6 minute read

Kijk omhoog naar de bergen

De pater was geïntrigeerd door de heuvels en de Christoffelberg van Curaçao, zij komen in zijn werk op verschillende plaatsen voor. Of hij zijn parochianen - de natuurmensen uit Banda Abao - de analogie met de evangelies van de profeten Marcus, Mattheüs of Ezechiël heeft voorgehouden, is niet bekend. Maar dat ligt voor de hand: ‘Ik kijk omhoog naar de bergen. Daar komt mijn hulp vandaan. Daar is de Heer, hij helpt mij. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt (Psalm 121).’ Bij de inventarisatie van de heuvels constateerde hij dat de verbasterde naam ‘Brandaris’, van de Nederlandse vuurtoren op Terschelling, vaak voorkwam. De ‘Blandán, Blandá of Brandá’ bleek een soortnaam voor heuvels, die geschikt waren om vanaf de top vuurseinen te geven. Het is mogelijk dat directeur Faesch van de West Indische Compagnie als eerste in 1750 de oostelijk gelegen Brandaris - waarschijnlijk de Seroe Seinpost - heeft aangewezen als waarschuwingsbaken. Bij het naderen van een vreemde vloot werd door de uitkijk een stapel brandhout aangestoken. Via zichtlijnen langs de verschillende heuvels met dito vuursignalen kon zo het garnizoen via het hoog liggende Fort Nassau in Willemstad worden gewaarschuwd.

In Toponumen gaf de pater een opsomming van meer dan dertig heuvels. Interessant vanwege de achterliggende verklaring zijn:

‘SERU DI MADAN is het verlengde van Seru di Bika in Koraal Tabak; daar leefde eens een vrouw die met een Engelsman was getrouwd. SERU DI SANTANA is een berg in Siberië ten zuiden van het landhuis, 116 meter; aan de voet ligt een kinderkerkhof; betekent: kerkhofberg. SERU DI SOMBRÉ is een heuvel in Sabaneta, ten zuiden van Seru di Salinja, 43 meter; daar legde men de hoeden neer als men zich ging verpozen; betekent: hoedenberg. SERU DI FORTI DI KONENCHI is de noordwestelijke piek van de Hironimusberg, 224 meter; er liggen veel kleine ronde steentjes als konijnenkeuteltjes; betekent: Konijnenfortberg.

SERU DI CUCHI is het bruggehoofd in Otrabanda, eens eigendom van familie de la Court.’ De op deze heuvel rustende brug ter verbin-

ding van Punda en Otrobanda kwam na tientallen jaren van besluitvorming - vertraagd door een tussentijdse instorting - uiteindelijk in 1974 tot stand. De pater ontdekte daarover in het dagboek van Koraal Specht (1868!): ‘Tot bekroning van de sierlijkheid bestond ook een plan tot het daarstellen van eene brug tusschen de Willemstad en Overzijde. Tot het behouden echter van een middel van bestaan voor de pontvoerders schijnt het gevormde plan reeds in des-zelfs geboorte gesmoord te zijn.’

Voorts signaleerde hij verschillende onjuistheden in de benaming van de heuvels. Het is niet duidelijk of hij doelde op de namen zoals die door de bewoners werden gegeven, of de topografische registraties van de landmeters Werbata en Jonckheer, uitgevoerd begin 1900:

‘De berg Jarabi Mangel moet zijn Jarati Mangel. Jarati had hier bij de mangrovestruiken, mangel, zijn grond. DI AGUSTU is een heuveltje in het zuiden van Klein Sint Joris, ten westen van Awa Blancu; abusievelijk op de kaart aangegeven als Seru Hustu. SERU DI SINJAU is een berg in Sabaneta ten westen van het landhuis, ten noorden van de Christoffelberg; abusievelijk geregistreerd als Seru di Signaal.’

En hij inventariseerde verschillende archeologische vindplaatsen:

‘SERU DI MANGASINA is een berg in het uiterste oosten van Sami Grandi, 28 m. hoog, gedeeltelijk afgegraven; daar heeft een maïsschuur gestaan. SERU DI PARADERA is de berg midden in de gewezen plantage Paradera met ruïne van landhuis.’

Ook Martje Diemont-Koiter was gefascineerd door de heuvels waarvan zij vele dia’s maakte, zoals de Seru Pretu. Over deze Zwarteberg noteerde de pater de volkswijsheid van de dagelijkse zorgen over het gebrek aan water. Regen was, voordat de watervoorziening d.m.v. zoutdestillatie begin jaren vijftig startte, allesbepalend. ‘Mensen die ver van een put met goed drinkwater woonden, wisten zich vroeger te behelpen met het gele modderige tanki water. Ze sneden een arm

van de eetbare cactus af (cadushi), ontdeden deze van zijn stekels, haalden het vel eraf, en sneden hem dan overlangs doormidden. Die twee helften werden in het water gelegd, en in een paar dagen was het helder en drinkbaar. Cadushi ta corta awa (Curacaoensia 192). [...] Als voortekens voor regen gelden: een krans om de maan, weerlicht in het noorden, omslaan van de wind, drie dagen dauw, de salinja’s lopen vol, lange vegen in de wolken, de heuvels zijn grauw-zwart gekleurd, weerlicht in juli en begin augustus, onweer in augustus en september, de tamarijnbomen bloeien rijkelijk. Ook sterke deining van de zee en het vreemde brommende geluid, dat de zee aan de noordkust kan maken, voorspelt regen. Verder ook nog, als de kakkerlakken het huis komen binnenvliegen, of als er meer mieren dan gewoon door het huis lopen. Maar soms zijn er zeer duidelijke tekenen en blijft de regen uit, en soms valt er een zware bui die zich niet door een teken heeft laten aankondigen. Vandaar dat de meest wijzen onder de weerprofeten je op de vraag of het gaat regenen, antwoorden: “Jawel, als je maar geduld hebt en het kan ook onverwachts komen”.’

En over het bijgeloof over deze ontketening van hemelse krachten: ‘Men is erg bang voor losse druppeltjes regen, vooral na een droogteperiode. Thuis meteen het hoofd inwrijven met alcolade, eau de cologne, bayrom of methyl alcohol, voorkomt ziekte. Als er in de oude tijd een flinke bui dreigde te vallen, gingen cachu-of becublazers op een heuvel staan om de bui met hun muziek omlaag te halen. Viel de bui dan werkelijk, dan mocht het oudste kind in huis er niet naar blijven staan kijken, anders hield het regenen op. Op Bonaire is ’n grote bui regen na lange droogte een waar feest. De school loopt zomaar leeg, de jeugd gaat meteen pootjebaden in de stromen water, en de ouderen feliciteren elkaar: pabien cu awa!’

De Bijbelse manier om hoop te houden en niet te twijfelen, volgens Marcus (11:23): ‘Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.’

Zeer oude mensen zijn de mening toegedaan, dat heel de natuur leeft, ook diabaas en kalkmassa’s. Bergen groeien, als het maar regent. Onder hen is de uitdrukking bekend: groeien als rots.

Curaçaoensia 61

De bergen voor mijn huis kennen blijkbaar geen verdriet. Want na maanden droogte huilen ze niet; ze spreken al maar door hun zwijgende taal. Lof voor de Schepper is hun geliefd verhaal.

3000 Denksels 2347

Als je aan de voet van een berg woont, weet je tevoren wanneer het gaat regenen; je moet goed luisteren en dan hoor je de berg brommen. Oude knoekmensen kijken naar de geiten, die komen eerder naar de koraal. Als je aan het strand een lucht van vissen ruikt, gaat het ook regenen.

Benta 1750

Op de kaart ontmoet men verschillende heuvels, die de naam van Blandán, Blandá of Brandá dragen. Deze naam is een verbastering van Brandaris, een soortnaam voor heuvels, die geschikt waren om vanaf de top vuurseinen te geven, n.a.v. de Brandaris van Terschelling.

Curaçaoensia 66

Hoe dichter bij de lichtboei, hoe meer gevaar.

Curaçaoensia 830

Telkens als een grote witte vogel zijn voedsel komt zoeken in de hoge rotsen van de Zwarte Berg, kun je er zeker van zijn dat het zal gaan regenen.

Benta 1752

De berg van mysteries die het evangelie biedt, wordt overtroffen door de berg van duidelijkheden die je er helder in ziet.

3000 Denksels 68

This article is from: