6 minute read
DROMEN VAN DE TOEKOMST: MAATWERK MET N=YOU
from De ziel van Emma
Maatwerk
in de kinderpsychiatrie: van labels naar N=You!
Advertisement
In de psychiatrie wordt gewerkt met het classificatiesysteem DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 5th Edition).
Daardoor zijn behandelingen van ontwikkelingsstoornissen zoals autisme en ADHD gekoppeld aan het diagnostisch label. Kinder- en jeugdpsychiater Hilgo Bruining volgt met zijn onderzoeks- en zorgteam een nieuwe route: een behandelmethode waarbij niet de diagnose, maar het individu centraal staat.
dDe behandeling voor kinderen met sociaal angstig, terwijl een ander forse bijvoorbeeld autisme is nu voor allemaal epilepsie heeft met een verstandelijke min of meer gelijk. Het gaat dan om beperking en heel wild is. Je hoeft geen een behandeling van de ‘diagnose’, die raketgeleerde te zijn om te bedenken feitelijk voorgeschreven wordt door, dat je deze uitersten niet onder één kortweg, de DSM. “Er bestaan geen oorzakelijke noemer kunt brengen.” goede afspraken over hoe wij ADHD of autisme moeten vaststellen,” vertelt ACHTER DE KOMMA Hilgo. “Onderzoek wijst inmiddels uit dat Dat kan anders, vond Hilgo. Hoe? “Als je er meer verschillen dan overeenkomsten recht wil doen aan het individu, moet je zijn tussen kinderen die dezelfde ‘one size fits all’ verlaten en kijken achter diagnose kregen. Kinderen met totaal de komma.” Verpleegkundig specialist verschillende klachten vallen allemaal Cathalijn Gerver, vanaf de start nauw binnen hetzelfde spectrum. Het ene kind betrokken bij het onderzoek, vertelt: “Bij met autisme heeft een hoog IQ en is wijze van schone lei zijn we een paar
dr. Hilgo BRUINING
studeerde geneeskunde in het AMC Amsterdam en volgde de opleiding tot kinderarts, tot hij in 2005 overstapte naar de psychiatrie omdat het (ontwikkelende) brein nog een groot mysterie is en steeds meer te verduren krijgt. Hij woont aan een dromerige dijk in Amsterdam Noord, maakt graag fotoreportages en hoopt ooit nog de echte Elfstedentocht te rijden.
Cathalijn GERVER
werkt sinds 1 januari 2020 bij het Emma Kinderziekenhuis als verpleegkundig specialist. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen. Cathalijn houdt van hockey en wandelt graag met de hond. jaar geleden vanuit Utrecht met ouders in autisme focusgroepen gaan praten en vragen gaan stellen. ‘Wat zijn nou de problemen waar jullie tegenaan lopen?’ en ‘Stel nou dat jullie het mogen bepalen, waar moeten we ons op richten?’ De gemene deler was dat kinderen moeite hebben om zich staande te houden in de buitenwereld, dat ze gestrest zijn, weinig energie hebben of niet goed slapen. ‘Last van drukte en prikkels’ kregen we het meeste te horen, een abstract begrip dat in geen vragenlijst terugkomt.” Prikkelverwerking dus, maar hoe zou je dat objectief kunnen meten? Hilgo: “We weten al langer dat met name kinderen met autisme moeite hebben met het verwerken van en omgaan met prikkels. Maar het is nooit eerder centraal gesteld. Wij wilden graag uitvinden hoe prikkelverwerking in het brein samenhangt met problemen in het dagelijks leven. Samen met onze partners bij de VU (met name Klaus Linkenkaer-Hansen) hebben we een EEG algoritme ontwikkeld dat de prikkelbalans kan meten, dat wil zeggen hoe het brein staat ‘afgesteld’, heeft het de neiging te veel of te weinig elektrische activiteit te genereren in reactie op prikkels? Het bleek dat binnen hetzelfde spectrum sommige kinderen te scherp en sommige kinderen te zwak staan afgesteld.”
PROFIELEN Het team begon zogenaamde individuele ‘prikkelprofielen’ te maken, voor elk kind afzonderlijk. “We zijn per kind gaan uitvragen: Welke context geeft welke reactie. Sommige kinderen hadden hetzelfde ‘prikkelsymptoom’
maar een totaal andere onderliggende prikkelverwerking in het brein – leerden we van de EEG’s. En ze reageerden vaak ook nog eens compleet verschillend op bepaalde veelgebruikte medicijnen zoals stimulantia.” Een complexe puzzel met veel nog onvoorspelbare verschillen, die alleen maar gelegd kan worden als elk kind individueel in kaart wordt gebracht, individueel wordt uitgelezen en individueel wordt behandeld, vandaar de naam N=you. “En uiteindelijk kun je al die individuen ook weer als groep met elkaar in verband brengen,” weet Hilgo inmiddels.
PLASPIL Dat we nog zo weinig weten, komt natuurlijk ook doordat we niet bij de hersenen zelf kunnen komen. Maar daar laat Bruining zich niet door afschrikken. “Matthijs Verhage, celbioloog en mijn wetenschappelijke partner, kan een stukje huid afnemen en de stamcellen laten uitgroeien tot hersencellen. Dan kunnen we in de cellen testen wat er mis is met de prikkeloverdracht op meer microniveau. En je kunt kijken hoe de cellen reageren op verschillende soorten medicatie.” Bijvoorbeeld op de plaspil Bumetanide, een medicijn uit – voor een leek – onverwachte hoek. Dat medicijn kan overprikkeling in de hersenen tegengaan doordat het de remmende werking van neurotransmitters kan aanzetten. Het elegante is dat als Bumetanide geen effect heeft, het ook geen schade aanricht. Dit in tegenstelling tot bepaalde andere medicijnen die altijd een neurologisch effect hebben. En er zijn nog een heleboel soortgelijke bestaande medicijnen – die dus meteen inzetbaar zijn – die weer andere schakels in de prikkelverwerking kunnen repareren. De kunst wordt het juiste kind aan de juiste interventie te koppelen.”
OPLUCHTING EN BLIJDSCHAP Het nieuwe onderzoek zet de huidige diagnose- en behandelmethodes op z’n kop. Toch merkt Hilgo dat er vanuit zijn vakgebied steeds meer interesse voor het onderzoek bestaat. “Sowieso hier in het Emma Kinderziekenhuis, waar we alle ruimte hebben gekregen om na de prikkelpoli in Utrecht verder te gaan als het N=You centrum en deze benadering verder te ontwikkelen.” Cathalijn: “Er zitten in de diverse trials kinderen uit heel Nederland, maar ook uit Duitsland en België. En we krijgen nu ook van psychiaters uit heel Nederland vragen om advies. Dat is echt mooi.” Maar het allermooiste is de opluchting en blijdschap die het team ervaart bij de ouders. “Ze hebben het gevoel dat ze serieus worden genomen, dat er naar hen wordt geluisterd. Je ziet tijdens de intensieve n=1 trials (onderzoek op basis van 1 patiënt) dat ze enorm ambitieus zijn in hun medewerking, en soms vragen we best veel. Maar ook zij willen er alles aan doen en elke verbetering is belangrijk.”
Customisation in child psychiatry
In psychiatry, treatments for developmental disorders such as autism and ADHD are linked to a classification system and diagnostic label. Paediatric and adolescent psychiatrist Hilgo Bruining chooses a different path and takes the individual as the basis. “Stimulus processing appears to be the biggest problem in children, but that has never been the focus of attention before. A complex puzzle that can only be completed if each child is treated individually, hence the name N=You [N stands for the number of patients in a research study].” Hilgo continues: “Matthijs Verhage, a cell biologist and my scientific partner, can grow stem cells into brain cells. Then we can test what’s wrong with the stimulus transmission and try different medications. The trick is to link the right child to the right intervention.” The new research turns the current diagnosis and treatment methods upside down. Emma Children’s Hospital has given us every opportunity to continue as the N=You centre and to further develop this approach.” Nursing specialist Cathalijn Gerver adds: “We now also receive requests for advice from psychiatrists from all over the Netherlands. That’s really nice. But the best part is the relief and joy that the team experiences among the parents.”