5 mei 2017 jaargang 93
VAKBLAD OVER VEILIG EN GEZOND WERKEN
Er is geen one size ďŹ ts all THEMA: KENNISOVERDRACHT Alcohol, drugs en privacy: wat mag er (niet)?
Door registratie kennis en ervaring officieel maken
Veilig werken op meertalige werkvloeren
UW VCA DIPLOMA HALEN? BOEK NU! EN DOE MORGEN EXAMEN!
u a e r u b n e m a ex ! w r u a e a i w N n e t f o l be t k a a m “Bij VCANIVO kon ik gemakkelijk mijn VCA examen inplannen voor de volgende dag in mijn woonplaats. Ideaal!!’’
Nu boeken, morgen examen doen!
Examen doen vanaf € 57,50 (excl. Btw)
Direct je VCA-pas in Nieuwegein
Lesboek erbij voor € 5,00 (excl. Btw)
Meer dan 6.000 plekken per week
Bijna 30 examenlocaties
Kijk voor alle mogelijkheden op www.vcanivo.nl of neem contact met ons op. | Fultonbaan 80 | 3439 NE Nieuwegein | Telefoon 0800 - 82 264 86 | info@vcanivo.nl | Copyright © 2017 VCANIVO - Alle rechten voorbehouden. - Versienummer 1.1
Colofon
Lang leve(n) leren
VAKBLAD ARBO IS EEN UITGAVE VAN VAKMEDIANET HOOFDREDACTEUR Jacqueline Joosten jacquelinejoosten@vakmedianet.nl EINDREDACTEUR Inge Mulder VASTE MEDEWERKERS Walter Baardemans, Bas van Batenburg, Ton Bennink, Marc Hek, Ehsan Kermani, Rob Poort, Tjabe Smid, Nicole Weidema, Pascal Willems, Arthur Zanders en Walter Zwaard REDACTIEADVIESRAAD Marjolein Bastiaanssen, Cecile de Roos, Jan Smid, Arthur Zanders en Walter Zwaard UITGEVER Jelske Gerritsma ACCOUNTMANAGER Karin Ernsting, telefoon 06 29 30 49 14 karinernsting@vakmedianet.nl VORMGEVING & OPMAAK colorscan, www.colorscan.nl DRUK Ten Brink, Meppel ADRES Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn www.arbo-online.nl ABONNEMENTENADMINISTRATIE klantenservice@vakmedianet.nl, tel. 088-5840888 ABONNEMENTEN Vakblad Arbo verschijnt 10 keer per jaar. Jaarabonnement € 235,00. Verzending buitenland per jaar € 29,50 (EU) en € 41,50 (niet-EU-landen). Prijzen zijn exclusief btw. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. OPLAGE Door onafhankelijk accountant gecontroleerde oplage. Zie voor accountantsverklaring van Grant Thornton www.vakmedianet.nl. COPYRIGHT Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © Vakmedianet 2017 PUBLICATIEVOORWAARDEN Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. DISCLAIMER Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie.
Iedereen heeft tegenwoordig de mond vol van een leven lang leren . Om SER-voorzitter Mariëtte Hamer te parafraseren: Een goede opleiding is niet genoeg. Wendbaar zijn, weerbaar zijn. Dat is van doorslaggevend belang . Vandaar dat de SER nu komt met een advies over postinitieel leren en een positieve leercultuur. De inhoudelijke aansluiting bij de beroepspraktijk moet actueler, flexibeler, innovatiever, realistischer en daarom moet iedere werknemer een persoonsgebonden budget krijgen voor een zélf gekozen ontwikkeltraject. Sociale partners moeten hierover snel afspraken maken, aldus de SER. Is dat dan het ei van Columbus? Volgens managementwetenschapper Bas Kodden (Nyenrode) is leiding nemen over je leven en professionele ontwikkeling het moeilijkste wat er is. Een diploma is vooral een valkuil: na vier jaar weet je meer dan 90% niet meer. Ook ervaring is minder belangrijk dan we altijd hebben aangenomen. Het jarenlange onderzoek van Kodden naar duurzaam presteren laat zien dat succes tegenwoordig vooral wordt bepaald door zelfeffectiviteit en de fit met de organisatie waarin je werkt. Kodden: Aanpassingsvermogen is cruciaal en als een spier. Je kunt iets oprekken, maar eens knapt het. Een werknemer moet dus zoeken naar een werkomgeving die past bij zijn talenten, zegt Kodden. Zo wordt er heel wat van professionals verwacht. U moet er zelf voor zorgen dat u zich aanpast, bijblijft en aangeven wat u daarbij nodig heeft. Een instrument dat hierbij helpt is de EVC, dat verworven competenties in beeld brengt. Maar er is veel meer. Eigenlijk gaat het om skills : cognitieve én niet-cognitieve vaardigheden. Vakspecifieke kennis én zaken als sociale vaardigheden, creativiteit, zelfreflectie en motivatie zijn van belang om te weten waar u naartoe wilt werken. Het wordt bijna leren om te leven ! Een positieve leercultuur is een voorwaarde om een leven lang te kunnen leren. Lang leve leren begint op de werkvloer. Er zijn veel leuke manieren om hieraan te werken. Maar het blijft een grote uitdaging om professionals intrinsiek gemotiveerd te laten zijn om te blijven leren. Samen moeten werkgever en werknemer vooruitkijken naar de toekomst en bepalen wat iemand nodig heeft. Maar beiden moeten bereid zijn te investeren en de tijd nemen om het geleerde toe te passen, zo komt uit de rondetafeldiscussie Bevoegd of bekwaam in dit nummer van Vakblad Arbo.
ISSN 1571-4152 Businesspartners
W ork safe Feel safe
Jacqueline Joosten hoofdredacteur
arbo 5 ¦ 2017 3
ODFJELL: HET GAAT WEL BETER, MAAR NOG NIET GOED GENOEG Inhoud
8
14
8 De lessen na Odfjell Odfjell Terminal Rotterdam is op de goede weg. Dat is de conclusie van de Onderzoeksraad voor Veiligheid na het in 2016 gehouden vervolgonderzoek. Door Rob Jastrzebski
18
14 Ervaring officieel maken Geert Hendriks is uitvoerder en veiligheidskundige. En op een haar na geregistreerd veiligheidskundige. Opdrachtgevers nemen me nu serieuzer. Door Ton Bennink
18 'Er is geen one size fits all' Medewerkers moeten zelf zorgen dat zij bekwaam zijn en blijven. Dat vinden deelnemers aan de rondetafel bevoegd of bekwaam . En hóe zij leren, dat verschilt. Door Walter Baardemans
22 Aan de slag met scholing Werknemers die door ziekte hun werk permanent niet meer kunnen uitvoeren, kunnen veel baat hebben bij scholing. In de wet is het al geregeld. Door André Vergne
4 arbo 5 ¦ 2017
arbo Verder in dit nummer
Iedere maand
28 Alcohol, drugs en privacy
6 Trending
Wat betekent het rapport over Uniper Benelux B.V.
Nieuws en tweets
voor de mogelijkheden van werkgevers op alcohol en drugs te controleren in hun organisatie?
17 Column
Door Pascal Willems
Walter Zwaard
30 Misverstanden voorkomen
25 Gastcolumn
Taalverschillen op het werk mogen niet leiden tot
Sandra Hertogh
misverstanden, stress of zelfs incidenten. Welke maatregelen werken waar? Hoe is het goed genoeg?
26 Jurisprudentie
Door Inge Mulder
Rob Poort
34 Drempels verlagen
33 Ongeval
De mobiliteitsbranche ging na waarom een goed
Beetje duizelig
gesprek over werkdrukaanpak lastig kan zijn. Dat resulteerde in bruikbare tools ‒ ook voor elders.
38 Producten
Door Huub Pennock en Aukje van der Bent
39 Media
41 Opleidingen
28
30
34
arbo 5 ÂŚ 2017 5
Zeer subjectief en voor discussie vatbaar selecteert de redactie iedere maand highlights op het gebied van veiligheid en gezondheid.
Trending in arbo Mondiaal Schiphol nog net veilig genoeg
Ziek in de lucht Een piloot van British Airways is overleden door giftige lucht in de cockpit.
Luchthaven Schiphol is door de groei van de afgelopen jaren druk en complex geworden. Ook het toezicht moet beter.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van een recent gepubliceerd rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). De OVV stelt dat vliegverkeer nog veilig is, maar dat de grens in zicht komt. De OVV pleit ervoor pas een besluit te nemen over mogelijke groei van Schiphol na verbetering van de veiligheid. De afhandeling van het vliegverkeer moet eenvoudiger, het toezicht moet beter en de overheid moet zich nadrukkelijker als eindverantwoordelijke gaan opstellen, zo luidt het advies. De ligging van start- en landingsbanen maakt dat vliegtuigen soms elkaars pad kruisen. De luchtverkeersleiding die alles in goede banen moet leiden, is overbelast. De inspectie die het geheel overziet heeft te weinig kennis en capaciteit in huis, stelt de OVV.
Discussieer mee in de linkedIn-groep vakblad Arbo
In 10 stappen naar privacywetgeving In voorbereiding op de nieuwe Europese privacywetgeving heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een tienstappenplan opgesteld.
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) gaat in op 25 mei 2018 en geldt voor de hele Europese Unie. In Nederland vervangt de AVG de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De nieuwe wet versterkt en breidt privacyrechten van mensen uit én zorgt voor meer verplichtingen voor organisaties die persoonsgegevens verwerken. Zo moeten organisaties onder de AVG een register bijhouden om aan te tonen dat ze in overeenstemming met de wet handelen. Soms zijn ze ook verplicht een privacy impact assessment (PIA) uit te voeren. De AP adviseert organisaties op tijd te beginnen met de implementatie van de regels door tien stappen te doorlopen. Zij heeft daartoe met andere Europese privacytoezichthouders richtlijnen opgesteld. Die geven meer uitleg over onder meer wanneer en hoe organisaties een PIA moeten uitvoeren.
HSL Logistik ontspoord De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft goederenvervoerder HSL Logistik uit Den Bosch verboden nog op het Nederlandse spoor te rijden.
Het bedrijf heeft volgens de inspectie de veiligheid niet op orde, ondanks meerdere waarschuwingen. Het is voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis dat ILT een vervoersbedrijf van het spoor weert. ILT acht de kans op ongelukken te groot, ook omdat HSL Logistik gevaarlijke stoffen als ethanol vervoert. In het bedrijf is structureel te weinig aandacht voor de vakbekwaamheid van het personeel.
6 arbo 5 ¦ 2017
De ILT concludeert ook dat het zogeheten veiligheidssysteem van het bedrijf niet voldoet aan de wettelijke vereisten en zelfs helemaal niet wordt toegepast. Het vervoersbedrijf kwam op 14 februari onder verscherpt toezicht van de ILT. Die controleerde vanaf dat moment vaker op de technische staat van de treinen en de vakbekwaamheid van machinisten. Ook zijn er sinds 2015 vijf processen verbaal opgemaakt voor onregelmatigheden met gevaarlijke stoffen. De directeur van HSL Logistik, Björn Ormeling, noemt de maatregel “totaal disproportioneel”.
Dat zegt zijn tweelingbroer in een rechtszaak tegen de luchtvaartmaatschappij. Vóór zijn dood op 43-jarige leeftijd leed Richard Westgate aan hoofdpijn, een verslechterd gezichtsvermogen, geestelijke verwarring en slapeloosheid. Toen zijn klachten in het Verenigd Koninkrijk niet serieus werden genomen, kwam Westgate naar Nederland voor verdere behandeling.
Vuilnisman vindt ziekte Een Spaanse vuilnisman heeft de dubieuze eer als eerste mens te zijn besmet met een varkensziekte.
De vuilnisman moest gevaarlijk afval verzamelen bij een onderzoekslaboratorium. Vermoedelijk is hij op een onjuist verpakte injectienaald gaan staan met daarin de bacterie die een vorm van varkensbrucellose veroorzaakt. De man leidt aan een auto-immuunziekte waardoor de infectie kon toeslaan. Slechts een paar laboratoria in de hele wereld hebben de betreffende bacterie in bezit.
De prijs van veiligheid De salarissen van veiligheidskundigen in de Canadese olie-industrie zullen de komende tijd naar verwachting dalen met 10 tot 50 procent.
Tot 2015 groeiden de bomen tot in de hemel voor de olie-industrie. En het gemiddelde salaris van veiligheidskundigen steeg mee tot ruim 125.000 dollar per jaar. Dat was twee keer zo veel als professionals in de zorg verdienden. Nu de olieprijzen sinds 2015 fors zijn gedaald, moeten ook veiligheidskundigen de buikriem aanhalen.
Moord is arbeidsongeval Een vrouw die werd vermoord tijdens een gewapende overval in het Amerikaanse Richmond, is volgens de rechter slachtoffer van een arbeidsongeval.
Voor haar nabestaanden betekent dit dat de rechter de schadevergoeding van 100 miljoen dollar wegens dood door schuld heeft afgewezen. Omdat het hier naar de mening van de rechter om een fataal arbeidsongeval gaat, heeft de familie alleen recht op een uitkering van de staat.
Twitter @joycemooring 20 april
Werknemers Jumbo distributiecentra staken door tot er een cao-akkoord ligt met afspraken over oa werkdruk
Meer nieuws? www.arbo-online.nl
@arbounie 18 april
Robots op de werkvloer steeds geavanceerder om te besturen. Welke risico’s brengt dit met zich mee? http://bit.ly/2ptVAGu @TNO 14 april
Tip: laat je beeldscherm even met rust! 25% van de werknemers verricht namelijk meer dan 6 uur per dag aan beeldschermwerk @carolienhamming 14 april
Het is schadelijk voor werknemers te propageren dat je #burnout kunt tegengaan met #bevlogenheid
VAKBASE Snel naar betrouwbare antwoorden www.arbovakbase.nl
Aanpassingen in ontwerp Arbobesluit Op 1 juli 2017 treedt de nieuwe Arbowet in werking. Na een internetconsultatie is het voorstel voor het Arbobesluit nog op punten gewijzigd.
Dat meldt het ministerie van SZW. Het verslag met de uitkomsten is begin april 2017 gepubliceerd. De internetconsultatie betrof de wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit op het vlak van second opinion en klachtenprocedure. Gelet op de meeste reacties, staat het belang van de second opinion buiten kijf. De kritiek betreft voornamelijk de beoogd*e uitvoering. Punten van zorg: de vrije artsenkeuze van de werknemer en de definiëring van het begrip ‘zwaarwegende argumenten’. Onduidelijk: het onderscheid tussen de second opinion en het deskundigenoordeel van UWV.
Volg Vakblad Arbo ook op twitter
Naar aanleiding van de reacties is het Arbobesluit op een aantal punten aangepast of van een toelichting voorzien: » De positie van de werknemer is versterkt door hem het recht toe te kennen zelf de second opinionbedrijfsarts te kiezen als het contract meerdere bedrijfsartsen of arbodiensten bevat. » De regering zal het begrip ‘zwaarwegende argumenten’ niet nader toelichten. Zij sluit zoveel mogelijk aan bij wat in de reguliere sector gebruikelijk is. Een nadere opsomming van argumenten waarom een bedrijfsarts niet hoeft door te verwijzen, is strijdig met de gedachte dat de second opinion juist kan bijdragen aan herstel van vertrouwen in de bedrijfsarts. » De second opinion en de informele collegiale ondersteuning zoals die in de praktijk nu al voorkomt, kunnen naast elkaar bestaan. Het ontwerpbesluit sluit dit niet uit. » Het onderscheid tussen second opinion en deskundigenoordeel: de voorlichting over het besluit zal hieraan aandacht besteden. De artikelsgewijze toelichting op het Arbobesluit voorziet in meer uitleg. Alle bedrijven en organisaties hebben na de invoering van de nieuwe Arbowet tot 1 juli 2018 de tijd voor aanpassing van het contract met de arbodienstverlener.
To do Landelijk Arbo Congres Arbo is in beweging. De wijzigingen in de Arbowet van 2017 kunnen ook gevolgen hebben voor uw vakgebied. Voldoet uw organisatie nog aan de wet?
Heeft bijvoorbeeld de preventiemedewerker of arbocoördinator voldoende uren tot zijn beschikking? Hoe brengt u het arbobeleid tot uitvoering? Wat doen uw vakgenoten? Hoe zit het met de meest actuele arbo wet- en regelgeving? Wacht niet af, maar neem de regie in eigen hand. Zo zorgt u ervoor dat uw organisatie alle voordelen die de nieuwe Arbowet biedt, optimaal kan benutten. Het Landelijk Arbo Congres vindt plaats op donderdag 13 juni 2017 in Nationaal Sportcentrum Papendal te Arnhem. Deelname kost € 499 per persoon, excl. btw. Er geldt een vroegboekkorting bij inschrijving vóór 14 mei. Kijk voor meer info op www.arbocongres.nl.
arbo 5 ¦ 2017 7
Scherp blijven op veiligheid Brzo
De lessen na Odfjell
Zonder steun van het Noorse moederbedrijf was Odfjell de problemen niet te boven gekomen.
Odfjell Terminal Rotterdam is op de goede weg. Het borgen van de veiligheid en het Brzo-toezichtstelsel zijn wel nog voor verbetering vatbaar. Deze conclusies trekt de Onderzoeksraad voor Veiligheid na het in 2016 gehouden vervolgonderzoek Veiligheid Brzo-bedrijven: de lessen na Odfjell . tekst Rob Jastrzebski
rofessor mr. dr. Erwin Muller, vice-voorzitter van de Onderzoeksraad: “De casus Odfjell was een wake-upcall voor de industrie én de overheid.” Muller stelt: “Nederland telt circa vierhonderd bedrijven die vallen onder het regime van het Besluit risico’s zware ongevallen. Dit zijn de vierhonderd gevaarlijkste bedrijven van Nederland. Daarom hebben we als Raad speciale aandacht voor deze bedrijvencatetegorie. Want als het veiligheidsstelsel bij zo’n bedrijf faalt, kunnen de gevolgen voor de omgeving enorm zijn.”
P
Foto Odfjell SE
Falend beleid Dat het bij Odfjell in de Rotterdamse Botlek niet tot een daadwerkelijke ramp kwam, mag een klein wonder heten. Want bij de tankterminal faalden werkelijk alle aspecten van het interne veiligheidsbeleid. Opslagtanks, drijvende tankdaken en technische veiligheidsvoorzieningen als overdrukventielen en automatische blussystemen, vertoonden jarenlang achterstallig onderhoud. Het bedrijf kon niet aantonen dat kritische veiligheidssystemen bij een incident goed zouden functioneren. Inspecteurs vonden tijdens een onaangekondigde Brzo-inspectie in 2012 dat er hierdoor sprake was van een acuut en onverantwoord veiligheidsrisico. Tussen 2000 en 2012 vonden op het terrein al diverse incidenten plaats, waaronder lekkages. Na de verontrustende bevindingen van de inspecteurs legde Odfjell uiteindelijk onder grote druk van het bevoegd gezag zijn bedrijf stil.
arbo 5 ¦ 2017 9
Onderzoek OVV De Onderzoeksraad voor Veiligheid startte een uitgebreid onderzoek, om vast te stellen waar het mis was gegaan. En vooral ook om vast te stellen wat er moest gebeuren om de terminal weer veilig in bedrijf te kunnen nemen. Daarbij keek de Raad ook naar de rol van de opdrachtgevers en toezichthouders. In het vervolgonderzoek, begin maart 2017 gepubliceerd, heeft de Raad bekeken wat de betrokken partijen met de conclusies en aanbevelingen van het eerste onderzoeksrapport in 2013 hebben gedaan. Reinier de Wit, projectleider van het onderzoek ‘De lessen na Odfjell’, vat samen wat de grootste knelpunten waren waarmee het bedrijf aan de slag moest. “Een groot deel van het tankpark moest technisch worden gereviseerd en veiligheids- en blussystemen vernieuwd. De achterliggende oorzaak van de technische gebreken was echter de falende veiligheidsorganisatie binnen het bedrijf. Veiligheid was bij het management van Odfjell in alle opzichten een blinde vlek. De aandacht was gericht op het behalen van de commerciële doelstellingen, veiligheid kwam structureel op het tweede plan. Er was geen goed functionerend veiligheidsmanagementsysteem, het onderhoud werd slecht geregistreerd en het interne veiligheidstoezicht was ver onder de maat. In het management was er geen gevoel van urgentie om die problemen aan te pakken. Er ontbrak een veiligheidscultuur die geworteld is in alle lagen van de organisatie en gericht is op proactieve risicobeheersing.”
Ketenverantwoordelijkheid De geconstateerde veiligheidsproblemen bij Odfjell en de daarop volgende stillegging, hadden grote impact. Niet alleen op het bedrijf zelf, maar ook op de klanten en de toezichthouders van Odfjell en op de totale Brzo-sector. Muller: “Odfjell Terminal Rotterdam slaat olie- en petrochemische producten op in opdracht van petrochemische bedrijven in de Rotterdamse haven. Ook die bedrijven werden getroffen door de stillegging. Een groot deel van het tankpark is tot op de dag van vandaag buiten gebruik. Die effecten laten zien hoe groot de onderlinge afhankelijkheid is van bedrijven in de chemieketen. En ook hoe een veiligheidsprobleem bij één bedrijf de continuïteit van de hele keten kan beïnvloeden.”
10 arbo 5 ¦ 2017
Erwin Muller (links) en Reinier de Wit: Een veiligheidsprobleem bij één bedrijf kan gevolgen hebben voor de hele keten.
De Onderzoeksraad pleitte in zijn eerste rapport dan ook voor een sterkere ketenverantwoordelijkheid voor veiligheid. Bedrijven die van elkaar afhankelijk zijn, moeten elkaar scherp houden op het naleven van wet- en regelgeving en op het goed functioneren van hun veiligheidsbeleid. De Raad stelt vast dat opdrachtgevers via contractafspraken veel invloed kunnen uitoefenen op de veiligheidsprestaties van hun toeleveranciers, maar dat zij hierin uit vrees voor medeaansprakelijkheid nog erg terughoudend zijn. Ook het Havenbedrijf Rotterdam, als eigenaar van de grond waarop de bedrijven hun activiteiten ontplooien, zou volgens de Raad een grotere rol kunnen spelen bij de handhaving van het veiligheidsniveau bij de in het gebied gevestigde bedrijven. Het Havenbedrijf heeft belang bij een veilige vestigingsomgeving voor bedrijven, maar draagt als terreinbeheerder ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de externe veiligheid en de bescherming van burgers in de havenregio.
Stevig verbetertraject Het vervolgonderzoek van de Onderzoeksraad laat zien dat er bij Odfjell Terminal Rotterdam drie jaar na de stillegging veel is verbeterd. Daarvoor moest Odfjell wel diep in de buidel tasten. In de afgelopen drie jaar is al 100 miljoen euro geïnvesteerd in het technisch upto-date brengen van de opslagtanks en de veiligheids-, blus- en koelsystemen. Die vernieuwingsoperatie is nog in volle gang en de komende jaren zal naar verwachting nog eens een investering van 100 miljoen euro nodig zijn. “Odfjell Terminal Rotterdam heeft bij deze ver-
nieuwingsoperatie heel veel financiële steun gehad van het Noorse moederbedrijf”, aldus onderzoeksleider De Wit. “De terminal was zonder deze financiële hulp de problemen waarschijnlijk niet te boven gekomen.” Odfjell Terminal Rotterdam heeft ook een stevig reorganisatieproces doorgemaakt. In twee rondes is het personeelsbestand teruggebracht van 350 naar 150 man, waarbij in het hogere en middenmanagement veel functionarissen zijn vervangen. De Wit: “Er zijn veel nieuwe mensen ingestroomd die anders denken over veiligheid. Zij moeten er nu voor zorgen dat de zo belangrijke veiligheidscultuur, die voorheen ontbrak, in alle lagen van de organisatie wordt verankerd. Veiligheidscultuur berust vooral op menselijke factoren, op een gedeeld risicobesef en verantwoordelijkheidsgevoel binnen het bedrijf. Mensen moeten elkaar durven en kúnnen aanspreken op zaken die niet goed gaan in het veiligheidsmanagement. Daarvoor is met de doorgevoerde reorganisatie een goede basis gelegd. Maar dit is wel het lastigste deel van het verbetertraject. Een goede veiligheidscultuur, gedragen door het management en geworteld tot in de haarvaten van de onderneming, bereik je niet in drie jaar.”
Scherp blijven Volgens de Onderzoeksraad is het voor de betrokken overheidsinspecties zaak ook de komende jaren scherp te blijven op de verdere ontwikkelingen bij Odfjell. Zeker nu het bedrijf op de drempel naar een nieuwe fase staat. De afgelopen jaren was alle energie gericht op het uitvoeren van de lange lijst technische en organisatorische verbeterpunten,
voorwaarden om delen van het tankpark weer in gebruik te kunnen nemen. Nu wil het bedrijf zich sterker gaan richten op herstel van zijn positie in de tankopslagbranche. Dat vraagt om een nieuwe balans tussen commerciële en veiligheidsdoelen. Daarmee mag het veiligheidsbelang niet opnieuw ondergeschikt worden gemaakt aan de zakelijke belangen. Ook op het punt van de bepleite ketenverantwoordelijkheid stelt Muller vast dat de situatie is verbeterd: “Wij merken dat de productafnemers in hun rol als opdrachtgevers van Odfjell Terminal Rotterdam de lat hoger hebben gelegd en via visitaties en audits strenger toezien op naleving van de regelgeving bij de terminal. Ook in bredere zin zien we dat leereffect van de ‘casus Odfjell’ in de petrochemiebranche, in de vorm van een strenger intern toezichtbeleid bij bedrijven. Maar er zijn ook nog zorgen. Na gesprekken met brancheorganisaties in de petrochemie en de tankopslagsector is ons duidelijk geworden dat een deel van de hoogrisicobedrijven nog geen proactief veiligheidsbeleid voert
vanuit een eigen veiligheidsvisie. Genoeg reden dus om vanuit de overheidsinspecties de branche goed te blijven monitoren.”
Regie overheidstoezicht Een belangrijke les van de casus Odfjell voor de overheid is dat het overheidstoezicht op de risico-industrie in Nederland ingewikkeld is geregeld. Met een versnipperde organisatie, waarbij aspecten van arbeidsveiligheid, milieu en externe veiligheid in aparte wetten en bij aparte inspectiediensten zijn ondergebracht. Muller somt op: “We hebben de Inspectie SZW voor het toezicht op arbeidsveiligheid, omgevingsdiensten voor het milieutoezicht, en de veiligheidsregio’s met hun advies- en inspectietaken voor Brzo en externe veiligheid. Die versnippering stelt hoge eisen aan de samenwerking tussen de inspectiepartners. Daar zien we nog verbetermogelijkheden. Het is verheugend te constateren dat de inspecties in de uitvoering al steeds meer samenwerken en de intentie hebben om als één samenwerkende overheid op te treden. Het BRZO+, een
samenwerkings- en afstemmingsplatform van de veiligheidsregio’s, de inspectie SZW, de omgevingsdiensten en het Openbaar Ministerie, is in onze ogen een goede ontwikkeling. Maar de samenwerking is nog te vrijblijvend. Waar het aan ontbreekt is een centrale regisseur met doorzettingsmacht. Die moet knopen kunnen doorhakken als er bij inspecties dilemma’s zijn waar de betrokken inspectiediensten onderling niet uitkomen, zoals tegenstrijdige opvattingen over handhaving. Let wel: de Raad pleit niet voor samenvoeging van alle inspectiediensten in één overheidsinspectie. Maar wel voor een persoon of organisatie met gezag, die de diensten beter verbindt onder centrale regie. Een ander zorgpunt is dat de inspectie SZW soms niet deelneemt aan gezamenlijke Brzo-inspecties door capaciteitsgebrek. Daardoor blijft het onderwerp arbeidsveiligheid bij een deel van de inspecties onderbelicht. Dat is jammer, want bij de Inspectie SZW werken zeer ervaren inspecteurs met heel veel kennis, die een grote toegevoegde waarde hebben in het Brzo-toezicht.”
(advertentie)
CUT
LEVEL
5C *
VERZEKERDE BESCHERMING waar U op kunt vertrouwen; vandaag én morgen
Bij de ontwikkeling van handschoenen hebben we bij ATG® altijd getest op het hoogste niveau en daarbuiten te zorgen dat onze klanten goed zijn beschermd, zonder dat de prijs/kwaliteit verhouding uit het oog verloren wordt. Dit ethos heeft ervoor gezorgd dat we al onze snijbestendige handschoenen hebben weten te handhaven op hetzelfde snijweerstandsniveau (EN388:2003 vs. EN388:2016) met behoud van een hoog niveau van comfort.
MaxiCut ®
levert u verzekerde bescherming; vandaag en morgen. *MaxiCut® Ultra™ is certified according to EN388:2003 - Level 4542 and is tested according to EN 388:2016 - Cut Level 5 - ISO 13997 - Level C
TM
Find out more: www.atg-glovesolutions.com
arbo 5 ¦ 2017 11
Zet een stap voor Toe aan een nieuwe uitdaging? Maak met een opleiding van PHOV het bedrijfsleven veiliger en gezonder! En vergroot jouw carrièrekansen voor nu en later!
Check ons aanbod hieronder en schrijf je snel in! 5 september 2017 (avondopleiding)
MVK-MAH gecombineerd
5 september 2017 (avondopleiding)
Middelbare Veiligheidskunde
5 september 2017 (avondopleiding)
Middelbare Arbeidshygiëne
7 september 2017 (avondopleiding)
Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten
14, 21 en 28 september 2017
Coördineren BRZO
14 september 2017 (avondopleiding)
Specialisatie Arbeidshygiëne
21 september 2017
Procesveiligheid
25 september 2017 (avondopleiding)
Hogere Veiligheidskunde
25 september 2017 (avondopleiding)
Arbeidshygiëne
25 september 2017 (avondopleiding)
Combi HVK, AH en/of A&O
2 oktober 2017 (ochtend-middag)
Specialisatie Middelbare Arbeidshygiëne
1 en 2 november 2017
Intern auditeren BRZO VBS
Kijk snel op: www.phov.nl voor meer informatie over deze cursussen.
ruit in jouw carrière!
16 en 23 november 2017
Basiscursus BRZO/Externe Veiligheid
23 november 2017
Masterclass BRZO voor bedrijfsleiding
30 november 2017 (ochtend-middag)
Specialisatie Middelbare Arbeidshygiëne
9 januari 2018 (middag-avondopleiding)
Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten
10 januari 2018 (avondopleiding)
Specialisatie HVK voor Arbeidshygiënisten
10 januari 2018 (avondopleiding)
Specialisatie Arbeidshygiëne
Wist jij dat PHOV nu ook de kopopleiding A&O verzorgt?
Weerdsingel WZ 32 | 3513 BC Utrecht | T 030 231 82 12 | www.phov.nl | info@phov.nl
Alleen werken als het veilig kan
Ervaring oďŹƒci
14 arbo 5 ÂŚ 2017
KENNISOVERDRACHT
ieel maken Geert Hendriks, uitvoerder en veiligheidskundige bij installatiebedrijf IBW uit Werkendam, is op een haar na geregistreerd veiligheidskundige. Ik word serieuzer genomen door opdrachtgevers. Wij werken alleen als het veilig kan, van mij neemt de klant dat eerder aan. tekst Ton Bennink
endriks (53) doorliep met glans een traject bij EVC Centrum Nederland. Of beter, met lof: Cum Laude. Nodig om het voor registratie vereiste mbo4-niveau te verkrijgen. Sluit hij de reken- en taaltoets ook af met een voldoende, dan wacht het assessment dat nodig is voor registratie (zie kader). Een beroepsopleiding volgde hij niet. “Ik heb me in de praktijk bewezen. Ook tijdens het pittige EVC-traject. Op mijn zestiende ging ik aan de slag als dakdekker. Op mijn tweeëntwintigste had ik mijn eigen bedrijf, met op het hoogtepunt dertig man personeel. In 2003 stopte ik met mijn bedrijf omdat mijn zoon het door een ernstig ongeval niet kon overnemen. Na vijf jaar loondienst bij een andere werkgever, ben ik bij IBW komen werken. Ik ben altijd uitvoerder geweest, maar de laatste tijd ook veiligheidskundige. Ik wilde graag aan de registratie-eisen van de NVVK voldoen. Aan kennis en ervaring geen gebrek, maar ik wil die ook graag officieel maken. En ik heb altijd wat gehad met veiligheid. Ook privé. Ik heb valbescherming op mijn dak en je ziet bij ons geen gammel trappetje. Door je te laten registreren als veiligheidskundige nemen opdrachtgevers je serieuzer. Je weet waarover je praat.” Zijn werkgever, directeur Ron Bresser, vindt registratie eigenlijk heel logisch. “Je maakt toch ook geen gebruik van een verpleegkundige die niet in het BIG-register staat? En ik heb ook liever een registeraccountant. Voor een veiligheidskundige geldt hetzelfde. Ik ben er nu van verzekerd dat hij op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen en wet- en regelgeving. Erg belangrijk. We hebben bij IBW gezegd dat we veilig werken of anders niet werken.”
H
Monteurs steunen Het installatiebedrijf telt negentig personeelsleden en is daarmee een middelgroot bedrijf. Hendriks moet op de hoogte zijn van de laatste (veiligheids)ontwikkelingen in dakbedekking,
loodgieten, elektra en zink- en loodwerk. Zijn belangrijkste taak: overbrug de kloof tussen theorie en praktijk. Hendriks: “De jongens op de werkplek weten zelf vaak als geen ander of het werk veilig is of niet. Maar meestal geloven opdrachtgevers leidinggevenden. Vandaar dat mijn stem soms meer telt. Door ons credo dat we alleen veilig werken, durven de monteurs ook eerder nee te zeggen als ze een slecht gevoel hebben bij een klus. Ze voelen zich gesteund. Want zeker bij korte klussen wil de klant nog wel eens druk uitoefenen om het even snel te doen, bijvoorbeeld zonder valbescherming. Dat doen we dus niet.” Ook niet in tijden van crisis, beaamt directeur Bresser. Al erkent hij wel dat het dan een stuk lastiger is. “Wij werken veel voor grote aannemers. We hopen dan maar dat we concurreren op kwaliteit en dus ook veiligheid. Maar we hebben ook slechte ervaringen waar we de indruk hebben dat concurrenten wel concessies doen aan de veiligheid. De crisis is nu wel voorbij en we hebben werk genoeg. Dan is het makkelijker om principieel te zijn. Geert speelt daarin een belangrijke rol. Zo bekijkt hij welke PBM nodig zijn en of onze medewerkers daarmee uit de voeten kunnen. Je kunt wel een hele goede gasmeter hebben voor het werken in kruipruimtes, maar als onze medewerkers eerst drie uur nodig hebben om de gebruiksaanwijzing door te nemen, gebruiken ze het ding niet. Dan is die meter waardeloos.” Het is een fabeltje dat medewerkers de hand zouden lichten met veiligheid, aldus Hendriks. Ze zijn zich er zeer bewust van. “Maar ze moeten wel gesteund worden. Ik was laatst bij een klus waar tussen twee gebouwen op zes meter hoogte een loopbrug moest worden gemaakt. Zonder valbescherming. Dat kan dus niet. Ik heb een lijn tussen de twee gebouwen laten spannen waaraan de collega zich vast kon klinken met een korte lijn die aan hem zat bevestigd. Als hij dan van die smalle loopbrug zou vallen, dan maar een halve meter in plaats van zes. Die col-
arbo 5 ¦ 2017 15
wordt meer gekeken naar de veiligheid rond het onderhoud nadat het gebouw af is. Architecten hebben er een broertje aan dood omdat het misschien wat minder mooi is, maar tegenwoordig is de aannemer ook verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens onderhoud, zo doceren beide heren. Bresser: “Een borstwering van één meter twintig en een kabelinstallatie voor glazenwassers en aircomonteurs zijn misschien niet zo mooi, maar wel effectief en noodzakelijk. Een grote stap vooruit, maar nog niet voldoende. Wat dat betreft kunnen we nog wat leren van Duitsland. Wist je overigens dat de meeste schuurtjes in Nederland niet conform de eisen zijn gebouwd? Het gemiddelde schuurtje is al gauw twee meter zeventig hoog. Bij twee meter vijftig moet er al valbescherming op. Anders mag je het dak niet op.”
Assessements
Zeker bij korte klussen wil de klant nog wel eens druk uitoefenen om het even snel te doen, bijvoorbeeld zonder valbescherming.
lega is van mijn leeftijd en bedankte me. Ze zien dat ik zelf naar de klussen rijd om te kijken hoe het staat met de veiligheid. Dat waarderen ze. Als er nieuwe handschoenen nodig zijn voor de mensen die met lood werken, dan test ik ze eerst op comfort en eventuele allergische reacties. Want we hebben niks aan handschoenen die de mensen niet dragen omdat ze er bijvoorbeeld eczeem van krijgen.”
Uren Bresser zegt erg blij te zijn met de interventies van Hendriks. Ze spreken elkaar informeel bijna dagelijks en structureel een of twee keer in de maand. “Geert krijgt uren voor zijn veiligheidskundige taak en hij is uitvoerder. Dankzij de focus op veiligheid is het aantal ongevallen op de vingers van een hand te tellen. De kost gaat voor de baat uit. Mensen zijn ons grootste kapitaal. Bekijken we het toch puur cijfermatig: wat denk je dat het kost als er iemand van het dak kukelt? En dan hebben we het nog niet eens over de imagoschade. Voor dat geld kun je heel wat preventieve maatregelen nemen.” Via vakliteratuur en bijeenkomsten van de NVVK zegt de Middelbaar Veiligheidskundige van IBW alert te blijven op de laatste ontwikkelingen binnen de veiligheidskunde. Trainingen en workshops hebben zijn voorkeur. “Congressen, daar ben ik niet zo van. Meestal komt er dan een aantal inleiders vertellen hoe goed ze het doet en moeten de deelnemers braaf luisteren. Ik heb ook graag mijn inbreng. En in de lente of zomer liever ook niet. Dan hebben we het in onze branche te druk.”
Nieuwe regels Zowel Hendriks als ‘zijn’ directeur Bressers roemen de laatste wetgeving rond de verstrekking van bouwvergunningen. Er
16 arbo 5 ¦ 2017
Reynaarde talentontwikkeling neemt sinds 1 november 2015 assessments af voor het certificeringstraject van de NVVK. Het assessment bestaat uit drie onderdelen: een toets over verschillende praktijksituaties waarbij een aantal dilemma s aan bod komt; een interview om het niveau van de competenties vast te stellen en een capaciteitentest. De competenties die getest worden zijn: onafhankelijk optreden, omgevingsbewust afwegen, kritisch analyseren, sensitief handelen, overtuigend adviseren en optreden, toegewijd zijn, rolzuiver optreden en reflecterend vermogen. Kijk voor de competenties ook op www.veiligheidskunde.nl/rvk-index. Marco de Vos is assessor en eigenaar van Reynaarde. Veiligheidskundigen zijn over het algemeen technische mannen met een technische achtergrond die in een technisch mannenbedrijf werken. Wij kijken naar harde , maar ook naar zachte competenties. Met die harde zit het bij de meesten wel goed. Optreden, handhaven en staan voor de zaak doen ze allemaal wel. Met de zachte competenties hebben sommigen wat meer moeite. Sensitiviteit, je inleven in een ander en even over het eigen gelijk heenstappen door goed te luisteren. Relatief, want van de 110 assessments die we sinds november 2015 hebben afgenomen, slaagde negentig procent in één keer. De overige tien procent komt een andere keer terug. We adviseren nooit om een specifieke training te volgen, maar we geven wel een ontwikkeladvies. Het belang van registreren en dus ook van het slagen voor het assessment? De veiligheidskundige werkt vrij solistisch. Of als zzp er, óf vaak als eenling in een bedrijf. Dan ontbreken soms feedback en reflectie. We testen niet op vakkennis. Het diploma of een geslaagd EVCtraject volstaat. De intermenselijke competenties, daar is winst te behalen. Het is voor de veiligheid in het bedrijf van essentieel belang dat de veiligheidskundige in staat is het gedrag van medewerkers te beïnvloeden. Dan gaan medewerkers veiliger werken vanuit intrinsieke overtuiging en motivatie.
COLUMN Walter Zwaard
Adviseren vraagt blufbewustzijn Een adviseur die een beetje bluft om bestwil, dat mag best. Als de bluffer maar weet dat ie bluft. Adviseren vraagt niet alleen om passend onderzoek, maar ook om blufbewustzijn.
Een arbo-adviseur en een projectmanager voerden een verhitte discussie. Ik stond erbij en luisterde met stijgende verbazing. Het was aan het begin van een groot project, misschien wel 10.000 manjaar werk. Als u het arbobeleid en de procedures niet aanscherpt, dan sterven er zéker vijf collega s op dit project , stelde de adviseur onomwonden. De projectmanager moest erover nadenken. Ik stond erbij en vond het tenenkrommend. Vooral toen ik de adviseur hoorde zeggen dat hij zich baseerde op wetenschappelijk onderzoek. Als iemand zoiets zegt, word ik altijd achterdochtig. Buiten gehoorsafstand van de projectmanager vroeg ik de adviseur hoe hij tot zijn stellige uitspraak was gekomen. Dat bleek simpel. In een rapport had hij gelezen dat jaarlijks 3500 werknemers in Nederland overlijden door factoren op het werk . Terwijl ons land zeven miljoen werkenden telt. Hij had de twee getallen op elkaar gedeeld: 3500 gedeeld door zeven miljoen; dat is elk jaar 1 dode per 2000 werkenden door factoren op het werk . Oftewel vijf doden per 10.000 manjaar. Toen ik verder vroeg, kwam de aap uit de mouw: grootspraak. De arboadviseur had zich beperkt tot de samenvatting van het rapport. In de onderzoeksvraag en onderzoeksopzet had hij zich niet verdiept. Wat de onzekerheden waren in het getal 3500, wist hij niet. Of de globale cijfers uit het rapport relevant waren voor het specifieke project, evenmin. Of er in dit project een causaal verband te verwachten was tussen procedures en aantal slachtoffers, daar had hij nauwelijks over nagedacht. Hij redeneerde kort door de bocht en blufte. Zonder dat hij het zelf wist: blufbewusteloos. En daarom vond ik het tenenkrommend. De arbo-adviseur kreeg zijn gelijk. De projectmanager zuchtte en steunde, maar vertrouwde uiteindelijk op zijn adviseur. Het was immers allemaal wetenschappelijk onderzocht. De manager was bang gemaakt voor doden door factoren op zijn project . Hij vreesde meedogenloze krantenkoppen en imagoverlies van zijn bedrijf. De adviseur mocht een voorstel uitwerken om de procedures aan te scherpen. Adviseurs praten nogal eens stelliger dan de feiten rechtvaardigen. Ze zien hun klant als een gemiddeld individu, project of bedrijf waarop gemiddelde cijfers over risico s van toepassing zijn. Ze beroepen zich op recent onderzoek en de wetenschap. En ze geloven er heilig in. Maar adviseren is maatwerk en meer dan de samenvatting citeren van een algemeen rapport. Het moet recht doen aan het specifieke karakter van dat ene individu, project of bedrijf. Bovendien is adviseren niet alleen feiten communiceren, maar ook de onzekerheden daarin. Een beetje bluffen om bestwil is onderdeel van het adviesspel. Als de bluffer maar weet dat ie bluft. Adviseren vraagt niet alleen om klantgerichtheid en nieuwsgierigheid, maar ook om passend onderzoek en blufbewustzijn.
arbo 5 ¦ 2017 17
Rondetafeldiscussie over leren
Er is geen one Medewerkers moeten zelf zorgen dat zij voor hun werk bekwaam zijn en blijven; bedrijven horen ruimte te bieden voor ontwikkeling. Dat stelden deelnemers aan de rondetafeldiscussie bevoegd of bekwaam . Hoe medewerkers het beste leren, is verschillend. tekst Walter Baardemans ÂŚ beeld Henk Snaterse
18 arbo 5 ÂŚ 2017
KENNISOVERDRACHT
size fits all' Corné Bulkmans
ees van der Slik, Environment, Health and Safety-expert bij Dow Chemicals in Terneuzen, heeft soms zo zijn bedenkingen bij e-learning, zegt hij. “Mensen nemen vaak niet de moeite om een hele module te bekijken, maar klikken snel door om de vragen in de toets te beantwoorden. Daarmee gaat waardevolle informatieoverdracht verloren. Met e-learning als middel voor kennisoverdracht kun je de plank misslaan, denk ik. Bij Dow wordt ook niet iedere cursus echt afgetoetst.” “Wij hebben een visie op leren ontwikkeld, waarbij de basisgedachte is dat alle ballen op groen staan”, reageert Veerle Struben, senior adviseur innovatie van Spaarne Gasthuis Academie. Ze ‘slaat aan’ op de opmerking van Van der Slik over het toetsen. “Wij vinden dat professionals zelf moeten aangeven of zij bekwaam zijn of niet. Je hebt gewoon je certificaten nodig. Daar hoef ik niet naast te gaan zitten. Je moet als professional aantonen dat je je werk goed doet en kunt blijven doen.”
C
'Professionals moeten zelf aangeven of zij bekwaam zijn of niet'
Cees Alderliesten
Het is een centraal punt in de rondetafeldiscussie over opleiden met als thema ‘bevoegd of bekwaam’. Hoe bekwaam ben je met een diploma? Wie is ervoor verantwoordelijk dat medewerkers blijven leren wat zij nodig hebben om hun functie in het bedrijf goed te kunnen uitoefenen? Naast Van der Slik en Struben nemen deel aan de discussie: Cees Alderliesten, beleidsadviseur Onderwijs en Arbeidsmarkt van Deltalinqs, Corné Bulkmans, docent en lid managementteam van Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV), Ronald Meijer, directeur Copla en Roelof KleinJan, directeur van Kader, bureau voor kwaliteitszorg.
Leercultuur Volgens de deelnemers is er binnen bedrijven niet echt sprake van een ouderwetse leercultuur. Deltalinqs is de werkgeversorganisatie van zo’n 700 bedrijven in het Rotterdamse havengebied. Cees Alderliesten: “Natuurlijk leren sommigen alleen om een certificaat af te vinken. Maar veelal zijn bedrijven bezig om medewerkers op een goede manier kennis bij te brengen. Ook met computerbased learning en testing. We ontwikkelen nu een trainingslocatie om mensen te toetsen op gedrag.” Dow Chemicals kent het trainingsprogramma People at Work, vertelt SHE-expert Van der Slik. Voor nieuwe medewerkers wordt een trainingsprofiel van hun leerbehoeften opgesteld. Fieldcoaches en safety-coaches monitoren medewerkers op hun werkplek om eventuele scholingsbehoeften vast te stellen. “Daaraan gekoppeld willen we meer training on the job gaan aanbieden. Iedereen heeft ook een trainingscoach voor een programma op maat, waarin de medewerker ook zelf zijn leerbehoeften kan aangeven.”
arbo 5 ¦ 2017 19
Roelof KleinJan
Leermethoden Via de Spaarne Gasthuis Academie hebben medewerkers van het gelijknamige ziekenhuis allerlei mogelijkheden om zich te scholen, zegt Struben. Dat loopt uiteen van traditioneel klassikaal onderwijs, e-learning, flipped class room-principe en beeldtafels tot escaperoom. We zijn nu aan het experimenteren met virtual reality. Welke leermethode geschikt is, verschilt per individu en leerdoel, meent Struben. Klassikaal is volgens haar niet minder dan vernieuwend onderwijs via e-learning of met een VR-bril op. “Het is maar net wat het doel is en wat iemand nodig heeft. Het gaat om het individu en de prestatie die hij moet leveren. De een heeft misschien meer behoefte dan de ander aan structuur en sturing. Als iemand in een klasje wil, is dat prima. Zolang er maar is nagedacht over het waarom van het klasje en wat iemand er doet. Als het alleen om het zenden gaat, ben ik er geen voorstander van.” De Spaarne Gasthuis Academie legt de verantwoordelijkheid om bij te blijven wel nadrukkelijk bij de medewerker zelf, zegt Struben. “Als ziekenhuis nemen wij professionals aan. Als je met een nieuwe infuuspomp moet leren werken, is het aan jou om je daarin te bekwamen. Wij bieden verschillende manieren aan om dat te doen en de medewerker maakt zelf de keuze hoe hij wil leren om te presteren. Daar wil ik niet over gaan.”
'Uiteindelijk moet je een keer laten zien dat je door het gat kunt zwemmen' 20 arbo 5 ¦ 2017
Cees van der Slik
Als opleider denkt directeur Roelof KleinJan van Kader graag mee met de opdrachtgever, zegt hij. “We vinden het fantastisch als een opdrachtgever ons vraagt om mee te denken over de opleidingsbehoeften. Dan kun je als opleider aansluiten op het kennisniveau van mensen en daar een goed programma op maken. Voor een bedrijf is opleiden geen core business. Een bedrijf beseft vaak wel dat scholing noodzakelijk is, maar weet niet altijd hoe je dat het beste aanpakt. Dat is onze discipline”, aldus KleinJan.
Praktijkleren Niet in alle bedrijven heeft opleiden die onverdeelde aandacht, merkt Ronald Meijer van opleidingsinstituut Copla op. “Ik zou willen dat elk bedrijf er zo mee omging, maar dat is niet zo. Ik heb de indruk dat voor veel bedrijven leren alleen nog in de klas gebeurt. Wij leiden mensen op en willen graag dat ze in de praktijk bewijzen dat ze het geleerde kunnen toepassen. Maar die tijd wordt mensen vaak niet gegund. Bij een evaluatiegesprek van een cursist geven leidinggevenden zelfs vaak niet thuis. Dat de vertaalslag in de praktijk moet plaatsvinden, moet nog landen.” Corné Bulkmans van PHOV herkent dat. Hij maakt een onderscheid tussen kennen en kunnen. “Een veiligheidskundige of arbeidshygiënist moet een bepaald kennisniveau hebben als basis. Maar meer dan vroeger vragen bedrijven tegenwoordig dat zulke professionals meteen ook allerlei vaardigheden kunnen toepassen als ze van de opleiding komen. Die leer je vooral in de praktijk. Je mag niet verwachten dat die mensen hetzelfde niveau hebben als iemand die al twintig jaar in het vak zit. Vooral bij kleinere bedrijven is voor onze veiligheidskundigen en arbeidshygiënisten, die alleen werken en geen deel uitmaken van een team, de ruimte om te leren na de opleiding vaak minder. Volgens KleinJan begint het bij de intrinsieke motivatie van medewerkers om te leren. “Als iemand intrinsiek gemotiveerd is om zich bepaalde kennis en vaardigheden eigen te maken,
KENNISOVERDRACHT
Veerle Struben
'Dat de vertaalslag in de praktijk moet plaatsvinden, moet nog landen' dan vindt hij meestal wel wegen om dat te realiseren. Maar als dat bewustzijn en die motivatie er niet zijn, moet je veel meer duwen en trekken.”
Toetsing Leren en toetsen in de praktijk is nodig, vinden de deelnemers aan de discussie. KleinJan: “Als je wilt nagaan of iemand het juiste gedrag daadwerkelijk in de praktijk toepast, zie je dat pas bij een assessment op de werkvloer. Het is net als bij het zwemdiploma: je kunt het op verschillende manieren leren, maar uiteindelijk moet je een keer laten zien dat je door het gat kunt zwemmen.” Alderliesten: “Kennis is heel goed af te toetsen. Maar gedrag wil je in de praktijk zien. Daarom investeren de bedrijven in het havengebied nu 1,5 miljoen euro in de RDM Trainingsplant, een realistische omgeving, juist bedoeld om vaardigheden af te toetsen.” Struben: “Het is ons streven om te toetsen via assessment op de werkvloer. Dan toetsen we niet één bepaalde vaardigheid, maar het totaalplaatje van de mensen. Hoe we dat in de praktijk moeten doen, zijn we nu aan het vormgeven.” In veel gevallen komt het toch neer op het nabootsen van de werkelijkheid. Op een leer-werkplaats, in een trainingslocatie of via virtual reality. Alderliesten: “Het blijft vaak een gecom-
Ronald Meijer
poneerde afspiegeling van de praktijk. Je zou het eigenlijk nog realistischer willen.” Struben: “Wij hebben een skills lab, maar in de praktijk komen situaties voor die je niet in een skills lab kunt realiseren. Het liefst zou je ergens op een afdeling een fikkie stoken.” Ook virtual reality kent nog zijn beperkingen, vindt Struben. “Virtual reality is niet eenvoudig te realiseren en ook nog erg duur. Een hele simulatie is onbetaalbaar.”
Leven lang leren De grote uitdaging is om bij medewerkers en organisaties een bewustzijn te creëren van levenslang leren, menen de deelnemers aan de discussie. Bulkmans: “Elke persoon heeft zijn eigen manier van leren. Er is geen one size fits all. Maar met alleen een diploma kun je niet meer 40 jaar in het vak blijven.” KleinJan: “De houdbare tijd van kennis heeft grote risico’s. Als je niet blijft leren, ga je op je veertigste met mentaal pensioen. Dan val je gewoon uit. Als je de intrinsieke motivatie niet hebt, weet je nu al wat straks de gevolgen zijn.” Struben denkt dat gaming mensen kan verleiden tot leren. “Wij hebben binnen vier dagen ruim 200 mensen getraind in een escape room. Dat begon als een experiment, maar deelnemers reageerden enorm enthousiast. Mensen werden zich bewust van zowel hun eigen handelen in een stressvolle situatie, als van het feit dat ze bepaalde dingen niet wisten. Door het spelelement ervaren ze dat leren leuk is. De aanvragen voor veiligheidstrainingen zijn gestegen.” Alderliesten vindt opleiden vooral ook belangrijk voor de mobiliteit en inzetbaarheid van medewerkers. “Organisaties moeten ook durven investeren in opleidingen die aanschuren tegen de eigen primaire processen omdat het goed is voor de medewerker. Bijna alle aandacht gaat uit naar trainingen om mensen compliant te houden. Wat mensen over tien jaar voor kennis en kunde moeten hebben, heeft minder aandacht. Dat is wel nodig en vraagt om een wisselwerking tussen de organisatie die het moet toestaan en de medewerker die erom moet vragen.”
arbo 5 ¦ 2017 21
Voor baanbehoud en baanwisseling
Aan de slag m Werknemers die door ziekte hun werk permanent niet meer kunnen uitvoeren, kunnen veel baat hebben bij scholing. In de wet is het al geregeld. tekst André Vergne
inds de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) is de werkgever verplicht om de werknemer opleidingen of cursussen te laten volgen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn functie. Een dergelijke verplichting geldt ook voor zieke werknemers. Het artikel in kwestie, artikel 7:611a BW, is dus niet alleen van belang bij baanbehoud, maar ook bij baanwisseling.
S
Omslagpunt Het blijkt dat werkgevers nog steeds te weinig doen om werknemers te ontzien. Staatssecretaris Klijnsma van SZW vindt dat werkgevers moeten investeren in opleidings- en omscholingstrajecten, maar een daadwerkelijk omslagpunt moet nog komen.
Anticiperen Wisselen van functie Het komt geregeld voor dat werknemers hun functie niet meer kunnen uitoefenen doordat ze het lichamelijk niet meer aankunnen. Voorbeelden van stratenmakers die wegens rugklachten moeten stoppen met werken, of beeldschermwerkers die RSI krijgen, zijn er voldoende. Vaak ontbreekt het in die gevallen aan suggesties voor alternatieven, zoals ander of minder werk. Zieke medewerkers wisselen dan niet van functie, met mogelijk arbeidsongeschiktheid als gevolg. Dit leidt vaak weer tot arbeidsconflicten.
Zware beroepen Tijdens de discussies over de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd kwam zwaar werk nadrukkelijk ter sprake. Werknemers die in zware beroepen werkzaam zijn, blijken de zestigjarige leeftijd nauwelijks op een gezonde manier te halen. Een zogenoemde zwareberoepenregeling kwam er echter niet. Nu er in de toekomst nog langer moet worden doorgewerkt, zal het niet alle werknemers lukken – en zeker niet die met een zwaar beroep – om door te werken tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Hierdoor bestaat de kans dat deze werknemers in de WIA belanden. Deze visie wordt ook gedeeld door de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Die berichtte onlangs dat doorwerken na 65 jaar voor velen te zwaar is.
22 arbo 5 ¦ 2017
Door de nieuwe regel in de wet (artikel 7:611a BW) moet de werkgever meer investeren om te zorgen dat de werknemer zijn functie goed blijft uitvoeren. En dat in de toekomst ook kan blijven doen. Een werkgever hoeft dan uiteraard niet enkel en alleen te kijken naar de huidige functie van de werknemer. Veel werknemers met fysiek zware werkzaamheden zullen namelijk niet hun gehele arbeidsleven hetzelfde werk kunnen blijven doen. Daarop moet een werkgever dus anticiperen. Hij kan dan bijvoorbeeld binnen zijn eigen organisatie op zoek gaan naar minder belastend werk. Door minder belastend werk te doen, blijven werknemers langer gezond en kunnen zij langer doorwerken.
Jurisprudentie In de volgende uitspraak komt de situatie ter sprake rond de herplaatsing van een werknemer in een andere functie. In dit geval mislukt dat uiteindelijk. Een medewerker is in dienst bij een kwekerij. Zij valt uit door ziekte en raakt arbeidsongeschikt voor haar huidige functie. De arbeidsdeskundige oordeelt dat de werkneemster niet in haar oude functie kan terugkeren, omdat die te belastend is voor haar. De deskundige adviseert onder andere de functies postkamermedewerker en zorgmedewerker. Deze functies zijn echter niet beschikbaar binnen de onderneming. Daarom wordt het tweede spoor van de re-integratie ingezet en wordt buiten de onderneming gezocht naar passend werk. Verder
KENNISOVERDRACHT
met scholing
zegt de arbeidsdeskundige dat de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende zijn.
doende heeft ingespannen om de werkneemster te herplaatsen, maar dat dit in haar geval helaas niet is gelukt.
Uiteindelijk wordt de arbeidsovereenkomst door het UWV opgezegd. De werkneemster wil echter herstel van de arbeidsovereenkomst. Zij is niet arbeidsongeschikt en meent dat de werkgever te weinig heeft gedaan om haar met behulp van scholing te re-integreren. Ook is het tweede spoor niet ingezet. De werkgever is van mening dat het tweede spoor wel degelijk is ingezet. Er zijn binnen de onderneming geen mogelijkheden om de werkneemster te herplaatsen. Bovendien heeft de arbeidskundige geconcludeerd dat de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.
(Rechtbank Rotterdam, 8 november 2015, ECLI:NL:RBROT: 2016:8512)
De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsdeskundige duidelijk is geweest over dat er binnen de onderneming geen arbeidsmogelijkheden meer waren. Het tweede spoor is ook onderzocht en er zijn vele stappen genomen om de positie van de werkneemster op de arbeidsmarkt te verbeteren. Al met al komt de rechter tot de conclusie dat de werkgever zich vol-
BW-artikel 7:611a De werkgever stelt de werknemer in staat scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn functie en, voor zover dat redelijkerwijs van hem kan worden verlangd, voor het voortzetten van de arbeidsovereenkomst indien de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen. BW-artikel 7:669 sub 3d ... de ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, mits de werkgever de werknemer hiervan tijdig in kennis heeft gesteld en hem in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor de scholing van de werknemer.
arbo 5 ÂŚ 2017 23
De wijzigingen in de Arbowet van 2017 kunnen gevolgen hebben voor jouw vakgebied. Voldoet jullie organisatie aan de wet? Heeft bijvoorbeeld de arbocoördinator of preventiemedewerker voldoende uren tot zijn beschikking? Neem de regie in eigen hand tijdens het Landelijk Arbo Congres 2017 en zorg dat de organisatie alle voordelen benut. What’s in it for you? • Krijg een duidelijke samenvatting van de wijzigingen in wet- en regelgeving. • Leer hoe je verzuim reduceert en hoe je duurzame inzetbaarheid integreert in je Arbobeleid dankzij het Huis van Werkvermogen. • Leer hoe je werkstress en hoge werkdruk terugdringt en prestaties van je medewerkers verhoogt. Profiteer van de vroegboekkorting! Schrijf je vandaag nog in en en profiteer van € 100 korting. Je betaalt dan € 399 in plaats van € 499. Met topsprekers als...
Leon Vlemmings
Porto Franco
Topsportkunde: Train ‘niets doen’ en je gaat beter presteren!
Arbowet- en regelgevingquiz: Ren vóór de wet uit!
Werp ook een blik op:
ARBOCONGRES.NL
COLUMN Sandra Hertogh
Ze willen me weg hebben Gerrit, mijn coachee, kwam briesend binnen. Dit is niet te geloven. Er is mij vertrouwelijkheid beloofd door die trut van een re-integratieconsulente en dan gaat ze achter mijn rug om toch vertrouwelijke informatie delen! Ze beloven van alles, maar doen, ho maar. Ik zou promotie krijgen, dat was beloofd, vervolgens uitgesteld en daarna opnieuw beloofd. En nu, sinds ik ziek ben, hoor ik er niets meer over terwijl ik er zó hard voor heb gewerkt. Ik kan het toch ook niet helpen dat ik migraine heb en ziek ben. Het is een kwestie van wel willen, maar niet kunnen. Hij haalde even adem: En nu gaan ze ook nog op de werkvloer over mij roddelen. Iemand vertelde me in vertrouwen dat mijn collega s denken dat ik allang weer volledig aan het werk kan. Gerrits zelfvertrouwen was ondermijnd en hij was ervan overtuigd: ze willen me weg hebben. Hij maakte iedereen verwijten, hij verdedigde zich over zijn ziekte, hij maakte sarcastische opmerkingen, kortom: de gifpijlen vlogen me om de oren. Elke vorm van giftige communicatie kwam voorbij: Verwijten, Verdedigen, Vermijden en Verachten. Als je je cliënt zo hoort communiceren, dan weet je: hier speelt gif op gif . Gerrit reageert op deze manier omdat hij giftige communicatie op zijn werk heeft ervaren. Als reactie hierop reageert hij ook weer giftig. Als je niets doet, blijft het gif op gif stapelen. Tijd om Gerrit te helpen om antigif toe te dienen. Ik legde hem uit wat de stappen daarvoor zijn: Stop, Onderzoek en Samen oplossen, wat ik het SOS-bericht noem. Gerrit zou binnenkort een gesprek hebben met de re-integratieconsulente en zijn werkgever. Daarom bedachten we hoe hij kon voorkomen dat giftige communicatie zijn relatie met zijn collega s en werkgever zou verpesten. Tijdens het gesprek probeerde Gerrit geen gifpijlen te sturen. Hij vertelde zo open mogelijk wat hem had geraakt de afgelopen tijd. Hij vertelde dat hij het lastig vond om ziek te zijn en om toch op het werk rond te lopen met onzichtbare beperkingen. Het geroddel, de druk, het gevoel van wantrouwen, zijn zelfvertrouwen dat tot onder nulpunt gedaald was, zijn behoefte aan meer én persoonlijk contact, ook met zijn werkgever. Die laatste vroeg hij op de man af: wil je me weg hebben? Zijn werkgever reageerde met grote ogen en de hand op zijn hart: nee! Dit gesprek bleek het begin van een kentering: het gedoe ligt nu op tafel en kan voorzichtig worden opgeruimd. Herken giftige communicatie en zoek met je cliënten uit hoe zij antigif kunnen toedienen.
Sandra Hertogh is gespecialiseerd in het verbeteren van samenwerking in teams en organisaties. Samen met Annemarie van der Wel is zij auteur van het boek 'Giftige communicatie, het voorkomen en oplossen van gedoe op het werk', www.giftigecommunicatie.nl.
arbo 5 ¦ 2017 25
RECENTE
jurisprudentie Waar gewerkt wordt gebeuren ongelukken, ontstaan conflicten en wordt verzuimd. Soms komt de rechter eraan te pas om te bepalen of iedereen wel volgens de regels heeft gehandeld. Een overzicht van recente rechterlijke uitspraken ten aanzien van arbeidsongevallen, conflicten, ziekteverzuim en re-integratie.
tekst Rob Poort
Dood door schoonmaak Een kippenslachterij, een schoonmaakbedrijf, een uitzendbureau. Wie is aansprakelijk voor de dood van een Poolse schoonmaker? Begin april 2013 doet een 19-jarige Poolse man een schoonmaakklus bij een een kippenslachterij in Epe. Hij is via een uitzendbureau ingehuurd door een schoonmaakbedrijf. De man maakt een ontstapelaar/afstapelaar met bijbehorende transportbanden schoon. Deze machine wordt gebruikt om stapels kratten met levende kippen te ontstapelen. In het (Nederlandse) veiligheidsreglement van het schoonmaakbedrijf staat dat montage en schoonmaak van machines en werktuigen alleen bij stilstand van die apparatuur mag gebeuren. Als uitschakeling “absoluut niet mogelijk is”, zijn extra veilig-
heidsvoorzieningen nodig. De Poolse man – die geen Nederlands spreekt – heeft dit reglement ondertekend en daarmee verklaard op de hoogte te zijn van de veiligheidsvoorschriften. Tijdens de schoonmaak wordt de machine echter niet uitgeschakeld en de schoonmaker raakt bekneld tussen twee afzonderlijke transportgedeelten. Zijn kleding wordt meermalen om de aandrijfas met het tandwiel van de transportband gedraaid. Hij raakt daardoor bekneld en overlijdt als gevolg van het ongeval. Het Openbaar Ministerie vervolgt het schoonmaakbedrijf als werkgever wegens overtreding van artikel 7.5 lid 2 Arbobesluit. De machine was niet uitgeschakeld of spanningsloos gemaakt tijdens de schoonmaak. Terwijl er – voor zover deze acties niet mogelijk waren – geen doeltreffende maatregelen waren getroffen om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. En dit terwijl de werkgever wist of redelijkerwijs kon weten dat er levensgevaar te verwachten
was of ernstige schade aan de gezondheid van de werknemer (art. 32 Arbowet). De rechtbank oordeelt dat het schoonmaakbedrijf op grond van art. 1 Arbowet ook voor deze ingeleende werknemer te beschouwen is als werkgever. Die heeft daarmee de plicht ervoor te zorgen dat de werkzaamheden zo veilig mogelijk zijn uit te voeren. Maar in dit geval had de werkgever nagelaten doeltreffende maatregelen te nemen om ongevallen tijdens de schoonmaak te voorkomen. Hij had de schoonmaker niet op een goede manier bekend gemaakt met de veiligheidsinstructies en evenmin doeltreffend toezicht gehouden op de uitvoering van het werk. De machine zou alleen in draaiende toestand goed zijn schoon te maken. Maar daarvoor had het schoonmaakbedrijf geen extra doeltreffende voorzieningen getroffen. Er was weliswaar een noodknop voor de ontstapelaar, maar er was geen noodknop om de transportbanden
(advertentie)
Arbo Actualiteitendag 018'/$'4 201 UTRECHT Alles over de nieuwe Arbowet, praktisch en interactief. Wa
26 arbo 5 ¦ 2017
uit te schakelen. Die waren alleen vanuit de machinekamer uit te zetten. Gelet op de verwijten en de financiële positie van het bedrijf, acht de rechtbank een geldboete van 10.000 euro passend. Dit is conform de eis van de officier van justitie. De rechtbank legt de helft van de boete van 10.000 euro voorwaardelijk op met een proeftijd van twee jaar. De overweging hierbij is dat het bedrijf niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit. Verder heeft het ongeval ten tijde van de uitspraak geruime tijd geleden plaatsgehad. Daarnaast heeft het bedrijf alle onkosten voldaan die verband houden met de uitvaart van het Poolse slachtoffer. Bovendien heeft het inmiddels extra veiligheidsmaatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. (Rechtbank Arnhem, 22 december 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:7014)
Hellend vlak Een schoonmaker valt door een dak naar beneden. De verzekeraar laat het afweten. Is de werkgever nu aansprakelijk? Een medewerker van een schoonmaakbedrijf maakt op 7 meter hoogte met een hogedrukspuit het dak van een loods schoon. Het gaat om damwand-
platen met daartussen lichtdoorlatende polyester golfplaten. Op zeker moment stapt hij op een van deze platen, zakt erdoor en valt naar beneden. De Inspectie SZW constateert na onderzoek overtreding van art. 3.16 Arbobesluit: het risico op valgevaar is onvoldoende tegengegaan. De werkgever heeft het ongeval gemeld bij de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeraar. Die verleent geen dekking omdat er een betalingsachterstand is. De schade van de werknemer is begroot op 170.000 euro. De werknemer wil in een deelgeschil uitspraak over de aansprakelijkheidsvraag. Naar de mening van de kantonrechter is de toedracht duidelijk. Op de werkplek waren geen veiligheidsvoorzieningen aangebracht. De werknemer was geïnstrueerd om niet op de lichtstraten te gaan staan. Hij moest op de damwanden lopen en voldoende afstand houden tot de lichtstraten. De werkgever heeft er de eerste anderhalf uur op toegezien dat de werknemer zich hield aan deze instructie. De werknemer heeft dit niet betwist en kende het risico op valgevaar bij de lichtstraat. Daarmee staat de instructie voldoende vast. De procedure bij de Inspectie SZW is nog niet afgerond, maar de kantonrechter vindt dat hij de bevindingen van de inspecteur als uitgangspunt kan hanteren. De zorgplicht van een werkgever (artikel
7:658 BW) betekent geen absolute waarborg tegen een arbeidsongeval. De werkgever moet niet alleen aanwijzingen geven om zoveel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt, maar ook de daartoe geëigende veiligheidsmaatregelen nemen. En dat laatste is niet gebeurd. Het werk vond plaats op 7 meter hoogte. Dat is aanzienlijk meer dan de 2,5 meter uit het Arbobesluit, op grond waarvan preventieve maatregelen verplicht zijn. Op grote hoogte kan een kleine misstap grote gevolgen hebben. In dit geval was het risico op valgevaar nog groter doordat het hellend dak glad was door het schoonmaakwater. Dat gordels door het ontbreken van bevestigingspunten niet konden worden gebruikt, ontheft de werkgever niet van de verplichting om veiligheidsmaatregelen te nemen. Andere methoden waren mogelijk, zoals de voorbeelden uit het Arbobesluit. Daarmee heeft de werkgever niet voldaan aan zijn zorgplicht en is hij aansprakelijk voor de schade. Dat hij niet de financiële middelen heeft om de schade te voldoen, doet aan de aansprakelijkheid niets af. (Kantonrechter Utrecht, 16 november 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:7082) Rob Poort, jurist en veiligheidskundige, www.bureaupoort.nl.
(advertentie)
Volledig op de hoogte U bent in één dag bijgepraat over alle recente wetswijzigingen en ontwikkelingen.
WWW.ARBO-ONLINE.NL/ACTUALITEITENDAG arbo 5 ¦ 2017 27
Is Uniper het nieuwe Abrona?
Alcohol, drugs In november bracht de AP het rapport Alcohol- en drugscontroles bij werknemers van Uniper Benelux B.V. uit. Wat betekent dit rapport voor de mogelijkheden van werkgevers om te controleren op alcohol en drugs in hun organisatie? tekst Pascal Willems
oor de Autoriteit Persoonsgegevens was 2016 een druk en bewogen jaar. Nadat de AP in maart 2016 het ‘Abrona-rapport’ publiceerde en kort daarop, in april 2016, de beleidsregels ‘De zieke werknemer en privacy’, bracht zij in november het onderzoeksrapport ‘Alcohol- en drugscontroles bij werknemers van Uniper Benelux B.V.’ uit. Wat betekent dit rapport voor de mogelijkheden van werkgevers om te controleren op alcohol en drugs in hun organisatie?
V
Onderzoek In 2015 en 2016 heeft de AP de verwerking van persoonsgegevens in de arbeidsrelatie aangemerkt als één van haar belangrijkste onderzoeksthema’s. In dat kader is de AP in 2015 door een vakbond getipt dat bij veel bedrijven ad random alcoholtests plaatsvinden. Meer specifiek ontving de AP signalen van werknemers van Uniper Benelux (voorheen E.ON Benelux) dat al het personeel een beleid
28 arbo 5 ¦ 2017
moest ondertekenen waarmee het instemt met ad random alcohol(blaas)testen en drugscontroles door middel van wangslijmtesten, drugshonden en controles van auto’s en werkplekken. De AP heeft daar nader onderzoek naar gedaan en komt in haar rapport tot de conclusie dat het beleid van Uniper in strijd is met de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp). Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat Uniper zijn beleid heeft ingetrokken.
Bezwaren Wat waren de bezwaren van de AP? De AP heeft allereerst onderzocht of energiebedrijf Uniper persoonsgegevens verwerkt in het kader van zijn beleid. Hoewel de verwerking van persoonsgegevens pas plaatsvindt zodra het beleid wordt uitgevoerd, oordeelt de AP dat het aannemelijk is dat voorgenomen beleid ook daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, zodat ook beleid onder de toezichthoudende bevoegdheid van de AP valt. Vervolgens oordeelt de AP dat
het energiebedrijf, zodra er controles worden uitgevoerd, persoonsgegevens – en meer specifiek gezondheidsgegevens – verwerkt. Voor die controles beschikt Uniper niet over een uitzonderingsgrond in de Wbp, waarmee die verwerking onrechtmatig is. Datzelfde geldt voor het beleid dat alle werknemers van Uniper verplicht om gegevens over medicijngebruik bij de bedrijfsarts te melden. Ook die verwerking van persoonsgegevens is, zodra het beleid uitgevoerd wordt, in strijd met de Wbp. Tot slot geldt dit ook voor de inzet van drugshonden, aldus de AP. De AP concludeert in haar rapport dan ook dat het alcohol- en drugsbeleid van Uniper onrechtmatig is. Inmiddels is bekend dat Uniper besloten heeft dit beleid in te trekken, onder druk van de mogelijke boetes die de AP kan opleggen.
Overeenkomsten Uniper heeft er kennelijk voor gekozen om niet de confrontatie voor de rechter
en privacy aan te gaan zoals Abrona dat eerder wel heeft gedaan. Tussen beide kwesties zitten overeenkomsten en verschillen. Zo zijn de onderzoeken naar beide organisaties door de AP gebruikt als voorbeeld voor de rest van Nederland om haar standpunt en zienswijze wereldkundig te maken daar waar het gaat om de verwerking van persoonsgegevens van werknemers. Beide organisaties zijn ook groot genoeg om een eventuele boete te kunnen dragen, zodat de AP niet beticht kan worden van het aanpakken van kwetsbare werkgevers. En in beide zaken legt de AP de wet- en regelgeving zeer streng uit. Daarme beperkt zij de ruimte die in de privacyregelgeving is ingebouwd om te anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen.
De AP concludeert in haar rapport dat het alcoholen drugsbeleid van Uniper onrechtmatig is vens verboden is, tenzij er een uitzonderingsgrond (een wettelijke verplichting, bijvoorbeeld) voor bestaat, zijn de mogelijkheden voor werkgevers beperkt.
Zijn controles verleden tijd? Verschillen Toch zijn er ook duidelijke verschillen. In de Abrona-zaak slaat de AP naar mijn mening een aantal keren duidelijk de plank mis bij haar interpretatie van de regelgeving rondom de loondoorbetaling en de verzuimbegeleiding van zieke werknemers. Het juridisch speelveld in die zaak is ook veel breder en daardoor voor de AP mogelijk onoverzichtelijker. In de Uniper-zaak kon de juridische discussie zich beperken tot de rechtvaardiging voor een werkgever om preventieve alcohol- en drugscontroles uit te voeren. Voor dergelijke controles bestaat in het algemeen geen wet- en regelgeving, in tegenstelling tot de uitvoerige regelgeving rondom zieke werknemers. Doordat het verwerken van gezondheidsgege-
Betekent dit nu dat alcohol- en drugscontroles verleden tijd zijn? Niet helemaal. Maar ik verwacht ook op dit vlak een groeiend besef dat alcohol- en drugscontroles minder vaak mogen worden uitgevoerd dan tot op heden werd gedacht. Althans, als het aan de AP ligt. Voor beroepen waar in de wet de mogelijkheid tot controles is opgenomen, zoals de luchtvaart, verandert er niets. Ook voor zeer concrete vermoedens van werknemers die onder invloed zijn op de werkplek, verwacht ik dat er wel een rechtvaardiging voor de test te geven valt. Maar de AP heeft wel een bom gelegd onder preventieve testen die tot doel hebben om een zero tolerance-beleid van de werkgever te controleren, onge-
acht of dat gericht is op veiligheid of imago. Persoonlijk vind ik dat een onwenselijke ontwikkeling, omdat alcohol- en drugsbeleid vrijwel altijd wordt ingevoerd in samenspraak met de werknemers zelf (ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging) en ook de meeste werknemers het op prijs stellen als collega’s niet onder invloed verkeren op de werkplek. De AP toetst echter strikt (of rigide, als u wilt) aan de Wbp. De eenvoudigste oplossing is dan ook om wettelijke regels in te voeren die, onder speciďŹ eke voorwaarden, het uitvoeren van alcohol- en drugscontroles op de werkvloer mogelijk maken. Het zou mooi zijn als dit onderwerp in de komende kabinetsformatie zou kunnen worden meegenomen. Pascal Willems is advocaat/eigenaar van WVO advocaten.
arbo 5 ÂŚ 2017 29
Meer talen op de werkvloer
Voorkom misverstanden Taalverschillen op het werk, ze mogen niet leiden tot misverstanden, stress of zelfs incidenten. Welke maatregelen werken waar? Welke eisen stellen we aan de kwaliteit? Daarover ging de workshop Let s talk! van Jeannette Paul op dag één van het NVVKcongres 2017. tekst Inge Mulder oede communicatie is een eerste voorwaarde voor veiligheid. Het is van belang dat medewerkers elkaar verstaan op een meertalige werkvloer. En meer in het bijzonder: dat we voorkomen dat taalverschillen op het werk leiden tot misverstanden, wederzijdse frustratie en stress en zelfs incidenten.
G
30 arbo 5 ¦ 2017
Er rijdt een slijpwagen over het spoor. Aan het stuur een chauffeur uit Zwitserland. Naast hem op de wagen zit een Nederlandse begeleider. Prima geregeld dus? Niet echt. Want de begeleider zit voortdurend tegen de chauffeur aan te praten, die daardoor meer naar zijn begeleider kijkt dan naar het spoor. De begeleider zelf let ook niet echt op. Gevolg:
twee seinen gemist en een slijpwagen die eindigt in de pui van een sportzaak. Een lijst met vertalingen van vakjargon ligt nog in het dashboardkastje …
Verschillende niveau s Met elkaar praten, elkaar verstaan en elkaar ook nog begrijpen vindt plaats op verschillende niveau’s. Allereerst gaat
het erom de kern van een boodschap over te brengen: als er brand is, ren dan allemaal naar die plek. Op een abstracter niveau gaat het er bijvoorbeeld om welke PBM je moet dragen bij welke werkzaamheden. Nog een graadje hoger raakt taal aan cultuur: de Antilliaanse man die ziek is en voor hem in de plaats zijn broer naar het werk stuurt.
Maatregelen Bedrijven gebruiken al een breed scala aan maatregelen om taalbarrières te voorkomen, te beperken en te overbruggen op de meertalige werkvloer. Denk aan het stellen van taaleisen bij werving, het maken van vertalingen van veiligheidsinstructies en -voorschriften voor werknemers, de inzet van tolken en het verbieden van gevaarlijke werkzaamheden voor niet-voertaalsprekers. Maar hoe bepalen we nu welke maatregelen in welke situatie werken? Welke eisen stellen we vervolgens aan de kwaliteit van die maatregelen? En welke maatregel of welk pakket aan maatregelen beschouwen we als afdoende? Daarover gaat de workshop ‘Let’s talk!’ van Jeannette Paul (Vonken&Doen in arbeid en gezondheid) op de eerste dag van het NVVKcongres 2017.
Drie stappen De deelnemers proberen in drie stappen een pakket van maatregelen vast te stellen voor hun eigen praktijksituatie. Stap 1: Maak een bowtie Kies een gevaarlijke situatie uit de top 5 van het bedrijf en maak daarvan een bowtie. Beschrijf de risicobron (source),
de gebeurtenis (event) en het effect (impact) en bepaal de preventive controls en de response controls. Bekijk vervolgens welke preventive controls en response controls wegvallen als er sprake is van een meertalige werkvloer en dus veelal van een taalprobleem. Hier volgt een voorbeeld. Een buitenlandse chauffeur van een leverancier kent de locatie niet waar hij zijn vracht moet afleveren (source). Hij maakt vreemde manoeuvres met zijn vrachtwagen op het terrein (event). De chauffeur veroorzaakt een aanrijding, zijn leverancier loopt imagoschade op (impact). Preventive controls: routekaart/bewegwijzering, hulp van portier/ baliemedewerker. Responsive controls: aanspreken door een medewerker, afschermen kwetsbare onderdelen op het terrein. Doordat er sprake is van een taalprobleem, vallen in dit geval maar liefst drie van de vier controls weg.
Er zijn nog veel meer mogelijkheden denkbaar. Zoals de gebruikte taal vereenvoudigen of de hoeveelheid taal tot een minimum beperken, een uniform jargon hanteren, taal combineren met beeld. Of taalonderwijs aanbieden, één voertaal afspreken voor op de meertalige werkvloer of het werk organiseren op basis van taalvaardigheid. Voor elke maatregel geldt dat we criteria moeten formuleren om de kwaliteit van de gekozen maatregel te kunnen toetsen. Bij de keuze voor een vertaling zouden de kwaliteitscriteria kunnen zijn dat we de taalvaardigheid kennen van de vertaler. En we de vertaling nog laten checken door een vakman. Kiezen we ervoor het werk te organiseren op basis van taalvaardigheid, bijvoorbeeld bij de indeling van ploegen en roosters? Dan moeten we de taalvaardigheid van de eigen medewerkers kennen (toetsen), en die van onze ketenpartners.
Fop-oplossing Stap 2: Kies hoe je ingrijpt Volgens Hopkin kun je op vier manieren ingrijpen: transfer, tolerate, treat of terminate. Bij het besluit om een situatie aan te pakken (treat) kies je er bijvoorbeeld voor om andere controls toe te passen die niet gevoelig zijn voor taal, of om taalverschillen te overbruggen. Stap 3: Kies maatregelen & kwaliteitscriteria In het begin van dit artikel stond al een aantal maatregelen genoemd: taaleisen stellen bij werving, veiligheidsinstructies vertalen, tolken inzetten, gevaarlijke werkzaamheden voor niet-voertaalsprekers verbieden.
Even terug naar het incident met de slijpwagen. Daar kreeg een anderstalige een-op-een begeleiding van een Nederlander. Bovendien was er keurig een vertaling beschikbaar van het gehanteerde vakjargon. Op papier lijkt het allemaal goed geregeld, maar in de praktijk gaat het jammerlijk fout. Want een lijst met vertaald vakjargon heeft weinig zin als de anderstalige niet weet dat die er is. De begeleider neemt de lijst niet van tevoren met de Zwitser door en leidt hem ook nog af tijdens de werkzaamheden. Met andere woorden: hoed u voor de fop-oplossing.
arbo 5 ¦ 2017 31
"
'%$ # ! !
&%$ " #
! " ! ! " ! !
" ! & $ ! # " ! ! !
" ! ! "
#
& """ &
#
L A V E ONG
Beetje duizelig Werken in omsloten of besloten ruimtes met arbeidsmiddelen met verbrandingsmotoren, dat gaat niet goed samen. Naast de negatieve beïnvloeding van het binnenklimaat van de arbeidsplaats en het lawaai, kan deze combi leiden tot arbeidsongevallen en vergiftigingen.
tekst Ehsan Kermani
ij een groothandels- en productiemetaalbedrijf willen de werknemers op een rustige dag de goederenopslagplaats opruimen en de producten inventariseren. De opslagruimte meet 40 x 30 meter en is 6 meter hoog. De hoge overheaddeuren blijven dicht: het is winter, buiten is het 3 ºC en het is zaak om de kou buiten te houden. Voor het verplaatsen van de goederen gebruiken de drie aanwezige technische medewerkers een heftruck met lpg-verbrandingsmotor zonder katalysator. Rond vier uur 's middags krijgen zij hoofdpijn en zijn duizelig. Eén van hen verklaarde later: “Ik voelde mij sinds 12 uur suf en een beetje duizelig.” Pas als twee van hen beginnen over te geven, wordt er alarm geslagen. De drie mannen worden per ambulance naar het ziekenhuis afgevoerd. Daar stelt men bij alle drie koolmonoxidevergiftiging vast. De gealarmeerde brandweer verricht metingen met gekalibreerde meters. Er blijkt in de opslagruimte een waarde tussen 48 en 86 mg/m³ koolmonoxide aanwezig te zijn, tegen de wettelijke grenswaarde van 29 mg/m³.
B
Oorzaken en lessen Uit getuigenverklaringen blijkt dat de deuren van de opslagruimte de hele dag dicht zijn gebleven terwijl de heftruck in gebruik was. Wat zijn hier de lessen? » Het arbeidsmiddel werd niet conform de gebruiksaanwijzing gebruikt. In de gebruiksaanwijzing van deze heftruck stond: “Uitlaatgasemissies: u mag de heftruck uitsluitend in
goed geventileerde bereiken gebruiken. Wanneer u de heftruck gebruikt in gesloten bereiken, kan dit leiden tot opeenhoping van schadelijke uitlaatgasemissies, die kunnen leiden tot duizeligheid, slaperigheid of zelfs tot de dood! ….”. » De belangrijkste: vervang een arbeidsmiddel met verbrandingsmotor door een met elektrische krachtbron. Een verbrandingsmotor zorgt voor extra vervuiling van de toch al vervuilde lucht in de productieruimtes door bijvoorbeeld lasrook, oliën en schoonmaakmiddelen. Een verbrandingsmotor zorgt ook voor extra geluid in een toch al lawaaiige productieruimte en is daarnaast schadelijk voor het milieu. » Het gebruik van dieselverbrandingsmotoren is verboden. Dieselroet is kankerverwekkend. Als er geen vervanging mogelijk is, mag een dieselverbrandingsmotor binnen worden gebruikt maar alleen onder speciale voorwaarden, zoals directe afvoer van uitlaatgassen naar buiten en het gebruik van een deugdelijk katalysator. » Als het niet anders kan en gebruik van een arbeidsmiddel met verbrandingsmotor nodig is, moet men zorgen voor extra ventilatie, bijvoorbeeld door alle ramen en deuren open te zetten. De arbeidsmiddelen moeten voorzien zijn van een katalysator. De heftruck die dit ongeval veroorzaakte, was dat niet. De bougies hadden een goede kleur en het luchtfilter was redelijk schoon. Dat duidt op een goede verbranding. De wettelijke grens-
waarde (8 uur) voor koolmonoxide volgens de Arbeidsomstandighedenregeling bedraagt 29 mg/m³. Volgens een geschatte berekening bij het onderzoek werd deze waarde in dit geval al na twee uur bereikt. » Zorg voor adequaat onderhoud en regelmatige keuring. De keuringsbedrijven hebben de keuring van de verbrandingsmotoren niet in hun programma. Vraag het keuringsbedrijf daarom de motor te controleren op een goede werking, een goede verbranding van de brandstof en een goede werking van de katalysator.
Boeterapport Tegen het bedrijf werd een boeterapport opgemaakt. Tijdens de werkzaamheden met een heftruck met lpg-verbrandingsmotor heeft de concentratie koolmonoxide kunnen oplopen. Dat heeft geleid tot de ziekenhuisopname van drie blootgestelde werknemers. Het bedrijf gebruikte op de arbeidsplaats een met een verbrandingsmotor uitgerust mobiel arbeidsmiddel, zonder voor voldoende schone lucht te zorgen. Dit vormt een overtreding van artikel 7.17c, lid 7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Afdeling boete, dwangsommen en inning legde het bedrijf een boete op van bijna 11.000 euro. Het bedrijf verzocht om een betalingsregeling. Na onderzoek van de financiële situatie van het bedrijf werd dit verzoek afgewezen.
arbo 5 ¦ 2017 33
Op weg naar meer werkplezier
Drempels verlagen Een goede werkdrukaanpak? De mobiliteitsbranche ging een stap verder dan goede gesprekken en aandacht voor werkplezier. De branche ging na hoe het komt dat die goede gesprekken er nog niet altijd zijn. Daar richten ze hun ondersteunende branche-aanbod op. Tools die ook elders benut kunnen worden. tekst Huub Pennock en Aukje van den Bent
erkdruk en stress leiden in de mobiliteit tot zo'n derde deel van het ziekteverzuim. Het is daarmee een thema om serieus te nemen. De branche kenmerkt zich door veel kleine bedrijven. In verhouding werken er veel mannen. “Er zijn meestal geen HR-afdelingen die leidinggevenden en medewerkers kunnen ondersteunen”, vertelt Edgar Rijsbaarman, beleidsmedewerker Onderzoek en Arbo bij de Bedrijfsraad (het cao-overlegorgaan van de branche). “De cultuur is stoer, leidinggevenden en medewerkers zijn geen praters. Een onderwerp als werkdruk komt niet snel ter sprake. Er zit ook een voordeel aan de kleine bedrijven: iedereen kent elkaar goed en over het algemeen zijn medewerkers en leidinggevenden zeer betrokken bij het bedrijf en elkaar.”
W
34 arbo 5 ¦ 2017
De filmpjes Werkplezier: praat erover zijn op www.arbomobiel.nl te bekijken.
Er zijn meestal geen HR-afdelingen die leidinggevenden en medewerkers kunnen ondersteunen Op tijd in gesprek Van werkdruk word je niet 1-2-3 ziek, dat duurt een poos. Dus heb je de kans om er tijdig over in gesprek te gaan en ziekte te voorkomen. Aandacht voor het onderwerp en tijdig met elkaar in gesprek gaan, werden daarmee de uitgangspunten voor het ondersteuningsaanbod in de mobiliteit. “Je moet het ook weer niet moeilijker maken dan nodig”, geeft Rijsbaarman aan. “Het zijn volwassen mensen en in principe kunnen ze een dergelijk gesprek best voeren. Maar door allerlei drempels op de weg zijn ze soms geneigd tot uitstel en afstel. Een steuntje in de rug om werkdruk en stress op tijd te herkennen, die serieus te nemen en er een goed gesprek over te voeren, kan hen over die drempel heen helpen.”
Een test met agenda Het eerste steuntje in de rug is een korte en krachtige test. Bewust positief ingestoken, vanwege het belang om óók
aandacht te geven aan wat er allemaal goed gaat. Eén versie voor leidinggevenden: ‘Hoeveel werkplezier is er in jouw bedrijf’ en één voor medewerkers: ‘Hoe blij ben je met je werk?’. Zoals gezegd is de test kort en krachtig, want lang lezen en achter de computer zitten past niet bij deze branche. Binnen twee minuten zijn de tien vragen in te vullen.
De test resulteert in een overzicht van wat er goed gaat en wat beter kan. De balans daartussen bepaalt hoeveel werkdruk je ervaart. “We hebben er bewust voor gekozen het overzicht te presenteren in de vorm van een agenda”, vertelt Ellen Hiep, communicatiedeskundige bij dit project. ‘Zó te printen en mee te nemen als basis voor een gesprek!”
Uw bedrijf en werkplezier Voor medewerkers bestaan er diverse werkdruktesten. Om op teamof organisatieniveau werkdruk te signaleren, als leidinggevende of als arboadviseur, zijn minder tools beschikbaar. De test voor de mobiliteitsbranche is evenwichtig en positief ingestoken. Er komen veel onderwerpen aan bod: werkplezier, werktempo, sfeer, feedback, werkverbetering, ondersteuning bij werkdruk en toekomstverwachting. Als toegift kunnen leidinggevenden een invullijst downloaden om individuele medewerkers op te sporen met wie het zinvol is in gesprek te gaan. De test en de invullijst zijn te vinden op www.arbomobiel.nl.
arbo 5 ¦ 2017 35
ONLINE TRAINING
DE NIEUWE PREVENTIE MEDEWERKER In 2017 zal de Arbowet wijzigen. Wat zijn de gevolgen voor de rol van de preventiemedewerker? En voor de invulling van de (Branche) RI&E? Waar gaat het over? • Taken en verantwoordelijkheden van de preventiemedewerker; • Gevolgen voor de preventiemedewerker naar aanleiding van recente (wettelijke) veranderingen; • RI&E in de praktijk met zoveel mogelijk resultaat; • Van RI&E naar PAGO; • Veilige werkplek en beeldschermwerkplekken.
Deze Blended Learning geeft u een volledige en efficiënte kennis-update van alle aspecten rondom de nieuwe preventiemedewerker. Met een online training, een toets, en certificaat. Blended learning kan wanneer u het uitkomt U volgt deze training op ieder ander moment, wanneer het u uitkomt.
GA VOOR MEER INFORMATIE EN INSCHRIJVEN NAAR: WWW.DENIEUWEPREVENTIEMEDEWERKER.NL
De testen, tips en filmpjes zijn ook prima te gebruiken bij andere bedrijven Maar dan? Leren van goede én slechte voorbeelden. Maar dan? Dan weten medewerker dat een gesprek zinvol is. Gaan ze dan dat gesprek ook aan? Maken ze er wat van? “Daar ontwikkelden we een serie korte filmpjes voor”, vertelt Hiep. “In die filmpjes brengen we de grootste drempels in beeld én laten we zien hoe het ook kan.” De drempels zijn herkenbaar en humoristisch uitgebeeld. Bijzonder is ook dat de kijkers hun eigen pad kunnen kiezen. “Je kunt de route van een medewerker volgen, en die van leidinggevenden. Vervolgens kun je bijvoorbeeld kiezen waar je een dergelijk gesprek gaat voeren, en in hoeverre je het gesprek voorbereidt. Zo leert iedereen van het zien van wat je beter niet of juist wel kan doen.”
Tips en adviezen De kern van de aanpak in de mobiliteit is om op een eenvoudige, snelle manier aandacht te vragen voor werkplezier en daar het gesprek over aan te gaan. De testen en filmpjes zijn de belangrijkste tools hiervoor. Maar er is nog meer ondersteunend materiaal beschikbaar. Zo is er een vervolgtest, waarmee medewerkers het inzicht in hun knelpunten kunnen verdiepen, de gespreksagenda kunnen uitbreiden en per knelpunt een concreet advies ontvangen. Ook zijn er tipkaartenk, een voor medewerkers en een voor leidinggevenden. Ook zijn de
arbocatalogi rond de onderwerpen werkdruk en werkplezier op de diverse tools aangesloten.
Kansen voor leentjebuur De testen, tips en filmpjes zijn ook te gebruiken bij andere bedrijven. Juist arboprofessionals kunnen er profijt van hebben, als ze hun medewerkers en leidinggevenden willen ondersteunen zodat die zelf met werkdruk/werkplezier aan de slag kunnen gaan. Komt er bijvoorbeeld een leidinggevende langs die twijfelt of zijn medewerkers last hebben van werkdruk? Vul samen met die leidinggevende de vragenlijst eens in; de
Tips voor een goed gesprek over werkdruk » Laat signalen niet aan je voorbijgaan. » Heb je de indruk dat een medewerker last heeft van stress? Gedraagt hij zich anders dan anders? Ga dan in gesprek. » Benut de ik-ik-jij: ik zie dat je de laatste tijd om kleine dingen boos wordtik maak me daar zorgen over-hoe kijk jij daar tegenaan? » Breng samen in kaart wat goed gaat en wat beter kan. » Maak samen een lijst met energievreters en een lijst met energiegevers. Aandacht geven aan wat er goed gaat vormt een buffer tegen werkstress! » Creëer een keuze. » Richting acties? Kies dan of je problemen gaat aanpakken, gaat accepteren waar je geen invloed op hebt of gaat vergroten wat er al goed gaat.
vragen en resulterende agenda bieden gegarandeerd stof voor een goed gesprek. Ziet een medewerker op tegen een gesprek met zijn leidinggevende? Bekijk de filmpjes en ondersteun zo de medewerker in zijn voorbereiding.
Volg de gedachtegang Ook de gedachtegang kan inspirerend zijn voor andere bedrijven. Zoals de mobiliteitsbranche zichzelf analyseerde, kan ook een bedrijf zichzelf in kaart brengen. Wat valt er op? Grote teams? Kleine groepen? Kennen ze elkaar? Veel mannen of in verhouding veel vrouwen? Welke geschiedenis is er rond werkdruk? Wat is er voor werkdrukcultuur? En de crux: welke drempels ervaren de leidinggevenden en medewerkers om werkdruk aan te pakken en hoe krijg je ze prettig met elkaar in gesprek? Een goed inzicht in deze vragen geeft richting aan de implementatie en biedt het steuntje in de rug dat medewerkers en leidinggevenden vaak heel goed kunnen gebruiken.
Aukje van den Bent en Huub Pennock zijn adviseur bij De Goede Praktijk en ErgoBalans en de ontwikkelaars van www.vijfsterrenwerkplezier.nl. In samenwerking met Ellen Hiep van HiePRactief ontwikkelden ze de tools voor de mobiliteitsbranche.
arbo 5 ¦ 2017 37
Producten Persoonlijke stijl Kleding moet trendy en cool zijn en passen bij de individuele stijl. Zowel tijdens het werk als daarbuiten. Daarom lanceert MASCOT een aantal nieuwe producten in de MASCOT® FREESTYLE-collectie, waaronder sweatshirts, overhemden en T-shirts. De collectie richt zich op profes-
sionals die zich niet alleen privé graag willen onderscheiden, maar liefst ook in de werkomgeving. De nieuwe producten zijn te combineren met traditionele werkkleding. Zo creëren werknemers eenvoudig hun eigen persoonlijke stijl. www.mascot.nl
Maak kleding UV-proof Je zult het maar hebben: lupus, chronische zonneallergie, littekens, huidkanker, brandwonden, albinisme, een kwetsbare huid door bestraling of een kind dat door overgevoeligheid voor (zon)licht niet buiten mag spelen. Webwinkel www.you-uv. com geeft informatie. Wie weet bijvoorbeeld dat de meest dodelijke vorm van huidkanker wordt veroorzaakt door UV-A straling? Van deze straling worden we niet bruin, maar ze gaat wel dwars door kleding en glas. De webwinkel verkoopt producten die beschermen tegen UV-straling, zoals UV-werende kleding, UV-indicatoren en UVwash. Die laatste is door You&UV zelf ontwikkeld om eenvoudig eigen kleding UV-proof te maken. Een deel van de opbrengst uit de webwinkel gaat naar voorlichting en research ten behoeve van UVgerelateerde aandoeningen. www.you-uv.com
Veilig onderhoud Lockout/Tagout biedt een praktische manier om veiligheidsrisico's bij onderhoudswerken te beheersen. Lockout/Tagout isoleert tijdelijk de energietoevoer naar machines en stelt die buiten werking tijdens het onderhoud. Wanneer alle energiecontrolepunten in kaart zijn gebracht en de juiste sloten en systemen zijn gekozen, moeten duidelijke, stapsgewijze instructies worden opgesteld zodat onderhoudstechnici machines veilig kunnen isoleren alvorens te starten met het onderhoud. Met hulp van de LINK360-software kunnen procedures gemakkelijk worden goedgekeurd, gevisualiseerd, geprint en aan de relevante machines bevestigd. www.bradycorp.com
38 arbo 5 ¦ 2017
Herkenbare leiding Wat is nu precies welke leiding? Indoor, Outdoor en Outdoor+ leidingmerkers van Brady maken van de identificatie van leidingen in elk bedrijf wereldwijd een makkie. De aanduiding van leidinginhoud en stroomrichting maakt onderhoud efficiënter en helpt ongevallen voorkomen. Net zo goed toepasbaar in weinig veeleisende omgevingen als in de woestijn of op offshoreplatformen. Verkrijgbaar in alle kleurencombinaties en af te stemmen op lokale regelgeving, industrie- of bedrijfsnorm. Klanten kiezen zelf kwaliteitsniveau, kleur, boodschap, symbool en uitvoering van de leidingmerker. www.bradycorp.com
Mail uw informatie voor deze rubriek (met jpg-foto) naar arbo@vakmedianet.nl
A I D E M Aanslagen in beeld Dreiging code geel of oranje, eigenlijk zegt het niet iedereen iets. Toch vraagt ook de overheid ons voorbereid te zijn op een mogelijke aanslag. BHV Nederland ontwikkelde een infographic die lezers helpt hoe te handelen bij een terroristische aanslag. Dergelijke informatie kan zomaar van onschatbare waarde blijken. https://www.bhvnederland.nl/bhv-nieuws/ hoe-overleef-je-een-aanslag-infographic
Klimmen op de ladder Met de Veiligheidsklimmers Game krijgt u inzicht in waar u als organisatie en individu staat ten aanzien van veilig werken en handelen. De opdrachten uit het spel komen overeen met de variabelen van de Veiligheidsladder. Stap voor stap ziet u hoe de veiligheidscultuur steeds een trede hoger komt wanneer de cultuur zich ontwikkelt en verbetert. www.veiligheidsklimmers.nl
Fabels en dwaalsporen Veiligheid heeft een probleem. Gedurende tientallen jaren is het vruchtbare grond voor fabels, misCarsten Busch verstanden en dwalingen geworden. Dit boek verzamelt bijna honderd van dergelijke veiligheidsfabels. In VEILIGHEIDSbeknopte en luchtige besprekingen FABELS 1-2-3 kijkt Carsten Busch naar de zwakke 95 stellingen voor een reformatie in veiligheid punten van het gebruikelijke denken binnen veiligheid en geeft hij aanzetten tot alternatieve benaderingen en verbetering. Veiligheidsfabels 1-2-3 – 95 stellingen voor een reformatie in veiligheid, Carsten Busch, Vakmedianet, ISBN 9789462154803
Les op maat ADVIES 17/04 | Maart 2017
Leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan een advies over postinitieel leren
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
Werknemers moeten tijdens hun loopbaan blijven leren en zich ontwikkelen. De SER pleit voor een positieve leercultuur. De raad adviseert onderwijsinstellingen en de overheid om maatwerk te organiseren in het onderwijsaanbod voor volwassenen. Want dat moet beter aansluiten bij de situatie van werkenden. Advies Leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan (2827 kB), Aanbevelingen (50 kB)
Praktische preventie Het boek ‘Preventiemedewerker, een praktische handleiding’ is nu helemaal geactualiseerd. Naast dat het veel basisinformatie biedt, is het boek een wegwijzer naar andere bronnen van meer en verdiepende informatie. Thema’s die aan de orde komen zijn onder meer: de functie van de preventiemedewerker, wet- en regelgeving, Preventiemedewerker aansprakelijkheid, arbomanagement, werkplekken, sociale vaardigheden en verzuimbeleid. Preventiemedewerker, een praktische handleiding, A.C.M. Suijkerbuijk, mr. H. Koenders, P.J. Diehl, Vakmedianet, ISBN 9789462154520 EEN PRAKTISCHE HANDLEIDING
6 e DRUK
P.J. DIEHL, H. KOENDERS EN A.C.M. SUIJKERBUIJK
WWW.ARBO-ONLINE.NL
arbo 5 ¦ 2017 39
HET NIEUWE KANTOORINRICHTEN CONGRES
DONDERDAG 18 MEI 2017 AHREND, AMSTERDAM
VAN VISIONAIR NAAR PRAKTISCH Sommige mensen presteren het best in een drukke kantoortuin. Anderen lezen het snelst terwijl zij fietsen. En weer anderen hebben de rust van een eigen kamer nodig om zich te kunnen concentreren. KOM MET COLLEGA’S EN KRIJG
KORTING
Bij het nieuwe kantoorinrichten heeft u aandacht voor de verschillen in taak en persoon om de prestatie en het comfort van de werknemer te bevorderen. Maar ook voor het stimuleren van beweging, voor het onderweg werken en voor het beïnvloeden van gedrag. Er is veel nieuwe (wetenschappelijke) kennis over kantoorinrichten. Tijdens dit event combineren specialisten deze kennis met de praktijk. Experts van TNO, TU-Delft, Centre for people and buildings en BTR coaching praten u bij over thema’s als: D Comfort D Geluk en organisatie DICT en gedrag DMeer bewegen DBeleving
WWW.HETNIEUWEKANTOORINRICHTEN.NL Partner:
Organisatie:
ArboOPLEIDINGEN De nieuwe preventiemedewerker
en Plan van Aanpak aan de docenten
Tijdens dit congres combineren spe-
voor te leggen.
cialisten nieuwe (wetenschappelijke)
Online training
kennis over kantoorinrichten met de inzichten uit de praktijk. Wat zijn de
betekenen de recente (wettelijke) ver-
Productieve machineveiligheid
Kijk voor meer informatie op
anderingen) voor de taken en verant-
1-daagse training ¦ 15 mei 2017
www.hetnieuwekantoorinrichten.nl.
medewerker? Met deze online training
Machineveiligheid, geen noodzakelijk
Arbomanagement
krijgt u een volledige kennis-update
kwaad. Maar hoe realiseert u hogere
1-daagse training ¦ 1 juni 2017
wanneer het u het beste uitkomt. U
veiligheid met behoud van efficiëntie?
ontvangt een bewijs van deelname.
Het kan. Tijdens deze training leert u
Van ISO 45001 naar OHSAS 18001. In
Kijk voor meer informatie op www.
om menselijke handelingen en inter-
de organisatie moeten voorzieningen
denieuwepreventiemedewerker.nl.
acties van een productieproces syste-
zijn die bewaken dat de genomen
matisch te analyseren.
maatregelen zowel op de korte als de
De Arbowet gaat veranderen. Wat
successen en wat kan er nog beter?
woordelijkheden van de preventie-
lange termijn hun werk blijven doen.
Praktijkopleiding preventiemedewerker 3-daagse training ¦ 15 mei 2017
Ook als de wereld intussen is veran-
Het nieuwe kantoorinrichten
derd. Want dat heeft gevolgen voor
Congres ¦ 18 mei 2017
nemers. Met een arbomanagement-
De inhoud van uw taken, effectieve
de veiligheid en gezondheid van werksysteem kunt u risico's identificeren,
communicatie, wetgeving, RI&E, Plan
Van visionair naar praktisch. Klimaat
beheersen en blijven beheersen. De
van Aanpak en kostenbesparing. Doe
en licht, organisatie van het werk,
nieuwe norm ISO 45001 vervangt
noodzakelijke kennis op en train uw
verandering van gedrag, dynamisch
OHSAS 18001. Wat betekent dit?
vaardigheden als preventiemedewer-
werken en stimuleren van beweging.
Kijk voor meer informatie op
ker. Word in drie dagen een expert.
Bij het nieuwe kantoorinrichten staat
www.arbo-online.nl/actualiteitendag.
Er is voldoende gelegenheid om al uw
aandacht voor de verschillen in taak
individuele vragen over uw eigen RI&E
en persoon centraal.
Blijf schitteren
Meer informatie over opleidingen? Kijk voor meer informatie op www.arbo-online.nl/opleidingen. Of blijf op de hoogte via de online Arbo Opleidingen update. Gratis aanmelden kan via www.arbo-online.nl/nieuwsbrieven.
www.arbo-online.nl/opleidingen arbo 5 ¦ 2017 41
Binnenkort in Arbo
Thema: werken op hoogte
» Het beheer wil ook wat » 4 mythes over veilig werken op hoogte » Valbeveiliging en verankering » Vergeet het reddingsplan niet
En verder: » Bouwprocesbepalingen Arbobesluit aangescherpt » Het nut van veiligheidsassessments » De veiligheidskundige op de werkvloer » Hinderlijke installatiegeluiden op kantoor » Schade aan de auto bij woon-werkverkeer
arbo 42 arbo 5 ¦ 2017
Deze aankondiging is onder voorbehoud
'DQN]LM KHW HUJRQRPLVFKH RQWZHUS PHW Æ„ H[LEHOH ]DFKWH FRPSRQHQWHQ SDVW GH XYH[ X VRQLF ]LFK SHUIHFW DDQ HONH JH]LFKWVYRUP DDQ *HZLFKW HQ GUXN ]LMQ JHULQJ YRRU ODQJGXULJ GUDDJFRPIRUW 'H JURWH YRRU]HWOHQV ELHGW SDQRUDPLVFK ]LFKW HQ NDQ GDQN]LM RPGUDDL ZRUGHQ YHUYDQJHQ
]HWOHQV JULMV È™
WHFKQRORJLH PDDNW Æ„ H[LEHOH LQ]HW ELQQHQ HQ EXLWHQ PRJHOLMN
" 'H XYH[ X VRQLF SDVW RS YHOH JH ]LFKWVYRUPHQ HQ VOXLW JRHG DDQ PHW JHULQJH GUXN RS KHW JH]LFKW
'H XYH[ X VRQLF LV HHQ YDQ GH OLFKWVWH YRO]LFKWEULOOHQ LQ KHW XYH[ DVVRUWLPHQW YRRU ODQJGXULJ JHEUXLN ]RQGHU GH GUDJHU WH YHUPRHLHQ
XYH[ VXSUDYLVLRQ DQWL IRJ FRDWLQJ DDQ GH ELQQHQNDQW HQ NUDVEHVWHQ GLJKHLG DDQ GH EXLWHQNDQW
! # !
VEILIG WERKEN ‘In onze branche komen regelmatig risicovolle werksituaties voor. Risico’s kun je met goed beleid en management tot een acceptabel niveau terugbrengen. Daadwerkelijk veilig werken vergt meer. Daarom geef ik in ons bedrijf voorlichting en zorg voor de juiste veiligheidsvoorzieningen op het werk. Het voelt goed te zien dat mijn collega’s hun beschermingsmiddelen
Jeroen Haanstra, V&G-coördinator
echt gebruiken en ongelukken worden voorkomen. Ik heb daarbij dagelijks profijt van mijn opleiding Middelbare Veiligheidskunde bij Copla. Daar leerde ik vooral ook om veiligheid intern op de agenda te krijgen en tussen de oren bij medewerkers. En nog steeds houdt Copla mijn vakkennis up-to-date.’
Veilig werken ook in praktijk brengen? Volg de dagopleiding MVK. Copla start 13x per jaar in diverse regio’s door heel Nederland
START MVK OPLEIDING 18 SEPTEMBER - PURMEREND 4 OKTOBER – ZUIDBROEK
COPLA Opleiding - Training - Consultants Harderwijk | 0341 430848 info@copla.nl | www.copla.nl
Verder met veiligheidszorg. Verder met Copla.
BEL VOOR MEER INFORMATIE
0341 430848 of kijk op www.copla.nl/mvk