6 minute read

Outlook

Next Article
Plus

Plus

Outlook: mondiale productie naar 1.000 miljoen ton per jaar Wereldwijde melkproductie groeit stevig door

In het komende decennium jaren passeert de wereldwijde zuivelsector de productiegrens van 1.000 miljoen ton per jaar. Dat voorspellen de OESO en FAO in hun nieuwe agrarische outlook. De voorziene productie is een mijlpaal die de al decennia aanhoudende groei markeert. En die stijging houdt de komende tien jaar aan, aldus de prognose, die deze keer wordt beïnvloed door een mondiale crisis: de Covid-19-pandemie.

Tekst: Bert Westenbrink

In de Europese Unie zal de melkproductietoename lager zijn dan het mondiale groeipercentage, vanwege de omslag naar een duurzamere productie en een tragere groei van de binnenlandse vraag. (Foto Shutterstock)

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) publiceerden in de agrarische vooruitzichten voor 2021-2030 in juli. In de prognose schetsen de organisaties trends in landbouw en voeding en verwachte ontwikkelingen in de markt. In het komende decennium zal de mondiale landbouwproductie naar verwachting met 1,4 procent per jaar toenemen, waarbij de extra productie voornamelijk zal worden geproduceerd in opkomende Tien jaar geleden voorzagen beide organisaties de historische explosieve stijging van de boterprijzen niet; wel werd voorspeld dat de export van boter wereldwijd (verder) zou toenemen en dat boterprijs zou verbeteren ‘overeenkomstig de stijging van de prijzen van andere vetten en oliën’.

economieën en lage-inkomenslanden, schrijven de organisaties. Voor de zuivelsector gaan ze uit van een iets hoger jaarlijks groeipercentage: 1,7 procent. Daarbij wordt met name gekeken naar India en Pakistan die de komende tien jaar meer dan de helft van de groei van de wereldmelkproductie voor hun rekening zullen nemen. In 2030 zijn ze goed, aldus de prognose, voor 30 procent van de wereldproductie. In de Europese Unie zal de productietoename lager zijn dan het mondiale groeipercentage met als oorzaken de omslag naar een duurzamere productie en tragere groei van de binnenlandse vraag. Met een jaarlijks groeipercentage van 1,7 procent verwachten OESO en FAO een iets lagere groei dan hun prognoses in hun vorige twee outlooks. Het gemiddelde groeipercentage voor de prognoseperiode 2011-2020 werd geraamd op 1,9 procent, iets minder dan de 2,1 procent in het voorgaande decennium.

Te behoudend

Met hun groeiprognose waren beide organisaties in hun agrarische outlook 2011-2020 iets te behoudend. In 2011 werd er 745,5 miljoen ton aan melkequivalenten geproduceerd, in 2020 was dat 906,2 miljoen ton. Dat is een toename van 160,7 miljoen ton en dat is ruim 7 miljoen ton méér dan de prognose in 2011 (153 miljoen ton). Nu voorzien OESO en FAO een groei van 114 miljoen ton in tien jaar en staat de teller in 2030 op 1.020 miljoen ton. Ergens dit decennium wordt de grens van 1.000 miljoen ton gepasseerd. Het mondiale verbruik van verse zuivelproducten per hoofd van de bevolking zal het komende decennium naar verwachting met 1,2 procent per jaar toenemen, iets meer dan in de afgelopen tien jaar, schrijven de beide organisaties. Voor de consumptie van vaste melkbestanddelen en verwerkte zuivelproducten (melkpoeder, boter, kaas) wordt geen groeipercentage afgegeven, wel dat deze regionaal sterk zal variëren.

Prijsverschillen

Voor wat betreft de prijsontwikkeling van zuivel voorzien de organisaties dat het komende decennium het prijsverschil tussen boter en magere melkpoeder, de belangrijkste referentieprijzen, kleiner zal worden. In het afgelopen decennium steeg vanaf 2015 de prijs van boter explosief, een gevolg van de toegenomen vraag naar melkvet en de interventie van de Europese Unie voor magere melkpoeder. Voor de komende tien jaar zal de mondiale vraag naar magere melkpoeder groter zal zijn dan die naar melkvet, verwachten OESO en FAO. Het sterk opgelopen prijsverschil zal afvlakken: de boterprijs die in het coronajaar 2020 al daalde door het wegvallen van de vraag uit de horecasector, zal de komende jaren ‘gematigd’ dalen en de prijzen van magere melkpoeder zullen gedurende de hele projectieperiode ‘in reële termen’ stabiel blijven. De wereldprijzen voor volle melkpoeder en kaas zullen naar verwachting worden beïnvloed door de prijsontwikkelingen voor boter en magere melkpoeder, aldus de prognose.

In het afgelopen decennium steeg vanaf 2015 de prijs van boter explosief

Corona

In langjarige vooruitzichten kan niet worden geanticipeerd op onverwachte calamiteiten, zoals de Covid-19pandemie die in 2020 plots de wereld veranderde. Hoewel de zuivelsector tijdens de pandemie bijzonder veerkrachtig is gebleken, kan de nasleep van mondiale coronacrisis de sector de komende jaren structureel beïnvloeden, stellen OESO en FAO. De wijze waarop regio’s wereldwijd zich herstellen van de pandemie loopt sterk uiteen en zal

van invloed zijn op consumptiegewoonten, geraamde inkomensniveaus en toeleveringsketens. Allemaal factoren die van invloed zijn op de vraag naar zuivelproducten en tot blijvende veranderingen kunnen leiden in de zuivelconsumptie, aldus de outlook. Zo kan er een verschuiving optreden in consumentengedrag (blijvend meer thuis koken en bakken), wat gevolgen zal hebben voor de afzet van zuivelproducten zoals kaas, die vaak buitenshuis worden geconsumeerd (in hamburgers, pizza’s et cetera).

Gezonde voedingsmiddelen

Ook moet rekening worden gehouden met bbp’s die lager uitvallen dan de niveaus waar voor de coronacrisis nog mee werd gerekend in prognoses. Als de stijging van de inkomens stagneert is dat van invloed op de groei van de zuivelconsumptie. OESO en FAO voorzien dat met name de inkomens van de armere huishoudens onevenredig hard zullen worden getroffen. “Vooral in Centraal-Azië, Indonesië en de minst ontwikkelde Afrikaanse landen.” Een trend die mogelijk ook wordt gestimuleerd door de pandemie is een groeiende belangstelling voor voedingsmiddelen die consumenten als gezond beschouwen. De ontwikkeling was er al, maar werd voor wat betreft zuivel vooral gevoed door zorgen over de milieu-impact van zuivelproducten. Het leidde tot een sterke groei van de consumptie van zuivelvervangers, zoals amandel- en sojadranken, maar ook die producten roepen inmiddels vragen op over hun milieuduurzaamheid. In hun prognose houden OESO en FAO al met al een slag om de arm en stellen dat er voor de langere termijn onzekerheid is over de impact van plantaardige zuivelvervangers op de vraag naar zuivel. Tien jaar geleden werd in de outlook tot 2020 de toenemende bezorgdheid van de consument over gezondheid en voeding ook gesignaleerd. “Een belangrijke kwestie voor de toekomst, die de zuivelsector kansen maar ook uitdagingen biedt”, schreven OESO en FAO in 2011. Toen stonden verzadigde vetten (die ook betrekking hadden op bepaalde zuivelproducten) ter discussie, zoals dat overigens ook het geval was in de outlook van 1990 en 2000. Die publieke opinie wijzigde voor melkvet in het afgelopen decennium, mogelijk door nieuwe studies over de gezondheidsvoordelen, met een niet voorziene wijziging in het consumptiepatroon en de stijging van de melkvetprijzen tot gevolg.

Wereldmelkproductie

• Wereldmelkproductie groeit tot 2030 jaarlijks 1,7 procent • Sterke toename verwacht in India en Pakistan • Groeitempo in EU blijft achter

Ontwikkeling van de wereldmelkproductie volgens de OESO/FAO.

Handel

Het komende decennium kunnen, naast ontwikkelingen als almaar strengere milieuwetgeving voor de melkproductie in verschillende regio’s en de klimaatverandering (droogte, overstromingen, ziektes), wijzigingen in het handelsklimaat de handelsstromen aanzienlijk beïnvloeden, schrijven OESO en FAO. Het nieuwe handelsakkoord tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada, USMCA (United States-Mexico-CanadaAgreement) zal van invloed zijn op de handelsstromen in Noord-Amerika, aangezien de leden meer toegang krijgen tot de binnenlandse zuivelmarkten. Verder is het afwachten hoe de nieuwe handelsrelatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie zich ontwikkelt. Voorts, schrijven OESO en FAO, zullen landen als Polen, Oekraïne en met name Wit-Rusland zich als belangrijke spelers op de wereldmarkt kunnen ontpoppen vanwege hun gunstige landbouwcondities. En wat doen India en Pakistan? Verwacht wordt dat de sterke melkproductiegroei in beide landen geheel en al nodig is om aan de groeiende binnenlandse vraag te kunnen voldoen, zodat ze zich ook de komende tien jaar niet op de wereldzuivelmarkt laten zien als belangrijke spelers. In 2011 zag de zuivelwereld er anders uit. China speelde in de decennium-outlook van 2011 een sleutelrol in de prognoses voor de handel, productie en export. Ook dat was met name een gevolg van een calamiteit: het melamineschandaal in 2008 dat het vertrouwen van de Chinese consumenten in de eigen zuivelproducten (babyvoeding) ernstig schaadde. Het leidde tot een spectaculaire toename van de invoer van melkpoeder door China en OESO en FAO voorzagen in hun outlook dat die invoer ‘slechts langzaam zal afnemen’. Hetgeen ook zo was.

This article is from: