13 minute read

Willen en kunnen verduurzamen, is nog niet doen

Het perspectief van woningeigenaren bij woningverduurzaming

Zonnepanelen zijn alleen weggelegd voor een selecte groep.

Advertisement

Door de huidige energieprijzen wordt de urgentie het energieverbruik te verminderen door de woning te verduurzamen breed gevoeld. Eerdere onderzoeken van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laten echter zien dat lang niet iedereen dit daadwerkelijk kan of doet. In dit artikel gaan we daar dieper op in. Welke belemmeringen en zorgen ervaren woningeigenaren? Welke voordelen en nadelen verwachten ze? En hoe kan beleid daarop inspelen?

In het Klimaatakkoord werd media 2019 een belangrijke rol toebedeeld aan eigenaren van gebouwen om de beleidsdoelen voor de ‘sector gebouwde omgeving’ te behalen. Concreet: het streven naar energieneutrale gebouwen en woningen en aardgasvrije wijken. Maar hoe kijken de eigenaren van circa 7 miljoen woningen naar de verantwoordelijkheid die ze indirect toebedeeld hebben gekregen? Als ze al weten er wat van ze verwacht wordt, in hoeverre willen en kunnen ze daar dan uitvoering aan geven? En weten beleidsmakers waar eigenaarbewoners tegenaan lopen en wat hen tegenhoudt? Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in 2019 in een aantal studies het perspectief van burgers op dit deel van de klimaatopgave onderzocht. In focusgroepen hebben we tientallen eigenaarbewoners en in enquêtes duizenden Nederlanders aan het woord gelaten. Het algemene beeld over hun opvattingen, urgentie, verwachtingen, zorgen en veranderbereidheid vatten we samen in het begrip burgerperspectief op woningverduurzaming.

Beperkt draagvlak voor aardgasvrij

Eén van de resultaten van de deelstudie waarin we (in de winter van 20182019) met tientallen huiseigenaren over de beoogde uitfasering van aardgas spraken, geldt waarschijnlijk nog steeds: namelijk dat veel huisbezitters een afwachtende houding aannemen. Het is voor veel mensen onduidelijk wat het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving voor hen betekent en ze zijn onzeker over wat ze moeten doen. De gemeentelijke warmtevisies hebben misschien intussen iets meer informatie opgeleverd, maar voor veel woningeigenaren zijn wijkplannen nog niet concreter geworden. Terwijl er een brede behoefte is aan transparantie en duidelijkheid over beleid, mogelijke alternatieven voor aardgas en over het proces dat wordt gevolgd.

Veel mensen snappen de ratio achter het beleid en leggen zich neer bij het kabinetsbesluit hierover, maar toch tonen ze weinig bereidheid er zelf iets voor te doen: “Ik weet wel dat we zuinig moeten zijn met energie en dat er van alles aan zit te komen, maar inderdaad: hoe pak je het aan? Wat is handig?” Al ver voordat de oorlog in Oekraïne zich aandiende en de aardgasprijzen de lucht in schoten, hadden veel eigenaarbewoners zorgen over de betaalbaarheid van alternatieven voor aardgas. Maar ook over de effectiviteit van alternatieve warmtebronnen. “Houden die mijn huis wel warm?” Ook het verlies aan controle houdt woningeigenaren bezig, bijvoorbeeld in geval van collectieve warmtenetten. Uit het onderzoek kwam de ogenschijnlijke tegenstrijdigheid naar voren dat mensen enerzijds zeggen controle te willen behouden over zijn of haar eigen situatie, en dat zijn tegelijkertijd wel iets zien in een collectieve aanpak. Dit laatste heeft voor hen vooral meerwaarde als kennis, kunde en kosten kunnen worden gedeeld. Deze en andere inzichten bundelden we in het rapport ‘Onder de pannen zonder gas’ (Steenbekkers en Scholte 2019).

Diverse barrières richting aardgasvrij

Uit de enquête in zomer 2019 bleek al dat overgrote meerderheid van de Nederlanders overtuigd was van de noodzaak van energiebesparing en groene energie. Naar verwachting is de gevoelde urgentie alleen maar groter geworden. Ook over de noodzaak om anders te moeten gaan leven, zijn de meeste mensen het eens (7076%). De groep die dit anders ziet is relatief klein (1015%). Slechts de helft van de bevolking ziet de noodzaak om naar aardgasvrije woningen om te schakelen (49%), en de tegenstand is ook groter (27%). Al is er een gedeeld probleembesef rond klimaatverandering en steun voor de energietransitie in brede zin, dat wil nog niet zeggen dat er steun is voor een specifieke maatregel als de transitie naar aardgasvrij. Het zal dan ook niet verbazen dat een actieve betrokkenheid van woningeigenaren hierbij ook matig is. Op de vraag of ze een aardgasvrij alternatief overwegen als de huidige gasverwarming aan vervanging toe is, antwoordt minder dan de helft positief (42%) en ongeveer een kwart negatief (26%). Er spelen diverse barrières een rol bij deze afwachtende houding. Zoals we hiervoor al zagen, hebben veel mensen moeite om te bepalen wat een goed alternatief zou zijn (71%). Minstens zo belangrijk is dat een flinke groep weinig vertrouwen zegt te hebben in beschikbare alternatieven (64%). Dat men behoefte heeft aan meer informatie blijkt uit de uitspraak voorlopig af te wachten tot men iets van de overheid hoort (54%). Deze en andere cijfers zijn terug te vinden in de publicatie Op weg naar aardgasvrij (Scholte et al. 2020).

Uit ons onderzoek blijkt dat er bij bepaalde groepen een samenhang is in het al dan niet ervaren van bovengenoemde barrières. Twee groepen overwegen vaak al aardgasvrije alternatieven: ‘Overtuigde voorlopers’ ervaren geen barrières; ‘Voorzichtige voorlopers’ ervaren nog barrières in het vertrouwen op alternatieven, het bepalen van wat goede alternatieven zijn en wachten nog op de overheid. Twee groepen ‘achterblijvers’ overwegen vaak nog geen aardgasvrij alternatief; de ‘aarzelende achterblijvers’, de grootste groep, vindt het vooral lastig te bepalen wat een goed aardgasvrij alternatief is. Karakteristieken van deze groepen zijn enigszins voorspelbaar, zoals ook bij de adoptie van andere (technologische) innovaties. Voorlopergroepen omvatten veelal mensen die prima financieel rond kunnen komen en hoger opgeleid zijn. Achterblijvers in de beweging naar aardgasvrije woningen lijken vooral groepen die hierin minder gemakkelijk kunnen meekomen (bv. ouderen, alleenstaanden); het is niet per se dat ze niet zouden willen.

Een groot deel van de huiseigenaren heeft nog geen stappen gezet naar woningverduurzaming.

Isolatie: niet iedereen komt in actie

Naast het aardgasvrij maken van de woning wordt van eigenaarbewoners concreet verwacht dat zij de woningisolatie verbeteren om energie te besparen en dat zij investeren in hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen. Volgens dat wat zij zelf rapporteerden, heeft 25% van de woningeigenaren isolatie toegepast en 19% zonnepanelen op het eigen dak geplaatst. Dat betekent dat een groot deel van de huiseigenaren nog geen stappen heeft gezet naar woningverduurzaming: bijna de helft heeft nog niet de isolatie verbeterd en driekwart van de eigenaren met een eigen dak heeft nog geen zonnepanelen geplaatst. De groep die alsnog maatregelen wil gaan nemen is (nagenoeg) even groot als de groep die dit niet wil. In geval van isolatie: 23% van de woningeigenaren wil wel isoleren, 26% wil dat niet; en in geval van zonnepanelen aanschaffen is de groep die die wel/niet wil even groot (elk 35%). Deze en andere bevindingen staan in het rapport Woningverduurzaming: willen kunnen is nog niet doen (Steenbekkers et al. 2021).

Isolatie: niet willen of niet kunnen

Opvallende uitkomst van het onderzoek is dat bijna de helft van de woningeigenaren in meer onzuinige woningtypen (in onze studie: grondgebonden én bouwjaar vóór 2000 én energielabel C t/m G) zegt de woningisolatie niet te willen verbeteren, alhoewel ze verbetermogelijkheden zien. Dit roept de vraag op of er achter dit niet willen misschien een niet kunnen schuilgaat.

“Een groot deel van de huiseigenaren heeft nog geen stappen gezet naar woningverduurzaming”

Soms zijn belemmeringen gerelateerd aan specifieke persoons of huishoudenskenmerken. We vonden dat eigenaarbewoners van onzuinige woningen gemiddeld significant ouder zijn, lager opgeleid, niet werkend of gepensioneerd. Ook kunnen ze minder gemakkelijk financieel rondkomen. De groep die moeite heeft met rondkomen is groter naarmate het energielabel slechter wordt (A t/m F); voor woningen met energielabel G is dit beeld minder eenduidig, aangezien een deel hiervan (waarschijnlijk de historische panden) in handen is van bewoners die juist wel gemakkelijk kunnen rondkomen. Dit duidt erop dat om twee redenen belangrijk is bij het bevorderen van isolatiemaatregelen rekening te houden met groepen die niet goed financieel kunnen rondkomen. Enerzijds omdat zo de stijgende energieprijzen minder hard ingrijpen bij kwetsbare groepen, anderzijds omdat daarmee relatief veel onzuinige woningen kunnen worden aangepakt.

Betaalbaarheid belangrijke barrière bij isolatie

In diezelfde studie van het SCP is dieper gekeken naar contextuele belemmeringen die eigenaarbewoners aandragen. Daarbij verschillen de argumenten in de groep die besloten heeft niet te willen isoleren, versus de groep die het isoleren nog voor zich uitschuift. In de groep ‘onbereidwilligen’ is bijna de helft van mening dat de woningisolatie al goed genoeg is, alhoewel ruim eenderde een middelmatig of slecht energielabel heeft. De belangrijkste overige argumenten zijn terug te voeren op de kosten van isoleren. In de afwachtende groep heeft bijna de helft als belangrijkste redenen dat het te duur is of dat men zich er nog niet in heeft verdiept. Dit duidt erop dat over de hele linie betaalbaarheid een belangrijke barrière vormt. In beide groepen noemt ongeveer een op de zes personen als reden dat men niet weet hoe lang nog in de woning te wonen: “ Ik heb een berekening laten maken en voordat dit geld oplevert verwacht ik al verhuisd te zijn.” Dit duidt erop dat de urgentie door velen in 2019 nog niet zo werd gevoeld; dit zal onder de invloed van hoge energieprijzen wel veranderd zijn. De vaak genoemde ‘gedoe’ factor speelt nauwelijks een rol.

“Bij het bevorderen van isolatiemaatregelen moet je rekening houden met groepen die financieel slecht rondkomen”

Andere argumenten bij de ‘afwachtenden’ om het isoleren voor zich uit te schuiven zijn dat men de investering niet in verhouding vindt staan tot de comfortwinst, dat slechte ervaringen met isoleren hen tegenhoudt, dat de informatie hierover niet overtuigend of zelfs tegenstrijdig is, of dat men van mening is dat het praktisch gezien niet mogelijk is (bijvoorbeeld geen spouwmuur of in VvEverband).

Slechts de helft van de bevolking ziet de noodzaak om over te schakelen naar aardgasvrij wonen.

Zonnepanelen alleen weggelegd voor selecte groep

In dezelfde studie was ook aandacht voor het plaatsen van zonnepanelen op het eigen dak als onderdeel van de woningverduurzaming; ook dit beeld komt dus uitdrukkelijk uit zelfrapportage. Bijna een kwart van de eigenaarbewoners van een woning met een dak heeft zelf zonnepanelen geplaatst. Dit gebeurt gemiddeld minder vaak op woningen van voor 1975 (18%). Hier is wellicht meer noodzaak om te investeren in isolatie dan in zonnepanelen; en een deel van de oudere woningen is ook minder geschikt voor zonnepanelen (bijvoorbeeld beschermd stads of dorpsgezicht). Ook nemen bewoners minder vaak maatregelen naarmate met langer in de woning woont, dus dit hangt samen met de leeftijd. Driekwart van de eigenaarbewoners heeft dus nog geen zonnepanelen geplaatst. In hoeverre is men bereid dit alsnog te doen? Van de eigenaarbewoners die hier zelfstandig over kunnen beslissen is bijna de helft van plan zonnepanelen aan te schaffen. Hierbij is het hebben van een eigen dak van invloed, maar niet de leeftijd van de woning.

Wat kan beleid doen?

De resultaten van de SCPonderzoeken duiden op een voorzichtige beweging naar een bredere acceptatie en adoptie van maatregelen om een woning te verduurzamen. Er lijkt sprake van vertraging bij de grote meerderheid en een mogelijke weerstand in de kleine achterhoede, die zonder beleid dat hen stuurt en prikkelt niet de motivatie of (financiële) mogelijkheden lijkt te hebben om zelf hun woning duurzamer te maken. Om dat te realiseren, is enerzijds beleid nodig om de huiseigenaren die willen aan te moedigen en te stimuleren; anderzijds zal meer specifieke beleid nodig zijn om de minder draagkrachtige woningeigenaren die niet zelf kunnen verduurzamen te ontlasten en te ontzorgen. En om de onzuinige woningen waar de meeste winst te behalen is met prioriteit aan te pakken.

SCP heeft een literatuurstudie gedaan naar de effectiviteit van vele tientallen beleidsmaatregelen. Een overzicht hiervan is gebundeld in het hoofdstuk ‘Meedoen aan woningverduurzaming’ in de SCPpublicatie Kwesties voor het Kiezen 2021. Hierin staan diverse opties en aanbevelingen voor beleid en voor de uitvoering. Sommige zijn gericht op het willen verduurzamen door woningeigenaren via het beïnvloeden van bewustwording, kennisniveau en motivatie. Andere richten zich specifiek op het kunnen verduurzamen, enerzijds via maatregelen die de betaalbaarheid bevorderen voor de gemiddelde populatie eigenaren, anderzijds met instrumenten die het ‘doevermogen’ vergroten. Speciale aandacht is er voor interventies die de betaalbaarheid van woningverduurzaming voor lageinkomensgroepen verbeteren. Deze aanbevelingen bieden aanknopingspunten om woningeigenaren te ondersteunen en de klimaatdoelstellingen te realiseren. Van willen en kunnen naar doen!

Ervaring van een SlimmeBuur

Willem uit Zeist verbouwde zelf zijn huis tot een duurzame woning

Klimaatstichting HIER helpt slimme keuzes te maken die ook goed zijn voor het klimaat. Op hier.nu/slimmebuur vind je alle buren in Nederland die jouw vragen over energiebesparende maatregelen beantwoorden. Ze kunnen je meer vertellen over de kosten, energiebesparing én de juiste uitvoerder. Zo vind je altijd een buur die antwoord geeft op jouw vragen!

Willem en zijn vrouw Geke wonen in een twee-onder-een-kap in Zeist. Met zijn vijf broers en vrienden renoveerde Willem in de jaren ’90 eigenhandig een groot deel van de woning. “Als SlimmeBuur wil ik mijn jongere buren helpen. De mensen van nu hebben minder tijd.”

“We kunnen hier bijna het hele jaar ons krantje lezen in de ochtend”

Willem en Geke kochten een huurwoning die fl ink wat onderhoud nodig had. Inmiddels is het er goed toeven. Door de jaren heen werd het huis gedeeltelijk voorzien van HR++-glas, spouwmuurisolatie, dakisolatie, vloerisolatie, vloerverwarming, HR+-ketel, infraroodpanelen in de badkamer en zonnepanelen. In de moderne, rood-grijze keuken glanst een inductiekookplaat ons tegemoet; ze wonen bijna aardgasvrij. alleen nog voor warm water wordt gas gebruikt. Ook bouwde Willem een WTW-systeem (warmteterugwin) in de douche.

Het hele jaar warm

We krijgen koffi e en thee in de serre aan de achterkant van het huis. Die bestaat helemaal uit glas, van een centimeter dik. Het is er, ondanks het gure herfstweer, lekker warm maar niet vochtig, zoals je in een glazen kas zou verwachten. “Dat komt door het infraroodpaneel”, zegt Willem terwijl hij ernaar wijst. Geke vult aan: “Ja, maar die hebben we maar een paar maanden per jaar nodig, we kunnen hier in feite bijna het hele jaar ons krantje lezen in de ochtend. De zon warmt ons op en als het echt nodig is zetten we het paneel even aan.”

Je bent er druk mee geweest. Hoe heb je zelf het verduurzamen ervaren?

“Ik, mijn vijf broers en vrienden, we zijn er gewoon aan begonnen, zonder een heel duidelijk idee over hoe lang het zou duren. Het was een enorm bouwwerk, daar moet je doorheen durven kijken. We hebben ook wel dingen uitgevoerd zonder dat we precies wisten wat we deden, maar we zijn een handige familie en kunnen ons prima inlezen, dan kom je een eind. Je loopt ook per ongeluk tegen dingen aan. Zo hebben we de vloer van de eerste verdieping destijds geïsoleerd voor het geluid, maar dat blijkt nu ook goed te werken tegen de warmte. Uiteindelijk hebben we over het grootste deel negen maanden gedaan. Een fl ink project, maar leuk om te doen.”

Hoe zie je jouw rol als SlimmeBuur voor je?

“Ik hou me graag bezig met moderne technieken. Ik heb mijn leven lang ‘in de techniek gezeten’, dat enthousiasme krijg je er niet uit. Nu hoop ik de mensen om me heen te kunnen helpen. Vooral mijn jonge buren, die neem ik graag wat tijd uit handen. De jonge gezinnen van nu hebben veel minder tijd, zo lijkt het. Zelf wil ik nog iets onder het schuine dak doen, dat ga ik denk ik wel uitbesteden, de buren willen hier ook aan mee doen. En we denken momenteel ook nog na over een warmtepompboiler, dan zou de cv-ketel er uit kunnen. Daarin samenwerken op SlimmeBuur spreekt me dan ook erg aan, dat lijkt me echt de manier om snel verder te komen.”

This article is from: