2 minute read

CBAM en Groen Industrieplan

Met de zogeheten Green Deal wil de Europese Unie in 2030 de CO2-uitstoot met 55 procent terugbrengen ten opzichte van 1990. In 2050 mag de EU netto geen CO2 meer uitstoten, bovendien wil de EU ook koploper worden bij het ontwikkelen van de technologieën die nodig zijn voor duurzame productie en vervoer. De Green Deal is een kapstok voor concrete maatregelen. Het eerste grote pakket aan concrete maatregelen is ‘Fit for 55’, waar het Carbon Border Adjustment Mechanism deel van uitmaakt. In februari lanceerde de Europese Unie een Groen Industrieplan, waarvan nog onzeker is of en wanneer dit gaat worden ingevoerd.

Met de invoering van het Carbon Border Adjustment Mechanism moet straks bij de import van sommige goederen in de EU betaald worden voor de CO2-uitstoot. Voor de CO2-uitstoot van goederen die in de EU worden geproduceerd moet momenteel al worden betaald, de import van diezelfde goederen is nu nog zonder CO2-heffing. Door het CBAM moet dit onderscheid verdwijnen: de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie van deze goederen die in de EU worden geïmporteerd, maar buiten de EU worden geproduceerd wordt straks alsnog belast. Het CBAM zal van toepassing zijn op de invoer van o.a. cement, ijzer en staal, aluminium, elektriciteit en kunstmest.

Advertisement

Het CBAM moet vanaf oktober 2023 in werking gaan. Na de inwerkingtreding komt er een overgangsperiode tot eind 2025. Tijdens de overgangsperiode zal het CBAM-mechanisme alleen gelden als rapportageverplichting, zonder dat de CBAM-heffing verschuldigd is. Daarna start de geleidelijke invoering tot 31 december 2033. Met ingang van 2034 zal de verordening volledig in werking treden, en kan er volledige 'koolstofgrenscorrectie' plaatsvinden.

Ambitieuzer is het Green Deal Industrial Plan van de Europese Commissie (EC) om de ontwikkeling van schone technologie in Europa te bevorderen. Het Groene Industrieplan is bedoeld als antwoord op de Inflation Reduction Act van Joe Biden en alle steunmaatregelen van de Chinese regering om de eigen industrie te bevoordelen.

Het is de bedoeling om vier belangrijke gebieden te verbeteren: regelgeving, financiering, vaardigheden en handel. Om te beginnen wil de Europese Commissie een 'voorspelbaar, coherent en vereenvoudigd regelgevingskader' creëren voor de productie van essentiële producten voor de energietransitie, zoals batterijen, windturbines, warmtepompen en technologieën voor koolstofafvang en -opslag.

1. Een belangrijk aandachtspunt van dit plan is het verkorten van de duur van vergunningsprocedures. Dit wil de Europese Commissie bereiken door vaste doorlooptijden in te stellen voor verschillende onderdelen van het proces en de administratieve capaciteiten van de lidstaten te versterken. Ook wil de Commissie de vergunningsprocedures voor strategisch belangrijke projecten versnellen, meer overheidsopdrachten om een groenere industrie aan te moedigen en Europese normen om de invoering van belangrijke technologieën te versnellen. Verder zal de Commissie een wet inzake kritieke grondstoffen voorstellen om de beschikbaarheid van deze materialen. Tot slot zal de Commissie een hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt voorstellen.

2. In de komende decennia zijn grote investeringen nodig voor de overgang naar 'netto nul'. Europa vreest dat 'subsidies in het buitenland het speelveld niet gelijk zullen maken' en roept op tot een ‘uitbreiding en versnelling van de toegang tot financiering voor de netto-nul-industrie’. De Europese Unie biedt lidstaten meer flexibiliteit om staatssteun te verlenen, beperkt tot ‘nauwkeurig omschreven gebieden en tijdelijk tot 2025’. De financiering zal voornamelijk plaatsvinden via een herverdeling van reeds bestaande Europese middelen, voor in totaal van rond de 270 miljard euro.

3. De energietransitie zal de vraag naar arbeidskrachten met andere vaardigheden sterk laten stijgen. De Europese Commissie benadrukt dat grote bijscholing en omscholing van het beroepsvolk noodzakelijk is. Er zijn al veel regelingen die dit proces ondersteunen, terwijl de Europese Commissie op aanvullende programma’s aanstuurt. Er komen doelstellingen en indicatoren om het aanbod aan overgangsbanen te monitoren, terwijl er ook initiatieven komen om de opleiding van groene sectoren te vergemakkelijken. Er bestaan al financiële fondsen, zoals het Europees Sociaal Fonds (5,8 miljard euro), het Mechanisme voor een Rechtvaardige Overgang (3 miljard euro) en het SRF (1,5 miljard euro) die helpen bij het verbeteren van groene vaardigheden, maar er zijn voorlopig geen nieuwe belangrijke fondsen.

4. De laatste pijler van het plan is ‘wereldwijde samenwerking en handel voor een groene overgang’. De kern is het verdedigen van de EU tegen oneerlijke handelspraktijken zoals ‘dumping en verstorende subsidies’.

This article is from: