijpolitieke programma’s. Het is het soort van intentieprocessen die ontstaan wanneer het beleid blijk geeft van incoherentie. Intussen zitten we als vakbond niet stil. Behalve antwoorden formuleren op talrijke vragen, zoeken we mee naar oplossingen om uit deze impasse te geraken. Een bezoek aan het Nationaal Pensioencomité op 23 januari 2017 ligt inmiddels achter ons. Talrijke contacten achter de schermen moeten aanvaardbare oplossingen teweegbrengen. Voor heel wat militairen wordt het afwachten waar we in het debat over de zware beroepen zullen eindigen en in welke mate men voor de militairen een billijke regeling zal voorzien voor het bijzondere beroep dat we uitoefenen. Alleen het beste zal voldoende zijn
als blijk van erkenning en respect vanuit de samenleving voor de inzet en opofferingen die militairen bereid zijn te leveren in het belang van haar burgers. Na de vele politieke intentieverklaringen van het afgelopen jaar, wordt het uitkijken naar de werkelijke realisaties op zowel het vlak van de investeringen als de implementatie van de Strategische visie. Voornemens over investeringen in nieuw materieel moeten dringend worden omgezet in contracten met uitzicht op toekomstige leveringen van performante wapensystemen. Op personeelsvlak dient de 'contractbreuk' te worden hersteld met vertrouwenwekkende maatregelen die verder reiken dan milderende ‘snoepjes’ in de uitvoering van de aangekondigde pensioenregeling. 2017 mag niet opnieuw het jaar van opeenvolgende intentieverklaringen worden. Het moet het jaar worden van geloofwaardige realisaties. Als militaire vakbond wensen we u en uw naasten alvast een gezond en voorspoedig 2017.
De Schildwacht Januari 2017 - nr. 01
Foto: Orban Daniel
Colofon
2
Voorwoord Wordt 2017 het jaar van de waarheid?
De Schildwacht is het maandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd. Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992).
4
Taalgemengde detachementen nadelig voor operationele doeltreffendheid en veiligheid
6
Hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing
8
Studieperiodes: ‘gratis’ is gedaan, maar regularisatie wordt mogelijk!
Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie: Concetto Bandinelli Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14 Fax: 02 245 73 01
10
EUROMIL Congres en Presidium meeting in Brussel
12
Afgevaardigden in beeld
14
Dossier ‘pensioenen’: de ballade van de informatievergaderingen
BE32 2100 6234 6602 BIC: GEBABEBB BE57 0682 3639 9535 BIC: GKCCBEBB
Foto cover: Orban Daniel
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
Volg ons op Facebook EUROMIL
European Organisation of Military Associations
De Schildwacht
3
Info
Taalgemengde detachementen nadelig voor operationele doeltreffendheid en veiligheid Dat de operatie ‘Vigilant Guardian’ (OVG) een aanzienlijke belasting met zich meebrengt voor Defensie en haar personeel is intussen bekend. Vandaar wordt er regelmatig geopteerd om detachementen samen te stellen van verschillende eenheden en taalstelsels. Dit kan een negatieve impact hebben op de veiligheid en de betrokken militairen onnodig in gevaar brengen. Het is intussen genoegzaam bekend dat de operatie ‘Vigilant Guardian’ (OVG) ter bescherming van de kritieke infrastructuur, een aanzienlijke belasting met zich meebrengt voor Defensie en haar personeel. Door haar aard en omwille van het gehanteerde dreigingsniveau, is deze missie in het bijzonder erg personeelsintensief. Daarnaast draagt haar lange duur ook bij aan de grote druk op zowel de militairen als de organisatie. Vandaar dat er regelmatig voor geopteerd wordt om detachementen samen te stellen van verschillende eenheden. Op zich is dit een logische beslissing; ze laat immers toe de werklast beter te spreiden over een grotere groep eenheden en mensen. Verder biedt het de eenheden de gelegenheid alsnog delen van hun opleidings- of trainingsprogramma af te werken. Deze praktijk heeft echter een keerzijde; eentje zelfs met po-
4
De Schildwacht
tentieel zware gevolgen voor de operationele doeltreffendheid én voor de veiligheid van de ingezette manschappen. Door te opteren voor taalgemengde detachementen, met Nederlandstalige en Franstalige militairen in dezelfde kleine basiscel (peloton, sectie, team) en bevolen door een jong kaderlid dat de tweede landstaal onvoldoende machtig is, creëert men ernstige communicatieproblemen. Deze kunnen in crisissituaties en tijdens omstandigheden met hoge stress en veel chaos, de goede werking van de basiscel ernstig compromitteren, een direct negatieve impact hebben op de militaire effectiviteit en uiteindelijk ook de veiligheid van de betrokken militairen onnodig in gevaar brengen. Hierna wordt door een van onze lezers enkele omstandigheden geschetst, die zich in de realiteit terdege voorgedaan hebben de voorbije periode en die een goede
illustratie vormen van de ernst en draagwijdte van deze kwestie. We beperken ons tot een synthese van de getuigenissen van een groep militairen. − “Een sectie beveiligt treinstation X. Team A bevindt zich aan de hoofdingang en heeft een incident. Dit team roept een snel interventieteam – de quick reaction force QRF (van dezelfde sectie) - op en deze antwoordt: "roger out". Team A gaat ervan uit dat het bericht begrepen is en probeert de situatie onder controle te houden. Na 15 minuten heeft team A de situatie opgelost maar de QRF is nog steeds niet aangekomen. Na het incident gaat team A naar de rustzone, waar de QRF zich bevindt, en vraagt om uitleg. Daar blijkt dat de QRF het bericht verkeerd begrepen had en dat zij naar een andere locatie dan de hoofdingang gegaan is. Omdat zij hier niemand zagen en geen probleem ondervonden, is de QRF
dan op eigen initiatief terug naar
de rustzone gegaan.” − “Een verbindingsofficier (LO – liaison officer) van de Spoorwegpolitie (SPC) krijgt een bericht via de radio van één van de militaire wachtposten. Deze vraagt de onmiddellijke steun van de SPC. Zij hebben met name een persoon staande gehouden die zich erg verdacht gedraagt en die een heel vreemde vest aan heeft, waarbij spontaan gedacht wordt aan een zelfmoordvest. De twee LO’s van de SPC hebben het bericht niet begrepen. Daarom vragen ze om het bericht te herhalen in een andere landstaal. Dit lukt niet voor die sectie. Niemand in die sectie, noch geen van beide LO’s is de andere landstaal machtig. Veel tijd gaat verloren, waardoor het incident allesbehalve adequaat afgehandeld wordt. Mocht het een echte bomgordel zijn geweest, waren de gevolgen niet te overzien.” − “Luchthaven van Zaventem, 22 maart 2016. Het peloton dat op die dag aanwezig is, is eveneens samengesteld uit soldaten van beide taalstelsels. Na de ontploffingen, door de grote chaos en ernst en de complexiteit van de situatie, komt iedereen – het kader inbegrepen - in een soort van stresstoestand met als werktuigelijke reflex het gebruik van de eigen landstaal voor alle radiocommunicatie. Een deel van de manschappen van het peloton is de taal van de rest van de groep echter onvoldoende machtig en heeft dan ook geen of slechts een onvoldoende idee van wat er gebeuren moet. In het bijzonder in een situatie
waarin letterlijk iedere seconde telt om verder gevaar af te wenden, de zone opnieuw veilig te maken en medische steun te verlenen, is een vlotte communicatie waarin ieder bevel en ieder woord dadelijk en zonder enig spatje twijfel begrepen wordt, onontbeerlijk. Meer zelfs, het kan een kwestie van leven of dood zijn.”
Foto: Patrick Brion Commentaar ACMP-CGPM De kwestie die in bovenstaande getuigenissen aangehaald werd, beperkt zich niet tot de operatie ‘Vigilant Guardian’ en is ook niet nieuw. Een correcte taalsamenstelling van de militaire detachementen bij iedere operationele inzet en de verificatie van de communicatiemogelijkheden met de andere veiligheidsactoren, zijn een conditio sine qua non voor missiesucces. Onvoldoende aandacht voor deze elementen kan bovendien de veiligheid van betrokken militairen in het gedrang brengen. Militairen die met elkaar een riskante missie uitvoeren, moeten er immers niet alleen van overtuigd zijn dat de collega’s met wie ze samenwerken de juiste drills ken-
nen en kunnen hanteren als er op hen geschoten wordt of wanneer er ander gevaar dreigt. Maar ze moeten tijdens de toepassing van deze drills en de uitvoering van de orders ook onmiddellijk en zonder enige aarzeling of twijfel de acties met mekaar kunnen coördineren, de bevelen correct uitvoeren en alle informatie tijdig, juist en volledig doorgeven. Dezelfde taal spreken of de grondige kennis bezitten van de andere landstaal zijn dus op het niveau van de laagste tactische echelons onontbeerlijk. Ook al omwille van de onzekerheid, chaos, stress, de geestelijke en lichamelijke belasting en de intensiteit die gepaard gaan met dergelijke risicosituaties. Aangezien van de kaders op deze echelons (wettelijk) enkel een elementaire kennis van de andere landstaal vereist is, betekent dit dat deze formaties bij een operationele inzet in de praktijk van hetzelfde taalstelsel dienen te zijn. Deze noodzaak werd ten andere in het verleden reeds expliciet erkend door de defensiestaf en dan ook in een richtlijn vastgelegd. Zo stelt de ‘Operational Doctrine Publication’ aangaande de ‘Task Organization van landformaties’ (ACOT – ODP – MEDCAP – CCLA) uit 2006 dat het peloton (en dus ook de secties of teams) en de compagnie bij de werkelijke inzet steeds van hetzelfde taalstelsel dienen te zijn. De ACMP-CGPM vraagt dan ook dat deze voorschriften eveneens voor de operatie ‘Vigilant Guardian’ zouden worden toegepast.
De Schildwacht
5
Rechtspositie
Hoedanigheid van Rijksambtenaar door overplaatsing Binnenkort zal elke militair zich kunnen kandidaat stellen voor een vacante betrekking bij het Openbaar ambt. De noodzakelijke reglementaire basis werd gelegd zodat een transfert mogelijk wordt om in betere omstandigheden dan vroeger de hoedanigheid van Rijksambtenaar te bekomen. Eén van de drie statutair wettelijke mogelijkheden van externe mobiliteit wordt hierbij een realiteit! Nieuwe opportuniteiten Voorheen was het zo, dat de federale overheid expliciet een oproep moest richten aan militairen, vooraleer deze zich kandidaat konden stellen voor een vacante functie, welke geregeld werd door een ‘georganiseerde transfert’. Dit zal blijven bestaan, maar een nieuwe opportuniteit zal het licht zien: elke militair zal zich kandidaat kunnen stellen in het kader van een vergelijkende selectie, open voor iedereen. Hiermee wordt er een barrière gesloopt! Wijzigingen Deze realisatie is tot stand gekomen door de wijziging van een bestaand koninklijk besluit. Hierbij werd voorzien dat ALLE militairen (hetzij van het beroepskader alsook van het kader ‘beperkte duur’ (BDL)) in aanmerking zouden komen voor alle vacatures die door Selor (het selectieorgaan van de federale overheid) worden uitgeschreven. Hierdoor dienen de militairen geen ontslag meer te
6
De Schildwacht
Foto: Jürgen Braekevelt nemen wanneer zij geselecteerd worden. Deze overplaatsing heeft het voordeel dat men de anciënniteit (zowel de dienst- als de baremische anciënniteit) kan overhevelen en aldus kan genieten van een weddeschaal in overeenstemming met z’n categorie en militaire graad.
met het niveau van de militair in kwestie. Zo zal bijvoorbeeld een onderofficier van het niveau C die een academische titel op zak heeft, niet kunnen solliciteren voor een vacante job van het niveau B. Indien de militair dat toch wenst te doen, zal hij zich moeten aanmelden bij Selor als een ‘gewone’ kandidaat, waardoor zijn militaire geschiedenis niet in rekening wordt gebracht, zoals voorzien in het kader van een ‘overplaatsing’.
Belangrijkste kenmerken
Eens Rijksambtenaar, wordt echter wel de mogelijkheid geboden aan het personeelslid om mee te doen aan selectieprocedures om op te klimmen in niveau en bijgevolg ingeschaald te worden in een hogere weddeschaal. De nieuwe bepalingen hebben dus niet tot doel om de verworven competenties te laten valoriseren voor een functie bij het openbaar ambt, waarvoor een hogere academische titel vereist is dan diegene waarvoor men bij Defensie was aangeworven.
We onderstrepen dat de vorm van overplaatsing rekening houdt
De door Selor geselecteerde militair zal gedurende één jaar ter
Gelet op de recente wijzigingen in de militaire statuten, zullen de officieren en de onderofficieren niveau B opgenomen worden in de graad van administratief of technisch expert en zullen zij betaald worden volgens de overeenstemmende weddeschaal.
beschikking gesteld worden. In
deze periode zal er een evaluatiegesprek plaatsvinden en zal er een beslissing genomen worden over een GO/NO GO voor een definitieve overplaatsing. Vanaf de ‘ter beschikkingstelling’, zal de militair overgaan naar de klasse of de graad van de functie waarvoor hij zich heeft kandidaat gesteld. Hij zal in die hoedanigheid betaald worden. Indien zijn militaire wedde (met inbegrip van eventuele toelagen of premies zoals toelage voor geselecteerde, meesterschapstoelage, vormingstoelage, commandotoelage, staffunctietoelage, weddesupplement, …) hoger is dan die van het openbaar ambt, behoudt hij deze wedde tot de nieuwe weddeschaal verbonden aan zijn graad of klasse, hem een wedde toekent die daar ten minste aan gelijk is. Tijdens gans de periode van ‘terbeschikkingstelling’, kan de militair te allen tijde zijn overplaatsing stopzetten, mits een vooropzeg van 3 maanden. De nieuwe werkgever kan ook een einde stellen aan de ‘terbeschikkingstelling’, bij een ernstige tekortkoming van betrokkene of bij een ‘onvoldoende’ tijdens het functioneringsgesprek (in dit geval is er geen beroep
Foto: Nicolas Deplanque
mogelijk). De militair in kwestie reintegreert dan bij Defensie, zonder enig nadeel voor de rest van zijn militaire loopbaan. Als gevolg van de terbeschikkingstelling en in geval van een definitieve overplaatsing, zal de betrokken militair het statuut van Rijksambtenaar bekomen en het statuut van militair verliezen. Hij zal dus niet meer behoren tot de Krijgsmacht. Indien, door welke reden ook, het hem niet bevalt, kan hij binnen de drie jaar een reintegratie naar Defensie doen. Dit is mogelijk omdat hij geen ontslag heeft genomen, maar getransfereerd werd. Er zijn evenwel geen interne activiteiten voorzien binnen Defensie om militairen voor te bereiden op vergelijkende selecties bij Selor. Zich kandidaat stellen voor een vacante functie bij de overheid is dus een persoonlijk gegeven. Daarom hebben de autoriteiten een bijzonder kanaal gecreëerd: de overplaatsing (of mobiliteit) met bijzondere en aantrekkelijke voorwaarden. Goed om weten: de ‘cascade’ die bestond bij de overheid om bij een vacante betrekking eerst een interne werving te organiseren, gevolgd door een eventuele mobiliteit en nadien een externe rekrutering (open, of enkel voor een specifieke doelgroep), bestaat niet langer. Er bestaat dus enkel nog de externe mobiliteit door overplaatsing of een rekrutering van exclusief militair personeel. Externe mobiliteit is afgestemd op de intrafederale mobiliteit, waarbij een ambtenaar van een gemeen-
schap of een regio (gewest) de mogelijkheid heeft om te postuleren bij de federale administratie. Er dient echter opgemerkt dat een militair maar van deze mogelijkheid kan genieten wanneer hij minstens 15 dienstjaren telt als militair van het actief kader. Gelet op de actuele en toekomstige noden van de overheid, zullen er geen vacatures zijn voor het niveau D (de categorie van de vrijwilligers). Voor hen is het Veiligheidskorps een beter alternatief.
Foto: Orban Daniel Het is een feit dat deze transfert ‘structureel welkom’ is voor de verjonging van de Strijdkrachten. Bovendien geeft het aan vele militairen de opportuniteit om een andere wending te geven aan hun loopbaan (buiten Defensie), eens een operationele periode als militair te hebben volbracht. Akkoord De vier representatieve vakorganisaties hebben tijdens het Onderhandelingscomité van 16 december 2016 ingestemd met de aangehaalde wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 juni 2006, handelend over de overplaatsing van militairen.
De Schildwacht
7
Rechtspositie
Studieperiodes: ‘gratis’ is gedaan, maar regularisatie wordt mogelijk! De regering, in hoofde van de minister van Pensioenen, heeft enerzijds de intentie om de studiejaren uit te sluiten bij de berekening van de pensioenen van de militairen, maar anderzijds het mogelijk te maken deze toch op te nemen in de berekening, mits een ‘regularisatie van de studieperiodes via een persoonlijke bijdrage’.
Voorontwerp van wet – Objectieven Op 9 december jongstleden werd een voorontwerp van wet voorgelegd aan het Militaire Onderhandelingscomité. De bedoeling is tegen 1 maart 2017 een harmonisering te bewerkstelligen inzake de studiejaren in het pensioen van de publieke sector door de opheffing van de kostenloosheid van de inaanmerkingname van de studiejaren in de berekening van de pensioenen. Daarentegen zou het mogelijk worden om door een persoonlijke bijdrage te betalen een regularisatie van de studieperiodes te laten gelden. Einde van de kostenloosheid – Gedeeltelijke kostenloosheid Momenteel worden de studiejaren voor de pensioenberekening in de publieke sector gratis toegekend wanneer het behaalde
8
De Schildwacht
diploma vereist werd voor het uitoefenen van de functie. Elk studiejaar wordt gerekend aan 1/60ste (niet 1/50ste) van de referentiewedde waarop het pensioen berekend wordt. De betrokken militairen zijn diegenen die gerekruteerd werden via de bijzondere werving (op diploma, bv. een scheikundige (master in de chemie) of een verpleegkundige (bachelor in de
Foto: Christian Decloedt verpleegkunde)), via de aanvullende werving (gedurende een academische vorming in het burgermilieu, bv. een geneesheer in het derde jaar bachelor) of via
de laterale werving (bv. een jurist met enkele jaren ervaring). De officieren en onderofficieren die het statuut van kandidaatmilitairen hebben of hadden gedurende hun studies (KMS, industrieel ingenieur, geneesheer, tandarts, bachelor, …), worden dus niet getroffen door deze maatregel! De diplomabonificatie zal dus niet meer gratis zijn voor de pensioenen vanaf 1 maart 2018. Maar om de verworven rechten te waarborgen, is er een gedeeltelijk behoud van de kosteloosheid. De gratis studiejaren (noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie bij de rekrutering) zullen worden toegekend met een coëfficiënt (verhouding tussen het aantal dienstjaren op 1 maart 2017 en 540). Vb.: een onderofficier-verpleegkundige die aangenomen werd op diploma met 15 jaren (180 maanden)
dienst op 1 maart 2017, ziet zijn
3 jaren (36 maanden) bachelor evolueren van 36 naar 12 maanden (36*(180/540)). Hij mag opteren om de overige 24 maanden te laten meetellen voor zijn pensioen, mits de betaling van een regularisatiebijdrage.
een diploma, een doctoraat of een andere professionele kwalificatie. Het is evident dat het enkel gaat om het minimum aantal studiejaren die vereist zijn op het diploma te behalen. Gedubbelde jaren tellen bv. niet mee. Het bedrag van de bijdrage is verschuldigd op het ogenblik van de aanvraag tot regularisatie.
Foto: Daniel Orban Opportuniteit In tegenstelling tot vandaag, zal de studiebonificatie ook mogelijk zijn voor een diploma, een doctoraat of een andere professionele kwalificatie die GEEN voorwaarde was bij de rekrutering of de promotie op diploma. Een opportuniteit voor onze militairen die een hoger diploma hadden dan vereist voor de functie die ze bij Defensie uitoefenen. Deze laatsten zullen dus in de toekomst hun studieperiode kunnen laten ‘valoriseren’. Regularisatiebijdrage De bonificatie op diploma werd dus niet afgeschaft. De studiejaren kunnen dus nog steeds in aanmerking genomen worden voor de berekening van het pensioen, indien er een ‘regularisatiebijdrage’ werd betaald. De studieperioden moeten gevalideerd worden aan de hand van
Deze regularisatiebijdrage is forfaitair vastgelegd op 1.500 euro (aan de huidige index) per diplomajaar voor zij die ervoor kiezen te regulariseren binnen de 10 jaar na het behalen van het diploma. Na 10 jaar zal het bedrag hoger zijn: dan zal de regularisatiebijdrage vastgelegd worden op basis van een berekening die rekening houdt met de huidige waarde van de pensioenverhoging die overeenkomt met de studieperiodes die de aanvraag tot regularisatie betreffen. Het bedrag van de regularisatiebijdrage zal fiscaal aftrekbaar zijn van de personenbelasting.
Niet akkoord Ondanks de ‘opportuniteit’ (zie hierboven), heeft de ACMP-CGPM haar akkoord niet verleend. Onder meer voor het feit dat er een stopzetting komt van het gratis in aanmerking nemen van de academische studiejaren die noodzakelijk zijn om een functie binnen Defensie te kunnen uitoefenen. Ook omdat de gedeeltelijke voortzetting van de gratis studiejaren verrekend wordt met een factor 540, welke refereert naar een loopbaan van 45 jaren, terwijl tot op heden nog steeds een volledige loopbaan bereikt wordt na 37,5 dienstjaren. M.a.w. de nieuwe regeling houdt in dat een academische titel slechts in rekening wordt genomen na de betaling van een regularisatiebijdrage. Indien men dit niet doet, zal het pensioenbedrag lager zijn dan vóór de inwerkingtreding van de nieuwe maatregelen.
Overgangsmaatregelen Tijdens een overgangsperiode van 3 jaar, tussen 1 maart 2017 en 1 maart 2020, zou elke betrokken militair, ongeacht de staat van zijn loopbaan (binnen de 10 jaar of niet - zoals hierboven beschreven -), de mogelijkheid hebben zijn studiejaren te regulariseren door de regularisatiebijdrage te storten. Voor aanvragen tot regularisatie tussen 1 maart 2017 en 28 februari 2019, is er een korting van 10% voorzien.
Foto: Daniel Orban De gratis studiejaren zullen slechts van toepassing blijven op de militairen die met pensioen gaan vóór 1 maart 2018. Alle andere militairen zullen dus niet langer integraal van deze rechten kunnen genieten.
De Schildwacht
9
Euromil
EUROMIL Congres en Presidium meeting in Brussel Op 20 en 21 oktober 2016 kwamen meer dan 80 afgevaardigden uit 24 aangesloten verenigingen van EUROMIL naar Brussel voor hun 5de Congres en 114de Presidium Meeting. Naast de verkiezing van een nieuwe raad van bestuur werd ook uitvoerig gereflecteerd over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Het congres heeft o. a. de bevoegdheid om voorstellen omtrent de interne werkingsregels aan te passen of te verwerpen. Maar de belangrijkste bevoegdheid blijft de verkiezing van bestuursleden en auditors. Hierbij werd Emmanuel Jacob voor een vierde mandaat als voorzitter herkozen. Jörg Greiffendorf, van de Duitse vakvereniging DBwV werd verkozen tot vicevoorzitter en Ton de Zeeuw van de Nederlandse vakbond MARVER /FNV werd herkozen als penningmeester. De herkozen bestuursleden zijn Jesper Hansen uit Denemarken, Tom McCarthy uit Ierland, Johan Ohlen uit Zweden en Flemming Vinther uit Denemarken. István Bácskai uit Hongarije werd voor de eerste keer verkozen net zoals Antonio Lima Coelho uit Portugal. Als auditor werden Filip Duquesne, uit onze eigen organisatie, herkozen voor een derde mandaat en Albrecht Kiesner uit Duitsland voor een tweede mandaat. Op vrijdag 21 oktober 2016 was de ochtendsessie van de presi-
10 De Schildwacht
paneldiscussie omtrent vrouwen binnen de krijgsmacht.
dium meeting open voor het publiek. De voorzitter van EUROMIL opende de bijeenkomst met een korte toespraak, verwijzend naar de lopende discussie om de samenwerking op veiligheidsgebied in de Europese Unie te verbeteren. Hij herhaalde de oproep van EUROMIL om de sociale dimensie van de samenwerking niet te vergeten met het accent op het recht van verenigen als een van de meest fundamentele grondrechten, die menig Europees soldaat vandaag helaas nog ontzegd wordt. Drie genodigde sprekers hebben uitgeweid over de huidige veiligheidssituatie binnen de Europese Unie en werden gevolgd door een
De eerste hoofdspreker, ambassadeur Marc Michielsen, directeur voor Veiligheid bij het Belgische Ministerie van Buitenlandse Zaken, verwees naar de veranderde veiligheidssituatie waarin de Europese Unie zich bevindt en toont zich verheugd over de ‘EU Global Strategy’ gepresenteerd door de Hoge Vertegenwoordiger Dhr. Mogherini deze zomer. Zowel de lidstaten als de ‘European External Action Service (EEAS)’ zijn nu bezig met de uitvoering van de strategie en het bespreken van vier specifieke terreinen van de nauwere samenwerking (vermogensontwikkeling, defensiesamenwerking, herziening van de financiële middelen en de veerkracht van de diverse partners). Dr. Julia De Clerck-Sachsse, Adviser Strategic Planning EEAS, deelde haar ervaringen over zowel het opstellen als het implementatieproces van de ‘EU Global Strategy’ met de centrale gedachte dat de wereld van van-
daag meer en meer is verbonden,
maar eveneens veel complexer is geworden. De strategie tracht te reageren op een groeiend gevoel van onveiligheid onder de Europese burgers door duidelijk te stellen dat de Europese Unie bereid is om samen te werken, deel uitmakend van de wereld en haar burgers toch de nodige bescherming te bieden. Ambassadeur Marriët Schuurman, de speciale vertegenwoordiger voor vrouwen, vrede en veiligheid onder de NAVO-secretaris-generaal, benadrukt dat binnen de NAVO, een antwoord op de veranderende veiligheidssituatie principieel moet zijn. Alleen door onze waarden op de voorgrond te plaatsen, zal de alliantie in staat zijn de samenleving te verdedigen. In dit verband benadrukte zij dat de gendergelijkheid niet vrijblijvend, maar fundamenteel is. Volgens Mevr Schuurman is bewezen dat gemengde teams slimmer en efficiënter zijn. Integratie, gelijke rechten en kansen binnen de strijdkrachten zijn dan ook een voorwaarde voor de veerkracht van de samenleving en de operationaliteit van hun defensie. Aangezien alle veranderingsprocessen nood hebben aan een sterk en betrokken leiderschap, roept ze tevens op dat EUROMIL en de bij haar aangesloten verenigingen moeten optreden als voortrekkers voor verandering, strevend naar meer integratie en gelijke rechten binnen de krijgsmacht. Senator Maryvonne Blondin, lid van de Parlementaire Vergade-
ring van de Raad van Europa (PACE) startte de paneldiscussie door de ‘PACE-resolutie’ te presenteren over "Vrouwen in de strijdkrachten: het bevorderen van gelijkheid, een einde maken aan gender gerelateerd geweld". Aangezien zowel gendergelijkheid en de rechten van de mens binnen de strijdkrachten redelijk wat media-aandacht kreeg in de afgelopen jaren, heeft ze besloten om het onderwerp op de agenda van de PACE te brengen. De resolutie erkent dat er een groeiende vraag naar gekwalificeerd personeel is om te rekruteren, terwijl tegelijkertijd mannen en vrouwen moeten gemotiveerd worden om bij defensie te blijven. Streven naar een volledige gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het bestrijden van gender gerelateerd geweld, maakt deel uit van de oplossing. PACE raadt dan derhalve aan de wervingscampagnes in die zin te veranderen zodat ze een gunstiger klimaat voor vrouwen ontwikkelen om gendergelijkheid in militaire training te creëren, teneinde duidelijke carrièremogelijkheden aan te bieden met inbegrip van een afgewogen work-life balance. Daniel de Torres, plaatsvervangend hoofd Operations III DCAF (Geneva Centre for the Democratic Control of Armed Forces), modereerde het debat. Hij herinnerde het publiek het uitdagende veiligheidslandschap, door de sprekers geschetst, en wees op de steeds hogere eisen waaraan alle actoren binnen het nationale veiligheidsaspect vandaag worden onderworpen.
Luitenant-kolonel Nevena Miteva, behorend tot de ‘NATO Committee on Gender Perspectives’, presenteerde de NAVO-gegevens over vrouwen in de krijgsmacht. Terwijl slechts 10,3% van de geallieerde strijdkrachten vrouwen zijn, benadrukte ze de goede intenties van het beleid, terwijl de uitvoering ervan soms te wensen overlaat. Ze zette haar opinie kracht bij met een video (link: https://www.youtube. com/watch?v=qv8VZVP5csA ) waarbij zij erop wees dat niet alleen een doordacht beleid nodig is, maar ook een fundamentele verandering in mentaliteit. Als voorzitter van de BUAFWA (Bulgarian Armed Forces Women Association), duidde Miteva ook op het feit dat zowel vrouwenverenigingen als -netwerken kunnen helpen een beter evenwicht te bekomen. Lena Kvarving, Luitenant-kolonel bij de Noorse strijdkrachten, onderstreepte de stelling van de panelleden door erop te wijzen dat politici bevoegd zijn beslissingen te nemen waardoor diversiteit en gelijke rechten gegarandeerd worden, ook al is de uitvoering soms moeilijk. Als voorbeeld voor een succesvolle implementatie, verwees zij naar de Special Forces van de Noorse strijdkrachten, waarbij een "vrouwenteam” werd opgericht. Daarenboven zijn de op waarde gebaseerde rekruteringcampagnes in Noorwegen een effectief middel gebleken, om zowel mannen als vrouwen te rekruteren.
De Schildwacht
11
Interview
Afgevaardigden in beeld Het werk van een syndicale organisatie rust voor een groot gedeelte op de schouders van de lokale afgevaardigden. Deze zijn verspreid over het gehele grondgebied - of zelfs daarbuiten tijdens operaties en missies - en worden geconfronteerd met de dagelijkse beslommeringen van leden en niet-leden. Een portret van twee lokale afgevaardigden: Eric Lehnertz en Erik Barrez.
Eric Lehnertz, de wil van de diehard Beroepsvrijwilliger Eric Lehnertz heeft er al een rijk gevulde carrière opzitten. Deze begon in januari 1984 te Saive, enkele dagen na zijn 17e verjaardag. ‘Twee weken later vervoegde ik het 2 Cyclisten te Siegen, in Duitsland, waar er toen 1,20 m sneeuw lag’ preciseert Eric. ‘Ik werd direct voor de leeuwen gegooid. De toenmalige compagniecommandant was op zoek naar kandidaten voor ‘de Challenge van de gevechtsfuselier’. Ik was helemaal geen fan van cross, maar ik heb daar leren lopen, en ook speedmarch en andere uitdagingen kwamen vlug aan bod. Ik begon er zin in te krijgen, zoveel dat ik zelfs een marathon heb gelopen. Bij het 2 Cy ben ik tankchauffeur geworden. Eerst op AMX, nadien op AIFV. Het verblijf in de BSD heeft het karakter van onze regionale afgevaardigde bepaald. ‘Het leven was er redelijk hard. Het waren heus geen koorknapen in onze eenheid. Het kader was super en wij werden gerespecteerd. Dit waren mijn beste jaren!’.
12 De Schildwacht
Foto: Concetto Bandinelli In 1988 gaat Eric over naar het 4 Genie te Amay. Ingelijfd bij het peloton uitrusting, wordt hij kraanoperator en vervult hij gedurende vele jaren een functie als bevoorrader, tot hij dispatcher wordt in Amay. Vandaag de dag is hij werkzaam in het POL-station van het 4 Bn Gn, waar hij vele collega’s ontmoet tijdens hun tankbeurt. Luisterbereidheid boven alles! Zijn eerste contacten binnen het syndicalisme gaan terug tot 1990 ten gevolge van een ongeval met zware gevolgen voor z’n rug. ‘Ik was lid van een andere vakbond. Bij mijn aanvraag voor een invaliditeitspensioen, werd ik niet geholpen. Ik was uiteraard niet tevreden!’. Eric kwam zo terecht bij verschillende verantwoorde-
lijken van het syndicaat dat later de ACMP-CGPM zou worden. Dit leidde tot een erkenning van zijn ongeval. Omdat hij hierdoor wist dat hij met ‘een serieuze ploeg’ te doen had, veranderde Eric onmiddellijk van vakbond. Meer zelfs: zijn enthousiasme en gedrevenheid leidden ertoe dat hij afgevaardigde werd. ‘Voor mij is luisteren heel belangrijk. Als iemand wil praten over de dood van zijn goudvis, dan luister ik naar hem. Ik heb nu eenmaal de gave om te luisteren naar anderen. Er zijn drie lokale afgevaardigden op het plateau van Amay, maar meestal komt men naar mij. Mijn doel is dat iemand voor de ACMP-CGPM kiest omwille van tevredenheid; door de kwaliteit van het geleverde werk. Dit bewijst ook dat ‘de vakbond’ wel degelijk iets kan doen voor z’n leden!’ Eric is als regionaal afgevaardigde ondertussen bezig aan zijn derde mandaat. Sedert z’n ‘Duitse periode’ is Eric Lehnertz een groot wielerfan. Ondertussen is hij wat geëvolueerd: hij is begonnen met de voorbereidingen om in de maand juni de Mont Ventoux te beklimmen. ‘Ik hou van uitdagingen, van ‘het verleggen van m’n grenzen’. Als ik iets
men: ‘ik was scheidsrechter gedurende 22 jaar. Omdat we geen geld in kas hadden, heb ik ook gedurende 4 jaar gefungeerd als trainer. Momenteel hebben we 7 ploegen. Een voor veteranen, een eerste en een tweede ploeg. Nu ben ik enkel nog voorzitter. Van een gezonde ploeg!’.
doe, wil ik het goed doen. Ik geef
niet op!’. Erik Barrez, adrenaline junkie Op post in het smaldeel Strike Security van de 10 Tactische Wing van Kleine-Brogel, stelt Eerste Sergeant-chef Barrez u onmiddellijk gerust. Erik is eveneens een regionaal afgevaardigde met een gevarieerde ervaring. Hij begon zijn loopbaan in september 1983 als beroepsvrijwilliger bij de 9 Wing Training te Bevingen. Nadien werd hij tot 1993 brandweerman in ‘KayBee’. ‘Ten gevolge van het einde van de dienstplicht, heeft men de wacht in de vliegbasis moeten reorganiseren’, vertelt Erik. ‘Van de ene op de andere dag hebben 60 brandweermannen de wacht moeten verzekeren op de basis. Een cumulfunctie. In het jaar 2000 zet Erik zich in om te slagen voor onderofficier via de weg van de sociale promotie. Hij wou wat meer ‘te zeggen hebben’. Elf maanden later vervoegt sergeant Barrez het wachtpeloton van 10 W Tac in exclusieve functie. In deze periode komt hij in contact met de syndicale wereld. ‘Iedereen doet iets stoms in z’n leven: ik ben lid geworden bij een andere vakorganisatie dan de ACMP-CGPM, omdat mijn flightcommandant daar lid was’ geeft Erik eerlijk toe. ‘Maar Marc Juvyns, de regionale afgevaardigde van de ACMP-CGPM destijds, had toen enkele zaken geregeld die betrekking hadden op mijn situatie en zoals het vaak gebeurt, heb ik mijn dankbaarheid betuigd door lid te worden van de ACMP-CGPM. Ik was er toen al van overtuigd dat vakbonden wel degelijk nut hebben. Marc wist dat ik onder meer
Foto: Concetto Bandinelli onderofficier geworden was om mijn vrijwilligers te beschermen en mede door deze sociale ingesteldheid en op vraag van de regionaal afgevaardigde van de ACMPCGPM, ben ik ook afgevaardigde geworden. In 2014 heb ik dan op mijn beurt een eerste mandaat als regionaal afgevaardigde aangevat’. Als syndicaal afgevaardigde, ziet Erik zijn chef eerst als een collega. ‘Men mag niemand een mes in de rug steken. Sommige dingen regelt men best rechtstreeks, en door goed te communiceren. Het is evenwel niet altijd de gemakkelijkste weg (ik zou bijvoorbeeld kunnen vragen aan het Vast Secretariaat om dit voor mij te doen), maar het is wel de meest directe en snelste weg om een oplossing aan een probleem te geven. Dit is zo in 90% van de gevallen’. Erik is ook een groot sportliefhebber. Twee of driemaal per week legt hij menig baantje af in het zwembad. Toch is voetbal zijn grootste passie: hij is zelfs voorzitter van een provinciale club. ‘Samen met een vriend heb ik de club Fortuna 56 Smeermaas overgenomen na een faillissement. Dit is ook een uitdaging, mijn passie, naast mijn werk en mijn syndicaal engagement’. Inactief kan men Erik zeker niet noe-
Steeds voluit! ‘Dat is hetgeen wat mij karakteriseert: ik ben een beetje verslaafd aan adrenaline. Ik moet steeds actief zijn. Voor mij is een dag zonder werken, een dag ‘niet geleefd’. Ik moet alle dagen mijn bezigheid hebben. Pas dan ben ik gelukkig. En zo gaat het ook in mijn syndicale wereld: als ik iemand kan begeleiden of helpen, dan ben ik gelukkig’. Erik was zelf vrijwilliger en kent dus de limieten van dat statuut. Als ex-B4, onderofficier en vakbondsafgevaardigde, weet hij als geen ander hoe de belangen van deze personeelscategorie te kunnen verdedigen. Temeer, als zoon van een militair en kleinzoon van een politiecommissaris, is Erik zelf vader van een militair die op post is in KleineBrogel. Dus… de militaire wereld kent weinig geheimen voor hem! In de blok waar 1SC Barrez werkt, zijn ongeveer 400 militairen ondergebracht. Waaronder 280 enkel voor de wacht. ‘Ik ben een beetje gespecialiseerd in discipline, welke redelijk strikt is in Kleine-Brogel. Wij moeten immers 365 dagen per jaar operationeel zijn. We leveren ook personeel voor Vigilant Guardian. Wij bereiden ons nooit voor op een missie. Wij zijn constant op missie. Elke dag van het jaar’ besluit Erik.
De Schildwacht 13
Info
Dossier ‘pensioenen’: de ballade van de informatievergaderingen De aardbeving die ons op 16 oktober 2016 trof, n.a.v. de pensioenhervorming, heeft een schokgolf aan vragen teweeggebracht. Het personeel, dat eerst dooreengeschud werd door het nieuws zelf, vroeg om meer uitleg. Sinds die dag werd het gemeenschappelijk vakbondsfront overspoeld met vragen. Om op al die vragen te kunnen antwoorden, worden er in gans het land infosessies georganiseerd. Munitiedepot van Bertrix, 20 december 2016, in de vroege namiddag… De mess zit vol tijdens het middaguur. Na de maaltijd ruimt het keukenpersoneel alles netjes op, en zet de zaal klaar voor de infosessie die georganiseerd werd door Camille Coulonval, de regionaal afgevaardigde van de ACMPCGPM. ‘Het is een infosessie over de huidige stand van zaken, over wat we reeds bereikt hebben, en over het gemeenschappelijk vakbondsfront’ verduidelijkt Camille. De beamer staat reeds ongeduldig te wachten, terwijl Jean-Pierre Hulin het personeel ontvangt dat plaatsneemt in de zaal voor een vergadering die ongeveer 2 uur zal duren. Een vijftigtal militairen, vrouwen en mannen, zijn aanwezig. De overgrote meerderheid van het personeel dat die dag aanwezig is in Bertrix, zit in de zaal. Het merendeel van de hoofden (voornamelijk van de mannen) is bedekt met grijze haren, een teken van vele decennia ‘dienst aan de natie’. ‘Ik heb de mensen gesensibiliseerd, en hen aangemaand om vragen te stellen’ onderstreept Camille die via de compagniecommandant a.i. dit evenement op het
14 De Schildwacht
Foto: Concetto Bandinelli programma van de eenheid heeft geplaatst, om zoveel mogelijk mensen te kunnen betrekken bij deze informatievergadering. ‘Goed luisteren is nu eenmaal het werk van een chef, zeker in een operationele eenheid’, voegt kapitein Pierre Remacle toe. ‘Het ‘Depot Mun’ van Bertrix is het belangrijkste van ons land. We zetten de munitie klaar voor de operaties in Mali en Afghanistan, voor de OVG, voor kampen en schietbeurten, en we zijn stand-by voor een eventuele evacuatie van de Belgische onderdanen in Congo. In 2017 zijn er vele missies’ benadrukt kapitein Remacle. ‘Het doel van deze infosessies is een zo goed mogelijk beeld te schetsen van de actuele situatie’ zegt Jean-Pierre in z’n inleiding. ‘We kunnen echter geen antwoord geven op alle vragen, omdat de regering van haar kant ook niet kan antwoorden op al ónze vragen,
en ook omdat er nog steeds geen teksten geschreven zijn die aan de onderhandelingen zullen worden voorgelegd’. Potloden en balpennen hebben veel werk, want vele aanwezigen nemen nota, vooral wanneer de technische kant van de problematiek uiteengezet wordt, of als het gaat over de veelbesproken ‘tantièmes’. We vernemen ook dat 86,4% van de bevraagde militairen zich hebben uitgesproken tegen deze pensioenhervorming en 10,2% zou ‘voor’ zijn. Deze verhouding verbaast niemand. Enkele vragen gaan over de sterkte en de duurzaamheid van het gemeenschappelijk vakbondsfront. We gaan het hier niet hebben over de onderwerpen die daar aangesneden werden. Om correct geïnformeerd te zijn, raden we iedereen aan om deel te nemen aan zo’n infosessie. Kom gerust met een lijstje van onderwerpen die je wenst besproken te zien. De vaste afgevaardigden zullen uw vragen beantwoorden en u correct informeren over de stand van zaken. Dit zal u wapenen tegen de vele geruchten en roddels die de ronde doen sedert midden oktober 2016 met betrekking tot uw pensioen.
GEBOORTEN
MAXIME – 22/09/2016 geboren in het gezin van Damien GALET (Liège) ROMAIN – 30/10/2016 geboren in het gezin van Maxime ROBBERECHT (Ixelles) MANON – 05/11/2016 geboren in het gezin van Tony KELLER (Ottignies-Louvain-laNeuve) LARS- 15/11/2016 geboren in het gezin van Diederik BOUTEN (Kortrijk) MATHILDE – 17/11/2016 geboren in het gezin van Alexandre STUBBE (Saint-Saulve) NOOR – 19/11/2016 geboren in het gezin van Niko ERPELS (Asse)
HUWELIJK
OVERLEDEN
FRANS HERMANS (Overpelt) 1930 - ✝ 21/07/2016 ROGER JONNÉ (Bertem) 1932 - ✝ 14/08/2016 ALEXANDER LITT (Bütgenbach) 1931 - ✝ 08/09/2016 ETIENNE DEWAELE (Jabbeke) 1935 - ✝ 19/09/2016 MICHEL MOREAU (Kraainem) 1967 - ✝ 17/10/2016 GILBERT DE WAELE (Velm – Sint–Truiden) 1934 - ✝ 06/11/2016 ROGER BOUQUEAU (Jodoigne) 1918 - ✝ 11/11/2016 MARC DESRAMAULT (Ieper) (echtgenoot van Suzanne VANTHUYNE) 1940 - ✝ 14/11/2016 EMIEL CRABBE (Boutersem) 1930 - ✝ 14/11/2016 GUY KEST (Etterbeek) 1929 - ✝ 02/12/2016
09/07/2016 Sylvia DEPAUW en Filip VAN BOSCH (Kruibeke) 28/07/2016 Fabrice LATTAQUE en Linda DE RAEVE (Wettelijke samenwoning) (Namur)
FRANÇOIS MICHIELSEN (Antwerpen) 1936 - ✝ 07/12/2016 ALBERT BAERTEN (Kelmis) 1947 - ✝ 08/12/2016
Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december 2016 Het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de maand december 2016, bedraagt 103,54 punten, tegenover 103,41 punten in november 2016, hetgeen een stijging is van 0,13 punt of 0,13% betekent. Het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993, bedraagt 104,05 punten voor de maand december 2016. Het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste vier maanden, namelijk, september, oktober, november en december 2016, bedraagt 101,81 punten. De spilindex (103,04) voor het Openbaar Ambt en de sociale uitkeringen werd hierdoor niet overschreden. De laatste spilindexoverschrijding vond in mei 2016 plaats. Bron: Algemene Directie Statistiek en Eco-
06/09/2016 Kenneth VAN GANSBEKE en Lotte DENOO (Wettelijke samenwoning) (Brugge)
nomische Informatie
23/09/2016 Joris VAN DEN EYNDEN en Vicky LEERS (Lier)
De Schildwacht 15
VOOR VOORDELIGE EN CORRECTE VERZEKERINGEN
COVER, je ideale partner en perfecte back-up.