Bol & Teelt mei - Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Page 1

Bol& Teelt

Magazine voor klanten van Agrifirm-GMN

Teeltadvies aan de Keukenhof Op pad met Paul Duindam

Bollen telen en vermarkten op Texel Familiebedrijf Uitgeest

Groenbemesters Onmisbaar voor de bodemgezondheid


Voorwoord

Experts in het vak In een wereld die voortdurend verandert, is de land- en tuinbouw als altijd een vaste en stabiele waarde. In voorspoed en tegenspoed. Boer, landbouwer, tuinder of kweker, ze gaan altijd verder. Lees bijvoorbeeld het artikel van de firma Uitgeest die al vijf generaties actief is op Texel. Tegenwoordig telen zij onder andere tulp en dahlia en ze zetten zich in om met minder middelengebruik een maximaal rendement te halen. Maar ook is er aandacht voor de belangenbehartiging van de sector. Deze is hard nodig, bijvoorbeeld als het gaat om de 7e niraatrichtlijn of de politieke ambities inzake duurzaamheid. In dit nummer van Bol&Teelt opnieuw veel aandacht voor het verduurzamen. U kunt lezen dat we hier heel breed op inzetten maar ook opkomen voor de belangen van onze belangrijke sector. Maar altijd betrekken we waar mogelijk de telers bij onze plannen. Wij zijn er van overtuigd dat we samen in staat zijn de wereldwijde reputatie die we hebben, dat we die tot ver in de toekomst weten te behouden. Want wat is Nederland zonder de bollenteelt en zonder de Keukenhof. Ook daarover leest u in deze Bol&Teelt als de redactie een dag op pad gaat met adviseur Paul Duindam. Misschien wel het belangrijkste fundament onder onze aanpak en werkwijze is onderzoek. Zowel in de praktijk als op onze proefvelden onder regie van het Expertisecentrum Bloembollenteelt. In mei, kort na het ter perse gaan van de Bol&Teelt, zijn onze open dagen die we Expertisedagen noemen. Want als experts in ons vakgebied helpen we elkaar vooruit. Iedere dag opnieuw. Dennis Meijaard Directeur sector bloembollen


Inhoud

12

8

Teeltadvies op de Keukenhof

Keuze groenbemester handvol of duim omhoog voor juiste keuze.

Groenbemesters en bodemgezondheid

06 Samen in de coöperatie Sector klankbordgroep bloembollen 07 D uurzame Bollenteelt Drenthe Telen met minderbodemgezondheid gewasbeschermingsmiddelen, minder milieu-impact en minder residu.

16

Veel te zien tijdens de Expertisedagen voorjaarsbloeiers

11 P roductontwikkelingen 14 P roduct & innovatie Gezamenlijk ten strijde tegen Alternaria in zantedeschia 15 P roductontwikkelingen

08 Op pad met Samen met Paul Duindam op bezoek bij de Keukenhof

18 E en team van specialisten Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt

10 Teelt in beeld Allium: een uitdagende bijteelt

19 Kort nieuws en agenda

Colofon: Bol&Teelt is een uitgave van Agrifirm-GMN Redactie Frank van den Hoek en Eline Klaver, Agrifirm-GMN Tekstbijdragen Arjo van den Berg, Thijs Wester, Paul Duindam, Firma Uitgeest, Dennis Meijaard, Bram Mulder, Stendert Schilder, Maurice Kok, Gerbrand Schilder, Henri Daling, Joris Roskam, Thea van Beers, Leendert Molendijk Interviews en tekstredactie Douwe Soepboer, Reach Brand Storytellers Ontwerp en opmaak Robert Luttikholt, Reach Brand Storytellers Fotografie Paula van der Post fotografie, Eline Klaver, Marloesfotografie.nl, Wessels ontwerpt Illustraties Pauline Klein Paste Drukwerk Damen Drukkers.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

4

In gesprek aan de keukentafel met familiebedrijf Uitgeest op Texel

3


Klant aan het woord

Firma Uitgeest

Bollen telen en vermarkten op Texel Bloembollen worden in Nederland niet alleen op het vaste land geteeld. Ook op het eiland Texel worden honderden hectares tulp, narcis, krokus en muscaris geteeld. Een van die familiebedrijven op Texel is de firma Uitgeest. We spreken Piet (sr.) en Klaas (jr.) halverwege maart aan de keukentafel op hun bedrijf nabij het toeristische dorp De Koog.

D Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

De geschiedenis van het familiebedrijf gaat meer dan honderd jaar terug. Klaas Uitgeest is de vijfde generatie. Op het bedrijf van 12 hectare worden tot de eeuwwisseling narcissen geteeld, een teelt die het goed doet op de wat zure duingronden. Maar al twintig jaar worden er nu tulpen geteeld. Het lukt door te bekalken goed om de zuurgraad omhoog te krijgen. Een belangrijke belemmering is dat er op het eiland niet beregend kan worden. Piet daarover: “We kiezen daarom vooral voor vroege groeiers, zoals Darwin hybrides. En we koppen zo vroeg mogelijk.” Klaas vult aan: “Dat we niet kunnen beregenen is natuurlijk een nadeel. Toch blijven we met onze opbrengsten niet achter bij wat kwekers op het vaste land behalen.”

4

Biologische kennis

Klaas is technisch opgeleid en miste naar zijn gevoel daardoor ‘biologische’ kennis. “Toen ik thuis begon, hebben we ons aangesloten bij NLG Holland. De gedachte om zo duurzaam mogelijk te telen, spreekt ons aan.” Piet vervolgt: “We zijn nu vijf jaar lid en nog steeds zeer enthousiast. Vanuit deze gedachte

zien we dat er qua reductie veel mogelijk is. We hebben onze milieu-impact flink weten te verlagen. Mancozeb gebruiken we al vijf jaar niet meer. Dat weten we goed op te vangen met mangaanvoeding. En ook de vuurbestrijding hebben we goed onder controle.” Klaas: “Ons bedrijf is relatief klein, dat maakt dat we op basis van het weer, makkelijk kunnen en durven te schuiven in de spuitschema’s. Bijvoorbeeld in periodes van droog en schraal weer.”

Echt een specialist

Vaste adviseur van Agrifirm-GMN is Jan Warmendam. De spuitschema’s voor dit seizoen zijn op het moment van dit gesprek net binnen. Klaas: “De toegevoegde waarde van Agrifirm-GMN is dat het bedrijf echt specialist is in bloembollen. Voor de telers op Texel is het daarom een belangrijke schakel bij effectieve gewasbescherming. Dat wordt ingezet op verduurzaming van de teelt, dat zie je in de schema’s. Bijvoorbeeld door het gewas weerbaarder te maken met biostimulant Agriculture Plus. Dat is belangrijk.” Tegelijk maakt de firma Uitgeest zich ook zorgen dat steeds meer middelen ter discussie

Fa. Uitgeest Teelt: tulp, krokus, narcissen, muscaris en dahlia De combinatie met dahlia past goed in het bouwplan. Dat aandeel wil het bedrijf de komende jaren uitbreiden. Daarnaast wordt met akkerbouwers op het eiland grond geruild. Hierdoor wordt 1 op 3 tulpen geteeld. Een deel van de tulpen wordt zelf afgebroeid en deels op het eiland afgezet.


We hebben altijd meer ideeën dan we tijd hebben.

Beste virusbestrijding is de selectie

De luizendruk op het eiland Texel is minder dan bijvoorbeeld in het binnenland, maar zeker niet minder dan in de kop van Noord-Holland. De selectie doen vader en zoon samen. Piet: “Ook dat is een voordeel van een relatief klein bedrijf. Het aantal hectares dat we moeten bijhouden is te overzien. We nemen dat werk heel serieus. Hoe minder viruszieke planten, hoe kleiner de kans op verspreiding.” Klaas: “Maar hoe goed je ook je best doet,

je mist toch altijd zieke planten. Daarom is en blijft de luizenbestrijding nodig. Vanaf half maart beginnen we daarmee.”

Precisielandbouw

Ook de onkruidbestrijding wordt steeds meer een issue. In de teelt van dahlia is mechanisch best veel mogelijk. In de beddenteelt niet. Nu Asulox® is verdwenen, wordt de onkruidbestrijding er niet makkelijker op. Op het eiland wordt al gewerkt met precisielandbouw. Klaas: “Dat heeft zeker toekomst. Maar het betekent ook dat je flink moet investeren. Voor ons kan dat nu zeker nog niet uit. Voor ons is het belangrijk dat wij bij de uitruil van grond kunnen beschikken over relatief schoon land. Onze voorkeur gaat uit naar grond waar vroeg wordt geoogst. Dus liever pootgoed dan bieten.”

Corona, oorlog en tulpen

Toen corona twee jaar geleden uitbrak, stokte de afzet van tulpen. Klaas: “We zijn toen begonnen met verkoop aan huis. De lokale pers kreeg daar lucht van en schreef erover. Dat hebben we geweten. De verkoop kwam in een stroomversnelling.” Na corona in 2020 krijgt de sector opnieuw met tegenslag te maken. De oorlog in Oekraïne. Die begon op 20 februari, kort voor internationale vrouwendag (8 maart). Vrouwendag krijgt in Rusland veel aandacht met een flinke piek in de export van tulpen. Opnieuw zijn de gevolgen voor de afzet groot. Wat een heel goed jaar leek te worden, valt in duigen. Gelukkig toont de firma Uitgeest veerkracht. Piet: “We hebben altijd meer ideeën dan we tijd hebben. Met ons komt het wel goed.”

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

staan. Piet daarover: “Zoals Topsin M® dat al niet meer is toegelaten en captan dat nu ook op de tocht staat. Dat reductie mogelijk is, dat is ons wel duidelijk, maar helemaal zonder chemie, dat kan echt nog niet.”

5


Samen in de coöperatie

Sector klankbordgroep bloembollen Om het beleid maximaal aan te laten sluiten bij de wensen van de leden, is ledeninspraak binnen Agrifirm een groot goed. Des te belangrijker is het om in contact te zijn en dat structureel in te richten. Om die reden is de sector klankbordgroep bloembollen opgericht.

de ledenraad en de Raad van Commissarissen (RvC). Ook de directeur van de betreffende sector maakt deel uit van de klankbordgroep. In het geval van de bloembollensector is dat Dennis Meijaard. Door deze opzet worden de verbindingen tussen praktijk, directie en bestuur gemaakt.

De samenstelling van de klankbordgroep

Waarom een klankbordgroep?

De sector klankbordgroep is nieuw. Er komen klankbordgroepen voor de diverse agrarische sectoren waarin Agrifirm actief is. Denk aan akkerbouw, rundvee, varkenshouderij en dus ook voor de bloembollen. In iedere klankbordgroep zijn leden vertegenwoordigd, aangevuld met zowel een lid van de jongerenraad,

Er zijn drie redenen waarom is gekozen voor deze opzet: ■ Allereerst is er zo directe feedback vanuit de praktijk mogelijk op zowel de strategie, het beleid en de prestaties van Agrifirm en Agrifirm-GMN. Het helpt om de slagvaardigheid te verbeteren. ■ De tweede reden is het toetsen van nieuw beleid door de klankbordgroep

en het leveren van input voor de belangenbehartiging door Agrifirm. ■ De totstandkoming van Agrifirm-GMN heeft impact op de relaties met klanten. Daarom wordt in de klankbordgroep bloembollen aandacht besteed aan die integratie. Met als doel om onze gezamenlijke ambities en verwachtingen waar te maken.

Leden klankbordgroep bloembollen Het fundament van elke klankbordgroep wordt gevormd door de leden. Daarbij wordt gekeken naar een goede afspiegeling, zowel qua teelt als qua gebied. Onderstaand het overzicht.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

– Tim Kapiteijn Kapiteyn Group, Breezand – Carlo van Schagen Garden of Egmond, Egmond binnen – Ryan Hulsebosch Hulsebosch Bloembollen, Julianadorp – Bas Menting Bloembollenbedrijf Menting, Espel – Gert Seubring Seubring bloembollen Drenthe, Beilen – Rosanna Pater Pater Bloembollen, Spierdijk – Erik van Dam Triflor BV, Oude Niedorp – Remco v.d. Kooij De Jong lelies, Andijk – Kees van der Bos RvC Agrifirm, Maatschap Van der Bosch – Weidenaar, Holwert – Dennis Meijaard Directeur Agrifirm-GMN – Hendrik Arends Directeur coöperatie zaken Agrifirm

6

‘Ik vind het belangrijk om van de leden hun visie op de toekomst en ons dagelijks presteren te horen. Dat geeft ons richting en houdt ons scherp. Deze klankbordgroep heeft daar een grote rol in.’ Dennis Meijaard

Er wordt nog gezocht naar een afgevaardigde uit de Duin- en Bollenstreek. Op woensdag 11 mei a.s. komt de sector klankbordgroep voor de eerste keer bijeen. Heeft u interesse? Neem dan contact op met Frank van den Hoek via f.vandenhoek@agrifirm.com


Werken aan een duurzame teelt

Duurzame Bollenteelt Drenthe Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Joris Roskam. (Public & Cooperative Affairs Manager Cebeco)

Telen met minder gewasbeschermingsmiddelen, minder milieu-impact en minder residu. Hierover worden nu al vergaande afspraken gemaakt, waaronder een reductie van gewasbeschermingsmiddelen met 50% in 2030. In Drenthe, in de gemeente Westerveld, is het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe in april officieel van start gegaan. Agrifirm-GMN is hierbij nauw betrokken. Het programma Duurzame Bollenteelt Drenthe is niet toevallig in Westerveld tot stand gekomen. Steeds vaker hebben lelietelers hier te maken met bewoners die problemen hebben met de inzet van gewasbeschermingsmiddelen. Telers worden daarop aangesproken. De opdracht om minder chemie in te zetten, geldt voor de hele branche. Maar in Westerveld ligt er nog meer druk op dan gemiddeld. Uniek aan het project is de brede samenwerking. Met telers, leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen (waaronder Agrifirm-GMN), HLB en KAVB. Maar ook de Gemeente Westerveld, LNV (ministerie), omwonenden en de Provincie Drenthe sluiten aan.

Drie speerpunten Binnen het project zijn drie speerpunten benoemd:

Weerbare planten in een weerbaar teeltsysteem

Dialoog tussen telers en omwonenden

Effectieve middelen en minder milieubelasting

Binnen een weerbaar teeltsysteem kan het middelenverbruik worden verminderd. Nieuw is dat bestaand onderzoek wordt gekoppeld aan nieuw onderzoek door bedrijven actief in de praktijk. Dus ook het Expertisecentrum Bloembollenteelt (Agrifirm-GMN) is hierbij nauw betrokken. Op alle denkbare manieren wordt gezocht naar mogelijkheden voor reductie. Denk aan mechanische oplossingen, biologische middelen, biostimulanten en lage doseringen. Alle onderzoeken staan onder regie van HLB (www.hlbbv.nl).

Arjo van den Berg, Teeltspecialist over ervaringen van telers In 2021 is gestart met dit project. Door o.a. alternatieven voor mancozeb te gebruiken hebben we al een flinke reductie aan middel weten te behalen. 2022 staat in het teken van verdere reductie. Met dit project gaan we echt verder. Door gebruik te maken van zo groen mogelijke middelen waarvan we hoge verwachtingen hebben. We doen dat teeltbreed, dus zowel vuurbestrijding, onkruidbestrijding en het voorkomen van virusoverdracht komen aan bod. Bij vuurbestrijding kijken we bijvoorbeeld naar mogelijkheden om met lagere doseringen en/of met groenere middelen maximaal effect te sorteren. Waarbij we moeten waken voor resistentie. Mijn ervaring is dat telers enthousiast zijn. Waar dat kan, grijpen ze nieuwe kennis en middelen aan om dit project tot een succes te maken.

De bollenteelt is relatief klein in omvang waardoor effectieve middelen, die kunnen helpen bij reductie van de milieuimpact, niet zijn toegelaten. Met bijvoorbeeld proefvrijstellingen kunnen telers experimenteren en bij goede resultaten kan sneller worden toegewerkt naar een toelating.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Telers en omwonenden staan vaker tegenover elkaar. Onderdeel van dit programma is het wederzijdse begrip te verbeteren. Door in gesprek te gaan met elkaar en door duidelijkheid te bieden over middelen die ook steeds vaker duurzaam zijn. Wat lastig kan zijn, is dat er soms vaker wordt gereden. Bijvoorbeeld met bladvoeding, biostimulanten of lage doseringen. Dat vraagt om een goede uitleg (zie ook pag. 16 en 17).

7


Op pad met

Op pad met Paul Duindam

Teeltadvies aan de Keukenhof

Jaarlijks reizen honderdduizenden mensen af naar Lisse om een bezoek te brengen aan de Keukenhof. Tussen al deze bezoekers is Agrifirm-GMN adviseur Paul Duindam regelmatig te vinden. “Soms willen ze dat je even over hun schouder meekijkt.”

H

Het is druk bij de ingang van de Keukenhof. Zowel nationale als internationale bezoekers staan te popelen om naar binnen te gaan. “Dat blijft bijzonder om te zien”, aldus Paul. “Alhoewel dit de afgelopen twee jaar niet vanzelfsprekend was. Het park stond volop in bloei, maar de deuren bleven gesloten. Gelukkig kunnen we er nu weer van genieten.”

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Workshops voor medewerkers

8

Paul is nu vijf jaar betrokken bij de Keukenhof als adviseur. “Een aantal jaar geleden is Agrifirm-GMN ingeschakeld om mee te kijken naar de kwaliteit van de gewassen. De Keukenhof krijgt namelijk bollen aangeleverd van kwekers, handelaren en diverse andere bollenbedrijven. Zij krijgen allemaal een aantal perken toegewezen om er hun product te planten. Het is een enorme diversiteit aan soorten uit heel het land.” In het najaar is het de taak aan Paul om de bollen te checken op kwaliteit. “In september en oktober ben ik hier dan twee keer per week om te kijken naar de staat van de bollen. In 99 procent zit het goed met de kwaliteit, maar risico wil je niet nemen.” Daarbij verzorgt Paul jaarlijks een aantal workshops voor de medewerkers, bijvoorbeeld over het herkennen van viruszieke planten.

Rhizoctonia

In het vroege voorjaar is Paul weer terug om de opkomende bloembollen te controleren. Een grote uitdaging in de Keukenhof is de schimmel Rhizoctonia solani, die na opkomst voor veel uitval kan zorgen. “De schimmel blijft langere tijd in de bodem achter”, vertelt Paul. “Een kweker kan door middel van vruchtwisseling schade voorkomen of beperken. Op de Keukenhof is dat lastiger. Er wordt jaar in jaar uit intensief geteeld op dezelfde grond. De schimmel krijgt zo meer kans.” Niet alleen in de tulp, maar ook in andere voorjaarsgewassen is schade door Rhizoctonia solani goed te zien. Paul: “Kijk, daar die kale plekken in de hyacinten. Je ziet dat het gewas is aangetast door de schimmel.” Is de grond zwaar besmet, dan is het zinvol om deze 30 tot 40 cm af te graven en aan te vullen met schone grond. Paul daarover: “Dat is soms best een uitdaging. Naast voorjaarsbloeiers, staat de Keukenhof vol met bomen met flinke wortels. Afgraven is dus niet altijd mogelijk.”

Twee maanden open

De Keukenhof is dit jaar tot 10 mei geopend. Paul: “Hierna staan de rooimachi-

nes klaar om aan de slag te gaan. In een paar weken worden alle bollen gerooid om de grond zo veel mogelijk rust te geven waardoor ziektes zich niet verder verspreiden.” Na twee maanden is het dus voor het publiek klaar. Maar niet voor de medewerkers en voor Paul. De voorbereidingen voor de volgende Keukenhof worden direct daarna weer opgestart.

Over Paul Duindam Zo’n 25 jaar geleden begon Paul bij Agrifirm-GMN, destijds Van Gent van der Meer Nuyens. Als adviseur in Voorhout en omgeving bezoekt hij klanten met uiteenlopende teelten. Hoofd- én bijteelten, zoals tulpen, hyacinten, dalhia’s, krokussen en alliums. Klanten in Zuid-Holland vertrouwen op zijn kennis en praktijkervaring. Heeft hij ook een favoriete teelt? “Zeker. De tulp staat bij mij op nummer 1.”


9

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN


Teelt in beeld

Allium: een uitdagende bijteelt De felpaarse kleur van sieruien siert het landschap na het geel van narcissen, het roze van hyacinten en het brede kleurenpalet van tulpen. Agrifirm-GMN is vanaf de bolontsmetting tot de oogst betrokken bij de alliumteelt.

Witrot

Sclerotium cepivorum, ook wel witrot genoemd, is in allium een zeer schadelijke schimmelziekte. Maar ook een ziekte die vaak wordt onderschat. Als een plant in een jong stadium wordt aangetast, kan deze volledig wegvallen. Bij een aantasting later is de schimmel te herkennen aan het dichte witte schimmelpluis en de aanwezigheid van grote aantallen zwarte sclerotiën (kleiner dan een speldenknop) die tot wel 15 jaar in de grond kunnen overleven. Als er opnieuw een alliumgewas wordt geteeld, wordt het gewas vanuit deze sclerotiën aangetast en besmet.

ingezet als bijteelt ligt de focus van kwekers vaak op de hoofdteelt. Onderschatting kan leiden tot veel uitval door virus. Gelukkig zijn er mogelijkheden. Adviseur Paul Duindam hierover: “Het virus is gemakkelijk te herkennen aan het blad en het achterblijven in groei. Ook zijn er mogelijkheden met bespuitingen. Mijn stellige overtuiging is dat er voor veel kwekers nog winst valt te behalen.”

Toekomst allium

De sierui is populair als eyecatcher in bloemstukken. Het areaal allium is hierdoor flink toegenomen. In vergelijking met 2018 zelfs met twintig procent. Maar zal het areaal ooit zo groot worden als bijvoorbeeld de tulp of lelie? Adviseur Paul Duindam denkt van niet: “Een bos tulpen zet je in een vaas op tafel. Dit doe je niet met alliums. Het zal voor veel telers een bijteelt blijven, maar wel een ontzettend mooie.”

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Grondmonster

10

Het is niet mogelijk om witrot met (chemische) gewasbeschermingsmiddelen te bestrijden. Het is van groot belang om aangetaste planten direct te verwijderen om zo verdere verspreiding tegen te gaan. Wilt u weten of u witrot kunt verwachten? Dan kan door middel van een grondmonster de eventuele aanwezigheid van de schimmel worden vastgesteld. Uw adviseur kan u hier meer over vertellen.

Virus

Ook virusbestrijding is nogal eens een ondergeschoven kindje in de alliumteelt. Omdat allium meestal wordt

340 hectare en 1000 varianten In Nederland wordt ongeveer 340 hectare allium geteeld. Het merendeel van deze sieruien zijn meerjarige bollen in ruim 1000 varianten. De meerjarige alliumteelt kent diverse uitdagingen op zowel het terrein van onkruidbestrijding, witrot, virus, fusarium en aaltjes.


Product, veiligheid en innovatie

Knolcyperus Bij de wortel aanpakken GMN Crop in een nieuw jasje Teelregistratiesysteem GMN Crop is vernieuwd! Met meerdere voordelen voor gebruikers. Zo kunnen telers nu spuitopdrachten printen, gegevens makkelijker aflezen en biedt de applicatie extra gebruiksgemak dankzij de vernieuwde webversie. Hieronder de laatste vernieuwingen op een rij: ■ Extra vorm van de teeltagenda. Met indeling per teelt en type bespuiting (herbicide, fungicide, insecticide). ■ Spuitopdrachten kunnen nu worden geprint. ■ Beter en meer logisch overzicht. ■ Meer snelheid programma. GMN Crop is een teeltregistratiesysteem dat samen met telers is ontwikkeld om de teeltregistratie te optimaliseren. Agrifirm-GMN blijft het systeem door ontwikkelen met als doel het nog gebruiksvriendelijker en relevanter te maken.

Interesse?

Knolcyperus staat bekend om zijn razendsnelle vermeerdering. Eén knolletje kan 10 tot 12 keer uitlopen en honderden bovengrondse planten aanmaken over een oppervlakte van diverse vierkante meters. Eenmaal gevonden op het perceel kan het veel schade veroorzaken. Nadat het perceel is besmet, geldt daarom voor onbepaalde tijd een teeltverbod. Vroegtijdige herkenning en preventie is dus erg belangrijk. Alle (preventie) maatregelen hebben wij voor u op een rij gezet op onze website. Bekijk deze op www.agrifirmgmn.nl/knolcyperus en onderneem direct actie als u knolcyperus vindt.

Knolcyperus en zeebies: zoek de verschillen Vaak wordt knolcyperus verward met zeebies. Inderdaad, beide onkruiden lijken op elkaar, maar vragen beide om een eigen aanpak. Daarom heeft Agrifirm-GMN adviseur Klaas Troost een video gemaakt waarin hij de verschillen tussen beide onkruiden laat zien. Scan de QR-code en bekijk het filmpje.

www.agrifirmgmn.nl/gmn-crop

De agrarische sector wordt opnieuw geraakt door veranderde regelgeving die voortvloeit uit het zevende actieprogramma nitraat. Voor de bloembollenteelt lijkt deze impact groter doordat de teelt veelvuldig op zand- en lössgronden plaatsvindt. Deze richtlijn moet zorgen voor minder overschrijding van de maximale nitraatwaarde in oppervlakteen grondwater. Een van de maatregelen die naar onze inschatting de grootste impact zal hebben, is het verplichte rustgewas. Naast deze generieke aanpak is het belangrijk om met een alternatief maatwerkplan te komen.

Onder regie van de KAVB, en in samenwerking met een groep bollentelers, wordt hier stevig op ingezet. Als toeleverancier dragen we bij aan de voorstellen van de maatwerk plannen van nitraat. Data van deze metingen geven een beeld van de nitraatconcentraties en hierdoor krijgen we meer inzicht in de huidige situatie. Tenslotte kunnen deze gegevens mogelijk van pas komen in komende discussies met de beleidsmakers. Agrifirm-GMN draagt zowel financieel bij als met kennis en het beschikbaar stellen van onderzoek waar dit van toegevoegde waarde is.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Gevolgen nitraatrichtlijn voor de bollenteelt

11


Product- en assortiment

Groenbemesters Onmisbaar voor de bodemgezondheid De vroege oogst van de bloembollen biedt mogelijkheden om de positieve eigenschappen van een groenbemester goed tot zijn recht te laten komen. Heeft u al nagedacht over een passende groenbemester op de percelen? Er zijn zoveel goede redenen om een groenbemester te telen. Denk aan het vastleggen van overgebleven mineralen in een nieuw gewas, beheersing van aaltjes en het op peil brengen van de organische stof balans. Voor het bodemleven is er niets beters dan een groeiend gewas. Een groeiend gewas voedt het bodemleven op een directe manier met o.a. suikers. Ook de structuur van de grond heeft baat bij wortelgroei. Dus alle reden om aandacht

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

mgezondheid

12

te besteden aan een goed groeiende groenbemester. En het allerbelangrijkste is: zorg dat de teelt slaagt.

Keuze groenbemesters

Er is veel keuze in groenbemesters. Te beginnen al met de keuze voor een enkelvoudige groenbemester of een mengsel. Uit onderzoek is gebleken dat enkelvoudige groenbemesters (mits goed geslaagd) net zoveel organische massa vormen als

mengsels van groenbemesters. Wel is het zo dat de verschillende gewassen in een groenbemestersmengsel elkaar goed kunnen aanvullen, waardoor het slagen van de teelt meer zeker is. Qua beworteling biedt een mengsel echt een meerwaarde. Bloeiende mengsels zijn goed voor de bovengrondse biodiversiteit. In het Agrifirm Biodivers mengsel combineren we de positieve eigenschappen van wel 10 verschillende groenbemesters. Dit mengsel zorgt


Gele mosterd

Bladrammenas

Bladrammenas

Japanse Haver

Japanse Haver afrikaantje

voor een snelle bodembedekking, geeft een zeer intensief doorwortelde bouwvoor en het bloeit aantrekkelijk voor insecten en vogels.

tabaksratelvirus er niet door vermeerderd wordt. Het ras Angus (eveneens bladrammenas) heeft een brede resistentie tegen wortelknobbelaaltjes.

Aaltjes en groenbemesters

Onkruiddruk

Hoe zit het met de aaltjesdruk op het perceel? Het is belangrijk daarmee rekening te houden. Vooral met de hoofdteelt van het volgende jaar in het achterhoofd is het belangrijk te kiezen voor een groenbemester die de aanwezige schadelijke aaltjes niet sterk vermeerderd. Uit onderzoek blijkt dat aaltjes in een groenbemestersmengsel op zoek gaan naar de meest aantrekkelijke groenbemester. Geen van de componenten in een mengsel mag dus sterk vermeerderend zijn! Bij een problematische aaltjesbesmetting waar vermeerdering echt voorkomen moet worden, is een resistente enkelvoudige groenbemester de meest veilige keuze. Wilt u meer weten over aaltjes en de vermeerdering? Neem dan vooral eens een kijkje op www.aaltjesschema.nl. Op deze website van de WUR kunt u zelf een schema maken op basis van uw eigen bouwplan en krijgt u meer inzicht in de schadegevoelige teelten. Zie ook de korte toelichting van Leendert Molendijk.

Saneren aaltjes

Met een aantal groenbemesters kunnen schadelijke aaltjes worden gesaneerd. Tagetes (Afrikaantjes) is daar misschien wel het meest bekende voorbeeld van. Met een drie maanden teelt van Tagetes kan het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) voor bijna 100% worden opgeruimd. Bij bladrammenas is het ras Agronom geschikt voor de bollenteelt, omdat het

Als er veel onkruiddruk is, kies dan een groenbemester met een snelle beginontwikkeling zoals bladrammenas, gele mosterd of Japanse haver. De mengsels Trio (bladrammenas, facelia en Alexandrijnse klaver) en de cruciferen vrije mengsels Universal (Japanse haver, Facelia, wikke, Perzische en Alexandrijnse klaver) en Raps (facelia, vlas, Persische en Alexandrijnse klaver) zijn ook snelle starters.

afrikaantje met aaltjes Handboek groenbemesters

Onze leveranciers zorgen voor een zorgvuldige vermeerdering van het zaad en steken veel energie in het ontwikkelen van nieuwe rassen met door ons gewenste eigenschappen. Daarnaast is Agrifirm deelnemer in de relevante WUR onderzoeken naar het meest optimale gebruik van groenbemesters. Veel informatie over groenbemesters is te vinden op de website. Oorspronkelijk gemaakt in 2003 maar de afgelopen jaren aangepast aan de huidige ontwikkelingen. Waren het toen vooral bemesting en aaltjes die belangrijk waren, nu spelen ook biodiversiteit, klimaatadaptatie, organische stof en daarmee samenhangende Europese regelgeving een belangrijke rol. www.handboekgroenbemesters.nl

Met groenbemesters kunnen schadelijke aaltjes worden gesaneerd.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Gele mosterd

Leendert Molendijk, nematoloog bij WUR Open teelten De gewasrotatie is de basis van een goede aaltjesbeheersing. Groenbemesters zijn de afgelopen jaren omwille van bodemgezondheid een steeds grotere rol gaan spelen in deze gewasrotatie. Kennis omtrent de vermeerdering van aaltjes op de diverse groenbemesters heeft in het onderzoek van WUR Open teelten hoge prioriteit. Ten behoeve van de akkerbouw en vollegrondsgroenten, maar ook zeker ten behoeve van de bloembollenteelt. Met het invullen van de witte vlekken in het aaltjesschema (www.aaltjesschema.nl) geven we telers de mogelijkheden om gericht te kiezen voor een groenbemester die past bij de aangetroffen aaltjessituatie. Dit onderzoek is nog volop gaande. De samenwerking met de praktijk is daarbij van wezenlijk belang. Een actueel voorbeeld waartoe WUR Open teelten het initiatief nam, is het PPS onderzoek Bollen, Bodem & Aaltjes.

13


Techniek en toekomst

Gezamenlijk ten strijde tegen alternaria in zantedeschia Alternaria alternata is een schimmelziekte die tot ernstige opbrengstschade leidt in de teelt van zantedeschia. Het beschikbare pakket aan curatieve en preventieve gewasbeschermingsmiddelen is heel erg klein en het schema met gewasbehandelingen met de veldspuit lastiger. Een goed ziektedruk waarschuwingsmodel voor deze schimmelziekte kan soelaas bieden. Dit helpt om op het juiste moment met de juist toepassing de infectie te voorkomen. En voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

Ziektedruk waarschuwingssysteem ontwikkelen

Een ziektedruk waarschuwing model, ook wel aangeduid met GEWIS (Gewasbescherming En Weer Informatie Systeem), is natuurlijk niet nieuw. Voor botrytis in bolgewassen als tulp en lelie is een dergelijk systeem er al jaren. Maar voor veel aandoeningen in kleine gewassen is er niet altijd een goed werkend model. Samen met agronomen en telers gaat Agrifirm-GMN ervoor om een dergelijk model voor altenaria in zantedeschia te ontwikkelen.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Data verzamelen en scouten

14

Alternaria is een bekende schimmelziekte in diverse gewassen. Om tot een effectief model te komen voor zantedeschia zijn data nodig. Het huidige theoretische model, aangevuld met metingen en waarnemingen in het gewas, helpen het model ontwikkelen. Daarom zijn de teeltadviseurs van Agrifirm-GMN op zoek gegaan naar twintig telers die mee willen doen. Dat is gelukt. Elk van deze telers plaatst in een zantedeschia gewas één of meerdere weerstations

van SmartFarm. De telers en de adviseurs vullen de meetgegevens aan met fysieke waarnemingen in het veld. Er wordt gescout op symptonen en ook de gewasgroei wordt bijgehouden. Verder worden de gewasbehandelingen geregistreerd.

Beter voorspellen

Een agronoom van AppsforAgri verwerkt alle verzamelde gegevens in het altenaria ziektewaarschuwingsmodel, specifiek voor zantedeschia. Door jaarlijkse herhaling, wordt het model op basis van opgebouwde kennis en vergaarde data ieder jaar beter. En hoe beter het model, des te beter kan de teler alternaria in de hand houden. Op basis van betrouwbare voorspellingen kunnen preventieve maatregelen worden getroffen en kan de opbrengstderving aanzienlijk worden beperkt.

Stendert Schilder over de samenwerking “De bestrijding van alternaria in zantedeschia is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen telers teeltadviseurs, agronomen en producenten van weerstations. Want wie niet kan delen, kan niet vermenigvuldigen. We moeten dit samen doen zodat we alternaria in de hand houden. Ook het wisselvallige klimaat vraagt om actie. Samen kunnen we snelheid maken en dat is hard nodig gezien het wegvallen van steeds meer mogelijkheden in de chemische bestrijding van alternaria maar ook van andere schimmelziektes.”


Product, veiligheid en innovatie

Teeltsysteem van de toekomst? PPS Bollencoaster onderzoekt het! Binnen de bloembollensector wordt hard gewerkt om de afhankelijk van chemische middelen bij de beheersing van ziekten en onkruiden te verminderen. Dat vraagt om actie, bijvoorbeeld door te denken in nieuwe innovatieve teeltsystemen. Om in de toekomst te kunnen blijven telen is fundamenteel onderzoek essentieel, is de overtuiging van Agrifirm-GMN. Daarom doen we samen met andere partners mee aan de PPS (Publiek Private Samenwerking) projecten uitgevoerd door Wageningen University & Research. Eén van die projecten is PPS Bollencoaster. Nu al zijn er positieve uitkomsten te melden maar meer onderzoek is nodig.

PPS Bollencoaster Doel van PPS Bollencoaster is het ontwikkelen van een teeltsysteem voor leverbare bloembollen waarbij we gebruik maken van de bollengronden, zonder de ziekteen milieuproblemen die daar binnen de huidige praktijk mee samengaan. Binnen een vierjarig project met een aantal proe-

zijn geteeld, waren vergelijkbaar of beter dan bollen op zand geteeld. Ook in de afbroeiproeven bleek de kwaliteit zeer goed.’’

Meer onderzoek nodig

ven in Voorhout wordt nu ingezet op een teeltsysteem voor leverbare bloembollen (het laatste teeltjaar in een buitenteelt). Eerst in hyacint en lelie.

Slurven met substraat Er is gekozen voor een teelt in plastic slurven met substraat. Een bemestingsunit is aangesloten op druppelslangen die in de sleuven zijn geplaatst. Met deze teeltechniek worden de bollen dus los van de grond geteeld. Agrifirm-GMN adviseur Bram Mulder: ‘’De eerste resultaten zien er goed uit. Hyacinten die in de slurven

In Voorhout staat op dit moment de tweede proef met hyacinten in de sleuventeelt. “Dit keer is de veur nog smaller om de ondergrens aan de hoeveelheid te gebruiken substraat te onderzoeken. Ook wordt gekeken of eerder gebruikt substraat opnieuw kan worden ingezet. Bram Mulder over de verdere ontwikkelingen: “Naast hyacinten zijn afgelopen jaar ook lelies geteeld in de slurven. De opkomst van de lelies was minder goed dan bij hyacint. Hier is dus nog werk aan de winkel. Dat gaat dit jaar al plaatsvinden. We houden u op de hoogte.” Kijk voor meer informatie over de PPS projecten op www.agrifirmgmn.nl/ over-ons/pps-projecten/

RemDry voor verwerking van restvloeistof Bloembollentelers zijn zich bewust van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu. De waterkwaliteit is al verbeterd. Maar het kan nog beter. Zo kunt u nu gebruik maken van een gesloten systeem om restvloeistoffen duurzaam te verwerken.

Zon en de wind zorgen voor de verdamping van het water. GBM blijft als sediment achter. De restanten kunnen in een container kostenvrij worden ingeleverd via de STORL-regeling die dit jaar wordt vervangen door Agrirecover.

Door Syngenta, Ecomembrane en Uptofarm is de RemDry ontwikkeld. Het is een eenvoudige stalen verdampingsbak met een inhoud van 2.500 liter en een verdampingscapaciteit van ruim 3.000 liter per jaar. Restwater dat bijvoorbeeld vrijkomt bij het reinigen van de spuit, of wat na de bolontsmetting over is, kan direct in de RemDry worden gepompt. De RemDry is een bak met een stevig zeil.

De kosten voor RemDry zijn circa € 2.600,- (houd rekening met prijsverhogingen door stijgende grondstofprijzen). Een investering valt mogelijk onder de Vamil/MIA-regeling (code F2345). Check de milieulijst op de site van RVO (www.rvo.nl). Meer informatie: RemDry Benelux, www.remdry.be. Of stuur een e-mail naar info@remdry.be.

Verdamping Zon

Wind

Droge neerslag van GBM

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Kosten

De werking van RemDry

15


Onderzoek & innovatie

Veel te zien op Expertisedagen voorjaarsbloeiers Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Arjo van den Berg en Thijs Wester

Binnenkort zijn de Agrifirm-GMN Expertisedagen in de voorjaarbloeiers. Op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen zijn er veel ontwikkelingen. Niet alleen staan toelatingen ter discussie (of zijn al teruggetrokken). Ook de milieu-impact van middelen staat volop in de belangstelling. Belangrijk is om te kiezen voor middelen met de minste impact en de beste effectiviteit. Het goede nieuws is dat Agrifirm-GMN, vanuit het Expertisecentrum Bloembollenteelt veel onderzoek doet naar mogelijkheden voor een weerbare teelt in combinatie met de reductie van middelen met veel milieu-impact. In dit artikel leest u meer over wat is te zien bij een bezoek aan de open dagen.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Onkruidbestrijding

16

In 2021 had asulam in de teelt van onder andere tulp, lelie en hyacint nog een vrijstelling. In 2022 is deze vervallen. Daarmee vervalt feitelijk het enige beschikbare middel dat we na opkomst tegen met name breedbladige onkruiden nog konden inzetten. Mede hierom is er in 2022 veel aandacht in de proeven voor de onkruidbestrijding, zowel voor als na opkomst.

Voor opkomst

Voor opkomst zijn voor de bollenteelt nog meerdere herbiciden beschikbaar. Middelen die zeker effectief zijn. Waar we in de proeven op inzetten, is dat we met andere middelen (vanuit de akkerbouw) kunnen verduurzamen en de milieu-impact kunnen verlagen. Meerdere middelen hebben potentie. Dit onderzoek helpt ons om vast te stellen welke middelen voor een KUG-toelating in aanmerking komen.

Na opkomst

Zeker nu de werkzame stof asulam niet meer beschikbaar is, zijn er nauwelijks nog herbiciden beschikbaar. En voor de grootste teelt: tulpen, zelfs niets meer. De uitdagingen zijn dus groot en die pakken we ook zeker op. In de proeven worden diverse middelen met elkaar vergeleken.

Maar het zijn vooral ook de toepassingen (momenten en doseringen) die we beoordelen. Verschillende producenten van herbiciden werken mee aan de proeven. Om zo zelf te vast te stellen of ze voor een toelating willen gaan. Ook die resultaten delen we graag met u als kweker.

Anticiperen op ontwikkelingen

Als branche weet je dat het kan gebeuren dat belangrijke middelen ineens zwaar ter discussie staan. Denk bijvoorbeeld aan azolen waaraan we in de vorige Bol & Teelt aandacht besteedden. Binnen Agrifirm-GMN willen we daarop tijdig anticiperen met onderzoek naar nieuwe middelen en mogelijkheden. In de proeven liggen dit jaar daarom meerdere fungiciden als alternatief. Daarbij worden verschillende doseringen met elkaar vergeleken met als doel een maximaal effect met een zo laag


Kiezen voor middelen met de minste impact en de beste effectiviteit.

Bladvoeding en biostimulanten

Dit jaar is mancozeb in geen enkele teelt nog toegestaan. Ook daarop is de afgelopen jaren (in met name tulp en lelie) volop geanticipeerd door middel van onderzoek en met praktijkproeven. We weten inmiddels de mangaanvoeding goed te sturen met bladmeststoffen. Ook de bestrijding van vuur is met goede schema’s en door tijdig te sturen, goed te managen. Maar om verder te optimaliseren blijven we daar in de proeven aandacht aan besteden. Waar blijvend aandacht naar uitgaat, is het weerbaarder maken van de plant met inzet van biostimulanten. De toegevoegde waarde daarvan is al op meerdere vlakken aangetoond. Maar meer kennis is nodig. Bijvoorbeeld door te onderzoeken op

welke momenten de behandelingen het meest effectief of rendabel zijn. Is dat bij de bolontsmetting? Bij een bodembehandeling? Of met een volveldsbespuiting? Onder andere de middelen Agriculture Plus en Soilset komen dit jaar terug in de proeven. Agriculture Plus wordt inmiddels al breed ingezet in de praktijk. En in proeven met Soilset zijn er in het dompelbad in de lelieteelt al heel goede ervaringen opgedaan. Op die ervaringen bouwen we in 2022 verder in de tulpenteelt. Ook hierover meer tijdens de open dagen.

KUG-toelating: meer risico

De bloembollenteelt is een relatief kleine sector. Voor fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen is het nog altijd relatief kostbaar om middelen in de bloembollensector toegelaten te krijgen. Een oplossing daarvoor is de zogenaamde KUG-toelating. Voor een dergelijke toelating is minder onderzoek nodig. Dit heeft impact op het gebruik van die middelen. Gebruik is op eigen risico, zo staat op het etiket te lezen. Voor Agrifirm-GMN is dit reden om zelf zo veel mogelijk onderzoek

te doen. Bijvoorbeeld om extra zekerheden in te bouwen rondom het gewasveilig gebruik van middelen. Overleg daarom bij toepassing van KUG-middelen altijd met uw adviseur. Deze is bekend met de laatste proefresultaten en ziet ook wat de middelen in de praktijk doen.

Vaker rijden en toch minder middel

Een belangrijke trend in het onderzoek is het werken met groene middelen. Er zijn dan mogelijk meer bespuitingen, maar uiteindelijk wordt er minder werkzame stof gebruikt. Daarmee wordt een belangrijke doelstelling, minder milieu-impact, behaald. Maar juist voor omwonenden of voorbijgangers lijkt het alsof er nog meer gespoten wordt. Dit geldt natuurlijk ook voor het gebruik van bijvoorbeeld biostimulanten, bladmeststoffen en biologische middelen. Het spreekt voor zich dat dit een belangrijke rol speelt in de communicatie met de omgeving.

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

mogelijke milieu-impact. De proeven laten veelbelovende resultaten zien. Maar net als bij de onkruidbestrijding is het belanrijk om hier fabrikanten bij te betrekken. Zij moeten bereid zijn en kansen zien voor een toelating in onze -relatief kleineteelten.

17


Agrifirm-GMN

Eén team met vak- en gewasspecialisten Advies en teeltbegeleiding is in de eerste plaats mensenwerk. Onze adviseurs komen op de bedrijven en weten wat er speelt. Ze informeren u over actuele ontwikkelingen op het gebied van toelatingen, meststoffen, wetgeving en andere topics die in de sector spelen. Ook beschikken zij over de meest recente onderzoeksresultaten van het Expertisecentrum Bloembollenteelt. Daarbij kiest elke adviseur voor eigen specialisaties op het terrein van gewasbescherming, bemesting of biostimulanten. Maak hieronder kennis met twee van onze adviseurs:

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

Gerbrant Schilder Betrokken bij de pioenteelt

18

In 2017 besluit Gerbrant te stoppen bij de bloemenveiling en een nieuwe uitdaging aan te gaan. “Ik ben opgegroeid op een bloembollenbedrijf met tulpen en krokussen en had altijd de ambitie om nog iets in de bloembollensector te doen. Als adviseur aan de slag bij Agrifirm was voor mij dan ook een logische stap.” Vanaf het eerste moment is Gerbrant betrokken bij de pioenenteelt. “Een ontzettend mooie teelt waar ik direct interesse in had en waarbij ik mijn ervaring uit de bloemenhandel goed kon inzetten.” Sinds kort heeft Gerbrant ook een functie als teeltspecialist in het bloembollenteam. Samen met zijn collega’s en met het Expertisecentrum Bloembollenteelt kijkt hij naar oplossingen als middelen wegvallen. Gerbrant: “Nu de juiste oplossingen bieden, maar dat ook nog doen over vijf en tien jaar. Daar ligt voor ons de uitdaging.”

Henri Daling Elk seizoen meerdere uitdagingen Van verkoper bij een meststoffenfabrikant naar teeltadviseur in het Oosten van het land. Zo’n twee jaar geleden maakt Henri de overstap naar Agrifirm-GMN. “Wat mij in dit werk trekt, is de diversiteit van de werkzaamheden. Als verkoper was ik een jaar rond met één product bezig. Nu heb ik elk seizoen meerdere uitdagingen”, aldus Henri. “Als adviseur zet ik mij in om de klant te ontzorgen met goed advies. Als de klant tevreden is en alles op rolletjes loopt, ben ik blij.” Ook aan de toekomst draagt Henri graag zijn steentje bij. “Ik werk mee aan de ontwikkeling van de Totaal Gewasaanpak in lelie en project Westerveld. We krijgen hiermee veel meer inzicht in het totaalplaatje waardoor we ‘ziek en zeer’ preventief beter weten te beheersen.”

Teeltadviseurs Agrifirm-GMN is de specialist in de bloembollenteelt met een groot aantal teeltadviseurs en (gewas)specialisten. Op de website www.agrifirmgmn.nl maakt u kennis met hen.


Binnenkort

Expertisedagen voorjaarsgewassen

Expertisedag Voorhout Donderdag 12 mei Vanaf 14.00 uur. Met spuitlicentie (teelt)

Expertisedagen Breezand Woensdag 18 mei en donderdag 19 mei

Met het verschijnen van deze Bol&Teelt staan de Expertisedagen in de voorjaarsgewassen op het punt van beginnen. U bent dit jaar weer van harte welkom op de proeflocaties in Voorhout, Breezand en Zwaagdijk met tal van onderzoeken in voorjaarsbloeiende bolgewassen.

Vanaf 14.00 uur. Geen spuitlicentie Donderdag 19 mei, vanaf 14.00 uur. Met spuitlicentie (teelt)

De Expertisedagen zijn er voor de klanten. Het doornemen en behandelen van de proeven biedt u waardevolle aanknopingspunten voor een optimale teelt. De huidige adviezen worden vergeleken met mogelijke nieuwe schema’s. Kortom, een must voor de sector en belangrijk voor nu en in de toekomst. Tijdens de Expertisedagen is het ook mogelijk om een punt voor de spuitlicentie te halen. Het thema is teelt. Lees vooral ook pagina’s 16 en 17. We lopen daarin vooruit op de onderzoeken en wat u kan verwachten.

Open dag Tulp Woendag 1 juni (in samenwerking met Vertify) Met spuitlicentie (teelt) Kijk voor meer informatie op www.agrifirmgmn.nl/expertisedagen

Licentie knaagdierbeheersing (KBA)

Expertisedag pioenrozen Speciaal voor de telers van pioenrozen organiseren we een Expertisedag op de proeftuin in Hem. Klanten worden via de adviseur of per e-mail uitgenodigd voor een bezoek. Expertisedag Pioenrozen, Hem vrijdag 13 mei

wijsinstellingen in uw regio. Voor deze licentie is het noodzakelijk dat uw bedrijf is gecertificeerd, met o.a. een jaarlijkse audit.

Meer informatie? Voor meer gedetailleerde informatie kunt u terecht op de website van Bureau Erkenningen. Klik op knaagdierbeheersing. www.erkenningen.nl

Bol&Teelt | Agrifirm-GMN

De regelgeving voor de licentie voor knaagdierbeheersing wordt strikter. Vanaf 1 januari 2023 is er een nieuwe, meer uitgebreide licentie vereist. De licentie IPM-KBA is nodig voor het toepassen van chemische middelen bij de knaagdierbeheersing. Bent u momenteel al in het bezit van een KBAlicentie en wilt u zelf de knaagdierbeheersing blijven doen? Dan is ons advies om de opleiding hiervoor te volgen met een daaraan verbonden examen. Dat kan bij de bekende onder-

19


19

23

6 14 5

22

8

28

3

18

7

9

2 17 4 12 24 13 15

20

11 27

1

16 25

17 Vestiging in beeld Zwaagdijk Agrifirm-GMN staat voor een landelijk netwerk met adviseurs, servicepunten, onderzoeklocaties en praktijkonderzoeklocaties. Op het servicepunt in Zwaagdijk staat Simon Kok klaar om u als klant te helpen bij uw bestelde orders. Ook zijn onze binnendienst medewerkers aanwezig voor deskundig advies. Dagelijks werken de adviseurs uit de regio West-Friesland vanuit deze locatie. Ook zitten we dicht bij onze praktijkonderzoeklocatie. Zo brengt Agrifirm-GMN deskundig advies en service in de praktijk.

26

10

21

Hoofdkantoor Agrifirm

01 Apeldoorn

Praktijk onderzoeklocties

Onderzoeklocties

02 Andijk 03 Anna Paulowna 04 Bovenkarspel 05 Breezand 06 Julianadorp 07 Slootdorp 08 ‘t Zand 09 Ursem 10 Deurne 11 Heemskerk 12 Westwoud 13 Venhuizen

14 Breezand (2) 15 Hem 16 Voorhout 17 Zwaagdijk 18 Vledder

Servicepunt Agrifirm

19 Den Burg - Texel 20 Emmeloord 21 Margraten

Servicepunt AgrifirmGMN

17 Zwaagdijk 22 Breezand 23 Julianadorp 25 Voorhout 26 Horst 27 Heemskerk 28 Limmen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.