7 minute read

INTERIM FINANCIALS, DE CFO - EN EEN STUKJE ZINGEVING

Wat betekent de huidige krapte op de arbeidsmarkt voor finance professionals en voor de CFO?

Tekst Albert Allmers

Advertisement

Een van de belangrijkste actuele vragen voor CFO’s als het aankomt op de arbeidsmarkt van nu is: welke keuzes gaat de politiek maken in relatie tot de Nederlandse arbeidswetgeving? En dan heb ik het over de Wet DBA waarover wederom veel te doen is. De Wet DBA uit 2016. Weet u het nog? Flexibel moest minder flexibel. Vast moest vaster. Maar hoe precies? Minister Koolmees heeft er de afgelopen vier jaar geen echte knopen over doorgehakt en nu ligt de wet wederom in de Tweede Kamer en iedereen is het weer met elkaar oneens. Dus de komende twee drie jaar gaat er niks veranderen. En dat is zorgwekkend.

Het gevolg? Op de arbeidsmarkt die we nu om ons heen zien - althans, de markt voor de finance professional waarop wij onszelf begeven met FinanceFactor - is er niemand meer te vinden die wil werken in een vast dienstverband. Iedere professional begint voor zichzelf vanwege de gouden bergen die te halen zijn in de markt. Natuurlijk is deze ontwikkeling voor ons een prachtig verdienmodel - wij opereren in de wereld van interim finance management en executive search, coaching, assessments en outplacement - maar de flexibiliseringstrend is momenteel wel aan het doorslaan. En dat is uiteindelijk voor niemand goed.

Risk voor de interim

Het gevaar dat ik er in zie heeft vele gezichten. Een interim-manager die zijn ondernemerschap serieus neemt, dient eigenlijk maar maximaal vier dagen in de week declarabel zijn. De andere dag in de week moet hij vrijhouden voor het onderhouden van zijn netwerk en ontwikkeling: permanente educatie. Dat laatste zie je nauwelijks meer gebeuren, simpelweg omdat er voor de interim financial te veel te halen valt in de markt – maar ook omdat opdrachtgevers eigenlijk gewoon een fulltimer willen. Dit lijkt een luxepositie voor de interim financial - en natuurlijk leer je als interim financial ook op je opdracht het nodige bij, maar wie verder kijkt dat de huidige overspannen arbeidsmarkt ziet dat grote groepen interim-managers op dit moment hun asset (gespecialiseerde kennis) aan het uithollen zijn. Overigens, het is niet zo dat ik hen niet begrijp. Je moet behoorlijk gedisciplineerd zijn wil je als ZZP’er bestand zijn tegen het op volle vaart laten lopen van je eigen factureringsmachine. Maar of het verstandig is? We zitten nu nog in een hoogconjunctuur, maar de depressie gloort al weer aan de horizon. De vraag is: hoe gaat de krimpende markt straks reageren op al die financiële ZZP’ers die nu als interim werken en straks weer in vaste dienst willen, als ze er over een jaar en masse worden uitgegooid?

Geen cohesie finance organisatie Wat betekent deze overspannen krappe arbeidsmarkt voor de CFO? In de eerste plaats: schaarste. Er zijn nu CFO’s die hun hele organisatie moeten bemensen met interim-professionals omdat er geen vaste mensen meer zijn. Veel interim-opdrachten zijn inmiddels ook geen echt kennisintensieve vraagstukken meer, maar eenvoudigweg een langdurig capaciteitsvraagstuk. De interim-manager gaat vaak ook een soort verkapt dienstverband aan. Iemand valt onder leiding en toezicht van een werkgever, projecten hebben geen kop en staart, geen resultaatverplichting. Dat zie je over de hele finance afdeling, te beginnen bij crediteuren-debiteuren administratie, grootboekadministrateurs en controllers.

Er zitten voor een CFO ook voordelen aan het werken met interim-professionals. Je kunt zo van mensen af als ze niet functioneren en een interim-medewerker kun je gewoon laten doen waar hij voor is ingehuurd, bemoeit zich niet met office politiek, als het goed is.

Maar tegenover de voordelen staan ook nadelen, bijvoorbeeld omdat de kostenpost voor interim-professionals ontzettend hoog is. En zelfs al blijven interim-professionals tegenwoordig lang hangen in halve schijnconstructies, een team vol ZZP’ers blijft een risico voor een bedrijf dat eigenlijk op zoek is naar werknemers in loondienst. Want interim-professionals zijn niet alleen relatief duur, ze blijven zelden of nooit, waardoor kennis over je processen uit je organisatie verdwijnt. Je bouwt daarmee een beperkte cohesie op binnen je team. Een interim-professional staat er in de basis toch onafhankelijk in en heeft vanuit de kern van zijn functie geen binding met het bedrijf. Een team vol interim financials als opvulling van een capaciteitstekort is geen duurzame HR-oplossing voor je finance organisatie.

Permanente educatie

Worden er in de overspannen arbeidsmarkt ook andere dingen gevraagd aan de financial? Ja en nee. Er zijn ontzettend veel opdrachtgevers die vooral heel halsstarrig blijven vastklampen aan branche ervaring – maar natuurlijk wil iedereen tegenwoordig ook financials met IQ, EQ en AQ. Bovendien houdt de digitale transformatie aan. Alles is in Power BI, Power Pivot, RPA. Dat betekent bijvoorbeeld dat de rol van de accountant over een paar jaar gewoon verdwenen is.

Daarom zetten de big four ook vol in op consultancy en niet meer op accountancy.

In 99% van de gevallen komen accountants trouwens prima terecht in het bedrijfsleven.

Ze moeten dan wel een stapje terug doen in salaris, zeker als ze ooit partner waren. Maar de accountants die wij tegenkomen hebben over het algemeen een goede realiteitszin. Ze vinden genoeg uitdaging in een nieuwe rol als finance manager of finance director. Nee, ze worden niet direct CFO, een rol waarin men ook steeds meer verantwoordelijk is voor IT – maar ze komen goed op hun plek in de echte hardcore finance.

Kijken we naar de kansen voor de C-level controller in de arbeidsmarkt, dan zien we vooral dat hun kennis van IT echt op orde moet zijn. De pure interne audit rollen zie je bijna niet meer voor de controller. Hij is - althans bij organisaties die hem ook echt die rol gunnende navigator op de brug van het schip. Dus hier komt de permanente educatie serieus om de hoek kijken. Daar moet zonder terughoudendheid in geïnvesteerd worden, niet alleen door de interim controller, maar ook door de controller in loondienst.

En de CFO zelf?

En hoe zit het eigenlijk met de CFO zelf, als het gaat om de arbeidsmarkt? Opvallend is dat de CFO zelf vrij honkvast lijkt, al is dat niet zo vreemd wanneer je er beter over nadenkt. Een CFO blijft in zijn hoofd toch altijd dat blauwe profiel: veiligheid, continuïteit, de schoorsteen moet blijven roken. Wat je daardoor vaak ziet, is dat een CFO, zodra hij eenmaal op zoek gaat (of op zoek moet) naar een nieuwe uitdaging, eigenlijk zo snel mogelijk een nieuw onderkomen wil. De CFO is het gewend om hard te werken, vroeg op te staan, mee te doen op topniveau. Daar zit ook een stukje zingeving bij en misschien tot op zeker hoogte ook een een gevoel van ‘erbij willen horen’ - het finance wereldje is klein. Het risico hierbij is dat een CFO - als hij eenmaal op de stoel belandt van de sollicitant - onvoldoende goed onderzoekt wat hij nu echt wil. Er wordt vaak niet genoeg tijd genomen voor het rouwproces dat hoort bij het kwijtraken van een baan. Wat je regelmatig ziet is dat een CFO geneigd is om te snel een nieuwe baan aan te nemen die niet goed bij hem of haar past. En zoals dat geldt voor iedere professional, is het juist ook voor een CFO ontzettend belangrijk om goed onderzoek te (laten) doen naar de waarden van een bedrijf en de eigen drijfveren om te zien of die eigenlijk wel aansluiten. Wat zijn de cultuurankers van een bedrijf? Waar zit mijn eigen energie en kracht?

Wanneer je eigen waardenpatroon als CFO sterk extern en strategisch gericht is - onderhandelingen voeren met externe financiers, beslissingen nemendan moet je niet gaan werken bij een familiebedrijf waarbij een dga bepaalt wat er gebeurt en de CFO wordt gezien als een schatbewaarder die op de winkel past en zich vooral niet moet bemoeien met de business. En geloof me, die bedrijven bestaan er ook nog steeds, ondanks de veelbesproken ‘strategische rol’ die de CFO volgens alle experts moet spelen. In de praktijk - en met name in sterk dga gestuurde ondernemingen - krijgen de CFO helemaal niet echt deze ruimte. Hij is weliswaar verantwoordelijk voor het inzichtelijk maken van een stuk cashflowplanning, maar verder moet hij gewoon braaf in het ‘finance hok’ blijven – het is de dga die op basis van de cijfers de knopen doorhakt. Wanneer die kasbewaardersrol je als CFO niet ligt en je – en je door geen goed onderzoek te doen – terechtkomt bij een organisatie waar de CFO-rol zo in elkaar steekt, dan loop je binnen zes maanden leeg. Dat is niet goed voor het bedrijf, maar ook niet goed voor je eigen zelfvertrouwen en imago. Maar het komt regelmatig voor.

Waar sta ik zelf?

Dus wat te doen wanneer je als CFO zelf op de arbeidsmarkt terechtkomt? Eerlijk is eerlijk.

De CFO die nu 10, 15 jaar bij een bedrijf heeft gewerkt en straks noodgedwongen op zoek is naar een nieuw baan, moet er rekening mee houden dat hij echt een stapje terug moet doen - ondanks de schaarste op de markt. Dit wordt veroorzaakt door met name variabele beloningssystemen die in het verleden veel aantrekkelijker waren. Deze cash stroomt tegenwoordig vaker door naar de organisatie. Grijp een ‘in between jobs periode’ aan als een goed moment om jezelf als CFO een nulmeting te gunnen in je carrière. Waar sta ik als mens? Wat zoek ik? Ik ken een heel mooi voorbeeld van een CFO die na jaren in de top league gespeeld te hebben, gewoon een sabbatical nam om zijn oude droom na te jagen (een wetenschappelijke proefschrift schrijven) en na dat jaar zelfs tot de conclusie kwam dat hij helemaal geen CFO meer wilde zijn. Hij wilde geen 90 uur in de week werken, niet meer nog eens 10 jaar die ratrace, niet meer alle verantwoordelijkheid die hij jaren had gedragen.

Hij koos heel bewust voor een nieuwe balans, innerlijke rust, zingeving. Binnenkort gaat hij aan de slag als manager business control. In hiërarchie en eindverantwoordelijkheid een laag onder de CFO, maar wel met genoeg inhoudelijke uitdagingen - en iedere week wat tijd over om zijn droom te verwezenlijken. Zo kan het ook. Mijn tip voor CFO’s en andere finance professionals: staar jezelf niet blind op beloning en hiërarchie. Werkgeluk is belangrijk. En als je datgene doet waar je gelukkig van wordt, ben je vele malen meer succesvol. •

Albert Allmers (1966), directeur van FinanceFactor, is al meer dan 25 jaar actief als impresario in de bemiddeling van financiële professionals.

BARBARA GEELEN, CFO VAN GEO-DATA SPECIALIST FUGRO

This article is from: