3 minute read

Dilettant in de kunst

De pater tekende al sinds zijn jonge jaren, waarover hij de schertsende opmerking maakte dat hij hier veel meer aandacht voor had, dan voor de catechese. Van een kleine duizend tekeningen verscheurde hij er weer een paar honderd ‘om meer aandacht te schenken aan wat overbleef’. Zijn gave werd primair gebruikt voor het uitdragen van het geloof ‘als wegwijzer die opklaring geeft’. Zijn insteek was dat mensen met deze ‘Sprekende Prenten’ die voor een gulden te koop waren, de boodschap zouden doorgeven. ‘Iedereen kan op deze wijze prediken.’ De schetsjes werden wekelijks in dagblad Amigoe afgedrukt, waarin hij zijn mening over heikele maatschappelijke en geloofskwesties uitdroeg. Misschien was hij geïnspireerd door de Biblia Pauperum, de armenbijbel uit de vijftiende eeuw. Met behulp van houtsneden en miniaturen konden laaggeletterde mensen toen kennisnemen van het evangelie. Eigentijds en zeer actueel maakte hij een prent over abortus met zijn duidelijke afwijzende stellingname: ‘nan no ke mi bini’. Over het hopeloze van alcoholmisbruik met ‘Oh Lord fill my cup’, en over dwalende gelovigen de bijtende tekst: ‘een halve Kristus heeft vele gelovigen’. Zijn ‘Sprekende Prenten’ werden in 1989 na zijn pensionering gebundeld en uitgegeven. Zijn talent ontwikkelde zich en leidde tot een reeks tekeningen die geïnspireerd lijken door een Amerikaanse tijdgenoot, Keith Haring. Van deze schetsen maakte hij foto’s waarmee hij hoofdstukken in zijn jubileumboek 3000 Denksels illustreerde.

Kunstenaar Maximiliano ‘Odulio’ Nepomuceno (‘Nepo’) bezegelde zijn vriendschap met de ‘Pastor makamba’: ‘Ik kwam in Veeris de pastoor van Wishi tegen en dacht die ga ik in blik maken.’ Bij zijn overlijden bracht ‘Brenku’, zoals Nepo hem noemde, een ode uit in een gelegenheidsgeschrift over Nepo’s oeuvre (Monomini 1). ‘In alle stilte heeft Nepomuceno dit jaar het toneel der levenden verlaten. Hij was een artist van zuiver gehalte al wilde hij daar zelf niet van weten zijn produkten verkondigen de aanwezigheid van talent deste luider hij werkte uitsluitend in blik.’ Geïllustreerd met foto’s van Nepo’s religieuze beeldjes zoals Jezus torsend met zijn kruis en van de Profeet. Maar ook van Prinses Irene, met Nepo’s toelichting:

‘Ik heb die prinses gemaakt die ene hoe heet ze ook weer die met die rijke man uit Spanje is getrouwd.’

Al publicerend en in het openbaar sprekend, werd de pater bekend en gewaardeerd in de Curaçaose schrijvers- en kunstenaarskring. Over schrijver Boeli van Leeuwen: ‘Dat ik met Boeli ben bevriend hoeft niemand te verwonderen. Wij zoeken samen de ware Kristus, we helpen samen arme donders, en zeggen elkander de waarheid. Niet onderdanig, wel grondig.’ (3000 Denksels 608). In het liber amicorum9 aangeboden aan Boeli tijdens de viering van zijn 75ste ver-

9 ‘Aangaande Boeli’ samengesteld door Jeen Mourik, Federico Oduber, Aart

Broek et al.

jaardag in 1997, leverde de pater zijn zelfportret en een ‘pastorale’ boodschap aan.

Over zijn eigen kunstenaarstalenten was hij bescheiden, maar hoe religie en kunst zich dienden te verhouden, benoemde hij in een artikel in Lux (IV-1): ‘Godsdienst en moreel goed leven staan niet in direct verband met kunst. Iemand kan een goed kunstenaar zijn, zonder dat hij godsdienstig is, zonder dat hij erkent, dat de oorzaak van al het schone bij den Schepper ligt, zonder dat hij erkent, dat zijn gaven hem door God geschonken zijn. Niettemin zal godsdienst en goed zedelijk gedrag den kunstenaar een grote hulp zijn.’

De kruidenkunde [...] laat je zien hoe de mens gezondheid en ziekte beschouwt, en hoe geheel anders dan bij de medische wetenschappen, zijn opvatting is omtrent de invloed van planten op de mens (Voorwoord Jerba).

This article is from: