4 minute read

Financial services: onherkenbaar veranderd door wetgeving en concurrentie

Zouden we met een tijdmachine tien jaar terug in de tijd reizen, dan zouden we kunnen concluderen dat in de financiële sector weinig is wat het ooit was”, schreef MenA.nl enkele maanden geleden. En zo is het. De veranderingen die zich in de afgelopen jaren hebben voltrokken in de sector (banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsinstellingen, aandeel in het BBP rond de 6 procent) zijn vooral door twee drijvende krachten afgedwongen, te weten: wet- en regelgeving en technologische vooruitgang. Daarnaast spelen op de achtergrond factoren zoals de aanhoudend lage rente een rol.

Wwft en Bazel-III

Advertisement

Die wet- en regelgeving die financiële instellingen na de crisisjaren 2008-2012 in Nederland en andere Europese landen over zich heen gestort hebben gekregen, liegen er niet om. Neem de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), die beoogt witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen en te bestrijden die banken en andere partijen verplicht cliëntenonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden. De banken hebben duizenden mensen in dienst die niets anders doen dan Wwft naleven. Of neem de richtlijn en verordening kapitaalvereisten (CRD IV en CRR) die voortkomen uit het Bazel III-kader voor het bedrijfseconomisch toezicht op banken en beleggingsondernemingen in de EU: hierdoor moeten deze organisaties kapitaalbuffers aanhouden die ze in minder gereguleerde tijden grotendeels hadden kunnen aanwenden om inkomsten te genereren. Of neem de Solvency II-richtlijn en verordening, die verzekeraars op een soortgelijke manier aan banden legt.

Lage rente

Die wetten en regels zijn allemaal goed te rechtvaardigen – niemand zit te wachten op weer een financiële crisis, en de recente ondergang van de Silicon Valley Bank en bijna ondergang van Credit Suisse toont maar weer eens aan hoe belangrijk het is dat de sector gereguleerd wordt – maar het betekent wel dat de financiële instellingen zogezegd een enorme ballast met zich meezeulen, of zelfs vleugellam dreigen te worden door alle wetten en regels. Dan is er de lage rente. Pensioenfondsen en verzekeraars zien aan de passivakant hun langlopende verplichtingen toenemen, omdat deze contant worden gemaakt tegen steeds lagere rentes. Daarnaast ondervinden zij aan de activakant dat door de aanhoudend lage rente de beleggingsrendementen (obligaties) laag blijven, waardoor het moeilijker wordt verplichtingen na te komen. Voor banken is het door de aanhoudend lage rente moeilijker om inkomsten te behalen uit kredietverlening. En minder inkomsten heeft net als de lastendruk door alle regulering, het gevolg dat er dat er minder geld voor innovatie beschikbaar is. (‘Winsten van banken onder druk bij langdurig lage rente’, DNB).

Traditionele bedrijven kwetsbaar

Dit maakt de traditionele financiële instellingen kwetsbaar voor concurrentie van bedrijven die meer juridische bewegingsvrijheid hebben en er andere verdienmodellen op na houden, zoals veel zogeheten fintechbedrijven. Die vertegenwoordigen de tweede trend in de financiële sector: Hun opkomst is grotendeels te danken aan de invoering van de Europese betaalrichtlijn Payment Services Directive (PSD2) in februari 2019. Die richtlijn verplicht banken om volautomatisch informatie over betalingen te delen met externe partijen, althans als de klant daar toestemming voor geeft. Dit principe van ‘open banking’ heeft al geleid tot de komst van ‘payment providers’ zoals Adyen. De komende jaren wordt een ware explosie aan toepassingen verwacht. Een groot aantal daarvan is voor de CFO en de financiële afdeling zeer interessant.

Denk in de eerste plaats aan toepassingen waarmee een financieel manager zijn interne processen kan verbeteren. Bijvoorbeeld software waarmee hij de kredietwaardigheid van zijn klanten kan monitoren of waarmee hij de betrouwbaarheid van rekeninghouder en rekeningge- gevens kan controleren – en dat binnen luttele seconden. Dus: niet alleen hoeveel geld er op een rekening staat, maar ook of de rekening niet ‘fake’ is en of de rekeninghouder zuiver op de graat is. Dat is niet alleen interessant voor kredietverlenende instellingen en zakelijke dienstverleners die moeten nagaan wie de ‘ultimate beneficial owner’ van een bedrijf is, maar ook voor financieel managers die willen optreden tegen wanbetaling en fraude.

Gevolgen PSD2

Nog ingrijpender zijn de toepassingen die kunnen leiden tot een gedifferentieerd aanbod aan betaal- en financieringsvormen. Consumenten betalen steeds vaker achteraf, zeker bij webwinkels. Of ze huren bij aanbieders zoals Netflix. Deze trend kan vleugels krijgen door PSD2. Immers: hoe beter bedrijven inzicht hebben in de consument en diens financiële positie, hoe beter ze hun betalingsarrangement kunnen afstemmen op diens persoonlijke situatie. Dat is in het voordeel van de consument, die zo goed mogelijk in overeenstemming met zijn betalingsvoorkeur en uitgavenpatroon kan worden bediend. Maar ook in het voordeel van het bedrijf, dat kan zorgen dat het de bestedingsruimte van die consument niet te buiten gaat, en zeker is dat die kan betalen.

Uiteraard zal deze ontwikkeling zich ook op de zakelijke markt voltrekken. Niet alleen waar het gaat om binnenkomende betalingen – verfijnde betalingsarrangementen voor afnemers – maar ook waar het uitgaande betalingen betreft.

“Je ziet nu al dat er partijen opstaan die binnenkomende facturen van bedrijven overnemen en in één keer voor hen betalen, en vervolgens zelf met hun klanten afspreken dat ze in termijnen worden betaald. Een soort omgekeerde factormaatschappijen, dus”, zegt Bart den Hollander van ‘bankdata aggregator’ Invers in een interview met FM.nl

(PSD2 maakt allerlei voorspellingen met data mogelijk). En de banken? Die zullen ondanks alle moeilijkheden die ze ondervinden in toenemende mate fintech-innovaties overnemen en integreren binnen hun organisaties om hun klanten beter van dienst te zijn, verwacht Payhawk, een fintech-onderneming die bedrijven ondersteunt in hun uitgavenbeheer.

Fusies en overnames in twee smaken

In de fusies en overnames binnen de sector worden de twee trends van de afgelopen jaren weerspiegeld. Aan de ene kant zijn er transacties om kosten te besparen: door bedrijfsonderdelen af te stoten of juist te kopen om groter en efficiënter te worden. Zo heeft Aegon in de afgelopen jaren de activiteiten in Hongarije, Polen, Roemenië en Turkije afgestoten. Vorig jaar heeft de verzekeraar bovendien Aegon Nederland verkocht aan ASR. De ‘laatste grote verzekeringsdeal’ van Nederland, in een sector waar schaalvergroting en concentratie al jaren de toon aangeeft.

Het tweede type deals wordt juist gesloten om innovatie te versnellen. Zoals de overname van payment provider Payvision door ING in 2018 voor 350 miljoen euro. Inmiddels heeft de bank flink z’n bekomst van die deal. Het betaalplatform bediende jarenlang dubieuze klanten, onder andere in de porno- en gokindustrie. Het Openbaar Ministerie startte eind 2022 een strafrechtelijk onderzoek naar overtreding van de witwasregels door Payvision, dat verdachte transacties jarenlang niet zo hebben gecontroleerd. Maar wegens gebrek aan bewijs werd dat al snel stopgezet. Payvision is inmiddels gesloten.

This article is from: