n j aargang 2 n nummer 6 n n december 2011 n
A12-serie: overInnovatief dijkVerantwoord stekend wild >> 9 bekledingsblok >> 16 ondernemen
>> 25
Volgende ed itie: Infra Relatie dagen Hardenberg
En verder >> 3 Perfectie in retour bemaling Machines goed onderhouden en gekeurd? >> 5 Kostenoverschrijding infrastructuurproject wordt onderschat
Foto: Rijkswaterstaat
Vorstschade aan asfalt
Vorstschade komt elke winter voor, maar de afgelopen drie winters is Rijkswaterstaat geconfronteerd met meer vorstschade aan asfalt dan normaal. Dat is vervelend voor de weggebruiker, want dit kan schade opleveren aan voertuigen en leiden tot
snelheidsbeperkingen met verkeershinder als gevolg. Ook reparatie van vorstschade kan leiden tot verkeershinder. De omvang van vorstschade wordt bepaald door de kwaliteit en leeftijd van het asfalt, de weersomstandigheden en de verkeersbelas
ting. In deze GWW-Totaal wordt ingegaan op de oorzaken en vormen van vorstschade en hoe vorstschade is te repareren.
Lees verder op pagina 18
>> 22 MKB INFRA Nieuws: Algemene leden vergadering Boeiende excursie
www.infiltratietechniek.nl
Standnr. 120
KEERWANDEN BETONPLATEN TRAPTREDEN
Beton begint bij Du Mont
>> 21 Aanbesteden & Aan nemen: Onvoorziene kostenverhogende omstandigheden
Foto: Dura Vermeer
Lees verder op pagina 12
NL
>> 15 Volvo wiellader voor Kaars Grondverzet
www.gwwtotaal.nl
Het verlichten van geasfalteerde wegen, fietspaden en bedrijfs terreinen vraagt veel energie. Dit kan worden gereduceerd als er lichtreflecterend asfalt wordt toegepast. Hierbij worden een natuurlijk wit toeslagmateriaal en een kleurloos bindmiddel aan asfalt toegevoegd. In Noorwegen past men hiervoor Reflexing White (Anorthosiet) toe. Dit is een gesteente met een zeer hoge natuurlijke witheid. Op een aantal plaatsen in Nederland is dit type gesteente al met succes toegepast in licht reflecterend asfalt.
NTBETON. WWW.DUMO
>> 7 Bedrijfsnieuws
>> 26 Productinformatie
Energiebesparing door natuurlijk wit toeslagmateriaal
irerende Kijk voor inspen al onze oplossingen cten op: betonprodu
GWW-Bouwmonitor
ZITELEMENTEN MAATWERK
BEL 0342 - 40 62 00
Hoe groen wilt u zijn?
Zo groen dat u meer aanbestedingen wint
Essent regelt het voor u Als u groener bent dan de concurrent, krijgt uw bouwbedrijf meer opdrachten. Essent helpt u daarbij. Met Windkracht220 en Groen Gas - duurzame energie van Nederlandse bodem - klimt u gemakkelijk hoger op de CO2-prestatieladder. En scoort u beter bij potentiĂŤle opdrachtgevers. Essent loopt hiermee voorop. Meer aanbestedingen winnen begint op essent.nl/bouw.
Essent levert.
BO GWW Totaal 255x395.indd 1
25-11-11 14:57
Markt & Branche
3
Perfectie in retourbemaling In opdracht van A. Hak leidingbouw verzorgt Bemalingscombinatie Ravenstein v.o.f. met succes de complete bemalingswerkzaamheden voor de uitbreiding van het compressorstation van N.V. Nederlandse Gasunie in Ravenstein. De combinatie bestaat uit Reinders-Wessemius B.V. en DSIpartner Henk van Tongeren B.V. De resultaten van de DSI®-proef waren voor de Gasunie aanleiding om bewust voor dit systeem te kiezen tijdens de uitvoering. Het onttrekkingsysteem bestaat uit 52 deepwells. De deepwells zijn gedimensioneerd op een hoogwatergolf in de rivier de Maas. De rivier ligt circa 700 meter van de onttrekking. Er is rekening mee gehouden dat er tijdens de uitvoer zeer beperkte werkruimte is op de locatie. In samenspraak met Gasunie is gekozen voor een onttrekkingsysteem met hoge veiligheid. Dit betekent dat alle deepwells vooraf geboord zijn door twee Sennebogen. Per bouwlocatie wordt gekeken of de deepwells daadwerkelijk moeten functioneren. De uitdaging die is meegegeven door het waterschap is om de onttrekking onder de 3 miljoen m³ water te houden. Dit wordt gerealiseerd door een volledig geautomatiseerd bemalingsysteem. Hiermee kunnen op afstand de onttrekking en DSI® gereguleerd worden. Via vier DSI®-velden wordt het grondwater in de grond gere-
Wereldstations
Kengetallen
Rotterdam Centraal bereikte 23 november het
n 52 deepwells; n vier doorpompstations op locatie; n twee doorpompsations buiten locatie; n 3,1 km 6“ afvoerleiding; n 2,0 km 10“ afvoerleiding; n 1,4 km 12“ geflenste afvoerleiding; n ontrokken: circa 3.350.000 m3; n geloosd: circa 5.000 m3 = <0,1%; n retourbemaald: circa 3.345.000 m3 = 99,9%.
tourneerd. Daarnaast wordt de omgeving continu in de gaten gehouden door telemetrische dataloggers, die via een webbased applicatie uitleesbaar zijn.
DSI® technologie DSI® is toepasbaar in combinatie met alle
vormen van onttrekkingsbemaling. Het grote voordeel hiervan is dat het meest efficiënte bemalingstype gekozen kan worden voor de bouwput of sleuf. Minder water onttrekking betekent minder water retourneren. Het gevolg is veel minder beïnvloeding van de omgeving. Door de DSI®-technologie is het mogelijk om water ook onder de bouwput of sleuf terug te zetten in de bodem. De combinatie gebruikt hiervoor de zogenaamde ‘Brandenburger’. Dit type bron kan gelijk onttrekken en retourneren. Reinders Wessemius B.V., Emmen, is een dochtermaatschappij van Hölscher Wasserbau GmbH
hoogste punt. Wethouder Jeannette Baljeu hees samen met bestuurders van ProRail, NS, Stadsregio en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de vlag ter gelegenheid van het bereiken van het hoogste punt van de nieuwe stationshal van Rotterdam Centraal. Dit station is straks een ‘Wereldstation’, omdat het op de internationale spoorlijn HSL-Zuid ligt. In Amsterdam is de stationshal van Amsterdam Centraal sinds enkele weken weer via de oude hoofdingang te betreden. Ook hier een nieuw mijlpaal op weg naar een indrukwekkende OV-knooppunt. Omstreeks 2013 zullen de Nederlandse Spoorwegen dit station eveneens het marketing-etiket
Machines goed onderhouden en gekeurd?
Wereldstation geven, omdat het ook een
In de grond-, weg- en waterbouw wordt gebruik gemaakt van allerlei soorten machines en gereedschappen; van klein handgereedschap tot grondverzetmachines, tractoren en transportmiddelen. Het is van groot belang dat machines het hele jaar inzetbaar zijn en continue veilig zijn om mee te werken. Is uw machine al gekeurd en wordt deze goed onderhouden? Het COM-VCA keuringsbedrijf biedt daarbij ondersteuning.
vorderen de werkzaamheden ook gestaag en
COM-keur Het COM-keur is een gecertificeerd inspectiesysteem voor alle machines in onder andere de grondverzet-, industrieen transportsector. Alleen een COM-VCA Keuringsbedrijf mag COM-keur keuringen uitvoeren. Doordat het keuringsbedrijf in de eerste plaats een mechanisatiebedrijf is, is er bij de keurmeester veel up-tot-date kennis van uw machines aanwezig. Deze kennis wordt aangevuld met speciale Keurmeesteropleidingen voor de diverse
machines. De COM-keur keurmeester keurt professioneel en deskundig, maar kan tevens door zijn achtergrond direct een oplossing aanreiken. En dat onderscheidt het COM-keur van andere keuringsinstanties. Het COM-keur is tevens bijzonder omdat de meeste COM-keur bedrijven alle specialisaties in huis hebben. Het voordeel hiervan is, dat al uw machines door één keurend bedrijf gekeurd kunnen worden. Zowel de vraag naar COM-keur keuringen, als het aantal keurende bedrijven groeit. Om de kwaliteit van keuren op het huidige hoge niveau te houden en waar mogelijk zelfs nog te verbeteren, wordt er sinds 2010 gebruik gemaakt van een gezamenlijk digitaal keurregistratiesysteem, waar alle COM-VCA Keuringsbedrijven op uniforme wijze hun keuringen in kunnen registreren. Er zijn meer dan 150 mechanisatiebedrijven, verdeeld over heel Nederland, die COM-keur keuring uitvoeren. Meer informatie over het COM-keur en de gegevens van een COM-VCA keuringsbedrijf bij u in de buurt vindt u op www.comkeur.nl.
waaronder de HSL-Zuid en ICE. In Arnhem is de grote perrontunnel met winkels inmiddels in gebruik. De nieuwe en veelbesproken transferhal van ontwerper Ben van Berkel is de volgende uitdaging. Ook dit station krijgt in 2012, na voltooiing van de terminal, het etiket ‘Wereldstation’, vanwege de ICE-verbinding met Duitsland. Daarnaast worden Utrecht Centraal (HSL+ICE), Breda (HSL) en Den Haag Centraal (HSL) Wereldstations. Volgens de planning moeten uiterlijk 2013 al deze stations volledig zijn omgebouwd. Kortom: het OV krijgt in Nederland een behoorlijke upgrading de komende jaren. Ik verheug me nu al op een ritje met de ICE en HSL langs al die wereldstations. Kun je thuis toch mooi vertellen dat je in één dag een wereldreis hebt gemaakt… Ing. Frank de Groot Hoofdredacteur
®
®
® ®Plaatsing vanaf de vrachtwagen in heel Nederland BETON BETON
www.vanbockrijckbeton.nl info@vanbockrijckbeton.nl
De Arbowet van 1998 verplicht het om al uw machines periodiek door een deskundige te laten keuren. Om ervoor te zorgen dat alle werkgevers (aannemers, gemeenten, grondverzet- en transportbedrijven) aan hun wettelijke verplichtingen kunnen voldoen, heeft het Centraal Orgaan Mechanisatiebedrijven (COM) het COM-keur in het leven geroepen. Door het materieel door een COM-VCA keuringsbedrijf te laten keuren en onderhouden, kan de werkgever bij een ongeval of controle van de Arbeidsinspectie aantonen dat er alles aan gedaan is om veilig te werken.
knooppunt is van internationale spoorlijnen,
Advert_GWW_125x95_2011.indd 1
Keerwanden • Silopanelen Betonwanden • Betonplinten Funderingsplinten • Maatwerk Tevens in Silex verkrijgbaar Lengtes tot 6 meter - Hoogtes tot 7 meter
Postbus 115 | NL-5340 AC Oss Tel. : 0412 - 69 50 50 | Fax : 0412 - 69 50 59
24/03/11 18:22
31 januari, 1 en 2 februari 2012 13.00-21.00 uur
HARDENBERG Relatiedagen voor de grond-, weg- en waterbouw
Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Evenementenhal Hardenberg Energieweg 2 NL-7772 TV Hardenberg T +31 (0)523 - 28 98 98 F +31 (0)523 - 28 98 00 I www.evenementenhal.nl E hardenberg@evenementenhal.nl
Ons evenement.
UW MOMENT.
Markt & Branche
5
Kostenoverschrijdingen infrastructuurprojecten worden onderschat De aanleg van spoorweginfrastructuur valt in Nederland gemiddeld elf procent duurder uit dan was voorspeld; bij wegen is dat 19 procent en bij bruggen en tunnels 22 procent. Nederland steekt hiermee gunstig af tegenover het buitenland. Maar de eigenlijke kostenoverschrijdingen liggen vermoedelijk veel hoger, stelt Chantal Cantarelli, die op maandag 28 november op dit onderwerp promoveerde aan de TU Delft. Uit een wereldwijd onderzoek naar kostenoverschrijdingen bij 258 grootschalige transport-infrastructuurprojecten is gebleken dat wegen gemiddeld 20 procent duurder uitvallen, bruggen en tunnels 34 procent en spoorwegen 45 procent. Maar hoe staat het in Nederland, vroeg de Delftse promovenda Chantal Cantarelli zich af? Uit haar studie naar Nederlandse projecten blijkt dat in meer dan de helft van de projecten op het gebied van wegen, bruggen, tunnels, spoorlijnen, de kosten hoger uitvallen dan voorspeld. Kostenoverschrijdingen komen wel minder vaak voor dan in het buitenland en de omvang van de overschrijding is lager. Opvallend is verder dat de grootste kostentoenames plaatsvinden in de fase voorafgaand aan de bouw en niet in de bouwfase zelf.
Eigenlijke kostenoverschrijdingen hoger Dat kostenoverschrijdingen in Nederland wel meevallen is echter een onterechte conclusie, waarschuwt Cantarelli. Kostenoverschrijdingen zijn namelijk vaak gebaseerd op een vergelijking tussen de kosten bij de uiteindelijke oplevering en de geraamde kosten ten tijde van het formele besluit. Maar politici hebben vaak al veel eerder een informeel besluit genomen. Dit verschijnsel wordt lock-in
genoemd. Ten tijde van het informele besluit is vaak sprake van veel lagere schattingen. Cantarelli heeft dit effect voor twee Nederlandse projecten, de Betuweroute en de HSL-Zuid, nader onderzocht. Politici bleken zich al vier jaar voorafgaand aan het formele besluit aan het project te hebben gecommitteerd. Als men de kostenoverschrijding berekent op basis van de onderschatte kosten ten tijde van de informele besluitvorming, zijn de overschrijdingen van de Betuweroute en HSL-Zuid drie tot vier maal zo groot. De kostenoverschrijdingen zijn dus vermoedelijk veel groter dan bekend. Het is volgens Cantarelli zorgwekkend dat de kostenramingen de laatste twintig jaar niet zijn verbeterd. Aangezien schattingsmethoden wél zijn verbeterd, moeten er andere redenen zijn voor de systematische overschrijdingen. Cantarelli concludeert dat om voorspellingen in kosten te verbeteren, aanvullend een andere kostenmethodiek zou moeten worden gevolgd. De methode Reference Class Forecasting is hiervoor bijzonder geschikt. Bij deze methode worden schattingen gemaakt op basis van een vergelijking van de werkelijke kosten en kostenoverschrijdingen van vergelijkbare gerealiseerde projecten.
GWW-Bouwmonitor
strategisch gedrag te vertonen. Belangrijk daarbij is dat de verantwoordelijkheden voor toekomstige kostenoverschrijdingen komen te liggen bij degenen die de schattingen maken.
Het strategische gedrag van partijen om kosten bewust laag in te schatten, kan ook een rol spelen. Daarvoor moeten de spelregels worden veranderd zodat het moeilijker wordt voor partijen om dit
Maurice van Sante, ING Economisch Bureau / Maurice.van.sante@ing.nl
Infrasector: Flink herstel kleinbedrijf In het eerste half jaar liet de infrasector een flink herstel zien. In het eerste kwartaal groeide de omzet met 11,4% en in het tweede kwartaal met 2,9%. Hiermee is de krimp van 7% in 2010 voor de gehele sector grotendeels goed gemaakt. Vooral de omzetontwikkeling bij het kleinbedrijf (minder dan vijf werknemers) fluctueerde. Deze kromp in 2010 met 20% maar liet in de eerste helft van 2011 weer een flink herstel zien en groeide met bijna 40% in het eerste kwartaal en 7% in het tweede kwartaal van 2011 (% jaar op jaar). De omzetontwikkeling bij het grootbedrijf was veel minder volatiel. Zo kromp in 2010 de omzet bij gww-bedrijven met meer dan honderd werknemers met 6%. Ook hier was een herstel in de eerste helft van 2011 zichtbaar maar dit was met 2,3% in het eerste kwartaal en 0,5% in het tweede kwartaal veel beperkter.
Orderboeken grond- en waterbouwers best gevuld
Omzetontwikkeling infrasector naar bedrijfsgrootte, 2006-2011 H1 (% j.o.j.)
De orderboeken van infrabedrijven lieten in september een lichte daling zien van 6,7 maand in augustus naar 6,5 maand in september 2011. Deze werkvoorraad is gelijk aan de werkvoorraad in september 2011. Wegenbouwers hebben daarbij de kleinste hoeveelheid onderhanden werk en kunnen nog 5,6 maanden vooruit. Grond- en waterbouwers kunnen nog langer aan de slag met 7,3 maanden aangenomen werken. Voor 2012 verwacht ING Economisch Bureau een zeer beperkte groei van de infraproductie. Investeringen van de rijksoverheid stimuleren de wegenbouw, maar lagere overheden moeten wel bezuinigen omdat zij hun inkomsten uit grondexploitatie en uit het gemeentefonds hebben zien teruglopen.
Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau
BMB000-000
Bobcat. Born to perform. Born to lead.
Bleskolksingel 2 - 7602 PS Almelo - Tel. 0546-490905
Kijk voor onze voorraad machines op
WWW.SCHMIDTBOUWMACHINES.NL C A S E - V O LV O - C AT
IMPORTEUR / DEALER
ook uw partner voor GWW materialen Hoogeveenseweg 27 • 7707 CG Balkbrug • T 0523 657 000 • gww@buiterbeton.nl
VERKOOP • VERHUUR • LEASING | SERVICE EN ONDERHOUD BOBCAT ZUID NEDERLAND RUDONK 21 - 4824 AJ, BREDA TEL : 0031 (0)765 442 000 info@bobcatzn.nl www.bobcatzn.nl
DÉ HelpenDe HanD in macHinaal straten De voordelen van huren bij Vacu-Rent: Verhuur zonder machinist - 65 uur per week open - Hoog vacuüm Laag vacuüm - Stenenklem - Uitstekende transportmogelijkheden Breed assortiment uitrustingsstukken en toebehoren
Nu te huur op het Bouw & Infra Park in Harderwijk: Kantoorruimtes van 22 m2 tot 210 m2 in een karakteristiek pand. Kosten: vanaf € 116,00 per m2 per jaar, excl. parkmanagement. Deze volledig gerenoveerde kantoorruimtes kennen de volgende pluspunten: + Zeer goed bereikbaar, pal naast de A28 + Breedband datalijnen + Ruime parkeergelegenheid + Unieke uitstraling + 24-uurs beveiliging + Parkcatering Het Bouw & Infra Park in Harderwijk is hèt kennis- en opleidingscentrum van Nederland op het gebied van bouwnijverheid en biedt naast bedrijfshuisvesting ook faciliteiten voor vergaderen en confereren. Bovendien is er op het buitenterrein veel praktijkruimte. Synergie tussen de bedrijven is één van de grootste pluspunten.
Bel voor meer informatie: 030 - 669 10 96 of kijk op:
Positief aan de slag in Harderwijk? Bel voor meer informatie naar de afdeling Vastgoed, 0341 - 499 000 of mail naar vastgoed@bouwinfrapark.nl. Bezoekadres: Ceintuurbaan 2, 3847 LG Harderwijk
●
www.vacu-rent.nl
www.bouwinfrapark.nl
vacu_042_adv_GWWTotaal_Vacu-Rent_125x195_02.indd 1
IT plus® Variobox
26-7-2010 13:35:08
HTW Infiltratietechniek
» Flexibel infiltratiesysteem met een doorlaatcoëfficiënt van ›63% » Variabel in hoogte op te bouwen (per 50 mm) » Zeer geschikt bij hoge grondwaterstanden en lage inbouwmogelijkheden
www.infiltratietechniek.nl
•
•
•
Tel. 0031 547 383551 Fax 0031 547 851065 www.infiltratietechniek.nl info@infiltratietechniek.nl
Markt & Branche
7
Gekeurd beschermdak knikladers Helaas gebeuren er regelmatig ongelukken met minishovels die wegens hun besturingskarakter ook wel knikladers genoemd worden. Een gekeurd beschermdak kan veel ellende voorkomen. De grote voordelen van de knikbesturing zijn wendbaarheid en inzetbaarheid. Voor velen is dat onmisbaar. Maar bij verkeerd gebruik kan gemakkelijk een gevaarlijke situatie ontstaan waarbij de kniklader onstabiel wordt en omvalt en/of waarbij de lading vanuit de hoogte naar beneden valt en daarbij bestuurder of omstanders raakt. Niet zelden vinden er zelfs ongevallen met dodelijke afloop plaats. Veel vaker komt (niet dodelijk) lichamelijk letsel voor, al dan niet blijvend. Meestal moeten de ledematen het ontgelden. Met name in Duitsland waar de kniklader een stuk populairder is, is een aantal dodelijke ongelukken gebeurd. Naar aanleiding hiervan en de andere niet dodelijke gevallen heeft de Europese unie een nieuwe wet ingevoerd. Elke kniklader, minishovel, shovel, lader en laadschop moeten voorzien zijn van een aantal veiligheidsvoorzieningen, zoals een gordel, motorstop (afschakelen van de motor als de bestuurder zijn zitting verlaat) en een gekeurd beschermdak. Het beschermdak is volgens Europese wetgeving verplicht vanaf december 2009! De Duitse shovel fabrikant Weidemann voert zijn shovels en knikladers al voor de genoemde datum standaard uit met het veiligheidsdak. Helaas zijn niet alle fabrikanten zo ver en worden minishovels (nog) niet uitgerust met een degelijk gekeurd beschermend dak. Kijk bij aankoop van een kniklader, nieuw of gebruikt, of een gekeurd (BMWT, TUV, et cetera) beschermdak is gemonteerd. De Arbeidsinspectie gaat hier steeds meer op letten. Een beschermdak heeft een nadeel voor sommige van zijn gebruikers: de doorrijhoogte word beperkt. Hiervoor heeft Weidemann het inklapbaar beschermdak gemaakt.
Woensdagmiddag 9 juni 2010 vond er een bedrijfsongeval plaats op de Cruquiusweg in Amsterdam. Een werknemer en tevens bestuurder van een shovel was in een bedrijfspand bezig met het leggen van betonplaten, toen de shovel in een bocht kantelde. Hij raakte met zijn rechterbeen bekneld onder de shovel. De brandweer bevrijdde het slachtoffer en ambulancemedewerkers brachten hem over naar het ziekenhuis. Het Mobiel Medisch Team was ter plaatse voor medische assistentie. De arbeidsinspectie zal verder onderzoek verrichten in deze zaak.
Voor meer informatie: www.weidemann.nl.
Ontwerpen van duurzame waterzuiveringsinstallaties De recent door Royal Haskoning, Bosman Watermanagement en KSB Nederland georganiseerde themadag ‘Ontwerpen van duurzame waterzuiveringsinstallaties’ is in vele opzichten een groot succes gebleken. De dag, bedoeld om ervaringen te delen en kwalitatief goed en duurzaam ontworpen waterzuiveringsinstallaties te bevorderen, werd door een groot aantal mensen van waterschappen en ingenieursbureaus bezocht. Bij de presentatie van Royal Haskoning stond onder meer het energie-efficiënter bouwen en het uiteindelijk energieneutraal maken van afvalwaterzuiveringsinstallaties centraal. Er was bijvoorbeeld aandacht voor concepten, zoals de Energiefabriek, die toepasbaar zijn op nieuwe en bestaande installaties met als doel de sector van waterschappen energieneutraal te maken. Ook werd stilgestaan bij de Energie Efficiencyplannen van Royal Haskoning. Waterschappen moeten tot 2020 ieder jaar twee procent energie besparen; het bedrijf heeft 24 Nederlandse waterschappen geholpen bij het opstellen van hun Energie Efficiency Plannen en adviseert deze over een efficiënter energieverbruik.
Stand der techniek Bosman Watermanagement heeft in haar presentatie diverse voorbeelden laten zien van projecten bij rioolwaterzuiveringen waarbij de bestaande beluchting vervangen is door plaatbeluchters. Het succesvolle resultaat is daarbij onder andere een aanzienlijke energiebesparing. Uit meetgegevens van veertien zuiveringen is een samenhang gezocht tussen de beluchting in m3/uur, voortstuwers en vermogen, de vorm van de tank en de zuurstofoverdracht. Volgens het onderzoek zijn er vier factoren die een belangrijke invloed hebben op zuurstofoverdracht en daardoor ook de energiebesparing. Naast de bassinvorm en de luchtbelasting per m2 wordt de watersnelheid bepaald door de beleggingsgraad en de beleggingsvorm en daarmee ook de zuurstofoverdracht. Van essentieel belang is verder de samenwerking tussen de leveranciers van voortstuwers, de beluchting, het ingenieursbureau en de opdrachtgever. Pomp-, mixer-, afsluiter- en automatiseringsproducent KSB presenteerde tijdens de themadag fenomenen en oplossingen voor waterzuiveringen, waarbij diverse richtlijnen en aanbevelingen uit het STOWA-rapport 2006-19 (Menging en voortstuwing van actiefslibsystemen in ronde reactoren) centraal staan. KSB presenteerde onder meer haar kennis en ervaring met realisatie van AWZI’s volgens DIN19569-3. Hierin wordt benadrukt dat bassinvorm en -grootte, beluchtingssysteem en voortstuwers als één functionele eenheid dienen te worden beschouwd. Bij beluchtingssystemen en -configuraties met hoge beluchtingsintensiteiten in simultaan bedrijf met de voortstuwers en bij bassins met veel verstoringen, worden CFDberekeningen (Computational Fluids Dynamics) en -modulaties aanbevolen. Tevens werd ingegaan op de behoefte van waterkwaliteitbeheerders en leveranciers aan een standaard meetmethode voor het bepalen van de omloopsnelheid. Dit kan bijvoorbeeld door te meten volgens profielmetingen als beschreven in de VDMA-norm 24565. Tenslotte benadrukte KSB dat milieuvriendelijke en duurzame productie vooral bij standaard producten optimaal mogelijk is. Meer informatie: www.bosman-water.nl, www.ksb.nl en www.royalhaskoning.com
Payroll Intermediair neemt alle personeelszaken over Payroll Intermediair maakt dat de ondernemer zich weer zorgeloos kan bezighouden met ondernemen, omdat het payrollbedrijf alle personeelszaken overneemt. De ondernemer is nog steeds baas in eigen bedrijf. ‘Zeker in de bouw ben je bij ons goedkoper uit dan als je het zelf zou doen,’ vertelt directeur a.i. Milco Schildkamp aan Freke Remmers in het blad Business, nummer 4, september 2011. ‘De personeelsleden van de onderneming komen bij ons in dienst, dus wij regelen het salaris, de vakantiedagen, het vakantiegeld, het ziektegeld en alle belastingen en sociale lasten. De administratieve rompslomp voor de ondernemer brengen wij terug naar één factuur. Hij of zij kan zich hierdoor concentreren op geld verdienen en weer plezier hebben in het ondernemen in de bouwsector’, legt Schildkamp het payrollsysteem uit. ‘Dankzij onze dispensatie van de bouw-CAO doen wij dit zelfs nog goedkoper dan als de bouwondernemer zelf zijn personeelszaken zou regelen.’ Payroll Intermediair onderscheidt zich daarmee ten opzichte van andere payroll organisaties. ‘Wij zijn lid van de Nederlandse Vereniging van Uitzendbureaus en Bemiddelaars (NVUB) die van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de dispensatie verkregen heeft. De kostprijs van het personeel is daardoor lager, terwijl we wel loonvolgend zijn: de werknemer zit op hetzelfde salarisniveau als dat van de bouw-CAO.’ Bij Payroll Intermediair is het mogelijk om voor onbepaalde tijd dienstverbanden aan te gaan, terwijl de medewerker ondertussen alle wettelijke rechten opbouwt. Hoe langer hij gewerkt heeft, hoe groter het verschil wordt met andere vormen van dienstverband. Ook indirect is samenwerking met de intermediair kostenbesparend. ‘Wij nemen de risico’s van de ziektewet over van de ondernemer. Terwijl de kosten voor een langdurig zieke elders enorm kunnen oplopen, kost dat bij ons niks’, rekent Schildkamp voor. Hij adviseert 70 tot 75 procent personeel in vaste dienst te nemen en daaromheen voor een flexibele schil te zorgen van 25 tot 30 procent. Bij Payroll Intermediair kan de ondernemer bovendien een onbeperkt aantal contracten aangaan, tegenover drie bij het periodeketensysteem of acht tot twaalf bij andere payrollorganisaties. Meer informatie: www.payroll-intermediair.n
Pon CAT bedrijfsschool is Kenteq erkend leerbedrijf Pon Equipment is erkend als leerbedrijf door Kenteq, dat staat voor onafhankelijk kennis- en adviescentrum voor technisch vakmanschap. Erwin Brik, HR Director Pon Equipment, heeft 27 oktober de ‘Chapeau’ erkenning in ontvangst mogen nemen van de heer Hesselink van Kenteq. Het beeldje geeft aan dat Kenteq zijn ‘petje’ afneemt voor dit leerbedrijf. Volgens Hesselink zorgt de Pon CAT bedrijfsschool voor competentiegericht onderwijs en is de ‘drive’ bij zowel de leerlingen als de praktijkopleiders goed zichtbaar. De Pon CAT bedrijfsschool is opgericht in 2009. Het bedrijf is altijd op zoek naar continue instroom van goede monteurs. Erwin Brik: ‘In deze tijd is werving van technische mensen moeilijk in verband met de grote vraag naar jonge technisch geïnteresseerde mannen en vrouwen. Eén van de redenen om zelf als bedrijf een opleiding te starten.’ Pon Equipment heeft daarom besloten intern monteurs op te leiden en samen met PTC+ en Kenteq kwaliteit te waarborgen. ‘Zonder de competenties en ambities van vakmensen is er geen vooruitgang. Voor de continuïteit is het belangrijk de juiste kennis en ervaring binnen te halen en te houden. Goede opleidingsmogelijkheden zijn daarbij de sleutel tot succes. Zeker in de tijd van technologische ontwikkelingen en veranderende eisen aan deskundig personeel’, aldus Erwin Brik.
Leerbedrijf In ieder bedrijf kan worden geleerd. Daarom kan ook ieder bedrijf leerbedrijf worden. In de Nederlandse onderwijswetgeving is bepaald dat bedrijven die deelnemers opleiden en begeleiden binnen het vmbo en mbo, een zogenaamde erkenning moeten krijgen van een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven. Dit betekent letterlijk erkenning voor het feit dat zij een goede werk- en leeromgeving bieden. Op dit moment is Pon Equipment één van 175.000 bedrijven als ‘erkend leerbedrijf’ en draagt dagelijks bij aan de beroepsopleiding van de bijna 500.000 vmbo- en mbo’ers. Daarbij gaat het zowel om stages als om leerbanen. De Pon CAT bedrijfsschool leidt leerlingen gedurende drie jaar op door middel van een nationaal erkende BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg) opleiding tot Allround Monteur Mobiele Werktuigen op niveau 3. Drie weken per maand sleutelen de leerlingen in de werkplaats aan machines en één week per maand reizen ze naar Ede voor een theorieopleiding bij praktijkopleider PTC+. Arbeids- en opleidingsorganisatie Kenteq is betrokken als overkoepelend orgaan.
Erwin Brik (rechts) van Pon Equipment ontvangt de ‘Chapeau’ erkenning uit handen van dhr. Hesselink van Kenteq
er n t r a Fillp filler : Auto k unie t r me re l l ou lvu sne ampret ! d eem syst
Schoon, veilig en efficiĂŤnt. Daarom Aspen. Met Aspen alkylaatbenzine wordt de schadelijke uitstoot van benzinemotoren 100 keer verminderd. Bovendien is Aspen 2 de optimale kant en klare mengsmering voor alle 2-takt benzinemotoren. Aspen 4 is geschikt voor alle 4-takt benzinemotoren. Gebruik Aspen alkylaatbenzine in de 5 liter jerrycan met het Autofiller vulsysteem. Zo tankt u damp- en knoeivrij en voldoet u aan alle wetgeving. Kijk voor verkooppunten: www.aspen-benelux.nl Per 1 januari 2010 is het gebruik van alkylaatbenzine verplicht door de Arbeidsinspectie conform artikel 4.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Aspen, Fuel for professionals
Techniek
9
Ecoduct Rumelaar over verbrede A12 en over spoorlijn Bouwcombinatie Poort van Bunnik bouwt het ecoduct Rumelaar tussen Maarsbergen en Veenendaal meteen door over de ten noorden van de A12 gelegen spoorlijn Utrecht – Arnhem. Dat gebeurt in nauwe afstemming met ProRail. Foto: Snow-white luchtfotografie
Overstekend wild Ecoducten en faunatunnels dienen om dieren op een veilige manier de barrière van een (snel-)weg te laten nemen. Veilig voor zowel de fauna als voor de weggebruiker. In deze aflevering van de A12-reeks aandacht voor zo’n kunstwerk dat tegelijk met de verbreding van de snelweg gerealiseerd wordt, ecoduct Rumelaar. Deze wildwissel wordt aansluitend ook meteen over de naastliggende spoorlijn gebouwd. Tekst: Jan Bol, Bolster Journalistiek Beeld: Jan Bol, Rijkswaterstaat (RWS), Poort van Bunnik, Snow-white luchtfotografie
De schaarse natuurgebieden in ons land zijn oost-west en noord-zuid zoveel mogelijk doorgaand dankzij ecoducten of wildwissels en met grote en kleine faunatunnels. Veilig voor overstekend wild en natuurlijk ook voor de weggebruiker. Tegelijk met de verbreding van de A12 tussen Utrecht Lunetten en Veenendaal zijn dertig van dergelijke grote en kleine kunstwerken ten bate van de natuur in uitvoering. Dit varieert van onder andere tunnels voor amfibieën en klein wild
A12-reeks in GWW-Totaal De huidige werkzaamheden aan de A12 lopen nog tot begin 2013. De redactie van GWW-Totaal besteedt in een reeks artikelen aandacht aan bijzonderheden qua uitvoering en techniek en aan de voortgang in die werkzaamheden. Zie ook de eerste twee artikelen in GWW-Totaal in nummer 4 van augustus en nummer 5 van oktober 2011. De reeks is mede mogelijk dankzij medewerking van Rijkswaterstaat, het bouwconsortium de Poort van Bunnik (traject Utrecht LunettenVeenendaal) en Heijmans Beton- en Waterbouw Regio Noord (traject Arnhem Waterberg-Velperbroek).
tot dassentunnels, onder de snelweg doorlopende oevers van waterlopen en ecoducten. De bouw van 26 nieuwe kunstwerken maakte deel uit van de totale aanbesteding van dit traject door Rijkswaterstaat, net als de nieuwbouw en verbetering van verkeersviaducten. De bouwcombinatie Poort van Bunnik bouwt de ecoducten ‘Mollebos’ tussen Maarn en Driebergen en ‘Rumelaar’ tussen Maarsbergen en Veenendaal, zelfs meteen door over de ten noorden van de A12 gelegen spoorlijn Utrecht - Arnhem. Dat gebeurt in nauwe afstemming met ProRail, dat waakt over de veiligheid op en naast het spoor.
gaat daarbij om lengten van maar liefst ruim zeventig meter, gemeten aan de voet, tot bijna 55 meter bovenaan. Dit bij een hoogte van bijna vijf meter boven de rijbanen van de snelweg en bijna zes meter boven de spoorweg. Die grotere hoogte is nodig in verband met vereiste vrije hoogte boven de spoorlijn, ten behoeve van de bovenleiding. De landhoofden en de tussenopleggingen van ecoduct Rumelaar zijn gefundeerd op palen met een lengte van zo’n twintig meter. Het deel van het ecoduct dat over de A12 heen gaat is op prefab palen
gefundeerd, terwijl het deel over het spoor op buisschroefpalen en vibrocompalen komt te staan. Het ecoduct Mollebos daarentegen is voor het grootste deel gefundeerd op staal.
Oplopend ecoduct In verband met een grotere vrije hoogte boven het spoor ten opzichte van de vrije doorgang boven de snelweg, heeft het ecoduct een verloop in hoogte. Licht stijgend van zuid naar noord gerekend.
>> vervolg op pagina 10
Ecoduct Rumelaar Een langgerekt betonnen landhoofd en een betonnen tussenoplegging van ecoduct Rumelaar ten zuiden van de A12 zijn al op hoogte en goed zichtbaar vanaf de weg. Aan de andere kant van de snelweg is de fundering van het noordelijk landhoofd in uitvoering en worden binnenkort de voorbereidingen getroffen voor de landhoofden aan weerszijden van het spoor. Tegen eind juni 2012 moet de hele constructie van het ecoduct gereed zijn om het daarna met grondwerk en groen te voltooien. Het beton is schoonwerk. De architectuur van de kunstwerken voor de A12 stelt eisen aan de kwaliteit van het beton en de zichtkwaliteit. Bovendien wordt er gelet op het patroon als gevolg van de aansluitnaden tussen de beplating van de bekisting en op het patroon dat ontstaat door de onvermijdelijke centerpennen. In het beton zitten geen stortnaden, want zowel de landhoofden als de tussenopleggingen worden in één keer gestort. Het
Armand van der Waal, werkvoorbereider bij bouwcombinatie Poort van Bunnik: ‘Werken in de gww is het mooiste wat er is. Moet je kijken hoeveel werk we in korte tijd maken op dit stuk van de A12 tussen Utrecht en Veenendaal.’ Foto: JWBol
Techniek
10
>> vervolg van pagina 9 De stijging is geleidelijk omdat wild de stijging anders mogelijk als een belemmering in plaats van een doorgang ziet en de wildwissel dan niet gebruikt. De manier van aanplanten en de soort begroeiing lokt het wild als het ware het ecoduct over. De vorm en de beplanting van het bovendek moeten er, samen met wildrasters, voor zorgen dat overstekend wild niet ‘de verkeerde afslag neemt’ en alsnog op de snelweg belandt. Omdat het dek van het ecoduct van zuid naar noord licht stijgt, ligt de bovenkant van het landhoofd aan de zuidzijde lager dan dat van de eerste tussenoplegging ten noorden daarvan. Die staat aan de andere zijde van een lokale weg die daar parallel aan de A12 loopt. De tussenoplegging in de middenberm van de A12 en het landhoofd aan de noordzijde zijn op hun beurt weer hoger. Het landhoofd aan de zuidzijde van het spoor is weer hoger dan het landhoofd aan de noordzijde. De ruimte tussen het noordelijke landhoofd van de A12 en het zuidelijke landhoofd van de spoorlijn wordt opgevuld met zand. Voor alle landhoofden en tussenopleggingen wordt steeds dezelfde bekisting gebruikt. Het is min of meer een systeemkist voor dit kunstwerk. Het voordeel, naast efficiënt materiaalgebruik, is logischerwijs ook het consistente patroon van platen en centerpennen. Het betonwerk van de landhoofden krijgt trapeziumvormige inkassingen en de tussenopleggingen krijgen daarmee corresponderende sparingen. Deze trapeziumvormen corresponderen weer met het aanzicht van een gelijkbenig trapezium van de vier landhoofden en de twee tussenopleggingen. De inkassingen worden voorzien van groene tegeltjes.
Foto: JWBol
Het zichtbeton van de kunstwerken is schoonwerk. Dat betekent letten op het patroon als gevolg van de aansluitnaden tussen de beplating van de bekisting en op het patroon dat ontstaat door de onvermijdelijke centerpennen. In het beton zitten geen stortnaden, want zowel de landhoofden als de tussenopleggingen worden in één keer gestort. Foto: JWBol
Doorgaand verkeer Al het werk aan de A12, zowel de wegwerkzaamheden als de uitvoering van de vele kunstwerken voor de natuurlijke loop en het menselijk verkeer, wordt in hoog tempo langs het hele tracé uitgevoerd. Het autoverkeer kan daarbij alle dagen blijven A30 Doorlopende oever Viaduct N229 / Kromme Rijn Faunatunnel Fort Vechten
Vleermuiskelder Voetgangerstunnel Bergweg
Veetunnel A12 A28
A27 UTRECHT
Kleinwild tunnel De Haar
Faunatunnel Zanderij Maarn
Dassentunnel Woudenbergse Grift
Dassentunnel Maarn-oost
Ecoduct Mollebos
Kleinwild tunnel Leysloot
Dassentunnel Hof ter Heide
Zeist
Dassentunnel Anderstein Woudenberg
Dassentunnel Groeperkade Scherpenzeel
Maarn
Bunnik
A12 Odijk
Doorlopende oevers Valleikanaal
Maarsbergen
Driebergen
Doorn Houten Legenda Amfibieëntunnel Dassentunnel Kleinwild tunnel Faunatunnel Grote faunatunnel Doorlopende oevers Ecoduct Vleermuiskelder
Veenendaal Kleinwild tunnel Heidestein 3 Kleinwild tunnel Heidestein 2 Kleinwild tunnel Heidestein 1 Ecopassage Kromme Rijngebied Doorlopende oever Tunnel Rijnwijckse Wetering
Amfibieëntunnel Kombos Doorlopende oevers Heygraaf Dassentunnel Altena Dassentunnel VZP Rumelaar Ecoduct Rumelaar
Leersum
Dassentunnel Oudenhorst Dassentunnel Haarweg 4 Dassentunnel Haarweg 3 Dassentunnel Haarweg 2 Dassentunnel Haarweg 1
Kleinwild tunnel Zijdewetering
doorrijden. De snelheid van het wegverkeer kan zelfs meestal 100 km per uur blijven. Dat geeft nauwelijks oponthoud, zo laten verkeersmetingen zien. Zodra de verbreding van het wegdek van de A12 voor en na het ecoduct gereed is, kunnen rijbanen verlegd worden, zodat er in het midden twee maal twee rijstroken vrijkomen voor de uitvoering van de tussenoplegging ter plaatse van de middenberm. Ook de trein moet volgens dienstregeling blijven rijden. Daarover waakt ProRail eveneens, dat al in een vroeg stadium met de bouwcombinatie Poort van Bunnik en met Rijkswaterstaat overlegt over veiligheid en voortgang van het werk naast, en straks bij het sluiten van het brugdek van het ecoduct, boven het spoor. Voor dat laatste stadium van de bouw is een buitendienststelling van het treinverkeer noodzakelijk. Het streven is zo kort mogelijk en qua planning zo optimaal mogelijk
Tegelijk met de verbreding van de A12 tussen Utrecht Lunetten en Veenendaal zijn grote en kleine kunstwerken ten bate van de natuur in uitvoering, variërend van onder andere tunnels voor amfibieën tot ecoducten. De bouw van 26 nieuwe kunstwerken maakt deel uit van de totale aanbesteding van dit traject door Rijkswaterstaat, net als de nieuwbouw en verbetering van verkeers viaducten. Afbeelding: RWS
Techniek
11
De landhoofden en de tussenopleggingen van ecoduct Rumelaar zijn gefundeerd op palen met een lengte van circa 20 meter. Het deel van het ecoduct dat over de A12 heen gaat is op prefab palen gefundeerd, terwijl het deel over het spoor op buisschroefpalen en vibrocompalen komt te staan. Foto: JWBol
De treinen richting Arnhem en Utrecht moeten volgens dienst regeling blijven rijden. Daarover waakt ProRail, dat al in een vroeg stadium met de bouwcombinatie Poort van Bunnik en met Rijkswaterstaat overlegt over veiligheid en voortgang van het werk naast, en straks bij het sluiten van het brugdek van het ecoduct, boven het spoor. Foto: JWBol
Voor alle landhoofden en tussenopleggingen van het ecoduct wordt steeds dezelfde bekisting gebruikt. Het is min of meer een systeemkist voor dit kunstwerk. Het voordeel, naast efficiënt materiaalgebruik, is logischerwijs het consistente patroon van platen en centerpennen. Foto: JWBol
te werken, in verband met andere werkzaamheden over en bij het spoortraject. Ook moet rekening worden gehouden met eventueel uit te voeren werkzaamheden door ProRail zelf. De afstemming tussen de betrokken partijen wordt verfijnder naarmate het werk vordert. De piketpaaltjes voor de zone waar de aannemer aan weerskanten van het spoor buiten moet blijven bij de bouw van het ecoduct, zijn al geslagen. Werknemers van de Poort van Bunnik zelf en die van onderaannemers krijgen vóór aanvang van het werk duidelijke instructies over veilig werken aan de weg en naast de weg. Voor het werken op en naast de spoorlijn gelden andere regels. Hiervoor zijn aanvullende instructies, die de werknemers krijgen voor het werken naast de spoorlijn waarover treinen onverbiddelijk voorbij blijven snellen.
In verband met een grotere vrije hoogte boven het spoor ten opzichte van de vrije doorgang boven de snelweg, heeft het ecoduct een verloop in hoogte. Licht stijgend van zuid naar noord gerekend. De stijging is geleidelijk voor het wild. De manier van aanplanten en de soort begroeiing lokt de dieren. De vorm en de beplanting van het bovendek moeten er, samen met wildrasters, voor zorgen dat overstekend wild niet ‘de verkeerde afslag neemt’ en alsnog op de snelweg belandt. Beeld: PoortVBunnik
Techniek
12
Lichtreflecterend asfalt
Energiebesparing door natuurlijk wit toeslagmateriaal Het verlichten van geasfalteerde wegen, fietspaden en bedrijfsterreinen vraagt veel energie. Dit kan worden gereduceerd als er lichtreflecterend asfalt wordt toegepast. Hierbij worden een natuurlijk wit toeslagmateriaal en een kleurloos bindmiddel aan asfalt toegevoegd. In Noorwegen past men hiervoor Reflexing White (Anorthosiet) toe. Dit is een gesteente met een zeer hoge natuurlijke witheid. Op een aantal plaatsen in Nederland is dit type gesteente al met succes toegepast in licht reflecterend asfalt.
Aanleg van reflecterend asfalt op de A35. Het verschil in reflectie is goed te zien tussen zwart en Luminiumpave. Foto: Dura Vemeer
Met medewerking van: Rogier van Diepen en Joep Smulders, Rotim Steenbouw, ’s-Hertogenbosch
Lichtreflecterend asfalt heeft een hoge lichtreflectie en een goede lichtspreiding, zodat een reductie van het energiegebruik voor verlichting tot wel 47 procent mogelijk is. Door lagere temperatuursfluctuaties veroudert het asfalt minder snel. In de zomer wordt minder warmte afgegeven en in de winter blijft de verharding net iets warmer, wat voordelen bij de gladheidbestrijding oplevert. Hierdoor draagt het ook bij aan een betere score op de CO2-prestatieladder.
Verlichtingsreductie De afgelopen decennia is het verlichtings niveau van het Nederlandse wegennet flink toegenomen. Een betere verlichting draagt echter niet altijd bij aan een hogere veiligheid. Al in 2003 is onderzoek
uitgevoerd naar de kosten en baten van de verschillende investeringen in de veiligheid van weggebruikers. Door het opvoeren van het verlichtingsniveau op snelwegen bleek dat het aantal verkeersongevallen toenam met 0,4 personen per jaar, terwijl per 100 meter weglengte 55.000 euro moest worden neergeteld voor de verlichting (bron verkeerskunde). Ook heeft te veel verlichting een negatieve invloed op de flora en fauna. Het dag- en nachtritme van veel nachtdieren, zoals vleermuizen en nachtvlinders, raakt in de war. De kans is groot dat hierdoor het aantal dieren afneemt (door kortere fourageertijd). Een aantal soorten die het toch al moeilijk hebben zal hierdoor geheel kunnen verdwijnen. Om aan de eisen van Natura 2000 (geen achteruitgang van de biodiversiteit) te kunnen voldoen is minder verlichting aan te bevelen. Toepassing van dynamische verlichting en ledverlichting kan al een flinke bijdrage in de reductie leveren.
Lichtreflecterende verharding Een minder bekende maar innovatieve oplossing voor het verlichtingsprobleem is de toepassing van lichtreflecterende verharding. In de ons omringende landen worden verschillende soorten toeslagmaterialen in asfalt gebruikt. België, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk gebruiken voornamelijk gebroken natuursteen. In Nederland wordt vaak gebroken grind en in toenemende mate gebroken natuursteen gebruikt. In combinatie met asfaltbitumen zorgt die voor een inktzwarte verharding die bij donkere omstandigheden veel verlichting vraagt. In Noorwegen past men al lange tijd een bijna wit gebroken natuursteen (Anorthosiet) toe in de toplaag van de verharding. Vooral op plaatsen die een hoge attentiewaarde vragen, zoals kruispunten, rotondes of scherpe bochten, wordt dit materiaal toegepast. Ook in Nederland zijn proeven gedaan met dit materiaal onder de naam Reflexing White. Uit onderzoek blijkt dat de lichtopbrengst van zowel de voertuigverlichting als openbare verlichting door gebruik van dit asfalt flink veel hoger is dan bij traditioneel asfalt. Hierdoor kan een lager verlichtings niveau worden toegepast zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid. Ook het energiegebruik, aantal lichtmasten en de CO2-uitstoot kunnen worden gereduceerd.
Onderzoek en ontwikkeling
Luminumpave terein Dura vermeer. Kenmerken van lichtreflecterend asfalt zijn: betere lichtspreiding van openbare verlichting en voertuigverlichting. Hierdoor zijn minder lichtmasten nodig. Foto: Dura Vermeer
In 2008 is door een samenwerking van Dura Vermeer Infrastructuur, bouwstofleverancier Rotim Steenbouw en ingenieursbureau voor openbare verlichting De Kruijter, het product Luminumpave ontwikkeld. Dit is een asfaltverharding die de reflectie van omgevingslicht vergroot. Na een uitgebreid laboratoriumonderzoek is in 2009 een eerste proefvak aangelegd bij het kantoor van Dura Vermeer in Hoofddorp. Het product is in dat jaar ook beloond met de publieksprijs voor de ‘Innovatie van
Rogier van Diepen is verantwoordelijk voor de verkoop van verschillende wegenbouwgranulaten waaronder Reflexing White.
Morgen’ op de Innovatie Estafette Water, Transport en Mobiliteit, georganiseerd door de Club van Maarssen.
Eigenschappen Eigenlijk wist men het vroeger ook al: bij een lichtkleurig of reflecterend verhardingsoppervlak is weinig straatverlichting nodig. Een zandpad, een schelpenpad en later de introductie van de eerste betonklinker zijn voorbeelden van traditionele wegen die weinig of geen verlichting behoeven. Na de introductie van de asfaltbitumenverharding is dat veranderd. Reflecterende wegmarkering is nodig om ’s nachts de contouren van de weg waar te kunnen nemen. De fysisch-mechanische eigenschappen van asfalt zijn de laatste decennia verder geoptimaliseerd. Echter op het gebied van de lichtreflectie en nachtzichtbaarheid heeft de tijd nagenoeg stil gestaan, terwijl daar ook veel winst te behalen is. Rotim steenbouw heeft al vanaf 1999
Techniek onderzoek gedaan naar de introductie van toeslagmateriaal voor lichtreflecterend asfalt. ‘Reflexing White, afkomstig uit Noorwegen, zou toch in Nederland, net zoals in Noorwegen, in de toplaag van wegverhardingen gebruikt kunnen worden’, bedacht Edo Heslinga van Rotim, een Noorwegenkenner bij uitstek. Vooral het duurzaamheidsdenken heeft er voor gezorgd dat de toepassing van deze innovatieve verharding nu in een stroomversnelling is gekomen. In 2010 werd door Dura Vermeer het eerste proefvak aangelegd in opdracht van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het is een 320 meter lang fietspad, als onderdeel van een reconstructie van een kruising in Purmerend bij de wijk Weidevenne, naar de A7. Met dit eerste proefvak is ervaring opgedaan op het gebied van de
materiaal voor asfalt, oppervlaktebehandelingen voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden. De dichtheid van Anorthosiet bedraagt 2,98 mg/m3. Hierdoor heeft het materiaal ook een hoge verbrijzelingweerstand en een goede vorst-dooibestendigheid. Het materiaal is 100 procent gebroken, zodat een goede hechting met het asfaltbitumen ontstaat. Ook de aanvangsstroefheid is hoog: de PSV-waarde (polijstgetal) is 58. Rotim Steenbouw was in 1989 één van de eerste leveranciers van steenslag op de Nederlandse markt met een hoog polijstgetal van meer dan 58 en een hoge weerstand tegen verbrijzeling. Deze zogenaamde ‘steenslag 3’ is met name belangrijk voor steenrijke asfaltmengsels, zoals ZOAB, SMA en dunne deklagen. Ook de langeduur stroefheid is voor een verharding
Reflecterend asfalt op de A35. Links zwart asfalt en en rechts Luminiumpave.
13
Reflexing White Reflexing White is een 100 procent gebroken Anorthosiet. Dit is een stollingsgesteente uit de familie van de graniet en gabbro steenssoorten. Op diverse plaatsen op de aarde zijn enorme verspreidingen van Anorthosiet bekend. Een voorbeeld is Mount Lister Anorthosite in Labrador, Canada. Maar ook in Noorwegen is een grote formatie Anorthosiet aanwezig. Noorse Anorthosiet wordt gekenmerkt door zijn witte kleur, met daarin enkele donkere spikkeltjes die zorgen voor een ‘peper effect’. Het is een bijna zuiver wit gesteente dat vernoemd is naar het plagioklaasmineraal Anorthiet (witte veldspaat). Het materiaal bestaat voor 90 procent uit plagioklaasveldspaat en wordt op basis van zijn chemische samenstelling ook voor uiteenlopende industriële doeleinden toegepast. Ook op de Maan is Anorthosiet gevonden. De gesteentemonsters zijn vooral door de Apollo 16-missie naar de Aarde gebracht. Winning Reflexing White wordt gewonnen in steengroeve Gudvangenstein AS te Noorwegen op circa 150 kilometer ten noordoosten van de plaats Bergen. De winning vindt ondergronds plaats, zodat het landschap niet aangetast wordt. Door de warme golfstroom is de haven altijd ijsvrij, ondanks het feit dat het kwik in deze regio kan dalen tot –25°C. Hierdoor kan jaarrond materiaal worden geleverd. Al in 1980 heeft de toenmalige stichting voor Isotopen Geologie in Amsterdam de leeftijd van een geologische formatie Anorthosiet uit Zuidwest-Noorwegen (ook wel Baltisch Schild genoemd) vastgesteld op 1080 MA. Met Ma wordt in de geologie en paleontologie de ouderdom in miljoenen jaren bedoeld. We komen dan uit in het Précambium tussen de 542 en 4560 miljoen jaar geleden. Het is aannemelijk dat de Anorthosiet uit Gudvangen in dezelfde periode is ontstaan. Reflexing White is uit voorraad leverbaar, vanuit het depot in Amsterdam. Dit houdt in dat er ‘Just In Time’ leveringen mogelijk zijn. Het materiaal wordt met grote zeeschepen vanuit Noorwegen aangevoerd. Hierdoor is het CO2-profiel gunstig in relatie tot het gebruik van kleinere transportmiddelen. Bij grote hoeveelheden is een tijdige afroep noodzakelijk in verband met de planning van aan te voeren partijen vanuit Noorwegen. Het materiaal is verkrijgbaar in de standaardsorteringen 2/5, 4/8 en 8/11 mm. Afwijkende sorteringen zijn op aanvraag leverbaar.
Foto: Dura Vemeer
productie en lichtreflectiemetingen in de praktijk. Zowel op het gebied van de fysisch-mechanische eigenschappen als op het gebied van de lichtreflectie voldoet de verharding aan de verwachtingen.
van belang. Deze is onderzocht met de Wehner/Schulze (PWS waarde) proef. Uit de onderzoeken blijkt dat Reflexing White ruimschoots voldoet aan de langeduur stroefheidseisen.
Certificering
Ervaringen in Luxemburg
Om de kwaliteit van het toeslagmateriaal te garanderen is Anorthosiet gecertificeerd volgens de conformiteitverklaring (89/106 EEG) en de norm NEN-EN 13043 ‘Toeslagmaterialen voor asfalt en oppervlakbehandeling voor wegen, vliegvelden en andere verkeersgebieden’. Hierdoor is het toepasbaar als toeslag-
In de 1575 meter lange Markus Berg tunnel in Luxemburg is ook gebruik gemaakt van een reflecterende asfaltverharding. De meerkosten van dit type verharding (dat qua lichtreflectie vergelijkbaar is met Noorse Anorthosiet) waren bij dit project terugverdiend in minder dan vijf jaar. De testen van energiebesparing van
Tabel. Besparingen door reflecterend asfalt in de Markus Berg tunnel in Luxemburg Aspect Elektriciteit Verlichtingsonderhoud Energiereductie
Besparingen/ jaar € 43.680 € 17.920 Elektriciteit voor 140 woningen gedurende één jaar
reflecterend asfalt zijn uitgevoerd door verlichtingspecialist Urbis. Na uitvoering van de testen concludeerde hij dat bij het gebruik van reflecterend asfalt een energiereductie (buiten de tunnel) behaald kan worden van 53 procent, ten opzichte van traditioneel asfalt. Ook voor tunnels in Nederland is reflecterend asfalt een toepassing waar een flinke besparing mee kan worden behaald. In de tabel zijn de belangrijkste besparingen weergegeven.
Steenslag voor elk type verharding Ook andere wegenbouwaannemers hebben inmiddels ervaringen opgedaan met de toepassing van Reflexing White. Zo hebben wegenbouwers BAM en Janssen de Jong proeven uitgevoerd of zullen dit op korte termijn gaan doen. Ballast Nedam heeft als reflecterende asfaltdeklaag, de Reflextop® ontwikkeld. Dit asfalt wordt geproduceerd met 100 procent Reflexing White en is al toegepast in de bebouwde kom van Hommerts (Zuidwest-Friesland).
Verder lezen:
Opslagterrein Rotim van 50.000 m2 in Amsterdam met drie transportmodaliteiten direct langs de A10.
Uit de voorbeelden blijkt dat het materiaal gemakkelijk door de reguliere asfaltverwerkende bedrijven kan worden toegepast.
Nader onderzoek Uit metingen blijkt dat de wegdektemperatuur van reflecterend asfalt minder fluctueert dan van traditioneel asfalt. In de zomer betekent dit dat de temperatuur minder hoog oploopt en in de winter koelt het wegdek minder snel af. Het is aannemelijk dat deze eigenschappen goed zijn voor de levensduur van het asfalt. Ook bij de gladheidsbestrijding kan dit voordeel opleveren omdat een verharding die ’s nachts iets minder afkoelt bij temperaturen rond het vriespunt, minder snel glad zal worden. Bij grootschalige toepassing van reflecterend asfalt in stedelijke gebieden kan de omgevingstemperatuur 2 tot 3 graden lager uitvallen. Nader onderzoek naar deze ontwikkelingen in de praktijk kan deze hypothese bevestigen.
llection/NCLCollectionSto
re/_Public/12/578/12578485
n www.iaea.org/inis/co n www.Rotim.com _Kuijper.pdf ries/PDF/PDF-Infradagen/46 n www.crow.nl/nl/Bina Verkeerskunde d bla vak ’, fers tof keersslach n ‘Meer licht, meer ver
2003
www.brickclean.nl
snel | efficiënt | innovatief | arbo DE POTTER GENERENT aggregaten
verhuur
Rondgang 2 GAMEREN tel. 0418-562974
www.depotter-aggregaten.nl
WWW.RIJPLATEN.NL
STELCON® PLATEN
PUTTEN
KEERWANDEN
Al bijna 40 jaar kunt u bij ons terecht voor de verhuur en verkoop van onder andere de volgende zaken: • • • • • • • • • • •
Rioolafsluiters (van 20 tot 3.000 mm) Packersystemen Schroefbare afsluiters lage druk Afpersstoppen hoge druk Nadentesters Drukpompen Inspectiecamera’s Rookmachines Schrijvende manometers (digitaal of analoog)
• • • • • • • • • • •
Materialen voor drukproeven (water of lucht) Reparatieklemmen Buizentrekkers, buizenklemmen en buizendrukkers Vacuüm heftoestellen Sleufbekisting Gas-, kabel- en metaaldetectie Rioolreinigingsapparatuur Landmeetkundige instrumenten (laser, total station, GPS-toestel)
Tevens beschikken wij over een eigen serviceafdeling, waar ook uw meetinstrumenten gerepareerd en gecalibreerd kunnen worden.
BLOKKEN
• verticale bemaling • horizontale bemaling • zwaartekrachtbemaling • grondwatersanering • ontijzeringsinstallaties • diepwelbemaling • brandputten • grondboringen
Hamevac BV
De Brugman 9 - 1948 NB Beverwijk
tel: 0251 226477 www.hamevac.nl
Herenstraat 98, Nieuwegein Postbus 1262, 3430 BG Nieuwegein info@bronbemalingschijf.nl www.bronbemalingschijf.nl
T: 030 - 666 5225 F: 030 - 662 2111
Radiateur stuk??? Teunis bellen ! 0113-216261 +31 43 409 20 13
h e b o b e t o n .n l 0513 482906
Niet alleen voor aluminium koeler
Hamevac-adv-60x95.indd 1
GWW
17-01-11 14:29
totaal
Inmiddels meer dan 30.000 lezers!
materieel in de praktijk
15
Volvo wiellader op nummer één voor Kaars Grondverzet Ik ben toch zeker Sinterklaas niet? Ken je dat liedje van Kinderen voor Kinderen van een paar jaar geleden? ‘‘K ben toch zeker Sinterklaas niet, er geen staat geldboom in m’n tuin. ‘K ben Sinterklaas niet, ik heb een negatief fortuin. Als er straks bankbiljetten groeien op m’n rug, ben jij de eerste die het hoort, kom dan nog maar eens terug.’ Een pakkende tekst van een vader die reageert op de stroom van vragen om gunsten of cadeautjes. Maar het zou ook zo maar een reactie kunnen zijn van een werkgever op de vragen van sommige personeelsleden: Mag ik later beginnen? Mag ik eerder weg? Krijg ik een auto van de zaak? Wordt de bijtelling gecompenseerd? Krijg ik winterbanden? Wan-
Anton Kaars van Kaars Grondverzet uit Papendrecht verruilde onlangs zijn Volvo L90E voor een nieuwe L90F wiellader. Een voor hem even vanzelfsprekende als bewuste keuze. ‘Bij mijn vorige werkgever werkte ik als machinist op een Volvo en daar was ik zo tevreden over dat ik bij de start van mijn eigen bedrijf ook een Volvo kocht’, zegt Anton. ‘Toen een Volvo L90E, nu een L90F, omdat merk en type me goed bevallen.’
neer komt mijn bedrijfskleding? Ik heb toch wel recht op loonsverhoging? Krijg ik mijn telefoonkosten vergoed? Boetes hoef ik toch niet zelf te betalen? Wordt mijn ziektekostenverzekering vergoed? Kun je mijn ATV-dagen ook uitbetalen? Als ik ziek ben krijg ik toch wel 100% doorbetaald? Krijg ik nog een net-
De machine is volgens Anton betrouwbaar, van zeer goede kwaliteit en gemakkelijk te bedienen. ‘De ROPS/FOPS overdrukcabine, met getint glas, heeft goed zicht rondom en veel binnenruimte. Dit zorgt voor goede en veilige werkomstandigheden. Met CareTrack kan ik de machine op alle punten goed in de gaten houden. Voor mij is Volvo de nummer één onder de wielladers.’
Uitgebreid voorzien De Volvo L90F volgt zijn voorganger op die eind 2010 startte met werkzaamheden bij de verbreding van de A50 Ewijk-Valburg en de bouw van een extra brug over de Waal. Eind 2013 moet de nieuwe brug klaar zijn. De nieuwe wiellader is uitgerust met brede banden, verstelbare elektrisch verwarmde spiegels, een luchtgeveerde en verwarmde bestuurdersstoel ISRI, extra werklampen voor en achter en is bovendien voorzien van extra
contragewicht. Gebr. Koerts Techniek uit Dronten heeft de L90F uitgerust met een LMB systeem met slangbreukbeveiliging en een nieuwe KTD allround 3500L mast met Brevini lier met 40 meter kabel en een capaciteit van 2500 kilo.
to dagvergoeding? Behoort het internet thuis
Langdurige projecten
schoenen halen? Mijn spijkerbroek is versle-
Anton begon eind 2007 een eenmansbedrijf en verhuurt zich met machine voor alle grondverzetwerkzaamheden in de grond-, wegen waterbouw voor korte maar veelal voor langdurige projecten in de ruime omtrek van Papendrecht. Onder andere stalen rijplaten leggen, zand vlak schuiven en hijswerkzaamheden zijn werkzaamheden die Anton verricht. Voor grote projecten huurt hij binnen zijn uitgebreide en betrouwbare netwerk machines met machinist in.
ten, mag ik er één op jouw kosten kopen? Hoe
ner en l service dienstverle Kuiken N.V. is een ful e nd ve ge an na too r meer importeur van onde Sandvik in de en en og eb nn Se , merken als Volvo ntoor is gevestigd in Benelux. Het hoofdka . nd rla Emmeloord, Nede
ook tot mijn secundaire arbeidsvoorwaarden? Kan ik het gratis vakblad GWW-Totaal ook declareren? Uit welke kast kan ik nieuwe werk-
zit het eigenlijk met de patat die we vrijdags in de keet opeten, kan de werkgever dat niet betalen? Nee We zijn Sinterklaas niet. We zijn de Kerstman niet. We willen geen vragen, maar oplossingen. We hebben geen geldboom in de tuin. En het geld groeit ons nog niet op de rug. Dus het antwoord is voorlopig NEE. Even geen extraatjes meer, even roeien met de riemen die we hebben en samen de overkant van de crisis halen. 2012 wordt ons jaar als we de mouwen opstropen en er samen tegenaan (blijven) gaan en blij zijn dat we überhaupt (nog) een baan hebben. 2012 wordt ons jaar als we als werkgever NEE durven zeggen en als werknemer NEE durven en willen accepteren. Als dan in 2014 de bouw weer in al zijn glorie bloeit, omzetten stijgen en er onder aan de balk geen rode cijfers staan, dan wordt de rode mijter of de kerstmuts weer van de zolder gehaald en gaan we weer cadeautjes uitdelen. Dag Sinterklaasje, daag, daag…… 2012 wordt ons jaar! C.J. (Cor) Spronk SB&A
Twitter: @bouwpersoneel en @techpersoneel Website: www.SBenA.nl
Techniek
16
Innovatief dijkbekledingsblok duurzaam en veiliger Iets bedenken, ontwikkelen, testen en toepassen; dat is wat een echte innovator nastreeft. Bij het testen van het Rona® ton+ dijkbekledingsblok in de Deltagoot van Deltares was de verbazing van de onderzoekers groot toen bleek dat de blokkenconstructie niet bezweek. Bij de grootste golfbelastingen kwamen slechts twee blokken los, maar de bekleding bleef intact. Trekproeven op een dijkproefvak dat binnenkort aangelegd zal worden in Zeeland moeten de hoge sterkte van de constructie in de praktijk bevestigen. Tekst: Henk Pannekoek en Albert Bruins Slot, Altenagroep ‘t Harde
Het blok voldoet nu al aan de eisen van de toekomstige hoogste stabiliteitscategorie. Diverse partijen in binnen- en buitenland hebben interesse om het blok grootschalig te produceren en toe te passen. Voor zowel traditionele als DBFM contractvormen is dit een interessante ontwikkeling. Het gebeurt niet vaak dat er een product wordt ontwikkeld dat meteen gelijkwaardig of 1,5 keer beter is dan de traditionele oplossingen. De afgelopen vijf decennia is er al een groot aantal verschillende dijkbekledingstypen ontwikkeld die steeds een kleine verbetering op het gebied van hydraulische stabiliteit, verwerkbaarheid en duurzaamheid leverden.
Ontwikkeling Beginnend bij de ‘peti granit’ steenzetting en glooiingen van basaltzuilen werden later de geprefabriceerde betonelementen ontwikkeld. De zeskante betonzuil, het diaboolblok, het Kant-blok, de Beverkop, het P.I.T polygoon blok, het Haringmanblok, Basalton en het Hydroblock. Toch blijken er altijd weer verbeteringen mogelijk te zijn. Henk Pannekoek ontwikkelde zelfstandig het Rona®ton+ blok dat inmiddels de testen in de Deltagoot ‘Cum Laude’
heeft doorstaan. Bij de ontwikkeling van dit nieuwe type taludbekleding zijn de volgende ontwerpcriteria aangehouden:
Extra hoge veiligheid door grote hydraulische stabiliteit De honingraatstructuur in de steenzetting (constructief het meest stabiele verband) zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de hoekpunten van de zuilen over de gehele glooiing. De opening tussen de blokken neemt naar de bovenzijde toe zodat water zonder drukopbouw snel kan uittreden. Door de kelkvormigheid van de hoekverankeringen treedt geen gewelfvorming op en spoelt het inwassplit minder snel uit. Minder nauwkeurige uitvoering heeft geen invloed op de stabiliteit. Voldoen aan milieuaspecten (Planet, People, Profit) Life Cycle Costing Rona®ton+ heeft een stabiliteit die ongeveer 1,5 keer hoger ligt dan in de Steentoets 2008 gevraagd wordt. Dit betekent dat gekozen kan worden voor een lagere zuilhoogte (materiaal en transportbesparing) of het levert bij gelijkblijvende hoogte een hogere stabiliteit, dus veiligheid op. De hoekoplossing is zo ontworpen dat er minimaal 50 procent minder
Aanleg glooiing van Rona®ton+ blokken in de deltagoot van Deltares.
splituitspoeling optreedt. Hierdoor nemen de CO2 belasting van de constructie en de kosten in de toekomst (als gevolg van CO2 emissierechten) af.
Goede verwerkbaarheid Rona®ton+ past prima in de werkmethode van de GWW aannemers. De blokken worden in machinaal te verwerken stabiele pakketten geleverd, zodat pallets overbodig zijn. Speciale software is beschikbaar om de constructie te ontwerpen en te produceren zodat geen kostbare tijd bij de plaatsing verloren gaat. Bij aanlevering van de juiste parameters kan door Altena
ook de optimale dikte van de bekleding in de gegeven omstandigheden worden bepaald. Daarnaast is er een lagere noodzaak van het bijvullen van het split doordat op cruciale punten het split in de constructie blijft zitten en de kracht/inklemming dus aanwezig blijft.
Lage kosten voor assetmanagement (optimaal beheren) Door hoge stabiliteit ontstaan er geen grote onderhoudskosten. Individuele blokken kunnen gemakkelijk opnieuw geplaatst worden. Geen kettingreactie bij losraken van één blok. Bij de test in de
Proeven in de Deltagoot Voordat nieuw ontwikkelde dijkbekledingselementen toegepast mogen worden als taludbekleding in Nederland moet in de deltagoot van Deltares worden vastgesteld of ze aan de gestelde eisen voldoen (steentoets 2008). De Deltagoot is bij uitstek geschikt om de stabiliteit van Ronaton® + blokken te beproeven, omdat hierin een dijk op bijna prototype-schaal ingebouwd en belast kan worden door grote golven. Ongewenste schaaleffecten zijn met deze methode niet te verwachten. In de periode oktober-december 2009 zijn deze proeven uitgevoerd door Dr .G. Wolters en ing. I. van der Werf, onder begeleiding van ir. M. Klein Breteler.
n Eén
serie lange duurproeven (Oosterschelde en het IJsselmeer) waarbij steeds dezelfde strook constant werd belast. In het rapport van Deltares van juni 2010 is geconcludeerd dat een glooiing van Rona®ton+ blokken een 1,5 keer hogere stabiliteit bezit dan in de Steentoets 2008 gevraagd wordt. Bij de beproeving zijn slechts twee blokken losgekomen. Daarna is de constructie met nog 350 golven belast maar is geen verdere deformatie ontstaan als gevolg van de hoge ‘interlock’ en hoge waterdoorlatendheid van de constructie. Doorsnede taludconstructie Rona®ton+ blokken.
De Deltagoot is 230 m lang, 5 m breed en 7 m diep en het is mogelijk om constructies te beproeven met een maatgevende golfbelasting van Hs = 1,0-3,5 meter, schaal 1:1 t/m schaal 1:3. Dit komt overeen met het hele toepassingsgebied van taludbekledingen in Nederland. De constructie bestond uit een zandcementstabilisatie waarop een geotextiel is aangebracht om uitspoelen van het zand te voorkomen. Op het geotextiel is een filter van breuksteen met een D15=12-13 mm en een dikte van 0,07 meter aangebracht. Hierop zijn de Rona®ton+ blokken met verhoogde afstandhouders en een hoogte van 16 in plaats van 20 centimeter aangebracht. De blokken zijn bewust korter gemaakt omdat er dan een hogere belasting op de glooiing uitgeoefend wordt. De blokken werden ingewassen met gebroken (hoekige) steenslag sortering 6/32 mm. Het onderzoek is uitgevoerd in drie testseries, namelijk: n Twee series met verschillende steilheid en minimaal 1000 golven (korte duur proeven) totdat de constructie bezweek of de maximale capaciteit van de Deltagoot was bereikt.
Techniek
Uit de proeven blijkt dat de bekleding ook een hoge lange duursterkte heeft. De resultaten zijn in figuur 4.10 (uit het rapport van Deltares) weergegeven.
Deltagoot bleef de constructie na het uittreden van twee blokken zelfs nog onder hoge belasting intact.
innovatieve dijkbekledingselement in een uitgebreid onderzoeksprogramma door deskundigen te laten beproeven.
Eerste praktijktoepassingen en onderzoek
Conclusie
Na het ontwikkelen van het Rona®ton+ blok zijn de eerste werken op de op de Ramsdijk en de Vossemeerdijk gerealiseerd. Aan de hand van deze praktijkervaringen is nog een verbeterslag uitgevoerd die heeft geleid tot het Rona®ton+ blok. De verjongde afstandhouders geven een nog hogere inklemming, zodat een hogere stabiliteit ontstaat. Daarna werd het tijd om contact te zoeken met Deltares om het
Tijdens de proeven bleek de stabiliteit ten opzichte van andere steenzettingen van het type ‘zuilen’ relatief hoog te zijn. Als in de toekomst er een nadere onderverdeling zou komen tussen de verschillende typen zuilen, dan is de verwachting dat Rona®ton+ in de categorie met de hoogste stabiliteit terecht zal komen. Nu deze onderverdeling nog niet is aangebracht, levert een steenzetting met Rona®ton+ , gedimensioneerd met Steentoets 2008, een
Figuur 4.10 Vergelijking Steentoets 2008 en proefresultaten (Rona®ton+).
17
Na golfproeven zijn er slechts twee blokken losgekomen en is de glooiing verder nog intact.
Verder lezen:
erenwaterstaat.nl/kennisI.pdf 20%20-%20Dijktuin%20I 9.6 plein/1/9/193252/ -541% ctiewaterkespe s/in ent um doc .nl/ gen waterkerin n http://www.inspectie pdf ies. rmatie_inspect ringen/html_page/basisinfo wijze waarop. n, benevens het hoe en de rke we nte wa ver aan en ber 1970 n Zinktem sep am terd erwerken,Rot Vereniging van Kust en Oev
n http://english.verke
relatief hoge veiligheid. Ten opzicht van andere steenzettingen heeft dit type een bijzondere hoekoplossing, die mogelijk bijgedragen heeft aan deze hoge stabiliteit. Er kan geconcludeerd worden dat een steenzetting met Rona®ton+ een stabiliteit onder golfaanval heeft die minstens zo hoog is als andere zuilenbekledingen uit het Technische rapport Steenzettingen (bron Deltares rapport juni 2010, blz. 23).
Toekomstige ontwikkelingen De implementatie van Rona®ton+ blokken is al van start gegaan. Na de projecten Ramsdijk en Vossemeerdijk zijn de blokken toegepast bij een inlaatwerk bij Gramsbergen. Ook als taludbekleding van het metrostation Pernis (waar de hoge interlock ten behoeve van anti-vandalisme
Beproeving taludconstructie Rona®ton+ blokken door middel van golfbelasting in deltagoot van Deltares.
wordt ingezet) zijn de blokken toegepast. In een DC&M project dijkverzwaring sluiscomplex Blaricum is de steenzetting volgens Steentoets 2008 gedimensioneerd en reeds aangebracht. Op korte termijn zal een proefvak aangelegd worden bij projectbureau Zeeweringen met het vernieuwde blok dat nu is beproefd. Praktijkmetingen (trekproef en schuifproef) op de glooiing kunnen bevestigen wat er in de Deltagoot al eerder is vastgesteld. Daarna kan het element in dijkbekledingen, kribben, golfbrekers maar ook in droge projecten zoals rotondes, taluds van kunstwerken en als bermverharding worden toegepast. De blokken zullen door grote betonproducenten zowel in Nederland als in de ons omringende landen geproduceerd kunnen worden.
Techniek Techniek
18
Oorzaken, voorkomen en repareren van:
Vorstschade aan asfalt Vorstschade komt elke winter voor, maar de afgelopen drie winters is Rijkswaterstaat geconfronteerd met meer vorstschade aan asfalt dan normaal. Dat is vervelend voor de weggebruiker, want dit kan schade opleveren aan voertuigen en leiden tot snelheidsbeperkingen met verkeershinder als gevolg. Ook reparatie van vorstschade kan leiden tot verkeershinder. De omvang van vorstschade wordt bepaald door de kwaliteit en leeftijd van het asfalt, de weersomstandigheden en de verkeersbelasting. In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken en vormen van vorstschade en hoe vorstschade is te repareren.
Door een vorstperiode in de winter neemt de kans op vorstschade aan asfalt toe. Dit geldt in het bijzonder voor deklagen. Vorstschade manifesteert zich meestal in de vorm van overmatig steenverlies (rafeling), gaten en openstaande (langs) naden. Ook kan er schade optreden aan bitumineuze voegovergangen en aan voegvulling van lussen.
Bronnen Dit artikel is gebaseerd op de artikelen: n ‘Omgaan met vorstschade aan asfalt’, van Jan Voskuilen en Fiola van der Pijl van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart en Martin van de Ven, Technische Universiteit Delft, Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. n Brochure ‘Richtlijnen handelwijze bij vorstschade aan asfalt’, Rijkswaterstaat, november 2010. De foto’s in dit artikel zijn alle afkomstig uit de Brochure ‘Richtlijnen handelwijze bij vorstschade aan asfalt’, Rijkswaterstaat. Meer weten? Kijk op www.Rijkswaterstaat.nl/ipw
Omvang vorstschade De omvang van vorstschade aan asfalt is een combinatie van de volgende factoren: n Asfaltkwaliteit. Hoe slechter de asfaltkwaliteit, hoe gevoeliger het is voor vorstschade. Zo is asfalt dat tegen het einde van de levensduur aanzit gevoeliger voor vorstschade. Maar ook jonger asfalt dat een slechte kwaliteit heeft, is in potentie vorstgevoelig. Een slechte kwaliteit van jong asfalt kan worden veroorzaakt door keuze van kwalitatief mindere bouwstoffen, fouten in het mengselontwerp, fouten tijdens de productie, transport (slecht geïsoleerde asfaltwagens, te lange transportafstand), verwerking en verdichting. n Weersomstandigheden. Hoe lager de temperatuur, hoe meer kans op vorstschade. Dit wordt nog versterkt als zo’n strenge vorstperiode wordt gevolgd door een periode met vorst/dooicycli in combinatie met vocht. n Verkeersbelasting. Het zal duidelijk zijn dat hoe zwaarder de verkeersbelasting is, hoe meer kans er is op vorstschade. Oude open deklagen, zoals ZOAB, zijn nog gevoeliger voor vorstschade dan oude dichte deklagen. Ook ontwikkelt zich de vorstschade in open deklagen agressiever dan in dichte deklagen. Dat heeft te maken met het feit dat het rafelingsproces zich onder normale omstandigheden ook al exponentieel ontwikkelt in de tijd. Lange tijd blijft de weerstand tegen rafeling hoog, maar als de eerste stenen
uit het oppervlak verdwijnen, neemt de rafelingsweerstand snel af. Dit komt omdat de stenen aan het oppervlak geen steun meer hebben van hun ‘buurman’.
Oorzaken vorstschade Hoe lager de temperatuur en hoe meer cycli rond het vriespunt in combinatie met
vocht, des te groter de kans op vorstschade aan asfaltmengsels. Ook de leeftijd speelt een belangrijke rol. Oudere deklagen zijn gevoeliger voor vorstschade. Dit geldt voor alle types deklagen, maar specifiek voor open deklagen. Open deklagen zijn gevoeliger voor vorstschade als gevolg van de open structuur. Hierdoor is het bindmiddel toegankelijk voor zuurstof, water en UV, waardoor het sneller veroudert dan in dichte deklagen. Wat meespeelt is dat de rafelingsschade van open deklagen zich van vanaf een (on)bepaald tijdstip progressiever ontwikkelt in de tijd, wat het voorspellen van het juiste tijdstip voor onderhoud lastiger maakt. Rekening houdend met het gegeven dat inmiddels 90 procent van het hoofdwegennet is voorzien van ZOAB en aangenomen dat de gemiddelde levensduur van ZOAB twaalf jaar is, betekent dit dat jaarlijks gemiddeld 7 procent van de totale oppervlak aan ZOAB aan het einde van zijn levensduur zit en gevoelig is voor vorstschade bij een strenge winter. De kritische factor in de schadeontwikkeling van ZOAB is de dunne bitumen (mastiek) film, met name aan de bovenkant van de ZOAB laag, die zorgt voor de hechting tussen de stenen van het steenskelet. In de eerste jaren fungeert het bitumen als een taaie lijm, maar door de klimaatbelasting (regen, zon, temperatuur) veroudert het bitumen en wordt het bros. Door de inwerking van zuurstof, water, UV en hoge temperaturen verandert het bitumen op micro/moleculair niveau. Het asfaltmengsel veroudert hierdoor en wordt stijver. Als gevolg van zwaar verkeer wordt de mastiek in het asfaltmengsel in de tijd blootgesteld aan relatief hogere belastingen. Op de lange termijn zullen als gevolg hiervan de eerste microscheurtjes
Techniek
19
Vorstschade: gevolgen voor veiligheid Steenverlies, ernstige rafeling, openstaande naden en gaten hebben een negatief effect op de veiligheid en comfort voor de weggebruiker. Om ongevallen te voorkomen zijn wegbeheerders zeer alert op het waarnemen van vorstschade en ondernemen direct actie voor noodzakelijke noodreparaties of verkeersmaatregelen om weggebruikers te waarschuwen. Indien de weggebruiker niet is gewaarschuwd voor vorstschade of er zijn geen adequate maatregelen genomen en het voertuig ondervindt schade als gevolg van vorstschade aan asfalt, kan de bestuurder deze schade claimen bij de wegbeheerder. De voertuigschade kan variëren van sterretjes in autoruiten, gebroken autoruiten, lakschade tot kapotte koplampen of nog erger. Speciale aandacht moet worden gegeven aan de veiligheid van motorrijders, want deze vormen een kwetsbare groep als het gaat om schade in de vorm van gaten. Indirecte gevolgen zijn files en verkeersstremmingen, met reistijdverlies als gevolg. Tijdelijke afsluiting van rijstroken of rijbanen is nodig voor de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Snelheidsbeperkingen kunnen worden ingesteld om de veiligheid te garanderen, waardoor de mobiliteit negatief kan worden beïnvloed.
of adhesiebreuken in het asfaltmengsel ontwikkelen, die verder zullen groeien tot er breuk optreedt en er stenen uit het oppervlak loslaten. Bij lagere temperaturen zal het bindmiddel nog brosser zijn, waardoor bij temperatuurverlaging de temperatuurspanningen minder snel relaxeren, waardoor het breukproces al dan niet in combinatie met verkeer nog zal versnellen. Als er vocht aanwezig is in de scheuren en de temperatuur komt onder het vriespunt, dan zal dit water bevriezen. Door volume-expansie zou de scheurgroei nog agressiever kunnen worden. Hoe ouder de deklaag en hoe lager de temperatuur, hoe groter de kans op vorstschade. Nachtvorst gevolgd door een dag met temperaturen boven het vriespunt kan deze vorstschade starten. Wanneer overdag de temperatuur boven het vriespunt komt, zal de koude deklaag ‘s nachts nat worden door condensatie. Dit vocht kruipt via capillaire werking in de eerste scheuren, bevriest ’s nachts en de uitzetting doet zijn schadelijke werk. Hoe meer vries-dooi wisselingen, hoe sneller de schadeontwikkeling. Waarschijnlijk is een lange vorstperiode minder schadelijk dan een aantal korte perioden met vorst/dooi cycli in combinatie met vocht. Door zout te strooien in de winter kan het vriespunt worden verlaagd tot maximaal -12º C. Bij lagere temperaturen verliest het zout zijn werking. Overigens wordt soms vermeld dat zout de kwaliteit van het asfalt zou aantasten. Dit is niet waar: asfalt wordt met succes toegepast als bekleding van zeedijken.
Type deklaagmengsel Bij ieder type deklaagmengsel treedt in de loop van de tijd steenverlies op aan het oppervlak. Echter: de veroudering van bitumen en asfalt verloopt voor elk type
asfaltmengsel anders. Bij de conventionele dichte deklagen (DAB) komt uitsluitend het oppervlak in aanraking met de weerselementen, terwijl deze bij open deklagen (zoals ZOAB) dieper in de laag door kunnen dringen. Door de open structuur van ZOAB zijn de holle ruimtes in het steenskelet minder opgevuld met mastiek, waardoor het mengsel gevoeliger is voor veroudering van het bindmiddel. Het rafelingsproces neemt bij open deklagen progressiever toe dan bij dichte deklagen. Zodra de eerste steen uitbreekt verliezen de omliggende stenen steun en worden extra belast door het verkeer. De structuur, het steenskelet, verliest zijn samenhang en het steenverlies neemt steeds sterker toe. Een aparte categorie binnen vorstschade wordt gevormd door bitumineuze voegovergangen. Bij snelle temperatuurdalingen treden in bitumineuze voegovergangen de maximale trekspanningen op. Omdat de spanningen dan minder goed kunnen relaxeren vanwege de stijfheid van het bindmiddel, kan de maximaal toelaatbare trekkracht worden overschreden en scheurvorming optreden. Verouderd bindmiddel kan scheurvorming in de breedte van de voegovergang opleveren, of in het naastliggende asfalt, of onthechting tussen voegovergang en het asfalt in de flanken. De gevolgen kunnen onder meer zijn dat de voegovergang niet meer aan de eisen van waterdichtheid voldoet.
Preventief onderhoud Preventief onderhoud zal de vorstschade sterk kunnen verminderen. Dat kan door het frezen van de oude ZOAB deklaag, twee tot drie jaar voor einde levensduur, en terugbrengen van nieuw ZOAB. Dit is echter niet rendabel, omdat er slechts een
kleine kans is dat er ernstige vorstschade zal ontstaan. Statistisch gezien komt een strenge winter namelijk slechts één keer in tien jaar voor. Normaal zijn de winters zacht en treedt er nauwelijks vorstschade op. Rijkswaterstaat neemt een ingecalculeerd risico met de huidige onderhoudsstrategie, die tot nu toe beheersbaar is gebleken. Dit is de meest kosteneffectieve methodiek, want preventief onderhoud is kapitaalvernietiging indien er geen strenge winter volgt. Er wordt dan geen gebruik gemaakt van de potentiële restlevensduur van twee jaar of meer. Bovendien zal preventief onderhoud niet alle vorstschade wegnemen en zal extra verkeershinder opleveren. Belangrijk is het om onderhoud uit te voeren voor de winter als dit onderhoud al gepland is. Vertraging van onderhoud aan ZOAB kan zeer ernstige gevolgen hebben, omdat oud ZOAB gevoeliger is voor vorstschade. Dus, indien als gevolg van budgettaire problemen bepaald onderhoud niet kan worden uitgevoerd, is het van belang dat het management weet wat de gevolgen zijn van uitgesteld onderhoud aan ZOAB. In dergelijke gevallen is het
beter om te kiezen voor een uitstellen van onderhoud aan dichte deklagen in plaats van aan ZOAB. Als de vluchtstroken van oude ZOAB wegvakken vervuild zijn, kan mogelijk eerder vorstschade optreden in de rijstroken vanwege de kans dat water bevriest in de holle ruimte van het ZOAB. In dergelijke gevallen kunnen ZOAB vluchtstroken beter worden gecleand net voor een vorstperiode. Als bekend is dat het bindmiddel sterk is verouderd in ZOAB, kan men overwegen om het bindmiddel zachter te maken voor een vorstperiode door het te behandelen met een conserveringsmiddel dat verjongingsolie bevat.
Reparatie technieken Ten eerste geldt dat het juridisch niet is toegestaan om ZOAB te vervangen door deklagen met een hogere geluidsproductie (lagere Cwegdek-waarde), ook niet als tijdelijke maatregel. Gaten kunnen worden gevuld met koudasfalt, warme gietasfalt of met innovatieve reparatiemiddelen,
vervolg op pagina 20 >>
20 >> vervolg van pagina 19 die speciaal voor ZOAB zijn ontwikkeld. Deze laatstgenoemde middelen reageren met water en zijn open, wat ze speciaal geschikt maken voor reparaties van openstaande langsnaden. Koudasfalt is minder duurzaam in vergelijking met de warme reparaties, maar is altijd beschikbaar en eenvoudig in gebruik. Tot voor kort besloot RWS op enkele oude ZOAB wegvakken met ernstige rafeling
niet te repareren tijdens de vorstperiode, omdat het verwerken van nieuw ZOAB onder het vriespunt tot een slechte kwaliteit zou leiden. Ook wilden aannemers geen garantie geven. Vanwege veiligheidsredenen besloot RWS de beschadigde deklaag te frezen. Het verkeer moest over gefreesd asfalt rijden met een snelheidsbeperking van 90 km/u totdat de weersomstandigheden het weer mogelijk maakten om te as-
Welke reparaties bij welke schade? Schade
Reparatie-methode
Toelichting
Levensduur
Gaten tot 0,5 m2
Koudasfalt.
Weliswaar snel toepasbaar en ook snel weer berijdbaar, maar slechte duurzaamheid. Nadeel is ook noodzaak van droogstoken. Verder extra onveiligheid als gevolg van beperkte duurzaamheid: vaker de weg op voor herhaalde reparaties.
Eén dag tot enkele maanden.
Speciale warme reparatiemethoden zoals Hot Boxen.
Reparatieduur is langer dan bij koudasfalt, maar het resultaat is meer duurzaam. Met verwarmingsapparatuur ook onder vriespunt toepasbaar.
Drie tot zes jaar.
Gaten > 0,5 m2
Overmatige rafeling in deklaag
Langs- en dwarsnaden, scheuren
Speciale reparatieproducten.* Open of dichte reparatiemiddelen die ook onder het vriespunt kunnen worden toegepast. Voordeel is toepasbaarheid op vochtige onderlaag.
Waarschijnlijk enige jaren.
Koudasfalt.
Wordt voor grote gaten sterk afgeraden vanwege de zeer beperkte duurzaamheid. Ook extra onveilig doordat men vaker de weg op moet om reparatie te herhalen.
Onzeker.
Warm asfalt.
Lange reparatietijd. Duurzame oplossing, maar warm asfalt is niet altijd Drie tot zes jaar. beschikbaar. Tijdens repareren maatregelen treffen tegen te snelle afkoeling.
Speciale technieken waarbij verwarming plaatsvindt.
Door verwarming van het wegdek met speciale apparatuur ook onder het vriespunt toepasbaar.
Enige jaren.
Speciale reparatieproducten.*
Open of dichte reparatiemiddelen die ook onder het vriespunt kunnen worden toegepast. Voordeel is toepasbaarheid op vochtige onderlaag.
Waarschijnlijk enige jaren.
Tijdelijk vullen met Reomix, Easyfalt, et cetera.
Bitumenemulsiemengsels en toepasbaar onder het vriespunt bij verwar- Enige jaren. men met speciale apparatuur.
Deklaag frezen en later nieuwe deklaag aanbrengen.
Weg is weer berijdbaar, geen losse stenen meer op het wegdek. Vergt snelheidbeperking en is minder comfortabel. Alleen toepassen bij overmatige rafeling tijdens een vorstperiode. Verkeer over gefreesd asfalt slechts tijdelijk toelaatbaar: in noodgeval enkele weken. Zodra de weersomstandigheden het toelaten een nieuwe asfaltlaag aanbrengen.
Dunne asfaltinlage.
Dubieuze maatregel, omdat de vorstschade waarschijnlijk ook de kwali- Onzeker. teit van de onderste 30 mm van het oude ZOAB heeft aangetast.
Voegmassa.
Wel na verloop van tijd de stroefheid laten meten.
Speciale reparatieproducten.* Open of dichte reparatiemiddelen die ook onder het vriespunt kunnen worden toegepast. Voordeel is toepasbaarheid op vochtige onderlaag.
Levensduur definitieve reparatie >10 jaar.
Enige jaren.
Waarschijnlijk enige jaren.
* De speciale reparatieproducten zijn onder het vriespunt verwerkbaar en zijn duurzamer dan koudasfalt. De middelen zijn geschikt voor het vullen van gaten, naden en scheuren. Bij ZOAB verdient een open reparatie de voorkeur. Een voorbeeld van een open reparatieproduct is Rephalt OPA. Voorbeelden van dichte reparatiemengsels zijn Easyfalt en Re-Aquafalt. Rijkswaterstaat volgt de reparaties (onder andere test reparatie openstaande naden A67) in de tijd om de duurzaamheid te kunnen beoordelen. Bron: Brochure ‘Richtlijnen handelwijze bij vorstschade aan asfalt’, Rijkswaterstaat, november 2010.
falteren. Inmiddels is in februari 2010 een geslaagde proef genomen met asfalteren onder het vriespunt, onderbouwd door monitoring en meetresultaten. Het gaat dan om asfalteren bij temperaturen tot 5°C en geen verwachte neerslag. Hierdoor kan het in een komende winter in specifieke situaties worden toegepast. Wel is het duurder dan asfalteren onder normale omstandigheden, daarom is het zeker niet de bedoeling dat Rijkswaterstaat opdrachten gaat verstrekken in het kader van normaal onderhoudswerk. Maar als alternatief voor verkeer laten rijden over gefreesde wegvakken kan ZOAB+ worden aangelegd onder het vriespunt met behoud van garantie door de aannemer. Om de weg beschikbaar te houden, zijn soms op locaties met veel gaten tijdelijke reparaties uitgevoerd met koud of warm asfalt totdat de weersomstandigheden zodanig waren dat er duurzaam kon worden gerepareerd. Een andere onderhoudstechniek voor ZOAB is de dunne inlage. De bovenste 20 mm van gerafeld ZOAB wordt weggefreesd en er wordt 20 mm van een geluidsreducerende dunne deklaag teruggebracht. Als er vorstschade is, wordt er geen dunne inlage geadviseerd omdat de onderste 30 mm ook kan zijn beschadigd door de vorst.
Aanbevelingen Het wordt sterk aanbevolen om reeds gepland onderhoud aan oud ZOAB uit te voeren, omdat deze wegvakken zeer gevoelig zijn voor vorstschade. Het management dat beslist over het onderhoud en onderhoudsbudget moet zich terdege bewust zijn van de gevolgen als onderhoud aan ZOAB wordt uitgesteld en er zich weer een strenge winter voordoet. Aanbevolen wordt om als het kan preventief onderhoud uit te voeren. Dit moet dan net voor een vorstperiode worden uitgevoerd. Een belangrijke aanbeveling is ook om de vervuilde vluchtstroken net voor de winter te reinigen, omdat dit het bevriezen kan voorkomen. Een andere mogelijkheid is om preventief de samenstelling van ZOAB zodanig te wijzigen dat het mengsel ongevoeliger wordt voor vorstschade. tegen degeneratie.
Aanbesteden & Aannemen
21
Onvoorziene kostenverhogende omstandigheden Het kopje van dit artikel zegt het al: wat zijn de spelregels als de aannemer wordt geconfronteerd met onverwachte kostenverhogende omstandigheden? Bekend voorbeeld is de plotselinge en heel heftige verhoging van de staalprijzen begin 2003. Zijn zulke tegenvallers altijd voor de aannemer, of kan de aannemer deze bij de opdrachtgever in rekening brengen?
Corrigeren inschrijving Aanbestedingsvrienden, dit keer eens geen column van mijn hand. Dit keer geef ik het woord aan de rechtbank Den Haag, die tamelijk genadeloos zowel de aanbestedende dienst als de inschrijvende partij onder het fileermes legt. Het gaat erover of een inschrijving na de inschrijvingsdatum nog gecorrigeerd mag worden. Uit piëteit heb ik de naam van de aanbestedende dienst weggelaten. Luister en huiver: ‘De omstandigheid dat medewerkers van de
Tekst: Pim Herber
Het onderwerp kostenverhogende omstandigheden komt in de rechtspraak met regelmaat terug. In de UAV 1989 wordt hierover in paragraaf 47 een regeling gegeven. Daarin wordt bepaald dat de aannemer alleen met succes de opdrachtgever kan aanspreken wegens kostenverhogende omstandigheden als wordt voldaan aan drie voorwaarden. De eerste is dat het moet gaan om omstandigheden die zich volkomen onverwacht voordoen en die de aannemer dus niet heeft kunnen calculeren. De tweede voorwaarde is dat de kostenverhogende omstandigheid de aannemer niet kan worden toegerekend. Anders gezegd: de aannemer kan er ook niets aan doen dat de staalprijzen plotseling enorm stijgen. De derde voorwaarde is dat de kostenverhogende omstandigheid de kosten van het werk aanzienlijk doet verhogen, dus een aanzienlijke impact heeft op de aanneemsom. Aan de eerste twee voorwaarden kan vaak worden voldaan. Het probleem zit hem in de derde voorwaarde, namelijk dat de kostenverhogende omstandigheid een aanzienlijke impact op de aanneemsom moet hebben. Maar wat is aanzienlijk? De een vindt dat één procent van de aanneemsom al aanzienlijk is, maar anderen vinden dat de lat hoger moet worden gelegd.
Aanzienlijkheidsvereiste Zowel de Raad van Arbitrage als de rechtbank Rotterdam hebben zich inmiddels uitgesproken over de vraag hoe in paragraaf 47 UAV het begrip ‘aanzienlijk’ moet worden ingevuld. Op de eerste plaats stellen zij vast dat een aannemer die een werk tegen een vaste aanneemsom heeft aangenomen, per definitie risico loopt. Daaronder valt ook het risico dat prijzen stijgen en de aannemer geen beroep kan doen op een risicoregeling. Dergelijke risico’s pleegt een aannemer af te prijzen door een bedrag hiervoor in de aanneemsom te reserveren (opslag voor risico). Dat betekent dus dat een stukje van de prijsstijging sowieso voor rekening van de aannemer komt omdat de aannemer geacht wordt dat te hebben begroot. Arbiters en de rechtbank zijn beiden mening dat daarom een prijsstijging van tien procent van de onverwachte prijsstijging voor risico van de aannemer komt. Maar stel nu eens dat deze verhoging vijftig procent is? Kan de aannemer dan veertig procent van de prijsstijging bij zijn opdrachtgever in rekening brengen? Nee,
aanbestedende dienst kennelijk tijdens het gesprek op 7 april 2011 en in voormelde e-mail van 18 april 2011 eiseres hebben uitgenodigd om de aanbieding te corrigeren, kan eiseres niet baten. Van eiseres mag worden verwacht dat zij op de hoogte is van de betreffende elementaire aanbestedingsregels op dit punt. Dat want er moet ook worden voldaan aan de derde voorwaarde van paragraaf 47 UAV. Dat betekent dat deze veertig procent prijsstijging een aanzienlijke impact op de aanneemsom moet hebben, dus de kosten van het werk aanzienlijk doet verhogen. De Raad van Arbitrage en de rechtbank Rotterdam hebben als vuistregel gegeven dat aanzienlijk hier betekent: vijf procent van de aanneemsom. Dat betekent dus dat in eerdergenoemd voorbeeld de veertig procent prijsstijging de kosten van het werk, uitgedrukt in de aanneemsom, met meer dan vijf procent moet verhogen. Dat is de reden dat veel vorderingen van aannemers wegens kostenverhogende omstandigheden worden afgewezen: de prijsstijging heeft minder dan vijf procent impact op de aanneemsom, waarbij de eerste tien procent prijsstijging niet meetelt.
Kostenverlagende omstandigheid De vraag is of de hiervoor genoemde regels die gelden bij kostenverhogende omstandigheden, ook gelden als de prijs van een product plotseling heftig daalt. Recent hebben arbiters van de Raad van Arbitrage voor de Bouw zich hierover uitgesproken. Het volgende was er aan de hand. Een aannemer en een leverancier hadden met elkaar een overeenkomst gesloten waarbij werd overeengekomen dat de leverancier voor een aantal projecten het staal zou leveren tegen een vaste prijs. In het najaar van 2009 blijkt dat de prijzen van staal geweldig zijn gedaald ten opzichte van de overeengekomen prijs. De daling bedroeg meer dan tachtig procent. De leverancier weigerde zijn prijs aan te passen en vorderde op basis van de gesloten overeenkomst € 500.000 van de aannemer. Die weigerde dat te betalen en deed daarbij een beroep op artikel 6:258 BW. Volgens dit artikel moet er dan sprake zijn van omstandigheden waarin de overeenkomst niet voorziet en die van dien aard zijn dat de leverancier naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de nadere overeenkomst niet mag verwachten. Arbiters oordeelden vervolgens als volgt:
Arbiters stellen voorop dat indien de overeenkomst kan worden aangepast bij aanzienlijke prijsstijgingen (voor de begrenzing waarvan zij nogmaals wijzen naar RvA 19 februari 2009, no. 71.215: grofweg komt het erop neer dat een stijging van de aanneemsom van meer dan vijf procent kan leiden tot prijsaanpassing), het redelijk is indien er bij prijsdaling een vergelijkbare mogelijkheid open staat. Vervolgens ontbonden arbiters de gesloten overeenkomst en kenden de leverancier een bedrag toe van € 200.000. Over deze uitspraak valt veel te zeggen. Paragraaf 47 van de UAV regelt alleen de problematiek van kostenverhogende omstandigheden. Hoe er gehandeld moet worden bij kostenverlagende omstandigheden wordt in de UAV niet bepaald. Ook in de herziene UAV wordt hierover niets geregeld, zodat opdrachtgevers en aannemers dan inderdaad zijn aangewezen op het bepaalde in artikel 6:256 BW. Ik vraag mij af of het wel juist is om de bepalingen die gelden voor kostenverhogende omstandigheden ook van toepassing te verklaren bij kostenverlagende omstandigheden. Bij kostenverhogende omstandigheden wordt er schade geleden en is de vraag of de schadelijdende partij deze schade in rekening kan brengen bij zijn wederpartij. Bij kostenverlagende omstandigheden is iets heel anders aan de hand. Dan wordt immers geen schade geleden, maar is de vraag of de partij die het voordeel van de prijsdaling geniet, dit voordeel moet doorgeven aan zijn wederpartij. Over deze uitspraak zal ongetwijfeld nog het nodig worden geschreven. Wordt dus vervolgd.
Vragen? r dit artikel of Als u vragen heeft ove r een cursus UAV, belangstelling heeft voo srecht, mail mij ing ted bes aan UAV GC of hetnet.nl. r@ dan gerust: pim.herbe
de medewerkers van de aanbestedende dienst deze elementaire regels niet in acht hebben genomen getuigt echter niet van een professionele attitude aan de zijde van gedaagde. Dat de betreffende medewerkers het verzoek om de aanbieding te wijzigen hebben gedaan onder voorbehoud dat juristen hiermee hun instemming zouden betuigen, zoals gedaagde ter zitting heeft betoogd, maakt de zaak op zich niet minder ernstig. Van medewerkers van de overheid die zich specifiek bezighouden met een Europese aanbesteding mag, ook zonder dat zij jurist zijn, kennis worden verwacht van de elementaire aanbestedingsregel dat een offerte niet zonder meer gewijzigd mag en kan worden, althans niet zonder die mogelijkheid ook aan de andere inschrijvers te bieden.’ Au, dat doet pijn. Toch vind ik de rechtbank wat streng. Het is pas drie jaar geleden dat zowel de voorzieningenrechter als het hof Leeuwarden hun goedkeuring gaven aan het achteraf zetten van een handtekening op een inschrijfbiljet. Dat is weliswaar geen wijziging maar het doet wel degelijk afbreuk aan de gelijke kansen voor de inschrijvers. Over professionele attitude gesproken.Theo van der Linden www.aanbesteding.nl Theo van der Linden is directeur van VDLC, een uitgeverij die zich bezighoudt met cursussen en informatievoorziening over (Europees) aanbesteden.
MKB INFRA NIEUWS
22
Trend: aanbestedingsbeleid gemeentelijke opdrachtgevers mkb-gerichter
De meerwaarde van midden en klein Hoe gaan gemeenten om met het aanbestedingsbeleid? Komen mkb’ers wel voldoende aan de bak? En hebben gemeentelijke opdrachtgevers oog voor het maatschappelijke belang van een gezonde infrasector in het midden- en kleinbedrijf? Die vragen stonden centraal tijdens het discussiedeel van de algemene ledenvergadering van MKB Infra. Het is bekend van leden van MKB Infra dat ze van efficiëntie houden. Daarom organiseren ze hun jaarlijkse algemene ledenvergadering in Gorinchem tijdens de Infra Relatiedagen in de Evenementenhal aldaar. Twee vliegen in één klap, dus. Vergaderen en daarna de beurs op. En meestal is het drie vliegen in één klap, want het bestuur maakt de boel extra aantrekkelijk met relevante sprekers. Verleden jaar was dat Richard van Breukelen, CFO van Rijkswaterstaat en dit jaar gingen de ondernemers in debat met mensen die bij gemeenten inhoud geven aan het aanbestedingsbeleid. Dat kon dus spannend worden, want lang niet alle gemeenten staan bekend als vrienden van het mkb. Nadat de heren Marcel Stuijts (directeur Bureau inkoop en aanbestedingen Zuidoost-Brabant, kortweg Bisop), Frank van den Hoogen (senior adviseur kosten & contracten, gemeente Nijmegen) en Jan Paul Boutkan (afdelingshoofd Stadsingenieurs Enschede) hun inleidend verhaal hadden gehouden, bleken allen uit gemeenten te komen die op een tamelijk voorbeeldige wijze omgaan met de infra-ondernemers uit hun regio’s. Voorzitter Daan Stuit vroeg zich daarom hardop af of hij wel de juiste opdrachtgevers had uitgenodigd. In Enschede is clusteren uit den boze en is er volop ruimte voor mkb’ers om in te schrijven als werken op innovatieve wijze
in de markt worden gezet. In Nijmegen is mkb-vriendelijk aanbesteden geïntegreerd en geborgd in het proces. Bij elke aanbesteding moet men verantwoording afleggen over het mkb-vriendelijke gehalte. Bij onderhands aanbesteden is het bijvoorbeeld standaard dat mkb-aannemers uitgenodigd worden. En de club van Macel Stuijts tenslotte, die de inkoop regelt voor achttien Brabantse gemeenten, blijkt niet de vermeende notoire clusterclub te zijn waarvoor ze altijd gehouden worden. Er wordt niet geclusterd tenzij er economisch voordeel te halen valt. En daar heeft MKB Infra niets op tegen.
‘Kruisverhoren’ Tijd voor enkele kritische vragen van de ondernemers tijdens de ‘kruisverhoren’. Zo wilde René Fronik wel eens weten hoe Jan Paul Boutkan het mkb-vriendelijke aanbestedingsbeleid verankerd heeft en hoe het zit met de administratieve rompslomp rond aanbestedingen. Het blijkt dat men in Twente anders dan in Nijmegen nauwelijks moeite hoeft te doen om het mkb-bewustzijn te borgen. Men stelt geen onmogelijke eisen die het mkb op voorhand uitsluiten. Clusteren gebeurt niet. En in negen van de tien gevallen gaat het werk naar een Overijselse onderneming; niet zelden een mkb-bedrijf. Dat heeft mede te maken met de hoge
concentratie aan mkb-ondernemingen in deze provincie. En over de tweede vraag: er hoeft slechts een eigen verklaring te worden ondertekend en documenten vraagt men in Twente alleen van de degenen die het werk gekregen heeft. Heeft de aannemer al eerder een werk uitgevoerd dan hoeven er helemaal geen gegevens overlegd te worden, mits de bedrijfsgegevens uit het archief van de gemeente niet ouder zijn dan een jaar. Vervolgens sprak Johan Middelkamp zijn waardering uit voor het Nijmeegse beleid, maar plaatste toch enkele kritische kanttekeningen. Over de verplichte inzet van vijf procent werkzoekenden, bijvoorbeeld. Dat is volgens hem veel te star en weinig effectief. Dat zou wel wat flexibeler mogen. Het gaat er ten slotte om dat je gemotiveerde
werkzoekenden aan het werk houdt; ook na afronding van het werk. Daar kon Frank van den Hoogen wel mee instemmen en hij zei dat er op dit moment gekeken wordt naar meer maatwerk voor de inzet van langdurig werklozen. Verder had Middelkamp moeite met het grensbedrag voor de ‘onderhands 1 op 1’ aanbestedingen. Dat ligt nu bij 50.000 euro voor diensten en werken (vanuit de zaal: sommige gemeenten hanteren zelfs een drempel van 15.000 euro). Dat bedrag zou best naar het niveau getild mogen worden dat de gemeente Nijmegen hanteert bij onderhandse meervoudige aanbestedingen: voor diensten één ton en voor werken vijf ton. Een verhouding van 1:5. En ook daar wordt Middelkamp op zijn wenken bediend, want de gemeente
Algemene ledenvergadering De ledenvergadering had een bomvolle agenda. Los van de discussie over gemeentelijk aanbesteden was er uiteraard aandacht voor het financieel verslag van Peter Remmits, die na jaren trouwe dienst zijn ambt van onbezoldigd penningmeester neerlegt. Een afscheid dus, met bloemen en zoenen van secretariaatsmedewerkster Koela Chatzoudis. ‘En daar doen we het allemaal voor,’ aldus voorzitter Daan Stuit. Volgend jaar zal een ander de cijfers presenteren. Vervolgens kreeg het gehoor van bijna zestig MKB Infra-ondernemers enkele presentaties voorgeschoteld. Commissies rapporteerden over de stand van zaken. De commissie Scholing maakt zich zorgen over strengere eisen aan leermeesters. Door die zwaardere eisen zullen nog minder medewerkers in staat zijn om leerlingen te begeleiden. Over dit en andere scholingthema’s zal de branchevereniging om tafel moeten met verantwoordelijke politici en ambtenaren. Verder vindt de scholingscommissie dat er nog een wereld te winnen is door de ouders van leerlingen te benaderen. Die hebben nog altijd een tamelijk negatief beeld van de infra. Hoe verander je dat beeld en hoe verhoog je de betrokkenheid van de ouders? De commissie gaat ermee aan de slag, evenals met talloze andere prangende zaken als de inzetbaarheid van uitkeringsgerechtigden en – niet te vergeten – met de deelname aan de InfraCampus (www.infracampus.nl), die op 26 januari 2012 zal plaatsvinden in de Ahoy te
Excursieorganisator Rob Konijn, directeur Germieco BV. Mensen van MAB Development geven toelichting op project.
Boeiende najaarsexcursie Woensdag 10 oktober 2011 was het weer zover. De traditionele najaarsexcursie voerde de MKB Infra ondernemers dit keer naar een locatie pal naast het NS-station AmsterdamCentraal. Het gaat om het herontwikkelde gebied waar tot 2009 ondermeer het oude Post CS-gebouw stond. Op het Oosterdokseiland, feitelijk een schiereiland gelegen tussen het Amsterdam Centraal Station, het spoor en het IJ, staan inmiddels kantoren, appartementen, het conservatorium, de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) en ook het splinternieuwe Mint Hotel. In het Mint Hotel kwamen de leden van MKB Infra bijeen voor de excursie die dit keer georganiseerd was door Aannemingsen Hoveniersbedrijf Germieco BV. Het bedrijf voert de maaiveldinrichting van het schiereiland uit. Een bijzonder en
omvangrijk karwei. Dat bleek tijdens de inleiding van Rob Konijn. Uit de inleidingen door Annelies Hoftijzer, Henk te Selle, Fred van der Putten (allen MAB Development, één van de ontwikkelaars/opdrachtgevers) en Paul Loons van de gemeente Amsterdam, werd maar weer eens duidelijk dat de flexibiliteit, het vakmanschap en het commitment van het midden- en kleinbedrijf uitstekende eigenschappen zijn voor de aanpak van complexe binnenstedelijke ontwikkelingen.
Lage BTW-tarief Daan Stuit, voorzitter MKB Infra, kreeg het woord om standpunten te vertolken van de branchevereniging en de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra, de mkbbouwkoepel. Hij had het ondermeer over de weigering van staatssecretaris Weekers om het lage BTW-tarief voor renovatie- en onderhoudswerken ook na 1 oktober te verlengen, terwijl de prognoses voor de
Daan Stuit, voorzitter MKB Infra.
bouwsector ronduit onheilspellend zijn. Onbegrijpelijk! Zijn woorden waren mede gericht tot Betty de Boer, parlementariër voor de VVD. Zij sprak aansluitend ondermeer over de verlaagde overdrachtsbelasting. Ook bracht ze de vermindering en de vereenvoudiging van de bouwregelgeving te berde. Goede zaak, niet in de laatste plaats voor het mkb, aldus de politica. Na de interessante toespraken werd het tijd voor de rondgang over het terrein. Deze leidde over het nieuwe straatwerk, langs fietservoorzieningen en keerwanden, door het infocentrum van ODE (OosterDokEiland) en door de OBA. Het terras op de hoogste verdieping van de bibliotheek biedt een adembenemende uitzicht over de binnenstad van de vaderlandse hoofdstad. De boeiende excursie werd afgesloten met een heerlijk diner.
Betty de Boer, parlementariër voor VVD.
MKB INFRA NIEUWS Nijmegen wil die bedragen voor ‘1 op 1’-aanbesteding gelijkschakelen met wat de Proportionaliteitsgids op dit punt adviseert. Albert Martinus, ten slotte, constateert dat Marcel Stuijts een stuk milder geworden is sinds 2002, toen hij een beleid voorstond
het zichzelf niet gemakkelijk. Hij zoekt de bedrijven op en wil van hen horen wat ze kunnen. Een volgende vraag gaat over de afstemming return on social investments. Is er een goede afstemming tussen wethouders die verantwoordelijk zijn voor de wegenbouw en de wethouders sociale za-
‘Een enkelvoudige uitnodiging tot slechts 50.000 euro? Is dat niet een beetje mager?’ in lijn met wat Rijkswaterstaat destijds wilde. En dat was zoveel clusteren en zoveel mogelijk openbaar aanbesteden. Stuijts kan zich dat nog herinneren, maar wijst op het feit dat de bouwenquête de relatie aannemer/opdrachtgever in die tijd behoorlijk hadden verstoord. Er was in die tijd weinig ruimte voor onderhandse aanbestedingen en innovatieve vormen van aanbesteden. Hij mag dan nu wel milder zijn, maar dat betekent volgens Stuijts niet, dat zijn organisatie minder kritisch is geworden. Integendeel. Ook maakt hij
ken? Op grote projecten blijkt dat binnen de Bisop-gemeenten wel te lukken. Maar dat lukt echter nog niet voor alle werken en voor alle gemeenten. Er wordt echter wel hard aan gewerkt.
Goed voorbeeld Ook uit de zaal kwamen nog enkele vragen voor de gemeentelijke vertegenwoordigers. Bijvoorbeeld over het tempo waarin de uitslag van een aanbesteding bekend wordt gemaakt. Daar gaan nu vaak dagen en zelfs weken overheen. Een doorn
Van links naar rechts: de vertegenwoordigers van gemeenten Marcel Stuijts, Frank van den Hoogen, Jan Paul Boutkan en de MKB-infra ondernemers Johan Middelkamp, Albert Martinus en René Fronik. De ondernemers vragen kritisch door over mkb-bewust aanbesteden.
Rotterdam. Ondernemers uit branchevereniging zullen acte de presence geven op het MKB Infra Plein. Rode draad van InfraCampus is de Olympische Spelen 2028. Hoe tillen we onze infrastructuur naar een Olympisch niveau? Een dag voor ambitieuze jonge talenten. Ook de komst van de wat oudere talenten wordt op prijs gesteld. Verder gaf verzekeringsmaatschappij ASR op uitnodiging van het bestuur een toelichting op het branchearrangement dat men had samengesteld speciaal voor de leden van MKB Infra. Meer informatie hierover via het secretariaat en/of direct bij de ASR.
in het oog van de mkb-ondernemers. Die willen het liefst direct weten waar ze aan toe zijn, want het is goed mogelijk dat ze diezelfde middag nóg een aanbesteding hebben. Dan wil je toch wel graag weten hoe de vlag erbij hangt, anders kun je niet goed handelen. In het Brabantse wordt de uitslag binnen enkele uren bekendgemaakt. Dat wil zeggen: men publiceert alleen de laagste inschrijving. Dat vindt de zaal magertjes en te weinig transparant. In Twente opent men de enveloppen in aanwezigheid van alle inschrijvers. Die handelwijze wordt door de zaal met applaus begroet. Ten slotte constateert MKB Infra voorzitter Daan Stuit enigszins tevreden dat er een mbk-gerichte trend waarneembaar is bij de gemeentelijke opdrachtgevers. Althans bij de aanwezige gemeenten. Hij spreekt de hoop uit dat alle gemeenten het goede voorbeeld van – met name – het Twentse aanbestedingsbeleid gaan volgen.
Jaarmodel gww Mark Griede van SPG Midden Nederland gaf ten slotte tekst en uitleg over een jaarmodel voor de gww. Het jaarmodel is gericht op het bieden van werk- en inkomenszekerheid in alle seizoenen en is ontwikkeld om discontinuïteit – veel werk en dus overuren in de periode van april tot november en minder te doen in de winterperiode – tegen te gaan. Een deel van de overuren betaal je dan uit in de winter. Als werkgever verruim je dat potje met minimaal 25 procent van de gespaarde overuren. Een rekenvoorbeeld kan één en ander verduidelijken. Stel je hebt in de drukke periode van ongeveer 30 weken vijf overuren per week gespaard. Dan heb je een saldo opgebouwd van 150 uren. Na verrekening van de overurentoeslag kom je op 187,5 uren. Inclusief de 25 procent bonusuren van de werkgever kom je dan op een totaal van 234 overstaande uren. Daarmee kun je in de slappe wintertijd al bijna zes weken afdekken. De vakbonden zijn niet ongenegen serieus te kijken naar het jaarmodel.
Over MKB INFRA In 2006 is MKB INFRA opgericht, een platform bedoeld voor MKB INFRA-bedrijven, waar ze gehoord kunnen worden door politiek, overheid, bedrijfsleven en wetenschap en dat hun specifieke belangen behartigt. De vereniging behartigt de belangen van circa honderd MKB-infrabedrijven met een gezamenlijke omzet van circa één miljard euro. De vereniging stelt zich ten doel om de MKB-Infrabedrijven hun belangrijke economische waarde voor de samenleving ook in de toekomst te kunnen laten waarmaken. De vereniging zet zich in voor de volgende onderwerpen: 1. Naleving van de regelgeving omtrent aanbesteden: gelijke kansen, uniformiteit en dwingend juridisch aanbestedingskader voor alle aanbestedende diensten, doelmatigheid van overheidsaanbestedingen en voorkomen van kartelvorming. 2. Openhouden van de mogelijkheden tot combinatiewerken enerzijds en het laten vervallen van hogere selectiecriteria voor combinaties anderzijds. 3. Openbreken van rigide selectiecriteria t. a. v. referentieprojecten (schaalgrootte, ervaring, omstandigheden en periode). 4. Transparantie en uniformiteit bevorderen op het gebied van economische en technische selectiecriteria (mens, organisatie, logis-
tiek en technologie). 5. Het belang bepleiten van meer inbreng van materiedeskundigheid bij de overheidsopdrachtgever; professionaliteit betekent immers meer dan regelgeving, contractmanagement, juridisering en accountancy. 6. Terugdringen van de administratieve lasten die de overheidsopdrachtgevers nog steeds opleggen. 7. Verlaging van de frequentie van de gevraagde standaardinformatie ten behoeve van aanbestedingen. 8. Overleg en consultaties bij de totstandkoming van de regelgeving en de implementatie daarvan.
23
Cobouw en Fraude Tot mijn ergernis en verbazing ontdekte ik in Cobouw de eerste afleveringen van een serie met de naam ‘Bouwfraude tien jaar later’. Natuurlijk leest het lekker weg, maar is al die disproportionele aandacht wel terecht en voegt het iets toe? Wat denkt u bijvoorbeeld van de fraudes bij de ziekenhuizen en specialisten. Eén miljard dubbel gedeclareerd! Dat werd benoemd als ‘strategisch gedrag om het inkomen op te krikken’ (NRC.NL van 4 november jongstleden). Ook het gesjoemel bij onze onderwijsinstellingen met Europese subsidies, frauderende hogescholen en zelfs oplichtende hoogleraren zijn kennelijk aan de orde van de dag. Of die vastgoed transacties (vind ik geen bouw en zeker geen infra), waar per dag soms miljoenen winsten worden gerealiseerd door een paar maal doorverkopen. Dit met behulp en onder toezicht van notarissen! Bij de overname van de Gyrus Groep door Olympus werd op een overnamesom van twee miljard, liefst 687 miljoen ‘advieskosten’ betaald (AD, 17 november). Een paar voorbeelden van kartelboetes uit de recente geschiedenis; Autoglas: 1.383.896.000 Liften/Roltrappen: 992.312.200 Vitamines: 790.505.000 Schakelsystemen: 750.512.500 Parafine/Was: 676.011.400 Weet u het nog of wist u het helemaal niet? Het gaat toch echt over een veelvoud van de boetes in onze bouwsector, maar met een minimale aandacht van de media. Let wel; ik praat niets goed, hoewel ik mij wel afvraag waar al die ‘teveel betaalde sommen geld’ zijn gebleven. Op de jaarrekeningen van de betreffende bedrijven met een rendement van 1 á 3 % vind je ze in ieder geval niet terug. Natuurlijk, ik weet het: ‘Goed nieuws, is geen nieuws’. Toch lijkt het mij meer zin hebben om in deze economisch moeilijke tijd eens meer aandacht te schenken aan de positieve kant van ons prachtige vak. Heel ons land is gebouwd, aangelegd en onderhouden door aannemers. Groot en klein samen met hun keihard werkende medewerkers. Kom aan dames en heren van Cobouw. Laat eens wat meer zien dat onze sector een mooie en economisch belangrijke bedrijfstak is, waar best wel eens wat mis gaat, maar waar het meeste gewoon goed gaat. Ik wens u daar in ieder geval veel succes bij toe. Daan Stuit Voorzitter MKB INFRA
MKB INFRA
Secretariaat: Dukatenburg 90 -03 3437 AE Nieuw egein E-mail: secretar iaat@mkb-infra .nl Tel.: (030) 603 79 14 Fax: (030) 634 20 40 Internet: www. mkb-infra.nl www.mkb.nl
verhuur@lekkerkerker.com
MET CLEAR CONCEPT BIEDEN WIJ INNOVATIEVE STROOMOPLOSSINGEN
Bredenoord levert sinds 1937 betrouwbare
RIJPLATEN EN DRAGLINESCHOTTEN
Tel.: 010 - 298 58 58 Fax: 010 - 415 16 17
sloopwerken@lekkerkerker.com
www.lekkerkerker.com
Vareseweg 125 3047 AT Rotterdam
aggregaten en toebehoren aan de GWW-en
Bovendijk 18 3648 NM Wilnis Te l : ( 0 2 9 7 ) 2 8 4 1 4 4 Fax: (0297) 288296 E-mail: info@hpstaal.nl I n t e r n e t : w w w. h p s t a a l . n l Sijnja Konstruktiebedrijf B.V.
bouwsector. Stroomoplossingen voor elke fase in het project. Waar en wanneer u wenst. Met Clear Concept toont Bredenoord haar innovatieve kracht, met oog voor maatschappelijk verantwoord ondernemen.
• Aggregaten met Clear Air, zelfreinigend roetfilter • Gebruik van GTL diesel • Hybride systemen • Powermanagement • Purity-lijn; aggregaten met brandstofcel technologie
BRE0152 ADV 125 x 95 Clear Concept.indd 1
Zutphensestraat 319 7325 WT Apeldoorn T +31 (0) 55 301 85 01 E info@bredenoord.com www.bredenoord.com
Clear Concept focus op de toekomst
Tel.: 010 - 298 58 58 Fax: 010 - 415 16 17
29-11-11 12:08
TE KOOP EN TE HUUR Geschikt voor her- en bestrating
Nederland B.V. Niet voor niets elk jaar weer de best verkochte machine!
SIJNJA-42 Tel: 026 - 4720013 Fax: 026 - 4723770 Mobiel: 06 - 10029463
Weidemann... Puur kwaliteit Weidemann Nederland BV | www.weidemann.nl | De Kolk 67-69 Swifterbant | 0321-322427
GERLASCO.NL Tinnegieter 3 4174LG Hellouw 0418-584163
• Advies en Ontwerp • Wegenbouw • Zandwinning • Planontwikkeling • Stal
VERKOOP, VERHUUR, ADVIES & REPARATIE
®
H O O G VA C U U M VA N W O S S Y S T E M E N U I T E R M AT E G E S C H I K T V O O R : - Machinaal bestraten / tegels. -Tillen van buizen, beton ,kunststof , en snijwerkplaten.
Vestigingen Roelofs Den Ham • Stadskanaal • Steenwijk • Veenendaal Kijk voor meer informatie op www.roelofsgroep.nl www.wossysteem.nl l telefoon: 035-65 61 000
MKB INFRA NIEUWS
25
Damwandenspecialist Van Halteren maakt bedrijf toekomstbestendig
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) Damwandenspecialist Van Halteren uit Bunschoten vierde eerder dit jaar de implementatie van de MVO Zelfverklaring. Een feestelijk moment in een continu profes sionaliseringsproces dat ongeveer vijf jaar geleden begon, aldus de directie. Wat betekent dat voor het bedrijf? Wat is de aanleiding geweest het proces te starten? En wat is de waarde van een zelfverklaring? Zilvester van Halteren en Rob Boymans; de eerste is commercieel directeur, de tweede algemeen directeur. Gezamenlijk geven ze leiding aan damwandspecialist Van Halteren BV, een onderneming waar zo’n vijf jaar geleden de eerste contouren van een veranderingsbeleid zichtbaar werden. Een beleid dat past bij een bedrijf dat antwoorden kan geven op de vragen van deze tijd. Rob: ‘Toen ik hier zeven jaar geleden kwam, trof ik een bedrijf aan dat het goed deed. In principe een heel gezond bedrijf. Eigenlijk twee bedrijven. Het ene gespecialiseerd in het plaatsen van damwanden en het andere in de productie en verkoop van damwanden. Dus, denk je, waarom zou je dat veranderen? Daarvoor waren echter toch een aantal argumenten te geven. De bouw als geheel zat in de nasleep van het tumult rond de bouwfraude. Veranderende eisen van opdrachtgevers. Strakke milieuwetgeving. En het bedrijf zelf wilde zich ontwikkelen van een bedrijf dat op afroep productie levert naar een aanbieder van een totaalproduct die met zijn kennis en kunde thuishoort in de plan- en ontwerpfase van projecten. Tot dan zaten we in een positie, waarin we als laatste betrokken werden bij een project en als eerste aan de slag moesten. En dan zit je voortdurend in een ad hoc-situatie. Dat moest anders. En het laatste argument voor verandering is misschien wel van doorslaggevende aard: de generatiewisseling. Zilvester heeft verleden jaar het bedrijf overgenomen van zijn vader Tijmen en is de derde generatie Van Halterens. Samen willen we stappen zetten richting een toekomstbestendige onderneming.’
Generatiekloof? Een verandering van beleid is soms lastig uit te leggen aan de voorgaande generatie. Of niet? Zilvester: ‘Mijn vader en ik hebben wel eens een verschil van mening. Net als hij ongetwijfeld wel eens een ander opvatting had dan zijn vader. Zijn inzichten
zijn uitwerking heeft. Iedereen, van de werkvloer tot de directeur, moet zich bewust zijn van de impact van onze activiteiten op mens, milieu en bedrijfsvoering. People, Planet en Profit. Die drie P’s spelen automatisch een rol bij elke afweging die er gemaakt worden, ongeacht het niveau. Dat kun je niet per decreet opleggen. De weg er naartoe is een groeiproces, waar je continu aan moet werken. En het zelfverklaringsmodel past het beste bij ons. Je moet je houden aan wat je zelf uitdraagt. Mvo is niet te controleren door tijdens audits even te kijken of de procedureboekhouding wel op orde is.’ Zilvester: ‘Als het hoofd van de werkplaats olie inkoopt, dan hoort het zo te zijn dat hij daarbij een afweging maakt en voor het meest milieubewuste product kiest. Of als we groot materieel kopen, dan moet daar een keuze uitrollen waarin de PPPprincipes zichtbaar zijn. Hoe zit het met de CO2-uitstoot? Is er gedacht aan reductie van het geluidsniveau? Wat kost een roetfilter voor een oude aggregaat? Is aardgas als brandstof een optie bij de aanschaf van een nieuwe aggregaat? En als we onderaannemers inschakelen, verwachten we dat ze ons mvo-verhaal begrijpen en kunnen uitdragen. En voorzover ze daar zelf niet mee komen, zullen we ook opdrachtgevers wijzen op het belang van
Zilvester van Halteren (links) en Ron Boymans: ‘Mvo is een wijze van handelen die tot in de haarvaten van de onderneming zijn uitwerking heeft.
komen uit de praktijk en daar kan ik mijn voordeel mee doen. Aan de andere kant put ik uit kennis opgedaan tijdens mijn opleiding en uit gesprekken met Rob, die een fiscaal juridische achtergrond heeft. Rob is overigens zeven jaar geleden in het bedrijf gestapt, nadat hij advies had gegeven over bedrijfsopvolging. Direct bij zijn aantreden is hij begonnen met de herstructurering van het bedrijf. We waren van oudsher een tamelijk piramidaal georganiseerde onderneming. Mijn vader was de baas; hij nam de beslissingen. En we wilden naar een organisatie waarin je de werknemers kunt aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Dat is goed voor het bedrijf. En bovenal goed voor de medewerkers zelf. Zij voelen een grotere betrokkenheid bij hun werk en scheppen meer voldoening in het uitvoeren van hun taken.’
Het beperken van trillings- en geluidsoverlast voor omwonenden is een typisch voorbeeld van mvo-gedrag. In Nijverdal plaatste Van Halteren een kraan met geluidsscherm bij de damwandenstelling, terwijl adviseurs van Alcedo bv met draadloze apparatuur geluid en trillingen registreerden. Foto: Toma Tudor.
Logische stap
Ondernemen als een logisch vervolg op de processen die al in gang waren gezet. Zilvester: ‘De zeven principes (zie kader, red.) van mvo sluiten naadloos aan op wat wij inmiddels als bedrijfseigen zijn gaan zien. Die principes horen bij ons. Ze zitten eigenlijk al in het dna van de onderneming en door het implementeren van de NEN-ISO MVO Zelfverklaring 26000 zorgen we er ook voor dat de principes beklijven en uitgedragen worden.’
De beide directeuren zien het bestendigen van het Maatschappelijk Verantwoord
Geen diploma
De zeven principes van mvo Het afleggen van rekenschap, transparantie, ethisch gedrag, respect voor de stakeholders, respect voor de rechtsorde, respect voor internationale gedragsnormen en respect voor de mensenrechten. Dat zijn de zeven principes van mvo. Deze zeven kernthema’s bevatten gezamenlijk 37 onderwerpen die elk uit verschillende acties en verwachtingen zijn opgebouwd. In totaal gaat het om 370 vragen die Van Halteren Infra aan haar organisatie heeft gesteld. De antwoorden op al deze vragen vormden de basis voor een nulmeting en een weloverwogen keuze om een tweetal kernthema’s specifiek te betrekken in de plannen voor de toekomst. Dit zijn de thema’s Milieu en Maatschappelijke betrokkenheid en ontwikkeling. In de plannen is ondermeer opgenomen dat Van Halteren Infra in 2013 wil voldoen aan ISO 14001:2004 (milieumanagement). Aan het einde van dit jaar wil de organisatie verder voldoen aan de CO2-prestatieladder. Ook is een gedragscode opgesteld voor zowel de werknemers als de stakeholders. De eerste stappen om ethisch gedrag binnen de organisatie te bevorderen zijn daarmee gezet. Vervolgstappen voor de implementatie daarvan zijn in ontwikkeling. Voor het creëren van draagvlak intern wordt een interne MVO-commissie benoemd. Een aan te stellen MVO-manager zal de MVO-strategie uitzetten en begeleiden.
Als het dan toch al in het dna zit, waarom is er dan niet voor gekozen zich te laten certificeren conform de MVO Prestatie ladder? Bij een zelfverklaring denk je toch al snel: nogal een kunst om van jezelf te zeggen dat je mvo-principes respecteert. Met andere woorden: is dat niet wat erg gemakkelijk? Zet het zelfverklarings initiatief van de NEN zichzelf niet in de uitverkoop? Rob: ‘Nee, zo zie ik dat niet. Al zit er wel een commercieel kantje aan, waartegen je je moet indekken. We zijn hierover nog volop in gesprek. Ik kom daar straks nog op terug. Maar eerst moet me toch van het hart, dat het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap niet te vangen is in een diploma. Het is evenmin een uithangbord waar je mooie sier mee kunt maken. Mvo is verankerd in de bedrijfsvoering en is een wijze van handelen die tot in de haarvaten van de onderneming
onze mvo-principes. Dat soort eigenlijk heel praktische zaken. Daar gaat het om. Als je dat onder de knie hebt, komt de rest vanzelf wel.’
Pilot Van Halteren nam met nog drie andere mkb-bedrijven – alle uit andere sectoren dan de bouw en infra – deel aan een NEN-pilot. Doel van de pilot: formuleren van praktijkrichtlijnen zoals beschreven in NPR 9026. Deze richtlijnen worden ontwikkeld door de NEN en zijn bedoeld om organisaties te ondersteunen bij het opstellen van de zelfverklaring dat de principes en richtlijnen van NEN-ISO 26000 respecteert. Rob: ‘Om nog even terug te komen op dat geconstateerde commerciële kantje… In overleg met de NEN en de andere participanten in de pilot overwegen we of het niet zinvol is de zelfverklaring te deponeren. Juist om devaluatie tegen te gaan. Je werpt dan een drempel op tegen charlatangedrag. We weten nog niet precies wat we daartegen kunnen doen. Al denk ik, dat de praktijk van de markt het commercieel misbruikt snel doorprikt.’ Op de route naar de MVO Zelfverklaring heeft Van Halteren zich laten gidsen door ACVO opleidingen en advies. Dat is volgens de heren directeuren een verstandige keuze geweest, want het is goed gebleken dat vreemde ogen meekijken tijdens het veranderingsproces.
Productinformatie
26
Nieuwe machines: meer vermogen, minder brandstof en geluid Zowel Caterpillar als Pon Equipment hebben een reeks nieuwe series machines gelanceerd met nieuwe Stage IIIB emissie motoren. Tijdens een evenement bij het demonstratieterrein van Caterpillar in Malaga, Spanje, heeft het bedrijf haar nieuwe machines onthuld voor de Europese markt. Het gaat om de B-serie knikgestuurde dumptrucks, E-serie rupsgraafmachines, K-serie wielladers gevolgd door de D8T bulldozer. Drie rupsgraafmachine modellen zijn geïntroduceerd: 324E, 329E en de 349E. Naast een nieuw design van de machine voor Stage IIIB en Stage IIIB final is het fors lagere geluidsniveau opmerkelijk, zowel in de verbeterde cabine als daarbuiten. Caterpillar heeft een verlaging van 4 dB(A) van de geluidsbelasting gerealiseerd. Dat betekent in de praktijk een halvering.
Meer vermogen, minder brandstof
heeft de afgelopen twee jaar om de nieuwste machines te ontwikkelen. ‘We hebben meer dan 150.000 testdraaiuren in het veld gemaakt in verschillende landen, klimaten en hoogtes’, aldus Timmermans. ‘Het brandstofverbruik is de sleutel. We hebben gezien dat het brandstofverbruik aanzienlijke besparingen oplevert bij de Eserie graafmachines en K-serie wielladers.’ Caterpillar lanceerde ook de G-serie starre dumptrucks voor Europa, die zijn al voorzien van Stage IIIB/ Tier 4 Final: klaar voor de emissiewetgeving die in werking treedt in 2014.
De E-serie machines hebben een groter werkvermogen en verbruiken enkele procenten minder brandstof. De machinist kan nu kiezen voor een ECO, standaard of high power mode. Andere vernieuwingen Er is meer zijn de verbeterde doorstroming van de Pon Equipment haalt de komende tijd nog hydrauliekpomp, de unieke energieterugveel meer verbeterde Caterpillars naar Newinning bij een dalende giek beweging derland. Zo komt van de motorgraders de en het automatisch uitschakelen van de nieuwe 140M binnenkort onze kant op, is motor bij langdurig stationair draaien. Dit inmiddels de eerste Stage IIIB bulldozer alles met het doel om brandstof te bespaD8T afgeleverd en worden de D6T en 336E ren en de productiviteit hoog te houden. eind dit jaar verwacht. Ook zullen begin De regelmatige regeneratie van het nieu2012 zullen de eerste wielladers volgen. we roetfiltersysteem gebeurt automatisch. Speciaal voor de nieuwe series is een Bijvoorbeeld op momenten dat de machiaparte website ontwikkeld. Hier zijn onder ne stationair draait, maar kan ook door de andere technische specificaties te vinden, machinist worden ingeschakeld. filmpjes, animaties van machines en Ook zijn de drie nieuwe series wielladers brochures. – de 966K, 972K en 980K – gepresenteerd Kijk op www.catallday.nl. voor Europa na hun debuut in , Almere Noord-Amerika G-serie starre dumptruck. ent BV, m ip u q PON E eerder dit jaar. 7 75 00, (088) 73 -cat.com/nl Deze machines n o www.p zijn ontworpen voor bakken, variërend van 2,5 m3 tot 12,2 m3. Corné Nieuwe wiellader 980K. Timmermans, Caterpillars Marketing Manager Europe, gaf aan dat Caterpillar US $ 6 miljoen per dag geïnvesteerd
Rupsgraafmachine 324E aan het werk.
Stage IIIB bulldozer D8T.
Gitzwarte bandensteller op rups Nimatech heeft sinds de zomer 2011 een bandensteller op rupsaandrijving in het assortiment. Deze zelfrijdende machine is te besturen door één persoon. De hijsarm heeft een bereik van drie meter rondom het voertuig. Bij de bandensteller zijn enkele standaard zuignappen meegeleverd: een 28 x 28 cm zuignap, een tegelaanzuigframe en een trottoir bandennap met kantelstuk voor zijwaarts aanzuigen. De eerste machine is destijds door Van Pijkeren gekocht. Nu is het bedrijf blij dat er weer een nieuwe is geleverd aan Stratenmakersbedrijf Jansen uit Bunnik. Ditmaal
betreft het een volledig zwart gespoten machine. Michiel Jansen is erg enthousiast en ziet vele mogelijkheden voor deze nieuwe machine binnen zijn bedrijf.
Stenen palletiseren en koffie zetten Tijdens de Infra Relatiedagen te Gorinchem kreeg de nieuwste Palletiseer Unit (PU) van ReStone veel belangstelling. Machinale ondersteuning bij het straten is niet meer weg te denken. Tijdens deze vakbeurs was goed te zien hoe de J. Blom Opmeer B.V., Opmeer, branche in (0226) 35 37 57, www.restone.nl beweging is. Met de ReStone PU kunnen stenen op een pallet worden gestapeld, waarbij de gebruiker met een ergonomische houding te werk gaat. De machine heeft een bunker met een transportband. Op een tussenrooster worden de stenen en het zand gescheiden. Hierna worden ze geformeerd in het gewenste verband, op een 2-tons heftafel. Voorzien van een geïntegreerde generator, draait de PU
geheel op eigen kracht. Door zijn eenvoudige werking en een goede prijskwaliteitverhouding, is het de enige in z’n soort. Ontwikkelaar J. Blom Opmeer B.V. heeft arbeidsvriendelijkheid hoog in het vaandel staan. Vanuit deze invalshoek wordt er een sterke en functionele machine gebouwd, tegen een betaalbare prijs. En voor de liefhebber kan er ook een koffiezetapparaat op worden aangesloten!
Productinformatie
27
Honderddertig meter brugrand per week over Donau Parallel aan de bestaande brug over de Donau bij Beška, wordt over een lengte van 2,2 km een zogenaamde ‘tweelingbrug’ geconstrueerd. Daarmee wordt een doorgaand vierbaans traject als uitbereiding op de E75 tussen Belgrado en Novi Sad mogelijk gemaakt. De 540 meter lange hoofdoverspanning staat op drie rivierpijlers en sluit aan de zuidkant aan op een 180 meter lange aanbrug. De aanbrug in het noorden is bijna 1.500 meter lang en loopt tevens over de uiterwaarden van de Donau. Servische en Duitse PERI Engineers werkten samen met aannemer Alpine aan een compleet bekistingsconcept voor de Donaubrug. Het concept bestaat uit de inzet van de van boven bedienbare Variokit Brugrandwagen, waardoor er aan de onderkant geen extra onderdelen zoals ankerhulzen gebruikt hoefden te worden. Daarnaast maakte de gestandaardiseerde systeemopbouw het eenvoudig om de inzet van de onderdelen te plannen en bood de brugrandwagen flexibiliteit met betrekking tot de lokale omstandigheden. De verrijdbare brugrandwagen beweegt zich over het brugdek, waarbij de belasting op een conventionele manier via uitkragingen wordt overgedragen.
Snel werken Vier Variokit Brugrandwagens werden gelijktijdig ingezet om de brugrandconstructie over de Donau te maken. In slechts vijf dagen werden zes stukken brugrand van 21,50 meter gestort, wat neerkomt op 130 meter brugrand per week. Eén van de wagens zorgde voor verbreding van de brugrand op specifieke plaatsen waar lichtmasten waren voorzien. Eenvoudige en
daardoor snelle be- en ontkistingsprocessen, zoals de systematische stortcycli, garanderen een snelle vooruitgang bij de constructie van in totaal 4.440 meter brugrand. Peri leverde ook de klimbekisting voor de veertig brugpijlers met hoogtes tot vijftig meter. De GT 24 Dragerbekisting vormde samen met de CB 240 Klimconsole grote, kraanafhankelijke omzeteenheden. De storthoogtes bedroegen steeds vier meter. Bij de holle brugpijlers werd de binnenbekisting geconstrueerd met behulp van Trio Paneelbekisting. Trio Schachtpanelen zorgden ervoor dat ook de binnenkist als complete eenheid omgezet kon worden. Zo werd bij constructie van de pijlers waardevolle tijd bespaard. Het PERI UP steigersysteem maakte de alomvattende PERI bekistingsoplossing voor de Donaubrug compleet. Deze zorgden voor een veilige toegang naar de ondersteuningspunten op de pijlerkoppen en werden ontworpen en geconstrueerd op basis van het modulaire PERI UP Rosett Flex steigersysteem.
Om een vierbaans snelweg te realiseren, wordt parallel aan de bestaande Donaubrug bij Beška een tweelingbrug geconstrueerd. Foto’s: PERI GmbH. Voor de brugpijlers ontwierpen Servische en Duitse Engineers samen met het Alpine projectteam een economische klimbekisting (inzet).
PERI b.v., Schijndel, (073) 54 79 100, www.peri.nl
Nieuwe grootbereik koppeling
Vier Variokit brugrandwagens worden gelijktijdig ingezet en realiseren steeds zes moten, met 130 meter brugrand per week als resultaat.
Met de Hawle Synoflex introduceerde Imbema Denso B.V. tijdens de Aquatech begin november, de nieuwste innovatieve aanvulling op haar Hawle programma. Een zeer sterke verbinding van twee onderdelen die zorgen voor stabiliteit en zekerheid in het water. De Synoflex serie, volgens EN 14525, omvat een compleet programma universele trekvaste grootbereik koppelingen (met brede toleranties) zoals rechte koppelingen, verloopkoppelingen, flensadapters, eindkappen en voetbochten, geschikt voor alle soorten leidingen. De nieuwe koppeling wordt toegepast bij het leggen van nieuwe waterleidingen en het renoveren van bestaande ondergrondse leidingen. Tegenwoordig wordt er meer gevraagd van een leverancier dan alleen maar een product. Het product moet van een uitstekende kwaliteit zijn, bij voorkeur tijdsbesparend zijn en een bijdrage leveren aan een optimale voorraadpositie. De behoefte van de afnemer moet in alle opzichten worden bevredigd. Met de Synoflex serie worden niet alleen (construc-
o, Haarlem, Imbema Dens , 24 24 7 (023) 51 nl a. m be .im w w w
Colofon Onafhankelijke informatiebron voor de complete GWW sector voor bouwbedrijven en loonbedrijven in grond, weg- en waterbouw (gww) en milieu, advies- en ingenieursbureaus, overheden en hun uitvoerende organen zoals waterschappen en Rijkswaterstaat, aanbestedingsdeskundigen (juristen, opdrachtgevers, procesmanagers) jaargang 2, nr. 6, december 2011 Uitgever André Lardinois Redactie Paul Engels, Jan Bol Frank de Groot (hoofdredacteur) Met medewerking van: Pim Herber, Cor Spronk, Theo van der Linden, Ed de Rechteren van Hemert, Maurice van Sante. Ontwerp en opmaak Cyril Strijdonk Ontwerpburo Advertentie André Lardinois, telefoon: 0570-654660 e-mail: a.lardinois@handelsuitgaven.nl Freddy Burgers, telefoon: 0570-623852 e-mail: freddy@handelsuitgaven.nl Abonnementen e-mail: gww@handelsuitgaven.nl
tie)technische probleem opgelost. Er is nu geen koppeling meer nodig per diameter en per leidingsoort, maar slechts één voor meerdere diameters en leidingen. Hierdoor kunnen voorraadbesparingen ontstaan. Eén bevestigingssysteem voor alle leidingtypen, gepatenteerd bevestigingssysteem, zeer sterke corrosiewering, eenvoudige en snelle montagewijze en tien jaar fabrieksgarantie maken deze koppeling tot een uniek product.
GWW-Totaal is een uitgave van Nederlandse HandelsUitgaven BV Postbus 2273 7420 AG Deventer Maagdenburgstraat 22 7421 ZC Deventer tel.: 0570-654660 fax: 0570-656580 email: gww@handelsuitgaven.nl Copyright Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder de nadrukkelijke, schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze uitgave is zorgvuldig en naar beste weten samengesteld. Uitgever en auteurs kunnen echter niet instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, als gevolg van handelingen of beslissingen die op deze informatie zijn Nederlandse HandelsUitgaven gebaseerd.
NHU
Wirtgen 2,20 mtr frees. V12 / 913 PK
Turbo Cunetfrees. Voorlader. 50 / 70 / 90 cm breed
TELEFOON 0529-455700