RIK WOUTERS. RETROSPECTIEVE (extrait)

Page 1

RETROSPECTIEVE

RIK WOUTERS


Cover: cat. 62, detail

Dame in het blauw voor een spiegel

Publicatie gerealiseerd onder leiding van Somogy éditions d’Art Uitgeefdirecteur: Nicolas Neumann Redactieverantwoordelijke: Stéphanie Méséguer Coördinatie en redactionele opvolging: Mathilde Senoble Grafische vormgeving: T’ink, Brussel Vertaling Frans - Nederlands: Hilde Pauwels Eindredactie: Chantal Huys en Marianne Thys Productie: Béatrice Bourgerie en Mélanie Le Gros

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België Algemene coördinatie: Laurent Germeau, met de medewerking van Lola Vandenbussche Auteurs : Olivier Bertrand, Stefaan Hautekeete, Frederik Leen, Inga Rossi-Schrimpf, Herwig Todts, Francisca Vandepitte Catalogus van de werken: Sophie Van Vliet

© Somogy éditions d’Art, Parijs, 2017 © Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel, 2017

ISBN 978-2-7572-1282-0 Wettelijk depot: maart 2017 Gedrukt in Europese Unie

Fotogravure: Quat’Coul, Toulouse Dit boek werd in februari 2017 gedrukt op de persen van Leporello

De titels in de bijschriften bij de schilderijen van Rik Wouters werden ons bezorgd door de bruikleengevers en kunnen soms verschillen van de titels gebruikt in de catalogue raisonné (Bertrand 1995). De nummers van die catalogue raisonné zijn aangegeven met C.R. in de bijschriften en met nr. in de noten.


RIK WOUTERS RETROSPECTIEVE



<  cat. 56, detail

Rik met de blauwe blouse

Inhoud

Voorwoord

7 Michel Draguet 9 Manfred Sellink

Een zachtaardig avant-gardist 13

I n statu nascendi. Het kunstwerk in wording en het onvoltooide leven van Rik Wouters Frederik Leen

Schilderijen

33 Rik Wouters als schilder van licht en kleur Stefaan Hautekeete

Werken op papier

129 Lijn, vorm en kleur. Inleidende beschouwingen tot een keuze van werken op papier Inga Rossi-Schrimpf

Beelden

203 De impressionistische beeldhouwkunst van Rik Wouters. Op de drempel van een nieuwe tijd Francisca Vandepitte

Wouters in de kunstwereld

253 Hongeren naar een plaats in de canon. Over de receptie van het werk van Rik Wouters

267 Rik Wouters en Georges Giroux: de kunstenaar en de galeriehouder

Herwig Todts

Olivier Bertrand

Bijlagen

279 Biografie, Olivier Bertrand

293 Bibliografie

298 Namenregister



<

cat. 36, detail

De dame met het gele halssnoer

Voorwoord MICHEL DRAGUET Directeur-generaal Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België

Na Ensor, Khnopff, Spilliaert, Magritte, Delvaux en Alechinsky zetten de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België hun monografische verkenning van de lichtende voorbeelden van de Belgische moderne en hedendaagse kunst voort. Meer dan een eeuw na de dood van de kunstenaar getuigen de schilderijen van Rik Wouters nog altijd van het hedonistische gevoel bezield door de kracht van zijn liefde voor Nel. Voor dit altijd aanwezige model dat zowel zin gaf aan zijn leven als aan zijn werk. Een werk dat al snel een obsessie werd. Alsof de man achter de schilder al vroeg voorvoelde hoe kort zijn traject zou zijn. Levenskracht ingegeven door de kracht van het gebaar. Aanvaarding van het onvoltooide als een raamvertelling rond een al te kort leven. De urgentie van het geluk die de schilderkunst van Wouters uitstraalt, overstijgt de biografische anekdote. Ze sluit aan bij een algemene esthetica die een eigen plaats inneemt binnen de historische avantgardes. Bij Wouters krijgt de kleur een expressieve waarde die zich heeft bevrijd van de eenzijdige impressionistische visie. Zo levert hij een bijdrage aan een emancipatie van de voorstelling die was onderworpen aan de observatie. Als hij Dame in het blauw voor een spiegel schildert, koppelt hij de uitgelaten weergave van het verliefde moment aan de ontleding van de voorstelling. Vandaar zijn voorliefde voor de voorstelling in de voorstelling, wat hem toelaat om – zonder zich te hoeven bezighouden met de delicate vraag van de dood van het onderwerp – het eindpunt van zijn schilderkunstig onderzoek te schetsen: het beeld – een landschap of figuur – opgehangen aan de muur en opgevangen in de reflectie van de spiegel, ontvouwt zich in een zuiver plastisch spel. De sensualiteit van deze abstractie staat formele strengheid niet in de weg. Achter het gezicht van Nel vestigt Wouters de aandacht op de dialoog tussen zuivere vormen, de ene rood, de anders blauw, tegen een smetteloze achtergrond die – zonder dat hij hem kende – de suprematistische iconen oproept die Kazimir Malevitsj dan nog niet heeft geschilderd. Tegen die onwrikbare aanwezigheid die het schilderij idealiseert, repliceert het gelaat van de vrouw als een sensuele momentopname. Toelopend op de confrontatie met haar eigen gefragmenteerde gelaat, beschrijft haar lichaam een curve die zich met zijn reflectie als in een kus verenigt. Een voorspiegeling van een ogenblikkelijke versmelting en van een simultane hartstocht, die de eigenlijke aard van het schilderij bepaalt. Een daad van liefde en vreugde.

Net als voor Matisse is het licht voor Wouters een hedonistisch element dat losstaat van het wetenschappelijke pretext van het neo-impressionisme. Het wordt een gebaar en opent nieuwe wegen naar de moderniteit. Een moderniteit in de marge van die van de twintigste eeuw, die eerst uit de abstractie een conceptuele betekenis zou puren die leidde tot de verdwijning van de schilderkunst door de schilderkunst zelf: constructivisme en productivisme enerzijds, minimalisme en conceptuele kunst anderzijds. Misschien wees Wouters eerder de weg naar een moderniteit die onze huidige eeuw zal kenmerken. Een moderniteit van na het radicalisme waarin plezier gekoppeld aan verlangen andere horizonten zal tonen. Wellicht zal de huidige tentoonstelling, waarvoor de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen hebben samengewerkt, daaraan een beslissende bijdrage leveren. Het tweehonderdtal werken dat hier is bijeengebracht – waarvan sommige nog nooit werden geëxposeerd – getuigt van de rijkdom van het oeuvre van Wouters en tegelijk van die van het erfgoed dat in onze Belgische musea wordt bewaard. Die werken hun verhaal laten vertellen door middel van een tentoonstelling en een catalogus, is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen onze twee instellingen. In een tijd waarin zoveel verdeeldheid en uitsluiting heerst, verheugen we ons over de gezamenlijke inspanningen van onze teams om het Belgische en internationale publiek te laten genieten van deze ode aan de gedeelde intimiteit, die ook het belang belicht van een kunstenaar die tot op vandaag vooral nationaal naar waarde werd geschat. De huidige tentoonstelling wil haar licht laten schijnen op de kwaliteit van Wouters’ oeuvre en op de integriteit van een benadering die speelt met de codes van een voortaan als avant-garde georkestreerde moderniteit. Die benadering is erin geslaagd de waarden van een bijzondere persoonlijkheid naar voren te brengen. Een moment van vreugde in de grijsheid van een wereld zonder utopie. Een wereld die te ver is afgedreven van het eenvoudige geluk en van zijn kleuren.

7



<

cat. 46, detail

Lezende vrouw

Voorwoord Prof. dr. MANFRED SELLINK Hoofddirecteur – Hoofdconservator Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen

Het is opmerkelijk dat de twee grootste kunstmusea van België zelden de krachten gebundeld hebben om een gezamenlijk project te realiseren. Hoewel de onderlinge contacten op het niveau van de directie net zo goed als dat van de staf zonder meer uitstekend zijn, is het geleden van 1992 met Avant-garde in België (1917–1929) dat beide instellingen samen een tentoonstelling organiseerden. Dat is (te) lang geleden. Dat het loont om collecties, onderzoek en expertise uit twee Europese topmusea samen te brengen, bewijst deze overzichtstentoonstelling van het oeuvre van Rik Wouters. Tezamen hebben de twee musea een ongelooflijk ensemble werken van deze kunstenaar – (inter)nationaal een van de grootste artistieke talenten van zijn generatie, wat door zijn vroegtijdige dood niet helemaal vervuld kon worden. Tegelijkertijd kreeg de kunstenaar een bijna legendarische reputatie, zeker in België en meer bepaald in Vlaanderen, waar hij tot op vandaag een absolute publiekslieveling is. En terecht. De twee musea hebben een lange traditie in onderzoek naar Belgische kunst uit de twintigste eeuw, waardoor er in beide huizen veel relevante expertise aanwezig is. De vraag van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel, om tezamen een retrospectieve te organiseren rond Rik Wouters kwam voor ons, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen bovendien op een goed moment. Het museum is op dit ogenblik gesloten – op weg naar een geheel nieuw en gerenoveerd museum, dat in het najaar van 2019 zal heropenen. Om die reden is onze collectie nu meer dan voorheen beschikbaar voor belangrijke en inhoudelijk betekenisvolle projecten. Het is specifiek rond Rik Wouters dat wij de afgelopen twee jaar bijzonder actief zijn geweest. Ons museum organiseerde met partnermusea in binnen- en buitenland drie exposities: Kleur ontketend. Moderne kunst in de Lage Landen (1885–1914) (Gemeentemuseum Den Haag, van 3.10.2015 tot 3.01.2016), Zot geweld / Dwaze maagd (Hof van Busleyden in Mechelen, van 26.08 tot 11.12.2016) en Rik Wouters & het huiselijk utopia (MoMu in Antwerpen, van 17.09.2016 tot 26.02.2017). In die tentoonstellingen werden zowel de artistieke en de cultuurhistorische context als de verrassende actualiteit van Wouters’ kunst onderzocht en in een steeds ander daglicht geplaatst. Opvallend is dat de tentoonstelling in Den Haag erin slaagde Rik Wouters (opnieuw) bij een breed Nederlands publiek te introduceren als een absolute topkunstenaar. Ten slotte zijn al deze

presentaties, en zeker ook het overzicht in Brussel, voor ons belangrijk als inhoudelijke voorbereiding voor de collectiepresentatie in ons hernieuwde museum. Het is nu al zeker dat Rik Wouters daar samen met James Ensor als een van de ankerpunten van de collectie twintigste-eeuwse kunst gebracht zal worden. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen heeft niet alleen een belangrijke, maar ook een grote Wouters-verzameling: niet minder dan 26 schilderijen, 19 beeldhouwwerken, en 63 tekeningen en aquarellen. Vrijwel direct na het overlijden van de kunstenaar en na het einde van de Eerste Wereldoorlog is het Museum diens werk actief gaan verzamelen. Nagenoeg alle hoofdconservatoren hebben werken aan die verzameling kunnen toevoegen: Paul Buschmann, Arthur Cornette, Ary Delen (vriend van de kunstenaar), Walther Vanbeselaere tot en met Lydia Schoonbaert. Daarbij slaagden mijn voorgangers erin liefhebbers en verzamelaars uit de vereniging Kunst van Heden (1905–50) tot schenkingen en legaten te doen overgaan, met name Frans en Charles Franck en Enrique Mistler. Later was het omvangrijke legaat van baron dr. Ludo van Bogaert-Sheid (Sheid is de naam van diens echtgenote) in 1989 van uitzonderlijke betekenis: onder meer 13 schilderijen, waaronder iconische werken als Het ravijn A en Zelfportret met de zwarte ooglap. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen is verheugd over deze samenwerking. Namens de directie en alle medewerkers wil ik Michel Draguet en zijn staf van harte danken en complimenteren. Een gemeend woord van dank gaat uit naar Frederik Leen en Herwig Todts, die dit project inhoudelijk hebben aangestuurd vanuit respectievelijk Brussel en Antwerpen. Maar uiteraard zijn er talloze medewerkers in beide musea bij betrokken – ik wil hun allen hier dankzeggen. Een bijzondere dankbetuiging gaat naar alle bruikleengevers, die bereid waren onze gecombineerde collecties te verrijken met evenzoveel belangrijke werken uit museaal en particulier bezit. Het Koninklijk Museum van Schone Kunsten Antwerpen hoopt dat deze samenwerking de voorbode is van nieuwe projecten waarin het gemeenschappelijk kunstpatrimonium en ons gezamenlijk museaal bezit verder worden uitgelicht en uitgediept. Ons publiek kan daar alleen maar bij winnen.

9



Een zachtaardig avant-gardist



E E N Z A C H TA A R D I G AVA N T- G A R D I S T <

cat. 26, detail

De strijkster

In statu nascendi

Het kunstwerk in wording en het onvoltooide leven van Rik Wouters

FREDERIK LEEN

‘De ervaring leert dat alle dingen die bestemd zijn om van een afstand bekeken te worden – of het nu gaat om schilderijen, beelden of wat ook van dien aard – indrukwekkender en krachtiger zijn als ze bestaan uit fraaie schetsmatige vormen dan wanneer ze zijn afgewerkt.’ Giorgio Vasari, 1550 1

Rik Wouters, zachtaardig avant-gardist In maart 1914 schrijft Sander Pierron over Rik Wouters in L’Indépendance belge: ‘Hij verandert onophoudelijk van onderwerp en van werktuig. Hij zet een nauwelijks aangezet schilderij weer opzij om al te beginnen aan een beeldhouwwerk, dat hij dan in ontwerpstadium achterlaat om een ets te graveren.’ 2 Pierron, een wakkere en kritische observator van de hedendaagse kunst, is Wouters goedgezind, ondanks de stekelige opmerkingen die de tekst doorkruisen. Ook mét de snibbige kanttekeningen blijft het artikel een van de meest kundige eigentijdse syntheses van Rik Wouters’ kunst. Dat blijkt al uit de vaststelling dat Pierron, afgezien van enkele terloopse, zijdelingse prikken naar James Ensor, Jean-Louis Forain, Paul Cézanne, Edouard Vuillard, Vincent van Gogh en Paul Gauguin – alles in één zin! – zich op de intrinsieke kwaliteiten van Wouters’ kunst concentreert.

1

Vasari 1998, p. 74. Originele tekst in de biografie van Luca della Robbia: ‘Alla quale cosa deono molto avere avvertenza gl’artefici, perciò che la sperienza fa conoscere che tutte le cose che vanno lontane – o siano pitture o siano sculture o qualsivoglia altra somigliante cosa hanno più fierezza e maggior forza se sono una bella bozza che se sono finite.’

2

‘Il change sans cesse de motif et d’outil, lâchant une peinture à peine esquissée pour entreprendre une sculpture, qu’il laissera à l’état d’ébauche pour se mettre à graver une eau-forte.’ Pierron 1914, p. 3, hernomen in vertaling in Bertrand 2000, p. 326.

13



Schilderijen



SCHILDERIJEN <

cat. 23, detail

Vrouw in een interieur [Interieur A]

Rik Wouters als schilder van licht en kleur*

S T E FA A N H AU T E K E E T E

Een eeuw na de dood van Rik Wouters zijn de meeste facetten van zijn oeuvre in tal van publicaties aan bod gekomen. De laatste decennia brachten Olivier Bertrand, Kurt De Boodt en Eric Min nog veel onbekende biografische details aan het licht.1 Maar een aantal vragen zullen allicht voor altijd onbeantwoord blijven. Waarom, bijvoorbeeld, nam Wouters lessen aan de academies van Mechelen (van 1897 tot 1901) en Brussel (van 1900 tot 1905) in het beeldhouwen, maar amper in het schilderen, een kunstvorm die hem evenveel fascineerde en die de focus vormt van deze bijdrage? Als zeventienjarige volgde Wouters lessen ‘tekenen naar levend model’ bij Jan Willem Rosier. Zelf schilder en tevens directeur van de Mechelse academie, stond Rosier wellicht sommige studenten toe om in zijn les tekenen ook schilderstudies uit te voeren, en misschien gaf hij hun wat technisch onderricht. Mansportret (1899–1902, cat. 3) en Kobe van Mechelen (1899–1902, cat. 2) zijn verdienstelijke studiekoppen uit die periode, traditioneel qua opbouw, maar al getuigend van een zeker talent. Kobe was een bekende Mechelse vagebond die poseerde voor plaatselijke kunstenaars, onder wie de zeven jaar oudere beeldhouwer Theo Blickx. De vader van Wouters, een meubelmaker in wiens atelier Blickx nog had gewerkt, vroeg die laatste om zijn zoon te helpen tijdens diens studies aan de Mechelse academie. Rik kwam

*

Dit artikel is grotendeels gebaseerd op mijn boek Rik Wouters (1882–1916): Ontwikkeling en betekenis van het picturale œuvre, Antwerpen, 1997, waarin alle aspecten van Wouters’ picturale oeuvre meer in detail aan bod komen. De data vermeld in dit artikel zijn uit dit boek overgenomen en kunnen bijgevolg verschillen van die in de bijschriften van deze catalogus.

1

Zie bibliografie, pp. 293–297.

33









Werken op papier



W ERK EN O P PA P IER <

cat. 109, detail

Cavalcade op de Hoogburg te Mechelen

Lijn, vorm en kleur. Inleidende beschouwingen tot een keuze van werken op papier

INGA ROSSISCHRIMPF

Wat als men de schilder en beeldhouwer Rik Wouters intrinsiek als tekenaar en aquarellist zou beschouwen?1 Toen Wouters zijn kunstenaarscarrière startte, was het artistiek experimenteren met droge of natte technieken op papier niet langer ondergeschikt aan schilderen of beeldhouwen. Al in de loop van de negentiende eeuw ondergingen de teken- en prentkunst veranderingen die de grenzen tussen de teken- en de schilderkunst meer en meer deden vervagen. De traditionele perceptie van tekenkunst als voorbereidend werk en prentkunst als voornamelijk reproductiekunst werd steeds minder aanvaard. Sommigen van de groten namen in de Belgische kunst rond 1900 werkten vooral of toch in belangrijke mate ‘op papier’. Denken we maar aan Félicien Rops, Fernand Khnopff, Jean Delville, William Degouve de Nuncques of, iets later, Léon Spilliaert. De ook in verband met Wouters vaak genoemde schilder James Ensor maakte zijn internationale faam in eerste instantie door de verspreiding van zijn talrijke prenten. Vanaf het fin de siècle werden tekeningen en grafiek als autonome kunstvorm erkend en op nationale en internationale tentoonstellingen getoond. Ze hingen in galerieën, maakten deel uit van privéverzamelingen en werden al heel snel door publieke instellingen verzameld. Het mag dan ook niet verwonderen dat we bij Rik Wouters reeds vanaf 1906 naast tekenoefeningen en louter voorbereidende tekeningen ook grote, aan schilderijen gelijkgestelde werken op papier vinden zoals pastels (cat. 74). Wouters sluit hier zowel qua techniekkeuze als esthetisch bij zijn voorgangers van het Belgische fin de siècle aan, maar zal het pastel vervolgens enkele jaren terzijde leggen en vooral met pen en houtskool tekenen.

1

Rik Wouters heeft talloze tekeningen, aquarellen, pastels en etsen vervaardigd. Toch wordt zijn werk doorgaans als dat van een schilder en/of beeldhouwer benaderd. Zie hiervoor de bibliografie op p. 293–297.

129





Beelden



BEELDEN <

cat. 191, detail

Vrouw in de zon

De impressionistische beeldhouwkunst van Rik Wouters. Op de drempel van een nieuwe tijd

FR A N C IS C A VA N D E PI T T E

In een coda bij Lust for Life rakelt Herwig Todts voorzichtig een in de vergetelheid geraakt statement op als zou Rik Wouters niet aan de oorsprong, maar aan het einde van een langdurige en brede artistieke ontwikkeling staan.1 In die optiek vormt het levendige kunstscheppen van deze zachtaardige avant-gardist veeleer een bekroning van het negentiende-eeuwse impressionisme dan de frisse, vernieuwende impuls voor de Belgische beeldende kunst aan het begin van de twintigste eeuw waaraan hij naam en faam dankt. Met deze bijdrage willen we de tijd nemen om kritisch stil te staan bij Wouters’ sculpturale oeuvre door het te toetsen aan de heersende maatschappelijk-artistieke context van de twee decennia die aan de Eerste Wereldoorlog voorafgingen. Zodoende hopen we niet alleen de historische betekenis ervan nauwkeuriger te kunnen omschrijven, maar ook de vanuit kunsttheoretisch oogpunt complexe verhouding tussen zijn beeldhouw- en schilderkunst genuanceerd te kunnen belichten.

1

Todts in Mechelen & Antwerpen 2016–17, p. 81.

203


BEELDEN

211


BEELDEN

afb. 33

Emile-Antoine Bourdelle, Penelope Penelope,, 1907, brons, 240 × 84 × 71 cm, Musée Bourdelle, Parijs, inv. MB br.1852

215





RIK WOUTERS

196

Het zotte geweld geweld,, (1912), brons, 195 × 115 × 130 cm, Museum van Elsene, Brussel, inv. CC1251

244



Wouters in de kunstwereld



WOUTERS IN DE KUNST WERELD <

cat. 51, detail

Het ravijn A

Hongeren naar een plaats in de canon. Over de receptie van het werk van Rik Wouters

HERWIG TODTS

Fortuin of faam In 1902 studeert Rik Wouters aan de academie in Brussel. Hij maakt er kennis met Hélène ‘Nel’ Duerinckx. In de herinneringen die zij bijna veertig jaar later neerschrijft, vertelt Nel hoe zij als zestienjarig, kennelijk vrijgevochten meisje de jonge academiestudent na een feestje ontmoet en hem het hof maakt. De volgende dag gaan ze samen wandelen, ze kussen elkaar en Rik vertelt zijn lief dat hij jammer genoeg slechts een armoezaaier is, maar dat hij een groot schilder en een groot beeldhouwer wil worden. Hij vraagt haar of ze bereid is om samen met hem een armzalig leven vol opoffering te leiden. Of ze niet zal jammeren wanneer ze honger hebben. Want, zo zou Rik haar hebben gezegd: ‘Vooraleer ik een groot artiest zal zijn, zullen wij veel miserie kennen.’1 Hans Abbing, professor emeritus aan de Universiteit van Amsterdam en beeldend kunstenaar, heeft als econoom grondig onderzoek verricht naar de vraag waarom moderne westerse kunstenaars massaal en vrijwillig kiezen voor armoede. Abbing publiceerde in 2002 de studie Why Are Artists Poor? The Exceptional Economy of the Arts.2 Het boek

1

Min 2011, pp. 47–48. De anekdote komt uit de Souvenirs inédits de Madame Wouters (1917–1952), waarvan het manuscript bewaard wordt in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. De anekdote werd overigens gepubliceerd in Wouters 1944.

2

Hans Abbing studeerde beeldende kunst aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en economie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voor hij als hoogleraar in Rotterdam en Amsterdam ging doceren, werkte hij jarenlang als ambtenaar bij het Ministerie van Cultuur, waar hij van nabij de subsidiepolitiek ten aanzien van de beeldende kunst en de beeldende kunstenaars leerde kennen.

253



WOUTERS IN DE KUNST WERELD <

fig. 40, detail

Eigentijdse kopie of kladversie van het contract Giroux-Wouters

Rik Wouters en Georges Giroux: de kunstenaar en de galeriehouder

OLIVIER BERTRAND

Vernieuwing van de kunstmarkt in België Meer dan een halve eeuw nadat Galerie Georges Giroux de deuren sloot, blijft de naam van haar oprichter een referentie in de academische wereld en in die van de kunsthandel.1 Galerie Giroux heeft inderdaad een doorslaggevende rol gespeeld in het Brusselse culturele leven en had een niet te onderschatten aandeel in de ontsluiting van de Belgische kunstmarkt. Op 16 maart 1912 opende de in Brussel verblijvende Fransman Georges Giroux in de Koningsstraat een galerie rond een heterogene groep kunstenaars, van wie we onder meer de namen Auguste Oleffe, Marcel Jefferys, Willem Paerels en Louis Thévenet onthouden. En Rik Wouters natuurlijk. Wouters exposeerde er sculpturen, waaronder Het zotte geweld (afb. 37), tekeningen etsen en enkele schilderijen, zoals Paddestoelen. In de loop der jaren kwam Georges Giroux op voor het werk van meerdere kunstenaars en nam hij een belangrijke plaats in in hun leven. Op die manier beïnvloedde hij tevens de geschiedenis van de Belgische kunst, vooral die van het zogenaamde Brabantse fauvisme. Met zijn tentoonstellingen en openbare verkopen bood Giroux talrijke Belgische verzamelaars en nationale musea de kans om eersterangswerken te verwerven. We inventariseerden meer dan vijftigduizend beelden en schilderijen, aangeboden op de openbare verkopen die Galerie Giroux tussen 1915 en 1960 op regelmatige basis organiseerde. Deze lijst kan nog worden aangevuld met duizenden andere kunstwerken die tijdens de bijna halve eeuw dat de galerie actief was, op groeps- en solotentoonstellingen te zien waren (afb. 38).

1

Antoine Philibert Giroux, doorgaans Georges Giroux genoemd, werd geboren op 25 augustus 1868 in Mâcon, in het departement Saône-et-Loire. Hij overleed op 30 september 1923 in Brussel.

267



Bijlagen



B I J L A G E N - Biografie

Biografie RIK WOUTERS (1882–1916) OLIVIER BERTRAND

Opleiding en eerste wedstrijden (1899–1907) Hendrik (bijgenaamd Rik) Wouters werd op 21 augustus 1882 in Mechelen geboren. Op twaalfjarige leeftijd begon zijn artistieke vorming bij zijn vader, die meubelmaker was – de stad Mechelen stond destijds bekend om haar meubelambacht. Samen met Ernest, Ferdinand en Frans Wijnants, die eveneens als leerjongens bij zijn vader werkten, maakte Rik decoratieve meubelmotieven. Na drie jaar opleiding besloot hij om zijn artistieke kwaliteiten en vooral zijn aanleg voor het beeldhouwen met een artistieke opleiding verder te ontplooien. In 1897 schreef hij zich in aan de Academie voor Schone Kunsten van Mechelen. Hij volgde er tot in 1901 les bij de Mechelse kunstenaar Theo Blickx, met wie hij bevriend raakte. Aangemoedigd door zijn mentor trok Wouters in 1900 naar de Brusselse academie, waar hij lessen ‘beeldhouwen naar de natuur’ volgde bij de befaamde kunstenaar Charles Van der Stappen. In die periode ontbrak het hem nog aan inspiratie en werd zijn verdere ontwikkeling belemmerd door de academische beperkingen en door met allegorische onderwerpen beladen wedstrijden. In 1902 werd hij opgeroepen voor legerdienst in de Universitaire Compagnie. Daar genoot hij het privilege om zijn studies aan de academie in avondschool voort te zetten terwijl hij overdag aan de militaire oefeningen deelnam.

De ontmoeting met Nel In 1904 ontmoette Rik Wouters de zestienjarige Hélène Duerinckx, die toen al de bijnaam Nel droeg (afb. 43). Ze poseerde voor beroemde kunstenaars als Philippe Wolfers en Jacques de Lalaing. Wouters leerde in die periode ook Ferdinand Schirren, Edgard Tytgat, AnnePierre de Kat en Jean Brusselmans kennen. Rik en Nel zagen elkaar vaak. Zij poseerde voor de jonge kunstenaar en werd zijn muze. Het koppel trouwde op 15 april 1905 en ging in de Brusselse randgemeente Watermaal wonen. Hun levensomstandigheden waren evenwel zo armoedig dat ze geen andere uitweg zagen dan bij vader Wouters in Mechelen in te trekken. Rik ervoer die terugkeer naar het ouderlijke huis als een vernedering. Nel werd het dienstmeisje van de familie, terwijl Rik een stuk van zijn vaders atelier ter beschikking kreeg. Zijn ambities kon hij echter niet waarmaken. Wel lukte het hem om in februari 1906 voor het eerst deel te nemen aan een tentoonstelling, georganiseerd door de kunstkring De Distel. Hij exposeerde er een twaalftal werken in verschillende technieken: olieverfschilderijen, houtskooltekeningen, pastels en sculpturen. Maar het succes bleef uit. Hij vernietigde alles, behalve het grote beeld De nimf (afb. 44), een eerste poging om de academische logheid te doorbreken. Het beeld, waar hij in Watermaal aan begonnen was, zou echter onafgewerkt in Mechelen achterblijven.

afb. 42

Rik Wouters voor De vlinder, 1915, Amsterdam, privéverzameling

279



Dankwoord De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België wensen hun bijzondere dank te betuigen aan professor dr. Manfred Sellink, hoofddirecteur van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, en zijn afdelingen Collecties, Marketing, Communicatie en Educatie voor de uitzonderlijk genereuze ­bruikleen aan onze tentoonstelling en voor de welwillende en hartelijke samenwerking. Vanzelfsprekend gaat onze dank eveneens uit naar alle andere bruikleengevers, verzamelaars en ­directeurs van openbare en privéinstellingen voor hun bereidwillige medewerking, waardoor zij deze tentoonstelling mogelijk gemaakt hebben: Amsterdam, Rijksprentenkabinet, Jane Turner, hoofd Rijksprentenkabinet Amsterdam, Stedelijk Museum, Beatrix Ruf, directeur Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, prof. dr. Manfred Sellink, hoofddirecteur Antwerpen, Museum Plantin-Moretus, UNESCO Werelderfgoed, Iris Kockelbergh, directeur Belfius Art Collection, Bénédicte Bouton, Head of Culture Olivier Bertrand BNP Paribas Fortis, Dominique Van Hove, Head of Arts Collection & Historical Archives Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, Patrick Lefèvre, algemeen directeur Brussel, Museum en Tuinen van Buuren, Isabelle Anspach, directeur Brussel, Museum van Elsene, Claire Leblanc, conservator-directeur Deurle, Museum Dhondt-Dhaenens, Joost Declercq, directeur Gent, Museum voor Schone Kunsten, Catherine de Zegher, directeur The Louis & Evelyn Franck Collection Luik, Musées de la Ville de Liège, Jean-Marc Gay, directeur Luik, Musée des Beaux-Arts de La Boverie, Régine Rémon, 1ste conservator Musea Brugge, Groeningemuseum, Till-Holger Borchert, directeur Parijs, Centre Georges Pompidou, Parijs – Musée national d’Art Moderne, Bernard Blistène, directeur The Phoebus Foundation, Katharina Van Cauteren, stafchef Rijsel, Palais des Beaux-Arts de Lille, Bruno Girveau, directeur Stad Mechelen – Musea & Erfgoed, Anouk Stulens en Sigrid Bosmans, directie en de bruikleengevers die anoniem wensen te blijven. Wij bedanken ook allen die ons geholpen hebben bij ons onderzoek. Hun medewerking was van zeer groot belang bij de realisatie van de tentoonstelling en de begeleidende catalogus: Stefan Campo, Anne Carre, V ­ eerle De Meester, Cynthia De Moté, Liesbeth De Ridder, Vincent Fierens, Judith Goris, Marijke Hellemans, Martine Hollenfeltz, Patricia Kolsteeg, Olga Makhroff, Dominique Marechal, Wenke Mast, Moniek Nagels, Birgit Pluvier, David Ryser, Muriel Sacré, Bettina Steg, Bart Stroobants, Martial Trouillez, Nadia Vangampelaer, Joris Van Grieken, Fleur van Paassen. Evenals Recyclart-Fabrik.


RIK WOUTERS RETROSPECTIEVE Rik Wouters, in 1882 in Mechelen geboren, was een kunstenaar van Europees niveau, die zowel schilderde als beeldhouwde en tekende. Hij bezat een uitzonderlijke artistieke gave, die als een meteoor kortstondig oplichtte. Wouters’ levenslustige en kleurrijke oeuvre laat niets vermoeden van de drama’s die zijn korte leven hebben getekend. Amper drieëndertig was hij, toen hij in 1916 overleed. Vanwege zijn uitbundige kleurgebruik en zijn authentieke, eenvoudige en ontroerende thema’s wordt Rik Wouters traditioneel als het boegbeeld van het Brabantse fauvisme gezien. Toch hoort zijn stijl, die affiniteit vertoont met Ensor, Cézanne en Renoir, duidelijk tot de avant-garde. Zijn fascinerende artistieke erfenis getuigt van een immens talent en maakt hem tot een onbetwiste meester van de Belgische moderne kunst.

ISBN 978-2-7572-1282-0


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.