BDW - editie 1430

Page 1

‘KOM TERUG NAAR EMIRDAG’ TURKSE STAD WORSTELT MET EMIGRATIE: P. 4-7

SUMMER OF PHOTOGRAPHY: FEMINISTEN VOOR EN ACHTER DE LENS En ook: Elbow, Violent Femmes, P.A.R.T.S. en Supervlieg.

12 06 14

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

© SANDER DE WILDE

PARKEERLUS OF MINIRING

BRUSSEL – Protesteren of niet protesteren? Dat was de vraag voor wie een autoluwe binnenstad genegen is. Want de stad Brussel heeft beslist om een deel van de Centrale Lanen autovrij te maken, maar besliste ook bij wijze van compromis, en om MR en Open VLD mee over de streep te trekken, om een parkeerlus/miniring rond de autovrije zone in te stellen. Barslecht idee vindt Picnic The Streets, dat alweer duizend man op de been kon brengen. SVG Burgemeester Yvan Mayeur laat het niet aan zijn hart komen. Hij bezocht de actievoerders en ziet de picknick als een steun voor zijn plannen voor een autovrij Beursplein.

stratie, niet om de merken heen.” Daar komen de dertig investerende brouwers in beeld. Gatz: “Het zijn grote en kleine brouwers, die elk tien of meer bieren maken. Samen vormen ze het kloppend hart van de

Belgische biersector.” Maar zal wie het meest investeert ook het meest zichtbaar zijn in de biertempel? “Niet noodzakelijk,” aldus Gatz. “De investering van elke brouwer gebeurt ook niet volgens marktaandeel. We hebben een verdeelsleutel afgesproken waarmee we de diversiteit zo groot mogelijk willen houden.” En wat met de talloze andere bieren, van brouwers die niet mee betalen? “We laten de deur voor hen zeker op een kier staan. In de shop bijvoorbeeld willen we zo breed mogelijk gaan.” Bettina Hubo

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

Bier > Ecolo vreest dat kleine brouwers niet aan bod zullen komen

Wie mag in de biertempel? BRUSSEL – Dertig brouwers investeren samen vijf miljoen euro in de biertempel in de Beurs. “Maar het wordt geen billboard van oogverblindende merken,” zegt Sven Gatz, directeur van de Belgische Brouwers. Marie Nagy, gemeenteraadslid voor Ecolo in Brussel-Stad, is ongerust dat de Belgian Beer Temple in de praktijk gekaapt zal worden door enkele grote brouwers. “Het project wordt door het stadsbestuur vergeleken met het Guinness Storehouse in Dublin, een puur commerciële aangelegenheid,” zegt ze. “Dit initiatief wordt voor tachtig procent

door de overheid gesubsidieerd. Dan moeten de kleine brouwers toch ook aan bod komen. Dit mag toch geen plek worden waar mensen bier komen drinken van de grote merken.” De omvorming van het Beursgebouw tot biertempel gaat, btw inbegrepen, zo’n dertig miljoen euro kosten. Brussel-Stad stelt het gebouw ter beschikking en geeft ook

nog eens een lening van dik zes miljoen euro, Beliris telt ook ruim zes miljoen neer en het Gewest zelfs meer dan twaalf miljoen (Toerisme en Monumenten). En dan is er dus de bijdrage van vijf miljoen van de dertig brouwers. Volgens Gatz is de bezorgdheid van Nagy ongegrond. “De nadruk in de Belgian Beer Temple ligt op het algemene verhaal van het Belgische bier. Daar gaat het voor zeventig, tachtig procent om. Natuurlijk kun je, bij wijze van illu-

GEGARANDEERDE SENSATIES VAN 12 TOT 21 JUNI

DB636968F4

EXPO EXPO

Opening vrijdag 21 juni van 18u-21u

zaterdag 22 juni / 14u-18 u zondag 23 juni / 14u-18 u maandag 24 juni / 18u- 21u dinsdag 25 juni / 18u- 21u

Opening vrijdag 21 juni van 18u-21u zaterdag 22 juni / 14u-18 u zondag 23 juni / 14u-18 u maandag 24 juni / 18u- 21u dinsdag 25 juni / 18u- 21u

Zie blz. www.academieanderlecht.be Zie blz 17 xx www.academieanderlecht.be www.academieanderlecht.be info@academieanderlecht.be - T 02 523 03 71 - Dapperheidsplein 17 - B-1070 Anderlecht

info@academieanderlecht.be - T 02 523 03 71 - Dapperheidsplein 17 - B-1070 Anderlecht

N° 1430 VAN 12 TOT 19 JUNI 2014 ¦ WEEK 24: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


BDW 1430 PAGINA 2 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Uitgelicht > Franstalige christendemocraten vormen onverwacht de spil

De federatie zag ze vliegen (en zag dat het goed was) BRUSSEL – Hoewel fors verlies voor de partij werd voorspeld, is het CDH uiteindelijk de spil gebleken waarrond in Brussel en Wallonië een Franstalige coalitie is gevormd. Sterker nog: het lijfsbehoud van CDH heeft een gedeelde Franstalige visie op de toekomst echt mogelijk gemaakt. “Ons aanbod is het behoud van het naoorlogse sociale model.”

D

e Franstalige christendemocraten zouden de verkiezingen verliezen. Het luchthavendossier, zo vertelden waarnemers, was namelijk dodelijk voor de reputatie van Brussels lijsttrekker Joëlle Milquet. Maar Milquet, een gedreven en uiterst intelligent politica, offerde haar dossierkennende staatssecretaris Melchior Wathelet op, en blijkbaar wist de kiezer dat te appreciëren. In het Brussels parlement kon het CDH de schade daarom beperken tot een verlies van twee zetels. Zeker, de Franstalige socialisten zijn de grootste partij, maar eigenlijk draaide alles rond het CDH wanneer de Franstalige lotsverbondenheid

IN MEMORIAM

vorige week donderdag werd uitgesproken. Niet toevallig gebeurde dat in het parlement van de Franse Gemeenschap, door Franstaligen ook wel de Fédération WallonieBruxelles genoemd. “PS, FDF en CDH zijn natuurlijke bondgenoten,” zo verklaart Brussels parlementslid en ex-voorzitter van het Franse gemeenschapsparlement Julie de Groote (CDH). “Zie het als een signaal van het zuiden van België. Wij willen allen strijden voor het behoud van het naoorlogse sociale Belgische model, bijvoorbeeld voor de gezondheidszorg. Die principes hebben we vervat in de zogenaamde Sint-Emilieakkoorden, die de uitvoering van de zesde staatshervorming in Wal-

lonië en Brussel regelen en op elkaar afstemmen.” De Groote zegt dat de samengebalde Franstalig-linkse vuist een voorzorg is op een evolutie waarbij de gewesten in België steeds meer bevoegdheden krijgen, onder meer door de zesde staatshervorming, en waarbij het naoorlogse sociale model met sociale partners (zoals mutualiteiten, red.) niet zou blijven bestaan zoals in de Sint-Emilieakkoorden afgesproken. Vrij vertaald: het Brussels en het Waals Gewest moeten ervoor kunnen zorgen dat ze min of meer hetzelfde sociale beleid kunnen voeren. Het tegendeel daarvan is een federale regering (rechts, of met N-VA) die een ander model oplegt: dat van de ‘verstaatsing’ van bijvoorbeeld de gezondheidszorg, waardoor het overleg met de sociale partners verdwijnt, of, privatisering. Opmerkelijk daarbij is dat de Groote niet wil spreken van een communautaire maatregel, maar van een economische. Zolang de zesde staatshervorming wordt

uitgevoerd zoals afgesproken, wel. Ook de Brusselse Vlamingen worden bij die beslissing betrokken, zo zegt de Groote, want sociale thema’s worden in Brussel ‘gecocomiseerd’. Dat lelijke woord duidt op het feit dat toekomstig Brussels sociaal beleid zoals de kinderbijslag door de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie wordt uitgetekend, ook volgens de geest van de Franstalige Sint-Emilieakkoorden. “We hebben nog altijd geen antwoord gehad van de Brusselse Vlamingen op de vraag of ze meestappen in onze maatschappijvisie,” aldus de Groote.

Zonder tegenzet Veel wordt duidelijk nu er aan Franstalige kant een linkse regering in de steigers staat. De Fédération Wallonie-Bruxelles is een soort Belgische substaat die het Belgische (het als links gebrandmerkte naoorlogse sociale model) wil handhaven, met twee ‘federale’ componenten, het Brusselse en Waalse Gewest. Op Brussels niveau is de door Frans-

taligen gevreesde subnationaliteit die de N-VA voorstond voor Brussel afgewend, en op federaal niveau kan door het vastklampen van zowel Wallonië als Brussel aan de SintEmilieakkoorden geen ‘afbreuk’ worden gedaan aan het sociale beleid door een rechtse federale regering. Dat de drie partijen PS, CDH en FDF deze meesterzet uitvoerden is misschien niet eens gepland, maar de logische optelsom van de drie partijen zelf. FDF heeft Ecolo vervangen als dé Brusselse stadspartij, CDH is traditioneel voorstander van een sterke Franse Gemeenschap en krijgt zijn zin door de sociale eenheid van de Fédération WallonieBruxelles, en de PS staat uiteraard sterk in Wallonië. PS-coryfee Laurette Onkelinx zegt dat de drie partijen slechts ‘verloofd’ zijn, maar zonder sterke tegenzet van de Vlaamse Brusselaars zou die verloving wel eens snel een vaststaand huwelijk kunnen worden. En, o ironie, zonder tegenzet ook. Christophe Degreef

© STIB-MIVB

DE WEEK IN BEELD DOOR SANDER DE WILDE

GUY VANDENBRANDEN (1926-2014) Thuis in Antwerpen en onverwacht is kunstenaar Guy Vandenbranden (19262014) overleden, boegbeeld van de generatie naoorlogse constructivisten. Een leven lang bleef hij in zijn assemblages, muurschilderingen, objecten, glasramen en schilderijen trouw aan het abstract-geometrische. Daarin riep hij dankzij warme, sterke kleuren emotionele geladenheid op. Geboren in Elsene, volgde hij lessen aan de Académie Libre L’Effort (Zavel), een school die zich afzette tegen de academische schilderkunst. Zijn eerste exposities dankt Vandenbranden aan de Brusselse Galerie Saint-Laurent, de nominatie voor de Prix Jeune Peinture Belge (1957) deed de rest. In metrostation Beekkant hangt zijn tien meter lange Compositie Glasraam (1982), ooit door de MIVB besteld voor Weststation. Zondag houdt de kunstwereld een herdenking. JMB

Vorige week vond in Brussel een top van de zeven meest geïndustrialiseerde landen ter wereld plaats. Onder andere wegens de aanwezigheid van Barack Obama waren de veiligheidsmaatregelen aan het Berlaymontgebouw enorm.

© SANDER DE WILDE


WEEKOVERZICHT

BDW 1430 PAGINA 3 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

© IVAN PUT

WOENSDAG 4 JUNI G7-top aan Schuman. De Amerikaanse president Barack Obama landt in België voor de G7-top die plaatsvindt aan het Schumanplein. Eerst ontmoet hij koning Filip en ontslagnemend premier Elio Di Rupo op het paleis. Een deel van de autosnelweg wordt tijdelijk afgesloten en ook het Schumanplein wordt autovrij gemaakt. Hotel Méridien failliet. Het bekende Hotel Méridien aan het Centraal Station is door de rechtbank van koophandel failliet verklaard. De oorzaak van het faillissement zou een geschil zijn tussen de eigenaar en de uitbater over de hoge huurprijs. De 140 personeelsleden worden, volgens een aankondiging van de curator, ontslagen. Of het hotel ook effectief de deuren sluit, is nog niet duidelijk. Openbaar onderzoek gevangenis Haren verlengd. Het openbaar onderzoek naar de nieuwe gevangenis in Haren wordt met twee weken verlengd na protest van bewonersverenigingen. Het lijvige dossier kon enkel ingekeken worden in het Nederlands, wat problemen gaf voor de Franstalige inwoners van Haren die het Nederlands niet machtig zijn. De Regie der Gebouwen wil tegen 2017 een nieuwe gevangenis bouwen met 160 plaatsen.

DONDERDAG 5 JUNI

In het Brussels parlement kon het CDH van Pierre Kompany (midden) en Joëlle Milquet (rechts) de schade beperken tot een verlies van twee zetels.

GROEN LICHT VOOR PARLEMENT Negenentachtig parlementsleden hebben dinsdag de eed afgelegd in het Brussels Parlement. Over de installatie was even nog wat twijfel, omdat de verkiezingen niet vlekkeloos zijn verlopen. Maar een spoedprocedure bij de rechter haalde het niet en uiteindelijk keurden de verkozenen de verkiezingen van 25 mei goed. Dat parlement is alweer wat kleurrijker dan het vorige. Voor het eerst zijn er deputés van Albanese (Amet Gjanaj, PS) en Pakistaanse origine (Zahoor Manzoor, MR). Daarnaast een dozijn verkozenen van Marokkaanse en vier van Turkse origine, waaronder Hasan Koyuncu (PS)

“ “ HET WOORD

die nu al de nieuwe ‘Emir Kir’ wordt genoemd, omwille van zijn monsterscore. Ook vertegenwoordigd: Guinea en Congo. En de burgemeesters? Een decumul-wet haalde het net voor de verkiezingen niet. Dat is ook aan de samenstelling te zien. Er zijn alweer acht burgemeesters verkozen, twee komen er in als opvolger. De andere Brusselse burgemeesters zitten, op drie na, in de Kamer, maar volgend jaar wordt Brussels parlementslid Dominique Defourny (MR) verwacht als nieuwe burgemeester van Elsene, en dan zullen uiteindelijk 17 van de 19 Brusselse burgemeesters als parlementair zetelen. Tot slot is de man-vrouwverdeling zeker niet slecht. Veertig procent van het Brussels parlement is vrouw. Steven Van Garsse

Brussel wint Mijn Pop-uprestaurant. Brussel wint het VTM-programma Mijn Pop-uprestaurant. De finale vond plaats tussen Antwerpen en Brussel. Uiteindelijk wist Sticks&Stones de overwinning binnen te halen. De winnaars, Hanne en Jaro, winnen 100.000 euro. Daarmee willen ze een eigen restaurant beginnen. Modernisering van het kanaal in Halle. De nv Waterwegen en Zeekanaal en het stadsbestuur van Halle sluiten een akkoord over de renovatie van het kanaal Brussel-Charleroi. In totaal zal de nv 145 miljoen euro investeren in de modernisering van het kanaal. In Halle wordt de kanaalbodem twee meter verdiept en wordt de vaarwegbreedte vergroot tot 28 meter in de stadskern en tot 40 meter daarbuiten. De werken zouden van start gaan in 2016.

VRIJDAG 6 JUNI Vierde slachtoffer schietpartij overleden. Het parket bevestigt het overlijden van het vierde slachtoffer van de schietpartij in het Joods Museum. De vijfentwintigjarige medewerker vocht sinds de aanslag op 24 mei voor zijn leven.

ZATERDAG 7 JUNI Hevige hagelbui legt voetbalmatch stil. De voetbalwedstrijd tussen de Rode Duivels en het Tunesische elftal in het Koning Boudewijnstadion wordt na 24 minuten stilgelegd door een hevige hagelbui. De grote hagelbollen waren niet enkel pijnlijk voor de spelers, ze veroorzaakten ook heel wat materiële schade aan auto’s die in de buurt geparkeerd stonden.

ZONDAG 8 JUNI

De voorzitter van de Liga van Imams woont hier 25 jaar en spreekt geen Frans. De voorzitter van de Theologische Raad is hier al dertig jaar en spreekt noch Frans, noch Nederlands. Dat is niet normaal”

Je bent toch stapelgek als je daar vandaag nog in belegt” Vastgoedadviseur Cor van Zadelhoff (DTZ) over Uplace (in Trends).

Drie Brusselse restaurants in Europese top 100. Comme Chez Soi, Sea Grill en Brasserie la Paix, dat zijn de drie Brusselse restaurants die een plaatsje krijgen in de Europese top 100 van ‘Opinionated About Dining’ (OAD). De beoordeling gebeurde door 4.300 niet-professionele restaurantbloggers die samen ongeveer 140.000 restaurants bezochten.

DINSDAG 10 JUNI

Shoulder surfing De bende maakte honderdduizenden euro’s buit bij zo’n honderd slachtoffers. Het federaal parket tilt zwaar aan deze vorm van georganiseerde criminaliteit en eist celstraffen van vijf jaar tegen vier beklaagden, die als kopstuk worden beschouwd. De twaalf anderen riskeren straffen tussen twee en vier jaar effectief.

MAANDAG 9 JUNI Dode bij brand in Schaarbeek. Bij een brand in een woning in de Vandermeerschstraat in Schaarbeek valt in de nacht van zondag op maandag een dodelijk slachtoffer. De vier andere bewoners kunnen de woning niet meer via de trap verlaten en springen via het balkon op de eerste verdieping naar beneden. De brand ontstond vermoedelijk door een kortsluiting.

Jamal Habbabich, bestuurder bij de Unie van Brusselse Moskeeën (in La Libre).

In Brussel staat een zestienkoppige bende Roemeense shoulder surfers terecht. Shoulder surfing is een techniek waarbij dieven over je schouder meekijken naar de code die je intikt aan een bankautomaat of in de winkel. Vervolgens stelen ze je bankkaart om je rekening te plunderen. Er wordt aangeraden om je code steeds discreet in te tikken door met je vrije hand het klavier af te schermen.

Picnic The Streets. Zo’n duizend picknickers betogen op het Beursplein tegen de manier waarop het stadsbestuur het Brusselse stadscentrum autoluw wil maken. Ze vrezen dat de niet-autovrije delen enorm veel verkeer zullen te slikken krijgen. De mega-picknick lokt minder deelnemers dan verwacht werd via de sociale media.

Stefanie Luppens

Eedaflegging Brusselse parlementsleden. De 98 verkozenen van het Brusselse parlement komen voor het eerst samen. Hun eerste taak bestaat in het valideren van de verkiezingen. Daarna volgen de installatie en de eedaflegging. Samengesteld door Ella Martens

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


© NAAM FOTOGRAAF

BDW 1430 PAGINA 4 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Emirdag. In de zomermaanden komen honderdduizend Turken er hun vakantie doorbrengen. De rest van het jaar is het een slaperig bergstadje.

Buitenland > Turkse stad worstelt met vijftig jaar emigratie

‘Kom terug naar Emirdag’ TEKST EN FOTO’S: STEVEN VAN GARSSE

EMIRDAG/ ESKISEHIR – De migratie uit Emirdag naar België die in 1964 op gang kwam, laat vijftig jaar later de thuisblijvers met een wrang gevoel achter. “Laat ze maar vlug terugkomen.”

W

ie door de Turkse wijken van Sint-Joost-ten-Node of Schaarbeek wandelt, kan er moeilijk naast kijken. Emirdağ is prominent in het straatbeeld aanwezig. Er zijn kruidenierszaken naar genoemd en theehuizen. Snacks pakken uit met hun enige echte Emirdağ köfte. De verwijzing naar Emirdağ is er niet zonder reden. Sinds 1964 trekken uit dit bergstadje in het hart van Anatolië Turkse migranten naar België om er in de mijnen, voor de Brusselse metro of in de bouw te komen werken.

Vijftig jaar later gaat die migratie, via familiehereniging, ongehinderd door. In de zomermaanden worden in Emirdağ en omstreken honderden huwelijken voltrokken. Vaak is dat met partners uit Europa en migreert het koppel naderhand naar België, Nederland of Duitsland. Maar hoe kijkt Emirdağ aan tegen die vijftig jaar migratie? En is Brussel even aanwezig in Emirdağ, als Emirdağ dat is in Sint-Joost en Schaarbeek? Brussel Deze Week ging ter plaatse kijken. We namen de route die de meeste Brusselse Turken nemen. Met het vliegtuig

naar de grote stad Eskişehir, waar je midden in de nacht aankomt en de dag erop met een luxebus naar Emirdağ reist. In Zaventem viel al op hoe tastbaar de migratie is. Tientallen gepensioneerde Turken wachten op het vliegtuig, maar ook stokoude Turkse vrouwen in een rolstoel maken er hun opwachting om naar hun geboorteland terug te keren, nu de koude winter in de Turkse bergen is afgelopen.

Tweede vaderland Voor we naar Emirdağ gaan, ontmoeten we in Eskişehir de historicus Ahmet Urfalı, auteur van een vuistdik standaardwerk over Emirdağ, en vragen we hoe hij tegen de migratie aankijkt. Volgens Urfalı kan de band tussen Emirdağ en Brussel, en bij uitbrei-

ding heel Europa, niet onderschat worden. “Er zijn 320.000 Emirdağli,” rekent hij voor. “Een kleine helft is naar de grootstad getrokken (Eskişehir) en de andere kleine helft leeft in de diaspora, veelal in Brussel en Gent. De rest is in Emirdağ gebleven. Die bereidheid om te migreren is niet zo vreemd. Het volk van Emirdağ is een volk van migranten. 350 jaar geleden kwam het immers uit Turkistan in Emirdağ aan.” “De migratie heeft een economisch effect zonder weerga gehad op Emirdağ. De levensstandaard is er sinds de migratie enorm op vooruitgegaan. Daarom zeg ik: de band tussen Emirdağ en Brussel is een symbool voor de vrede in de wereld. Brussel is als een tweede vaderland voor de mensen van Emirdağ.” Volgens Urfalı is het zelfs koning

Leopold II geweest die de eerste contacten tussen Turken en Belgen heeft bewerkstelligd. Of Urfalı ook een negatieve impact ziet van de emigratie? “Ja,” zegt hij. “Het verlies van de culture identiteit bij de mensen van Emirdağ. Maar dat kunnen we de Belgen zeker niet aanwrijven. Dat is onze fout.”

Grijze wolf We waren naar Emirdağ getrokken om na te gaan hoe sterk Brussel er aanwezig is. Dat blijkt aardig tegen te vallen. In Emirdağ is een klein winkeltje dat zich Bruksel Tekel heeft genoemd (Brussel shop), een café heet Bürüksel AB (Brussel EU), maar veel meer valt er van Brussel niet te zien. We gaan op zoek naar een monument dat aan de vijftig jaar BelgoTurkse migratie herinnert, maar ook daar krijgen we nul op het rekest. Haarlem, die andere stad met een sterke migratie uit Emirdağ, heeft wel een vriendschapsparkje aangelegd, maar dat ligt er vandaag niet zo goed bij. De verklaring voor het ontbreken van een herinneringsmonument is niet zo ver te zoeken. Bij de lokale overheid overheerst, in contrast met wat de historicus vertelt, een gevoel van ontgoocheling, of zelfs afwijzing, nu vijftig jaar nadat de migratie op gang kwam. We ontmoeten burgemeester van Emirdağ Uğur Serdar Kargın. Hij is bouwkundig ingenieur en enkele weken geleden verkozen tot hoofd van de municipaliteit. Hij is lid van


BDW 1430 PAGINA 5 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

verder. “Het aantal scheidingen is fel gestegen, het studieniveau is gezakt en de Turkse migranten komen in Brussel veel meer in contact met drugs en alcohol. Waren ze hier gebleven, dan stond de familiale structuur garant voor stabiliteit. Nu zijn er mannen die met vrouwen trouwen die de leeftijd hebben van hun eigen moeder. En dat alleen maar om in België te kunnen raken.”

Bergdorpen

Burgemeester Uğur Serdar Kargın: “Migratie heeft de Turken lui gemaakt.”

Sommige Turken komen recht vanuit het rurale en primitieve leven in de bergen van Emirdag in Schaarbeek of Sint-Joost terecht.

Historicus Ahmet Urfali: “Brussel is een tweede vaderland.”

ingenieur kunnen worden, en heb mijn eigen marmerbedrijf. Was ik naar Brussel verhuisd, dan was ik hoogstens baas geworden van een schoonmaakbedrijfje. De migratie naar Europa heeft ons volk afgeremd in zijn ontwikkeling.” En dan, niet zonder overdrijven: “Zonder Europa waren de Turken in staat om naar de ruimte te reizen.” Kargın gelooft ook niet dat Europa het nog lang zal uitzingen. “De crisis in Europa zegt genoeg. Op middellange termijn gaat de EU de dieperik in en nemen andere landen revanche op de jarenlange kolonisatie. Je zal nog zien hoe Belgen zullen moeten gaan werken in Congo.” Kargın heeft dan ook maar één boodschap aan de Turkse migranten: kom zo snel mogelijk terug.

Meer sérieux

Zeki Ermiş, oftamoloog: “Migratie zal blijven bestaan, zolang de lonen niet gelijk zijn.

de MKP, de partij van de extreemrechtse grijze wolven, een nationalist met pan-Turkse denkbeelden. Het is zondag maar hij is aan het werk. Een aantal oude panden van de gemeente worden met de grond gelijk gemaakt. Kargın haalt een papiertje uit zijn vestzak en toont wat hij er als burgemeester van wil maken: een parkje dat vanuit de lucht gezien de vorm heeft van een Turkse vlag. Verder komen er nog sociale woningen, een aquapark en andere sociale voorzieningen. De fondsen heeft hij er niet voor. Emirdağ zit diep in de schulden. Hij hoopt op mecenaat en vrijwillige giften, en op winst uit ecologische investeringen. De nationalist kan over vijftig jaar migratie niet veel positiefs kwijt. “De migratie heeft de Turken lui gemaakt,” zegt Kargın. “De migranten hebben gekozen voor het snelle geld. Daardoor zijn ze hun talenten kwijtgespeeld. Kijk naar mij: ik ben

Een gelijkaardig verhaal, maar iets opgepoetst en met meer sérieux, valt te horen bij een hoge functionaris van de provincie in Emirdağ. Turgut Karakış is directeur Onderwijs. Hij ziet hoe op vijftig jaar tijd de scholen volledig zijn leeggelopen. “We hebben de laatste decennia

zeventig schooltjes moeten sluiten in en rond Emirdağ. Oorzaak? De emigratie. In 1964 waren we met 40.000 in Emirdağ, vandaag is dat minder dan de helft.” De ironie van dit verhaal is dat de scholen in Brussel intussen uitpuilen, mede door de migranten. Toch gelooft ook Karakış dat een te-

intriest. Niet alleen de school is verlaten. Ağilçik lijkt in zijn geheel wel een spookdorp. Even later bezoeken we een school die wél blaakt van gezondheid en met honderden spelende, geüniformeerde kinderen. Maar om die kinderen na hun achttiende in Emirdağ te houden?

“Jongeren verkiezen de luie zetel in Europa, of worden werkloos. Dat strookt niet met de Turkse waarden. We zijn een volk van werkers.” rugkeerverhaal mogelijk is. Ergens ten lande is het ministerie een verlaten school aan het renoveren, zodat ze opnieuw open kan. Intussen moet het ministerie zich behelpen met een busdienst om kinderen uit dorpen zonder school toch onderwijs te gunnen. We bezoeken een leegstaand vervallen schooltje in Ağilçik, op een boogscheut van Emirdağ. Het is

Karakış: “Dat is een ander negatief effect van de migratie. Jongeren verkiezen om naar Europa te gaan, in plaats van hier te studeren en een stevig diploma te behalen. Ze verkiezen de luie zetel in Europa, of worden werkloos. Dat strookt niet met de Turkse waarden. Wij zijn een volk van werkers.” “De migratie betekent verder een verlies van waarden,” gaat Karakış

Niet iedereen heeft de weg naar Brussel gevonden. Sommigen zijn in Emirdağ of een van de tachtig omliggende dorpjes gebleven. We ontmoeten Ali in het bergdorpje Çattalı. Hij is geitenboer. In de winter gaat hij ‘s ochtends naar boven met zijn kudde, en keert hij ‘s avonds terug. In de zomer blijft hij in de bergen slapen. Zijn dieren moet hij met een geweer tegen wolven beschermen. Hij legt het verschil uit tussen het hoeden van geiten en van schapen, hoe hij de graasplekken kiest en wat de verkoop opbrengt op de markt. Hij ziet er helemaal gelukkig uit. We rijden verder door het dorre berglandschap. In de verte ligt sneeuw. We zien een vos, wilde paarden, een slangenarend, tapuiten, een schildpad. De natuur mag er dan al onguur uitzien, de landschappen zijn prachtig. Elke twee à drie kilometer ontmoeten we nieuwe herders met schapen, of geiten. Er zijn dertig herders, alleen al in deze vallei. Telkens met kuddes van wel 500 schapen of geiten. Later zullen we op de beestenmarkt van Emirdağ zien hoe er tot 300 euro per dier wordt geboden en hoe de dieren tot in Istanbul worden verkocht. De economie in Emirdağ drijft nog altijd voornamelijk op landbouw. En het leven is er primitief en ruraal. En toch is de kans altijd groot dat de herderszoon, of -dochter, op zijn twintigste naar Brussel verhuist, om er een westers leven te gaan leiden. De aanpassingen moeten enorm zijn. Niet alleen moet er Frans of Nederlands geleerd worden, hij of zij komt ook van een boerenleven plots terecht in een welvarende Westerse stad. We ontmoeten Ilhan bij de plaatselijke schoenlapper. Ilhan heeft zes jaar in de Philomènestraat in Schaarbeek gewoond, maar zijn verloving leidde niet tot een huwelijk en hij keerde terug naar Emirdağ. Rouwig is hij er niet om. Hij werkt hier nu in de transport. “Ik voelde me in Brussel geïsoleerd. Uitgesloten. Ik spreek de taal niet. En dan was er nog de stress. Van de stad, van het werk. Hier heb ik geen verplichtingen. Los daarvan vond ik Brussel wel een mooie stad, maar je moet het systeem doorhebben. Als dat lukt, is het makkelijk om in Brussel te leven.”

Riante villa’s Wat opvalt is hoe de migratie voor een gigantische sprong zorgt op de sociale ladder. Wie in Emirdağ blijft, blijft voornamelijk aan de slag in de landbouw. Wie verhuist krijgt kinderen die (soms) naar de universiteit

‘Brussels’ winkeltje aan de busstop.

LEES VERDER OP P.6


BDW 1430 PAGINA 6 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Vulla aut nonsequisis nulput nonsenibh ese veliquat lorem volor.

Chique villa’s van Turkse emigranten in het dorpje Karakal. De straten zijn leeg op deze oudjes na. Alle drie hebben ze familie of schoonfamilie in Brussel, Gent of Lokeren.

VERVOLG VAN P. 5 gaan, maar in ieder geval erg rijk kunnen worden. Dat mag blijken uit de riante villa’s die Belgische Turken er voor zichzelf bouwen en waar we er één van bezoeken. Marmer overal, piekfijn geverfd en gestuukt, drie badkamers, en dure meubels onder een laken verstopt. Want dat is ook de andere kant van het migratie-verhaal. De huizen staan elf van de twaalf maanden leeg. Veel Turken komen alleen in de vakantiemaanden naar Emirdağ. En dan nog verblijven ze liever in de naburige stad Eskişehir of aan de kust. Karakış, de provincie-functionaris, citeert waanzinnige cijfers. Vandaag zijn er volgens hem 60.000 woningen in Emirdağ, waarvan er 50.000 het grootste deel van het jaar leeg staan. Ook de omliggende dorpen ogen leeg. Bijvoorbeeld Karacalar, het dorp waar de Schaarbeekse FDFschepen Sait Köse van afkomstig is, en waar we met de wagen naartoe rijden. De familie Köse heeft er een groot sportcomplex gebouwd aan het begin van het dorp. Overal staan chique villa’s, maar er is geen hond te bespeuren. Het parkje, dat lichtjes staat te vervallen, is gesloten. Uiteindelijk treffen we drie oudjes op een bank. Alle drie hebben ze kinderen of schoonfamilie in Brussel of in Gent.

In het dorp is ook een machtige sjiitisch broederschap aanwezig met een mooi betegelde moskee. Binnen liggen in een rood getapisseerde ruimte de drie graven van de leiders van deze Alevitische gemeenschap. Buiten zijn nog meer graven. Zelfs hier is, voor wie het weet, Brussel aanwezig. Het zijn de voorouders van de stichter van het bekende Turkse restaurant Şahbaz op de Haachtsesteenweg.

Terugkeer Vraag is of er ook Turken zijn die gepokt en gemazeld zijn in Europa en desondanks definitief terugkeren naar het land van hun voorouders. De vraag is niet onzinnig. In Duitsland is er sprake is van een tendens van ‘remigratie’. Turkije doet het economisch immers helemaal niet zo slecht. Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen blijkt dat de remigratie uit België dan weer eerder bescheiden is, en als ze toch voorkomt, draait ze vaak uit op een mislukking. We ontmoeten in het riante park van de stad Eskişehir Zeki Ermiş, een arts die in Duitsland, niet ver van de Belgische grens, oftalmoloog was, maar nu in een chique privéziekenhuis oogoperaties uitvoert voor (rijke) Turken uit de migratielanden. “Ik was in Düren oogarts maar ben blij dat ik in Turkije aan de slag kan. Duitsers zijn toch nog altijd een beetje ‘Heil Hitler’, weet je wel. Ik voelde me in Duitsland een vreemdeling.

Hier in Turkije voel ik me thuis.” Ermiş gelooft evenwel dat migratie altijd zal blijven bestaan: “Zeker zolang het loon in Turkije niet hetzelfde is als in een Europees land. Ik verdien hier meer dan in Duitsland, maar ik ben een echte uitzondering.” Dat remigratie ook zijn problemen kent, wordt bevestigd door journa-

“Er zijn 60.000 woningen in Emirdag. Daarvan staan er 50.000 het grootste deel van het jaar leeg.” listen van de internetkrant Esgazete waarmee we praten. Het is geen uitzondering dat jongeren met een universitair diploma in Eskişehir aan de slag zijn als citroenverkoper op straat. De sociale zekerheid in Turkije staat op een laag pitje, leefloon of werkloosheidsuitkering bestaat niet.

Garagist Vele terugkeerders wagen zich dan ook een kans in de zakenwereld.

Tientallen Belgo-Turken hebben een bouwbedrijfje in Eskişehir. Er wordt duchtig gebouwd. Elk jaar komen er tienduizend mensen bij in deze stad van 700.000 inwoners (zie hiernaast). Vreemd genoeg is ook onderwijs er big business. We bezoeken de wijk in Eskişehir waar het bulkt van de Dershanesi, privéscholen die jongeren voorbereiden op het ingangsexamen voor de universiteit. Buiten hangen groot zeildoeken met namen van jongeren die geslaagd zijn voor deze of gene universiteit. De concurrentie tussen de privéscholen is bikkelhard. Basri Sönmez was garagist in de Trooststraat in Sint-Joost maar zijn zaak ging overkop. Hij legde zijn overall af en draagt nu een chique kostuum. Hij is nu een van de schooldirecteuren in Eskişehir. Toch loopt het niet van een leien dakje. “Ik moet minstens 500 leerlingen hebben om rendabel te zijn. Leraren worden weggekocht, en ook hier moet ik voldoen aan de normen, en belastingen betalen.” En in Emirdağ? We ontmoeten Ridvan Kavak. Hij is een jonge twintiger, ooit nog finalist van Top Model Belgium. Hij excuseert zich voor zijn slechte Frans (dat uitstekend blijkt mee te vallen). “Ik ben het Frans verleerd. Ik woon al drie jaar in Emirdağ.” Ridvan is geboren en getogen Sint-Joostenaar. Maar zijn parcours is zoals dat van vele migrantenkinderen. Hij heeft zijn school niet afgemaakt, raakte niet

aan een baan. Hij is nu definitief naar Emirdağ verhuisd. Hier leidt hij een prinsenleven. Hij is directeur van een resort net buiten de stad, met een enorm overdekt voetbalveld, een aquapark, afgezoomd door frisgroene grasveldjes en twee luxueuze gebouwen, waar de familie Kavak resideert als ze niet in Brussel zijn. Want de familie Kavak heeft goed geboerd in Sint-Joost. De broers Kavak hadden jarenlang een kruidenierszaak aan de Leuvensesteenweg, en nog wat handeltjes her en der. Ook in Emirdağ doet de familie Kavak aan ‘differentiatie’. Zo baat Ridvan er in de zomermaanden een friterie uit waar de Belgische Turken massaal naartoe trekken. “We serveren espresso-koffie (moeilijk te vinden in Turkije, SVG) en frieten met Belgische saus,” zegt Ridvan. “De Turken uit Brussel zijn er verlekkerd op.” En er is meer. De snack kreeg de naam Bilo, de naam van een legendarische friterie in de Grensstraat in Sint-Joost, uitgebaat door een... Vietnamees, maar bij de Brusselse Turken een naam als een klok. En zo laat Brussel dan toch zijn sporen na in Emirdağ. Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds voor Journalistiek van de federatie WallonieBruxelles. Met dank aan journalist Mehmet Köksal.


BDW 1430 PAGINA 7 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Nog niet in Brussel, wel in Ekisehir: een tram in de winkelstraat.

Ridvan Kavak. Werkloos in Sint-Joost. Directeur in Emirdag.

Flaneren langs de rivier Porsuk, de jongeren zijn er dol op. Markt op dinsdag. Schapen worden met honderden tegelijk verkocht.

Stedenbouw > Voetgangersstad naar Westers voorbeeld

Eskişehir, tussenstop naar Europa ESKISEHIR – De toekomst is aan de steden. Eskisehir, 200 kilometer ten westen van Ankara, is daar een mooi bewijs van. Al is niet alles rozengeur en maneschijn.

De laatste decennia moesten zeventig schooltjes de deuren sluiten.

Na hun schoolloopbaan willen de jongeren zo snel mogelijk naar Europa.

Voor wie afkomstig is uit Emirdag is Eskişehir net zo belangrijk als Brussel. Het is de stad waar vele jongeren naartoe trekken om te studeren, maar ook om de landerigheid van het stoffige bergstadje te ontvluchten. En het is sowieso de tussenstop naar het welvarende Europa. Tussen 2007 en vandaag is de stad met 75.000 inwoners gegroeid, een aanwas van meer dan tien procent in vijf jaar tijd. Dat de stad zo aantrekkelijk is, heeft zeker ook te maken met het burgemeesterschap van Yılmaz Büyükerşen (°1936), tevens rector van een van de drie universiteiten. Hij zet volop in op stadsvernieuwing en wil van de stad een echte voetgangersstad maken, naar Westers voorbeeld. Autovrije straten, mooi aangelegde pleinen, groene parken en een rivier, de Porsuk waar alle ruimte is voorbehouden aan wandelaars, pleziervaart en terrasjes. De jongeren zijn er dol op. De eetgelegenheden en de waterpijp-etablissementen barsten uit hun voegen. Ook op vlak van openbaar vervoer laat Büyükerşen zich gelden. Hij pakte in 1999 uit met de plannen voor een geëlektrificeerde tramlijn, die vandaag door de autovrije winkelstraat rijdt. Die verschilt in weinig van

die van de Westerse steden. “In het begin was er heel wat protest tegen de tram,” zegt Mustafa Yıldırım van de lokale internetkrant Esgazete, “er waren zelfs pogingen tot sabotage. Vandaag wordt er gemanifesteerd om de tram voor de deur te krijgen.”

Buitenlandse contacten Toch blijft er, net zoals in andere steden, ook een permanent conflict met de autobestuurders. Yıldırım: “Eskişehir blijft een stad waar de auto prominent aanwezig is en de burgemeester krijgt ook kritiek omdat hij het de auto moeilijk maakt. Hij probeert intussen de bewoners zachtjes te doen wennen aan het idee van een autoluwe stad.” Keerzijde van de medaille van die stadsvernieuwing is dat de kosten hoog oplopen. Eskisehir heeft zich diep in het rood gewerkt, met een schuld van 180 miljoen euro en een tekort van 50 miljoen euro in 2013. Dankzij de goede buitenlandse contacten van Büyükerşen slaagde die er in het verleden wel in om makkelijk geld los te weken bij internationale banken. Eskişehir rekent er voorts op dat de demografische groei de stad een economisch elan zal geven, zodat de gemaakte kosten zichzelf terugverdienen, maar het is volgens de journalisten van Esgazete voor pas afgestudeerde universitairen aartsmoeilijk om een goede baan te vinden. Steven Van Garsse


BDW 1430 PAGINA 8 - DONDERDAG 12 JUNI 2014 © COPA PARA QUÉM

Linksboven: Voor de aanleg van de nieuwe sneltram werden honderden armen onteigend. Rechtsoven: Massale betogingen in Brazilië. Linksonder en midden: Vreedzame protestanten worden gearresteerd door de militaire politie. Rechtsonder: Fortaleza is een populaire bestemming voor sekstoerisme.

Film > Jonge Brusselaars maken documentaire over keerzijde Wereldbeker Voetbal

‘Wereldbeker geen feest voor Brazilianen’ BRUSSEL/FORTALEZA – De zin om iets rond Brazilië te doen leefde al lang bij filmmaaksters Maryse Williquet en Clémentine Delisse. Toen de betogingen in juni 2013 uitbraken, was het hek van de dam. Enkele Brusselse jongeren trokken naar Brazilië om een documentaire te maken over de onvrede met de organisatie van het WK voetbal. Het resultaat is ‘Copa Para Quém?’.

‘E

r worden astronomische sommen geld geïnjecteerd in wat het grootste feest van de eeuw moet worden, terwijl het onderwijs wankelt en de ziekenhuizen zo vol zijn dat er mensen op de grond liggen. De onvrede bij de bevolking is zeer groot,” vertelt documentairemaakster Maryse Williquet. Astronomisch is geen overstatement: de wereldbeker die deze week van start gaat, kost meer dan de vier vorige wereldbekers samen. “En dat is in het verkeerde keelgat geschoten bij de Brazilianen, zeker als je ziet in welke omstandigheden velen leven: extreme armoede, precaire woningen, kinderen op straat in plaats van op school en geen toegang tot degelijke gezondheidszorg. En die zaken zullen er niet beter op worden door de wereldbeker. Het is een gemiste kans.” Williquet trok haar ogen wijd open

toen ze vorige zomer voor het eerst in Brazilië was. “Brazilië kende de voorbije jaren een sterke economische groei en kon de status van ontwikkelingsland van zich afschudden. Het is nu de zesde grootste economie ter wereld. Ik had nooit verwacht daar zoveel armoede tegen te komen, en vooral de sociale kloof. Het verschil tussen rijken en armen is veel groter dan bij ons,” vertelt de jonge Brusselse. Ze was onder de indruk van het politiegeweld. “De militaire politie drijft vreedzame betogingen uiteen met veel machtsvertoon en zelfs rubberkogels.”

Alles voor toerisme De documentaire is gefilmd in Fortaleza, een miljoenenstad in het noordoosten van Brazilië die tot ver buiten de landsgrenzen bekend is om haar zonovergoten zandstranden. “Die moeten gevrijwaard

worden, want de toerist mag niet gestoord worden in zijn vakantierust,” zegt Williquet. Dat toerisme in Ceará, een van de armste staten van Brazilië, is er niet alleen voor de zon en de stranden. De prostitutie trekt veel buitenlandse toeristen aan. “Veel jonge meisjes vervallen er in de prostitutie, soms gewoon om hun studies te kunnen betalen. Er is ook veel prostitutie bij kinderen. Naar het WK komen vooral mannen, zonder gezin. Er wordt gevreesd voor een sterke toename van de prostitutie en voor de veiligheid van deze meisjes.” Prostitutie is een van de vier onderwerpen ze via Copa Para Quém? wilt verhullen aan de wereld. De andere thema’s zijn straatkinderen, een omstreden treinproject en de grote manifestaties. “Straatkinderen passen niet in het marketingplaatje van de stad, ze worden gewoon van

straat geveegd. De voorbereidingen van de wereldbeker waren een extra drijfveer om de stad te saneren. In plaats van te luisteren naar de publieke opinie en de verzuchtingen van de lokale ngo’s heeft de stad volop ingezet op de bouw van shopping centra, luxehotels en al wat de Europese toeristen kan behagen. Zo werd een treinproject uitgevoerd dat al twintig jaar in de steigers stond, zogezegd om de mobiliteit te verbeteren, maar het is een luxetrein met airco die enkel rijken kunnen betalen. De sporen lopen dwars door volksbuurten die daarvoor onteigend werden. Veel van die mensen wonen nog steeds bij familieleden omdat ze geen eerlijke vergoeding kregen voor hun woonst.”

Antiterrorismewett Voor Williquet is het duidelijk: de Copa is er niet voor de Brazilianen maar voor de toeristen en voor de allerrijkste Brazilianen, eigenaars van de luxehotels en méga-complexen. “De mensen met wie wij gewerkt hebben, zullen geen deel van de vruchten te rapen. Of denkt u dat de Braziliaanse regering gedacht heeft

aan een eerlijke herverdeling van de opbrengsten?” vraag ze wat sarcastisch. “Ambulante straatventers, o zo belangrijk voor de Braziliaanse micro-economie, zullen op hun honger blijven zitten. Niemand mag zonder ticket of toegangspas binnen in de veiligheidszone van twee kilometer rond de stadia.” Ook was de halve toegangsprijs voor studenten en werklozen niet naar de zin van FIFA, die deze regel liet schrappen. “Er zijn heel wat wetten gestemd op vraag van de FIFA. De wet die het meest tot de verbeelding spreekt, is de antiterrorismewet, in een land waar nooit terrorisme geweest is... Dat is om elke betoging te kunnen verbieden en al wie stokken in de wielen van de FIFA wilt steken, te kunnen bestempelen als terrorist. Zo wordt ook de het gewelddadige optreden van de politie gerechtvaardigd,” vertelt Williquet, die blij is met de nieuwe campagne van Amnesty International die de Braziliaanse overheid op het matje roept omtrent het recht op manifesteren. “In Brazilië was het trouwens verboden om alcohol te verkopen in de stadia. Maar Budweiser is een van FIFA’s grootste sponsors, die wet moest er dus ook aan geloven.” Het team van Copa Para Quém? heeft vier documentaires van tien minuten gemaakt die online te bezichtigen zijn. Voor publieke toonmomenten werden de vier thema’s samengevoegd tot een documentaire van 26 minuten. Die ging op zaterdag 24 april in première in De Pianofabriek en zal op verschillende locale televisiezenders te zien zijn. Benjamin Tollet U kunt de documentaire zien op www.copaparaquem.com


BDW 1430 PAGINA 9 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Politiek > Over het gevaar van edge cities en gentrificatie

Sleutels om hoofdstad te ontgrendelen

te volharden in confrontatie. En de auteurs ‘waarschuwen’ de lagere middenklasse om hier niet al te licht over te gaan: “In het nefaste samenspel van economische crisis en gentrificatie worden bescheiden middenklassebewoners niet zelden meegesleurd in de problemen van stijgende woningprijzen en levenskosten, dalende werk- en inkomenszekerheid en steeds minder overheidssteun waardoor hun middenklassepositie onderuit gehaald wordt.”

Maatschappelijk debat BRUSSEL – De prestigieuze Expo 58 was de laatste relatief ongecontesteerde huldiging van de Belgische nationale identiteit, haar internationale ambitie en de centrale rol van Brussel. Dat schrijven André Loeckx, Stijn Oosterlynck en Chris Kesteloot in ‘Wat met Brussel?’. De drie academici van de KU Leuven en UA gaan op zoek naar een nieuwe gemeenschappelijkheid, een alternatief voor frames die de hoofdstad beperken tot een tweespalt: Nederlandstaligen versus Franstaligen, allochtonen versus autochtonen, arm versus rijk, stad versus Rand. De stapel Brusselboeken is ondertussen niet meer te overzien. En toch ben ik met volle goesting aan Wat met Brussel? – een boek voor een breed publiek van geïnteresseerde niet-specialisten – begonnen. Het zijn de namen van de auteurs die me nieuwsgierig hebben gemaakt. En ze hebben me niet ontgoocheld, wat niet wil zeggen dat ik het met hun conclusies volmondig eens zou zijn. Het is hun grote verdienste dat ze de ‘frames’ op een rijtje zetten. In een laatste deel bieden ze sleutels aan om de hoofdstad te ontgrendelen: dat is nodig voor de stad, maar is ook goed voor de Rand. Maar die sleutels houden ook gevaren in. Een eerste gevaar is dat van de edge cities. De auteurs pleiten voor solidariteit tussen de stad en de Rand, grootstadsgebruikers zouden moeten meebetalen voor de diensten waarvan zij gebruik maken en waarvoor de stedelingen betalen. De Rand kan reageren door zelf in die voorzieningen te voorzien, door het creëren van edge cities. Het gevolg is weinig hoopgevend: “Een dergelijk scenario betekent het uiteenvallen van

de metropolitane ruimte en een verdieping van de tegenstellingen tussen de bloeiende Randstad en de uitgeloogde grootstad.” Wat met Brussel? waarschuwt ook voor gentrificatie: “In een dergelijk scenario draait het stadsbeleid rond de noden van de stadsgebruikers en de nieuwe en oude middenklasse, namelijk de veiligheid verzekeren, de mobiliteit verbeteren (vooral de automobiliteit) en de dienstverlening in het centrum beter afstemmen op de noden van de gentrificerende bewoners en gebruikers.” De zwakste groepen hebben dan geen andere keuze dan zich terug te plooien op marginale buurten, de grootstad te verlaten of

U ziet het goed: dit is benevens een informatief boek, ook een boek met een missie. Het is een pleidooi voor een overlegstad, het pleit bijvoorbeeld niet alleen voor een bijdrage van de stadsgebruikers aan de stedelijke voorzieningen, in ruil krijgen de stadsgebruikers ook medezeggingschap. Dat medezeggingschap staat niet gelijk aan politieke vertegenwoordiging. Participatieve democratie biedt volgens Loeckx, Oosterlynck en Kesteloot meer kans op slagen. Met andere woorden: overleg rond projecten om de tegenstellingen te overstijgen. Tijdrovend? Is de afloop onzeker? Allicht, maar het proberen waard. Zoals de oplossing voor de ontnederlandsing van de Rand: gastvrijheid mits aan het territorium niet geraakt wordt. De auteurs hopen dat het boek de aanzet vormt tot een open Brussel-debat. Dat is te hopen: Brussel is het sluitstuk van de hertekening van de Belgische staatsstructuren, Brussel is belangrijk voor heel het land. En niet te vergeten: er wonen ook meer dan één miljoen mensen en dankzij de Europese instellingen is het de broodwinning voor heel wat landgenoten en buitenlanders. Wat met Brussel? is er dankzij Metaforum, een interdisciplinaire werking binnen de KU Leuven die als opdracht heeft om het maatschappelijk debat op wetenschappelijke basis te stimuleren. Coördinator André Loeckx is van Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, Chris Kesteloot is geograaf, Stijn Oosterlinck is van Planning en Ontwikkeling aan de UA. Wat met Brussel? is uitgegeven bij Lannoo Campus, telt 150 bladzijden en kost 19,99 euro. Danny Vileyn

© PETER DHONDT

De kanaalzone wordt vaak omschreven als een speeltuin waarvoor architecten en studiebureaus naar believen plannen kunnen bedenken. De auteur van dit opschrift aan de vroegere Comptoir Brabançon de Cokes aan de Demetskaai in Sint-Jans-Molenbeek is het daar duidelijk niet mee eens.

“WEG MET ARCHITECTEN, URBANISTEN EN RIJKEN”

P-PRAAT Commentatoren, en niet in het minst uw commentator, hebben nogal de neiging om tijden ‘historisch’ te noemen. Vaak heeft dat gewoon te maken met een gebrek aan opleiding en/of historische kennis van de betrokkene, vermengd met een soort geldingsdrang – het leven is al zo kort – en de aloude overtuiging dat het warm water steeds opnieuw kan worden uitgevonden. Met die hagelbuien van de jongste tijden zouden we aan dat laatste trouwens echt beginnen twijfelen, maar goed (flauw). Ter zake. Het lijkt wel alsof uw commentator de laatste dagen een beetje is ingeslapen; er gebeurde hoegenaamd dan ook niks op politiek vlak. Tot vorige week donderdag de PS plots ‘gas gaf’, zoals dat onder commentatoren heet. Toen waren er op ééntwee-drie een Waalse en een Brusselse regering, met het CDH van Joëlle Milquet, en het FDF. Het weekend nadien stelde Le Soir in haar editoriaal dan nog ‘La Belgique devient confédérale. Et alors?’ Dat laatste heet in commentatorenjargon ‘De Mitterrand doen’, naar de Franse politicus die, gevraagd naar zijn scheve schaats, bovenstaande woorden sprak. Historische woorden, als het ware. Gebruikt door Le Soir in een al even historisch editoriaal, dus. Want zeg nu zelf, beste lezer, Le Soir die critici van het confederalisme wandelen stuurt met de grootste en meest geniale dooddoener aller tijden, dat is toch historisch te noemen? Dat is bijvoorbeeld van dezelfde grootorde als wanneer onze senior writer hefboomfondsmanager zou worden en van de vele opgelichte gepensioneerden hun zuurverdiende gemultiplieerde geld zou gaan rentenieren. Maar goed, men moet de realiteit aanvaarden zoals ze is, en dus zeggen wij op zijn commentators: we worden wakker in een ander Brussel en Wallonië. Een ander land dus. En de rest, dat is geschiedenis.

CHIEN ÉCRASÉ NIJLGANS — We zijn vorige week per abuis de plaatsnaam voor onze mededelingen vergeten te plaatsen, beste lezer. Excuus daarvoor. Niet dat het zoveel uitmaakte, maar tradities zijn er om in ere gehouden te worden, zeker in deze internetvaste tijden. Maar genoeg daarover. Deze week borduren we voort op onze oproep om ‘De Ark’, de lang geleden ter zielen gegane beestenrubriek van Brussel Deze Week, nieuw leven in te blazen. Kwamen al aan bod: de Turkse tjiftjaf en de vuursalamander. Deze week schenken wij u de nijlgans, de meest kleurrijke maar ook de meest agressieve aller ganzen. Er zit zo een hele troep rond de vijvers van Elsene, en die beesten blazen en piepen als iemand te dicht in de buurt komt. De situatie is dermate ernstig dat men al van hangganzen kan spreken: terroriseren de hele vijverbuurt alleen maar door er, nou ja, rond te hangen. Misschien daarom dat er sinds kort mannen in het zwart van Leefmilieu Brussel zijn gesignaleerd om de ganzen in het oog te houden. Om het plaatje compleet te maken: er werd tezelfdertijd ook al een man met een dikke sigaar in een dure auto gesignaleerd die de vijvers én de zwarte mannen observeerde. Het geheel straalde zo’n sfeertje uit van ‘Make it look like an accident’.


BDW REGIO

BDW 1430 PAGINA 10 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Deze week aan de ‘miniring’ > Picnic The Streets niet gelukkig

‘Maak Van Artevelde verkeersvrij’

beide kanten geparkeerd. Tussen Fontainasplein en Zespenningenstraat is een bocht. Als het verkeer in de toekomst heel erg toeneemt – zoals de tegenstanders van de miniring vrezen – dan staat de bocht garant voor permanente opstoppingen. Op naar de Van Arteveldestraat, de straat die volgens tegenstanders de volle laag gaat krijgen. Maar ook hier valt het verkeer om vijf voor vijf nog altijd mee. Even mijn licht opsteken bij de handelaars. De uitbater van Bakkerij-Patisserie Yasmine heeft het duidelijk te druk voor een praatje: er wacht een rij met vijftien mensen en ze blijft maar aangroeien. Bij Africa Euro Food is er geen kat. Maar de conversatie wil niet vlotten, de man zegt dat zijn Frans niet zo goed is. Maar wel: dat hij het vreemd vindt dat het verkeer ‘vandaag’ minder is, tussen vier uur en zes uur is het op weekdagen hels, zo vertelt hij mij. Over de verkeersvrije zone en de ‘miniring’ heeft hij nog niet gehoord. Aan de Mercerie Absalon hangt nog altijd een bord met de boodschap dat er twaalf lofts komen. Absalon staat al een paar decennia leeg. Ook in Pizzeria Pasteria Rifino is het kalm. Mohamed Bozzine verontschuldigt zich: zijn Frans is niet goed genoeg om een gesprek te voeren, maar Duits kan best. We schakelen over op Duits. Bozzine is wel op de hoogte van de plannen voor een verkeersvrije Anspachlaan. Hij is ronduit tegen. Bozzine: “De Van Arteveldestraat is geen goede straat voor de handel, veel te druk.” Zijn devies luidt: “Maak de Van Arteveldesraat verkeersvrij en leid het verkeer om langs de Anspachlaan.”

Obama

Onder de noemer ‘Picnic the Streets cycles the MiniRing’ hielden de picnickers zondagvoormiddag een fietstocht langs de geplande stadsautostrade.

BRUSSEL – Vele jaren na andere steden krijgt Brussel zijn verkeersvrij centrum. De voorstanders moeten wel slikken dat er een ‘miniring’ rond de verkeersvrije zone komt die naar ondergrondse parkeerplaatsen leidt. Nog voor een nieuwe Picnic The Streets hier tegen protesteert, stapten wij van de Zuidstraat tot het Muntplein.

H

et is donderdagnamiddag vijf over half vijf. In café L’aca op de hoek van de Bogaardenstraat en Zuidstraat is kalm, op het terras twee mannen die bij een koffie bijpraten, een derde heeft

voor een pint gekozen en roept iets in zijn gsm, de taal kan ik niet vatten. Idem dito in het postkantoor, ook daar is het rustig. En ook met het verkeer valt het mee, tenminste voor wie er niet woont. Op de hoek

met de Gootstraat, waar ooit een winkel met Egyptische snuisterijen was, lonkt nu een hippe kunstgalerij. Het begint te regenen. Als de miniring er komt – en volgens burgemeester Yvan Mayeur (PS)

© SANDER DE WILDE

komt die er, geen verkeersvrije zone zonder miniring – wat dan met het Fontainasplein? Nu heeft het plein een beetje een hippielook met bakken met slordige plantjes en druk beklante zitbanken.

Veel te druk Voor de ingang van de Nederlanstalige school Anneessens-Funck staan twee auto’s dubbel geparkeerd, in de Zespenningenstraat wordt langs

Het is pas als ik de Visverkopersstraat bereik dat het verkeer lichtjes toeneemt, maar wat me heel erg opvalt op dit kruispunt met de Sint-Katelijnsestraat en de Kiekenmarkt is het ontzettende lawaai dat niet eens zo veel auto’s maken. Er is protest tegen het lawaai van overvliegende vliegtuigen, er is protest tegen het lawaai van voorbijrijdende trams, maar zelden of nooit tegen het lawaai dat auto’s veroorzaken. Aan het Muntplein gekomen zit de wandeling er op. Het blijft me kwellen waarom het minder druk was dan ik verwacht had. Pas op vrijdagochtend daagt het me: Obama. De Amerikaanse president stuurt het verkeer danig in de war. In de Van Arteveldestraat ten goede. Misschien moet hij wat vaker komen? Danny Vileyn

ADVERTENTIE

BOEKENMARKT Spotgoedkoop KONINKLIJKE STALLINGEN - Paleis der Academieën wOE dO VRij zAT zON 18 juNi 19 juNi 20 juNi 21 juNi 22 juNi

GRATIS TOEGANG

Hertogsstraat 1 - 1000 Brussel

18 juni: 13u -18u 19, 20 en 21 juni: 10u - 18u 22 juni: 10u -16u

meer info: Uitgeverij Lannoo • 051 42 42 11 • info@lannoo.be • www.lannoo.be


BDW 1430 PAGINA 11 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

© ALEXANDRE CHEMETOFF & ASSOCIÉS

MAXIMILIAANPARK

CITROËNGARAGE OPENGELEGDE ZENNE

IJZERPLEIN

Alexandre Chemetoff heeft een totaalplan voor de Brusselse kanaalzone.

Brussel > Kanaalplan krijgt vorm, maar wordt het uitgevoerd?

Wonen langs opengelegde Zenne Woningen boven bedrijven, op palen in het kanaal of langs een opengelegde Zenne. Het Kanaalplan van Alexandre Chemetoff bevat een pak ideeën om de belangrijkste Brusselse waterwegen (opnieuw) te verweven met de stad. Vraag is echter of de nieuwe regering het plan zal willen uitvoeren. Met het einde van legislatuur zit ook de taak van Alexandre Chemetoff erop. De Franse stedenbouwkundige werkte anderhalf jaar aan een totaalplan voor de Brusselse kanaalzone. Rode draad door het plan is de verzoening van wonen en werkgelegenheid, twee belangrijke uitdagingen voor Brussel. Niet iedereen is er echter van overtuigd dat beide functies te combineren zijn. Heel wat bedrijven die actief zijn langs het kanaal maken zich ongerust over de trend om massaal woningen te bouwen langs het kanaal. “Ze hebben gelijk dat ze zich zorgen maken”, vertelt Chemetoff. “De industrie zal moeten evolueren om zich beter te integreren in de stad. Activiteiten die geen meerwaarde bieden aan de stad, moeten weg. Ik denk aan de opslagplaatsen voor benzine aan het Biestbroekdok. Die dienen enkel voor pompstations buiten Brussel.” De vele handelaars in bouwmaterialen kunnen wel blijven want zij zijn een belangrijke schakel voor de belangrijke bouwsector, maar ook zij moeten zich aanpassen. Bijvoorbeeld door woningen toe te laten boven hun opslagplaatsen. “We moeten op zoek naar nieuwe stadsvormen die werk en wonen kunnen koppelen. De stad neemt immers nieuwe, meer diffuse vormen aan. Muren bouwen en iedereen op zijn eigen lap grond zijn zin laten doen, zo zal het niet lukken. We moeten de verschillende stukken stad aan elkaar naaien.”

Zenne bovengronds Concreet stelt Chemetoff voor om woningen te bouwen boven ateliers en zelfs boven zandhopen of naast recyclagebedrijven (urban mining). Ook boven het depot van de MIVB in de Birminghamstraat ziet hij plaats voor woningen. “Je hebt er een van de mooiste uitzichten van Brussel.” Wonen vlak bij het water moet ook op meer

plaatsen mogelijk worden. Tegenover de woonboten in het Biestebroekdok ziet Chemetoff plaats voor paalwoningen op het kanaal, en ook de Zenne moet opnieuw haar plaats krijgen in de stad. “Een stad zonder water is niet normaal”, klinkt het. In de industriële zones in het zuiden en noorden moet de Zenne beter zichtbaar gemaakt worden, en waar mogelijk moet de rivier opnieuw bovengronds gebracht worden. Concreet denkt Chemetoff daarbij in eerste instantie aan het Maximiliaanpark, een voorstel dat ook al eerder werd geformuleerd. Ook langs de Groendreef kan de historische rivier opnieuw aan de oppervlakte gebracht worden. Zo kan van IJzer tot Jules De Trooz een nieuwe openbare ruimte langs het water gecreëerd worden, goed voor een afstand van meer dan 1,5 kilometer. Het Kanaalplan stelt ook voor om de Willebroekkaai te versmallen tot één rijstrook in elke richting. Zo komt plaats vrij voor woningen langs de opengelegde Zenne, dat alles op een steenworp van het toekomstige museum voor moderne kunst in de Citroëngarage.

Gewest moet voorbeeld geven De bedoeling is dat het Gewest, met het Kanaalplan in de hand, de touwtjes in handen neemt. “Via de MIVB, de Haven, Citydev enz. heeft het Gewest controle over meer dan 300 hectare grond in de kanaalzone”, zegt Chemetoff. “Daarmee kan de publieke sector het goede voorbeeld geven aan de privé die actief is in het gebied.” Maar zal de nieuwe regering het nieuwe plan gebruiken? Misschien belandt het wel in een of andere schuif, net zoals zoveel andere grote stadsplannen. “Dat zou bijzonder jammer zijn”, aldus nog Chemetoff. “Ik denk dat alle actoren het belang van de zone inzien, maar de Haven en anderen zullen natuurlijk niet uit eigen beweging werk maken van woningen en publieke ruimte. De Haven is beheerder, geen stadsplanner. Het Gewest moet de leidende rol opnemen. Ik ben alvast kandidaat om het plan uit te voeren. Tegen 2025 kan alles voltooid zijn. Maar alles hangt inderdaad af van de volgende regering.” Laurent Vermeersch

Sint-Agatha-Berchem > Laatste ziekenverhuis

Exit RZ Laurent Albert, enter Valida Vanaf vandaag zijn alle hospitalisatiediensten in de Site Moranville van het Ziekenhuis Valida, beter bekend als het voormalige OCMWen revalidatieziekenhuis (RZ) Albert Laurent, gestopt. De twee laatste afdelingen van het Albert Laurentgebouw uit 1977 werden dinsdag en woensdag verhuisd uit de De Selliers de Moranvillelaan 91. Het ging om de eerste en derde verdieping, samen een zestigtal bedden die nog gebruikt werden door bejaarde patiënten. Alle diensten zijn voortaan gegroepeerd in het moederhuis Valida – site Goffin. Sinds 2008 is Valida op de oude terreinen van het Frans Hospitaal in verbouwing aan de Goffinlaan 180. Met de laatste verhuizing vanuit Albert Laurent is de revalidatiedienst uitgebreid van 64 naar 175 bedden. Enkel op de site Goffin kan men nu nog terecht voor neuro-locomotorische revalidatie en geriatrische revalidatie. Valida is de enige publieke instelling van het type Hoofdstuk 12 in het gewest. Het is een samenwerking tussen Saint-Luc (40 procent), de gemeente Sint-Agatha-Berchem (25 procent), het OCMW van Berchem (25 procent), het Sint-Jansziekenhuis (5 procent) en het UZBrussel (5 procent). De UCL is eigenaar van de site. Voorlopig blijft het afwachten wat er met de

Valida in Sint-Agatha-Berchem.

leegstand in Albert Laurent gaat gebeuren. Eerder al nam de OCMW-administratie haar intrek beneden en deels op de tweede verdieping. Bedoeling is dat na werken de volledige tweede etage door OCMW-bureaus zal gebruikt worden. “Eigenlijk waren er in Albert Laurent nog maar een 28 tot 32 bedden bezet op verdieping twee en op drie,” stelt OCMW-secretaris Raymond Geysenbergh in afwezigheid van de voorzitter. “Welke diverse bestemmingen aan de verdiepingen zullen gegeven worden, wordt nog onderzocht.” Wat wel vaststaat, is dat de gelijkvloerse dienst gaat doen als kindercrèche. Jean-Marie Binst

ADVERTENTIE

Voorrangsbeleid Brussel vzw is een organisatie, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, die Nederlandstalige basisscholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondersteunt op het vlak van taalbeleid, taalvaardigheidsonderwijs, omgaan met diversiteit en ouder- en buurtbetrokkenheid met het oog op het verhogen van leerkansen en resultaten bij leerlingen. Reeds meer dan 14 jaar zijn wij in Brussel werkzaam. Ons team van 17 mensen zet zich elke dag in om samen met de directies en de leraren de onderwijskwaliteit te verhogen en zo de leerkansen en leerlingenresultaten te verbeteren. VOORRANGSBELEID BRUSSEL VZW IS OP ZOEK NAAR EEN

VOLTIJDSE ONDERWIJSONDERSTEUNER (m/v) Indiensttreding op 1 september 2014 Functieomschrijving • Je bent een extra Brusselse ondersteuner voor een aantal scholen: je ondersteunt en adviseert hen op het vlak van taalbeleid, taalvaardigheidsonderwijs, diversiteit en samenwerking met ouders. • Je legt contacten met directies, zorgteams en leraren en schrijft, samen met de school, een trajectbegeleiding uit die beantwoordt aan de specifieke noden van de school met betrekking tot taalvaardigheidsonderwijs. • Je helpt invulling te geven aan dit traject door visie (inhouden) en goede praktijk (concrete uitvoering) aan elkaar te koppelen. • Je werkt samen met het VBB-team aan schooloverstijgende vormingen en visieontwikkeling. • Je rapporteert aan de leden van het VBBdirectieteam. Profiel • Je bent bachelor of master in een pedagogisch-didactische richting. • Je hebt bij voorkeur ervaring in het basisonderwijs. • Je bent communicatief en vaardig in de omgang. • Je kan zelfstandig en in teamverband werken.

• Je kan mensen coachen en motiveren. • Je hebt een analytische geest met zin voor creativiteit. • Je kan goed plannen en organiseren. • Je bent bereid tot bijscholing. • Je neemt initiatief en bent flexibel. Wij bieden • Een contract van onbepaalde duur met een proeftijd van minimum 6 maanden in contractueel verband of als gedetacheerde. • Een aantrekkelijk salaris in overeenstemming met je diploma en anciënniteit. • Je komt in een dynamische en professionele werkomgeving terecht en krijgt ruime kansen tot zelfontplooiing en groei.

Praktisch Stuur je brief met je motivatie en cv vóór 20.06.2014 naar Voorrangsbeleid Brussel vzw, Consciencegebouw – lokaal 3C27, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel of per e-mail naar vbb@ond.vlaanderen.be. Een eerste selectie gebeurt op basis van de ingediende documenten. Eind juni of begin juli volgt een sollicitatiegesprek. Meer informatie omtrent de werking van VBB vind je op www.voorrangsbeleidbrussel.be.


BDW 1430 PAGINA 12 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Dat er enkele technische problemen waren bij het stemmen per computer, mag geen argument zijn om terug naar het papier te grijpen, meent Freddy Neyts.

© DIETER TELEMANS

Verkiezingen > Freddy Neyts over de eigenaardigheden van ons kiesstelsel

Ons kiessysteem is zo slecht nog niet BRUSSEL – Volgens Open VLD-voorzitter van BrusselStad Freddy Neyts is niet iedereen op de hoogte van de ‘normale eigenaardigheden’ van het Belgisch kiesstelsel. Ondanks die eigenaardigheden is ons kiesstelsel zo slecht nog niet, meent Neyts, al pleit hij wel voor enkele kleine aanpassingen.

BDWOPINIE Vele kiezers en soms zelfs partijen zijn verwonderd, ja zelfs verontwaardigd, over sommige resultaten van de verkiezingen. Niet-verkozen kandidaten hebben meer stemmen dan andere wel verkozenen op dezelfde lijst of een andere lijst. Een lijst die zondagavond nog x zetels haalde, blijkt er op maandagochtend maar x-1 te hebben. De grootste partij belandt in de oppositie, enzovoort. Nochtans hebben we hier in ons land één van de meest democratische kiesstelsels. Om te beginnen is ons kiesstelsel proportioneel. We hebben grote provinciale of zelfs landelijke kieskringen. Dat betekent dat er meerdere zetels in dezelfde kieskring te behalen zijn en dat dus meerdere partijen één of meerdere zetels binnenhalen. En de

laatste zetel in een kieskring wordt dan meestal behaald met een zeer klein stemmenverschil tegenover de partij die ze juist niet haalt. Spijtig, maar er is wel niets onregelmatigs aan. In het Engels meerderheidssysteem, waar er slechts 1 zetel per kieskringetje is, kan een partij met bijvoorbeeld 28 procent der stemmen géén zetels halen omdat er een andere partij 30 procent haalt... Zo behalen de Britse liberalen regelmatig met landelijk 15 procent van de stemmen slechts een paar tiental zetels in het parlement, terwijl de socialisten of de conservatieven met bijvoorbeeld 35 procent der stemmen een absolute meerderheid halen. Bij ons kunnen op dezelfde lijst ook kandidaten met minder stemmen dan andere kandidaten toch verkozen zijn. Dat komt omdat de kiezer de keuze heeft tussen het uitbrengen van een lijststem of het

FREDDY NEYTS (OPEN VLD):

“Dat anno 2014 de wet verbiedt om electorale partijboodschappen op radio, televisie en websites te verspreiden, is werkelijk anachronistisch” uitbrengen van één of meer voorkeurstemmen op kandidaten. Die lijststem betekent dat de kiezer ak-

koord gaat met de rangorde op de lijst. Die lijststemmen vormen dan een zogenaamde ‘pot’ (die wordt wel gehalveerd) van stemmen die dan worden toegekend aan de kandidaten volgens de rangorde en tot uitputting van die pot die het zogenaamde verkiesbaarheidscijfer op de lijst niet halen. Zo komt het dat een kandidaat die tweede of derde staat op een lijst en minder stemmen haalt dan de vijfde of de laatste kandidaat toch verkozen wordt en die andere niet. Is dat ondemocratisch? Mathematisch misschien wel. Maar vele eminente politici zouden nooit verkozen geraakt zijn indien ze als jonge nieuwkomer door hun partij niet op zo’n plaats vooraan waren opgesteld en aldus profiteerden van die pot. Indien dit systeem zou worden afgeschaft, dan komen we wellicht terecht in een spel waar alle partijen hun lijsten bevolken met bekende, populaire vedetten uit de sport, de showbusiness en de media. De grootste partij belandt soms in oppositie. Dat is altijd al het geval geweest in de geschiedenis van ons kiesstelsel. Vooral in steden en gemeenten komt dit regelmatig voor. Af en toe ook op federaal of gewestelijk vlak. Zo werd enkele

decennia terug de toen nog véél grotere Franstalige PS naar de oppositie verwezen. Heeft men toen ook moord en brand geschreeuwd? De democratische meerderheid in ons proportioneel stelsel is nu eenmaal de mathematische meerderheid. Anders kan dit niet werken. Kiesplicht of kiesrecht? Zelfs in ons stelsel van kiesplicht, waar de stemming dus ‘verplicht’ is, zijn er ‘thuisblijvers’ en zijn er ‘blanco en ongeldige stemmen’. Op basis van de Kamerverkiezingen over heel het land waren er bij de jongste stembusgang bijna 11 procent thuisblijvers en 5 procent blanco en ongeldige stemmen. Dat is toch nog altijd een positieve deelname van 84 procent. Men zou volgens mij wel de ‘kiesplicht’ mogen afschaffen, maar met behoud van het stelsel waarbij elke kiesgerechtigde burger ex officio wordt uitgenodigd om te komen stemmen. Zonder de voorwaarde om zich eerst als kiezer te laten registreren zoals dat in vele landen het geval is. Wellicht komt dan nog altijd een ruime meerderheid van de kiezers stemmen. Maar er zullen waarschijnlijk minder negatieve of anti-stemmen zijn. Bedenkelijk zijn natuurlijk de recente Europese verkiezingen in onder meer Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk, waar minder dan de helft van de kiezers is komen stemmen en waar dan de meest extremistische partijen met 20 of 25 procent der stemmen als winnaars eindigen. In Egypte en Oekraïne heeft ook maar de helft van de kiezers deelgenomen aan de presidentsverkiezingen, maar met een kandidaat die een grote meerderheid haalt. Welke uitslag is het meest democratisch?

Electorale partijboodschappen Stemmen via een computersysteem of op papier? Via een computersysteem natuurlijk! Dat er enkele technische problemen voorvallen, mag geen argument zijn om terug naar het papier te grijpen. Als er treinen of trams defect zijn, gaan we toch ook niet pleiten om de paardentram terug te halen? In deze tijd van gesofisticeerde technologie moet het toch kunnen om fouten en pannes uit te sluiten en een gebruiksvriendelijk systeem te ontwikkelen? De winst die dit systeem oplevert inzake het snel en correct tellen der stemmen, staat buiten elke discussie. Waar wel verandering zou moeten in gebracht worden, is de wetgeving op de verkiezingsuitgaven en middelen. Dat de partijfinanciering en dus ook de verkiezingsuitgaven wettelijk sterk beperkt en geregeld worden, is maar goed. Maar dat anno 2014 de wet verbiedt om electorale partijboodschappen op radio, televisie, websites en in cinema’s te verspreiden, is werkelijk anachronistisch. Dat moet veranderen. Ondanks alles blijkt ons Belgisch democratisch kiessysteem niet zo slecht te zijn. Laat ons het zo houden en het vooral sportief respecteren, wat de uitslagen ook zijn. Freddy Neyts Voorzitter Open VLD Brussel-Stad


BDW 1430 PAGINA 13 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

Ik kan niet akkoord gaan met de stellingen van lezer Joeri Guillaume (BDW 1429, p.11). Uit zijn benaderingen meen ik te moeten opmaken dat het hier om een Franstalige inwijkeling uit Oostende gaat die geen enkel respect heeft voor de Vlamingen in Brussel en hun verzuchtingen. Sedert 184 jaar België zijn de Vlamingen in Brussel nog steeds de laagste categorie der inwoners en dit ondanks Vlaamse verkozenen op alle niveaus en de miljoenentransfers uit Vlaanderen. Als ingeweken Lubbekenaar sedert 60 jaar ondervind ik dit heel vaak. De verkozenen op gemeentelijk vlak zijn dit meestal via tweetalige lijsten en kunnen beschouwd worden als salon-Vlamingen die schatplichtig zijn aan hun Franstalige zusterpartij met wier stemmen zij een mandaat verkregen. Op geen enkel moment hebben zij gezorgd voor een tweetalig Brussel, zowel bij de functionarissen als in de ziekenhuizen. Dhr. Guillaume zegt dat hoe meer talen je kent, hoe sterker je bent. Dat klopt echter niet in Brussel, waar de meeste Vlamingen voldoende Frans kennen, maar de eentalig Franstaligen dankzij het verraad van de traditionele Vlaamse partijen nog altijd de scepter zwaaien. Enkel een Vlaamse eenheidslijst voor de Kamer kan een verkozene opleveren. Dat is weerom door de schuld van de Vlaamse partijen bij de splitsing van BHV, waarbij zij akkoord gingen om de inwoners van de faciliteitengemeentes de keuze te laten om ofwel in hun gemeente of in Brussel te komen stemmen. De meeste Franstalige inwoners van deze gemeenten zullen wel voor de tweede mogelijkheid gekozen hebben, waardoor er nog meer stemmen naar de Franstalige partijen in Brussel gingen. De debatten rond taalkennis en respect van de Vlaamse Brusselaars zijn dan ook terecht en moesten al lang opgelost zijn door de verschillende staatshervormingen, maar de traditionele Vlaamse partijen hebben eerder voor postjes gekozen dan voor de eis tot een tweetalig Brussel. Bij elke gemeenteraadsverkiezing vermeldt de

CVP/CD&V steeds de eis tot tweetaligheid in haar kiesprogramma, om na de verkiezingen en de vorming van de coalities deze eis in te slikken uit machtsgeilheid.

Geen eindig verhaal

door Steven Van Garsse

Hubert Collaer, Laken

© SASKIA VANDERSTICHELE

Grootste der dwergen

BDWOPINIE

Voetbal, een feest? Amaai, mevrouw Dohet, u durft in uw lezersbrief over het voetbal op groot scherm op het Koningin Astridplein in Jette (BDW 1427, p.27). Lees maar eens het antwoord dat ik van onze Nederlandstalige schepen van Jette, Brigitte Gooris, ontving als antwoord op een mail die ik haar schreef (en ook aan schepen Bernard Lacroix, waar ik tot op heden nog steeds geen antwoord op ontving, maar dat zegt veel over de man zelf, natuurlijk) om ditzelfde probleem aan te kaarten: Waarom de voetbalwedstrijden niet afwisselend in het Nederlands en in het Frans laten becommentariëren? “Niemand verplicht iemand om naar het Astridplein te komen. Het is op mijn initiatief dat het college de molen aan het draaien heeft gezet. De contracten zijn financieel bepaald en dat heeft niets met Nederlands of Frans te maken, wel met centen. Onze Rode duivels zijn geselecteerd en gaan naar Brazilië, of waar hebben we het anders over? Jette wil hen ondersteunen en voor hen supporteren. Dit vraagt om organisatie. Ik dank beide schepenen Gosselin en Lacroix hiervoor, anders zou ons budget voor Nederlandstalige zaken opgesoupeerd zijn en werd er niets gerealiseerd. Is dat je voorstel? Brigitte Gooris” Ziezo, het is maar dat u het weet: “Kom kijken en zwijg” is het advies. Willem Bosmans, Jette

© IVAN PUT

Op 15 juli bestaat het migratieakkoord tussen België en Turkije vijftig jaar. BDW trok naar Emirdağ waar het gros van de Belgische Turken vandaan komen. De reportage leert twee zaken. Eén: migratie zorgt niet alleen in België voor rimpels in het maatschappelijk veld, maar ook in het thuisland. Zo heeft de migratie uit Emirdağ er een deel van de rurale economie ontwricht. Er is in Emirdağ een scherpe maatschappelijke kloof ontstaan tussen arme thuisblijvers en de rijke ‘Westerse’ Turken die er in de zomer hun vakantie komen doorbrengen. Scholen lopen leeg, de oorspronkelijke bergdorpjes raken ontvolkt. Duizenden villa’s liggen er onbewoond bij. Op de koop toe hebben jongeren niet zo veel zin om er te blijven en willen ze zo snel mogelijk naar Europa. De lokale overheden zijn daar niet echt blij om. Een tweede vaststelling: migratie is geen eindig verhaal. Er komen nog altijd heel wat jongeren uit Emirdağ via huwelijken in Brussel terecht. Tegelijk onderhouden de Brusselse Turken nog altijd een sterke band met hun thuisland. Dat zorgt, in een stad als Brussel, voor uitdagingen voor de organisatie van de democratie. Als de natie de emanatie is van het volk, zoals de politieke theorie dat wil, over welke natie spreken we dan in het geval van de Belgische Turken? Velen hebben de dubbele nationaliteit, doen hun legerdienst in Turkije. Hoe een stad bouwen met mensen die met een been in Brussel staan, en met het andere in Emirdağ? Die kwestie is vandaag voer voor discussies onder politologen en filosofen. Dramatiseren heeft alvast geen zin. Want het lijkt tot op vandaag wel te werken. De Brusselse Turken zijn erg aanwezig in de lokale economie in Sint-Joost en Schaarbeek. Ze hebben er bouwbedrijfjes of winkels. Ze nemen ook enthousiast deel aan het politieke leven. Ze leveren zelfs een Brusselse burgemeester. Toch een boodschap aan de volgende Brusselse regering. De migranten die hier terechtkomen raken moeilijk wegwijs in de maatschappelijke wirwar. Ook dat bleek uit de reportage. Ontslagnemend minister-president Rudi Vervoort (PS) heeft voor de verkiezingen een lans gebroken om ook aan Franstalige kant inburgeringscursussen aan te bieden, samen met de Vlaamse inburgering die vandaag al tien jaar bestaat. Het zou goed zijn mocht hij die belofte ook gestand doen in het volgende regeerakkoord.

WAUTER MANNAERT

Stemprobleem Doordat alle Vlaamse partijen in Brussel in verspreide slagorde optrokken, was er geen enkele kans om een Brusselse Vlaming naar de Kamer te sturen. Daarom wilde ik voor de Kamer op een Franstalige lijst stemmen, en voor de andere parlementen op een Vlaming. Om dit panacheren vlot te laten verlopen, liet ik me in het stemhokje door een hulpvaardige bijzitster bijstaan.

Ze vertelde dat als ik op een Franse lijst begon voor de Kamer, ik automatisch op een Franse lijst zou belanden voor het Europees parlement. En inderdaad, zo geschiedde. Ik kon niet stemmen voor een Vlaamse lijst, wat me wel lukte voor de Brusselse en Vlaamse parlementen. Probleem van het computerprogramma of van de bijzitster? Johan De Geest, Schaarbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.


BDW 1430 PAGINA 14 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © THIERRY HUBIN - MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

De Thatcher-illusie: eerst kijken, daarna krant omdraaien.

Expo > Hersenkronkels in het Museum voor Natuurwetenschappen

‘Wandel mee naar een steeds complexer zenuwstelsel’ BRUSSEL - Valt je iets op aan de foto’s hierboven? Draai de krant dan eens om. Bedot door je eigen hersenen! En ook een beetje door Thatcher. Welkom op de nieuwe interactieve expo in het Museum voor Natuurwetenschappen.

D

e expo Hersenkronkels is gemaakt door Cap Sciences in Bordeaux, een doe-centrum zoals onze Technopolis. “Omdat we een wetenschappelijke instelling zijn, hebben we de expo aangevuld met specimens,” zegt museologe Cécile Gerin. Zo kan je het zenuwstelsel ontdekken van de spons en de uil, en afgietsels van hersenen van de struisvogel, de Afrikaanse wilde hond en zelfs een dino.

Die van ons lijken op een walnoot, maar hoe ziet het er daarboven uit – en is er iemand thuis – bij de forel, de spitsmuis of de wielspin? “Wandel mee naar een steeds complexer zenuwstelsel,” zegt Gerin: “Van diertjes die slechts een ketting van enkele neuronen bezitten tot het complexe – ik gebruik liever niet het woord geëvolueerde, want dat houdt een waardeoordeel in – brein van zoogdieren. Des

bêtes ne sont pas bêtes. Het oog van de wesp is hyperefficiënt in vergelijking met dat van ons. En vliegen zijn ons vaak te vlug af omdat zij visuele informatie tien keer sneller verwerken dan wij.”

Plastisch Elk nieuw soort zenuwstelsel wordt aanschouwelijk door een filmpje, waarbij je bijvoorbeeld de achterwaartse salto van een vlieg volgt (met een ulstrasnelle camera die 3.000 beelden per seconde registreert), lezende bavianen of de improvisaties van een octopus die het deksel van een bokaal met een krab erin losdraait. Om te functioneren sturen levende wezens

voortdurend elektrische berichten naar zichzelf. Dat gebeurt tussen de neuronen, de basiscellen die alle levende wezens met een zenuwstelsel bezitten. En al hebben sommige slechts enkele neuronen, toch vormen ze al kleine netwerkjes. Het raderdiertje heeft er enkele voor de zwemrichting, enkele voor de tast, en zo verder, samen goed voor 200 stuks. Bij een vis zullen elektrische signalen van licht- en geursterkte en aanraking steeds dezelfde en onmiddellijke reacties uitlokken. Bij de slak zijn er toch al enkele duizenden neuronen aan het werk. Ze functioneren als de onze, maar in een trager tempo, wat ook niet zo verrassend is. Alleen in de tentakels met de


© THIERRY HUBIN - MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

BDW 1430 PAGINA 15 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Een beeld is wat je hersenen, na een snelle onderhandelingsfase, ervan maken.

© THIERRY HUBIN - MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

MUSEOLOGE CÉCILE GERIN:

“Als je gewoon bent met je rechterhand je glas te heffen, doe het dan eens met je linkerhand”

ogen gaat het sneller. Slakken hebben geen benul van ons bestaan, we zijn te snel en dus onzichtbaar, wat ons een beetje eenzamer maakt. Met zijn miljoenen neuronen kan je bij de kikker al van een geheugen spreken. Hij is een snelle leerling. Bij grofweg miljarden neuronen, zoals bij een papegaai, gebeurt het ordenen ervan de hele jeugd lang. Leren door na te bootsen vereist al een complexe bedrading. Je moet in staat zijn een mentale verbinding te leggen tussen het lichaam van een ander en dat van jou. Het schoolvoorbeeld is dat van de dolfijn die een verzorgster nabootst. Imiteren is trouwens geen papegaaienwerk, want het hangt vaak samen met nieuwe dingen verzinnen. Kanaries leverden het eerste bewijs dat neuronen zich in een volwassen brein ook nog kunnen vernieuwen. Door te luisteren naar elkaar maken ze nieuwe variaties, waardoor hun zangcentra groter worden. Met een doeactiviteit ontdek je dat het wijfje bezwijkt voor het mannetje met het moeilijkste deuntje, hij mag wel wat moeite doen. Wat wij cultuur noemen zie je ook bij sommige

Krokodillentranen zijn ook hersenwerk.

zoogdieren of vogels. Toen een wijfjesmakaak eerst haar aardappelen ging wassen vooraleer ze ze opat, werd dat een ‘traditie’ binnen haar groep. Toch blijven er natuurlijk opvallende verschillen tussen een dieren- en een mensenbrein. Dieren voelen ook onrecht, mensen maken morele voorschriften, jonge dieren imiteren ook, wij organiseren onderwijs, en bepaalde voortekens maken ook dieren vooruitziend, maar als wij niet opletten vergeten we nu te leven. Door ons plastische brein kan je niet alleen je hele leven leren, maar door te leren, ga je ook steeds gemakkelijker leren. Hoe meer je je synapsen, de poortjes aan elk neuron als het ware, gebruikt, hoe beter ze werken. Use it or lose it. Leren wordt ook in verband gebracht met het beloningshormoon dopamine dat dan vrijkomt. Ook aangeleerde slechte gewoontes, zoals alcoholmisbruik en andere verslavende middelen, bevorderen de aanmaak van dopamine. Hoopvol is dat er na een beroerte of een cerebrovasculair accident (CVA) weliswaar neuronen verloren gaan, maar dat tijdens de revalidatie de hersenen herschikt worden en andere neuronen dezelfde taken gaan overnemen. Bij doofgeborenen worden hersendelen die voor horen zijn voorbestemd ook gebruikt voor de beeldverwerking, wat hen een beter zicht oplevert. Jammer genoeg kan het brein ook ongeneeslijk ziek worden. Het Museum voor Natuurwetenschappen laat in een aanvulling op de expo zien hoe de communicatie verloopt in een gezond brein en een ziek brein zoals bij Parkinson, epilepsie, de ziekte van Alzheimer. Met een soort flipperkast wordt duidelijk gemaakt hoe er naast prikkelende, gezonde synapsen, ook remmende synapsen zijn, waardoor de communicatie gebrekkig verloopt.

Neuronen spelen haasje-over In het ‘cognitielab’ kan je op tablets uittesten hoe hilarisch multitasken is. Ons testertje kon ook nog zijn spraakgebied activeren om commentaar te geven: “Tennissen en rekenen en... er komen altijd nieuwe dingen bij, nu zijn het al drie dingen tegelijk, da’s cool!” Spelenderwijs aandacht en alertheid testen, leren of je misschien bewegings- of veranderingsblind bent, of je laten bedriegen waar je bijstaat. De illusie met de stoel leert ons dat wat wij een beeld noemen, eigenlijk een visuele constructie van onze hersenen is. Grappig om die weer uit elkaar te halen, of vanuit de juiste gezichtshoek, terug op de bouwen. Omdat neuronenstelsels met elkaar kunnen concurreren, ruik je soms iets anders door naar iets vies of iets appetijtelijks te kijken, lopen kleurherkenning en lezen elkaar voor de voeten, of vind je een omgekeerd gezicht dat akelig bewerkt is heel gewoon. De psycholoog Peter Thompson toonde met een bewerkte foto van Margaret Thatcher voor het eerst aan dat omgekeerde gezichten niet door de zone van de gezichtsherkenning verwerkt worden. De expomakers laten ons de illusie van het fameuze nabeeld zien, maar dan hadden ze ook moeten weten dat hun witte letters op zwarte panelen voor een flikkerende leeservaring zorgen. Verhoogde activiteit in het oepsgebied van de hersenen (waar vergissingen beseft worden). Cécile Gerin wuift ons uit met: “Als je gewoon bent met je rechterhand je glas te heffen, doe dat dan eens met je linkerhand.” Het loont de moeite om nieuwe paden in onze hersenen in te lopen. An Devroe Van 12 juni 2014 tot 30 augustus 2015, Museum voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel, 02-627.42.38, www.natuurwetenschappen.be


BDW 1430 PAGINA 16 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Muziek > Wereldmuziekacademie Muziekpublique zet zijn cursisten in de kijker

Bezeten door traditie © ANDRÉ ROSETA

BRUSSEL – Het einde van het schooljaar nadert en in de wereldmuziekacademie van Muziekpublique wordt dat zaterdag gevierd met het Cursussenfestival: het moment waarop de cursisten kunnen tonen wat ze geleerd hebben. BDW ging een kijkje nemen in deze toch wel heel bijzondere muziekacademie. “Dit is topkwaliteit.”

M

uziekpublique is twaalf jaar geleden van start gegaan met de wereldmuziekacademie, meteen nadat ze begonnen waren met het organiseren van concerten. “De muzikanten uit de wereldmuziek en folk kwamen moeilijk aan de bak, ook om les te geven. Muziekscholen zijn niet zo flexibel als het erop aankomt om iets nieuws aan te bieden, ze tonen weinig interesse,” zegt Jacoba Kint van Muziekpublique. “Het zou fantastisch zijn moesten deze lessen in muziekscholen gegeven worden, temeer omdat de proffen dan goed betaald zouden zijn. Maar dat blijkt niet mogelijk dus hebben we zelf een muziekschool opgericht.” In die academie kun je allerhande wereldmuziek- en folkinstrumenten leren bespelen, gaande van kora (West-Afrikaanse harp-luit) en oud (Arabische luit), over cavaquinho (Braziliaanse ukulele) en cajón (percussie) tot accordeon en Ierse fluit. Zonder dans uit het oog te verlie-

Zaterdag komen de cursisten en hun proffen samen in de Molière om te tonen wat ze dit schooljaar bijgeleerd hebben. “Alle cursussen komen aan bod en er zijn speciaal voor het Cursussenfestival groepen gevormd,” zegt Jacoba Kint.

zen: flamenco, tango en folk. Muzikale voorkennis is niet vereist en het grootste verschil met een normale muziekschool is dat er geen notenleer bij te pas komt. “De profs hanteren verschillende methodes om les te geven, vaak op het gehoor zoals het in hun land van herkomst gebeurt,” vertelt Kint. “Het zijn stuk voor stuk uitstekende muzikanten die af en toe bij Muziekpublique optreden. Sommigen raden ons zelf groepen aan voor onze program-

matie. Ons doel is hen te helpen om rond te komen met hun beroep als muzikant, door hen te laten optreden en muzieklessen te organiseren.” De academie is uitgegroeid tot een heuse alternatieve muziekschool waar maar liefst veertig proffen de knepen van hun instrument leren aan vierhonderd cursisten. De lessen vinden plaats in verschillende locaties, met als zwaartepunten de Molière, waar Muziekpublique ook

wekelijks concerten organiseert, en het Maria-Boodschaplyceum (MABO) in het stadscentrum. Wij gingen een kijkje nemen in MABO om te zien hoe het er daar aan toe gaat.

Voor ’t plezier Het lyceum wordt op dinsdagavond omgetoverd tot een walhalla voor de wereldmuziekliefhebber. Op de gelijkvloerse verdieping word je eerst verleid door de speelse deuntjes van

de chromatische accordeon en dan gecharmeerd door de zwoele melodieën van de ngoni (West-Afrikaanse luit), alvorens de hevige swing van het Balkan ensemble – een cursus voor gevorderden – je uit je droom wakker schudt. Op het derde verdiep gaat het er serieuzer aan toe. Docente Anne Niepold, de eerste diatonische accordeonist die ooit de Toots Thielemans Award won, is druk in de weer op het bord om haar geheime formule uit te leggen: hoe

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie

NIEUW SEIZOEN ’14-’15

a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

WWW.kvS.bE HET bRUSSELSE STADSTHEATER

coup fatal – fabrizio cassol, serge kakudji & alain platel © danny willems

Boek nu! + 4 tickets = -40%


BDW 1430 PAGINA 17 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

maak  je  van  een  diatonische  accordeon een jazzinstrument? Bertrand  Veys  is  volledig  in  de  ban  van Malinese blues sinds zijn reis in  West-Afrika. Alleen zag die kora met  zijn  21  snaren  er  wel  een  erg  grote  uitdaging  uit.  Hij  koos  dus  voor  de  ngoni,  een  tiensnarige  luit.  “Sinds  mijn reis wil ik steeds dieper graven  in die muziek, vooral de traditionele  nummers.  Het  is  ook  fi jn  dat  we  bij  Yani (Aït-Aoudia) traditionele liedjes  leren zingen. Hij zingt voor, wij herhalen,” vertelt Veys, die drummer is  en de ngoni er voor het plezier bijgenomen  heeft.  “Het  is  super  thuis  in  alle rust te kunnen spelen. Ik doe het  voor  de  schoonheid  van  het  instrument en zijn klank.” Veys is ervan overtuigd dat zo’n wereldmuziekacademie  een  must  is  in  een  internationale  stad  als  Brussel.  “Er zijn steeds meer plekken waar je  naar  Afrikaanse  muziek  kunt  luisteren.  Zelfs  platenwinkels  hebben  tegenwoordig een Afrikaans aanbod.  Voor  diegenen  die  deze  muziek  ook  willen  leren  spelen,  is  deze  academie  het  beste  adres.”  De  jongeman  spreekt  uit  ervaring,  hij  is  een  van  de  drijvende  krachten  van  het  wereldmuziekfestival  Jam’in  Jette,  dat  dit jaar op 21 juni plaatsvindt in het  kader van Fête de la Musique.

Samenspelen   inzia  Carletti  heeft  de  muziekacaC demie  gevonden  via  haar  prof,  de  Roemeense chromatische accordeonist Aurel Budisteanu. “Ik had al lessen  met  hem  gevolgd  en  sinds  ik  in  Leuven woon, kom ik terug naar zijn  lessen. Hij speelt een genre (Balkanmuziek)  dat  je  niet  makkelijk  vindt  onder  profs,”  zegt  de  Italiaanse.  “Ik  speel al tien jaar piano maar ik wilde  een  instrument  waarmee  ik  op  stap  kon gaan. Ik doe het gewoon voor de  pret,  om  samen  te  spelen  met  mijn  zoontje op viool en mijn vriend op gitaar  en  cello.  Folkmuziek  is  belangrijk, want met kennis van de traditie  kun je makkelijker bruggen bouwen  naar andere culturen.”

Van  chromatische  accordeon  naar  het  kleine  broertje,  de  diatonische  accordeon  die  in  onze  folkmuziek  gebruikt  wordt.  “Ik  ga  al  sinds  kleins  af  naar  folkbals  en  concerten  met  mijn  mama  en  ben  ook  al  vroeg  muziek  beginnen  spelen,”  zegt de achttienjarige Tolia Delfosse  uit Louvain-La-Neuve, toch wel een  vreemde  eend  in  de  bijt  omwille  van  zijn  jonge  leeftijd.  “Ik  koos  dit  instrument  voor  zijn  specifi eke  klankkleur.  Toen  ik  Anne  Niepold  ontmoette, wilde ik meteen bij haar  lessen volgen omwille van haar jazzy  kant.  Zij  leert  ons  improviseren  op een instrument dat daarvoor niet  bedacht  werd.  Zo  leer  ik  echt  veel  bij.” Peter van den Berg is ongetwijfeld de  cursist die het meeste over heeft om  naar de academie te komen. Vanuit  zijn dorpje aan de Duitse grens nabij  Eindhoven  doet  de  Nederlander  er  twee uur over, om te komen én om  te gaan. “Ik doe het omdat het hier  tof  is,  en  Anne’s  stijl  van  lesgeven  is geweldig. We spelen Franse folk,  een  beetje  Iers.  Geen  smartlappen,  dit  is  serieuze  muziek!”  Serieuze  muziek?  “Ja,  nu  werken  we  op  een  jazzstuk  van  Duke  Ellington  met  vierstemmige  arrangementen,  op  vier accordeons. Dat is echt topkwaliteit. Ik zit zelfs op de Franse les om  beter te kunnen volgen, al doen zowel Anne als mijn collega’s hun best  om me alles in het Nederlands uit te  leggen.” Benjamin Tollet

Het Cursussenfestival vindt op zaterdag 14 juni om 20 uur plaats bij Muziekpublique, Molière, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3 te Elsene. Gratis inkom. Meer info op www.muziekpublique.be

ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

ADVERTENTIE

EXPO EXPO

Opening vrijdag 21 juni van 18u-21u

zaterdag 22 juni / 14u-18 u zondag 23 juni / 14u-18 u maandag 24 juni / 18u- 21u dinsdag 25 juni / 18u- 21u

www.academieanderlecht.be

info@academieanderlecht.be - T 02 523 03 71 - Dapperheidsplein 17 - B-1070 Anderlecht

Opening vrijdag Opening vrijdag 2120juni junivan van18u-21u 18 u. - 21 u. zaterdag2221juni juni/ 14u-18 / 14 u. >u 18 u. zaterdag zondag2322juni juni/ 14u-18 / 14 u. >u 18 u. zondag maandag2423juni juni/ 18u/ 18 u. > 21 u. maandag 21u dinsdag2524juni juni/ 18u/ 18 u. > 21 u. dinsdag 21u

www.academieanderlecht.be

www.academieanderlecht.be - info@academieanderlecht.be Dapperheidsplein 17, B-1070 Anderlecht - T 02 523 03 71

info@academieanderlecht.be - T 02 523 03 71 - Dapperheidsplein 17 - B-1070 Anderlecht

tussen de sla, maar heel de maaltijd  smaakt  dan  wel  naar  de  wachtkamer van een verpleegpost. Eigenlijk is het een mooi bewijs van  evolutie.  Wij  hebben  jodium  nodig  om gezond te groeien en om te leven,  maar  het  element  is  slecht  verdeeld  over de aardbol. Het komt – net zoals  onze  verre  voorouders  –  uit  zee.  De  lucht  aan  het  strand  geurt  naar  jodium, maar hoe verder men naar het binnenland gaat, hoe schaarser het goedje  wordt.  En  een  voortdurend  gebrek  aan  jodium  leidt  tot  achterlijkheid  en  tot  kropgezwel.  Bergbewoners  uit  de  Alpen  leden  vroeger  vaak  jodiumtekort  en  in  poppenspel en cartoons werden ze voorgesteld als mensen met dikke, gezwollen  kelen. Zo kon je bergbewoners herkennen op  de markt, zeg maar. Vandaag leven wij in een rijke maatschappij, zo leren  wij,  waar  alles  te  krijgen  is.  Welnu,  Professor  Delange legde mij uit dat in België vandaag het jodiumtekort nog altijd dramatisch groot is. Vooral in  de vallei van de Schelde, zo rond Kluisbergen en Oudenaarde. Waarom juist daar weet niemand precies,  maar  het  is  vastgesteld.  Ook  andere  delen  van  het  BRUSSEL EN DE WERELD land  kunnen  een  druppel  jodium  meer  gebruiken.  CULINAIR ONTDEKT We hobbelen met zijn allen achterop. Veel heeft ook  te  maken  met  onze  voedingsindustrie.  In  heel  wat  landen  worden  de  tekorten  goedgemaakt  door  additieven  in  de  kindervoeding.  Zo  worden  in  Angelsaksische landen melkfl essen ontsmet met jodium  voor ze gevuld worden. Het klein beetje jodium dat  achterblijft in de fl es is al ruimschoots genoeg voor  onze dagelijkse opname. In andere landen wordt jodium  toegevoegd  aan  het  brood,  maar  in  België  is  Ik schrijf doorgaans over eten, niet over voeding. dat nooit in een wet gegoten. Voedingsleer is een ingewikkeld vakgebied. De eenvoudigste natuurlijke manier om jodium binVooral over de details wordt er veel geredetwist, nen  te  krijgen  is  door  vis,  schelp-  en  schaaldieren  zeker sinds ons aller probleem niet meer te weite  eten.  “Twee  à  driemaal  per  week,”  zei  professor  nig eten is, maar te veel. Het belang van jodium Delange!  Het  moet  uiteraard  wel  zeevis  zijn,  geen  in onze voeding staat wel vast. En we eten er te vicoriabaars of forel, die bevatten ook al nauwelijks  weinig van. jodium.  “Kook  ze  ook  niet  in  veel  water,”  zei  Delange, dan spoelt het jodium weg in het kookvocht:  Ik grijp in het rek van de supermarkt een nieuw pak  bakken,  die  pladijs,  en  niet  te  lang  want  jodium  is  zout. Zo nu en dan moet ik er toch kopen, ook al ge- erg vluchtig en verdwijnt in de lucht. Delange vond  bruik ik niet zo veel zout in de keuken. Maar ik reik  vis overigens beter dan oesters of mosselen, waarwel naar dat pak waar ‘gejodeerd’ op staat. Waarom  om weet ik niet meer. geen zeezout of guérandezout of dat uit de Hima- Het  alternatief  (of  de  aanvulling)  is  gewoon  gejolaya, vaagt u zich af? deerd  zout  kopen  en  gebruiken  in  alles  waar  men  Dat  komt  door  een  ontmoeting  van  bijna  twintig  jaar  geleden  met  professor  François  Delange.  Ik  schreef  toen  al  enkele  jaren  voor  het  vakblad  van  de  vishandel,   Visaktua,  en  op  een  dag  werden  we  opgebeld door die professor, toen net emeritus van  de VUB – hij overleed in 2007. Wij spraken af voor een interview in (toen) het AZ  van Jette. Ik ontmoette een bezorgd kijkende man.  “Er is een schandaal aan de gang in België,” zei hij,  ”en niemand schrijft er over.” Toen vertelde hij mij  het verhaal van jodium. Ik heb zijn zaak dan maar  ter harte genomen. Te weinig jodium (vroeger schreef men in het Nederlands  ‘jood’,  maar  dat  ligt  vandaag  wat  moeilijk) leidt tot problemen. Het wordt in ons lichaam  gebruikt  in  de  schildklier  ( thyroide)  om  hormonen  mee aan te maken. Deze schildklierhormonen zijn  noodzakelijk om onze cellen normaal te doen wer- normaal  zout  gebruikt.  Het  is  absoluut  niet  nodig  ken en om de groei van onze organen te begeleiden.  méér van dat zout te gebruiken omwille van het joVooral  kinderen  hebben  er  nodig,  want  ze  spelen  dium:  wanneer  je  gewoon  zout  in  de  aardappelen  ook een rol in de groei van beenderen en hersenen.  doet,  zoals  je  altijd  hebt  gedaan,  is  dat  voldoende.  Te veel jodium kan nauwelijks kwaad, leerde ik. Het  ‘O,’  vroeg  ik,  ‘en  is  zeezout  dan  niet  beter?’  Neen,  overtollige verdwijnt langs natuurlijke weg uit ons  zei hij, want zeezout dampt langzaam uit in de open  lichaam. lucht, waardoor alle jodium weer verdwijnt. Het joWij kennen jodium van de jodiumtinctuur. Dat was  dium  dat  toegevoegd  wordt  aan  het  zout  komt  uit  het ‘rood’ dat prikte op onze geschaafde knieën na  mijnen in Chili, Amerika en Japan (waar het een bijeen val op de speelplaats van de lagere school. Zo  product is van het olieboren). kennen we ook de scherpe kenmerkende geur van  Ik had toen nog twee kleine kinderen en ik was overjodium.  Tinctuur  is  een  oplossing  van  jodium  in  tuigd. Sindsdien koop ik gejodeerd zout. Smakelijk.  alcohol.  Het  was  overigens  de  alcohol  die  prikte,  niet  de  jodium  zelf!  Jodium  werd  ook  gebruikt  bij  nick.trachet@bdw.be het schoonmaken van groenten in de tropen, wanneer ze rauw worden gegeten. Het is een sterk ont- De hele reeks nalezen? smettend middel en vernietigt eventuele parasieten  www.brusselnieuws.be/trachet

Nick Trachet Jodium

“De eenvoudigste natuurlijke manier om jodium binnen te krijgen is door vis, schelp- en schaaldieren te eten. Twee à driemaal per week, volgens professor Delange”


BDW 1430 PAGINA 18 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

© MARTIN SIGMUND/JAZZLAB SERIES/FELIPE CAMPAL/PIEF WEYMAN

Expo > Visueel festival viert dit weekend tiende verjaardag

Berchem staat op stelten SINT-AGATHA-BERCHEM – Voor de tiende keer organiseren Gemeenschapscentrum De Kroon en het Franstalige centre culturel Le Fourquet in Sint Agatha-Berchem een festival dat alle taalbarrières overstijgt omdat hedendaagse visuele kunstenaars, circus- en straatartiesten erop centraal staan. Tijdens het tweedaagse Visueelfestivalvisuel staan in totaal meer dan twintig shows en installaties op het programma, van artiesten uit zes verschillende landen. De meeste actie speelt zich af op en rond het Dr. Schweitzerplein, het Kerkplein en in het Wilderbos waar de twee centra vlakbij liggen. Het is moeilijk om de hoogtepunten op te sommen, maar het Spaanse gezelschap Kamchatka schijnt de harten te kunnen veroveren met alleen een reiskoffer als rekwisiet.

een eenvoudig stadsbankje onderzoeken, zijn veelbelovend. De Belgische delegatie bestaat onder meer uit Cie Les Voisins dat schaduwtheater brengt, en Carré Curieux dat halsbrekende toeren uithaalt met een lange mast. Ron Jaluai zorgt tijdens de openingsavond voor een feeëriek spektakel met vuur en zeepbellen. In de loop van zaterdag kan je ook een rijdend aquarium, een poëtisch kapsalon en een ‘fabelbus’ tegenkomen. De rommelmarkt waartussen de artiesten opereren zorgt dan voor extra sfeer. Een legertje Agenten 15 uit Quick & Flupke tonen iedereen de juiste weg tussen de locaties, en alles is nog gratis ook. Het festival wordt dit jaar afgesloten met een Soirée Moustache – een visueel verantwoord dansfeest waarop je in de sfeer van de jaren 1920 en 1930 de swing, Lindy Hop of Charleston kan dansen op het terras van De Kroon.

Quick & Flupke

Michaël Bellon

Ook de Fransman Antoine Le Ménestrel, die als een roekeloze Romeo de gevels en balkons van de omgeving onveilig maakt, en de Engelse dames van Mimbre die in Bench die de theatrale en acrobatische mogelijkheden van

Visueel festival op 13 en 14 juni in Sint-Agatha-Berchem. Meer info op www.visueelfestivalvisuel.com

ARTVIEW02ARIK LEVY V I S I O N

O N

C O N T E M P O R A R Y

Cultuur > Seizoen ‘14-’15 Flagey ingeblikt

Flagey voert nu al tempi op ELSENE – Bij het derde seizoen onder directeur Gilles Ledure pakt vzw Flagey uit met een positief bilan. De gemiddelde zaalbezetting steeg van 40 naar 75 procent voor de vier Studio’s. Een divers publiek heeft duidelijk de weg gevonden naar een avondje Flagey; de gemiddelde ticketprijs bedraagt er 20 euro. “Onze publieksenquête maakte recent duidelijk dat mensen van 15 tot 99 jaar om twee redenen naar Flagey komen: voor de programmering én voor de sfeer van het gebouw en bij uitbreiding de hele zinderende wijk in opmars,” zo stelde Gilles Ledure, bij de perspresentatie van het nieuwe programma 2014-2015. “Het relatief kleine budget van 4,5 miljoen voor Flagey is in evenwicht. Bijna de helft komt van de overheden, iets meer dan de helft komt uit eigen inkomsten – de grotere bezettingsgraad is het gevolg van een grotere ticketverkoop.” Flagey draait nu op 1.600 individuele activiteiten per jaar: 240 eigen concerten, 150 evenementen uit zaalverhuur (om het budget in evenwicht te houden) en pakweg 1.200 filmvoorstellingen. Meer mensen hebben vorig jaar Flagey ontdekt, ook dankzij het themajaar ’75 jaar Flagey’. Vzw Flagey heeft kunnen profiteren van de onophoudelijke aandacht die tv- en radiozenders aan het voormalige omroepgebouw schonken,” gaf Ledure toe. Al droegen nieuwe evenementen als het minifestival Flagey Piano Days met 3000 liefhebbers hier ook toe bij. Dus heeft Ledure geld gesprokkeld om een nieuwe Steinway-vleugelpiano te kopen, die volgend seizoen Studio 5 nog aantrekkelijker zal maken voor grote pianisten.

ADVERTENTIE

A

Ook Enrique Mazzola, Bart Maris, Hamilton de Hollanda Trio en Lilith/Claron McFadden treden volgend seizoen in Flagey op.

A R T

25.04 30.09

ATOMIUM Atomiumsquare - 1020 Brussel www.atomium.be/artview2

w w w. des ignb y s ign .com

Jazz a gogo Maar wat komt er na 75 jaar Flagey? Het seizoen zit vol met 7 themata: cinema, jazz, piano, Music & Visual, festivals, allerhande projecten voor kids en een vierjarige herdenking 1914-1918 (tot 2018). Sinds kort zijn Studio 5 en 4 uitgerust met DCP, de nieuwe digitale technologie die het mogelijk maakt om naast digitaal beeld ook betere opnames te maken. Goed voor de orkesten in residentie bijvoorbeeld. Het seizoen opent met een groot film- en muziekweekend in september, met Cinematek en Brussels Philharmonic, die primeurs weggeven. Drie (herwerkte) films van Roberto Rosselini

met live muziek en een Schubertrecital van de 87-jarige Aldo Ciccollini mikken al op uitverkochte zalen. Jazz is ongetwijfeld samen met Piano de belangrijkste discipline in Flagey, én het keurmerk. Dit jaar komen een veertigtal jazzwonders aanzetten, een mooie doorsnee van de hedendaagse scène. Zo wordt het Winterjazz Festival herdoopt tot Brussels Jazz Festival, met de oprichting van een Brussels Jazz Platform, om Brussel op de kaart te zetten als Europese jazzstad. ‘Celebrating Philip Catherine’ en een serie master classes van pr- en radioman Marc Danval geven de affiche kleur. Wat het programma Piano betreft, is het uitkijken naar een dertigtal jonge en gevestigde waarden die de nieuwe Steinway gaan dopen: Piotr Anderszewski, Frank Braley, Uri Caine, Lars Vogt en Alexei Lubimov op kop. In de reeks Music & Visual, die met Ledure het levenszicht zag in 2011 gaat het type cross over alle kanten uit: van Muziektheater Transparant tot ‘illusionist’ Bonom.

4 jaar WO I Onder de nieuwkomers als festival – er vonden er achttien in Flagey plaats – valt Mons 2015 op. Er komt een Brusselse vitrine in Flagey voor de activiteiten naar aanleiding van Mons-Europese culturele hoofdstad 2015. Ook een Ostbelgien Festival en Brasileiro moeten het verschil maken in de gediversifieerde programmatie. Tot slot levert Flagey een bijdrage aan de herdenkingsacties van Wereldoorlog I. De Italiaanse stomme film Assunto Spina uit 1914, met live muziek, krijgt een plaats in het programma. En componist Frederic Devreese gaat in opdracht van Flagey en voor uitvoering door het Brussels Philharmonic een nieuwe orkestpartituur schrijven, van één uur lang. De muziek zou geïnspireerd worden door een van de oudste Belgische stomme films Maudite soit la guerre, gerestaureerd door Cinematek. Of Flagey nog kan groeien, blijft afwachten. Met de uitbreiding van subsidiërende overheden dankzij de Duitse Gemeenschap – ‘wat kansen biedt tot samenwerking richting Duitse Länder’, stelde Ledure – zijn nu alle niveaus van overheden, tot op het gemeentelijk vlak, partner in het Flageyverhaal. Een nieuw ‘Belgian Festival’ ligt dan ook op de tekentafel van Ledure. Jean-Marie Binst


BDW 1430 PAGINA 19 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Artists in residence Charlotte Mutsaers en Eric De Kuyper in Oostende

Koningin der kerststeden © WWW.DELCAMPE.NET

BRUSSEL – In de koningin de badsteden resideert ook het koningskoppel van de Nederlandse Letteren: Eric de Kuyper en Charlotte Mutsaers houden van Oostende, en betoonden de stad meermaals eer in hun geschriften. En neen, De Kuyper en Mutsaers zijn geen echt koppel. Daarvoor zijn hun smaken en voorkeuren net iets té gelijklopend, en hun ideeën en gedachtenkronkels wellicht iets te verschillend. Ik vraag me zelfs af of er een deftige foto bestaat waar de twee eigenzinnige schrijvers samen op staan. Indien niet zou ik onze beste fotografen willen oproepen die foto alsnog te gaan nemen. De Kuyper en Mutsaers zijn op twee maanden na even oud (respectievelijk 2 september en 2 november 1942) en hebben nog wel meer gemeenschappelijk. Zo zijn de twee geen permanente ingezetenen van Oostende. Mutsaers is ook altijd in Amsterdam en in Frankrijk te vinden geweest. Eric De Kuyper – die Nederland even goed kent als Mutsaers België – verblijft ook graag in Brussel en Zwitserland. Ze kennen dus allebei hun hoofdstad goed maar kunnen door hun zin voor detail ook de kleine voorstad aan zee smaken. Al bijna hun hele leven laten ze daar hun al zo scherpe zintuigen zandstralen en polijsten. De Kuyper en Mutsaers zijn ook allebei dubbeltalenten, want Mutsaers is behalve schrijver ook grafisch kunstenaar en De Kuyper cineast. Mutsaers heeft haar flat volgens

Petit Paris, de belle-époquewijk van Oostende aan de Wellingtonrenbaan.

de laatste berichten nog altijd op de Groentemarkt in het centrum van Oostende. De Kuyper betrekt buiten het centrum een appartement op de zeedijk, waar hij zichzelf als stadmens uitdaagt om “open en bloot de confrontatie aan te gaan met de natuur.” Mutsaers verwerkt haar hoogst eigenzinnige maar onfeilbare inzichten en theorieën in romans, essays, poëzie, en kortverhalen. De Kuyper schrijft naast zijn essays aan een autobiografische cyclus in de derde persoon

enkelvoud, die inmiddels vele delen bestrijkt. Als ik naar zee ga, neem ik altijd twee boeken van Eric de Kuyper mee om in te brevieren: Aan Zee uit 1988, en Met zicht op zee uit 1997. Ik ga dan wel van oudsher naar Nieuwpoort en niet naar Oostende, maar dat vindt De Kuyper goed. Zeegangers mogen immers niet te veel van hun pad afwijken: ‘Er waren mensen die elk jaar een andere badplaats uitprobeerden! Dat was barbaars, gaf blijk van een totaal gebrek aan trouw, continuïteit en traditie,’

Cadeautjes voor de publieke ruimte BRUSSEL – Een Gentse en een Italiaan met allebei architecturale frustraties. Daaruit werd BXL swings in the cracks geboren. Met afval creëren ze installaties die ze verspreiden op verschillende openbare plaatsen in de stad.

je kon gaan liggen om bijvoorbeeld te zonnen. Jammer genoeg heeft de interventie geen lang leven beschoren maar daar liggen ze niet wakker van: “Het tijdelijke aspect maakt het ook interessant. Anders vervaagt het weer in het decor waardoor niemand het nog opmerkt.”

“Een creatie op een openbare plaats in Brussel neerzetten vergt veel papierwerk. De goesting ebt als het ware formulier na formulier weg. Daarnaast is er in de stad veel vuiligheid waar je eigenlijk heel wat mee kan doen,” aldus een van de twee initiatiefnemers. Ze blijven liever anoniem omdat hun acties grenzen aan het illegale: “Het kan vergeleken worden met graffiti, hoewel we er bewust voor kiezen om de bestaande structuren enkel te omarmen, zodat alles intact blijft. We willen niets beschadigen en zullen dus nooit boren of zagen.” Hun afval verzamelen ze meestal in de buurt van Sint-Gillis. Daar gaan ze dan twee weken ‘oogsten’ om met de gevonden planken en latten interventies te maken. Door deze installaties op publieke plaatsen in de stad te verspreiden willen ze deze ruimtes nieuw leven inblazen. Hun eerste creatie installeerden ze bij Horta, een bank waar

Nieuwe identiteit Inmiddels hebben ze al zeven installaties opgesteld in het Brusselse straatbeeld. Dit weekend kwam er een achtste bij in Molenbeek. Naast een bank maakten ze onder andere een boekenrek en zelfs een caleidoscoop. Deze plaatsten ze bij het Justitiepaleis, om het Brusselse panorama een nieuwe dimensie te geven. “De gekozen publieke ruimtes zijn plekken die ofwel niet, ofwel te veel of op de verkeerde manier gebruikt worden. Neem bijvoorbeeld Naamsepoort. Iedereen lijkt er altijd gehaast. Veel mensen stappen op automatische piloot, in hun eigen wereld zonder aandacht voor de omgeving. Dat patroon wilden we doorbreken. Daarom hebben we er een bank met wielen neergezet aan een lantaarnpaal. Daar konden mensen even ontsnappen aan de drukte.” Volgens het duo leiden de strenge hiërarchi-

www.brusselnieuws.be/inresidence

© AGATA SMOK

Urban hacking > Stedelijke installaties gemaakt van afval

schrijft hij in Aan zee, dat een onweerstaanbare aaneenschakeling is van herinneringen en overpeinzingen, die een nostalgische, soms ironische commentaar vormen op de jaarlijkse vakanties die De Kuyper als kind met zijn familie doorbracht in Oostende. De jaarlijkse muggenjacht in hun appartement in het achterhuis van een herenhuis in de Belle Epoque-wijk ‘Petit Paris’, het eindeloze spelen op het strand – zelfs als een regenbui ‘een bruin korstje’ op het mulle zand toverde – het achtervolgen van de mooie jongen die in het ijssalon werkte... Alles charmeert. In Terug aan zee kijkt De Kuyper met zijn erudiete blik vanuit zijn huidige flat naar de Noordzee als landschap, naar het strand als een beschreven stuk papier, naar de architectuur van de stad, de schilderijen van Spilliaert, en ook even naar die vrouw die daar met haar hond op het strand loopt te ‘voetballen’ - Charlotte Mutsaers dus. De Nederlandse die ‘in Oostende oneindig veel meer wonderbaarlijke en vreemdsoortige zaken tegenkom(t) dan in Amsterdam’, schreef in 1999 haar ultieme boek over de zee... en over dennenbomen. Zeepijn legt inderdaad op allerlei mogelijke en onmogelijke manieren het verband tussen alles wat met de zee en alles wat met pijn-, denne- en kerstbomen te maken heeft. U ziet het verband misschien niet, maar u had dan ook nog niet eens de gelijkenis tussen een visgraat en een dennentak opgemerkt. Mutsaers heeft er totaal geen moeite mee om in 250 bladzijden te bewijzen dat Oostende de ‘koningin der kerststeden’ is. En onderweg schrijft ze in Zeepijn ook een aantal brieven aan De Kuyper, waarin op hoog niveau gebakkeleid wordt over de kertsversiering onder en boven de zeespiegel. Mutsaers, De Kuyper, Ensor, Arno, Herr Seele... Oostendse stadslucht maakt vrij. Michaël Bellon

sche macrostructuren die de stad vormgeven tot een drang naar controle en organisatie, met weinig vrijheid voor creativiteit en expressiviteit. “We zien de cracks in de stad als ons werkveld. Daarin vinden we een klankbord waarin de bottom-up aanpak kan floreren en een reactie kan zijn op het bureaucratische doolhof dat de overheden in Brussel opleggen. Van beneden naar boven gebeuren meestal veel interessantere dingen dan van boven naar beneden. Het enige wat volgens ons van bovenaf gedaan wordt is een hoop stenen op een plein gooien zodat het mooi plat is. Er is geen ruimte voor creativiteit. Daarom geven we de publieke ruimtes soms een cadeautje. We willen een extra dimensie aan de plek geven, misschien zelf een nieuwe identiteit.” Die cadeautjes verspreiden ze ’s nachts, om iedereen de volgende dag te verbazen: “In Brussel zie je stap voor stap hoe alles gebouwd en geplaatst wordt, omdat het vaak lang aansleept. Het uiteindelijke resultaat is dan nog weinig verwonderlijk. Dat willen wij vermijden.”

Stefanie Luppens

Een met afval gemaakte bank aan de Naamsepoort.


BDW 1430 PAGINA 20 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

‘Idea generator’ Matthieu Lietaert aan de Europese Commissie: “Misschien doe ik ooit zelf nog aan politiek, zonder een politieke carrière te ambiëren.”

Filmmaker Matthieu Lietaert over ‘lobby heaven’ Brussel

‘Ik moet mijn stem laten horen’ BRUSSEL – Een ‘idea generator’. Zo laat Matthieu Lietaert zijn talent ronken op LinkedIn, de sociale netwerksite voor professionals. “Sommige vrienden noemen me ‘business Matt’. Elke keer dat ik hen zie, kom ik af met iets nieuws. Helaas ben ik een ondernemer die weinig verdient.” Dat hij zijn tanden blootlacht terwijl hij het zegt, verraadt dat hij dat niet erg vindt.

‘P

roduceren, produceren, produceren,…” Tijdens een gebalde en via YouTube te herbekijken TEDx-lezing wrijft Matthieu Lietaert geregeld door zijn krullen terwijl hij de woorden uitpuft. Van het oeverloos bijeenpennen van academische papers zag hij enkele jaren geleden, toen nog als doctorandus politieke wetenschappen, ineens het nut niet meer in. Zijn denkwerk naar het netwerk en de impact van het leger lobbyisten dat dagelijks uitrukt in de achterkamers van de Europese instellingen in Brussel, zal uiteindelijk slechts een man en een paardenkop

bereiken. Karl Marx indachtig – ‘eerder dan de wereld te interpreteren komt het erop aan hem te veranderen’ – besluit Matthieu dat hij zijn boodschap anders moet uitdragen. Hij trekt de statige abdijpoorten van het Europe University Institute in Firenze achter zich dicht, en wordt filmmaker, journalist en auteur. Voor The Brussels business, de politieke docuthriller die hij vervolgens samen met de Oostenrijker Friedrich Moser draait over de lobbytentakels in Brussel, kreeg hij onlangs de Belfius Persprijs 2014 voor beste televisiereportage. De symbolische erkenning die

de onderscheiding met zich meebrengt, laat Matthieu zich welgevallen. Voor de geldsom bedankt hij. Het geld schenken de makers aan de ngo Finance Watch. “Wij nemen geen geld aan van de sector die deel uitmaakt van het probleem”, slingerde hij de aanwezigen toe tijdens de prijsuitreiking op het Belfius-hoofdkwartier. Van collega-journalisten ontving hij daarvoor schouderklopjes, Belfius zelf verpinkte amper. “We zijn tegen speculatie en we lobbyen niet,” verklaarde secretaris-generaal van Belfius Ann De Roeck achteraf. “Dat klopt niet. Ik heb bewijzen van bijeenkomsten van hun lobbyisten die druk uitoefenen. Ik moést en moet mijn stem laten horen,” schudt Matthieu geïrriteerd het hoofd.

Lobbyland Matthieu wil de lobbyist nochtans allerminst beladen met alle zonden van Israël. “Ik ben niet tegen lobbyisten. Een lobbyist levert informa-

© MARC GYSENS

Info-besitas Hoe kunnen we informatie blijven verwerken als we met zijn allen voortdurend content produceren via Facebook, Twitter en allerhande blogs en nieuwssites? Volgens Matthieu dreigt al snel ‘info-besitas’. De oplossing ligt in ‘interactiviteit’, meent hij. Sinds een jaar runt Matthieu zijn eigen communicatiebedrijf. Not So Crazy Productions specialiseert zich in visuele infografieken. “Met één verhelderende grafiek of animatie kan je meer vertellen dan met een lijvig rapport dat niemand leest. Een duidelijk beeld wordt ook makkelijk opgepikt door de sociale media.”

tie aan politieke besluitvormers en voert de druk op voor een bepaald idee. Ook Greenpeace is in die definitie een lobbyorganisatie. Maar vandaag opereren lobbyisten hier in een paradijs, een ‘lobby heaven’. Ze doen wat ze willen. Niets is transparant.” In Brussel hebben ongeveer 2.500 lobbystructuren hun thuisbasis. In het hart


BDW 1430 PAGINA 21 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

van de export van de Europese dienstensector vertegenwoordigt, goed voor 60 miljoen werknemers en een omzet van 50 procent van het Europese bbp. Dat Matthieu niet hemel en aarde hoefde te bewegen om de man voor de camera te krijgen, had te maken met Matthieu’s connectie met de European University Institute, dé instelling waar sinds de jaren 1970 onderzoek wordt verricht naar Europa. “Vooraleer ik Pascal Kerneis de vraag stelde om te getuigen in mijn film, heb ik hem gedurende twee à drie jaar verschillende keren ontmoet voor mijn doctoraatsthesis, telkens netjes in maatpak. Zo heb ik vertrouwen opgebouwd. Ik zei hem klaar en duidelijk: ‘dit is je kans om toegang te hebben tot een groot publiek, om het negatieve beeld over lobbyisten bij te stellen en om vrij je mening te laten horen. Hij zei onmiddellijk ‘ja’.”

Directe democratie Het Europese politieke toneel bekomt sinds de verkiezingen nog maar net van een aardverschuiving. De drie traditionele fracties – de EVP, de sociaal-democraten en liberalen – verloren fors terrein aan extreemrechtse en -linkse partijen. Matthieu voorspelt dat door dat radicalere stemgedrag ook de machtige lobbymachine in een andere modus gaat draaien. “Iedereen heeft toegang tot besluitvormers, maar de lobbyist met invloed is diegene die het wereldbeeld deelt met de heersende politieke klasse. Als er extreem-links gestemd wordt, kan een bezuinigingsbeleid wel degelijk afgeremd worden.” Matthieu koestert hoop dat de democratie waarin we leven, directer zal worden. “Vandaag leven we in een representatieve democratie, de democratie die we verdienen. Als wij burgers niet actiever worden en niet méér participeren, zal er niet veel veranderen. We begrijpen vandaag wel allemaal dat er iets boven onze hoofden gebeurt, maar we hebben nog geen communicatiemodus gevonden. Via de technologische mogelijkheden is nochtans veel mogelijk. Ik zou het bijvoorbeeld niet erg vinden een wekelijkse nieuwsbrief te krijgen van de mensen op wie ik heb gestemd. Daarbij

Cohousing Niet de Schumanwijk lokte Matthieu vijf jaar geleden naar Brussel, maar de manier waarop hij wil leven, of liever ‘samenleven’. Want evengoed als voor de Europese politiek interesseert Matthieu zich voor de lokale samenleving. “Ik besefte dat ik niet wilde leven zoals mijn ouders en zoals zo veel andere middenklassegezinnen. Ik ben opgegroeid in Waterloo, in de Rand van Brussel. Het is een gemeente waar veel rijken wonen, maar ook armen. Mijn moeder was lerares, mijn vader bediende. We waren een typisch gezin dat nooit iets tekortkwam, maar dat zich opsluit in zijn eigen kleine huis en zich veilig voelt op die manier. Bij ons thuis was doorgaans weinig beweging. Eenmaal de deur uit, ontmoette ik veel vrienden en kwam ik in veel verschillende netwerken terecht.” Al tijdens zijn jarenlang verblijf in Italië onderzoekt Matthieu het begrip ‘ecodorp’. Dat concept kreeg vorm in de jaren 1970 in Denemarken: mensen leven samen en gaan op zoek naar meer duurzaamheid. Daarnaast moet deze manier van wonen indruisen tegen een hyperindividualistische samenleving en tegen wat Matthieu de ‘sociale verspilling’ noemt. Hij schrijft er een boek over, getiteld Cohabitat. Laten we dorpen bouwen in de stad. Na de theorie lonkt de praktijk. “Italië bleek te duur om er een lap grond te kopen. En bovendien voel ik me minder thuis op het platteland, ik ben een stadsmens. Daarom ben ik naar Brussel gekomen. In januari 2010 hebben we hier een project gelanceerd, L’Echappée. Vanaf 2016 zullen we in Laken samenwonen met 28 volwassenen en 10 kinderen. We willen elkaar helpen om het leven minder duur en aangenamer te maken, door bijvoorbeeld auto’s en werktuigen te delen, elkaars kinderen naar school te brengen, enzovoort. Het opzet is: mensen opnieuw met elkaar in contact te brengen, niet via de grote discours of via conferenties, maar in het dagelijkse leven.”

Deeleconomie Matthieu wil ook nog andere vormen van ‘deeleconomie’ exploreren. “Huizen bouwen vraagt veel tijd en geld. Maar er zijn nog producten en diensten die je veel makkelijker kan delen. Dat dat aanslaat, kan je afmeten aan successen zoals autodelen en initiatieven zoals Über en Airbnb.” De politieke wetenschapper in hem zal ook altijd graven daar waar de macht zich verstopt voor het publieke debat. Over de lobbywereld is hij nog niet uitgepraat, en zijn pijlen wil hij ook richten op de reclame-industrie, “een kanker in onze maatschappij.” En uiteindelijk komt Marx weer opzetten. Matthieu sluit niet uit dat hij ooit de pet van theoretische observator afzet. “Misschien doe ik ooit zelf nog aan politiek, zonder een politieke carrière te ambiëren. Want nu ben ik slechts observator. Soms voelt dat aan als een gebrek.” Geen al te gekke ambitie voor iemand die van communiceren zijn hoofdberoep heeft gemaakt.

Kim Verthé

Meer info over het cohousingproject L’Echappée op www.echappee.collectifs.net Op 28 juni organiseert Matthieu Lietaert een workshop in Brussel over coöperatieve supermarkten. Hij doet dat samen met de oprichters van La Louve Coopérative, een supermarktcoöperatieve uit Parijs. Info via matthieu@notsocrazy.eu. De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

Gunther Broucke, op tournee voor 150 jaar Richard Strauss.

‘Naar Garmisch zoals naar Lourdes’ BRUSSEL – Met driemaal Richard Strauss op zak maakt het Brussels Philharmonic van 13 tot 15 juni een tournee langs Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland. Een gedurfde schanssprong met pianiste Lilya Zilberstein en dirigent Michel Tabachnik, als hulde aan het 150ste geboortejaar van Richard Strauss. Wat zoekt u aan de voet van de Zugspitze? Gunther Broucke: “Het scharnier van onze tournee is het negendaagse Richard Strauss Festival in Garmisch-Partenkirchen, dat een feesteditie kent. We spelen Strauss’ magnum opus Also sprach Zarathustra, het symfonisch gedicht Tod und Verklärung en de Burleske voor piano en orkest. Richard Strauss had er een chalet met zicht op de Alpen. In muziekmiddens is de festivalplek een soort pelgrimsoord voor Richard Straussliefhebbers. Je kan er als orkest niet om heen, een beetje zoals elke katholiek eens naar Lourdes moet.” Waarom nodigt het festival u al tweemaal uit? Broucke: “Een tweede keer gevraagd wor-

den is meer goud waard dan een eerste keer. Vooraf gaan we naar Fribourg en Dornbirn, omdat dit past in een strakkere internationale programmering. We tekenen bij een groter impresariaat, dat strategische keuzes maakt. We gaan nu niet met een kleine organisator in bijvoorbeeld München of Basel passeren, omdat we in de buurt in Garmisch zitten, als we beter met een andere concertreeks in die steden kunnen schitteren over een paar jaar. Bovendien zijn we loyaal tegenover Dornbirn, dat ons in de jaren 1990 uitnodigde toen we als Vlaams Radio Orkest zwarte sneeuw zagen.” Waarom volgt volgend seizoen het Verenigd Koninkrijk? Broucke: “Onze uitkoopsommen zijn in die mate gestegen, dat internationale tournees ons zelfs een bescheiden winst opleveren. We herinvesteren dit in moeilijk toegankelijk gebied. Er heeft nooit een Belgisch orkest een tournee over het Kanaal gemaakt. We zullen de eerste zijn die daar een uitgebreide tour maakt, en we worden residentieel orkest in Londen vanaf 2015. Not seen before!” Jean-Marie Binst

STRAATFEEST GC EVERNA. Ieder jaar sluit gemeenschapscentrum Everna het Evernaseizoen af met een groot straatfeest met barbecue en optredens. Op het muzikale programma staan de Nederlandstalige poëzierapgroep Cage en het duo Tram 33. De straat wordt voor de gelegenheid afgesloten en feestelijk versierd. Zaterdag 14 juni, Sint-Vincentiusstraat 30 in Evere. n ORPHEE ET EURYDICE IN DE MUNT. Regisseur Romeo Castellucci maakte op vraag van de Koninklijke Muntschouwburg een tweeluik van het Orpheusverhaal. Na een Italiaanse versie in Wenen komt de klassieke mythe vanaf dinsdag 17 juni naar Brussel. Het stuk is gebaseerd op de Franse bewerking van Hector Berlioz uit 1859. Info en tickets op www.demunt.be. n COULEUR CAFE-DJ’S IN DE METRO. Kan je nu al niet meer wachten tot de start van het stadsfestival Couleur Café? Dan hebben Couleur Café en de MIVB goed nieuws. De drie donderdagen voor het festival begint, spelen drie dj’s een set in de Brusselse metrostation. Donderdag 12 juni bijt dj KDR de spits af in metrostation Rogier met een mix van old school hip hop, funk en world. Meer info op www.couleurcafé.be. n SAMENSPEL VAN BEELD, KLANK EN LIVE PERFORMANCE. Op donderdag 12 juni kan je in GC De Pianofabriek gaan kijken naar de try-out van Clangdelum Cinematographica. Kunstenaar Hans Beckers verzamelde videobeelden en geluidsopnamen in binnen- en buitenland en monteerde die tot een projectie op drie schermen. Beckers zal tijdens de voorstelling improviseren in interactie met de verschillende beelden en geluiden. Meer info op www.pianofabriek.be.

CULTUUR   KORT

“Iedereen heeft toegang tot besluitvormers, maar de lobbyist met invloed is diegene die het wereldbeeld deelt met de heersende politieke klasse. Als er extreem-links gestemd wordt, kan een bezuinigingsbeleid wel degelijk afgeremd worden”

3 VRAGEN AAN GUNTHER BROUCKE

zou ik ook graag kunnen zeggen: ‘akkoord’, of ‘niet akkoord’. Zo krijg je uiteindelijk burgers die kritische waakhonden zijn.” © SASKIA VANDERSTICHELE

van Europa opereren daarmee zo’n 15.000 lobbyisten. Dat maakt Brussel tot de tweede grootste lobbystad ter wereld. “Brussel is een kleine stad, een provinciestad. Maar dat is slechts de oppervlakte. Brussel is waar 80 procent van de wetgeving gemaakt wordt die een directe impact heeft op het leven van alle Europese burgers,” vertelt Pascal Kerneis, managing director van de lobbygroep European Services Forum en één van de hoofdrolspelers in The Brussels Business. In de documentaire onderstreept Kerneis dat hij 80 procent

Ella Martens


BDW 1430 PAGINA 22 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

Voetbal > Joseph Bollu hielp elf jaar lang de materiaalmannen van de Rode Duivels

‘Speelvogels met een goed hart’ BDWSPORT

JETTE – De ogen van zowat heel het land zijn gericht op onze nationale voetbalploeg. De Rode Duivels zijn er in korte tijd in geslaagd om vriend en vijand te bekoren en te beroeren. Joseph Bollu (77) hielp elf jaar lang achter de schermen en maakte de opmars aan den lijve mee. Zijn ogen blinken als hij over ‘de speelvogels’ praat, maar tot zijn spijt moest hij in 2012 afscheid van hen nemen.

‘I

k ga toch niet heel de dag in mijn zetel blijven zitten,” dacht Bollu bij zichzelf toen hij in 1995 op pensioen ging. “Mijn dochter vroeg me waarom ik me niet zou inschrijven om te helpen bij Euro 2000, dat toen werd voorbereid. Zo gezegd, zo gedaan: ze stuurde een brief naar de organisatie en die belandde bij de stad Brussel. Ik werd ‘aangenomen’ en rolde de voetbalwereld binnen.” De voormalige pompier had toen al wat ervaring in dat wereldje. Hij schopte het tot de reserveploeg van Union Sint-Gillis en is nog steeds een Unioniste in hart en nieren. Met het hoogste niveau kwam hij nooit in aanraking, maar dankzij de sollicitatiebrief van zijn dochter kwam daar snel verandering in. “Aangezien ik een rijbewijs had om met vrachtwagens te rijden, reed ik veel rond. Maar ik heb bijvoorbeeld ook de trekking van de poules voor Euro 2000 meegemaakt. Laat ons zeggen dat ik hielp waar men mij kon gebruiken.” “Ik hield achteraf ook nog wat jobs over aan Euro 2000. Zo heb ik Alain Courtois nog een tijdje rondgereden om hem naar zijn afspraken te brengen. We hadden elkaar leren kennen in de coulissen van Euro 2000. Ook Michel Sablon, de toenmalige technische directeur van de voetbalbond, nam me in dienst. Hij liet me helpen met allerlei zaken. Dat ging van het afhalen van verantwoordelijken van de UEFA aan de luchthaven tot het leggen van balpennen bij bepaalde evenementen. Ik werkte officieel twaalf uur per maand bij de voetbalbond.” Na zijn uren bij de technische dienst van de voetbalbond sprong Bollu regelmatig binnen bij de materiaalmannen van de Rode Duivels. Vanaf 2001 hielp hij hen op vrijwillige basis en dat werd met plezier in ontvangst genomen. “Ze waren toen met een drietal voltijdse krachten. Dat kan veel lijken, maar je moet weten dat zij ook instaan voor al de jeugdploegen, de dames, etc. Ze werken in een groot depot waar elke ploeg een lokaal heeft voor al hun materiaal.”

Briefje van 100 euro De handen uit de mouwen steken, Bollu is een man die niets liever doet. Dat wist men te appreciëren, ook bij de Rode Duivels. “Joseph, kan je de truitjes eens gaan halen? Joseph, kan jij helpen bij het plaatsen van de truitjes in de vestiaire? Ik hielp waar ik kon. Ik was de vrijwilliger die je bij zowat al de voetbalploegen vindt. Je mag die rol niet onderschatten, want mochten de clubs hen niet hebben...” “Ik herinner me dat ze op de Heizel trainden en dat Kompany zijn schoenen was vergeten in het trainingscentrum van Anderlecht. Hop, ik in mijn camionnetje en ik bezorgde ze hem net op tijd voor de training. De dank die je dan krijgt, doet uiteraard plezier. Ik was ook altijd

Joseph Bollu, voormalig manusje-van-alles van de Rode Duivels: “Er was geen vuiltje aan de lucht, tot Wilmots me zei dat hij niet meer op mij rekende. Ineens, uit het niets.”

“Georges Leekens gaf me ooit op een training een hand met daarin een briefje van honderd euro. Een mooie geste” ruim op tijd ter plaatse. Was er training om tien uur, dan was Joseph daar al om acht uur, hé. Ik checkte of de vestiaire wel beschikbaar was en zorgde ervoor dat de spelers vanuit de bus meteen naar binnen konden.” Het is geen toeval dat Bollu als een van de eersten toekwam op het trainingscentrum. De tinteling in zijn ogen verraadt hoeveel plezier hij beleefde aan de aanwezigheid van de Rode Duivels. “Daar leefde ik voor, hé. Je moest me ‘s morgens niet wakker maken als er training was (lacht). Het was altijd als vrijwilliger, puur voor het plezier. Ook tijdens de matchen was ik aanwezig om te helpen.” “De vriendschap die ik van die jongens kreeg was ongelooflijk. Ze spelen toch zo graag. Zeggen dat je veter los zit als dat niet zo is, eens op je klak tikken; het zijn grote kinderen. Maar dan wel zeer plezante (lacht). Een favoriet opnoemen is moeilijk. Mertens, Mirallas, Lukaku, Kompany, … Mertens gaf me altijd een knuffel. Het zijn speelvogels met een goed hart. Ze toonden altijd respect, ook omdat ik daar al een tijdje rondliep. Ik herinner

EI IN DE BROEK Joseph Bollu houdt een wrange nasmaak over aan zijn afscheid bij de Rode Duivels, maar blijft een supporter in hart en nieren. “Ik heb een volledige uitrusting van de Belgen en zal niet twijfelen om die aan te trekken, ook niet als we naar onze caravan in Nederland trekken. We moeten de eerste ronde kunnen overleven en dan komt de echte test. Maar ik heb toch wat schrik van de Russen. Maar indien we de groepsfase en de achtste finales overleven, dan gaan heel wat ploegen een ei in hun broek hebben. Met zo’n ploeg moeten wij geen schrik hebben. Voetbal blijft voetbal, maar we zouden toch iets moois moeten kunnen neerzetten.”

me dat voormalige bondscoach Georges Leekens me ooit op een training een hand gaf met daarin een briefje van honderd euro. Om me te bedanken. Dat vind ik een mooi geste en het toont dat hij niet zo slecht is als sommigen wel beweren.” Leekens is een van de zes trainers die Bollu heeft zien komen en gaan, Timmy Simons en Daniel Van Buyten zijn de enige spelers die er al bij waren toen Bollu aan zijn ‘carrière’ bij de bond begon. Hij zat op de eerste rij om de evolutie van onze nationale voetbalploeg mee te

© MARC GYSENS

maken.“Als je ziet hoe de stafs zijn uitgebreid: verschillende masseurs, een videoanalist, een osteopaat, etc. Het gaat er zeer professioneel aan toe. De evolutie van de Rode Duivels is stilletjes gegroeid, maar ik had het al gemerkt, hoor. Je ziet die gasten werken op training, looplijnen uitproberen, steeds weer die voorzetten geven... Ik zie dat allemaal terug in de goals die ze maken.”

Pappy Bollu was steevast een aandachtige toeschouwer op de trainingen van de Rode Duivels. Tot 2012. Bondscoach Marc Wilmots bracht hem toen op de hoogte van zijn verjongingsactie. “Ik had een goede relatie met Wilmots. Hij noemde me pappy en stelde me bijvoorbeeld ook zo voor aan zijn vrouw. Er was geen vuiltje aan de lucht, tot hij me zei dat hij niet meer op mij rekende. Ineens, uit het niets. Ik had het niet zien aankomen en ik moet toegeven dat ik toen moeilijke momenten heb meegemaakt. Ik dacht even dat ik in een depressie zou vallen. Ik ben het altijd gewoon geweest om tussen de mensen te zijn en ineens viel dat weg.” Bollu heeft zich over de ontgoocheling gezet, maar hij heeft het nog steeds niet helemaal verwerkt. Hij was bijvoorbeeld wel in Schotland om de Duivels aan te moedigen, maar op een training zal je hem niet meer zien. “Daar ben ik te koppig voor. Ik vind het gewoon spijtig hoe het is gelopen. Er zijn trouwens verschillende mensen moeten stoppen of van functie moeten veranderen, ook dat versta ik niet goed. Wilmots had mij bijvoorbeeld kunnen zeggen om iets kleins te doen. Het is zwaar aangekomen.” Tim Schoonjans


© PHLIPPE CROCHET/PHOTONEWS

BDW 1430 PAGINA 23 - DONDERDAG 12 JUNI 2014

ESTAFETTE > DAVID STEEGEN

Voetbal is een stadssport

De Rode Duivels (met Michel De Wolf als derde van rechts onderaan) op het WK van 1990 in Italië.

Brusselse Duivels (6): Michel De Wolf

Een man voor alle kampioenschappen BRUSSEL – De Rode Duivels moeten straks in Brazilië scoren tegen Zuid-Korea, en er is iemand die weet hoe dat moet. Linksachter Michel De Wolf deed het in 1990 in Verona met een afstandschot in de kruising. Een goeie tip voor Jan Vertonghen. Michel De Wolf is geen geboren Brusselaar.  Hij  is  geboren  in  het  Waals-Brabantse  Clabecq,  waar  hij  nog  in  de  ‘forges’  of  staalfabriek  heeft  gewerkt.  Maar  hij  is  Brusselaar  de  honoris  causa,  want  hij  was  zeven  jaar  speler  van  RWDM,  vier  jaar  speler  van  Anderlecht,  even  trainer  van  FC  Brussels,  en  daarna  de  man  die  met  een  groep  RWDMgetrouwen het stamnummer opkocht van FC  Bleid-Gaume,  dat  inmiddels  wordt  gebruikt  door BX Brussels, de club van Vincent Kompany BX Brussels, waarvan De Wolf erevoorzitter is. De  Wolf  is  overigens  een  naam  die  bij  deze  eeuwig  onderschatte  speler  paste.  Met  zijn  scherpe  fysionomie  en  zijn  koppig  karakter  was  Michel  inderdaad  een  beetje   a lone wolf in de spelersgroep van de Rode Duivels.  Soms  verdwijnt  hij  ook  voor  lange  tijd,  om  dan plots weer op te duiken wanneer de roedel echt ten strijde trok. De Wolfs internationale carrière omspande liefst veertien jaar.  Hij  speelde  op  één  EK  en  op  drie  WK’s,  en  toch verzamelde hij ‘maar’ 42 caps. De eerste kwam er al in 1980 toen hij een minuutje  mocht meespelen tegen Ierland. Maar op het  EK 1984 stond hij in de basis omdat Michel  Renquin,  eerste  keus  op  linksachter,  daar  ontbrak.  Op  Mexico  86  speelde  hij  alleen  de  eerste  twee  wedstrijden  waarna  Patrick  Vervoort overnam en De Wolf ervan uit ging

WK MET STERRENDINER BRUSSEL – In The Mercedes House op de Zavel (Bodenbroekstraat 22) verzorgt het huisrestaurant WY van chef Bart de Pooter voor  de drie wedstrijden van de Rode Duivels een  exclusief  Braziliaans  sterrendiner.  Achtereenvolgens is dat op 17 juni (België - Algerije)  en 22 juni (België - Rusland) om 18 uur, en  op 26 juni (Zuid-Korea - België) om 22 uur.  De  supporters  kunnen  zich  verwachten  aan  een  Braziliaanse  welkomstcocktail,  gevolgd  door de wedstrijd in de cinemazaal. Aan tafel

dat  het  defi nitief  voorbij  was.  Maar  daarna  volgden  nog  twee  spectaculaire  comebacks.  De Rode Duivels sukkelen tot op de dag van  vandaag nog al eens op de positie van linksachter en De Wolf werd eerst door Guy Thys  en  later  door  Paul  Van  Himst  overtuigd  om  ondanks  het  gebrek  aan  vertrouwen  dat  ze  voordien  in  hem  hadden  gehad  toch  mee  te  gaan  naar  de  WK’s  van  1990  en  1994.  Op  beide toernooien speelde De Wolf alle wedstrijden. Dat wil dus zeggen dat hij ook deel  uitmaakte  van  het  sterkste  Belgische  elftal  dat  volgens  waarnemers  tot  nu  toe  op  een  wereldbeker eindronde was te zien. In Italië  won België niet alleen met 2-0 van Zuid-Korea, het klopte ook (met tien man) het Uruguay van Francescoli in een euforische wedstrijd die op 3-1 eindigde, en het verloor in de  voorronde alleen met 2-1 van Spanje omdat  Scifo in die wedstrijd een penalty tegen de lat  trapte. Daarna was er die wedstrijd tegen Engeland  met  als  trefwoorden  David  Platt  en  119ste  minuut  waar  we  verder  niets  meer  over  zeggen.  Tenzij  dat  het  zeker  niet  De  Wolfs  schuld was dat Platt kon toeslaan. Dankzij  het  WK  in  Italië  versierde  De  Wolf  op  32-jarige  leeftijd  nog  een  transfer  naar  Anderlecht,  waarmee  hij,  nu  als  libero  centraal in de defensie, nog driemaal kampioen  werd. Een gelijkaardig scenario speelde zich  nog eens af in 1994. Na de World Cup ging  hij  op  zijn  36ste  nog  naar  het  Olympique  Marseille  van  Bernard  Tapie.  Dat  moest  na  een omkoopschandaal wel in tweede klasse  aantreden,  maar  de  man  van  staal  uit  Clabecq  mocht  wel  het  voormalig  appartement  van superster Eric Cantona betrekken. Michaël Bellon

wordt  vooraf  of  achteraf  een  S   opa verde camarão  geserveerd,  de  typische  bouillon  met  avocado  en  gamba,  gevolgd  door  een  Braziliaanse  kabeljauwbereiding  met  tomaat  of  runderstaartstuk  op  de  barbecue,  met  verse  groenten. Als frisse afsluiter serveert de Rode  Duivelskok-van-dienst  nog  caipirinha.  De  wedstrijd bijwonen met een welkomstdrank,  is  gratis  (na  reservatie).  Wie  als  een  echte  Ronaldinho  wil  aanschuiven  aan  de  Braziliaanse  tafel,  betaalt  44  euro  zonder  drank,  en  82  euro  alle  wijnen/dranken  inbegrepen.  Reservatie: 02-400.42.50 en mercedeshouse. JMB brussels@daimler.com.

Van  de  tweeëntwintig  jongens  die  de  le- kenbaar talent en zijn goede, soms goedgegendarische  nationale  ploeg  vormden  van  lovige karakter verzonk hij bijna in de vergehet  wereldkampioenschap  in  Mexico  1986,  telheid. RSC Anderlecht viste hem op en gaf  speelden welgeteld twee spelers in het bui- hem  de  kans  op  eerherstel.  Vorig  jaar  deze  tenland. Jean-Marie Pfaff voor Bayern Mün- tijd  was  hij  beroepsvoetballer  af.  Binnen  chen  en  Eric  Gerets  voor  het  Nederlandse  enkele dagen reist hij af naar Brazilië om de  Philips  Sport  Vereniging  Eindhoven.  Twee  nationale voetbalkleuren te verdedigen. Zijn  vader was beroepsvoetballer. Daarom heeft  op de tweeëntwintig. Jongens van bij ons.  Destijds  telde  de  nationale  elite  hij in verschillende steden en dorpen  zelfs spelers van kleinere clubs  geleefd.  GAIMAGE/ISO L E B SPO © RT als  Beerschot  (Patrick  VerRomelu  Lukaku  is  in  Antvoort) en het ter ziele gewerpen  geboren,  begon  te  voetballen  voor  het  gane  Thor  Waterschei  lokale  Wintam,  ging  (Lei  Clijsters).  Die  lonaar  Lierse  SK  en  bekale  Belgen  bereikten  landde op erg jeugdige  de  halve  fi nale  van  leeftijd bij RSC Andereen  wereldkampioenlecht  waar  hij  op  zijn  schap.  zestiende  in  het  eerste   Vandaag  spelen  welgeteld  drie  spelers  van  elftal  debuteerde.  Lang  de  nationale  selectie  nog  bleef  hij  niet  in  Brussel.  in  het  vaderland.  Laurent  Op  zijn  negentiende  verCiman  voetbalt  voor  Standard  kaste  hij  naar  Londen  om  voor  Luik, Sammy Bossut beschermt het  Chelsea  FC  voetballen.  Dat  leende  doel  van  Zulte-Waregem  en  Anthony  Van- hem uit aan West Bromwich Albion en daarden Borre is de rechtsachter van Royal Spor- na aan Everton FC.  Jan Verthongen en Thomas Vermaelen, van  ting Club Anderlecht.  Voetbal  is  grondig  veranderd.  Twaalf  van  respectievelijk Tielrode en Kapellen, hebben  onze jongens voetballen in de beste compe- zelfs nooit in België gevoetbald. De verdedititie ter wereld, de Engelse Premier League.  gers werden opgeleid door Ajax Amsterdam.  Een  belangrijk  deel  van  de  huidige  selectie  De ene maakt furore bij de Londense Spurs  heeft  zijn  opleiding  genoten  bij  grote  bin- en de andere bij stadsrivaal Arsenal FC.  De Brusselaar Adnan Januzaj werd door FC  nen- en buitenlandse stadsploegen.  Het  verhaal  van  Vincent  Kompany  is  ge- Brussels  maar  vooral  door  RSC  Anderlecht  noegzaam bekend. Zijn moeder was afkom- gevormd maar zijn eerste stappen als profstig uit de Ardennen en zijn vader is in Congo  voetballer zette hij bij Manchester United.  geboren. Zelf groeide hij op in de moeilijke  De  minzame  Sinjoor  Moussa  Dembélé,  zijNoordwijk  van  de  hoofdstad.  Niet  de  mak- dezachte  pleintjesspeler,  werd  dan  weer  in  kelijkste  plek  om  ongeschonden  groot  te  Nederland opgevoed om vandaag in Londen  worden.  RSC  Anderlecht  en  de  Brusselse  te voetballen. Bij Tottenham Hotspur FC. Zo  pleintjes gecombineerd met stedelijke weer- kunnen we blijven doorgaan. Onze nationale  baarheid en fl air maakten van hem de mens,  elf zijn sexy, hebben kleur en zijn stedelijk.     de voetballer en het merk dat hij nu is.  Vanden  Borre  is  een  variatie  op  hetzelfde  thema. Het  parcours van de straatvoetballer  David Steegen is persverantwoordelijke ging  wat  moeizamer.  Ondanks  het  onmis- van RSC Anderlecht

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE07424552982266, BIC: KREDBEBB van Brussel Deze Week vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 70.490 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-226.45.41, 0474-67.03.84, fax 02-226.45.69. MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne. COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (nieuwsmanager), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Goele de Cort, Eric Vancoppenolle, Laurent Vermeersch. REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele, Gerd Hendrickx. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Eva Hilhorst, Ilah, Wauter Mannaert, Francis Marissens, Karolien Merchiers, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Steven Vandenbergh, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE François Bettens (a.i.). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).

EEN ABONNEMENT OP BDW EN AGENDA IS GRATIS ALS U IN BRUSSEL WOONT MAIL NAAR ABO@BDW.BE OF BEL 02-226.45.45


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.