5 minute read

MOMA

Next Article
Visie

Visie

Moderne melkboer verovert Amsterdam

De melkboer is terug in het Amsterdamse straatbeeld. Letterlijk en figuurlijk. We liepen een ochtend mee met dit initiatief om zuivel te verkopen én de dialoog tussen boer en burger echt te voeren.

Tekst: Sjoerd Hofstee

Het is net 8.00 uur geweest deze vrijdag als Myrte Rischen aankomt bij biologische melkveebedrijf de Groene Griffioen in Weesp. Samen met een aantal van haar inmiddels twaalf parttime MOMAcollega’s verwerkte ze eerder die week vele liters melk tot onder andere karnemelk, hangop, yoghurt en chocolademelk. Ook gewone rauwe melk, louter gepasteuriseerd, wordt klaargezet in de tot zuivelbestelwagen verbouwde Renault 4. MOMA staat voor More than Milk Amsterdam en werd een paar jaar geleden opgezet door Marten Verdenius, een jonge ondernemer die via melk de verbinding tussen stad en platteland wil herstellen. De zoon van twee huisartsen studeerde Milieukunde aan de Wageningen Universiteit en studeerde af in duurzaamheidsontwikkeling. Ruim een jaar geleden verwerkte hij samen met een aantal collega’s nog wekelijks 2.000 liter melk en andere zuivelproducten. Begin maart, net voor de coronacrisis, was dit al opgelopen tot meer dan 7.000 liter en was de weekproductie van de Groene Griffioen ontoereikend.

MOMA ontmoet de eerste klanten na aankomst op de brug van de Jozef Israëlkade bij Amsterdam-Zuid. (Foto: Langs de Melkweg)

De coronacrisis gooide zeker even behoorlijk roet in het eten. Een paar dagen konden ze even helemaal niets, waarna de eerste creatieve klanten al belden die een Take a Way service hadden opgezet. “Ongeveer 3.000 liter, daar zit de verwerking en afzet inmiddels weer op”, vertelt Myrte begin juni terwijl ze de zuivelauto verder vol laadt. Het is de eerste keer sinds medio maart dat ze weer de straat opgaat om te venten. Een taak die zij en Marten tot voor kort samen afwisselden op vrijdags en zaterdags. Inmiddels breiden ze uit naar meerdere dagen met meerdere mensen en meerdere delen van de stad. “Het venten zorgt maar voor zo’n vijf procent van onze afzet en wellicht nog minder omzet”, licht ze toe. “Het zijn de Barista’s, horecazaken en de onlinekoffieverkopers die vooral melk via ons afnemen. Het verkrijgen van die klanten komt echter wel voort uit het letterlijk zichtbaar zijn op straat.” Melk uit de anonimiteit halen en vertellen wat voor verhaal er schuilgaat achter de productie van een flesje melk, plakje kaas en pakje boter. Dat is namelijk, naast een zo natuurlijk smakend product, de drijfveer van MOMA.

Links activistisch Denk daarbij niet dat Marten, Myrte en hun collega’s specifiek voor de boeren op de bres staan. “Ik kom zelf uit de links activistische hoek”, vertelt Myrthe met een glimlach. “Na mijn studie wilde ik echter graag onderzoeken hoe de verhoudingen tussen voedselproductie en de consument echt liggen. Daar is het verwerken van melk tot zuivel en dit vervolgens uitventen en prachtige manier voor. Met onze klanten op straat discussiëren we ook echt. Veel mensen vragen bijvoorbeeld of de kalfjes bij de

Groei MOMA dwingt Groene Griffioen tot keuzes

MOMA huurt een ruimte voor de bereiding van zuivel en betrekt de melk van de Groene Griffioen in Weesp. Voor de melk betaalt MOMA 25 procent meer dan de biologische melkprijs die de melkveehouders anders ontvangen. De melk die verkocht wordt BusinessToBusiness levert € 1,30 liter op voor MOMA, bij BusinessToConsumer is dat € 1,60 per liter melk. De exponentiele groei die MOMA doormaakt, heeft ook voor de Groene Griffioen de nodige gevolgen, vertelt Jurre de Vos. Hij runt nu nog samen met zijn vrouw Hanna Hilhorst en het echtpaar Boy en Wendela Griffioen het bedrijf; In 2021 stappen zij over naar een eigen biologisch melkveebedrijf om dat zelfstandig te exploiteren. “De Groene Griffioen wordt dit jaar waarschijnlijk officieel zelfzuivelaars omdat we nu meer dan 50 procent van de melk verzuivelen”, vertelt De Vos. “Dat komt door de groei van MOMA. Dat is prachtig, maar heeft binnen de fosfaatwetging het negatieve bijeffect dat we minder koeien mogen houden op onze fosfaatrechten. Dit is omdat onze koeien minder melk geven dan de forfaitaire normen die voor zelfzuivelaars gelden. Voor dit bedrijf betekent dit dat we binnenkort een keuze moeten maken. Óf MOMA wordt een zuivelbedrijfje waar wij aanleveren óf zij moeten zo sterk groeien dat ze veel meer melk van verschillende boeren nodig zijn. In dat geval zijn wij ook minder kwetsbaar in tijden als die van Corona. Gelukkig konden we onze biologische melk nu nog aan FrieslandCampina leveren, die altijd al onze zuivelfabriek was, maar als MOMA langere tijd al onze melk afneemt, houdt die overeenkomst met FrieslandCampina ook een keertje op. Dit zijn de uitdagingen waar melkveebedrijven als deze, die alle melk direct afzetten naar de consument, ook mee hebben te dealen.”

koe blijven of dat zuivel consumeren niet slecht is voor het klimaat en milieu. Ik weet natuurlijk ook niet alles over het boerenbedrijf en heb daarom ook een boek mee met de titel ‘Vraag het de boer’. Klanten schrijven hun vraag op en ik vraag de boeren van de Groene Griffioen, om een antwoord erbij te schrijven. De volgende week komen de klanten dan vaak al direct op mij afrennen om het antwoord te bekijken.”

Diverse clientèle Het is 10.00 uur geweest en Myrte parkeert de Renault 4 vol met zuivel in de Rijnstraat op de brug van de Jozef Israëlkade, dicht tegen Amsterdam-Zuid aan. Ondanks dat het regent, komt de eerst klant meteen op haar af. Op gepaste afstand wacht de volgende belangstellende reeds op zijn beurt. De eerste klant koopt een paar flessen karnemelk. De regen deze ochtend maakt dat ze niet blijft hangen voor een praatje. De wachtende jongeman meldt zich dan bij Myrte. Hij heeft een vrije dag en ziet de MOMA hier voor het eerst staan. Hij is bouwvakker, vertelt hij en erg geïnteresseerd in hoe de ‘echte’ melk zal smaken. “Zo zie je maar dat het een zeer divers gezelschap is dat echt geïnteresseerd is ons product”, zegt Myrte even later als de klant zijn weg vervolgt. Bellend op de fiets komt ras-Amsterdammer Marcel Herremans aan bij Myrte haar inmiddels handig in elkaar gezette ‘toonbank’. “Ik kom hier echt voor de smaak”, vertelt Herremans. “Als je één keer de smaak van deze melk hebt geproefd, wil je niet meer anders. En het gezellige praatje vind ik ook zo leuk hè”, vertelt hij breed lachend. “Het verhaal erachter ken ik wel, maar ik ben niet zo’n moraalridder. Als zij mijn flesjes elke week vult met die heerlijke romige melk ben ik al tevreden.”

Natuurherstel Myrte hoort het lachend aan terwijl ze haar auto weer inpakt. “Dit soort gesprekken voer ik elke vrijdag. Bij elke stop waar ik een uurtje sta te venten. Veel euro’s levert het venten trouwens niet op hoor. Zeker niet op dit soort regenachtige dagen. We zijn al blij dat we break-even draaien, maar het hoort bij ons totale concept. Samen met boeren, klanten en consumenten van de straat kijken we hoe we het geld het beste kunnen besteden aan projecten gericht op natuurherstel. Maar de volgende stop wacht, dus ik moet snel weer verder. Tot ziens!”

Advertentie

This article is from: