CHANGE | Juli - Augustus 2013

Page 1

Change

Nr.

3

Juli/ Augustus 2013 Jaargang 2

Businessblad voor innovatieve ondernemers in Limburg | www.changelimburg.nl

Sociale Werkvoorziening: tikkende tijdbom met een korte lont

Prof. Luc de Witte:

Robot gaat thuiszorg een handje helpen

Waarom eigenlijk geen virtuele campus?


2|

Highlights

In deze uitgave

Op 6 september valt besluit over Culturele Hoofdstad

10

16 Sabine van Wylick is gek van Augmented Reality

Spannende date via dr. Danielle Twardy

12 31 Eén jaar Change. ‘Markt verklaarde ons voor gek’

Nieuwsbrief? Aanmelden via changelimburg.nl

Gebrek aan zelfvertrouwen en durf creëert formidabele afhankelijkheid van consultants

32


STOP!

Eerst de Layar-app downloaden op uw smartphone of tablet

1 Ga naar Layar.com en download de Layar-app of via de App-store, Google Play Store of BlackBerry App World.

Is mijn smartphone of tablet geschikt om de Layar app te downloaden?

2 Open de Layar-app op uw smartphone/tablet 3 Klik op het scan-icoon naast de zoekbalk

De Layar app is een gratis app, verkrijgbaar op Android en iOS platformen. Op het Android platform worden apparaten (incl. tablets) ondersteund met Android v2.2 en hoger. Let op: Android apparaten met een schermresolutie van 320x240 of lager kunnen niet geüpgraded worden naar een Layar Versie van v6.0 of hoger. Dit betekent dat deze apparaten niet de mogelijkheid hebben om de digitale content te zien. Op het iOS platform worden iPhone 3GS, 4, 4s, 5, iPad2 & 3 en nieuwere apparaten op iOs 4.3 en hoger ondersteund.

En hoe zit het met Blackberry? De Layar app kunt u downloaden met de volgende Blackberry toestellen: 9800, 9810, 9850, 9860, 9900, 9930 en 9981.

3|

Augmented Reality Stap voor stap

4 Houd uw smartphone/tabletcamera boven de pagina met een Layar-icoon 5 Klik op de scanknop ‘Top to view’ en wacht heel even tot de pagina tot leven komt 6 De Augmented Reality laag van CHANGE opent zich op het scherm van uw smartphone/tablet Op www.layar.com staat een filmpje over de Layar app, en wat je met die app allemaal kunt laten zien.

Deze app ondersteunt de volgende modellen: BlackBerry 9800, 9810, 9850, 9860, 9900, 9930 en 9981.


4|

Informatie

Businessblad voor innovatieve ondernemers in Limburg Businessblad CHANGE beoogt een verandering en omwenteling in het Limburgse medialandschap. Een transitie via multimediale concepten en toepassingen, met links naar websites, filmpjes, commercials en online webshops.

5000 exemplaren per post ... CHANGE verschijnt 6 keer per jaar in een oplage van 5000 exemplaren. Die worden (gratis) per post verstuurd naar het ‘grote’ MKB in Limburg, overheden en kennisinstellingen.

En online: changelimburg.nl Op die website staat ook informatie over digitale toepassingen die CHANGE voor u kan realiseren.

Kijk hoe CHANGE vernieuwt

changelimburg.nl Filmpje: Geert van Gemert


Colofon CHANGE is een tweemaandelijks businessblad voor Nederlands-Limburg dat print en online combineert op basis van multimediale toepassingen.

Aantoonbare werkgelegenheid U kent ze vast wel: de spin-off, het multipliereffect, de win-winsituatie, het triple helix model, de Kennis-As Limburg i.o, de drie campussen, de hotspots, Brainport 2020 niet te vergeten. Voor de firma Action is dat alles een ver-vanhaar-bed-show. Die zocht bouwgrond tegen een aantrekkelijke prijs op een perfect gelegen locatie en opent in 2014 een internationaal distributiecentrum in Echt-Susteren. Waar, mind you, zo’n kleine zevenhonderd (voornamelijk laaggeschoolde) Limburgers aan de slag kunnen.

2e jaargang, nummer 3

Oplage/Distributie

Er komt een dag, denk ik, dat we ons met z’n allen afvragen waar de echte werkgelegenheid zit. Dus dat je niet alleen spannende dingen bedenkt voor de rest van de wereld, mede met dank aan innovatiesubsidies van de overheid, maar dat ‘wij in Limburg’ er ook nog iets aan hebben als het om aantoonbare werkgelegenheid gaat. Het zal toch niet de maakindustrie zijn die we hebben afgeschaft? Of dat gewone, ambachtelijke werk voor die tienduizenden Limburgers die niet hoogopgeleid zijn? Vast niet. josvanwersch@changelimburg.nl hoofdredacteur

Partnerships

Online (www.changelimburg.nl) en 5000 exemplaren op print, per post verzonden naar het grote(re) MKB, kennisinstellingen en (semi-)overheden in Nederlands-Limburg

Uitgevers

Vormgeving

Frits Keulen Dave Kremer Jos van Wersch

Sandra van Kessel (www.andidruk.nl)

Hoofdredacteur

PostNL Businesspost Limburg

Jos van Wersch josvanwersch@ changelimburg.nl M 06 – 215 18 543

Verkoop commercials/ advertenties en digitale toepassingen Vinda Media T 0475-463 465 F 0475-464 552 E fons@vindamedia.nl www.vindamedia.nl Havenstraat 2A Postbus 7160 6050 AD Maasbracht

Multimediale concepten Bas Zelissen (www.mainport.nl)

5|

Distributie

Internet info@changelimburg.nl www.changelimburg.nl

Contactgegevens Andi Druk bv Afrikalaan 40 6199 AH Maastricht-Airport T 043 - 366 71 60 F 043 - 364 63 06 E frits@andidruk.nl I www.andidruk.nl

Correspondentieadres Andi Druk bv Postbus 66 6190 AB Beek


6|

Arbeidsmarkt

De bittere les van 1965 Sociale innovatie op arbeidsmarkt nu sociale werkvoorziening stilaan verdwijnt Staatssecretaris Jetta Klijnsma van SoZaWe heeft voor sw-bedrijven een ‘sterfhuisconstructie’ voor ogen nu Den Haag besloten heeft dat het complete sociale domein op de schop gaat. Iets dergelijks zei Joop den Uyl toen hij in Heerlen de sluiting van de mijnen aankondigde. Het verschil met toen en nu is dat sociale innovatie in 1965 nog niet bestond. Wie in Limburg pakt de handschoen op? Marcia Luyten is cultuurhistoricus, econoom, publicist en sinds dit voorjaar presentator van het tv-programma Buitenhof. Deze geboren Limburgse is bezig aan een boek over onze provincie, Het geluk van Limburg. Aan de hand van het leven van de Kerkraadse volkszanger Jack Vinders, laat Het Geluk van Limburg de gloriedagen van de mijnen zien – en hun ondergang. Luyten ziet iets groots in iets kleins ‘en daarover schrijf of vertel ik een verhaal.’ Zo rijdt zij op zekere dag met haar kinderen op de achterbank - door heuvels en velden, dan langs vijver, kerk en kasteel - haar geboortedorp Wijnandsrade binnen. “Wanneer ik de straat van mijn ouders in draai, vraagt mijn zoon van

Ger Koopmans (links), net als Mirjam Sterk toen nog Tweede Kamerlid, op werkbezoek bij de sociale werkvoorziening in Limburg. Rechts L1-verslaggever Lex van Moorsel.


zeven: Wonen er in Limburg alleen maar oude mensen? Het lijkt wel een openluchtbejaardenhuis”, schrijft Luyten in NRC Handelsblad onder de kop: Grijs Limburg is juist tegen alles wat vergrijzing draaglijk maakt. Later publiceert zij een tweede verhaal over haar geboortestreek, dit keer met als titel Renaissance in Zuid-Limburg. Pardon? Toch kloppen beide elkaar tegensprekende titels, het is maar net welk vertrekpunt je hanteert. ‘De elite stond te juichen’ Luyten interviewt ook de Heerlense wethouder Riet de Wit. Die zegt: “De elite van de stad [Heerlen] stond te juichen toen de mijnen sloten. De mijnwerker zat te huilen in zijn huis. Deze arbeiders waren niet sterk genoeg om

Joop den Uyl in Heerlen, 1965 Bekijk de video:

7|

nieuwe kansen te pakken.” De Wit refereert daarbij aan Joop den Uyl, op een dag in 1965, als het weerbericht in het Limburgs Dagblad een geheel bewolkte dag voorspelt bij een matige wind uit het zuidzuidwesten. Op het schouwburgplein in Heerlen staat een vader van vier kinderen; twaalf, negen, zes en drie jaar oud. Hij is mijnwerker, ondergronds. Als de avond valt, zegt de vader tegen zijn zoon van twaalf: ”Ook jouw vader zit binnenkort zonder werk.” Die zoon, dat ben ik. Het is de dag dat minister Joop den Uyl van Economische Zaken het spreekgestoelte in de schouwburg in Heerlen bestijgt, vrijdagmiddag 17 december 1965. De zaal zit vol brylcreemhoofden en hoornen brillen, schrijft de Heerlense journalist Joep Dohmen in zijn boek De Vriendenrepubliek. Op het podium, bijeengeperst, de Mijnindustrieraad. Vooraan in de zaal de bisschop en veel notabelen. In het pluche van de schouwburg kondigt Den Uyl de sluiting van de eerste steenkoolmijnen aan. Even na vier uur op die verregende decemberdag, verandert de toekomst van Zuid-Limburg, en daarmee ook die van 40.000 mijnwerkers en 35.000 werknemers bij de toeleveringsbedrijven. Een journalist van het Limburgs Dagblad die er op die zeventiende december bij is, vergelijkt de situatie waarin de Oostelijke Mijnstreek, het huidige Parkstad, terecht komt met de watersnoodramp van 1953 in Zeeland. Jaren later zit de vader van die vier kleine kinderen, mijn vader, inderdaad zonder baan. Ook bij de Oranje Nassaumijn I in Heerlen, zijn Oranje Nassaumijn, stopt het ratelen van de schacht. Kinderen van vaders die hun baan verloren door de mijnsluiting hebben hun

eigen verhaal. Pas later, zelf groot en volwassen, begrijpen zij waarom hun vaders en moeders in die jaren ’s nachts wakker liggen. Hard gelag De belofte van Den Uyl (‘Geen sluitingen zonder vervangende werkgelegenheid’) blijkt een flinterdunne toezegging. Ook voor mijn vader geldt wat Den Uyl zegt op die 17e december: “Ik ontken en misken niet, dat voor velen deze maatregelen een heel hard gelag zullen betekenen.” In 1974 is inderdaad ruim 46 procent van de ex-mijnwerkers buiten het reguliere arbeidsproces geraakt middels een overbruggingsregeling of de sociale werkvoorziening. Mijn vader verhuist met zijn gezin, zes jaar eerder, naar de regio Eindhoven. Daar is werk in overvloed, zelfs voor afgedankte mijnwerkers. Hij had, hoewel topfit van lijf en geest, terecht gekund ‘bij de ZOL’, het alles vergarende vangnet voor ex-koempels, wellicht zelfs bij


8|

Arbeidsmarkt

Marcia Luyten, een geboren Limburgse, is bezig aan een boek over onze provincie, Het geluk van Limburg.

het Fonds voor Sociale Instellingen (FSI) van de Staatsmijnen. Want ja, die werkzoekende ex-mijnwerkers lezen weliswaar in de krant dat ‘in het kader van de spreiding van de rijksdiensten’ het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Heerlen wordt geopend, nota bene op locatie waar ‘de mijn van mijn vader’ stond, maar bij het CBS hebben ze voor mijn vader, voor mijn ooms en voor al die duizenden andere werkwillende kerngezonde Limburgers geen werk. ‘Onvoldoende gekwalificeerd.’ Hebben zij, stoere kerels uit één stuk, nondeju niet in de pijler gewerkt op 820 meter diepte? Dat ze later nog last zullen krijgen van rugklachten, kruipknieën, liesbreuken en oogsidderen veroorzaakt door infecties met de mijnworm, en dat ze veel te jong zullen sterven door stoflon-

gen en asbest, onder wie mijn eigen vader, dat weten ze dan nog niet. Wat ze wél weten: dat zij, voor minder salaris, terecht kunnen bij de sociale werkvoorziening, waar ze werkzaamheden mogen uitvoeren die hun mannelijke trots krenkt. Honderden, duizenden ex-mijnwerkers worden opgeborgen, veilig en wel, vaak bij de sociale werkvoorziening. Mannen die daar feitelijk niets te zoeken hebben, want kerels met spieren als kabels. Maar de politiek wilde het zo. Opgeruimd, maar niet netjes. Vijfendertig jaar later zegt een staatssecretaris die op dat moment verantwoordelijk is voor de hervorming van de onderkant van de arbeidsmarkt, dat meer dan de helft van de mensen die nu in de wsw zitten met enige begeleiding en instrumenten als loondispensatie ‘best bij reguliere

werkgevers aan de slag kunnen’. Daar heeft de staatssecretaris een punt. Maar wacht even, het was toch de politiek die het tientallen jaren liet gebeuren en de andere kant opkeek? En nu zitten ze met de gebakken peren in het meest vergrijsde gebied van ons land, Parkstad Limburg, waar acht samenwerkende gemeenten met 255.000 inwoners zich uit de naad werken om het tij te keren, ondanks een bevolkingsdaling en een sociaal zwakke structuur waar, mind you, 34.500 mensen afhankelijk zijn van een uitkering, onder wie enkele duizenden met een sw-dienstverband. Nee, we gaan niet meer zielig zitten doen, we hebben ons al veel te lang en veel te vaak vereenzelvigd met Calimero. Parkstad Limburg is nu een zelfbewuste, daadkrachtige regio. Maar ook hier slaat de huidige crisis diepe wonden. Opeenvolgende staatssecretarissen van SoZaWe roepen steevast dat er straks voor vrijwel iedereen een baan is doordat babyboomers uittreden. Door de krapte die dan op de arbeidsmarkt ontstaat, nemen werkgevers ook mensen met een handicap(je) aan. Alsof de ervaring niet geleerd heeft dat werkgevers mensen met een arbeidsbeperking liever géén vast contract geven. Zij verkiezen detachering boven een dienstverband, veel veiliger. Waarom zijn anders honderden swmedewerkers op detacheringbasis, en niet op basis van een vast dienstverband, werkzaam bij reguliere bedrijven? Een Limburgse ondernemer zegt tijdens een netwerkbijeenkomst in Kasteel Elsloo: “Ik heb diverse keren sw-mensen ingehuurd. Niks mis mee. Maar ik durf hen niet in dienst te nemen.” Uitgaan van wat mensen wél kunnen, in plaats van wat mensen níet


kunnen. En dat gewoon gaan vinden. Dat is de mantra in Den Haag. Maar is het ook de werkelijkheid? De voormalige vakbondsvoorvrouw Agnes Jongerius zegt dat veel gehandicapte werknemers ervaren dat ze ‘niet welkom zijn in gewone bedrijven’ en dat het bedrijfsleven dreigt te stoppen met de inhuur van ‘zwakkere’ werknemers als… en vul zelf verder maar alle geijkte riedels in. Werkcoöperatie/mobiliteitscentrum De sociale werkplaatsen in Limburg herbergen de nodige mysteries voor buitenstaanders. Wasknijpers maken, drukwerk verpakken, soms zie je mensen in felgekleurde hesjes wieden langs de openbare weg. Dat is er ook nog wel, maar er is heel wat veranderd. Die beschutte werkplaatsen zijn intussen lanceerbases geworden voor mensen die gewoon willen werken bij een gewoon bedrijf. Het kan, het moet. De nabije toekomst voor zover al niet reeds het geval: nog meer mensen aan de slag bij een gewoon bedrijf. Niet langer werken in een snel afnemend aantal in de periferie gelegen bedrijfsgebouwen maar, individueel of in groepsverband, gedetacheerd worden bij een gewoon bedrijf of opereren onder de vlag van een werkcoöperatie of een mobiliteitscentrum die de tucht van de markt kennen. Niet makkelijk, maar het kan, bijvoorbeeld via kleine, overzichtelijke organisaties. Dát zou pas een sociale innovatie zijn, naast de kenniswerkers die worden ingevlogen voor de campussen in Geleen, Maastricht en Venlo. Jos van Wersch

9|

Staatssecretaris Jetta Klijnsma (links): Op termijn verdwijnen de sw-bedrijven.

(Geraadpleegde bronnen: NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Vriendenrepubliek/Joep Dohmen, Ministerie SoZaWe)


10 |

Culturele hoofdstad

Het duurt te lang eer het 6 september is Welke stad/regio wordt in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa: Maastricht, Leeuwarden of Eindhoven? Op 6 september 2013 valt de beslissing. Op 17 juni ging een Limburgse (ondernemers)delegatie voor de tweede keer op bezoek in het Duitse Ruhrgebied dat in 2010 Culturele Hoofdstad van Europa was. “Het gaat er uiteindelijk om of er ook wat te verdienen valt.” Een bloedhete dag, al met al zes uur in de bus, Spartaanse lunch, en in een moordend tempo door het programma in Duisburg, Dortmund, Essen en Witten – geen snoepreisje dus voor de zestig meegereisde diehards maar een studiereis die Limburgse ondernemers moet (blijven) enthousiasmeren voor Maastricht2018. De Limburgse kranten brachten een paar dagen na deze trip een paginagrote reportage, dus dat doen we niet over. Dát Ruhr2010 veel teweeg heeft gebracht, cultureel-economisch, tonen harde cijfers aan. Es hat sich tatsächlich sehr gelohnt, zegt een directielid van de firma Haniel in Duisburg (26,3 miljard omzet, 57.000 werknemers). Haniel sponsorde Ruhr2020 met 2 miljoen euro cash, een bedrag dat toegezegd werd

voordat de crisis uitbrak. Of Haniel dat anno 2013 wéér zou doen, met 2 miljard verlies over 2012, is zeer de vraag. Een aantal ondernemers, mee op deze reis, worstelt daar ook mee. Aan de ene kant staat hun hoofd niet naar cultuur in een tijd dat de crisis zich verdiept, aan de andere kant zien ze ook kansen om via diezelfde cultuur geld te verdienen. “De directie van mijn bedrijf ziet Maastricht2018 helemaal zitten, mits er een verdienmodel voor ons bedrijf onder ligt”, zegt een accountmanager. Over de crisis ‘heenkijken’ Duitsland mag economisch gezien dan het beste jonge van de Europese klas zijn, in het Ruhrgebied kraakt het. Neem Bochum. Die stad zag mobieltjesproducent Nokia in 2008 vertrekken, in één klap 4500 banen foetsie; autobouwer Opel trekt zich in 2014 volledig terug uit Bochum waar ooit 20.000 Opelaner werkten. Het is nu de kunst, zegt een Limburgse horecaondernemer, om verder te kijken dan de crisis van dit moment. “Ruhr2010 heeft deze regio veel gebracht, dat zie je, dat lees je. Daar hou ik mij, denkend aan Maastricht2018, aan vast.” Het duurt ook veel te lang eer bekend is of Maas-

RUHR2010 (trailer, 2 minuten) Bekijk de video:

tricht ‘het’ wel of niet wordt, zegt een ander. “Het is godsonmogelijk om elkaar jarenlang te enthousiasmeren met alleen maar een kandidatuur.” Maar áls op 6 september bekend wordt dat Maastricht2018 de strijd heeft gewonnen, dan gaan ook alle remmen, voorspelt een aantal ondernemers. “Pas dan ontstaat echte dynamiek, want dan is er een doel om naar toe te werken.” Zo is het destijds ook met Ruhr2010 gegaan, vertellen ervaringdeskundigen in het Ruhrgebied ons die dag. Op vrijdag 6 september, rond vijf uur ’s middags, weten we het.


De Limburgse ondernemersdelegatie die op 17 juni deelnam aan de tweede studiereis naar het Duitse Ruhrgebied, met vooraan cultuurgedeputeerde NoĂŤl Lebens en directielid Jutta Stolle van de firma Haniel in Duisburg (26,3 miljard omzet, 57.000 werknemers).

11 |


12 |

Fuseren of niet?

Een spannende date… Dr. Danielle Twardy-Duisters over het ‘koppelen’ van bedrijven Een gesprek met dr. Danielle Twardy-Duisters, verbonden aan de Hogeschool Zuyd, is een boeiende aangelegenheid over een interessant thema: Waarop komt het aan bij het aangaan van partnerschap door bedrijven? Zij promoveerde in mei aan de Technische Universiteit Eindhoven op een proefschrift onder de intrigerende titel: “A perfect match. An empirical investigation into Partner Selection as an Alliance Capability”. Wie denkt dat het hier gaat om de - altijd boeiende - match tussen mensen heeft het mis, ofschoon er talrijke parallellen zijn. Bij haar onderzoek ging en gaat het met name om de vraag welke allianties bedrijven het beste kunnen sluiten en vooral hoe ze daarbij, dus bij die alliantievorming, het beste te werk kunnen gaan. De ene partner is de andere niet. Hoe gaan bedrijven om met de vraag hoe ze op de relatiemarkt optreden? Wat bepaalt hun gedrag en wat zijn hun keuze(n) bij het aangaan van nieuwe relaties? Tijd dus voor een goed gesprek in het gebouw van de Hogeschool Zuyd in Heerlen. De zoemende mainframes binnen bieden een sterk contrast met de eeuwenoude kastanjelaan waarop haar werkkamer, binnen de afdeling Facility Management van de Hogeschool, een fraai uitzicht biedt. “Mijn studie was gericht op de vraag hoe men een partnerselec-

tieproces moet vormgeven als één van de succesfactoren voor organisaties.” Het proces van partnerselectie is uitgebreid verkend en de kritieke criteria in elke fase zijn benoemd, zegt ze. “Maar de bestaande literatuur gaat tot dusverre vooral in op de afbreukrisico’s: wat gebeurt er als het mis gaat? En het gáát vaak mis! Gegeven het belang en de risico ‘s die verbonden zijn aan allianties, is het opmerkelijk dat de actuele literatuur nauwelijks de specifieke mechanismen en processen die verbonden zijn aan het vermogen om succesvolle allianties te vinden, bloot legt.” Hoe perken we de risico’s in? Gedetailleerde studies naar specifieke criteria en mechanismen die een rol spelen bij samenwerking en hoe organisaties deze kunnen ontwikkelen en toepassen, zijn schaars.

Danielle Twardy-Duisters: “Bedrijven komen vandaag de dag steeds meer in de situatie terecht dat ze partners moeten zoeken waar ze op kunnen bouwen en waarmee ze succesvol verder kunnen.”


Meestal wordt het vermogen om samen te werken/samen te gaan afgeleid uit eerdere falen of slagen van een bedrijf, of van het vermogen van een bedrijf dat als het ware geroutineerd nieuwe partnerships aangaat en verandert. Partnerselectie is een cruciale kwestie die van invloed is op wat wordt genoemd alliance–performance, dus op het ontwikkelen van verbanden van samenwerking. Het thema is van alle tijden, maar vandaag de dag bijzonder actueel. “Bedrijven”, zegt ze, “komen tegenwoordig steeds meer in de situatie terecht dat ze - door o.a. innovatieve ontwikkelingen, concurrentieoverwegingen en schaaleisen - partners moeten zoeken waar ze op kunnen bouwen en waarmee ze succesvol verder kunnen. De manier waarop ze dat doen en de uitkomst ervan, kan enorme gevolgen hebben, zowel positief als negatief. Hoe brengen we dat beter in beeld en hoe perken we risico’s in? Dat is de kern van de kwestie.” Zij ziet in de praktijk veel samenwerkingen mislukken, zoals er ook veel aan innovatie niet van de tekenplank afkomt en in voornemens blijft steken. “Veel te veel wordt er ad-hoc en op onderbuikgevoelens gekoerst, pure intuïtie, en over het algemeen wordt het zoeken naar samenwerkingspartner(s) veel te intuïtief benaderd en uitgevoerd.” Er is, bij het beoordelen van toekomstige samenwerking van bedrijven, steeds een zachte en een harde kant, een emotionele ‘klik’ en een aantal feiten en omstandigheden die hard en objectief in beeld te brengen zijn. Om de zaak te verhelderen en vooral te systematiseren heeft zij een indruk-

13 |


14 |

Fuseren of niet?

wekkend overzicht ontwikkeld aan de hand waarvan een beoordeling in elk geval meer systematisch en gedegen kan plaatshebben en de kans op samenwerking niet slechts gevoelsmatig wordt ingeschat. Die criteria zijn getoetst en statistisch uitvoerig geanalyseerd. Gedurende een proces van zes jaar hard werken heeft zij daarop haar thesis gebaseerd. Uit een mer à boire van internationale literatuur werden deze criteria geïsoleerd en strak geformuleerd. Vervolgens legde zij deze criteria ter beoordeling voor aan honderd managers. Ook de ‘klik’ is belangrijk In de loop van het interview trekt zij meer dan eens de parallel die er is tussen vrijages van mensen en die van bedrijven. ‘We’ stellen vast dat vertrouwen belangrijk is en blijft, en dat het nooit alleen om harde feiten en gegevens kan gaan. De - nauwelijks definieerbare - klik moet er ook zijn maar, en dat is een essentieel verschil: in relaties van bedrijven is de proeftijd voor relaties korter en de mogelijke afbreuk is, als het misgaat, meestal kolossaal. Een heuse datingservice kan ook hier (dus voor bedrijven) uitkomst bieden. Danielle TwardyDuisters werkt, op basis van de resultaten van haar studie, inmiddels aan een dergelijke fonkelnieuwe dienst die in de markt kan worden gezet. “Met als doel om geslaagde matches te realiseren.”

Danielle Twardy-Duisters

Website: www.zuyd.nl/onderzoek/lectoraten/ innovatief-ondernemen

Naast haar studie Internationale Bedrijfskunde aan de Universiteit Maastricht, heeft zij in Maastricht ook twee jaar Nederlands Recht gestudeerd. Tijdens haar studie werkte ze als tutor bij Hogeschool Zuyd (faculteit Facility Management). Momenteel is zij daar werkzaam als docent. Onlangs heeft zij haar onderzoek afgerond - met een promotie op 13 mei 2013 - en de aanvaarding van haar proefschrift op het gebied van management, toegespitst op partnerselectie binnen allianties. danielle.twardy@zuyd.nl

Léon Frederix

- Commercial -


De volgende Change verschijnt in week 40 Op de dag dat de nieuwe uitgave op print verschijnt, staat deze ook online. Bovendien: iedere week het innovatienieuws op

www.changelimburg.nl

Tarieven commercials (‘advertenties’) 1/1 pagina: € 1350,00 1/2 pagina: € 725,00 1/3 pagina: € 525,00 1/6 pagina: € 280,00 Exclusief btw

Beschikbare formaten t.b.v. commercials (‘advertenties’) 1/1 pagina: 240 mm x 165 mm (bxh) 1/2 pagina: 210 mm x 66 mm (bxh)

Voor meer informatie Vinda Media Havenstraat 2A | Postbus 7160 | 6050 AD MAASBRACHT T 0475-463 465 | F 0475-464 552 | E fons@vindamedia.nl www.vindamedia.nl

15 | Bladinformatie

1/3 pagina:

66 mm x 138 mm (bxh)

1/6 pagina:

66 mm x 66 mm (bxh)


16 |

Print en digitaal

Drukwerk? Helemaal 2013! De gemiddelde Nederlander is op een werkdag zo’n vijf uur online. Gadges en kleding kopen we in de webshop en we downloaden onze muziek gewoon via internet. Ons netwerk breiden we uit via sociale media. Nieuwe apps vliegen je om je oren. We zitten midden in de digitale revolutie. Is het drukwerk dan uitgestorven en niet meer van deze tijd? Nee, integendeel. Drukwerk is helemaal 2013! Als communicatieadviseur heb ik een geweldig vak. Ik heb het allemaal meegemaakt: de introductie van internet, de opkomst van digitale magazines en de mega impact van sociale media. En weer heeft een nieuwe ontwikkeling intussen haar intrede gedaan: de directe koppeling van online media aan offline (print)media. Augmented Reality Het meest bekende voorbeeld van de koppeling tussen offline en online media is de QR code. Maar die is zó 2012! De lelijke QR code is op zijn retour. Het Nederlandse bedrijf Layar zag kansen en ontwikkelde een alternatief. Layar is gespecialiseerd in mobiele Augmented Reality (AR). Naast locatiegebaseerde AR (op basis van GPS) is er ook visiegebaseerde AR, waarbij digitale content wordt opgenomen in een papieren uitgave. Met je smartphone of tablet scan je via de Layar app de pagina, en de digitale content wordt direct als toegevoegde laag zichtbaar

in het drukwerk. Layar gaat verder dan de QR code en biedt legio mogelijkheden. Beleving verkoopt In dit tijdschrift worden de mogelijkheden via Layar in toenemende mate toegepast. Het koppelen van een website of filmpje ligt misschien wel het meest voor de hand. Maar denk ook eens verder: geef uw visitekaartje een persoonlijke touch door uw foto via Layar echt te laten praten. Of breng uw gedrukte productcatalogus rechtreeks in verbinding met uw webshop. Maak van uw traditionele advertentie een echte commercial. Een bieradvertentie waar het geluid van een vers getapt pilsje aan is toegevoegd, krijgt ineens veel meer beleving. En beleving verkoopt! Maar ook Volg me, Bel me of Mail me is mogelijk. Met de speciale button wordt de lezer direct aan u verbonden. Dat is makkelijk zaken doen.

Beleef bier via papier Scan onderstaande logo’s met de Layar-app


Meetbaar en innovatief Dat het werkt, bewijzen intussen al vele namen. Wie De Kampioen van de ANWB of NRC Next leest, heeft het zelf misschien al ervaren. En Change Limburg doet natuurlijk ook mee. Is een Layar-toepassing duur of veel werk? Helemaal niet. Het toepassen en gebruiken van Layar in gedrukte communicatiemiddelen is eenvoudig en goedkoop. En niet te vergeten: meetbaar en (ook nog) innovatief. En nee, ik heb geen aandelen in Layar. Als communicatiedeskundige zeg ik tegen alle innovatieve ondernemers: stap in de wereld van Augmented Reality en geef uw drukwerk een extra dimensie. Wie volgt? Innovatieve ondernemers van Limburg: ik daag u uit. Wie gaat er aan de slag met een gedurfde en originele campagne, met een duidelijke koppeling tussen offline en online media? Ik ben benieuwd naar uw ideeën en help waar nodig deze te concretiseren en te realiseren. Dan staat ú straks wellicht in Change met uw eigen succesvoorbeeld. Sabine van Wylick

17 |

Zeg ’t met een roos Het is een heuse innovatie in de druktechniek, nieuw in Nederland, en gerealiseerd door De Meewerkers bv, dat inmiddels twee bedrijven in Limburg heeft overgenomen van het gefailleerde Licom (Emma Veiligheidsschoenen in Brunssum en Vakwerk Onderhoud, tegenwoordig gevestigd in Sittard). De innovatie? Een bedrukte, ‘echte’ roos. Nee, geen roos (of een boeket rozen) met een opgeplakte sticker, want die waren al. “Dit is nieuw”, zegt Peter Hobbelen, directeur/mede-eigenaar van De Meewerkers. “We zijn gaan experimenteren met het druktechnisch personificeren van rozen.” Waarom? Omdat er vraag bleek te zijn naar rozen die voorzien zijn van een kwalitatief hoogwaardige bedrukking in de vorm van tekst, een afbeelding of (bedrijfs)logo. Bijvoorbeeld om relaties te verrassen met een mooi boeket, medewerkers een steuntje in de rug te geven tijdens ziekte of om een nieuw merk of product te introduceren. Hobbelen: “We kunnen de bestellingen inmiddels amper aan.”

www.personalroses.nl


18 |

Auteursrechtelijke bescherming

Wanneer hebt ú voor het laatst iets gestolen? Het complexe veld van patenten, octrooien en intellectuele eigendom Matt Heckman (1963, Heerlen) bereidt een proefschrift voor bij het onderzoeksinstituut IGIR van de Universiteit Maastricht. Hij studeerde rechten (Universiteit Maastricht/1986 en University of Lancaster/UK) en bezit een masters degree in International and European Law (Vrije Universiteit Brussel/1988). Op dit moment werkt Heckman als onderzoeker en hoofddocent bij Zuyd Hogeschool. Hij is ook – en daar gaat dit verhaal over – expert op het gebied van patenten, octrooien en intellectueel eigendom. Relevant dus voor een provincie die zich voorstaat op innovaties. We kennen ze allemaal wel, de – vaak geromantiseerde – verhalen over mensen die jarenlang op een zolderkamertje werkten aan dé uitvinding van de eeuw, terwijl een ander er vervolgens lachend mee vandoor ging en er grote winsten mee behaalde. Het verschil vandaag de dag, dus tussen eigentijdse research en het zolderkamertje, is dat bedrijven dit soort specialistisch onderzoek in teamverbanden en in speciale afdelingen doen. Dat kost veel geld. Een ander verschil met vroeger is dat patentrecht een zeer complexe zaak is geworden. Patenten en het recht op intellectueel eigendom zijn zaken die voortdurend worden betwist, zo lijkt het. In een tijd waarin innovatie overal met hoofdletters wordt geschreven en gepredikt, is het zinvol om je licht op te steken bij een expert op het vlak van patentrecht.

Let op uw zaak! Zonder in juridische haarkloverij te vervallen legt Heckman exact de vinger op de plek. Over intellectueel eigendom wordt vandaag de dag zeer uiteenlopend gedacht. Misschien is het veranderde denken over eigendom en diefstal wel het best te illustreren met een illustratief gebaar van een spreker tijdens een symposium. Hij pakte de telefoon af van een deelnemer en vroeg: wanneer hebben jullie voor het laatst iets gestolen? Illegaal downloaden bijvoorbeeld, iets waaraan zich vrijwel iedereen ooit bezondigd heeft. Toch heeft de ‘diefstal’ van een mobieltje dezelfde morele en financiële impact als het stelen van auteursrechtelijk beschermd materiaal, we voelen het alleen niet zo. Houdt het besef van bescher-

Math Heckman

ming van intellectueel eigendom eigenlijk wel gelijke tred met de drang tot ontwikkelen en innoveren? Waar moeten ‘wij ondernemers’ vooral op letten? Heckman: “Innovatieprocessen zijn in het laatste decennium sterk veranderd. Voornaamste redenen: globalisering, technische vooruitgang, opkomst van e-commerce, maar ook meer aandacht voor R&D vanuit het MKB.” Sinds 2003 is er steeds meer aandacht voor het concept van Open Innovatie waarbij bedrijven hun blik naar buiten richten om betere toegang tot technologieën en kennis te verkrijgen. Het verzamelbegrip Open Innovatie omvat zowel innovatieprocessen die door consumenten geleid worden alsook het begrip open source. In het laatste geval gaat het om een technologische ontwikkeling


(bijvoorbeeld Linux), waarbij het intellectueel eigendom een gemeenschappelijk goed is en voor ieder beschikbaar is. Met name met betrekking tot software is de open source beweging een belangrijke rol gaan spelen. Een groot deel van de infrastructuur op internet is immers gratis en wordt niet beschermd door auteursrechten of octrooien. Binnen nieuwe businessmodellen, zoals bijvoorbeeld Cloudcomputing, voorziet de abonnementservice in de vergoeding van de ontwikkelingskosten van de (gratis) software. Desondanks is het nog steeds belangrijk om, ondanks de open innovatietendens, een goed overzicht te hebben van de commerciële waarde van de interne R&Dactiviteiten. Vooral eenvoudige en efficiënte communicatielijnen naar andere relevante be-

Mondiale affaire in 2012: Apple wint het ‘patentrechtduel’ van Samsung

19 |

drijven kunnen helpen om daadwerkelijk te kunnen profiteren van open innovatie. Kost gaat altijd de baat We leggen Heckman het volgende dilemma voor: de kost gaat altijd voor de baat, maar vaak is het formaliseren van een patent niet lonend; kosten en moeite mogen niet worden gespaard maar de vinding – de ontwikkeling – is vaak na enkele jaren (en soms nog veel sneller) technisch achterhaald en economisch veel minder waardevol. Hoe om te gaan met dat dilemma? “Het registratieproces van een patent is een ingewikkelde zaak. De onderneming moet verschillende keuzes maken: een nationaal octrooi of verschillende registraties binnen de gemeenschappelijke markt van de Europese Unie? In het laatste geval kunnen de kosten hoog oplopen.” Maar wat te doen met landen zoals Zwitserland en Noorwegen die geen deel uitmaken van de EU maar wel lid zijn van de European Patent Convention? Vaak kijken bedrijven in eerste instantie naar hun businessplan en met name naar de omvang van hun bedrijf en de marktpositie. Voor een start-up met nieuwe technologie heeft een brede bescherming van een beperkt aantal patenten wellicht de voorkeur. Gelet op het feit dat er na de beperkte periode van bescherming, grotere investeringen noodzakelijk zijn, is de timing van de registratie erg belangrijk. Heckman: “Voor grotere ondernemingen ligt de zaak zo mogelijk nog gecompliceerder. Octrooien kunnen worden gebruikt om de voortdurende technische productontwikkeling te waarborgen. Deze bedrijven zullen een groot aantal patent-registraties bezitten,

Internationaal gastdocent Naast zijn werk bij Zuyd Hogeschool fungeert Math Heckman ook als gastdocent in graduate programma’s van de Oxford Brookes University, Hong Kong Polytechnic University and Satakunta University Pori Finland. Hij bereidt een proefschrift voor onder begeleiding van prof. Kamperman Sanders. Het handelt over de vraag hoe de verschillende regelgevers met betrekking tot patentenbeleid binnen de standaardisatie context (patent ambush, patent holdup and patent pools) de beslissingen van multinationals in de wereld van telecommunicatie beïnvloeden.

waardoor een precieze afweging van de kosten/ batenanalyse inzake de registraties nodig is. In het algemeen is de registratie van een patent in dit geval een zaak van fine-tuning.” Innovaties op campussen Wat adviseert Heckman bedrijven die - vooral in de huidige tijd - hun innovaties en creatieve vernieuwing als hun ‘nieuwe’ eigendom willen laten beschermen? “Intellectueel eigendom en de zorg daarvoor moet onlosmakelijk verbonden zijn met de strategie van het bedrijf. Maak bewuste keuzes voor het type van intellectueel eigendom dat ter bescherming wordt gekozen:


20 |

Auteursrechtelijke bescherming

octrooi, auteursrecht of merkenbescherming. Binnen projecten zoals de Chemelot Campus, Maastricht Health Campus, Brainport 2020 en de Valorisatieagenda Zuid-Limburg 2013-2018 speelt intellectueel eigendom een belangrijke rol.” Waar Limburgse (mkb-)bedrijven zich het beste kunnen melden als het gaat om hulp en advies bij de bescherming van intellectueel eigendom? Het eerste aanspreekpunt is volgens Heckman het Agentschap NL, waarvan het NL Octrooicentrum deel uitmaakt. “Het Agentschap NL is een onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. Daarnaast heeft de Universiteit Maastricht een gespecialiseerde masteropleiding op het gebied van Intellectueel Eigendom/Kennismanagement.”

In de jaren dertig van de twintigste eeuw voorspelden onderzoekers al, dat er op basis van polyetheen (PE) supersterke vezels gemaakt konden worden. Eind jaren zeventig slaagde DSM in Geleen om hier ook werkelijk een proces voor te ontwikkelen. Het patent-Dyneema werd in 1979 aangevraagd

Léon Frederix

wij houden van ICT & Innovatie Data4 ondersteunt organisaties over de hele wereld. Doel daarbij is om onze klanten te ontzorgen, zaken uit handen te nemen zodat de focus bij de core business kan blijven liggen. Vanuit onze vestigingen in Amsterdam, Utrecht en Maastricht-Airport verlenen wij diensten op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie. www.data4.nl

- Commercial -


21 | Commercial


22 |

In samenwerking met

Netwerkdag voor topsegment L1 mediapartner van Business Experience in MECC Maastricht

Limburg telt onderhand meer ‘netwerkmo-

Programma Business Experience 2013 Ochtendprogramma voor de participanten: Tussen 10.00 – 12.30 uur • Ontvangst van participanten/relaties van de Founding Fathers en de speeddate sessie bedrijven • Walking brunch in ‘VIP’ ruimten • Speed-date sessies in Expo Foyer

Business Experience op 19 november in MECC

Dagprogramma: voor participanten en bezoek:

Maastricht is echter van een geheel andere

Tussen 12.30 – 20.30 uur

orde, met L1 radio- en tv als mediapartner van

• Ontvangst bezoekers tezamen met participanten en relaties in Expo Foyer • 1e plenaire spreker in het auditorium • Aansluitend 2 rondes van 6 inspiratieen kennissessies in congresruimten • Break (circa half uur) in Expo Foyer • Hervatting plenair programma in het auditorium (2 keynote speakers) • Afsluitend Social Event in Expo Foyer

menten’ en ‘ontbijtsessies’ dan ondernemers.

het evenement. Dit najaar vindt de tweede editie plaats van (het vorig jaar succesvolle) Business Experience, ook wel betiteld als de ‘nieuwe manier van zakendoen’. Inspireren, kennisdeling en netwerken staan centraal, zegt productmanager Mark Romera van het MECC. “Het is hét platform voor Limburgse ondernemers, beleidsmakers en kennisinstituten.” Met als toegevoegde waarde: het digitale platform businessexperience.nu. “Dat zorgt voor extra exposure.” En uiteindelijk voor contacten die vaak leiden tot contracten. Tijdens de eerste editie (2012) vonden 730 directieleden, eigenaren, afdelingsmanagers, MT-leden en bestuurders hun weg naar het MECC. Zeventig procent van de bezoekers was beslissingsbevoegd. Voor dit jaar verwacht Romera zeker dui-

zend toppers namens bedrijven en organisaties, waaronder ook (semi)overheden. Vier redenen om present te zijn Over de eerste editie, in 2012, waren de bezoekers erg tevreden, zegt Romera. “Ze beoordeelden het event met een 7,6. Met name de kennis- en inspiratiesessies en ook het afsluitende audito-

Mark Romera, productmanager van Business Experience in MECC Maastricht.

riumprogramma scoorden hoog.” Ruim 80% gaf meteen aan om ook present te zijn op de editie van 2013. Naast de bezoekers bleken ook de participanten erg tevreden over het beurscongres. Volgens Romera zijn er vier goede redenen om Business Experience te bezoeken: het verkrijgen van marktoverzicht (participanten uit vele bedrijfstakken presenteren zich op de beursvloer), nieuwe contacten leggen en bestaande onderhouden in het topsegment van Limburgse ondernemers, kennisverdieping en, niet te vergeten: de full service formule. “Men kan kosteloos gebruik maken van de catering en de faciliteiten op de beursvloer en congresruimten.” In samenwerking met LWV De tweede editie van Business Experience wordt, net als verleden jaar, georganiseerd i.s.m. de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV). De namen van de sprekers op het event worden binnenkort bekend gemaakt. Indien u meer informatie wenst, of hoe u deel kunt nemen, neem dan contact op met productmanager Mark Romera (m.romera@ mecc.nl). Bellen kan ook: 043-3838306 of kijk op de website: www.businessexperience.nu


L1Business

de verbindende schakel voor het bedrijfsleven in Limburg

Muziek

Natuur

112

L1 Business

Royal Theaters 

Bedrijfsinformatie van en over bedrijven in Limburg, het laatste economische nieuws en regionale business events.

Word nu lid L1Business verbindt leden via exclusieve evenementen en bijeenkomsten. Word nu lid via www.L1Business.nl

L1mburg live 23 | Commercial

L1.nl

FUN BEACH, Enjoy the summer! 


24 |

De Nieuwe Thuiszorg

Beste ideeën komen van de werkvloer Luc de Witte: ‘Robot kan mensen uit een zwaar isolement halen’ Welke technologische ontwikkelingen kunnen

‘Andere’ zorg vereist

een bijdrage leveren aan de opgave om de zorg

Wat zeker is: de gezondheidszorg, en dus ook de extramurale zorg, zal in de komende jaren sterk veranderen. Los van allerlei andere maatschappelijke ontwikkelingen is daarvoor een dwingende reden: als gevolg van de toenemende behoefte aan zorg en de tegelijkertijd afnemende beschikbaarheid van mensen die deze zorg kunnen verlenen, is het onmogelijk om de zorg te blijven organiseren zoals we dat vandaag de dag doen. “Het zal niet alleen efficiënter maar ook beter moeten doordat de complexiteit van de problematiek van cliënten in de extramurale zorg zal toenemen.” Het thema innovatie is bepaald niet alleen voorbehouden aan de harde sector en de techniek, de wereld van rocket science om het zo maar eens te zeggen. Innovaties zijn ook in de relaties en contacten van mens tot mens dagelijks aan de orde, sterker nog: in menselijke betrekkingen die zich nergens pregnanter en veelzeggender manifesteren dan in de zorgsector. Technologie en de toepassing daarvan op dat vlak wordt ook daar steeds belangrijker.

efficiënter en beter te maken, en tóch financierbaar te houden? Prof. dr. Luc de Witte heeft niet dé oplossing maar hij geeft wel concrete voorzetten. Volgens De Witte zijn nieuwe materialen (smart materials), sensor-, robot- en zelfs nanotechnologie terreinen waarop zich voor de zorg belangrijke ontwikkelingen voordoen. “’Maar ook met eenvoudiger, bestaande technologie zijn veel dingen mogelijk.” De Provincie Limburg draagt alvast een half miljoen euro bij om vernieuwingen in de ouderenzorg te stimuleren. Bij dat ruim 8 ton kostende project worden, onder verantwoordelijkheid van de Universiteit Maastricht en Zuyd Hogeschool, kansrijke innovaties opgespoord, op hun toegevoegde waarde onderzocht en verspreid, zodat ze breed toegepast kunnen worden. Het bijzondere is dat het om ideeën gaat die van de werkvloer komen. Het is de bedoeling om minstens zes innovaties te ontwikkelen in vier jaar tijd.

Prof. dr. Luc de Witte: “Mensen die hard werken aan de zorg voor anderen, hebben - terecht – vaak heel andere oriëntaties en bedoelingen dan de inzet van nieuwe technologie.”

Zorgacademie Parkstad Zuyd Hogeschool in Heerlen kent een lectoraat Technologie in de Zorg dat een initiërende en stimulerende rol probeert te spelen in innovaties in de zorg. Samen met zorginstellingen, professionals, bedrijven en bij cliënten van zorg- en kennisinstellingen doet men onderzoek en worden innovatieprojecten uitgezet. Daarmee wordt nieuwe kennis ontwikkeld die ten goede komt aan professionals en cliënten in de zorg en aan de opleidingen binnen de hogeschool en daarbuiten. Het gaat daarbij steeds om de toepassing van technologie want die, benadrukt De Witte, wordt gezien als een van de oplossingsrichtingen om in de naaste


toekomst te kunnen voldoen aan de sterk groeiende behoefte aan zorg, ook nog in een arbeidsmarkt met te weinig beschikbare mensen voor de zorg. De vraag is dus: wat wordt er gedaan om de kennis die wordt ontwikkeld te verdiepen en vooral te verspreiden - opdat de werkers in het veld er ook iets aan hébben? Met een team van ruim twintig medewerkers en met de inzet van studenten worden er onderzoek- en innovatieprojecten uitgevoerd. Het doel is steeds de kwaliteit en efficiëntie van de zorg te ondersteunen met technologie die voor de cliënt of voor de zorgprofessional bruikbaar en zinvol is. Daarnaast gebeurt er ook veel aan ontwikkelingswerk voor de zorg in het gebouw van de zorgopleidingen van het Arcus College (ROC) in Heerlen, waar sinds een klein jaar de Zorgacademie Parkstad in volbedrijf is. De academie is een coproductie van [de onderwijsinstellingen] Arcus College, Zuyd Hogeschool en Open Universiteit alsmede [de zorginstellingen] Atrium MC, Mondriaan en Sevagram. De Witte: “De kracht ervan ligt in de samenwerking van werkgevers, opleiders in de zorg en overheden.” Deze partijen brengen hun kennis en kunde direct en concreet bij elkaar op het gebied van vernieuwingen in het onderwijs en in de zorg. Hoofdtaak: verbetering van de kwaliteit van de zorgopleidingen, ‘opdat er meer, goed opgeleide werknemers beschikbaar komen’. Dit is een essentiële maatschappelijke opdracht, want de arbeidsmarktproblemen in de zorg nemen dagelijks toe. “Wat ligt er dan meer voor de hand dan via zorginnovatie een brug te slaan tussen vraag en aanbod?” De nieuwe Zorgacademie Parkstad, aan de Henri

25 |

Zo begon het: robot serveert koffie. ‘Hij’ kan inmiddels ook de post rondbrengen en pannenkoeken bakken.

Dunantstraat in Heerlen, ligt centraal tussen Atrium MC en Sevagram. Ook aan dit werkterrein heeft Luc de Witte zijn hart verpand. “Juist door het feit dat we daar een werkvloer van aanbieders, instellingen en onderwijsmensen creëren, ontstaat er het juiste gevoel en een prima sfeer om met elkaar zaken te delen. Laten we mensen dicht bij elkaar brengen en zo

min mogelijk formele en structuurgebonden en bureaucratische barrières opwerpen voor het menselijk functioneren.” Monitoren op afstand Nieuwe technologie is per definitie innovatief en grijpt aan op innovatiekracht in een vaak conservatieve beroepspraktijk. “Mensen die


26 |

De Nieuwe Thuiszorg

isolement halen en hen voor een deel weer laten reageren en functioneren.” Er zijn vele toepassingen van nieuwe technologie, denk aan het monitoren van mensen op afstand. “Dat

Prof. dr. Luc de Witte De verlamde vrouw op deze foto beschikt over een hersenimplantaat, dat haar in staat stelt om middels haar gedachten een robotarm te besturen.

toegewijd en hard werken aan de zorg voor anderen, hebben - terecht – vaak heel andere oriëntaties en bedoelingen dan de inzet van nieuwe technologie. Zo hoort het ook. Zorg en menselijke aandacht zijn primaire gegevenheden, maar als we kunnen helpen, moeten we dat doen. Zaken die toepasbaar zijn moeten snel worden ingezet.” Volgens De Witte is door die inzet een wereld te winnen. “Er is enorm veel innovatief vermogen in de dagelijkse praktijk van de zorg waarvan wij met elkaar de resultaten in de breedte helaas nog onvoldoende zien. Ons plan is er op gericht om die kennis te delen en veel breder inzetbaar en toepasbaar te maken.” Hij geeft een voorbeeld. “Een robot – een woord waar veel mensen nog met enige huiver op reageren – kan mensen uit een zwaar

Na zijn studie geneeskunde in Maastricht startte Luc de Witte bij de vakgroep GVO van de UM. In 1985 in dienst bij het iRv, Kenniscentrum voor Revalidatie en Handicap in Hoensbroek, in combinatie met een parttime aanstelling bij de UM. In 1991 gepromoveerd op een onderzoek naar coördinatie van zorg na klinische revalidatie. Binnen het iRv, een instituut met circa 75 medewerkers, ontwikkelde hij zich verder door een groot aantal onderzoeksprojecten uit te voeren op het brede terrein van de langdurende zorg en de revalidatie. In 2001 benoemd tot lector aan Zuyd Hogeschool, waar hij de kenniskring ‘Autonomie en participatie van chronisch zieken’ startte. Eind 2006 werd het lectoraat ‘Technologie in de Zorg’ gestart; de daarbij horende werkzaamheden combineerde hij met zijn werk bij het iRv. In 2008 benoemd tot hoogleraar Technologie in de Zorg aan de UM. Zijn activiteiten richten zich momenteel volledig op de mogelijkheden van technologie voor de langdurende zorg.

bespaart hen moeizame verplaatsingen, afwijkingen worden eerder gezien en er kan sneller worden opgetreden en ingegrepen.” In de zorg wordt de waarde van een innovatie vooral in het directe, praktische dagelijkse nut ervan ervaren en uitgedrukt. “Zo hoort het ook. Het is geen Spielerei met nieuwe gadgets, het gaat om de concrete zorg en de daadwerkelijke hulp voor mensen die op onze zorg aangewezen zijn.” Hij zou maar wat graag ‘nauwer samenwerken’ met bijvoorbeeld de RWTH Aken. “Landelijke subsidieprogramma’s belemmeren dat echter.” De barrières, verbonden aan de landsgrenzen, gelden helaas ook bij het werken aan innovaties in de zorg. Léon Frederix

Essay Luc de Witte Luc de Witte schreef een belangwekkend essay over de thuiszorg in 2020. Lezen? Google: ‘Luc de Witte Thuiszorg in 2020: leve de technologie?’

Robots kunnen steeds meer Bekijk het filmpje...


Met telecom voor professionals.

Hosted Voice bijvoorbeeld. Bekijk deze advertentie met Layar en ontdek o.a. hoe u altijd en betaalbaar bereikbaar bent met Hosted Voice.

SEE MORE WITH

www.kreuze.nl

Wekelijks het Limburgse innovatienieuws?

www.zuid-borrel.nl

Bekijk hier de sfeerimpressie van de Zuid Borrel Westelijke Mijnstreek met Jos Burgens!

27 | Commercials

De koppeling tussen print en online is het fundament waarop Change is gebouwd. De homepage changelimburg.nl wordt wekelijks geupdated met actuele berichten over innovaties in Limburg, als aanvulling op het gedrukte, tweemaandelijkse businessblad Change. Als u die innovatieberichten automatisch wilt ontvangen, kunt u zich aanmelden voor de wekelijkse Nieuwsbrief via changelimburg.nl


28 |

Voortschrijdend inzicht

Wordt het niet tijd voor een virtuele campus? “Het is verrassend dat beleidsmakers graag innovaties willen aanmoedigen, en terecht, maar in hun aanpak hun eigen instrumentarium niet of nauwelijks innoveren.” Dat zegt innovator Cor Zelissen uit Echt-Susteren. “Een virtuele campus past qua stimuleringsinstrument veel beter in deze tijd en zou derhalve een prominente plaats dienen te hebben bij de overheid.” Innovatie lijkt tegenwoordig een zeer belangrijk trefwoord om de toekomst te formuleren. Steeds meer bedrijven ervaren innovatie als een essentieel onderdeel van hun strategie. Soms is het de ondernemer, die als individu continue bezig is om zijn processen of producten te vernieuwen. Grotere ondernemingen zien innovatie als een controleerbaar of maakbaar proces. Deze bedrijven vertalen dit door het opzetten van een R&D afdeling met bijbehorende faciliteiten. Ook de overheid, provinciaal en nationaal, ziet innoveren als belangrijk beleidsterrein. Deze aandacht wordt omgezet in een aantal instrumenten zoals subsidies. Het faciliteren van een fysieke campus is een ander voorbeeld. De vraag is aan de orde of de fysieke campus als stimuleringsmiddel geen upgrade behoeft. Een campus dient om een aantal start ups te vestigen en leunt aan tegen een krachtige kern:

een universiteit of multinational die binnen het domein zijn erkenning heeft. In Limburg zijn er drie gebieden en drie bijbehorende domeinen aangewezen: Health Campus Maastricht (gezondheid), Chemelot Campus Geleen (life science) en GreenPort Venlo (agro-food). Zo’n start up is veelal opgezet rond een innovatief product, gebaseerd op state of the art kennis en een goed afgedekt patent. De start up is als onderneming relatief klein, kent een hoog risico en kan bij succes uitgroeien tot een key player: sterke toename van medewerkers, uitbouw van zijn product tot een range van innovaties en opererend op de wereldmarkt. Knelpunten Aan het beleid van de overheid ligt ten grondslag de gedachte dat de starters op een campus elkaar beïnvloeden en versterken, en dat de campus daardoor een prima voedingsbodem wordt

Cor Zelissen: “De nieuwe media implementeren in het campusconcept biedt verrassende mogelijkheden.”


voor het genereren van nieuwe innovaties. Mogelijke knelpunten voor een nieuw op te zetten campus zijn: • Kritische massa: indien er zich op een campus binnen een bepaalde periode te weinig starters melden, zal een campus niet tot bloei komen. • Mengsel: indien de starters elkaar niet kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld vanwege hun bedrijfscultuur, zal de campus eveneens geen voorspoedige toekomst kennen. Indien je een campus beziet vanuit de impact en mogelijkheden van de nieuwe media, lijkt de huidige campusformule een aantal nadelen te hebben. De nieuwe media hebben een sterke focus op het snel communiceren van informatie met grote groepen deelnemers. Nieuwe media zijn in staat om grote afstand en langdurige tijd te vervangen door hier en nu. Zou je de nieuwe media implementeren in het campusconcept, dan kan dit verrassende mogelijkheden bieden. Wat is een virtuele campus? Een virtuele campus bestaat eveneens uit een verzameling start ups met een gemeenschappelijk domein (bijvoorbeeld life science). Deze starters bevinden zich echter niet uitsluitend op een fysieke campus, maar zijn wereldwijd actief en door de virtuele campus met elkaar verbonden. De virtuele campus bestaat daarnaast uit een digitale infrastructuur met zogenaamde smart services: services die gericht zijn op het optimaal functioneren van de vir-

29 |

Campusmeeting: op de diverse steunpunten is een Video Meeting Room geïnstalleerd die overleg tussen groepen mogelijk maakt.

tuele campus. Optimaal betekent in dit geval: snelle toegang tot kennisdragers, financiers, patentbeoordelaars, creëren van onverwachte ontmoetingen, faciliteren van samenwerkingsverbanden en overleg. De virtuele campus scant permanent een aantal ontwikkelingen, zorgt voor een wereldwijde betrokkenheid en legt links tussen interessante andere start

ups. Uiteraard garandeert de virtuele campus de kwaliteit en veiligheid van de digitale infrastructuur. Kennisinstituten, multinationals, investeerders et cetera, die actief zijn binnen het domein van deze virtuele campus, haken eveneens aan. Natuurlijk heeft de virtuele campus ook een aantal fysieke steunpunten. Dit zijn bestaande campussen of delen ervan.


30 |

Voortschrijdend inzicht

Voorbeelden van smart services

• De hoge mate van interactie en uitwisseling biedt een vruchtbare bodem om met een hogere snelheid innovaties te ontwikkelen.

Kenmerkend van deze smart services is dat ze, waar mogelijk, gebruikmaken van interactieve videotechnologie. Beelden maken een snellere en eenduidigere informatie-uitwisseling en communicatie mogelijk. Enkele voorbeelden van smart services:

• Tot slot zijn de campuskosten per deelnemer beduidend lager in vergelijking met een fysieke campus. Conclusies

­• Campus Scan: leden regelmatig informeren over scanresultaten. ­• Campus Journaal: iedere deelnemer krijgt frequent een overzicht van het belangrijkste nieuws van deze campus. • Campus Scoop: laboratoriumbeeld live met collega’s binnen de virtuele campus bespreken. ­• Campus Event: biedt de mogelijkheid om belangrijke kennisdragers uit te nodigen om - via een interactieve sessie - met de leden van de virtuele campus kennis of deskundigheid uit te wisselen. ­• Campus Contact: de leden van de virtuele campus kunnen met één klik via hun scherm een videoverbinding opbouwen met elk ander lid. ­• Campus Meeting: op de diverse steunpunten is een Video Meeting Room geïnstalleerd die overleg tussen groepen mogelijk maakt.

Eerst de virtuele campus, daarna pas de fysieke. Bekijk het filmpje over de RWTH Aachen Campus, waar 250 (inter)nationale technologiebedrijven de kans krijgen om ‘mee te doen’.

Voordelen virtuele campus De virtuele campus heeft een aantal aantrekkelijke voordelen: • Het grote aantal deelnemers doet de kans op onverwachte ontmoetingen en kruisbestuivingen exponentieel toenemen. Het innovatievermogen van een virtuele campus is beduidend hoger dan die van een fysieke campus.

De virtuele campus past qua stimuleringsinstrument veel beter in deze tijd en zou derhalve een prominente plaats dienen te hebben bij de overheid. Te overdenken is zelfs of het niet slimmer is eerst een virtuele campus te bouwen en van daaruit de fysieke campus te laten ontstaan en groeien. Verrassend is dat beleidsmakers graag innovaties willen aanmoedigen, en terecht, maar in hun aanpak hun eigen instrumentarium niet of nauwelijks innoveren. Drs. Cor Zelissen Cor Zelissen (www.mainport.nl) schreef dit verhaal op persoonlijke titel. Zelissen is o.a. lid van de Adviescommissie Innovatiefonds Limburg.


De markt verklaarde ons voor gek Een stap verder gaan dan de status quo. Dat hadden (en hébben) de bedenkers van het concept Change voor ogen toen zij, op de kop af één jaar geleden, bij de koffieautomaat het licht zagen. “De markt verklaarde ons voor gek.” Het heeft een beetje weg van een Gideonsbende - nieuwe ideeën, tegen de stroom ingaan, vindingrijkheid, volharding, geloof in eigen kunnen. Maar het moet wel af en toe beloond worden met zichtbaar succes onderweg”, zeggen de ‘’bedenkers’ Dave Kremer, Frits Keulen en Jos van Wersch. “We zijn géén hobbyisten.” Is de markt rijp voor een concept dat print en digitaal combineert? “Markt moet jezelf creëren; uitleggen wat je beoogt en wat je ermee kunt doen.” In Limburg is Change vooralsnog het enige medium dat met dit concept haar nek uitsteekt. Landelijk is het concept wel al uitgerold. De Linda doet het, net als Kampioen van de ANWB. Beide bladen scoren (ook commercieel), niet alleen vanwege de hoge oplage maar ook door toepassing van de Layar techniek die ook Change hanteert. Een tijdschrift dat je niet alleen ‘gewoon’ kunt lezen maar waarmee je ook filmpjes en commercials kunt laten zien, heeft absolute meerwaarde, stellen Dave Kremer en Frits Keulen,

31 |

de directeur/eigenaars van Andi Druk op Maastricht Aachen Airport. ‘Laat je niet afschrikken’ Het concept Change, een zelfstandige activiteit die zakelijk gezien los staat van Andi Druk, fungeert feitelijk als proeftuin. “Je kunt wel vertellen wat anno 2013 digitaal in combinatie met print allemaal mogelijk is, je hebt pas een écht verhaal als je het ook laat zien.” Keulen herinnert zich nog de eerste reacties bij de lancering. “De markt verklaarde ons voor gek. Zo van: hoe durven jullie het aan om in deze tijd, nota bene in deze sector, met iets nieuws te beginnen?” Kremer: “Dan moet je het juist doen! Als je propageert innovatief te zijn, moet je je niet laten afschrikken door een onzekere uitkomst en een onzeker proces, zijnde dé twee fundamentele kenmerken die iedere ondernemer tot wanhoop kunnen drijven als hij innoveert.” De wanhoop nog niet nabij? Keulen: “Integendeel. Innoveren kost geld, sterker, het kost nog méér

Dave Kremer (rechts) en Frits Keulen: “Als je propageert innovatief te zijn, moet je je niet laten afschrikken door een onzekere uitkomst en een onzeker proces.”

geld dan je vooraf inschat.” Het goede nieuws: tegen eind 2013 draaien we met Change tien tegen één break-even, zegt Kremer. “Bepaald niet verkeerd.” Keulen: “Een toenemend aantal bedrijven en organisaties zegt ja tegen het Change-concept. Men merkt dat het werkt.”


32 |

Toptijden voor consultants

Zijn we de weg kwijt of slechts het kompas? Voor iedereen die innovatief wil zijn en bedrijfsmatig of persoonlijk wil ‘vernieuwen’, staat er op afroep een leger aan ondersteuners klaar om ‘te helpen’. Dat klopt perfect in het actuele tijdsbeeld: nooit tevoren kon een mens voor werkelijk elk - redelijk en onredelijk - probleem een ander inschakelen,

consulteren en bronnen

vinden. Het internet spant wat dat betreft de kroon, en dat voor elk denkbaar ongemak. Voor alle vragen is een recept te vinden, zo lijkt het, en steeds meer wordt aan huisartsen in hun praktijk vriendelijk verzocht de zelfdiagnose van de patiënt (Maar dokter, ik heb zelf ontdekt op internet!) met dokters professionele status maar even te bevestigen. We zoeken ons aldus een ongeluk op de lange weg naar het grote geluk. Google is inmiddels getransformeerd tot een werkwoord, een schommelend baken in een zee van informatie, een tsunami van ongesorteerde kennis. Woudlopers wijzen ons de weg Ook op zakelijk vlak is er sprake van een steeds complexere werkelijkheid. Opeenstapeling van

Illustratie: Ronald Oudman


kennis en meningen zet ons vaak in een moeilijk doordringbaar oerwoud waarin – tegen betaling – adviseurs, consulenten, consultants, raadgevers, fiscalisten en strategen van uiteenlopend allooi en van velerlei signatuur, rondgaan. Zij zijn de woudlopers, de survivalspecialisten met het patent op de TomTom voor de juiste route. Graag wijzen zij ons allen de weg, de waarheid, de koers in het leven. Wat zou de behoefte aan extern advies - op vrijwel alle terreinen - nu kunnen verklaren? Soms is er sprake van een heuse verslaving, een voortdurende behoefte aan een snelle bevestigende rush. Monter op weg naar de volgende kick. Is het de afhankelijkheid van een externe kompas en het gebrek aan vertrouwen in het eigene hetgeen onszelf richting en inspiratie geeft? Is het de bordkartonnen werkelijkheid van de consultant die ons - als de rook van een goede ontspannende sigaar en met ons goedvinden, even het zicht beneemt op onze eigen benarde veste? Voldaan definiëren we vervolgens een realiteit van idealen en doelen die snel gevolgd wordt door een volgende mindset en ’een spannende gezamenlijke uitdaging’.

33 |

Opeenstapeling van kennis en meningen zet ons vaak in een moeilijk doordringbaar oerwoud waarin – tegen betaling – adviseurs van uiteenlopend allooi en van velerlei signatuur, rondgaan.

Mindfulness: het nieuwe wondermiddel De Amerikaanse wetenschapper David Riesmann heeft - jaren geleden al - het onderscheid aangebracht tussen inner- en other directedness. Inner directed betekent in het kort: varen op je eigen kompas. Het tegendeel ervan (other directed) betekent: een voortdurende afstemming op wat anderen denken en doen. Zijn we daarin nou niet te veel doorgeslagen bij het zoeken naar externe referentiepunten en normen bij alles wat we doen? Is daaruit niet de trend te verklaren om toch vooral wat meer te durven vertrouwen op de eigen onderbuik, de gut feeling, de eigen intuïtie? Het lijkt er wel eens op dat we het zo druk hebben met de za-

ken om ons heen dat we training en coaching (mindfulness: het nieuwe wondermiddel) nodig hebben om onze eigen drijfveren en motieven zuiver te blijven zien. Te veel informatie en een gebrek aan vertrouwen in onszelf, in een eigen zelfbepaalde koers, creëert een nieuwe radeloosheid, een voortdurende en formidabele afhankelijkheid van anderen en hun mening. Laat ons eens proberen daarin nu wat innovatiever te worden. Daar is vast een cursus voor te krijgen. dr. Léon Frederix


34 |

Kennisoverdracht

‘Afstudeerprojecten hebben weinig praktische waarde voor mijn bedrijf’ Wat heb je er als mkb-er aan als je een student

verschil of een project bedoeld is om een verandering of verbetering op gang te brengen, of mag worden afgesloten met onderzoeksconclusies waar de opdrachtgever vervolgens zelf maar van moet zien wat hij er mee kan. Te vaak komt een student binnen zonder duidelijke opdracht, vraagt hij of zij te weinig aandacht, staat de begeleidende docent op veel te grote afstand en komt de opdrachtgever te laat met kritiek op wat uiteindelijk uit het project te voorschijn komt.

van een HBO-opleiding een afstudeerplaats aanbiedt? Heel wat opdrachtgevers blijken kritisch te staan tegenover de kwaliteit die in afstudeerwerk wordt geleverd. In een discussie over de waarde van afstudeerwerk met mensen uit het midden- en kleinbedrijf, bleek dat afstudeerprojecten vaak ‘weinig of geen praktische waarde’ hebben voor hun bedrijf. De studenten doen een onderzoek en maken een rapport, zij worden begeleid en beoordeeld en krijgen in de meeste gevallen een redelijk cijfer, maar het resultaat voor het bedrijf valt vaak tegen en afstudeerrapporten verdwijnen veel te vaak in het archief. Hoe komt dat? Als het resultaat van een afstudeerproject tegenvalt en je gaat na wat daarvan de oorzaak is, kom je bijna altijd uit bij keuzen en beslissingen die vooraf en in de eerste twee weken van het project zijn gemaakt: wat is het echte probleem, zijn de nodige onderzoeksgegevens er wel, zijn medewerkers wel bereid om hun

dr. Jimme Keizer

routines te veranderen? In een goed afstudeerproject onderzoekt een student een relevant vraagstuk met het oog op het verbeteren van de situatie. Die verbetering kan bijna nooit binnen het tijdsbestek van het afstudeerproject worden gerealiseerd, maar de aanzet kan wel worden gemaakt. Het maakt een wereld van

Kwaliteit leveren kost tijd en energie van alle drie partijen. Pas als elke partij z’n rol goed invult kan de student laten zien wat hij in huis heeft. De student moet zijn tijd en energie steken in het ontwarren van complexe situaties, het opzetten en uitvoeren van vakinhoudelijk goed onderzoek, het zoeken en versterken van draagvlak voor verandering en verbetering, het vinden van effectieve en realistische oplossingsrichtingen en implementatieplannen. Als de context en de beoogde doelen niet helder zijn, gaan tijd en energie zitten in de verkeerde dingen.


Een paar vuistregels • Opdrachtgevers moeten een relevant en zo mogelijk urgent probleem aanleveren voor een afstudeerproject en duidelijk zijn in het formuleren van de beoogde resultaten. • Studenten moeten zich een eigen kritische mening vormen inzake de opdracht die zij op zich nemen: wat is het echte probleem, heb ik genoeg kennis om de opdracht uit te voeren, is er genoeg support van binnen en buiten het bedrijf om succesvol te kunnen zijn? • Docenten moeten aansturen op een resultaatgerichte opdrachtformulering, bewaken dat hun studenten de rode draad

Have a great summer… 35 |

vasthouden en contact onderhouden met student en opdrachtgever: in het begin zelf meegaan naar het bedrijf. • Bij het afsluiten van het project moet de vraag gesteld worden of is opgeleverd wat is afgesproken. Als dat niet het geval is, wat is daarvan dan de reden?

Goed werk kost inzet en tijd, maar het levert een veel beter resultaat op. Opdrachtgevers mogen klagen als de resultaten tegenvallen, maar dan moeten ze hun deel van het samenwerkingsproject wel voluit hebben ingevuld. dr. Jimme Keizer

‘Onze studenten zijn praktijkgericht’ (Bestuursvoorzitter Karel van Rosmalen, Zuyd Hogeschool) Bekijk het filmpje.....

Strijckers & Baadjou, een van Limburgs creatiefste audiovisuele producenten, laat ook in de zomermaanden van zich horen. Hoe? Gewoon door een filmisch ‘zomergroetje’ naar klanten en relaties te sturen (“Met gepaste trots presenteren wij u onze nieuwste creatie uit de kriebelserie…”). Tussen de talloze regenbuien in juni door, is het S&B toch gelukt om een aanstekelijke impressie te maken van een heerlijke en lange zomerse dag (en daar hebben we in deze julimaand bepaald niet over te klagen). “Geniet u al van uw vakantie? Wellicht kunnen we u dan inspireren! Moet u nog even wachten? Droom dan alvast even mee met deze zomerkriebel!”, aldus de mailing van dit in Kerkrade gevestigde av-bedrijf. Oftewel: hoe je met een promotiefilmpje van nog geen twee minuten reclame voor je winkel kunt maken. Mooi stukje werk jongens!


Snel een antwoord.

Van de de Van OndernemersDesk. OndernemersDesk.

Alsondernemer ondernemerheeft heeftuuhet hetdruk. druk. Als Dusuuwilt wiltsnel sneleen eenantwoord antwoordop opvragen vragen over over alledaagse alledaagse bankzaken. De Dus De ervaren ervarenadviseurs adviseursvan vande de OndernemersDesk staan op werkdagen van 8.00 tot 20.00 uur voor u klaar. Hierdoor kunt u zich OndernemersDesk staan op werkdagen van 8.00 klaar. Hierdoor kunt u zich richtenop opuw uwkernactiviteit: kernactiviteit:ondernemen. ondernemen. Tel. Tel. 046 - 442 9 410 richten 410 || E-mail E-mail bedrijven@wm.rabobank.nl bedrijven@wm.rabobank.nl

www.rabobank.nl/wm www.rabobank.nl/wm Samensterker. sterker.Dat Datisishet hetidee idee van van coรถperatief coรถperatief bankieren. Samen bankieren.

Commercial


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.