DRAAIBOEK STE KLASINTRODUCTIE 1 LEERJAAR
Brenda De Windt
Inhoudstafel
De woordfabriek 1. Doelstelling 2. Vooraf 3. Benodigdheden 4. Verloop 4.1 Welkom heten 4.2 Kennismaking met de bib 4.3 Rondleiding 4.4 Verhaal voorlezen 4.5 Speurtocht 4.6 Opdracht 4.7 Afscheid 5. Werkmiddelen
1 2 2 2 3 3 3 3 3 5 6
De woordfabriek We vertrekken vanuit het verhaal ‘Het land van de grote woordfabriek’. De kinderen komen hierbij uitgebreid in aanraking met letters en woorden, die ze vervolgens gebruiken om hun weg te vinden in de bibliotheek. Deze introductie vindt het best plaats na de kerstvakantie, aangezien de kinderen dan een stap verder staan in het leesproces. DUUR: 60 minuten In de aanloop naar de introductie is het belangrijk volgende vragen te stellen aan de leerkracht: 1. Hoeveel tijd heeft de klas? 2. Moeten de kinderen aan het einde van de introductie nog een boek kiezen? (belangrijk voor het verloop en de tijdsindeling van de introductie) 3. Hoeveel leerlingen zijn er?
1. Doelstelling Volgende eindtermen voor Nederlands1 worden aangewend: 1. LUISTEREN ET2 1.5 Voor hen bestemde instructies waarbij hen gevraagd wordt mondeling te handelen, begrijpen en uitvoeren. 2. SPREKEN ET 2.2 ET 2.3
3. LEZEN ET 3.5
Spontaan vragen stellen om informatie in te winnen. Met eigen woorden een gelezen, beluisterd of bekeken verhaal zonder steun van illustraties navertellen.
Een voorgelezen verhaal navertellen of naspelen met / zonder steun van illustraties.
4. SCHRIJVEN ET 4.7 Zelfstandig en uit het hoofd alle regelmatig voorkomende schrijfletters reproduceren. ET 4.8 Bereid zijn om te luisteren en te spreken en zich in te leven in de boodschap. Plezier beleven aan luisteren en spreken. Bereid zijn om spontaan te spreken. Zich voldoende kritisch en weerbaar opstellen bij het luisteren en spreken met leeftijdsgenoten. 1
Bron: http://www.gemeenschapsonderwijs.be/sites/portaal_nieuw/Prikbordvoorleerkrachten/Basisonderwijs/leerplannen/Leerplannen%20201 02011/Nederlands.pdf http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/ 2 ET = eindterm
1
2. Vooraf •
• • • • • •
kijken of het boek aanwezig is, zoniet dit boek reserveren. Indien het boek niet tijdig beschikbaar is, opteren voor een andere oplossing, bijvoorbeeld: ‘Het Letterwinkeltje’, Ron Schröder & Marianne Busser -‐> exemplaar in HB, Ertvelde en Sleidinge benodigdheden klaarleggen leeshoek klaarzetten controleren of informatie rond etiketten nog actueel is letters verstoppen op de jeugdafdeling overige letters in woordfabriek steken nakijken of er voldoende letters zijn om het gedicht te maken
3. Benodigdheden • • • •
boek ‘Het land van de grote woordfabriek’, Agnes de Lestrade -‐> exemplaar in HB, Ertvelde en Sleidinge kamishibai van het boek 'Het land van de grote woordfabriek' (eventueel) – voorjaar 2015: in bestelling letters om te verstoppen in de bibliotheek woordfabriek (karton)
• • • •
letters om in de fabriek te stoppen verhalen / boeken om te illustreren: babyboekjes -‐ prentenboeken -‐ verhalende boeken -‐ gedichten -‐ sprookjes -‐ weetboeken -‐ luisterboeken -‐ tijdschriften woordjes identiteitskaart / lenerspasje
4. Verloop
4.1 Welkom heten Waar? inkomhal, leeszaal Wat? jezelf voorstellen jassen weghangen
2
4.2 Kennismaking met de bib Waar? jeugdafdeling Wat? • Wie is al in de bibliotheek geweest? • Wat kan je hier allemaal vinden? boeken – cd’s – dvd’s – luisterboeken – tijdschriften – strips -‐> voorbeelden tonen • Welke soorten boeken zijn er? babyboekjes – prentenboeken -‐ verhalende boeken -‐ gedichten -‐ sprookjes -‐ weetboeken -‐> voorbeelden tonen • Hoeveel materialen mag je meenemen naar huis? • Hoelang mag je deze materialen houden? • Wat heb je nodig om naar de bibliotheek te komen? • Moet je betalen om naar de bibliotheek te komen? • Wat moet je doen met de boeken van de bibliotheek?
4.3 Rondleiding (enkel in de jeugdafdeling) 6+ boeken -‐> prentenboeken -‐> cd’s -‐> luisterboeken -‐> dvd’s
4.4 Verhaal voorlezen Boek: Het land van de grote woordfabriek / Agnes de Lestrade Waarover gaat dit verhaal? Over letters, woorden, spreken, .. Wel, vandaag hebben we iets meegebracht voor jullie: een woordfabriek!
4.5 Speurtocht Alle letters van het alfabet zitten verstopt in de jeugdafdeling. De kinderen moeten deze letters zoeken. Vervolgens kunnen ze deze in de woordfabriek steken. !! In de woordfabriek zitten reeds meerdere letters verstopt (zie 1. Vooraf), zodat de kinderen voldoende letters hebben om de opdracht uit te voeren.
4.6 Opdracht De klasgroep wordt in 2 groepen verdeeld. We vragen aan de leerkracht om hierbij te helpen. We schakelen de leerkracht in om de groep die woordjes moet maken te begeleiden en te helpen. Groep 1 We heffen de fabriek op en alle letters liggen verspreid op de grond. Groep 1 maakt woordjes met deze letters. Vervolgens krijgen ze een gedichtje. Ze moeten de woorden van het gedichtje vormen. Vervolgens proberen ze het gedichtje op te zeggen. Dit dragen ze eventueel voor voor groep 2 (enkel mogelijk als de 2 groepen een ander gedichtje krijgen).
3
Mogelijke gedichten: Wurmpje (uit: dag lachemaan / Geert De Kockere) Wormpje, wurm je uit de grond. Eerst je kop en dan je kont, kruip maar lekker rond. Mooi rechtdoor, makkelijk hoor. Kapper (uit: dag lachemaan / Geert De Kockere) Knip knip, knipt de schaar de krullen uit mijn haar. Eentje hier en eentje daar, knip knip, doet de schaar. Even kijken wat het wordt: veel te kort! wat zeg je (uit: Een rijm in mijn oor / Riet Wille, Geert Vervaeke) een koe doet boe. een kip doet tok. een bij doet zoem. een poes doet mauw. een muis doet piep. en ik? wat zeg ik? ik lijk net een vis. die wil wel. maar hij kan niet.
4
Groep 2 De kinderen krijgen uitleg over de ‘Eerste lezers-‐boekjes’: Welke boekjes zijn voor hen? Waar staan deze? Hoe kunnen ze deze herkennen? Vervolgens krijgen ze elk een woordje. Ze moeten een boekje zoeken bij de Eerste lezertjes (AVI-‐Start – AVI-‐M3 – AVI-‐E3; vroeger AVI 1-‐2-‐3) met dit woordje in de titel. maan
aap
kip
koek
jas
riet
roos
kok
doos
bad
teen
jan
vis
poes
beer
kus
koe
kaas
pet
spin
school
spook
dier
sok
muur
boek
oom
zon
uil
boom
ik
weg
huis
reus
vuur
ijs
!! Bij rugopstelling is het interessant de boeken vooraf uit de rekken te halen en op tafels klaar te leggen. Dit vergemakkelijkt het zoeken voor de kinderen. Als de kinderen een boekje gevonden hebben, kunnen ze hier eventjes in kijken. Eventueel kunnen ze nog een volgend boekje zoeken (afhankelijk van de beschikbare tijd). Vervolgens neemt ieder kind een boekje mee naar de zelfuitleen. Daar tonen we hoe de kinderen boeken kunnen meenemen naar huis en terugbrengen. Hoe gebeurt het lenen? Hoe gebeurt het inleveren. Uiteindelijk gaat groep 2 bij groep 1 kijken welke woordjes ze gevormd hebben en of ze het gedichtje al dan niet kunnen opzegggen. Groepjes worden gewisseld.
4.7 Afscheid
5
5. Werkmiddelen Volgende werkmiddelen bevinden zich in het magazijn: • woordfabriek • envelop met woordjes en letters • gedichten (A4) Volgende werkmiddelen zijn uit te printen via bibliotheek/kennissysteem/draaiboek en materiaal introducties: • letters van het alfabet (meerdere malen uit te printen) • gedichtjes • woordjes Dit draaiboek is digitaal beschikbaar op: bibliotheek/kennissysteem/draaiboek en materiaal introducties.
6