BOVAGkrant Franchise Special 02 2020

Page 1

Speciale uitgave / februari 2020

Klant, retailer, fabrikant; iederéén wordt beter van evenwichtige samenwerking tussen franchisegever en franchisenemer

in dit nummer:

What’s in a name? De meeste BOVAG-leden zijn gewoon franchise­ nemer pagina 4

Wel of niet? Voor- en tegenstanders van de franchisewet pagina 10

“We kunnen niet nog een jaar wachten” Jacco Vonhof van MKB Nederland pagina 14


Impact franchise Franchisenemers zijn een uiterst belangrijke factor in de Nederlandse economie. Dit blijkt uit een analyse die onderzoeksbureau Panteia begin 2018 deed in opdracht van BOVAG en Vakcentrum. Hieronder de belangrijkste bevindingen.

9.000 leden

80.000 medewerkers

Totale economische impact franchiseformules:

331.800

formules

vestigingen

miljard omzet

werknemers

Totale impact franchiseformules op BBP (Bruto Binnenlands Product): VS, AustraliĂŤ vs Nederland

Nederland: 3%

Verenigde Staten: 7,4%

AustraliĂŤ: 10,8%

geen regelgeving

specifieke franchiseregelgeving

specifieke franchiseregelgeving

2 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020


Speciale uitgave februari 2020

VOORAF Gelijkwaardig onderhandelen

04

De Nederlandse economie is gebaat bij een gelijkwaardige relatie tussen franchisegever en franchisenemer. Een franchisenemer die meer kan ondernemen, investeert en innoveert namelijk meer. BOVAGkrant februari 2018

Voor of tegen?

10

Niet iedereen vindt het instemmingsrecht in het wetsvoorstel een goed idee. Advocaten van Lexence lieten dat in het FD weten. Geert Brummelhuis van BOVAG diende hen in een ingezonden brief aan de dezelfde krant van repliek. Financieele Dagblad september 2019

Lobby van de lange adem BOVAG weerklinkt in wetsvoorstel

07

08

De standpunten van BOVAG zijn opgenomen in het voorstel voor de franchisewet. mijn.bovag.nl december 2018

12

BOVAG strijd al heel lang voor evenwicht in de relatie tussen dealers en importeurs/fabrikanten, al dan niet vastgelegd in wetgeving. Een resultaat lijkt inmiddels echt niet meer ver weg. BOVAGkrant oktober 2019

Kritisch Kamerlid

De tijd dringt

VVD-kamerlid Martin Wörsdörfer is voorstander van de franchisewet, maar blijft kritisch. “We moeten niet álles vastleggen, dat kan de ruimte voor ondernemers juist ook weer beperken.”

Met de nieuwe wet in het vooruitzicht dekken franchisegevers zich in bij het afsluiten van nieuwe contracten. Geen goede ontwikkeling volgens Jacco Vonhof, directeur van MKB Nederland.

BOVAGkrant maart 2019

14

mijn.bovag.nl mei 2019

Dealercontract = franchisecontract

A

ls het kwaakt als een eend en loopt als een eend, dan is het een eend.” Met deze uitspraak zegt VVD-kamerlid Martin Wörsdörfer precies wat BOVAG vindt van de discussie rond de reikwijdte van de aanstaande franchisewet. Een autodealer heeft dan bij naam wel een dealercontract, maar in praktijk blijkt de werking ervan een-op-een overeen te komen met een zogenaamd franchisecontract. Zo bekeken is het dus toch ondenkbaar dat merkdealers voor trucks, auto’s en tweewielers niet onder de franchisewet zouden vallen. BOVAG lobbyde stevig voor erkenning van de merkdealer in dit verband. Het resultaat is dat het wetsvoorstel dat nu voorligt aan de Tweede Kamer ook zal gaan gelden voor de merkdealer, naast natuurlijk voor leden die voor hun autobedrijf, tweewielerbedrijf, verhuurbedrijf, tankstation of andere activiteiten een franchisecontract hebben gesloten. Daarbij pleitte BOVAG ook voor meer inspraak van franchisenemers bij tussentijdse contractwijzigingen. Ook dat zien we terug in de conceptteksten. Maar … omdat er nog niets in beton is gegoten en de Tweede Kamer nog moet stemmen over het voorstel, wil

Geert Brummelhuis

Peter Niesink

BOVAG u nog een keer laten zien wáárom het toch zo belangrijk is dat die wet er komt. Al onze ondernemers die een contractrelatie hebben met hun voertuigfabrikant of garageformule zijn gebaat bij het waarborgen van een eerlijker speelveld. Om dat te onderstrepen hebben we in deze speciale uitgave van de BOVAGkrant alle artikelen en publicaties gebundeld van de afgelopen twee jaar. Mocht u met ons van gedachten willen wisselen, neemt u dan vooral contact op met ons. Wij informeren u graag verder, want er is ons veel aan gelegen dat de franchise­ wet er komt.

Geert Brummelhuis Branchemanager Autodealers geertbrummelhuis@bovag.nl

Peter Niesink Algemeen directeur BOVAG peterniesink@bovag.nl BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 3


BELANGENBEHARTIGING

8

# 2 /2 0 1

BOVAG PLEIT VOOR WET TELIJKE VERANKERING VAN NATIONALE FRANCHISECODE TER BESCHERMING VAN FRANCHISENEMERS

Gelijkwaardig onderhandelen B

Als een retailer met een distributiecontract beter beschermd is door de wet, dan verbetert zijn onder­ handelingspositie met zijn fabrikant, importeur of fran­ chisegever. En dat levert weer een grotere bijdrage op aan de Nederlandse economie. Voor BOVAG reden om te lobbyen voor wettelijke regels op basis van de Nationale Franchise Code. Want ook al worden ze in de regel dealer of retailer genoemd, de meeste BOVAG-leden zijn eigenlijk gewoon franchisenemers.

4 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

OVAG heeft bescherming van de retailer of dealer in zijn distributie­ overeenkomst met de importeur of fabrikant al jaren hoog op de agenda staan. Want als het gaat om even­ wichtige afspraken tussen deze partijen valt er nog een wereld te winnen, stelt de bran­ chevereniging. Nog te vaak ziet BOVAG dat er in de contracten meer voordelige bepa­ lingen voor de fabrikant staan dan voor de retailer en de risicoverdeling is vooral gunstig voor de fabrikant. Denk maar aan de voor­ waarden rond opzegging van het contract, de bescherming van investeringen, verplichte voorraden of het overdragen van een contract als een ondernemer zijn bedrijf wil verkopen. Tot 2013 waren autodealers door de Europese Block Exemption Regulation, de zogenaamde BER, goed beschermd tegen de eisen van fabrikanten. Maar toen de Europese Com­ missie (EC) dat jaar de groepsvrijstelling liet vervallen en de autodealers onder het normale Europese mededingingsrecht vielen, waren ze als het ware vogelvrij verklaard. De com­ missie oordeelde dat fabrikanten en retailers onderling heel goed in staat zouden zijn om evenwichtige afspraken te maken. Het tegen­ deel bleek waar, want zoals BOVAG al ver­ moedde, waren de fabrikanten veel minder

bereidwillig dan de EC dacht. Het machts­ evenwicht was scheef, en daarom heeft BOVAG sindsdien op meerdere momenten, zichtbaar en onzichtbaar gelobbyd voor bescherming die in richtsnoeren vastgelegd zou moeten worden binnen de brede Europese wet. Maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan.

Nee! “Helaas is het tot nu toe nog altijd niet gelukt om in Europa beschermende regelgeving te krijgen”, vertelt Geert Brummelhuis, mana­ ger BOVAG Autodealers en namens BOVAG bestuurslid van de Europese dealerkoepel CECRA. Samen met BOVAG-jurist Frank van der Giesen voert hij op Europees niveau lobby voor bescherming van de dealers. “De fabri­ kanten hebben zich via hun koepelorganisatie ACEA verzet tegen het maken van eerlijke afspraken. Wij hebben steeds ingezet op een zogenaamde Code of Conduct tussen fabri­ kanten en dealers waarin oneerlijke handels­ praktijken in de verticale bedrijfskolom onmogelijk werden gemaakt. Maar de fabri­ kanten hebben altijd ‘nee’ gezegd. Toen ook bleek dat er binnen de Europese wetgeving geen mogelijkheden meer waren, hebben we de focus verlegd. We zoeken de verbetering van de positie van onze ledennu in wettelijke


Tekst: Elvira Spoelstra Illustratie: Edith Buenen

De groep ondernemers met een franchisecontract draagt een behoorlijk steentje bij aan onze economie

regels voor franchiseconstructies. Bekijk je de afspraken tussen fabrikanten en retailers in de mobiliteitsbranche namelijk goed, dan lijken die vandaag de dag verdacht veel op een keiharde franchiseovereenkomst. We zijn ook breder binnen het BOVAG-netwerk gaan kijken, want een verstoord machtsevenwicht speelt natuurlijk bij veel meer branches in de mobiliteit.” Nagenoeg alle bij BOVAG aan­ gesloten mobiliteitsretailers werken met een franchiseconstructie of een distributieover­ eenkomst, denk aan fietsbedrijven, gemotori­ seerde tweewielerbedrijven, c aravandealers,

aanhang-wagenbedrijven, maar ook verhuur­ bedrijven en rijscholen. Voor BOVAG reden genoeg om de lobby voor evenwichtige dis­ tributiecontracten dus voor álle leden tegelijk op te pakken.

Méér ondernemer zijn De vereniging sloot zich begin dit jaar daarom aan bij Franchisenemers Netwerk Nederland (FNN), het samenwerkingsverband waarin brancheorganisaties voor franchisenemers de handen ineenslaan voor wettelijke ver­ ankering van de Nederlandse Franchise Code

(NFC). Deze code is nu nog vrijwillig, maar door hem in wetgeving vast te leggen, kan er meer balans en duidelijkheid in contracten komen. En dat geeft BOVAG-leden een betere onderhandelingspositie. Brummelhuis: “In januari hebben we gesproken met Mona Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken. Zij gaf aan te willen samenwerken om de partijen in de Tweede Kamer te over­ tuigen van de noodzaak de franchisenemers in Nederland een betere positie te geven met behulp van wetgeving. Binnenkort stuurt zij een aanbevelingsbrief naar de Tweede > BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 5


Van een beter evenwicht tussen franchisenemer en franchisegever kan de hele Nederlandse eco­ nomie beter worden

Wat staat er in de Nationale Franchise Code?

> Kamer.” Voor de bewijsvoering lieten BOVAG

en het Vakcentrum, dat ook in het FNN zit, een analyse uitvoeren naar de impact van franchisenemers op de Nederlandse econo­ mie. Onderzoeksbureau Panteia becijferde dat er in Nederland zo’n duizend franchise­ formules zijn, de dealercontracten meege­ rekend. Samen zijn ze goed voor een omzet van 53,5 miljard euro en een werkgelegen­ heid van ruim 331.000 personen. Het aan­ deel van de automotive bedrijven in de omzet is met bijna 23 miljard het hoogste. “Die cijfers tonen aan dat de groep ondernemers met een franchisecontract een behoorlijk steentje bijdraagt aan onze economie. Maar die bijdrage kan nog hoger, dat blijkt uit een vergelijking die Panteia deed met andere landen”, zegt Brummelhuis. “Want in lan­ den waar de positie van de franchisenemers ten opzichte van hun franchisegevers door wetgeving sterker is, dragen ze meer bij aan het Bruto Binnenlands Product. In Neder­ land is dat drie procent, in Amerika is dat ruim zeven en in Australië zelfs bijna elf procent. Het lijkt erop dat ze in die landen méér ondernemer kunnen zijn, dat ze meer durven te innoveren en investeren en daar­ door betere rendementen maken.”

6 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

Machtige franchisegever Wil Nederland dus de potentiële kracht van franchisenemers optimaal benutten, dan is het verstandig om te zorgen dat ze een eerlijke onderhandelingspositie hebben. “En het is een misverstand om te denken dat alle fran­ chisenemers grote partijen zijn die hun zaakjes zelf wel goed kunnen regelen. Het onderzoek laat zien dat er juist veel middenen klein­ bedrijven zijn die onder een franchisecon­ structie werken. Die moeten met grote, machtige franchisegevers onderhandelen. Extra bescherming door van de Nationale Franchise Code wetgeving te maken, geeft hen echt een betere uitgangspo-sitie. En van een beter evenwicht in de relatie tussen fran­ chisenemer en franchisegever kan uiteinde­ lijk dus de hele Nederlandse economie beter worden. Dat lijkt mij een klassieke win-win­ situatie”, zegt Brummelhuis tot besluit.

De Nationale Franchise Code is een vrijwillige gedragscode die is opgesteld om het verstoorde machtsevenwicht tussen franchisegever en franchise­ nemer te verbeteren. Er staan zaken in die de positie van een franchisenemer ten opzichte van zijn franchisegever sterker kunnen maken. Een paar voor BOVAG-leden belangrijke punten: Een franchisegever moet correcte en volledige informatie geven, zoals goed onderbouwde prognoses over rendement, voordat het contract wordt overeengekomen en vóórdat er investeringen van de franchisenemer worden gevraagd. Geen eenzijdige wijzigingen in het franchisecontract door de franchisegever. Instemmings- en adviesrechten voor een franchisevereniging (dealervereniging). De franchisegever mag beëindiging of tussentijdse bedrijfsoverdracht van de franchisenemer tijdens de contractduur niet op onredelijke gronden verhinderen.


STANDPUNTEN BOVAG

21

/1

2 /2 0 1 8

Standpunten BOVAG opgenomen in voorstel franchisewet Het kabinet heeft een voorstel voor de franchisewet klaar waarmee de positie van de franchisenemer beter moet worden. BOVAG ziet daar tot grote tevredenheid enkele van zijn ideeën in opgenomen. Het voorstel ligt nu ter consultatie aan de markt, voordat het naar de Tweede Kamer gaat.

H

et wetsvoorstel geeft uitleg aan wat goed fran­ chisegeverschap en franchisenemerschap inhoudt. Hiervoor zijn onder andere vier belangrijke maat­ regelen opgenomen die aansluiten bij de stand­ punten van BOVAG om zijn (auto)leden te helpen met een betere positie in de relatie met hun fabrikant of franchisegever:

1

De reikwijdte van het begrip franchise is ruim; de aard van de overeenkomst is belangrijk, niet de naam die het contract heeft. BOVAG interpreteert dat zo dat bijvoorbeeld ook autodealercontracten hiermee onder het wetsvoorstel vallen.

2

Er is een betere en tijdige informatieplicht als fabri­ kanten of franchisegevers nieuwe contracten willen afsluiten. Ook over eventuele andere, concurrerende, businessmodellen van de franchisegever moet de contract­ partner tijdig worden geïnformeerd.

3

De eenzijdigheid in contracten wordt beperkt. Het voorstel geeft franchisenemers een stevig instem­ mingsrecht bij belangrijke, tussentijdse wijzigingen, waardoor fabrikanten of franchisegevers niet langer een­

zijdig veranderingen kunnen opleggen. Dit versterkt het belang van een goede franchise- of dealervereniging.

4

Er zijn bepalingen opgenomen over dat franchise­ nemers- en gevers tot afspraken over vergoeding van opgebouwde goodwill bij beëindiging van de overeenkomst moeten komen.

Zelfregulerende gedragsregels mislukt BOVAG voert in Nederland en in de EU al jaren een lobby voor meer evenwicht in de contractrelatie tussen retailers en dealers enerzijds en fabrikanten, importeurs, en fran­ chisegevers anderzijds. In 2016 werd daarvoor de Neder­ landse Franchise Code (NFC) opgesteld. Deze code bevat zelfregulerende gedragsregels, met rechten en plichten voor beide partijen. Maar de code werd in de praktijk niet toe­ gepast, waardoor voormalig minister Kamp van Economi­ sche Zaken de code wettelijk wilde verankeren.

Afwijkende overeenkomst vraagt om afwijkende regelgeving Zijn opvolger, Mona Keijzer, laat de code echter los en komt nu met een voorstel voor een franchisewet, verankerd in het Burgerlijk Wetboek. BOVAG is enthousiast over deze aanpak. Franchise is net als bijvoorbeeld huur en agentuur een aparte afwijkende overeenkomst en daarvoor is regel­ geving nodig. De voorgestelde regels “strekken ertoe span­ ningen en conflicten te voorkomen en de onderlinge verhoudingen meer in balans te brengen” aldus Keijzer. De marktconsultatie, dat is de periode dat deskundige par­ tijen inspraak op het wetsvoorstel hebben, loopt nog tot eind januari. Daarna volgt het wetstraject via de Raad van State, de Tweede Kamer en, uiteindelijk, de Eerste Kamer.

BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 7


INTERVIEW

“Franchisewet? Ja, maar ik ben er wel kritisch op” 9

# 3 /2 0 1

Als volksvertegenwoordiger met economie in zijn dossier vindt VVD’er Martin Wörsdörfer vast iets van het voorstel voor de Nederlandse fran­ chisewet, dat momenteel door het ministerie wordt uitgewerkt. BOVAG vroeg hem naar de randvoorwaarden van de wet in wording, die de machtsbalans tussen franchisegever en -nemer moet bewaken. BOVAG nam u mee op werkbezoek bij de Dordtse Volkswagen-dealer Ames. Wat was uw indruk? “Ik was aangenaam verrast. Mijn beeld van het autobedrijf was eerlijk gezegd toch nog wel dat van een klassieke werkplaats waar mensen met vieze han­den werken, maar dat is volstrekt achterhaald. Het is een modern en schoon bedrijf, waar gewerkt wordt met laptops en ingewik­ kelde technologie. Duidelijk een branche waar de business verandert en waar onder­nemers voor moeilijke vraagstukken staan. Of ze nu een grote dealerholding hebben of local hero’s zijn. Tegelijker­ tijd is dat ook weer niet zó verrassend. Dat speelt in alle branches waar techno­ logie verandering brengt.”

Wie is Martin Wörsdörfer? Martin Wörsdörfer werd in 2017 Tweede Kamerlid voor de VDD en daarmee maakte hij van zijn hobby definitief zijn beroep. Naast zijn werk als internationaal belastingconsulent was hij vele jaren actief lid van de Haagse gemeenteraad. Zijn drive is het volk vertegenwoordigen vanuit de liberale overtuiging dat zaken gewoon goed geregeld moeten zijn en dat de overheid de burger niet te veel in de weg moet zitten. Wörsdörfer woont ‘op’ Scheveningen en kiest voor zijn dagelijkse ritje naar het Binnenhof altijd de fiets.

8 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

Hoe denkt u dat ondernemers moe­ ten bewegen in die veranderingen? “Digitali­­sering in de economie is de toe­ komst. Als ondernemer moet je iets doen om daaraan mee te blijven doen, anders ben je geen onder­nemer. Maar ik ontken niet dat het lastig is als er zóveel op je afkomt. De overheid kan bijdragen door allereerst te erkennen dat ondernemers geholpen moeten worden met verande­ ring.”

Welke hulp kunt u dan bieden? “Kijk,

met elkaar moeten doen en evenwichtige afspraken moeten maken. Daar moet een overheid zich niet mee bemoeien.”

Maar als er nou scheefgroei is tussen de partijen, zoals in de autobranche vaak het geval is? “Ik vind het niet meer dan normaal dat je vooraf transparant bent over wie wat betaalt en bijdraagt aan de samenwerking. En dat je vooraf weet waar je aan het einde van het contract aan toe bent. Maar kenne­ lijk is dat dus niet normaal, en daarom is het nu nodig om via een wet te zorgen dát er afspraken gemaakt moeten wor­ den. Eigenlijk vind ik dat heel verdrietig, want het zijn dus de excessen die zorgen dat er wetgeving moet komen.”

we weten dat er banen en bedrijven gaan verdwij­nen, maar er komen ook een heleboel nieuwe banen en beroepen bij. Een ondernemer moet gaan denken wat hij wél kan doen. Stimulering van de overheid, ja! Door de focus te bepa­ len. Door met ondernemers díe niche te vinden waar ze de grootste en beste in kunnen zijn. Anders zijn andere landen ons straks te snel af. Nederland is een heel creatief land, we moeten met digi­ talisering frontrunner blijven. Als over­ heid moet je daar achter staan en helpen. Met financiering en startsubsidies.”

En met excessen bedoelt u …? “Grote par­tijen, grote franchisegevers die hun machts­relatie met hun franchisenemers misbruiken, verpesten het imago van franchise, ook in de pers. Ik heb franchi­ segevers gevraagd of ze elkaar op dat gedrag aanspreken. Als dat zou gebeuren zou er misschien geen wet nodig zijn.”

En hoe zit het dan met hulp in de vorm van bescherming van de ondernemer, bijvoorbeeld in zijn relatie met een fabrikant of garage­ concept? “In principe zou dat niet nodig

U zegt ‘een wet waarin wordt vast­­ gelegd dát er afspraken gemaakt wor­den’, moet er niet ook worden vastgelegd wat voor sóórt afspraken dat moeten zijn? “Daar ben ik dus

moeten zijn. Een ondernemer en zijn leverancier, fabrikant of franchisegever zouden gewoon op eerlijke manier zaken

heel kritisch op. We moeten echt oppas­ sen voor overregu­lering. Het gevaar van te veel willen vastleggen ligt op de loer


Tekst: Elvira Spoelstra

Als het loopt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het een eend

en dan kunnen ondernemers juist weer last krijgen van zo’n wet, die in beginsel als hulpmiddel was bedoeld. Bij iedere nieuwe wet moeten we ons afvragen: wat voegt deze regel nu toe?”

garagist zelf kiezen of voor zijn toffe bedrijf. Dát heeft waarde en daar moet je zeker afspra­ken over maken. Dus ja, de wet moet voorschrijven dat daarover afspraken gemaakt moeten worden.”

Maar zaken als een vergoeding bij het eindigen van een contract horen toch wel in zo’n wet? “Ik vind het

Wat vindt u van het idee van BOVAG dat dealercontracten ook onder de aanstaande franchisewet horen te val­­len? “Heel logisch om dezelfde afspra­

onfatsoenlijk dat een dealer geen finan­ ciële vergoeding krijgt voor zijn zelf gecreëerde goodwill als een fabrikant of importeur zijn contract beëindigd. Want ik denk dat mensen echt voor de

ken te maken. Ook al heet het dan geen franchise, de manier waarop de dealer en importeur of fabrikant samenwerken heeft er alles van weg. Hier geldt wat mij

betreft het adagium ‘als het loopt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het een eend’. Ik kan me niet voorstellen dat dit niet wordt meegenomen in de behan­ deling van het wetsvoorstel. En als dat niet gebeurt, dan ben ik de eerste die daar iets van zal zeggen.”

 Meer weten over de lobby van BOVAG voor evenwicht in contractafspraken tussen dealers en fabrikanten? Kijk dan op mijn.bovag.nl/franchisewet. Daar vindt u onder andere welke verbeter­punten BOVAG op het wetsvoorstel heeft ingebracht. BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 9


COMMENTAAR

BOVAG is een groot voorstander van de nieuwe franchisewet. Maar er zijn ook tegengeluiden. In het Financieele Dagblad van 6 september 2019 stond een ingezonden stuk van Timo Jansen en Anne Spaargaren van Lexence. Geert Brummel­ huis, als branchemanager van BOVAG Autodealers direct betrokken bij de BOVAG lobby voor een nieuwe wet, geeft zijn kant van het verhaal.

Voor de f

Instemmingsrecht in beoogde nieuwe franchisewet is slechte ontwikkeling Timo Jansen en Anne Spaargaren zijn advocaat bijLexence.

Snelle aanpassingen van de formule zullen tot het verleden behoren, en dat is een doodvonnis 10 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

gen, waarbijformuleontwikkeling en -onderhoud in het domein van de franchise­gever liggen en lokale marktbewerking met gebruikmaking van die formule, het prerogatiefvan de franchise­ nemers is. Die structuur stimuleert zowel fran­ chisegever als franchise­nemer om hun operatie te optimaliseren enzo winstentemaximaliseren. De inspanningen van de franchisegever strek­ ken mede ten nut van de franchisenemer, en vice versa. ONTMOEDIGING Franchising als vorm van samenwerking heeft de Nederlandse economie bepaald geen windeieren gelegd. De Nederlandse sector kent circa acht­ honderd franchiseformules met ruim dertig­ duizend franchisevestigingen, waarmee een jaarlijkse omzet van ruim €30 mrd en 325.000 arbeidsplaatsen zijn gemoeid. Invoering van een instemmingsrecht draagt niet bij aan de besten­ diging van het succes van franchiseals bedrijfs­ model, integendeel. Invoering zal naar verwachting investeringen van franchisegevers in formuleontwikkeling en -onderhoud ontmoedigen. Wezenlijke investe­ ringen in de formule leiden immers veelal tot wezenlijke wijzigingen van de formule, die voor­ afgaande instemming van de franchisenemer(s) zouden vereisen. Economisch rationeel handelend, zal instem­ ming slechts worden gegeven indien deze op korte termijn verbetering van de positie van

franchisenemer(s) leidt. Op deze wijze zullen franchisenemer(s) het instemmingsrecht benutten om een deel van het rendement op de investering van de franchisegevers in de formulewijziging naar zich toe te trekken. Specifieke investeringen in de formule worden zo ontmoedigd. Ze zouden immers minder, of wel­ licht niet renderen in vergelijking met de situatie waarin de franchisegever uitsluitende zeggen­ schap over zijn formule heeft. Daarnaast leidt de noodzaak tot het verkrijgen van instemmingertoe dat snelle aanpassingen van de franchiseformule tot het verleden zullen behoren. In het huidig economisch tijdsgewricht is dat bijna een doodvonnis. IRRATIONEEL Los van genoemde effecten op het micro­niveau van individuele franchisenetwerken, verwachten wij dat de doorbreking van de bestaande zeggen­ schapsstructuren binnen franchise op macro­ niveau tot een afname van het aantal franchise­ vestigingen in Nederland zal leiden. En daarmee ook tot een afnamevan werkgelegenheid. Invoe­ ring zou dus economisch irrationeel zijn. Onze verwachting en hoop is dan ook dat de Raad van State het wetsvoorstel franchisewet streng toetst op de beleidsmatige consequen­ ties. Voor de bestendiging van het succes van de sector zou de Raad van State de minis­ter moeten adviseren het wetsvoorstel niet (ongewijzigd) in te dienen.

06-09-2019 Auteursrecht is voorbehouden aan Het Financieele Dagblad

G

aat er instemmingsrecht komen voor franchisenemers bij tussentijdse aan­ passingen in een franchiseformule? Daarover buigt de Raad van State zich op dit moment, naontvangst van een wetsvoorstel met deze strekking van staats­ secretaris Mona Keijzer vanEconomische Zaken en minister Dekker voor Rechtsbescherming. Hoewel het wetsvoorstel pas openbaar wordt bij indiening in de Tweede Kamer, blijkt uit het begeleidendenieuwsbericht dat het wets­voorstel beoogt even-wichtige franchiseverhoudingen te bevorderen door ondermeer tussentijdse wij­ ziging van franchiseovereen­komsten en het overleg tussen franchisegever en franchise­ nemer te regelen. Uit het voorontwerp,dat in januari dit jaar in con­sultatie werd gebracht, is gebleken dat de beoogde regelingeen instemmingsrecht van franchisenemers introduceert. Die toestemming kan van de individuele franchisenemer worden verkregen of door goedkeuring van een eventuele franchisevereniging. Ondanks zeer kritische geluiden volgt uit het consultatieverslag dat het instemmingsrecht (enigszins gewijzigd) is gehandhaafd in het wetsvoorstel dat sinds juli bij de Raad van State ligt. Met het instemmingsrecht wordt de uitsluitende zeggenschap die een franchisegever heeft over materiële wijzigingen van de fran­chiseformule, omgezet in gezamenlijke zeg­genschap van fran­ chisegever en franchisenemer(s). In feite worden franchiseformules hiermee zo onteigend. De wijzewaaropmen zonder inmenging van derden over zijn eigen goederen kan beschikkenisim­ mers het wezens­kenmerk van eigendom. Deze ‘onteigening’ doorbreekt de eigendoms­ structuur die aan het economisch succes van franchise als bedrijfsmodel ten grondslag ligt. Franchise betreft een samenwerking tussen eco­ nomisch en juridisch zelfstandige ondernemin­


r en tegen franchisewet Kom maar op met die franchisewet! Franchiseverhoudingen zijn vandaag de dag allesbehalve evenwichtig. In ieder geval niet bij BOVAG-leden zoals autodealers en de actualiteit van de afgelopen jaren maakt duidelijk dat het in meer sectoren speelt. Ik heb het ook niet over incidenten, maar over een structureel scheve situatie. Waarom? Omdat het kan.

E

en franchisenemer is volstrekt afhankelijk van de fran­chisegever, met een zwakke onderhandelingspositie als gevolg. Ja, dat is de aard van de huidige ‘samen­ werking’ en dat besef is aanwezig bij franchise-­onder­ nemers, maar door vergaande juridische contract­ optimalisatie is de balans inmiddels volledig weg en liggen lasten en risico’s maximaal bij franchisenemers. Dat Mona Keijzer de balans wil herstellen is alleen maar posit­ ief. Franchisenemers in Nederland, veelal MKB-bedrijven zijn hier gevestigde bedrijven, die hier belasting betalen, hier werk­ gelegenheid verschaffen en lokaal sterk verankerd zijn. Ze vormend de motor van onze economie en maatschappij. Het wetsvoorstel van Mona Keijzer is al veelbesproken en regel­ matig wordt het beoogde instemmingsrecht betwijfeld. Veelal door dezelfde juristen die de franchisecontracten voor fran­ chisegevers de afgelopen jaren hebben ‘geoptimaliseerd’. De kritiek in het stuk van advocaten Timo Jansen en Anne Spaar­ garen in het FD van 6 september is nogal stellig, met angst­ kreten dat het een doodvonnis zou zijn voor franchiseformules. Indrukwekkende woorden, maar vooral stemmingmakerij.

Abnormale zaken Ik zal uit leggen waarom. Abnormale zaken zijn vandaag de dag in franchiseland doodnormaal. Een contract van honder­ den pagina’s met louter eenzijdige bepalingen? Gebruikelijke kost voor een autodealer. Alle franchisenemers van een formule per direct opzeggen om het netwerk te saneren en tegelijkertijd forse nieuwe investeringen te eisen, zoals voor autodealers in een compleet nieuwe showroom, zonder enige financierings­ bescherming, zonder contractzekerheid en zonder concreet perspectief om deze investeringen daadwerkelijk terug te kun­ nen verdienen? Een tussentijdse wijziging van het commerciële model ter kennisname toesturen? Het is allemaal eerder regel dan uitzondering. Het kan namelijk eenzijdig, zonder instem­

ming. En de rekening ligt bij de franchisenemers. Dus waarom zou je overleggen? Waarom accepteren franchise-ondernemers dit? Omdat ze een verantwoordelijkheid hebben naar hun werknemers en hun families. Omdat de vorige investeringsronde nog niet is terug­ verdiend. Omdat ze geen goodwill ontvangen voor opgebouwde klantwaarde bij opzegging. Omdat deze ondernemers hart heb­ ben voor de merken waarvoor ze werken, vaak al genera­t ies lang. Omdat er feitelijk vaak geen keuze is. Niet tekenen is zelden een optie. Of je nu een grote of kleine ondernemer bent.

Geen dictaat Elk jaar onderzoeken we de relatie, oftewel de samenwerking, tussen autodealers en importeurs, per merk. De merken met de hoogste score, presteren meestal ook het beste in de markt. Oftewel, de formules waar de samenwerking met de franchise­ nemers goed is en afspraken meer in gezamenlijkheid tot stand komen, daar zijn de resultaten ook beter. Instemmingsrecht is zeker geen slechte ontwikkeling. Instem­ ming leidt tot hogere betrokkenheid en betere afstemming binnen formules. Instemming is nodig om samen nieuwe uit­ dagingen aan te gaan, om samen de klant beter te bedienen wiens loyaliteit steeds minder een gegeven is, niet in de laatste plaats door nieuwe toetreders. Instemming leidt tot het delen en proberen van innovatieve ideeën, die juist rijkelijk aan­ wezig zijn bij de echte ondernemers, de franchisenemers. Franchise moet een samenwerking zijn, geen dictaat. Dus kom maar op met die wet.

Geert Brummelhuis Manager BOVAG Autodealers Bestuurslid Franchise Netwerk Nederland (FNN) BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 11


BELANGENBEHARTIGING & LOBBY

HOE BEHARTIGT BOVAG DE BEL ANGEN VAN ZIJN LEDEN?

9

Lobbyen voor de franchisewet # 1 0/ 2 0 1

Belangenbehartiging voor leden is het dagelijkse werk van de BOVAG-lobbyisten. Soms moeten zij snel schakelen, zoals laatst toen door een tekort aan tachograafkaarten stilstand van duizenden vracht­ auto’s dreigde. Maar vaker gaat het om grote dossiers waar resultaat soms lang op zich laat wachten. Voor de komst van de franchisewet bijvoorbeeld, moest er heel wat gelobbyd worden.

Wat heeft de franchise­ lobby opgeleverd?

1

In het huidige regeerakkoord staat opgenomen dat er regelgeving moet komen voor een betere positie van franchisenemers ten opzichte van franchisegevers. Daar­ mee heeft BOVAG een sterke lobbybasis gerealiseerd.

2

Op aangeven van BOVAG hebben ook ruim twintig dealerverenigingen gereageerd op de marktconsultatie van het wetsvoorstel. Dat is niet alleen een mooie samenwerking van BOVAG met leden, maar dit heeft ook serieus impact.

3

Het nieuwe wetsvoorstel bevat een hoofdstuk waarin specifieke eisen worden gesteld aan de bijzondere franchiseovereenkomsten zoals BOVAG dat ook wenste.

4

Het wetsvoorstel gaat uit van een brede toepassing van het franchisebegrip. De aard van de overeenkomst is leidend, niet bijvoorbeeld de naamgeving. BOVAG heeft daar een flink punt van gemaakt. Met succes, want nu zijn ook dealercontracten inbegrepen.

5

Het wetsvoorstel zoals het bij de Raad van State ligt, is volledig van dwingend recht, dus niet slechts op enkele onderdelen zoals franchisegevers graag wilden. Het wetsvoorstel ligt hiermee inhoudelijk in de lobby­lijn van BOVAG. Ook vanwege nog andere belangrijke bepalingen ligt er straks een wet die rekening houdt met de belangen van BOVAG-leden, denk maar aan een instemmingsrecht voor franchise­nemers bij belangrijke tussentijdse wijzigingen en bepalingen voor goodwill bij contractbeëindiging. Een mooi voorbeeld van de kracht van verenigd zijn.

12 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

B

OVAG wil franchiseregel­ geving waarin een franchise­ nemer een betere positie krijgt ten opzichte van een franchise­ gever. Dit moet leiden tot betere contracten die meer in balans zijn. Op dit moment zijn veel con­tracten van BOVAG-leden te onevenwichtig en dat komt vooral door de combinatie van het vrije contractrecht en de afhankelijke positie van de franchisenemer. BOVAG lobbyt daarom al jaren voor evenwich­ tigere contractafspraken tussen deze partijen, denk dan aan de relatie tussen importeurs en auto- of truckdealers, die tussen formules en garagebedrijven óf pomphouders en oliemaatschappijen. Omdat deze contracten in hun aard ook gewoon een franchisecontract zijn, heeft BOVAG vorig jaar sterker ingezet op de lobby voor specifieke regelgeving zoals dat ook bestaat voor bijvoorbeeld huur en agentuur. Dat betekent veel praten, cijfers verzamelen, bewijzen aanvoeren bij de amb­tenaren en de minister, maar ook Kamerleden laten zien hoe de prak­ tijk bij de BOVAG-leden is, zodat zij zelf de noodzaak van regelgeving kunnen inschatten.

Consultatie De vereniging trok op met diverse andere brancheorgani­saties voor bij­ voorbeeld horeca en retail in het Fran­ chisenemers Netwerk Nederland, omdat je samen nou eenmaal een sterker verhaal hebt. Het doel, de komst van een nationale franchisewet, is inmiddels in zicht.

Er ligt een wetsvoorstel dat dit jaar nog aan de Tweede Kamer moet wor­ den voorgelegd. Voordat het zover is, is er nog een zogenaamde marktcon­ sultatie van het wetsvoor­stel geweest. Deze peiling van de mening van het publiek op het voorstel leverde 362 publieke reacties op (anonieme reacties niet meegerekend). Ook de BOVAG-lob­ byisten hebben een reactie gegeven samen met maar liefst twintig dealer­ verenigingen. Het wetsvoorstel is op basis van deze reacties aangepast en heeft ook al een akkoord gekregen van de Ministerraad. Het voorstel ligt nu bij de Raad van State voor een (juri­ dische) toets.

Twee jaar tot échte wet De volgende stap is dat de franchisewet als voorstel naar de Tweede Kamer


Tekst: Danielle Rousselet Illustratie: Edith Buenen

Veel praten, cijfers verzamelen, bewijzen aanvoeren bij ambtenaren en Kamerleden laten zien hoe de praktijk bij de BOVAG-leden is

gaat. Bij akkoord kan het door naar de Eerste Kamer. Wanneer die ook akkoord is, wordt de wet in principe van kracht. Het ministerie van Eco­ nomische Zaken, de dossierhouder, heeft wel een overgangsperiode voor­ gesteld die ingaat na het definitieve akkoord op het wets­voorstel. Het zal naar verwachting dan nog twee jaar duren voordat de regels écht als wet gelden. Het ministerie van Economi­ sche Zaken wil nog voor het eind van het jaar naar de Tweede Kamer met het wetsvoorstel. Voor de BOVAG-lobbyisten is het nu afwachten en monitoren of er tus­ sentijds niets meer aan het voorstel verandert, zodat de uiteindelijke wet zo goed mogelijk tegemoet komt aan de ideeën en wensen van BOVAG over evenwichtige contractafspraken.

Wie vinden er allemaal wat van? Bij het tot stand komen van een wet zijn veel partijen betrokken. Bij de franchisewet had BOVAG in de lobby te maken met onderstaande partijen:

1

4

Ministerie van Economische Zaken Onder aanvoering van Mona Keijzer schrijven ambtenaren van dit ministerie de wet.

2

5 6 7

3

8

Franchisenemers Netwerk Nederland (FNN) Een coalitie van verschillende vertegen­ woordigers van franchisenemers zoals: BOVAG, Vakcentrum, FANed en Fraudehelpdesk.

MKB Nederland BOVAG is lid van deze ondernemersvereniging, die de franchiselobby actief steunt. VNO-NCW BOVAG is lid van deze grote ondernemersclub om onder andere tegenwicht te bieden aan grote franchisegevers zoals Ahold en Jumbo.

Ministerie van Veiligheid en Justitie Co-schrijver van de wet. De politiek Politieke partijen, Kamerleden en woordvoerders van Economische Zaken.

Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) Het collectief van de franchisegevers. Bepalend voor deze lobby zijn Ahold en Jumbo. RAI Vereniging Vertegenwoordigt onder andere fabrikanten en importeurs van automerken en onderdelen.

BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 13


19

OPROEP

17 /0 5/2 0

FRANCHISEGEVERS PASSEN NOG SNEL CONTRACTEN IN HUN VOORDEEL A AN

Ministeries moeten haast maken met nieuwe franchisewet Zowel MKB-Nederland als het Franchise Netwerk Nederland, twee organisatie waar BOVAG ook lid van is, hebben deze week dringende oproepen gedaan aan de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid, om haast te maken met het voorstel voor de franchisewet. Het is inmiddels drie maanden na het sluiten van de consultatie op het voorstel en er is nog geen reactie. Ondertussen gebruiken franchisegevers dit vacuüm om de huidige contracten in hun voordeel aan te passen.

F “

Jacco Vonhof

14 BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020

ranchisegevers dekken zich vooruitlo­ pend op de nieuwe wet in en de ont­ wikkelingen in de markt gaan snel”, zegt voorzitter Jacco Vonhof van MKB-­ Nederland. “We kunnen niet nog een jaar wachten en die kant dreigt het wel uit te gaan.” Volgens de voorzitter hebben de fran­ chisegevers wettelijke maatregelen de afgelo­ pen jaren gedwarsboomd. “Ze namen de onder leiding van toenmalig minister Kamp overeen­ gekomen Franchisecode niet over, en hadden ook bezwaar tegen een wettelijke verankering daarvan. Dat heeft al met al jaren gekost.” Inmiddels werkt staatssecretaris Keijzer van EZK, mede na aandringen van het Franchise Netwerk Nederland (FNN), aan een nieuwe wet die weer balans moet brengen in de verhouding tussen franchisenemers en -gevers. “Dat waar­ deren we”, zegt Vonhof. Maar hij vreest dat het proces opnieuw veel te lang gaat duren omdat de franchisegevers tegenwerken. “Het moet nog naar de Raad van State en naar de Kamer. Dat zou eerst allemaal nog voor de zomer gebeu­ ren, maar het ziet ernaar uit dat dat niet wordt gehaald.”

Ondertussen zien MKB-Nederland en het Fran­ chise Netwerk Nederland (FNN) dat franchi­ segevers in afwachting van de wet nog snel eenzijdig de overeenkomsten aanpassen. Zo schroeven ze de looptijden op, zodat ze straks als de wet er is nog geen nieuwe contracten hoeven te maken waarvoor dan strengere regels gelden. Ook worden er vaker voor de franchi­ segever voordelige bepalingen opgenomen over direct sales en e-commerce, waarmee ze recht­ streeks de concurrentie kunnen aan­gaan met hun eigen franchisenemers.

Dealercontract geen franchisecontract Ook BOVAG ziet dat franchisegevers/fabrikan­ ten zich roeren. Er komen dealer­contracten voorbij waarin is opgenomen dat dit géén fran­ chisecontracten zijn en waarin franchisenemers ook niet als zo­danig worden beschouwd. Geert Brummelhuis, als branchemanager BOVAG Autodealers betrokken bij het franchisedossier, is daar ontstemd over: “Dealercontracten zijn franchisecontracten, daar is geen twijfel over. Dat sommige fabrikanten zich nu zo proberen in te dekken, geeft wel weer aan dat de fran­


Tekst: Elvira Spoelstra Fotografie: Guus Schoonewille

Dat sommige fabrikanten zich nu proberen in te dekken, geeft juist aan dat de franchisewet snel nodig is chisewet snel nodig is om de contractverhou­ dingen iets evenwichtiger te krijgen.”

Hoogste prioriteit

12

Franchise Netwerk Nederland stuurde vorige week een dringende brief aan Sander Dekker, minister van Rechtsbescherming. In de brief doet de organisatie een dringend verzoek aan de minister om de franchisewet, ondanks de volle werkagenda van het ministerie van Jus­ titie en Veiligheid, op dit moment de hoogste prioriteit te geven. MKB-Nederland deed deze week via een pers­ bericht een dringend verzoek aan staatssecre­ taris Mona Keijzer van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om het wets­ voorstel snel af te ronden omdat bescherming van franchisenemers nu keihard nodig is.

Werkbezoek Wittebrug

/0

4/2 0 1 9

Eerlijk zakendoen was het onderwerp van het werkbezoek dat MKB Nederland deze week organiseerde bij VW- en Audi-dealer Wittebrug in Den Haag. MKB Nederland nodigde daarbij de secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Maarten Camps, uit. BOVAG was als lid van MKB Neder­ land ook van de partij. Er werd gesproken over eerlijke contractafspraken tussen dealer en fabrikant en uitdagingen voor ondernemers in de platformeconomie. Doel van het werkbezoek bij Wittebrug was onder andere om Maarten Camps te informeren over de specifieke uitdagingen die dealerbedrijven tegenkomen.

BOVAGkrant SPECIALE UITG AVE / FEBRUARI 2020 15


Ontmoet collega’s uit de branche en de mensen van BOVAG Het BOVAGhuis in Bunnik is het huis van alle leden van BOVAG. U bent van harte welkom voor een kop koffie en u kunt kosteloos gebruik maken van het mooie lichte atrium als u met een collega wil afspreken, even een werk­plek nodig heeft of voor een kop koffi e of een broodje onderweg. Uiteraard is vergaderen bij BOVAG ook mogelijk, tegen sterk gereduceerd tarief kunt u als BOVAG-lid gebruik maken van het vergadercentrum. Het BOVAGhuis is altijd voor iedereen goed bereikbaar, met auto en OV. Het BOVAGhuis in Bunnik is dus de ideale locatie in de buurt van Utrecht om branchegenoten te ontmoeten.

Meer informatie via www.bovag.nl/vergaderen of via vergaderen@bovag.nl en (030) 659 52 12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.