Change
Nr.
4
Oktober/ November 2013 Jaargang 2
Businessblad voor Limburgse ondernemers die vernieuwen | www.changelimburg.nl
John Jansen (DynaGroup):
30% groei per jaar
Dorrie Eilers (Neptunus):
Pien Janssens, de baas van de Makro
Wij doen alles zelf
2|
Highlights
In deze uitgave
26 In Hasselt weten ze wat innoveren is Prof. Andries de Grip over Sociale Innovatie in Limburg
30
Nieuwsbrief? Aanmelden via changelimburg.nl
53 Limburgse 6 power vrouwen < Annemarie van Gaal
9 18
L1 lanceert narrowcasting in 240 bussen van Veolia
Waarom Noël Luijten (Kreuze Telecom) voor Change kiest Mediaspecialist Bart Brouwers over ‘de journalistiek’ na de crisis
36
STOP!
Eerst de Layar-app downloaden op uw smartphone of tablet
1 Ga naar Layar.com en download de Layar-app of via de App-store, Google Play Store of BlackBerry App World.
Is mijn smartphone of tablet geschikt om de Layar app te downloaden?
2 Open de Layar-app op uw smartphone/tablet 3 Klik op het scan-icoon naast de zoekbalk
De Layar app is een gratis app, verkrijgbaar op Android en iOS platformen. Op het Android platform worden apparaten (incl. tablets) ondersteund met Android v2.2 en hoger. Let op: Android apparaten met een schermresolutie van 320x240 of lager kunnen niet geüpgraded worden naar een Layar Versie van v6.0 of hoger. Dit betekent dat deze apparaten niet de mogelijkheid hebben om de digitale content te zien. Op het iOS platform worden iPhone 3GS, 4, 4s, 5, iPad2 & 3 en nieuwere apparaten op iOs 4.3 en hoger ondersteund.
En hoe zit het met Blackberry? De Layar app kunt u downloaden met de volgende Blackberry toestellen: 9800, 9810, 9850, 9860, 9900, 9930 en 9981.
3|
Augmented Reality Stap voor stap
4 Houd uw smartphone/tabletcamera boven de pagina met een Layar-icoon 5 Klik op de scanknop ‘Top to view’ en wacht heel even tot de pagina tot leven komt 6 De Augmented Reality laag van CHANGE opent zich op het scherm van uw smartphone/tablet Op www.layar.com staat een filmpje over de Layar app, en wat je met die app allemaal kunt laten zien.
Deze app ondersteunt de volgende modellen: BlackBerry 9800, 9810, 9850, 9860, 9900, 9930 en 9981.
4|
Informatie
Businessblad voor Limburgse ondernemers die vernieuwen Businessblad CHANGE beoogt een verandering en omwenteling in het Limburgse medialandschap. Een transitie via multimediale concepten en toepassingen, met links naar websites, filmpjes, commercials en online webshops.
5000 exemplaren per post ... CHANGE verschijnt 6 keer per jaar in een oplage van 5000 exemplaren. Die worden (gratis) per post verstuurd naar het â&#x20AC;&#x2DC;groteâ&#x20AC;&#x2122; MKB in Limburg, overheden en kennisinstellingen.
En online: changelimburg.nl Op die website staat ook informatie over digitale toepassingen die CHANGE voor u kan realiseren.
Kijk hoe CHANGE vernieuwt
changelimburg.nl Filmpje: Geert van Gemert
Colofon CHANGE is een tweemaandelijks businessblad voor Nederlands-Limburg dat print en online combineert op basis van multimediale toepassingen.
1 jaar Change. En nu fase twee Zes keer per jaar. Dat beloofden en deden we, tussen oktober 2012 en oktober 2013. We probeerden dingen uit, digitaal vooral. Sommige sloegen aan, andere (nog) niet. Wie weet in het tweede jaar. Want we gaan door met Change. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. In ieder geval een tweemaandelijks tijdschrift in combinatie met een wekelijkse digitale nieuwsbrief (www.changelimburg). Over mannen en (zeker in deze uitgave) vrouwen die niet aan het subsidie-infuus liggen maar die ondernemen zoals het hoort, met alle risicoâ&#x20AC;&#x2122;s van dien. You win some, you lose some.
2e jaargang, nummer 4
Oplage/Distributie
Na 1 jaar Change is het tijd voor fase 2. Met vers, jong en ook meer vrouwelijk bloed in de redactie. Met aantrekkelijke advertentiepakketten, een (vrouwelijke) marketingspecialist in de gelederen en restyling van de vormgeving. Allemaal te zien in de volgende uitgave, in december. Dank aan alle adverteerders en partners die Change vanaf uitgave 1 een faire kans gaven. Geen toeval dat dat vooral bedrijven zijn die zelf iets nieuws in de markt zetten. In deze Change staan zeven van dat soort topbedrijven. Want Limburg is allesbehalve een kerkhof met gefailleerde ondernemers. josvanwersch@changelimburg.nl hoofdredacteur
Partnerships
Online (www.changelimburg.nl) en 5000 exemplaren op print, per post verzonden naar het grote(re) MKB, kennisinstellingen en (semi-)overheden in Nederlands-Limburg
Uitgevers
Vormgeving
Frits Keulen Dave Kremer Jos van Wersch
Sandra van Kessel (www.andidruk.nl)
Hoofdredacteur
PostNL Businesspost Limburg
Jos van Wersch josvanwersch@ changelimburg.nl M 06 â&#x20AC;&#x201C; 215 18 543
Verkoop commercials/ advertenties en digitale toepassingen Vinda Media T 0475-463 465 F 0475-464 552 E fons@vindamedia.nl www.vindamedia.nl Havenstraat 2A Postbus 7160 6050 AD Maasbracht
Multimediale concepten Bas Zelissen (www.mainport.nl)
5|
Distributie
Internet info@changelimburg.nl www.changelimburg.nl
Contactgegevens Andi Druk bv Afrikalaan 40 6199 AH Maastricht-Airport T 043 - 366 71 60 F 043 - 364 63 06 E frits@andidruk.nl I www.andidruk.nl
Correspondentieadres Andi Druk bv Postbus 66 6190 AB Beek
6|
Vijftig power vrouwen Ondernemen was een mannenwereld. Want anno 2013 hebben tientallen vrouwen de leiding bij Limburgse bedrijven. 53 van hen staan in Limburgse Zaken Vrouwen, een glossy boekwerk dat in november verschijnt en uitgegeven wordt door Vinda Media in Maasbracht. Het boekwerk heeft als doel vrouwelijk ondernemerschap, vrouwelijk management en vrouwelijke energie te stimuleren en te ontwikkelen. Onderdeel van dit prestigieuze uitgeefproject: twee bijeenkomsten om ervaringen te delen en te ontdekken. Op 4 oktober vond in Restaurant One (Roermond) de eerste onderlinge kennismaking plaats, inclusief groepsfoto. Op 19 november staan deze vijftig Limburgse zakenvrouwen in de schijnwerpers tijdens een wervelende presentatieavond in Kasteeltje Hattem (Roermond). Annemarie van Gaal (1962, Heerlen), een van de succesvolste en bekendste zakenvrouwen van Nederland, neemt die avond de presentatie voor haar rekening en ‘onthult’ de eerste glossy Limburgse Zaken Vrouwen.
Annemarie van Gaal, een van de succesvolste en bekendste zakenvrouwen van Nederland, onthult op 19 november de eerste glossy ‘Limburgse Zaken Vrouwen’.
Amicaal als het kan, formeel als het moet Pien Janssens (Makro): ‘Ik wil zien wat er gebeurt op de werkvloer’ Bij volle bezetting zijn er zo’n driehonderd medewerkers betrokken bij de verkoop van ruim 50.000 artikelen, food en non-food. Store Manager Pien Janssens (52) is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken bij ‘de Makro’ in Nuth. “Heerlijke job door de dagelijkse dynamiek.” Maar ook bij Makro geldt: winst is de opbrengst minus de bestede kosten. Het kan haar niet druk genoeg zijn. Niks mooiers dan dat pasjeshouders van Makro over elkaars benen struikelen, bij wijze van spreken. Dit is zo’n dag. Bij regenachtig weer is het sowieso drukker dan bij dertig graden zon. En dan is vandaag ook nog Mark-Jan Fledderus te gast, de bekendste speler van Roda JC, hij deelt handtekeningen uit. Pien: “Ik heb geen verstand van voetbal, maar was er al snel achter dat Roda JC ook in economische zin een factor van betekenis is.” Dan doe je er goed aan, zegt ze, om een zakelijk partnership aan te gaan opdat het mes aan twee kanten snijdt. “De signeersessie van Fledderus is onderdeel van dat partnership.” Vier vrouwen in topfunctie Makro heeft in Nederland zeventien vestigingen, vier daarvan worden aangestuurd door een vrouw, onder wie deze Pien Janssens, geboren in Uithoorn, Noord-Holland, tegenwoordig pendelend tussen haar huidige woonplaats in het Brabantse Best en haar werkplek in Nuth. “Opgegroeid in Landgraaf en daardoor het prachtige Limburgse land en haar mensen goed leren kennen.” Maar woonachtig in Brabant, ook al omdat haar man Meindert een adviespraktijk heeft in Best. Sinds begin 2011 is zij de baas
7|
Pien Janssens: bij de Makro in Nuth eindverantwoordelijk voor een miljoenenomzet plus driehonderd medewerkers. (Foto: Kim Roufs)
8| Interviews met vijftig toppers Verkrijgbaar vanaf 26 november In november verschijnt het boekwerk Limburgse Zaken Vrouwen, een glossy magazine waarin vijftig Limburgse zakenvrouwen en vrouwelijke topfunctionarissen aan interviewer Jos van Wersch vertellen over hun job en privéleven. Bijgaand een voorpublicatie (van de in totaal vijftig portretten) waarin Pien Janssens (Makro Nuth) haar verhaal doet. Limburgse Zaken Vrouwen is vanaf 26 november verkrijgbaar via de Limburgse kiosken en bij de Makro in Nuth. U kunt dit glossy boekwerk (€ 5,95 incl. btw) ook rechtstreeks bij de uitgever bestellen: Vinda Media, Maasbracht. E-mail: info@vindamedia.nl. Telefoon: 0475-463465.
bij Makro Nuth. Daar is vooralsnog genoeg te doen, mede door de vernieuwingsslag waarvan het concern op dit moment veel werk maakt. “Makro is en blijft een groothandel, maar richt zich intensiever op de klant, de ondernemer die bij Makro niet alleen zijn spullen haalt, maar daadwerkelijk advies krijgt over het verder ontwikkelen van zijn of haar onderneming. Het is
dan ook zeer nuttig, maar zeker ook leuk om goed te netwerken in de regio, om mensen en bedrijven te leren kennen.” Direct, recht door zee, amicaal als het kan, formeel als het moet, altijd zonder opsmuk. “Getrouwd met Meindert, helaas geen kinderen. Dan ga je op zoek naar zaken die het leven verder te bieden heeft. Dat is gelukt.” ‘Met de poten in de modder’ Ze volgde de Pedagogische Academie, maar stond als onderwijzeres amper voor de klas. “Begin jaren tachtig vervielen veel banen in het onderwijs.” Uiteindelijk koos ze, na een paar tussenbaantjes, voor de politie. Straatagent, ME, zedenrecherche, uiteindelijk ‘een soort politiechef’. De directeur personeelszaken van Makro vroeg of ze ook ‘met de poten in de modder durft te staan’, want ja, zo’n megagrote vestiging is niks voor schoothondjes. “Kijk, dat hoefden ze deze oud-diender niet eens te vragen, ik heb in mijn politietijd alle soorten ellende van deze wereld met eigen ogen gezien en vaak ook nog in mijn handen gehad.” Vanuit haar strategisch gesitueerde kantoor heeft ze zicht op zowat alle bewegingen op de werkvloer. ”Ik wil zien wat er gebeurt. En de mensen, personeel en klanten, moeten ook binnen kunnen vallen, dat laatste gebeurt nog wel eens letterlijk.” Bulderende lach, sowieso vrolijk van nature, de energie van een wervelwind, type ‘niet stilstaan; doorlopen’. Vriendelijk in haar benadering van mensen, maar zo nodig niet terughoudend in het daadkrachtig aanpakken van problemen. Ze is nogal direct ja, maar ze weten wel wat ze
aan haar hebben. “Een goede vriend vroeg laatst aan Meindert of ik inmiddels aan de Makro gewend was. Jazeker, zei Meindert, maar ik weet niet of de Makro ook al aan Pien gewend is…” Ze golft. “Nou ja, vooral omdat Meindert het zo leuk vindt om samen te golfen. Ik wandel graag maar dat vindt hij minder leuk.” Hun twee Jack Russels zijn onlangs overleden. “Het hakt er behoorlijk in als je afscheid moet nemen van je twee honden, de een vijftien, de ander achttien jaar. Even wachten met nieuwe nemen, maar die komen er zeker!” Zelf koken, lekker uit-eten en Frankrijk als favoriet vakantieland. “Wij zijn behoorlijk Bourgondisch ingesteld.” Samen de VS, Egypte en Israel bezocht, en binnenkort naar Spanje, om met tapas te vieren dat ze 25 jaar getrouwd zijn. Beiden houden van kunst, bronzen, en van schilderijen met veel kleur. “Ik ben een fan van Salvador Dali, surrealisme fascineert me.” Net als de racerij, vooral de Formule-I. “Ik ben gek op snelheid en lawaai. De herrie in een vliegtuig als het opstijgt kan me niet lang genoeg duren.” Hoe ze aankijkt tegen de economische crisis? “Iedereen roept: het wordt nooit meer zoals het was. ‘Nou, ik moet ’t nog zien’, zegt mijn wijze vader van 83 dan , ‘want de mensen willen het toch weer…’ Echt een doordenkertje van mijn pa. In ieder geval moeten we weer naar voren durven denken en doen, over die crisis heen acteren. Een eigenschap die ik bij Makro prima in praktijk kan brengen.” Jos van Wersch
- advertorial -
L1 scoort met narrowcasting Commercials en nieuws in 240 bussen van Veolia L1 is onlangs gestart met het uitzenden van speciale L1-uitzendingen in de bussen van Veolia via narrowcasting. L1 biedt adverteerders de mogelijkheid om te adverteren in deze bussen van Veolia Limburg. Narrowcasting biedt veel voordelen: hoge attentiewaarde plus een gerichte boodschap dichtbij de doelgroep. De bussen van Veolia in Limburg zijn uitgerust met tv-schermen, zonder geluid. In totaal zijn dat 300 schermen in 240 bussen. Op deze schermen zijn uitzendingen te zien van 18 minuten. L1 levert een speciaal samengesteld programma voor alle bussen en biedt adverteerders de mogelijkheid om een commercial uit te zenden in dit blok. Zes rayons Het openbaar vervoer in Limburg is onderverdeeld in zes rayons: Venlo, Roermond, Sittard, Heerlen, Maastricht en het Heuvelland. Elk rayon kan voorzien worden van verschillende informatie. Het is ook mogelijk om de commercial per rayon uit te zenden. Het bereik van narrowcasting in Veolia-bussen is enorm. Het gemiddeld aantal passagiers per bus per dag bedraagt 680. Als u uw commercial in heel Limburg uitzendt bereikt u per dag maar liefst 136.000 passagiers. Benno Brand, directeur van Triple Media, het bedrijf dat in opdracht van L1 narrowcasting technisch verzorgt in de bussen, vertelt dat narrowcasting steeds vaker opduikt in (semi-)openbare ruimtes als winkels, cafés, trams, trams en bussen. “Narrowcasting is een perfecte methode om aandacht te genereren.“ Ook Roland Becx, marketing manager bij Veolia Limburg, weet uit ervaring dat tv-schermen in bussen een hoge attentiewaarde hebben. “Zeker in dit geval, omdat het om regionale content gaat van L1, een A-merk in onze provincie.”
9|
L1 is nu ook te zien op 300 schermen in 240 bussen van Veolia. Als u uw commercial in heel Limburg uitzendt, bereikt u per dag maar liefst 136.000 passagiers.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van de L1-verkoopadviseurs via reclame@L1.nl
10 |
Floreren in de crisis De crisis is nog niet voorbij, maar er zijn genoeg ondernemingen die desondanks groeien en bloeien. Jos Cortenraad maakte voor Change een rondje door Limburg en kwam terug met een aantal succesverhalen. De DynaGroup in Nuth groeit elk jaar met gemiddeld 30 procent. Oprichter en directeur John Jansen noemt de crisis niet minder dan een zegen. “Net in de crisis zijn ondernemingen op zoek naar kostenbesparingen en willen ze graag bepaalde taken uitbesteden om risico’s te spreiden. Daar springen wij op in.” Het kleine zuivelbedrijf Eijssen uit Schimmert veroverde met exotische yoghurts een plekje tussen de grote jongens in de koelschappen. “Een nicheproduct is altijd kansrijk,” zegt verkoopleider Theo Peeters. Tegelfabrikant Mosa uit Maastricht weet zich grotendeels te onttrekken aan de malaise in de bouw. “We hebben op tijd de keuze gemaakt voor het betere segment en internationalisering”, aldus commercieel directeur Math Rietrae.
Koma, producent van koel- en vriessystemen voor bakkerijen, ziet de crisis aan zich voorbij trekken. Het bedrijf levert wereldwijd. “We willen gewoon de beste zijn”, zegt Leon Kuipers, lid van het managementteam. “Dat kan alleen door innovatie.” Neptunus uit Kessel verwacht niet het topjaar 2012 te overtreffen. “Bijna onmogelijk”. stelt directeur Dorrie Eilers. “Vorig jaar leverden we accommodaties aan de grote sportevenementen EK voetbal, Olympische Spelen, WK Wielrennen in Valkenburg en de Floriade. Wel krijgen we dit jaar voet aan de grond met demontabele woningen. Een nieuwe tak van sport.” Anatech in Sittard profiteert vooral van de sterke vraag in de VS en Azië naar thermische meetinstrumenten. Directeur Archie Leenaers: “We hebben destijds de keuze gemaakt voor een niche in de markt. Wij ontwikkelen producten en nemen de R&D-kosten voor onze rekening. Onze afnemers vinden dat erg prettig.”
Neptunus-directeur Dorrie Eilers: “Demontabele woningen als nieuwe tak van sport.” Lees ook het interview met directeur Frank Hoen van Netpresenter: pagina 22.
DynaGroup: dertig procent groei per jaar Voor de DynaGroup in Nuth is de crisis niet minder dan een zegen. De onderneming die John Jansen in 1995 startte met de overname van een telefoonreparatiebedrijf, is nu een organisatie met negen zelfstandige opererende diensten, een omzet van ruim 70 miljoen euro en 850 mensen direct en indirect op de payroll. Het bedrijf met intussen ook Dick Wammes aan het roer, staat steevast op de lijst van snelst groeiende ondernemingen in Nederland en Europa. Volgens Deloitte een van de best managed companies. “Elk jaar groeien we met ongeveer 30 procent,” zegt oprichter-directeur John Jansen. “We zijn hard op weg naar de 100 miljoen euro omzet. Hoe we dat doen? Door bepaalde diensten te perfectioneren, onze klanten meer werk uit handen te nemen en de kennis gebruiken om nieuwe klanten te werven. We nemen complete processen over. Net in de crisis zijn ondernemingen op zoek naar kostenbesparingen en willen ze graag bepaalde taken uitbesteden om risico’s te spreiden. Daar springen wij op in.”
11 |
Goed voorbeeld is de verzekering van mobiele telefoons. “Er is altijd het spanningsveld tussen verzekeraar en verzekeringnemer. De eerste keert niet graag uit, de tweede is nooit tevreden met de uitkering bij schade. Wij hebben daarvoor een oplossing bedacht. Heel simpel eigenlijk. Gaat een toestel kapot, dan repareren of vervangen wij het. De klant krijgt een leentoestel zodat de provider geen belminuten mist. We keren geen geld uit. We hebben op dit moment al een miljoen verzekeringspolissen onder onze hoede. De verzekeraar is veel goedkoper uit, wij verdienen er geld mee en zowel de providers als de consumenten zijn tevreden.” Dochter Dynafix repareert in Nuth mobiele telefoons en computerapparatuur binnen 48 uur; ruim 80.000 stuks per maand. Sinds begin dit jaar verzorgt het bedrijf ook de reparatie van Nespresso-machines. Klanten krijgen, net als de telefoongebruikers, een leenmachine zodat Nespresso wel zijn cups kan blijven afzetten. “Ons logistieke model hebben we zo gekopieerd naar een totaal andere branche. We bezorgen tegenwoordig ook medicijnen en medische apparatuur.” (www.dynagroup.com)
DynaGroup-directeur John Jansen: “We zijn hard op weg naar de 100 miljoen euro omzet.”
12 |
Supermarkten omarmen yoghurt uit Schimmert Het is bepaald niet gemakkelijk om met een nieuw zuivelproduct een plek af te dwingen tussen de grote jongens in de schappen van de supermarkten. Toch is het de familie Eijssen uit Schimmert gelukt. De Bulgaarse, Griekse en Turkse yoghurt onder de merknaam Yante blijkt een schot in de roos. C1000, Jumbo en Hoogvliet zijn al gezwicht. De familie Eijssen produceert al sinds 2000 yoghurtproducten. Vorig jaar is Yante geïntroduceerd. Bulgaarse, Griekse en Turkse yoghurts maar dan aangevuld met speciale fruitsoorten zoals vijgen en granaatappel. Duidelijk afwijkend van het bestaande aanbod. “Een nicheproduct,” zegt verkoopleider Theo Peeters. “Er bestaan namelijk nog bijna geen uitheemse
bijzondere fruityoghurts. Negentig procent van het aanbod Griekse en Turkse yoghurt is naturel, de andere tien procent heeft een aardbeiof perziksmaakje. Niet echt bijzonder dus in de schappen waarin tientallen producten schreeuwen om aandacht. Ons product slaat aan.” Vanuit Schimmert verlaten nu jaarlijks enkele miljoenen potjes per jaar het bedrijf; het aandeel Yante daarin groeit. Voor de toekomst ligt de lat hoog. “We zitten tegen de grenzen van onze capaciteit,” zegt Theo Peeters. “Onze droom is een nieuwe productiefaciliteit ergens in deze regio. In deze tijd niet zo eenvoudig, maar we zijn ver gevorderd. Begin volgend jaar hopen we te kunnen starten.” (www.yante.nl)
Theo Peeters (links) en René Eijssen bij de inpakrobot: “Je overleeft alleen als je de niches opzoekt waarin je je kunt onderscheiden.” (Foto: Bas Quadvlieg)
Anatech: Ook 2013 is een topjaar Anatech in Sittard, producent van thermische meetinstrumenten, heeft geen last van de aanhoudende crisis. “Helemaal niet,” zegt directeur-eigenaar Archi Leenaers die het bedrijf in 2001 kocht. “Vorig jaar was een topjaar en ook 2013 is meer dan uitstekend. We leveren veel aan Azië, aan de opkomende economieën in Zuid-Amerika, maar vooral aan de Verenigde Staten. Ik begrijp het negatieve sentiment over de VS niet. De economie daar groeit, er wordt fors geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Daar profiteren wij van.” Leenaers erkent dat de Europese economie en zeker de Nederlandse matig draait. “En dat zal ook nog wel een paar jaar duren. We hebben onze maakindustrie verwaarloosd, te veel gekoerst op dienstverlening. Gelukkig is Anatech niet afhankelijk van Europa. We hebben destijds de keuze gemaakt voor een niche in de markt: de ontwikkeling en productie van thermische meetinstrumenten. bedoeld voor de wereldmarkt. Een succesvolle keuze. We leveren nu systemen aan zes van de tien grootste producenten ter wereld die ze weer onder hun eigen label verkopen aan duizenden laboratoria wereldwijd. Daardoor hoeven wij geen verkoop- en marketingafdeling in de lucht te houden. Verder kopen we alle componenten in, zo veel mogelijk regionaal. Onze vakmensen sleutelen de instrumenten in elkaar waarna ze op het vliegtuig gezet worden.” Vraag is natuurlijk waarom de producenten inkopen bij een klein bedrijfje (30 medewerkers) in
13 |
Sittard. “Omdat we ons volledig focussen op innovatie, daarin investeren we. Wij ontwikkelen producten en nemen de R&D-kosten voor onze rekening. Onze afnemers willen niet investeren in thermische meetapparatuur. De ontwikkelkosten zijn hoog en bovendien is het moeilijk om telkens te innoveren en stapjes te maken. Maar het is wel apparatuur die ze graag aan hun eindgebruikers willen verkopen.” Anatech won in 2009 de eerste MKB Innovatieprijs van Limburg en staat volgens een Amerikaanse benchmark hoog in de top-honderd van innovatieve ondernemingen. Het vakblad R&D Magazine klasseerde Anatech in 2011 zelfs in de top-drie. Leenaers verwacht de komende jaren gestaag door te groeien. “Met het schaarser worden van grondstoffen en materialen wordt meten steeds belangrijker. Hoeveel heb je nodig voor een bepaald product? Aan welke toleranties moet een component voldoen? Daarnaast is er de minia-
Archi Leenaers: “We hebben in Nederland de maakindustrie verwaarloosd, te veel gekoerst op dienstverlening.”
turisering. Alles wordt kleiner en kleiner. Vroeger kon je met het oog veel beoordelen, nu gaat dat niet meer. Thermische metingen zijn heel nauwkeurig. Verder zie ik een sterk toenemende vraag uit de medische en farmaceutische sector. Materialen worden gemengd met medicijnen en in het lichaam geplaatst. Dat kan natuurlijk pas als artsen precies weten hoe dat materiaal zich gedraagt. Mooi voorbeeld is de contactlens met geïntegreerd medicijn. Of de stents die in aderen gezet worden. Exacte metingen zijn daarin essentieel.” (www.anatech.nl)
14 |
Mosa: export compenseert omzetverlies thuismarkt Waar de Limburgse maakbedrijven een voor een de deuren sloten of naar het buitenland trokken, koos Mosa Tegels in Maastricht halverwege de jaren negentig voor de tegengestelde route. De onderneming investeerde in moderne productietechnieken en besloot zich vervolgens op het hogere segment te richten. “We hebben ons eerst in Nederland geconcentreerd op de architecten en designers,” zegt commercieel directeur Math Rietrae. “Met eigen ontwerpers die voortdurend nieuwe producten bedenken en ontwerpen, al dan niet met de architecten samen. Daarnaast zijn we in staat ook kleine series te leveren. De gemiddelde tegelfabrikant wil toch minstens 20.000 vierkante meter van een bepaalde tegel maken, Mosa maakt net zo lief partijen van 1500 vierkante meter of nog minder. Architecten en designers kunnen zich op die manier onderscheiden en hun gebouwen dat aparte tintje meegeven. Oké, de tegels van Mosa zijn niet het goedkoopst, maar klanten betalen graag iets meer voor wat meer exclusiviteit.”
Mosa is inmiddels ook actief in gevelbekleding. Goed voorbeeld: het nieuwe Geusseltbad in Maastricht.
Het concept was al snel succesvol in Nederland, maar Mosa zou niet zo sterk staan als niet enkele jaren voor de crisis de focus meer naar het buitenland verlegd was. “Dan zouden we het een stuk moeilijker hebben”, erkent Rietrae. “De woningmarkt in Nederland is immers al sinds 2008 geen vetpot hoewel het met onze verkoopcijfers in verhouding tot de marktontwikkelingen erg meevalt. Gelukkig is een jaar of tien geleden de strategische keuze gemaakt om de vleugels uit te slaan. We verkopen nu in ruim dertig landen onze producten. Voornamelijk in Europa, daarnaast in het Midden-Oosten, Azië en de VS.” Mosa keek het eerst over de grenzen van Duitsland en België. “Ook daar hebben we doelbewust de architecten opgezocht, via beurzen en agenten; later hebben we onze eigen verkopers aangesteld. Op dit moment hebben we in het buitenland meer dan zestig verkopers op de weg. De meesten in Europa en Engeland. Zij weten de weg naar alle grote architecten. Recent hebben we drie mensen aangenomen in de VS. Daar ligt voor ons nog een grote markt om te
15 |
veroveren. In Charleston hebben we nu een klein distributiecentrum, in New York, Boston en Washington zitten onze eigen mensen.” 115 miljoen omzet Door de internationale expansie compenseert Mosa de omzetverliezen op de eigen thuismarkt. Net als vorig jaar zal de omzet dit jaar uitkomen op zo’n 115 miljoen euro. “We groeien qua omzet niet of nauwelijks, maar wel in marktaandeel. Als de economie in Europa aantrekt, zitten wij op de eerste rij. In Europa zien we de ene na de andere concurrent zich verder terug trekken. Wij vullen die plaatsen op met onder meer eigen showrooms waar architecten, opdrachtgevers en aannemers terecht kunnen. Onlangs hebben we flagshipstores geopend in Amsterdam, Londen, New York, Keulen en Frankfurt. In goed vijftien jaar tijd hebben we een uitstekend netwerk opgebouwd. Architecten en ontwerpers kennen Mosa. We hebben designprijzen gewonnen. Mooie tegels máken een gebouw. Soms krijgen we de gekste opdrachten binnen. In Mekka bijvoorbeeld leveren we de tegels voor de routes naar de heilige tempels.”
Tijdens de crisis is bij Mosa niet aan de noodrem getrokken. “Nee, we raken niet snel in paniek. We blijven nieuwe producten ontwikkelen en nieuwe markten aanboren. Zo zijn we sinds twee jaar actief in gevelbekleding. Goed voorbeeld is het nieuwe Geusseltbad in Maastricht. Ook profileren we ons met duurzaamheid. Dat is geen loze kreet. Steeds meer tegels maken we van gebruikt materiaal dat later ook weer hergebruikt kan worden. Cradle-to-cradle dus. Verder willen we een goede werkgever zijn. Vorig jaar zijn we uitgeroepen tot top-employer. Goed werkgeverschap is ook duurzaamheid.” In 2012 opende Mosa een nieuw magazijn en distributiecentrum op Maastricht Aachen Airport. De productielocatie in Maastricht werd uitgebreid. In totaal werken bij Mosa Nederland 570 mensen. “We hebben geen enkele intentie om Maastricht te verlaten,” zegt Rietrae. “Er is al te veel maakindustrie verdwenen. Wij bewijzen dat er wel degelijk toekomst is voor een keramische industrie.” (www.mosa.nl)
16 |
Koma: geen sprake van stagnatie Koma in Roermond maakt koel- en vriessystemen voor bakkerijen wereldwijd. Van stagnatie of teruggang in omzet is geen sprake, zegt Leon Kuipers, lid van het managementteam. Dat heeft alles te maken met de vraag uit emerging markets in Azië en Zuid-Amerika? “Jawel, maar ook in Europa zien we groei. Duitsland draait als vanouds en zelfs in Nederland investeren de bakkers in nieuwe en betere koude apparatuur. Alleen duurt het soms wat langer voordat de order afkomt hetgeen ongetwijfeld met financiering te maken heeft.” Concurrentie is er genoeg, maar Koma profileert zich vooral met kwaliteit en service. Al 75 jaar, zegt Kuipers, “Dat mag cliché klinken, dat is het niet. We willen de beste zijn. Het is geen kwestie meer van een koeling bouwen en afleveren, tegenwoordig bouwen we op maat. We adviseren over de juiste plek, installeren, testen en adviseren over het totale productieproces van onze relatie. We ontzorgen en daar heeft de klant graag een paar centen extra voor over.” Verder is innovatie een van de wapens van Koma. “En ook nu weer geen cliché. We zijn voortdurend bezig met het energiezuiniger maken van de installaties. We gebruiken nieuwe koelmiddelen, ontwerpen slimme besturingen en maken gebruik van natuurlijke koudebronnen. Energie vormt een groot deel van de kostprijs van een bakkerij. Dat zal in de toekomst zeker niet minder worden, dus is een klant erg gevoelig voor zuinige installaties.” Dat Koma de concurrentie regelmatig de loef afsteekt mag blijken uit het winnen van een belangrijke innovatieaward op de onlangs gehouden IBA in München, de grootste vakbeurs ter wereld. Leon Kuipers: “Een prijs voor duurzame energiebesparing. Beter nieuws kun je niet hebben. Alle vakbladen tonen belangstelling. Het heeft ons meteen al een hele grote order in Duitsland opgeleverd.” (www.koma.com)
Koma won onlangs een innovatie-award in München. “Heeft ons meteen een hele grote order in Duitsland opgeleverd.”
Neptunus: topjaar 2012 moeilijk te evenaren Neptunus uit Kessel draaide vorig jaar een absoluut topjaar. “Altijd in de even jaren,” zegt directeur Dorrie Eilers. “Dan worden de grote sportevenementen gehouden zoals het EK of WK voetbal en de Olympische Spelen. Vorig jaar kwam daar het WK Wielrennen in Valkenburg bij en de Floriade. We waren daar hofleverancier.” Groeien ten opzichte van 2012 zal dit jaar lastig worden, maar Dorrie Eilers sluit het toch niet uit. “We zijn al een aantal jaren bezig om op de markt voor tijdelijke huisvesting wat meer voet aan de grond te krijgen. Dat gaat nu lukken. In onze eigen gemeente Peel en Maas zetten we een tijdelijk appartementencomplex met een 20-tal kleinere woningen neer. Dit is een pilotproject voor woonurgente groepen in samenwerking met de gemeente en Wonen Limburg. Nee, niet alleen om tijdelijk Poolse werknemers onder te brengen; de doelgroep wordt een combinatie van woonurgentiegroepen. Denk aan jonge stellen die geen hypotheek kunnen krijgen, of mensen die vanwege een scheiding snel woonruimte zoeken.” De ‘tijdelijke’ huizen zijn in feite een doorontwikkeling op de grote gebouwen zoals de sporthallen, vliegveldterminals en supermarkten die Neptunus in heel Europa neerzet bij bedrijven met ruimtetekort. “Neptunus steunt op twee grote pijlers,” vertelt Dorrie Eilers die sinds 2000 samen met haar zus Betty en broer Antoine en haar vader Hans het familiebedrijf leidt. “Evenementen en demontabele gebou-
17 |
wen, in Nederland zijn we markleider en ook over de grens een van de grootste aanbieders van demontabele accommodaties. We hebben de laatste jaren fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van demontabele gebouwen van duurzaam materiaal. Bedrijven en instellingen zijn terughoudend met nieuwbouw. Kapitaal is schaars, de risico’s groot. Een tijdelijk onderkomen is een goed alternatief. We doen alles zelf. Dat is onze kracht.” Neptunus (220 medewerkers, 42 miljoen euro omzet) heeft een eigen Research&Development afdeling met ontwerpers en architecten die snel de wensen van een klant in kaart kunnen brengen. In het Poolse Wroclaw staat een fabriek waar de panelen, raamwerk, daken en alle accessoires geproduceerd worden. “We kunnen snel reageren op specifieke wensen van klanten. En eigen ideeën en innovaties doorvoeren. Mooi voorbeeld: een demontabele sporthal voor NOC*NSF op Papendal en een tijdelijke collegezaal in Aken. We zijn voortdurend bezig met nieuwe ontwikkelingen.” (www.neptunus.eu)
Neptunus-directeur Dorrie Eilers: ”Bedrijven en instellingen zijn terughoudend met nieuwbouw. Kapitaal is schaars, de risico’s groot. Een tijdelijk onderkomen is een goed alternatief.”
18 |
Ben ik wel innovatief genoeg? ‘Sociale Innovatiemonitor Limburg 2013’ geeft het antwoord Innovatie als begrip is goed beschouwd een enorme container. In de media en op vele podia gaat het vaak over de essentiële rol van innovatie, vernieuwing en ontwikkeling. De vraag luidt: hoe staat het er eigenlijk in Limburg voor? Het antwoord is onlangs gegeven door de Universiteit Maastricht, in samenwerking met de Limburgse Werkgeversvereniging (LWV). Het project Sociale Innovatiemonitor Limburg 2013 werd uitgevoerd door het Network Social Innovation (NSI) van de School of Business and Economics van de UM. Change sprak met professor dr. Andries de Grip van de UM, trekker en inspirator van deze monitor. Hij ‘bewoont’ een inspirerende werkkamer met fraai uitzicht op het markante Stadspark van Maastricht. De Grip is sinds 1999 hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en heeft in die hoedanigheid vele onderzoeken geleid; hij staat onder meer aan het hoofd van het gerenommeerde ROA, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, bekend vanwege baanbrekende studies en prognoses op het
snijvlak van onder meer scholing & werk. Ook is hij voorzitter van het Network Social Innovation, een netwerk van disciplines waarbinnen experts bezig zijn met innovaties van velerlei aard. Van de Innovatiemonitor Limburg is veel werk gemaakt. De Grip: “We zijn in 2012 gestart met de eerste uitgave; begin september van dit jaar hebben we de resultaten van de Monitor 2013 het licht laten zien.” Het voordeel van de monitor en de herhaling ervan geeft een objectief antwoord op de vraag: waar staan we nu? De systematische toepassing ervan zal ons de komende jaren leren hoe de concurrentiekracht van het Limburgse bedrijfsleven zich ontwikkelt, zegt De Grip. “LWV en Universiteit Maastricht hebben de ambitie om met de monitor in kaart te brengen hoe Limburgse bedrijven zich in de komende jaren op het vlak van sociale innovaties weten te versterken. Voor de korte termijn is het resultaat van de bevindingen aan de deelnemende bedrijven teruggekoppeld. Bedrijven kunnen er snel en direct van leren als zij feedback ontvangen; wij van onze kant merken dat veel mensen graag willen weten
Professor dr. Andries de Grip: “Open Innovatie staat in Limburg helaas nog in de kinderschoenen. Op dit punt worden de laagste scores van alle gemeten aspecten behaald.”
hoe hun bedrijf of organisatie er – in vergelijking met anderen – voor staat.” Nieuwe manieren van werken Maar waar gáát het nu in de kern om? De Grip: “Als we spreken over sociale innovatie bedoelen we vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken. Deze nieuwe aanpakken lei-
den tot het beter ontwikkelen en benutten van competenties van medewerkers.” Als je dat goed doet, leidt dat tot mensen die tot meer in staat zijn en tot betere prestaties als het gaat om maatschappelijke doelen, organisatie-eisen of werknemersdoelen. Maar dat niet alleen. Sociale innovatie vergroot de concurrentiekracht van een bedrijf op zowel de afzetmarkt als de arbeidsmarkt. Voorwaar geen sinecure. Het onderzoek meet zes belangrijke aspecten van sociale innovatie. • Strategische oriëntatie op sociale innovatie; vrij vertaald: is het binnen het bedrijfsbeleid een thema? • Interne veranderingssnelheid; hoe snel kan de organisatie zich aanpassen aan veranderingen die de markt vraagt? • Zelforganiserend vermogen; krijg je zelf wel klaar wat je wil veranderen? • Talentontwikkeling; geef je dat thema voldoende kansen en zorg je er voor dat je mensen voldoende uitdaagt en ze de kans biedt zich verder te ontwikkelen? • Investeren in kennisbasis; het bewieroken daarvan is één ding, de praktijk ervan is – om met de Vlaming te spreken - een ander paar mouwen. Doe je dat voldoende en wat neem je voor je bedrijf als norm? • Duurzame inzetbaarheid; hoe hou je je werkkapitaal, het menselijk kapitaal in het bedrijf in vorm en je werkkracht goed in conditie? Bij elkaar geven deze zes aspecten een helder antwoord op de vraag hoe ‘we’ er op deze pun-
19 |
ten in Limburg met z’n allen voor staan. Bedrijven/respondenten namen zichzelf de maat en zij gaven in het onderzoek aan hoe zij dachten dat hun onderneming er voor stond. Het gaat dus nadrukkelijk om het zelfbeeld van de organisaties zelf . Sociale innovatie loont zeer Hoe staan we er nu voor, van Eijsden tot de Mookerhei? Sociale innovatie loont zeer, dat is de eerste en belangrijkste conclusie, stelt De Grip. Uiteenlopende zaken als ziekteverzuim, duurzame inzetbaarheid van medewerkers, de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten alsmede de omzetgroei zijn alle gediend met investeringen op de zes pijlers van sociale innovatie, zo blijkt uit het onderzoek. “Open innovatie is een essentieel thema. Dat thema staat in Limburg helaas nog in de kinderschoenen. Op dit punt worden de laagste scores van alle gemeten aspecten behaald. Actieve kennisdeling met andere partijen [die ook een van de kernthema’s is voor de ontwikkeling van de Limburgse campussen] is bepaald nog onontwikkeld. Als we de Kennis-As Limburg willen versterken zullen we vooral op dit punt de mouwen flink moeten gaan opstropen.” De voornaamste aanbeveling uit het onderzoek betreft de verbetering van de snelheid waarmee veranderingen in bedrijven en organisaties door te voeren zijn. “Grote bedrijven scoren hier opmerkelijk beter dan het mkb.” Al mogen op dit punt volgens De Grip bepaald niet alle mkb-ondernemingen over één kam worden geschoren.
Terugkoppeling van het resultaat Benchmark-scores kunnen door elke deelnemer aan het onderzoek worden opgevraagd. Met deze informatie kan elk bedrijf zijn eigen positie bepalen op de zes pijlers. De score van het bedrijf zelf, de sector en Limburg totaal worden helder weergegeven en de verbeterpunten specifiek uitgewerkt. Feitelijk wordt de ondernemer de spiegel voorgehouden waarin hij zichzelf kan zien in vergelijking met andere bedrijven in zijn sector en alle andere ondernemingen. De Grip: “Van deze service wordt gretig gebruik gemaakt, een prima zaak. Vooral de - ongetwijfeld herkenbare - verbeterpunten kunnen een bron van inspiratie en verandering zijn.”
Een illustratie van de samenhang tussen sociale innovatievermogen en prestatie van een onderneming. Bron: Sociale Innovatiemonitor Limburg 2013.
20 | van culturele veranderingen om ons heen.” Een spectaculair voorbeeld biedt Google, waar de vrijdag als vrije dag is ingeroosterd: 20 procent van de werktijd die mensen geheel naar eigen inzicht kunnen vullen. “Een bakermat van creativiteit en innovaties is daarmee gecreëerd.”
Een voorbeeld van een terugkoppeling aan een onderneming op het onderdeel ‘Talentontwikkeling’. Bron: Sociale Innovatiemonitor Limburg 2013.
Hoge respons op onderzoek De respons op het onderzoek was vrij hoog. De Grip: “Uiteindelijk hebben 188 personen uit 165 organisaties gereageerd, we hebben aldus een redelijk betrouwbare dekking verworven en daarmee een goede basis voor onze conclusies.” Interne aanpassing en veranderingssnelheid is het grootste obstakel voor innovatie. Rapid response kan worden bevorderd door platte, snel reagerende onderdelen in een organisatie, decentralisatie van bevoegdheden en mandaten. Zelfroostering en flexibilisering van werktijden en werkplaatsen kan er ook aanmerkelijk aan bijdragen. Dat flexibel omgaan met de inzet van mensen is een ander kernthema. “We leven in een sterk veranderende tijd en onderkennen vaak niet of veel te laat de enorme impact
Het onderzoek zal jaarlijks worden herhaald. “Daarmee kunnen we de lange termijn van de ontwikkeling goed volgen maar we zijn er nog niet.” De rapid response (hoe snel regeer je op veranderingen?) en flexibilisering van de inzet van mensen (welke vrijheid bied je daadwerkelijk aan mensen om hun werk en inzet te organiseren?) is en blijft het centrale thema. “Je kunt als onderneming wel van alles zien, maar je moet de innovatie kunnen begrijpen en in je bedrijf kunnen verwerken c.q. omzetten in nieuwe producten en diensten. Als je daarvoor te log of te traag bent mis je de boot. De resultaten van ons onderzoek zijn overigens in lijn met ander onderzoek.” Daaruit blijkt dat maar liefst 75% van het innovatiesucces van het Nederlandse bedrijfsleven toe te schrijven is aan sociale innovaties. dr. Léon Frederix
De provincie Limburg wil samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven de komende tien jaar ruim een half miljard euro reserveren voor innovaties in de kennisinfrastructuur. Het bedrag is een optelsom van bijdragen van Europa, Rijk, Provincie, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Het strategisch programma Kennis-As Limburg werd in april van dit jaar gepresenteerd.
www.networksocialinnovation.nl www.roa.unimaaas.nl www.lwv.nl
De volgende Change verschijnt in week 51 Op de dag dat de nieuwe uitgave op print verschijnt, staat deze ook online. Bovendien: iedere week het innovatienieuws op
www.changelimburg.nl
Tarieven commercials (‘advertenties’) 1/1 pagina: € 1350,00 1/2 pagina: € 725,00 1/3 pagina: € 525,00 1/6 pagina: € 280,00 Exclusief btw
Beschikbare formaten t.b.v. commercials (‘advertenties’) 1/1 pagina: 240 mm x 165 mm (bxh) 1/2 pagina: 210 mm x 66 mm (bxh)
Voor meer informatie Vinda Media Havenstraat 2A | Postbus 7160 | 6050 AD MAASBRACHT T 0475-463 465 | F 0475-464 552 | E fons@vindamedia.nl www.vindamedia.nl
21 | Bladinformatie
1/3 pagina:
66 mm x 138 mm (bxh)
1/6 pagina:
66 mm x 66 mm (bxh)
22 |
Miljoenen beeldschermen wereldwijd publiceren informatie met zijn software
Frank Hoen: “De Randstad lonkt; jonge afgestudeerden hebben de neiging Zuid-Limburg te negeren. Voor mij is dat geen reden om te verkassen. Ik ben verknocht aan deze regio, hier ben ik thuis.” (Foto: Rob Oostwegel)
Frank Hoen, de whiz kid achter Amber Alert en Netpresenter Iedereen kent onderhand wel het Amber Alert. Meer dan twee miljoen Nederlanders krijgen een berichtje op hun mobiel bij de plotselinge vermissing van een kind. Minder bekend is de architect van het succesvolle alarmsysteem: de Limburgse ondernemer Frank Hoen. Zijn bedrijf Netpresenter groeit tegen de stroom in uit zijn jasje en verhuist binnenkort naar een volwassen ‘Google-achtige’ omgeving. “Mooi. Maar niets is mooier als het redden van levens met je bedrijf.”
Frank Hoen heeft de beslissing lang voor zich uit geschoven. Maar nu elk hoekje en gaatje in de voormalige slagerij aan de Adsteeg in Beek is volgepropt, zijn de grenzen bereikt. De twintig medewerkers kunnen plat gezegd hun kont niet keren, de conferentie- en presentatieruimte en tevens entree voldoet echt niet meer aan de moderne eisen. Klopt allemaal, erkent de geboren
Maastrichtenaar, maar sinds hij in 1995 startte met zijn bedrijf heeft hij altijd streng op de kosten gelet. Voor hem geen poespas en dikdoenerij. “Die instelling heeft me vaker gered. Vorig jaar kreeg ik de kans om een voormalige drukkerij hier in het dorp voor een wel heel mooie prijs te kopen. Die kans kon ik niet laten lopen. En we kunnen het betalen. Netpresenter draait
sinds 1999 elk jaar winst. Dus waarom niet? Het pand wordt nu verbouwd en we verheugen ons met z’n allen geweldig op de verhuizing. Eindelijk krijgt iedereen de ruimte. Er komt een grote centrale ruimte waar de mensen kunnen brainstormen, gamen, ideeën ontwikkelen en ontspannen. Een soort omgeving zoals ik die bij Google heb gezien. Zeker jonge mensen zoeken
Ons zoontje werd ziek. Leukemie. Ik was boos, verdrietig, opstandig, zat helemaal in de kreukels. Het bedrijf was opeens ver weg, zakelijk succes onbelangrijk
zo’n plek, creativiteit moet je stimuleren. Elk jaar komen er wel een paar mensen bij. Om talent binnen te halen wil ik behalve uitdagend werk ook een mooie werkomgeving kunnen bieden. Niet onbelangrijk in de slag met de Randstad.” De boomlange Frank Hoen is een geboren ondernemer. Al op de middelbare school handelt hij in gebruikte computeronderdelen die hij uit de VS laat overkomen. “Geheugenkaartjes, videokaartjes, dat soort spullen. Gouden handel. Tijdens mijn studie Economie en later Bestuurlijke Informatiekunde aan de Universiteit Maastricht zette ik met enkele vrienden computers in elkaar. We schreven zelf software en programma’s. Dat verdiende goed, we waren rijke studenten. De keuze voor het fulltime ondernemerschap in 1995 was geen moeilijke.”
23 |
Pioniers
Beursgang
Het is de tijd van de opkomst van de pc, de eerste computernetwerkjes. Ruimte dus voor pioniers als Frank Hoen. De eerste échte innovatie van Netpresenter laat niet lang op zich wachten. “De screensaver als informatiedrager. We ontwikkelden software waarmee organisaties hun medewerkers via het beeldscherm konden informeren. Een gouden greep, want na een aarzelend begin hadden we er in 2005 al meer dan een miljoen stuks van verkocht. Aan grote klanten in binnen- en buitenland: Nokia, de politie van Toronto, een Amerikaans vliegdekschip, Sara Lee, Unilever, Toshiba, TNT, Sony, Rabobank, Jaguar, Volkswagen, Schiphol, DSM. Tja, hoe kom je bij de organisaties binnen? Eén goede showcase is voldoende. Een publicatie in een vakblad die je naar de juiste mensen mailt doet de rest. Zeker, dat kost inspanning. Maar het kan, ook als klein bedrijfje uit Nederland.” Netpresenter groeit mee met de snelle opkomst van mobiele telefonie en navigatie, aangejaagd door de beschikbaarheid van draadloos internet. “De software draait op elk systeem met een scherm. PC, TV, telefoon, smartphone, tablet; alles. Geschikt voor grote organisaties, maar ook voor de bakker die zijn aanbiedingen in de winkel op het tv-scherm wil laten zien. Narrowcasting, heel gericht naar een doelgroep dus, heel simpel aan te passen door de beheerder. Het is één systeem waardoor de kosten beperkt blijven. Ik ben de tel kwijtgeraakt, maar miljoenen beeldschermen over de hele wereld publiceren informatie met onze software.”
De activiteiten en prestaties van Netpresenter blijven niet onopgemerkt. Amerikaanse investeerders staan in de rij om het bedrijf te kopen en er wordt zelfs een beursgang naar de Nasdaq overwogen. De deal is bijna in kannen en kruiken. Maar dan, eind 2007: internetbubbel en kort daarna de financiële crisis. Geïnteresseerde partijen haken af. “Achteraf ben ik daar heel blij mee. Ik was niet klaar met mijn bedrijf. Ik ben niet gaan ondernemen om te cashen. Het is mooi als het goed gaat, maar ik zou me waarschijnlijk geen raad geweten hebben na een overname.” Netpresenter verovert de wereld als het leven van Frank Hoen en zijn gezin opeens overhoop
Frank Hoen (links, toen nog zonder baard) beleefde in 2008 een droomstart met Amber Alert dankzij grote mediabelangstelling voor de persconferentie in Den Haag, waar minister Hirsch Ballin het startschot gaf voor dit landelijke waarschuwingssysteem.
24 | gegooid wordt. “Ons zoontje werd ziek. Kanker, leukemie. Ik was boos, verdrietig, opstandig, zat helemaal in de kreukels. Het bedrijf was opeens ver weg, zakelijk succes onbelangrijk. Gelukkig is hij genezen, maar het heeft ons leven wel veranderd.” Paradoxaal genoeg legt zijn zieke zoontje de basis voor Amber Alert. “Een in Amerika door de FBI getrainde Nederlandse politieman adviseerde me om mijn woede om te zetten in positieve energie. ‘Waarom introduceer je Amber Alert niet in Nederland’, vroeg hij, ‘je kunt er het leven van kinderen mee redden’. Hij raakte bij mij op dat moment een gevoelige snaar, logisch. Ik móest iets goeds doen, iets voor de maatschappij.” Amber Alert Met nog enkele Limburgse ondernemers ontwikkelt Frank Hoen de software en trekt hij aan de bel bij ministerie en politiekorpsen. In 2008 gaat de eerste partij overstag, nu is het systeem landelijk dekkend met ruim twee miljoen aangesloten consumenten. Die krijgen een alarm op hun mobiel via social media, sms of email. Verder verschijnt de informatie op verkeersborden, websites, pc’s; elk scherm is geschikt. Een succesverhaal dus. “Zeker als je weet dat we nul euro hebben besteed aan marketing en
reclame. Dat geld was er ook niet. We hebben het, samen met vele andere Limburgse ondernemers, de eerste drie jaar zelf bekostigd. Een mooi voorbeeld van crowdsourcing. Inmiddels is Amber Alert onderdeel van de Nederlandse politie en draagt de politie bij in de kosten van onder meer sms’jes. Ondernemen is niet alleen geld verdienen. Het klinkt misschien wat hoogdravend: ik wil ook iets bijdragen aan een betere wereld. Niets is mooier als na een alert weer een kind gevonden wordt. Dan ga ik ’s avonds met een bijzonder gevoel naar bed.”
viseert over veiligheidsbeleid. “Ambert Alert opent deuren. We ontwikkelen ook waarschuwingssoftware voor bedrijven en overheden. In de VS en Azië maken grote ziekenhuizen en politiekorpsen gebruik van onze software en apps. De politie van Toronto gebruikt de screensaver om er gezochte of vermiste personen op te zetten. Zichtbaar op alle werkplekken, in de politiewagens en de pda’s (personal digital assistant) van de agenten. Amber Alert is onbetaalbaar. Het is heel goed voor onze naam.” De positieve effecten zijn meetbaar. Netpresenter groeit en vraagt permanent mensen. “Ze zijn niet gemakkelijk te vinden. De Randstad lonkt, jonge afgestudeerden hebben toch de neiging ZuidLimburg te negeren. Voor mij is dat geen reden om te verkassen. Ik ben verknocht aan deze regio, hier ben ik thuis. Wie voor Amber Alert wil werken, moet naar Beek komen. We gaan de komende jaren nog veel mooie dingen doen.” (www.netpresenter.nl) Jos Cortenraad
Natuurlijk heeft Amber Alert ook positieve effecten op de bedrijfsvoering van Netpresenter. Frank Hoen zit aan tafel bij de hoogste ambtenaren in Den Haag en Brussel waar hij ad-
25 | Commercial
26 |
Innovatiehelden in Hasselt Onze Belgische buren praten niet (meer) over de crisis Hasselt ligt voor ons, Limburgers in NL, binnen handbereik. De talloze verbindingen tussen de beide Limburgen, weliswaar gescheiden sinds het eerbiedwaardige Verdrag van London (1839) maar op talloze wijzen toch verbonden, blijven de moeite waard. Wat doen de ‘andere’ Limburgers als het gaat om innovatieslagen en innovatiebevordering? Change ging, vanuit het gegeven dat wij nogal eens met de rug naar
entree van een ict-campus die aldaar in goede ontwikkeling is. De roots ervan lagen in de bedrijvigheid van Philips waarvan het productiegedeelte in Hasselt geheel verdwenen is en waarvan de researchonderdelen, die er bleven, inmiddels een verzelfstandigd bestaan leiden onder de naam Jabil. Vlaams Innovatienetwerk (VIN) Ook in Belgisch-Limburg is, zoals in alle provin-
cies binnen het Vlaams gewest, de ‘algemene bevordering en ondersteuning van innovatie’ opgedragen aan het Innovatiecentrum. Het centrum is een onderdeel van een virtuele organisatie: het Vlaams Innovatienetwerk (VIN), een groot verband van intermediaire organisaties en kenniscentra die actief zijn op het vlak van innovatieondersteuning. In dit netwerk bieden in totaal 1417 mensen vanuit 226 intermediaire organisaties een breed palet aan ex-
de grens staan en slechts in het weekend de Trappist weten te vinden, daartoe in gesprek met Bruno Krekels, directeur van het Innovatiecentrum in Hasselt. Kennisname, aan de andere zijde van de grens over de structuur voor ondersteuning en innovatiebevordering die er in Belgisch-Limburg is, kan geen kwaad. Wat leert ons een beknopte spiegeling van België en Nederland op het vlak van innovatieondersteuning? Het Innovatiecentrum in Hasselt, met een bezetting van tien fte’s en een jaarlijkse begroting van 1 miljoen euro, is gelegen aan de noordzijde van de stad, direct aan de uitvalsweg. Het is de dynamische
Het team van het Innovatiecentrum Hasselt, met directeur Bruno Krekels in het midden, voorste rij.
pertises aan ondernemers. “Elk Vlaams bedrijf kan hier terecht voor ondersteuning in verband met innovatie”, zegt directeur Bruno Krekels. Belgisch-Limburg heeft een eigen universiteit en beschikt over vele instellingen voor hoger onderwijs. Hasselt/Diepenbeek is de kennisontwikkelaar en -drager met duizenden studenten uit de hele wereld. Het hoger onderwijs in Hasselt telt ongeveer 17.500 studenten. Indrukwekkende cluster aan hightech De regio beschikt op dit moment over 275.000 arbeidsplaatsen en een indrukwekkende cluster aan hightech ondernemingen met research en productie als kernen. Er is geen gebrek aan elan en kansen voor ontwikkeling. Dat manifesteert zich onder meer in zichtbare progressie. De instituten en verschillende lokale overheden hebben onder meer tot taak de vitaliteit van het ondernemerschap in Belgisch-Limburg verder te verbeteren. In B-Limburg wordt flink aan de weg getimmerd met steun van de nationale en Europese overheid. Zo zijn er, naast de ict-campus in Hasselt, campussen in Houthalen en Genk. In Houthalen wordt gewerkt aan een cleantech campus, in Genk gaat men, in de monumentale omgeving van de oude mijn van Waterschei, inspanningen bundelen op het vlak van nieuwe energie. De schop gaat, bij onze buren, op tal van plekken flink in de grond. De ondersteuning die in Belgisch-Limburg wordt geboden is enigszins vergelijkbaar met het werk van Syntens in Nederlands-Limburg, zegt Krekels. “Net zoals zij
27 |
Directeur Bruno Krekels is enthousiast over het Euregionale verband waaraan o.a. LIOF, Syntens en Hogeschool Zuyd deelnemen als Nederlandse partners.
werken wij volgens een model van kennisverspreiding en het maken van een snelle match tussen kennisvragers en kennisaanbieders. Het onderwijs en de valorisatie van de kennis daarbinnen hoort daar zeker toe. Een leuke ontwikkeling zou zijn dat elke doctorandus verplicht aandacht dient te schenken aan het overdragen en toepassen van de verworven kennis, ten voordele van een paar ondernemingen. Een doctoraat is immers te belangrijk om het alleen aan professoren of academische onderzoekers over te laten”, zegt Krekels glimlachend. Ook de grenssamenwerking wordt vanuit Hasselt bepaald niet vergeten. Hij verhaalt enthousiast over het Euregionale verband waaraan LIOF, BOM, Syntens en de Hogeschool Zuyd deelnemen als Nederlandse partners. Voor Wallonië vormt de Université de Liège het schakelpunt
en vanuit Aken is AGIT betrokken. Krekels is vol lof over het Nederlandse ministerie van EZ. “Deze instantie heeft ons werk zeer sterk gefaciliteerd. Net zoals EZ willen we bedrijven in de regel veel meer bij geïnspireerde, grensoverschrijdende toepassingen betrekken.” Een goed en actueel voorbeeld is het Interregproject CrossRoads, een Zuid-Nederlandse/ Vlaamse aangelegenheid op het snijvlak van biotechnologie, ict en materialen. Er werken 60 bedrijven aan mee die gezamenlijk 20 projecten uitvoeren. Krekels: “De hoge verwachtingen zijn ingelost.” Het Innovatiecentrum in Hasselt stimuleert de ontwikkeling en valorisatie van kennis. Dat gebeurt door de ondersteuning van ondernemingen bij aanvragen voor subsidies en het afwikkelen van plannen. Gevraagd naar de effectiviteit van de ondersteuning geeft Krekels aan dat de door het centrum begeleide verzoeken voor subsidie, op basis van research en creativiteit van innovators in de markt, in het merendeel van de gevallen, bij toetsing op nationaal vlak, ‘kansrijk’ zijn. Gebleken is dat innovatieve bedrijven uithoudingsvermogen hebben en banengroei in de hand werken. Voor een krachtige economische transformatie is dat in elke regio, dus ook in Belgisch-Limburg, pure winst. “Essentieel voor ons is dat we constant monitoren op het effect van ons werk. Daarnaast doen we er goed aan om successen in de etalage te zetten. Bedrijven en innovatóren leren vooral heel veel van elkaar. We zijn succesvol gebleken met onze media-acties over de ‘Innovatiehelden’ en ‘Neem
28 | voorsprong’. Het zijn echte begrippen geworden. Onze adviseurs zijn onafhankelijk en geven mede richting. Als er een manier is om het beter te doen, laten we die dan - om met Edison te spreken - snel vinden”, zegt Krekels met een knipoog. Kort samengevat: grote kansen die aanvankelijk en ogenschijnlijk vermomd zijn
Artist impression van de Research Campus Hasselt.
als onoplosbare problemen, komen tot leven als we de kennis en ervaringen voldoende delen. “Wij bieden daartoe in Vlaanderen het kader. Het gebruik ervan bewijst het succes van de formule.” dr. Léon Frederix
Informatie: www.innovatiecentrum.be
Adverteren bij een specifieke doelgroep?
Gericht adverteren via narrowcasting bijvoorbeeld in de bussen van Veolia. Meer info: reclame@L1.nl
L1mburg live 29 | Commercial
L1.nl
30 |
Limburgse waaghalzen In mijn vorige column deed ik een oproep aan alle innovatieve ondernemers van Limburg: Wie gaat er aan de slag met een gedurfde en originele campagne, met een duidelijke koppeling tussen offline en online media? Ik beloofde u publiciteit in dit magazine als beloning. Een mooi aanbod, toch? Mijn telefoon stond niet bepaald rood-
Kreuze Telecom op Maastricht Airport. Direct bij binnenkomst in het mooie, lichte bedrijfspand, merk je de professionele uitstraling. Je voelt je er direct welkom. “Zoals we eruit zien, zo moeten we het ook leveren”, licht Noël toe. “We hebben gekozen voor veel glas. We willen namelijk transparant zijn, zowel naar onze medewerkers als naar onze klanten toe. Als innovatief bedrijf
gloeiend. Het was natuurlijk vakantieperiode ten tijde van het vorige nummer van Change, maar toch niet heel ondernemend Limburg zal naar de zon zijn vertrokken? Nee, ik denk dat er nog steeds fors wordt bezuinigd op marketinguitgaven. Het is immers crisis en we houden onze hand op de knip. Een slimme keuze? Ik denk het niet. Meer dan ooit is het nodig dat wij, ondernemers, van ons laten horen. En wie dat op een slimme, onderscheidende manier weet te doen, gaat daar absoluut profijt van hebben. Gelukkig zijn er ondernemers in Limburg die daar ook zo over denken. “Wij vinden het belangrijk om goed zichtbaar te zijn in de markt, juist nu.” Ik praat met ondernemer Noël Luijten en ben te gast bij zijn bedrijf,
Noël Luijten (Kreuze Telecom): “Stel je open voor nieuwe dingen en maak gebruik van vernieuwende marketingmogelijkheden.”
zijn wij ook vernieuwend in marketing en communicatie. Meedoen in het concept van Change, past daar bijvoorbeeld heel goed bij. Het raakt een andere doelgroep, zij denken wat meer ‘Out of the box’. Wij ontwikkelden een advertentie met een Layar-techniek erin, die verwijst naar een filmpje op onze website.” Mooie positie Kreuze noemt zich op de eigen website ‘de grootste onafhankelijke telecomaanbieder van Zuid Nederland’. Niet slecht! Wat heeft een bedrijf nodig om deze mooie positie te verkrijgen? “Vooral vernieuwing en voor de klant echte toegevoegde waarde leveren”, zegt Noël. “Onze klanten doen zaken met ons, omdat ze achter onze organisatie en onze mensen staan. Ze zien ons als een betrouwbare partij. Dat bereik je natuurlijk niet meteen, dat moet groeien. En vertrouwen groeit door continu toegevoegde waarde te bieden en vernieuwend te blijven. Wij zeggen tegen onze klanten dat ze moeten vernieuwen, dus doen wij het zelf ook. Dat zit ‘m niet alleen in onze producten en diensten, maar ook in de ontwikkeling van onze mensen. Wij investeren veel in opleiding, zodat we altijd goed op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen.”
Meer kans van slagen Onderscheidend en vernieuwend zijn; dat geldt natuurlijk ook voor je marketing- en communicatieactiviteiten, vindt Noël. “Stel je open voor nieuwe dingen en maak gebruik van vernieuwende marketingmogelijkheden zoals dit magazine te bieden heeft”, aldus het advies van Noël aan collega-ondernemers. “Praat er met anderen over en doe het gewoon. Wees authentiek en gedurfd, dit heeft absoluut meer kans van slagen.” En dat ben ik natuurlijk roerend met hem eens. Wat een heerlijk vak heb ik toch! Ben benieuwd naar mijn volgende waaghals! Bekijk ook het filmpje over Layar en laat jezelf verrassen over de mogelijkheden! Sabine van Wylick
Uw lokale Online partner
PERSOONLIJK CONTACT • SNEL • VOORDELIG SPAM & ANTIVIRUS WEBHOSTING CLOUD-MONITORING DOMEINREGISTRATIE www.b-it.org
31 |
info@b-it.org
32 |
Veranderen om te overleven Transportsector: succes uit het verleden is vaak de beperking van de toekomst “Wij willen een internationale Limburgse logistieke toppositie. Daarbij is de rol van het mkb cruciaal.” Aldus Steffen de Lange (Syntens) en Micha Reuter (Fontys). Beiden zijn betrokken bij INNVALL (Innovatie Value Added Logistics Limburg), een programma dat dit jaar is gestart in een coproductie van o.a. de Provincie Limburg, European Logistics Center Limburg (ELC), Fontys, Syntens en Transport & Logistiek Nederland (TLN). In het verleden heeft de angst voor de opkomende concurrentie uit Oost-Europa en China velen wakker geschud, zegt De Lange. “Die vrees betekende ook een blokkade voor de ontwikkeling van de sector.” Veel Limburgse logistieke bedrijven moeten het namelijk vooral hebben van het toevoegen van waarde en het opsporen van nieuwe kansen daarin (Value Added Logistics). “Slimmere stromen en logistieke verknopingen moeten worden verbeterd. Het bieden van toegevoegde waarde voor producenten en consumenten is essentieel.” Samen met de sector is verkend ‘wat er op ons af komt’. Nu is het tijd voor vervolgstappen: losmaken van het
Blerick, april 2013: Limburgse transporteurs en logistiekers bij de aftrap van het project INNVALL.
oude, positioneren van het bedrijf (waar staan we?), het aanbrengen van verbeteringen (via kenniskringen) en een clustergewijze aanpak. ‘Eén van de twee is binnenkort weg’ Ondernemers in de logistiek werden vijf jaar geleden, in de aanloop naar INNVALL, geconfronteerd met het volgende gegeven: je zit
naast je buurman; één van jullie twee is er volgend jaar niet meer. De vraag: wie is er weg? De Lange: “Dat was schrikken! De noodzaak van een aanpak in samenwerking is inmiddels tot iedereen doorgedrongen.” De innoverende aanpak, ontwikkeld door Fontys Hogeschool en innovatienetwerk Syntens, verloopt via een aantal stappen.
• Bekijk het ondernemerschap dat de ondernemer aan de dag legt. Ga na wat het onderscheidende vermogen is en met welke product/marktcombinaties bedrijven vooral succesvol kunnen zijn. • Bekijk hun positionering; hoe staan ze er voor en welk imago dragen ze mee? • Leren door clusters en (mondiale) samenwerking. Werk aan ketenregie en werk multimodale stromen verder uit, denk aan de bundeling van waterwegen met wegvervoer, terminalontwikkelingen en de overslagpunten in Limburg (Maastricht, Stein, Born, Roermond, Venlo en Wanssum).
‘Als een konijn in het licht van de koplampen’ Er is in deze sector nadrukkelijk sprake van verstarring, stelt De Lange. “Terwijl men elkaar juist moet helpen om die te doorbreken. De mondiale concurrentie roept op grote schaal een onbestemde en moeilijk te hanteren vrees op, waardoor de ondernemer als een verstard konijn gevangen lijkt in de koplampen van de naderende vrachtwagen. Pas als we in de onderlinge samenwerking de kracht van elkaar kunnen versterken, komen we tot iets en scoren we alsnog.” Micha Reuter: “Veel ondernemingen hebben nog een lange weg te gaan. Maar je staat er versteld van wat bedrijven kunnen ontwikkelen – mits ze het samen aanpakken.”
Familiebedrijven De logistieke sector telt veel mkb-bedrijven. Vaak zijn dit familiebedrijven waarin een voorouder door hard werken een mooi bedrijf uit de grond heeft gestampt, een prestatie die respect afdwingt. Maar het succes uit het verleden is vaak ook de beperking van de toekomst. Reuter: “Om verder te groeien moet een bedrijf managementmethodes, waarop in het verleden vaak blind gevaren werd, loslaten, sterker: een bedrijf moet nieuwe methodes omarmen. Wij helpen logistieke organisaties om die knop om te zetten. Kernthema bij sociale innovatie: verandering en veranderbaarheid van binnenuit. Doorbreek het vasthouden aan het verleden.”
Door het lage onderscheidend vermogen en het grote aanbod is er een kopersmarkt ontstaan, met als gevolg flinterdunne marges en een felle dagelijkse strijd om lijfsbehoud.
33 |
34 | De logistieke wereld kent, ook in Limburg, veel kleine bedrijven die alle ongeveer hetzelfde kunnen en hetzelfde doen. Door het lage onderscheidend vermogen en het grote aanbod is er een kopersmarkt ontstaan, met als gevolg flinterdunne marges en een felle dagelijkse strijd om lijfsbehoud. Bepaald geen situatie waarin er veel ruimte is om tijd, geld en energie te investeren in innovatie. De Lange en Reuter zien daarin een groot gevaar. De overheid steunt de sector bij INNVALL, en bepaald niet kinderachtig. De kosten per bedrijf bedragen tienduizend euro. Bedrijven zelf dragen tussen de 20 en 30 procent bij; het leeuwendeel van de bijdragen komt van ELC, Fontys Syntens en de Provincie Limburg. Toch niet alwéér een training, cursus of seminar? Reuter, nadrukkelijk: “Juist niet! Wij halen, samen met de ondernemers, de kennis uit de mensen zelf. We gaan met 35 ondernemingen aan de slag.” Het project is in september 2013 gestart en heeft een looptijd van twee jaar. “De eerste resultaten zien we in 2014.” Essentieel, zegt het tweetal: het ontwikkelen van de durf om het oude los te laten en daadwerkelijk te innoveren. “Kracht en zwakte delen in een open, collegiale sfeer; de-
len maakt je samen sterker. Daarnaast kennen we de input van kenniscentra in het onderwijs. Het model waarmee we in dit project werken, is ontwikkeld door TNO. Het betreft een hiërarchie van services en kwaliteiten.” De Lange en Reuter zien een reeks van mogelijkheden. De traditionele bedrijven zitten onderin; ze zijn actief met transport en overslag in de traditionele zin. Opslag en warehousing gaan al een stap verder. Daarna komt het domein van Value Added Logistics (VAL) en Value Added Services (VAS) binnen bereik. “Bedrijven voegen steeds meer services toe aan het proces én richting klant, die al lang niet meer alleen denkt in termen van inpakken, vervoeren en lossen. De top is bereikt als er sprake is van ketenregie. Deze bedrijven zijn dan in staat om met de opdrachtgevers mee te denken en alle activiteiten binnen de keten te regisseren of zelf - of in samenwerking - uit te voeren. Maar dat kan alleen als je beseft dat samenwerken lastiger is dan concurreren.” dr.Léon Frederix
Meer informatie over INNVALL: www.fontys.nl/innvall De uitvoering is in handen van Steffen de Lange, Wim Heldens, Ad van Ginneken (Syntens Innovatie Centrum), Sjoerd Wensink en Micha Reuter (Fontys ILEC), Ellen Bronneberg (Provincie Limburg), Hans Anneveldt (TNL) en Pascal Swinkels (ELC/Kamer van Koophandel).
Met telecom voor professionals.
Hosted Voice bijvoorbeeld. Bekijk deze advertentie met Layar en ontdek o.a. hoe u altijd en betaalbaar bereikbaar bent met Hosted Voice.
SEE MORE WITH
www.kreuze.nl
Wekelijks het Limburgse innovatienieuws? De koppeling tussen print en online is het fundament waarop Change is gebouwd. De homepage changelimburg.nl wordt wekelijks geupdated met actuele berichten over innovaties in Limburg, als aanvulling op het gedrukte, tweemaandelijkse businessblad Change. Als u die innovatieberichten automatisch wilt ontvangen, kunt u zich aanmelden voor de wekelijkse Nieuwsbrief via changelimburg.nl
35 | Commercials
36 |
Vergeet wat je deed Oud-hoofdredacteur Dagblad de Limburger over journalistieke veranderingen nà de crisis Journalist Bart Brouwers, voorheen hoofdredacteur van Dagblad de Limburger, [gratis dagblad] Spits en nu hoofdredacteur bij lokale nieuwssites van Dichtbij.nl, heeft een boek geschreven over de crisis in de journalistiek: Na De Deadline. Het is volgens de auteur echter niet een van de vele sombere doodsklokken die over dit onderwerp zijn geluid, maar een boek dat verder kijkt dan de huidige situatie, hoe moeilijk ook. “Er is alle reden om de komende tijd met optimisme tegemoet te treden.” Zoals het hoort in de moderne journalistiek, is dit boek geen eindproduct. Brouwers: “Na De Deadline is het begin van een proces dat veel meer moet gaan opleveren. Dankzij de hulp en de ideeën van de uitgever - Fast Moving Targets - komt er een reeks debatten, events, lezingen, interviews en een weblog. Daarmee gaan we verder dan met alleen een boek zou kunnen.” Hoe het ook zij, wie wil weten hoe de journalistiek er na de crisis aan toe is, moet Na de Deadline lezen. Brouwers schetst hoe de journalistiek eruit zal zien als de rook is opgetrokken na
“Houd ermee op je te concentreren op de huidige business. Wie dat namelijk blijft doen, koopt slechts een dubbele garantie: redding op korte termijn en bankroet direct daarna.”
Bart Brouwers: was hoofdredacteur van Dagblad de Limburger, stapte daarna over naar het Telegraafconcern.
producten, zoals het bedrukken van papier. “Houd ermee op je te concentreren op de huidige business. Wie dat namelijk blijft doen, koopt slechts een dubbele garantie: redding op korte termijn en bankroet direct daarna.” Kortom, er is geen keuze. Het moet. En liefst een beetje snel. Adieu, HBO-journalistiek!
de huidige verwarring, verlamming en chaos. Er staat nogal wat te gebeuren, voorspelt hij. Na de crisis zal het allemaal internet zijn wat de klok slaat. Het kan nog even duren, maar binnen een jaar of tien zal het pleit toch echt wel beslecht zijn. Dan is het gedaan met het vertrouwde papier, het klassieke tv-toestel en de ouderwetse radio. Dat de journalistiek die turbulente tijd zal overleven, daar is hij wel van overtuigd. De journalistiek is te belangrijk, te essentieel, te onmisbaar voor een democratische samenleving. Maar om de journalistiek in veilige haven te loodsen moet er nog wel het nodige gebeuren. De uitgevers moeten rap afscheid nemen van hun oude business. Bij de overheid moet het besef doordringen dat de journalistiek onmisbaar is, net zoals betrouwbare rechtspraak en water uit de kraan. Bovenal moeten journalisten zich aanpassen aan de nieuwe tijd. En dus moeten ook de opleidingen flink op de schop. Want de mentaliteit en vaardigheden van de huidige journalist schieten flink tekort om te kunnen functioneren in de nieuwe tijd. Wat Brouwers betreft dus geen halve maatregelen. Uitgevers moeten niet uit lijfsbehoud vasthouden aan hun oude vertrouwde
37 |
Een zelfde lot is de opleidingen beschoren. Ook daarvan zegt Brouwers: houd ermee op. Laat de boel de boel, maak van het huidige curriculum een sterfhuis en richt je op een onderwijsprogramma dat totaal anders is dan wat er was. Met als speerpunten: innovatie en ondernemerschap. Hij schrijft het niet zo hard, maar de oude vertrouwde HBO-opleidingen kunnen het wel vergeten. In Brouwers’ visie is het volgen van een journalistieke opleiding voorbehouden aan studenten die “al een diploma van een basisopleiding op zak hebben. Een bachelor in economie, Nederlands, geschiedenis, design, techniek, rechten of wat dan ook. Elk specialisme heeft zijn waarde, omdat het kan leiden tot de journalistieke verdieping die de maatschappij zo nodig heeft.” Studenten met zo’n bachelor op zak kunnen doorstromen naar een tweejarige journalistenopleiding. Adieu dus voor de oude scholen voor journalistiek waar scholieren aan beginnen als ze fris en fruitig de middelbare school verlaten. Bloed op de pagina’s In Brouwers’ visie is vernietiging de enige weg tot verandering en vernieuwing. De weg naar
de toekomst van de journalistiek ligt in zijn boek bezaaid met slachtoffers. Journalisten van de oude stempel, uitgevers van de gedrukte krant, docenten van de oude opleidingen, de grote mediabedrijven; allemaal gaan ze eraan. Het bloed druipt van de pagina’s. Geen boek om vrolijk van te worden dus. Hoewel? Wie het boek met een optimistische blik bekijkt ziet
‘Na de Deadline’: feitelijk een oproep aan journalisten, uitgevers, investeerders, adverteerders, studenten, scholen, universiteiten en consumenten om hun vernieuwende oplossingen te delen.
38 | Ooit was de deadline heilig De deadline was, tot de opkomst van het internet, het harde moment waarop een journalist niets meer aan zijn werk kon veranderen. Maar inmiddels lijkt de journalistieke sector zelf zijn deadline te naderen. Het boek Na De Deadline geeft een realistisch beeld van de staat van de journalistiek en werpt een optimistische blik in de nabije toekomst. In een paar generaties tijd is de toegang tot kennis en informatie veranderd van een voorrecht in een vanzelfsprekendheid. De gevolgen zijn immens, niet in de laatste plaats voor de sector die zich in deze revolutie zowel spelbepaler als slachtoffer voelt: de journalistiek. Na de Deadline is feitelijk een oproep aan journalisten, uitgevers, investeerders, adverteerders, studenten, scholen, universiteiten en consumenten om hun vernieuwende oplossingen te delen. Bart Brouwers (2013), Na de deadline: Journalistiek voorbij de crisis. Een uitgave van Fast Moving Targets. ISBN 9789081875950. Gedrukte editie € 19,95, e-book € 9,95.
juist een mooi vergezicht. Van een journalistiek die afrekent met de beperkingen van het verleden. Die zich wil ontwikkelen, beter wil worden, uitgebreider wil worden. Zich niet laat muilkorven door de armoedige eenvoud van papier en deadlines.
die met een nieuwe mentaliteit en moderne vaardigheden werken aan ‘pure’ journalistiek. En met die nieuwe aanpak doen waarvoor journalisten ooit uitgevonden zijn: graven, blootleggen, wroeten.
Journalistiek op internet is geen moneymaker
Brouwers doet daar een zevental voorstellen voor. Zeven manieren om goede journalistiek mogelijk te maken. Zonder dat het geld bij mediabedrijven of hun aandeelhouders terecht komt. Zonder dat het geld verdwijnt in televisieprogramma’s met leut en jolijt. Hopelijk komt Na de Deadline ook terecht op het ministerie dat gaat over het mediabeleid, zegt lector Alexander Pleijter. “Dan kan men deze toekomstgerichte voorstellen serieus bestuderen en de archaïsche commissie die vergadert over het behoud van de huidige publieke omroep stante pede ontbinden.” Pleijter rest nog één uitroep van verbazing: waarom een boek uitbrengen als internet de toekomst is? Waarom geen mooie, innovatieve online publicatie zodat daar het debat kan plaats vinden? “Oké, Bart Brouwers trekt het land in om te discussiëren over zijn ideeën en is van plan om op basis daarvan een tweede, herziene editie van zijn boek te maken. Maar toch, het voelt wat onlogisch…”
De ideeën van Brouwers zijn zonder meer prikkelend. “Ik deel zijn pleidooi voor meer echte journalistiek”, zegt Alexander Pleijter, ‘lector journalistiek & innovatie’ aan de Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg en hoofdredacteur van De Nieuwe Reporter. “Maar wie gaat dat betalen? Journalistiek op internet is niet echt een moneymaker. En zal dat waarschijnlijk ook nooit worden.” Brouwers realiseert zich dat terdege en schrijft dat “de kopieerbaarheid en deelbaarheid van journalistieke producten ervoor zorgt dat hun commerciële waarde afneemt.” Er rest daarom niets anders dan de overheid in te schakelen om de journalistiek in leven te houden. Noodzakelijk, omdat journalistiek onmisbaar is voor een democratische samenleving. Overheidssteun dus. Nee, niet voor de oude journalistiek. Niet de oude mediabedrijven. Maar de nieuwe, moderne journalisten die werken in nieuwe constellaties, vermoedelijk kleine verbanden. Journalisten
Televisieprogramma’s met leut en jolijt
Het gekrakeel is verstomd Valkenburg aan de Geul moest worden vernieuwd. Vond vooral burgemeester Martin Eurlings die zijn gemeenteraad daarvan wist te overtuigen. Over twee jaar is het centrum gereed. De mooie Lindenlaan, met panden uit de periode rond 1900, Ăs dat al. Het gekrakeel over de overlast door de werkzaamheden is inmiddels verstomd. In oktober 2013 loopt iedere Valkenburgenaar met de borst vooruit, apetrots op â&#x20AC;&#x2122;s lands bekendste toeristenstad. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.
39 |
Beleef de warmte van de herfst met Alfa Bokbier
Herfstâ&#x20AC;Ś natte bladeren, gure wind, paddestoelen, flakkerend haardvuur en natuurlijk de intense warmte van Alfa Bokbier. Als enige bier in Nederland gebrouwen met 100% zuiver bronwater uit eigen gecertificeerde bron verrijkt met de meest pure gerst en de mooiste hopsoorten. Kijk ook op brouwerijbezoek.nl
T BOKBEER VAN LIMBURG... DAT PREUF STE!
Commercial