26 minute read

Back to Business: daar zit de belevenis!

Als CFO Community Manager draait mijn dagelijkse werk vooral om één ding: jullie, u, de CFO, kennis, netwerk en ervaringen bieden. Ervaringen die jullie bijblijven. Samen met het team - waaronder René en Daan wiens columns ook in dit blad staan - doen we dat onder meer door onze grote evenementen (zoals FM Dag, CFO Day, Leadership in Finance Summit), besloten diners, dit magazine en de website CFO.nl te laden met verhalen die nieuwe vensters openen en door een platform te bieden aan jullie eigen belevenissen als CFO.

Ik geloof - en zie ook om mij heen - dat wij als samenleving steeds meer de richting op bewegen van dat wat B. Joseph Pine en James H. Gilmore in 1999 al beschreven als ‘de beleveniseconomie’. Het boek dat ze hierover schreven kan ik u overigens van harte aanraden.

Advertisement

Maar hoe acteer je daar nu zelf op als Community Manager? Bij ‘belevenissen’ wordt vaak gedacht aan grootse, meeslepende ervaringen. Maar waar begin je?

Zit de ‘belevenis’ dan in de show, de kwaliteit van de kennis, of in de ontmoeting? Bij Sijthoff Media geloven we in een combinatie van dat alles: netwerk, kennis, inspiratie - en misschien ook wel een beetje: career building.

Wij gaan deze ‘belevenis’ met Sijthoff Media de komende maanden verder uitbouwen, ook onder de noemer “House of Executives”, een on- en offline platform waarmee we, naast de blijvende focus op verschillende C-level functies, steeds vaker een ontmoeting tussen deze rollen zullen gaan faciliteren. House of Executives is al actief in België, maar zal ook in Nederland verder vorm krijgen.

Maar goed, terug naar u, de CFO – want hoe neem ik Pine en Gilmore en hun ‘beleveniseconomie’ mee terug de CFO Community in?

Onze evenementen zullen zich steeds meer richten op de belevenissen en ervaringen rondom specifieke sectoren, waardeketens en boardroomthema’s. Zo bieden we kennis, netwerk en carrière aan naar specifieke behoeftes - nog meer dan we nu al doen.

Tijdens CFO Day 2023 organiseren we in dit kader een aantal Industry Tables waarin we met elkaar de diepte in gaan met betrekking tot ontwikkelingen, kansen en bedreigingen in een aantal afgebakende sectoren. In dit magazine leest u hier en daar (Finance in de zorg, Back to Business) al een voorproefje van hoe we dit gaan doen.

Wat dat betreft is het ook niet toevallig dat CFO Day 2023 (1 juni a.s.) het thema ‘Back to Business’ draagt. We willen transformaties realiseren. En dat doen we door in de belevenis samen te komen. En laat de business nu precies dat zijn wat ons bindt. Daar zit onze belevenis!

Amber Overbosch CFO Community Manager

p 1 januari 2022 trad de EU Taxonomie in werking; het classificatiesysteem dat aangeeft of een activiteit of investering duurzaam is. Het doel is om de economie te verduurzamen door geldstromen om te buigen naar aantoonbaar duurzame activiteiten en het voor investeerders gemakkelijker te maken om te kiezen voor duurzame beleggingen. Op dit moment is de classificatie echter onvoldoende eenduidig om de duurzaamheid van bedrijven daadwerkelijk goed inzichtelijk te krijgen. Er is veel ruimte voor interpretatie hetgeen leidt tot een verscheidenheid aan uitkomsten.

Dat maakt het werk van de CFO niet eenvoudiger. Al was het alleen al omdat de EU Taxonomie - een zelfstandige wet - van toepassing is op alle bedrijven die onder de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) en straks onder Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vallen. Daarnaast is hij ook van toepassing op de financiele sector - banken, verzekeraars en vermogensbeheerders - die moeten rapporteren onder de SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation). Waar staat de EU Taxonomie nu? En wat betekent het nieuwe classificatiesysteem straks voor de CFO en de financiële organisatie? In dit artikel komen CFO’s, experts, en een EU-politicus aan het woord.

Zes doelstellingen, drie criteria

Europa haalt de klimaatdoelen in 2050; dat is het einddoel van de Europese Green Deal waarmee Europa de toenemende opwarming en ontwrichting van klimaat en biodiversiteit wil indammen. De EU Taxonomie is een van de instrumenten om dat doel te halen, via investeringsbeslissingen van bedrijven en beleggers. De EU Taxonomie moet ervoor zorgen dat investeringen beter met elkaar kunnen worden vergeleken, maar moet bedrijven ook een checklist bieden waarmee ze hun eigen duurzaamheidsagenda vorm kunnen geven. Bijkomend doel is het voorkomen van ‘greenwashing’ – misleidende groene marketing - en het vergemakkelijken van het labelen en aantrekken van kapitaal voor duurzame acti- viteiten. De EU Taxonomie beoordeelt de duurzaamheid van economische activiteiten van bedrijven. Grotere bedrijven en financiële instellingen moeten daarover rapporteren en hun rapportages openbaar maken.

Er zijn zes milieudoelstellingen waarop activiteiten en investeringen worden beoordeeld:

• mitigatie van klimaatverandering;

• adaptatie aan klimaatverandering;

• het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;

• de transitie naar een circulaire economie;

• de preventie en bestrijding van verontreiniging;

• de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.

Maar bedrijfsactiviteiten worden aanvullend getoetst aan drie criteria:

1) de investering of activiteit moet een substantiële bijdrage leveren aan één van de zes doelstellingen;

2) de investering of activiteit mag geen significante schade aanbrengen aan één van vijf de andere doelstellingen (Do no Significant Harm of wel ‘DNSH’)

3) de activiteit moet plaatsvinden volgens vastgestelde (sociale) minimumgaranties en met inachtneming van de OESO-richtlijnen en VN-beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten.

Eén systeem, verschillende interpretaties

De EU Taxonomie heeft de ambitie om die onderdelen van de economie waar de grootste winst kan worden behaald als het gaat om het verminderen (mitigeren) van klimaatverandering en -adaptie, zo concreet mogelijk te beschrijven. De EU Taxonomie dwingt ondernemingen om activiteiten op een andere manier te analyseren en te rapporteren – een taak die vaak op het bord terechtkomt van de CFO.

Over de laatste twee jaar 2021-2022 hebben alle beursfondsen in de EU met meer dan 500 medewerkers, als onderdeel van hun zogenaamde niet-financiële rapportage, moeten aangeven welk deel van hun omzet en investeringen vallen onder activiteiten die door de EU

Taxonomie zijn aangemerkt als ‘meest relevant voor het klimaat’.

Over 2022 hebben bedrijven al aangeven welke van deze activiteiten ook daadwerkelijk ‘groen’ uitgevoerd worden. Vanaf 2025 zijn ook de grote Europese private bedrijven aan de beurt. Zij moeten straks ook gaan rapporteren over de EU Taxonomie en daarmee dus ook nieuwe data verzamelen

KPMG onderzoek

In 2022 bracht adviesbureau KPMG in kaart hoe bedrijven over 2021 te werk gingen bij het rapporteren volgens de EU Taxonomie. Het adviesbureau analyseerde 34 EU Taxonomie-rapportages van Nederlandse bedrijven over 2021 - en kwam daarbij tot de conclusie dat het rapporteren van activiteiten en inkomstenstromen die binnen de EU Taxonomie-domeinen vallen voor sommige bedrijven nog knap ingewikkeld is.

Gijs de Graaff, Director Sustainability Reporting & EU Taxonomy bij KPMG, die het onderzoek leidde stelt vast: “Bedrijven interpreteren vergelijkbare typen inkomsten op verschillende manieren om vast te stellen of hun activiteiten ‘substantieel bijdragen’ aan de mitigatie van klimaatverandering of de adaptatie aan klimaatverandering. Daarnaast zien we dat bedrijven in nog een zeer uiteenlopende mate van detail toelichting geven op hun eigen activiteiten en inkomstenstromen die binnen de EU Taxonomie-domeinen vallen. Het eerlijk vergelijken van rapportages is daarom moeilijk. Verder zagen we ook dat de link tussen cijfers en duurzaamheidsstrategie nog door weinigen wordt uitgelegd.”, aldus De Graaff.

Specifieke uitdagingen per sector

De Graaff zag - en ziet - nogal wat bedrijven worstelen met de interpretatie van de classificatie: “Een aantal sectoren had specifieke uitdagingen. Zo was voor een groot deel van activiteiten van de telecomsector - investeringen in de netwerkinfrastructuur, kabels zenders die telewerken mogelijk maken en daarmee op een verduurzamende manier bijdragen aan mobiliteitsvraagstukniet evident of ze wel of niet binnen de ‘groene’ doelstellingen EU Taxonomie vallen. Dit was voor een aantal bedrijven waarmee we hebben gesproken, verwarrend.” In de EU Taxonomie worden ‘ICT-oplossingen die gericht zijn op het verzamelen, doorgeven en opslaan van

Hoe ervaren CFO’s de implementatie van de EU Taxonomie? Aan het woord: Cyril van den Hoogen, CFO Altera Vastgoed:

Tot welke veranderingen heeft de EU-taxonomie geleid voor bedrijven in Europa?

“Aangezien de EU Taxonomie redelijk recent geïmplementeerd is, zijn de exacte effecten op bedrijven in Europa nog onbekend. Het is echter de verwachting is dat de EU Taxonomie een groot effect zal hebben op wat als duurzaam wordt beschouwd in Europa en wat niet. Dit helpt om mogelijke greenwashing te voorkomen. Waar de SFDR nog redelijk abstract blijft over hoe bijvoorbeeld een ‘sustainable investment’ gedefinieerd moet te worden, geeft de EU Taxonomie aan wat het is en hoe het gemeten zou moeten worden. Daarnaast is er een rapportageverplichting, als je aan de voorwaarden voldoet, zodat het voor iedereen duidelijk is hoe duurzaam een onderneming is.”

In hoeverre heeft uw bedrijf de EU Taxonomie-criteria toegepast om uw algemene milieuprestaties te verbeteren?

“Bij Altera hebben we onze beide vastgoedfondsen als Artikel 8 SFDR geclassificeerd en zodoende hebben we de verplichting om onze taxonomy-alignment te berekenen en te publiceren. We beschrijven dit in het Jaarverslag 2022.

Onze portefeuilles bestaan uit relatief jong en duurzaam vastgoed, dus we kunnen een hoog percentage taxonomy-aligned rapporteren. Dit geeft, naast de hoge scores op ESG benchmarks, voor onze investeerders extra comfort dat potentiële transitierisico’s beperkt zijn.”

Wat zijn de gevolgen en praktische aspecten van de EU Taxonomie in uw bedrijfstak?

“Voor verschillende bedrijfstakken zijn er in de EU Taxonomie hoofdstukken opgenomen welke economische activiteiten van toepassing zijn voor de betreffende bedrijfstak. Voor de bouw- en vastgoedsector is dit hoofdstuk 7. Deze hebben onder andere betrekking op het bouwen van vastgoed, het renoveren van vastgoedobjecten, en het acquireren en in eigendom hebben van vastgoed. Deze laatste economische activiteit is voor de bedrijfstak van Altera specifiek van belang. We rapporteren een hoog taxonomy-alignment percentage waarbij we ons richten op de milieu-categorie klimaatmitigatie. Het bijbehorende Do No Significant Harm-criterium heeft betrekking op klimaatadaptatie. Vooral met betrekking tot dit laatste hebben we afgelopen jaar extra initiatieven ontplooid om hieraan te voldoen.”

Rapporteert uw bedrijf aan de EU Taxonomie aangepaste inkomsten en zo ja, is dit deel van de inkomsten toegenomen/afgenomen en waarom? Wordt dit gecontroleerd door een onafhankelijke derde partij?

“De exacte becijfering van het taxonomy-alignment percentage hebben we op 1 januari 2023 vastgesteld. Hierdoor is het niet toe- of afgenomen. We nemen dit mee in het jaarverslag dat integraal door onze accountant wordt gereviewd. We hebben er dit jaar nog niet voor gekozen om het percentage te laten controleren door de accountant. Wellicht kiezen we er voor om dit volgend jaar wel te doen.”

Bent u bekend met multi-interpretabele criteria of definities? Kunt u één of meer voorbeelden geven?

“Zeker, er is nog veel onduidelijk over de precieze interpretatie van de taxonomy-requirements en hoe deze betrekking hebben op onze sector. Vandaar dat we samen met een aantal marktpartijen en met behulp van de Dutch Green Building Council een werkgroep hebben geformeerd waarin we de Nederlandse interpretatie harmoniseren. Deze interpretaties overleggen we met toezichthouders en ministeries. Een voorbeeld is dat de datum waarop een gebouw is ‘gebouwd’ voor verschillende wijzen uitlegbaar was. In eerste instantie werd dit geïnterpreteerd als ‘opgeleverd’, maar de Europese toezichthouders kwamen al snel met aanvullende toelichting waar ‘gebouwd’ diende te worden beschouwd als ‘vergunning verstrekt’. Dit zorgde er voor dat het percentage taxonomy-aligned van onze portefeuille toenam. Een ander voorbeeld is dat de concretisering van de Do No Significant Harm principes en de Minimum Safeguards op meerdere manieren uitlegbaar zijn. Hierdoor is het van belang om dit, in samenspraak met de toezichthouders, gezamenlijk met de sector op te pakken.“

Andere beschouwingen (belemmeringen, kansen, voordelen) over de toepassing van de EU-taxonomiebeginselen in de praktijk?

“In essentie vinden we het als Altera een goede stap om tot een uniforme definitie en interpretatie van duurzaamheid te komen. We juichen het dan ook toe dat de Europese Unie dit initiatief heeft genomen, aangezien een grote diversiteit bestond aan marktpartijen die aangaven dat hun product of dienst duurzaam was. Er is echter nog wel een weg te gaan met betrekking tot de implementatie en een uniforme interpretatie. Dus we verwachten dat het effect van de Taxonomie zich pas zal manifesteren, zodra deze dilemma’s opgelost zijn.” gegevens en op het modelleren en gebruiken daarvan’ als ‘groen’ gelabeld ‘wanneer die activiteiten voornamelijk gericht zijn op het verstrekken van gegevens en analyses om broeikasgasemissiereducties mogelijk te maken.’ Ook over het soort ICT-oplossingen dat in aanmerking komt, is de EU Taxonomie duidelijk: ‘het gebruik van gedecentraliseerde technologieën, het internet der dingen, 5G en kunstmatige intelligentie.’

De Graaff: “Maar voor de telecomsector was het wel een tijd lang onduidelijk of investeringen in glasvezel en 5G ook binnen de EU Taxonomie zouden kunnen vallen. Inmiddels is het door de Europese Commissie duidelijk gemaakt dat dit niet het geval is. Dit heeft in de toekomst misschien wel consequenties. Er zijn nu bijvoorbeeld telecom aanbieders die Green Bonds aanwenden voor investeringen in netwerkverbeteringen. De vraag is of dergelijke obligaties in de toekomst nog green bonds zullen worden genoemd. Volgens de voorgestelde European Green Bond Standard zou tenminste 85% van financiering moeten worden aangewend aan activiteiten die ‘groen’ zijn volgens de EU Taxonomie om aan de norm van deze nieuwe standaard te voldoen.”

Onduidelijkheden in definities

Er zijn meer formuleringen in het classificatiesysteem die onhandig zijn opgesteld. De Graaff: “Ook als het gaat om de activiteit ‘productie van films, video- en televisieprogramma's, maken van geluidsopnamen en uitgeverijen van muziekopnamen’ is het voor bedrijven lastig om te begrijpen wanneer activiteiten wel of niet mogen of moeten worden meegerekend als potentieel klimaatadaptief.”

In de hoofdtekst van de EU Taxonomie staat dat videoen tv-producties die voldoen ‘aan de behoeften op het gebied van cultuur en amusement van de klanten.’ binnen de Taxonomie vallen omdat zij ‘potentieel groen’ kunnen zijn. Indien bedrijfsactiviteiten vallen binnen de EU Taxonomie, betekent het voor bedrijven dat omzet, investeringen en operationele lasten rondom deze activiteiten moeten worden gerapporteerd. Maar verderop in de Taxonomie staat nog een aanvullende formulering die nader bepaalt of een potentieel groene activiteit ook daadwerkelijk ‘groen’ is. Een activiteit moet: ‘bijdragen aan vergroenen of faciliterend zijn.’ De Graaff: “De formuleringen in de Taxonomie zijn zo

Javier van Engelen, CFO Signify

Hoe ervaren CFO’s de implementatie van de EU Taxonomie? Aan het woord: Javier van Engelen, CFO Signify

Tot welke veranderingen heeft de EU-taxonomie geleid voor bedrijven in Europa?

“De EU Taxonomie heeft geleid tot een grotere bewustwording en de noodzaak voor bedrijven om duurzaamheid veel serieuzer te nemen, maar tegelijkertijd heeft zij ook een discussie op gang gebracht over rapportage en consistentie die naar mijn mening meer aandacht dreigt te krijgen dan duurzaamheid zelf.

De EU-taxonomie heeft de rapportage en de aandacht van bedrijven verlegd van duurzaamheidsvraagstukken op bedrijfsniveau naar vraagstukken op productniveau. Dit is logisch, aangezien Scope 3 ‘product use’ de grootste impact heeft voor een bedrijf in de meeste sectoren. Voor bedrijven zoals Signify, die duurzaamheid al vele jaren centraal stellen in hun bedrijf, is een van de belangrijkste vragen of het een concurrentievoordeel zal zijn of niet. Wij verwelkomen bijvoorbeeld het recente besluit om de CSRD, die ook het toepassingsgebied van de Taxonomie zal bepalen, niet alleen toe te passen op in de EU gevestigde bedrijven, maar op alle bedrijven met een jaarlijkse omzet in de EU van meer dan 150 miljoen euro die ook een grote of beursgenoteerde EU-dochteronderneming of een significante EU-dochter hebben. Dit is de eerste stap naar een level playing field.”

In hoeverre heeft uw bedrijf de EU Taxonomie-criteria toegepast om uw algemene milieuprestaties te verbeteren?

“Zoals u weet heeft Signify het voortouw genomen om duurzaamheid centraal te stellen in haar strategie. Dit heeft er niet alleen toe geleid dat wij in de tweede helft van 2020 koolstofneutraliteit hebben bereikt, maar ook dat wij ons duurzaamheidsprogramma (Brighter Lives, Better World 2025) hebben vernieuwd, waarbij wij ernaar streven de snelheid van het Akkoord van Parijs in onze hele waardeketen te verdubbelen, onder meer door de energie-efficiëntie van onze productportefeuille te verhogen. Wij willen onze impact op de samenleving en het milieu verdubbelen op het gebied van circulaire inkomsten, sociale inkomsten (die wij ‘Brighter lives revenues’ noemen) en de vertegenwoordiging van vrouwen op senior levels. Onze rapportage op deze gebieden, inclusief onze inkomsten met betrekking tot klimaatactie, circulariteit en gezondheid, kreeg vorig jaar het hoogste niveau van externe assurance – dus in veel opzichten lopen we voor op de EU Taxonomie.

Meer vanuit het oogpunt van rapportage bekijken we hoe we onze huidige reeks KPI’s voor duurzaamheidsrapportage kunnen afstemmen op de KPI’s van de EU Taxonomie. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan, en houdt zelfs het risico in dat wij meer tijd zullen besteden aan het verfijnen van de rapportage dan aan het agressief aansturen van onze gevestigde programma’s.”

Wat zijn de gevolgen en praktische aspecten van de EU Taxonomie in uw bedrijfstak?

“Als de EU Taxonomie consequent en rigoureus wordt toegepast in de hele verlichtingsindustrie, zou zij een aanzienlijke impact hebben, aangezien het energieverbruik van verlichtingsproducten het meest materiële probleem in de sector is (95% van onze koolstofemissies, bijvoorbeeld), en het goed zou zijn om de financiële markten en andere belanghebbenden een aantal robuuste en vergelijkbare KPI’s over dit materiële probleem te verstrekken. Praktisch gezien is de rapportagelast echter enorm. Om de effecten van onze Scope 3 te rapporteren, als onderdeel van wollig dat sommige mediabedrijven ervoor kozen om hun activiteiten alleen onder de Taxonomie te kwalificeren als deze specifiek gericht zijn op klimaatadaptatie. Andere bedrijven beschouwen alle inkomsten uit videoen tv-producties als onderdeel van de taxonomie-verordening, ongeacht het onderwerp van de video, omdat ‘creatieve activiteiten, kunst en entertainment’ volgens het classificatiesysteem potentieel kunnen bijdragen aan adaptatie. Deze bedrijven hebben in zekere zin gelijk, want bedrijven moeten ook ‘potentieel’ groene activiteiten rapporteren, ook al worden ze op dit mo- de CSRD, zijn aanzienlijke investeringen nodig om een zeer heterogene en complexe productportefeuille nauwkeurig te beoordelen. Deze last is de moeite waard, mits hij consequent wordt toegepast op alle bedrijven die in dezelfde ruimte actief zijn.”

Rapporteert uw bedrijf aan de EU Taxonomie aangepaste inkomsten en zo ja, is dit deel van de inkomsten toegenomen/afgenomen en waarom? Wordt dit gecontroleerd door een onafhankelijke derde partij?

“Wij rapporteren volledig volgens de EU Taxonomie-vereisten. We hebben onze taxonomie-inkomsten, Capex en Opex gepubliceerd in ons jaarverslag van 2021. We hebben een volledig team dat werkt aan de rapportage voor 2022 om onze inkomsten, Capex en Opex op basis van de taxonomie in ons jaarverslag voor 2022 te hebben.

Het hoofdstuk over de EU Taxonomie viel in deze eerste rapportagecyclus buiten de reikwijdte van onze assurance, maar wij voeren voortdurend overleg met onze accountants over dit onderwerp.

Aangezien onze huidige KPI's nauw verband houden met echte duurzaamheidsverbeteringen, gaat de vooruitgang op die KPI's hand in hand met de vooruitgang op de EU Taxonomie KPI's. Onze bestaande vooruitgang en ons rapportagekader worden gecontroleerd door EY, en we hebben een redelijke mate van zekerheid, d.w.z. het hoogst mogelijke niveau van zekerheid, gekregen voor ons jaarverslag 2021.”

Bent u bekend met multi-interpretabele criteria of definities? Kunt u één of meer voorbeelden geven?

“Een van de onduidelijkheden is de behandeling van zelf gefabriceerde producten versus producten die door externe ment nog niet ‘groen’ ingevuld. Maar ook de vraag welke activiteiten ‘potentieel groen’ zijn, die interpreteren bedrijven soms anders. Wat we dus zien in ons onderzoek is dat bedrijven verschillende afslagen nemen in wat ze rapporteren of niet.

DNSH-criteria

Deze en andere door De Graaff geconstateerde onduidelijkheden maken het er voor CFO’s niet gemakkelijker op. Michel Scholte, directeur van het Impact Institute en leveranciers zijn gefabriceerd. Signify verkoopt beide soorten goederen, en we doen een aanzienlijke inspanning om duurzaam in te kopen zodat de producten die we doorverkopen aan dezelfde hoge normen voldoen als de producten die we zelf produceren. Toch heb ik begrepen dat extern aangekochte producten niet in aanmerking komen volgens de EU Taxonomie criteria, terwijl intern geproduceerde producten dat wel zouden doen. Met andere woorden, de EU Taxonomie zou bedrijven belonen of bestraffen afhankelijk van insourcing versus outsourcing beslissingen, wat ons vreemd lijkt.

Een tweede voorbeeld betreft de criteria voor het definiëren van "energie-efficiënte" verlichting zelf. De formulering van de taxonomie heeft tot lange debatten geleid, en het risico bestaat dat een bedrijf als Signify, dat in R&D heeft geïnvesteerd om 's werelds meest efficiënte verlichtingsproducten te produceren, uiteindelijk niet in staat is te rapporteren op een manier die ons onderscheidt van concurrenten die deze inspanning niet hebben geleverd.”

Andere beschouwingen (belemmeringen, kansen, voordelen) over de toepassing van de EU-taxonomiebeginselen in de praktijk?

“Zoals reeds vermeld, zullen de regelgeving en de uitvoering van de EU Taxonomie leiden tot een sterkere focus op duurzaamheid in de betrokken bedrijven. Dat is een goede zaak! Maar als veel bedrijven in de sector buiten het toepassingsgebied van de taxonomie vallen, kan een ongelijk speelveld minder op duurzaamheid gerichte bedrijven op korte termijn een financieel voordeel opleveren ten opzichte van bedrijven die duurzaamheid serieus nemen. We hebben dus de hulp van regelgevers nodig om dit implementatierisico te beheersen.” duurzaamheidsexpert, heeft daar ook wel een mening over: “De resultaten van dit KPMG-onderzoek leggen ook een dieper probleem bloot: de EU Taxonomie is op dit moment niet voldoende verfijnd om echt recht te doen aan de complexiteit van duurzaamheidsinformatie. De Taxonomie classificeert louter of iets wel of niet ‘groen’ is, terwijl de praktijk bijna altijd genuanceerder ligt: een elektrische auto heeft misschien minder CO2-uitstoot dan een auto met verbrandingsmotor, maar stoot wel degelijk rubberfijnstof uit. En de accu is wel degelijk vervuilend en uitputtend. De binaire opzet van de EU Taxonomie – groen of niet-groen – maakt het eigenlijk

EU Taxonomie, dus ik snap heel goed dat veel partijen en bedrijven de EU-Taxonomieverordening nu nog als een papieren tijger ervaren.”

Michel Scholte: “De EU Taxonomie is voorlopig maar voor een beperkte groep dwingend. Alleen beursgenoteerde bedrijven moeten dit gebruiken in hun verslaggeving, maar het onderzoek van KPMG laat dus zien dat een aantal bedrijven dit eigenlijk nog helemaal niet doet, of zeer beperkt.”

De Graaff is het eens met Scholte: “De EU Taxonomie is geen beleidspakket, maar een classificatiesysteem. Er is nog geen beleid dat bedrijven beloont voor align- tot een ongeschikte classificatie om maatschappelijke schade van activiteiten en investeringen te kwantificeren en te monetariseren. Anders gezegd: de EU Taxonomie geeft ons geen geschikte taal om de positieve of negatieve impact van activiteiten en investeringen transparant te maken. Daarmee kun je activiteiten niet goed onderling vergelijken en is de Taxonomie ook ongeschikt om vervuilende investeringen terug te brengen.”

De Graaff wil daar toch enige nuance tegen in brengen: “Het is wel zo dat juist door de DNSH-criteria (Do No Significant Harm) wordt geprobeerd om de interrelatie tussen verschillende duurzaamheidsdomeinen in kaart te brengen. Een activiteit telt alleen mee als groen binnen klimaatmitigatie als daarmee geen schade wordt toegebracht aan de overige vijf milieudoelstellingen van de Green Deal.”

Papieren tijger?

De Graaff voorziet dat het nog wel een aantal jaren gaat duren voordat er appels met appels vergeleken kunnen worden. “Nog maar weinig bedrijven sturen echt op de ment aan de Taxonomie. De toepasbaarheid van de EU Taxonomie wordt pas zichtbaar bij de invoering van de CSRD, maar die gaat al in over anderhalf jaar en gaat ook gelden voor grote niet-beursgenoteerde bedrijven vanaf verslaggevingsjaar 2025. Daarmee wordt de groep bedrijven die tot transparantie wordt gedwongen op dit onderwerp naar schatting vergroot tot circa 50.000 bedrijven in de EU. Maar de beoogde verandering in de manier van ondernemen wordt pas anders als straks tastbare business cases gaan ontstaan. Dit zou bijvoorbeeld gebeuren als de EU-Taxonomie randvoorwaardelijk zou worden bij openbare aanbestedingen, of wanneer significant goedkopere financiering beschikbaar komt voor bedrijven die eenduidig inzicht geven in de groene en grijze kwalificatie van hun activiteiten volgens de Europese Taxonomieregels.”

Volgens Scholte is de nieuwe EU Taxonomie, als basisidee een geweldige stap voorwaarts, maar in de praktijk een gedrocht van allerlei politieke belangen en lobby- partijen. Ook inhoudelijk gezien kloppen de impactberekeningen niet. Gascentrales, kernenergie en plastic zonnepanelen uit China – ze zijn allemaal groen volgens de huidige EU Taxonomie. Dat is natuurlijk onzin.”

De CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) geldt voor grote beursfondsen en andere grote uitgevende instellingen (van aandelen en obligaties op een gereglementeerde markt in de EU) vanaf verslaggevingsjaar 2024 en voor overige grote bedrijven vanaf 2025. Voor beursgenoteerde mkb-bedrijven geldt de CSRD vanaf 1 januari 2026 – maar zij hebben een optout mogelijkheid van twee jaar.

De Graaff noemt ook hier de DNSH- en minimumgaranties: “Ook bij activiteiten rondom zonnepanelen en kernenergie moet worden vastgesteld of ze niet ernstig afbreuk doen aan andere milieudoelstellingen. Aan zonne-energie centrales worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan recycleerbaarheid van zonnepanelen en dat, ook in het productieproces, wordt voldaan aan de minimumgaranties. Willen kerncentrales binnen de EU Taxonomie vallen, dan moeten ze een doortimmerd plan hebben over wat ze doen met hun kernafval. Er zijn bepalingen die voorschrijven hoe je kernenergie ‘groen’ kan opwekken en wat je moet doen om kernafval ‘duurzaam' op te slaan of te verwerken volgens richtlijnen van Euratom (de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie). De EU Taxonomie houdt die standaarden aan.”

Tegelijkertijd biedt de huidige zwakte van de bestaande systematiek volgens beide experts ook juist de moge- lijkheid om het eerlijke gesprek aan te gaan, intern en extern, over duurzame keuzes die je wel (of niet) kunt maken als bedrijf - en wat dat dan kost. Scholte: “Juist de huidige multi-interpreteerbaarheid van de EU Taxonomie zou in principe de kans kunnen bieden tot werkelijke transparantie in plaats van dat bedrijven en sectoren maar blijven lobbyen om de systematiek om zeep te helpen. Ik zou zeggen: CFO, pak je heldenrol.”

Maar de vraag is welke CFO’s de heldenrol pakken. Met name het verzamelen van de informatie blijkt voor veel CFO’s nog een opgave. Sommige van de door KPMG onderzochte bedrijven hebben in hun jaarverslagen hun EU Taxonomie-KPI’s helemaal niet bekendgemaakt. Zij ondervonden problemen met de hoeveelheid gegevens die nodig zijn om de geschiktheidsbeoordeling uit te voeren. Een voorbeeld dat KPMG aanhaalt is dat van een Design & Consultancy-bedrijf dat aangaf dat een handmatige toets om alle projecten te screenen op impact simpelweg niet haalbaar zou zijn vanwege de omvang van haar projectportfolio. Andere bedrijven hebben problemen met het rapporteren onder de EU Taxonomie omdat gegevens niet beschikbaar waren of als voldoende betrouwbaar werden beschouwd.

Paul Tang, EU-parlementariër, lid commissie EZ

Hoe kijkt de politiek aan tegen de EU Taxonomie? Wij vroegen het aan Paul Tang, die zich in het Europarlement bezighoudt met onder andere Economische Zaken.

De EU Taxonomie is ontstaan in Brussel en is daarmee ook een politiek product. Zo staat president Emmanuel Macron erop dat kernenergie voorlopig het duurzame stempel krijgt. Duitsland staat hier kritisch tegenover, maar vanwege Duitslands afhankelijkheid van Russisch gas wil(de) Olaf Scholz deze fossiele brandstof lange tijd ‘groen’ houden. Als compromis kregen investeringen in kernenergie en gas tijdelijk een groen EU-label binnen de EU Taxonomie. Wel is afgesproken dat deze groene labels op termijn vervallen: voor gas vervalt dit stempel in 2035 en voor kernenergie in 2045. De Groenen/Vrije Europese Alliantie in het Europees Parlement hebben zich tegen deze voornemens uitgesproken, omdat zij vinden dat fossiel gas en kernenergie op geen enkele manier klimaatvriendelijk zijn. Dat is ook het standpunt van Europarlementariër Paul Tang (PvdA). Hoe kijkt hij aan tegen de huidige stand van zaken – en roadmap – rond de EU Taxonomie en hoe verhoudt zich die tot de CSRD? De antwoorden van Paul Tang:

Wanneer moet de Nederlandse CFO concreet rekening gaan houden met de EU Taxonomie? En op welke manier? Is de soep nog heet, als hij over twee jaar eindelijk wordt opgediend?

“Grote bedrijven en beursgenoteerde midden- en kleinbedrijven moeten dit jaar al beginnen met rapporteren van hun aandeel in groene activiteiten volgens de EU Taxonomie. Voor banken gaat deze verplichting volgend jaar in. Deze rapportageverplichtingen gaan dus al eerder in dan die onder de CSRD, en zullen onafhankelijk van elkaar bestaan, ook al hebben de wetten toepassing op dezelfde bedrijven.”

“Tegelijkertijd wordt de Taxonomie nog verder ontwikkeld. Het classificeren van de belangrijkste economische activiteiten als groen of niet is een monnikenwerk dat jaren duurt. Zo wordt de definitie van ‘groen’ naar verwachting dit jaar verder uitgebreid naar natuurdoelstellingen zoals ‘biodiversiteit’ of de ‘circulaire economie’. Hiermee worden ook bedrijven die niet specifiek klimaatverandering tegengaan, maar wel op een andere manier bijdragen aan ons milieu, ook als groen gezien. Ook worden nieuwe sectoren, zoals landbouw, aan de taxonomie toegevoegd.”

Indirect moet de EU Taxonomie ook greenwashing voorkomen, want Europa wil dat alle grotere financiële instellingen gaan rapporteren over het groene gehalte van hun investeringen. Welke aanbevelingen heeft u als Europarlementariër voor de financiële sector, voor bedrijven (en voor Brussel)?

“Het is een reuzetaak, en reuzebelangrijk. Want om groen te worden, moeten we weten wat groen is. Toch snap ik dat het de eerste jaren een ingewikkelde taak zal zijn. Mijn advies is dan ook vooral om aan te geven wat werkt, en wat niet. Bij de Commissie, en bij het Europees Parlement. De Taxonomie wordt constant herzien en uitgebreid. Hiervoor is relevante input broodnodig.”

“Door dit plan van de Europese Commissie te omarmen, institutionaliseren we greenwashing op ongeëvenaarde schaal”, zei u vorig jaar (juli 2022). Op welk punt bevindt de discussie - kernenergie en aardgas, groen of niet? - zich nu en wat moet hier volgens u gebeuren?

“Kernenergie en aardgas kunnen, helaas, als groen worden gezien. Pure greenwashing en dus slecht voor het imago van

Ook De Graaff wil de CFO uitdagen: “Waar bedrijven de Taxonomie-verordening nu wellicht als afvinklijst gebruiken, kan dit classificatiesysteem ook worden ingezet als transitie-instrument. Nu wordt de link met bedrijfsvisie, missie en strategie nog nauwelijks gelegd. Dat terwijl de Taxonomie ook gebruikt kan worden als ondersteuning van bijvoorbeeld de energietransitie of de route naar een volledig duurzame bedrijfsoperatie. Vervolgens zullen de transities naar een duurzame wat een goudstandaard had moeten zijn. In de praktijk denk ik echter dat de schade mee zal vallen. Na de invasie in Ukraine investeren weinig energiebedrijven nog in gascentrales. En kernenergie is alleen ‘groen’ als landen een plan hebben om kernafval voor 2050 in een permanente opslag te hebben. Dat is een ambitieuze eis.”

Wetenschap is de basis van de EU Taxonomie, maar in de politiek beslissen landen. En landen verschillen van mening. Bovendien wordt er veel gelobbyd in Brussel. Welke impact heeft dit laatste op de EU Taxonomie?

“Het is logisch dat bedrijven graag als groen willen worden gezien en daar een lobby op voeren. Het is aan de Europese Commissie om feit en fictie te scheiden en de wetenschap leidend te laten zijn. De wetstekst verplicht ze daartoe, toch blijkt het in de werkelijkheid lastig. Lidstaten kunnen veel druk zetten namens nationale industrieën. En lobbyisten weten vaak binnen te dringen tot de expertcommissies die de Commissie van wetenschappelijk advies voorzien. Dit zorgt voor mogelijke nieuwe klappen voor het imago van de Taxonomie, bijvoorbeeld door ook kerosinevliegtuigen als groen te zien.”

De EU Taxonomie is (nog) niet perfect. Hoe kan Europa op deze punten de EU Taxonomie een stap verder richting perfectie brengen zonder draagvlak of momentum te verliezen?

“Het duurzaamheidsraamwerk van de EU staat nog in de stijgers. Er is de afgelopen jaren veel gedaan, maar veel moet nog gebeuren. De Taxonomie moet nog worden uitgebreid naar nieuwe sectoren en nieuwe milieudoelstellingen. Ook wordt er nog gekeken naar een sociale taxonomie en naar een taxonomie die ook van toepassing is op bruine en neutrale activiteiten. Dat laatste is belangrijk om de transitie een betere plek bedrijfsoperatie ook moeten aansluiten op de ambities van de EU Green Deal van Frans Timmermans. Pas dan kunnen we spreken over een collectieve bijdrage op weg naar een duurzame economie.”

EU Taxonomie onderdeel van CSRD

De CSRD geldt vanaf 1 januari 2025 (verslaggevingsjaar 2024) voor grote beursfondsen en andere grote uitgevende instellingen van aandelen en obligaties op een gere- te geven. Investeren in het minder vervuilend maken van een bedrijf is even belangrijk, zo niet belangrijker, als investeren in bedrijven die al groen zijn.”

Wat kan en moet Nederland zelf doen om de invoering van EU Taxonomie te versnellen? Vindt u dat Nederlandse bedrijven voldoende haast maken met de implementatie van EU Taxonomie en zo ja, wat gaat er goed? Zo nee, wat moet er volgens u gebeuren om te versnellen?

“Voor ieder bedrijf in Europa is het doorpoten om de Taxonomie toe te passen. De Europese Commissie heeft met online vraag-en-antwoord documenten en een Taxonomie Kompas geprobeerd de implementatie zo soepel mogelijk te maken. Toch zal het lastig blijven. Mijn advies is dan ook vooral bij de Europese Commissie aan te kloppen met interpretatievragen en zowel de Commissie als het Europees Parlement op de hoogte te houden van problemen. De eerste jaren zijn een uitdaging, maar het is een noodzakelijke fase om de transitie naar een duurzame economie te versnellen.”

Wat is uw boodschap aan CFO’s van grote bedrijven over de invoering van de EU Taxonomie en wat zegt u tegen CFO’s van het MKB voor wie deze implementatie een grote opgave zal blijken te zijn?

“De Taxonomie is de hoeksteen om een duurzame economie en financiële sector mogelijk te maken. Het biedt kansen om nieuwe investeerders aan te spreken en om je bedrijf toekomstbestendig te maken. Welke activiteiten passen in de economie van de toekomst? Dus of je nu verplicht bent om te rapporteren of dat je dit als MKB vrijwillig mag doen, ga aan de slag met de Taxonomie en kijk hoe je er gebruik van kan maken in de groeistrategie van jouw bedrijf.” glementeerde markt in de EU en vanaf 2026 (verslaggevingsjaar 2025) voor grote private bedrijven. Ook de EU Taxonomie, zal dan onderdeel worden van de CSRD. In dat licht is Egbert Willekes, Senior Researcher & Lecturer Future Proof Control aan de HAN, uitermate kritisch over de huidige status van de EU Taxonomie, maar ook over het tempo van het proces: “De EU Taxonomie wordt straks onderdeel van de CSRD. Daarmee komen er straks ook nog sectorspecifieke standaarden bovenop de huidige sector-agnostische standaarden.” Het zal volgens Willekes al een hele uitdaging worden leggen. In dat geval moet je volgens mij naar andere, meer dwingende regelgeving toe zoals bijvoorbeeld een belasting-/subsidiesysteem op basis van true pricing, of het verplicht stellen van bepaalde duurzame doelen in lijn met de Paris Agreement, bijvoorbeeld door het verplicht stellen van Science Based Targets (SBTi).”

Niet achteroverleunen

Hoe weinig verfijnd de EU Taxonomie nu ook nog is en hoe complex de CSRD ook mag lijken, het is aan de CFO om de financiële, sociale en duurzame per- om de CSRD te implementeren zonder de EU Taxonomie en de sectorspecifieke standaarden, zeker in combinatie met de due diligence-verplichtingen in de keten, de CSDD (Corporate Sustainability Due Diligence): “Mijn advies? Voer eerst CSRD goed in, zonder het verplicht stellen van de Taxonomie. Doe vervolgens onderzoek naar de effectiviteit van de CSRD: verduurzamen organisaties voldoende?

Gaan de financieringsstromen inderdaad anders bewegen en versnellen die voldoende de duurzame transitie? Als dat niet zo is, dan ben ik er geen voorstander om nog meer rapportageverplichtingen op te formance van de onderneming inzichtelijk te maken en daar verantwoording over af te leggen: afwachten is geen optie. Vroeg of laat gaan er concrete business cases ontstaan, bijvoorbeeld als de EU Taxonomie randvoorwaardelijk wordt bij tenders of wanneer voor CSRD-compliant bedrijven de financiering goedkoper wordt. De Graaff: “De Taxonomie is nooit ‘af’ omdat er een ingebakken mechanisme inzit van reviews en aanpassingen. Ook de normen zullen steeds strikter worden. Wat in 2023 ‘groen’ is, is dat in 2040 mogelijk niet meer."

Of de EU Taxonomie straks nu af is of niet, de CFO kan

Leertouwer, Managing Director Acre Europe

en hoeft niet achterover te leunen. De CSRD wordt op korte termijn nader uitgewerkt in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) die inzicht geven in de inrichtings- en openbaarmakingsvereisten van het duurzaamheidsverslag.

Dus als de EU Taxonomie de komende jaren nog in de steigers blijft staan, bevatten de ESRS voldoende handvatten voor de wijze waarop het duurzaamheidsverslag eruit moet zien. De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) stelt de ESRS op en stuurt deze als advies naar de Europese Commissie die dit advies gebruikt om te komen tot vaststelling van de ESRS als gedelegeerde handelingen. Hierbij gaat het om het uitwerken van technische zaken, waar specialistische kennis voor is vereist, en die geringe politieke lading hebben. In de Taxonomie-verordening is bepaald dat zo’n gedelegeerde handeling alleen in werking zal treden als het Europees Parlement of de Raad binnen een periode van vier maanden geen bezwaren maakt, of als de beide instellingen voor het verstrijken van die periode hebben meegedeeld dat ze geen bezwaar zullen maken.

Het is de bedoeling dat de Europese Commissie de eerste set ESRS uiterlijk 30 juni 2023 vaststelt. De gedelegeerde handelingen zijn direct werkend en hoeven niet te worden omgezet in nationaal recht. In Nederland zijn er naar schatting tussen de 3.000 en 6.000 Nederlandse ondernemingen die een duurzaamheidsverslag moeten opstellen.

Chief Sustainability Officer

Wat betekent dit alles voor de CFO - en hoe moet hij voorsorteren op de EU Taxonomie?

Harco Leertouwer, Manager Director Europe Acre, die organisaties op bestuurlijk niveau adviseert over de invulling van ‘sustainability leadership’ heeft er wel een idee over. De CFO kan beter het voortouw nemen en laten zien dat hij of zij het creëren van waarde voor alle stakeholdergroepen serieus neemt: “Met de invoering van de EU Taxonomie en de CSRD-richtlijn heeft de EU laten zien dat het haar menens is om naar een duurzamer financieel systeem te transformeren. Dat is een goede zaak. Maar het schept ook extra verplichtingen en verantwoordelijkheden voor de CFO en de finance-afdeling. Daarom zeg ik: laat een nieuw in te stellen Chief Sustainability Officer (CSO) de regisseur zijn in dit transformatieproces en samen optrekken met de CFO om de kansen die CSRD biedt te benutten. Met de invoering van de CSRD ontstaat er een nieuwe situatie. Veel bedrijven moeten een duurzaamheidsstrategie opstellen of updaten en op basis daarvan hun processen en systemen opnieuw inrichten teneinde de duurzaamheidsdoelstellingen te kunnen behalen. Maar de crux zit ‘m in het verzamelen van de juiste data voor de rapportage hierover en het borgen van de kwaliteit van die data. Dit dwingt bestuurders om de dialoog met hun stakeholders te intensiveren. En ja, onderweg kun je medewerkers of klanten verliezen, maar je zult ook nieuwe medewerkers en klanten vinden. Als CFO moet je de ambitie hebben om een pionier te zijn in je sector en bereid zijn om keuzes te maken, ook de moeilijke."

Met dank aan Gijs de Graaff (KPMG), Michel Scholte (Impact Institute), Cyril van den Hoogen (CFO Altera), Javier van Engelen (CFO Signify), Paul Tang (Europarlementariër, PvdA), Egbert Willekes Senior Researcher & Lecturer HAN), Harco Leertouwer (Managing Director Acre Europe) en Jan Jaap Omvlee, Strategy Director Cognito Amsterdam en lid van de Global Cognito Sustainability Practice. •

Mirjam van Velthuizen, CFO van ProRail

This article is from: