Nationale Energie Week 2023

Page 1

Vakbeurs Energie, Zero Emission | Ecomobiel, PREFAB en Industrial Heat & Power worden georganiseerd door 54events en vinden plaats van dinsdag 10 oktober t/m donderdag 12 oktober 2023 in de Brabanthallen in Den Bosch.

Dinsdag 10 oktober 10.00 - 17.00

Woensdag 11 oktober 10.00 - 17.00

Donderdag 12 oktober 10.00 - 17.00

Brabanthallen

Diezekade 2

5222 AK Den Bosch

De beurzen vinden plaats in de Brabanthallen in Den Bosch. Het complex beschikt over ruim 4.000 parkeerplaatsen. Het parkeerterrein van de Brabanthallen is voorzien van een parkeersysteem waarbij de inrijdslagbomen automatisch openen. U kunt binnen in de entreehal een uitrijkaart kopen. Het parkeertarief is € 12,00.

De Brabanthallen bieden u de service om alvast uw parkeerplaats te reserveren. Hierbij ontvangt u tevens de laatste reisinformatie.

Op het terrein van de Brabanthallen Den Bosch zijn nabij ingang A en de Centrale Entree invalidenparkeerplaatsen aanwezig. Voor invaliden wordt het geldende parkeertarief gehanteerd.

Brabanthallen beschikt over een groot aantal openbare laadpunten voor EV’s en PHEV’s op haar parkeerterreinen. Gasten met een volledig elektrische auto kunnen verder hun auto laden op het extra laadplein van de organisatie dat is gerealiseerd in samenwerking met Laadpartner: Voet Energy Solutions.

Vakbeurs Energie is niet toegankelijk voor particulieren zonder zakelijk belang. Kaarten zijn gratis voor professionals bij tijdige voorregistratie. Dit is mogelijk tot en met maandag 9 oktober 2023 via www.vakbeursenergie.nl of door de QR-code op deze pagina te scannen. Kaarten aan de deur kosten € 50,- inclusief BTW.

Met een toegangsbewijs voor Vakbeurs Energie bezoekt u gratis ook de vakbeurzen Zero Emission | Ecomobiel, PREFAB en Industrial Heat & Power, die gelijktijdig en op dezelfde locatie plaatsvinden.

Sander Braam houdt zich als business development manager bij beursorganisator 54events bezig met nieuwe initiatieven om bedrijven nog gerichter op weg te helpen. Het aanjagen van de energietransitie en verduurzaming is ook het hoofddoel van de Nationale Energieweek. In die week vinden vier vakbeurzen plaats die qua thema’s en bezoekersprofiel veel overlap hebben. "Door de beurzen te bundelen, creëren we een breed gezamenlijk platform met veel ruimte voor activiteiten, lezingen en demonstraties", zegt Braam. "De energietransitie is het over-

koepelende thema dat de vier deelbeurzen verbindt. Bezoekers komen meestal op één beurs/thema binnen, maar pakken de andere drie dan heel gemakkelijk mee. Zo wordt de samenhang heel zichtbaar. Die kruisbestuiving is een absolute meerwaarde."

Ten opzichte van 2022 blijven de thema’s overeind (binnenklimaat, gebouwschil, smart energy & storage om er wat te noemen). "Maar we leggen in de komende Nationale Energieweek hier en daar wel wat andere accenten. Neem de Wkb (Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, red.) die per 1 januari ingaat; hier is zeker extra aandacht voor. Er zijn in de afgelopen twee jaar verschillende pilots geweest en er is dus ervaring opgedaan die we graag delen. En zo proberen we meer thema’s te actualiseren, te vernieuwen en aan concrete projecten te koppelen. Dat vertaalt zich onder andere in de lezingen en presentaties van het kennisprogramma. En op de beursvloer staan exposanten met innovaties die echt impact hebben op de markt."

"De noodzaak van de energietransitie wordt steeds meer gevoeld", stelt Braam. "Er is haast bij, dat proeven we uit de gesprekken die we voeren. Gelukkig is voor bepaalde onderdelen vastgesteld wat er moet gaan gebeuren. Neem het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie, dat is een con-

creet plan voor de omschakeling naar schone energie. In de industrie gaat het om grote hoeveelheden energie, dus omschakelen naar schone energie betekent een enorme besparing."

Demissionair minister Jetten heeft zich daarover ook duidelijk uitgesproken: “Hoe eerder de industrie toegang tot schone energie heeft, hoe beter, want andere sectoren profiteren mee.”

"Er zijn al veel toepassingen voor de industrie, zoals de inzet van restwarmte, het isoleren van installaties en noem maar op. We verwachten dan ook veel aandacht voor de beurs Industrial Heat & Power."

Op dit moment maakt prefab, afhankelijk van de definitie tussen de 5 en 12 procent van de bouw uit. Braam verwacht dat dat percentage in rap tempo omhooggaat: "Prefab heeft verschillende voordelen. Het zorgt voor minder transportbewegingen en dus voor minder CO2-uitstoot. Dat is gunstig als het gaat over bouwen in of bij Natura 2000 gebieden. Verder vergt het minder (geschoolde) arbeid, en ook dat is in deze tijd van personeelskrapte belangrijk. Hoe meer je prefabriceert, hoe sneller projecten gerealiseerd kunnen worden. Een mooie ontwikkeling op het gebied van prefab is de komst van prefab meterkasten. Conceptueel en modulair bouwen gaat snel, dus met houtskeletbouw kan in korte tijd een flink project

worden gerealiseerd. Maar in het verleden duurde het vaak lang om de woningen aangesloten te krijgen op bijvoorbeeld elektriciteit en water. De markt kwam met de oplossing; een prefab meterkast, zodat je veel eerder de aansluitingen kunt aanvragen en realiseren. Dat levert een flinke tijdwinst op. Dit is één van de innovaties die centraal staat op PREFAB."

Bij Zero Emission | Ecomobiel ziet

Braam groeiende aandacht voor transport en logistiek. "Voor veel uitdagingen op het gebied van netaansluitingen zijn ook oplossingen te vinden. De ontwikkelingen op het gebied van laden en laadinfrastructuren in combinatie met energieopslag gaan hard. We zien ook dat bouwplaatsen in stedelijke gebieden steeds vaker worden bediend vanaf een hub aan de rand van de stad. De bevoorrading gebeurt dan met kleine elektrische auto’s (en als dat kan zelfs met e-bakfietsen). Ook hier zie je dat de sectoren als bouw, energie en mobiliteit niet meer zonder elkaar kunnen."

De "Dutch Hydrogen Days" maken voor de derde keer deel uit van de Nationale Energieweek. "Het is geen aparte beurs, maar zou dat in de toekomst wel kunnen worden", zegt Braam. "Waterstof drijft innovaties die op verschillende manieren een grotere rol kunnen gaan spelen. Waterstof is een belangrijk ingrediënt in de verduurzaming van de industrie en kan ook uitstekend worden ingezet voor energieopslag of warmte op plekken waar andere duurzame oplossingen niet bruikbaar of wenselijk zijn. In het waterstof paviljoen zijn oplossingen van zowel gevestigde namen als van start-ups te zien. Om nieuwe initiatieven te stimuleren reiken we dit jaar ook weer de Waterstof Innovatie Award uit, waarbij de jury vooral gaat kijken naar de haalbaarheid en de houdbaarheid. We zijn reuze benieuwd wie dit jaar de prijs van 15.000 euro in de wacht sleept!"

Online is er heel veel informatie te vinden over energiebesparing en duurzaamheid maar er is ook een hoop ruis en desinformatie. Juist daarom is een beurs volgens Braam een fantastische manier om je te informeren. "Live contact brengt zoveel meer", zegt hij. "Het face-to-face uitwisselen van informatie en ervaringen, het samen zoeken naar manieren om samen te werken en om tot oplossingen te komen; daarvoor moet je elkaar in de ogen kunnen kijken. Voor de Nationale Energieweek geldt dat nog veel sterker omdat het vier beurzen onder één dak zijn en er dingen ontstaan buiten de gebaande paden. Iedereen die er rondloopt,

is een expert. Exposanten, leden van brancheverenigingen, medewerkers van kennisinstellingen, maar zeker ook de bezoekende professionals. Van koplopers en ondernemers die al volop bezig zijn met de energietransitie, tot hen die op het punt staan om dat te doen. Ze hebben zich al verregaand in de materie verdiept en komen om slagen te maken; wat is er te koop en wat kan ik daarmee? Ook vanuit de woningbouwcorporaties en bijvoorbeeld gemeenten is de belangstelling groot. De verbindende factor is dat het bedrijven en organisaties zijn die voorop willen lopen. Ze zien het belang en willen de transitie versnellen."

"De energietransitie gaat niet met één techniek of oplossing tot stand komen", aldus Braam. "Het wordt een mix en we zullen alle onderdelen hard nodig hebben om in 2050 tot 0 procent CO2-uitstoot te komen. Dat is eigenlijk de samenvatting van het concept van de Nationale Energieweek. Die optelsom van kennis, contacten, producten en diensten staat op 10, 11 en 12 oktober centraal en is het vliegwiel voor de ontwikkelingen die daarop gaan volgen. Samen, met de hele keten, niemand kan het alleen. Samenwerken is niet soft, het is juist een teken van kracht om kennis te delen en om samen op te trekken. We hebben elkaar harder nodig dan ooit, ook al omdat de ketens veranderen. Producten zijn steeds vaker geïntegreerd, bouw en installaties raken meer en meer vervlochten en alles staat met elkaar in verbinding. Ook daarvoor is teamwork nodig: al die verschillende componenten op elkaar afstemmen en samen laten werken."

Waar kijkt Braam het meest naar uit?

"Het klinkt cliché, maar mijn antwoord is: de energie die je voelt op een drukbezochte beurs. Mensen die elkaar ontmoeten en in gesprek gaan, volgeboekte kennissessies, de reuring die er is. Ik hoop hier en daar letterlijk vast te lopen in de mensenmassa", lacht hij. "Als organisator van deze beurs hopen we bij 54events natuurlijk ook dat we bezoekers kunnen inspireren en stimuleren om echt stappen te zetten richting van een fossielvrije, groene toekomst."

Ontdek de magie van zonale ventilatie

Stilte en energie-efficiëntie, dat is de magie van zonale ventilatie!

30% minder geluid40% energiebesparing

Breng verse lucht in je leven, op het juiste moment, in de juiste ruimte

We inspire at www.duco.eu

SCAN EN ONTDEK DE MAGIE!
BEZOEK ONS IN HAL 3 OP STAND A026

“De kracht van systeemdenken is alle technische disciplines te laten samenwerken in een groter geheel. Dat leidt tot energiebesparing, een gezond evenwicht tussen vraag en aanbod én kostenvoordeel”, zo vertelt Kevin de Bont. De Bont was adviseur bij Kropman en werkt nu als manager bij de nieuwe business van het installatiebedrijf, genaamd: OpenToControl. OpenToControl is net als Kropman onderdeel van Eiffage Energie Systemen, gespecialiseerd in energieanalyses, ontwerp, realisatie, beheer en energiemanagement van installaties in en rondom grootzakelijke klanten.

“We leven nog in een redelijk fossiel energiesysteem, zowel in vormen van opwekking alsook de contractvormen, maar niet voor lang meer. Netcongestie, variabele zon- en windenergie en dynamische energiecontracten leiden ertoe dat software en stuurbare systemen veel belangrijker zullen worden. Slimme netwerken inrichten gebeurt vooralsnog erg weinig. Toch loont het om bij de investeringen van vandaag ook naar de mogelijkheden van morgen te kijken en alvast die stip op de horizon te plaatsen”, zegt de Bont.

“Conventionele regeltechniek kun je vergelijken met reactievoetbal”, gaat hij verder. “Als de ruimtetemperatuur te laag is, gaat de klimaatinstallatie compenseren en begint bijvoorbeeld de warmtepomp te draaien. Dit terwijl de netbelasting al hoog is, de energie grijs en op een laadplein elektrische auto’s staan te laden. Waar je naartoe wil, is het beter inplannen van de energiebehoeften door het realiseren van anticiperende regelingen. Het doel hiervan is het beter controleren van je energievraag met als resultaat een beter comfort, minimale energie en vermogensvraag (congestie/capaciteit) en dit zoveel mogelijk in balans met duurzame energie.”

“Vergelijk anticiperend regelen met autorijden. Als je in het vooruitzicht een bocht ziet, ga je tijdig remmen en een stuurbeweging maken zodat je de bocht goed kunt nemen. Op die manier willen we ook de systemen in een systeem-

context aansturen. Hoe je dit doet? We kijken enerzijds naar welke systemen goed kunnen samenwerken. Anderzijds gaan we na wat welke impact heeft op het energienet door middel van het uitvoeren van een integrale energieanalyse van de systemen. Stel dat een bedrijf in een gebied waar congestie dreigt pv-panelen wil plaatsen, een laadplein wil inrichten en misschien zelfs wil investeren in batterijopslagsystemen. Dan kun je vooraf al analyseren welke impact dit heeft op je microgrid. Met een scenariostudie kun je de gebruiker inzicht geven in de mogelijkheden om in een later stadium tot een ontwerp te komen. We kijken daarbij ook meteen naar de voorspelbaarheid en energie flexibiliteitspotentie van het gebouw en aangesloten assets. Een datagedreven aanpak met simulaties en scenario-analyses zal in de toekomst steeds belangrijker worden. Eenmaal een project draait, is slimme software nodig die de anticiperende regeling realiseert.”

Het grootste project dat op basis van deze processtappen, energie-analyse, ontwerp en energiemanagement door Kropman is gerealiseerd is bij het hoofdkantoor van a.s.r. Verzekeringen. “Kropman loopt hier al dertig jaar voor de regeltechniek rond. Via OpenToControl zijn we de regeltechniek nu naar een hoger niveau aan het tillen. In de automatiseringssoftware zit alles vervat: van vijverpomp, warmtepomp, warmte-koude en batterijopslag, verlichting tot het laadplein. Daarbij benaderen we het geheel vanuit het ge-

R290

bouw terwijl de laadinfrastructuur er een onderdeel van is. Dankzij de renovatie, energiebesparingsmaatregelen en het slim aansturen ligt de werkelijke energiefootprint onder de 50 kWh per vierkante meter, waarmee het gebouw conform de DGBC-standaard al Paris proof is.”

De Bont zoomt dieper in op het elektrisch laden bij a.s.r. “Scenariostudies zijn uitgevoerd om na te gaan welke invloed de elektrificatie van het wagenpark op het geheel zou kunnen betekenen. Vervolgens hebben we ongeveer 300 laadpunten geïnstalleerd maar er is ruimte voor 450 exemplaren. De investering is in eerste instantie dus wat hoger omdat de infrastructuur breder is uitgelegd, maar uiteindelijk zullen ze hier in de toekomst veel kosten mee besparen aangezien er nu heel eenvoudig extra laadpalen kunnen worden toegevoegd.” Die laadpalen worden slim aangestuurd. “We voorspellen eerst wat de benodigde vraag en het beschikbare aanbod aan energie is. Zo is het mo-

gelijk om elk kwartier 24 tot 48 uur vooruit te voorspellen hoeveel auto’s er zullen gaan laden. Gebruikmakend van machine learning en rekening houdend met vooraf bepaalde parameters zal de software de auto’s op het meest geschikte moment laden, steeds met het doel de laadbehoefte tegen het einde van de werkdag, 16 uur, gewaarborgd te hebben.”

De kracht zit in de eenvoud. Het slim waarborgen gebeurt zonder appjes waarop gebruikers iedere laadsessie aan moeten geven hoeveel energie ze nodig hebben en wanneer ze weggaan. “Uit praktijkonderzoek blijkt dat gebruikers structureel aangeven dat ze verwachten de laadpaal eerder te verlaten dan in werkelijkheid gebeurt. Verder zie je ook dat een laadpaalgebruiker gewoonweg geen zin heeft om de applicaties te gebruiken als er geen direct persoonlijk belang bij is. Daarom hebben we het anders aangepakt. Iedereen neemt in principe deel aan het slim laden waarbij er op duurzame dagen tegen 16 uur altijd een volle accu wordt gewaarborgd. Heb je een afwijkende behoefte, dan moet je in actie, door fysiek je elektrische auto, op een daarvoor bestemde laadpaal aan te sluiten waar wel direct kan worden geladen. Die bevinden zich op de parkeerplekken in de verste uithoek van de parkeergarage. Het moet dus een bewuste keuze zijn om niet in de flow mee te gaan.”

“In het begin was het wel even wennen voor de gebruikers dat we hun laadproces beïnvloeden. Communicatie is daarom key. Je moet gebruikers informeren wat je waarom doet en dat het

voor kan komen dat hun laadprocessen even gepauzeerd kunnen worden. Door slim te laden is er een veel lagere piekbelasting op het net en kunnen we op deze locatie daarbij 50 procent meer duurzame geladen kilometers realiseren. Dat zijn mooie resultaten.”

Anticiperende regelingen gelden niet alleen voor stationaire en rijdende elektrische opslagsystemen. In een slimmer energiesysteem kun je w- en e-installaties laten samenwerken door je gebouw te beschouwen als een flexibel opslagsysteem of buffervat. Goed geïsoleerde gebouwen kunnen warmte bijvoorbeeld goed vasthouden. Als je weet wat de afkoelconstante is, dan is het misschien slimmer om niet om 6 uur maar alvast om 3 uur ’s nachts de warmtepomp aan te zetten. Het verbruik ligt in totaal mogelijk wat hoger, maar als je het grotere geheel bekijkt, is dit mogelijk toch duurzamer én goedkoper. De bekende ochtendpiek wordt vermeden waardoor geen centrales hoeven worden bijgeschakeld en mogelijk geldt een lager tarief aangezien prijstechnisch in de ochtend en avond de dynamische tarieven het hoogst zijn.”

Systeemdenken kan veel opleveren, maar er is ook nog een aantal pijnpunten waar rekening mee moet worden gehouden. “De grootste uitdaging is vooralsnog het gebrek aan een uniforme standaard voor informatie en data-uitwisseling. Een standaardisatieslag waardoor systemen merkonafhankelijk met elkaar kunnen communiceren is nodig om de systemen nog beter en sneller op elkaar af te stemmen. We zien nog te vaak dat eindgebruikers een systeem aanschaffen op basis van een aantal basiseigenschappen terwijl ze in een later stadium niet met een 3rd party systeem aangestuurd kunnen worden. Wie op korte of langere termijn wil overstappen op dynamische energie- en netcapaciteit tarieven zal dit gegeven moeten meenemen in zijn investeringsbeslissing. In de praktijk wordt daar nog veel te weinig aan gedacht met soms eerder dan gewenst productvervangingen tot gevolg. Denk daarom aan die stip aan de horizon die alsmaar sneller dichterbij komt.”

Ons energiesysteem is van oudsher erg centraal opgebouwd: een aantal grote elektriciteitscentrales wekken stroom op wanneer er vraag naar is en draaien op een lager pitje als de vraag laag is. Maar dat is aan het veranderen. Kolenen gascentrales sluiten gefaseerd hun deuren en er komt steeds meer duurzame energiecapaciteit bij. Duurzame energieopwekking vindt op kleinere schaal en op meerdere plekken plaats, waardoor het energiesysteem meer decentraal wordt. Daarnaast is groene stroom niet te allen tijde beschikbaar en volledig afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare wind en zon.

Ons elektriciteitsnet moet op deze toekomst worden voorbereid, om netcongestie en vertraging van de energietran-

sitie te voorkomen. En dat vraagt nogal wat. Ten eerste is verzwaring van het elektriciteitsnet onvermijdelijk. Kleij: “Duurzame energie wordt voornamelijk opgewekt op plekken waar het elektriciteitsnet dat niet aankan. Regio’s met weinig bebouwing (en dus een relatief licht elektriciteitsnet, red.) zijn immers bij uitstek geschikt voor winden zonneparken. Netverzwaring is dan ook een no-brainer, dat moeten we sowieso doen. Maar we merken nu al dat netverzwaringsactiviteiten niet snel genoeg gaan om elektrificatie bij te benen. We moeten dus ook met andere zaken aan de slag. Gelukkig is er nog genoeg onbenut potentieel in de transportcapaciteit die er al staat. Ons elektriciteitsnet is namelijk zo ingericht dat het de piekmomenten van vraag en aanbod op kan vangen. Dat betekent dat er op andere momenten (buiten die piekmomenten om) nog heel veel ruimte op het net beschikbaar is. Met slimme oplossingen kunnen we die ruimte benutten en dus veel efficiënter met het huidige net omgaan.”

Hoe? Door meer flexibiliteit te creëren in de momenten waarop elektriciteit gevraagd en geleverd wordt, ontstaat er een betere balans tussen vraag en aanbod, kan de beschikbare transportcapaciteit op het net beter worden benut en wordt overbelasting van het elektriciteitsnet op piekmomenten (voor zover mogelijk) voorkomen. Daar zijn verschillende methodes voor. Kleij verwacht bijvoorbeeld veel van het slim laden van elektrische auto’s. Dit houdt in

dat e-auto’s minder snel of tijdelijk niet opladen op momenten dat elektriciteit of transportcapaciteit schaars is en juist op vol vermogen laden als er veel elektriciteit beschikbaar is. Zo fungeren ze als een buffer voor het elektriciteitsnet. En hoe groter de elektrische vloot in Nederland wordt, hoe groter de potentie. “Er bestaan al verschillende oplossingen die de potentie laten zien”, zegt Kleij. Slim laden kan op technologisch vlak dus al gewoon en gebeurt al op verschillende manieren. Bijvoorbeeld ook op basis van dynamische energieprijzen. De flexibiliteit die het kan bieden voor het elektriciteitsnet is enorm. Maar slim laden op basis van beschikbare netcapaciteit staat wel nog in de kinderschoenen. Kleij. “Slim laden op basis van stroomprijzen, beschikbaarheid van zonne-energie of balanceringsmarkten, dát kan al. Maar slim laden op basis van netcapaciteit bevindt zich echt nog in de pilotfase. Dat komt omdat er (nog) geen dynamische transporttarieven zijn.” Met andere woorden: er is nog geen (financiële) prikkel voor bedrijven en huishoudens om in te spelen op netcapaciteit. Bij de andere vormen van slim laden, bijvoorbeeld op basis van flexibele energieprijzen of beschikbare zonne-energie, is die prikkel er wel.

Een andere manier om flexibiliteit te creëren, is door bedrijfsprocessen op en af te schakelen, op basis van de beschikbare netcapaciteit of beschikbaarheid van energie. Een energiemanagementsysteem kan dat volledig

geautomatiseerd voor zijn rekening nemen. Ook daar zit veel potentie. “Niet elk bedrijfsproces is er geschikt voor, maar elektrische boilers en koelcellen bijvoorbeeld wel. Veel bedrijven zijn hier al mee bezig, maar dan op basis van energieprijzen. Wanneer zij ook beloond worden voor het inspelen op beschikbare netcapaciteit kan dit een grote rol gaan spelen, zeker als bedrijven de handen ineenslaan en hier collectief (en dus op grote schaal) mee aan de slag gaan.”

Ook huishoudens kunnen op den duur voor flexibiliteit op het net zorgen. "Was- en vaatwasmachines hebben wat dat betreft te weinig potentie, maar warmtepompen, zonnepanelen, laadpalen, batterijen en airco’s zijn veelbelovend, maar zover is het echter nog niet. Hoe standaardiseer je dit? Hoe zorg je ervoor dat verschillende flexibiliteitsdoeleinden elkaar niet snijden? Hoe zit het met privacy? Er moet nog het één en ander uitgedokterd worden, voordat dit een rol van waarde kan spelen.”

Kleij verwacht daarnaast dat energieopslag een belangrijke rol zal vervullen in het elektriciteitsnet van de toekomst. “Batterijen vereisen veel schaarse materialen, waardoor het een relatief dure oplossing blijft. Daarnaast zijn ze beperkt inzetbaar. Eigenlijk alleen voor flexibiliteit op de korte termijn, terwijl we juist steeds meer behoefte krijgen aan oplossingen voor de lange termijn. Daarnaast voeg je met batterijen iets toe om flexibiliteit te creëren. Je benut niet wat er al beschikbaar is om dat klusje te klaren (zoals bij e-auto’s en bedrijfsprocessen, red.). Warmteopslag is wat dat betreft veelbelovender en hebben we in de toekomst sowieso nodig om de koudste winterweken te overbruggen, iets dat met li-ion batterijen niet mogelijk is. Door overtollige zonne-energie om te zetten in warmte en het vervolgens op te slaan, bijvoorbeeld in ondergrondse buffervaten of faseovergangsmaterialen, sla je twee vliegen in één klap. Je slaat voldoende warmte op voor de koude winterweken én zorgt voor flexibiliteit op het net.”

En hoe zit het met dynamische energietarieven waarbij bedrijven inspelen op de energieprijzen gedurende de dag, week of maand? "Dynamische prijzen kunnen weliswaar voor balans op het elektriciteitsnet zorgen, maar ze lossen de capaciteitsproblemen op het net niet op. Sterker nog: die kunnen ze zelfs vergroten. Want als iedereen op hetzelfde moment besluit om energie te gebruiken, omdat de windmolens op de

Noordzee veel stroom opwekken en de prijzen laag zijn, moet er ineens ontzettend veel elektriciteit worden getransporteerd. Dat werkt netcongestie juist in de hand. Daarnaast zijn dynamische prijzen een ‘wortel’ voor bedrijven om balans op het net te brengen, maar er is geen garantie dat ze er daadwerkelijk gebruik van maken op de momenten dat dat nodig. Het ontbreekt dus aan zekerheid, terwijl dat wel nodig is.” Geen heilige graal dus. "Zeker niet op de lange termijn, want hoe meer flexibiliteitsoplossingen er beschikbaar komen, hoe minder dynamisch de energieprijzen worden.”

Wat volgens Kleij wél essentieel is, zijn collectieve oplossingen. Als je het flexibiliteitsvraagstuk met meerdere partijen tegelijkertijd oppakt, is de impact namelijk veel groter. “Dan kan zowel op burger- als ondernemersniveau. Schiphol Trade Park is hét voorbeeld van de impact die collectieve oplossingen kunnen hebben."Op het bedrijventerrein delen alle partijen de beschikbare netcapaciteit op een virtueel net dat door software wordt aangestuurd. Vraag en aanbod worden realtime gemeten, zodat de beschikbare capaciteit optimaal wordt verdeeld en benut. “Van dat soort oplossingen hebben we er veel meer nodig”, aldus Kleij.

Wanneer bovenstaande oplossingen grootschalig (en liefst collectief) worden uitgerold, verwacht Kleij dat de energietransitie geen vertraging oploopt door netcongestie. “Toen het begon te knellen op het elektriciteitsnet was er ineens veel meer mogelijk en ging de uitrol van flexibiliteitsoplossingen veel sneller. Dat stemt hoopvol. In de toekomst zal het zeker ook nog af en toe knellen, met misschien zelfs wat stroomuitval hier en daar, maar uiteindelijk redden we het wel.”

Maar daar is wel een mindshift voor nodig, benadrukt ze. “We zijn gewend dat energie onbeperkt en te allen tijde beschikbaar is. Van dat idee moeten we echt afstappen. Niet: er is altijd energie beschikbaar. Maar: energie als het beschikbaar is. Dát moet het nieuwe uitgangspunt worden.”

“Er zijn momenteel veel verschillende protocollen om apparaten aan te sturen, maar die zijn doorgaans fabrieksof merkeigen. Het is daarom technisch heel lastig om systemen van diverse fabrikanten goed met elkaar te laten communiceren als één geheel, zeker in de gebouwde omgeving”, zo begint Mente Konsman, research scientist bij TNO ICT, zijn betoog, terwijl het volgens hem loont om systemen te integreren. “Zo wordt in de industrie al regelmatig gebruikgemaakt van energieflexibiliteit. Industriële grootverbruikers hebben vaak rechtstreeks toe-

gang tot de energiemarkten en maken gebruik van grote flexibele assets waardoor ze kunnen rekenen op hoge marges. Neem een glastuinbouwbedrijf met een Warmtekrachtkoppeling (WKK). Door die flexibel in te zetten en dus in te spelen op de dynamiek van de energiemarkt is er veel winst te behalen.”

“Het potentieel in de gebouwde omgeving is in wezen nog veel groter”, vervolgt Konsman: “Er zijn ontzettend veel flexibele assets zoals elektrische auto’s, pv-installaties, warmtepompen, buffervaten, batterijsystemen, warmte-koudeopslag, laadpalen, witgoed, zwembaden, commerciële koelruimtes, enzovoort. Maar die grote verscheidenheid aan systemen leidt ook tot een hogere complexiteit terwijl de te behalen winst per systeem laag is aangezien het om relatief kleine apparaten gaat.”

“Bovendien is het integreren van flexibiliteit in de gebouwde omgeving nog volop in ontwikkeling. De diverse systemen draaien elk op hun eigen protocollen waardoor er voor (bijna) elk systeem opnieuw een integratie-effort nodig is wil je ze integreren in een groter geheel. Om die redenen is er momenteel nauwelijks sprake van energieflexibiliteit in deze sector. Opschalen is alleen mogelijk als je de installatieen operationele kosten kunt minimaliseren. Een belangrijke stap in die richting is een standaardprotocol. Daarom

hebben we S2 ontwikkeld, om de communicatiebarrières tussen de systemen onderling, weg te nemen.”

De S2-norm (BS EN 50491-122:2022) is een Europese norm voor energiebeheer voor woningen en gebouwen. Konsman: “Je kunt S2 zien als een generieke taal om energieflexibiliteit in uit te drukken tussen het apparaat en het centrale energiemanagementsysteem (EMS). We hebben een andere aanpak gekozen dan andere protocollen door na te gaan wat de generieke flexibiliteitskenmerken zijn die een apparaat kan hebben: (1) productie of consumptie limiteren (curtailment), (2) een bepaald consumptie of productieprofiel in de tijd verschuiven (vroeger of later opstarten), (3) een taak pauzeren, (4) een alternatief energieprofiel hanteren (bijvoorbeeld snel of langzamer laden), (5) het vermogen veranderen, (5) energie tijdelijk bufferen en later gebruiken (zoals een warmwatervat), (6) energie opslaan en in dezelfde vorm op een later moment weer gebruiken (batterijen) of (7) door het energietype te wisselen (hybride warmtepompen).”

“Dit zijn relatief eenvoudige patronen waarmee je de flexibiliteit in een grote verscheidenheid aan apparaten kunt beschrijven. Naast deze kenmerken zijn er nog veel meer aspecten en randvoorwaarden die we in de ontwikkeling van

CALEFFI GUARANTEED.

het standaard communicatieprotocol hebben meegenomen.”

S2 wordt gebruikt als communicatiemiddel tussen het EMS en de Resource Manager (RM). Konsman gaat hier dieper op in. “Het EMS orkestreert in feite de flexibiliteit die door de apparaten wordt geleverd in een gebouw. Op basis van vooraf bepaalde optimalisatiedoelen en aanvullende externe informatie en beloningen beslist het EMS hoe die flexibiliteit moet worden gerealiseerd door instructies naar deze apparaten te sturen. Die doet dat met behulp van S2. Daarnaast is er de Resource Manager van de apparaten. Deze zorgt voor de communicatie van de informatie over de energieflexibiliteit van de apparaten richting het energiemanagementsysteem. De RM kan geïntegreerd zijn in het slimme apparaat, maar kan ook in de cloud zijn opgeslagen.”

“Neem een thermische buffer. De Resource Manager weet wat de capaciteit van die buffer is, wanneer hij nodig is en hoe snel hij kan worden opgewarmd. Hij deelt deze informatie (via S2) met het EMS. Daarnaast ontvangt de RM instructies (opnieuw via S2) van het EMS om de flexibiliteit op een bepaalde manier te gebruiken zodat het apparaat op de gewenste manier wordt aangestuurd.” Zowel het energiemanagementsysteem als de resourcemanager kunnen worden geïntegreerd in de firmware van de slimme energiesystemen, maar ze kunnen er ook naast draaien, bijvoorbeeld in cloud-services, in de meterkast of slimme meters, of op smart home controllers.

Sinds vorig jaar is S2 als Europese standaard geaccepteerd. Konsman: “Binnen nu en een jaar hopen we dat het een wereldwijde standaard is waarmee we interoperatibiliteit creëren tussen energiediensten die flexibiliteit willen bieden en de slimme systemen. Er moet dan wel nog een grote slag worden gemaakt in de adoptie door fabrikanten.” Die adoptie is nog een lastig punt. “Initieel merk je dat fabrikanten bang zijn om de controle op hun apparaten uit handen te geven, maar dat is niet het geval. Je bepaalt zelf als fabrikant de grenzen van de flexibiliteit waarbinnen het EMS speelruimte heeft. Het is een andere manier van denken waar je ze in mee moet nemen.”

Daarnaast is niet elke fabrikant momenteel bereidt om hun systemen op een open en interoperabele manier in te richten. “Je kunt het fabrikanten

ook niet kwalijk nemen dat ze nog niet hebben geïnvesteerd in een open systeem”, vindt Konsman. “Ze beseffen dat er een standaard communicatieprotocol aan komt. Tegelijkertijd moeten ze in hun meerjarenplan keuzes maken waar R&D vandaag de focus op moet leggen voor de producten van morgen. Investeren ze in een interface die ze op een open manier kunnen aanbieden of bieden ze een product of systeem aan met andere, bijzondere kenmerken waarmee ze zich kunnen onderscheiden van concurrenten? De bewustwording van eindgebruikers dat ze op de langere termijn profijt hebben van systemen die met elkaar kunnen communiceren, moet bovendien nog groeien. De dynamische energietarieven zorgen voor enige bewustwording, maar er is nog geen grote beloning gekoppeld aan het kunnen leveren van flexibiliteit. Daarom nemen fabrikanten vaak nog een afwachtende houding aan tot de vraag groeit, of tot er wet- en regelgeving wordt opgelegd. Want wie te vroeg is, prijst zichzelf hiermee mogelijk uit de markt. Maar het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Wie niet op tijd instapt, komt mogelijk te laat.”

Toch ziet Konsman een toekomst voor zich met één standaardtaal. “Ik vermoed dat er een verplichting nodig zal zijn gezien de snelheid van de netcongestieproblematiek. Hiermee creëer je een level playing field voor de fabrikanten en doorbreek je ook het kip-eiprobleem. Nu wordt er geen flexibiliteit aangeboden door een te lage vraag. Wordt het wel via regelgeving afgedwongen, dan komt een en ander wellicht snel in beweging.”

Zonnepanelen zijn niet de ideale groene producten waar vrijwel iedereen ze voor aanziet. De grote schaduwkant waar Mensink op doelt, is het gegeven dat de milieubelasting die veel panelen tijdens hun productieproces veroorzaken – de carbon footprint – niet of nauwelijks tijdens hun gebruiksduur wordt goedgemaakt. Bij de productie van een goedkoop in China geproduceerd standaardpaneel (van 400 Wp) komt ongeveer 400 kg CO2-equivalent vrij. En omdat de energiemix in Nederland al relatief schoon is en er al veel zonnepanelen zijn geïnstalleerd, wordt

de zogeheten carbon payback time van een standaardpaneel steeds langer. Inclusief onderconstructie, kabels en omvormer, is dat nu al 7 tot 15 jaar. De overgrote meerderheid van de in Nederland aangeschafte zonnepanelen is van dit type.

Mensink weet waar hij over praat. Samen met Bart Jeroen Bierens is hij projectleider van de Dutch Public Buyers Group for Sustainable PV, een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ter bevordering van de circulaire economie in Nederland. Expertisecentrum PIANOo coördineert deze Buyer Group en nog twintig andere. Het idee is dat overheden en publieke organisaties in de duurzamere aanschaf van zonnepanelen de weg plaveien voor de rest van de markt. Als oprichter en voormalig directeur van Exasun, een Nederlandse fabrikant van zonnepanelen, verdiepte Mensink zich in de technologie en de supply chain van de zonnepaneel-productie. “Toen kwam ik erachter dat er veel niet-duurzame aspecten aan de productie van zonnepanelen kleven. En dat daar totaal geen aandacht voor was in Nederland.”

In 2021 kwam er bij de productie van alle nieuw aangeschafte zonnepanelen in Nederland circa 3,5 miljoen ton CO2-equivalent vrij. Dat is net iets minder dan de CO2-uitstoot van de kolencentrale van energiebedrijf Uniper op de Maasvlakte dat jaar. Als emissies

buiten Nederland meetellen, zouden de in 2021 nieuw geïnstalleerde zonnepanelen op plaats 8 van de lijst van de grootste CO2-uitstoters van dat jaar in Nederland staan.

Een goed alternatief voor deze standaard zonnepanelen zijn low carbon zonnepanelen. Bij de productie van deze panelen komt geen 400, maar 100-150 kg CO2-equivalent vrij en de carbon payback time is nu 1,5 tot 3 jaar in plaats van 7 tot 15. Slechts een paar procent van de Nederlandse markt bestaat uit dit duurzamere type zonnepaneel. Ze worden aangeschaft door milieubewuste consumenten, die hun keuze niet baseren op de laagste prijs. Deze panelen zijn namelijk wel iets duurder dan de standaardpanelen uit China. Mensink: “De meerprijs van de low carbon panelen is 5 tot 15%, dus dat valt reuze mee. De prijs van een zonnepaneel-project valt daardoor slechts 2 tot 5% hoger uit. Daar kun je het niet voor laten, dat moet je gewoon doen.”

“Het werd mij als fabrieksdirecteur duidelijk dat het effect van zonnepanelen op het klimaat veel kleiner is dan ik had verwacht”, zegt Mensink. “Maar bij aanbestedingen en projecten van private partijen in Nederland gaat het alleen maar om de prijs van de zonnepanelen. En de keuze voor de goedkoopste panelen betekent eigenlijk de keuze voor de minst duurzame panelen. Om de laagste prijs te halen gaan

Wie jarig is trakteert!

Warmtepompsets met de WPL 09 ACS classic nu in prijs verlaagd

WPL 09 ACS classic flex Set

Artikelnummer: 235987

Lucht-water warmtepomp WPL 09 ACS classic

Hydraulische module HM-Trend + aansluitset

Meldcode: KA09908 (€ 2.550,-)

van € 8.510,voor € 6.700,-*

Met de warmtepompsets vanSTIEBEL ELTRON bespaar je tijd, geld en denkwerk. Want warmtepompsets van STIEBEL ELTRON zijn zo ontwikkeld dat het voor jou een plug & play oplossing is. Met de prijsverlaging en de beschikbare voorraad wordt het aanbieden van een STIEBEL ELTRON warmtepompset aantrekkelijker én makkelijker dan ooit. En dat is precies waar STIEBEL ELTRON voor gaat: WP Easy | Warmtepompen easier than ever.

Kenmerken WPL 09 ACS classic 4,5 kW

Buiten opgestelde 4,5 kW lucht-water warmtepomp voor verwarmen en koelen

Invertertechnologie voor een hoge efficiëntie en lage energiekosten

Laag geluidsniveau, nog meer reductie door de nachtmodus

Optioneel in het thuisnetwerk te integreren en via de browser regelbaar

Uit voorraad leverbaar

* Prijzen zijn bruto, excl. btw en excl. subsidie. Netto prijs is op te vragen bij de groothandel. Prijsafspraken, acties en lopende convenanten zijn uitgesloten.

WPL 09 ACS classic compact Set 1.1

Artikelnummer: 204258

Lucht-water warmtepomp WPL 09 ACS classic

HSBB 180 Plus met tapwaterboiler

Meldcode: KA09911 (€ 2.550,-)

van € 9.150,voor € 7.803,-*

WPL 09 ACS classic compact plus Set 1.1

Artikelnummer: 204262

Lucht-water warmtepomp WPL 09 ACS classic

van € 10.080,voor € 9.242,-*

HSBC 180 Plus combiboiler met tapwaterboiler en parallel aangesloten cv buffervat

Meldcode: KA09914 (€ 2.550,-)

STIEBEL ELTRON Nederland B.V. | info@stiebel-eltron.nl | stiebel-eltron.nl

fabrikanten op zoek naar goedkopere materialen en dat resulteert in een kortere levensduur. Daarnaast sturen aanbestedingsregels aan op inkoop tegen de laagste prijs. Ook subsidieregelingen als de SDE++ maken geen enkel onderscheid op duurzaamheidsaspecten.”

Frankrijk heeft aangetoond dat het anders kan, zegt Mensink. “Bij aanbestedingen mogen alleen zonnepanelen worden geïnstalleerd met een bepaalde maximale carbon footprint. Met het idee: ‘dan weten we zeker dat het een positieve impact heeft op het klimaat’. Het effect daarvan was dat veel producenten, ook de Chinese, nu low carbon panelen produceren. Het is een kwestie van de juiste vraag stimuleren. Hetzelfde geldt voor het verbod op het gebruik van PFAS in panelen, waarvoor ook Nederland zich sterk maakt. Van alle zonnepanelen in Nederland heeft 90% een PFAS-laagje op de achterkant. Vooral PFAS van slechte kwaliteit gaat onder invloed van tijd en uv-straling hard achteruit, waardoor PFAS uit de achterkanten van de panelen de bodem in lekt. Het is een materiaal waar prima alternatieven voor voorhanden zijn, zoals glas of PFAS-vrije backsheets, die niet duurder zijn. Zodra overheden afdwingen dat er geen PFAS meer wordt gebruikt, zal dat snel afnemen.”

Volgens Mensink ligt de verklaring voor het gebrek aan aandacht voor de duurzaamheidsaspecten van zonnepanelen in Nederland in de ambitie van de politiek om zo veel mogelijk vaart te maken in de energietransitie. “Als die transitie slimmer en duurzamer wordt aangepakt dan nu het geval is, is het ef-

fect misschien wel groter dan nu. We werken aan een template of voorbeeld voor de inkoopvoorwaarden voor zonnepanelen, waarin we best practices meenemen en duurzaamheids- en kwaliteitsaspecten. We willen deze voor iedereen beschikbaar stellen via de website van onze buyer group: www.pianoo.nl/BGDPV. We hebben de ambitie dat het template straks met eisen aan, en gunningscriteria voor de zonnepanelen, omvormers en onderconstructie standaard wordt toegepast. Ook voor opdrachtnemers is een uniforme manier van uitvragen veel makkelijker.

Mensink spreekt de hoop uit dat 90% van de zonnepanelen die in Nederland door overheden en de zakelijke markt worden aangeschaft, binnen twee jaar van het type low carbon is. Over de slechte zonnepanelen waar Nederland vol mee ligt, benadrukt Mensink dat die moeten blijven liggen tot ze kapot zijn. “Want als je ze eerder weghaalt, pakt de hoge carbon footprint nog ongunstiger uit voor het klimaat. Er is overigens een behandeling mogelijk voor zonnepanalen waar PFAS vrijkomt in de vorm van schilfers of poeder. Enkele bedrijven brengen een coating op de beschadigde PFAS-laag aan, waarmee de levensduur wordt verlengd en die voorkomt dat PFAS in de bodem terechtkomt.”

“We zijn al goed op weg, maar versnelling is nodig”, begint Hermens, programmaleider Verduurzaming Industrie en Glastuinbouw, bij de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). De NVDE is de stem van schone energie in Nederland. “Wij zijn een maatschappelijke belangenbehartiger en maken ons sterk voor een maatschappij die volledig is gebaseerd op hernieuwbare energie. We gaan na hoe we dit doel samen met onze leden uit diverse sectoren voor 2050 kunnen bereiken.”

Dat de urgentie hoog is, is inmiddels wel duidelijk. De overheid gebruikt

daarom een aantal instrumenten om de energietransitie waar te maken, onder meer door energiebesparing bij bedrijven te stimuleren. “De energiebesparingsplicht (zie *, red.) is zo’n instrument. De plicht is sinds 1 juli 2023 nog verder verbreed. Naast een verplichting van het uitvoeren van alle energiebesparingsmaatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder, geldt nu ook dat maatregelen waarmee bedrijven hun CO2-uitstoot kunnen verminderen eveneens moeten worden genomen wanneer ze een terugverdientijd van vijf jaar of minder hebben. Ook moeten er meer bedrijven voldoen aan de energiebesparingsplicht. ETS-bedrijven, de glastuinbouw en bedrijven die actief zijn in doelmatig beheer en onderhoud vallen nu onder deze plicht”, zo legt Hermens uit. Het kabinet heeft daarnaast 56 miljoen euro extra gereserveerd voor handhaving. “De handhaving stond de laatste jaren op een erg laag pitje. Het is goed dat er nu strenger wordt gekeken of aan de plicht wordt voldaan.”

“In 2030 moeten we 55 procent CO2-reductie realiseren ten opzichte van 1990. Het streefdoel is 60 procent, zodat je eventuele tegenvallers kunt opvangen. Uit de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning die PBL uitvoert, bleek dat de geraamde CO2-emissie 39% tot 50% lager is dan in 1990. Er

is enige bandbreedte door een aantal onzekerheden. In het beste geval moet er nog een achterstand van minimaal 5 procent of 12 megaton extra CO2 worden gereduceerd. Dus we zijn er nog lang niet. Om die reden is er een commissie ingesteld die heeft onderzocht hoe we deze achterstand kunnen inhalen. Hun algemene conclusie luidde dat er meer normerend en beprijzend beleid nodig is. De natuurlijke inspanning bij bedrijven om te investeren in duurzaamheid ligt bij maximaal twee tot drie jaar terugverdientijd. Met de energiebesparingsplicht wordt deze duurzaamheidsinvestering verlengd naar vijf jaar. Het IBO (Interdepartementaal Beleidsonderzoek, red.) wil dit naar zeven jaar brengen. Daarnaast is meer verplichten of verbieden vanuit de overheid nodig, evenals het hangen van een prijskaartje aan CO2.”

Wat uit het IBO-onderzoek is voortgekomen is nog geen wet. “Nog niet. Maar NVDE is zeker voorstander van de maatregelen die uit het IBO-rapport zijn voortgekomen. Bovendien is een aanzienlijk deel overgenomen in het Voorjaarspakket, van het nu demissionaire kabinet. Tegelijkertijd is een andere vorm van subsidiëring nodig zodat bedrijven in staat zijn om de juiste keuzes te maken. Je kunt bijvoorbeeld wel elektrificeren, maar dan moet je ook de garantie hebben dat je vol-

IN DE ENERGIETRANSITIE IS SCHONE LUCHT ESSENTIEEL

FLAIR SERIE NU COMPLEET: KLEIN, GROTER, GROOTS

STILLE, DUURZAME VENTILATIE IN ELK TYPE WONING

Ontdek onze oplossingen
nieuwbouw-
voor
én renovatieprojecten
Brabanthallen, 2023 Hal 3, E040

doende groene elektriciteit kunt afnemen. De business case moet aan beide kanten kloppen. Daarnaast is het belangrijk dat zowel in technische oplossingen als in de integratie ervan in de bedrijfsprocessen wordt geïnvesteerd en dat de subsidie ook die integratie vergoedt. Bedrijven die hun processen niet stroomlijnen, gooien onnodig energie weg.”

Vaak staat wet- en regelgeving of gebrek aan kennis innovaties nog in de weg. “Neem microgrids of energiehubs op bedrijven- of industrieterreinen. We merken dat er nog behoorlijk wat beperkingen zijn voor een vlotte uitrol en zijn daarom een onderzoek gestart. Hoe kun je bijvoorbeeld op een bedrijventerrein geïntegreerd gebruikmaken van het net dat er ligt, in combinatie met de lokale opwek via zon en wind, opslag in batterijsystemen en mobiele voertuigen, uitwisseling van restwarmte en later mogelijk opslag in waterstof

met een koppeling aan restwarmte? Op een gemêleerd bedrijventerrein zitten vaak diverse bedrijven waarbij de energievraag, het energieaanbod en het gecontracteerd vermogen onderling erg kunnen verschillen. Door ze samen te brengen in een microgrid ontstaat een zelfstandig energienetwerk waar iedereen de voordelen van kan plukken.” Maar de theorie is veel eenvoudiger dan de praktijk. “Waar de bottleneck zit? Ons onderzoek is nog maar net gestart, maar als ik een schot voor de boeg mag nemen, dan ontbreekt het nog regelmatig aan exacte kennis over en inzicht in het eigen opwek en verbruik van energie. Daarop aansluitend is het vaak nog minder inzichtelijk hoe het ge- en verbruiksprofiel van de omliggende bedrijven is. Die kennis en data moet met elkaar worden uitgewisseld. Tegelijkertijd hebben bedrijven ook uiteenlopende toekomstplannen qua uitbreiding en kan het ene bedrijf heel eenvoudig de productie op- en afschalen terwijl dat voor zijn buurman misschien veel lastiger is. Er moet dus rekening worden gehouden met veel variabelen.”

“Bovendien mag je niet zomaar optreden als energieleverancier voor de omringende bedrijven, mocht je energie over hebben en anderen energietekort. De Autoriteit Consument en Markt moet daarvoor expliciet toestemming geven. Kortom, het is een complex vraagstuk.” Gelukkig zijn wel steeds meer pilots en projecten succesvol. “Keerzijde is dat Nederland 3.800 bedrijventerreinen heeft en zij onmoge-

lijk allemaal zelf opnieuw het wiel kunnen uitvinden. Dat duurt te lang, dus dat moet anders. Met ons onderzoek willen we antwoord vinden op een aantal vragen. Ons hoofddoel is het uitfilteren van beleidsvoorstellen die kunnen worden opgenomen in wet- en regelgeving om een en ander te versnellen en beperkingen waar bedrijven tegenaan lopen weg te halen.” Hermens geeft een voorbeeld: “Er zijn genoeg bedrijven die pv-panelen op hun dak willen leggen, maar dit niet kunnen door netcongestie. Als er wel een garantie is om de opgewekte energie te delen met anderen op een bedrijventerrein, biedt dit weer nieuwe mogelijkheden.”

Nog een onderwerp dat Hermens benoemt is het groeiende belang van industriële flex – oftewel industrial demand side response. “Op korte termijn is het belangrijk om congestie tegen te gaan, op de langere termijn is het nodig door de groei van flexibele energieopwekking. Die is veelal weersafhankelijk. Er is dus een vorm van flexibiliteit in de procesvoering nodig, want alles met waterstof of batterijsystemen oplossen wordt waarschijnlijk veel te duur. Uit gesprekken met de industriële praktijk door de werkgroep Power-to-Industry (TKI Energie en Industrie, red.) kwam naar voren dat de industrie door het wegvallen van zonne- en windenergie op windstille, grijze dagen ongeveer 9 GW aan vermogen tekortkomt. Omgerekend moeten bedrijven voor ongeveer 500 uur in het jaar zelf een oplossing vinden, omdat de energietarieven gedurende 500 uur verspreid over het jaar veel te hoog zullen zijn om nog winstgevend te kunnen produceren. De oplossing kan zijn om de processen zodanig aan te passen zodat je op bepaalde momenten overcapaciteit en op andere momenten lagere capaciteit produceert om gemiddeld je jaarvolume nog te behalen. Dat is best een complex proces waar steeds meer bedrijven naar zullen moeten kijken. Dat besef is er nog niet altijd.”

* De energiebesparingsplicht geldt voor locaties van bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas(equivalent) gebruiken, zonder uitzonderingen voor grote bedrijven.

"We zijn sterk afhankelijk van zon en wind en die zijn variabel. Op sommige momenten zijn er door overproductie negatieve energietarieven en schakelen omvormers zichzelf uit. In een toekomst waar we geen fossiele back-up meer hebben, zullen we die overtollige energie moeten opslaan en gebruiken wanneer de vraag hoger is dan het aanbod,” zo opent Fokko Mulder, hoogleraar Energieopslag aan de TU Delft het gesprek.

“Enerzijds hebben we opslagsystemen nodig zoals batterijen. Ze zijn erg geschikt voor korte termijn opslag zodat er ook ’s nachts voldoende energie is”,

vervolgt Mulder. Hij leidt binnen de faculteit Applied Sciences de groep Materials for Energy Conversion and Storage (MECS). “Voor langetermijnopslag – opladen in de zomer en ontladen in de winter – zijn batterijen minder geschikt aangezien de op- en ontlaadcycli voldoende frequent moeten zijn voor de rendabiliteit. Goede batterijopslagsystemen zijn energie-efficiënt, hebben een lange levensduur en de kosten, uitgedrukt in de kosten per afgeleverde hoeveelheid energie, moeten voldoende laag zijn.”

Met batterijen alleen, kom je er dus niet. “Ook warmteopslag heb je nodig. Voor de korte termijn is opslag van hoge temperaturen in bepaalde materialen mogelijk, bijvoorbeeld voor industriële toepassingen. Voor de lange termijn is seizoensopslag interessant zodat de in de zomer opgeslagen warmte in de winter kan worden gebruikt.”

“Ik zie ook een grote potentie in opslag in brandstoffen zoals waterstof en afgeleiden daarvan zoals bijvoorbeeld ammoniak NH3, een verbinding van stikstof en waterstof”, gaat Mulder verder. “Ammoniak is relatief eenvoudig op te slaan als vloeistof in vergelijking met waterstofgas. Daardoor kan het eenvoudiger worden opgeslagen of getransporteerd. Er is al veel industri-

ele knowhow aanwezig en ammoniakproductie vindt al vele decennia plaats op gigaschaal in ammoniakfabrieken.”

Er worden momenteel consortia opgezet voor onderzoek naar de import van groene waterstof komende van zonne-energie uit pv-installaties en windenergie in woestijngebieden. “Doel daarbij is om de opgewekte energie om te zetten in groene ammoniak als waterstofdrager om deze vervolgens via schepen naar Nederland te brengen waar het weer wordt omgezet naar waterstof. Het is zeker een optie om te onderzoeken. Zelf ben ik er echter niet van overtuigd dat het altijd goedkoper is dan het bouwen van pv/wind-installaties in Europa. Je moet veel extra stappen nemen om je energie uit Zuidelijke gebieden naar Nederland te halen. De ketenefficiëntie om weer terug naar elektriciteit te gaan is door de omzettingsverliezen laag.”

“Als je daarentegen hier in Europa voldoende wind en zonne-infrastructuur plaatst, kun je in elk geval een deel van de elektrische energie rechtstreeks gebruiken en ga je alleen de overschotten – die je hoe dan ook toch hebt –opslaan en converteren naar waterstof. Die ‘overschotten’ hoeven dan ook niet duur te zijn. Je hebt immers te maken met overproductie.

De overschotstroom zal verwacht ik niet duurder zijn dan opgewekte stroom in de woestijn want niemand wil het overschot op dat moment hebben. Mijn idee is dat je daarom beter kunt investeren in waterstofopslag in eigen land. Je bent hiermee bovendien onafhankelijk en het maakt je business case van de opwekking van elektriciteit hier beter aangezien je ook een afnemer hebt voor die overproductie.”

Mulder ziet daarom vooral veel potentie in de combinatie van batterij- en waterstofopslag. Hij deed hier jaren onderzoek naar en is medeoprichter van de TU Delft spin-off Battolyser Systems. Het bedrijf ontwikkelde een geïntegreerde batterij-elektrolyser, de Battolyser. “Het systeem doet op elk moment datgene wat je wil. Het is enerzijds een batterij die eerst gaat laden als er te veel elektriciteit is. De dimensies van de batterij moet je daarbij zodanig kiezen dat je hiermee voldoende energie-inhoud hebt om de nacht te overbruggen. Je laadt hem overdag snel. Zodra hij volledig is opgeladen, wordt het een elektrolyser. De elektrodematerialen van de batterij worden gebruikt als katalysatoren voor de elektrochemische reactie om waterstof en zuurstof te produceren. Dit doet het dus van het overschot dat je ook tijdens de komende nacht niet nodig hebt. Hierdoor krijg je waterstof tegen een betaalbare elektriciteitsprijs.”

Battolyser Systems zit momenteel in een opschalingstraject. “In Eemshaven bij RWE Magnum is de eerste pilot van een industriële Battolyser geplaatst. Doel is om in 2024 operationele productiecapaciteit van de technologie te realiseren op grote schaal met vele MW en MWh per installatie.” De fabriek zal ook dienen als hoofdkantoor en R&D-centrum van Battolyser Systems.

“Ook worden de productiemiddelen opgeschaald om de kosten laten dalen zoals bij elke innovatie het geval is.” Tegelijkertijd is het belangrijk dat we ons met z’n allen blijven inzetten om te elektrificeren en daarbij ook efficiëntieslagen maken. “Vaak gaat dit hand in hand. Daarnaast neemt het belang van demand response toe: we moeten ons energieverbruik beter of flexibeler managen zodat we op de juiste manier kunnen reageren op periodes met een hoger of lager aanbod. Tot nu toe kon men altijd gebruik maken van fossiel-gestookte elektriciteit die je naargelang de noodzaak kon op- of afschakelen, maar dat is snel ontoereikend aan het worden. Daarom worden nu opslag en conversie broodnodig, maar tegelijkertijd staat het in veel gevallen nog in de kinderschoenen.”

Er is veel onderzoek naar opslag van energieoverschotten. “Daarom is het belangrijk dat er diverse routes worden onderzocht: van batterijopslagsystemen, warmte- en koudeopslag tot opslag in brandstoffen. Laten we daarom oplossingen bedenken om alle beschikbare duurzame energie – tot de laatste kilowatt – slim in te zetten zodat we de energietransitie voor elkaar krijgen. Doe je dit niet, dan is het alternatief dat mogelijk het licht uitgaat of opwekking niet rendabel wordt omdat er te weinig afname van de grote piekvolumes is. En dat willen we te allen tijde voorkomen.”

Hybride warmtepompen voor bestaande bouw zijn populair. Toch is ‘hybride’ slechts een tussenstap op weg naar de eenvoudigste oplossing voor een gasloze toekomst: een All-Electric installatie. Elke lucht/water warmtepomp van NIBE is daarom ‘af fabriek’ All-Electric Ready, zodat overstappen naar gasloos op elk moment mogelijk is. En met de nieuwe binnenunit Prepaer maakt NIBE die overstap ook nog eens heel eenvoudig!

Hoewel je met een hybride warmtepomp meteen al fors kunt besparen op je gasverbruik, blijft in een hybride installatie altijd aardgas nodig. Om een installatie écht toekomstbestendig te maken, is het daarom verstandig om eerst te onderzoeken of een woning direct óf op termijn kan worden voorzien van een All-Electric installatie. Is de woning – ongeacht het bouwjaar – goed (na)geïsoleerd, dan is dit vaak het geval.

Goed alternatief: de tweestappenbenadering Is een woning nú nog niet geschikt voor een All-Electric installatie, maar naar verwachting op redelijke termijn – bijvoorbeeld na het treffen van enkele praktische en betaalbare (isolatie)maatregelen – wel? Dan is het raadzaam om een hybride warmtepomp toe te

passen die All-Electric Ready is. Alleen dán kan later namelijk relatief eenvoudig en voordelig worden overgeschakeld op een All-Electric installatie.

Maar ook in andere situaties is een tweestappenbenadering – eerst van gas naar hybride en later van hybride naar gasloos – een goed alternatief. Bijvoorbeeld wanneer een woningeigenaar zijn of haar investering wil spreiden of wanneer de cv-ketel nog te jong is om af te schrijven. Daarnaast willen sommige woningeigenaren liever 1 of 2 jaar ervaren of de bestaande radiatoren hun woning wel voldoende kunnen verwarmen met een lagere aanvoertemperatuur.

In al dit soort situaties bieden de All-Electric Ready hybride warmtepompen van NIBE het beste alternatief. Deze kunnen namelijk in eerste instantie worden ingezet in een hybride installatie en later – mét behoud van zowel de buitenunit als de binnenunit – snel en eenvoudig worden uitgebreid naar All-Electric. De lucht/water warmtepompen van NIBE werken perfect samen met elke combiketel, ongeacht merk en type. Alle NIBE warmtepompen en regelingen zijn bovendien standaard geschikt voor het aansluiten van een boiler die de warmtapwaterfunctie van de combiketel kan overnemen.

Overstappen naar All-Electric is overigens niet alleen gunstig voor het milieu, maar biedt ook diverse financiële voordelen. Zo kan de gasaansluiting vervallen, waardoor geen vast-

recht meer hoeft te worden betaald. Daarnaast wordt het energielabel van de woning door de overstap verbeterd en dát resulteert in een aantrekkelijke waardestijging van de woning.

Voor lage én hogere temperaturen Sinds 1984 geldt in Zweden de verplichting om cv-installaties voor nieuwe woningen op een cv-aanvoertemperatuur van maximaal 55 °C te ontwerpen. NIBE warmtepompen zijn dan ook ontwikkeld om – behalve met vloerverwarming – ook te kunnen verwarmen met gewone radiatoren. In bestaande bouw kunnen de lucht/ water warmtepompen van NIBE – afhankelijk van het type buitenunit – zelfs ‘s winters langdurig een maximale cv-aanvoertemperatuur van 58 tot wel 70 °C leveren. Ze passen daarmee ook in Nederland uitstekend in bestaande woningen met vloerverwarming, ventilator-convectoren en/of radiatoren. NIBE ontwikkelt haar warmtepompen bovendien met het veeleisende Scandinavische klimaat als uitgangspunt, waardoor ze uitblinken in prestaties, kwaliteit en betrouwbaarheid.

Slimme functies en handig online platform

Voor optimaal gebruiksgemak en comfort tegen de laagste mogelijke energiekosten beschikken de warmtepompen en binnenunits van NIBE over diverse slimme functies, waaronder Smart Price Adaption. Hiermee kan de warmtepomp anticiperen op dynamische energieprijzen, waardoor de energiekosten worden geminimaliseerd. Consumenten kunnen bovendien gebruikmaken van myUplink, een handig online platform met aanvullende mogelijkheden voor bediening en uitlezing van hun NIBE warmtepomp via een pc of app. Voor

Nieuwe binnenunit Prepaer: ontwikkeld voor eenvoudige en snelle installatie

De Prepaer is een compacte binnenunit, die op basis van de Nederlandse praktijk is ontworpen voor het All-Electric Ready hybride concept voor bestaande bouw. Hij is toepasbaar in een hybride warmtepompinstallatie, maar ook volledig voorbereid op een toekomstige overstap naar All-Electric. Zo kan met behulp van een handige uitbreidingsset de cv-ketel op een praktisch gekozen moment worden ingewisseld voor een boiler. Bovendien kan de Prepaer ook direct All-Electric worden ingezet!

Het installeren van de Prepaer bij een monoblock buitenunit verloopt nét zo snel en simpel als het installeren van een combiketel. Alle benodigde componenten, zoals de pomp, de open verdeler en het elektrische element, zijn namelijk ingebouwd. Hierdoor hoeven er cv-zijdig slechts vier 22mm aansluitingen te worden gekoppeld. Zelfs een voedingskabel met stekker is al gemonteerd. Omdat de Prepaer zonder koudemiddelleidingen op een monoblock buitenunit wordt aangesloten, is bovendien geen F-gassencertificaat vereist.

Daarnaast is de binnenunit zó compact en licht dat hij makkelijk op zolder kan worden geplaatst. Daarbij kan de Prepaer dankzij de praktisch gekozen vermogenstappen van 1,5 of 3 kW ook eenvoudig worden ingepast in de elektrische installatie van zowel bestaande als nieuwe woningen. Het NIBE-assortiment omvat een uitgebreide reeks liggende en staande boilers waarmee een All-Electric installatie voor elk gewenst warmtapwatercomfort compleet kan worden gemaakt.

installateurs biedt de speciale versie myUplink PRO daarnaast uitgebreide functies voor analyse en beheer op afstand.

Dit artikel is gesponsord door NIBE.

Uddelerveen 79

3888 ML Uddel +31 (0) 577 723 173 www.g2energy.nl - info@g2energy.nl

G2 Energy is gespecialiseerd in het ontwikkelen en produceren van grootschalige thermische zonlichtsystemen voor bedrijven, instellingen en wooncomplexen. Het systeem is perfect voor gebruik in kassen, voedselverwerkende bedrijven en sportaccommodaties en helpt flink besparen op de energiekosten.

Een zonneboiler warmt water op met zonneenergie. Door het terugloopsysteem is er geen kans op bevriezing en is er nagenoeg geen onderhoud. Overproductie aan warmte kan worden opgeslagen in goed geïsoleerde zonneboilers van RVS, voorzien van een warmtewisselaar.

De productie en ontwikkeling van de zonnecollectoren vindt volledig in eigen beheer plaats. Onze adviseurs bekijken graag welke oplossing het beste past bij uw wensen en verbruik.

Met haar innovatieve producten en systemen (warmtepompen, ventilatie, boilers, regeltechniek) zorgt Itho Daalderop voor een comfortabel, gezond en energiezuinig binnenklimaat. Het bedrijf maakt energieneutraal wonen - volgens de klimaateisen van morgen - vandaag al mogelijk. Reeds in 2002 bracht Itho Daalderop zelf ontwikkelde en geproduceerde grondgebonden water/water warmtepompen op de markt en is sindsdien in de nieuwbouw hiermee marktleider. Inmiddels worden vele duizenden hiervan real time gemonitord. Naast deze warmtepompen levert Itho Daalderop ook innovatieve lucht/water warmtepompen, zowel met als zonder buitendeel. In totaal werken er bij Itho Daalderop meer dan 450 medewerkers.

Blauwe Engel 1

8165 NL Kampen

+31 (0)38 333 68 02

www.wolf.eu - info-nl@wolf.eu

Als internationale speler op het gebied van luchtbehandeling, ventilatie en verwarming biedt WOLF energiebesparende producten en systemen voor de meest uiteenlopende branches. Het van oorsprong Duitse concern ontwerpt en produceert alles uit één hand waarbij de nieuwste technieken worden toegepast. Vanuit een volledig nieuw energieneutraal kantoorpand wordt zowel de Nederlandse als de Belgische markt voorzien.

Adm. De Ruyterstraat 2

3115 HB Schiedam

Tel. +31(0)88 427 5500 www.ithodaalderop.nl info@ithodaalderop.nl

Jennerstraat 7

6718 XS Ede +31 (0)318 280000 www.kiwatt.nl - info@kiwatt.nl

Kiwatt wil energieopslag eenvoudig maken voor ondernemers en particulieren. Want dromen over een duurzame installatie is mooi, maar echt iets doen is beter. We vertellen u graag hoe ons mooie bedrijf is ontstaan. Op onze website heeft u de mogelijkheid om een quick scan uit te voeren. Zo ziet u in 1 oogopslag welke Kiwatt Batterij het beste bij u past.

Op de Nederlandse verwarmingsmarkt richt WOLF zich als premium brand specifiek op de duurzame en energiezuinige producten en systemen. Met het uitgebreide aanbod van WOLF is er voor iedere vraag een passende oplossing: van kleine smarthomes tot luxe villa’s, voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. Met een breed assortiment luchtbehandeling en ventilatieoplossingen is WOLF actief in de meest uiteenlopende branches in de utiliteit. Van zwembaden tot logistieke centra, van agriculture tot cleanrooms. Met serieproductie tot op maat gemaakte toestellen heeft WOLF voor iedere vraag een passende oplossing.

De kracht van WOLF zit in een gedegen en eerlijk advies, aangevuld met betrouwbare en kwalitatief hoogstaande producten en systemen.

“Er heeft een enorme omslag in duurzaamheidsambities plaatsgevonden. We nemen het nu in elk project mee.” Aan het woord is Luuk Oosterbaan, programmamanager verduurzaming vastgoed bij woningcorporatie Rochdale. Volgens Oosterbaan is het meenemen van duurzaamheid in het proces nog relatief nieuw bij woningcorpora-

tie Rochdale. “Toen ik hier drie jaar geleden kwam werken stond duurzaamheid nog in de kinderschoenen. Op het gebied van energie namen we toen al stappen, maar door de Oekraïne-oorlog en de gascrisis is het enorm versneld.”

Rochdale kijkt goed naar de uitgaven en neemt geen overhaaste beslissingen, zegt hij. “Warmtepompen en warmtenetten zijn duur. We kunnen nog heel veel besparen door isolatie en kierdichting. We steken nu nog veel energie in het verbeteren van processen, zoals radiatoren inregelen, thermostaatknoppen plaatsen en zuinigere ketels plaatsen.” Oosterbaan verwacht dus nog cv-ketels te vervangen in de komende jaren. “De nieuwe regels met betrekking tot het vervangen van een cv-ketel door een hybride warmtepomp gelden niet voor meergezinswoningen waar het merendeel van ons bezit uit bestaat. En dat is maar goed ook, want er is geen plek voor een warmtepomp en de stookkosten zijn er vaak relatief laag. Een investering in warmtepompen is hier compleet uit verhouding met de opbrengsten. Voor deze wijken wordt vaak gekozen voor warmtenetten, maar wanneer en hoe weten we nog niet. Dat maakt het wel lastig. Gaan we nu alsnog ketels vervangen of rekken we het tot er een warmtenet komt?”

Deze beslissingen liggen niet enkel bij woningcorporaties, legt Oosterbaan uit. “We zijn ook afhankelijk van gemeenten en warmtebedrijven. De volgende uitdaging ligt wel bij ons. Want de bewoner is een cv-ketel gewend en moet dan over naar een warmtenet. Over warmtenetten hebben ze verhalen gehoord, ze zijn bang voor hogere kosten. Dus de acceptatie van warmtenetten bij huurders is wel een uitdaging. Belangrijk daarbij is dat we de energierekening voor onze bewoners betaalbaar houden.”

Energielabels lijken voor de buitenwereld vaak een goede voorspeller voor de energierekening, maar dat is niet altijd het geval, zegt Oosterbaan. “Onze woningen met lagere labels zijn vaak heel klein, waarmee de stijging van de energierekening ook beperkt is. De huurders zijn bovendien gewend aan hun slecht geïsoleerde woning en zijn altijd al zuinig met stoken.” Hij ziet dan ook meer in het verbeteren van iets betere woningen uit de jaren 60, 70 en 80. “Je kunt dan hele blokken tegelijkertijd aanpakken, waarmee je snel resultaat krijgt. Bij slechtere labels is het veel meer maatwerk en je wint er niet zo veel mee. De focus op de slechtste labels is dus niet altijd handig voor een

KENNISMIDDAG

DONDERDAG 12.10.2023 / VAKBEURS ENERGIE, BRABANTHALLEN

WARMTEPOMPEN 2023

Kansen, mogelijkheden en uitdagingen van opschaling

kennismiddag.vakbladwarmtepompen.nl

s m k n r d a n n l o m b g .vakbladwarmteom p e

woningcorporatie. Stuur liever op netto warmtevraag, want het gaat uiteindelijk toch om betaalbaarheid en CO2-besparing?”

Voor collectieve verwarming liggen volgens Oosterbaan de grootste verduurzamingskansen in heel concrete maatregelen. “De eerste slag is het verbeteren van de afgifte en het isoleren van leidingen in collectieve installaties. Als we in de toekomst naar hybride installaties gaan, betekent dat dat we eerst de transportleidingen in het gebouw en de afgiftesystemen in de woningen moeten aanpakken. En ook moet de regeltechniek gemoderniseerd worden, zodat beter geregeld is wanneer bijvoorbeeld de cv-ketel nog moet bijspringen. Deze stappen zijn vaak duurder dan het installeren van de warmtepomp. Het kost veel mankracht en veel materiaal.” Er zijn dan ook nog niet veel woningen van Rochdale aangesloten op een warmtepomp, zegt Oosterbaan. “We

hebben sinds vorig jaar een aantal woningen aangesloten op een warmtepomp en we zijn nu aan het kijken voor een aantal andere complexen. Maar we lopen er tegenaan dat warmtepompen in combinatie met de huidige afgiftesystemen een lastige combinatie zijn. En we merken dat warmtepompen ook bij de aannemers nog niet helemaal tussen de oren zitten.”

Voor flatwoningen vindt Oosterbaan de luchtwarmtepomp met buitenunit meestal ongeschikt. “Er is meestal geen ruimte voor. Maar er zijn wel mogelijkheden om met behulp van een ventilatiewarmtepomp warmte via de luchtkanalen te verspreiden. Dat is makkelijker te installeren en komt op de plek van de ventilatie-unit. Deze manier van werken heeft wel veel voordelen, maar het is technisch gezien niet de meest optimale oplossing. Een wko of buitenunit heeft wat dat betreft de voorkeur, maar dat is vaak weer lastiger te realiseren. Zo balanceren we continu tussen kosten, huur, beheer, installatiesnelheid en acceptatie door de bewoner.”

Ook de aanleg van warmtenetten verloopt niet zonder problemen, vertelt hij. “Er is niet genoeg geld om alle woningen aan te passen, zodat ze geschikt zijn voor warmtenetten. Nu is de aanpassing nog gratis voor huurders, maar zelfs dan is er nog weerstand tegen de werkzaamheden in hun huizen. Het wordt dus nog een uitdaging om maatregelen toe te kunnen passen. En we

missen de handjes die het maken.” Subsidies zijn voor woningcorporaties niet de ideale manier om de energietransitie vlot te trekken, vindt Oosterbaan. “Het kan wel helpen om mensen in beweging te krijgen, zoals aannemers en leveranciers. Maar er gelden heel veel voorwaarden. En subsidies zijn vaak op de korte termijn gericht, terwijl onze projecten van planvorming tot uitvoering heel lang kunnen duren. Gelukkig is de verhuurdersheffing afgeschaft, dat helpt ons financieel. Maar nu hebben we weer te maken met stijgende rentes die weer drukken op de leencapaciteit.”

Zelf probeert Oosterbaan ook bij te dragen aan de energietransitie door kennis op te bouwen. “Het helpt echt dat ik er wat vanaf weet om zo de aannemers richting te kunnen geven. Zo ben ik bijvoorbeeld in de regeltechniek gedoken. Dat vind ik heel interessant.” Daarnaast houdt hij zich graag met zonnepanelen bezig. “We zijn al bezig met de toekomst. Is batterijopslag bijvoorbeeld nodig? Of worden zonnepanelen afgetopt? Ik wil echt met de techniek bezig zijn. Vaak zijn degenen die het bezit beheren niet degenen met de technische kennis. Bij kleinere woningcorporaties is dat nog lastiger. Zij zijn volledig afhankelijk van de expertise van anderen.”

“Maar je hebt zelf ook kennis nodig om installateurs en aannemers de juiste vragen te kunnen stellen. Daardoor hebben wij een voorsprong in het efficiënter maken van installaties.” Ook voor installateurs liggen er kansen, weet hij. “Als je E-installatietechniek, W-installatietechniek en het gebruik van data goed kunt koppelen, kun je beter inspelen op de variabele opwek van wind- en zonne-energie. Daarvoor is meer samenwerking tussen de verschillende systemen nodig. Als installateurs zich daarin kunnen verdiepen liggen daar zeker kansen.”

Wouter van Marken Lichtenbelt is professor Ecological Energetics and Health aan Maastricht University, en noemt zichzelf bioloog, fysioloog en ook een beetje ecoloog. Vanuit die vakgebieden doet hij onderzoek naar de energiehuishouding en thermoregulatie van mensen. Dat heeft een relatie met de klimaattechniek waarbij gebouwen op een gewenste temperatuur worden gehouden. Over de ideale temperatuur en in hoeverre die constant moet worden gehouden, heeft Marken Lichtenbelt veel onderzoek gedaan, met verrassende resultaten.

“De temperatuur waar mensen zich comfortabel bij voelen, kan variëren. Dit komt doordat ze zich kunnen aanpassen aan lage en hoge temperaturen. Dat doen ze bij de overgang van de seizoenen. Als mensen plotseling aan kou worden blootgesteld, is dat in eerste instantie onaangenaam, maar geleidelijk went het lichaam aan de lagere temperaturen en past het zich aan. Dit is de basis van het adaptief thermisch comfortmodel. Hierbij wordt in gebouwen geen airconditioning toegepast, maar alleen natuurlijke ventilatie. Het uitgangspunt is dat mensen goed tegen warmte en kou kunnen. Zijn mensen eraan gewend, dan voelen ze zich redelijk comfortabel. Het lijkt niet optimaal, maar het is wel beter voor de gezondheid.”

“Bij onderzoek naar de warmteacclimatisatie zagen we dat temperatuurvariatie een positieve invloed op de gezondheid heeft. Dat verbaasde ons toen. Door regelmatig in lagere temperaturen te verblijven, verbetert bijvoorbeeld de suikerhuishouding. Dat is goed voor mensen met type 2-diabetes en mensen met overgewicht. De insulinegevoeligheid gaat omhoog en de suikerspiegel omlaag. We hebben verder geconstateerd dat bij lage temperaturen niet alleen de suikerstofwisseling, maar ook de vethuishouding en lagere bloeddruk een gunstig effect op het hart en de bloedvaten hebben. Dat is tegenstrijdig aan wat iedereen nu roept en schreeuwt. Maar

daarbij wordt vooral naar acute effecten gekeken. Bij mensen die acuut van de warmte de kou in gaan, gaat de bloeddruk juist omhoog. Als mensen ineens in een warme omgeving komen, dan kunnen ze zich minder goed concentreren en zelfs onwel worden. Die symptomen treden echter niet op als mensen gewend zijn aan warmte of kou. Het is iets dat je als het ware moet trainen.” Dus ook in een kantoor mag de temperatuur variëren. “Het is zoals gezegd niet goed voor mensen om in een ruimte met constant hetzelfde temperatuurniveau te verblijven. Laat het in de zomer ook binnen dus maar warmer worden, en in de winter wat kouder. De thermostaat in de winter een paar graadjes lager zetten en de zomer zonder airco doorkomen past ook goed bij het streven naar duurzaamheid.”

Van Marken Lichtenbelt deed onderzoek naar de geschikte maximale en minimale temperaturen voor gebouwen. “We hebben experimenten gedaan in een kantoor, met het door de dag heen variëren van de temperaturen tussen 17 en 25 °C. Als mensen ’s morgens op kantoor komen, hebben ze vaak bewogen en blijkt 17 °C warm genoeg. De temperatuur ging in loop van de ochtend geleidelijk omhoog. In het experiment bleek 25 °C ook acceptabel te zijn, en in de zomer is 30 °C ook nog goed te doen. Dat lijkt een hoge temperatuur, maar in de praktijk is het veel minder een probleem dan mensen vaak denken.”

Van Marken Lichtenbelt is geen voorstander van airconditioning. “Sterker, vanuit het verduurzamingsoogpunt vind ik airconditioners zelfs rampzalig. Ze kunnen ervoor zorgen dat de buitenomgeving opwarmt, zoals in steden gebeurt. Wordt het warmer, dan moeten airco’s in gebouwen nog harder koelen, wat weer meer energie kost en de buitenlucht nog verder opwarmt. Ook voor het binnenklimaat is een airco in Nederland meestal niet nodig. Daarvan raak ik steeds meer overtuigd. Ja, als de temperatuur boven de 40 °C komt, is het raadzaam om een airco aan te zetten. Maar dat komt zelden voor. En ook voor kwetsbare groepen is het goed om de temperatuur niet te hoog te laten oplopen. Maar voor gezonde mensen, zowel jong als oud, geldt dat ze goed tegen temperaturen rond en boven de 30 °C kunnen. Mijn advies is daarom om terughoudend te zijn bij het gebruik of het installeren van airconditioning.”

Geen airco op kantoor en de verwarming lager in de winter: dat lijkt lastig uit te leggen aan werknemers. “Dat is een uitdaging. Technische mensen die gebouwen ontwerpen willen alles regelbaar maken, en gebruikers verwachten dit ook. Maar nogmaals: eigenlijk is dat vreemd. Mensen gaan ten slotte ook op vakantie naar Frankrijk omdat het daar lekker warm is, of skiën in de kou. Ik heb jaren in de tropen gewoond. Vaak was het warmer dan 30 °C en sliep ik zonder airco, maar wel met een ventilator aan het plafond. Dat ging prima. Je zweet een beetje, maar dat is geen probleem.”

Dus een ventilator om te koelen, in plaats van airco’s? “In warmere klimaten zijn ventilatoren aan het plafond heel gewoon. En omdat ons klimaat warmer wordt, is het logisch om ze hier ook te introduceren. Ramen openen is uit de tijd; het klimaat en de ventilatie worden tegenwoordig allemaal centraal in een gebouw geregeld. Maar waarom? Ramen openzetten is een simpele manier om te koelen, en het kost geen energie. Ik ken een state-of-the-art duurzaam gebouw in Luxemburg waar het openen van ramen een bewust onderdeel van de klimaatregeling is. Toen ik daar op een warme dag was, stonden de ramen wagenwijd open. Het was er zeer aangenaam. Een kind kan de was doen. Een andere optie is een ventilator op de werkplek. Daar hebben we een proef mee gedaan, waarbij ook verwarming in het bureaublad was geïnte-

greerd. De resultaten waren goed; mensen vonden het prettig.”

“Het klimaat regelen per werkplek in plaats van in het hele kantoor is volgens van Marken Lichtenbelt het beste. “We noemen dat ‘personal control’. Mensen verschillen in de temperaturen zie ze aangenaam vinden. Daarin zitten verschillen tussen mannen en vrouwen, en in hoog en laag lichaamsgewicht. Dat heeft te maken met hoeveel vetvrije massa die warmte produceert er in een lichaam zit. Bij mannen is die massa vaak groter dan bij vrouwen. Bij een gelijk lichaamsgewicht houden mannen hun lichaam daarom makkelijker warm dan vrouwen. De ideale temperatuur voor vrouwen ligt daarom hoger dan voor mannen. Daar zou je in een kantoor rekening mee kunnen houden. Het is aan te raden om kantoortuinen in verschillende temperatuurzones te verdelen, zodat voor iedereen een zo aangenaam mogelijke werkplek is te vinden. De temperatuur kan hierbij bijvoorbeeld liggen tussen de 18 °C en 22 °C. Het moet wel logisch worden aangepakt, zoals het creëren van koelere plekken op de noordkant van een kantoor en warmere op de zuidkant. Het is maatwerk en de uitvoering is afhankelijk van het type gebouw. Je moet niet geforceerd te werk gaan, maar ‘spelen’ met de mogelijkheden die een gebouw biedt. In een gebouw met betonkernactivering is het bijvoorbeeld relatief moeilijk om een dynamisch klimaat te introduceren.”

“Hybride gaat wel wat worden. Dat komt puur door de verplichting om vanaf 2026 in plaats van een cv-ketel een hybride warmtepomp te installeren. Maar volgens mij is het niet de juiste weg.” Voor Patrick Schimmel, directeur en oprichter van Schimmel Techniek is de all-electric warmtepomp de beste warmtepompoptie. “Voor elke situatie is er wel een systeem denkbaar. De hybride route kunnen we echt beter overslaan.” Het installatiebedrijf van Schimmel richt zich logischerwijs dan ook alleen op de installatie van all-electric warmtepompen. “Ik ben in juni 2018 mijn bedrijf begonnen en inmid-

dels werken er 25 man. We kunnen bodemwarmtepompen installeren waarbij we zelf ook de boringen verrichten. Daarnaast installeren we luchtwaterwarmtepompen. Dat heeft nog steeds de overhand. Bodemwarmtepompen zijn de beste oplossing, maar daar zit wel een prijskaartje aan.”

Waarom grondgebonden systemen beter zijn? Het antwoord is eenvoudig zegt Schimmel. “Deze systemen hebben geen buitenunit, maar alleen een lus in de grond. De machine staat dus in zijn geheel binnen. Dat is een voordeel, ook omdat buitenunits een kortere levensduur hebben. Bovendien kun je met een bodemsysteem gratis koelen, omdat je een constante temperatuur van 10 graden uit de ondergrond kunt halen. Daar komt nog bovenop dat het rendement van grondgebonden systemen het hoogst is. Kortom, het is een flinke investering, maar het levert ook een flinke besparing op waardoor het over de hele levensduur van het apparaat het meeste rendement oplevert. Als je het geld hebt liggen, kun je 5 tot 15 procent rendement per jaar halen.” Voor mensen die het geld voor een grondgebonden warmtepomp niet op de plank hebben liggen, is ook een luchtwaterwarmtepomp een hele goede optie, zegt Schimmel. “Die zijn nog enigszins te betalen en kosten maar de helft van een bodemwarmtepomp. Er is ook niks mis mee, het is nog steeds de meest verkochte warmtepomp.”

Beter dan in te zetten op hybride warmtepompen, is het om de cv-installaties te verbeteren, vindt Schimmel. “80 procent van de cv-ketels en afgiftesystemen is niet goed geïnstalleerd. Het zou slim zijn om al deze installaties goed in te regelen, met een enorme gasbesparing als gevolg.” Hij vindt dat met subsidies voor hybride systemen op dit moment de energietransitie op de verkeerde manier wordt gestimuleerd. “Je moet kijken naar permanente oplossingen, zoals inregelen en het verbeteren van isolatie waarmee je ook veel gas bespaart. Pas dan ga je naar de warmtepomp kijken en dan moet die ook meteen all-electric zijn.”

Deze permanente oplossingen leveren volgens Schimmel direct resultaat. “Mensen gaan er in comfort enorm op vooruit. En het zijn betaalbare oplossingen. De hybride warmtepomp wordt nu aan de mensen opgedrongen, terwijl ze met goedkopere maatregelen misschien een veel beter resultaat kunnen halen.” Ook gezien het personeelstekort is inregelen een beter idee dan het installeren van een hybride warmtepomp, zegt hij. “In de tijd dat je een hybride warmtepomp ophangt, kun je twee systemen helemaal inregelen. Op die manier kun je ook gas besparen, zonder dat je het vervangt door een aandeel elektriciteit.”

Dat de nadruk nu toch op de hybride warmtepomp is komen te liggen, wijt

De Warmtepomp

Innovatieroute

tijdens de Vakbeurs Energie 10 t/m 12 oktober

Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch

Tijdens de Vakbeurs Energie 2023 organiseert het Vakblad Warmtepompen dagelijks de ‘Warmtepomp Innovatieroute’. In een rondleiding langs diverse toonaangevende spelers op het gebied van duurzame klimaattechnologie informeren we je over de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. In anderhalf uur ben je weer helemaal op de hoogte.

Meld je aan:

Voor wie?

Ben je als technisch professional actief bij -of voor een installatiebedrijf, adviesbureau, projectontwikkelaar, gemeente, corporatie, vastgoedbedrijf, architectenbureau of bouwbedrijf? Dan mag je deze Innovatieroute niet missen!

Deelname is gratis. Maximaal 30 deelnemers per route

innovatieroute.vakbladwarmtepompen.nl

hij aan een lobby van grote installatiebedrijven en leveranciers. “Voor hen is het een financiële win-winsituatie. Zo’n verplichte hybride warmtepomp kan een mooi verdienmodel zijn, maar het is niet de beste oplossing en we hebben er de mankracht niet voor.” Schimmel heeft het nu lekker druk, maar vorig jaar was het een gekkenhuis, bevestigt hij. “In 2022 rees de vraag naar warmtepompen als gevolg van de Oekraïne-oorlog echt de pan uit. Dat kwam natuurlijk door de snel stijgende gasprijs. Op dit moment hebben veel in-

stallateurs nog steeds moeite om aan warmtepompen te komen, maar gelukkig hebben wij een grote bestelling geplaatst vorig jaar dus we hebben het redelijk onder controle.” De paniek was vorig jaar bij sommige klanten groot, bevestigt Schimmel. “Wij willen best warmtepompen installeren, maar zeggen tegen de klanten wel dat ze eerst een plan moeten maken. Maar Nederlanders hebben moeite met langetermijndenken. Nu is 10.000 tot 15.000 euro voor een warmtepomp natuurlijk ook een hoop geld. Maar je kunt het op de lange termijn echt terugverdienen.”

Hoewel Schimmel geen personeelstekort heeft, zijn goede mensen nog altijd welkom zegt hij. “Mijn werknemers komen uit verschillende sectoren. Er zitten bijvoorbeeld timmermannen bij of mensen uit helemaal een andere sector.” Schimmel steekt veel tijd en energie in het opleiden van zijn mensen. “We hebben hier zeven werkende systemen staan in de showroom, zodat we de opleiding intern kunnen doen. Verder hebben we alle verschillende soorten certificering in huis: bovengronds, ondergronds, f-gassen enzovoorts. Dit jaar starten er nog tien mensen met de opleiding voor natuurlijke koudemiddelen. We investeren dus enorm in het opleiden van onze mensen.” CV-monteurs heeft Schimmel ook in dienst. “Zij hebben veel ervaring en kennen de fijne kneepjes van het vak. Maar ze moeten wel met de tijd mee. Een echte loodgieter heeft bij-

voorbeeld niks met elektra. Dat waren vroeger gescheiden werelden, maar die komen nu bij elkaar in de warmtepomp.”

Recent is de Gasketelwet na veel wikken en wegen ingevoerd, maar voor luchtwaterwarmtepompen is er nog geen regelgeving, zegt Schimmel. “Er is hier nog geen certificering voor. Als je een monoblock-warmtepomp koopt, mag iedereen die op dit moment installeren. Het lijkt me dat je dat soort dingen wilt voorkomen, want anders zul je zien dat er heel snel heel veel inefficiënte apparaten worden geïnstalleerd. Het maakt nogal wat uit of een warmtepomp 3.500 of 2.000 kWh per jaar verbruikt. Dus laten we de installateurs voor luchtwaterwarmtepompen ook snel certificeren, anders zijn we echt verkeerd bezig.”

Het gaat goed met Schimmel Techniek, zegt Schimmel. “Maar bij ons is winst niet het allerbelangrijkst. Natuurlijk moet je je financiën goed bewaken. Maar als we echt geld wilden verdienen, gingen we nu vol gas cv-ketels installeren. Dat doen volgens mij veel bedrijven. Wij vinden kennis veel belangrijker, zo sorteren we voor op de veranderingen in de markt.” Hij adviseert installateurs dan ook om niet op hun handen te blijven zitten. “Wij zijn specialist dus voor ons is het makkelijk lullen. Maar zorg als installateur dat je de boel op orde hebt en de juiste certificering haalt, anders mis je de boot.”

Ruim een jaar geleden deed TLN samen met brancheorganisatie RAI een oproep aan het kabinet om een stroomversnelling te realiseren en de logistieke sector voorrang op zwaardere stroomaansluitingen te geven. Nelck geeft aan wat er sindsdien is gebeurd. “Er is veel gebeurd en er is over ZE-zones een hoop in beweging gekomen, zeker vergeleken met zeven jaar geleden. De gesprekken zijn na onze oproep nadrukkelijker geworden. Maar het tempo moet echt omhoog, er is meer durf nodig", zegt Anne-Marie Nelck, Clustermanager Distributie van ondernemersorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN)

“Wachten op een nieuw regeerakkoord is geen optie", stelt ze. "Er moeten snel meer elektrische voertuigen komen. Er moeten stappen worden gezet in de netcapaciteit en laadinfrastructuur voor zware voertuigen. De overgangstermijn tot 2030 geeft wat ruimte, maar voor 2025 dringt de tijd. De grenzen van de ZE-zones liggen nog niet in elke gemeente vast. Daar moet duidelijkheid over komen. Gelukkig heeft het demissionaire kabinet recent plannen bekendgemaakt voor de vrachtwagenheffing. Daar heeft TLN aan meegewerkt. De uitvoering laat wel tot 2026 op zich wachten. De opbrengst van de vrachtwagenheffing gaat naar subsidiegeld voor elektrische vrachtauto’s, laadinfrastructuur en waterstof-elektrische trucks.”

Nelck gaat in op de grootste knelpunten in de ZE-zones. “Dat zijn tijd en geld. De jaartallen liggen vast, maar de beschikbaarheid en betaalbaarheid van elektrische voertuigen is niet op orde. Elektrische voertuigen zijn gemiddeld driemaal zo duur als een dieselvoertuig. Ze rollen onvoldoende van de lopende band. Er zijn inmiddels twee AanZET-subsidieronden voor elektrische vrachtwagens geweest, die in no-time meerdere malen werden overtekend. Dat geeft aan dat de vervoerders ermee aan de slag willen. Dat extra geld is nodig om die onrendabele stap te kunnen financieren. Als ondernemers hun netbeheerder nu vragen om een zwaardere stroomaansluiting op hun eigen terrein om vrachtwagens op te laden, duurt

dat jaren. Ook de kosten voor het aanleggen van de laadinfrastructuur komen voor de rekening van de logistieke dienstverlening. De ketenpartners, zowel de verladers, de opdrachtgevers als de ontvangende partijen, zullen een bijdrage moeten leveren. De kosten gaan omhoog. Dus er moet over de hele linie een versnelling komen, anders lukt het niet.”

Zie je het gebeuren, geloof je erin? “Op dit moment zie ik het nog niet. Er is echt actie nodig, niet alleen in het verzwaren van die netaansluitingen. Momenteel wordt er gewerkt aan regelgeving die nodig is om smart charging mogelijk te maken. Daar bedoel ik mee dat ondernemers elkaars overcapaciteit aan stroom kunnen benutten. Een netbeheerder moet nu garanderen dat de piekcapaciteit die een onderneming nodig heeft, permanent geleverd kan worden. Die gegarandeerde piekcapaciteit heeft een bedrijf niet de hele tijd nodig. Dan zou het mooi zijn als een collega-vervoerder of de buurman op een bedrijventerrein een deel van jouw stroom kan gebruiken als jij deze niet nodig hebt. Maar dat is nu niet toegestaan, die overcapaciteit kan niet gebuikt worden. De netbeheerders hebben een kaartje van Nederland gemaakt dat helemaal rood en oranje kleurt, dat betekent dat er niets mogelijk is. Maar als smart charging is toegestaan, dan kan er echt wel iets. Als TLN willen we kijken naar wat er wel kan. Ik geloof erin, met de kanttekening dat er aan bepaalde voorwaarden is voldaan.”

“Mijn focus ligt op de zero-emissiezones in de binnensteden”, gaat Nelck verder. “Daar zijn aan de mobiliteitstafel afspraken over gemaakt in het Klimaatakkoord. Die houden in dat er geen verbrandingsmotoren gebruikt mogen worden in de zero-emissiezones in binnensteden. Om dat te kunnen realiseren moet aan allerlei voorwaarden zijn voldaan, waarvan een flink deel buiten de invloed van de logistieke sector zelf liggen. Zonder de daarvoor benodigde elektriciteit, zonder laadinfrastructuur en voertuigen en zonder aanpassing van wet- en regelgeving, kunnen wij de binnensteden straks niet emissieloos bevoorraden. Voor zover ik kan overzien, is de logistieke sector de enige sector die zo’n concrete opgave heeft.”

“De verduurzaming gaat gewoon door. Dat is niet iets wat overwaait. We moeten stappen vooruitzetten en niet wachten tot het allemaal perfect is. Ik ben trots op de stappen die worden gezet. Terwijl er nog geen ZE-zone in werking is, rijden er al zo’n 400 elektrische vrachtauto’s rond. Vervoerders doen vooruitlopend op regelgeving forse investeringen in de wetenschap dat je niet kostenconcurrerend kunt zijn in een kostengedreven markt. De ketenpartners pakken dat op, er wordt goed samengewerkt. Ook de afstemming tussen de logistieke sector en overheden, zowel het Rijk als gemeenten, gaat goed. Stakeholders hebben begrip voor elkaars situatie en luisteren naar elkaar. Denk aan de gebundelde bevoorrading van binnensteden via stadshubs. Of aan het centraal loket, waar een logistiek dienstverlener vanaf medio 2024 een ontheffing voor bepaalde voertuigen voor zero-emissiezones kan aanvragen bij alle gemeenten en dat dus niet meer per gemeente afzonderlijk hoeft te doen. De geharmoniseerde aanpak die is ingezet met de milieuzones is heel belangrijk, die zet

ook door voor de ZE-zones. Dat is een groot goed, zonder dat zou het heel moeilijk worden.”

Nelck geeft ook haar visie op waterstof als energiedrager voor emissieloze mobiliteit. “Als ik een glazen bol had zou ik het weten, maar ik kan wel met enige zekerheid zeggen dat het voor de zero-emissiezones vanaf 2025 geen waterstof wordt. Alleen de waterstof-elektrische variant mag straks de binnensteden in, de waterstofverbrandingsmotor niet.”

Wat staat er op je verlanglijstje voor de zero-emissiezones? “Vooral geld om de investeringen te kunnen doen die we moeten doen. De periode waar we nu in zitten, vraagt om subsidies en de voorfinanciering vooruitlopend op de vrachtwagenheffing, zoals recent door het demissionair kabinet in concept is bekendgemaakt, is een goede stap. Voor 2024 en 2025 komt er respectievelijk 70 en 100 miljoen euro beschikbaar die uit de inkomsten van de Vrachtwagenheffing worden betaald.”

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 11:30 - 12:30 uur

Wat: Tijdens deze sessie staat kennis- en netwerkgroep "Smart EnergyNL" stil bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van Smart Energy. Nederland wil (versneld) verduurzamen, maar tegelijkertijd de kwaliteit en betaalbaarheid van haar energie-infrastructuur behouden. Een mooie uitdaging die om innovatieve oplossingen vraagt! Helpen dynamische prijzen ons hierbij of zijn er andere technische oplossingen nodig voor verdere verduurzaming. Met stellingen en discussievragen wordt interactie met het publiek gezocht. Tijdens de sessie beantwoorden we vragen als: Wat zijn de laatste ontwikkelingen in binnen- en buitenland? Wat zijn de grootste (toekomstige) knelpunten in Nederland? Zijn dynamische contracten met negatieve prijzen een oplossing voor Nederland bij de ambitie om te verduurzamen?

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 13:00 - 14:30 uur

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 12:30 - 13:45 uur

Wat: Topsector Energie en Octrooicentrum Nederland organiseren een workshop over valoriseren van kennis en innovatie in het energiedomein. Deze workshop is bedoeld voor startups en scale-ups of volwassen MKB-ondernemingen actief in de energiesector, die alles willen weten over Intellectual Property (IP) t.b.v. de groeistrategie van hun innovatie onderneming.

Wat: Energiedata ontsluiten en inzichtelijk maken is het vertrekpunt van de verduurzamingsreis. WEii (Werkelijke Energie Intensiteit Indicator) is een handig rekenprotocol om werkelijke energieprestaties van een gebouw te berekenen. Door inzicht te geven aan de klant wordt het eenvoudiger om energie te besparen en ook kan handhaving effectiever worden ingericht. De impact van smart building technology wordt groter, waarmee blijvend wordt ingezet op verbeterde monitoring. Veel gebouwen bevatten immers de mogelijkheid om data te ontsluiten die iets zeggen over energie- en comfortprestaties van installaties. Door deze data op een bepaalde manier op te slaan en toe te werken naar geautomatiseerde prestatieanalyse van installaties, worden we in staat gesteld om bijvoorbeeld optimalisaties door te voeren die het energieverbruik positief beïnvloeden. Sprekers nemen je mee in de klantenreis waar het WEii-protocol wordt toegepast en geven je een kijkje in het living lab van het Intechniumgebouw in Woerden waar gewerkt wordt aan een datamonitoringsysteem in het project data gedreven energieoptimalisatie in gebouwen.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 14:00 - 16:45 uur

Wat: Elk bedrijf heeft financiering nodig om te groeien. De ver-

schillende financieringsbronnen hebben hun eigen voorwaarden en hun eigen voor- en nadelen. Om meer inzicht te krijgen in hoe en waar u financiering voor uw innovatie kunt vinden, organiseert het Financieringsloket van de Topsector Energie een Masterclass Financiering voor startups en scale-ups. Investeerders en financiers delen hun ervaringen en geven een update van financiële instrumenten voor ondernemers in de energiesector, zowel publiek als privaat. Sprekers uit de wereld van subsidieverleners, regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s), accelerators, business angels, Venture Capital en banken geven meer inzicht over de diverse financieringsmogelijkheden. Ze zullen een realistisch beeld geven van welke innovaties vooral kansrijk zijn voor financiering. Notabene: bewezen technologie/projectfinanciering (zoals bijv. financieren van zonne- en windparken) komt in deze Masterclass niet aan de orde.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 14:45 - 15:30 uur

Wat: Vakbeurs Energie is ook dit jaar weer op zoek gegaan naar het meest innovatieve concept of product dat energie bespaart en Nederland helpt verduurzamen. Wie gaat er naar huis met de Innovative Energy Solution Award 2023? Voor een volle zaal pitchen 3 genomineerden hun concept of product waarna een vakjury onder leiding van zonne-energiespecialist Mark Meijer het meest vernieuwende idee aanwijst als winnaar.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 15:45 - 16:45 uur

Wat: De energietransitie is in volle gang met de focus op energiereductie en het opwekken/gebruiken van duurzame energie. Een goede zaak voor mens en milieu, want er worden hierdoor duizenden onzuinige, niet toereikende en verouderde produc-

ten vervangen. Maar wat te doen met deze afgedankte producten? Samen met o.a. de oprichters van Circospin wordt aan de hand van een aantal concrete praktijk cases antwoord gegeven op onderstaande vragen: Welke rollen vervullen overheid, fabrikanten en installateurs in circulariteit? Welke SDG doelen worden hierbij nagestreefd? In hoeverre maakt SROI hier onderdeel vanuit? Welke processen zijn momenteel door wie concreet ingevuld? Wat zijn de behaalde resultaten en kosten?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 11:00 - 11:45 uur

Wat: Meer aandacht voor mens, milieu en maatschappij vraagt om verandering. Bij PostNL zijn ze gewend om steeds te blijven ontwikkelen én concreet bij te dragen aan nieuwe omstandigheden. Samen met gemeentes en dankzij slimme innovatieve oplossingen zet PostNL zich in voor het vergroten van de leefbaarheid in binnensteden. PostNL wil in 2025 in 25 binnensteden uitstootvrij bezorgen en in 2030 geen CO2 meer uitstoten tijdens het bezorgen van post en pakketten van sorteercentrum naar bezorgadres (lastmile). Naast pakketbezorging met elektrische bestelbussen, bezorgt PostNL in binnensteden met LEVV's. Deze licht elektrische vrachtvoertuigen zijn speciaal voor PostNL ontworpen, volledig uitstootvrij en een stuk kleiner dan een elektrische bestelbus. De LEVV's zijn stil, schoon, smal, wendbaar en overlastarm. Dat is dus goed voor het klimaat én de omgeving. Met de inzet van deze speciale wagentjes én de elektrische bestelbussen helpt Post-

NL onze steden leefbaar te houden. Voorafgaand aan de keynote wordt tevens de "Piet Kruijt Award" uitgereikt aan die persoon, die veel heeft betekend voor LEV in Nederland. Ie-

mand op wie, daarnaast, de termen volhardend, visionair, verbindend én impactvol van toepassing zijn.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 12:00 - 12:45 uur

Wat: Uw dagelijkse dosis wetenschappelijk onderbouwd optimisme, waarbij zelfs muzikale omlijsting aanwezig is. Vandaag licht Auke de laatste ontwikkelingen toe die de verschuiving van fossiele brandstof naar duurzame energie zullen versnellen. Hoe gaan we om met het fluctuerend karakter van zon en wind? Waarom is het zo belangrijk om het gedrag van individuele consumenten goed te modelleren? En nog veel meer!

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 13:00 - 14:30 uur

Wat: De stikstofcrisis had twee grote gevolgen: de bouw ging op slot, en de transitie naar zero-emission bouwvoertuigen ging van start. Dat bracht diverse uitdagingen en kansen met zich mee. Waar staan we nu? Wat komt eraan? En wat kunnen we leren van de initiatieven uit bouwmaterieel, logistiek, laden, hubs e.d.? Met diverse experts kijken we naar vraagstukken, en bespreken we voorbeelden en vooral ook perspectieven voor de (kleine en grote partijen in de) bouw, zoals: Wat zijn de ontwikkelingen rondom emissieloos bouwmaterieel? Wat komt er op de markt de komende jaren en wanneer? Van een techniektransitie naar een energietransitie gaan, wat betekent dit? Wat is de rol van overheden en opdrachtgevers bij de transitie naar de emissieloze bouwplaats? Daarna gaan we met experts in gesprek, en bieden we kleine en grote ondernemers perspectieven. Uitdagingen en ervaringen worden gedeeld over laden op de bouwplaats, de impact van milieuzones voor opladen van logistiek en voor de bouw, en bouwhubs.

Waar: Bosch Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 15:00 - 17:30 uur

Wat: Besloten bijeenkomst

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 15:00 - 16:45 uur

Wat: De toepassing van waterstof in de mobiliteit ontwikkelt zich gestaag. Intussen rijden er al honderden personenwagens in Nederland en tientallen bussen. Ook in het zwaar wegvervoer en het grondverzet is waterstof aan een langzame opmars bezig. We belichten de actuele ontwikkelingen op dit gebied. Een belangrijke vraag is wat kost het en welke ondersteuning er is voor innovatieve projecten? Daarvoor hebben we een expert op het podium die vertelt welke subsidiemogelijkheden de overheid heeft. De beschikbare budgetten en de planning daarvan komt aan de orde. Vervolgens gaan we in op de uitbouw van een tankinfrastructuur in Nederland en België. Hoeveel tankstations zijn er, hoeveel staan er gepland, wat zijn typische uitdagingen bij de realisatie van tankstations? We sluiten af met de voertuigen. Een vertegenwoordigers van een fabrikant vertelt over de voertuigen die op de markt zijn en wat er nog allemaal aan gaat komen. En we praten over de ervaringen die er zijn met de inzet van deze voertuigen. Er is ruimschoots tijd om al uw vragen aan de deskundigen te stellen. Jörg Gigler gaat met diverse experts in gesprek over de volgende onderwerpen: Financiering/nieuwe regelingen, tankinfra en voertuigen.

We starten het programma met de uitreiking van de Waterstof Innovatie Award, de prijs voor dé waterstof innovatie in mobiliteit, industrie of gebouwde omgeving. De 3 genomineerden geven hun 3 minuten pitch en we blikken terug met Zepp.Solutions, de winnaar van de 2022 editie.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 11:00 - 12:00 uur

Wat: Met hybride bouwen betreden we een nieuwe wereld van mogelijkheden. Geen compromissen maar juist gebruikmaken van de kracht van verschillende materialen. Ontdek hoe duurzame vloerconcepten van VBI hiermee harmonieus te verenigen zijn. Wij geloven namelijk in compatibiliteit. Innovaties van VBI stellen je in staat om te bouwen met een minimale CO2-voetafdruk, terwijl ze naadloos samenwerken met andere duurzame materialisatie. Hybride bouwconcepten en prefab gaan daarbij heel goed samen en dat levert aanzienlijke voordelen op. Zoals een verbeterde veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid en bovenal comfort. Maar ook kostenbesparingen en hoge kwaliteit. Kom en verken de ongekende kansen van hybride bouwen met VBI.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Logisch, gezien het tekort aan handjes en de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Qua kosten, kwaliteit en digitalisering is nog een wereld te winnen en (micro)industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en prefabricage spelen daarbij een belangrijke rol. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk. Een sessie over de huidige status en kansen van prefabricage in de bouw.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 14:00 - 15:30 uur

Wat: Op 1 januari 2024 treedt de ‘Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen’ (Wkb) eindelijk in werking. De Wkb bewaakt de

kwaliteit van ontwerp en uitvoering en garandeert (zo) de conformiteit van het eindresultaat aan de eisen van het Bouwbesluit. Het verwachte effect van de Wkb op de (gestandaardiseerde) bouw is groot. De sleutel tot snel en hoogwaardig bouwen komt te liggen bij standaardisatie vanaf het ontwerp. Een voordeel voor conceptueel bouwen, prefabricage en industrialisatie dus, zeker ten opzichte van traditioneel bouwen; zowel in nieuwbouw als renovatie. Vanuit de kwaliteitsborging, maar ook vanuit certificering. In deze sessie staan we stil bij praktische kant van de Wkb. Zo kijken we naar de lessons learned van de proefprojecten en de stappen die nu te zetten zijn.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 15:45 - 16:15 uur

Wat: Wie wordt de opvolger van Simultria, Elk en Sustainer? Voor de vierde keer reikt Platform PREFAB de Prefab Efficiency Award uit. Organisaties die een product, systeem of methode ontwikkelden die slim en snel bouwen in de Nederlandse bouw- en installatiesector verder helpt of prefabricage in Nederland stimuleert konden zich inschrijven voor de Prefab Efficiency Award. Tijdens de uitreiking presenteren de 3 finalisten hun inzending en reikt Platform PREFAB de award uit aan de winnaar.

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: In alle dynamiek van CO2-reductie, duurzame energie, flexibiliseren blijft energiebesparing met stip nummer 1 prioriteit! Zoals demissionair minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie aangeeft in zijn klimaatbeleidsbrief: besparen, besparen, besparen! Ook in het beleid van de overheid wat blijkt uit de wetgeving rondom Informatie- en onderzoeksplicht. Daarom wordt Industrial Heat & Power afgetrapt met dit onderwerp, waarbij aandacht besteed wordt aan de verplichte maatregelen, hoe energiemanagement helpt aan het voldoen aan wetgeving en de rol van een duidelijk masterplan in toekomstige energiebesparing. Welke toegevoegde waarde hebben de verplichte maatregelen? Inzichten via ISO 50001 die helpen bij voldoen aan wetgeving. Maak uw energiebeleid toekomstigbestendig met een Masterplan energie/CO2-reductie.

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: dinsdag 10 oktober, 14:00 - 15:30 uur

Wat: Duurzame elektriciteit zal de belangrijkste energiebron worden voor de industrie. Een groot verschil met de huidige fossiele energiebronnen. De interactie tussen het intermitterende aanbod en de - vlakke – industriële vraag naar elektriciteit zal groter worden dan nu het geval is. De industrie zal haar processen moeten aanpassen: efficiency en flexibiliteit. Zowel vanuit een veranderend energiesysteem- als industrieperspectief wordt geanalyseerd wat de beste oplossingen zijn voor zowel de industrie als voor het hele systeem. Moet ik dan een e-boiler of een warmtepomp installeren, en krijgt warmtebuffering een plek? Systeem denken moet anders, samen kunnen we netcongestie aanpakken. Innovaties om het net flexibeler te maken. Oplossingen die u zelf kunt nemen om uw energiebehoefte toekomstbestendig te maken.

Tijdens de paneldiscussie kunt u ook zelf uw vragen kwijt.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 10:30 - 11:15 uur

Wat: In dit Ronde Tafel gesprek, gaat Anne Jaap Deinum (Fedet) in gesprek met specialisten uit de branche over de (onmisbare) rol van elektrotechniek in de enorme uitdaging waar we als Nederland voor staan. Welke rol speelt elektrotechniek in het slimmer, sneller, efficiënter, duurzamer en veiliger maken van de energietransitie? De experts aan tafel zijn: Dennis van der Meij, Solar-Engineering; Leatitia Ouillet, Eriskgroup; Henry Lootens, Stichting Gelijkspanning.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 11:45 - 12:45 uur

Wat: Aan de hand van drie voorbeeldgebouwen gaat deze sessie in op het toepassen van verduurzamingssubsidies. Een particuliere woning, VvE woongebouw en een kantoorgebouw. Met ieder hun eigen duurzaamheidsdoelen. Per gebouw lichten Robbin van Rooij en Hella Maessen toe welke verduurzamingssubsidies mogelijk zijn. Voor advies, uitvoering en exploitatie. Met de belangrijkste voorwaarden en aandachtspunten. Tenslotte gaat een expert van RVO in op ontwikkelingen in duurzaamheidssubsidies. Welke veranderingen komen er aan? Daar kom je achter tijdens deze sessie. Meld je dus snel aan!

Waar: Carrouselbar, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 12:15 - 13:30 uur (ontvangst + lunch 11.30 uur)

Wat: Besloten bijeenkomst. Fedet en haar secties blikken vooruit op de activiteiten voor 2024.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 13:00 - 14:30 uur

Wat: ‘De bouw in transitie’

Van klimaatverandering en de grondstoffentransitie tot carbon based design en biobased bouwen. Norbert vertelt over de mondiale en nationale uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en legt de link met de bouwsector. Wat is er nodig in de bouw aan transities? En op welke manier kan jij hieraan bijdragen? Daar ga je een antwoord op krijgen. Programma o.l.v. John Lens, directeur, TVVL

Waar: Hertog Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 13:30 - 14:45 uur

Wat: Besloten sessie. FedEC organiseert een verkenningsbijeenkomst voor het opstarten van een werkgroep Energietransitie.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 15:00 - 16:30 uur

Wat: Het zal nog een paar jaar duren voordat waterstof breed in de gebouwde omgeving wordt toegepast. Echter, intussen vinden er allerlei proefprojecten plaats om waterstof in woningen te demonstreren en, belangrijker, om te verkennen hoe dat precies werkt, waar je tegen aan loopt. In Nederland zijn op dit moment meer dan 10 demonstratieprojecten gestart, variërend van de toepassing van waterstof in een enkele woning tot de ombouw van een hele straat. Ook zijn er plannen in een ver gevorderd stadium om waterstof in hele wijken en dorpen toe te passen. We gaan in gesprek met experts over hun bevindingen: Wat doen zij aan waterstof? Wat zijn hun ervaringen? Waar lopen ze tegenaan? Ook praten we over de uitrol van waterstof: Wanneer kunnen we dat verwachten en waar dan? Er is ruimschoots tijd om al uw vragen aan de deskundigen te stellen.

Waar: Hertog Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 15:00 - 16:15 uur

Wat: Tijdens deze sessie geeft FedEC achtergrond en toelichting op de recente gebeurtenissen en toekomstige wijzigingen. Het energielabel krijgt steeds meer waarde. Daar zijn we blij mee, een goed meetinstrument helpt gebouweigenaren bij verduurzaming. Helemaal als bijvoorbeeld potentiële kopers/ huurders het energielabel meenemen in hun afweging, hypotheekverstrekkers korting/meer hypotheek geven, subsidieregelingen gebruik maken van “ons” energielabel, enz. FedEC tracht in de diverse vertegenwoordigingen bij te dragen aan het vinden van de balans in kosten vs nauwkeurigheid/volledigheid van het energielabel. De laatste jaren komt daar een steeds belangrijker aspect bij: fraudebestrijding (van ook niet EP-adviseurs) en al dan niet opzettelijk slecht presterende EP-adviseurs. Deze onderwerpen zijn recentelijk door diverse gebeurtenissen en uitingen hieromtrent in de media in een stroomversnelling gekomen. Op dit thema gaat de komende periode veel wijzigen en alhoewel we vooral willen voorkomen dat we het de kwalitatief hoogwaardige adviseur moeilijker maken, kunnen we niet voorkomen dat de goeden onder de kwaden zullen leiden. In deze sessie lichten we toe wat de status op dit moment is, geven we nadere achtergrondinformatie en halen we input op hoe we verder kunnen.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 11 oktober, 11:00 - 11:45 uur

Wat: Ze worden makkelijk overgeslagen in deze transitie. Maar dat is onterecht! Niet alleen voor ondernemers, maar ook voor chauffeurs geeft de transitie naar elektrische vrachtwagens nieuwe uitdagingen. Laden werkt niet hetzelfde als tanken. Hebben chauffeurs last van range anxiety? Kun je overal zo maar laden? Zou je nog terug willen naar een dieseltruck?

In deze sessie staat de mens centraal. Wil je weten hoe je chauffeurs gaan reageren op jouw eerste elektrische vrachtwagen? Dan is deze sessie voor jou!

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 11 oktober, 12:00 - 12:45 uur

Wat: Uw dagelijkse dosis wetenschappelijk onderbouwd optimisme, waarbij zelfs muzikale omlijsting aanwezig is. Vandaag gaat Auke in op de netcongestie die misschien wel de grootste vertraging veroorzaakt in de energietransitie van Nederland. Hij laat zien hoe we met het bestaande net veel meer kunnen doen en hoe hij dat met de NEON research en Zenmo modelleert. Bijzondere aandacht is er daarbij voor de cruciale rol van elektrische auto’s en (niet te vergeten) elektrische trucks.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 11 oktober, 13:00 - 14:00 uur

Wat: Voor verbetering van de leefbaarheid en het terugdringen van CO2-uitstoot in de binnensteden hebben zo’n 28 Nederlandse gemeenten vanaf 1 januari 2025 een zero-emissiezone. Vanaf deze datum mogen bestel- en vrachtauto’s die de zone willen betreden niet meer worden aangedreven door een dieselmotor. Voor voertuigen in bepaalde categorieën geldt er tot 2030 een overgangsregeling. Daarnaast kan in sommige gevallen aanspraak worden gemaakt op vrijstellingen en ontheffingen. Aan bod komen bijvoorbeeld: Groot bouwmaterieel, bevoorrading van supermarkten: niet alles kan op de fiets; Mag mijn voertuig er nog in: doe de kentekencheck! Voor welke voertuigen is ontheffing mogelijk? En moeten ontheffingen voor elke zero-emissiezone apart worden aangevraagd of komt er een centraal loket?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: woensdag 11 oktober, 14:15 - 15:15 uur

Wat: Een elektrische vrachtwagen is een veel hogere investering dan een dieseltruck. Om nog maar te zwijgen over de

kosten voor laadinfrastructuur. Met de energiekosten kunnen we een belangrijk deel van de meer-investering terug verdienen. Maar dat betekent niet dat we er dan al zijn. Gelukkig zijn er meer manieren om financiële voordelen te behalen met elektrische vrachtwagens. We bespreken wat we naast de energiekosten kunnen doen om de TCO van een elektrische vrachtwagen break-even te maken, en aan bod komen de volgende onderwerpen: Wat is vrachtwagenheffing? Kan ik subsidie krijgen op een elektrische vrachtwagen en op laadinfrastructuur? Hoe kunnen HBE's bijdragen aan mijn businesscase? Wat mag ik van de bank verwachten in de transitie naar elektrische vrachtwagens?

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 15.30 - 16:30 uur

Wat: De energietransitie verlangt veel van vervoerders. Zero-emissie-zones brengen de switch naar elektrische aandrijflijnen in een stroomversnelling en ook buiten de steden groeit de vraag naar schoon transport.

Volvo heeft jarenlang ervaring met elektrische voertuigen en naast een complete range elektrische bussen en trucks, biedt het alternatieven voor diesel, zoals HVO en (Bio-)LNG.

Door de samenwerking met betrokken partijen op te zoeken en ondersteuning te bieden in de transitie, wordt zo de weg vrijgemaakt naar een emissievrije toekomst.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: woensdag 11 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: Sneller aangesloten zijn, dat willen we allemaal. Daarom werken alle netbeheerders samen in stichting Mijn Aansluiting, om zo klantvriendelijk en efficiënt mogelijk aan te sluiten. Jouw project kan sneller aangesloten worden, door het kiezen voor innovaties. Eén daarvan is de prefab meterkast. Nog voordat de muren van de nieuwbouwwoning staan, wordt de definitieve meterkast geplaatst en aangesloten. Dit is veiliger en vooral: veel beter planbaar. In deze sessie laten we bouwers aan het woord over hun ervaringen en kijken we vooruit naar de rol van andere revolutionaire innovaties bij het aansluiten van de toekomst.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 13:00 - 14:00 uur

Wat: Met hybride bouwen betreden we een nieuwe wereld van mogelijkheden. Geen compromissen maar juist gebruikmaken van de kracht van verschillende materialen. Ontdek hoe duurzame vloerconcepten van VBI hiermee harmonieus te verenigen zijn. Wij geloven namelijk in compatibiliteit. Innovaties van VBI stellen je in staat om te bouwen met een minimale CO2-voetafdruk, terwijl ze naadloos samenwerken met andere duurzame materialisatie. Hybride bouwconcepten en prefab gaan daarbij heel goed samen en dat levert aanzienlijke voordelen op. Zoals een verbeterde veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid en bovenal comfort. Maar ook kostenbesparingen en hoge kwaliteit. Kom en verken de ongekende kansen van hybride bouwen met VBI.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: woensdag 11 oktober, 14:00 - 15:30 uur

Wat: Prefab is gewild, biobased is gewenst. Veel bedrijven zien biobased al als het materiaal van de toekomst. Tijdens deze sessie laat STROTEC met haar partners zien dat de toekomst nu is. Maak kennis met de prefab strogevel en de reis naar opschaling. De makers Strotec en van Herpen presenteren de voordelen van deze flexibele bouwwijze en het materiaal. Zij nemen u mee in een rondje techniek: van architectuur tot assemblage en plaatsing op locatie. Van gevel-

opbouw tot gevelindeling van binnen en buiten. De industrialisatiespecialisten van TNO over de opschaling van de productie van de prefab strogevels met pasklare ICT, system engineering & nieuwe productiewijzen. Projectontwikkelaar Ballast Nedam vertelt over het project Natuurhuis en waarom zij gekozen hebben voor samenwerking met dit team en voor hout &strogevels. Ook wooncorporatie Trudo gaat voor strogevels, wat komt daar voor hen allemaal bij kijken? De manager duurzaamheid en innovatie van bouwbedrijf Hurks vertelt meer over de samenwerking met collega bouwbedrijf Van Herpen bij de ontwikkeling van hun vastgoed.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: woensdag 11 oktober, 10:15 - 11:00 uur

Wat: Besloten bijeenkomst

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: Hoe PLICHTEN en BESPARINGEN hand in hand kunnen gaan. Deze sessie willen we met praktijkvoorbeelden laten zien dat het voor een asset owner daadwerkelijk mogelijk is het voldoen aan de PLICHTEN ook te benutten en daar energiebesparing dus kostenbesparing uit te halen. Daarbij gaan we de diepte in met de Isolatiescan. Waarbij we in gesprek gaan en laten zien hoe dit allemaal praktisch te realiseren is: Hoe kan de OnderzoeksPLICHT praktisch en doeltreffend worden geïmplementeerd? En hoe kan ik nu echt die Isolatiescan invullen? Hoe voorkom ik dat het een administratieve last is en dat ik er daadwerkelijk voordeel uit haal?

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: woensdag 11 oktober, 14:00 - 15:30 uur

Wat: Met de snelle verduurzaming van onze elektriciteit is elektrificeren voor de industrie een logische manier om CO2 te reduceren. Elektrificeren kan middels vele technieken, de e-boiler en warmtepomp zijn bekende voorbeelden hierin. Energie efficiëntie en de impact op het energie systeem met mogelijke belemmeringen kan meespelen in de keuze voor een techniek. We laten middels een aantal cases de bredere opties in elektrificatie zien.

- Welke elektrificatie technieken zijn er, en hoe speelt energie efficiëntie hierin mee?

- Welke voordelen hebben deze technieken?

- Waar moet ik rekening mee houden?

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 10:30 - 11:00 uur

Wat: Innovaties lopen vooruit op de regelgeving, dat is een gegeven. Toch kan regelgeving innovaties omarmen, op twee manieren. Door een speelveld te bieden waarin innoveren niet onnodig belemmerd wordt en door ontwikkelingen die de fase van innovatie voorbij zijn, snel in te weven. Dan kan iedereen meegaan. In deze sessie bespreken we vanuit deze visie huidige ontwikkelingen in duurzaamheidsregelgeving zoals vormfactoren in de MPG, EPBD IV, het Energiekompas en het maatwerkadvies in de Omgevingswet.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 12:00 - 12:45 uur

Wat: Uw dagelijkse dosis wetenschappelijk onderbouwd optimisme, waarbij zelfs muzikale omlijsting aanwezig is. Vandaag ontkracht Auke de claim dat de beschikbaarheid van grondstoffen de bottleneck wordt in de transitie naar zon, wind en elektrisch vervoer. Hoeveel grondstoffen hebben we eigenlijk nodig? Hoe zit het precies met lithium, cobalt, nikkel, koper, en zeldzame aardmetalen? Waarom moet je substitutie-

mogelijkheden daarbij niet over het hoofd zien? Auke zet alles kernachtig en met een kwinkslag op een rijtje.

Waar: Hertogzaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 12.00 – 16.30 uur

Wat: zie www.vakbeursenergie.nl

Waar: Parade zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 13:00 - 14:00 uur

Wat: zie www.vakbeursenergie.nl

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 13:00 - 14:30 uur

Wat: De toekomst van de Nederlandse energie infrastructuur komt steeds meer onder druk te staan door enerzijds de toenemende elektrificatie in mobiliteit, huishoudens en industrie en anders de toename in opwekking van duurzame zon- en windenergie. Vraag en aanbod zijn steeds meer in onbalans. Om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, is allereerst geïnventariseerd welke mogelijkheden gebouwen en hun

installaties hebben om een beter energieflexibiliteitspotentieel te krijgen. Daarnaast is er oog voor nieuwe technologieen, die bijdragen aan een slimmer en daarmee toekomstbestendig energiesysteem. Sprekers geven een doorkijkje in het toekomstige energielandschap. Daarnaast worden de (on)mogelijkheden besproken om gebouwen energieflexibel te maken en welke aanpak mogelijk is. Ook een praktijkcase geeft een voorbeeld van een toekomstbestendig energiesysteem.

Waar: Hal 3, Podium Energie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 15:00 - 16:30 uur

Wat: De energietransitie kan niet slagen met enkel individuele maatregelen, er is noodzaak voor een collectieve aanpak. Bijvoorbeeld om problemen als netcongestie op te lossen. Ondernemers, overheden, energiebedrijven moeten samenwerken; maar hoe ziet de samenwerking tussen deze verschillende partijen eruit? Een van de praktijkvoorbeelden gaat over logistiek laden als onderdeel van een energiesysteem op een bedrijventerrein, door NAL Vliegende Brigade: logistiek laden op bedrijventerreinen, met specifieke aandacht voor laadprognoses op bedrijventerreinen en netcongestie. We zullen de NAL kort toelichten, ingaan op de storymap laadprognoses bedrijventerrein en oplossingen bij beperkte netcapaciteit. Een ander praktijkvoorbeeld: Collectieve opslag als onderdeel van netcongestie.

Het programma wordt afgesloten met een panelgesprek met de sprekers, en waar de mogelijkheid is de panelleden te bevragen, als onderdeel van een gekoppeld decentraal energiesysteem op een bedrijventerrein, van en voor ondernemers.

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:00 - 11:40 uur

Wat: De transitie naar elektrische vrachtwagens is meer dan alleen een vrachtwagen bestellen. Er zal ook flink moeten worden geïnvesteerd in laadinfrastructuur. Om die investeringen te stimuleren zijn er verschillende regelingen waarmee het makkelijker moet worden om te investeren in laadinfrastructuur. Welke regelingen zijn er beschikbaar voor het voordelig kopen van laadinfrastructuur? Bij wie kan ik terecht om zo'n regeling aan te vragen? Hoeveel levert me dat dan op?

Waar: Boschzaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:00 - 14:00 uur

Wat: Besloten bijeenkomst

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:45 - 12:25 uur

Wat: Het allergrootste verschil met een dieselvrachtwagen is niet het rijden, maar het opladen. Voor transporteurs is dit een lastig onderwerp. Je bent een compleet nieuwe kennis set nodig om goede keuzes te maken als het gaat om het kopen van laders. Daarnaast moet ik onderweg ook kunnen laden. In deze sessie gaan we in gesprek over laden onderweg, en laden op je eigen depot. Welke mogelijkheden zijn er nu om te

laden onderweg? Van welke initiatieven kunnen we verwachten dat we ze de aankomende jaren beschikbaar krijgen? Maar ook, welk type lader heb ik nodig op mijn eigen depot? Welke lessen kunnen we leren van het opladen van elektrische bussen op grote schaal?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 12 oktober, 12:30 - 12:55 uur

Wat: Als we een kostencalculatie maken van een elektrische vrachtwagen, zijn de kosten voor energie één van de grootste posten. De hogere investering in een elektrische vrachtwagen kan alleen worden terugverdiend als de kosten van elektriciteit niet te hoog zijn. Het onderwerp is zelfs zo belangrijk dat transportbedrijven iemand binnen het bedrijf met deze taak zullen belasten. Want heeft u ooit gehoord van de day-ahead of de onbalansmarkt? Wat voor rol kunnen zonnepanelen en windmolens spelen? Geeft een stationaire batterij wellicht nog kansen om de kosten voor elektriciteit verder te verlagen?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 12 oktober, 13:15 - 14:00 uur

Wat: Bijna bij elke bijeenkomst over de transitie naar elektrische vrachtwagens wordt er om het hardst geroepen dat de verschillende partijen meer moeten gaan samenwerken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want wat komt er allemaal bij zo'n samenwerking kijken? Wordt de portemonnee echt zo makkelijk getrokken als er wordt beweerd? Op welke vlakken van de samenwerking versterkt het de transitie het meest?

Waar: Hal 6, Podium Mobiliteit

Wanneer: donderdag 12 oktober, 15:00 - 16:30 uur

Wat: V2G staat voor Vehicle to Grid ofwel het ontladen van de batterij van een auto of vrachtwagen als de elektriciteitsprijs hoog is en het voertuig de batterij even niet nodig heeft. Dit is profijtelijk en helpt het elektriciteitsnet en de producenten van wind en zon aanzienlijk meer dan simpelweg ‘slim laden’. We belichten alle ins-en-outs, gaan in op recente ontwikkelingen, en beantwoorden vragen uit de zaal.

Waar: Parade Zaal, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:00 - 12:00 uur

Wat: Met hybride bouwen betreden we een nieuwe wereld van mogelijkheden. Geen compromissen maar juist gebruikmaken van de kracht van verschillende materialen. Ontdek hoe duurzame vloerconcepten van VBI hiermee harmonieus te verenigen zijn. Wij geloven namelijk in compatibiliteit. Innovaties van VBI stellen je in staat om te bouwen met een minimale CO2-voetafdruk, terwijl ze naadloos samenwerken met andere duurzame materialisatie. Hybride bouwconcepten en prefab gaan daarbij heel goed samen en dat levert aanzienlijke voordelen op. Zoals een verbeterde veiligheid, efficiëntie en duurzaamheid en bovenal comfort. Maar ook kostenbesparingen en hoge kwaliteit. Kom en verken de ongekende kansen van hybride bouwen met VBI.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: De renovatie- en verduurzamingsopgaven zijn enorm in

de gebouwde omgeving. Alle woningen in 2050 CO2-neutraal én bestaande kantoren in 2023 verplicht naar minimaal energielabel C. Een enorme uitdaging die zich richt op miljoenen objecten. Prefabricage en modulariteit is het antwoord om de doelstellingen te behalen en te komen tot versnelling, standaardisatie en opschaling. Aspecten die noodzakelijk zijn gezien de opgaven. In deze sessie kijken we naar de rol van prefab in de renovatie- en transformatie opgave.

Waar: Hal 1, Podium Prefab

Wanneer: donderdag 12 oktober, 14:00 - 15:30 uur

Wat: De uitdagingen zijn groot op het gebied van milieu, klimaat en grondstoffen. En rondom huisvesting, personeel en arbeidsmarkt. Technologische en procesmatige ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Denk aan robotisering, AR, VR, industriële processen en nieuwe materialen. Mede hierdoor doet prefabricage steeds vaker zijn intrede binnen bouworganisaties. Steeds meer wordt echter duidelijk dat dit een totaal ander proces betreft dan traditioneel bouwen. Organisaties moeten dus anders leren kijken. Een sessie over de uitdagingen.

Waar: Carrouselbar, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 10:00 - 12:30 uur

Wat: Masterclass CO2-reductie Industrie

Dit is een besloten bijeenkomst voor oud-deelnemers en huidige reeks 6-deelnemers.

Tijdens deze terugkomdag voor oude en nieuwe deelnemers wordt gereflecteerd op de ervaringen in het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering. De focus ligt op het verlagen van energetische- en procesemissies. Deelnemers onderzoeken daarbij wat de beste verduurzamingsopties zijn voor het bedrijf en schrijven een stappenplan om daadwerkelijk CO2-reductie te realiseren. De masterclass is onder begeleiding van KWA Bedrijfsadviseurs en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 11:30 - 13:00 uur

Wat: Een groot deel van de energie die de industrie nodig heeft gaat naar warmte. Gemiddeld is dit de helft, maar het kan ook ruim twee-derde zijn. Het verduurzamen van die warmte vraagt flinke aandacht, en kan op meerdere manieren. Een gedachte wat past bij het bedrijf, het proces, de omgeving en toekomst van dat alles zijn van belang. In deze sessie geven we graag inzicht in wat een aantal opties zijn, met concrete voorbeelden en status van ontwikkeling vandaag de dag. Welke temperatuur kan ik behalen met deze duurzame techniek?

Wat is te verwachten bij de implementatie? Welke kansen of belemmeringen horen daarbij?

Waar: Hal 2, Podium Industrie

Wanneer: donderdag 12 oktober, 15:00 - 16:30 uur

Wat: In het kader van de verduurzaming heeft de industrie niet alleen CO2-vrije elektriciteit nodig, maar ook moleculen. Als energiedrager én als grondstof voor de productie van staal, kunstmest en kunststoffen. In Nederland wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van de waterstofvoorziening, groene en blauwe waterstofproductie, de import van waterstof(dragers), een waterstof backbone (HNS), opslagfaciliteiten (HyStock), installaties om die waterstof te kunnen gebruiken, en een waterstofmarkt (HyXchange). Tijdens de bijeenkomst zal onder meer ingegaan worden op de visie vanuit de maak- en gebruikende industrie, de infrastructuur, en kansen vanuit Nederlands perspectief. 3 kernwoorden die aan bod komen: Waar staat de ontwikkeling van CO2-arme waterstof in Nederland? Hoe zit het met de infrastructuur: waar komt die te liggen en kan aansluiten? Hoe wordt de groene, blauwe en gele waterstof geproduceerd en welke projecten zijn er al zichtbaar?

Waar: Carrouselbar, avenue Brabanthallen

Wanneer: donderdag 12 oktober, 15:00 - 16:30 uur

Wat: Besloten bijeenkomst

de warmtepomp voor binnen staat voor je klaar

Vanaf nu leverbaar!

Om de grote hoeveelheid c hoevee ompacte rijtjeswoningen in Nederland te verduurzam n verd men, heeft Itho Daalderop men, heeft Itho

Vincent ontwikkeld. Deze b ent binnenopgestelde binnenopge warmtepomp heeft een fors s vermogen en benut b primair energie uit de buite buiteenlucht, eventueel ht, eve aangevuld met ventilatiere angevuld ventilatieretourlucht. Ideaal wanneer rlucht. wann een buitendeel niet gewens niet gew st of niet mogelijk is. t i

www.ontmoetvincent.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.