4 minute read

Steeds weer een andere verpakking bij de apotheek

MOET DAT NOU?

Het is best een probleem. Je moet kunnen vertrouwen op de geneesmiddelen die je slikt. Het is veel veiliger, als je geneesmiddelen er altijd op dezelfde herkenbare manier uit zien. Het liefst wil je dan ook dat je altijd dezelfde geneesmiddelen met dezelfde verpakking krijgt.

Maar… er is een andere kant. Geneesmiddelen worden goedkoper, als er meerdere fabrikanten een bepaald geneesmiddel gaan produceren. Door de concurrentie worden de geneesmiddelprijzen op z’n minst 25 tot 40 procent goedkoper. Het grootste nadeel van deze concurrentie is dat de verpakking van het geneesmiddel kan veranderen. Soms heeft de zorgverzekeraar een goede prijsafspraak met fabrikant A, terwijl op een ander moment fabrikant B voor de verzekeraar het meest gunstig is. Omdat de verpakking van elke fabrikant anders is, krijg je dan te maken met een andere verpakking. Knap onhandig, maar deze concurrentie tussen fabrikanten draagt wel bij aan een goedkopere zorg!

Een lang en duur traject…

Een geneesmiddel ontwikkelen is geen sinecure. Gemiddeld duurt het tien tot vijftien jaar om een nieuw geneesmiddel te testen. Eerst wordt een geneesmiddel in het laboratorium getest, daarna bij enkele gezonde vrijwilligers en vervolgens bij een grote groep mensen

GENEESMIDDELEN

die de ziekte hebben. Het geneesmiddel wordt onder andere getest op effectiviteit en veiligheid. Daarnaast moet een fabrikant onderzoeken of er wisselwerkingen zijn met andere geneesmiddelen, waaruit de beste tablet voor het geneesmiddel bestaat en hoe lang het geneesmiddel houdbaar is. Het kost heel wat onderzoek en veel testen voordat een geneesmiddel eindelijk op de markt kan. Helaas voor fabrikanten komen niet alle ‘kandidaat’ geneesmiddelen door de testen. Er is dan veel geld geïnvesteerd dat nooit meer kan worden terugverdiend.

… dat een fabrikant tijden het patent kan terugverdienen

Een nieuw geneesmiddel ontwikkelen kost dan ook honderden miljoenen euro’s. Voor fabrikanten moet het aantrekkelijk zijn om al dat geld te investeren. Vandaar dat een fabrikant de eerste tien tot vijftien jaar de tijd krijgt om de investering terug te verdienen door hem als enige het geneesmiddel in de handel te laten brengen. Het geneesmiddel is dan onder patent. In die periode is het geneesmiddel ook relatief duur. Omdat de fabrikant de enige is die het geneesmiddel op de markt brengt, kan hij voor een groot gedeelte zelf de prijs bepalen.

Na het verlopen van het patent komen er meer geneesmiddelen

Als het patent na zo’n tien tot vijftien jaar vervalt, mogen ook andere fabrikanten het geneesmiddel produceren. Zo’n geneesmiddel dat uit patent is, noemen we een generiek geneesmiddel. Generieke fabrikanten mogen de merknaam (zoals Losec®, Aspirine® of Arava®) niet voeren, maar moeten de stofnaam gebruiken (respectievelijk omeprazol, acetylsalicylzuur of leflunomide). Ook de verpakking ziet er anders uit. De geneesmiddelen mogen pas in de handel worden gebracht als is aangetoond dat de werkzame stof precies Bart van den Bemt is apotheker van de Sint Maartensapotheek in Nijmegen. De Sint Maartensapotheek is de enige openbare apotheek in Nederland, die in reumatologie, orthopedie en revalidatie is gespecialiseerd. Kijk voor meer informatie op www.maartenskliniek.nl.

hetzelfde is en dat het geneesmiddel op dezelfde manier oplost uit de tablet. De werkzame stof en het gehalte moet precies hetzelfde zijn bij een generiek geneesmiddel, maar hulpstoffen mogen verschillen als het geneesmiddel maar op dezelfde manier oplost als de originele tablet.

Meer dezelfde geneesmiddelen op de markt? Lagere prijs!

Als er naast het originele merkgeneesmiddel generieke varianten in de handel zijn, neemt de concurrentie voor dat geneesmiddel toe. Waar aanvankelijk alleen de ontwikkelaar de prijs van het (nieuwe) geneesmiddel kon bepalen, proberen nu de generieke fabrikanten ook een deel van de markt te beheersen. Daarom bieden ze het geneesmiddel veel goedkoper aan. Vaak zal de ontwikkelaar van het geneesmiddel de prijs ook wel laten dalen: de kosten voor het ontwikkelen zijn dan wel terugverdiend. Zorgverzekeraars maken gebruik van deze marktwerking en gaan onderhandelen met de fabrikanten van generieke geneesmiddelen. Tijdens deze onderhandelingen proberen ze een zo laag mogelijke prijs voor het geneesmiddel te krijgen. Deze onderhandelingen herhalen zich om de zoveel jaar. Hierdoor kan het zijn dat u om de zoveel tijd een andere verpakking krijgt. In Nederland hebben we verschillende zorgverzekeraars, waaronder VGZ, Menzis, CZ en Zilveren Kruis. Elk van de zorgverzekeraars onderhandelt met de fabrikanten waardoor de verpakking per zorgverzekeraar kan verschillen. In de apotheek liggen er dan ook verschillende generieke merken van één geneesmiddel. Afhankelijk van waar iemand verzekerd is, wordt een bepaald merk meegegeven.

Wisselen als het kan, maar er zijn uitzonderingen

Uit eerder onderzoek van veertien patiëntenorganisaties blijkt dat enkele miljoenen mensen met een chronische aandoening jaarlijks een geneesmiddel met een andere verpakking krijgen, alleen vanwege de kosten. Liefst zou je je vertrouwde verpakking krijgen. Toch hebben deze wisselingen het voordeel dat er miljoenen euro’s per jaar worden bespaard. Geld dat weer in andere zorg kan worden gestoken.

Hoe ga je in de praktijk met deze wisselingen om? Besef dat bij meer dan 95 procent van de mensen het wisselen geen objectieve invloed heeft op het effect van het geneesmiddel. Bij deze mensen kun je goed wisselen om zo de zorg betaalbaar te houden. Soms kan het niet. Een arts kan dan (als het generieke geneesmiddel geprobeerd is) een verklaring van medische noodzaak afgeven om bij deze patiënt niet te switchen. Zo’n medische reden kan een allergie zijn voor een hulpstof. Gelukkig komt zo’n allergie maar heel zelden voor. Dus in het algemeen geldt: dankzij het wisselen van geneesmiddelen helpen we met elkaar om de medische zorg betaalbaar houden. Maar dit wisselen mag nooit ten nadele van de kwaliteit van zorg zijn.

BART VAN DEN BEMT

This article is from: