5 minute read
SUZE ROBERTSON IN BATENBURG een update
Sjef de Vries
in die tijd en werd een van de eerste vrouwelijke beroepskunstenaars in Nederland. Zij begon in de voetsporen van de Haagse School, maar ontwikkelde zich tot de voorloper van het expressionisme met haar spontane manier van werken, haar forse penseelstreek, pasteuze verfbehandeling en expressieve kleurgebruik. Haar onderwerpen e r en vaak vr en en kinderen en la er k adgezichten. Haar portretten van Brabantse boerinnen zijn misschien wel krachtiger en persoonlijker dan die van Van Gogh. Zij werd zeer bewonderd door collega’s zoals Breitner. Charlie Toorop vond haar de beste schilder van de 19e eeuw. Zij ontving echter niet alleen lof. De directeur van de Rijksacademie, Allebé schreef dat zij behoorde tot de school van smeerdermaaropsky. Haar werd ook verweten dat ze niet vrouwelijk schilderde, maar als een man. Zij was nationaal en internationaal een beroemd schilder, had grote tentoonstellingen en won prijzen in Parijs, Rome, Berlijn en Buenos Aires.
Suze Robertson is nu veel minder bekend dan haar tijdgenoten Israëls en Breitner. Dat was toen zij leefde niet zo, zij was een gevierd kunstenaar. Het is echter helaas niet ongewoon dat vrouwelijk kunstenaars een ondergeschoven positie in de kunstgeschiedenis krijgen. Zo is het ook Robertson vergaan, zij raakte lange tijd op de achtergrond.
Suze Robertson werd geboren in 1855 in Den Haag als dochter van de Haagse koopman John Robertson en Maria Cornelia van der Vliet. Ze bevocht haar positie als kunstenaar in de door mannen gedomineerde kunstwereld
In 2022 was het honderd jaar geleden dat Suze Robertson stierf. Ter gelegenheid daarvan was er een grote overzichtstentoonstelling in het Museum Panorama Mesdag en verscheen er een uitgebreide beschrijving van haar leven en werk. Haar oeuvre is daarmee voor het eerst in kaart gebracht. Dat gaf een nieuwe kijk op deze ten onrechte vergeten pionier in de kunst. Tegenwoordig wordt zij, naast Van Gogh, gezien als een van de voorgangers van de moderne Nederlandse schilderkunst.
Robertson En De Oude Victor
In 1996 weidde Pieter Roelofs een uitgebreid artikel in Tweestromenland aan het bezoek van Suze Robertson aan Batenburg. Hij beschreef leven en werk van de schilder en stond stil bij een schilderij van het Batenburgse kerkje. Hij schatte toen in dat Robertson het rond negentienhonderd had gemaakt. In een notitie uit 1999 corrigeerde hij die datum tot ergens tussen 1914-1918. Hij geeft de volgende details: ‘Samen met haar dochter Sara Bisschop reisde zij ten tijde van de eerste wereldoorlog via het Land van Altena, de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal naar Nijmegen. Saillant detail is dat beide dames in Woudrichem door de marechaussee werden opgepakt in verband met vermeende spionageactiviteiten. Na enkele uren in hechtenis te hebben gezeten, werd duidelijk dat de kunstenaressen zich van geen kwaad bewust waren, waarna hen werd toegestaan hun reis te vervolgen. In Batenburg aangekomen, positioneerde de ongeveer zestigjarige Robertson zich voor de hervormde kerk, waar zij enkele krijttekeningen op papier maakte, die zij later in haar werkplaats in olieverf op paneel vertaalde.’
Robertson maakte meerdere schilderijen van witgepleisterde huizen. Meer dan in een accurate weergave van de werkelijkheid was zij geïnteresseerd in de expressieve kracht van kleur en vlakverdeling. Dit was een van de redenen dat Mondriaan haar later bewonderde. Wat Robertson zeker aangesproken zal hebben is dat het Batenburgse kerkje in die tijd wit gepleisterd was, wat contrasteerde met het grote grijs/zwarte dak. Met als basis alleen de kleuren zwart en wit zijn die vlakken verscherpt weergegeven. Het belang van de ordening van vlakken wordt duidelijk doordat zij de torenschacht heeft verkleind en de punt van het dak van de toren heeft weggelaten waardoor het horizontale van de grote vlakken sterker naar voren komt. Van der Geer (2022) zegt over haar stadsgezichten: ‘Ze hield ervan een compositie op te bouwen uit een basis van doorwerkt wit voor de muren, aangevuld met kleurvlakken in nuances van rood, bijvoorbeeld van daken, blauw, meestal van lucht en enkele nuances geel en groen. Meestal is het gebouw afgesneden en is er geen sprake van perspectief. Ze ‘sluit’ min of meer de compositie.’ (p. 145) Zo zal ze ook te werk zijn gegaan bij de twee schilderijen van het Batenburgse kerkje.
Hoewel de ordening van kleur en vlakken centraal staat geeft het relatief kleine schilderij (56/45 cm.) ook een juiste weergave van de werkelijkheid. Haar voorstelling van de zuidkant komt verrassend nauwkeurig overeen met een foto uit 1917: de struik, de schoorsteen in de steunbeer, het half dichtgemetselde raam, het kleine luikje in de toren, de galmgaten, de wijzerplaten, het staat er in haar stevige penseelstreken allemaal op. Zelfs de verschillende roedeverdelingen in de ramen zijn schetsmatig correct aangegeven. Het enige raadsachtige element is het witte vlakje rechts in de hoek. Roelofs suggereert dat het de afsluiting van de oostmuur kan zijn. Maar op geen enkele foto uit die tijd is iets daarvan te zien, noch iets anders wat duidelijk maakt wat dat zou kunnen zijn. de i de lei erlaa ink ehavend. e elijke reden dat het wit in het schilderij vele nuances kent, lijkt niet voor de hand liggend.
Niet alleen vlakverdeling maar ook kleur stond centraal in haar werk. Zo kent het pannendak vele nuances blauw en r en in he ar . e lei erlaa i r nd verijderd. a de re a ra ie in i he raa eheel dichtgemetseld en de schoorsteen verwijderd. Roelofs beschrijft dat Robertson de in Batenburg gemaakte schetsen thuis uitwerkte en daarbij geen foto’s gebruikte. Maar dat is niet geheel juist. Zij maakte inderdaad thuis haar schilderijen, vaak in een dag, nadat ze er zolang over nagedacht had dat ze het helemaal in kleur voor zich zag. Maar zij gebruikte, net als Breitner, vaak foto’s.
H
Roelofs kende alleen het hierboven beschreven schilderij. n he eede hilderij da er n aak e aa he id r aal da in e d i en aan de re ara ie al h din an dien deed en raal. n e en ellin he aard e h ri n ale van a . i hier v r he h revende van de kerk en ijn ren ek en. a wordt niet alleen door het formaat benadrukt, maar ook door het gebouw een beetje schuin van onderen weer
Bronnen
e even. k hier i een erke vlakverdelin in ar i en e ien. e ar e vlakken van de daken kli en als het ware in drie stappen omhoog en de torenspits is nu geheel zichtbaar. Er is ook meer ruimte voor de lucht ven de la e i e h i je a h er de kerk. Hier i e hter de weergave niet conform de werkelijkheid. Rondom het kerkje staan veel witte boerderijtjes, maar juist daar nie . aar aa de a i e a rie i . al el vaker op haar latere schilderijen arrangeerde zij ook hier de v r ellin da de e re ie re nan er erd. e hoge pastorie zou concurreren met de hoogte van de kerk, terwijl de lage huisje juist die hoogte accentueren. e kerk in nie alleen aan h e aar rd er k imposanter door. Wie nu op hetzelfde punt zou staan van waaruit het schilderij is gemaakt zal een grote beuk zien aan. n nd die e k er k en i de el de compositorische reden weggelaten.
e ijna evenh nderd jaar de . i r kerk ver el vele verhalen. Met deze twee prachtige schilderijen heeft e er n re h edaan aan di elan rijkenument.
Op YouTube is een documentaire over haar te zien naar aanleiding van de recente tentoonstelling in Panorama Mesdag in Scheveningen: https://youtu.be/Mm1JfVRnC71.
K. van der Geer e.a., Suze Robertson. Toegewijd, eigenzinnig, modern. (Scriptum Art Books, Den Haag, 2022).
W. van Zeil, ‘Suze Robertson componeerde al met kleur toen de jongens van De Stijl nog blokken stapelden’ in: De Volkskrant, 20 oktober 2022.
P. Roelofs, ‘Suze Robertson in Batenburg’ in: Tweestromenland nr. 90 (1996), 3-9.
P. Roelofs, ‘Suze Robertson in Batenburg’ in: Tweestromenland nr. 99 (1999), 5-6.
In het artikel ‘Getekend Verleden’ behandelt Adriaan Maters een belangrijk cultureel fenomeen, nl. het aanleggen van allerlei soorten verzamelingen. En zoals hij al aanstipt hebben wij ook in het Land van Maas en Waal een uitstekend voorbeeld van een dergelijke verzameldrift. In een artikel, waarvan hier het eerste gedeelte, wordt uitvoerig aandacht besteed aan de kunstcollectie die Margaretha van Delen op kasteel Druten bijeenbracht.