SERVICE_2012_09

Page 1

nummer 9, september 2012

ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR PROFESSIONEEL SCHOONMAAKONDERHOUD

www.servicemanagement.nl

THEMA: SCHOONMAAK EN TECHNIEK

Vloeronderhoud:

specialistische kennis vereist

Tekort aan handdesinfectanten

60-jarig Asito op zoek naar beter rendement

Onzichtbare vervuiling direct zichtbaar



Vakblad voor professioneel schoonmaakonderhoud

t hema schoonmaak en techniek

10 Specialistische kennis vereist Vloeronderhoud door middel van strippen en polymeren vereist specialistische kennis die lang niet altijd voorhanden is. “We worstelen in de schoonmaak met onze eigen vakvolwassenheid”, aldus één van de marktpartijen.

16 “Blijf altijd met schone spullen werken”

10

Met schone spullen blijven werken. Wilco de Vries, directeur van schoonmaakbedrijf Orion in Zaandam kan er niet genoeg op blijven hameren. Hij verdiept zich waar mogelijk in nieuwe schoonmaaktechnieken. “Dat hoort er nu eenmaal bij”, aldus de ondernemer.

20 Nanocoating: pantser tegen vuil? Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn: met nanotechnologie zouden schoonmakers minder hard hoeven te boenen. Ook hoeven oppervlaktes voorzien van een nanocoating minder vaak gereinigd te worden. Verlichting voor de schoonmaaksector of het zoveelste fabeltje?

28 Tekort aan handdesinfectanten op de markt Handdesinfectanten moeten voor veel geld een screening doorstaan waarna ze geregistreerd kunnen worden bij het CTGB. Tot voor kort hield de overheid nauwelijks toezicht op die registratie, maar dat verandert snel, constateert Laurens Metternich van Spectro, producent van private-labelreinigingsmiddelen.

31 “Zo slecht zijn de marktomstandigheden niet”

20

Het zou slecht gaan met de schoonmaakbranche, maar daar willen Sjoerd en Sieds Westra van het Friese familiebedrijf Profi-Clean niets van weten. “Al dat negativisme. Dat moet maar eens afgelopen zijn.”

38 60-jarig Asito op zoek naar beter rendement Asito bestaat 60 jaar. Het schoonmaakbedrijf zoekt net als andere grote jongens zoals CSU, Facilicom, ISS en Vebego naar hét antwoord op het krimpen van de schoonmaakmarkt. Asito-directeur Hans Kroeze: “We zijn op zoek naar een beter rendement.” Coverfoto: Henk Snaterse Fotografie, Alphen aan den Rijn

En verder: 4 nieuws... 15 column Sebastiaan van der Vinne... 24 doseersystemen: altijd precies genoeg... 26 onzichtbare vervuiling direct zichtbaar... 34 nieuwe aanbestedingswet... 42 Vendor in markt schone openbare toiletten... 45 column

31

Mathieu Lanting... 46 Sallcon Werktalent... 49 98 procent leden kent OSBkeurmerk... 52 terugblik cao-strijd... 56 OSB-nieuws... 57 mensen... 58 contacten en contracten... 60 producten-/dienstenregister... 62 column Ronald Bruins

Service Management nummer 9 september 2012

3


nieuws

Schoonmaakbedrijven verbreden hun aanbod Bezuinigingen zetten de omzet in de facilitaire dienstverlening onder druk. Om margedruk te verlichten treden bedrijven steeds vaker buiten gebaande paden. Dat concludeert het economisch bureau van ING in haar kwartaalbericht. De omzet in de schoonmaakbranche heeft volgens ING in 2011 weer geen groei laten zien. Dit jaar slaat stagnatie waarschijnlijk om in krimp en wordt

een omzetdaling van 1,5 procent verwacht. “Ondernemers voelen het effect van de bezuinigingen bij zowel private als publieke partijen”, aldus de onderzoekers. “Om de slechte marktomstandigheden het hoofd te bieden verbreden schoonmaakbedrijven, vaak in samenwerking met andere facilitaire bedrijven, zoals cateraars en beveiligers, hun aanbod. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de vraag naar integrated facility management: de

bundeling van diverse facilitaire diensten. Om kosten te besparen kopen organisaties hun facilitaire diensten als geheel in. Daarnaast verbreedt de schoonmaakbranche, door overnames en samenwerkingsverbanden, het werkterrein naar de zorgsector. Binnen deze sector liggen groeimogelijkheden doordat in de zorg relatief weinig schoonmaakwerk wordt uitbesteed en de sector naar verwachting ook de komende jaren groei laat zien.”

Prins Willem-Alexander en Bill Gates op zoek naar nieuw toilet Prins Willem-Alexander was onlangs in Seattle in de Verenigde Staten bij de Reinvent the Toilet Fair op het terrein van de Microsoft Campus. Het evenement werd georganiseerd door de Bill and Melinda Gates Foundation. De prins werd uitgenodigd in zijn rol van voorzitter van de Adviesraad voor Water en Sanitatie van de SecretarisGeneraal van de Verenigde Naties. De Bill and Melinda Gates Foundation heeft onderzoekers van technische universiteiten uit alle delen van de wereld een jaar geleden uitgedaagd om een prototype toilet te ontwikkelen dat geen gebruik maakt van water, riolering en elektriciteit, betaalbaar is voor de gebruiker en in staat is om bijvoorbeeld energie en gas terug te winnen. Door dergelijke nieuwe, be-

taalbare en schone technologie wordt mogelijk een oplossing gevonden voor het wereldwijde sanitatieprobleem. 2,5 miljard mensen kunnen geen gebruik maken van een toilet met alle gevolgen van dien voor onder meer hun gezondheid. Teams van diverse technische universiteiten, waaronder een team uit Delft, zijn deze uitdaging aangegaan. Hun prototypes worden tentoongesteld bij de Reinvent the Toilet Fair. Een aantal inzendingen is genomineerd voor een prijs en wordt verder ontwikkeld. De Prins van Oranje werd in gezelschap van oprichter Bill Gates rondgeleid langs de diverse prototypes en hield een toespraak bij de prijsuitreiking. Sanitatie is volgens hem niet alleen cruciaal voor gezondheid, menselijke waardigheid en ontwikkeling, maar ook economisch gezien van waarde. Zo is de

Gouden stofzuiger van 1 miljoen dollar Gekker moet het niet worden. Een stofzuiger van goud met een prijskaartje van bijna 1 miljoen dollar. Het bedrijf GoVacuum werkte zes maanden aan de stofzuiger die bedekt is met 24 karaat goud. De stofzuiger heet officieel de GV62711 en er worden maar 100 exemplaren van gemaakt. Ze hebben allemaal een serienummer en een echtheidscertificaat. “De stofzuiger is zijn gewicht niet in goud waard”, stelt het bedrijf op haar website. Maar volgens GoVacuum geeft het bezitten van zo’n stofzuiger zo’n status en exclusiviteit dat het niet kan worden uitgedrukt in geld. Toch kostte de stofzuiger recent nog 1 miljoen dollar, alhoewel daar in een actieweek een dollar vanaf is gegaan. Daar zit dan het maken van een inscriptie met bijvoorbeeld een naam op de stofzuiger bij in. Koopje toch?

4

Service Management nummer 9 september 2012

preventieve aanpak van grootschalige gezondheidsproblemen, zoals diarree, waaraan wereldwijd circa anderhalf miljoen kinderen per jaar overlijden, veel kostenefficiënter dan behandeling van de ziekte achteraf.


nieuws

Shell begroet 1 miljoenste bezoeker bij 2theloo Shell heeft onlangs de ĂŠĂŠnmiljoenste bezoeker van toiletconcept 2theloo feestelijk onthaald bij Shell Hazeldonk-West.

Inmiddels zijn 35 Shell-stations omgebouwd naar een 2theloo-toiletvoorziening. De meest recente vestigingen zijn Shell-station Bloemheuvel in

Woudenberg, Shell-station De Sprang in Sprang-Capelle, station Vill2 in Charleroi en Stadshart Almere in Almere.

De tankstationformule zegt tevreden te zijn over het toiletconcept waarmee sinds begin dit jaar wordt samengewerkt. Eind mei meldde 2theloo bij Shell De Schaars nog dat het de 100.000e bezoeker had mogen begroeten. 2theloo is van oorsprong een wcketen met winkels op meerdere locaties. De samenwerking met Shell is gericht op vijftig tankstations. Volgens Shell voldoet het concept 2theloo aan de wensen van de consument, omdat zij voor 50 eurocent een gegarandeerd schoon toilet aantreffen. Vieze snelwegtoiletten behoren tot de grootste ergernissen van automobilisten. De 50 eurocent die voor het bezoek aan het toilet betaald moet worden, kan de klant weer terugkrijgen door een tegoedbon met een waarde van eveneens 50 eurocent. Dit bonnetje is te besteden in de pompshop. Volgens Shell past het concept van 2theloo binnen het servicegerichte denken dat Shell nastreeft.

CSU neemt activiteiten Fermie over CSU neemt per direct de activiteiten van het Amsterdamse schoonmaakbedrijf Fermie over. De werkzaamheden concentreren zich vooral in de regio Amsterdam. CSU integreert ze in de businessunit CSU Cleaning Services Noordwest met de hoofdvestiging in Amsterdam Zuidoost. Het Amsterdamse familiebedrijf Fermie startte in 1948. Fermie bezit vooral expertise in de openbaarvervoersector. Door de hevige concurrentie kon het de zelfstandige positie niet be-

houden en werd het begin juli failliet verklaard. In overleg met de curator is de dienstverlening aan klanten gecontinueerd. Met de overname van de activiteiten door CSU wordt klanten en personeel een structurele oplossing geboden. Fermie en CSU zijn op veel vlakken vergelijkbaar. Beide zijn het familiebedrijven die bekend staan om hun expertise en hun duurzame werkwijze. Fermie-directeur Edwin van Hemert is bij CSU in dienst getreden als districtsmanager

om zijn klanten onder de vlag van CSU te blijven bedienen. Ook gaan Tom Fermie als rayonleider en Omar Belhadj als ambulant objectleider voor CSU aan de slag. Bij CSU komen ongeveer veertig ex-Fermie schoonmakers in dienst, eventueel aangevuld met medewerkers die voor Fermie bij Connexxion werkten. CSU kreeg zelfstandig een deel van het contract met Connexxion gegund dat eerst door Fermie werd uitgevoerd.

Glazenwassersbeurs op 15 en 16 mei Organisator Heliview heeft bekendgemaakt dat op 15 en 16 mei 2013 in Nieuwegein de vakbeurs voor glazenwassers en gevelbehandelaars plaatsvindt. Op de beurs zijn allerlei (technische) ontwikkelingen te zien in de branche. Denk aan ontwikke-

lingen in glazenwassen, hoogwerkers, steiger- en klimmaterialen, hangsteigers en -bruggen, werkkleding en schoeisel, beschermmiddelen, opleidingen en cursussen, automatisering, gritstralen, hogedrukreinigers en telescoopsystemen.

De afgelopen keer stonden op het buitenterrein diverse machine- en hoogwerkerleveranciers. Volgens de organisatie hadden de exposanten voldoende ruimte om al hun materiaal optimaal te presenteren en demonstreren.

Service Management nummer 9 september 2012

5


nieuws

HWS opent nieuw IPAF-opleidingscentrum HWS Verhuur in Noordwijk vierde onlangs de feestelijke opening van het nieuwe IPAF-opleidingscentrum voor de bediening van hoogwerkers. HWS Verhuur sloot zich begin 2010 als lidbedrijf aan bij de International Powered Access Federation. Kort daarna werd ook de aanvraag ingediend om een licentie te verkrijgen als IPAF-gecertificeerd opleidingscentrum. “Door de jaren heen zijn hoogwerkers complexer geworden en is de noodzaak tot veilig werken op hoogte met hoogwerkers alleen maar toegenomen”, laten Toby van de Kooij en Paul van Boven, de twee directeuren en eigenaren van HWS Verhuur, weten. Volgens de heren

is het daarbij van het grootste belang dat de bediening van de hoogwerkers op een veilige, efficiënte en deskundige manier gebeurt. “Het IPAF-opleidingsprogramma biedt die waarborg als geen ander en was voor ons dus een bewuste en logische keuze.” De IPAF-opleidingen duren doorgaans een volle dag en bestaan uit een theorie- en praktijkgedeelte gevolgd door een individueel examen. Geslaagde cursisten ontvangen een IPAF-certificaat en een hoogwerkerlicentie in de vorm van de PAL Card (Powered Access License). De PAL Card wordt door vele industrieën wereldwijd erkend en heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.

ISS creëert eigen businessunit voor hotels Vanwege de groei van ISS Cleaning Services in de hotelbranche heeft het concern besloten een speciale businessunit in het leven te roepen. “Deze branche vraagt een gespecialiseerde benadering”, aldus Mariet Kreeftenberg van ISS. De businessunit is op 1 augustus aan de slag gegaan. Rogier Lussenburg geeft leiding aan de businessunit. Lussenburg had al het Hilton-account van ISS onder zijn hoede. Philip Steiner neemt dat van hem over in de functie van accountmanager op dat account. ISS werkt voor onder andere voor het Sheraton Amsterdam Airport Hotel & Conference Center, Hotel Pulitzer in Amsterdam, Hilton Amsterdam Airport Schiphol, Hilton Royal Parc Soestduinen, Hilton Rotter-

6

dam, Hilton Garden Inn in Leiden en Hilton Den Haag. De unit komt te hangen onder de divisie key accounts.

Service Management nummer 9 september 2012

ISS verliest rechtszaak om aanbesteding Enschede

De gemeente Enschede is niet verplicht om met schoonmaakbedrijf ISS Nederland samen te werken. Dat heeft de Almelose rechter bepaald. ISS Nederland had een kort geding aangespannen tegen de gemeente omdat de gemeente had toegestaan dat cateraar en onderaannemer Albron onlangs was vervangen door Partypeople. ISS vindt dat hiermee de regels zijn overtreden. Het eiste een nieuwe openbare aanbesteding voor de schoonmaak en catering op de elf gemeentelijke bedrijfslocaties, waaronder het stadskantoor en het stadhuis. Of dat haar de klus alsnog werd gegund. De gemeente hield medio 2010 een aanbesteding voor de schoonmaak en catering. Beide diensten werden in één opdracht aanbesteed. De opdracht werd gegund aan de combinatie Asito en Albron. ISS eindigt als tweede. De klus werd in februari 2011 aangenomen, maar cateraar Albron haakte eind januari 2012 om economische redenen af. Deze werd vervangen door Partypeople, een andere cateraar. ISS kwam daartegen in het geweer. Volgens ISS was de wijziging in strijd met het aanbestedingsrecht. Gesuggereerd werd dat Asito de aanbesteding won mede door de goede naam van cateraar Albron. De gemeente vond dat met de vervanging van Albron door Partypeople er geen wezenlijke wijziging heeft plaatsgevonden en betoogde dat op geen enkele manier voorzien had kunnen worden dat Albron snel zou afhaken. De rechter stelde de gemeente Enschede in het gelijk.


+L ^PUZ[ ]HU K\\YaHHTOLPK

;;= =HYPV <P[LYZ[ IL[YV\^IHYL LU NLIY\PRZ]YPLUKLSPQRL ZJOYVIa\PNTHJOPUL =VVYaPLU ]HU ^H[LY LU JOLTPLILZWHYLUKL [LJOUVSVNPL =PQM QHHY NYH[PZ ZLY]PJL LU [^LL QHHY NHYHU[PL

^^^ U\TH[PJ US

KL ^PUZ[ ]HU K\\YaHHTOLPK


nieuws

Effektief Groep neemt Kuipers schoonmaakbedrijf over Effektief Groep heeft het in zwaar weer geraakte Kuipers schoonmaakbedrijf overgenomen. De concurrentiepositie van Kuipers stond de afgelopen jaren, mede door de toename van het aantal aanbestedingen, onder druk. ”Wat betreft achtergrond en mentaliteit passen de beide bedrijven goed bij elkaar, en naar verwachting zal de samensmelting van beide bedrijven dan ook glad verlopen”, aldus Patrick Reinders, algemeen directeur van de Effektief Groep. “Het is steeds gebruikelijker dat schoonmaakcontracten, Europees of onderhands, aanbesteed worden. Dat betekent dat er over het algemeen veel van de inschrijvende partijen wordt gevraagd en dat het belang van de persoonlijke relatie tussen leverancier en opdrachtgever naar de achtergrond wordt verdrongen.” Daarnaast is het deelnemen aan aanbestedingen een tijdrovende en daarmee dure aangelegenheid, zegt Reinders. “Van overheidswege wordt gewerkt aan versoepeling van de aanbestedingsregels zodat juist kleinere bedrijven ook weer de kans krijgen om mee te dingen naar opdrach-

ten. Voor Kuipers schoonmaakbedrijf komt de mogelijke aanpassing van de aanbestedingswet te laat.” Het werkgebied van Kuipers schoonmaakbedrijf besloeg de drie noordelijke provincies. Precies het gebied waar Effektief Groep van oudsher ook sterk is. In het dienstenpakket en de branches waarin Kuipers vertegenwoordigd was, zijn wel verschillen ten opzichte van Effektief Groep.

Reinders: “Sommige elementen zijn een mooie aanvulling op de propositie en portefeuille van Effektief Groep, anderen worden gesaneerd.” In de toekomst gaat Kuipers schoonmaakbedrijf verder onder de naam Effektief Groep en er wordt gewerkt vanuit het hoofdkantoor in Groningen. Door de overname blijft de lokale werkgelegenheid voor circa tachtig medewerkers gegarandeerd.

TreinSchoon! reinigt treinen andere vervoerders TreinSchoon!, een gezamenlijke onderneming van Succes Volendam en CSU Cleaning Services, sluit samen met NedTrain een overeenkomst voor het reinigen van alle materieel van andere vervoerders dan NS Reizigers voor acht locaties verspreid over heel Nederland. Het contract is gestart op 1 september. De looptijd is twee jaar met als optie drie maal een verlenging van een jaar. De contractwaarde is 4,7 miljoen euro per jaar. Het contract met TreinSchoon! omvat het dagelijks inwendig reinigen van treinstellen die rijden voor NS Hispeed, Arriva, RET en DB Rheinland. De treinstellen die gereinigd worden zijn bijvoorbeeld de Fyra en de Thalys, maar ook de ICE die tussen Amsterdam en Berlijn rijdt. Voor de uitvoering van het

8

contract is een nieuwe onderneming opgericht, waarin circa honderd medewerkers werken en waarvan de directie bestaat uit Nico Schokker

Service Management nummer 9 september 2012

(operationeel directeur Succes Volendam) en Patrick de Groot (directeur van de businessunit CSU Cleaning Services Noordoost).


nieuws

Inschrijven op aanbesteding niet vrijblijvend Inschrijven op een aanbesteding is niet vrijblijvend, ook al stuurt de schoonmaakondernemer per ongeluk een te lage begroting in bij een aanbesteding. De ondernemer kan namelijk niet een inschrijving intrekken vanwege een foutieve berekening. “Als je inschrijft op meerdere aanbestedingen omdat je daarmee je je kansen wilt vergroten er in ieder geval één gegund te krijgen en je krijgt ze vervolgens allemaal gegund, mag je niet weigeren”, aldus Kim Schofaerts van TenderCoach dat aanbestedingen begeleidt. Een voorbeeld: na inschrijving op een aanbesteding opende een aanbestedende dienst de enveloppen. Daaruit bleek dat het bedrijf X van de ondernemer de laagste inschrijver was. Tot schrik van de inschrijver was het verschil met de opvolger groot. Intern bij het schoonmaakbedrijf wordt een onderzoek gestart. Is er een calculatiefout gemaakt? Dat blijkt het geval. De aanbestedende dienst beoordeelt de inschrijving op rechtmatigheid. Op de eerste plaats aan de hand van de inschrijfdocumenten en de inschrijvingsvereisten. Vervolgens controleert de aanbesteder de inschrijvingsstaat van de laagste inschrijver. Afspiegeling Volgens wetgeving moet elke op te geven prijs per eenheid respectievelijk totaalbe-

drag van een resultaatsverplichting een afspiegeling zijn van de werkelijke kosten die moeten worden gemaakt. Als de aanbesteder hieraan twijfelt, kan hij contact opnemen en vragen om een verklaring. “Is er geen goede onderbouwing, dan kan dat leiden tot afwijzing”, aldus Schofaerts. “Dat staat in artikel 56 van het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten en artikel 59 van het Besluit Aanbestedingsregels Speciale Sectoren. Een verplichting tot afwijzing van abnormaal lage inschrijvingen is er echter niet.” De aanbesteder moet, voordat hij tot afwijzing overgaat, wel aannemelijk maken dat de inschrijving abnormaal laag is. En hij heeft het recht om een abnormaal lage aanbieding af te wijzen omdat het risico bestaat dat de opdracht niet kostendekkend kan worden uitgevoerd, waardoor de kwaliteit van de uitvoering niet gewaarborgd kan wor-

Wereldwijd zeventien noodlottige ongevallen met hoogwerkers In de eerste helft van 2012 werden wereldwijd zeventien noodlottige ongevallen gerapporteerd waarbij mobiele hoogwerkers betrokken waren. Dit blijkt uit de voorlopige resultaten van de databank hoogwerkerincidenten van de International Powered Access Federation. De IPAF zet zich wereldwijd in voor een veilig en effectief gebruik van hoogwerkmaterieel in de breedste zin des woords. De oorzaken van deze ongevallen waren tamelijk gelijkmatig verdeeld: elektrocutie (4), kantelen (4), mechanische oorzaken (4), vallen van het platform (4) en inklemming (1). Bij zeven ongevallen betrof het hoogwerkers op chassis (1b), zes had-

den te maken met zelfrijdende telesccoophoogwerkers (3b) en in drie gevallen betrof het (3a) betrokkenen. Bij één ongeval was het machinetype onbekend. Van deze ongevallen gebeurden er elf in de VS, twee in GrootBrittannië, en elk één in Australië, Nederland, Singapore en Spanje. Bij de presentatie van deze uitkomsten moedigde IPAF technical officer Chris Wraith alle fabrikanten, verhuurbedrijven, aannemers en gebruikers aan om alle bekende dodelijke en ernstige ongevallen waarbij hoogwerkers zijn betrokken, te melden op databank hoogwerker ongevallen. Deze is te vinden op www.ipaf.org.

den. Maar als de opgegeven prijs niet exorbitant laag is, maar de ondernemer het bij nader inzien toch niet voor het inschrijfcijfer wil uitvoeren, dan heeft het aanbestedingsrecht daar maling aan. Schofaerts: “Dan is de inschrijver verplicht om de opdracht uit te voeren.” Onherroepelijk aanbod Een inschrijving wordt, na verloop van de inschrijftermijn, aangemerkt als een onherroepelijk aanbod. Wat gebeurt er als de ondernemer weigert tot uitvoering over te gaan? De opdrachtgever is dan gerechtigd het werk voor rekening van de aannemer te voltooien of te doen voltooien, onverminderd het recht van de opdrachtgever op schadevergoeding. De aanbesteder kiest er dan vaak voor om het werk door de opvolger, bij de aanbesteding te laten uitvoeren. Het verschil tussen beide inschrijfcijfers wordt dan als schadevergoeding gevorderd van de oorspronkelijke aannemer. Schofaerts tot slot: “Kortom: inschrijven op een aanbesteding is niet vrijblijvend.”

Adverteerdersindex AA Riverside Alpheios Asito CSU Total Care Diversey Emil Deiss Greenspeed Ministerie van SZW Nocore Numatic SCA Hygiëne Products Vermop Salmon Wecovi

30 63 2 64 36 54 diverse 19 44 7 13 25 51

Service Management nummer 9 september 2012

9


t hema schoonmaak en techniek

Kennis vloeronderhoud naar achtergrond

“We worstelen met vakvolwassenheid” Vloeronderhoud door middel van strippen en polymeren vereist specialistische kennis die lang niet altijd voorhanden is. Er is soms zelfs een gebrek aan tijd om de techniek goed uit te voeren, constateren marktpartijen. “We worstelen in de schoonmaak met onze eigen vakvolwassenheid”, aldus één van hen. RONALD BRUINS

W

elke vloer een facilitair manager of een architect kiest, is bepalend voor het onderhoud. “Dat klinkt logisch, maar daar wordt in de praktijk nog te weinig over nagedacht”, constateert Bert Schulting, manager applicatie expertise bij Diversey. “Maar het is

ook complex. Welke vloer je neemt, heeft te maken met tal van factoren die je moet inschatten voor de komende twintig jaar. Van de toepassing van de ruimte, het gebruik ervan tot aan de akoestiek, de uitstraling en de andere wensen en eisen van de gebruikers…. Terwijl die keuze voor die

SVS-docent Hans Schröder laat de juiste manier van polymeren zien.

10

Service Management nummer 9 september 2012

vloer bepalend is voor het onderhoud dat je er de komende twintig jaar aan pleegt.” Facilitair managers zouden dan ook de total cost of ownership (totale kosten over twintig jaar) van een vloer in hun budgetten mee moeten nemen en niet alleen de kosten van de vloer zelf. Schulting:


t hema schoonmaak en techniek

onze eigen

Op een goede manier strippen en polymeren vereist kennis en ervaring en niet in de laatste plaats goede materialen. “Daarmee krijg je ook dat er concreter wordt nagedacht over de keuze voor het onderhoud. Dat gebeurt vanwege onder druk staande budgetten veel te weinig. Een vloeroppervlak is nu eenmaal aan slijtage onderhevig en dat zal schoonmaaktechnisch dus ook gevolgen hebben.”

Wat is linoleum? Linoleum is een materiaal dat gemaakt is van geoxideerde lijnolie, harsen, kalksteenpoeder, kleurstoffen, kurk en/of houtmeel. Het materiaal heeft meestal een jute rug en wordt aan het eind van het productieproces verzegeld en afgewerkt met polymeer.

De keuze voor de vloer is dus één. Daaruit volgt welk onderhoud er gedaan moet worden. Maar het in vloeronderhoud gespecialiseerde schoonmaakbedrijf moet vervolgens de staat van de vloer kunnen inschatten en de daarbij horende onderhoudsmethode kunnen toepassen. Peter van Gogh, productmanager bij GOM Specialistische Reiniging: “Je hebt kennis van zaken nodig. Medewerkers moeten de instructie die ze nodig hebben, daadwerkelijk ook echt krijgen.”

Wat wel en wat niet? Klakkeloos jaarlijks één van de meest gebruikte methodes voor vloeronderhoud toepassen, strippen en polymeren, gebeurt nog te vaak. Van Gogh:

“Je moet als vloerspecialist op een locatie zelf kunnen zien wat er wel en juist niet aan een vloer moet gebeuren.” Schulting haalt het voorbeeld van pvc-vloeren aan, die wat betreft het design soms niet of nauwelijks van linoleumvloeren zijn te onderscheiden. “Dat onderscheid moet je wel kunnen maken.” Daarbij komt dat schoonmakers volgens hem nog wel eens verkeerd inschatten of het nodig is om de toplaag van een linoleumvloer te strippen en te polymeren. “Bij goed en regelmatig onderhoud hoef je niet eens per jaar volledig te strippen en de vloer te voorzien van nieuwe onderhoudslagen, maar kun je volstaan met eens in de vijf jaar. Is bijvoorbeeld de glans eraf? Wrijf de vloer dan iets

Service Management nummer 9 september 2012

11

»


t hema schoonmaak en techniek

In negen stappen op de juiste manier strippen en polymeren In korte stappen legt SVS-docent Schröder de juiste manier van strippen uit. 1. Je sjouwt alle meubilair uit de ruimte. 2. Dan wordt al het losse vuil en stof verwijderd, de juiste pad onder de eenschijfsmachine gekoppeld en de stripper gedoseerd. 3. De vloer wordt geschrobd en de stripper moet inwerken, zodat de bovenlaag losweekt. 4. Daarna nog een keer schrobben en de vloer droog zuigen met de waterzuiger. 5. De vloer wordt nogmaals gespoeld met schoon water en een strippervrije pad en daarna gedroogd. 6. Voor het aanbrengen van een beschermlaag wordt eerst de staat van de vloer gecontroleerd. Als de linoleumvloer poreus is wordt eerst een poriënvuller als beginlaag aangebracht. 7. Na het goed laten uitharden van de poriënvuller kan de eerste beschermlaag worden aangebracht. Dit kan gedaan worden met een inwasapparaat of wasverdeler en met de m-methode (m-bewegingen) of de glazenwassersmethode (lange banen). 8. Na goed drogen een tweede laag aanbrengen. Voor een optimaal resultaat kan er tussen het aanbrengen van de verschillende lagen met de machine en een opwrijfpad gematteerd worden, zodat we de vloer optimaal verdichten. Laat de vloer daarna goed uitharden. 9. Dan kunnen alle meubels weer terug de ruimte in.

op met een diamantpad.” Daarmee is het gebruik van polymeren volgens Schulting ook duurzamer dan in eerste instantie gedacht. Hij pleit meteen voor meer vakbekwaamheid in het strippen en polymeren. Dat is een pleidooi naar het hart van SVS-docent Hans Schröder. “Een goede opleiding is onontbeerlijk om deze techniek goed en juist toe te passen. Alleen zo krijg je een goed resultaat.” Wat de juiste techniek is? Zie daarvoor het kader over de juiste manier strippen en

12

De vloer wordt geschrobd en de stripper moet inwerken, zodat de bovenlaag losweekt. polymeren. “Je moet deze techniek niet verkeerd toepassen”, zegt Ad van Poppel, directeur Kwaliteit Schoonmaakdivisie bij Facilicom. “Er is ervaring en kennis voor nodig.” Als derde component komt tijd om de hoek kijken, beschouwt zijn collega Van Gogh. “Alle scholen willen in hetzelfde tijdsbestek alle vloeren gedaan hebben, waardoor er druk ont-

Service Management nummer 9 september 2012

staat op de uitvoeringsplanning. Dat leidt tot enorme pieken, waardoor de foutkans toeneemt. Daarbij komt dat er in scholen geen omstandigheden zoals in het laboratorium zijn. Hoge temperaturen of relatieve vochtigheid zijn van grote invloed op de voortgang van de werkzaamheden en mogelijk op het resultaat. Wat je eigenlijk zou willen, is spreiding van het vloeronderhoud over het hele jaar

»


*

Uw verantwoorde wasruimte

Minder verbruik, beter voor het milieu Met de juiste keuze voor hygiĂŤneproducten kunt u het verbruik terugbrengen en uw afvalstroom verminderen. Bijna 90% van onze tissueproducten en zepen draagt een internationaal ecolabel; dit maakt het nemen van een verantwoorde beslissing eenvoudig. Uw keuze van vandaag maakt het verschil voor morgen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw dealer of lees meer op onze website www.tork.nl


t hema schoonmaak en techniek

heen. Daarbij is strippen een milieubelastende werkwijze. Wij kijken dan ook naar alternatieven. Ideaalbeeld voor de klant is een vloer die weinig of geen onderhoud vereist.” De recent in Nederland geïntroduceerde I-Waxmethode die claimt dat er nooit meer gepolymeerd hoeft te worden, lijkt daarmee een goed alternatief. Van Gogh: “We halen er goede resultaten mee. Je kunt deze methode van producent PLS uit Zweden meenemen in je dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden. Voordeel van de methode is dat er geen jaarlijkse eindbeurt vloeronderhoud meer nodig is. Zeker voor scholen of bedrijven waar het werk nauwelijks stilgelegd kan worden, is dit een enorme pre.”

Een ander principe Schulting plaatst een kanttekening. “Het is een ander principe, namelijk dat van reinigen en beschermen. Je moet dus bepalen welk principe je op welke vloer wilt toepassen: alleen reinigen, reinigen en beschermen, of reinigen na beschermen. Je kunt daarom I-Wax niet tegenover polymeren zetten en het zeker niet op voorhand als duurzamer bestempelen. Als op een linoleumvloer goed onderhoud wordt uitgevoerd, hoef je ook maar eens per vijf jaar te strippen en te polymeren.” Juist aan het resultaatgerichte, periodieke onderhoud schort het regelmatig. Arjan Vreeman, technisch manager bij Diversey: “Als ik mijn auto nooit schoonmaak en na vijf jaar volledig laat ontroesten en opnieuw laat lakken, vindt iedereen dat vreemd. Maar dat is eigenlijk precies wat er met vloeren wel elk jaar gebeurt. Het is ook niet kosteneffectief. Door het zo (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

W

NE

Voor België

14

03 - 231 33 89 www.boma.be

Do’s t /FFN EF OPPE[BLFMJKLF UJKE t 8FSL [FFS OBVXLFVSJH t -BBU EF TUSJQQFS UJFO NJOVUFO JOXFSLFO t /B EJFQTUSJQQFO BMUJKE FFO TFBMFS BBOCSFOHFO PQ FFO OJFU FHBMF MJOPMFVNWMPFS WPPSEBU FFO QPMZNFFS XPSEU BBOHFCSBDIU t #SFOH EF UXFFEF MBBH QPMZNFFS CJOOFO BDIU VVS BBO FO MBBU EF WMPFS HPFE VJUIBSEFO

Don’ts t #FHJOOFO [POEFS UF XFUFO XBU FS PQ EF WMPFS [JU PG XBU WPPS WMPFS IFU JT t )FFU XBUFS HFCSVJLFO t #SFOH HFFO TFBMFS PG QPMZNFFS BBO XBOOFFS IFU UF XBSN HSBEFO PG UF LPVE HSBEFO JT PG EF SFMBUJFWF WPDIUJHIFJE MBHFS EBO QSPDFOU PG IPHFS EBO QSPDFOU JT JO EF SVJNUF t 1PMZNFFS OJFU HFGPSDFFSE MBUFO ESPHFO EVT HFFO CMPXFS HFCSVJLFO PG WFSXBSNJOH FYUSB IPPH t #SFOH CJK WPPSLFVS OJFU NFFS EBO UXFF MBHFO QPMZNFFS BBO Bron: Diversey

op te pakken heb je maar drie maanden plezier van een vloer. Er moet dus een beter besef komen dat vloeren vaker onderhoud en schoonmaak nodig hebben. De tussentijdse vervuiling moet op zijn minst worden aangepakt.” Schulting: “In dat licht: soms heb ik wel eens het idee dat we in de schoonmaak worstelen met onze eigen vakvolwassenheid.” Vaker onderhoud is echter een lastige boodschap in een tijd waarin het budget van de facilitair manager onder druk staat. Daardoor is er eerder minder dan meer tijd voor vloeronderhoud, constateert SVS-docent Hans van Eijk. “Bij strippen en polymeren moeten de stappen in de juiste volgorde en in voldoende tijd worden uitgevoerd. Maar bij de gegeven tijd wringt het nogal eens. Die tijd is vaak niet toereikend, waardoor er bewust of onbewust fouten ontstaan. Men brengt bijvoorbeeld een nieuwe harde laag polymeer op een oude waslaag aan, waardoor er een zachte ondergrond ontstaat. Het nieuwe polymeer hecht niet, waardoor dit wordt losgelopen. Als de oude vloer niet neutraal is gemaakt, hecht het polymeer ook niet, waardoor de beschermlaag verpoedert. Men kan het polymeer ook te dik aanbrengen, waardoor deze wel droogt aan de oppervlakte, maar niet uithardt. Daardoor ontstaan kraters in de beschermlaag en dat bemoeilijkt

Service Management nummer 9 september 2012

het stofwissen naderhand.” De stripper te lang laten inwerken op de vloer zorgt eveneens voor problemen. Van Gogh: “Als je een stripmiddel te lang laat inwerken, kan de vloer blijvend beschadigd worden. Daar blijf je altijd plekken van zien.”

Transparante coating Naast I-Wax noemt Gom ook vloercoatings van polyurethaan. Van Gogh: “Dat is een transparante coating van twee componenten die lijkt op een soort verf. Het nadeel is dat de coating zeer definitief is. Erop is erop en dan valt het er niet of nauwelijks meer af te halen.” Diversey vindt het toepassen van polyurethaan voor onderhoud een brug te ver. “Wij zijn geen voorstander van het toepassen van puur polyurethaan. Wij zeggen dat je vloeren nog steeds gemakkelijker kunt onderhouden en dat het technisch prima mogelijk is om vloeren perfect te houden.” SVS-docenten Schröder en Van Eijk noemen SPP-pads die zonder chemie alleen water gebruiken om oude polymeerlagen te verwijderen. Tot slot constateert Gom dat de markt gewend is geraakt aan het jaarlijks terugkerende strippen en polymeren. “Dat krijg je er niet zomaar uit, ook al heb je een goed alternatief. We zetten die periodieke werkzaamheden bijna automatisch in de adviezen of bestekken. Wat dat betreft zijn we in de schoonmaak nog wel eens wat behoudend.” ‹‹


t hema schoonmaak en techniek

Pas microvezel toe zoals het hoort

B

aanbrekende innovaties in de schoonmaak lijken spaarzaam. Natuurlijk wordt er veel ontwikkeld en geoptimaliseerd, maar revoluties komen weinig voor. Al jaren beroept de schoonmaakmarkt zich op de microvezeltechniek. Hoe revolutionair is deze techniek anno 2012? Houdt de gekoesterde microvezeltechniek de snel evoluerende eisen ten aanzien van naleving van codes, respect voor medewerkers en bovenal duurzaamheid wel bij? Een ieder die enigszins betrokken is bij de schoonmaakmarkt merkt dat er veel gaande is. Betrokken en bewogen initiatiefnemers komen met codes en keurmerken. Ook de recent verworven nieuwe cao zet hoog in op duurzame belangen. Denk aan opleidingen, respect en minder werkdruk voor de medewerkers. Dat zijn prachtige ontwikkelingen. Maar hoe vertalen al deze initiatieven zich nu naar de werkvloer? Wat merken de schoonmaakmedewerkers hiervan? Juist de toepassing en naleving van de microvezeltechniek is een interessante graadmeter.

Praktijk loopt achter Onze kwaliteitsinspecteurs beoordelen dagelijks de schoonmaakkwaliteit van tientallen locaties in de Benelux. De locaties variëren van ziekenhuizen tot aan fabrieks- en kantooromgevingen. Een analyse van de constateringen leert dat de praktijk behoorlijk achterloopt op de

theorie. Dagelijks constateren onze inspecteurs dat de richtlijnen van de microvezeltechniek, die noodzakelijk zijn voor het succes van het systeem, niet of nauwelijks worden nageleefd. Denk aan zaken als het niet gebruiken van verschillende doeken (kleuren) voor de verschillende schoon te maken omgevingen, het niet tijdig vervangen van een gebruikte doek voor een nieuwe

maakmarkt niet langer mooie initiatieven bedenken, maar vooral ook realiteit en betrokkenheid naar de werkvloer toe realiseren. De dagelijkse praktijk van de schoonmaakwerkvloer leert ons dat er nog altijd veel te weinig tijd wordt besteed aan opleiding, toetsing, herinstructie en bovenal het bieden van voldoende tijd om noodzakelijke activiteiten uit te voeren. Een innovatief

Richtlijnen voor de microvezeltechniek blijken niet goed te worden nageleefd doek, het (veelal niet toegestane) gebruiken van middel, het niet toepassen van de juiste technieken (vouwen van de doeken), het niet dagelijks verzamelen en wassen van de gebruikte doeken en het niet correct wassen van de doeken. Deze worden namelijk vaak door de medewerkers zelf thuis gewassen en dat komt officieel niet overeen met de richtlijnen. Doordat deze basisregels nauwelijks worden nageleefd verliest het systeem zijn werking en ontstaan meer vervuiling en methodefouten.

Geen sneer Is dit bedoeld als een sneer naar de schoonmaakmedewerkers? Zeker niet. Het wordt tijd dat de beleidsbepalers en strategisch betrokkenen in de schoon-

systeem als de microvezeltechniek implementeren, maar de medewerkers niet voldoende tijd en instructie bieden om het systeem ook correct toe te passen, getuigt tevens niet van veel respect. Hier ligt een grote uitdaging voor de duurzame schoonmaakleveranciers. Recente initiatieven in de schoonmaakmarkt lijken stap voor stap een mooie ommekeer in de markt te realiseren. Maar laten we, juist in het licht van deze initiatieven, de werkvloer niet vergeten. Laten we de medewerkers nu werkelijk met respect behandelen en klein, maar o zo uitdagend beginnen. Pas de microvezeltechniek toe zoals het hoort. ‹‹ Sebastiaan van der Vinne, InTexSo Adviesbureau

Service Management nummer 9 september 2012

15


t hema schoonmaak en techniek

Wilco de Vries, Orion:

“Blijf altijd met schone Met schone spullen blijven werken. Wilco de Vries, directeur van het schoonmaakbedrijf Orion in Zaandam kan er niet genoeg op blijven hameren. Microvezel gebruikt hij alleen voor werkdoekjes, maar niet voor op de vloer en hij verdiept zich waar mogelijk in nieuwe schoonmaaktechnieken. “Dat hoort er nu eenmaal bij”, aldus de ondernemer. RONALD BRUINS

D

e betrokken Zaandammer begon ooit op zijn dertiende met vloeren in de was zetten en tapijtreiniging. “Die werkzaamheden had ik nodig om wat bij te verdienen voor mijn dure hobby, de motorsport.” Hij haalde ooit het LTS-diploma om automonteur te worden, maar na een paar maanden in een garage wist hij dat dat niets voor hem was. “Ik wilde terug naar de schoonmaak.” De Vries komt naar eigen zeggen uit een arbeidersmilieu, waar hard werken en het goed doen de norm was. “Van ondernemersbloed was destijds nog geen sprake.” Dat weerhield hem er echter niet van om in 1992 voor zichzelf te beginnen. “Ik was rayonleider bij schoonmaakbedrijf Briljant. Ik werkte al jaren bij dat familiebedrijf. Bij de verkoop van het bedrijf kreeg mijn broer al het lapwerk. Ik bleef en trad in dienst bij CSU. Op een gegeven moment wilde (Advertentie)

16

ik ook voor mezelf beginnen als glazenwasser. Ik kon via een vader van een vriendin van mij die facilitair manager was, De Telegraaf Media Groep als klant krijgen. Dat was meteen een hele grote klant. Elke maand kon ik daar de ramen wassen en als ik klaar was, kon ik weer opnieuw beginnen.”

Lapklanten Er kwamen meer lapklanten, zoals De Vries ze noemt, bij. “Ook een machinefabriek wilde van mijn diensten gebruikmaken. We waren al een tijd aan de slag, toen het bedrijf naar me toekwam. Of ik ook de schoonmaak wilde doen, want ze waren niet tevreden over het huidige schoonmaakbedrijf.” Orion ging daarmee ook reguliere schoonmaak aanbieden. “Dat was geen onbekende tak van sport voor me. Sinds mijn dertiende had ik al bij Briljant gewerkt. Ik ben opgegroeid in de schoonmaakwereld.” De Vries werkte twee weken voor zichzelf toen hij een kruisband in zijn knie afscheurde. “Een ongeluk op de motor. Dan zit je. Er moest wel gelapt worden natuurlijk. Mijn halfbroer heeft het opgevangen.” Na een paar maanden thuis ging De Vries weer aan de slag en kwam de machinefabriek erbij als schoonmaakklant. “Het werd me allemaal wat te veel en toen heb ik mijn eerste personeelslid aangenomen, voor twee uur in de avond.” De Vries verhuisde naar de woning aan

Service Management nummer 9 september 2012

de Falster 20 waar hij nu in Zaandam woont en kantoor houdt. “We zaten nog geen twee weken in dit huis toen ik van de ladder viel. Twee benen helemaal aan gruzelementen. De linkerenkel was zo gecompliceerd gebroken dat mijn voet er helemaal naast stond.” De Vries had de ladder niet goed neergezet. “Het was slechts van één hoog, maar ik kwam niet goed terecht. Het werk moest blijven doorgaan. Mijn broer Jan en een vriend van me hebben me geholpen en mijn werk een halfjaar overgenomen. Zij hebben mijn klanten weten vast te houden. Dat was geweldig van ze. Ik was gelukkig wel verzekerd. Na een halfjaar ben ik weer begonnen, maar dat was eigenlijk iets te vroeg. Ik heb nu nog maar 25 procent beweging in mijn enkel. Je gaat anders lopen en daardoor kreeg ik problemen met mijn knieën.” Wie denkt dat daar het ondernemerschap van De Vries stopte, heeft het mis. “Het was in 1998 al snel duidelijk dat ik niet tot mijn 65e de ladder op kon. Ik had vijf medewerkers in dienst. Ik moest dus groeien. Als er vijftig uur per dag gewerkt zou worden voor Orion buiten mij om, dan zou ik daar een inkomen uit halen.” Orion lapte de ramen bij De Telegraaf als onderaannemer. Het schoonmaakbedrijf dat hem inschakelde, vroeg hem ook bij Madame Tussauds, het bekende museum met


t hema schoonmaak en techniek

spullen werken”

Wilco de Vries, directeur van schoonmaakbedrijf Orion, aan de slag bij Madame Tussauds. “Beleving is belangrijk in de schoonmaak, zeker bij musea.” de wassen beelden, aan de slag te gaan. De Vries: “Ik kreeg een band met Madame Tussauds, maar ik kwam altijd met de pet op van het schoonmaakbedrijf dat mij inschakelde. Het museum was niet blij met het schoonmaakbedrijf, maar wel met mij. Toch moest ik afscheid nemen. Een jaar later nam Madame Tussauds contact met me op. ‘‘Stuur je kaartje eens.” In april vroegen ze mij aan tafel. Kun je iets voor me betekenen, zei de facility manager daar. Ik ben klaar met mooipraters. Ik wil iemand aan de slag hebben waarvan ik denk dat hij het goed gaat doen.”

Kwaliteit bewaken Madame Tussauds is al acht jaar klant bij Orion. “Het is 365 dagen in het jaar hard werken, maar het is o zo leuk werk. In het begin moest ik

voel en kan met iedereen, van directeur tot schoonmaker, door één deur. Je weet daardoor wat je aan mensen hebt. Ik draai bij mijn medewerkers weleens de rollen om. Doe eens alsof

“Het was in 1998 al snel duidelijk dat ik niet tot mijn 65e de ladder op kon” mensen aannemen. Belangrijk was daarbij het bewaken van de kwaliteit. Ik bezocht, zeker in het begin, alle dagen de klussen. Ik doe veel op ge-

je mij bent. Waar zou jij als baas op letten als je een controle zou uitvoeren? Ik vind het belangrijk dat mijn mensen zich bewust worden van

Service Management nummer 9 september 2012

17

»


t hema schoonmaak en techniek

Doe- en ontdekmuseum Nemo Science Center is eveneens klant. “Je kunt met een checklist alle ruimtes langs, maar meer dan dat gaat het om vertrouwen.” waar ze mee bezig zijn. Beleving is belangrijk in de schoonmaak, zeker bij musea. Verplaats je in de bezoeker en in je klant. Wat verwachten zij van schoonmaak?” Die beleving is

het gebouw schoon te krijgen en te houden. Dat vertrouwen is niet te vatten in controlelijstjes. Daarbij komt dat er, als je wat wilt vinden, er ook inderdaad altijd wel wat te vin-

“Ik ga nu meer voor nieuwe technieken open staan. Ik vind ook dat dat bij het verdiepen in je vakgebied hoort” volgens De Vries belangrijker dan een VSR-keuring. “Het gebouw moet schoon zijn. Je kunt met een checklist vervolgens alle ruimtes langs, maar meer nog dan dat gaat het om vertrouwen. Je doet er alles aan om

18

den is.” De Vries heeft het dan ook niet zo op adviesbureaus die in lijvige aanbestedingsdocumenten vertellen wat er moet gebeuren. “Dat kan ook op één A4”, klinkt het nuchter. De Vries is wars van hoogdraverij en

Service Management nummer 9 september 2012

zo kwam hij na Madame Tussauds ook binnen bij het Nemo Science Center, het doe- en ontdekmuseum over wetenschap en technologie, eveneens in Amsterdam. Tijdens de officiële aanbesteding van de schoonmaakklus kwam De Vries’ schoonmaakbedrijf niet met dure mappen en grote presentaties op beamers naar Amsterdam. “Nee, ik had mijn koppel nog om en de wisser in mijn hand.” De Vries schakelde hulp in om alsnog de lijvige documenten in te vullen en won uiteindelijk de aanbesteding. De prijs was niet de doorslaggevende factor, vertelt Jouke Konijn, hoofd gebouwbeheer bij Nemo, in het Noordhollands Dagblad. Orion schrijft niet laag in. “Ik had naar Madame


t hema schoonmaak en techniek

Tussauds gebeld en daar gaven ze me de tip Wilco te bellen, omdat hij zelf zo betrokken is. Vóór Wilco hadden we een groot schoonmaakbedrijf met heel veel ziekteverzuim en verloop van personeel. Daar wilden we vanaf. Dat voldeed niet.” De Vries heeft naar eigen zeggen een ziekteverzuim van minder dan een half procent per jaar en “vrijwel alle” medewerkers blijven. “Jaar in, jaar uit.” Dat is volgens De Vries “een kwestie van fatsoenlijk omgaan met medewerkers en betrokken zijn.” Inmiddels kent Orion 25 medewerkers en is het in het omzetoverzicht van Service Management een van de snelst groeiende schoonmaakondernemingen. De Vries: “Alle klanten van het eerste uur zijn nog steeds klant bij ons.”

Stofvrij De Vries heeft het niet zo op controleurs die met hun vingers over een afgelegen richel gaan. “Je kunt altijd op

zoek gaat naar iets dat niet schoon is. Maar het belangrijkste is dat een gebouw stofvrij is. Als ik over de vloer met mijn handen zwaai, moeten er geen wolken stof bovenkomen. Dat vereist dat mensen weten hoe ze moeten stofzuigen, van naad tot naad. Loop niet alleen maar een beetje zigzag door de ruimte heen.” De Vries verdiept zich de laatste tijd meer en meer in nieuwe schoonmaaktechnieken, zoals strippen zonder chemie. “Ik ga nu meer voor nieuwe technieken openstaan, ook omdat ik daar meer tijd voor heb. Ik vind ook dat dat bij het verdiepen in je vakgebied hoort.” Hij gebruikt de schuimreiniger Foamfix van Cleanfix voor de periodieke reiniging van toiletruimtes en doucheruimtes van sporthallen. “Zonder al te veel boenen, het product doet het werk, kun je de toiletten en doucheruimten honderd procent schoon en kalkvrij krijgen.” Hazet is bij hem huisleverancier voor

de schoonmaakmiddelen. Cleanfix levert de schoonmaakmachines. Bij die laatste leverancier volgde hij onlangs een workshop over chemieloos strippen. “Maar ik haal daar nog niet dezelfde resultaten mee als met traditioneel strippen. Dat kan ook onervarenheid zijn.” De Vries gebruikt microvezeldoeken, maar niet voor de vloer. “Het risico is dat je te lang met dezelfde microvezel doorgaat, waardoor de vloer niet meer schoon wordt. We moppen nog altijd traditioneel, maar dan wel altijd met twee emmers. Je haalt schoon water uit de ene en de ander gebruik je om uit te spoelen. Die laatste moet je dan ook vaak leeggooien. Anders maak je de vloer voor het oog nat en verplaats je het vuil alleen maar.” Blijf altijd met schone spullen werken. Daar hamert De Vries op bij zijn mensen. “Dat kan ik niet vaak genoeg blijven zeggen.” ‹‹

(Advertentie)

HUURT U WELEENS TIJDELIJKE ARBEIDSKRACHTEN IN? NEE, dan kunt u de rest van deze advertentie rustig overslaan.

JA, dan moet u weten dat u alleen arbeidskrachten mag inhuren bij bedrijven die voldoen aan de registratieplicht Waadi. U riskeert een boete van € 12.000,- of meer voor elke arbeidskracht die u inhuurt via een bedrijf dat niet goed geregistreerd staat. Voorkom problemen en controleer met de Waadi-check op kvk.nl/waadi of het bedrijf waar u arbeidskrachten inhuurt goed geregistreerd staat. Of kijk op weethoehetzit.nl; dé wegwijzer in eerlijk en veilig werken.

Dit is een initiatief van het ministerie van SZW in samenwerking met de Inspectie SZW.

Service Management nummer 9 september 2012

19


t hema schoonmaak en techniek

Pilot Antonius Ziekenhuis

Nanocoating: pantser tegen vuil? Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, maar met nanotechnologie zouden schoonmakers minder hard hoeven te boenen. Bovendien hoeven de oppervlaktes die over een zogeheten nanocoating beschikken, minder vaak gereinigd te worden. Betekent deze technologie verlichting voor de schoonmaaksector of is dit het zoveelste fabeltje? NIELS ACHTEREEKTE EN SUZANNE WIJERS

“D

eel je de aarde door een miljoen, dan krijg je een knikker. Deel je een knikker door een miljoen, dan heb je een nanodeeltje”, Ale Bok, directeur van Nano-Coat, kan het niet simpeler uitleggen. Zijn bedrijf levert beschermingsmiddelen die ontwikkeld zijn op basis van nanotechnologie. Een techniek die een heel ontwikkelproces kent, maar in essentie bestaat uit het behandelen van oppervlakten met miniem kleine deeltjes silicazand (Si02). De truc is te zorgen dat deze deeltjes op de oppervlakte blijven zitten en een beschermlaagje vormen. Dat is mogelijk door de kleine deeltjes met behulp van vloeistof te laten ‘plakken’. “Je creëert een onzichtbaar filmpje dat een soort van spijkerbed vormt, waar het vuil niet doorheen kan”, (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

+31 (0)70 - 345 87 37 www.greenspeed.eu

20

Van autowas naar schoonmaakmiddel Nano-Coat International heeft 52 nanorecepturen tot zijn beschikking, waarvan 22 in eigendom. Oprichter Thomas Allart dankt de recepturen aan een gepensioneerde Duitser die werkzaam was in de serre-business. Deze man kreeg veel klachten over zijn lastig schoon te maken serres. Tijdens zijn zoektocht naar een vernieuwende schoonmaakmethode experimenteerde hij met autowas en kwam hij nanotechnologie op het spoor. Na vele proeven en varianten vond langzamerhand de introductie in de reguliere schoonmaak plaats.

legt Bok uit. Volgens hem betekent dat niet dat nanodeeltjes zorgen voor een agressieve laag, maar juist voor een duurzaam laagje dat eenvoudig schoon is te maken met water. De belangrijkste eigenschap van nanodeeltjes is immers dat vuil er zich niet aan kan hechten. “Je hebt dus geen dure en schadelijke schoonmaakmiddelen meer nodig, wat gelijk goed is voor het milieu.”

Nanopantser Vet hecht niet aan teflon, maar teflon hecht wel aan de pan. Hoe zit dat met nanodeeltjes? Volgens Bok is het nanopantser eenvoudig van de ondergrond te verwijderen, mocht dat nodig zijn. De nanodeeltjes zijn namelijk niet bestand tegen agressieve zeep en microvezeldoekjes. Volgens Bok weer een voordeel. “Stel dat je een houten oppervlak dat met nanodeeltjes is behandeld in de verf wilt zetten. De verf blijft dan niet hech-

Service Management nummer 9 september 2012

ten, tenzij je het beschermlaagje er eerst afhaalt.” De mogelijkheden van de middelen lijken dan ook verder te strekken dan schoonmaak alleen. Toepassing als preventieve maatregel is denkbaar. Ter voorkoming van graffiti bijvoorbeeld of om te zorgen dat ongewenste stickers niet hechten aan de ondergrond. “Bij een auto die we met nano hadden behandeld, wilde de bestickering maar niet blijven plakken”, geeft Bok als voorbeeld. Het Antonius Ziekenhuis liet enige tijd geleden weten als eerste ziekenhuis in Nederland nanotechnologie toe te passen in haar schoonmaak. Om te testen of deze manier van schoonmaken geschikt is voor toepassing in een ziekenhuis heeft Nano-Coat de afgelopen tijd verschillende materialen van het ziekenhuis behandeld met nanocoating. Voor de pilot zijn met name glas en rvs in algemene ruimtes behandeld. Hoewel de test nog maar een halfjaar


t hema schoonmaak en techniek

loopt en er slechts zo’n tien proefstukken zijn gebruikt, zijn de eerste resultaten volgens de betrokkenen positief. Zo laat afdelingshoofd gebouwservices Ulco Bosma weten dat het vuil minder goed aan de bewerkte materialen hecht en het daardoor voor de schoonmakers makkelijker is de testoppervlakken te reinigen. Maar de communicatieafdeling van het ziekenhuis benadrukt dat het nog te vroeg is om met harde conclusies naar buiten te treden. Bok heeft er in ieder geval alle vertrouwen in dat het ziekenhuis goede resultaten zal boeken en wijst erop dat er in de toekomst minder vaak schoongemaakt hoeft te worden. “In een supermarkt die al langer met de producten schoonmaakt, hoeven de medewerkers de vloer nu nog maar één keer per maand met een machine te bewerken. Eerder was dat één keer per dag.” Hij ziet dan ook ruimte voor kinderdagverblijven, waar vooral op het toilet vooruitgang geboekt kan worden.

Kritische noot In de praktijk blijkt het schoonmaken met nanotechnologie echter niet zaligmakend. Paula Jansen, bij Asito werkzaam als objectleider, besloot een variant van een andere leverancier in te zetten op een wat ouder, stinkend toilet in een schoolgebouw, maar behaalde er niet het resultaat mee dat ze verwachtte. “We dweilden het elke dag en namen ook de wanden mee, maar het vuil en met name de vieze lucht kwamen telkens weer terug. Uiteindelijk

Nog geen prioriteit In 2010 heeft de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten TNO een enquête laten uitvoeren onder haar leden. Geen van de leden bracht op dat moment nanoproducten op de markt. Een jaar later voerde TNO onderzoek uit onder een groep leden van brancheorganisatie OSB. Geen van de ondervraagde leden bleek professioneel gebruiker van nanoproducten. Slechts enkele bedrijven maakten er sporadisch gebruik van. In de schoonmaaksector lijkt nanotechnologie dan ook (nog) niet hoog op de agenda te staan.

Het Antonius Ziekenhuis liet weten als eerste ziekenhuis in Nederland nanotechnologie toe te passen in haar schoonmaak. heeft de eigenaar maar besloten een gietvloer eroverheen te leggen.” Ondanks haar niet zo positieve ervaring vindt Jansen enige nuance wel op zijn plaats. “Ik was meteen al sceptisch over de goede werking van het spul, maar moet ook zeggen dat het een oud gebouw is waar we het hebben gepro-

ducten aan Asito. Hij benadrukt dat de nanocoatings die zijn bedrijf levert, niet zozeer schoonmaakmiddelen zijn, maar juist bescherming bieden. “Je moet het oppervlak eerst goed schoonmaken, anders werkt de nanotechnologie niet. Het is geen reinigingsproduct.” Bovendien zijn na-

“Je creëert een onzichtbaar filmpje dat een soort van spijkerbed vormt, waar het vuil niet doorheen kan” beerd, met veel voegen en erg oude tegels. Waar het precies aan ligt dat het niet werkt,weet ik niet, maar je moet in ieder geval niet denken dat het een wondermiddel is. Waarschijnlijk is het meer een product voor nieuwere vloeren en wanden.” Piet Dijkhuis is technisch adviseur bij Chemtec, leverancier van nanopro-

noproducten niet geschikt voor alle omgevingen. “Het moet niet te warm of te vochtig zijn”, vertelt Dijkhuis. De coating heeft namelijk ongeveer twee uur de tijd nodig om te drogen. De ideale temperatuur daarvoor is ongeveer 15 graden; dan kan het product goed vernetten en zich gelijkmatig verdelen over het oppervlak, waardoor een gesloten laag ontstaat. Daar

Service Management nummer 9 september 2012

21

»


t hema schoonmaak en techniek

Het ziekenhuis heeft er alle vertrouwen in dat er goede resultaten worden geboekt en wijst erop dat er in de toekomst minder vaak schoongemaakt hoeft te worden. bovenop moet de coating nog zes uur uitharden. Condensvorming is dus funest. “Je gebruikt in feite een hightechproduct in een low techmarkt. Als je nanotechnologie in de schoonmaak toepast, moet je er echt serieus mee omgaan.” Dat betekent dat de schoonmaker de voorbehandeling zorgvuldig moet uitvoeren. Oftewel, het oppervlak goed reinigen en poedervrij maken. Zeker materialen met een open structuur gaan langzamerhand poederen. Zolang die laag aanwezig is, kan de nanocoating niet goed hechten.

Verspreiden kennis Hoewel Dijkhuis ook buitendienstmedewerker is, hecht hij vooral be-

lang aan het verspreiden van kennis over nanoproducten. “Natuurlijk willen we onze producten verkopen, maar in dit stadium is het vooral belangrijk om goede informatie te verstrekken. Zo is het onzes inziens voor sommige nieuwe geveldelen onzinnig direct al nanotechnologie te gebruiken. In veel gevallen zou je pas na ongeveer zes jaar over hoeven te stappen. Afhankelijk van het soort ondergrond natuurlijk.” Niet iedere ondergrond leent zich voor een nanocoating. Door de bank genomen zijn de producten alleen toepasbaar op gesloten ondergronden zoals aluminium, rvs en diverse kunststoffen. “Onbewerkte mineralen, beton en marmer zijn dus niet geschikt voor

Voordelen nanocoating » Minder schoonmaakmiddelen nodig, doordat vuil niet of minder goed hecht aan het oppervlak. » De ondergrond krijgt een beschermingslaag en zou daardoor langer meegaan. » Glas kan in zekere mate zelfreinigend worden. Rondwaaiend stof regent er bijvoorbeeld weer af.

Nadelen nanocoating » Lijkt niet geschikt voor oude, sterk vervuilde oppervlakten. » Niet bestand tegen microvezeldoekjes en (agressieve) schoonmaakmiddelen.

22

Service Management nummer 9 september 2012

onze nanocoatings. Het pand van Asito had veel voegen. Maar voegen hebben een zuigende werking. Daar kun je de coatings dus ook niet op aanbrengen. De oplossing die zij gekozen hebben, het leggen van een gietvloer, was nog niet zo’n gekke oplossing. Die is namelijk prima met nanocoating te behandelen.” De eerste voorzichtige resultaten van het Antonius Ziekenhuis lijken de claim van leveranciers van nanoproducten te onderschrijven: dankzij nanotechnologie blijft vuil minder goed hechten. Volgens Dijkhuis zijn er ook nog andere voordelen. De filmvormende laag beschermt namelijk de ondergrond en zou zo de levensduur aanzienlijk verlengen. Bovendien zou de frequentie van bepaalde reinigingstaken door inzet van nanotechnologie verlaagd kunnen worden. “Het reinigen van een aluminium gevel is een arbeidsintensieve klus. In tien jaar moet je de gevel minstens twintig keer wassen en zo’n acht keer in de was zetten. Met nanocoating hoef je de gevel niet meer in de was te zetten en kun je het aantal wasbeurten halveren.” En dat lijkt toch een forse winst. ‹‹


over

MASTERCLASS: Het Nieuwe Werken

AAN DE SLAG MET EEN MODERNE WERKSTIJL Shift

Ctrl

Home

Unieke 5-daagse masterclass op inspirerende locaties Tijdens deze 5 masterclasses wordt, op verschillende inspirerende locaties, aandacht besteed aan alle aspecten van het nieuwe werken: de fysieke omgeving, de ICTwereld, de gevolgen op het gebied van cultuur en leiderschap. Tenslotte wordt in de laatste masterclass ook ingegaan op het verander- en communicatietraject. Bestemd voor: project-en programmamanagers, HR-, IT-, FM en communicatieprofessionals en andere (beleids)medewerkers die de eerste verkennende stappen in Het Nieuwe Werken hebben gedaan en er nu concreet mee aan de slag zijn en/of willen.

Nu â‚Ź 250 korting bij elke 2e inschrijving!*

Wegens succes herhaald! Start 4 oktober 2012

*www.ohnw.nl/masterclass


t hema schoonmaak en techniek

Doseersystemen

Altijd precies genoeg Bij veel vakantieparken en hotels hangt sinds kort een doseersysteem voor schoonmaakmiddelen aan de muur. Toon Claes, districtsmanager bij CSU Hospitality Services ziet voordelen: “Geen slordige stellages met grote cans, maar een compact systeem waarbij de dosering altijd goed is.” RONALD BRUINS

“W

e werkten eerder met prima middelen, maar de werkwijze viel te verbeteren”, zegt Claes. “In grote stellages stonden cans van twintig liter, waar alle schoonmaakmedewerkers handmatig de juiste hoeveelheid schoonmaakmiddel moesten aanmaken. Het lekte vaak en je had bijna nooit de juiste dosering. Dat had gevolgen voor ons eindresultaat, want zonder de juiste dosering maak je ook niet goed schoon.” Om dit probleem te tackelen ging CSU Hospitality Services, verantwoordelijk voor de schoonmaak van vakantiepar-

ken en hotels in het hele land, op zoek naar een oplossing. Leverancier Diversey wees Claes en zijn collega’s op Taski QuattroSelect. Dit doseersysteem is ontwikkeld voor grote parken of gebouwen. Daar kan het systeem gebruikmaken van een wateraansluiting. In het doseersysteem worden zakjes met verschillende soorten hoog geconcentreerd schoonmaakmiddel geplaatst. Daarbij gaat het om dagelijkse schoonmaakmiddelen voor bijvoorbeeld interieur en sanitair, maar ook om zwaardere periodieke producten als ontkalker en ontvetter. Met één druk op de knop

krijgt de schoonmaakmedewerker automatisch een verdund en op maat gemaakt schoonmaakmiddel mee.

Precies uitrekenen CSU Hospitality Services besloot de proef op de som te nemen. Het Veluwse vakantiepark Landal Coldenhove was één van de eerste locaties waar CSU Hospitality Services en Diversey een doseersysteem installeerden. De proef viel positief uit en daarom hangt er binnenkort in elk park en hotel waar het bedrijf schoonmaakt een dergelijk doseersysteem. Ook in gebouwen van

Van links naar rechts: Marco Kamps, corporate manager cleaning & facilities Landal, Toon Claes, districtsmanager CSU, Bouke Smallenbroek, senior adviseur Diversey, Martin Bes, general manager Landal en Joël Rooij, national account manager BSC Diversey.

24

Service Management nummer 9 september 2012


t hema schoonmaak en techniek

Schoonmaakster Jantina Rijpstra krijgt met één druk op de knop een verdund en op maat gemaakt schoonmaakmiddel mee. onder meer Aegon en Defensie wordt het inmiddels gebruikt, zegt leverancier Diversey bij monde van senior adviseur Bouke Smallenbroek. “Je hebt honderd procent controle op je dosering. Zo kun je van tevoren precies uitrekenen wat je in een jaar zult uitgeven aan schoonmaakmiddelen en daar komt bijna geen dubbeltje tussen. Daarnaast past het volledig bij de duurzaamheidsgedachte, omdat je onvoorstelbaar zuinig bent met je schoonmaakmiddelen.” Ook is er door de verpakking een enorme afvalreductie ten opzichte van de oude situatie. “De grote cans zorgen voor een berg afval”, aldus Smallenbroek. “Daar kun je nu op jaarbasis één vuilniszak met lege doseerzakjes naast zetten.”

(Advertentie)

Wissel in

seconden.

Een eigen kleur Verschillende schoonmakers bij Landal Coldenhove hebben volgens general manager Martin Bes van het vakantiepark teruggekoppeld hoe handig ze het nieuwe systeem vinden. “Elk schoonmaakmiddel uit het doseersysteem heeft een eigen kleur. Niet iedereen kan lezen en door deze methode is wel voor iedereen duidelijk welk product ze moeten gebruiken.” Schoonmaakster Samantha Heijmans: “Vroeger moest ik zuinig omgaan met de schoonmaakmiddelen, omdat het puur product was. Maar het kwam weleens voor dat ik vijf huisjes moest schoonmaken terwijl ik na drie huisjes al door mijn schoonmaakmiddel heen was. Dan moest ik alsnog extra halen en zelf gaan mengen. Nu heb ik altijd precies genoeg bij me.” Hoewel medewerkers nu meer flesjes meekrijgen, verbruiken ze dankzij de goede dosering minder schoonmaakmiddel. Smallenbroek: “Zo hebben we op een aantal locaties tussen de vijftig en zeventig procent volumereductie in liters schoonmaakmiddel gerealiseerd. Dat is niet alleen waardevol voor het milieu, maar ook voor de kwaliteit van schoonmaak, omdat er minder residu’s op oppervlakten achterblijven.” Handig, zo’n doseersysteem, maar uiteindelijk is de kwaliteit van de bungalow natuurlijk het belangrijkst, zegt Bes. “Want dat zorgt voor tevreden gasten. Alleen werd er voorheen ook al goed schoongemaakt. Het verschil zit hem in de middelen. Die zijn milieubewuster en kostenbesparend.” ‹‹

Het nieuwe MAG mopsysteem Één houder voor alle mopsystemen, met het MAG systeem met magnetische kracht wisselt u snel, eenvoudig en flexibel tussen de verschillende mopsystemen en textielensoorten.

Vloerreiniging

MAG SYSTEM ® VERMOP Deutschland GmbH info@vermop.nl, www.vermop.nl Tel. + 49 9342 878-800

Service Management nummer 9 september 2012

25


t hema schoonmaak en techniek

Onzichtbare vervuiling direct zichtbaar

ATP- en UV-metingen aanvullingen ATP- en UV-schoonmaakmetingen vormen vooral “interessante aanvullingen” op de bestaande meetmethoden, oordeelt de Vereniging Schoonmaak Research (VSR). En dat is ook precies de wijze waarop de schoonmaakbranche tegen beide methoden aankijkt. FOKKO EBBENS

H

elemaal nieuw zijn beide meetmethoden niet. Maar de ATP- en UV-schoonmaakmetingen vormen nog altijd de kleine broertjes van de erkende KMS- en DKS-metingen. Niettemin constateert de VSR een toename in het gebruik van ATP- en UV-metingen. Tijd voor een onderzoek, oordeelde het onafhankelijke schoonmaakplatform. UV-metingen zijn een relatief bekend fenomeen. Grootste voordeel: onzichtbare vervuiling is direct zichtbaar. Maar een kwantificering ontbreekt. De VSR beschouwt de UV-meting vooral als een effectief trainingsmiddel voor schoonmaakpersoneel. De ATP-meting richt zich op de detectie van adenositrifosfaat, een stofje dat zich ophoudt in de cellen van ieder organisme. Dat maakt de methode vooral geschikt voor het gebruik in cleanrooms, waar iedere (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

Voor België

26

03 - 231 33 89 www.boma.be

vorm van organisch materiaal contaminatiegevaar met zich meebrengt.

In de slagschaduw Maar daarbuiten oordeelt de VSR dat “vuilaanbod, methodefouten en andere omstandigheden” de ATP-resultaten sterk kunnen beïnvloeden. Het advies luidt dan ook: alleen gebruiken om trends in de kwaliteit van schoonmaken te ontdekken. De overkoepelende VSR-conclusie is uiteindelijk helder: de twee UV- en ATP-methoden zijn “interessante aanvullingen” op de bestaande werkwijze. Maar van volwaardige KMSen DKS-vervangers is dus geen sprake. Dat is precies de reden dat de twee metingen vooral in de slagschaduw van de KMS- en DKS-systemen bivakkeren. Een kleine steekproef langs enkele ondernemingen leert dat de schoonmaakbranche veelal op vergelijkbare wijze tegen de twee methoden aankijkt. Rob Boers, manager kwaliteit, arbo en milieu van CSU Cleaning Services: “CSU maakt op dit gebied niet of nauwelijks gebruik van beide methoden. Ze voegen vooralsnog weinig toe, tenzij ze in zeer specifieke situaties worden toegepast. De wijze waarop ze worden toegepast, bepalen nog sterk de uitkomsten en dat maakt het minder betrouwbare methoden. We werken veel in de foodsector en in cleanrooms, maar ook daar wordt het niet toegepast. De toegevoegde waarde voor minder kritische ruimtes dan die omgevingen is nog beperk-

Service Management nummer 9 september 2012

Rob Boers, CSU Cleaning Services: “Optimalisatie en standaardisatie van deze methodes leidt tot prijsverlaging, waardoor ze interessanter worden.” ter.” Aan ATP hangen volgens Boers nog heel veel vraagtekens. “UV-methodes kunnen aanvullend wel nuttig zijn als ze verder gaan dan alleen een vies plaatje laten zien maar vooral het bewustzijn vergroten doordat ze methodefouten aan het licht brengen. Daar moet dan dus wel een inhoudelijke component aan zitten. Standaardisatie en verbeteren van gebruiksvriendelijkheid zal moeten voorkomen dat door onjuiste uitvoering van de meting ver-


t hema schoonmaak en techniek

interessante keerde interpretaties worden gemaakt en conclusies worden getrokken. De controles zouden ook beter laagdrempelig moeten kunnen worden uitgevoerd.”

Andere prioriteiten “UV- en ATP-metingen zijn bij ons niet in gebruik”, stelt Ed Koedood, business unit manager van de Romaro Schoonmaakgroep. “Wij hanteren ons eigen meetsysteem, een afgeleide van de VRSsystemen. Daarnaast maken we gebruik van KMS- en DKS-systemen voor die enkele grote klant die daar specifiek om vraagt.” Marcel Mink, kwaliteitsfunctionaris van Fonville Schoonmaakbedrijven, vult aan: “Ook wij houden vast aan de VSR-KMS-methodiek. Zoals volgens mij de meeste ondernemingen dat op dit moment doen. Het is vertrouwd, we weten hoe het werkt. Ik verwacht ook niet dat we in de nabije toekomst wel gebruik zullen maken van een van beide methoden. Op dit moment hebben we andere prioriteiten.” De KMS- en DKS-metingen voldoen vrijwel altijd aan de wensen van klant en onderneming. En waarom afwijken van de vertrouwde, gebaande paden als de ATP- en UV-metingen vooral aanvullingen zijn? Dat is bovendien wel zo voordelig. Een factor die zwaar weegt, zeker in een periode waarin de Nederlandse schoon-

De ATP-meting richt zich op de detectie van adenositrifosfaat, een stofje dat zich ophoudt in de cellen van ieder organisme. en professionele dienstverlener”, zegt Koedood. “Op basis van onze klanttevredenheid kunnen wij conclude-

“UV kan nuttig zijn als het verder gaat dan alleen een vies plaatje laten zien” maakbranche onderhevig is aan financiële onzekerheden. “Romaro Schoonmaakgroep is een kwalitatieve

ren dat een aanvulling hierop in de vorm van een UV- en/of ATP-meting geen toegevoegde waarde heeft en

dus alleen kostenverhogend werkt. Ook onze klanten zitten hier niet op te wachten.” Boers sluit af: “De toegevoegde waarde wordt behalve door prijsstelling vooral ook bepaald door de meerwaarde ten opzichte van bestaande methodes. Optimalisatie en standaardisatie van deze methodes leidt tot prijsverlaging, waardoor ze interessanter worden als ze ook écht een aanvulling zijn. Die ontwikkelingen volgen we als schoonmaakspecialist uiteraard op de voet.” ‹‹

Service Management nummer 9 september 2012

27


wet- en regelgeving

Biocidenwetgeving heeft uitwerking

Tekort aan handdesinfectanten op de markt Handdesinfectanten moeten voor duizenden euro’s een screening doorgaan waarna ze geregistreerd kunnen worden bij het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB). Tot voor kort hield de overheid nauwelijks toezicht op die registratie, maar dat verandert in rap tempo, constateert Laurens Metternich van Spectro, producent van private-labelreinigingsmiddelen. RONALD BRUINS

S

pectro levert reinigingsmiddelen aan allerlei sectoren. Hun producten komen onder private label of onder het label van een A-merk via groothandels en wederverkopers terecht bij onder meer de voedingsmiddelenindustrie, horeca en de gezondheidszorg. “Ik krijg de laatste tijd veel vragen van klanten over de zogeheten biocidenverordening”, aldus Metternich. Hij is product manager bij Spectro en tevens lid van de Technische Commissie Industriele en Institutionele Producten bij de Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten. “Het is voor hen onduidelijk of een product mag worden gebruikt of niet.” Voor september 2009 vielen handdesinfectanten ook in Nederland uitsluitend onder de cosmeticarichtlijn, waar ook handzepen, shampoos en verschillende crèmes onder vallen. In september 2009 is door de Nederlandse overheid bepaald dat handdesinfectanten ook aan de voorwaarden van de biocideregelgeving moeten voldoen. “Daarmee werd bepaald dat handdesinfectanten in het vervolg bij het College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) zouden moeten worden geregistreerd”, aldus Metternich. “Tot voor kort werd daar door inspecties nauwelijks op gecontroleerd, maar daar is vanwege druk uit Brussel een kentering in

28

gekomen.” En dat heeft de nodige onrust tot gevolg. Want is het middel dat een eindklant in handen heeft nu een normale handzeep, een zogeheten handzeep met antibacteriële werking of daadwerkelijk een handdesinfectant? Is dat laatste het geval, dan moet deze geregistreerd staan, anders mag de desinfectant niet worden gebruikt.

Toelating Producenten zoals Spectro hebben, afhankelijk van het risicoprofiel, tot 15 mei 2013 om hun productdossier in te

lijk april 2014, nog gebruikt worden. “Niet toegelaten middelen worden niet meer getolereerd”, aldus Metternich. De Nederlandse overheid is strenger geworden na druk vanuit Brussel, constateert hij. Nu Nederland de handhaving van de Europese biocidenwetgeving weliswaar laat maar voortvarend aanpakt, is ons land meteen een model voor de rest van Europa, beschouwt Metternich. “En heeft het CTGB de kans om ook het toezicht op Europese schaal te mogen gaan doen.” Nederland is erg vooruitstrevend, waar andere Europese lan-

“Er blijven maar weinig handdesinfectanten over” dienen bij het CTGB. “Daarmee zijn dure testen en onderzoeken gemoeid. Het kost tienduizenden euro’s voor één middel”, aldus Metternich. “Vandaar dat we ervoor hebben gekozen niet al onze handdesinfectanten te registeren, maar er maar voor één registratie aan te vragen. De rest hebben wij van de markt gehaald.” Voor de aangemelde handdesinfectanten geldt een overgangsregeling. Deze mogen tot de daadwerkelijke uitspraak van het CTGB over de toelating van de desinfectant, uiter-

Service Management nummer 9 september 2012

den nog niet of nauwelijks met de richtlijn bezig zijn, zegt Metternich. Bij de toetsing kijkt het CTGB naar veiligheid, milieu en werkzaamheid. De inspecties in verschillende branches, zoals de Voedsel- en Warenautoriteit, controleren. Wordt een handdesinfectant aangetroffen die niet op de lijst van het CTGB staat, dan krijgt de fabrikant van het middel (diegene die het op de markt brengt) een boete. Die bedraagt 5.000 euro per keer. En het des-


wet- en regelgeving

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu waarschuwde onlangs voor een tekort aan handdesinfectanten. betreffende middel moet van de markt worden gehaald. Vanwege de kosten van registratie bij het CTGB kiezen producenten zoals Spectro ervoor om niet al hun handdesinfectanten te registreren en dat heeft volgens Metternich tot gevolg dat een tekort aan handdesinfectanten kan ontstaan. “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu waarschuwde daar onlangs voor. Een tekort kan gevaarlijke situaties opleveren, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg en de voedingsmiddelenindustrie. Handhygiëne is daar enorm belangrijk. Het kan om mensenlevens gaan.” Des-

ondanks noemt Metternich de wetgeving in principe goed. “Want voorheen kon je onder de noemer handdesinfectant een middel op de markt brengen waarvan de werkzaamheid niet is aangetoond. Dat kan nu niet meer.”

Doordringen De verplichte registratie is nog lang niet tot alle leveranciers doorgedrongen, constateert Metternich ook. “Ik denk dat weinig eindgebruikers van dit probleem afweten en zelfs leveranciers van de handdesinfectanten weten hier soms weinig van. De

Wat is een biocide? Een werkzame stof of preparaat dat één of meer werkzame stoffen bevat, bestemd of aangewend om een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of het op andere wijze langs chemische of biologische weg te bestrijden. Bron: Voedsel- en Warenautoriteit

klanten van Spectro zijn allemaal overgegaan op de handdesinfectant die bij het CTGB momenteel door de mangel wordt gehaald. Om te bepalen of een middel een biocide is zoals bedoeld in de biocidenrichtlijn, heeft de Voedsel- en Warenautoriteit een document gemaakt met daarin een beslisboom. Deze moet uitwijzen of er sprake is van een biocide, waardoor registratie bij het CTGB nodig zou zijn. Dat document heet ‘systematiek voor het indelen van grensvlakproducten als geneesmiddel, cosmeticum, medisch hulpmiddel, biocide of waar’ en is op de website van de autoriteit (www.vwa.nl) te vinden. Opvallend genoeg gaat de overheidsinstantie uit van claims van het product op de verpakking om te beoordelen of het middel aan de biodcidenwetgeving moet voldoen. Die claims lopen uiteen van desinfectiemiddel tot aan insectenwerend, maar ook antimicrobiële

Service Management nummer 9 september 2012

29

»


wet- en regelgeving

werking en antibacteriële werking kunnen eronder vallen (zie claims in kader). Bij die laatste twee is dat af-

hankelijk van de wijze waarop ze worden gebruikt, aldus de Voedselen Warenautoriteit.

Biocideclaims Desinfectiemiddel Desinfectans Desinfecterend Desinfecterende werking Voor desinfectie Bestrijdt bacteriën en/of schimmels Elimineert schadelijke bacteriën en/of schimmels Doodt bacteriën en/of schimmels Ontsmetten Ontsmettende werking Insectenwerend

Claims die, afhankelijk van de wijze waarop ze worden gebruikt, ook onder de biocidewetgeving vallen: Antibacterieel Antibacteriële werking Antimicrobieel Antimicrobiële werking Bron: Voedsel- en Warenautoriteit

(Advertentie)

30

Service Management nummer 9 september 2012

De rode draad: als het middel is bedoeld om micro-organismen (zoals bacteriën) te doden, te vernietigen, te bestrijden, te elimineren, hun groei volledig te remmen of hun reproductie te stoppen, dan is er volgens de Voedsel- en Warenautoriteit sprake van een biocide. En zou dit middel dus geregistreerd moeten staan bij het CTGB. Verstandig is om bij de leverancier te informeren of een middel moet voldoen aan deze wetgeving of er wellicht al aan voldoet. Zeker is dat de nieuwe biocidenwetgeving een grote impact heeft op de markt van handdesinfectanten. Metternich: “Daar blijven er maar weinig van over.” ‹‹ Meer informatie: Zie de websites van het CTGB, het RIVM, het ministerie van VROM en de Voedsel- en Warenautoriteit. www.ctgb.nl www.rivm.nl www.vrominspectie.nl www.vwa.nl


mark t

Profi-Clean wil af van negativisme

“Zo slecht zijn de marktomstandigheden niet” Het zou slecht gaan met de schoonmaakbranche, maar daar willen Sjoerd en Sieds Westra van het vanuit Sint Annaparochie in Friesland opererende familiebedrijf Profi-Clean niets van weten. “Al dat negativisme. Dat moet maar eens afgelopen zijn.” RONALD BRUINS

H

un zaak loopt volgens henzelf goed en natuurlijk merken ze wel dat het crisis is. Sjoerd: “Ook bij ons zijn klanten scherper geworden en staat meer dan ooit de prijs in de spotlights. Maar dat wil niet zeggen dat we niet prima zaken kunnen doen.” Bij de schoonmaakorganisatie werken in totaal zeventig medewerkers. Sieds: “We zijn allemaal nuchtere, hardwerkende mensen. Voor ons is afspraak ook daadwerkelijk afspraak en dat is in de schoonmaak bij andere partijen nog wel eens anders. Daarnaast moet je zorgen dat je de organisatie goed in de hand hebt. En laat niet iemand anders je tarief bepalen. We vragen dan ook nog gewoon een normaal uurtarief omdat we weten en kunnen aantonen dat de kwaliteit navenant is. Dan kun je dat ook nog steeds vragen.” Dat neemt niet weg dat de beide Westra’s ook “meedenken met de klant” als dat nodig is. “Maar je kunt als opdrachtgever niet de werkzaamheden gelijk willen houden en de prijs drastisch naar beneden willen hebben. Dat betekent dus eigenlijk dat je zegt dat je als schoonmaakorganisatie jarenlang te duur bent geweest. Of je hebt te weinig gedaan voor het geld. Dan deugde je calculatie vanaf het begin al niet. Werkzaamheden, kwaliteit en prijs moeten in balans zijn.”

Sjoerd (voor) en Sieds Westra: “De grote schoonmaakbedrijven zijn te groot geworden. De menselijke maat is zoek.”

Service Management nummer 9 september 2012

31

»


mark t

geen nare man, integendeel. Hij kende iedereen in de organisatie bij naam. Westra, hoe gaat het, was altijd de beginvraag.” De vestiging in Heerenveen groeide uit tot tweehonderd medewerkers. Sjoerd: “Maar het werd me te groot.” Na veertien jaar besloot Sjoerd in 2002 op 52-jarige leeftijd zelf een schoonmaakbedrijf te starten. “Ik wilde vrijer zijn, het wat rustiger aan doen en zelf kunnen beslissen wat ik ging doen. Ik had de eerste twee jaar een concurrentiebeding in Friesland, dus keek ik verder dan mijn eigen provincie. Er stond een advertentie in de voorloper van Service Management. ProfiClean stond te koop, een schoonmaakbedrijf met tien medewerkers in Noord-Holland. Ik ben daar eens gaan praten en heb uiteindelijk het bedrijf overgenomen.”

De Westra’s hameren op slim werken, in plaats van hard werken. “Houd de touwtjes zelf in handen.”

Goed leren kennen Sjoerd werkte eerst bij de marine, toen als hoofd van de interne dienst bij telecombedrijf KPN, waarna hij veertien jaar de vestiging van Asito in Heerenveen bestierde. “Ik heb bij KPN de markt als opdrachtgever goed leren kennen en bij Asito kennis van het commerciële deel van de schoonmaak opgedaan.” Van Friesland ging hij in de beginperiode alle dagen naar Almelo om daar de basis in de vingers te krijgen. Hij liep stage bij andere bedrijfsleiders en mocht zelf zijn winkel in Heerenveen opzet-

32

ten. “Er was niets, behalve een bureau en een telefoon. Ga het maar doen…” Sjoerd kreeg wel wat omzet mee van een andere vestiging. “Eens in de zoveel tijd kwam je bij de direc-

Sieds kwam in oktober 2003 bij het bedrijf. “Ik werkte bij een ICT-helpdesk. De ICT ging destijds door een moeilijke periode en op een gegeven moment zat ik zonder werk. Via mijn vader had ik vroeger bij Asito op de vliegbasis in Leeuwarden gewerkt. Mijn vader vroeg me op toe te treden tot het bedrijf. Ik heb daar even over nagedacht en dat uiteindelijk maar gedaan. Of ik schroom had om met mijn vader samen te werken? Nee, wij lijken heel veel op elkaar en botsen daarom eigenlijk nooit.” Het concurrentiebeding was inmiddels afgelopen, waardoor de beide Westra’s in Friesland ook hun diensten konden aanbieden. Sieds: “Ik ben me met het opzetten van de werkzaamheden in Friesland gaan bezighouden. We hadden hier niets. Bij de eerste klant ging ik zelf schoonmaken. Elke dag twee uren. Dat breidde zich uit naar vier uren en naar zes uren. Daarna kwamen er medewerkers bij en groeide het ver-

“Doe gewoon goed je werk en onderneem fatsoenlijk. Dan kom je er als vanzelf” teur, toen nog Joop van Riemsdijk zelf. Als je geen rendement boekte, was je een klojo. Het was overigens

Service Management nummer 9 september 2012

der.” Dat was volgens Sjoerd ook de opzet. “Kom bij me werken, maar dan ga je maar de vestiging in Fries-


mark t

land opzetten.” De eerste jaren werkte Sjoerd in Noord-Holland en Sieds in Friesland. Sjoerd: “We konden de omzet daar handhaven, maar het was duidelijk niet mijn thuismarkt. Het waren ook niet mijn medewerkers. Eén voor één verlieten ze dan ook het bedrijf, waarna ik mijn eigen mensen in dienst kon nemen.” Inmiddels heeft Profi-Clean in Friesland meer medewerkers dan in Noord-Holland. Die laatste vestiging groeide en groeide. “De eerste drie offertes waren allemaal raak”, aldus Sieds.

Bij de mensen thuis De verdeling van de verantwoordelijkheden is een duidelijke. Sjoerd verzorgt de commercie en de financien, Sieds de rest. Die rest bestaat voornamelijk uit het aansturen van de operatie. Denk daarbij aan planning, controles, het materiaal en het aannemen van personeel. “Voor dat laatste kom ik altijd bij de mensen thuis. Daar zijn ze zichzelf. Als het thuis een puinhoop is, waarom zou ik hem of haar dan aannemen? Het loont om in dat begintraject te investeren. Daardoor krijg je gemotiveerde mensen in dienst en dat levert minder ziekteverzuim en weinig wisselingen op.” Profi-Clean werkt uit principe niet met uitzendmedewerkers. Sieds: “Mensen die van toeten noch blazen weten, kun je niet op een klant afsturen. Ik probeer het zoveel mogelijk te voorkomen, maar als het moet dan gaan we zelf op de klus af. Laatst konden vier invallers niet. Dan moet ik zelf aan de bak.” Dat is volgens Sieds een hoge uitzondering, want in principe zijn de werkzaamheden zo geregeld dat medewerkers weten waar zij aan toe zijn. “Draaiboeken, schema’s, controleformulieren enzovoorts moeten zo duidelijk zijn dat medewerkers niet hoeven te bellen. Daarbij hoort een goede begeleiding. We willen niet groter worden dan dat we nu zijn. Dan kun je die begeleiding niet meer bieden. We laten het materiaal voor de schoonmakers ook niet brengen door de leveranciers, maar komen het zelf brengen. Dat is weer een contactmoment. We moeten aandacht aan de mensen kunnen

blijven besteden.” Genoegen nemen met wat mogelijk is en het bedrijf niet over de kop werken. Die insteek hanteren de Westra’s. Sjoerd: “Een school in de buurt vroeg of wij mee wilden doen aan een inschrijving. We zouden ons voor werkzaamheden in vijf scholen mogen inschrijven. De werkzaamheden zouden een maand later starten. Dat doe ik niet, heb ik toen heel eerlijk gezegd. Drie scholen kunnen we aan. Laten we met beide benen op de vloer blijven staan en realistisch blijven. Wat we doen, willen we ook goed doen. Daar kregen we hele po-

het tarief. Persoonlijke begeleiding. Maar ook zijn de Westra’s best wel eigenwijs, geven ze eerlijk toe. Sjoerd: “We hebben een ton aan omzet verloren aan het begin van het jaar omdat we aan onze prijs vast hebben gehouden, eigenwijs als we zijn. Die omzet hebben we binnen een halfjaar terug, waarbij we het risico ook nog eens over meerdere klanten hebben kunnen spreiden. Die klanten hadden allemaal grote schoonmaakbedrijven. We kregen daar telkens hetzelfde te horen. We zien nooit iemand. Afspraken worden niet nagekomen. Mensen weten niet wat ze

“Je moet zorgen dat de bedrijfsvoering zo strak mogelijk geregeld is. Dat er geen speld tussen te krijgen is.” sitieve reacties op.” Die nuchtere insteek betekent ook afscheid nemen van klanten waar het niet mee klikt, zoals een gemeente in Noord-Holland. “We willen de beste zijn, niet de grootste”, vat Sjoerd samen. “In dat credo past ook dat we bijna al onze klanten een brief hebben gestuurd met daarin een prijsverhoging van nul procent. Daarmee boer ik vanwege de inflatie achteruit, maar wordt mijn concurrentiepositie beter. Mijn bedrijfsvoering kon zonder die verhoging, dus waarom zou je dan een hogere rekening sturen?” Of de bezoeker de telefoon hoort, vraagt Sieds. Nee, die is tijdens het gesprek niet gegaan. “Dat wekt de indruk dat we weinig te doen hebben, maar het ligt anders. Wanneer gaan opdrachtgevers en medewerkers bellen? Als iets niet goed is geregeld of iets onduidelijk is. Dus moet je zorgen dat je de bedrijfsvoering zo strak mogelijk hebt geregeld. Daar mag geen speld tussen te krijgen zijn.”

moeten doen. Dat kan niet. Die bedrijven zijn te groot geworden. De menselijke maat is zoek.” Wat is het voordeel van groot worden, stelt Sjoerd als retorische vraag. “Groot worden is geen doel op zich en moet je ook niet willen. Je overhead wordt te veel en je faalkosten nemen toe. Onze medewerkers en wijzelf hebben een goed leven. Het is goed zo. Zeventig medewerkers is prima. Tachtig is, denk ik, een maximum. Maar groter hoeven we niet te worden.” Tot slot Sjoerd: “Ik lees veel over de schoonmaak. Ik merk in al die berichten negativisme, maar dat is toch nergens voor nodig? Doe gewoonweg goed je werk en onderneem fatsoenlijk. Dan kom je er als vanzelf.” ‹‹ (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

W

NE

Nuchterheid Slim werken, in plaats van hard werken. Daar hameren de Westra’s op. Ze willen de touwtjes zelf in handen hebben. Bovenal overheerst die typisch Friese nuchterheid. Afspraak is afspraak. Iemand anders bepaalt niet

+31 (0)70 - 345 87 37 www.greenspeed.eu

Service Management nummer 9 september 2012

33


aanbestedingen

Nieuwe aanbestedingswet

Overtuigen op papier in plaats van aan tafel In de schoonmaakbranche bestaat vaak hevige kritiek op de manier waarop overheidsopdrachten in de markt worden gezet. Een te grote concurrentie, te lage prijzen, gedetailleerde bestekken en een laag kanspercentage voor de kleinere schoonmaakbedrijven zijn veelgehoorde kritieken. Wellicht kunnen de nieuwe aanbestedingswet en een nieuwe Europese richtlijn tegemoetkomen aan deze kritieken. Aanbesteden: toch de drempel nemen waard? KIM SCHOFAERTS

M

et het aanbesteden wordt vrije en eerlijke concurrentie binnen de Europese Unie gestimuleerd en daarmee de doorzichtigheid van de markt. Een aanbesteding is in feite niets anders dan een acquisitietraject op papier. Het aanbesteden van opdrachten biedt het bedrijfsleven volop kansen, bevordert de nationale en internationale handel en zorgt daarnaast voor besparingen voor opdrachtgevers. Zo wordt er gemiddeld per jaar 100 miljard euro uitgegeven aan aanbestedingsopdrachten. Echter, in stevig concurrerende markten brengt het aanbesteden ook nadelen met zich mee. Zo worden aanbestedingen in de (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

schoonmaakbranche dikwijls gekenmerkt door harde concurrentie, zeer kleine marges, inschrijven met (te) lage prijzen en een hoge werkdruk.

In stevig concurrerende markten zoals de schoonmaakbranche brengen aanbestedingen ook grote nadelen met zich mee Het wetsvoorstel voor een nieuwe aanbestedingswet dat ter behandeling ligt bij de Eerste Kamer, kan daar verandering in brengen. Door deze nieuwe wet krijgt het midden- en kleinbedrijf meer kansen en wordt gunning op basis van louter en alleen de laagste prijs sterk ingeperkt. Welke veranderingen brengt de nieuwe aanbestedingswet met zich mee en wat betekenen deze veranderingen specifiek voor de schoonmaakbranche?

Nationale wetgeving

+31 (0)70 - 345 87 37 www.greenspeed.eu

34

In Nederland is uitvoer gegeven aan deze richtlijnen door middel van het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten en het Besluit Aanbe-

Op Europees niveau is in een aantal richtlijnen vastgesteld hoe met aanbestedingen moet worden omgegaan. Deze richtlijnen moeten ge誰mplementeerd worden in nationale wetgeving.

Service Management nummer 9 september 2012

stedingsregels Speciale Sectoren. Alle opdrachten boven het drempelbedrag van respectievelijk 130.000 euro (nationale overheid) en 200.000 euro (regionale en lokale overheid) moeten Europees op de markt worden gezet. Een echt nationaal wettelijk verankerd aanbestedingskader bestaat tot op heden nog niet. Dit wordt beoogd met de nieuwe aanbestedingswet. De wet ligt op dit moment ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. Bij een voorspoedige behandeling treedt de wet in werking op 1 januari 2013. De steun voor dit voorstel wankelt nog regelmatig. Zo vond een aantal weken geleden nog een stevige discussie plaats over de mate waarin de Gids Proportionaliteit was verankerd in een algemene maat-


aanbestedingen

regel van bestuur. Op 11 september neemt de Eerste Kamer een besluit over de nieuwe aanbestedingswet. De nieuwe aanbestedingswet brengt een aantal wijzigingen met zich mee. Zo wordt het publiceren van aankondigen via www.tenderned.nl verplicht gesteld. Ondernemingen kunnen vervolgens online inschrijven en bedrijfsgegevens opslaan voor mogelijke inschrijvingen in de toekomst. Een groot voordeel van TenderNed is de administratieve lastenvermindering die de website met zich meebrengt, het netwerk kan namelijk worden gebruikt om documenten op te slaan en gegevens te verifiëren. Hiermee vertoont TenderNed gelijkenissen met het initiatief van het aanbestedingspaspoort, dat al door de gemeente Den Haag veelvuldig wordt gebruikt. Ondernemers kunnen algemene documenten inleveren die nodig zijn bij iedere inschrijving en vervolgens krijgen ze een paspoort als bewijs. Het idee van het aanbestedingspaspoort wordt meegenomen in het voorstel voor een nieuwe Europese Richtlijn.

Richtsnoer Opdrachten mogen niet meer onnodig worden samengevoegd en de overheid voert dus een verbod op clusteren van opdrachten in. In de praktijk betekent dit dat opdrachten niet onnodig groot (lees: zware selectieeisen) in de markt mogen worden gezet. De Gids Proportionaliteit wordt als richtsnoer gebruikt. Reden voor het verbod op clusteren is dat ook kleinere bedrijven meer kansen op overheidsopdrachten moeten krijgen. Daarnaast komt er een vastgesteld model Eigen Verklaring, mogen er geen omzeteisen meer gesteld worden ter controle van de geschiktheid van de inschrijver, en wordt gunning op basis van de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) de regel. Dit betekent dat de laagste prijs alleen nog kan worden toegepast als de aanbestedende dienst dit voldoende motiveert. Dit moet ertoe leiden dat overheden meer gericht zijn op verhouding tussen prijs en kwaliteit. Naast dat er op nationaal niveau wordt gewerkt aan een nieuwe aanbestedingswet, wordt er inmiddels op Europees niveau ook gewerkt aan

Door in dialoog te gaan met de opdrachtgever voorafgaand aan het aanbesteden zelf ontstaat er wederzijds begrip en kunnen er betere bestekken worden geschreven. nieuwe wet- en regelgeving over aanbesteden. Kortom: een nieuwe richtlijn is op komst. De Europese Commissie streeft ernaar dat deze nieuwe richtlijn in nationale wetgeving wordt omgezet voor 30 juni 2014. Net zoals in de nieuwe aanbestedingswet focust de Commissie in de nieuwe richtlijn

staan met een vooraankondiging (“wij zijn voornemens om dit jaar schoonmaak in te kopen”). Dit betekent dat bedrijven zelf op een vooraankondiging moeten reageren en dat zij zelf meer moeten lobbyen. Ook biedt de nieuwe richtlijn kansen op het gebied van onderhandelingen en

Kom zelf in actie en zorg er samen voor dat de publieke klant weer weet waar het in reinigingsopdrachten om hoort te gaan op het verbeteren van de toegang van het midden- en kleinbedrijf tot overheidsopdrachten. In deze nieuwe richtlijn is meer aandacht besteed aan digitalisering, het proportionaliteitsbeginsel, het splitsen van opdrachten in percelen en een maximale omzeteis van drie keer de geraamde contractwaarde van de opdracht. Er wordt bovendien een vereenvoudiging en flexibilisering van aanbestedingsprocedures beoogd en een lichtere regeling voor decentrale aanbestedende diensten. Decentrale overheden kunnen volgens de nieuwe richtlijn vol-

innovatie. Zo kan er worden onderhandeld over de technische aspecten van een opdracht. Dat biedt meer mogelijkheden voor innovatieve ideeen en creativiteit van de markt.

De schoonmaakbranche Een groot aantal schoonmaakopdrachten wordt aanbesteed. Zo zijn vorig jaar 162 aanbestedingen (4 procent) in de schoonmaakbranche en van de in totaal 3.986 Europese aanbestedingen afkomstig uit Nederland gepubliceerd. Er is sprake van een Europese aanbesteding als de opdrachtwaarde voor de centrale

Service Management nummer 9 september 2012

35

»


aanbestedingen

overheid boven de 130.000 euro is en voor de decentrale overheid boven de 200.000 euro. Het is een aanzienlijk aantal op het totaal aantal aanbestedingen dat de (semi-) overheid publiceert. Waar komt dan de kritiek vandaan? Door de hevige concurrentie was de kans op gunning en de kans op het winnen van een heraanbesteding laag. De concurrentie in combinatie met de mogelijkheid om te gunnen op basis van laagste prijs brengt met zich mee dat inschrijvers, om de opdracht te krijgen, met extreem lage prijzen inschreven. In de praktijk leidde dit tot een hoge werkdruk die ten koste ging van de kwaliteit. Opdrachtgevers lijken meer waarde te hechten aan een lage prijs, in plaats van aan zaken als een duurzame relatie, kwaliteit van de dienstverlening en maatschappelijk verantwoord gedrag. Daarnaast bestaat er een toenemende onvrede over de aanbestedingsprocedures. Dat gaat over onduidelijke/ondoorzichtige bestekken en de korte contractduur. De grootte van de percelen zorgen

er bovendien voor dat kleinere schoonmaakbedrijven vaak buiten de boot vallen. Tel hierbij op dat het inschrijven zelf een tijdrovend proces is en administratieve lasten oplevert. We kunnen concluderen dat de kostenbatenanalyse voor veel (MKB-)bedrijven negatief uitvalt waardoor potentiĂŤle inschrijvers opgeven voordat ze begonnen zijn. Door de aanpassingen in de aanbestedingswet, gecombineerd met de nieuwe richtlijnen, kan dit veranderen omdat de eisen worden aangepakt. De concurrentie blijft, maar wordt eerlijker. De digitalisering die de nieuwe aanbestedingswet met zich mee brengt, zorgt voor een administratieve lastenvermindering en mogen we zien als een stap in de goede richting. Met de aanbestedingswet is bovendien gunning op basis van de laagste prijs niet meer de regel. De aanbestedende diensten worden verplicht te kijken naar zaken die vallen onder gunning op basis van EMVI. (Advertentie)

Schoon tot in detail Als het om gebouwenonderhoud gaat, is geen detail te klein – en elk oppervlak van belang. Daarom vertrouwen schoonmaakbedrijven wereldwijd al meer dan een eeuw op Diversey voor de levering van de door hen benodigde reinigings-, desinfectie- en hygiÍneoplossingen. Wij vereenvoudigen processen, verbeteren de doeltreffendheid en leveren innovatieve producten die onze klanten nodig hebben om vertrouwen op te bouwen en de rentabiliteit te verhogen. Wij zijn Diversey en wij leiden de wereld naar een schonere, gezondere toekomst. Meer informatie? Bezoek ons op www.diversey.com of bel 030 - 247 6911

36

Service Management nummer 9 september 2012

In de cijfers van 2011 en 2012 is deze kentering al lichtjes ingezet:

EMVI 2011 2012

Prijs 143 65

Niet bekend 17 2 1 1

Bron: Tender Electronic Daily, Tenderscope

Social return Dit betekent dat de aanbestedende dienst naast prijs, meer dan nu, moet kijken naar de kwalitatieve criteria zoals levertijden, duurzaamheid, projectbeheersing en het plan van aanpak. Dat zijn allemaal punten waar een inschrijver zich op kan onderscheiden. Dat zaken als duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord gedrag en social return in toenemende mate belangrijker worden gevonden, blijkt ook uit het feit dat het Rijk het beginsel van social re-


aanbestedingen

De branche zelf wacht de ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe aanbestedingswet en de nieuwe richtlijn niet af. Zo is OSB van mening dat schoonmaakbedrijven zelf het voortouw moeten nemen en heeft daarom het OSB-keurmerk geïntroduceerd. Dit keurmerk is voor OSBleden en behelst onder andere de NEN 4400-1- norm en de code Verantwoordelijk Marktgedrag. Dit keurmerk zou de transparantie en de kwaliteit op het gebied van aanbestedingen en de schoonmaaksector ten goede kunnen komen. Dit keurmerk kan dan ook als een voorloper worden gezien van een mogelijk nieuwe aanbestedingswet en de richtlijn. De markt “voedt” als het ware de overheid op. Door in dialoog te gaan met de opdrachtgever voorafgaand aan het aanbesteden zelf ontstaat er begrip van en naar elkaar en kunnen er betere bestekken worden geschreven. Bestekken waar de markt echt wat mee kan en zich mee kan onderscheiden.

Een goede voorbereiding De wijzigingen die de aanbestedingswet en de nieuwe richtlijn met zich meebrengen, biedt de markt en vooral het MKB meer ruimte. Punt is wel dat de markt zich dient te verdiepen in deze specifieke regelgeving en weet wat haar rechten en plichten zijn. Ze moet immers de spelregels van het publiek inkopen kennen. De overheid is gewoon een klant, maar koopt op een andere wijze in dan men gewend is: schriftelijk. Men zal dus moeten leren overtuigen op papier in plaats van aan tafel. Potentiële inschrijvers moeten dan ook anders kijken naar aanbestedingen. Minder vooringeno-

Foto: Marlies Hofstede

turn al toepast sinds juli 2011 op alle werken en diensten boven de 250.000 euro. Met het beginsel van social return wil de overheid mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kansen bieden op het gebied van werk en werkervaring. Partijen die willen inschrijven, moeten dan ook in toenemende mate aangeven hoe deze begrippen moeten worden geïnterpreteerd en hoe zij aan deze beginselen en voorwaarden kunnen voldoen.

Schofaerts: “Met de aanbestedingswet is bovendien gunning op basis van de laagste prijs niet meer de regel.” men, zonder vooroordelen. Voor de markt zelf is een rol weggelegd om de opdrachtgever vooraf te informeren wat een opdracht in haar vakgebied inhoudt en welke aspecten (lees selectie- en gunningscriteria) van belang zijn om de opdracht goed uit te kunnen voeren. De markt is dus aan zet. Verdiep je in de klant. Hoe koopt deze in? Wie zijn de contactpersonen? Wanneer loopt het contract af? Wie is de huidige leverancier? Wat vindt men belangrijk als publieke instelling (missie, visie)? Wat is van belang in het kader van een opdracht? In tegenstelling tot de private markt is al deze informatie publiek toegankelijk. Start vervolgens goed voorbereid de lobby. Kom in

contact met de opdrachtgever. De publieke sector weet inmiddels ook dat de kennis bij de markt ligt en dat ze deze (vaak) niet zelf in huis heeft. Zo zijn er in de afgelopen jaren verschillende initiatieven als “ondernemend aanbesteden” en het “aanbestedingsfeest in Den Haag” in Den Haag gestart. Markt, laat je zien. Kom zelf in actie en zorg er samen voor dat de publieke klant weer weet waar het in reinigingsopdrachten om hoort te gaan. Dat is een schone omgeving gerealiseerd op een maatschappelijk verantwoorde wijze. ‹‹ Kim Schofaerts is directeur/adviseur bij TenderCoach, een onderneming die hulp biedt aan ondernemers bij aanbestedingsvraagstukken.

Service Management nummer 9 september 2012

37


profiel

De zorg als toekomst

60-jarig Asito op zoek Asito bestaat 60 jaar. Het schoonmaakbedrijf zoekt net als andere grote jongens zoals CSU, Facilicom, ISS en Vebego naar hét antwoord op het krimpen van de schoonmaakmarkt. Asito-directeur Hans Kroeze: “We zijn op zoek naar een beter rendement.” RONALD BRUINS

A

lle Stof in Twente Opruimen oftewel Asito werd opgericht in 1952. Voormalig landmachtofficer Joop van Riemsdijk, de vader van de huidige aandeelhoudster Monique van Riemsdijk, startte destijds zijn lokaal schoonmaakbedrijf. “In de eerste 25 jaar was Asito nog relatief klein”, zegt Kroeze. “Daarna begonnen we hard te groeien, vanwege een slimme vestigingsstructuur. Daarbij gold als een vestiging drie miljoen gulden aan omzet draaide, deze gesplitst kon worden en zo breidden we als een olievlek over Nederland uit.” Van Riemsdijk was oudKMA-officier en het leek dan ook niet anders te kunnen dan dat Defensie klant bij de Twentse onderneming werd. “Van Woensdrecht tot Den Helder en een deel van Duitsland pakten we als marktgebied. Dat heeft ons vanaf de jaren zeventig heel veel goed gedaan. We groeiden mee en

hadden een celstructuur dichtbij legerbasissen en dus ook dicht bij de markt en dicht bij personeel. Dat heeft ons tot 2000 geen windeieren gelegd.” Tot 2002/2003 groeide Asito tot de tweede partij van Nederland, maar op een gegeven moment stokte het. “In de hoogtijdagen was het lastig de groei bij te houden, ving je bij wijze van spreken de gebraden kippen zo uit de lucht. Die tijd is voorbij. Ook wij moeten na zestig jaar winst de tering naar de nering zetten, maar dat zal andere spelers in onze markt ook niet vreemd in de oren klinken.”

In de min De ADG Dienstengroep, waar Asito net als vier andere werkmaatschappijen onderdeel van uitmaakt, draaide voor het eerst in zestig jaar een netto verlies. Drie miljoen euro ging het be-

Stakingen slecht voor imago branche Kroeze vindt dat de stakingen in de schoonmaakbranche te lang geduurd hebben. “Ik heb er respect voor dat bonden hun rol speelden. Ze hebben bereikt dat schoonmakers meer in de schijnwerpers zijn komen te staan. Maar ik heb bij tijd en wijle ook het gevoel gehad dat onze imagocampagne om de branche in een beter licht te krijgen teniet werd gedaan. We kwamen continu negatief in het nieuws. Aan de andere kant hebben de acties er ook mede voor gezorgd dat de code Verantwoordelijk Marktgedrag de positie heeft die zij nu heeft. Misschien hebben ze ook wel de vicieuze cirkel van steeds lagere inschrijvingen doorbroken. Maar het heeft te lang geduurd en het heeft te veel schade aan het imago van de branche toegebracht. Dat neemt niet weg dat de code in elk geval leidt tot het besef dat het anders moet. Ik ben blij met die uitwerking.”

38

Service Management nummer 9 september 2012

drijf in de min, waar een jaar eerder nog vijftien miljoen euro winst was geboekt. Kroeze toont zich niet onder de indruk. “Het is vooral een gevolg van zwakke marktomstandigheden in de facilitaire markt, groeistuipen en eenmalige kosten in de zorg.” De schoonmaakmarkt is meer en meer een kopersmarkt aan het worden, constateert hij. “Daar moeten we mee leren omgaan. Om een voorbeeld te geven: een grote klant van ons met financiële problemen stapt in een keer van vijf keer per week schoonmaken naar één keer. Dat betekent voor ons 80 procent minder omzet. Dat tikt hard aan.” Daarbij kwamen eenmalige lasten, zoals de overnames van AAFM en Thuiszorg Groningen. AAFM, een bedrijf dat zich toelegt op de regie over facility management, was veruit de duurste overname in de bedrijfshistorie. “Daarmee willen we publiek private samenwerkingen aangaan, waarbij we het gehele beheer over bijvoorbeeld een wijk voeren. Van regie tot aan uitvoering, ook in schoonmaak. We willen daarbij gemeenten ondersteunen bij het efficiënt uitvoeren van diensten in die wijk. Dat is onze droom. In pilotvorm zijn we daar al mee bezig, maar daar hebben we tot nu toe nog weinig ruchtbaarheid aan gegeven.” De nieuwe aanwinst realiseerde in 2011 een omzet van 114 miljoen euro. Kroeze: “AAFM hebben we no-


profiel

naar beter rendement

Kroeze: “In de hoogtijdagen was het lastig de groei bij te houden, ving je bij wijze van spreken de gebraden kippen zo uit de lucht. Die tijd is voorbij.” dig voor de leidende rol die we willen spelen in complexe facilitaire processen bij de overheid, de zorg en in de

De thuiszorgorganisatie ging in 2009 failliet en sindsdien liepen er gesprekken met de curator. Pas na twee jaar

“Onze droom is om gemeenten te ondersteunen bij het efficiënt uitvoeren van diensten in de wijk” private sector.” De tweede aankoop, Thuiszorg Groningen (omzet 90 miljoen euro), was een heel ander geval.

was de overname een feit. Kroeze: “Financieel heeft dat een grote impact. Je moet niet alleen werkkapitaal

voor dat bedrijf verschaffen, maar ook de zaak draaiende houden.” Met Thuiszorg Groningen wil ADG een belangrijke rol pakken in de AWBZmarkt. Het bedrijf is tot nu toe nog wel verlieslatend, mede door reorganisatiekosten en afschrijvingen, alhoewel Kroeze zegt dat er nog geld vaststaat bij de curator. De overnames zorgden mede voor het negatieve resultaat dat ADG volgens Kroeze prima kan hebben. “We hebben in zestig jaar nog nooit verlies gedraaid en we zijn een familiebedrijf. We laten ons niet snel gek maken.” Hij spreekt over

Service Management nummer 9 september 2012

39

»


profiel

2011 als een overgangsjaar waarin ADG al het stof voor de bezem in één keer meeneemt. Kroeze wijst erop dat de cijfers van het eerste kwartaal al weer bemoedigend zijn. Het bedrijf boekte weer winst en voor heel het jaar rekent het concern op een bedrijfsresultaat van 30 miljoen euro, de jaren daarna zelfs stijgend naar 40 miljoen euro.

Kostenreductie Daarmee lijken de maatregelen die Asito nam om kosten te besparen vruchten af te werpen. Bezuinigingen door een aantal vestigingen te sluiten of samen te voegen en door inkrimping van het personeel, leverden volgens het concern een jaarlijkse kostenreductie van 6 miljoen euro op. Kroeze: “We moesten onze te dure kantorenstructuur inkrimpen. Of je nu zestig kantoren hebt of honderdtwintig… Met zestig kantoren ben je nog steeds overal in het land goed vertegenwoordigd, terwijl je minder duur uit bent.” Asito zit midden in die reorganisatie. Kroeze: “We zijn daarbij op zoek naar een beter rendement.” Dat betekent ook dat een deel van het personeel afvloeit en Asito werkt aan verdere efficiëntie. “We hebben een project, dat heet de mobiele professional. Iedereen die data moet invoeren, kan dat met een iPad meteen ter plaatse doen en hoeft daarvoor niet naar kantoor te komen. Dat leidt niet meteen tot de grootste besparing, maar het zijn maatregelen in een reeks. In deze markt moet je zorgen dat je niet te veel vet op de botten hebt. Je moet in topconditie zijn en met je tijd meegaan. Elke verspilling in ons proces willen we eruit halen. Denk ook aan gewerkte uren die je meteen via een iPad kunt doorgeven. Waarom zou je daarvoor met de auto naar kantoor moeten komen en eerst de uren op papier moeten schrijven om deze vervolgens in te voeren? Daar vergroot je alleen de kans op fouten mee en het is ook nog eens niet efficiënt.”

Kroeze: “Het spel dat we bij aanbestedingen spelen, heeft soms het karakter van een rituele dans. In dat spel moeten we zoveel mogelijk onszelf zijn.”

40

Service Management nummer 9 september 2012

Naast efficiëntie legt Asito de nadruk op innovatie. Naast de pittoreske schilderijen die de oude Van Riemsdijk nog heeft aangeschaft,


profiel

bevinden zich in het kantoor in Almelo wijnflessen met een nummer erop. Kroeze: “Als je geen verstand van wijn hebt, kun je op basis van die nummers kiezen.” Even verderop blikken met daarin chocolademelk en soep. Kroeze: “Door onder aan het blik het metaal in te duwen warmt de chocolademelk of de soep op. We kijken of we dit in de thuiszorg bij maaltijden kunnen toepassen.” Het is het soort creativiteit dat Asito ook tentoon wil spreiden in de

mensen die zeggen dat je aan die thuiszorgmarkt niet een te grote rol moet toekennen. Maar er helemaal uit stappen is niet verstandig. Nederland is het enige land in Europa dat betaalt voor huishoudelijke verzorging. Het is logisch dat dat wordt afgebouwd. Let wel: dan praten we over de schoonmaakwerkzaamheden, niet over de pure zorgtaken. Die laatste taken nemen alleen maar toe. Het is dan ook belangrijk een volwaardig zorgbedrijf te hebben.” On-

“De acties hebben er mede voor gezorgd dat de code Verantwoordelijk Marktgedrag de positie heeft die ze nu heeft” schoonmaakmarkt. “Je wordt in deze markt gedwongen om creatiever te zijn”, aldus Kroeze. Hij constateert meteen een verschuiving van schoonmaaktaken naar de thuissituatie. “Door de crisis en het Nieuwe Werken staat acht miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg. Drie à vier miljoen heeft geen perspectief. In business cases is aangetoond dat je met je kantoor de helft terug kunt in aantal vierkante meters als je het Nieuwe Werken introduceert. Al met al betekent dat voor cateraars, beveiligers en schoonmakers dat zij de helft van de omzet kwijtraken als al hun klanten die overstap maken. Als gevolg van het Nieuwe Werken werken meer mensen thuis. Het is niet ondenkbaar dat een werkgever voor een deel ook de schoonmaak thuis aanbiedt. Dat kun je niet met reguliere schoonmaakbedrijven oppakken, want die zijn ingericht op kantoren, niet op particulieren. Onze thuiszorgorganisatie komt al wel bij particulieren over de vloer. Je zou daar die schoonmaak prima aan kunnen haken.”

Niet te grote rol Via TSN is ADG Dienstengroep geequipeerd om in een groeiende zorgmarkt een rol te spelen, waar CSU Tzorg heeft. ISS is juist uit de thuiszorg gestapt. Hoe kijkt Kroeze daar tegenaan? “Ik ben het eens met

der druk van de krimpende markt verbreden schoonmaakbedrijven hun werkzaamheden, constateerde het economische bureau van ING onlangs al. Ook Kroeze ziet dat zijn bedrijf op meerdere borden schaakt. “Maar ik heb niet het idee dat het total facility management-concept alsnog doorbreekt. Eind jaren negentig dachten we al dat het concept zou doorbreken en wij hadden toen ook nog naast de schoonmaak een catering- en een beveiligingsbedrijf. Alle spelers borduurden die delen bij elkaar om een antwoord klaar te hebben. Echter, de markt kwam er maar niet en wij bouwden het weer af. In 2005 zagen we één grote tender met alle disciplines voorbij komen en dachten we alsnog dat de doorbraak zou komen. Daarna werd het weer rustig. Ik ben sceptisch geworden. Nederland is een klein land, met slechts een klein aantal bedrijven zoals Dow Chemical, Essent en Rijkswaterstaat dat dergelijke tenders in de markt kan zetten.” ADG Dienstengroep heeft 60.000 medewerkers in dienst en kent een miljard euro omzet. Schoonmaakbedrijven in het MKB willen nogal eens klagen over dergelijke grote ondernemingen. Die zouden het gevoel met de markt volledig zijn kwijtgeraakt. Kroeze: “Onze vestigingen hebben maximaal een omzet van drie mil-

joen euro. Dat is toch een MKB-bedrijf? Dat gevoel met de markt is er dus wel degelijk. De vraag erachter is of Asito een groot bedrijf of een conglomeraat van kleine bedrijven is. Dat vind ik een goede vraag. Ik denk dat we van beiden iets zijn. Belangrijk is dat we weten om te schakelen. Wanneer mag je klein zijn, wanneer moet je je juist groot maken? Daarom zijn vestigingsmanagers bij ons zelfstandige eenheden met elk hun eigen winkel.” Op 9 juni kwamen alle medewerkers van Asito bijeen om in het Scheepvaartsmuseum het 60-jarig bestaan te vieren en werd een speciaal lied gecomponeerd. Tijd voor Asito om ook zich af te vragen waar het staat…. Kroeze: “Het wordt de top vijf genoemd, maar feit is dat we allemaal een andere insteek hebben. ISS is meer internationaal. Wij zijn meer nationaal en ook gericht op de zorg. Facilicom is nog meer dan wij een pluriforme onderneming, terwijl CSU nog het meest rechttoe rechtaan schoonmaakbedrijf is. Hago heeft wat betreft portfolio het meest weg van Facilicom, maar lijkt in cultuur op ons. Ogenschijnlijk zijn er veel overeenkomsten, maar ook de verschillen zijn groot. De bedrijven zijn allemaal goed, vind ik. Het spel dat we bij aanbestedingen spelen, heeft soms het karakter van een rituele dans. In dat spel moeten we zo veel mogelijk onszelf zijn. Probeer in het spel om schoonmaakopdrachten die zaken te beïnvloeden die je kunt beïnvloeden. Helaas kunnen we niet alle schoonmaakopdrachten winnen, maar wel onze eigen kracht gebruiken om nieuwe ontwikkelingen vorm te geven.” ‹‹ (Advertentie) DE STANDAARD IN MICROVEZEL

Voor België

03 - 231 33 89 www.boma.be

Service Management nummer 9 september 2012

41


hygiëne

In samenwerking met Toletto

Vendor stapt in markt toiletten Sanifair is er bekend mee geworden langs de Duitse snelwegen. 2theLoo is een contract aangegaan met Shell voor vijftig tankstations. En onlangs stapte Vendor samen met Toletto in de markt van schone openbare toiletten waar tegenover het bezoek een luttel bedrag staat. “Er is in Nederland een enorme ruimte voor verbetering van de beleving en hygiëne van openbare toiletten.” RONALD BRUINS

W

ie op vakantie in Duitsland is geweest of door het land heen heeft gereden, is ze langs de snelweg vast tegengekomen: de schone toiletten waar men voor zeventig eurocent gebruik kan maken van een toilet dat zijn gelijke tot voor kort in Nederland niet kende. Het bonnetje dat de bezoeker voor het bedrag terugkrijgt, kan hij vervolgens meteen inleveren bij het desbetreffende benzinestation als hij daar wat koopt. Ideaal. Tot voor kort waren dergelijke, schone toiletgroepen schaars in Nederland en moest een Nederlander in hoge nood meestal terecht in smoezelige toiletten, vaak verstopt aan de achterkant van het benzinestation. Shell ging onlangs een samenwerking voor vijftig tankstations aan met 2theloo en mocht in juli de miljoenste bezoeker aan het toiletconcept begroeten. Maar 2theloo is niet de enige speler. Nee, allerminst. Vendor, een grote speler in toilethygiëne, zet ook stappen in de markt van schone openbare toiletten. Commercieel directeur Wout Verbruggen: “Het buitenland is een voorloper. Iedereen kent in Duitsland het concept van Sanifair. Maar in Nederland zitten we met onze openbare toiletten nog steeds in de Europese

42

In het winkelcentrum Rotterdam Zuidplein vindt op 14 september de officiële opening van de eerste vestiging plaats. De tweede vestiging in Zuidplein en de derde in Magna Plaza worden geopend in oktober. middenmoot, concludeerde de ANWB onlangs al. En ook het jaarlijkse onderzoek van Service Management wijst in die richting. Er is een enorme ruimte voor verbetering van de beleving en de hygiëne van openbare toiletten. Daar willen wij een rol in spelen.”

Drie vestigingen De behoefte tot verbetering bestaat niet alleen bij tankstations, maar

Service Management nummer 9 september 2012

zeker ook bij winkelcentra. Juist daar, op Rotterdam Zuidplein, vindt op 14 september de officiële opening van de eerste vestiging plaats. De tweede vestiging in Zuidplein en de derde in Magna Plaza worden geopend in oktober. Samen met toiletdesigner Toletto heeft Vendor een nieuw toiletconcept voor de openbare ruimte neergezet onder de naam public washrooms. “Aanleiding is dat winkelcen-


hygiëne

schone openbare tra door de mindere bestedingen steeds meer service moeten bieden. Winkelen moet een beleving worden die je met internet niet kunt evenaren. Daar horen schone openbare toiletten bij. Toiletten die het bezoek tot een beleving maken.” Vendor is al jaren actief in de business-to-businessmarkt. Dit is business-to-consumer. Verbruggen: “We hebben een afweging gemaakt of we erin zouden stappen. We zijn al meer dan vijftig jaar hygiënespecialist en weten wat mensen verwachten van een toiletruimte. Daar hebben we ook talloze onderzoeken naar gedaan en we hebben ook veel ervaring in de horeca. Daarbij kwam dat we vonden dat er iets moet gebeuren in Nederland. We

hebben in Nederland te lang in UVlicht op het toilet gezeten. Het werd te lang gezien als een noodzakelijk

zelfde eigenaar, Tank & Rast. Die kon in één keer de formule invoeren. In Nederland worden de tankstations

“De korting van vijftig eurocent brandt als het ware in de zak. Men vindt het zonde om er niets mee te doen” kwaad, waarbij je de sleutel van het toilet achter de kassa kon afhalen. Dat is allesbehalve servicegericht.” Hij constateert gelijk dat de omstandigheden in Duitsland om een dergelijk toiletconcept in te voeren, beter waren. “Veel tankstations kennen de-

Samen met toiletdesigner Toletto zette Vendor een nieuw toiletconcept voor de openbare ruimte neer onder de naam public washrooms.

langs de snelwegen in pacht gegeven door Rijkswaterstaat. Daarnaast is de Duitse consument veeleisender.” De kostprijs van een bezoek aan het openbaar toilet dat Vendor wil neerzetten, is afhankelijk van de locatie. Verbruggen: “Dat komt omdat we zelf ook voor het huren van de locaties andere prijzen moeten betalen. Maar een bezoek kost nooit meer dan een euro.” Net als in Duitsland krijgt de bezoeker daarvoor een vergoedingskaartje van vijftig eurocent. “Deze is in te leveren bij winkeliers in de buurt. Niet bij één winkel, maar dus bij meerdere. Zo hebben bij winkelcentrum Zuidplein winkeliers zoals C&A, Delifrance, Bakker Bart, Jamin, Subway en Miss Etam zich al aangemeld als inwisselmogelijkheid. Die winkeliers hoeven niets bij te dragen aan het toiletconcept zelf. Hen wordt gevraagd alleen de korting van het kaartje op artikelen te bieden. Uit onderzoek in het buitenland blijkt volgens Vendor dat het concept leidt tot omzetverhogingen door meer verkeer naar die winkels en impulsinkopen. Verbruggen: “Een bak koffie met appelgebak lijkt ineens veel aantrekkelijker met de korting.Ook brandt als het ware de korting van vijftig euro-

Service Management nummer 9 september 2012

43

»


(Advertentie)

hygiëne

cent in de zak. Men vindt het zonde om er niets mee te doen.” Posters in de toiletruimtes moeten de bezoekers wijzen op de partners waar ze het kortingskaartje kunnen inleveren. Verbruggen: “In de toiletten liggen ook leaflets waarop alle deelnemende winkels te zien zijn. Daarnaast denken we aan apps.”

Schoon en comfortabel

Software voor Schoonmaakbedrijven

Geïnstalleerd op uw eigen computer of online werken via de Cloud. Geen investeringen in hardware, gegarandeerd veilig en altijd bereikbaar waar u ook bent.

De toiletruimtes zijn volgens Verbruggen schoon en comfortabel. “Het wordt voor de bezoeker een positieve beleving. De ruimtes kennen één beheerder die ervoor zorgt dat de toiletruimtes schoon zijn en dat voorzieningen zoals toiletpapier, zeep en papier om je handen te drogen altijd aanwezig zijn. De toiletten zelf zijn voorzien van de Vendor Hygiene Seat. Elke keer dat een toiletbezoeker met de hand over de sensor beweegt, wordt de Hygiene Seat geactiveerd. Hierdoor schuift steeds een nieuwe hygiënische folie over de toiletbril. De gebruikte folie rolt op in de automaat en wordt gescheiden van de schone folie.” Comfort, gastvrijheid en hygiëne staan volgens Verbruggen voorop in het nieuwe concept. “Het beheer wordt uitgevoerd door Dolmans met wie we hiervoor een contract hebben gesloten.We wilden een schoonmaakbedrijf aan boord dat met ons mee kan opschalen bij de ver-

“We willen dit concept als een olievlek uitbreiden naar allerlei locaties” dere uitrol van de formule. De beheerder, tevens schoonmaker, staat bezoekers te woord en bij de uitgang kunnen bezoekers op een touchscreen aangeven wat ze van het toiletbezoek vonden. In hoeverre zijn ze tevreden? De resultaten daarvan krijgen we live op ons kantoor binnen.” Toletto nam het bouwkundige deel van de ruimtes voor haar rekening. Verbruggen: “De vloer moet bijvoorbeeld dicht zijn, met afgeronde hoeken, en de ruimte moet gemakkelijk schoon te maken zijn. Op dat soort aspecten hebben we gelet.”

www.nocore.nl

44

Service Management nummer 9 september 2012

De beleving moet zo positief worden dat potentiele bezoekers er speciaal voor naar het winkelcentrum komen. Verbruggen: “Als je zeker weet dat het toilet 100% in orde is en altijd schoon is, wil je daar ook wel voor betalen.” Uit onderzoek op de eerste twee locaties bleek volgens Vendor dat de bereidheid om te betalen er is, en ook dat de exploitatie financieel gezien haalbaar is. Volgens Verbruggen is er geen point of no return. “Dit blijven we doen, we willen dit concept als een olievlek uitbreiden naar onder meer tankstations, andere winkelcentra, locaties van het openbaar vervoer, pretparken en luchthavens. Het moet een goed herkenbaar concept worden.We starten eerst maar eens in Nederland, onze thuismarkt. We hebben hier heel veel vertrouwen in. Dit gaat slagen”, aldus een overtuigde Verbruggen. ‹‹


column mathieu lanting

Voorkom verrassingen

E

lke vakantie is de schoonmaakbranche druk in de weer met periodieke werkzaamheden in deze gebouwen: vloeren in de was zetten, uitvoeren van de glasbewassing en overige periodieke werkzaamheden. Na elke vakantie is er altijd weer een moment van “oh ja, dat is ook zo….” Maar ook: “ja maar, dat wisten wij helemaal niet…..” De zomervakantie is namelijk ook de vakantie waarin opdrachtgevers onderhoudswerkzaamheden laten uitvoeren aan diverse gebouwen, zonder hierbij altijd goed na te denken over de consequenties voor andere partijen die in het gebouw aanwezig dienen te zijn. Als opdrachtgever is het verstandig om alle bouw- en verbouwingswerkzaamheden goed te bespreken met uw aanspreekpunt bij het schoonmaakbedrijf. Worden plafonds vervangen, kozijnen geschilderd, toiletten opnieuw betegeld of het meubilair vervangen? Of wellicht wordt een nieuwe vloer aangelegd? Het zijn allemaal redenen om dit goed met uw schoonmaakbedrijf te bespreken en dan vooral goed af te stemmen wat de verwachtingen van beide partijen zijn.

Planning Het is in alle gevallen erg belangrijk om een planning te maken, waarna er een duidelijke afspraak gemaakt wordt wanneer het schoonmaakbedrijf de afgesproken periodieken wél

kan komen uitvoeren. Maak daarbij gelijk een afspraak om alle periodieke werkzaamheden gezamenlijk te controleren en bespreek een eventuele naloopronde. Daarmee voorkomt u grote ergernissen voor alle betrokkenen. Voor de schoonmaakbranche is het van groot belang tijdig te communiceren over de komende vakantieperiodes (in dit geval de zomervakantie) en dit kan tegenwoordig uiteraard op allerlei digitale manieren. Vergeet hierbij echter ook niet de rol van de objectleidster. Zij dient dit tevens tijdig te bespreken tijdens haar maandelijkse, periodieke overleg. Klinkt logisch, maar in de praktijk gaat dit toch nog vaak mis. Communiceer goed welke werkzaamheden er uitgevoerd worden en wat er verwacht wordt van de opdrachtgever. Het object moet opgeruimd opgeleverd worden. Dat betekent alle losse spullen van de grond, vensterbanken en kasten aan de bovenzijde leeg, posters samen met het plakband verwijderen van de ramen en deuren. Zo kan het schoonmaakbedrijf een object grondig reinigen en treft de opdrachtgever na de zomerbeurt een schoon gebouw aan met een mooie, gepoetste vloer.

Tips Tips voor de schoonmaakbranche: maak een duidelijke periodieke jaar-

planning voor alle betrokkenen en houd je hier ook aan. Communiceer (via e-mail of objectleidster) twee maanden van tevoren over wat er te verwachten staat bij de diverse objecten. Als er geen bijzonderheden zijn, breng dan alle locatieverantwoordelijken tijdig op de hoogte middels e-mail. Check aan het einde van de één na laatste week van de vakantie of alle periodieken uitgevoerd zijn. En: laat je niet verrassen. Is er iets niet uitgevoerd om wat voor reden dan ook, communiceer hier dan over. E-mail in de laatste vakantieweek alle locaties en jullie contactpersoon met de stand van zaken tot dan toe. Is alles uitgevoerd, dan is het prima. Zo niet, communiceer dan gelijk weer wanneer hetgeen wél wordt uitgevoerd. In de eerste week na de vakantie is het verstandig om nogmaals een email te sturen met de vraag of er nog opmerkingen zijn over de uitgevoerde werkzaamheden. Krijgt het bedrijf geen reactie, dan is dat prima. Maar komt er wel reactie, dan kan de issue gelijk opgepakt en opgelost worden. Kortom: zijn periodieke werkzaamheden in de zomervakantie lastig? Nee, mits er maar goed wordt gecommuniceerd!

‹‹

Mathieu Lanting, algemeen directeur Alpha Adviesbureau

Service Management nummer 9 september 2012

45


social return

Marco van Houten, Sallcon Werktalent:

“Wij koppelen comme euro” Gemeenten zetten steeds vaker sociale werkvoorzieningen in om schoonmaakwerkzaamheden te laten verrichten. Die sociale werkvoorzieningen zoeken op hun beurt de samenwerking met commerciële schoonmaakbedrijven. “We hebben elkaar hard nodig”, zegt Marco van Houten, verantwoordelijk voor de businessunit schoonmaak van het in Deventer opererende Sallcon Werktalent. RONALD BRUINS

I

n pakweg twee jaar groeide die businessunit uit tot ongeveer honderd schoonmaakmedewerkers. Sallcon is met 1.200 medewerkers na het Deventer Ziekenhuis een van de grootste werkgevers in de regio. De sociale werkvoorziening is gespecialiseerd in werkgelegenheid en arbeidsre-integratie

in de regio Deventer. Sallcon begeleidt mensen naar werk via regelingen als de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en bijstand, de Wajong en de Wet werken naar vermogen. “Het gaat hierbij om mensen die vanwege bijvoorbeeld een arbeidshandicap, werkeloosheid, hun thuissituatie of door onvoldoende

Het team van Sallcon Werktalent dat aan de slag is voor de gemeente Deventer.

46

Service Management nummer 9 september 2012

beheersing van de Nederlandse taal een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt”, aldus Van Houten. De werkzaamheden lopen van verpakken, metaal, het inzamelen van afval, het digitaliseren van papieren archieven tot aan schoonmaak. “Bij dat laatste is het nog niet altijd even gemakkelijk mensen


social return

rciële euro aan sociale met een afstand tot de arbeidsmarkt in te zetten, want je hebt daar communicatieve vaardigheden voor nodig. Vooral mensen die intern bij ons werk hebben gedaan, verkijken zich daar nog weleens op. Het vraagt een zekere zelfstandigheid die lang niet iedereen heeft. Er zit meer achter de emmer en de mop.”

Hard gegroeid De businessunit schoonmaak bestaat nu ruim vijftien jaar. “We zijn hard gegroeid”, zegt Van Houten. “Naast vele kleine locaties zoals kinderdagverblijven, basisonderwijs en kantoren stonden we ineens voor de invulling van de schoonmaakwerkzaamheden op de locaties van de gemeente Deventer.” Adviesbureau Cleanconcepts begeleidde een inbesteding. Waar het schoonmaakwerk eerder in de avonduren werd uitgevoerd, kozen de partijen voor dagschoonmaak. Cleanconcept voert nu nog ieder kwartaal de VSR-kwaliteitscontroles uit. Van Houten: “We hebben vervolgens een interne opleiding opgezet en mensen die vanuit de houtbewerking en het verpakken dit zouden kunnen oppakken, geïnteresseerd voor de schoonmaak. Vaak moeten ze naast iemand lopen die het al jaren in de vingers heeft. Het was aanpoten om geschikte mensen te krijgen.” De wens van de gemeente was om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de schoonmaak te laten uitvoeren. Gemeenten gunnen regelmatig onderhands opdrachten aan sociale werkvoorzieningen door middel van een inbesteding, constateert Van Houten. “Een reden is de historische band tussen gemeente en sociale werkvoorziening. Vaak hingen de werkvoorzieningen eerder onder de noemer van hun eigen ge-

meenten. Na de verzelfstandiging van Sallcon in 2002 zijn veel opdrachten daardoor automatisch overgenomen.” Welke mensen zijn aan het werk bij Sallcon? “Het is een mix van willers die niet kunnen en kunners die niet willen”, schetst Van Houten. “Men denkt vaak dat het fysiek gehandicapten zijn, maar dat is lang niet altijd het geval. We hebben ook bijvoorbeeld mensen die geestelijk het een en ander hebben meegemaakt. We kijken sterk naar wat mensen nog wel kunnen. Dat is best lastig als mensen heel veel willen, maar niet kunnen. Een aangepaste taak of een gedeelde taak uitvoeren met een sterkere collega biedt dan uitkomst. De

proeven ze eenmaal aan het vak, dan willen ze vaak voor geen goud meer terug en zijn ze enthousiaste ambassadeurs van het schoonmaakvak: dit had ik veel eerder moeten doen. Dat helpt dan ook weer om andere mensen in ons bedrijf te enthousiasmeren.”

Onder vuur Sociale werkvoorzieningen liggen onder vuur. Steeds vaker worden industriële werkzaamheden niet uitbesteed aan een sociale werkvoorziening, maar deze verdwijnen onder andere naar het buitenland. “Daarom ook moeten wij meer mensen naar buiten krijgen, onder meer naar de schoonmaak”, aldus Van Houten. Nog meer impact hebben de

“Schoonmaak vraagt een zekere zelfstandigheid die lang niet iedereen heeft. Er zit meer achter de emmer en de mop” andere groep, kunners die niet willen, kunnen we prikkelen en motiveren, ook – als dat nodig is – met sancties vanuit wet- en regelgeving. We wijzen er natuurlijk op hoe mooi en leuk het schoonmaakvak is, zeker als je het vergelijkt met andere productiewerkzaamheden die eentonig kunnen zijn. Schoonmaak biedt een baan met veel zelfstandigheid en opleidingsmogelijkheden. Je kunt je zelfs bekwamen tot voorman. Het vreemde is wel dat, gezien het imago van de schoonmaakbranche, mensen nog weleens overtuigd moeten worden hoe mooi het werk is. Dat komt ook doordat mensen wennen aan de werkzaamheden die ze nu binnen doen. Alles wat anders is, is dan vreemd. Maar

bezuinigingen van overheid en gemeenten, waardoor sociale werkvoorzieningen meer dan ooit hun eigen broek op moeten houden. Van Houten: “We moeten fors bezuinigen. We zijn samen met de gemeente Deventer aan het kijken hoe we onze toekomst verder kunnen invullen. Ons gezamenlijk streven is om onze mensen naar externe werkplekken en opdrachtgevers te begeleiden. Dat is een mooi streven, maar er zal altijd een groep blijven die echt niet aan het werk kan. Deze mensen mogen niet het slachtoffer worden van bezuinigingsmaatregelen. Begeleiding en ondersteuning zijn juist voor deze mensen een noodzaak. Zo voorkom je thuiszitten. Dat heeft namelijk een flinke sociale

Service Management nummer 9 september 2012

47

»


social return

Van Houten zet de deur open voor commerciële partijen. ““Kom eens praten. Dat kan sowieso geen kwaad.” impact. Mensen kunnen thuis wellicht zelfs een last voor hun omgeving gaan vormen. Aan die impact wordt niet of nauwelijks gedacht bij de bezuinigingen.” Met de opkomst van sociale werkvoorzieningen in de schoonmaak rijst de vraag of er niet oneerlijke concurrentie opdoemt voor commerciële partijen. Vakbond CNV toonde zich onlangs ontevreden over de manier waarop Leeuwarden met zijn schoonmakers omging. Dertig van hen belanden op straat doordat de gemeente het schoonmaakwerk door een sociale werkvoorziening laat doen. Daardoor viel de commerciële partij, GOM Schoonhouden in dit geval, af bij de aanbesteding. Het geval staat niet op zich. Jan Kampherbeek van CNV: “Prima als je mensen uit een sociale werkvoorziening een plek geeft, maar doe het dan geleidelijk.” Van (Advertentie)

Houten reageert: “Ik trek ook het liefst gezamenlijk op met commerciële partijen. Dat is in ieder geval mijn insteek. Daarbij zie ik het voor me dat mensen uit de reguliere sector bij objecten optrekken met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij de effecten voor integratie maximaal zijn. We zouden dus nog meer de samenwerking willen zoeken.” In jointventureconstructies gebeurt dat nu ook al, vooral bij de Vebego-groep die daarin groot is geworden. Is zo’n joint venture ook iets voor Sallcon? Van Houten: “We praten niet concreet over joint ventures, maar we praten wel met marktpartijen over hoe we kunnen samenwerken. De deur voor dat soort gesprekken staat bij ons wagenwijd open. We komen daarbij ook problemen tegen. De doelgroep van een sociale werkvoorziening vraagt een tijdsintensieve aanpak, waar commerciële partijen wat voor terugdeinzen. Je hebt geduld nodig bij de begeleiding van onze mensen, terwijl de huidige schoonmaakmarkt juist meer wil doen in minder tijd.”

Sociale euro Van Houten zegt de commerciële euro te willen koppelen aan de sociale euro. “Reguliere schoonmaakbedrijven hebben meer verstand van commercie, wij meer van begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Wij hebben geduld en kennis van zaken. Het zou prachtig zijn beide insteken bij el-

48

Service Management nummer 9 september 2012

kaar te brengen, ook in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen dat vele schoonmaakondernemingen preken. We hebben elkaar hard nodig. Ik start graag samen trajecten op, zeker in de regio van Deventer.” Van Houten geeft toe dat hij tevens concurreert met commerciële partijen. “Zo liggen de kaarten op de markt momenteel. Maar veel liever ga ik samenwerkingen aan. Ik denk dat we niet om elkaar heen kunnen. Dat bleek ook uit de bijeenkomst van de branchevereniging voor sociale werkvoorzieningen, Cedris, en OSB. Het is een gezonde ontwikkeling voor de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die met die samenwerkingen een goede plek op de schoonmaakmarkt krijgen. De social return ervan is groot.” Van Houten is ervan overtuigd dat hij met sociale werkvoorziening meer aandacht kan geven aan schoonmaakobjecten. “Het moet in de schoonmaak telkens sneller en goedkoper. Daar zit een grens aan. Onze werkleiding besteedt dagelijks veel aandacht aan onze medewerkers, de juiste werkinstructie en routing op de werkvloer. Dit vertaalt zich naar een hoog kwaliteitsniveau op locatie. Je ziet medewerkers opveren en gemotiveerd raken. Het is mijn object, hoor je ze zeggen. Ze zijn toegewijd. Het eigenaarschap kon daarmee weleens groter zijn dan bij parttimers die eens in de week een uurtje komen schoonmaken op een object.” Sallcon past dagschoonmaak toe. Kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de communicatieve kant die daarbij hoort wel oppakken? Van Houten: “Terechte vraag. De mensen die we op locatie aan de slag laten gaan, zijn communicatief vaardig. En als ze dat niet zijn, dan gaan we met hen aan de slag, met datzelfde geduld waarmee we beginnende medewerkers plaatsen.” Als laatste: waar denkt Sallcon over vijf jaar te staan? Van Houten: “We willen blijven groeien en ik hoop van ganser harte dat samenwerkingen met commerciële partijen dan tot wasdom zijn gekomen. MVO en social return leven als nooit tevoren, ook bij opdrachtgevers die dat in hun bestekken verwerken. We kunnen gezamenlijk een propositie in de markt zetten.” Van Houten is duidelijk. “Kom eens praten. Dat kan sowieso geen kwaad.” ‹‹


k waliteit

Tien procent weet niet van verplichting

98 procent leden kent OSB-keurmerk De Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten (OSB) is in woord en geschrift al bijna twee jaar intensief bezig met de introductie van het keurmerk. Met succes, want 98 procent van de leden weet dat er een keurmerk aankomt. Maar na ‘een belrondje’ bleek dat tien procent van het ledentotaal niet weet dat het keurmerk per januari 2013 een verplichting is. DICK VAN ZOMEREN

H

et bestuur en het verenigingsbureau van de tegenwoordige OSB zijn actiever en meer extern gericht dan de oude organisatie zoals die tot voor enkele jaren functioneerde. OSB is nu ontegenzeggelijk dynamischer en alom vooral druk met de code Verantwoordelijk Marktgedrag (reële prijzen en dito arbeidsprestaties) en het aanstaande OSB-keurmerk, waarvan de genoemde code een onderdeel is. Maar het moet het bestuur van de ‘oude’ OSB worden nagegeven dat men ook al meer dan vijftien jaar bezig was om met betrekking tot de aangesloten schoonmaakbedrijven het kaf van het koren te scheiden. Al begin jaren negentig werd gewerkt aan plannen om alleen al het lidmaatschap richting gebouwbeheerders als onderscheidend te promoten. Dat kwam nooit van de grond omdat dan bij wanprestaties leden over collega-leden zouden moeten oordelen en toen binnen de vereniging breed de gedachte leefde dat vooral de marktleiders de dienst uitmaakten, ook bestuurlijk.

Wel onderscheidend De jaren negentig betekenden voor de schoonmaakbranche ook de introductie van de ISO-certificering (kort daarop gevolgd door het VCA) waarin het toenmalige OSB-bestuur een tweede moge-

Tijdens roadshows legde OSB de bedoeling van het keurmerk uit aan haar leden. lijkheid zag om als lid wél onderscheidend te zijn. Het kwam erop neer dat OSB-leden met ISO-certificaten in aanmerking kwamen voor een OSB Pluscertificaat. Dus én OSB-lid en ook nog

die voorzitter Henk van Weerdenburg vaak persoonlijk bij de bedrijven kwam uitreiken. Maar die Plus interesseerde de kring van opdrachtgevers weinig en te midden van de prijzenoorlog stierf ook

Schoonmaakbedrijven die niet aan het keurmerk voldoen, moeten op termijn afscheid nemen eens ISO-gecertificeerd. Aanvankelijk was dat succesvol en tot in deze eeuw werden aan leden/bedrijven enkele tientallen OSB Plus-certificaten uitgereikt,

die ‘kwaliteitsgarantie’ een kalme dood. Na het lidmaatschap (zonder toetredingseisen) en OSB Plus staat de bedrijfstak nu aan de vooravond van

Service Management nummer 9 september 2012

49

»


k waliteit

KEMA), Crop Certificering en Qualitatis Certification. Het staat de OSB-leden echter vrij om andere bureaus zoals Kiwa of Lloyds te kiezen, mits deze certificerende instanties een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten met OSB.

De eisen Voor het keurmerk is het een vereiste dat het schoonmaakbedrijf een financiele administratie voert zoals vastgelegd in de norm NEN 4400-1 met onder meer waarborgen van de afdracht van belastingen en premies, een gedegen personeels- en financiële administratie, de inzet (onder voorwaarden) van zzp’ers, de omzetregistratie en registratie bij de KvK en de Belastingdienst. Tijdens de workshops in juni, als onderdeel van de ledenvergadering, werd door de inleiders betoogd dat de Belastingdienst bij bedrijven met NEN 4400-1 minder ‘streng’ en minder frequent voor inspectie langskomt. Als een schoonmaakbedrijf deze norm hanteert, wordt dat, na aanmelding bij de Stichting Normering Arbeid (SNA), geregistreerd (en periodiek geïnspecteerd) door deze stichting.

OSB gaf de helder en bondig geformuleerde brochure met de titel OSB-keurmerk in vogelvlucht uit. de derde poging tot onderscheid: het OSB-keurmerk. Deze wordt door de vereniging breder uitgedragen en met meer enthousiasme gepresenteerd dan ooit. Daarvan getuigt de 98 procent die weet dat het keurmerk eraan komt. Dat is het resultaat van vier tot vijf landelijke bijeenkomsten, de OSB-nieuwsbrief, roadshows in de regio en artikelen in vakbladen. De vier roadshows onder leiding van projectleider Edwin Lokkerbol werden bezocht door ongeveer 250 personen, die 150 schoonmaakbedrijven vertegenwoordigden. De circa 350 bedrijven/leden die niet kwamen opdagen zijn dit voorjaar door OSB gebeld en daarvan wist toch elf procent nog niet dat het keurmerk met ingang van 2013

50

verplicht is voor de aangesloten leden. Met andere woorden: schoonmaakbedrijven die daar niet aan voldoen, moeten op termijn afscheid nemen van OSB, hoewel de vereniging dat liever (nog) niet benadrukt en ook geen termijn noemt waarop de rode kaart wordt getoond. Een schoonmaakbedrijf dat een OSB-keurmerk wil verwerven moet op drie gebieden voldoen aan eisen. Dat zijn eisen op administratief/financieel gebied, het moet verantwoord marktgedrag laten zien en voldoen aan schoonmaakspecifieke eisen. De toetsing daarvan door certificerende instellingen is in volle gang, waarbij drie bureaus de status hebben van preferred supplier: de combinatie Cicero/Dekra (voorheen de

Service Management nummer 9 september 2012

Naast een gedegen financiële administratie moet een lid voor het OSB-keurmerk ook de code Verantwoordelijk Marktgedrag onderschrijven en naleven. De basis daarvoor is een zelfverklaring (waarvoor OSB een format heeft) waarin men goed werkgever- en opdrachtnemerschap onderschrijft, zegt zorgvuldig te handelen tegenover de medewerkers wat betreft de cao en wet- en regelgeving, sociaal handelt bij werving en selectie, bij leidinggeven en ontwikkeling en opleiding stimuleert. Transparantie is ook een onderdeel van de marktcode. De offerte moet gebaseerd zijn op aantoonbare en controleerbare normstellingen qua arbeidsprestatie en steunen op realistische prijzen. Met de vakbonden van de medewerkers dienen ‘open verhoudingen’ te bestaan en de onderneming moet goede medezeggenschap bevorderen. De opdrachtgevers, de FM-ers en gebouwbeheerders hebben het recht controle uit te oefenen op de in de offerte beloofde prestaties en kengetallen.

Drie jaar actief Tot zover zijn de eisen tamelijk algemeen en toepasbaar in tal van bedrijfs-


k waliteit

takken. Maar er zijn, als voorwaarde voor het keurmerk, ook een aantal branchespecifieke eisen. Uiteraard is het lidmaatschap van OSB een eis. Ook moet men al drie jaar actief zijn in de schoonmaak. Daarnaast wordt ook het toepassen van de schoonmaakcao - te controleren door de RAS waarin vakbonden en werkgevers vertegenwoordigd zijn - geëist. Nog een branchespecifieke eis: een goede bedrijfsaansprakelijk-

ken. Dat mag ook allemaal digitaal. Nog meer schoonmaakgerichte eisen: men dient een kwaliteitsmeetsysteem te hanteren, gebaseerd op een systeem van de VSR, DKS of ‘anderszins’. Uitvoerenden moeten geïnformeerd worden over wat in de cao is vastgelegd en als ze in dienst treden, moet hen mondeling worden verteld wat voor een werk ze waar moeten doen. Ook de huisregels van het object moeten worden verteld.

De bedrijfstak staat aan de vooravond van de derde poging tot onderscheid: het OSB-keurmerk heids- en opzichtverzekering. Een WAverzekering van minimaal 50.000 euro per aanspraak en minimaal 100.000 euro per verzekeringsjaar. Er moet ook een communicatiesysteem worden gehanteerd met de elementen logboeken, bezoekverslagen of genoteerde afspra-

Dat alles via een uit te reiken handboekje, een eigen training of instructie.

Selectiecriterium OSB speelt een voorname rol bij de introductie en toepassing van de drie eisen (NEN 4400-1, de code Verantwoor-

delijk Marktgedrag en de branchespecifieke eisen). De vereniging doet dat via het verenigingsbureau. OSB speelrt vooral een ondersteunende rol. Niet in het minst door de heldere en bondig geformuleerde brochures OSB-keurmerk in vogelvlucht en de gedetailleerde implementatiehandleiding OSB-keurmerk. Van het schoonmaakbedrijf wordt ook nogal wat zelfwerkzaamheid verwacht voordat men een certificerende instelling kan uitnodigen om de systemen door te lichten met in de lokkende verte het OSB-keurmerk. Het keurmerk is de derde poging sinds de oprichting van OSB in 1981 om in de gehele schoonmaakbranche het kaf van het koren te scheiden. Dit keer staan alle seinen op groen. Binnen een jaar of twee is duidelijk of het OSB-keurmerk daadwerkelijk onderscheidend is in een markt waarbij het alleen om de prijs lijkt te gaan. Het zou al baanbrekend zijn als de overheid en nonprofitsector als de gezondheidszorg snel het keurmerk als selectiecriterium gaan gebruiken. Dan volgt het particuliere bedrijfsleven als vanzelf. ‹‹

(Advertentie)

Padstop voor Pro’s 100% gerecyclede polyester vezels

De schoonste vloerpads voor schoonmaakprofessionals. Vloerpads die de professionele, milieubewuste facilitaire dienstverlener uit het hart zijn gegrepen. Door Wecoline vervaardigd van 100% gerecycled materiaal. Wecoline pads by Americo. Een garantie dat u schoonmaakt met de beste en schoonste vloerpads!

In het productieproces worden uitsluitend latex harsen op waterbasis gebruikt

WECOLINE PADS BY

www.wecoline.com

Service Management nummer 9 september 2012

51


cao

Toonzetting opvallend mild

Hoofdrolspelers caoDe stakingen in de schoonmaak tussen januari en april van dit jaar duurden opmerkelijk lang: 105 dagen. Een strijd die op het scherpst van de snede werd gevoerd, maar uiteindelijk door informeel overleg werd gered. De hoofdrolspelers van de onderhandelingen keken onlangs in Amsterdam terug op een roerige periode. KOOS PLEGT

I

n januari van dit jaar was er in de schoonmaak sprake van grote en langdurige stakingen, die wekenlang doorgingen. Soms was er sprake van ludieke acties, maar ook was de strijd af en toe grimmig. Het afsluiten van een cao-akkoord tussen de sociale partners, met een loonsverhoging van 4,85 procent voor 150.000 schoonmakers, was een gebeurtenis van historische afmetingen. Naast een loonsverhoging maakten de partners afspraken over betere opleidingen, zekerheid en werkdrukmetingen. Doorbetaling bij ziekte is nu bespreekbaar, maar nog niet definitief. Er vindt hiervoor een test plaats onder een kleine groep werknemers, in combinatie met een groot onderzoek naar verzuimbeleid.

Milde toon Jan Kampherbeek (CNV Vakmensen), Mari Martens (FNV Bondgenoten), (Advertentie)

52

Anton Witte (directeur HR Asito) en Norma van den Berg (directeur HR ISS) keken onlangs voor het eerst samen terug op een roerige periode. Plaats van handeling was de Singelkerk in Amsterdam, waar de plaatselijke gemeente onder de naam Doperscafé debatten rond maatschappelijke thema’s organiseert. Als leden van de onderhandelingsdelegaties kennen de vier elkaar inmiddels door en door. En ondanks de scherpe toonstelling tijdens de stakingsweken was de toon tijdens de bijeenkomst opvallend mild. Onderling hebben vakbonden en werkgevers de afspraak gemaakt elkaar niet meer aan te vallen. Hoe heeft het conflict tussen werkgevers en werknemers zo hoog kunnen oplopen? Mari Martens, bestuurder van FNV Bondgenoten, vindt dat het allemaal nog wel meevalt, maar heeft ondertussen veel begrip voor de sentimenten op de werkvloer. “Mensen die werken als schoonmaker willen respect en de waardering die ze verdienen. Ze maken dag in, dag uit kantoren schoon in een razend tempo omdat er in hun sector wordt aanbesteed tegen prijzen die eigenlijk niet kunnen.” Met de komst van de code Verantwoordelijk Marktgedrag, waar steeds meer grote partijen hun handtekening onder zetten, beschikt de branche nu over een middel dat ongezonde aanbestedingen moet tegen-

Service Management nummer 9 september 2012

gaan. Maar, zo waarschuwen de vakbewegingen, een krabbel zetten is eenvoudiger dan je ernaar te gedragen.

Lang links laten liggen Jan Kampherbeek, bestuurder van CNV Vakmensen, dat niet meestaakte maar wel deel uitmaakte van de onderhandelingen, denkt dat de vakbeweging het onderwerp te lang heeft laten liggen. Vooral waar het gaat om ketenverantwoordelijkheid had die de bal eerder kunnen oppakken. “Het is wel degelijk uit de hand gelopen”, zegt Kampherbeek. “In 2004 hadden we nog te weinig mensen in de sector. Daarna is de economie gekrompen en werd er vaak bezuinigd op externe zaken, zoals schoonmaak. Opdrachtgevers kijken vaak naar schoonmakers met een andere blik dan naar het eigen personeel. Eén van ‘die horen niet bij ons’. Maar je hebt ook verantwoordelijkheid voor mensen die je inhuurt. Dat besef komt langzaam op gang.” Volgens de bestuurder is het begrip ketenverantwoordelijkheid iets waarop de vakbeweging in het verleden weinig heeft gelet. Het beeld van de afgeknepen schoonmaker moeten we volgens Anton Witte, voorzitter van de werkgeversdelegatie, wel in het juiste perspectief plaatsen. “Schoonmaak is een vrij conservatieve branche, die zich te langzaam heeft gemoderniseerd. Het


cao

strijd begraven strijdbijl tegen 120 procent van het minimale bestaansinkomen en zijn koffiepauzes niet zoals de ‘eigen’ medewerkers doorbrengt in de moderne bedrijfskantine, maar in een lekkende keet ergens achter het gebouw... Toch mogen we van Martens de schoonmaker absoluut niet als ‘zielig’ neerzetten. “Het zijn krachtige mensen, die willen opkomen voor hun inkomen en dat van hun gezin. En dat hebben ze ook voor elkaar gekregen. Applaus daarvoor.”

De hoofdrolspelers bij elkaar om terug te blikken op een grimmige cao-stijd. Witte: “De mentaliteit opdrachten tegen elke prijs aan te nemen, is aan het veranderen.” overnemen van werknemers wanneer een nieuwe aanbesteding leidde tot een wisseling van leverancier, leek een goede regeling, maar leidde ertoe dat men alleen maar op prijs concurreerde. De medewerkers die het moesten doen, bleven namelijk feitelijk hetzelfde.” Schoonmaakbedrijven hebben zich, ondanks hun eigen conflicten, in een brancheorganisatie verenigd en van daaruit stappen gemaakt die zij zelf als een handreiking zagen naar de vakbonden, zo stelt Witte. “Maar onze ervaring is dat de vakbond dat niet altijd zo heeft gezien.”

Respect Witte doelt met zijn opmerking op het bod dat de werkgevers in de schoonmaak- en glazenwassersbranche de vakbonden voorafgaand aan de stakingsgolf deden. Het eindbod

van 4,85 procent loonsverhoging week daar niet veel vanaf en in feite draaiden de stakingen vooral om één onderwerp: de twee verplichte wachtdagen die schoonmakers bij ziekte

Maar wie is nu eigenlijk verantwoordelijk voor de teloorgang van het schoonmaakvak? “Vijfentwintig jaar geleden was schoonmaak nog een vak waarbij mensen zich betrokken voelden bij hun werk en opdrachtgever. Dat is veranderd”, constateert Norma van den Berg, die tijdens de onderhandelingen lid was van de werkgeversdelegatie. De oorzaak zoekt zij onder meer in de verschuiving van schoonmaak als verantwoordelijkheid van de facilitaire dienst naar de inkoopafdeling. Dit zou geleid hebben tot een rationalisatie, waarbij prijs de boventoon voerde en de bepalende

Een krabbel onder de code zetten is eenvoudiger dan je ernaar te gedragen, waarschuwden de vakbonden moeten opnemen. Maar eigenlijk draaide het daar ook niet om, want de wachtdagen stonden voor een groter thema: respect. Het gebrek daaraan – althans, het heersende gevoel daarover – zat medewerkers in de sector al langer dwars. De ‘onzichtbare’ schoonmaker die zijn werk doet als iedereen al naar huis is, arbeid levert

factor werd in aanbestedingen. Maar niet alleen werkgevers, ook vakbonden hebben bijgedragen aan de misère door vast te houden aan de contractwisselingsparagraaf. “Dat leek een uitstekend idee, maar het is een wurggreep op de branche geworden. De contractduur is steeds verder teruggeschroefd en de behoefte aan

Service Management nummer 9 september 2012

53

»


cao

investeringen in trainingen is afgenomen. Je hebt toch het gevoel dat je voor de concurrent aan het opleiden bent. En werknemers op hun beurt zijn zich ervan bewust dat ze na drie jaar vaak weer een nieuwe werkgever hebben. De onderlinge betrokkenheid is daardoor verdwenen.”

Eigenwijs Onder het oog van een klein gezelschap van zo’n veertig geïnteresseerden in de Singelkerk roken de onderhandelaars de vredespijp na het optrekken van de kruitdampen van wat de langste staking van de laatste jaren is geweest: 105 dagen. Een staking die gerust zes, zeven weken eerder beëindigd had kunnen worden, geeft Martens toe. “Maar ik ben eigenwijs, en onze leden ook. Waarom zou een staking niet lang mogen duren?” Van den Berg stelt zelfs vast dat het zelfs weken korter had gekund. “Staken kan een keer, maar een tweede keer in korte tijd is te veel. Het is

een behoorlijke klus om na 105 dagen met de stakers en hun niet-stakende collega’s op objecten weer naar een positieve toekomst te gaan. Het heeft veel energie gekost.” Pas medio april werd een akkoord bereikt dat alle partijen aan hun achterban konden verkopen. Waarom duurde het zo lang? “Wij wisten dat FNV Bondgenoten actie wilde gaan voeren”, zegt Witte. “Het was geen publiek geheim, maar nadat we een

stellingen gedrukt: ‘meer leden’. De drijfveren voor FNV Bondgenoten waren anders dan Martens ze nu presenteert. Er is daarom actie gevoerd op wachtdagen, terwijl er al een caovoorstel lag voor wat de beste cao van Nederland zou zijn. Daarom voelen we ons ook zo verkeerd begrepen.”

Activisme Als reactie op de uitlating van Witte stelt Martens dat door mensen te activeren op de werkvloer, de vakbond

“De mentaliteit opdrachten lukraak tegen elke prijs aan te nemen is aan het veranderen” sheet hadden gezien die Martens had gebruikt op een FNV-bijeenkomst wisten we wel hoe laat het was. Daarop stond als een van de eerste doel-

een aantal zaken voor elkaar heeft gekregen. “Bedrijven nemen de code en veiligheidsregels serieuzer en de schoonmaker krijgt beter betaald.”

(Advertentie)

Meer informatie: www.deiss.nl

De Superman onder de afvalzakken! DEISS levert de beste kwaliteit zakken, die aan uw hoge eisen voldoen! Of het nu uitermate elastisch, bijzonder sterk en scheurvast moet zijn, of moet voldoen aan andere individuele wensen, DEISS afvalzakken bieden optimale eigenschappen voor alle doeleinden. Overtuig uzelf!

54

Service Management nummer 9 september 2012


Foto: Roderick Polak/FNV Bondgenoten

cao

Maar liefst 105 dagen duurde de staking. Martens: “Waarom zou een staking niet lang mogen duren?” Ondanks de wrijving die er nog altijd tussen de twee kampen bestaat over de motivatie voor de staking, heeft Witte wel enkele positieve woorden over voor zijn tegenspelers. “Ze maken de medewerker bewust van zijn positie, leren hem mondig te zijn zodat hij ook beter in staat is de werkgevers aan te spreken op misstanden die wel degelijk aanwezig zijn.” De term ‘organising’ valt, de vanuit de VS naar Nederland overgewaaide vakbondsmethode om via activisme werkenden te organiseren. “De lange duur van de staking is echter wel de keerzijde van organising.” Het uiteindelijke akkoord valt te bestempelen als een ‘wandelgangenakkoord’. Het informele overleg was eigenlijk nog de enige manier om de na drie maanden totaal vastgelopen onderhandelingen in april nog nieuw leven in te blazen. Beide partijen hadden zich tegen die tijd, onder druk van hun achterban, verschanst in hun stellingen. “We komen elkaar

voortdurend tegen, hebben elkaars mobiele nummers en zo kom je uit het spanningsveld”, zegt onderhandelaar Jan Kampherbeek. Nood breekt wet, was ook het besef aan de andere kant van de tafel. “Het infor-

“Stakingen zijn nooit leuk, maar ook wij respecteren een sterke en gezonde bond”, zegt Van den Berg. Er gaan dingen mis, erkent ook zij, maar er zijn dingen aan het veranderen. Dat vindt ook delegatiegenoot Witte: “De

“We hebben afgesproken om ons niet meer negatief over elkaar uit te laten” mele overleg zonder overleg met de achterban is me aanvankelijk niet in dank afgenomen, maar later wel”, zegt Witte.

Champagne Is er na de beklinking van het cao-akkoord, op 25 april, ‘s avonds nog een glaasje champagne gedronken door de onderhandelingspartners? Nou nee, zeggen de vier. “Maar we hebben afgesproken om ons niet meer negatief over elkaar te uit te laten.” Zo kijkt men nu hoopvol naar de toekomst.

mentaliteit opdrachten tegen elke prijs aan te nemen en daarna pas te kijken hoe het geld verdiend moet worden, is aan het veranderen.” Toch is het akkoord geen eindpunt, maar niet meer dan een belangrijke stap naar een betere toekomst. Witte waakt daarom voor verslapping door een oude weeffout in de branche: “Er is nog wel iets mis in het DNA van de branche, namelijk dat bedrijven te snel ‘ja’ zeggen tegen aanbestedingen die eigenlijk niet kunnen. Daar moeten we vanaf.” ‹‹

Service Management nummer 9 september 2012

55


osb - nieuws

Gedragscode geldt voor iedereen! Vorig jaar is in de schoonmaak- en glazenwassersbranche een gedragscode afgesproken: de code Verantwoordelijk Marktgedrag. In de schoonmaakbranche worden inmiddels successen gevierd.

S

ucces in de vorm van meer ondertekenaars en aanbestedingen die conform code worden gedaan. De glazenwassersbedrijven ervaren echter weinig van dit succes. Zij voelen zich gemangeld en nog steeds onder druk gezet door schoonmaakbedrijven. Dit terwijl de code van toepassing is op de gehele branche en dus ook voor het specialisme glasbewassing. Afgelopen jaren is de prijs voor glasbewassing compleet onderuit gegaan. Te lang draaide het in de branche alleen om kostenverlaging, waardoor andere aspecten zoals kwaliteit en arbeidsomstandigheden op de achtergrond kwamen. De mores van de markt bepaalden dat. In de code is afgesproken dat ook het werk in onderaanneming (specialisme glasbewassing) conform de code uitgevoerd zal worden.

Onderdeel van contract Glasbewassing maakt vaak onderdeel uit van grotere schoonmaakcontracten. Het specialistische werk van de glazenwasser wordt dan door de hoofdaannemer zelf gedaan of uitbesteed aan een specialistisch glazenwassersbedrijf. In aanbestedingen wordt voor het onderdeel glasbewassing alleen naar de totaalprijs gekeken. Het sturen op kwaliteit zou volgens de code een belangrijk onderdeel van de aanbesteding moeten

OSB - ondernemend voor de schoonmaakbranche: er gebeurt veel in en rond de werkgeversvereniging. Daarom maandelijks in Service Management: OSB-nieuws, een pagina met actuele branche- en verenigingsinformatie.

56

Het zou veel beter zijn als het moreel appel van de code ook over het specialisme glasbewassing heen gelegd wordt. zijn. Kwaliteitsmeetsystemen worden nauwelijks toegepast. Verwijzingen naar arbo- en andere wettelijke regels worden zelden of nooit aangetroffen in het bestek, laat staan gecontroleerd bij de uitvoering. Als dit voor het specialisme glasbewassing over het hoofd wordt gezien, maakt dit de aanbesteding ongeloofwaardig. Laat de oude manier van aanbesteden los. En kijk kritisch naar de wegingsfactor voor gunning van een aanbesteding. Deze is voor het, in omvang beperkte, onderdeel glasbewassing vaak erg hoog. Voor een extreem lage prijs de glasbewassing aanbieden verhoogt de kansen op gunning van de totale aanbesteding.

Eenheidstarief De opdracht voor glasbewassing wordt vervolgens uitgezet bij specialistische bedrijven. Zij ‘mogen’ de glasbewassing

Service Management nummer 9 september 2012

doen voor een extreem laag eenheidstarief. Alsof glasbewassing in een algemene staffel te plaatsen valt. Glasbewassing is een specialisme waarbij de bereikbaarheid van de ramen, de grootte van de ramen, de geveldetaillering en de mate van vervuiling een belangrijke rol spelen. Voor de bereikbaarheid zijn in de branche arboregels opgesteld. Veilig werken op hoogte is van levensbelang. Het zou veel beter zijn als het moreel appel van de code ook over het specialisme glasbewassing heen gelegd wordt. Hoofdaannemers en onderaannemers die gezamenlijk werken aan realiseerbare contracten en duurzame verhoudingen. Hierbij hoort uiteraard ook het maken van goede afspraken en het nakomen van deze afspraken binnen alle wettelijke kaders. Maar ook bijvoorbeeld over het kunnen doorberekenen van prijsverhogingen. ‹‹


mensen

Van Hoof nieuwe directievoorzitter CSU

Aura Groen P&O-directeur schoonmaakdivisie Facilicom

De Raad van Commissarissen van CSU benoemt John van Hoof (52) tot nieuwe directievoorzitter. Van Hoof heeft volgens CSU “ruime ervaring in branches waar het om mensenwerk gaat, ook in de schoonmaakbranche.” Hij bekleedde diverse financiële functies waarna hij sinds 2004 als algemeen directeur eindverantwoordelijk is voor Zorg van de Zaak Netwerk (voorheen arbodienst Maetis). Van Hoof trad op 1 september in dienst als statutair directeur en neemt na een uitgebreid inwerk- en kennismakingstraject in de loop van het najaar het stokje over van Frie van Hulten. Na twaalf jaar leiding te hebben gegeven aan de directie treedt Van Hulten terug in verband met zijn aanstaande pensionering. Hij blijft nog een beperkte periode als adviseur aan CSU verbonden. Onder zijn leiding groeide CSU in de afgelopen twaalf jaar van circa 100 miljoen naar 300 miljoen euro omzet. Van Hulten: “Ik heb er het volste vertrouwen in dat John samen met mijn collega’s het succes van de afgelopen jaren kan voortzetten.” Los van de beoogde wisseling van de directievoorzitter heeft statutair directeur Jan van der Schans al eerder aangegeven per eind van dit jaar met zijn werkzaamheden te stoppen. Hij wil volgens CSU meer tijd besteden aan een aantal persoonlijke doelen. De RvC zoekt een opvolger.

Ties Theijse algemeen directeur Temco Euroclean Temco Euroclean Services heeft Ties Theijse aangetrokken als algemeen directeur. Theijse, afkomstig van de Facilicom Services Group, heeft ruime ervaring in de schoonmaak en facilitaire dienstverlening. Voorheen is hij tevens werkzaam geweest in de hospitality industry en retail. “Zijn brede ervaring en dienstverlenende instelling passen uitstekend bij onze klantgerichte en persoonlijke benadering”, aldus de organisatie. Temco is sinds 1976 actief in Nederland en behoort tot de top 15 van schoonmaakbedrijven in Nederland. Temco is onderdeel van de Temco Service Industries Inc. Group, in 1917 opgericht in New York, waar Temco vandaag de dag nog steeds één van de belangrijkste schoonmaakbedrijven is.

Aura Groen is per 6 augustus de P&Odirecteur van de schoonmaakdivisie van Facilicom Services Group uit Schiedam. Groen werkte sinds 2009 als P&O-manager bij de cateringdivisie van Facilicom. “Met haar brede ervaring in het P&O-vak vertaalt zij strategische keuzes in het P&O-beleid van Facilicom verder door naar de dagelijkse schoonmaakpraktijk”, aldus Facilicom. Het bedrijf werkt naar eigen zeggen momenteel aan een aantal belangrijke HR-trajecten waaronder de implementatie van hostmanship en het talentmanagement van de schoonmaakdivisie. Groen keerde in 2009 al terug in dienst bij Facilicom als P&O-manager bij Prorest Catering. Dit na een uitstapje van zes jaar bij onder meer Ahold, Zara en interimopdrachten voor Koninklijke Shell.

Van Engeland nieuwe algemeen directeur ISS Nederland Maarten van Engeland is benoemd tot nieuwe directeur voor ISS in Nederland. Hij volgt daarmee Peter van der Vorm op. “We bedanken Peter voor zijn bijdrage aan de ontwikkeling van onze organisatie”, aldus Martin Gaarn Thomsen, regional CEO voor ISS West-Europa. Van Engeland is volgens ISS een zeer ervaren manager. Hij is vanaf 2007 directeur van ISS Denemarken geweest. Thomsen: “In die functie heeft hij een cruciale rol gespeeld bij de ontwikkeling van het Deense bedrijf, niet alleen voor wat

betreft de operationele performance, maar ook wat betreft kwaliteit van dienstverlening en klantgerichtheid. Hij heeft een sterk managementteam gevormd, met continue focus op medewerkersbetrokkenheid. Dit heeft geresulteerd in een halvering van het personeelsverloop en een bijna net zo grote daling van het verzuim. Van Engeland heeft bovendien ISS Denemarken een sterk imago bezorgd in de Deense markt.” Van Engeland: “Ik verheug mij op de nieuwe uitdagingen en kansen. ISS Denemarken en ISS Neder-

land hebben veel overeenkomsten, maar er zijn ook belangrijke verschillen. Het is mijn ambitie om, samen met het managementteam, het Nederlandse bedrijf tot één van de meest succesvolle ondernemingen van Nederland te maken.” Van Engeland, geboren in Nederland, heeft ervaring in diverse leidinggevende functies bij ISS Denemarken, bij Falck Securitas en bij het vooraanstaande Deense telecombedrijf TDC, waar hij onder meer CEO was voor dochterondernemingen in Letland en Litouwen.

Service Management nummer 9 september 2012

57


contac ten en contrac ten

EW Facility Services aan de slag bij Agrifirm EW Facility Services startte onlangs met haar facilitaire diensten bij het nieuwe hoofdkantoor van Agrifirm in Apeldoorn. Daar draagt het bedrijf zorg voor het schoonmaakonderhoud en de glasbewassing. Volgens EW Facility Services

spelen beleving en een positieve houding een grote rol in de keuze van Agrifirm voor de facilitair dienstverlener. Het offertetraject, begeleid door intermediair Atir, hanteerde tevens onderscheidend vermogen, communicatie en wijze van aansturing als enkele basiselementen waarop werd gegund.

WIKO Schoonmaakdiensten verhuist naar Cuijk WIKO Schoonmaakdiensten is onlangs verhuisd van Molenhoek naar Cuijk. Reden hiervoor is de groei in de personele bezetting. WIKO Schoonmaakdiensten is onderdeel van DJM Holding, waarin ook DJM Bedrijfsdiensten zit, met vestigingen in Deventer en Raalte. Per 1 januari 2013 worden beide bedrijven samengevoegd onder de naam DJM Bedrijfsdiensten.

Men wil sterk aanwezig zijn op de plaatselijke markt en dit verwezenlijken door meerdere vestigingen in het werkgebied. Naast Marion Reuvers en Kim Bruschinski wordt objectleidster Monique Lieftink toegevoegd aan de vestiging in Cuijk. De vestiging staat na de verhuizing onder leiding van Stanley ter Wal, operationeel manager van DJM Bedrijfsdiensten. Het nieuwe bezoekadres is: De Hork 8 in Cuijk.

Carling Opleidingen verhuist naar nieuw bedrijfspand Carling Opleidingen gaat verhuizen naar een nieuw bedrijfspand. Reden is volgens het bedrijf de gestage groei van de afgelopen jaren. Daarnaast wordt het managementteam uitgebreid met enkele operationeel managers. “Dat om de groei te beheersen en om op de toekomstige groei voorbereid te zijn”, aldus Gerard Spoor van

Carling. “Omdat andere trainingen, naast de bekende vakopleidingen, steeds meer verzorgd worden, hebben we besloten om een locatie te selecteren waar we naast kantoor en opslag ook prima opleidingsruimte in huis hebben. Zowel theorie- als praktijktrainingen kunnen nu op ons trainingscentrum worden verzorgd.” Het nieuwe adres is de Prinsenhof 1-04 in Tiel.

Provincie Friesland kiest voor Satino Black Als tweede provincie in Nederland heeft Friesland gekozen voor Satino Black, het naar zeggen van de producent Van Houtum duurzaamste toiletpapier ter wereld. De provincie Friesland sluit daarbij ook nog eens een kringloop: producent Van Houtum uit Swalmen ontvangt via papiervernietiger Reisswolf uit Scheemda het Friese oud papier om er Satino Black van te maken dat de provincie vervol-

58

Service Management nummer 9 september 2012

gens via leverancier Boso uit Sneek weer afneemt. “Duurzamer kun je het niet hebben”, zegt Rob Stevens, business developer bij Van Houtum. “Friesland neemt de verantwoordelijkheid voor de eigen papierstroom en voorkomt het dat haar papier de hele wereld wordt overgescheept.” Op de foto: Rob Stevens (Van Houtum), Nienke Doodkorte (Boso), Karen Kempkes (Provincie Friesland) en Freerk Potze (Reisswolf).


contac ten en contrac ten

Cantorclin start bij internationale winkelketen Esprit Cantorclin Schoonmaak is onlangs gestart met het schoonmaakonderhoud van de winkels van de internationale modeketen Esprit. Voorafgaand aan de opstart doorliep Esprit een uitgebreid offertetraject. Arnold Plattèl, algemeen directeur Cantorclin Schoonmaak: “Esprit wilde een voorstel op maat, uitgaande van specifieke wensen per locatie. De daadwerkelijke opstart moest uiteindelijk bin-

nen twee weken geregeld zijn.” Cantorclin Schoonmaak zegt zich tegenwoordig nog meer op retailschoonmaak te richten. Zo wordt er onder andere gebruikgemaakt van doorzichtige zakken, worden gevonden kledinglabels verzameld en wordt er gebruikgemaakt van speciaal reinigingsmaterieel voor onder meer hoge ornamenten. Daarnaast werken de medewerkers van Cantorclin Schoonmaak mee aan vrijwillige controle van kleding en tassen.

King en Van Oort Transport verlengen samenwerking King Nederland heeft onlangs het contract met Van Oort Transport uit het Gelderse Eck en Wiel verlengd. Van Oort is verantwoordelijk voor de nationale distributie van King. Een samenwerking die naar zeggen van de beide partijen de afgelopen jaren naar tevredenheid is verlopen, heeft geleid tot een verlenging van het contract

tussen King en Van Oort. Met vijftien vrachtwagens, geladen met de meest uiteenlopende producten, rijdt Van Oort dagelijks naar klanten van King. Onlangs vond de officiële ondertekening van het contract plaats. Simon van Oort (directeur van Van Oort) en Eric Sips (managing director van King) zetten vol vertrouwen een handtekening onder het contract.

Hijman haalt eerste fase MVO-wijzer Hijman Schoonmaakartikelen heeft de MVO-zelfverklaring ontvangen. Het bedrijf haalde de eerste fase van de MVO-wijzer. Onlangs is de MVO-zelfverklaring uit handen van Sonja Akkerman van D3i uitgereikt aan de heer Roland Wink van Hijman Schoonmaakartikelen. De MVO-wijzer is op basis van de ISO

26000-richtlijn voor maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties ontwikkeld en bestaat uit twee fasen. De eerste fase is een MVO-zelfevaluatie. De medewerkers en leidinggevenden van Hijman Schoonmaakartikelen hebben deze resultaten zelf gegenereerd door het beoordelen van de negen MVO-thema’s die onder de MVOwijzer vallen.

ACP levert schrobmachine aan Oss Maurice Rutgrink van ACP in Dongen heeft een nieuwe Innova 75B schrobzuigmachine geleverd aan de dienst parkeerbeheer in Oss. Deze nieuwe machine vervangt een oude schrobzuigmachine die de vloeren niet meer schoon kreeg. Ook bleek de fysieke belasting voor de medewerkers reden over te stappen op een nieuwe machine. De Innova 75B, een schrobzuigmachine met grote capaciteit waarop

men zittend goed werk kan afleveren, werd door Rutgrink gepresenteerd op een eerder georganiseerde parkeerinformatiedag. Daar konden medewerkers de machine reeds testen. Vanwege zijn goede prestaties was de keuze voor de Innova 75B volgens Rutgrink snel gemaakt. “Met zijn 110 liter schoonwatertank en al zijn ingebouwde veiligheidstools is het precies de machine die de vloeren van deze parkeergarage schoon krijgt en houdt.”

Service Management nummer 9 september 2012

59


produc ten -/dienstenregister

Automatisering

Duurzame schoonmaakproducten

Automatisering

Bedrijfskleding

Glas- en gevelreiniging

Meubel- en vloerreiniging

www.mds.nl

Microvezelmaterialen

Parkeervoorzieningen

Abonneren op de gratis mailnieuwsbrief van Service Management? DE PARKEERBEUGEL MET AFSTANDSBEDIENING

Geef u op via www.servicemanagement.nl

072 - 511 59 27 www.privapark.nl

Reinigingsmiddelen onder private label

Parketrenovatie

Abonneren op de gratis mailnieuwsbrief van Service Management? Geef u op via www.servicemanagement.nl

www.mds.nl

60

Service Management nummer 9 september 2012


produc ten -/dienstenregister Reinigingsmiddelen onder private label

Renovatie natuursteen

Sanitaire dienstverlening

CWS Nederland B.V. | De Beverspijken 16, 5221 ED ‘s-Hertogenbosch | T 073 6 338 338 | E: info.nl@cws.com

www.mds.nl

Schoonmaak glas- en gevelreiniging

www.serving-nature.nl

Schoonmaakartikelen

Abonneren op de gratis mailnieuwsbrief van Service Management? Geef u op via www.servicemanagement.nl

www.hazet.igefa.nl Zaandam

Schoonmaakgroothandel

t

Dordrecht

Schoonmaakorganisatie

Abonneren op de gratis mailnieuwsbrief van Service Management? Geef u op via www.servicemanagement.nl

Schoonmaakorganisaties

Tapijtreiniging

Abonneren op de gratis mailnieuwsbrief van Service Management?

WWW.DOLMANS.COM SCHOON MAAKT BLIJ

Geef u op via www.servicemanagement.nl

t0 088 - 365 62 00 f s.com e info@dolman

www.mds.nl

Service Management nummer 9 september 2012

61


Vakblad voor professioneel schoonmaakonderhoud

Service Management is een onafhankelijk vakblad voor professioneel schoonmaakonderhoud en is een uitgave van Vakmedianet bv. Vakmedianet legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-)overeenkomst. Uw gegevens kunnen door Vakmedianet, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. 33e jaargang. Redactie Ronald Bruins, hoofdredacteur Dick van Zomeren, redacteur Caroline Hamerslag, eindredacteur Redactieadres Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn Telefoon (0172) 46 66 80 Fax (0172) 42 28 04 E-mail: rbruins@vakmedianet-alphen.nl Uitgever Fréderique Zeemans Marketing Judith Verkerk e-mail: jverkerk@vakmedianet-alphen.nl Advertentieverkoop Vakmedianet Liesbeth van den Hoek en Arjen Tuitert Postbus 4 2400 MA Alphen aan den Rijn Telefoon (0172) 46 64 71 / 46 64 42 E-mail: lvdhoek@vakmedianet-alphen.nl / atuitert@vakmedianet-alphen.nl Advertentieplaatsingen worden uitgevoerd overeenkomstig de ‘Regelen voor het Advertentiewezen 1990’. Abonnementen Jaarabonnement € 85,- exclusief verzendkosten en btw. Studenten betalen € 55,- per jaar, inclusief verzendkosten en btw. Losse verkoopprijs € 11,50 per nummer. Vragen over abonnementen kunt u richten aan de afdeling Klantenservice, telefoon (0570) 67 33 58. Abonnementen kunnen schriftelijk tot uiterlijk drie maanden voor aanvang van een nieuw abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.vakmedianet.nl of opvragen via telefoonnummer (0570) 67 33 58. Abonnementen in België Wolters Kluwer Belgium (WKB) Motstraat 30 B-2800 Mechelen Telefoon 0800-301 43 Fax 0800-175 29 E-mail: info@kluwer.nl Abonnementsprijs op aanvraag. U vindt de algemene voorwaarden van WKB op www.kluwer.be Partners 3M Nederland, Diversey, Nocore, Numatic International, SCA Hygiene/Tork, SVS en Wecovi Vormgeving en DTP COLORSCAN BV, Voorhout - www.colorscan.nl Druk Koninklijke Van Gorcum, Assen Auteursrecht voorbehouden Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvuldigd. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0928-3021

www.servicemanagement.nl

De menselijke maat

Maken we niet meer kapot dan ons lief is? Wellicht hebben we dat zelfs al gedaan. Het land van de aanbestedingen wordt groter en groter en ieder zichzelf respecterend bedrijf moet er aan geloven. Of deze nu wil of niet. Menig MKB’er heeft een gloeiende hekel aan de papierwinkel die het met zich meebrengt. “Waarom zou ik aan het circus meedoen”, hoor ik als hoofdredacteur van Service Management maar al te vaak. Daarna begint vaak een tirade of een verdere afwijzing. “We maken toch geen kans.” Daarbij komt dat je zou kunnen betogen dat met de Europese aanbestedingen ook het recht van de laagste prijs zich deed gelden. Nog maar te zwijgen over de werkdruk die er voor schoonmakers bij mee kwam. Het zorgde voor stakingen die vervolgens weer de code Verantwoordelijk Marktgedrag op de kaart zetten, waarna een bezinning volgde. Niet meer alleen aanbesteden op laagste prijs, maar zeker ook op kwaliteit.

Onderhands Toen schoot me wat in gedachten: wat is er mis met onderhands aanbesteden? Natuurlijk, best veel, maar is onderhands aanbesteden slechter dan Europees aanbesteden? Kortom: is het middel niet erger dan de kwaal? Even voor de duidelijkheid: ook ik ben tegen vriendjespolitiek en het verdelen van de opdrachten aan de leveranciers waar je het meest vaak mee op een luxueuze zakenreis bent geweest. Het klinkt nog altijd als cirkelen in een iets te nadrukkelijk op elkaars lip zittend ons-kent-ons-wereldje. Eerlijk is het allerminst. Maar aan de andere kant kun je met gemak betogen dat partijen elkaar nog goed kenden en daarom hun best deden, waar in een Europese aanbesteding de relatie zeker in het begin toch een tamelijk anoniem karakter heeft. Dat leidt in de grote aanbestedingstrajecten tot een cirkeltje. Het ene grote schoonmaakbedrijf wint de ene keer, het andere grote schoonmaakbedrijf de andere keer. Dat heeft veel weg van een rituele dans, zoals Hans Kroeze, voorzitter van de raad van bestuur van Asito, het in deze Service Management treffend zegt. Nog maar te zwijgen van de dikke boekwerken die ingevuld moeten worden. Daarin definiëren we de schoonmaak tot ver achter de komma, terwijl dat eigenlijk niet kan. Triest werd ik van het lezen van een typisch Telegraafbericht. Al zestig jaar onderhoudt de tachtigjarige Toos Seffinga uit Nijmegen het toilet op het station in haar woonplaats. Maar omdat de NS het contract met de huidige pachter laat verlopen, komt in december een einde aan haar levenswerk. De NS verlengt simpelweg het contract niet omdat de organisatie de toiletten Europees aanbesteedt. Het betekent het einde van het gezellige gebouwtje in Nijmegen. Volgens mij is de menselijke maat zoek. Maar vervelend is dat het uitmaakt wat u en ik ervan vinden. Ik kan u dan ook maar één tip geven. Aanbestedingen zijn er, of we deze nu leuk vinden of niet. U moet zich er wel in verdiepen. Het goede nieuws? U kunt meteen beginnen met verdiepen. Op pagina 34…. Ronald Bruins Hoofdredacteur Service Management Reageren? rbruins@vakmedianet-alphen.nl

62

column

Service Management nummer 9 september 2012


Infectiepreventiemonitor: Inzicht in werken, leven en hygiëne ǩ adviesrapportages ǩ schoonmaaksystemen en -producten ǩ verbruiksmaterialen ǩ machines ǩ technische service ǩ opleiding en begeleiding ǩ calculatiesoftware


Verantwoord specialist

cleaning services


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.