3
info
2016 JAARGANG 25
VAKBLAD VOOR VEILIGHEIDSPROFESSIONALS
Serious
gaming,
serious business
SPELENDERWIJS NAAR VEILIG GEDRAG
‘EXTERNE VEILIGHEID BESTAAT NIET’
HET SPEL, NIET DE KNIKKERS
GRIP GEDRAG PRAKTIJKDAG
OP
DIN. 22 NOVEMBER 2016 VEENENDAAL
VEILIG & GEZOND OP DE WERKVLOER Verreweg de meeste ongevallen op de werkplek komen voort uit onveilig en ongezond gedrag van werknemers. Als arbo-professional wilt u veiligheid en gezondheid op de werkvloer bevorderen en het gedrag van werknemers verbeteren. Hoe pakt u dat zo aan dat dit blijvend resultaat oplevert? Tijdens deze praktijkdag bespreken topsprekers vier belangrijke visies op gedrag en hoort u van professionals uit de praktijk hoe zij interventies toepassen. Met casussen van NAM/Shell, Heineken en Rijkswaterstaat.
U ERVAART: • • • •
Hoe u op vier verschillende manieren naar gedrag kunt kijken. Hoe gedragsinterventies veiligheid of gezondheid op de werkvloer kunnen verbeteren. Casuïstiek: hoe diverse gedragsinterventies in de praktijk uitpakken. Hoe u zelf met interventies aan de slag gaat en borgt zodat deze blijvend resultaat opleveren.
MEER INFORMATIE & INSCHRIJVEN
WWW.PRAKTIJKDAGGRIPOPGEDRAG.NL
KOM MET UW COLLEGA’S EN KRIJG KORTING
Van de redactie Laat ik maar met de deur in huis vallen: ik wist helemaal niets van serious gaming af. Mijn ervaring met gaming stamt uit de 70’er jaren: Pacman, Space Invaders. Oké, ik heb later in de verloren uurtjes ook nog patience gespeeld, want dat kreeg je ongevraagd met Windows geïnstalleerd. Dergelijke spelletjes speel ik allang niet meer. U zult mij dan ook niet aantreffen in een uitzinnige, nietsontziende horde in de kwetsbare biosfeer van Kijkduin met het ‘vangen’ (geen idee trouwens wat dat inhoudt) van Pokémons, onderwijl het helmgras vertrappend. Was er niet een man in Amerika die op een politieauto inreed terwijl hij een Pokémon ‘op de hielen zat’? Zo’n computerspelletje pakt mensen wel beet en houdt hun aandacht vast. Dat is opmerkelijk en misschien wel bruikbaar als het om andere toepassingen gaat. Die toevoeging ‘serious’ staat er niet voor niets. Het gaat om serieuze spelletjes. Wat maakt deze spelletjes serieus? Hun toepassing uiteraard. En het effect natuurlijk. Want bij serious gaming gaat het om leren, ervaringsleren. In een veilige omgeving, de omgeving van het spel. Dat moet veiligheidskundigen wel aanspreken. Ontwikkelaars van serious games hebben het over ons brein. Over hoe het brein leert, zich ontwikkelt. Volgens Frank Léone (artikel pagina 10-12) bestaat leren uit het ontwikkelen van verbindingen, relaties. Dit kunnen als-danrelaties zijn, als ik de schakelaar omzet dan gaat het licht branden, maar ook tijd- en plaatsgebonden relaties. U kent het misschien wel, als u een feit uit een boek heeft geleerd, weet u vaak precies waar dat feit op de bladzijde stond. Maar het is nog fraaier! U kunt zich feiten beter herinneren op de plek waar u ze hebt geleerd. Een bepaalde herinnering stimuleren kan door in gedachten terug te keren naar de plek waar u de feiten heeft geleerd (tip voor een examen!). Herinneringen staan in ons brein niet op zichzelf, maar maken deel uit van uitgebreide netwerken. Netwerken met herinneringen, ervaringen en acties, gekleurd door gevoelens. Op basis van deze netwerken bouwen wij in ons brein een model van de werkelijkheid. Door ons in de wereld te bewegen, wordt dit model voortdurend aangevuld, verfijnd, bijgesteld. Een netwerk van als-danrelaties, van goed-foutoordelen, van do’s en don’ts. Veel hiervan is gebaseerd op ‘van horen zeggen’ en op eigen ervaringen. Nu is het zo dat bepaalde ervaringen je beter bespaard kunnen blijven. De ervaring van een ongeval, bijvoorbeeld. Daarin kunnen serious games een belangrijke rol spelen. Zodat je een ongeval kan overkomen en je dus een ervaring rijker bent, maar dan in een veilige spelomgeving. Het gaat natuurlijk niet alleen om ongevallen. Het gaat ook om overzicht krijgen in kritieke spelsituaties en daarin beslissingen nemen. En ervaren hoe een beslissing dan uitvalt. Het idee is dat dergelijke ervaringen beter beklijven dan een diashow in een leslokaal. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. En, werkt het? Bas Stroeken (artikel pagina 16-19) is daar eerlijk over. Het bewijs is nog niet onwrikbaar geleverd. Daar moeten wij dus nog op wachten. In de tussentijd kunt u zelf aan de slag met serious games, in dit nummer passeren er enkele de revue. En dat kan desgewenst ook op een terras in Kijkduin. Q Frank Guldenmund
info Colofon® NVVKinfo is het informatieblad voor leden van de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde en hét vakblad voor veiligheidskunde in Nederland. Het blad verschijnt vier keer per jaar in een oplage van 3000 exemplaren. Redactie Robert-Jan Bannink, Carsten Busch, Frank Guldenmund, Louis Nijland, Jacqueline Joosten (hoofdredacteur), Inge Mulder (eindredacteur) Uitgever Vakmedianet, Marieke Le Noble NVVK algemeen NVVK Secretariaat Postbus 1342 5602 BH Eindhoven T 040-2911423 E nvvk@veiligheidskunde.nl Vormgeving en opmaak colorscan, www.colorscan.nl Druk Ten Brink, Meppel Advertentie-exploitatie Advertentiewinkel, Janneke Reijseger Postbus 174 3760 AD Soest T 035-6936776 E info@advertentiewinkel.nl Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de NVVK. Disclaimer Hoewel aan de inhoud van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden uitgever, redactie en auteurs geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele fouten of onvolledigheden. Kopij Redactieadres: nvvkinfo@veiligheidskunde.nl Verschijningsdata 2016 19 februari, 13 mei, 16 september, 9 december ISSN 0928-4923
info– September 2016 nr. 3
3
NR 3 | SEPTEMBER 2016
10 Serious gaming Een veilige speeltuin
13 Serious gaming Spelenderwijs naar veilig gedrag
16 Serious gaming Games zijn real lifesafers
20 Serious gaming Het spel, niet de knikkers
26 Interview
26
‘Externe veiligheid bestaat niet’
30 Adviseren Strategisch adviseren
34 Praktijk Laagdrempelig melden bij Croda
38 NVVK-prijs Brand! En dan?
6 Nieuws 23 Column Riedijk 24 Juridisch bekeken 29 Carrière 33 Nieuwe dingen
13
40 Boekbespreking 42 Verenigingsnieuws
4
September 2016 nr. 3 –
info
10 20
38 info– September 2016 nr. 3
5
Nieuws
Controle gevaarlijke stoffen De Inspectie SZW controleert bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. Voldoen zij aan de REACHverplichtingen? Zijn de veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) op orde?
B
edrijven die werken met gevaarlijke stoffen, zijn verplicht om beschermingsmaatregelen te nemen. Dat lukt alleen goed als zij de juiste informatie hebben over de risico’s van de gevaarlijke stoffen waarmee zij werken. Het VIB is daarvoor een belangrijke informatiebron. Leveranciers van stoffen zijn verplicht een VIB mee te leveren.
schoenen of adembescherming. Bedrijven kunnen nu zelf VIB’s controleren op juiste informatie. En vanuit de checklist kunnen zij de leverancier rechtstreeks mailen en om betere informatie vragen. De VIBcheck is een initiatief van Inspectie SZW in samenwerking met ILT en
brancheorganisaties. Met de zelfinspectie gevaarlijke stoffen checken bedrijven in vier stappen of zij op een goede manier invulling geven aan het voorkomen van langdurige blootstelling aan gevaarlijke stoffen. http://www.vib-check.nl/
Maar vaak zijn de gebruikte VIB’s te oud of ontbreken ze helemaal. Ook is een groot deel van de gebruikte VIB’s van slechte kwaliteit (verkeerde labelling of etikettering – niet volgens CLP (Classification, Labelling en Packaging). Of ze bevatten een verkeerde of geen vermelding van noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals hand-
Bedrijven kunnen nu zelf VIB’s controleren op juiste informatie
Staat van de Veiligheid naar Tweede Kamer Onlangs is de Staat van de Veiligheid 2015 met alle onderliggende rapportages aangeboden aan de Tweede Kamer.
D
e ‘Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2015’ geeft een beeld van de naleving en veiligheidssituatie van de Brzo-bedrijven in Nederland in 2015. Ieder jaar worden de resultaten gerapporteerd van inspecties bij bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo 2015). Dit gebeurt in de ’Monitor naleving en handhaving Brzo-bedrijven’. Brzo-toezichthouders die samenwerken in het pro-
6
September 2016 nr. 3 –
info
gramma BRZO+ hebben de inspecties uitgevoerd. De monitor maakt voor het derde jaar onderdeel uit van de ‘Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven’. Sinds 1 juni 2015 is de Europese Seveso III-richtlijn van kracht. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in het Besluit Risico’s Zware Ongevallen – 2015 (Brzo 2015) en de
Dit geeft een beeld van de veiligheidssituatie van Brzobedrijven
Regeling Risico’s Zware Ongevallen (RRZO-2015). De belangrijkste wijziging die dat met zich heeft meegebracht betreft de stoffenindeling. Door de nieuwe indeling kunnen bedrijven die tot dan toe geen verplichtingen hadden nu wel onder het Brzo 2015 vallen en vice versa. Het besluit maakt het ook verplicht om meer informatie uit inspecties openbaar te maken en er moet meer informatie met de Europese Commissie worden gedeeld. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/ rapporten/2016/07/04/rapportenbundel-bijstaat-van-de-veiligheid-majeure-risicobedrijven-2015
Kliklijn over veiligheid FNV wil dat bouwvakkers ongestraft kunnen klagen over gevaarlijke situaties op bouwplaatsen. Nu zouden vooral buitenlandse werknemers hun mond houden als er onveilig wordt gewerkt. De vakbond opent een kliklijn waar werknemers anoniem hun zorgen over hun werkplek kunnen uiten. De vakbond hoopt hiermee ook buitenlandse werknemers tot melden te kunnen bewegen. In de bouw werken veel arbeidsmigranten. Hierdoor kunnen communicatieproblemen ontstaan, met soms gevaarlijke gevolgen. In de Telegraaf zegt FNVbestuurder Willem Dijkhuizen dat vooral kraanmachinisten daardoor risico lopen. “Zij moeten de mensen op de grond kunnen verstaan, maar dat lukt vaak niet.”
Het aantal ongevallen in de bouw is explosief gestegen
In de eerste helft van dit jaar is het aantal ongevallen in de bouw explosief gestegen, zo bleek eerder uit cijfers van de Inspectie SZW. Het aantal ernstige ongevallen is met 14 procent toegenomen en het aantal dodelijke ongevallen zelfs met 56 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Marga Zuurbier, directeur Arbeidsomstandigheden van de Inspectie SZW, constateert ook dat de toenemende in-
ternationalisering van de bouwplaats tot problemen kan leiden. ”En niet alleen taalproblemen leiden tot gevaarlijke situaties, ook de werkdruk neemt toe. In 2009 stond nog 38 procent van de bouwvakkers regelmatig onder tijdsdruk op de bouwplaats. Dat percentage is in 2015 gestegen tot 48, blijkt uit onderzoek van kennis- en adviescentrum Volandis (voorheen Arbouw). www.fnvbouw.nl.
Stop 24-uursdiensten medisch specialisten Medisch specialisten en chirurgen moeten stoppen met het draaien van 24-uursdiensten. Dat is schadelijk voor de patiëntveiligheid. Door de lange diensten kunnen artsen onzorgvuldig worden en verkeerde beslissingen nemen. Dat stellen twee hoogleraren in de Volkskrant. Zij willen hiermee het debat openen over een stop op de 24-uursdiensten voor
Bij piloten en vrachtwagenchauffeurs is dat al geregeld
medisch specialisten. “Bij piloten is dat al geregeld. En bij vrachtwagenchauffeurs ook. Die mogen maar een beperkt aantal uur achter elkaar werken en iedereen heeft daar begrip voor. Maar over medisch specialisten heeft niemand het”, zegt een van hen in de krant. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen vindt het goed dat de specialisten dit onderwerp ter discussie stellen. Brancheverenigingen van medisch specialisten benadrukken het belang van het ‘signaal’. De inspectie van de gezondheidszorg noemt het een zaak van specialisten zelf. Voor medisch specialisten is het wereldwijd gebruikelijk om 24-uursdiensten te draaien. Na een normale werk-
dag zijn ze ‘s nachts oproepbaar voor ingewikkelde vragen of spoedoperaties waarvoor ze naar het ziekenhuis moeten. Vaak draaien ze in het weekend ook 48-uursdiensten. Ziekenhuizen gebruiken deze roosters van oudsher, omdat het te kostbaar is om de hele nacht voor elk specialisme een arts in het ziekenhuis te hebben. Uit onderzoek van de Universiteit Twente bleek onlangs dat Nederlandse ziekenhuizen een burn-out bij specialisten niet goed genoeg herkennen.
https://www.utwente.nl/ nieuws/!/2016/4/459508/burnout-bij-jongemedisch-specialisten-zorgwekkend
info– September 2016 nr. 3
7
Nieuws
Complexe regelgeving kost chemie geld Maar liefst 10 miljard euro op jaarbasis. Dat kost de uitvoering van Europese wet- en regelgeving de chemische industrie in de EU. Die kosten zijn in tien jaar tijd verdubbeld.
D
it blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie over de periode 2004 tot 2014. Het gaat vooral om regels voor industriële emissies (33% van de kosten), chemische producten (29%) en de veiligheid van werknemers (24%). Volgens het cumulative costs assessment dat de Commissie vorige week heeft gepubliceerd, zullen de uitvoeringskosten alleen maar verder toenemen. Onder andere door nieuwe, strengere grenswaarden aan emissies van stoffen. Marco Mensink, directeur-generaal
van Cefic, stelt in een reactie dat hij samen met Europese instellingen blijft onderzoeken hoe regelgeving goedkoper en gebruiksvriendelijker kan. Uitgangspunt daarbij is hand-
having van het hoge niveau van veiligheid, gezondheid en milieu. http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/17784/attachments/1/translations/
Meer veiligheid met ‘zwartedozenmethode’ De Nederlandse politie gaat bij ernstige verkeersongevallen computergegevens uit auto’s gebruiken.
M
oderne auto’s beschikken steeds vaker over een zwarte doos. Het AD meldt dat dit jaar zeven van de tien politieregio’s zullen starten met de ‘zwartedozenmethode’. Eerder dit jaar voerde de politie in Rot-
terdam een geslaagde proef uit met het uitlezen van de zogenoemde Event Data Recorder (EDR). De EDR werkt hetzelfde als de zwarte doos in een vliegtuig en slaat onder meer data op over de locatie van de auto, de tijd en de werking van de airbags. In de VS is de zwarte doos sinds twee jaar verplicht in alle nieuwe auto’s. De Vereniging Verkeersslachtoffers ziet het
Draaiboek Brand verzekeraars Het Verbond van Verzekeraars heeft een integrale aanpak bij calamiteiten ontwikkeld. Die is vastgelegd in het ‘Protocol grootschalige calamiteiten’, waaronder het nieuwe Draaiboek Brand valt. et Draaiboek Brand is een 10-stappenplan dat beschrijft hoe de coördinatie vanuit de verzekeringsbranche (opstal- en inboedelverzekeringen) bij rampen verloopt. Het Verbond en de Stichting Salvage stelden het plan op. Het draaiboek is een moderne versie van het Draaiboek bij Rampen. Het ‘Protocol grootschali-
H 8
September 2016 nr. 3 –
info
ge calamiteiten’ beschrijft de stappen van verzekeraars in geval van een calamiteit van allerlei aard. Verzekeraars beschikken over kennis, procedures en instrumenten om na een calamiteit handelend op te treden. De branche kan financiële risico’s van grootschalige calamiteiten wegnemen en schadeherstel organiseren. Snelle en per type calamiteit op maat gesneden communicatie over de (re)actie van verzekeraars is daarbij essentieel. www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Documents/Draaiboek%20Brand.pd
liefst dat iedere auto verplicht wordt uitgerust met een zwarte doos.
De datarecorder werkt hetzelfde als de zwarte doos in een vliegtuig
Regels staan zorg in de weg Vier zorgorganisaties gaan hun verpleeghuizen radicaal anders organiseren, waarbij regels van bijvoorbeeld de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het zorgkantoor aan de kant worden geschoven.
heeft, de naasten en de zorgverlener. Vervolgens kijk je welke regels er nodig zijn.” Na de publicatie van het IGZ-rapport begin juli, waarin werd gemeld dat ruim een derde van de getoetste 150 instellingen achterblijven op het gebied van veiligheid en kwaliteit van zorg, gaf LOC al aan dat de verpleeghuiszorg alleen maar kan verbeteren als het systeem ‘echt anders’ wordt georganiseerd.
D
it meldt LOC Zeggenschap in zorg over het nieuwe project ‘Radicale Vernieuwing Verpleeghuiszorg’. “Als iemand iets wil verbeteren, staat er altijd weer een regel, protocol of instantie in de weg”, zegt LOC-coördinator Marthijn Laterveer. “Daarom hebben we VWS gevraagd of we in een aantal verpleeghuizen nu eens echt anders mogen organiseren, door eerst alle regels, protocollen en wetten aan de kant te zetten en vervolgens te organiseren vanuit de relatie tussen de mens die zorg nodig
http://loc.nl/nieuwsberichten-LOC/projectradicale-vernieuwing-verpleeghuiszorg-vanstart
‘Als iemand iets wil verbeteren, staat er altijd wel weer een regel, protocol of instantie in de weg’
Inspectie onderzoekt brandweerzorg De Inspectie Veiligheid en Justitie gaat de repressieve brandweerzorg in iedere veiligheidsregio onderzoeken.
gelgeving. Daarbij gaat het onder andere om de vastgestelde tijdnormen voor de opkomsttijd van de brandweer, de (variabele) voertuigbezetting, de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd brandweerpersoneel en de mate waarin het brandweerpersoneel zich veilig voelt bij de uitoefening van zijn repressieve taak.
D
e Inspectie pikt namelijk ‘negatieve’ signalen op, zoals over het branden blussen, hulp verlenen of een specifieke brand bestrijden. Zo worden zorgen of kritiek geuit over het beschikbare aantal brandweermensen, dat de brandweer te laat op de plaats van het incident aankwam of dat de inzet onveilig verliep.
Voelt het brandweerpersoneel zich veilig bij de uitoefening van zijn repressieve taak?
De Inspectie gaat onderzoeken in hoeverre de inrichting van de repressieve brandweerzorg in veiligheids-regio’s voldoet aan de geldende wet- en re-
(advertentie)
CONSULTA NCY • DETACHERING • RECRUITMENT • OPLEIDINGEN binnen Kwa liteit, Veiligheid, Arbo en Milieu | a rts-sa fety. com
info– September 2016 nr. 3
9
Serious gaming Serious games zetten brein in beweging
Een veilige Het brein heeft een taak vergelijkbaar met die van veiligheidskundigen, namelijk veiligheid creëren. Het brein helpt een individu om zichzelf te beschermen en om eten, een partner en een (veilig) onderkomen te vinden. Alles is gericht op de overleving van het individu en de soort. Hoe gaat dit in zijn werk? En hoe kunnen we op basis daarvan leren hoe we veiligheid kunnen creëren voor anderen? TEKST FRANK LEONÉ
E
en veel gehoorde oplossing: ‘serious games’. Oftewel games met een doel anders dan puur vermaak, in dit geval educatie. Deze games bestaan in allerlei varianten, waaronder een groot aantal ten behoeve van de veiligheid, zoals Safety Heroes (MAD), Meldkamer Control (Flavour) en Zeker van je Zaak (IJsfontein). De effectiviteit van serious games is echter moeilijk onomstotelijk vast te stellen (Gerard et al., 2013). Dit komt doordat er heel veel soorten serious games bestaan, die in meer of mindere mate de potentie van games benutten. Nagenoeg iedereen is het er echter wel over eens dat serious games een grote potentie hebben voor alle leervormen. Naast dat ze een effect hebben op motivatie, combineren games namelijk alles wat klassieke media al konden aan verschillende vormen van waarneming (tekst, geluid, beeld) met een unieke toevoeging: interactie. Als speler in een spel bestuur je tenslotte delen van het spel en heb je zodoende invloed op het verloop. Op de actie volgt reactie, feedback, wat het mogelijk maakt om ervan te leren. Interactie is eigenlijk het ontbrekende puzzelstukje van de klassieke media om de werkelijkheid na te bootsen. En het is de werkelijkheid waarop ons brein is geëvolueerd, niet een beperkte, interactie-loze vorm van de werkelijkheid.
Werking van het brein Het brein is niet geëvolueerd voor waarnemen of passief nadenken, maar voor actie 1. Een klassiek voorbeeld hier-
10
September 2016 nr. 3 –
info
van is een zeediertje met de naam ‘zakpijp’ (Engels: sea squirt). Het diertje lijkt op een zeeanemoon die op onderwaterrotsen zit en daar op eten wacht. Een zakpijp begint echter als een soort dikkopje dat kan zwemmen. Om dat te kunnen, heeft het dikkopje een zenuwstelsel met een klein brein. Wanneer het dier zich hecht aan een rots om passief verder te gaan, eet het zijn eigen brein op, maar blijft het vrolijk verder leven! Voor zijn verdere statische voortbestaan heeft het diertje geen brein meer nodig. Kortom, voor actie is een brein onmisbaar. Het brein doet echter zoveel meer. Relevant zijn bijvoorbeeld emoties, waarnemen, onthouden, praten, anderen inschatten en nadenken. Deze taken vinden allemaal plaats in het brein in relatief gescheiden gebieden, die in
Interactie is eigenlijk het ontbrekende puzzelstukje van de klassieke media om de werkelijkheid na te bootsen
speeltuin zekere mate autonoom zijn (Lamme, 2011). Zo zijn er visuele illusies, waarbij je ogen een waarneming fout, maar je hand (actie) die goed inschatten. In het dagelijks leven is er veelal een sterke interactie. Zo schat je een afstand naar een doel kleiner in (visuele waarneming) als je een hulpmiddel in je hand hebt waarmee je bij het doel kunt (actie). Ook bestaan er zogenoemde ‘spiegelneuronen’. Dit zijn neuronen in het brein die actief worden bij zowel een actie uitvoeren (bijvoorbeeld zelf een bal gooien) als een actie waarnemen (iemand anders een bal zien gooien). Waarneming en actie, en de andere componenten, hebben zo continu invloed op elkaar en zijn maar beperkt los van elkaar te beschouwen. Wat het brein uiteindelijk doet met alle informatie, is voorspellen wat er gaat gebeuren. Voorbeelden: op geluid A volgt meestal visuele waarneming B. Of wanneer ik een persoon voor het eerst ontmoet, zal ik mijn hand uitsteken om kennis te maken, waarna van de ander hetzelfde wordt verwacht. Hoe beter het brein dit doet, hoe sneller en effectiever een reactie mogelijk is en hoe eerder afwijkingen van voorspellingen opvallen. Vergelijk het met risico-voorspellingen voor veiligheidssituaties, om snelle actie te kunnen ondernemen wanneer dat nodig is. Daartoe bouwt het brein een ‘intern model’ op van de wereld, bestaande uit relaties tussen waarnemingen, acties, gedachten, emoties en herinneringen. Om zo’n model te krijgen is het nodig dat het brein, en de veiligheidskundige, leert.
Het lerende brein Leren in het brein is gebaseerd op associaties (Helden en Bekkering, 2015). In de meest simpele vorm: als twee gebeurtenissen consequent tegelijk plaatsvinden, vormt het brein een associatie tussen deze gebeurtenissen. Deze associaties kunnen zowel nuttig zijn als storend. Zo is het nuttig om te weten dat met de lichtknop de lamp aangaat of met de alarmknop het alarm. Maar kan het storend zijn om angst voor de tandarts te ontwikkelen na één minder prettig bezoek. Soms is het ook heel subtiel. Zo zullen mensen de informatie die ze op een bepaalde plek hebben geleerd, zich die op dezelfde plek beter kunnen herinneren. In dat geval is de plek van leren dus geassocieerd met de kennis. Dit netwerk van associaties bepaalt ons interne model en daarmee ons gedrag. Voor verschillende soorten leren zijn er vervolgens verschillende soorten geheugen. Zo heb je een geheugen
voor feitenkennis, voor persoonlijke gebeurtenissen en voor vaardigheden. Dit blijkt onder andere bij patiënten die met geheugenverlies kampen voor één type herinnering, maar niet voor de andere. Die verschillende soorten geheugen zitten opgeslagen in de eerdergenoemde deelgebieden in het brein. Zo zitten herinneringen voor fysieke handelingen veelal in de actiegebieden, en feitenkennis in andere daarvoor bestemde gebieden. Die verschillende gebieden brengen ook verschillende manieren van leren met zich mee. Zo vereisen vaardigheden, zoals sport of een instrument bespelen, veel herhaling om te beklijven. Feitenkennis daarentegen kun je in één keer opslaan, als het je interesseert en je er aandacht aan be-
info– September 2016 nr. 3
11
steedt. Emotionele gebeurtenissen sla je ook in één keer op, of je dat nu wilt of niet. Zelfs leren door te observeren gaat beter als je zelf actief actie onderneemt. Dit blijkt onder andere uit experimenten met jonge katten, waarbij de ene kat passief waarnam en de andere actief rondliep. De actieve kat bleek een veel betere visuele waarneming te hebben ontwikkeld dan de passieve kat, ondanks dat ze nagenoeg hetzelfde hadden gezien (zie implicatie 1). Een belangrijke uitzondering daarop is leren door na te doen. Dit is mogelijk gebaseerd op de werking van de eerdergenoemde spiegelneuronen, motorische neuronen die actief worden bij uitsluitend waarnemen. Is het mogelijk te leren door alleen te observeren, aangezien die neuronen toch wel actief worden? Nee, zo werkt het niet. De neuronen worden alleen actief als je zelf al enigszins vaardig bent in de waargenomen activiteit. Dus als je al redelijk kunt voetballen, zullen beelden van topvoetballers jouw spiegelneuronen activeren. Dan kan je van de observatie (of inbeelding, die dezelfde neuronen activeert) mogelijk leren. Dit geldt ook in bredere zin: hoe meer je over iets weet, hoe beter je de informatie kunt onthouden. Informatie die helemaal op zichzelf staat, is daardoor heel lastig om te onthouden. Dit geldt algemeen voor leren: alle soorten kennis kunnen we het makkelijkst tot ons nemen als ze in een rijke en zo realistisch mogelijke context staan. Dus hoe meer soorten geheugen en herinneringen worden aangesproken en hoe meer dwarsverbanden er zijn met eerder opgedane kennis, hoe beter ons interne model de informatie opneemt (zie implicatie 2). Vervolgens wordt het model weer gebruikt om voorspellingen maken. Dus als A gebeurt, zal zo wel B volgen of moet ik C doen. Als de voorspelling niet klopt, volgt aanpassing van het model. Dit is de basis van leren door trial and error, evolutionair een belangrijke vorm van leren. En juist daarvoor is weer interactie nodig (zie implicatie 3).
Implicaties voor serious games Het doel van serious games voor veiligheidskundigen is om ze een set van associaties (het interne model) te leren die hoort bij een gegeven veiligheidssituatie. In de meest eenvoudige vorm komt dit hierop neer: als A gebeurt, dan X, terwijl als B gebeurt, dan Y. Of andersom: om X te voorkomen, dan A, en om Y te voorkomen, B. Om dit optimaal te doen, moet een game: 1. de speler uitdagen om actie te ondernemen in het spel. De speler moet daarop feedback krijgen, om zo te leren. Het is heel wat anders om te lezen dat ‘het fout gaat’ als je iets niet doet, dan dat je het fout ziet gaan. Zo is er een operatiespel van IJsfontein waarmee artsen in de praktijk veel blijken te experimenten om te zien wat het effect is van fout uitgevoerde ingrepen. Daarvan leren zij weer. 2. de belangrijkste eigenschappen van een situatie zo goed mogelijk nabootsen in beeld, geluid en fysieke beleving. Dit levert een zo rijk mogelijk model op dat maximaal de werkelijke situatie benadert. Dit vergroot ook de kans dat kennis en vaardigheden generaliseren naar de werkelijkheid buiten het spel. 3. voortbouwen op voorgaande ervaring en de uitdaging mee laten groeien met de speler door nieuwe variaties of moeilijkheden, zodat deze blijft leren. Zo kunnen spelers toetsen of de voorspellingen die ze maken ook in andere situaties kloppen en ze zo nodig aanpassen. Op deze manier bootst het spel de natuurlijke wijze van leren na door interactie met een (fictieve) werkelijkheid. Als serious games dit bereiken, vormen zij een veilige speeltuin voor veiligheidskundigen om te leren omgaan met situaties die in werkelijkheid (gelukkig) hoogst uitzonderlijk zijn. Zo helpen serious games het voor ons allemaal een stukje veiliger te maken. Frank Leoné doet onderzoek naar breingeïnspireerde educatieve games bij het Donders Instituut van Radboud Universiteit Nijmegen en bouwt educatieve games in zijn startup Marbelous Minds.
Het menselijk brein tracht een model te maken van de wereld (links), op basis waarvan het voorspellingen doet. Op basis van die voorspellingen voert het acties uit die normaal gesproken de werkelijkheid beïnvloeden. Bij serious games beïnvloeden de acties de game (uiterst rechts). De game geeft een effect van het gedrag terug, het brein neemt dit waar en past het model aan. Groot voordeel van serious games is dat ze het mogelijk maken zo’n feedback-cirkel heel vaak, snel en gericht te doorlopen, voor situaties die in werkelijkheid – gelukkig – niet zo vaak voorkomen.
12
September 2016 nr. 3 –
info
Noot [1] Zie TED-talk Daniel Wolpert, https://www.ted.com/talks/daniel_ wolpert_the_real_reason_for_brains?language=en.
Referenties Girard, C., Ecalle, J., en Magnan, A. (2013). Serious games as new educational tools: how effective are they? A meta-analysis of recent studies. Journal of Computer Assisted Learning, 29(3), 207-219. Helden, J., en Bekkering, H. (2015). De lerende mens. Meppel: Boom Lamme, V. (2011). De vrije wil bestaat niet. Amsterdam: Prometheus.
Serious Gaming Games voor meer dan alleen vermaak
Spelenderwijs naar veilig gedrag Serious games en gamification. Ze zijn niet meer weg te denken uit het palet aan instrumenten dat organisaties ter beschikking staat om doelen te bereiken. De vraag is: kunnen serious games en gamification eveneens een relevante bijdrage leveren aan het stimuleren van veilig gedrag? TEKST ILSE VAN DER HOEK EN ERIK LIET
V
eiligheid neemt in toenemende mate een prominente rol in binnen onze samenleving. Met de aandacht voor veiligheid, neemt ook de belangstelling toe voor strategieën die deze veiligheid faciliteren. MAD multimedia werkt aan veiligheidsprojecten voor het ministerie van Defensie, het RIVM, de Veiligheidsregio Twente en de Gas-
unie. Of het nu gaat om het verhogen van arbeidsveiligheid, digitale veiligheid , verkeersveiligheid of voedselveiligheid, serious games & gamification kunnen van grote waarde zijn in de doelen die een organisatie wil bereiken. Maar wat is eigenlijk precies het verschil tussen serious games en gamification? En wat maakt deze instrumenten zo geschikt om veilig gedrag te stimuleren?
info– September 2016 nr. 3
13
Serious games versus gamification Serious games zijn games met een ander primair doel dan enkel vermaak. Vaak gaat het hier om leren. Gamification is het toepassen van game design-principes in een nietgaming context. Om mensen te motiveren en om gedrag te veranderen. Vooral dat laatste is bezig met een opmars. Dit komt omdat gamification zich afspeelt in de dagelijkse routine van mensen. Juist in die dagelijkse routine blijkt het eenvoudiger gedragsverandering te bewerkstelligen. Onderzoeker Frank Dignum van de Universiteit Utrecht deelt deze conclusie. Wij gebruiken zijn gedragsmodel als basis voor onze gamification-oplossingen. Maar wat zorgt er nu voor dat serious games en gamification zo krachtig zijn als het gaat om het stimuleren van veilig gedrag? Spelelement De basis is eigenlijk simpel. Als je mensen echt mee wilt krijgen, moet je hen op een aantrekkelijke manier meenemen in de veiligheidskwesties die je onder de aandacht wilt brengen. Serious games en gamification zijn visueel aantrekkelijk, ze zijn uitdagend en ze werken sterk motiverend op het veranderen van gedrag. Bovendien is bijna iedereen tegenwoordig bekend met het spelen van games. We merken bovendien dat mensen die nog geen ervaring hebben met serious games en gamification de uitdaging graag aangaan. Zij zijn vaak verrast dat een ogenschijnlijk simpel ‘spelletje’ op zo’n constructieve manier gedachten en gedrag kan beïnvloeden. Ervaren, oefenen en herhalen Het feit dat je als speler in een virtuele omgeving levensechte scenario’s kunt beleven, vormt een tweede succesfactor. Spelers ervaren wat er mis kan gaan, wat hun rol daarin is en wat de impact is van wat er is fout gegaan. En vooral: ze leren hoe hun eigen gedrag van invloed is op de veiligheid van henzelf en van anderen. In geen andere setting is het mogelijk om bijvoorbeeld een arbeidsongeval zo
14
September 2016 nr. 3 –
info
Serious games en gamification zijn visueel aantrekkelijk, uitdagend en werken sterk motiverend op het veranderen van gedrag realistisch en tegelijk veilig te ervaren en meteen ook te oefenen. Door de oplopende moeilijkheidsgraad en met hulp van herhaling wordt de beoogde kennis langzaam maar zeker geïnternaliseerd. Directe feedback en beloning Een derde succesfactor is erin gelegen dat serious games en gamification directe feedback bieden op de keuzes die een speler maakt. Dit kan inhoudelijk zijn, maar ook in de vorm van punten en daaraan gekoppelde sterren. Iemand die twee sterren heeft verdiend in een level en drie in de overige levels, zal er alles aan doen om ook drie sterren te verdienen in dat ene level. Dat is het competitie-element en zo is de aard van het (menselijke) beestje. Datzelfde geldt voor het klassement. In dat klassement kunnen de spelers zien hoe andere spelers scoren. Ziet een speler dat zijn collega net iets meer punten heeft behaald dan hij, dan zal hij er alles aan doen om hem te verslaan.
Naast punten en sterren kunnen spelers vaak ook nog badges verdienen. De badges spelen in op de ‘verzameldrang’ van de speler en geven hem status. Op die manier kan hij opklimmen van ‘Rooky’ (beginneling) naar ‘Expert’. Ook kan hij badges verdienen waaraan anderen zijn expertise kunnen aflezen. Bij het spelen van een level over brandveiligheid bijvoorbeeld is dat de ‘fire badge’. Aan de basis van een succesvolle serious game of gamificationoplossing ligt dus een aantal basisprincipes. Hoe ziet dat eruit in de praktijk?
Een praktijkvoorbeeld De serious game ‘Safety Heroes’, ontwikkeld voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is een game die goed illustreert hoe serious gaming kan bijdragen aan het stimuleren van veilig gedrag. Hoe kwam deze game tot stand? Doel en doelgroep Een goed begin is het halve werk. Daarom starten alle projecten met een analyse van de doelen en de doelgroep. Wat wil je bereiken? Voor welke doelgroep? Pas met deze informatie voor ogen kun je de beste ontwerpprincipes inzetten voor het maximale resultaat. In dit geval was het doel om bewustwording op het gebied van arbeidsongevallen te creëren en de arbeidsveiligheid te verhogen. Doelgroep voor deze game waren schoolverlaters, net begonnen met werken in sectoren waarin – zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van SZW – nog altijd de meeste ongevallen plaatsvinden: bouw, industrie, zorg en transport. Oplossing: een op Lemmings geïnspireerde serious game In dit geval koos men voor een serious game. Dit omdat de doelgroep is opgegroeid met games en in hun vrije tijd vaak games speelt. Safety Heroes is dan ook geïnspireerd op het bij gamers bekende Lemmings-principe, waarbij karakters in één lijn door het beeld lopen. De speler moet telkens actie ondernemen om de karakters zo veilig en snel mogelijk naar de uitgang te begeleiden.
dat in de buurt komt van gasdampen van een gasmasker. Al tijdens het spelen ziet de gamer wat de gevolgen van zijn handelingen zijn. Beschermt hij zijn karakters goed, dan zullen ze ongedeerd de uitgang bereiken. Worden ze geraakt door objecten, dan daalt hun energie. Dit is zichtbaar in een energiebalkje. Ook na het spelen van het level ontvangt men direct feedback. Zo ziet een speler hoeveel karakters ongeschonden het level zijn doorgekomen en hoeveel er gewond zijn geraakt. Ook ontvangt hij punten en sterren. Op deze manier leren spelers op een veilige manier om situaties in te schatten, een strategie te bepalen en maatregelen te nemen. Ook ervaren zij de gevolgen van hun keuzes. Het mooie is dat spelers dit ongelimiteerd en zonder gevolgen kunnen oefenen, waarmee ze goed zijn voorbereid op het echte werk. Implementatie en resultaat Ook na de ontwikkeling wacht er nog een schone taak. Want maar al te vaak wordt een prachtige en vaak ook kostbare game niet opgepakt. Dat is natuurlijk zonde. Laat u daarom adviseren over de verdere implementatie. Het gaat erom dat medewerkers weten dat de game er is en dat zij worden gestimuleerd die te spelen. Zo was er promotie voor Safety Heroes op ‘De dag van de bouw’ en kwam er een paginavullende advertentie in dagblad Metro. Ook ontwikkelde men een toolkit om Veilig Werken Professionals op laagdrempelige wijze in staat te stellen de game binnen hun organisatie onder de aandacht te brengen. Deze toolkit bevat logo’s, afbeeldingen, posters, klant-en-klare nieuwsberichten en downloadbare items om Safety Heroes bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. Safety Heroes wordt tot op de dag van vandaag veel gespeeld. De game was anderhalf jaar geleden een trendsetter op het gebied van serious gaming en arbeidsveiligheid in Nederland. Ook fungeerde Safety Heroes als katalysator voor nieuwe veiligheidsprojecten.
Een blijvertje? Over de game Na een korte teaser en een tutorial belandt de speler in een wereld met diverse eilanden die de genoemde vier risicosectoren vertegenwoordigen. Ieder eiland heeft 12 levels, oplopend in moeilijkheidsgraad, die je allemaal kunt spelen. De gamer begint bij level één en pas als die goed is afgerond, krijgt hij toegang tot het volgende level. Ieder level start met een vooruitblik van wat hij erin gaat tegenkomen. Zo kan een speler de risico’s inventariseren en alvast kijken over welke middelen hij beschikt om ongevallen te voorkomen; een korte risico-inventarisatie, eigenlijk net als in de praktijk. Als de gamer voor zichzelf een strategie heeft uitgestippeld, start het level. Er lopen diverse karakters door het beeld en de Safety Hero moet die op het moment dat er gevaar dreigt de juiste Safety Tools aanreiken. Zo voorziet hij bijvoorbeeld een karakter
En om maar weer even terug te komen op de beginvraag: kunnen serious games en gamification een relevante bijdrage leveren aan het stimuleren van veilig gedrag? Ja, dat kunnen ze zeker. Mits je goed kijkt naar de doelgroep en wat je precies wil bereiken en de activiteiten zorgvuldig daarop afstemt. Dan is het een heel krachtig instrument om je doelen te bereiken. Safety Heroes is gratis te spelen via www.safetyheroes.nl en verkrijgbaar in de App Store: http://apple.co/2aSL9TR en via Google Play: http://bit.ly/2ahAynI.
Ilse van der Hoek (Marketing & Communicatie) en Erik Liet (Strategie) werken bij MAD multimedia.
info– September 2016 nr. 3
15
Serious Gaming Geen twijfel: games hebben impact
Games zijn real lifesafers Serious games gaan vaak over bewustzijn en inzicht als opmaat naar nieuw gedrag. Door de groeiende populariteit van games wordt het effect ervan regelmatig overschat. Bepalende factoren krijgen juist vaak onvoldoende aandacht. Met hulp van ervaringen rondom de Life Savers Game (veiligheid voor de spoorsector) gaat dit artikel in op de succesfactoren van games. TEKST BAS STROEKEN
V
elen zien serious games als het betere alternatief voor bestaande leermiddelen zoals elearning, klassikale training of boeken lezen. Regelmatig wordt de beroemde quote van Confucius (”Ik hoor en ik vergeet. Ik zie en ik herinner me. Ik doe en ik begrijp”) ingezet, alsook mooie plaatjes waar de hersenactiviteit tijdens gamen wordt vergeleken met eerdergenoemde alternatieven. Die plaatjes laten geen ruimte voor twijfel: gaming is veel effectiever! Twee tegenovergestelde krachten drijven het beeld dat games effectiever zijn. Enerzijds is er de zorg dat het nut van (nog meer) investeren in bestaande middelen twijfelachtig is. Vrijwel iedereen heeft inmiddels ervaring met
16
September 2016 nr. 3 –
info
verplichte e-learning programma’s (Koste wat het kost zo snel mogelijk het minimumaantal punten halen) en inspirerende seminars (“Het was echt waardevol, maar waar ging-ie ook alweer over?”). Anderzijds groeit de overtuiging dat de populariteit van games zo groot is dat het niet anders kan of ze moeten wel meer renderen.
Maar, zijn games echt effectief? De waarheid is dat het ultieme bewijs nog moet worden geleverd. Het is zeker zo dat de gaming-industrie groeit in Nederland en het aantal voorbeelden van succesvol geïmplementeerde games ook. Deze groei blijft echter achter bij het enkele jaren geleden voorspelde tempo 1. Ook is het
waar dat wetenschappelijke studies naar de effectiviteit van games een mix van (positieve en minder positieve) resultaten laten zien 2.
Waar doen we het allemaal voor? Serious games zijn een krachtig middel om een grote groep mensen bewust te maken van en inzicht te geven in een onderwerp. Daarbij dient het bewustzijn als opstap naar verandering in de echte wereld. De verwachte verandering is vaak een verandering in gedrag. Omdat het over grote groepen gaat, heet dat dan vaak een cultuurverandering. Gaming speelt een belangrijke rol in een dergelijke verandering. Maar het spel alleen is onvoldoende om een grote verandering te realiseren.
De bijdrage van de game is geconcretiseerd op de realisatie van vier specifieke doelen: 1. Hoger bewustzijn van belang van veilig werken 2. Meer inzicht in eigen handelen en dat van anderen 3. Appèl op collectieve verantwoordelijkheid 4. Aanmoedigen dialoog en elkaar aanspreken De realiteitszin (en haalbaarheid) van bovenstaande doelen zullen we kort toelichten aan de hand van het gamescherm (zie hieronder).
Life Savers Game ProRail, verantwoordelijk voor onderhoud van en nieuwbouw op en rondom het spoor, nam in 2014 het initiatief voor het maken van een serious game. De game had als doel om een concrete bijdrage te leveren aan de realisatie van trede 4 (‘proactief’) op hun veiligheidsladder 3, en dan specifiek rondom bewustzijn en inzicht. De game wordt in fasen uitgerold over de hele spoorsector: in potentie zo’n 20.000-30.000 medewerkers van ProRail, alsook ingenieursbureaus en aannemers waaraan ProRail als regievoerder leiding geeft.
Startscherm van een bepaald scenario in de Life Savers Game
info– September 2016 nr. 3
17
Het spel zorgt voor beter begrip van elkaars rol, dat maakt het makkelijker elkaar aan te spreken en het gesprek aan te gaan
Hoe werkt het spel Life Savers? • • •
Speel het spel en maak jouw keuzes Bespreek jouw ervaringen en inzichten Strijd voor een goede plek in de ranglijst
Wat moet je doen? • • •
Ga naar www.lifesaversgame.nl Speel de tutorial en registreer je Blijf spelen en deel je ervaringen
Poster voor nabespreking Life Savers Game
De Life Savers Game bestaat uit meerdere scenario’s die geïnspireerd zijn op waargebeurde ongevallen, zoals de elektrocutie op de Maasvlakte in 2011. De herkenbaarheid van deze ongevallen is hoog, wat maakt dat het de spelers echt raakt. Bovenin de illustratie staan negen betrokkenen in het scenario, medewerkers die ergens in het traject een rol speelden dat tot de elektrocutie leidde. Onderin het beeld staan zeven tijdsmomenten waarin je als speler op zoek gaat naar situaties (risico’s) waarin men had kunnen ingrijpen. Het inzicht dat dit biedt geeft spelers een beter beeld van alle factoren die kunnen leiden tot een ongeval. Het zorgt ook voor betrokkenheid bij medewerkers op afstand (bijvoorbeeld iemand uit de inkoopafdeling). Ten slotte, doordat het spel zorgt voor beter begrip van elkaars rol, maakt dat het makkelijker om elkaar aan te spreken en het gesprek aan te gaan. Daarmee is deze game in theorie de juiste game voor de spoorsector om de bovengenoemde doelen te realiseren. De game kan een uitstekende bijdrage leveren aan de realisatie van het hogere doel, een hoger niveau van veiligheid via het bereiken van trede 4 op de veiligheidsladder. Mits we het spel op de juiste manier inzetten.
Potentie van een goede game verzilveren Het is meer dan alleen een spel! Er zijn vijf aspecten die we moeten meenemen in de succesvolle implementatie van serious games om ervoor te zorgen dat we de beoogde bedrijfsdoelen realiseren. Les 1: Actief betrekken van de doelgroep Omwille van de kwaliteit en de acceptatie van de game is het essentieel om de spelersdoelgroep actief te betrekken. Voor de Life Savers Game zijn onder anderen game-
18
September 2016 nr. 3 –
info
scenario-eigenaren (inhoudelijk verantwoordelijk), de klankbordgroep (meedenken over concepten, toetsen van bètaversies), Life Saver Agents (voor elk team een aanjagende en stimulerende rol) en alle leidinggevenden (nut en noodzaak van het ‘goede voorbeeld’ geven) actief betrokken en in hun kracht gezet. Les 2: Goede inventarisatie van startpositie Investeer in een goede analyse van de startpositie, in het bijzonder de punten die het bereiken van het beoogde doel kunnen helpen en/of blokkeren. Voor de Life Savers Game zijn workshops georganiseerd waarin deelnemers via moodboards een beeld hebben gemaakt van de gewenste situatie. Gevolgd door een brainstorm over ‘blokkades’ en ‘versnellers’. Deze input was waardevol om het implementatieplan aan te scherpen, laaghangend fruit snel te plukken en een aantal beladen onderwerpen bespreekbaar te maken. Les 3: Regisseer en monitor het spelen Gaming is fun, maar de doelgroep aan het spelen krijgen gaat niet vanzelf. Voor de Life Savers Game zijn hiervoor speciale evenementen georganiseerd (zoals de ProRail top 60 in het Spoorwegmuseum), zogenoemde ‘pizzasessies’ waarbij teams in informele sfeer met elkaar de game spelen, en ook tijd claimen binnen werkoverleggen en toolboxmeetings. Monitoring en bijsturing gebeurden aan de hand van registratiedata van spelers. Les 4: Houd focus op het einddoel Gaming is een middel, niet het doel, vergeet dat vooral nooit. Voor de Life Savers Game is het spelen altijd ingekaderd. Vooraf, met het spelen met een helder waaromverhaal door de leidinggevende, en achteraf met een con-
Kun jij incidenten voorkomen?
structieve reflectie over het gespeelde scenario. Was dit herkenbaar? Wat hebben wij hiervan geleerd? Komen wij dit soort situaties ook zelf tegen? Posters werden daarbij ingezet als ondersteuning (zie hierboven). Les 5: Wees realistisch Gedragsverandering is niet iets voor de korte termijn: mik daarom op een meerjarenplan met een helder doel. Voor de Life Savers Game zijn hiervoor twee zaken geregeld. Enerzijds is er een toezegging gedaan om de game voor de komende drie jaar te blijven inzetten, middels toevoeging van nieuwe scenario’s en verdere game functionaliteit. Anderzijds is het eigenaarschap van de game verhuisd van ProRail naar Stichting railAlert, om de game (spoor)sector breed in te zetten. Les 6: Vertaal de verandering naar het individu De Life Savers Game appelleert aan het gevoel van collectieve verantwoordelijkheid voor veiligheid, maar dit mag
niet ten koste gaan van de eigen verantwoordelijkheid. Voor de Life Savers Game is aan spelers expliciet gevraagd naar twee zaken. Aan de ene kant wat zij van hun management nodig hebben om veiliger te kunnen werken, aan de andere kant wat zij zelf kunnen doen om een stap te zetten richting trede 4 op de veiligheidsladder. De daarop verkregen input bevestigde het beeld van een positieve wederzijdse afhankelijkheid: het management kan het niet zonder de medewerkers, en andersom.
Samenvatting Serious gaming is een uitstekend middel om grote doelgroepen bewust te maken en inzicht te geven. De juiste game is echter geen garantie voor succes. De implementatie van de game behoeft de nodige aandacht, zodat er voldoende focus blijft op het echte doel. Alleen dan kan gaming een cruciale bijdrage leveren aan de organisatiedoelen rondom gedragsverandering en cultuur. Bas Stroeken is werkzaam bij Atos Consulting waar hij zich vooral inzet om de organisatie- en mens-kant van digitale transformatietrajecten bij klanten te begeleiden.
Gaming is een middel, niet een doel, vergeet dat vooral nooit
Noten [1] De knappende zeepbel van de game-industrie, NRC Handelsblad, 8 februari 2016, http://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/08/deknappende-zeepbel-van-de-game-industrie-1586300-a1015861. [2] Zie bijvoorbeeld: Girard, C., Ecalle, J., en Magnan, A. (2013). Serious games as new educational tools: how effective are they? A meta analysis of recent studies. Journal of Computer Assisted Learning, 29(3), 207-219. [3] http://www.certificatieinstituut.nl/media/editor/Handboek_Veiligheidsladder_v1_20120702.pdf.
info– September 2016 nr. 3
19
Serious gaming
Serious games maken patronen zichtbaar
Het spel, niet de knikkers Functionarissen in veiligheidsland houden van regels. Maar als er echt wat aan de knikker is, zijn regels alleen niet voldoende om ons gedrag te sturen, betoogt Tjitte Dijkstra, serious games-expert en trainer. Omdat diepgewortelde, primaire systemen in ons brein het dan overnemen van ons ‘gezonde’ verstand. Maak daar vooral gebruik van. Onder het motto: ‘If you can’t beat them, join them’. TEKST LYDIA LIJKENDIJK
20
September 2016 nr. 3 –
info
Lessen uit de gymzaal Leren en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, weet Tjitte Dijkstra uit eigen ervaring. Na zijn opleiding aan de Sportacademie werkte hij eerst een paar jaar als gymleraar. “Je gaat een kind niet uitleggen hoe het moet klimmen, daar is het veel te complex voor. Als je wilt leren klimmen, moet je dat vooral doen. Bij voorkeur eerst nog met een zachte ondergrond om een eventuele val op te vangen. Een kind geeft zelf wel aan hoe hoog het durft te gaan. De eigen wil en behoefte zijn belangrijke drijfveren om iets te leren. Daar zijn geen ‘klimregels’ voor nodig. Een kind voorschrijven dat het niet mag vallen, heeft geen zin. Net zomin kun je het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen veiligheid met regels afdwingen.” De lessen die hij leerde in de gymzaal, past Dijkstra ook toe in zijn games. “Een gymleraar helpt kinderen ontwikkelen door middel van bewegen. Maar in zo’n gymles ontwikkelt zich veel meer dan de fysieke component: samenwerken, zelfvertrouwen, verantwoordelijkheid nemen. Het gaat over het leven zelf. Met serious gaming doe ik eigenlijk hetzelfde als toen ik gymleraar was, maar nu met volwassenen en in een bedrijfsmatige omgeving.” Ratio en intuïtie strijden om voorrang. Foto patrimonio designs ltd/Shutterstock.com
T
jitte Dijkstra (1965) heeft zich gespecialiseerd in serious gaming of ervarend leren. Zijn bedrijf Doeltrainingen zet gaming in bij de beantwoording van effectiviteits- en veiligheidsvragen van bedrijven en organisaties. “Het spel is geen doel, maar een middel om iets te duiden of te helpen ontwikkelen”, zegt Dijkstra. “Serious gaming brengt mensen letterlijk en figuurlijk in beweging, het ‘doen’ speelt in mijn games een belangrijke rol. Als mensen in actie komen, laten ze veel van zichzelf zien. We hechten in Nederland veel waarde aan de ratio en analyse. Maar als je vanuit evolutionair oogpunt kijkt, is onze ratio het laatst ontwikkelde stuk brein. Wij willen onszelf besturen vanuit dat stuk, gecontroleerd en beheersbaar. Maar onder druk nemen andere systemen dan het rationele de besturing over. In conflictsituaties tussen ratio en intuïtie heeft de laatste een zware stem.”
Onlogisch gedrag Dat geldt ook op de werkvloer en juist in situaties waarin veiligheid een hoofdrol speelt. “Veiligheidsfunctionarissen willen graag dat we doen wat we afgesproken hebben. Want dat is immers veilig. Maar juist het feit dat we veilig willen zijn, zorgt ervoor dat we gedrag vertonen dat afwijkt van de voorschriften. Je wilt niet dood. Dat zit heel diep in onze hersenen ingebakken. Het gaat hier over heel primaire systemen en intuïtief gedrag. En die delen van ons besturingssysteem zijn vooral leidend als het spannend
wordt. Veilig zijn betekent niet automatisch dat we ons ook veilig voelen en vice versa. Beide systemen, ratio en intuïtie, hebben hun eigen interne raadgevers, met een eigen interpretatie van de werkelijkheid. Als het alarm afgaat, vluchten we bijvoorbeeld precies de andere kant op dan de vluchtroutes voorschrijven. Ook hebben we de neiging slecht nieuws aanvankelijk te negeren of zelfs te ontkennen.” Een belangrijke stap in veiligheid is dit ogenschijnlijk onlogische gedrag te herkennen als logisch, zegt Dijkstra. “Bij het bedenken van voorschriften hebben we hier dus rekening mee te houden. Want gaan we er binnen een bedrijf vanuit dat medewerkers altijd de voorgeschreven regels volgen – regels die op zichzelf goed en noodzakelijk zijn – dan versterkt dat paradoxaal juist de onveiligheid.”
Gevaar is gevaar Ongelukken of fouten op de werkvloer ontstaan vaak door goedbedoelde handelingen die anders uitpakken dan verwacht. “Ongelukken zullen helaas altijd blijven gebeuren”, zegt Dijkstra. “Als er iets misgaat, bedenken we direct een set regels om dat in de toekomst te voorkomen. We zeggen: “Volgende keer doen we dat niet meer.” Maar juist deze overtuiging is de meest gevaarlijke, want de volgende keer, als de situatie zich net even anders voordoet, is de kans groot dat je toch weer hetzelfde doet.” Dijkstra zegt daarmee niet dat protocollen zinloos zijn. “Regels zijn nodig, maar het gevaar schuilt in de aanname dat die alles afdekken. Onze hersens maken weinig onderscheid tussen
info– September 2016 nr. 3
21
Games voor iedereen Aan de games van Dijkstra kan iedereen deelnemen. De games zijn gericht op herkenbare thema’s als sturen op kwaliteit, belangen verbinden, processen afstemmen en zelfsturend vermogen versterken. Thema’s van alle tijden en van alle organisaties. “De game simuleert niet een-op-een jouw specifieke organisatie”, zegt Dijkstra. “Maar de herkenbare bedrijfsmatige context leidt wel tot realistisch gedrag. Het laat zien hoe deelnemers onder bepaalde omstandigheden inhoud geven aan specifieke taken, rollen en verantwoordelijkheden. De games worden gekenmerkt door een fysiek productieproces. Dit zorgt ervoor dat de deelnemers van hun stoel komen en de handen uit de mouwen moeten steken. Zo wordt duidelijk wat met ‘praten over’ nog lang verborgen kan blijven. Met de verkregen input kunnen de deelnemers zelf zien wat er in de dagelijkse praktijk van de organisatie anders moet.”
levensbedreigende situaties en bijvoorbeeld sociaal gerelateerde onveiligheid. Onze ingebakken programmering werkt niet alleen bij echte, maar ook bij spreekwoordelijke beren op de weg. Deze laatste zijn voor ons verdedigingsmechanisme net zo bedreigend als de eerste. Het enige wat telt, is dat we de situatie hoe dan ook zo snel mogelijk weer onder controle krijgen. Dit belang bepaalt dan de ‘logica’ van ons gedrag.”
Automatische piloot Het probleem is, zegt Dijkstra, dat onze huidige wereld een stuk complexer is dan de wereld waarin ons safety response system is ontstaan. Het is dus verstandig deze automatische piloot van tijd tot tijd tegen het licht te houden. Hiervoor maakt Dijkstra gebruik van serious gaming. “Ik creëer een beleving van schaarste in tijd, middelen en mogelijkheden. Dit gevoel van tekort zet belangen onder druk en veroorzaakt urgentie. Dit triggert typisch menselijk gedrag dat ook in de dagelijkse praktijk voorkomt.” Als voorbeeld noemt hij snelheidsovertredingen. “Op de snelweg rijden we vijf tot tien kilometer sneller dan wettelijk is toegestaan. Zonder ongelukken leren we dat onze overtreding van de maximumsnelheid veilig is. Elke keer dat we geen negatieve consequenties van ons afwijkende gedrag ervaren, wordt deze overtuiging versterkt.”
22
September 2016 nr. 3 –
info
Een voorbeeld Nog een voorbeeld uit de praktijk. “Als ik met mijn hond in het bos loop, kom ik langs een hek. Dit maakt wandelaars erop attent dat ze een autoweg kruisen. Naast het hek is een paadje ontstaan om het hek te omzeilen [die heten ook wel ‘olifantenpaadjes’, red.]. In ons hoofd bewandelen we zulke paadjes ook. Gewoon omdat we het ooit zo hebben geleerd, omdat het gemakkelijker gaat of omdat het meer voor de hand ligt. We weten wel dat het anders zou moeten, dat hek is er niet voor niks. Maar de eigen route kan geen kwaad en blijkbaar zijn we niet de enigen die het zo doen. Zonder negatieve ervaringen worden we iedere keer weer bevestigd in onze keuze. Een knappe jongen die dit gedrag met nieuwe voorschriften gaat veranderen! De Amerikaanse basketbaltrainer John Wooden zei ooit: “The true test of a man’s character is what he does when no one is watching.” Dit is precies waar serious gaming bij kan helpen. Een goede game maakt gedragspatronen zichtbaar. Bij voorkeur eerst even los van de (bedreigende) werkelijkheid, dan lukt het beter om er goed naar te kijken. Want een belerende vinger activeert verdedigingsmechanismen en sociaal wenselijk gedrag. Niet omdat we de boel voor de gek willen houden, meestal vinden we de bestaande regels wel prima. We doen het simpelweg omdat we ons niet afvragen waarom we het zo doen. Bewustwording van deze ingesleten patronen is dan een eerste stap om een andere aanpak te kunnen kiezen. Vervolgens is het zaak om de verkregen inzichten te vertalen naar een werkbare oplossing. Als het om veiligheid gaat, kan de veiligheidskundige bij die vertaling natuurlijk een belangrijke rol spelen.”
Ander gedrag Het is Dijkstra’s ervaring dat mensen zelf heel goed in staat zijn een oplossing te vinden voor ingesleten, onveilig gedrag. “Dat kan onder leiding van de veiligheidskundige plaatshebben, maar die kan het gewenste gedrag niet duurzaam met regels afdwingen. Hij weet wel veel over veiligheid, maar staat niet in de schoenen van de mensen die het direct betreft. Medewerkers moeten zich willen committeren. Ze moeten het zelf anders willen doen. Niet omdat de regels het voorschrijven, maar omdat ze het nut ervan inzien. Medewerkers moeten elkaar ook aan durven spreken op onveilig gedrag. Dat gebeurt niet door een poster met nieuwe veiligheidsinstructies aan de wand te hangen.”
Column
Bewust (veiligheids)onbekwaam
H
et aardgas raakt op! Recent vernomen dat huizen in nieuw te bouwen wijken niet meer standaard een aansluiting krijgen op het aardgasnet, maar worden voorzien van alternatieve energiebronnen voor het verwarmen en koken. Goed nieuws? Voor de bewoners van Groningen wellicht wel: geen aardbevingen meer?! Voor het transport van gevaarlijke stoffen – in dit geval methaan – en de daarmee gepaard gaande gevaren, lijkt het erop dat we in de toekomst een zorg minder hebben. Nog even de pijpleidingen opruimen en het aardgastijdperk is achter de rug ... of nee, toch niet?
TEKST BRAM RIEDIJK FOTOGRAFIE FOTOBUREAU ROEL DIJKSTRA
Misschien is het netwerk nog bruikbaar voor transport van een ander medium, zoals aardwarmte of stadsverwarming. Of wat te denken van bijvoorbeeld chloor? Nee, dat zal wel te veel voor de hand liggen en op basis van de ervaringen van de afgelopen pakweg 60 jaar denk ik dat de huidige leidingen blijven liggen. Want opruimen is te duur. Over zo’n 30 jaar besluiten we op basis van structurele incidenten dat het beter is toch maar op te ruimen. Wel iets duurder, maar ach dat is vast wel via een btw-verhoging te financieren. Klinkt ietwat cynisch? Tsja, er zijn naar mijn mening te veel gelijkaardige voorbeelden. Het transport van gevaarlijke stoffen is sowieso wel een dingetje in ons land. We verplaatsen nogal wat ‘naar spul’ via de weg, het water en het spoor. Om dit veilig te doen hebben we heel veel wet- en regelgeving ontwikkeld en uitgerold, resulterend in technische voorzieningen aan de transportmiddelen, procedures, verkeersregels (ADR, ADNR) en niet te vergeten de uitgebreide veiligheids- en gezondheidssignalering. Ergens spreken we ook nog af wat we op jaarbasis via welk transport door het land mogen verplaatsen en heel af en toe wordt dit gecontroleerd. Bleek toch laatst dat er via het spoor ‘ietsje’ meer werd verplaatst dan afgesproken! Reden? Onderhoud aan een paar trajecten. Dus dachten de vervoerders dat zij de limiet op andere bestaande trajecten wel konden overschrijden. Dat daarmee de kans op potentiële incidenten groter werd en het risico voor bewoners langs die trajecten toe zou kunnen nemen, was schijnbaar even niet meegenomen in de besluitvorming. De staatssecretaris was zeer verbaasd, de leden van de Tweede Kamer ontsteld. Afspraken? Het blijft blijkbaar lastig! Wat mij sowieso verbaast, is dat het besluit om over een traject de dubbele hoeveelheid te vervoeren ergens wordt genomen zonder alle relevante partijen erin te kennen. Waar ontbreekt het aan het veiligheidsbewustzijn?
info – September 2016 nr. 3
23
Juridisch bekeken
Verzekeringsclausule aan de kant Door een fout van een elektricien bij werkzaamheden in een meterkast ontstaat brand. Het gedupeerde bedrijf wil vergoeding van de schade, de verzekeraar beroept zich op een beperkende clausule. In strijd met de polisvoorwaarden is de elektrische installatie niet elke vijf jaar gekeurd. Maar de rechter vindt niet dat het beroep hier opgaat. De verzekeraar moet het schadebedrag uitkeren. TEKST ROB POORT
O
ranka Vruchtensappen B.V. exploiteert een groothandel in de im- en export van vruchtensappen en aanverwante apparatuur en accessoires. Oranka huurt voor haar bedrijfsactiviteiten een ruimte in een bedrijfsverzamelgebouw van een vastgoedcombinatie. In dit verzamelgebouw zitten nog enkele andere bedrijven, waaronder Naturalia, importeur en groothandel in ambachtelijke Mediterrane specialiteiten, garagebedrijf Nieuwkamp en Hijsservice Twente. Oranka is verzekerd bij Reaal Schadeverzekeringen voor de risico’s die gepaard gaan met de exploitatie van het bedrijf. De polis biedt dekking voor onder meer het risico van inventaris-, goederen- en bedrijfsschade. Eén van de clausules van de polis stelt dat, als niet is voldaan aan een van de garantievoorwaarden die deel uitmaken van de polis, de verzekeraar van zijn verplichtingen is ontheven. Een andere voorwaarde (R008) vereist dat de verzekerde uitdrukkelijk ervoor zal zorgen dat ten minste om de vijf jaar een erkend elektrotechnisch bureau controleert of de elektrische installatie nog steeds voldoet aan NEN1010.
De werkzaamheden De schakel- en verdeelinrichting van het gehele bedrijfspand bevindt zich in het door garagebedrijf Nieuwkamp gehuurde deel van het Bedrijfsverza-
24
September 2016 nr. 3 –
melgebouw. Oranka heeft door uitbreiding van het bedrijf een steeds groter deel van het pand als huurder in gebruik genomen. Daar stonden in het verleden machines en om die af te koppelen, heeft iemand gewoon de leidingen doorgeknipt in de meterkast. Daardoor was het daar een rommeltje geworden. Een klussenbedrijf (hierna: de elektricien) krijgt opdracht om dit te fatsoeneren. Hij moet verder de stroomvoorziening van Naturalia loskoppelen en van een eigen meterkast voorzien. Dan hoeft Oranka alleen nog voor de eigen stroomafname te betalen. Voor het opleveren moet de elektricien de installatie keuren volgens NEN 3140.
Het ongeval De elektricien begint op zaterdag 1 november 2014 met de werkzaamheden. Het hele pand wordt spanningsloos gemaakt via een buiten aanwezig stroomhuisje van Enexis. Na het gedeeltelijk fatsoeneren van de meterkast en het overzetten van Naturalia, gaat de stroom er weer op. Dit om te kijken of er nog verbruik is terwijl bij Oranka alle stroomverbruikers af zijn gezet. Dit blijkt in orde te zijn en de elektricien gaat verder met het fatsoeneren van de meterkast. Er is niet over gesproken om de stroom er weer af te halen. De elektricien probeert later bij de verdeelinrichting een bout of schroef waarmee de ka-
info
bel vast zit los te draaien. Daarop volgt een harde knal met een steekvlam en aansluitend brand. De brand blijft beperkt tot de meterkast en de directe omgeving. De elektricien raakt ernstig gewond. Ook een medewerker van Oranka raakt gewond.
Het expertiserapport Verzekeraar Reaal heeft EMN Forensic (hierna: EMN) ingeschakeld om onderzoek naar de toedracht te doen. Die rapporteert dat de brand is ontstaan in de meterkast bij het garagebedrijf. Maar voordat het onderzoek heeft plaatsgevonden, was de onderverdeelinrichting al vervangen en daarmee onderzoek op basis van de oorspronkelijke situatie niet meer mogelijk. De elektricien heeft, in strijd met de geldende regelgeving, gewerkt aan een installatie die niet spanningsloos was gemaakt. Als dat wel was gedaan, had de brand niet kunnen ontstaan. De elektrische installatie was nooit gekeurd ingevolge NEN 3140 en Oranka kon geen goedkeuringsrapport overleggen. EMN concludeert dat niet is voldaan aan de garantieclausule 008. De schade is door een expert vastgesteld op 87.340,69 euro. De beide partijen gaan akkoord met dit bedrag. Maar Reaal weigert de betaling op grond van de verzekeringsvoorwaarde. Habra, enig aandeelhouder en
bestuurder van Oranka, spant een bodemprocedure aan.
Oordeel rechtbank De rechtbank is van oordeel dat het niet naleven van de garantieclausule R008 niets van doen heeft met het ontstaan van de brand. Het mag zo zijn dat het in de meterkast ‘rommelig’ was (waarbij de rechtbank zich afvraagt of dit ook strijdig is met de geldende NEN-normen) of dat een bout in plaats van een schroef is gebruikt bij een elektrische verbinding (waarbij dezelfde vraag aan de orde is). Maar de brand is onmiskenbaar alleen ontstaan door een menselijke fout, namelijk het verzuim van de elektricien om de spanning van de meterkast af te halen tijdens een deel van de werkzaamheden. Doordat hij vervolgens met een tang de bout probeerde los te schroeven, is een explosie met een steekvlam ontstaan. De rechtbank is het niet eens met het verweer van Reaal. Die stelt dat de
brand niet zou zijn ontstaan als het gebrek tijdens de periodieke controles aan het licht zou zijn gekomen en zou zijn verholpen. Maar in dat geval hadden vergelijkbare werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en had dezelfde menselijke fout kunnen zijn gemaakt, met dezelfde gevolgen. De polisclausule is bedoeld voor die situaties waarin door gebrek aan controle niet meer aan de vereiste veiligheidsvoorschriften wordt voldaan en waarin de dientengevolge aanwezige gebreken de brand veroorzaken. Dat is in deze situatie niet aan de orde. Daarmee kunnen de overige door Reaal aangevoerde verweren onbesproken blijven. En dat betekent dat Reaal gehouden is om de schade te vergoeden.
1010 niet was verricht. Bij een rechtszaak komen partijen vaak met een fikse hoeveelheid verweren. De rechter zal het meest omvattende verweer als eerste behandelen. Als hij dit verweer terzijde schuift, kan dit – afhankelijk van het soort verweer – het einde betekenen van de zaak, zoals hier het geval is. De rechtbank was immers van oordeel dat er bij de reguliere vijfjaarlijkse controle ook een dergelijke brand had kunnen ontstaan. Dan had namelijk op basis van die controle hetzelfde werk moeten worden uitgevoerd. Op zich een logische redenatie, maar minder sterk als je naar het veiligheidsaspect kijkt. Bij werk aan stroomvoerende delen is en blijft de kern: voeding eraf.
Aantekening
Bron: Rechtbank Den Haag, 25 mei 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:6124
Verzekeraar Reaal heeft als meest vergaande verweer dat niet voldaan is aan de clausule R008, namelijk dat de vijfjarige keuring volgens NEN
Mr. ing. R.O.B. Poort, Jurist en veiligheidskundige. www.bureaupoort.nl
Advertentie
WWW.PRAKTIJKDAGWIKKENENWEGEN.NL
info– September 2016 nr. 3
25
Interview Rob in ’t Veld, voormalig directeur Major Hazard Control I-SZW:
‘Externe veiligheid bestaat niet’ ‘Het dereguleringsbeleid van de overheid inzake industriële veiligheid faalt. Veel bedrijven missen de prikkel om een robuust veiligheidsbeleid te voeren. En qua toezicht en handhaving laat ook de overheid steken vallen.’ Een pittige stelling van Rob in ’t veld, voormalig directeur Major Hazard Control bij de Inspectie SZW.
TEKST ROB JASTRZEBSKI
A
lle onderzoeken, inspectierapporten en verbeterplannen ten spijt, lukt het maar niet om de industriële veiligheid in Nederland duurzaam goed te regelen. Dat frustreert Rob in ’t Veld na zijn jarenlange carrière bij het ministerie van SZW. In 2002 zette hij in opdracht van het departement de directie Major Hazard Control op poten, om het toezicht op veiligheid door de Arbeidsinspectie in de hoogrisico-industrie op een nieuwe leest te schoeien. Inmid-
26
September 2016 nr. 3 –
info
dels geniet Rob in ‘t Veld al jaren van zijn pensioen, maar als examinator hogere veiligheidskunde houdt hij feeling met het vakgebied. Ook wordt hij als expert nog regelmatig bevraagd over zijn visie. Vorig najaar leidde een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift zelfs tot vragen in de Tweede Kamer en tot een onderzoek door het ministerie van Infrastructuur en Milieu naar het veronderstelde falen van het overheidstoezicht op de risico-industrie. De resultaten van dat onderzoek zijn er nog niet.
Rob in ’t Veld: “Werknemers van hoogrisicobedrijven verdienen even goede bescherming als omwonenden.”
Deregulering werkt niet De kern van de visie van Rob in ’t Veld: het dereguleringsbeleid van de overheid werkt niet. Het idee was mooi, een terugtredende overheid met minder regelgeving. En een markt die de veiligheidsborging bij risicobedrijven regelt met een grote eigen verantwoordelijkheid van het management en een stelsel van kwaliteitscertificaten. “Naar mijn mening kunnen we er niet op vertrouwen dat bedrijven die eigen verantwoordelijkheid waarmaken”, stelt In ‘t Veld. “Bedrijven schermen graag met termen als ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, ‘responsible care’ en ‘duurzaamheid’, om te laten zien dat ze oog hebben voor de veiligheid van hun medewerkers, omwonenden en het milieu. De inspectiepraktijk toont echter een andere realiteit en ook de lange reeks grote industriële incidenten in de afgelopen jaren laat zien dat er veel mis gaat. Sinds 2002 waren er explosies bij Kuwait Petroleum, DSM en de NAM, de brand bij ChemiePack, de stillegging van Odfjell en de brand bij Shell Moerdijk in 2014.” Het topje van de ijsberg, volgens In ‘t Veld, want het werkelijke aantal voorvallen en kritische inspectierapportages is veel groter. “Over het algemeen hebben de grotere ondernemingen wel de attitude om hun procesveiligheid en risicobeheersing op orde te houden, maar zelfs daar gaat het geregeld mis, bewijst de casuïstiek. De meeste problemen zitten echter bij de kleine en middelgrote bedrijven. Die missen de kennis en kunde om een robuust samenhangend veiligheidsbeleid te voeren. In het management van veel inrichtingen zijn het vakmanschap en de proceskennis verloren gegaan. Vakmanschap is de sleutel tot een degelijk veiligheidsbeleid in bedrijven. Het management
van bedrijven moet echt meer investeren in kennis van processen en installaties. Kortom, bedrijven maken hun eigen verantwoordelijkheid voor veiligheidsborging onvoldoende waar en daarom is een krachtige rol van de overheid noodzakelijk.”
Onafhankelijke autoriteit Maar in de ogen van in ’t Veld is ook de toezicht- en handhavingsorganisatie van de overheid in zijn huidige vorm niet effectief. “De grootste knelpunten zijn de beleidsmatige versnippering en de niet-onafhankelijke inspectiediensten. Die vallen onder de verantwoordelijkheid van ministers en bevoegde gezagen die ook andere belangen hebben. Moet je het bedrijven moeilijk maken met dwangsommen en dreigen met sluiting? Of slaat de balans door naar het belang van een bedrijf voor de regionale of nationale economie? Die belangenstrijd zal altijd blijven zolang inspecties niet onafhankelijk zijn.” In ‘t Veld nuanceert, want de afgelopen jaren is er ook wel veel verbeterd. Met name door het terugdringen van de versnippering. Inspecties werken meer samen in de ontwikkeling van inspectiemethodieken, de uitvoering van inspecties en ICT-ondersteuning. “Maar het rijk heeft de weeffout in het stelsel van overheidstoezicht niet aangepakt. Doordat bijvoorbeeld de toekenning van de verantwoordelijkheden aan de regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) door het bevoegd gezag niet is gedelegeerd maar gemandateerd, wordt er geen rapport vrijgegeven zonder handtekening van het bevoegd gezag. Vervolgens blijkt in de praktijk dat, bij constatering van ernstige veiligheidsgebreken in risicobedrijven, de handhaving niet zelden
info– September 2016 nr. 3
27
zwak is. Er worden veel zaken gedoogd en termijnen om ernstige veiligheidsproblemen op te lossen zijn in mijn beleving te lang. De oplossing die ik zie, is alle overheidstaken op het gebied van toezicht en handhaving in de industrie onder te brengen bij één landelijk opererende autoriteit, die als zelfstandig bestuursorgaan los staat van de departementen en de bevoegde gezagen. Zo’n krachtige, onafhankelijke inspectieorganisatie kan ook veel beter investeren in de nodige kwalitatieve kennis en expertise en staat als professionele en gezaghebbende autoriteit sterker tegenover de grote jongens in de industrie.” Volgens In ’t Veld zijn er in de loop der jaren meerdere pogingen gedaan om zo’n onafhankelijke, gecentraliseerde toezicht- en handhavingsorganisatie van de grond te krijgen, maar tot dusver zonder resultaat. De belangrijkste reden volgens de oud-directeur is dat het in de verkokerde Nederlandse beleidscultuur heel moeilijk is om een echte structuurverandering teweeg te brengen en dat ministeries niet graag invloed en bevoegdheden afstaan. Hij twijfelt dan ook of een gecentraliseerde inspectieorganisatie, die boven de ministeriële belangen en de belangen van de regionale bestuurders staat, er ooit komt.
Externe veiligheid bestaat niet In ’t Veld heeft zich tijdens zijn carrière verbaasd over vreemde fenomenen rond industriële veiligheid. Zoals de in zijn ogen gekunstelde en onterechte scheiding tussen interne en externe veiligheid en de verschillende risiconormen die daaraan zijn verbonden. Opnieuw een krasse stelling: externe veiligheid bestaat helemaal niet! “In mijn visie kun je interne en externe veiligheid niet los van elkaar zien. In een ideale situatie heeft het verantwoordelijke management van een bedrijf zijn zaken goed voor elkaar. Er is een robuust en samenhangend beleid voor de veiligheid en gezondheid van medewerkers en voor de procesveiligheid. Als bedrijven de lat hoog leggen en hun zaken intern goed op orde hebben vanuit hun eigen drive om slachtoffers, milieuschade, productieverlies en imagoschade te voorkomen, dient dat automatisch ook de omgevingsveiligheid. Is het niet vreemd dat het risico dat omwonenden van een industriële inrichting maximaal mogen lopen anders wordt beoordeeld dan het risico voor de werknemers? De veiligheidsnorm voor burgers buiten het bedrijfsterrein is vaak een factor honderd strenger dan de norm voor de werknemers die op het terrein werkzaam
Vreemd om risico’s voor omwonenden anders te beoordelen dan risico’s voor werknemers zijn en die bovenop die risico’s zitten. De wet beschermt omwonenden dus beter dan medewerkers van bedrijven. Eigenlijk degradeert het beleid de werknemers daarmee tot tweederangs burgers. Ik vind dat zij dezelfde veiligheid en bescherming horen te genieten als omwonenden. Dat kan als het onderscheid tussen interne en externe veiligheid verdwijnt en bedrijven meer geprikkeld worden om hun procesveiligheid tot in de puntjes te regelen.” Dat laatste lukt volgens In ’t Veld niet door te vertrouwen op zelfregulering in de sector via een stelsel met certificaten. Dat creëert volgens de voormalige inspectiedirecteur vooral een papieren werkelijkheid. Overtredingen veel strenger sanctioneren en verantwoordelijke (veiligheids)functionarissen hoofdelijk vervolgen kunnen een zekere preventieve werking hebben. Net als meer openheid over geconstateerde veiligheidsgebreken door ongecensureerde publicatie van inspectierapporten. Naming and shaming schrikt af, bedrijven zijn gevoelig voor imagoschade. Confrontatie van bedrijven met de mogelijke uiterste gevolgen van een falende veiligheidscultuur en overtreding van de regelgeving, moet leiden tot gedragsverandering. In ’t veld wijst op de nasleep van de brand bij ChemiePack: “Managers werden hoofdelijk aansprakelijk gesteld en strafrechtelijk vervolgd voor de falende veiligheid in de onderneming. En het bedrijf ging failliet als gevolg van de ramp. Een waarschuwing aan het adres van alle bedrijfsdirecties die vinden dat voldoen aan veiligheidsnormen duur is en de balans te lichtvaardig laten omslaan naar winst. Een waarschuwing bovendien voor de overheid, die naar mijn mening met de keuze voor deregulering een verkeerde weg is ingeslagen.”
Advertentie
De eiligheidskundige 28
September 2016 nr. 3 –
info
Carrière
Robert-Jan Bannink Belangrijkste veiligheidstrend? De aantoonbaarheid van compliance. Deze trend die met name ten aanzien van de milieuwetgeving zichtbaar is, vertaalt zich ook in de steeds verder afnemende tolerantie voor ongevallen. Ieder ongeval vereist achteraf inzicht in wat er allemaal aan gedaan is om het ongeval te voorkomen. En daarmee inzicht in de aantoonbaarheid van de risicoclassificatie van scenario’s met mitigerende maatregelen.
Laatst gelezen over veiligheid? Thinking Fast and Slow van Daniel Kahneman. Alhoewel het niet direct een boek is dat gaat over veiligheid, gaat het wel over hoe mensen denken. En over waarom we als mensen de keuzes maken die we maken, respectievelijk met risico’s omgaan op de manier waarop we dat doen. Grootste succes tot nu toe? Het is moeilijk om één specifiek succes te noemen. Ik denk dat ik op vrijwel iedere uitdaging die ik tot op heden ben aangegaan met trots kan terugkijken. Ik heb echter de neiging om behalve naar het succes minstens zo sterk te kijken naar wat beter zou hebben gekund. Daar probeer ik iedere keer weer van te leren.
Wat zou je graag beter kunnen? Ik weet niet of het direct gaat om ‘beter kunnen’. In veel gevallen gaat het eigenlijk meer om de impliciete consequenties van de keuzes die ik maak. Anderen meer erkenning geven in het gevoel en de emotie die ze hebben, is iets waar ik bewust mee om moet gaan en wat ik meer zou moeten doen.
Als je terugkijkt op je carrière, wat zou je achteraf dan anders doen? De baas of opdrachtgever voor wie je werkt en de collega’s met wie je werkt zwaarder laten wegen dan het werk dat je doet. Ik heb ooit voor iemand gewerkt voor wie ik beter niet had kunnen gaan werken.
Wat hoop je (nog) te bereiken? Ik hoop verder te bouwen aan een advies- en interimbureau op veiligheidsgebied dat nationaal bekend staat om de goede kwaliteit die het levert.
https://nl.linkedin.com/in/ robert-jan-bannink-44210127
In deze rubriek komen mensen uit de veiligheidswereld aan het woord over hun carrière en ambities. Aanmelden kan bij de redactie: nvvk@veiligheidskunde.nl.
info– September 2016 nr. 3
29
Adviseren
Strategisch adviseren
Je hebt het afgelopen jaar succes geboekt. De organisatie en de OR steunen het invoeren van de dynamische RI&E. De pilot draaide goed en een aantal afdelingen is inmiddels aan de slag. Totdat je in de wandelgangen hoort dat er een fusie ophanden is. Tijdens een gesprek met een van de managers blijkt het nodig de uitvoering van de RI&E op te schorten en dat baart je zorgen. Jij wilt er ondanks alles mee doorgaan. Wat heeft strategisch adviseren daarmee te maken? TEKST CÉCILE DE ROOS EN FRANK GULDENMUND
S
trategisch adviseren is anderen bijstaan in het proces van besluitvorming. Het verschil met situationeel adviseren (zie NVVKinfo 2016-2) is dat het politieke proces hierbij op de voorgrond staat. Politieke vraagstukken bestaan uit onderwerpen waarover meerdere meningen bestaan en die binnen een (directie)team kunnen leiden tot conflicten. Invloed uitoefenen heeft twee kanten. Aan de ene kant zijn er de formele machtsverhoudingen. Daar kan de adviseur zich bij neerleggen. Of hij kan ertussen laveren en dat is de tweede kant. Daar gaat strategisch adviseren over. Het laveren is een spel dat sociaal en psychologisch van aard is. De kans op succes in het beïnvloeden van besluitvorming is groter naarmate de organisatie meer vertrouwen heeft in de adviseur. Meer vertrouwen in zijn kennis en in zijn kunde.
Casus: laveren in een ziekenhuis Het is juni 2014. Een ziekenhuis krijgt de Inspectie SZW op bezoek. De inspectie is namelijk gestart met een landelijk project waarin agressie centraal staat. Uit de landelijke cijfers blijkt dat ziekenhuispersoneel steeds vaker te maken krijgt met agressief gedrag. De RI&E zal daarnaast ook bekeken worden. De arbodeskundige voert samen met haar manager en een OR-lid het gesprek met de inspecteurs. Ze laten bij dit gesprek zien hoe de meldingsprocedure werkt. De inspectie is niet helemaal tevreden en vindt dat het aantal meldingen laag is. Ook blijkt de RI&E verouderd. De organisatie is het hiermee eens. De OR-vertegenwoordiger, HR-manager en arbodeskundige brainstormen hierover en komen tot de conclusie dat de RI&E niet alleen oud is, maar ook niet bijdraagt aan draagvlak en actie. Dit moet anders. Het nieuwe concept ‘de dynamische RI&E’ kan dit proces ondersteunen en ze besluiten tot een pilot. Drie afdelingen melden zich vrijwillig aan. De afdelingshoofden en twee mensen van de afdelingen, de arbodes-
30
September 2016 nr. 3 –
info
kundige, een extern adviseur en een vertegenwoordiger van de OR vormen een werkgroep. Het verandertraject wordt ingezet. Uiteraard niet zonder ‘gedoe’. Eén zorgafdeling is al verder en loopt wekelijks veiligheidsrondes, formuleert actiepunten en heeft de regie al grotendeels zelf in handen. De inkoopafdeling heeft nog nooit iets aan arbo gedaan, laat staan iets aan werkstress. Omdat er toevallig wat speelt op dit vlak, kan de afdeling starten met het inventariseren van de werkstress met een korte vragenlijst. Dit pakt de leidinggevende na wat aarzelingen op. Bij de laatste afdelingen staat het werken in het magazijn centraal. Zij willen graag het voorbeeld van de wekelijkse veiligheidsronden van de zorgafdeling gebruiken om mee te starten. Na een intensief begeleidingstraject, oplopende emoties, overwinningen, korte trainingen en brainstormsessies, is het team zeer enthousiast. Het wil niet meer terug naar de oude situatie. Na de pilot geven twee leidinggevenden samen met de arbodeskundige een presentatie voor het bestuur. Zowel het bestuur als de OR stemt ermee in om de dynamische RI&E voor alle afdelingen in te voeren. De arbodeskundige gaat samen met de projectondersteuning enthousiast aan de slag. Twee maanden later vertrekt haar HR-manager. Wat nu? Na een half jaar komt de nieuwe HR-manager met slecht nieuws. Er is een fusie gaande, waardoor het RI&E-project moet worden opgeschort. De arbodeskundige is gefrustreerd en bezorgd. De HRmanager zegt dat ze zich erbij neer moet leggen. De arbodeskundige probeert haar manager nog te overtuigen, zonder resultaat. Daarna probeert de arbodeskundige collega’s over te halen door op hen in te praten, maar dit helpt evenmin. Haar mooie project ligt stil.
Hoe dan wel? Wanneer een organisatie plotseling voor veranderingen komt te staan, kunnen belangen en verhoudingen verschui-
De nadruk ligt op het politieke proces om te werken aan de kwaliteit van arbeid
Artikelenreeks ‘Adviseren’ Dit is het tweede artikel in deze reeks. Adviseren is een van de kernactiviteiten van de veiligheidskundige. Om als adviseur successen te kunnen boeken, is het niet voldoende alleen expert te zijn op veiligheidsgebied. Of het advies van de veiligheidskundige daadwerkelijk wordt opgevolgd, hangt namelijk af van verschillende factoren. Naast de inhoud zijn de rol, persoonlijke stijl van adviseren, aanpak en aansluiting met de ‘klant’ van doorslaggevend belang. In elk artikel belichten we een bepaalde wijze of benadering van adviseren. Steeds koppelen we dit aan een theoretisch kader of model. Vervolgens passen wij het model toe op een casus, zodat duidelijk wordt hoe de theorie in de (advies)praktijk te gebruiken is. Zelf een bijdrage leveren of een casus inbrengen?info– Neem dan contact2016 op met September nr. 3de 31 redactie van NVVKinfo: nvvkinfo@veiligheidskunde.nl.
Externen
opdrachtgever(s) welke informatie zij nodig hebben om binnen het managementteam de anderen in te laten zien dat de dynamische RI&E vooral voordelen kent.
? Eindgebruiker
!
Gebruiker
!
Gebruiker Financier
#
Opdrachtgever
Gedelegeerd opdrachtgever
!
!
Projectleider
!
Projectmedewerker
!
Projectmedewerker
Projectteam
Projectmedewerker
Opdrachtgever
!
Lijn-/stafmanagement
Hiërarchische chef
Lijnorganisatie
Figuur 1 Krachtenveldanalyse ziekenhuiscasus
ven. Om te kunnen laveren kan een krachtenveldanalyse (zie figuur 1 en kader) een waardevolle eerste stap zijn, de ‘TomTom’ voor iedere adviseur. De arbodeskundige heeft als projectleider van de dynamische RI&E een goede relatie met een aantal mensen. Zij staan bijna allemaal positief tegenover het project. Zo niet de financiële man, hij ziet het voordeel niet. De HRmanager twijfelt en is onzeker, wat zich uit in een negatieve houding. De eerste stap is daarom om via de opdracht-gever(s) meer informatie te verschaffen over de besparingen van het huidige project en de nadelige financiële gevolgen van de ‘klassieke’ route: een RI&E die veel geld kost, geen draagvlak heeft en dus niet effectief is. Ook moet de arbodeskundige omgaan met de onzekerheid als gevolg van de fusie binnen de organisatie. Daarnaast moet zij draagvlak creëren voor haar standpunt door gemeenschappelijke belangen te benadrukken. Zij zorgt ervoor dat zij daar haar opdrachtgever(s) altijd bij betrekt om de relatie met hen optimaal te houden. Informatie delen Bij informatie delen gaat het om een ruilproces. De adviseur kan helpen inzicht te bieden in wat er speelt binnen de organisatie en wat de intenties zijn van anderen. Dit kan, bijvoorbeeld, door het maken van een krachtenveldanalyse. In ruil daarvoor kan de adviseur vragen aan de
Een krachtenveldanalyse brengt de belangrijkste spelers in een project bij elkaar, hun onderlinge verhoudingen (lijnen) en hun standpunt ten aanzien van het project. In figuur 1 zijn de spelers emoji, maar dit kunnen ook verschillend gekleurde rondjes zijn. De standpunten en verhoudingen kunnen positief of stuwend (glimlach, groen), neutraal of onverschillig (recht, oranje) of negatief of remmend (grimas, rood) zijn. De spelers worden in het diagram in vier groepen onderverdeeld: opdrachtgevers (experts), lijnorganisatie (beslissers), projectteam (uitvoerders) en externen (klanten, gebruikers). De afstand tot het midden van de figuur geeft de invloed van een speler aan. Het gewicht of belang van een speler kan (maar dat is in deze figuur niet het geval) met de grootte van de emoji worden weergegeven (Stuive, 2014).
September 2016 nr. 3 –
Draagvlak De adviseur kan draagvlak creëren door: - Mensen erbij te betrekken en verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen rol in het project. - De toekomstige gebruikers erbij te betrekken met een brainstormsessie en de plannen daarna bij te stellen. - Rekening te houden met de intenties van anderen. Wat willen HR, OR en MT bereiken met de dynamische RI&E? - Gebruik te maken van trends in de samenleving: succesverhalen van anderen, sociale media, actuele thema’s. - Terug te blikken op al overwonnen hindernissen in het project: ‘Dit hebben we toch allemaal al onder controle? Gemeenschappelijk belang Gedeelde intenties voeden het gemeenschappelijk belang. Het gemeenschappelijk belang komt duidelijk naar voren bij het opstellen van arbobeleid. Werkgever en OR-leden willen beiden dat medewerkers veilig en gezond werken. De werkgever wil plannen die uitvoerbaar en betaalbaar zijn en die ruimte laten voor innovatie en flexibiliteit. De OR wil dat het beleid werknemers voldoende beschermt. De werkgever koppelt het arbobeleid graag aan gezondheid of veiligheidscultuur. De OR ziet dit graag omgezet in concrete afspraken. Uiteindelijk heeft iedereen in de organisatie hetzelfde belang: met plezier veilig en gezond werken. Door iedereen in zijn waarde te laten en de eventuele tekortkomingen van het moment te accepteren, kan de adviseur met open vizier en een nieuwsgierige houding aftasten waar de verschillen zitten en toch koers houden.
Conclusie
Krachtenveldanalyse
32
Omgaan met onzekerheid en weerstand Onzekerheden spelen vrijwel altijd binnen organisaties. Bij het informatie inwinnen uit de organisatie krijgt de adviseur te maken met tegenstrijdigheden, onduidelijkheden, sympathie en antipathie. Effectief omgaan met deze onzekerheden begint met zelfvertrouwen: geloven in jezelf, in anderen en in het project. Bij weerstand helpt het om de gezamenlijke doelstellingen nogmaals expliciet te benoemen: ‘Waar doen we het allemaal voor?’ Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. De adviseur kweekt vertrouwen door rollen en posities in een organisatie te respecteren en te versterken. Dit kan frustrerend zijn als een ander vervolgens met de eer gaat strijken. Daarvoor moet je stevig in je schoenen staan.
info
Zonder vertrouwen geen draagvlak. Zonder draagvlak geen resultaat. Naast de formele taken vormen de contextuele prestaties van de adviseur een belangrijk onderdeel van het succes. Vooral bij onverwachte wendingen. Weten te laveren is dan een belangrijke kerncompetentie van de strategisch adviseur. Een degelijke krachtenveldanalyse is daarbij onontbeerlijk. Cécile de Roos is zelfstandig organisatieadviseur en arbeids- en organisatiedeskundige. Frank Guldenmund is psycholoog en docent/ onderzoeker bij de Technische Universiteit Delft.
Referentie Rienk Stuive (2014). Basisboek procesmanagement. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers.
Nieuwe dingen
Werken met je voeten Een nieuwe technologie voor staande werkplekken laat je door voetbewegingen communiceren met de computer en pakt tegelijkertijd cyberslacken (het persoonlijk gebruik van internet tijdens werktijd) aan. Het concept is bedacht door onderzoekers aan de Universiteit van Waterloo. De techniek, Tap-Kick-Click genaamd, laat gebruikers van een staande werkplek een deel van hun computer besturen door middel van voetbewegingen. Het idee is dat je tijdens het werk je lichamelijke activiteit vergroot door handelingen als trappen, tikjes, sprongen en bepaalde houdingen. Een camera onder het bureau, in combinatie met speciale
schoenen uitgerust met twee druksensoren, geven deze handelingen door aan het systeem. http://dekennisvannu.nl/site/artikel/Werken-met-je-voeten-dankzijnieuwe-technologie/8254
Werkvergunningensysteem Het Nederlandse bedrijf BlueBear levert software die veiligheidswerk kan ondersteunen. Zoals een Werkvergunningensysteem (WPS) dat op maat kan worden gemaakt voor de eigen organisatie en behoeftes. Het WPS draait op verschillende apparaten, inclusief smartphones en tablets voor gebruik in het veld. Er is ook een Gate Instruction System (GIS) dat de bezoeker een veiligheidsvideo (of powerpoint, animatie of iets soortgelijks) laat bekijken en een toets afneemt. U kunt deze toets zelf samenstellen. GIS is in elke taal in te richten en vorm te geven. https://www.werkvergunningensysteem.nl/ www.bluebear.nl/nl/projects/gate-instruction-software
Organizational Accidents Revisited James Reason heeft een vervolg gemaakt op zijn klassieke boek ‘Managing the Risks of Organizational Accidents’ uit 1997. Het nieuwe werk, ‘Organizational Accidents Revisited’ (ISBN 9781472447685) neemt tien ongevallen onder de loep die in de tussentijd zijn voorgevallen en geeft aan wat daarvan te leren valt. www.crcpress.com
Veiligheidscultuur 4D Willy Wastyn van het Belgische adviesbureau Samurai At Work heeft het fraai vormgegeven boek ‘Duurzame Veiligheidscultuur: het spel en de knikkers’ (ISBN 9789081624299) uitgegeven, dat onder andere bespreekt hoe je verbeteringen kunt bereiken door met een ‘4D’-bril naar dingen te kijken. Het boek gaat verder vooral in op gedragsverandering.
Duurzame veiligheidscultuur: het spel en de knikkers
www.samuraiatwork.com
info– September 2016 nr. 3
33
Praktijk Incidentenrapportagesysteem in SharePoint
Laagdrempelig melden bij Croda Croda nam een nieuw incidentenrapportagesysteem in gebruik. Draagt dit rapportagesysteem bij tot verkleining van de kans op ongevallen en incidenten? En neemt de betrokkenheid van de medewerkers door dit rapportagesysteem toe bij het melden van incidenten en bijna-ongevallen? TEKST REINOUT VAN ZEVENBERGEN EN DIRK VINK
C
roda heeft het afgelopen jaar een nieuw incidentenrapportagesysteem in gebruik genomen: het CIR-systeem ofwel Croda Incidenten Rapportagesysteem. Dit maakt onderdeel uit van het Veiligheid Verbeter Programma dat in 2014 is gestart, met als doel de ongevallenfrequentie en het aantal klasse 2- en 3-incidenten te halveren.
Kortom, een geschikt moment om ‘vijf vliegen in één klap’ te slaan met het ontwerp en de implementatie van een nieuw incidentenmelding- en rapportagesysteem dat bijdraagt tot laagdrempelig melden van bijna-ongevallen (waaronder onveilige handelingen en situaties) door alle medewerkers.
Ontwerp rapportagesysteem Wat waren de aanleidingen voor het ontwerp van een nieuw incidentrapportage- en opvolgingssysteem? - De frequency incident rate (LTI en RWC bij elkaar opgeteld) stagneerde al geruime tijd rond de 0.5 (gerelateerd aan 100 000 uur). - Het bestaande incidentenrapportagesysteem bood onvoldoende mogelijkheid voor: - het laagdrempelig melden van bijna-ongevallen (inclusief onveilige handelingen/situaties) - classificeren van de melding - identificeren van de directe oorzaken en afgeleide basis risico factoren - opstellen en opvolgen van aanbevelingen (acties) via een geautomatiseerd systeem - De incidentclassificatie van het bestaande systeem sloot niet aan bij de Croda-classificatie. - Het bestaande systeem sloot niet aan bij de jaarlijkse VNCI-rapportage over ongevallen met verzuim en de bijbehorende basisrisicofactoren. - Het bestaande systeem draaide onder een verouderd ICT-systeem.
Voorafgaand aan de ontwikkeling van het nieuwe rapportagesysteem stond één ding als een paal boven water: de mogelijkheid tot melding en opvolging van bijna-ongevallen, onveilige handelingen en onveilige situaties moest een (prominent) onderdeel worden van dit systeem. Het accent moest komen te liggen op het voorkomen van in plaats van het leren van vaak te dure lessen. Van proactief naar reactief dus. Het artikel van Robert-Jan Bannink (NVVKinfo 1/2016) sluit aan bij deze aanpak. De start van het project bestond uit het afnemen van interviews met gebruikers van het bestaande incidentenrapportagesysteem. Doel: de gebruikerswensen voor het nieuwe systeem in kaart brengen. Op basis van de interviews is een workflow uitgewerkt op papier. Op basis daarvan is gestart met het ontwerp van het fysieke incidentenrapportagesysteem ter vervanging van de bestaande Lotus Notes applicatie. Besloten werd om het SharePoint-platform te gebruiken en daar met behulp van de Nintex-applicatie een workflow op te bouwen. Daarbij is gebruik gemaakt van Kaldeera formulieren om het geheel prettig te laten ogen. Het systeem is in augustus 2015 in gebruik genomen.
Omgeving
Installatie en apparatuur
Management en procedures
Mensen
Gebrek aan orde en netheid (vies, glad, rommelig)
Defect gereedschap en/of materiaal
Geen of onvoldoende toezicht
Medewerker werd afgeleid
Reflectie of verblinding
Defecte apparatuur (proces)
Geen, onvoldoende of ver- Ongekwalificeerd en/of keerde prioriteitstelling onervaren
Extreme hitte of koude
Ongeschikt gereedschap en/of materiaal
Niet geïnformeerd of incorrect (bijvoorbeeld wachtoverdracht)
Werkdruk, haast
Te veel lawaai (geluidsniveau)
Instabiliteit van materiaal en/of apparatuur
Geen of onjuiste informatie beschikbaar
Onjuiste werkhouding
Onbekend met de situatie
PBM niet beschikbaar
Risico onvoldoende of geheel niet ingeschat
Onjuist gebruik van PBM
Onvoldoende verlichting
Bedieningsmiddelen: informatie (knoppen, tekst, schakelaars) onduidelijk
Beschikbare informatie niet of onvoldoende toegepast
Onjuist tillen, hijsen, stapelen of plaatsen
Niet of onjuist opvolgen van procedure/instructie
Beveiligingen buiten gebruik gesteld
Omgeving niet (volledig) afgezet Onvoldoende ventilatie Slechte staat van wegen/paden/vloer Tabel 1 Directe oorzaken, opgedeeld in vier categorieën
Melding & categorisering De workflow is opgesplitst in drie meldingscategorieën: 1. Arbo & persoonlijke veiligheid, inclusief arbogerelateerde incidenten 2. Procesveiligheids-/milieugerelateerde incidenten 3. Bijna-ongevallen (inclusief onveilige situaties en handelingen) op het vlak van persoonlijke veiligheid en procesveiligheid. Een incidentmelding in een van deze categorieën doorloopt vervolgens vier stappen in de workflow: 1. Melding: type incident 2. Aanvulling: gegevens per type incident 3. Onderzoek naar directe/onderliggende oorzaken 4. Aanbevelingen of verbetervoorstel In het rapportagesysteem kleurt de stap rood waarin de gebruiker zich bevindt. De melder vult de stappen 1 en 2 in.
Onderzoek en analyse In de categorie ‘bijna-ongeval’ moet de melder in stap 2 een risicokwantificering uitvoeren met behulp van Fine & Kinney (F&K), om het potentieel van de onveilige situatie en/of handeling te bepalen. In geval van een laag potentieel (F&K <20) wordt de melder doorverwezen naar het formulier waar hij een verbetervoorstel kan indienen. Hiervoor is geen verder aanvullend onderzoek vereist. De melding van een laagpotentieel bijna-ongeval betreft alleen een registratie van de situatie of gebeurtenis, plus het verbetervoorstel. In het geval van een: - bijna-ongeval met hoog potentieel (F&K > 20), dit is inclusief bestaande beheersmaatregelen, - persoonlijk veiligheidsgerelateerd incident/ongeval, - procesveiligheids- of milieugerelateerd incident/ongeval
We laten cadeautjes liggen als we niet melden, niet om elkaar verwijten te maken, maar om ervan te leren krijgt de melder het verzoek om samen met de betrokken leidinggevende stap 3 (onderzoek & analyse) in te vullen. Deze stap dient om de directe oorzaken en de onderliggende oorzaken (basisrisicofactoren) te identificeren. Per oorzaak volgen één of meerdere aanbeveling(en) voor een corrigerende maatregel. De directe oorzaken zijn opgedeeld in vier categorieën (zie tabel 1). Deze categorieën zijn vastgesteld op basis van een combinatie van eigen ervaringen, bestaande categorieën uit de Taak Risico Analyse en categorieën uit de VNCI-rapportage. Past de directe oorzaak niet in één van de vastgestelde categorieën, dan mag de melder een ‘andere oorzaak’ in een vrijetekstveld opgeven. De onderliggende oorzaken zijn opgedeeld in drie categorieën (zie tabel 2). Deze categorieën zijn vastgesteld op basis van een combinatie van eigen ervaringen en bekende basisrisicofactoren.
info– September 2016 nr. 3
35
Techniek
Organisatie
Gedrag
Ontwerp
Tegenstrijdige doelen
Orde en netheid
Mechanische Integriteit (onderhoud, test & inspectie)
Management (organisatie & betrokkenheid)
Onbedoelde handeling (lap)
Beschermingsmiddelen (beveiligingen)
Toezicht (supervisie)
Onbedoelde foutieve handeling (slip)
Wijzigingen (MOC-T)
Procedures & werkinstructies
Verkeerd uitgevoerde handeling (mistake)
Materiaal & middelen
Training/opleiding
Overtreding (violation)
Risico Analyse (TRA, RI&E, Hazard studie)
Ontoereikende communicatie (inclusief wachtoverdracht)
Contractor veiligheid
Niet dragen van PBM (of verkeerde PBM)
Noodsituatie (BHV, planning, opvolging) Tabel 2 Onderliggende oorzaken, opgedeeld in drie categorieën
Aanbevelingen In stap 4 worden de aanbevelingen omgezet in acties. Er is een koppeling gemaakt tussen het CIR-systeem en het actiemanagementsysteem. Zo worden aanbevelingen die gegeven zijn in het CIR-systeem, na goedkeuring van het betreffende incident door de betrokken manager, omgezet in acties (inclusief een deadline). Vanuit het actiemanagementsysteem dat ook op het SharePoint-platform draait, krijgt de actievoerder via e-mail het verzoek om de actie na uitvoering af te sluiten en te voorzien van terugkoppeling. In het actiemanagementsysteem worden ook herinneringen uitgestuurd (14 dagen van tevoren en op de dag zelf).
Training & Communicatie Bij de introductie van een nieuw systeem hoort ook een training. Het doel van deze training was niet zozeer om te
laten zien hoe het nieuwe incidentenrapportagesysteem werkt, maar meer om nog eens extra te benadrukken hoe belangrijk het is om bijna-ongevallen te melden. Dit is gedaan met behulp van de film Cost of Accidents. Die laat zien aan de hand van scenario’s dat je, afhankelijk van hoe de dobbelsteen rolt, hoger in de incidentpiramide terecht kunt komen. De realistische scenario’s leveren voldoende uitgangspunten op voor discussie over soortgelijke situaties op de eigen werkplek. Na training van alle werknemers en activering van het systeem is er nog extra gecommuniceerd over hoe om te gaan met een melding van een bijna-ongeval. De boodschap: neem als melder zelf actie om de onveilige situatie en/of handeling direct te verbeteren. Er vindt geen actie-
Total Categoriseren Defect, Storing, Aangetast, Beschadigd, Versleten Procedure Struikel- val- stoot- of snij gevaar Persoonlijke beschermingsmiddelen Afzettingen, blokkades en bereikbaarheid Rijgedrag en weggebruik Blootstelling aan hitte Housekeeping Lekkage Valgevaar goederen of objecten Laden, Lossen en leveringen Werkzaamheden met zuurkasten / Veiligheidskasten Nooddouches, Nooduitgangen, Blusmiddelen Signaleringen, labeling en identificatie Alarmen Verlopen keuringen of houdbaarheid Security Stank en dampen Kabels en snoeren
Afbeelding 1 De zeventien gedefinieerde categorieën in het nieuwe CIR-systeem voor bijna-ongevallen, inclusief onveilige situaties en handelingen
36
September 2016 nr. 3 –
info
management plaats op individuele meldingen en bijbehorende verbetervoorstellen van bijna-ongevallen. Wel voert de afdeling Veiligheid & Milieu een trendanalyse uit op het totaal van gemelde bijna-ongevallen en de bijbehorende verbetervoorstellen. Op basis van de trends kunnen vervolgens structurele verbeteringen worden doorgevoerd in de organisatie/het managementsysteem. Verder is er tweemaal overleg gevoerd met de eerstelijnsmanagers om te zien of het systeem in de praktijk ook functioneerde. Dat heeft geleid tot additionele verbetervoorstellen. Die zijn opgepakt om verdere aanpassingen door te voeren in het systeem. Ook is er middels een nieuwsbrief extra aandacht besteed aan de uitvoering van Fine & Kinney-risicokwantificering door middel van een aantal voorbeelden.
Resultaten Heeft het nieuwe systeem bijgedragen aan het laagdrempelig melden van bijna-ongevallen, inclusief onveilige situaties en handelingen? Is hierdoor het aantal ongevallen en incidenten afgenomen en is er voldoende betrokkenheid bij het melden van bijna-ongevallen? Na analyse van de rapportagedata zijn de volgende resultaten zichtbaar: - Iedere medewerker heeft kennisgemaakt met het systeem en een melding gemaakt. - In de tweede helft van 2015, na de introductie van het nieuwe CIR-systeem, is het aantal incidentmeldingen flink toegenomen. - De toename van het aantal incidentmeldingen wordt voor het grootste deel verklaard door een toename in de categorie ‘bijna-ongeval’: een toename van meldingen van bijna-ongevallen, onveilige situaties en handelingen. Twee derde van het aantal incidentmeldingen in het nieuwe rapportagesysteem bestaat uit bijna-ongevallen. Hiervan is ongeveer een kwart als hoogpotentieel aangemerkt. - Om een data-analyse uit te kunnen voeren op de bijnaongevallendata, heeft men iedere melding eerst aan een categorie toegewezen. Er zijn zeventien categorieën gedefinieerd voor de 322 bijna-ongevallen inclusief onveilige situaties en handelingen die in 2015 in het nieuwe CIR-systeem zijn gerapporteerd (zie afbeelding 1). - Uit de trendanalyse van de categorie ‘bijna-ongeval’ valt op te maken dat de helft van het aantal meldingen is in te delen in drie van de zeventien categorieën: 1. Defect, storing, aangetast, beschadigd, versleten (58) 2. Procedure (55) 3. Struikel-, val-, stoot- of snijgevaar (52)
Croda Croda is een wereldwijd oleochemisch productiebedrijf met circa 4000 werknemers. Croda Nederland BV in Gouda is in 1858 begonnen als kaarsenfabriek en geleidelijk uitgegroeid tot een geavanceerd oleochemisch productiebedrijf. De productie van kaarsen is in 1982 gestopt. Croda Gouda produceert met ongeveer 300 medewerkers uit natuurlijke, hernieuwbare oliën en vetten halffabricaten voor de autoindustrie (smeermiddelen, coatings) en de cosmetische industrie. Er staan twintig installaties waarin diverse omzettingen plaatsvinden, zoals splitsing (vetzuren uit oliën en vetten), verestering (reactie vetzuren met alcoholen), amidering (reactie vetzuren met ammoniak), hydrogenering (reactie vetzuren met waterstof) en dimerisatie. Daarnaast vindt er een aantal fysische scheidingsprocessen plaats. Naast de productie beschikt het bedrijf over een eigen onderhoudsdienst, een kwaliteitslaboratorium, een engineeringafdeling en een logistieke afdeling. De productielocatie is gecertificeerd voor ISO 9001 (kwaliteitsmanagementsysteem), ISO 14001 (milieumanagementsysteem) en OHSAS 18001 (arbomanagementsysteem). In 2014 won het bedrijf de MVO Award voor maatschappelijk verantwoord ondernemen van de Stichting Fairtrade Gouda.
- In 2015 is de ongevallenfrequentie afgenomen van 0.5 naar 0.3 en het aantal klasse 2 en 3 incidenten van 11 naar 8. Het is wat prematuur om te stellen dat dit voorzichtige succes zijn oorzaak heeft in het grotere aantal meldingen van bijna-ongevallen inclusief de bijbehorende opvolging. Het uiteindelijke doel van het melden van incidenten en bijna-ongevallen inclusief onveilige handelingen/situaties) is om een bijdrage te leveren aan verkleining van de kans op een ongeval. Ondanks het uiteindelijke doel van nul ongevallen, is de realiteit dat we dit blijkbaar, historisch gezien, nog niet hebben kunnen realiseren. De kunst is dus om de tijd tussen twee ongevallen zo lang mogelijk te laten zijn. De aandacht voor en het belang van melding van incidenten en bijna-ongevallen, als onderdeel van het veiligheidsverbeterprogramma, zal daar zeker een bijdrage aan kunnen leveren.
Conclusies
Pas de tiende keer melden als je langs een open afsluiter loopt? Dan loop je dus tien keer kans op blootstelling
Uit het bovenstaande kunnen we concluderen dat het ontwerp en de implementatie van een nieuw CIR-systeem heeft bijgedragen aan: - grotere betrokkenheid van medewerkers bij het melden van bijna-ongevallen, - een toename van het aantal meldingen van bijna-ongevallen en, - heel voorzichtig gesteld, het terugdringen van het aantal ongevallen en klasse 2- en 3-incidenten. Reinout van Zevenbergen is SHE Manager bij Croda Nederland BV en Dirk Vink werkt bij Bedrijfsorganisatie & Veiligheid Advies bureau Vink & de Mooij.
info– September 2016 nr. 3
37
NVVK-prijs
Brandveiligheid in zorginstellingen
Brand! En Welke maatregelen zijn nodig om niet-ambulante bewoners die voor langere tijd verblijven binnen instellingen voor begeleid wonen van GGZ Noord Holland Noord, beter voor te bereiden op brand? Bas Wolvers schreef er een scriptie over. TEKST BAS WOLVERS
D
e afgelopen jaren hebben er diverse branden plaatsgevonden in zorginstellingen. Na een ernstig incident met fatale gevolgen in 2011 bij psychiatrische instelling Rivierduinen, is de Onderzoeksraad voor Veiligheid met een aantal adviezen aan zorginstellingen gekomen 1. Een van die adviezen is dat beheersmaatregelen in brandveiligheidsbeleid moeten worden afgestemd op de mate van zelfredzaamheid van de bewoners. Daarnaast moet BHVbeleid zijn gebaseerd op realistische scenario’s en is een duidelijker beschrijving van het begrip zelfredzaamheid nodig, zodat iedereen begrijpt wat ermee wordt bedoeld. Er zijn recent nog diverse andere onderzoeken uitgevoerd naar (brand)veiligheid binnen zorginstellingen. Uit deze onderzoeken is onder meer naar voren gekomen dat er binnen sommige zorginstellingen onder de medewerkers en cliënten onvoldoende bewustzijn bestaat als het gaat om brandveiligheid. Ook krijgt deze groep in sommige gevallen te weinig voorlichting over brandveiligheid. De auteur heeft, uitgaande van deze bevindingen en aanbevelingen, getoetst hoe BHV-trainingen aan instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg in Noord Holland Noord
38
September 2016 nr. 3 –
info
(GGZ NHN) worden verzorgd. Aansluitend heeft hij adviezen uitgebracht over het verbeteren van deze trainingen.
Arbowet De Arbowet verplicht een werkgever om zich te laten bijstaan door een of meerdere BHV’ers (lees: werknemers). Er is geen verplichting om ook andere personen op de locaties te betrekken bij de BHV. BHV-lessen richten zich daarom veelal alleen op de werknemers, terwijl patiënten/ cliënten, bewoners en overige personen buiten de oefeningen blijven. Cliënten/bewoners van zorginstellingen zijn daarom niet altijd op de hoogte van de risico’s van brand of andere calamiteiten. Of van de vereiste handelswijze als zich een calamiteit voordoet. Het lijkt daarom niet meer dan logisch vooral de mensen te trainen die bij een calamiteit als eerste moeten handelen. In veel gevallen zijn dat niet de BHV’ers. Want naarmate een bewoner bij GGZ NHN zelfredzamer wordt, is het streven dat hij in een relatief zelfstandige woonomgeving gaat functioneren. Hierbij is dan vaak sprake van een vorm van begeleid wonen. De GGZ-hulpverlener (BHV’er) is dan op afstand bereikbaar en dus niet continu op de locatie
Daarna volgden interviews met de bewoners en een schriftelijke enquête onder het personeel. Het doel daarvan was om duidelijk te krijgen of de bewoners conform het beleid worden voorgelicht en of het voorlichtingsbeleid ook bij de medewerkers bekend is. De interviews met de bewoners vonden plaats op de eigen locaties. Afhankelijk van de wensen van de bewoners en de adviezen van de GGZ-medewerkers, gebeurde dit groepsgewijs of individueel. Een standaard vragenlijst vormde de basis. Gelet op de beperkingen van sommige bewoners, was het tijdens het interview soms handig om voor een andere vraagstelling of werkwijze te kiezen. Daarnaast maakte een korte rondgang door de locaties ook vast onderdeel uit van de interviews, om de kennis van de bewoners op het gebied van brandveiligheid en ontruimingsmogelijkheden te onderzoeken.
Adviezen
dan? aanwezig. Hieruit volgt automatisch dat de bewoner zichzelf de eerste minuten moet weten te redden in het geval van een calamiteit zoals brand. De locaties van GGZ NHN zijn zeer uiteenlopend van aard. Zo zijn er locaties waar mensen verplicht onder behandeling staan, al dan niet in een afgesloten omgeving (bijvoorbeeld patiënten met een justitiële titel of een maatregel). En locaties waar bewoners – vaak na een lang traject van hulpverlening – in meer of mindere mate zelfstandig wonen. De vraag is nu: welke maatregelen zijn nodig om nietambulante bewoners die langere tijd verblijven binnen instellingen voor begeleid wonen van GGZ Noord Holland Noord, beter voor te bereiden op brand?
Plan van aanpak In overleg met GGZ NHN zijn acht van de instellingen voor begeleid wonen voor psychiatrische patiënten uitgekozen. Het gaat hier om reguliere woonhuizen waarin een aantal bewoners samenleeft. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende psychische aandoeningen waaraan de cliënten lijden en de verschillende verblijfsinstellingen. Op deze acht locaties is niet continu een medewerker aanwezig. Bij een calamiteit is wachten op GGZ-personeel of professionele hulpverlening niet gewenst. Een reactie van de bewoners zelf is dus noodzakelijk (ontruiming of het blussen van een brandje, bijvoorbeeld). Na de selectie van de locaties, was bestudering van de BHV-plannen de volgende stap: het beleid op voorlichtingsgebied in kaart brengen en knelpunten inkaderen.
Naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek is er een aantal adviezen opgesteld voor de directie van GGZ NHN. Zoals: 1. Zorg dat het beleid, net als overig beleid, jaarlijks wordt geauditeerd en waar nodig bijgewerkt (Plan-Do-CheckAct). Neem het beleid ook op in de jaarplannen en geef aan wie ervoor verantwoordelijk is. Voor de BHV-plannen zijn bestaande NEN-normen te gebruiken die nietdwingend zijn voorgeschreven. 2. Stel verschillende realistische scenario’s op en onderzoek (bijvoorbeeld met een oefening) hoe de verschillende reacties van de bewoners/medewerkers van invloed zijn op hun zelfredzaamheid op de eigen locatie. Houd hierbij ook rekening met niet-ideale situaties, waardoor bewoners/medewerkers gedurende langere tijd op zichzelf zijn aangewezen. 3. Maak duidelijke stappenplannen die aangeven wat er van een bewoner/medewerker wordt verwacht. Verhelder die stappen eventueel visueel met illustraties. Te veel tekst werkt averechts. Hang deze stappenplannen op in de woningen en bespreek ze regelmatig met de bewoners. 4. Werk bij het opzetten van oefeningen aan de hand van de genoemde scenario’s. Begin hierbij met het meest eenvoudige scenario. Ga pas verder met het oefenen van een volgend scenario als voor het huidige scenario een goed werkend plan is opgesteld en dat plan goed is geoefend (stap-voor-stap). 5. Betrek de bewoners/medewerkers bij de oefeningen. Bepaal, voor zover van toepassing, welke bewoners normaal gesproken de leidersrol in een woongroep hebben. Er is een goede kans dat deze mensen ook bij een calamiteit die rol op zich zullen nemen. Dit artikel is gebaseerd op een scriptie, geschreven in het kader van de HVK-opleiding. Noten [1] http://www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/1020/brand-ggz-instelling-rivierduinen-oegstgeest-12-maart-2011
Bas Wolvers is senior docent bedrijfshulpverlening (BHV) en Hoger Veiligheidskundige bij ACM Opleidingen.
info– September 2016 nr. 3
39
Boekbespreking
Lezen in de vakantie Over organiseren en veiligheid Zomertijd betekent voor velen dat er meestal net even wat meer tijd beschikbaar is om te lezen dan normaal. Bijgaand een deel van mijn zomerse leeswerk: een bespreking van twee vakboeken rond de thema’s organiseren en veiligheid die elkaar prachtig aanvullen.
TEKST CARSTEN BUSCH
Crew Resource Management Crew Resource Management (CRM) is een methode om de effectiviteit op teamniveau te verbeteren door het professionaliseren van samenwerkingsgerichte vaardigheden. CRM maakt teamwerk veiliger, effectiever en efficiënter. Van oorsprong wordt CRM vooral toegepast voor teams die onder druk en/of in een crisissituatie moeten werken en waar grote belangen spelen. Maar zoals de auteur verscheidene keren benadrukt, kunnen in feite de principes en delen ervan voor iedere organisatie van belang en voordeel zijn. Tom Bijlsma heeft een prettig leesbare en vrij complete introductie geschreven die gebruik maakt van bronnen en ervaringen – nationaal en internationaal en vanuit vele verschillende sectoren. Bijlsma gaat in op de vaardigheden die nodig zijn voor CRM en hoe men met het CRM-concept behoort om te gaan, met veel cases. Deel 1 gaat over CRM in het algemeen: wat is het, waar komt het vandaan, welke meerwaarde heeft het, waar zou je het moeten of kunnen toepassen? En over de implementatie van CRM. Deel 2 bespreekt de zeven CRM-competenties: Besluitvorming, Assertiviteit, Missie-analyse, Communicatie, Leiderschap, Adaptiviteit en Omgevingsbewustzijn. Deel 3 gaat
40
September 2016 nr. 3 –
over integrale teambenadering, over teamleren en organisatorisch leren, over Persoonlijke en Team Ontwikkelings Plannen (POP en TOP) en over (totaal) kwaliteitsmanagement en CRM. Over dat laatste gesproken, een van de rode draden in het boek en tevens een van de sterke kanten is dat de auteur regelmatig benadrukt dat CRM niet iets is dat men ‘er even bij doet’, maar dat het ingebed moet worden in andere, normale bedrijfsprocessen. Soms zal men zelfs ontdekken dat elementen al aanwezig zijn. Er zijn bijvoorbeeld veel overeenkomsten tussen kwaliteitsmanagement en CRM. Andere sterke elementen van het boek zijn de nadruk op de diverse vormen van leren (als individu, als team en als organisatie), op flexibiliteit en het adaptief vermogen van een team en haar leden. Hoofdstuk 13 is een sterke bespreking van diverse vormen van besluitvorming. Gwen Bakx’ casus 16 die suggesties doet om CRM van de traditionale Safety-I omgeving (voorkomen van fouten) naar een Safety-II omgeving (hanteren van variabiliteit) te tillen, is een hoogtepunt. Het boek besluit met een verzameling voorbeelden van hulpmiddelen die we niet klakkeloos moeten kopië-
info
ren, maar die wel ter inspiratie kunnen dienen voor hen die zelf aan de slag willen met CRM, of er meer uit willen halen.
Mindful organiseren CRM is een werkwijze die je regelmatig zult tegenkomen in zogenaamde HRO – High Reliability Organisations – en daarover gaat het tweede boek dat we deze keer in de schijnwerper willen zetten. Dit is het tweede boek in de serie Mindful Organiseren. In totaal zijn er vier gepland. De eerste, ‘Mindful Organiseren’, is reeds verschenen in 2009 (en herzien in 2011). Helaas is dit boek mij (nog) onbekend, maar over het algemeen ben ik zeer gecharmeerd van het HRO-gedachtegoed waarop het geheel stoelt. De heren van Apollo 13 (onder wie de auteurs van dit boek) zijn tevens de initiatiefnemers van de HRO Academy en de verwachtingen zijn daarom relatief hoog. Het derde en vierde deel in de serie, respectievelijk ‘Strategieboek Mindful Organiseren’ en ‘Inspiratieboek Mindful Organiseren’, staan gepland voor later dit jaar. Wat is mindfulness ook alweer? De laatste jaren is de New Age- en zelfhulpbranche een beetje aan de haal gegaan met het begrip (gericht op het
individu). Maar in een veiligheidscontext (gericht op groepen en organisaties) moeten we terug naar het onvolprezen werk van Weick en Sutcliffe met hun klassieker ‘Managing The Unexpected’. Daarin wordt collective mindfulness gekarakteriseerd aan de hand van vijf elementen: 1. alert zijn op het onverwachte; 2. terughoudendheid met simplificatie 3. operatie staat centraal; 4. commitment bij herstelvermogen; 5. vertrouwen op expertise. Deze karakteristieken worden overigens in hoofdstuk 2 besproken. Hoofdstuk 3 kijkt beknopt naar organiseren, delen van ervaring en beïnvloeden van (individueel en collectief) gedrag. Hoofdstuk 4 geeft een inleiding tot de oefeningen en methodes die het grootste deel van dit boek beslaan. Dit is echt een praktijkboek met veel praktische leidraden. Hoofdstuk 5 bevat een gereedschapskist die tot de nok aan toe is gevuld
met 90 methodes en oefeningen. Het hoofdstuk beslaat maar liefst 247 van de 315 pagina’s. Toen ik het boek voor de eerste keer open sloeg, viel mijn oog toevallig op een stap-voor-stapbeschrijving van een ‘blame freeevaluatie van ongewenste gebeurtenissen’. Stap-voor-stap moet niet worden misverstaan als een simpel checklijstje. Er worden achtergronden en doelstellingen uitgediept, er wordt een voorbeeld besproken, een hulpmiddel (hoe maak je een tijdlijn?) wordt aangereikt en in een intermezzo doen de auteurs nog uit de doeken wat blame free nu eigenlijk betekent. De lezer vindt in de kist onder meer methodieken rond onverwachte gebeurtenissen, interpersoonlijke vaardigheden en dingen rond leiderschap. De scope is ook van lange termijn tot alledaagse methodieken en omvat alle niveau’s van de organisatie. CRM wordt overigens aangestipt op pagina 210, maar niet uitvoerig besproken. Daarvoor moet je dat andere boek
hebben, net als dat het Praktijkboek een goede aanvulling is voor meer informatie over gewone bedrijfsprocessen. Na de gereedschapskist maakt hoofdstuk 6 de stap terug naar de praktijk en doet dat onder andere aan de hand van een aantal veelgestelde vragen. Hoofstuk 7 ten slotte geeft met 2 pagina’s een zeer beknopte en heldere samenvatting. Het boek sluit af met een overzicht van de methodieken (met soort groep en tijdsgebruik) en een literatuuroverzicht. Een klein minpuntje: een trefwoordenregister ontbreekt. Mijn verwachtingen werden absoluut waargemaakt. Een prachtig en praktisch boek dat een plek verdient op de hoek van de bureau’s van veel veiligheidskundigen en managers. Ik moet er nu voor zorgen dat ik de andere delen ook in de kast krijg. Trouwens, welk ander vakboek kan pronken met een gedicht van Jules Deelder op pagina 290? Q
source Crew Resource ment Management Crew Resour Veilig en effectief Managemen teams samenwerken in teams Veilig en effectief samenwerken in teams
Dr. T. Bijlsma
Crew Resource Management, Veilig en effectief samenwerken in teams, Tom Bijlsma, Vakmedianet 2015, ISBN 9789462152878. http://www.vakmedianetshop. nl/boeken/crew-resource-management
Praktijkboek Mindful Organiseren, Bert Slagmolen en Bert van Dalen, Mediawerf 2016, ISBN 9789490463465. www.hroacademy.nl; www.mediawerf.nl
info– September 2016 nr. 3
41
Verenigingsnieuws Van de Bestuurstafel
Z
eer gewaardeerde leden, ik schrijf dit op de laatste schooldag met zicht op een fijne vakantie. Eigenlijk ben ik al weg, maar ik zit er nog wel ... En ja, als HB’er van de NVVK werd ik geacht nog een stukje “Van de bestuurstafel” te schrijven. Belangrijk genoeg, want ondanks de vakantieperiode is er genoeg te melden. Het NVVK Register is op stoom aan het komen, inmiddels hebben ongeveer 50 personen zich laten registreren of zijn in behandeling voor registratie. Er bestaan bij een aantal leden vragen over de waarde van hun diploma’s. Immers, er wordt als minimale inschrijvingseis een MBO-diploma gehanteerd. Wat als ik geen MBO/ HBO/WO-diploma heb, maar wel een gelijkwaardig niveau? Voor deze vragen is op 13 september een bijeenkomst georganiseerd waarvoor wij een EVC-organisatie hebben uitgeno-
digd. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Deze organisaties kunnen onder andere op basis van diploma’s, certificaten en werkervaring een erkenning afgeven die gelijk staat aan een MBO/HBO/ WO-diploma. Ofwel adviseren over een traject dat het mogelijk maakt alsnog een erkend MBO/HBO/WOdiploma te verwerven. Ten aanzien van het certificeren zijn wij momenteel in overleg met de twee zusterverenigingen NVVA en BA&O. Wij hebben de intentie om gezamenlijk te gaan optrekken om alle kwesties rond dit weerbarstige dossier op te lossen. In de loop van dit jaar gaan we met onze website en de backoffice een flinke verbeterslag maken. Diverse mogelijkheden voor contact, communicatie en samenwerking tussen de leden zullen daarmee ontstaan.
Gouden speld
T
ijdens de Algemene Vergadering op 21 april bij NDC Den Hommel in Utrecht zegde Kees Roelofs dank aan Jos van Winsen voor diens jarenlange inzet voor de opleidingscommissie. Kees reikt aan Jos een gouden speld uit, Jos nam de speld onder applaus in ontvangst.
September 2016 nr. 3 –
Last-but-not-least: wij zoeken nog kandidaten voor het hoofdbestuur. Op het moment dat ik dit schrijf, hebben wij twee aanmeldingen ontvangen. Omdat Anja Brouwer haar bestuursperiode (12 jaar!) per eerstvolgende AV niet gaat verlengen, zijn wij in het bijzonder op zoek naar iemand met affiniteit en een zekere deskundigheid rond financiën. Hebt u interesse, meld u zich dan aan bij het NVVK-secretariaat. Mocht u zich gedetailleerd op de hoogte willen stellen van alle bestuurszaken, ga dan naar www.veiligheidskunde.nl en bekijk de notulen van de HB-vergaderingen. Hartelijke groeten namens het Hoofdbestuur, Peter Bakker, secretaris
Ledenvoordeel
Korting op lidmaatschap Human Factors NL
A
ls lid van de NVVK heeft u wellicht interesse in ergonomie en/ of Human Factors. Human Factors NL (voorheen Nederlandse vereniging voor Ergonomie en Register Ergonomen Nederland) heeft voor u een interessant aanbod. Als NVVKlid kunt u met 40 euro korting lid worden van Human Factors NL. Wat levert het lidmaatschap van Human Factors NL u op? - Gratis deelname aan de bijeenkomsten van Human Factors NL. De thema’s van de bijeenkomsten zijn altijd actueel en worden belicht vanuit de wetenschap en praktijk. - U ontvangt 4 keer per jaar het Tijdschrift voor Human Factors en krijgt digitale toegang tot alle vorige jaargangen.
42
De samenwerking met de BOG wordt intensiever; samen met de BOG-bestuursleden is inmiddels een traject ingezet om de ledenparticipatie via de diverse basisgroepen te verbeteren.
info
- Kortingen op relevante boeken, opleidingen en congressen, kijk op www.humanfactors.nl/overons/ledenvoordeel; - Netwerken met andere leden en potentiële opdrachtgevers via een eigen profielpagina op de site van Human Factors NL. Heeft u interesse om voor 80 euro per jaar lid te worden van Human Factors NL? Dan kunt u zich met de kortingscode ‘NVVK’ aanmelden op www.humanfactors.nl/registreren.
Meer informatie vindt u op www.humanfactors.nl. Heeft u vragen? U kunt ze stellen via info@humanfactors.nl.
Vakblad Arbo gratis
Zorgveiligheid
Vacature
I
n ons vakgebied is het van belang je vakkennis actueel te houden. De NVVK wil een bijdrage leveren aan de vakkennis van haar leden en de ontwikkeling van de veiligheidskunde. Daarom bieden wij bestaande én nieuwe leden een gratis abonnement op Vakblad Arbo aan.
7/8 juli/augustus 2016 jaargang 92
VAKBLAD OVER VEILIG EN GEZOND WERKEN
Heeft u interesse in een gratis abonnement op Vakblad Arbo? Meld u zich dan aan via http://v1.vakmedianetshop.nl/custom/form.asp?frm=459& oi=8dd06dec1bacc14a46b1a88cf8e72 10a%2520. Voor meer achtergrondinformatie over alles op het gebied van veilig en gezond werken, kunt u terecht op www.arbo-online.nl.
Hoe haal je het in je hoofd? THEMA: GEDRAG Jazeker, design kan helpen bij veiliger werken
Discriminatie: wat staat er zwart op wit?
Kopieergedrag om te werken aan veiligheidscultuur
Vragen? Neem contact op met Klantenservice Vakblad Arbo: 088 5840888.
D
e vakgroep ViZ is op zoek naar een nieuwe voorzitter die: - coördinerende taken verricht samen met leden en voorzitters om een interactief programma samen te stellen voor de vier bijeenkomsten per jaar. - affiniteit heeft met het thema Zorgveiligheid. - 1 x per jaar dagvoorzitter is, 1 x per jaar notulist, en samen met voorzitters de verslaglegging naar het bestuur verzorgt. - de vakgroep vertegenwoordigt, ontwikkelt en promoot rond het thema Zorgveiligheid in de landelijke arena van belanghebbenden. Wat zijn de voordelen? Goed voor je netwerk, certificeringspunten en veel meer. Reservering van de zaal et cetera is geregeld via het secretariaat. Als je geïnteresseerd bent of vragen hebt, mail dan naar raphael.gallis@ tno.nl.
Young NVVK
Sollicitatiebijeenkomst
O
p vrijdag 8 april organiseerde Young NVVK in samenwerking met Stichting Alumni Integrale Veiligheid en Yellotec Safety Consult in Utrecht een bijeenkomst voor (afgestudeerde) IVK’ers. Het thema ‘solliciteren’ stond centraal, want ‘hoe kun jij je nou precies onderscheiden tussen al die sollicitanten’? Er waren maar liefst 50 deelnemers. IVK-studenten van vrijwel alle hogescholen waren aanwezig. Young NVVK kon zich aan deze hogescholen introduceren met onder andere een presentatie over Young NVVK. Daarna stelde ook Alumni Integrale Veiligheid zich voor aan het publiek. Dit maakte de verschillen tussen beide organisatoren duidelijk, maar zeker ook de vele overeenkomsten. Vervolgens was het spreekwoordelijke podium voor Yellotec: een specialist op het gebied van Health, Safety & Environment. Yellotec heeft een HSEtraineeship ontwikkeld voor startende integraal veiligheidskundigen. Arjen Verzijl startte in januari als eerste
trotse trainee bij Yellotec en vertelde daar honderduit over. Daarnaast had hij een duidelijke en geruststellende boodschap aan de IVK’ers: ‘Jullie hebben een goede keuze gemaakt’. De veiligheidswereld is namelijk aan het vergrijzen en heeft hard nieuwe jonge mensen nodig. Er gaat een flinke ‘gap’ ontstaan die de jonge IVK’ers kunnen opvullen. Vervolgens verzorgde Bram van den Boom een originele en pakkende sollicitatietraining met nuttige tips en tricks waarmee je als sollicitant
echt het verschil kunt maken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de kledingkeuze die je maakt en het geven van een stevige handdruk wanneer je jezelf voorstelt. De kernboodschap van zijn training was: opvallen is belangrijk! De dag werd gezellig afgesloten met een informele netwerkborrel in het café. Een dergelijke sollicitatiebijeenkomst in samenwerking met andere partners is zeker voor herhaling vatbaar.
info– September 2016 nr. 3
43
Verenigingsnieuws
De veiligheidskundige anno 2035
B
egin dit jaar zijn enkele Young NVVK-leden aan de slag gegaan met een paper over de rol van de veiligheidskundige anno 2035. Destijds is afgesproken interviews af te nemen met enkele sleutelfiguren in relatie tot de opgestelde speerpunten. Tot op heden zijn 24 sleutelfiguren geïnterviewd, verdeeld over acht verschillende speerpunten. Enkele sleutelfiguren die hier een bijdrage aan hebben geleverd, zijn: - Pieter Jonker (hoogleraar vision based robotics, TU Delft); - Paul Hoogerkamp (veiligheidskundige/expert machineveiligheid, Mecid);
- Pieter Diehl (adviseur duurzame inzetbaarheid, BMD Advies); - Ingeborg Koopmans (officier van Justitie, betrokken bij Chemie-Pack en Shell Moerdijk); - Kees Roelofs (voorzitter NVVK); - Erik de Jong (director New Business, Serious gaming & e-learning). We zijn hier trots op, maar de lijst is nog niet volledig. We willen nog een aantal interviews met sleutelfiguren afnemen, waarna publicatie van de uiteindelijke paper volgt in NVVKinfo. De volledige lijst met speerpunten bestaat uit: - Flexwerken/thuiswerken in relatie tot ergonomie en arbeidsrisico’s.
- Toenemende angst/sentimenten door terreur jegens het bedrijfsleven. - De relatie tussen de verschillende veiligheidskundige opleidingen. - VGM-uitvoeringsfase, zoals toezicht op de bouwplaats en de rol van PBM. - Normalisatie, zoals bedrijfscertificatie en toetsing van de RI&E. - Ontwikkelingen op het gebied van Serious gaming. - Robotisering en automatisering. - Aansprakelijkheid. Lijkt het je leuk om je ook in te zetten voor dit project of ontvang je hier graag meer informatie over? Stuur dan een e-mail naar oletobiasson@ gmail.com.
Integraal veiligheidsmanagement
O
p 5 augustus organiseerden de vereniging Young NVVK en Stichting Alumni Integrale Veiligheid een interactieve zomerborrel voor young professionals werkend in het veiligheidsdomein. Veiligheidsorganisatie in een nieuwe stijl stond hierbij centraal. Zelfstandig opererende onderdelen als safety, security, ICT en sociale veiligheid kwamen hierbij samen in één integrale, strategische beleidspositie. Er kwamen op een zomerse dag middenin de vakantieperiode 40 jonge, enthousiaste veiligheidsprofessionals op af. Alle deelnemers hadden eerder een reader ontvangen met informatie over integraal veiligheidsmanagement als community concept, geschreven door
44
September 2016 nr. 3 –
de heer Massink, manager Integrale Veiligheid van de TU Delft. Tijdens zijn presentatie kwam aan de orde hoe de veiligheidsprofessional uitgedaagd kan worden om meer risico te nemen en om (meer) mee te denken met organisatiedoeleinden. Immers: “Amerika zou niet zijn ontdekt als er geen risico was genomen.” Daarna werd er met behulp van groen/rood gekleurde bordjes gediscussieerd over diverse stellingen, bijvoorbeeld ‘Bedrijven investeren te veel in safetygerelateerde zaken, security is een ondergeschoven kindje’. Of de bedrijven te veel investeren in een bepaalde kwestie, is lastig te bepalen. Ook de mate van investeren in safety en de mate van investeren in security blijken lastig met elkaar te vergelijken. Deelnemers merkten wel verschillen per organisatie voor wat betreft de prioriteit, maar dit kan ook situatieafhankelijk zijn. Integraal veiligheidsmanagement gaat niet enkel over door de directie geformuleerd beleid, visie en randvoorwaarden. Om het communityconcept handen en voeten te geven, hanteert de TU Delft een zogenoemde 25 meter-cirkel. Binnen die afstand draagt iedereen verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid en
info
die van anderen. De 25 meter-cirkel werd niet gezien als dé oplossing voor veiligheid in (grote) organisaties, maar kan wel als één van de oplossingen gelden. Daarnaast ontstond het idee om dit model met een nieuw te starten werkgroep meer vorm te geven. Tijdens de groepsopdracht werkten acht groepen op een A3 flipover aan een veiligheidsprofiel, waarbij zij als eerste de kenmerken van de eigen veiligheidsorganisatie vaststelden. Daarna identificeerden zij mogelijke verbeterpunten en bekeken hoe deze verbeteringen te realiseren. Uit de groepsopdrachten blijkt dat teamgeest, awareness en samenwerking worden gezien als een katalysator voor verantwoordelijkheid in positieve zin. Op de vraag ‘Zie jij, de veiligheidsprofessional, jezelf als slachtoffer of als agressor?’ gaf vrijwel iedereen aan zich agressor te voelen, tot opluchting van Ron Massink. Vervolgens kwam de vraag hoe je jouw koers geaccepteerd kunt krijgen in een steunende organisatie. Enkele van de tips: ‘Wacht niet op hulp, die komt er niet!’ en ‘Wees een inspirator’. We kijken met zijn allen terug op een geslaagde bijeenkomst.
Evenementen 22 november 2016 Praktijkdag Grip op gedrag Plaats: Hotel Van der Valk Veenendaal Organisatie: Vakmedianet Tijdens deze Praktijkdag Grip op gedrag bespreken topsprekers vier belangrijke visies op gedrag. En hoor u van professionals uit de praktijk hoe zij interventies toepassen en hoe u hier zelf mee aan de slag kunt. Leden van de NVVK ontvangen 100 euro korting op de reguliere toegangsprijs. www.praktijkdaggripopgedrag.nl 13 december 2016 Praktijkdag Wikken & Wegen Risico’s op de werkvloer: maak de juiste keuzes Organisatie: Vakmedianet
Wikken en wegen is de kern van uw vak. Dagelijks houdt u zich bezig met zaken als de beoordeling van risico’s, de selectie van de juiste interventies en de rol die u als adviseur gaat spelen: wat past het beste bij de situatie? Tijdens deze praktijkdag delen deskundigen en professionals uit de praktijk hun inzichten en kennis over wikken en wegen en hoe u dit kunt structureren. Leden van de NVVK ontvangen 100 euro korting op de reguliere toegangsprijs. www.praktijkdagwikkenenwegen.nl 29 en 30 maart 2017 NVVKcongres 2017 Het NVVKcongres 2017 vindt plaats op 29 en 30 maart 2017 in congres-
centrum Papendal in Arnhem. Het thema is dit keer ‘Van gelijk naar geluk(t), de sleutels tot succes’. Deel uw kennis en ervaring met collega’s via een presentatie op het congres. Voor u als spreker niet alleen een mooie uitdaging, maar het draagt ook bij aan uw rol als professional, uw aanzien in de beroepsgroep en het imago van uw werkgever of bedrijf. Kortom, een unieke gelegenheid om u te presenteren als een WARE professional. Als u tijdens dit congres iets wil presenteren, meld u dan snel aan en schrijf een beknopte samenvatting van uw voordracht. Wij beoordelen uw samenvatting op kwaliteit, inhoud en relevantie. http://www.veiligheidskunde.nl/ website/congres/2017/congres2017-call-for-abstracts
Algemene vergaderingen De volgende Algemene Vergadering is op 17 november, 18.00 - 20.30 uur. Plaats: Aristo Utrecht. In de middag staat het Forum M/V gepland.
Onlangs verschenen TtA Het tweede nummer van 2016 is met 48 bladzijden goed gevuld. Het nummer heeft één hoofdartikel, van Sander Wander (Arbo Unie) en Koen Verbist (Cosanta BV). Zij bespreken maatregelen om Rijkswaterstaat-weginspecteurs te beschermen tegen blootstelling aan ultrafijn stof tijdens hun werkzaamheden op of langs autosnelwegen. Het nummer vervolgt met vier opiniërende artikelen. René van Dort (Major Hazard Control, inspectie SZW) vraagt zich af of de LOPA-methodiek (Layers of Protection) bij bedrijven tot de stand der techniek leidt. Maurice de van der Schueren (Kwaliteit van de Vrijwillige Inzet) en Gerard Zwetsloot (Nottinghan University) komen met drie redenen waarom mensen zich zonder betaling ten volle inzetten. Dezelfde Gerard bespreekt de moeilijkheden van industrieën en de uitdaging voor onderzoekers van een nulongevallenvisie in bedrijven. Als laatste geven Diny van Faassen (Biosafety Consult) en Ineke Thierauf (gepensioneerd arbeidshygiëniste) hun mening over de waarde van het meten van levende micro-organismen bij binnenmilieuklachten in gebouwen. Naast de bespreking van twee proefschriften over de preventie van handeczeem onder gezondheidszorgpersoneel (Esther van der Zwet, VUmc) en over bewezen effectieve ergonomische maatregelen in de bouw (Stevan Visser, UvA AMC), bevat het nummer een verslag van de Contactgroep Gezondheid en Chemie (CGC) van Jolanda Rijnkels (Gezondheidsraad) en Jeroen Terwoerd (Inspectie SZW). Daarin worden nieuwe ontwikkelingen behandeld op het gebied van werkgerelateerde huidblootstelling. Tot slot presenteert het nummer twee adviezen van de Gezondheidsraad, één over uranium en uraniumverbindingen en één over chroomVI-verbindingen. Paul Swuste, hoofdredacteur TtA
info– September 2016 nr. 3
45
Verenigingsnieuws Agenda Datum
Locatie
Onderwerp
Organisatie
21-09-16
Aristo Lunetten
ViZ/NVvA Contactgroep Gezondheid
ViZ ism NVvA Contactgroep Gezondheid
27-09-16 28-09-16
Regardz De Eenhoorn
KennisLab Risicocommunicatie
NVVK Wetenschappelijk Bureau
Regiobijeenkomst ANO
Regio Arnhem Nijmegen Oss
28-09-16 29-09-16
Boston ScientiďŹ c
Vakgroep Zuid Lichtmetaal
Vakgroep Zuid Lichtmetaal
29-09-16
Hotel Van der Valk Gilze Tilburg
Risk Management
Regio Zuid
06-10-16
Bureau Taal
De kracht van begrijpelijke werk- en veiligheidsinstructies
Vakgroep Bouw en Infra
27-10-16
Philips
Studiedag Regio Noord: Machineveiligheid
Regio Noord Nederland
27-10-16
Nederlands Stoommachine Museum
Regio bijeenkomst Noord Holland
Regio Noord Holland
03-11-16
Aristo Lunetten
Hoofdbestuur
Hoofdbestuur
Vakgroep Elektrotechniek
Vakgroep Elektrotechniek
10-11-16 16-11-16 17-11-16
nog niet bekend
KennisLab Resilience
NVVK Wetenschappelijk Bureau
17-11-16
Aristo
Algemene Vergadering/Forum M/V
Hoofdbestuur
22-11-16
Schouwburg Ogterop De Arbo Professional in de spotlights
NVVK Noord ism NVvA Oost
24-11-16
Hotel Van der Valk Gilze-Tilburg
Incidenten Onderzoek
Regio Zuid
Regiobijeenkomst ANO
Regio Arnhem Nijmegen Oss
01-12-16 07-12-16
nog niet bekend
Elektrische veiligheid
Regio Midden Nederland
08-12-16
nog niet bekend
Bijeenkomst Bouw en Infra
Vakgroep Bouw en Infra
08-12-16
Aristo Lunetten
ViZ/NVvA Contactgroep Gezondheid
ViZ ism NVvA Contactgroep Gezondheid
29-03-17 30-03-17
Hotel Papendal
NVVK Veiligheidscongres 2017
NVVK Congrescommissie
Kijk voor de meest recente versie van de agenda op www.veiligheidskunde.nl bij Agenda
46
September 2016 nr. 3 â&#x20AC;&#x201C;
info
Navigator Consult is een advies- en interim management bureau dat gespecialiseerd is in het verbeteren van de bedrijfsprestatie door het combineren van expertise in manufacturing, supply chain en Health, Safety en Environment (HSE). Wij bieden een breed scala aan services voor operationele omgevingen.
Veiligheid • Risico Identificatie en Evaluatie (RI&E) • Audit/Safety assessments • Process Safety assessments (HAZOP, SIL, LOPA, ATEX) • CE markering en assessment van machine veiligheid • Arbeidshygienische onderzoeken (blootstelling gevaarlijke stoffen, biologische agentia, fysische factoren, fysieke belasting) • Veiligheidsmanagement en -cultuur • Incident onderzoek • Opleiding & Training
Bedrijfsprestatie
Detachering & Intermediaire diensten
• Opportunity Assessment
• Detachering
• Taak analyse
• Bemiddeling ZZP-ers
• Werkkapitaal assessment
• Werving & Selectie
• Continu verbeteren (TPM, Lean etc); Kunnen wij iets voor u betekenen of heb • Onderhoud Assessment
je interesse om bij ons te komen werken? Bel 0646198728 of mail ons: info@navigatorconsult.nl
Waarin zijn wij onderscheidend? • Veiligheid kan niet los gezien worden van de bedrijfsprestatie. Vanuit management duidelijk maken waar op gestuurd wordt om vervolgens de medewerkers de tools, de ruimte en de middelen te geven dit te realiseren. Dat is waar we aan willen bijdragen.
• Wij brengen focus aan op die gebieden die er echt toe doen. • Wij acteren als een verlengstuk van uw organisatie. Wij bieden concrete oplossingen die wij ook graag helpen implementeren.
• Wij benaderen veiligheid vanuit een bedrijfskundig perspectief; verantwoord en gebalanceerd. • Waar nodig bieden wij detail maar zonder het verband te verliezen van het geheel.