3 minute read

Op het nippertje een nieuw record

Next Article
Apps en gadgets

Apps en gadgets

19 januari. Doordat Senegal haar grens een paar weken langer openhield werd er bij het scheiden van de markt nog een slordige 30.000 ton uien verscheept met bestemming Dakar. Daarmee komt de teller voor dit West-Afrikaanse land op ruim 167.000 ton, maar liefst een vijfde deel van de totale export in de eerste helft. Door deze onverwachte wending wist dit seizoen op het nippertje het exportrecord van vorig seizoen te verbrijzelen met 802.000 ton uitvoer. Met nagekomen posten komt de teller waarschijnlijk rond de 805.000 ton uit, oftewel zo’n 50.000 tot 70.000 ton hoger dan algemeen werd ingeschat rond november. Belangrijke kanttekening is het onverwachte uitstel van de grenssluiting in Senegal uiteraard.

Ondanks alle nuancering een unicum en een magische grens die niet eerder gepasseerd werd. Tot enkele jaren geleden werd dit volume over een heel seizoen geëxporteerd, terwijl er nu nog 26 weken gerapporteerd moeten worden. Wie uitgaat van 1,3 miljoen ton te exporteren uien kan snel uitrekenen dat dat zo’n 19.000 ton per week betekent. Iets minder dan 500.000 ton over 26 weken, oftewel 38 procent van de totaal beschikbare exportvoorraad. De vraag is waar die 500.000 ton uien naar toe moeten gaan.

Groot-Brittannië nam in de eerste helft van het seizoen 50% van de totale export binnen Europa voor haar rekening met maar liefst 70.000 ton. Dat was 20.000 ton meer dan het voorgaande seizoen en zelfs 25.000 ton meer dan het seizoen 2019/2020. De Britten waarderen de Hollandse ui dus zeker nog. Deels lijken de hogere cijfers terug te voeren op een nauwkeuriger exportregistratie sinds 1 januari 2021, omdat het na de Brexit een derde land is geworden. Maar dat neemt niet weg dat er gewoon heel veel uien naar onze westerburen gaan. De berichten dat de handel met Groot-Brittannië terugloopt zijn misschien voor andere producten waar, maar voor uien is dat geenszins het geval. De media meldden dat afgelopen weken wel, maar die aannames waren gebaseerd op handelswaarde en niet op exportvolumes in tonnen. Wie de uiensector maar een beetje kent weet dat uienprijzen enorm kunnen fluctueren per seizoen en er dus gewoon 40% meer uien naar deze bestemming zijn gegaan ten opzichte van vorig seizoen en zelfs 55% meer dan het seizoen daarvoor.

De exporten in het vorige seizoen schommelden vanaf de jaarwisseling tot week 20 rond de 20.000 ton per week en zakten in de zes weken daarna geleidelijk terug naar 5.000 – 10.000 ton. Gemiddeld werd er toen in de tweede helft 15.000 ton per week uitgevoerd ten opzichte van ruim 29.000 ton in de eerste helft. Over globaal drie bestemming, te weten Europa, Afrika en de rest van de wereld (o.a. Azië, het Midden-Oosten en Latijns- en Noord-Amerika) was de verhouding vorig seizoen respectievelijk 173.000 ton naar Europa, 148.000 ton naar Afrika en 63.000 ton naar overige bestemmingen. Oftewel een verhouding van 45, 38 en 17 procent.

Naast wat de statistieken rapporteren speelt de veldgewasuitvoer naar Oost-Europa dit seizoen mee. Er gaat een flink volume naar de oosterburen, wat niet als export wordt vermeld. Ook de tarra is een afnemer van formaat die zich niet laat vangen in de gepubliceerde exportcijfers. Kortom, het kan best nog eens spannend worden en geen onmogelijke opgave om de export van vorig seizoen voorbij te streven. Of daadwerkelijk de 1,3 miljoen ton aangetipt wordt is echter maar zeer de vraag.

Donderdag 27 januari komt het CBS met haar definitieve oogstraming naar buiten, wellicht biedt dat nog een andere kijk op de marktsituatie. Andere kanalen publiceerden afgelopen tijd schattingen van rond de jaarwisseling en kwamen tot de conclusie dat er rond die tijd zelfs 15 procent meer uien beschikbaar waren dan vorig seizoen. Dat is een fors volume. Het belangrijkste is natuurlijk niet wat er in Nederland beschikbaar is aan aanbod, maar of er zich nog een onverwachte vraag aandient. De handel blijft voorlopig in ieder geval voorzichtig en speelt kort op de bal. De prijs blijft rond de 10 cent hangen bij de boer en heeft een bandbreedte tussen de 8 en 11 cent, maar 10 cent is de standaard voor het merendeel van de opgegeven transacties. Geen vetpot voor de boer en ook voor de handel is niet veel marge te maken. Opvallend is overigens dat via de collectieve opgaven via de Holland Onion Association dit seizoen al zo’n 50.000 ton meer volume werd ingebracht dan het voorgaande. 162.000 ton in week 3 ten opzichte van 113.000 ton vorig seizoen.

De komende weken zullen beslissend zijn voor het verdere verloop van de stemming op de uienmarkt. Wie het weet mag het zeggen, wordt weleens gekscherend gezegd en dat is ook dit seizoen weer een waarheid als een koe. Immers, het zijn en blijven uien! 

This article is from: