I CTUpdate JAARGANG 14 nummer 1
HET MANAGEMENTBLAD IN IT EN TELECOM
“Menselijke factor is het obstakel, niet de techniek”
Patrick Bliemer, Intel, over Connecting the Enterprise BTG ONDERZOEKT MOGELIJKHEDEN GEDEELDE MNC-DIENSTVERLENING
T-SYSTEMS: CONNECTIVITEIT TUSSEN ORGANISATIES IS CRUCIAAL
CISCO-TOPMAN EDWIN PRINSEN: “OVERHEID KOM MET ICT-BLAUWDRUK”
Q-MUSIC NEEMT MET MINDER GEEN GENOEGEN Net als Nuon, Bakkersland en duizenden andere zakelijke klanten, vertrouwt Q-music op Tele2 voor hun zakelijke communicatie. Want of onze klanten zich nu specialiseren in muziek, energie, brood of iets heel anders, wij zorgen ervoor dat zij kunnen doen waar zĂj goed in zijn. Voor hun klanten. Kijk op tele2.nl/zakelijk wat wij voor uw klanten kunnen betekenen.
I CTUpdate INHOUD
TRENDS 6 Editorial
24
8 Mobile Enterprise in Baarns Bomencentrum
STRATEGY UPDATE
10 Edwin Prinsen, managing director Cisco Nederland: “Overheid: kom met een ICT-blauwdruk” 14 BTG verkent mogelijkheden tot gedeelde MNC-dienstverlening 20 Ruud Klein Schiphorst, managing director Alcatel-Lucent Nederland: “Innovatiekracht vertalen naar toegevoegde waarde voor organisaties”
COVER
40
24 René Mulder, algemeen directeur T-Systems Nederland: “Connectiviteit tussen organisaties onderling is cruciaal”
Organisaties zijn meer en meer met elkaar en met hun klanten en toeleveranciers verbonden. Die verbondenheid zal alleen maar toenemen: zowel in aantal als in soort. Daar zorgen technologietrends als Unified Communications en The Internet of Things wel voor. De techniek is daarbij geen echt obstakel: de menselijke factor echter weer wel, zegt Intel-topman Patrick Bliemer in het dossier ‘Connecting The Enterprise”.
NEDERLAND ICT
28 Nederland neemt voortouw in cyber security 30 ICT heeft het onderwijs veel te bieden 32 Column Lotte de Bruijn, directeur Nederland ICT 34 Marktonderzoek Conclusr
8
36 Business case RWE: ‘Kijk over de hele keten en stel de gebruiker centraal’
www.ict-update.nl | 3
INHOUD
48
48
47
DOSSIER CONNECTING THE ENTERPRISE
40 Patrick Bliemer, managing director Northern Europe Intel: “Technologie is niet de belemme rende factor bij Internet of Things”
48 Eric Hartsink, algemeen directeur Communicativ: “Optimaal samenwerken zijn de sleutelwoor den in de komende jaren”
TECH UPDATE
43 Innovatief klantcontact vanuit de cloud
CIONET
60 Samsung Galaxy S6 edge
44 Business case Universiteit Twente: Afscheid van telefooncentrale 47 Stefan van Hoof, Regional Manager Benelux, Lifesize Communications: “Geen bedrijfsmatig excuus meer om niet aan videoconferencing te doen” 4 | www.ict-update.nl
56 5G komt snel dichterbij
TOOLS
52 Cyber security in het digitale tijdperk: tandpasta verkopen met behulp van rotte tanden?
SERVICE
55 Tweede serie leergang ‘CIO als Commissaris’ start in juni
62 Advertentie-index
62 In het volgende nummer
44
kennis
trends
spelers
samenwerken
inkoop
agenderen
EDITORIAL Redactie-adres Channel B.V. Communicatieweg 1 3641 SG Mijdrecht +31 (0) 20 347 26 70 Hoofdredactie Paul Teixeira paul@channelbv.nl Medewerkers Jasper Bakker, Egbert Jan van Bel, Mirjam Hulsebos, Dirkjan van Ittersum, Marco Mekenkamp, HP van Tilburg, Pieter Waasdorp, Ferry Waterkamp Fotografie Thomas Fasting – Fasting Fotografie Marco Mekenkamp Sales Rick Vos: +31(0)35 7630 675 rick@channelbv.nl Directie Hans Huygens hans@channelbv.nl Art direction Annette van de Sluis annette@channelbv.nl Abonnementen Als vakblad zijnde, hanteren wij de opzeg-regels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Telefoon: 0900-ABOLAND (0900-22 65 263, 10 ct/min) Fax: 0251-31 04 05 Niets uit deze uitgave mag in zijn geheel of gedeeltelijk worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder bronvermelding én uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Hoewel deze uitgave op zorgvuldige wijze is samengesteld, zijn uitgever en auteurs niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden in deze uitgave. Zij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van generlei aard, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie. Copyright © Channel B.V
The Connected Enterprise Er lopen miljoenen onzichtbare lijntjes in Nederland. Binnen organisaties en tussen organisaties en hun klanten en toeleveranciers. Wij zijn inmiddels beland in het tijdperk van (in goed Nederlands) The Connected Enterprise. Toeleveranciers krijgen steeds meer real time toegang tot de ERP-systemen van hun afnemers om zo op basis van daadwerkelijke behoefte te leveren. Klanten chatten via de website van een bedrijf direct met een medewerker van een contact center. Burgers onderhouden contact met de gemeente via WhatsApp op hun smartphone. Bereikbaarheid van medewerkers hangt, mede dankzij de opmars van Unified Communications, niet meer af van de vraag of de betreffende personen zich in de buurt van hun werkplek bevinden. Autofabrikanten voorzien hun geleverde modellen van softwareupgrades via het internet. Om maar eens een paar voorbeelden te noemen die nu al tot de praktijk behoren. De komende jaren wordt de onderlinge verbondenheid tussen organisaties én met hun andere ‘stakeholders’ (van klanten tot partners in een supply chain) alleen maar groter. Op allerlei manieren, zo is de inschatting van industrieanalisten. Die grotere mate van connectiviteit tussen organisaties en individuen is niet alleen maar een prettige trend, waarschuwen dezelfde analisten. Het brengt ook een aardig aantal risico’s met zich mee. Het meest in het oog springende gevaar is dat van de ICT-beveiliging. Meer verbindingen en meer contact levert ook meer ingangen op voor potentiële gevaren. Een wat onderbelicht obstakel is die van de verbinding zelf: de netwerkinfrastructuur. Als het gaat om de bedrijfsnetwerken, kunnen CIO’s daar de nodige invloed op uitoefenen. Al zal de gemiddelde financieel directeur verre van blij zijn als hij van de CIO te horen krijgt dat het budget voor netwerkupgrades en -beheer ook het komende jaar weer zal moeten stijgen. De externe netwerkinfrastructuur – het Grote Internet – is echter een ander verhaal. Daar hebben CIO’s geen directe grip op, zowel wat kosten als wat kwaliteit betreft. Het vervelende is dat eigenlijk niemand daar directe grip op heeft. Dat is tegelijkertijd de charme (het is immers niemands eigendom) én de zwakte van het internet (niemand is uiteindelijk verantwoordelijk voor het reilen en zeilen). En toch baseren steeds meer organisaties een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering en -processen op het internet. Van klantcontacten tot verkoop en ook toegang tot applicaties en data. Denk er gerust maar eens over na. Bij voorkeur niet voor het slapen gaan. Paul Teixeira Hoofdredacteur Vragen, opmerkingen, suggesties of zomaar een teken van leven? Mail gerust naar: paul@channelbv.nl.
6 | www.ict-update.nl
TRENDS
8 | www.ict-update.nl
ICT UPDATE
‘The Mobile Enterprise’ in het Baarnse bomencentrum Eind maart kwam er een keur aan ICT-verantwoordelijken van diverse Nederlandse organisaties in het Baarnse Bomencentrum bijeen om te luisteren naar wat experts en collega’s te zeggen hadden over ‘The Mobile Enterprise’. Tekst & fotografie: Paul Teixeira
Het adviesbureau Strict, organisator van de bijeenkomst in Baarn, had onder andere een vertegenwoordiger van Google Nederland en de nationale politie weten te strikken voor een presentatie over de manier waarop hun respectievelijke organisaties ‘The Mobile Enterprise’ in de praktijk brengen. Twee zeer uiteenlopende business cases die met elkaar gemeen hadden dat plaatsonafhankelijk werken met behulp van smartphones en tabletcomputers een vast gegeven is geworden. Van de kenniswerker die bij Google ontspannen op een loungebank aan het coderen is tot de agent die op straat via zijn smartphone allerhande gegevens van een dronken automobilist uit diverse databases opvraagt.•
www.ict-update.nl | 9
STRATEGY UPDATE
‘Ik zou het goed vinden als ICT een aparte topsector wordt’ 10 www.ict-update.nl |
ICT UPDATE
“Overheid: kom met een ICT blauwdruk” Zonder netwerkinfrastructuur is er geen telecommunicatie, internet en cloud computing mogelijk. Om over The Internet of Everything maar te zwijgen. ICT-concern Cisco speelt onder andere in de netwerkinfrastructuur wereldwijd een dragende rol, dat mag zonder overdrijven worden gesteld. Edwin Prinsen, managing director Cisco Nederland, heeft dan ook genoeg bagage om het belang van ICT voor de BV Nederland te kunnen inschatten. Tekst: Paul Teixeira
Wordt het belang van ICT al genoeg onderkend door burger, bedrijfsleven en overheid? “De burger heeft het inmiddels wel door. Die doet al veel dingen online; van het kopen van boeken tot het regelen van bankzaken. De nieuwe generatie groeit met het digitaal denken op. Die vindt het raar dat je fysiek naar de gemeente moet gaan om een rijbewijs op te kunnen halen. De inzet van ICT levert de overheid, naast betere communicatie met en dienstverlening voor de burger, ook hogere efficiency en kostenbesparing op. De overheid is zich daar wel van bewust en wil er ook wel op inspelen. Maar gaat dat snel genoeg? Ik denk dat het wel sneller en uitgebreider kan. Het bedrijfsleven loopt op dat gebied nog steeds voorop: ICT is de core business van elke organisatie.” “Wat het economische belang van ICT betreft: ik zou het goed vinden als ICT een aparte topsector wordt. En de overheid zou op een andere manier naar infrastructuur moeten kijken. Niet alleen maar denken aan het traditionele asfalt en beton, maar ook ICT – zoals breedband en WiFI – opnemen in de plannen.” Hoe staat het met de inzet van ICT in het onderwijs? “De berichten zijn dat wij een groot tekort aan ICT’ers gaan krijgen. Om dat aan te pakken, moeten er een paar dingen gebeuren. Allereerst moet het onderwerp in zijn algemeenheid onder de aandacht worden gebracht. En verder moeten jongeren in een vroeg stadium met ICT vertrouwd raken. Bijvoorbeeld door het op scholen beter
te belichten. Wij doen dat als Cisco al jaren door bijvoorbeeld meisjes over ICT voor te lichten met behulp van ons ‘Girls in IT’-programma. Verder zal de inzet van ICT-harden software op scholen beter moeten. Daarin heeft de overheid een faciliterende rol, inclusief het verstrekken van de digitale leermiddelen.” “Om nog even op dat tekort aan ICT’ers terug te komen: er is ook sprake van een ‘mismatch’ tussen opleidingen en dat wat werkgevers nodig hebben. In de ICT gaan de ontwikkelingen heel erg snel, kijk alleen al naar ons bedrijf. Waar het vroeger veel om hardware draaide, gaat het nu steeds meer om cloud en software. Als je op school al achterloopt op ICT-gebied en je mist dan ook nog dit soort ontwikkelingen, dan word die mismatch alleen maar groter. Ik denk dat de overheid zich tot taak moet stellen om voortdurend te kijken naar de vraag van het bedrijfsleven en het aanbod van scholen. En dat vervolgens op elkaar af te stemmen. En het bedrijfsleven heeft daar zelf ook een rol in. Bij Cisco doen wij dat al met diverse programma’s gericht op scholieren: daarin brengen wij hen brede ICT-kennis en specifieke Cisco-technologieën bij, zoals het Cisco Sales Associates Program (CSAP) en Cisco Networking Academy. ” Zou een ‘minister van ICT’ soelaas bieden? “Ja, 100 procent mee eens. Anders zit je gewoon in de trein, wachtende tot je een keer op de plek van bestemming aankomt. Met een minister van ICT heb je één kundig aanspreekpunt op dat gebied voor zowel de politiek als het bedrijfsleven. Iemand die de bestemming >>
www.ict-update.nl | 11
STRATEGY UPDATE
‘Met een minister van ICT heb je één kundig aanspreekpunt op dat gebied voor zowel de politiek als het bedrijfsleven’
van de trein kan bepalen. Ik zal het concreter maken. Wij hebben vaak discussies over initiatieven om WiFi in steden uit te rollen. Zowel voor de gemeenten als voor ons is het een ander type business, waarvan de business case voor beide partijen nog niet geheel duidelijk is. Maar als je alleen maar naar die business case blijft zoeken, dan gebeurt er niets. Daar zou een minister van ICT bij kunnen helpen. Die kan ICT tot onderdeel van de infrastructuur maken, naast asfalt en beton.” Is het tijd voor een Digitaal Delta Plan? “Om de analogie van het Delta Plan aan te houden: ik denk niet dat het water ons tot aan de lippen staat. Maar het zou wel goed zijn als er een blauwdruk zou komen voor de inzet van ICT bij de overheid. Dat je daarmee een einde maakt aan het feit dat gemeenten allerlei eigen ICT-initiatieven ontplooien die niet op elkaar en de rijkoverheid zijn afgestemd. Natuurlijk moet er ruimte blijven voor proefprojecten, maar het is wel belangrijk dat er dan wordt gedacht aan het grotere plaatje, de blauwdruk. Daar kan de ICT-sector bij helpen, zonder dat er directe commerciële belangen bij gaan spelen, door de ontwikkelingen op technologisch gebied te schetsen. ” Wat was in 2014 de technologische ontwikkeling met de grootste impact en wat voorziet u voor 2015 op dat gebied? “Voor 2014 is dat de concretisering van ‘software defined networking’, wat bij Cisco application centric infrastructure wordt genoemd. Voorheen werd er voornamelijk over gepraat, maar je ziet dat er in 2014 in een hoog tempo producten zijn geïntroduceerd. Wat 2015 betreft, verwacht ik eenzelfde ontwikkeling op het gebied van Internet of Everything. Ik denk dat 2015 nog veel meer mooie IoE implementaties zal brengen.”•
12 | www.ict-update.nl
Over Edwin Prinsen Bedrijfseconomische studies aan de Hogeschool Utrecht, een Bachelor of Business-diploma in Internationale Marketing en Management en een Post-Graduate-diploma in Bedrijfseconomie hebben het fundament gelegd voor de carrière van Cisco Nederland managing director Edwin Prinsen. Bij Getronics heeft Prinsen van 2001 tot 2003 als managing director van de business unit On Site Services gewerkt. De destijds opgewekte interesse in de ICT als sector, is daarna alleen maar groter geworden. Dat blijkt onder andere uit de volgende stap in zijn carrière: hij verhuist in 2003 naar Imtech ICT Communications Solutions, waar hij in 2014 afzwaaide als managing director Imtech ICT Nederland. Het jaar 2014 markeerde de overstap van Edwin Prinsen naar Cisco, waar hij aan de slag ging als managing director Nederland. Cisco mag één van de grondleggers en aanjagers van internet en het IP-netwerkprotocol worden getypeerd. Ooit begonnen als leverancier van netwerkhardware, heeft het Amerikaanse concern zich door de jaren heen ontwikkeld als bredere aanbieder van ICT-hard- en software en diensten. Het is actief op het gebied van netwerken, telecommunicatie, videocommunicatie, datacenters en cloud computing. Dat is niet alleen op eigen kracht gebeurd: het concern heeft de nodige kleinere en grote overnames gepleegd. Eind 2014 bood Cisco werk aan ruim 71.500 mensen in 360 vestigingen wereldwijd. Het concern behaalde in zijn boekjaar 2014 een omzet van 47,1 miljard dollar
STRATEGY UPDATE
Kostenbesparingen mogelijk bij overstappen tussen mobiele operators
BTG geeft update over gedeelde MNC-dienst
14 | www.ict-update.nl
ICT UPDATE
BTG, de branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers, onderzoekt sinds medio 2014 of er door de vereniging een nieuwe dienst zou kunnen worden aangeboden. Het gaat om het aanbieden van zogenoemde gedeelde ‘Mobile Network Code’. (MNC). De bij BTG aangesloten organisaties – en andere geïnteresseerde partijen - krijgen hiermee feitelijk een ‘eigen netwerkcode’ in plaats van de code die bij een bestaande operator hoort. Een dienst waarmee grote organisaties de kosten voor het overstappen tussen mobiele operators aanmerkelijk beperken. Teus van der Plaat, secretaris BTG, geeft een update over het MNC-initiatief.
>>
Tekst: Paul Teixeira Fotografie: Marco Mekenkamp, Thirza Luijten
www.ict-update.nl | 15
STRATEGY UPDATE
“Op dit moment vereist het overgaan van de ene naar de andere mobiele operator onder meer het omwisselen van de simkaart in de mobiele telefoon. Dat is geen probleem voor de gemiddelde consument, maar voor grootzakelijke afnemers betekent het een operatie waarin tot honderdduizenden simkaarten moeten worden vervangen”, aldus BTG-bestuurslid Teus van der Plaat. “Die omvang zal alleen maar groter worden door ontwikkelingen als de opmars van Machine-to-Machine communicatie waarin allerlei soorten apparaten via het mobiele netwerk gegevens uitwisselen, denk aan CV-ketels en auto’s. Bij dat soort toepassingen is het verwisselen van simkaarten sowieso een zeer omvangrijke en kostentechnisch bijna niet te realiseren operatie. Uiteindelijk willen wij onze leden en andere organisaties in staat stellen om op een eenvoudige en minder kostbare manier over te stappen naar een andere mobiele operator. Net zoals het nu al kan met producten in de consumentenmarkt, zoals gezondheidsverzekeringen en energiecontracten. Het past ook in het streven van de Autoriteit Consument & Markt (ACM, onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, belast met onder andere het toezicht op de telecommarkt, red.) naar meer transparantie in de telecommunicatiemarkt.”
Niet over één nacht ijs BTG gaat bij het verkennen van de gedeelde MNC-dienstverlening niet over één nacht ijs. Zo heeft TNO vorig jaar een uitgebreid onderzoek gedaan naar de technische haalbaarheid van een dergelijk initiatief. Ook is er door het in telecommunicatie gespecialiseerde adviesbureau Stratix een rapport geproduceerd waarin de juridische en zakelijke aspecten in kaart zijn gebracht. “Wij zitten nu in het stadium dat er een sluitende business case moet worden gemaakt, waarin diverse zaken (zoals consequenties, kosten en opbrengsten) in beeld worden gebracht. Dat doen wij met een aantal andere partijen. Uiteindelijk moet het duidelijk worden of het voldoende meerwaarde heeft voor de grootzakelijke gebruikers en financieel gezien haalbaar blijkt om met deze dienstverlening te komen”, zegt BTG-secretaris Teus van der Plaat. De technische complexiteit en de omvang van een gedeelde MNC-dienst brengt ook de nodige kosten met zich mee, legt Van der Plaat uit. “Een mobiel netwerk
16 | www.ict-update.nl
bestaat in feite uit drie delen. Allereerst heb je de zogenoemde ‘mobiele core’, daar zitten de kernfuncties van het mobiele netwerk, zoals het afhandelen van telefoonverbindingen. Verder is er de proxy: een soort schakelaar tussen de netwerken van de verschillende operators. Daarvan is er één bedoeld voor commerciële bedrijven en één voor aanbestedingsplichtige organisaties. Dat is door de Nederlandse wetgever zo geregeld. En daarnaast is er het ‘Radio Area Network’, de optelsom van zaken als frequenties, zendmasten, glasvezelverbindingen en basisstations. Het RAN zorgt er voor dat er communicatie mogelijk is tussen mobiele apparaten en de mobiele core. In dat laatste zitten de grootste investeringen voor een operator.”
Kostenposten Een gedeelde MNC-dienst behelst dat je zelf moet zorgen voor het mobiele core-gedeelte en de proxy. Je maakt daarbij, tegen betaling, gebruik van het bestaande Radio Access Network van de vier mobiele operators in Nederland. “De mobiele core zou onder de verantwoordelijkheid van BTG vallen. Voor de technische invulling zijn wij nu aan het kijken bij partijen die onder de noemer ‘Mobile Virtual Network Enabler’ vallen: organisaties die dit soort werkzaamheden al verrichten voor mobiele operators zonder een eigen netwerk (de zogenoemde ‘Mobile Virtual Network Operators’, red.). Bij een dergelijke MVNE zouden wij ook het afsluiten van internationale roamingafspraken met buitenlandse operators onder kunnen brengen. Voor alle duidelijkheid: onze leden en andere organisaties moeten daarbij nog steeds zelf een contract voor mobiele data en telefonie bij een operator afsluiten. “Kort samengevat, heb je te maken met vier belangrijke kostenposten: de ‘air time’ (het feitelijke mobiele telefoneren en dataverbruik, red.), de proxy, de mobiele core en de provisioning (het beheer, red.).” Voor de air time-kosten worden afspraken gemaakt met de vier mobiele operators die in Nederland over een eigen netwerkinfrastructuur beschikken (KPN, T-Mobile, Tele2 en Vodafone), aldus Teus van der Plaat. “De kosten voor een proxy zijn al bekend: energienetbeheerder Enexis is de eerste organisatie die de verruimde Nederlandse MNC-regeling gebruikt en zij hebben zelf een proxy opgezet. Desgewenst zou >>
ICT UPDATE
Waarom is de gedeelde MNC-dienst interessant? Vorig jaar heeft BTG onder haar leden een enquête uitgevoerd om de behoefte naar een gedeelde MNC-dienst te inventariseren. Daaruit bleek dat 80 procent van hen geïnteresseerd is in een dergelijke dienstverlening, mits de financiële voorwaarden marktconform zijn. “Dat vertegenwoordigt een substantieel deel van de grote bedrijven in Nederland”, vertelde Teus van der Plaat eind 2014 in het BTG Magazine, het tijdschrift van de branchevereniging Telecommunicatie Grootgebruikers.
Teus van der Plaat, secretaris BTG
Het grote voordeel van een gedeelde MNC-dienst voor grootgebruikers is dat zij dan niet meer te maken hebben met een ‘vendor lock-in’ omdat er simkaarten van een bepaalde operator in grote hoeveelheden in gebruik zijn in m2m-oplossingen of reguliere mobiele toestellen. Terughalen en verwisselen van de simkaarten is in veel gevallen een te dure en te complexe operatie, waardoor een overstap naar een andere operator onnodig kostbaar blijkt. Met de verruiming van de MNC-regelgeving komt hier een einde aan, omdat bedrijven via de zogenaamde gedeelde MNC-constructie veel minder afhankelijk van de publieke netwerkoperators worden. Naast het niet meer hoeven te wisselen van simkaarten, is het grote voordeel van een eigen MNC-subreeks dat het mogelijk wordt om een overeenkomst met meer dan één operator te sluiten, zo stelde Van der Plaat destijds: “Je kunt met een eigen netwerkcode een contract met de vier grote operators in Nederland afsluiten, waardoor het theoretisch en technisch mogelijk wordt om met één simkaart te bellen op vier verschillende netwerken. Die vrijheid is voor veel van onze leden een heel aantrekkelijk argument. Bovendien zijn veel van onze leden wel bereid om wat meer te betalen als ze de mogelijkheid krijgen makkelijk te schakelen tussen de mobiele netwerken van de diverse operators. Dat biedt soelaas als zij bijvoorbeeld door een grote storing of een andere calamiteit niet meer kunnen bellen op het netwerk van hun eigen aanbieder.”
www.ict-update.nl | 17
STRATEGY UPDATE
Wat is MNC? De International Mobile Subscriber Identity, IMSI, is een unieke cijferreeks van maximaal vijftien nummers waarmee individuele mobiele telefoons zich kenbaar maken op de netwerken in binnen- en buitenland. De IMSI zit opgeslagen in de simkaart van de mobiele telefoon. Onderdeel van de IMSI-cijferreeks zijn de Mobile Country Code (het ‘thuisland’ van het netwerk) en de Mobile Network Code (kortweg: MNC), bestaande uit maximaal drie cijfers. Hiermee wordt het ‘thuisnetwerk’ van de bewuste mobiele telefoon aangeduid, oftewel: het netwerk van de operator bij wie de gebruiker zijn abonnement heeft afgesloten. In Nederland kent de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (onderdeel van het ministerie van Economische Zaken) de MNC’s toe aan operators en enkele andere organisaties (zoals het ministerie van Defensie). De Nederlandse wetgeving op het gebied van MNC is in 2014 verruimd, zodat het niet langer alleen aan operators en een klein aantal andere partijen voorbehouden is om een eigen IMSI-reeks te krijgen. Voortaan is dat eveneens mogelijk, zij het onder strikte voorwaarden, voor andere organisaties. Het ministerie van Economische Zaken heeft reeds één IMSI-reeks toegekend aan energienet beheerder Enexis. Het kan hierdoor circa 500.000 eigen simkaarten gaan toepassen in zijn slimme meters. Overigens gebruikt Enexis de mogelijkheid nog niet actief. Het houdt de mogelijkheid achter de hand als ‘verzekeringspremie’ voor de toekomst.
18 | www.ict-update.nl
Jan van Alphen, voorzitter BTG
BTG deze eventueel kunnen hergebruiken. Overigens het wel zo dat de Autoriteit Consument en Markt eist dat er een aparte proxy komt voor niet-commerciële partijen – zoals overheidsinstanties die aanbestedingsplichtig zijn – en een aparte proxy voor het commerciële bedrijfsleven. In het geval van BTG, met een mix van overheid en bedrijven in het ledenbestand, komt het er op neer dat wij over twee aparte proxy’s moeten beschikken.”
Neutrale organisatie De Autoriteit Consument & Markt laat desgevraagd weten dat het in principe gedeelde MNC-initiatieven toejuicht. “ACM vindt het belangrijk dat overstappen tussen telecomaanbieders zo makkelijk mogelijk is. Daarom is het ook goed dat BTG partijen die grootschalig Machine to Machine-toepassingen (ook bekend als M2M, red.) gebruiken bij elkaar brengt”, aldus de ACM-woordvoerder. “Alleen als BTG met behulp van een MNC zelf telecomdienstverlening gaat leveren, dan zouden de afnemers aan BTG vast zitten. Dan vormt BTG eigenlijk zelf een overstapdrempel en dat is niet de bedoeling. Dat hebben we BTG ook al laten weten. Wat wel kan, is dat grootschalige
ICT UPDATE
M2M-gebruikers afzonderlijk bij ACM de gedeelde MNC aanvragen. BTG kan dan zorgen dat deze M2M-gebruikers een neutrale organisatie oprichten die de gedeelde MNC technisch beheert. Ook op die manier zijn grootschalige M2M-gebruikers minder afhankelijk van de grote telecomaanbieders, zonder dat ze vast zitten aan BTG.” Jan van Alphen, voorzitter BTG, benadrukt onder andere de onafhankelijkheid van de vereniging: “BTG onderzoekt de wenselijkheid en haalbaarheid van een gemeenschappelijke proxy als geïntegreerde dienstverlening voor haar leden en overige geïnteresseerde bedrijven. Als onafhankelijke partij kunnen wij een schakel vormen door invulling van deze complexe maatwerkbehoefte van zakelijke klanten en de providers en leveranciers die dit mogelijk maken. Hiermee ontzorgen wij onze leden en creëren tevens een meerwaarde voor de aanbieders. Het switchen van operators en implementatietrajecten door providers zullen hiermee in de toekomst worden vereenvoudigd. Om op de reactie van ACM terug te komen: het is dus zeker niet zo dat BTG als operator zal gaan optreden. Wij behouden te allen tijde onze onafhankelijkheid als
vereniging van grootzakelijke afnemers van data en telecommunicatieproducten.”
Proefproject Indien een sluitende businesscase kan worden gerealiseerd, zal BTG uiteindelijk een Request for Information en aansluitend een Request for Proposal de deur uit gaan doen. “Dat zal hopelijk nog dit jaar kunnen gebeuren”, zeg Van der Plaat. Een andere vereiste is dat er BTG-leden zijn die de rol van ‘launching customer’, klanten van het eerste uur, op zich willen nemen. Teus van der Plaat: “Wij hebben gesprekken gevoerd met onze leden en daarbij heeft een aantal van hen aangegeven dat zij willen participeren in het proefproject dat wij uiteindelijk willen starten.” Een dergelijk proefproject start met ‘enkele duizenden simkaarten’, zegt hij. Over hoeveel BTG-leden en andere partijen uiteindelijk gebruik gaan maken van de gedeelde MNC-dienstverlening wil hij nog geen voorspelling geven. “Ik denk dat wij zouden kunnen starten met honderdduizend tot tweehonderdduizend simkaarten. Dat kan oplopen tot enkele miljoenen simkaarten.”•
www.ict-update.nl | 19
STRATEGY UPDATE
Ruud Klein Schiphorst, managing director Alcatel-Lucent Nederland
“Innovatiekracht vertalen naar toegevoegde waarde voor organisaties” Sinds 1 januari 2015 heeft het ICT-concern Alcatel-Lucent een nieuwe topman in Nederland: Ruud Klein Schiphorst. Hij is in zijn nieuwe functie de wittebroodsweken inmiddels ruimschoots gepasseerd: tijd voor een update over de stand van zaken en de toekomstplannen. Tekst: Paul Teixeira
Hij is weliswaar nog niet bijzonder lang in zijn rol als managing director bij Alcatel-Lucent Nederland actief, maar Ruud Klein Schiphorst is niet geheel onbekend met het bedrijf: “In 2001 begon ik al bij Lucent, dat later fuseerde met Alcatel.” Voor die tijd was hij als logistiek consultant bij Coopers & Lybrand (het tegenwoordige PricewaterhouseCoopers) begin negentiger jaren van de vorige eeuw betrokken bij de bouw van het initiële GSM-netwerk van KPN in Nederland. “Dat waren eigenlijk mijn eerste stappen in de telecommarkt. Daarna ben ik bij Enertel (een data- en telecombedrijf dat in 2006 gekocht door Energis, red.) aan de slag gegaan als vice president Procurement. De functie was inderdaad een hele andere tak van sport, als je het vergelijkt met wat ik bij Coopers & Lybrand deed. Maar ik ben wat dat betreft een echte omnivoor. Tegelijkertijd was ik als vertegenwoordiger van Enertel in een consortium - waarin ook Orange en Deutsche Telekom zaten - nauw betrokken bij alles wat met ‘site acquisitie’ te maken had.” De telecomsector is hem daarna blijven boeien en aantrekken, zo blijkt uit de verdere stappen in zijn carrière. Waarbij de benoeming dit jaar tot managing director van Alcatel-Lucent het jongste voorbeeld is.
Shift 2.0 Bij Alcatel-Lucent valt genoeg te doen voor Ruud Klein Schiphorst. Het Franse concern is één van de grootste producenten van netwerkapparatuur- en software ter wereld. Van oudsher was het bedrijf breed gericht: van het leveren van netwerkapparatuur voor de grootzakelijke markt tot het leveren van cruciale hardware (en vervolgens ook beheren) aan operators.
20 | www.ict-update.nl
Anno 2015 heeft Alcatel-Lucent zijn focus echter gericht op vier aandachtsgebieden: IP-networking, cloud en (ultra) breedbandtoegang voor vaste en mobiele netwerken. Dat is het resultaat van een in 2013 gestart langere termijntraject dat destijds ‘Shift plan’ is gedoopt. Daarin zat zowel een portie bedrijfsstroomlijning als een visie op de ontwikkeling van de manier waarop organisaties in de toekomst gebruik zullen maken van ICT in het algemeen en netwerken in het bijzonder. De onderneming is financieel gezien weer op het goede pad, al mag Klein Schiphorst geen concrete details over de Nederlandse activiteiten geven. Inmiddels is Alcatel-Lucent toe aan ‘Shift 2.0’, zoals het door CEO Michel Combes wordt genoemd. Met als belangrijk speerpunt het ontwikkelen en produceren van diensten en producten waarmee organisaties het potentieel van netwerken zakelijk kunnen verzilveren. Zo’n ‘speerpunt’ klinkt vaag, maar Ruud Klein Schiphorst concretiseert het graag: “Denk aan bijvoorbeeld de Eurotunnel. De Eurotunnel-organisatie heeft de infrastructuur opgezet en beheert het ook. Maar daarmee zijn de uitdagingen op netwerkgebied nog niet over. Om je een indruk te geven: de reizigers rijden met hun auto in een soort stalen container. Elke container moet weer zijn eigen netwerkinfrastructuur hebben met de nodige koppelingen naar diverse systemen, zowel in- als extern. Bij dat laatste gaat het om koppelingen met de verschillende operators. En dat is een belangrijk punt voor de reizigers: je zit tenslotte eventjes in zo’n tunnel en dan wil je toch iets doen om de tijd te doden. Meestal zijn het bezigheden die vereisen dat er ongehinderde online-toegang is. Dat is technisch gezien geen sinecure. Neem een doorsnee >>
ICT UPDATE
>>
www.ict-update.nl | 21
STRATEGY UPDATE
gezin. De volwassenen zijn met zakelijke en privé zaken bezig, denk aan videoconferencing of shoppen op het web, terwijl de kinderen hun eigen online entertainment hebben, variërend van streaming video tot gamen. Voor elk gezinslid moet er een vlekkeloze internetverbinding voorhanden zijn. En dat voor elke container. Een ander voorbeeld is wat wij in Australië hebben gedaan in een ijzertsmijn: daar rijden grote vrachtwagens onbemand rond. De besturing wordt geregeld via een speciaal LTE-netwerk. Dat klinkt misschien eenvoudig, maar de uitdagingen zijn echter legio, alleen al door de fysieke omstandigheden – hitte en stoffigheid - daar. In dat soort zaken laten wij in de praktijk zien hoe Alcatel-Lucent de innovatiekracht van zijn Bell Labs kan vertalen naar toegevoegde waarde voor organisaties.”
‘Carrier grade’ Een ander gebied waar Alcatel-Lucent zijn pijlen op heeft gezet, is dat van de interconnectie van systemen in en tussen datacenters. “Wij zien dat onze oplossingen daar het verschil maken. En dat is niet alleen bij datacenters het geval: dezelfde soort uitdagingen spelen ook in andere segmenten waar netwerken en onderlinge verbindingen tussen netwerken van cruciaal belang zijn. Denk bijvoorbeeld aan nutsbedrijven zoals beheerders van elektriciteitsnetten, wat wij ‘mission critical communications’ noemen. De afhankelijkheid van netwerken is bij dergelijke ondernemingen bijzonder groot geworden.” Klein Schiphorst doelt op de technologie die AlcatelLucent in de eerste instantie met name aan operators leverde, de zogenoemde ‘carrier grade’-oplossingen. “Een operator moet kunnen vertrouwen op de stabiliteit en de prestaties van zijn netwerk, 24 uur per dag, zeven dagen per week. Die robuustheid bieden wij nu ook aan andere organisaties. Dat bedoelen wij met ‘carrier grade’-kwaliteit. Als onderdeel van het Shift programma hebben wij ook een alternatief ‘go to market’-model voor deze carrier grade-oplossingen geïntroduceerd. In de toekomst zullen wij dit gaan doen met behulp van geaccrediteerde partners. Partners die met behulp van onze technische expertise de overall systeem integratie voor hun verantwoordelijkheid gaan nemen.”•
22 | www.ict-update.nl
ICT UPDATE
Over Ruud Klein Schiphorst R.G.M. (Ruud) Klein Schiphorst is per januari 2015 benoemd tot Managing Director van Alcatel-Lucent Nederland. Klein Schiphorst is in 2001 bij Lucent Technologies in dienst getreden. Voorafgaand aan Lucent Technologies heeft hij onder andere vijf jaar als senior consultant bij Coopers & Lybrand Management Consultants en aansluitend bij verschillende telecom start-ups, zoals Enertel en MannesMan Ipulsys gewerkt. Voor Lucent Technologies heeft hij diverse management functies in verschillende disciplines, zoals consultancy en progam management vervuld. Ten tijde van de fusie met Alcatel in 2006 was hij verantwoordelijk voor Delivery in de UK&I. Na hier een periode van ruim vier jaar verantwoordelijk voor te zijn geweest, heeft hij vergelijkbare functies vervuld in de Benelux al dan niet in combinatie met ScandinaviĂŤ. De afgelopen twee jaar was hij wereldwijd verantwoordelijk voor Alcatel-Lucent voor Delivery van alle projecten in de Verticals, zijnde de Transport, Oil & Gas, Utilities en Government sectoren.
www.ict-update.nl | 23
STRATEGY UPDATE
24 | www.ict-update.nl
ICT UPDATE
Connectiviteit tussen organisaties onderling is cruciaal ICT-dienstverlener T-Systems timmert goed aan de weg als het gaat om cloud computing. Zo mag het bedrijf, volgens het onafhankelijke adviesbureau Pierre Audoin Consultants (PAC), bogen op het grootste SAP cloudplatform ter wereld, met ruim 42,6 miljoen gebruikers die dagelijks de ERP-software uit één van de datacentra van T-Systems afnemen. In Nederland is de dochteronderneming van de Duitse telecomreus Deutsche Telekom eveneens druk bezig, met sinds eind 2014 René Mulder aan het roer van de lokale vestiging. Een gesprek over de cloud en Nederlandse ambities. Tekst: Paul Teixeira Fotografie: Marco Mekenkamp
Met de Duitse en Nederlandse taalbeheersing zit het wel goed bij René Mulder, algemeen directeur T-Systems Nederland. Dat kan haast ook niet anders: hij groeide op in Duitsland, met een Duitse moeder en een Nederlandse vader en heeft zowel de Nederlandse als de Zwitserse nationaliteit. Ook wat internationale ICT-ervaring betreft, zit het wel snor. Mulder heeft zijn sporen verdiend bij de ICT-tak van het Siemens-concern waarvoor hij gedurende vijftien jaar in Duitsland, Polen en Tsjechië managementfuncties vervulde. Daarna volgde de overstap naar Swisscom Solutions in Zwitserland waar de rol van vice president Solution Sales & Consulting Services op zich nam. In 2008 koos Mulder voor een commerciële topfunctie bij T-Systems Zwitserland. Op 1 december reed de verhuiswagen van Zwitserland naar Nederland: René Mulder nam toen het roer over als algemeen directeur T-Systems Nederland. Een functie waarin hij het nodige kan doen. Allereerst is er een wereldwijde herstructurering waar Mulder in Nederland invulling aan moet geven. T-Systems heeft zich begin 2015 in drie bedrijfsonderdelen opgesplitst: IT, TC (telecommunicatie) en Digital. De IT-divisie verzorgt ‘traditionele’ ICT-dienstverlening zoals systeemintegratie en outsourcing. Bij het TC-onderdeel ligt de focus op het leveren van veilige en snelle IP VPN-netwerken.. In de Digital-divisie zijn de zogenoemde
‘emerging technologies’ ondergebracht, zoals oplossingen voor Big Data en Machine-to-Machine-communicatie (ook bekend als ‘The Internet of Things’).
Snelheid en flexibiliteit De activiteiten op het gebied van outsourcing en cloud computing vormen een groot deel van de omzet die het bedrijf in Nederland weet te behalen, aldus topman Rene Mulder. De ‘emerging technologies’ in de Digital-business unit herbergen echter een belangrijk groeipotentieel, zo zegt hij: “Business innovatie en daarmee ook het succes van organisaties is sterk afhankelijk geworden van de inzet van ICT-oplossingen. De samenwerking tussen bedrijven en hun leveranciers wijzigt bijvoorbeeld ingrijpend door de behoefte aan constante onderlinge connectiviteit. De nieuwe norm is: vandaag besteld – vandaag geleverd. Dat vereist weer een klantenservice en een ICT-infrastructuur die 24 uur per dag, zeven dagen per week zonder mankeren werkt. En dan is er nog de verbreding van de communicatiemogelijkheden tussen afnemers en leveranciers, bijvoorbeeld in de vorm van sociale media zoals Twitter en Facebook. De zakelijke wereld ondergaat een echte digitale transformatie waarbij ICT de hoofdrol speelt. En hierbij komt onze Digital-divisie in beeld. Deze ontwikkelingen stellen namelijk nieuwe en hogere eisen aan de ICT. Het moet sneller, flexibeler en veiliger. De snelheidswinst en hogere flexibiliteit kunnen >>
www.ict-update.nl | 25
STRATEGY UPDATE
‘Business innovatie en daarmee ook het succes van organisaties is sterk afhankelijk geworden van de inzet van ICT-oplossingen’
wij bieden door bijvoorbeeld bedrijfskritische systemen zoals de Hana-software van SAP via ons dynamisch cloud platform aan te bieden.” Hana is SAP’s databaseapplicatie die geheel in RAM-geheugen draait, waardoor het vele malen sneller werkt dan de traditionele software die gebruik maakt van een harde schijf. Hierdoor zijn bijvoorbeeld zoekopdrachten in de ERP-database en daaraan gekoppelde analyses met een aanzienlijke tijdwinst uit te voeren. De hogere verwerkingssnelheid van Hana gaat wel hand in hand met een grotere complexiteit, wat de flexibiliteit weer niet ten goede komt. “Onze lange ervaring met het in de cloud draaien van SAP-software zorgt er echter voor dat ook Hana bij ons niet alleen sneller werkt, maar ook nog steeds flexibel is op en af te schalen”, zegt Mulder. Het derde aspect, de veiligheid, zegt hij te kunnen bieden door de verschillende cyber security oplossingen van T-Systems. Daarbij komt, aldus Mulder, dat de corporate data governance voor veel organisaties een belangrijk goed is, bijvoorbeeld omdat de nationale toezichthouder eisen stelt aan de plek waar bedrijfs- en klantgegevens zich bevinden. “Dat kunnen wij borgen door het feit dat onze datacenters zich op het Europees continent bevinden”, aldus de topman.
Machine-to-machine Een andere technologie in opmars, is de machine-to-machine communicatie. Ook hier ziet René Mulder een grote rol weggelegd voor T-Systems. “Wij zijn de grootste ICT-leverancier voor de Europese automobielindustrie, met klanten als Daimler en VW. De ervaring en kennis die wij in de automotive sector hebben opgedaan, kunnen wij ook goed toepassen in andere markten, zoals de transport en
26 | www.ict-update.nl
ICT UPDATE
logistiek. Ook daar is het optimaal benutten van infrastructuur, als het gaat om belading met passagiers en vracht, van groot belang. Hierbij spelen allerhande gekoppelde apparaten en sensoren een belangrijke rol; bijvoorbeeld door het kunnen combineren van actuele verkeersinformatie afkomstig van een veelvoud aan plekken. Zo kun je voorkomen dat vrachtwagens minder kwijt zijn met stil staan en onproductief rondrijden. Daarmee verlaag je de kosten voor alle stakeholders.”•
T-Systems in vogelvlucht ICT-concern T-Systems is een volle dochteronderneming van de Duitse operator Deutsche Telekom (ook de moeder van mobiele operator T-Mobile). Het bedient met name grote – al dan niet multinationale – profit en non-profit organisaties. Bekende Nederlandse klanten zijn energieconcern Shell en bierbrouwer Heineken De ICT-dienstverlener telt wereldwijd circa 47.800 medewerkers. In 2014 werd een totale omzet van 8,6 miljard euro geboekt.
www.ict-update.nl | 27
Nederland neemt voortouw in cyber security Den Haag was van 13 tot 17 april een week lang het cyber security centrum van de wereld. Daar vonden maar liefst twee internationale conferenties plaats rond het thema cyber security: de ONE Conference en de Global Conference on Cyberspace. De centrale vraag van beide conferenties was: hoe houden we het digitale domein vrij, open ĂŠn veilig. Een zeer relevante vraag, wantcyber security is essentieel voor het vertrouwen in ICT en daarmee een belangrijke voorwaarde voor innovatie.
Onlangs maakte het World Economic Forum bekend dat Nederland wereldwijd opnieuw een vierde plaats scoort op de zogenaamde Networked Readiness Index. Nederland is een belangrijk digitaal knooppunt en weet beter dan de landen om ons heen ICT te benutten voor innovatie en economische groei. Dat heeft ook een keerzijde:: ons land is daardoor een populair doelwit voor cybercriminelen. In dezelfde week maakte online beveiliger Symantec bekend dat Nederland ook vierde staat op de ranglijst van landen met de meeste cyberaanvallen. Gelukkig is er steeds meer aandacht voor cyber security bij zowel de overheid als bedrijven. Om de positie van Nederland als digitale koploper te handhaven is blijvende aandacht noodzakelijk. Sterker nog: Nederland is in de positie om ook op dit onderwerp wereldwijd het goede voorbeeld te geven. EEN VEELZIJDIG EN MULTIDISCIPLINAIR ONDERWERP Hoe breed het onderwerp cyber security is bleek op de ONE Conference. De conferentie, georganiseerd door het Nationaal Cyber Security Centrum, was bedoeld als platform voor overleg tussen het bedrijfsleven, de overheid en de wetenschap. Professionals en experts bogen zich over zeer uiteenlopende vraagstukken. Welke technische maatregelen zijn nodig om hackers te stoppen? Wat zijn de lessons learned van incidenten? Maar ook: hoe kunnen publieke en private partijen beter samenwerken om digitale veiligheid te bevorderen?
28 | www.ict-update.nl
Bijzondere aandacht was er voor een presentatie van Defensie over hun cyber strategie. Moderne oorlogsvoering vind steeds vaker plaats in het digitale domein. Kolonel Hans Folmer van het Cyber Command vertelde over de groeiende rol van ICT binnen Defensie en de afwegingen die gemaakt moeten worden bij de inzet van cyberwapens. Dit blijkt uit het recent gepubliceerde jaarverslag van de MIVD. Daarnaast waren er experts van grote internationale spelers aanwezig om te vertellen over hun aanpak van digitale criminaliteit en de beveiliging van hun infrastructuur. Nederlandse securitybedrijven timmeren internationaal stevig aan de weg met hun cyber security oplossingen. MEER AANDACHT VOOR CYBER SECURITY IN DE BOARDROOM Toch staat cyber security nog lang niet bij elk bedrijf hoog genoeg op de agenda. Met name op bestuursniveau is er vaak te weinig bewustzijn van het belang van goede beveiliging of de maatregelen die daarvoor nodig zijn. Om die reden publiceerde de Cyber Security Raad in de week van de conferenties een Handreiking Cyber Security voor de Bestuurder. De handreiking is een initiatief van Bart Hogendoorn die als voorzitter van Nederland ICT lid is van de Cyber Security Raad. De publicatie bevat uitleg over de risico’s van gebrekkige cybersecurity, een overzicht van belangrijke functies binnen een organisatie, tips voor bestuurders en een handige checklist met maatregelen. Dat er bij bedrijven nog te weinig aandacht is voor digitale
Minister Bert Koenders tijdens de opening van de Global Conference on CyberSpace 2015. foto: MCD/Evert-Jan Daniels
veiligheid bevestigt ook Rhett Oudkerk Pool, bestuurslid van Nederland ICT en CEO van het cyber security bedrijf Kahuna. In het kielzog van beide conferenties deed hij een oproep aan organisaties om meer te investeren in cyber security. “Nederlandse bedrijven geven meer geld uit aan de koffieautomaat dan aan beveiligen van hun digitale infrastructuur,” aldus Oudkerk Pool. Wat hem betreft kan Nederland met wat meer bewustzijn en de juiste investeringen wereldwijd leidend worden in de aanpak van cyber security, waarbij naast preventie er meer aandacht moet worden gegeven aan detectie. CYBER SECURITY OVERSCHRIJDT LANDSGRENZEN Waar de ONE Conference zich vooral richtte op de meer technische aspecten van cyber security, kwam tijdens de Global Conference on Cyberspace (GCCS) het achterliggende beleid aan bod. Ongeveer 1800 delegaties van onder meer bedrijven en overheden uit de hele wereld kwamen in Den Haag bij elkaar om te praten over vraagstukken rond ‘internet governance’. Het
internet is niet gebonden aan landsgrenzen en dat maakt het formuleren van beleid bijzonder lastig, zo bleek opnieuw tijdens de conferentie. Toch vragen problemen als cybercriminaliteit en digitale veiligheid om een internationale aanpak. Naast cyber security kwamen op de GCCS ook onderwerpen als privacy, economische groei en de impact van ICT op de samenleving aan bod. Hoe relevant deze onderwerpen ook zijn, het is de vraag in hoeverre de conferentie tot echte nieuwe oplossingen zal leiden. De belangen en opvattingen van de deelnemende landen lopen daarvoor te sterk uiteen. Van sommige sleutelspelers, zoals China en de VS, waren vanuit de overheid de echte verantwoordelijken bovendien niet aanwezig. Een van de uitkomsten van de conferentie is dat Nederland zal investeren in het opzetten van een Global Forum on Cyber Expertise in Den Haag, dat zich in zal zetten om de digitale kloof tussen landen te verkleinen. Daarmee toont Nederland zich opnieuw een voortrekker binnen de digitale wereld en laat het zien dat cyber security van blijvend belang is.•
www.ict-update.nl | 29
ICT heeft het onderwijs veel te bieden De maatschappij verandert snel, niet in de laatste plaats onder invloed van ontwikkelingen in de ICT. Om leerlingen van nu voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst moet het onderwijs zich aanpassen aan deze veranderingen. Vanuit die gedachte vroeg staatssecretaris Sander Dekker het young professional netwerk van Nederland ICT om na te denken over hoe de inzet van ICT in het onderwijs verbeterd kan worden.
Het netwerk van Young ICT Professionals (YIP) van Nederland ICT laat zich elk jaar uitdagen om na te denken over ICT-oplossingen voor een maatschappelijk vraagstuk. In het kader van deze YIP-Challenge verzamelden zo’n 70 jonge ICT’ers zich op maandag 13 april op de mooie campus van de International School Eindhoven voor een dag lang brainstormen en concepten uitwerken. SNAPPEN HOE ICT WERKT EN TOEGEPAST KAN WORDEN David Gatley, de directeur van de International School opende de dag met een citaat van de filosoof en pedagoog John Dewey: “If we teach today’s students as we taught yesterday’s, we rob them of tomorrow”. Een perfecte samenvatting van de uitdaging. Niet voor niets had de organisatie hetzelfde citaat ter inspiratie aan de muur gehangen. Vervolgens kregen de deelnemers de gelegenheid om staatssecretaris Dekker te ondervragen over de achtergrond van de Challenge. De staatssecretaris bevestigde dat ICT een belangrijke rol speelt in zijn visie van toekomstgericht onderwijs. “De truc is om het onderwijs beter af te stemmen op de individuele leerling. Dat kan met ICT,” aldus Dekker. Hij vertelde dat kinderen van nu vaak nog voor ze kunnen praten al om kunnen gaan met een iPad. Maar dat is wat hem betreft niet genoeg: “Digitale geletterdheid
30 | www.ict-update.nl
is meer dan weten hoe je een apparaat moet bedienen, het is snappen hoe ICT werkt en toegepast kan worden.” Dekker vertelde verder over zijn initiatief #onderwijs2032, een dialoog tussen overheid, scholen en andere betrokkenen over vernieuwing in het onderwijs. ICT speelt daar een belangrijke rol in. “Het onderwijs heeft daar eerlijk gezegd nog een inhaalslag te maken”, zegt hij. “Er zijn ook veel verschillen tussen scholen.” Het liefst ziet hij dan ook dat scholen hun krachten bundelen. “Veel basisscholen hebben geen ICT-specialist in dienst. Als je alles alleen moet doen ben je zwak, samen kun je initiatief tonen.” PLATFORMS, GAMES EN CONTENT Met die informatie gingen de aanwezige young professionals in teams aan de slag om hun eerste concepten voor nieuwe toepassingen van ICT in het onderwijs te bedenken. Ze werden bijgestaan door leerlingen van de International School die vertelden over hun ervaringen met ICT in de klas en uiteindelijk als kritische jury feedback gaven op de eerste presentaties. De jonge ICT’ers waren opvallend eensgezind in hun suggesties. Veel voorstellen gingen uit van een platform waar leerlingen, docenten, ouders en bedrijven informatie met elkaar kunnen delen. De regie lag daarbij vooral bij de leerling zelf: via nieuwe toepassingen kan hij of zij resultaten inzien, de voortgang per
vak monitoren en toegang krijgen tot extra lesstof. Een enkel concept ging nog een stap verder: leerlingen uit hogere klassen kunnen met de opgedane kennis hun eigen platform in grote mate zelf onderhouden en uitbreiden met nieuwe functionaliteit. Een ander terugkerend element was gamification. Games en onderwijs lijken de perfecte combinatie. Dankzij directe feedback en heldere doelen kunnen leerlingen in hun eigen tempo en op een leuke manier nieuwe kennis en vaardigheden opdoen. Er werden dan ook verschillende vormen van gamification in de lesstof voorgesteld. Maar er waren ook kritische geluiden. Niet elk kind is even competitief ingesteld en het spelelement kan ook demotiverend werken. En zoals een leerling zelf opmerkte: “Je kunt niet alles leuk maken met games, het blijft school.” De young professionals zagen ook veel kansen voor samenwerking met universiteiten en het bedrijfsleven. ICT-toepassingen kunnen het veel makkelijker maken voor vervolgopleidingen en bedrijven om leerlingen voor te lichten over carrièremogelijkheden en de kennis en vaardigheden die daarvoor nodig zijn. Bovendien hebben bedrijven vaak beschikking over hardware en content die
de lesstof een stuk actueler en leuker kunnen maken. “Bij biologie zelf een orgaan printen met een 3d-printer, hoe tof is dat?” riep een van de deelnemers tijdens zijn presentatie. ADVIES AAN HET MINISTERIE VAN OCW Het doel van de Challenge is één winnend concept dat uiteindelijk gepresenteerd zal worden aan de opdrachtgever. De ideeën van de deelnemers werden daarom gepitcht voor een kritische jury, bestaande uit Lotte de Bruijn (directeur van Nederland ICT), Jeroen Versteeg (bestuurder bij CapGemini en portefeuillehouder Onderwijs bij Nederland ICT), David Gatley (directeur International School Eindhoven) en Natasa Grgurina (vakdidacticus informatica aan de Rijksuniversiteit Groningen). Het winnende concept maakt slim gebruik van serious gaming en monitoring en doet dat volgens de jury op een haalbare en maatschappelijk relevante manier. De winnaars krijgen de gelegenheid om het concept nog verder uit te werken en vervolgens wordt het als adviesrapport aangeboden aan staatssecretaris Sander Dekker.•
www.ict-update.nl | 31
Ambitie Ranglijsten zijn er allerlei soorten en maten. Ook wat betreft de performance van landen op het gebied van ICT. Ik lees dan dat Nederland een paar plaatsen in gedaald of gestegen. Laatst was er een onderzoek waaruit zou blijken dat Nederland uit de top 10 was gevallen. Mijn eerste reactie was dan ook ‘hoe kan dat nou?’. Een goed uitgangspunt is om in ieder geval steeds hetzelfde te meten. Daarom houd ik vast aan The Global Information Technology Report van het World Economic Forum. Nederland staat in de daarin opgenomen Networked Readiness Index voor het derde achtereenvolgende jaar op de vierde plaats met een score van 5,8 op een schaal van 1-7. Boven Nederland staan Singapore, Finland en Zweden, maar landen als Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde Staten laten we achter ons. Daarmee is Nederland koploper van een sterk contingent West-Europese landen. De ranglijst laat heel duidelijk zien dat Nederland er beter voor staat dan menigeen denkt. Er wordt nog wel eens gesomberd over onze innovatie- en concurrentiekracht. Ten onrechte, stel ik vast. Nederland ICT heeft de ambitie om in 2020 de eerste echt digitale economie van dit continent te zijn en daarmee de Digital Delta van Europa. Nemen we de ranglijst onder de loep en kijken we naar de afzonderlijke indicatoren, dan ben ik heel positief gestemd. Er is namelijk op tal van punten nog volop ruimte voor verbetering. Zo scoren we laag (3,5 op een schaal van 1-7) wat betreft de beschikbaarheid van venture capital. Dat is geen verrassing, want een bekend probleem. Ook scoort Nederland niet goed waar het gaat om het aantal dagen en de rompslomp die het kost om een nieuw bedrijf te starten. Dit lijkt me oplosbaar. Er is werk aan de winkel voor het StartupDelta initiatief met Neelie Kroes als ambassadeur. Nederland ICT steunt elk voorstel dat deze belemmeringen uit de weg ruimt. Jammer is ook de lage score waar het gaat om de toepassing van geavanceerde technologie door de overheid. Enerzijds is het begrijpelijk dat de overheid geen risico wil nemen met belastinggeld, anderzijds kan de overheid een flinke impuls geven aan innovatie door waar mogelijk als launching customer op te treden. Ons land scoort laag waar het gaat om het gebruik van ICT door de overheid. Het belang van ICT in de visie van de overheid is in de ogen van de onderzoekers van het World Economic Forum aan de lage kant. Ik vind dat een discussie waard. De overheid is blijkbaar een belangrijke factor waar het gaat om de concurrentiekracht van
32 | www.ict-update.nl
Nederland. In een economie die in hoog tempo steeds digitaler wordt, is de toepassing van ICT cruciaal voor economische groei. Het individueel gebruik van ICT (score 6,5) loopt bij ons ver voor op het ICT-gebruik in het bedrijfsleven (score 5,8) en dat binnen de overheid (score 5,3). Het voert veel te ver om in te gaan op alle 53 indicatoren. Op vele daarvan is de score uitstekend, vandaar ook die vierde plaats. Het rapport legt de vinger op enkele zere plekken. Dat er ruimte is voor verbetering is geen verwijt, maar een constatering. Laten we vooral met elkaar de mouwen opstropen en in het belang van de BV Nederland die paar passen extra zetten. We kunnen ons laten inspireren door voorbeelden uit het buitenland en elkaar uitdagen om de kansen die er zijn te benutten. Ik denk bijvoorbeeld aan mobiele toepassingen in de zorg of bij de politie. Kansen te over. Nederland als Digital Delta van Europa is geen fata morgana. Lees de studie er maar op na. Het gaat hier om de toekomst van ons land en om de toekomst van de volgende generaties. Lotte de Bruijn directeur Nederland ICT
MOBILE SECURITY
REVOLUTIONIZED
CHECK POINT
CAPSULE SIGN UP FOR A FREE 30 DAY TRIAL CHECKPOINT.COM/CAPSULE
CONNECTING THE ENTERPRISE
Gebruik Voice over IP neemt gestaag toe Een klassieke vorm van ‘verbinden’, is het aloude telefoneren. De afgelopen jaren heeft dat bellen een onderliggende technologisch getinte revolutie meegemaakt waardoor er letterlijk een wereld aan mogelijkheden open is gegaan voor zakelijke gebruikers. We hebben het over Voice over IP, spraakcommunicatie via het datanetwerk. Dankzij VoIP zijn zaken als Unified Communications binnen handbereik gekomen van organisaties. VoIP is inmiddels bij meer dan de helft van de zakelijke gebruikers ingeburgerd, zo concludeert marktonderzoeksbureau Conclusr Research. Tekst: Ruud Alaerds, Conclusr Research
De marktpenetratie van het fenomeen Voice over IP neemt inmiddels zeer serieuze vormen aan. Met Voice over IP wordt bedoeld het kunnen hebben van een gesprek via de telefoon zonder dat hier een telecommunicatie verbinding of telefonie systeem wordt ingezet. Ook wel bekend als spraak oplossingen over data verbindingen. Conclusr Research verrichte in februari 2015 een grootschalig telefonisch onderzoek onder IT- en telecomverantwoordelijken binnen bedrijven en instellingen met minimaal 20 mensen in dienst. Uit deze netto ruim 570 interviews bleek dat reeds 55% van alle bedrijven over werkplekken beschikt waar men middels VoIP kan telefoneren. Voice over IP zit duidelijk in de lift in de Nederlandse zakelijke markt. In 2012 maakte 30% van de bedrijven met 20 of meer werknemers melding van het hebben van een Voice over IP-oplossing. Begin 2015 is het dus duidelijk dat meer dan de helft van alle bedrijven deze VoIP-mogelijkheden in huis heeft. Wanneer we kijken naar de wat grotere bedrijven valt op dat vanaf 200 werknemers men in zeker 4 op de 5 gevallen de mogelijkheid van Voice over IP heeft.
Aanzienlijk deel van de werkplekken Wanneer bedrijven eenmaal Voice over IP als een mogelijkheid in huis hebben, dan betreft het doorgaans gelijk een behoorlijk groot deel van de werkplekken.
34 | www.ict-update.nl
CONCLUSR RESEARCH SERIOUSLY PRACTICAL
De grafiek op de volgende pagina illustreert dit. Bij 46% van alle bedrijven heeft men voor minimaal de helft van de werkplekken een VoIP voorziening geregeld. Bij 39% van de bedrijven is het zelfs zo dat men op elke werkplek in het bedrijf gebruik kan maken van Voice over IP. De snelle toename in toepassing van VoIP en het behoorlijk grote deel van de werkplekken dat er al mee is uitgerust is natuurlijk een belangrijke factor onder de ontwikkeling die al een aantal jaar in gang is gezet (deze zin begrijp ik niet / weet niet wat je hiermee wil gaan zeggen). De telecom markt voor meer traditionele spraakdiensten is duidelijk aan het afnemen. En gezien de plannen van bedrijven is het einde van deze ontwikkeling nog niet in zicht.
Unified Communications Waar Voice over IP wordt toegepast is de stap richting de integratie van IT systemen en telefonie gezet. Het uitwisselen van berichten doorheen verschillende systemen, het kunnen zien van de beschikbaarheid of status van elke gebruiker, of het naar boven kunnen halen van informatie uit bijvoorbeeld een CRM systeem bij een inkomend telefoongesprek zijn een aantal voorbeelden van de functionaliteit die in Unified Communications-oplossingen voorkomt. Het onderzoek ‘Convergentie Monitor 2015’ van Conclusr toont aan dat steeds meer organisaties stappen zetten richting deze oplossingen. •
ICT UPDATE Ontwikkeling gebruik Voice over IP Deel van de vestigingen dat gebruik maakt van VoIP
60%
55%
50% 47%
40%
39% 30%
30%
20%
10%
0% 2012
2013
2014
2015
Heeft werkplekken met VoIP mogelijkheid 100% 92,8%
80,5%
80% 66,5%
66,2%
60% 54,9% 45,7%
40%
20%
0% a. 20 tot 50 wns
b. 50 tot 100 wns
c. 100 tot 200 wns
d. 200 tot 300 wns
e. > 500 wns
Totaal
Welk deel van de werkplekken heeft VoIP voorziening 60% 54,4% 51,9%
50%
49,3%
47,4%
45,1%
46,1% 43,4%
42,5%
40%
41,1%
40,2%
39,0%
30%
20%
10% 0,7%
0% en Ge
n ke lek kp er ew d n va
0% n1 da er ind M
en kk ple rk we de n va % 10
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 20
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 30
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 40
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 50
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 60
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 70
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 80
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va % 90
r ee m of
n ke lek kp er ew d n va
0% 10
en kk ple rk we de n va
www.ict-update.nl | 35
CONNECTING THE ENTERPRISE
UCC in een internationale omgeving
‘Kijk over de hele keten en stel de gebruiker centraal’ Het Duitse RWE is een van de grootste energieleveranciers in Europa. In Nederland maakt Essent sinds 2009 deel uit van deze energiereus, die verandering hoog in het vaandel heeft staan. Dat moet ook wel in een Europese energiesector die zelf fundamenteel hervormt. In deze turbulente internationale setting is een gestroomlijnde en goed functionerende communicatie-infrastructuur van het allergrootste belang. Extern consultant Bart Martens van MobilityWorks uit België legt uit welke problematiek hier zoal bij komt kijken. Tekst Dick Schievels Fotografie Marco Mekenkamp
RWE telt ongeveer 59.000 medewerkers en voorziet ruim 16 miljoen klanten van elektriciteit en bijna 8 miljoen van gas. Europees gezien is het daarmee de derde stroomen de vijfde gasleverancier. Ook op de Nederlandse markt is het bedrijf met Essent, dat sinds 30 september 2009 voor de volle 100 procent eigendom is van RWE, dominant aanwezig; net als dat het geval is in het thuisland Duitsland, in Engeland en in diverse Oost-Europese landen. Over 2014 behaalde de RWE Group een totale omzet van 48,5 miljard euro. Goede in- en externe communicatie is voor elk bedrijf belangrijk, maar naarmate een bedrijf omvangrijker is en internationaler opereert, vormt het een steeds grotere uitdaging die communicatie ook goed en efficiënt in te richten. Bart Martens van MobilityWorks is als extern consultant nauw betrokken bij het internationaal centraliseren en stroomlijnen van de communicatie-infrastructuur bij RWE. Hij is gestationeerd bij RWE IT in Essen, waar hij deel uitmaakt van het team dat internationaal verantwoordelijk is voor alle spraak- en datacommunicatie. Dat gaat onder andere om netwerken (zowel WAN als LAN), netwerkbeveiliging, vaste en mobiele telefonie, videoconferencing en UCC (Unified Communications & Collaboration). “In een grote organisatie als RWE loop je tegen een hoop legacy-systemen aan, verspreid over apart functionerende IT-eilanden”, vertelt hij. “Die moeten worden gecombineerd tot één werkend geheel. Dat komt
36 | www.ict-update.nl
vooral voort uit de vele overnames die RWE in de loop der tijd in de energiesector gedaan heeft. Wil je in zo’n omgeving iets standaardiseren en centraliseren, dan moet je eerst alle eilandjes met elkaar verbinden, om vervolgens de overbodige en dubbele processtappen eruit te snijden zodat het eenvoudiger wordt. Bij kleinere bedrijven van bijvoorbeeld 50 tot 250 medewerkers kun je vaak in één of twee stappen standaardiseren, vernieuwen of verbeteren. Bij grote bedrijven lopen dit soort kritische beslissingen over meerdere lagen en vaak ook nog tussen verschillende, al dan niet zelfstandige, bedrijfsonderdelen over landsgrenzen heen.”
Mobiele integratie Martens maakt deel uit van een omvangrijk project dat de weg moet effenen voor een internationaal gecentraliseerde UCC-infrastructuur bij RWE. Eén van de grote noodzakelijke stappen daar naartoe is de Europese integratie van de mobiele telefonie. Martens daarover: “De contracten met de mobiele providers waren van oudsher per land georganiseerd. Per 1 januari is er één nieuw internationaal contract afgesloten, waarbij voor zeven landen alles eenduidig georganiseerd moet gaan worden. Dat wil zeggen eenduidige processen, producten, facturatie, bestandsbeheer, catalogi die we intern gebruiken voor de mobiele hardware en de mobiele abonnementen die we beschikbaar stellen, afstemming van de processen
ICT UPDATE
MobilityWorks op de beurs: links Bart Martens, Managing Director, rechts Inez Martens, Marketing Manager
op de servicedesk, afstemming van de beheersystemen, handleidingen voor gebruikers, et cetera. Kortom: een Europese service-implementatie van A tot Z dwars door de gehele organisatie.” Omdat MobilityWorks de nodige ervaring heeft met het in kaart brengen van de verbanden tussen alle verschillende onderdelen, om die vervolgens te combineren tot volledige procesoverzichten, biedt Martens RWE duidelijk toegevoegde waarde. Een nieuwe medewerker die in dienst komt, moet een mobiele telefoon krijgen waarmee hij kan telefoneren, internetten en goed bereikbaar is. Voor een kleine organisatie lijkt dit eenvoudig omdat de gehele afhandeling meestal bij één persoon ligt, maar in een grote onderneming zullen alle deeltaken afzonderlijk en volledig uitgewerkt moeten worden. Het moet voor de medewerker in één keer helder zijn wat hij moet doen, terwijl het voor
de beheerorganisatie zo eenvoudig mogelijk te managen moet zijn. Bovendien moet dit in vervolgprocessen, als een medewerker vertrekt of een interne afrekening moet krijgen, beschreven worden en uitvoerbaar zijn. “Daarmee zie je al dat je te maken hebt met veel verschillende stakeholders voor de processen binnen het bedrijf: met inkoop, systeemeigenaren, datamanagement, security, de vakbond voor privacybescherming, controllers voor kostendoorbelasting, het management dat bepaalde doelstellingen heeft, en natuurlijk de medewerker zelf die verwacht dat het product als communicatiemiddel gewoon altijd en overal werkt.”
Essent als voorbeeld Hoe pak je zoiets nu in de praktijk aan? Martens, eerder betrokken bij het vernieuwen van de >>
www.ict-update.nl | 37
CONNECTING THE ENTERPRISE
‘Je kunt een oplossing niet zomaar generiek over een organisatie uitrollen’
Oliver Schmitt, Directeur Network & Security, RWE Deutschland AG
communicatie-infrastructuur bij Essent in Nederland, schetst als voorbeeld: “Bij Essent wilden we in 2011 vast en mobiel gaan integreren. Contracten liepen af en moesten opnieuw uit onderhandeld worden. Wat we hadden, draaide goed, maar we wilden alvast een voorschot nemen op de toekomst en besloten een eerste fase van Unified Communications uit te rollen in de vorm van vast-mobielintegratie. Dat hebben we gedaan in samenhang met het project ‘@nders werken’, een project van Facility Service die Essenters de mogelijkheid biedt om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken, hun werk op een efficiënte en effectieve manier uit te voeren en arbeid en privé goed te combineren. Hierbij kwam de vraag hoe we medewerkers beter en efficiënter konden laten communiceren snel om de hoek kijken. Echter technologie alleen is niet de oplossing. Er is ook een gedragsverandering nodig. Vaak wordt er bij een bedrijf een nieuwe UC-oplossing geïmplementeerd, maar vergeet men dat de medewerkers er mee moeten leren werken. Wil je UC tot een succes maken, dan moet je veel energie en tijd stoppen in het zogeheten ‘user adoption’-programma. De gebruiker moet de meerwaarde leren zien van de technologie die hem wordt aangeboden in zijn werkveld. Daarvoor moet je allereerst de werkprocessen van de diverse gebruikers kennen. Een marketeer heeft een andere manier van werken dan een controller of een verkoper. En ze maken allemaal
38 | www.ict-update.nl
gebruik van één of meerdere delen van een technische oplossing. Dus je kunt een oplossing niet zomaar generiek over een organisatie uitrollen. Er wordt tegenwoordig veel te veel vanuit gegaan dat een medewerker die bij in dienst komen een smartphone in zijn handen gedrukt krijgt – wat eigenlijk een kleine computer is – binnen een uur alles heeft ingesteld en daarmee zijn weg in de bedrijfsomgeving kan vinden. Maar niets is minder waar. Ieder type smartphone heeft zijn eigen besturingssysteem – Windows Phone, iOS, Android of Blackberry – en zijn eigen voor- en nadelen voor bepaalde bedrijfsmatige werkzaamheden. Medewerkers hebben vaak veel meer moeite alle mogelijkheden onder de knie te krijgen, dan er vanuit technische hoek wordt gedacht. Organisaties hebben daarvoor te weinig aandacht en jammer genoeg is er geen ‘one-size-fits-all’-oplossing. Ze kijken veelal per afdeling wat voor oplossing ze nodig hebben, en ze gaan er vanuit dat de techniek de mensen wel over de streep trekt. Dat moet je precies omdraaien: je moet over de hele keten kijken en je moet de gebruiker centraal stellen – niet de technologie. De technologie moet aanvullend zijn en de gebruiker het uitgangspunt. Zonder dat je overigens maar alles doet wat de gebruiker wil, want dan krijg je wildgroei in de processen en zijn ze uiteindelijk niet meer beheersbaar.”
ICT UPDATE
MobilityWorks – IT, Telecom & Video Consultancy MobilityWorks biedt haar klanten onafhankelijke diepgaande kennis en gebruikerservaring op het gebied van telecommunicatie, videoconferencing, universele communicatie, internet en informatietechnologie. Zij adviseren en implementeren niet alleen de inzetbaarheid van ICT-diensten, maar door hun hands-on ervaring garanderen zij dat er resultaten worden geboekt en er een basis wordt gelegd voor voortdurende verbeteringen in de bedrijfsprocessen. De unieke combinatie van diepgaande kennis van service-implementaties van A tot Z enerzijds en een sterke focus op gebruikersacceptie anderzijds, zorgt ervoor dat ICT-alseen-Service ook echt gaat leven. www.mobilityworks.eu
Spaghettikluwen Om aan het bovenstaande nadere invulling te geven, werden er bij Essent educatieve groepsbijeenkomsten georganiseerd. Maar ook als mensen belden met problemen, werden ze individueel geholpen. “Zo van: ik zal je even laten zien hoe je een onlinevergadering voor je manager kan plannen, of hoe je samen in één document kunt werken”, zegt Martens. “Iedere keer dat je een contactmoment hebt, is een uitgelezen kans de gebruiker het een en ander te leren. Dat is heel succesvol, want die gebruiker wordt een adopter die vervolgens zijn collega’s zal overtuigen. Alleen kun je dat niet voor een bedrijf van bijna 60.000 mensen even makkelijk doen. Daar moet je grootschaliger projecten voor opzetten.” En daar ziet Martens dan ook de uitdagingen ontstaan. In Nederland bij Essent, met een paar duizend medewerkers, weinig kantoorlocaties en één Essent-organisatie, was het nog redelijk te overzien. In Europa heeft men onder de vlag van RWE echter zoveel bedrijfslocaties, culturen en talen, zoveel verschillende businessunits en bedrijfsonderdelen, en zoveel verschillende technologieoplossingen, dat dat een heel complexe operatie is.
Toekomst Het afgelopen half jaar heeft het internationale team van RWE IT veel tijd gestoken in het in kaart brengen van hoe
alles met elkaar verbonden is. “De implementatie van Unified Communications & Collaboration brengt natuurlijk uitdagingen met zich mee voor IT”, aldus Oliver Schmitt, directeur Network & Security van RWE Deutschland AG en tevens verantwoordelijk voor het internationale spraaken datacommunicatieteam van RWE IT. “Bij de uitwerking van de UCC-strategie van de internationale RWE Group definiëren wij vooraf de afhankelijkheden, verschillen en klantwensen. Daardoor heeft de implementatie minimale impact met maximaal resultaat richting de medewerkers en organisatie.”
Greenfield oplossing Het is duidelijk geworden dat de spaghettikluwen zo groot is, dat de ontvlechting ervan bijna niet te doen is. Martens: “Daarom denken wij nu na over een greenfield-oplossing, die we er helemaal nieuw naast bouwen. Waarna we iedereen stap voor stap laten migreren naar de nieuwe omgeving, om op die manier de oude af te bouwen. Dat is natuurlijk een uitdagende klus waar de komende jaren heel veel tijd en energie in zal gaan zitten, maar wel één met een duidelijk resultaat: een bedrijfsbrede universele communicatie-oplossing.”•
CONNECTING THE ENTERPRISE
Patrick Bliemer, managing director Northern Europe Intel
“Technologie is niet de belemmerende factor bij Internet of Things” Toen Gordon Moore, een betrekkelijk anonieme schei- en natuurkundige, in 1965 in het Amerikaanse tijdschrift ‘Electronics’ voorspelde dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling (de hedendaagse computerchip) elke twaalf maanden zou verdubbelen, had hij vermoedelijk niet voorzien dat zijn verwachting tot een heuse wetmatigheid zou worden gemaakt. Deze ‘Wet van Moore’ heeft er mede voor gezorgd dat er anno 2015 überhaupt sprake kan zijn van wijdverbreide computergebruik in al zijn verschijningsvormen: van server tot smartphone. En het eind is nog steeds niet in zicht, zegt Patrick Bliemer, managing director Northern Europe bij Intel. Tekst: Paul Teixeira Fotografie: Dann Studios
Gordon Moore ging er vijftig jaar geleden oorspronkelijk van uit dat het aantal transistors in een chip elk jaar zou verdubbelen. In 1970 stelde hij de periode bij naar 24 maanden. Dat zal ongetwijfeld gebeurd zijn met de nodige kijk op de praktijk: Moore had toen al twee jaren achter de rug als medeoprichter van chipmaker Integrated Electronics, dat later door het leven is gegaan als Intel. Inmiddels wordt de Wet van Moore ook van toepassing geacht op andere soorten elektronische componenten, wat een extensie van de wetmatigheid heeft opgeleverd die bekend staat als ‘More than Moore’. De huidige massale toepassing van computers, in welke vorm dan ook, is mede mogelijk door het simpele feit dat volgens Moore’s Wet er circa binnen twee jaar meer kan met een chip tegen een min of meer gelijkblijvende prijs (en in sommige gevallen zelfs voor minder geld). Zonder dat fenomeen zouden cloud computing, datacenters en het internet zelf wellicht niet bestaan. Om over een ‘connected enterprise’ nog maar te zwijgen. Vijftig jaar na dato dient de vraag zich echter wel aan of Moore’s Wet aan het eind van zijn houdbaarheidsdatum toe is. Want dreigt de gebruikte chiptechnologie, op basis van silicium, niet aan zijn fysieke grenzen toe te zijn? “Het is waar dat de miniaturisering ooit eindig is”, erkent Patrick Bliemer, managing director Northern Europe bij Intel. “Op dit moment maken wij chips op basis van 14 nanometer-technologie (de afstand tussen individuele transistors,
40 | www.ict-update.nl
ter vergelijking: een gemiddelde rode bloedcel heeft een diameter van tussen de 6000 tot 8000 nanometer, red.). De mogelijkheid om naar 10 nanometer te gaan, staat bij wijze van spreken voor de deur, terwijl in onze labs al met 7 en 5 nanometer wordt geëxperimenteerd. De ervaring leert ons dat er daarna ook nog rek is. Dus voorlopig kunnen wij nog wel voort. Maar dat er op een gegeven moment een andere technologie zal komen, staat buiten kijf. Wij zijn overigens ook druk bezig met het verkennen van mogelijke alternatieve technologieën: van de optische mogelijkheden tot kwantumsystemen. Ik denk dat het kostenaspect mogelijk een grotere uitdaging zal blijken te zijn dan de technologie. Want uiteindelijk moet het wel commercieel exploitabel zijn.”
Verschuiving De opkomst van de ‘alles-via-het-internet-verbonden’trend (ook wel bekend als ‘The Internet of Things’) waarin allerhande apparaten en sensoren via het internet aan elkaar en servers van derden zijn verbonden, stelt ook steeds hogere eisen aan de chips die fabrikanten zoals Intel produceren. Bliemer ziet daar vooralsnog geen beren op de weg. Hij voorziet wel een verschuiving van de ‘intelligentie’ in de keten. “Het heeft niet altijd veel zin om de grote hoeveelheid informatie, de bekende ‘Big Data’, die allerlei apparaten vergaren, rechtstreeks naar een server te sturen. In veel gevallen is het slimmer en >>
ICT UPDATE
‘Het heeft niet altijd veel zin om de grote hoeveelheid informatie, de bekende ‘Big Data’, die allerlei apparaten vergaren, rechtstreeks naar een server te sturen’ www.ict-update.nl | 41
CONNECTING THE ENTERPRISE
‘De grootste belemmering bij Connecting the Enterprise wordt eerder gevormd door de menselijke factor en niet zozeer door de technologische mogelijkheden’
efficiënter om er een systeem, een ‘gateway’ zogezegd, tussen te zetten dat op slimme wijze de echt waardevolle gegevens uit de databrij filtert voordat de informatie naar een datacenter wordt gestuurd.”
Menselijke factor Technologie is niet het grote struikelblok bij dit soort zaken, meent de Intel-topman. “De grootste belemmering wordt volgens mij eerder gevormd door een menselijke factor en niet zozeer door de technologische mogelijkheden. Een cruciale vraag is bijvoorbeeld wie de eigenaar is van de vergaarde data. Neem een Smart City, waarbij er informatie over verkeersstromen en voetgangers in een bepaalde wijk wordt verzameld. Is de gemeente, de provincie, de burger of juist de – al dan niet commerciële partij die er bij is betrokken – de eigenaar van de verzamelde informatie? Gaat het hier om ‘wie betaalt, bepaalt’? Want dat is de realiteit op dit moment: de overheid kan dergelijke investeringen niet zelfstandig opbrengen en zoekt actief naar samenwerking met het bedrijfsleven om de netwerkinfrastructuur en de verschillende sensoren en andere slimme apparatuur te bekostigen. Die commerciële organisaties willen vervolgens de data voor eigen bedrijfsdoeleinden kunnen gebruiken. En dan komen ethische en privacy-gerelateerde vragen om de hoek kijken. Een extreem en volstrekt hypothetisch voorbeeld: stel dat de restaurantketen McDonalds de verkeersstroom op bepaalde ogenblikken zo wil beïnvloeden dat automobilisten rond lunchtijd op slimme wijze bij één van zijn
42 | www.ict-update.nl
vestigingen worden geleid. Zonder dat de doorstroming en de verkeersveiligheid nadelig beïnvloedt. Mag dat dan? Dit soort vragen moet eerst worden beantwoord voordat de ‘connected city’ of ‘smart city’ echt een vlucht kan nemen.” De ‘Internet of Things’ heeft wellicht nog wat hobbels te gaan als het gaat om de toepassing in ‘Smart Cities’, maar in andere toepassingsgebieden is de vooruitgang behoorlijk groot, zo weet Intel-man Patrick Bliemer uit eigen ervaring. “Ik zie bij veel klanten dat er flinke stappen worden gemaakt. Neem de automotive sector. BMW, Mercedes en Jaguar zijn voorbeelden van fabrikanten die serieus bezig zijn met zaken als autonoom rijden, doorgifte van sensorinformatie om problemen te signaleren en het integreren van allerlei functionaliteit die via het mobiele internet - zoals apps en updates - wordt aangeboden aan de automobilist.” Bliemer ziet meer van dit soort ontwikkelingen in sectoren die wellicht niet direct in het oog springen als het meest vooruitstrevend. “Neem de retail waar met ICT en IoT-toepassingen wordt gewerkt om de consument te verleiden producten te kopen. Of de hospitality-sector. Daar zijn diverse hotelketens bezig om er voor te zorgen dat de gast zich echt thuis voelt. Door bijvoorbeeld te zorgen dat de kamer van een frequente klant kamer de door hem gewenste temperatuur en verlichtingsgraad heeft.” Vijftig jaar na het wereldkundig worden van Moore’s Wet lijken de technologische mogelijkheden nog niet uitgeput, zoveel is duidelijk.•
ICT UPDATE
Rijk van Ooijen, directeur DDM Consulting Nederland
Innovatief klantcontact vanuit de cloud Zipwire heet de nieuwste contactcenteroplossing van Aspect Software. Zij is sinds januari 2014 leverbaar in de VS en Canada, en sinds een half jaar ook in Nederland. Zipwire staat voor een ‘omnichannel contactcenter vanuit de cloud’. Rijk van Ooijen, directeur van Aspect’s business-partner DDM Consulting Nederland, legt uit wat dit inhoudt. Tekst: Dick Schievels
Zipwire’s kracht Organisaties die een klantcontactcenter nodig hebben, krijgen met Zipwire alle bekende voordelen van het cloudconcept, zoals Opex in plaats van Capex, met open afschalen naar behoefte via licenties die per maand of per week worden afgerekend. Kortom, een dienstenmodel dat met name geschikt is voor organisaties die opereren in een dynamische omgeving. Maar cloud heeft ook als kenmerk dat een oplossing meer een standaardoplossing wordt. “Natuurlijk zijn er ook omstandigheden waarin cloud niet de meest optimale oplossing is”, beaamt Van Ooijen. “Als je een omgeving hebt waarin heel veel geïntegreerd moet worden met bijvoorbeeld een marketingapplicatie, een CRM-systeem of een service-applicatie die je zelf hebt gebouwd, is het soms te adviseren om juist voor on-premise te kiezen.” Maar de kracht van Zipwire ligt volgens Van Ooijen nu juist vooral verscholen in de compleetheid van het product. “Inbound routering, outbound dialing, multisessie-chat, e-mail-routering, vast-mobielintegratie via een app op de smartphone, het zit er allemaal in. En kort geleden is daar ook nog eens workforce-management aan toegevoegd, terwijl integratie met Microsoft Lync elk moment zijn beslag kan krijgen.” DDM Consulting is van origine een Belgisch bedrijf dat intelligente contactcenters levert aan bedrijven en instellingen in met name de Benelux, Frankrijk en Duitsland. Oorspronkelijk ging het daarbij uitsluitend om oplossingen voor ‘on premise’, maar met de levering van AspectZipwire heeft DDM nu ook de cloud tot zijn domein gemaakt. “In tegenstelling tot veel andere, onder het label ‘cloud’ verkochte contactcenteroplossingen is Zipwire een échte cloudoplossing”, stelt Van Ooijen resoluut. “Het is ‘multi-tenant’ en wordt geleverd vanuit twee volledig gespiegelde datacenters in Frankfurt en Londen. DDM verzorgt voor Aspect de implementatie bij de klant.”
En de veiligheid? Eind maart organiseerden DDM Consulting en Aspect voor hun Nederlandse klanten het seminar ‘Omnichannel Contactcenter vanuit de Cloud’. Een van de vragen die daar kwam bovendrijven was die naar de veiligheid van Zipwire. Van Ooijen daarover: “Dat heeft Aspect zeer solide geregeld. Bij integraties kan er gebruikgemaakt worden van de databases van de klant. Maar de data daaruit blijven te allen tijde binnen de eigen IT-omgeving. De rapportages gaan weliswaar over het internet, maar die zijn, net als de spraak- en multimediakanalen, volledig versleuteld. Dus ook daaraan is gedacht!•
www.ict-update.nl | 43
CONNECTING THE ENTERPRISE
Universiteit Twente neemt afscheid van telefooncentrale Toen de telefooncentrale van de Universiteit Twente (UT) in Enschede het einde van zijn levensduur dreigde te bereiken, koos ze voor een innovatieve oplossing. De universiteit implementeert momenteel gefaseerd Microsoft Lync Enterprise Appliances van StartReady. Door de persoonlijke aandacht bij de adoptie loopt de uitrol tot nu toe soepel. Tekst & fotografie: Elise Quaden
ICT wordt steeds belangrijker in het onderwijs. Veel informatie gaat digitaal de organisatie door. De invoering van een moderne communicatieoplossing aan de Universiteit Twente (ook bekend als ‘UT’) kon dan ook niet uitblijven. Jan-Laurens Lasonder is directeur van het ICT-servicecentrum, en vertelt over de aanleiding: “Enkele jaren terug begon het vervangingstraject voor de verouderde telefooncentrale van de universiteit. De vraag was: willen we op dezelfde voet verder, of zoeken we naar een betere, innovatievere oplossing die past bij het ondernemende karakter van de UT? Dat laatste is het geworden.” Roger Quaedvlieg, projectleider en informatieanalist, kreeg de taak om samen met een projectteam deze oplossingen te vinden. “We hebben verschillende oplossingen vergeleken en de Enterprise Appliances van Lync-specialist StartReady kwamen als beste uit de bus. We hadden al ervaring met StartReady als leverancier bij een eerder proefproject met Microsoft Lync 2010. Dat gaf ons vertrouwen om hier ook de enterprise appliances af te nemen.” Door de kennis en ervaring die het ICT-servicecentrum in huis heeft, kon de organisatie de functionele uitrol binnen de UT zelf doen. De technische ondersteuning en begeleiding kwam van StartReady. De proef is inmiddels afgerond en de universiteit zit middenin de uitrol. De ICT’ers mochten als eerste met
44 | www.ict-update.nl
het nieuwe systeem gaan werken, omdat het voor hen het meest natuurlijk is om nieuwe technologie in gebruik te nemen. “De eerste medewerkers zijn over. In de loop van dit jaar hopen we de uitrol te voltooien. We zijn nu bij de dienstenafdelingen over de helft. Daarna komen de faculteiten. Uiteindelijk zullen alle 3000 tot 3500 medewerkers op Lync aangesloten zijn”, aldus Lasonder. Er is nu al veel vraag vanuit de faculteiten om zo snel mogelijk over te mogen. Die belangstelling komt voort uit de voordelen die Lync heeft ten opzichte van traditionele telefonie. Quaedvlieg: “Wat ik mooi vind, is de uitgebreide functionaliteit van Lync. Voor secretaresses is het bijvoorbeeld erg handig dat ze direct de status van collega’s kunnen zien en dus kunnen zien of zij bereikbaar zijn. Er zijn vakgroepen in heel het land die nu efficiënt op afstand kunnen samenwerken. Ook voor hen is Lync een uitkomst. Voor anderen wordt werken buiten de vier kantoormuren makkelijker. Sommige medewerkers werken op verschillende locaties, maar willen wel op één nummer bereikbaar zijn. Voor hen is een laptop met een headset nu voldoende om overal te kunnen werken en toch goed bereikbaar te zijn. Ze hebben altijd een ‘draagbaar kantoor’ bij zich.”
Eén-op-één begeleiding De Universiteit Twente besteedt veel tijd en aandacht aan de adoptie van Lync. Quaedvlieg: “Wij vinden het >>
ICT UPDATE
‘We zien dat er meer functies verkend worden, zoals chat en video-vergaderen’
Roger Quaedvlieg (links) en Jan-Laurens Lasonder van de Universiteit Twente.
www.ict-update.nl | 45
CONNECTING THE ENTERPRISE
‘Onze persoonlijke aanpak en het direct onderkennen van een probleem zijn bepalende succesfactor’
heel belangrijk om nieuwe technologie goed te laten landen bij de medewerkers. Om de adoptie soepel te laten verlopen, moet je er aan de voorkant veel energie insteken. Wij helpen de mensen persoonlijk. Eén-op-één. Omdat elke werkplek anders is. Medewerkers mogen hun eigen devices uitzoeken en we helpen bij de instellingen van hun eigen Lync client. Lasonder ziet twee pijlers waarop een succesvolle implementatie steunt: “Onze persoonlijke aanpak en het direct onderkennen van een probleem zijn bepalende succesfactoren. Daarmee voorkom je dat er een negatief sentiment ontstaat en zorg je dat positieve verhalen zich verspreiden. En we nemen liever van tevoren meer tijd, daarmee behaal je verderop in het traject winst.”
Van deze tijd In eerste instantie is de nieuwe communicatieoplossing ingevoerd ter vervanging van de oude telefooncentrale,
46 | www.ict-update.nl
maar met Lync kun je veel meer dan alleen bellen. Quaedvlieg: “Bellen is een primair proces. Maar we hebben onze medewerkers uitgelegd dat er meer inzit. En we zien dat er meer functies verkend worden, zoals chat en video-vergaderen.” De UT heeft geen thuiswerkbeleid. Maar de verwachting is dat dit zich gaat ontwikkelen. En dan wordt Lync nog interessanter. Lasonder denkt dat de UC-oplossing in de toekomst een grote rol gaat spelen in de organisatie: “Het is een enabling platform. Het kan werk efficiënter maken en meer van deze tijd. Het Nieuwe Werken, flexplekken, thuiswerken: het is allemaal mogelijk. Zeker gezien de internationalisering die de universiteit doormaakt, kan het ons veel opleveren. En we kijken nu naar videoconferencing. Bijvoorbeeld om virtuele colleges aan te bieden. Dat doen we nu ook al, maar het moet robuuster. In de toekomstvisie van de universiteit wordt het onderwijs innovatiever.” •
ICT UPDATE
Stefan van Hoof, Regional Manager Benelux & France, Lifesize Communications
“Geen bedrijfsmatig excuus meer om niet aan videoconferencing te doen” Bellen vanuit de cloud, zonder een fysieke telefooncentrale: het is inmiddels bij veel organisaties gemeengoed aan het worden. Lifesize Communications, onderdeel van de Zwitserse ICT-fabrikant Logitech, gaat daar nog even overheen met videobellenen –conferencing vanuit de cloud. Een aanpak die het bedrijf geen windeieren legt, zo stelt Stefan van Hoof, Country Manager Benelux, Lifesize Communications. Want organisaties willen steeds meer en efficiënter communiceren met beeld. Tekst & fotografie: Paul Teixeira
“In 2005 zijn wij gestart met het leveren van apparatuur en software voor videoconferencing in High Definitionkwaliteit. Dat klinkt tegenwoordig niet als een groot wapenfeit, maar destijds waren wij de eerste fabrikant die standaard oplossingen in HD-kwaliteit voor een betaalbare prijs leverde. Ondanks dat destijds de bandbreedte minder ruim voorhanden was. Dat hebben wij opgelost door een speciale compressietechniek te ontwikkelen. Feitelijk zijn wij hierdoor medeverantwoordelijk geweest voor het creëren van een nieuwe markt”, aldus Stefan van Hoof. “Wij proberen inderdaad altijd het beste jongetje van de klas te zijn”, zegt hij. “Dat blijkt ook uit het feit dat wij de gehele cloud-infrastructuur voor Lifesize Cloudoplossing in eigen beheer hebben, weliswaar gebruikmakend van het snelste en meest betrouwbare netwerk van IBM-dochteronderneming SoftLayer. Een ander voorbeeld is het feit dat wij de eerste videofabrikant waren, die de video infrastructuur volledig had gevirtualiseerd. Het heeft tot gevolg dat wij klanten zoveel mogelijk continuïteit en kwaliteit kunnen bieden.”
gemakkelijker uit te rollen, aangezien de gebruiker alleen maar de noodzakelijke software dient te downloaden en vervolgens binnen vijf minuten aan de slag kan gaan. Het haalt ook een belangrijk deel van de financiële belemmering weg: als de gebruiker een camera, speakers en microfoon in zijn computersysteem, tablet of smartphone heeft, dan kan hij videoconferencen. Ook als hij iemand wil bereiken die geen Lifesize-software heeft. Want dan is het een kwestie van hetzij de browser gebruiken op een laptop of een app downloaden op de smartphone of de tabletcomputer. Voor de ondersteuning staan vervolgens onze partners, wij leveren namelijk alleen via het distributiekanaal, borg. Er is eigenlijk geen bedrijfsmatig excuus meer om niet aan videoconferencing te doen.”•
Flexibeler en kostenefficiënt De Lifesize videoconferencingoplossing is niet alleen beschikbaar via de Lifesize-datacenters. “Voor met name grotere organisaties met eigen datacenters hebben wij ook appliances waarin onze software in hetzij een VMwareof een Microsoft Hyper-V-omgeving draait”, zegt Van Hoof. “Een van de grote voordelen van een softwarematige videoconferencingoplossing zoals de onze is ook de grotere flexibiliteit: het toevoegen van videconferencing-poorten is een fluitje van een cent en vereist geen investeringen in allerlei speciale hardware. Daarnaast is het
‘Het heeft niet altijd veel zin om de grote hoeveelheid informatie, de bekende ‘Big Data’, die allerlei apparaten vergaren, rechtstreeks naar een server te sturen’ www.ict-update.nl | 47
CONNECTING THE ENTERPRISE
Eric Hartsink, algemeen directeur Communicativ
“Optimaal samenwerken zijn de sleutelwoorden in de komende jaren” In Almere huist het Nederlandse Communicativ, specialist op het gebied van Universal Communications op basis van Microsofts Skype for Business-oplossing (voorheen bekend als ‘Lync’). Software die het onderling verbinden van in- en externe medewerkers op een veelvoud van manieren mogelijk maakt. Volgens Eric Hartsink, algemeen directeur Communicativ, is dat een onderbelicht aspect waar nog veel mee valt te winnen voor het bedrijfsleven. Tekst & fotografie: Paul Teixeira
“Laat ik het zo stellen: het bedrijfsleven realiseert zich nog onvoldoende wat de moderne manieren van samenwerken aan voordelen met zich meebrengen”, zegt Eric Hartsink. “Het zal je waarschijnlijk verbazen, maar zo’n zeventig procent van de organisaties die bij ons komen, hebben daar als primaire reden voor dat zij hun oude telefooncentrale willen vervangen door Skype for Business. Als je dan met hen praat over de extra functionaliteiten die de software biedt, dan merk je dat zij daar onvoldoende over hebben nagedacht. De ICT-manager weet vaak dat er veel meer mee kan, maar hij zegt dan dat het management niet meer dan platte telefonie wil. Het liefst nog met de oude telefoontoestellen op het bureau. Wat ik mij dan afvraag, is of het management het inderdaad niet wil of dat zij niet weten wat er meer met Skype for Business kan. Ik denk eerlijk gezegd dat het heel vaak om dat laatste gaat.” Waar ligt dat aan? Is het een kwestie van slechte voorlichting door de ICT naar de business toe? Hartsink: “Naar mijn mening is de oorzaak te vinden in het feit dat er een consolidatie gaande is van een aantal functiegebieden. Vroeger viel telefonie over het algemeen onder de facilitaire afdeling. De IT was weer bij de IT-afdeling ondergebracht. Tegenwoordig moet de ICT-manager zowel de IT als de telecommunicatie, samen met andere communicatiemogelijkheden, beheren. En hij moet ook financieel onderlegd zijn om zo zijn keuzes ook op dat
48 | www.ict-update.nl
vlak te kunnen onderbouwen. De ICT-manager kan anno 2015 niet meer de ‘über-bitter’ zijn die hij de afgelopen twintig tot dertig jaar is geweest.” Volgens Hartsink is de huidige kerntaak voor de ICT-manager het beschikken over algemene informatie over waar de organisatie - met de middelen van nu – naar toe wil, dat kunnen vertalen naar het management en vervolgens terugkoppelen naar processen in de organisatie. “De meeste ICT-managers willen echter nog steeds diep inhoudelijk bezig zijn”, constateert hij. “Toegegeven, er zijn grote organisaties waar de ICT-manager of CIO zich niet meer met de techniek bezighoudt, die een echte helicopter view hebben en de strategische richting uitzetten. Maar ik kan je ook genoeg voorbeelden geven van bedrijven met een paar miljard euro omzet per jaar waar die persoon bij wijze van spreken nog steeds de netwerkkabels controleert. En dat is eerder een regel dan een uitzondering.”
Gebrek aan telecomkennis Op technisch vlak ziet Hartsink in de praktijk nog een paar andere obstakels als het gaat om het toepassen van moderne communicatie- en samenwerkingsmiddelen, zoals Skype for Business. “Wij doen bijvoorbeeld meetrapportages in opdracht van organisaties die over willen stappen op Voice over IP-communicatie. Die metingen verrichten wij voordat de betreffende VoIP-oplossingen daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Onze ervaring is >>
ICT UPDATE
‘Het heeft niet altijd veel zin om de grote hoeveelheid informatie, de bekende ‘Big Data’, die allerlei apparaten vergaren, rechtstreeks naar een server te sturen’ www.ict-update.nl | 49
CONNECTING THE ENTERPRISE
‘De grootste belemmering bij Connecting the Enterprise wordt eerder gevormd door de menselijke factor en niet zozeer door de technologische mogelijkheden’
dat de bestaande netwerkinfrastructuur vaak niet goed genoeg is ingericht voor beeld- en spraakcommunicatie. Gaandeweg de metingen doen wij vervolgens de optimalisatie. Negentig procent daarvan bestaat overigens alleen maar uit het beter inregelen van diverse netwerkapparatuur, zoals routers en firewalls. Want dat soort hardware wordt door de netwerkbeheerders doorgaans alleen geoptimaliseerd voor ‘gewoon’ dataverkeer en niet zozeer voor telefonie en videoconferencing. En die twee laatste toepassingen vereisen nou eenmaal een hogere ‘Quality of Service’ dan een tekstverwerkingspakket.” Ook is er bij veel organisaties een gebrek aan telecomkennis, zegt Hartsink. “De telecommanager bestaat vaak niet meer als functie. De telecomverantwoordelijkheid ligt bij de ICT-afdeling. De medewerkers daar hebben weer veel verstand van IT en netwerken, maar weten weinig van telecommunicatie en de specifieke eisen die het aan techniek stelt. Dat merk je al bij zoiets als de implementatie van Voice over IP op een ‘vast’ netwerk. En het wordt een graadje erger als er ingewikkelde zaken om de hoek komen kijken, zoals het mogelijk maken van vast-mobiel integratie of het op een draadloos netwerk inregelen van aanwezigheidsstatus van gebruikers.”
Samenwerken Terugkomend op de eerdere opmerking van Hartsink over het gebrek aan kennis bij organisaties als het gaat om de mogelijkheden van moderne vormen van communicatie en samenwerking. Wat zou Communicativ-man Hartsink
50 | www.ict-update.nl
de CIO of ICT-manager aan argumenten willen meegeven die zijn directie om wil krijgen voor bijvoorbeeld Skype for Business? “Eigenlijk is er maar een groot argument: optimale samenwerking. Optimaal samenwerken zijn de sleutelwoorden in de komende jaren. En dat gaat breder dan alleen maar telefonie via het netwerk. Dan praat je over communicatie in allerlei vormen, van spraak tot chat en realtime video. Dan praat je ook over het op afstand met anderen aan één document werken. De onderliggende technologie maakt helemaal niet uit. Het gaat er om dat organisaties de komende jaren er voor moeten zorgen dat medewerkers samen in processen aan diensten en producten kunnen werken. In de meest brede zin des woords.”•
ICT UPDATE
What’s next.
Cyber security in het digitale tijdperk: De oude Chinezen bouwden een Chinese muur, de nazi’s hadden hun Atlantikwall en in Nederland kennen we de Deltawerken. Eeuwenlang proberen volkeren en mogendheden zich al te beschermen tegen vijandelijke invloeden van buitenaf. Beveiliging, of security, is iets van alle tijden. Geen wonder dus dat met de mondiale intrede van het digitale tijdperk, het beveiligen van data en de security issues die daarmee gepaard gaan hoog op de agenda staan. Maar hoe is de digitale veiligheid bij organisaties te waarborgen? Zijn er innovatieve oplossingen voor actuele en toekomstige veiligheidsvraagstukken? Deze vragen stonden centraal tijdens het tweede CIONET community event van 2015, met de gepaste titel ‘Cyber Security Strategies: achieving cyber resilience’. Tekst: Frank Verduijn
De plaats van handeling was allerminst uit de lucht gegrepen. The Hague Security Delta (kortweg HSD) vormt het grootste security cluster van Europa. Zo’n 48 geïnteresseerden hadden zich op deze 9 april rond 15.00 op het statige complex in Den Haag verzameld, om op het allerhoogste niveau bijgepraat te worden over de stand van zaken in cyber security land. Dichter bij het vuur kun je nauwelijks komen. Onder de aanwezigen bevond zich ook het bijna voltallige team van CIONET Nederland: Herman van Bolhuis, Marita Vleugel, Floortje Akkerman en Frits Bussemaker. Herman van Bolhuis zwaaide deze dag de scepter als dagvoorzitter. Hij beet het spits af door alle aanwezigen op de voor hem karakteristieke hartelijke wijze welkom te heten. Daarbij richtte hij zich in het bijzonder tot een speciale, internationale gast in het gezelschap. Hardeep Singh Garewal, president van de Europese tak van het Indiase ITC Infotech, die voor de gelegenheid was overgevlogen uit Milton Keynes in Engeland. Het moge duidelijk zijn: CIONET schuwt de globalisatietrend geenszins. De voertaal van de diverse presentaties en plenaire discussies was dan ook afwisselend Engels en Nederlands. Een beetje zoals de persconferenties van Louis van Gaal dus, maar dan hopelijk begrijpelijker en met minder woede-uitbarstingen. In vervolg op het openingswoord van de dagvoorzitter was het de beurt aan de eerste keynote speaker. Ida Haisma, directeur van HSD met een enorme staat van dienst in het veiligheidswezen, trapte af met een korte introductie van de prestigieuze operatie waar zij sinds maart 2014 aan het roer staat. The Hague Security Delta bestaat uit 200 verschillende partners en vormt als grootste security cluster van Europa in feite de digitale toegangspoort tot
52 | www.ict-update.nl
het Oude Continent. De partners van HSD zijn verenigd in een zogeheten ‘triple helix’, bestaande uit het bedrijfsleven, overheid en wetenschap. Hun gemeenschappelijke doel: meer business activity, meer banen en een veilige wereld. Om dit te bereiken richt men de aandacht op een vijftal kernthema’s, waarvan cyber security er één is. GROEI Dat cyber security momenteel een hot item is, behoeft in deze tijden van hackerscollectieven en cyberaanvallen weinig uitleg. Er vielen dan ook weinig verbaasde geluiden op te tekenen toen Ida enkele toch wel forse cijfers uit de mouw schudde de security sector kent een jaarlijkse groei van 4,1 procent en verwacht wordt dat er tot 2020 een banenstijging van maar liefst 25 procent te noteren zal zijn. Deze prognose maakt dat talentontwikkeling voor HSD minstens net zo belangrijk is als kennisontwikkeling. Programmamanager Hans van Loon viel haar bij en gaf aan dat HSD met haar enorme netwerk, vele themabijeenkomsten, diepgaande kennis en innovatieve
CIO NET UPDATE
tandpasta verkopen met behulp van rotte tanden?
oplossingen in dit kader een belangrijke rol heeft in de digitale veiligheid van morgen. Na deze inleidende beschietingen was het tijd voor een open discussieronde. Ida en Hans sneden allereerst een binnen veel organisaties terugkerende kwestie aan: wat is er nu eigenlijk belangrijker, security of functionaliteit? Direct barstte aan alle tafels een harmonieus gezoem los, waarna Herman na enkele minuten informeert naar de bevindingen. Security maakt onderdeel uit van de requirements en dient zodoende altijd prioriteit nummer 1 te zijn, zo klonk het aan de ene tafel. Maar, zo wierp Tom Bakker (Chairman Editorial Committee van het Platform voor InformatieBeveiliging en Chief Security Officer Digidentity) direct tegen: “Met 100 procent veiligheid kun je niet werken.” Het gros van de aanwezigen leek zich dan ook beter te kunnen vinden in de notie van ‘security by design’; security zou een kwaliteitsaspect moeten zijn van het systeem. Of, zoals Carl Adamse (Senior IT adviseur Ministerie van BZK) het verwoorde: “Security IS functionaliteit! Online shoppen bestaat toch alleen bij de gratie van veilige transacties?” Uiteraard wil iedereen het liefst dat zijn transacties en data zo veilig mogelijk zijn. Maar hoe voorkom je dat een van je werknemers een USB stick met gevoelige
informatie op de achterbank van een taxi laat slingeren? Ida en John vroegen de zaal wat volgens hen de meest effectieve methode is om awareness te creëren voor cyber security binnen de organisatie. Naming en shaming, of toch de zachte weg van trainingen? Arno Oosterhaven (Professor Management & IT aan de UvA) verkoos de gulden middenweg en propageerde een combinatie van uitgebreide informatievoorziening met simulaties waarin je medewerkers laat ondervinden wat er kan gebeuren zodra ze de mist in gaan. Naming en shaming, zo luidde de consensus, is niet alleen te hard maar brengt ook een reputatierisico met zich mee. Wanneer iemand met het incident naar buiten treedt, heb je immers geen interne kwestie meer, maar een extern security issue waar de pers van zal smullen. Met alle kwalijke gevolgen van dien. Om dezelfde reden bleek de zaal desgevraagd in eerste instantie wat terughoudend om datgene wat men als organisatie door schade en schande leert, te delen met anderen. Natuurlijk, het onderling uitwisselen van ervaringen zorgt er voor dat je uiteindelijk zelf ook leert, maar anderzijds maakt het delen van incidenten ook kwetsbaar. Uit de reacties in de zaal klonk dezelfde schroom door als in veel oplichtingszaken: ben je bereid toe te geven dat je te grazen bent genomen en misschien >>
www.ict-update.nl | 53
What’s next.
wel heel erg dom en/of naïef hebt gehandeld? En hoe zit het met concurrentiegevoeligheid? Deze hoofdbrekens ten spijt, lijkt er wel degelijk voedingsbodem voor een interorganisationele praatgroep aanwezig. Als je elkaar immers helpt door incidenten te delen, zo opperde men aan een van de tafels, wordt je daar op termijn zelf ook beter van. Nu is de één het haasje, maar door branchegenoten te informeren, kan worden voorkomen dat er meer slachtoffers vallen. ‘GEEN 100 PROCENT BESCHERMING’ Aansluitend aan de geanimeerde discussieronde, was het aan John Hermans (partner bij KPMG Risk Consulting/Cyber Security) om als laatste het spreekgestoelte te betreden. Het verloop van zijn carrière illustreert op treffende wijze hoe het security vraagstuk de afgelopen decennia aan importantie heeft gewonnen. Praatte hij in het begin nog met lijn- en IT Managers, tegenwoordig zit hij steevast met RvC- en RvB-leden aan tafel. John begint deze gesprekken steevast met dezelfde vraag: wie is er eigenlijk geïnteresseerd in jouw informatie? Zo bepaal je een risicoprofiel en dus de hele paraplu van maatregelen die je gaat treffen. Dit is volgens hem een vruchtbaarder insteek dan een klant van meet af aan schrik aan te jagen door allerlei rampscenario s te schetsen. Of, zoals hij het verwoorde: “De security branche wil tandpasta verkopen door een model te laten zien met rotte tanden. Maar je verkoopt toch veel meer met stralend witte tanden?” De kern van John’s security analyses bestaat uit het kwantificeren van risico’s. Nu zijn risico’s inherent aan elke vorm van ondernemen, maar het is belangrijk te weten wat de kans is dat een organisatie te maken krijgt met security issues. Temeer daar de aard en omvang van deze issues in de loop der jaren sterk is veranderd. Bestond het managen van security risks in het verleden vrijwel uitsluitend uit het bestrijden van insider fraud, tegenwoordig komt de grootste bedreiging van buitenaf. Volgens John is 100 procent bescherming een fabeltje. Het is niet zozeer de vraag óf je te maken krijgt met een incident (een belangrijke klant van hem noteert er bijvoorbeeld op een normale dag 14.000), maar wanneer
54 | www.ict-update.nl
en hoe vaak. En wat doe je zodra je het ontdekt? Vooral niet panikeren, zo luidt het devies. Imagoschade moet niet worden overschat, het geheugen van de gemiddelde Telegraaflezer is relatief kort. Morgen is iemand anders weer aan de beurt. Onthoud, zo sprak hij zijn toehoorders moed in, er heeft zich nog altijd geen 9/11 voorgedaan op het internet. De belangrijkste taak voor CIO’s of CISO’s (Chief Information Security Officers) bestaat er volgens John dan ook uit om in discussie te gaan met boards, om zo hun kennisniveau te verhogen en inzicht in mogelijke acties te vergroten. Zijn key takeaway: jaag mensen geen schrik aan, maar geef ze handelingsperspectief! Terwijl het publiek deze wijze les verwerkte, was het afsluitende woord aan de dagvoorzitter. Zijn korte ‘State of the Union’ maakte duidelijk dat CIONET nog steeds sterk groeiende is. Maar er is meer goed nieuws, want de tweede leergang ‘CIO als Commissaris’ is in volle gang. Gevraagd naar zijn reactie als deelnemer, blijkt Arjan van Dijk (CIONET Advisory Board member en voormalig Manager IT Stadgenoot) een Schwarzeneggerachtige oneliner in huis te hebben: ‘Commissarissen be aware, er komt een lichting aan die wél verstand heeft van IT!’ Een krachtige boodschap, die John Hermans en de andere aanwezigen ongetwijfeld met veel genoegen zullen hebben aangehoord. Het waarborgen van cyber security, zo weten we na vandaag, begint immers met awareness binnen de hoogste echelons in de organisatie.•
CIO NET UPDATE
Tweede serie leergang ‘CIO als Commissaris’ start in juni In november 2014 ging de eerste serie van de leergang ‘CIO als Commissaris’ van start. Dit programma is door CIONET in samenwerking met de Duisenberg School of Finance en Hemingway-Professional Governance opgezet. Omdat IT en digitalisering een steeds grotere plaats innemen en business models drastisch kunnen veranderen, is het goed dat deskundigheid op deze terreinen ook in de Raden van Commissarissen aanwezig is.
COLOFON CIONET Update komt tot stand onder redactionele eindverantwoordelijkheid van CIONET Nederland. CIONET Update verschijnt als speciaal onderdeel van het onafhankelijke managementtijdschrift ICT Update. ICT Update, inclusief CIONET Update, wordt naar alle leden van CIONET Nederland verzonden.
Tekst: Marita Vleugel
Direct waren al ruim 20 deelnemers gevonden en de reacties tot nu toe van de deelnemers zijn erg positief. Na de eerste sessie gaf Marcel Krom, CIO Post NL aan: “vrijdagmiddag kan het wel eens lastig zijn om je concentratie op 120% te houden. Dat was nu geen enkel probleem. Goede discussies, goede sprekers en veel insight in het uitoefenen van toezicht op corporates.” Wat ondersteund werd door Edwin Erckens, CIO Teva Pharmaceuticals Europe: “De opleiding heeft een vliegende start gemaakt, er was veel interactie en veel praktische tips!” Maar, ook van de kant van de sprekers, allemaal top experts op hun vakgebied, was de waardering groot: “uitstekende CIO’s en IT Executives die allen waardevolle expertise meebrengen. Vaak kan de ICT flank in het toezicht nog beter worden afgedekt” aldus Pauline van der Meer Mohr, voorzitter RvB van de Erasmus Universiteit na afloop van de tweede sessie. De positieve feedback is niet onopgemerkt gebleven onder de leden van CIONET. Vanuit diverse kanten is ook de vraag gekomen of men de opleiding kon volgen. Deze positieve belangstelling heeft de ons doen besluiten om versneld een tweede serie op te starten.
Redactie CIONET Update: Frits Bussemaker, Herman van Bolhuis, Jeroen Kleinhoven, Marita Vleugel
We zullen daarom met de tweede serie van de leergang ‘CIO-Commissarissen’ starten van 4 middagen. Op vrijdag 19 juni is de eerste sessie over de geschiktheid van de toezichthouder. De andere sessie zijn gepland op: 4 september: De bestuurlijke verhoudingen; 9 oktober: Financiering & Financieel toezicht; en 20 november: Board dynamiek: de winst van vertrouwen. De CIO Commissarissen opleiding is interessant voor ICT Executives die de ambitie hebben zelf zitting te nemen in een Raad van Commissarissen. Maar, is ook zeer relevant voor IT Executives die regelmatig te maken hebben met hun eigen Raad van Commissarissen. Er is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Neem voor het volledige programma en/of om u aan te melden contact op met Frits Bussemaker, Partner bij CIONET Nederland via frits.bussemaker@cionet.com.•
www.ict-update.nl | 55
TECH UPDATE
5G komt snel dichterbij Het onderwerp 5G komt de laatste tijd regelmatig in het nieuws. Ook op het Mobile World Congress 2015 werd in Barcelona veel aandacht besteed aan de vijfde generatie mobiele netwerken. Er is een nieuwe wedloop begonnen door verschillende partijen, terwijl de 4G-uitrol nog niet eens is afgerond. Eildert van Dijken, senior consultant bij Strict – een onafhankelijk ict-adviesbureau met kernexpertise in communicatietechnologie – geeft in dit artikel inzicht in de huidige ontwikkelingen naar een nieuwe mobiele standaard. Om het in perspectief te plaatsen, kijkt hij eerst naar 3G en 4G. Tekst: Eildert van Dijken, Strict
Ongeveer elke tien jaar is er een nieuwe mobiele standaard, zoals het plaatje hierboven laat zien. Het eerste lte-netwerk ging in december 2009 live in Stockholm en Oslo. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat er tegen 2020 een nieuwe standaard beschikbaar is. Aangezien het ontwikkelen van een nieuwe standaard ongeveer tien jaar duurt, wordt er al hard gewerkt om deze deadline te halen. Er zijn wel verschillen met de ontwikkeling van 3G en 4G. Daarna kijken we naar de eisen en wensen voor 5G.
Ontwikkeling 3G en 4G De ontwikkeling van 3G/umts is al gestart in 1990, zodat rond 2000 een nieuwe technologie beschikbaar zou zijn. Rond 1990 zijn er al beslissingen genomen om spraak en data voor gebruikers mogelijk te maken. Dat was terwijl er eigenlijk nog nauwelijks gebruik werd gemaakt van internet (in die tijd vooral op hogescholen en universiteiten). Mijn eerste webbrowsingervaring is van rond
56 | www.ict-update.nl
1994/95 met Mosaic en Netscape Navigator. Bijzonder dat er toen al een aantal jaren werd gewerkt aan mobiele internettoegang. De ontwikkelingen van 4G / lte zijn gestart rond de tijd dat 3G op de markt kwam. In eerste instantie is er veel fundamenteel onderzoek gedaan naar radiotechnologie en versimpeling van de netwerkarchitectuur. Intel wilde graag een alternatieve standaard ontwikkelen en heeft een aantal jaren veel geld in WiMAX gepompt. De radiokennis die toen is ontwikkeld, is voor een deel ook gebruikt in lte. En waar 3G vooral gebaseerd is op telecomstandaarden, is 4G volledig ontwikkeld op ip- en internettechnologie.
5G-ideeën Bij de ontwikkeling van 3G en 4G speelden de operators en leveranciers een belangrijke rol. Bij 5G zijn het overheden die een belangrijke rol spelen. Bij 2G en 3G heeft Europa
ICT UPDATE
Het lijkt alsof 5G vooral gepusht wordt door overheden. Daarnaast willen operators toch vooral te boek staan als innovatief en proberen daarom als eerste met 5G te komen. En de leveranciers van netwerken (Huawei, Ericsson, Nokia, Samsung, etc.) proberen aan te tonen dat zij het verste zijn met 5G en dus de beste partner zijn naar de toekomst.
een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de technologie. Dit is erg goed geweest voor de kennisontwikkeling en het heeft veel economisch gewin gebracht. Bij 4G zijn het Amerikaanse partijen als Nortel en Qualcomm die de grootste rol spelen. Zij hebben de meeste patenten op hun naam staan en krijgen daardoor het meeste geld voor elk lte-basisstation en elk 4G-mobieltje. De Europese Unie wil graag dat Europa bij 5G weer vooraan meedoet. Zij hebben daarvoor verschillende onderzoeksprojecten gefinancierd. Maar er zijn meer kapers op de kust: Korea heeft met Samsung de ambitie om 5G al tijdens de Winterspelen van 2018 in te zetten. SK Telecom (ook uit Korea) heeft met Nokia een deal gesloten om 5G in 2018 te demonstreren en in 2020 op de markt te brengen. In Barcelona gaf SK Telecom al veel aandacht aan 5G (zie foto). Huawei heeft een deal gesloten met MegaFon en aangekondigd is dat ze 5G gaan demonstreren in 2018 tijdens het wereldkampioenschap voetbal in Rusland. NTT DoCoMo is druk in gesprek met zes verschillende partijen om 5G-testen uit te voeren; hun doelstelling is om in 2020 commerciële diensten te lanceren.
Door de enorme groei van het mobiel dataverkeer de afgelopen jaren en de groeiverwachting met een factor 10 voor de komende jaren (zie afbeelding Cisco), is verdere ontwikkeling van technologie van groot belang. Op dit moment zijn er nog geen duidelijke requirements voor 5G vastgesteld. Er is daarom nog geen keuze gemaakt voor een radiotechnologie en ook is er nog niet begonnen aan het vaststellen van een standaard. 5G is dus op dit moment nog niet meer dan een verzameling van verschillende ideeën voor de toekomst. De belangrijkste daarvan worden in de volgende paragrafen besproken.
5G-eisen Een van de grote uitdagingen voor de ontwikkeling van 5G is de enorme diversiteit van de eisen. Fabrikant Huawei maakt bijvoorbeeld onderscheid in drie grote gebruikersgroepen: 1. Netwerk voor video / virtual reality / augmented reality. Dit netwerk heeft de hoogste eisen qua bandbreedte en latency en is vooral bedoeld voor mensen; 2. Netwerk voor de connected car. In Barcelona stonden op de beurs zeer veel auto’s. De komende jaren zullen die allemaal verbonden worden met het internet voor allerlei nieuwe diensten;
www.ict-update.nl | 57
TECH UPDATE
3. Netwerk voor het Internet of Things (IoT). Dit wordt verreweg de grootste gebruikersgroep, maar per device hoeft er slechts weinig data te worden verstuurd. Om al deze verschillende gebruikers te geven wat ze nodig zijn, zijn de volgende eisen gedefinieerd: • Meer dan 1 Gbit/s voor de gebruikers, sommige bronnen noemen zelfs meer dan 10 Gbit/s; • Een lage latency van 1 milliseconde; • Het systeem moet in staat zijn om 1 miljoen devices per km2 aan te kunnen. De impact van deze eisen wordt hierna kort besproken.
Datasnelheid De datasnelheid van lte-advanced is in Nederland op dit moment maximaal 225 Mbit/s. Voor de meeste 4G gebruikers is 30 - 50 Mbit/s haalbaar, met uitschieters tot boven 100 Mbit/s. Door gebruik te maken van meerdere frequentiebanden tegelijk (Carrier Aggregation) en meerdere parallelle antennes (MIMO) is met 4G (of eigenlijk 4.5G) theoretisch ook tot meer dan 1 Gbit/s mogelijk. In Barcelona werd door Huawei melding gemaakt van 5G-testen waarin 13,8 Gbit/s werd gehaald. Hiervoor werden 256 parallelle antennes gebruikt om te zenden (massive MIMO). Daarnaast werd eigenlijk gebruik gemaakt van het stapelen van 4G-radiotechnologie in combinatie met 3G-radiotechnologie. Dit noemde men Sparse Code Multiple Access (SCMA). Een busje met 32
58 | www.ict-update.nl
antennes (imitatie van een stekelvarken) haalde deze hoge datasnelheid tot een afstand van ongeveer 1 km. Ericsson had een forse scooter uitgerust met een 5G-testinstallatie. Dit systeem werd live op de beurs gedemonstreerd en haalde daar ongeveer 5,3 Gbit/s (zie foto). Om deze hoge snelheden te halen, is veel ruimte nodig op de frequentieband. Hiervoor is 200 MHz of zelfs 400 MHz nodig, en dat is bijna evenveel als alle operators samen in Nederland hebben op de 800, 900, 1800 en 2100 MHz-banden. Heel hoge snelheden hebben dus ook nieuwe frequenties nodig, bijvoorbeeld op 15 GHz (de scooter van Ericsson) of zelfs 60 GHz (Huawei). Op deze hoge frequenties gedragen radiogolven zich steeds meer als licht (het kan moeilijk ergens doorheen en zeer beperkt om een voorwerp heen buigen). Het bereik is daarnaast zeer beperkt, maar dat is juist goed om veel gebruiker op een klein oppervlakte aan te kunnen.
Latency Voor nieuwe toepassingen waarbij men op afstand apparatuur bedient, bijvoorbeeld met een virtual reality bril, is een korte vertraging noodzakelijk. Anders voelt de bediening van het apparaat niet natuurlijk aan en is een betrouwbare bediening (of ziekenhuisoperatie) niet mogelijk. Een shovel op afstand te bedienen werd in Barcelona ook gedemonstreerd. Bij GPRS (2.5G) was de vertraging rond de 1 seconde. Bij 3G is de vertraging door verdere ontwikkeling afgenomen van ongeveer 400 ms tot ongeveer 60 - 100 ms nu.
ICT UPDATE
Het huidige 4G-netwerk heeft ongeveer 40 - 50 ms als vertraging. Om meer dan 100 Mbit/s te kunnen versturen, is het noodzakelijk om een vertraging te hebben van minder dan 100 ms, anders werkt tcp/ip niet goed. Voor heel hoge snelheden moet de vertraging nog veel lager zijn. Doelstelling voor 5G is een vertraging van ongeveer 1 ms. Dit is niet eenvoudig te bereiken, zoals we hieronder zullen bespreken. De vertraging in huidige 4G netwerken wordt vooral veroorzaakt door de vele transmissiverbindingen vanaf de zender tot aan een webserver en weer terug. Licht en radiogolven verplaatsen zich met ongeveer 300.000 km/s. De afstand van mobiel naar de draadloze zender is bijvoorbeeld 3 km. Deze afstand wordt in ongeveer 0,01 ms afgelegd, maar het mobiele device en de basestation hebben ook wat tijd nodig om de radiopakketten voor te bereiden, in te pakken weer uit te pakken. Hier gaat op dit moment een aantal milliseconden mee verloren in zowel mobiel als basestation. Veel meer tijd is nodig om de datapakketten vervolgens vanaf de basestation te versturen naar een webserver en weer terug (zie afbeelding).
In dit transmissie pad zitten veel glasvezelverbindingen maar ook ongeveer 40 - 50 access nodes, aggregatierouters, gateways, firewalls (FW) en nog meer routers en servers. Om het plaatje overzichtelijk te houden, zijn deze niet allemaal getekend. Als elke node gemiddeld 0,1 ms nodig heeft om de pakketten te ontvangen en weer door te sturen, is er toch sprake van een behoorlijke vertraging. Daarnaast wordt er soms toch ongeveer 300 km afgelegd, wat ook weer voor minimaal 1 ms vertraging zorgt, zelfs met de snelheid van het licht. De glasvezelverbinding thuis geeft bijvoorbeeld een vertraging van 9 ms tot aan een webserver en weer terug over een totale afstand van ongeveer 200 km met de routers en andere transmissienodes. Een voorzichtige conclusie is dan ook dat een latency van 1 ms alleen mogelijk is als de webserver veel dichter bij de eindgebruiker zit, bijvoorbeeld in de basestation. Dit wordt daarom door sommige experts als enige oplossing gezien. Intelligente basestations liggen daarom nu op de tekentafel als oplossing voor 5G.
Gebruikers per km2 De ontwikkeling van datasnelheid gaat snel. De ontwikkeling van het aantal devices gaat misschien de komende jaren nog veel sneller. Van 10.000 gebruikers, via 100.000 gebruikers naar 1 miljoen gebruikers per vierkante kilometer over enkele jaren. Dat wil zeggen gemiddeld 1 device per vierkante meter. Voor een huishouden met een grondoppervlakte van 100 m2 zijn er naar verwachting straks 100 devices verbonden met het internet. Het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat al deze devices verbonden zijn met een zender die ver weg staat. Het is waarschijnlijker dat een zender thuis (denk aan wifi) ook een belangrijke rol zal spelen.
Wedloop Op dit moment is 5G een wedloop op verschillende gebieden: politiek, economisch en marketing. Er is nog geen duidelijke behoefte gedefinieerd, het werk aan een standaard moet nog beginnen en er wordt nog volop wetenschappelijk onderzoek gedaan naar nieuwe manieren om hoge snelheden mogelijk te maken. Er bestaat geen twijfel over dat 5G komt. Vanwege de groei van het aantal devices en de steeds grotere hoeveelheden data die we gebruiken, is nieuwe technologie echt noodzakelijk.•
www.ict-update.nl | 59
TOOLS
Samsung Galaxy S6 edge Samsung is bij de ontwikkeling van hun twee nieuwste high-end-modellen, de Galaxy S6 en S6 edge, van scratch begonnen met het ontwerpen van deze smartphones. Samsung noemde dit ‘project zero’. En het resultaat mag er zijn. Het bedrijf is met twee echt nieuwe en innoverende toestellen gekomen. Wij kregen van Samsung de mogelijkheid om de Galaxy S6 edge aan een eerste test te onderwerpen. Tekst: Pieter Waasdorp
De Galaxy S6 edge heeft aan beide zijden een doorlopend en afgerond scherm. De S6 edge is hiermee de eerste smartphone ter wereld met een ‘dual-edge’ display. Daarnaast is Samsung afgestapt van het gebruik van plastic. De S6 edge heeft een hoogwaardig metalen frame en de achterkant van het toestel is van glas gemaakt, dat speciaal verhard is met Gorilla Glass 4 technologie. Het amoledscherm heeft een ongekend hoge resolutie van 2.560x1.440 pixels (577 ppi) en dat merk je meteen aan de detailweergave. Zelden was een scherm zo goed en helder
Het scherm is subliem door de hoge beeldresolutie en uniek door de curve aan beide zijkanten. 60 | www.ict-update.nl
leesbaar. Wel moet gezegd worden dat de dual-edge display meer esthetisch dan praktisch is. Op de smalle zijkant kunnen maximaal vijf favoriete contacten worden geplaatst voor extra snelle toegang, die via een snelle swipe-beweging toegankelijk worden. En in de slaapstand van de S6 en de S6 edge wordt extra informatie gegeven, zoals over gemiste calls en binnengekomen berichten. De S6 edge wordt aangedreven door Samsungs eigen 64-bit Exynos octa-core processor met 3GB (DDR-4) geheugen. En dat maakt de edge snel, heel snel. Waarschijnlijk is de S6 edge een van de snelste, zo niet de snelste, smartphone, die op dit moment te koop is. Dit blijkt onder andere uit de AnTuTu-benchmarktest die boven de 70.000 uitkomt. Voor gebruikers wordt duidelijk hoe snel de Galaxy S6 edge is als bijvoorbeeld de camera-app wordt gestart. Binnen minder dan 0,7 seconden is het toestel klaar om foto’s en video’s te maken. De hoofdcamera, met autofocus, High Dynamic Range (HDR), Optical Image Stabilization en een krachtige led-flitser, heeft een resolutie van 16 megapixels en maakt het mogelijk om foto’s met een resolutie van maximaal 5.312x2.988 pixels te maken. Video’s en foto’s maken binnen of buiten? Met de S6 edge lukt het altijd. Wel is het jammer dat de camera aan de achterkant net een paar millimeter uitsteekt. De selfie-cam, die tegenwoordig steeds belangrijker wordt, heeft 5 megapixels en een zogenaamde Wide Selfie Mode, een speciale groothoekmodus, voor het maken van selfies.
ICT UPDATE
De Galaxy S6 edge kan ook draadloos worden opgeladen.
Winnende combinatie Het toestel kan gemakkelijk unlockt worden door de sterk verbeterde vingerafdrukscanner, die op de homeknop zit. Druk zachtjes op de scanner en razendsnel krijgt de gebruiker toegang tot de S6 edge. Het toestel laadt supersnel op, volgens Samsung tot wel 1,5 keer sneller dan voorgaande modellen. De Galaxy S6 edge kan ook draadloos worden opgeladen en is compatibel met zowel de WPC- als de PMA-standaard. Nadeel is wel dat de batterij, die met 2.600 mAh net een slag kleiner is dan die van de S5, niet verwijderd kan worden uit het toestel. En dat is voor het eerst bij Samsung. De S6 edge komt met Android 5.0 Lollipop geïnstalleerd met daar bovenop Samsungs eigen gebruikersinterface TouchWiz. Een winnende combinatie. Android 5.0 werkt volkomen intuïtief en is zonder twijfel de beste Androidversie ooit. De door ons geteste Galaxy S6 edge is uitgerust met 32GB opslagruimte. Hiervan is na installatie nog slechts 23GB vrij voor de gebruiker. En dat is niet echt veel. Zeker als je weet dat de S6 en de S6 edge een van de weinige
Samsungtoestellen is, waarvan het geheugen niet kan worden uitgebreid. Dus koop of de 64 of 128GB versie en wees zuinig met het geheugen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de S5 zijn de S6 en de S6 edge niet bestand tegen vocht. De speciale metalen en glazen behuizing is niet waterdicht.
Plaatje De S6 edge is met zijn metalen frame en glazen achterkant echt een plaatje, maar helaas niet waterdicht. Het scherm is subliem door de hoge beeldresolutie en uniek door de curve aan beide zijkanten. Daarnaast is het toestel door zijn snelheid en Android 5.0 een genot om mee te werken. De camera’s zijn uitstekend en de vingerafdruksensor werkt bij de S6 edge echt feilloos. Jammer is dat de accu kleiner is dan die van de S5 en bovendien niet verwijderbaar. Een ander minpunt is het feit dat het geheugen van de S6 edge niet uitbreidbaar is. En wellicht is het toestel (32GB gaat in de winkel 849 euro kosten en de 64 en 128GB versies respectievelijk 949 euro en 1.049 euro) aan de dure kant. •
www.ict-update.nl | 61
SERVICE
In het volgende nummer:
The Flexible Enterprise Het is een cliché aan het worden, maar de vaststelling dat anno 2015 ‘verandering de enige constante is’, wint ook meer en meer aan waarheidsgehalte. Bedrijven, diensten, producten en behoeften van klanten veranderen in een hoog tempo. En vaak zonder ogenschijnlijke reden. Het maakt het voor organisaties niet makkelijk. Zij moeten immers inspelen (en het liefst zelfs anticiperen) op de dynamiek van de markt en de samenleving. Flexibiliteit is daarom van essentieel belang. Flexibiliteit gaat inmiddels voor de meeste organisaties hand in hand met een ICT-omgeving die evenzeer snel en dynamisch is in te richten. Of het nu gaat om op- of afschalen van de webservercapaciteit of het ‘on the fly’ kunnen inzetten van apps en allerhande communicatiemiddelen. Daarbij – om het allemaal nog wat minder eenvoudig te maken – moet de CIO elke keer weer letten op de kosten, de ‘return on investment’ én de diverse andere details die voor een organisatie van levensbelang zijn. Zoals ICT-beveiliging. In de volgende editie van ICT Update laten wij aan de hand van praktijkvoorbeelden, markt trends en de nodige interviews met topstukken uit de industrie zien hoe een flexibele ICT er voor kan zorgen dat ook uw ‘Enterprise’ het predicaat ‘Flexible’ kan krijgen.
ADVERTENTIE-INDEX TELE2 2
DDM 63
BTG 5
VODAFONE 64
WORKSTREAM PEOPLE DATACLOUD EUROPE 2015
7 13
CHECKPOINT 33
62 | www.ict-update.nl
In gesprek met: Rijk van Ooijen Country Manager DDM Consulting Nederland
Hoe typeer jij jullie bedrijf? DDM Consulting, met kantoren in Nederland, Belgie en Duitsland, dient vooral gezien te worden als leverancier van high-end customer services oplossingen. We leveren op basis van Aspect of Genesys een volledige omnichannel contact center oplossing, waarbij alle mogelijke integraties van telefonie-systemen en applicaties inmiddels voorbijgekomen zijn. Kortom, zie ons voornamelijk als software-integrator voor de oplossing van elk customer-service vraagstuk.
Hoe vullen jullie die integrator-functie in? Het liefst vullen we die graag vanaf het beginstadium van een project in, om direct betrokken te zijn voor de business/gebruikers als ook voor het IT-management. Je kunt ons benaderen voor de hele cyclus van een project, vanaf inventarisatie tot aan volledig beheer. • • • •
Business case / project definitie Oplossingsontwerp & project management Systeem implementatie & integratie Operationeel beheer van het contact center platform
“KORT GEZEGD, WE ONTZORGEN DE KLANT” Over beheer gesproken, wat doen jullie dan precies? Kort gezegd, we ontzorgen de klant. Nadat is besloten hoe de klant geleverd wilt hebben, on premise (koop), hybride of vanuit de cloud (public of private), stemmen we onze diensten daar op af. Welke vorm de klant ook kiest, de trend is echt dat de leverancier de beschikbaarheid garandeert, waarbij de ontzorging leidend is. De klant kiest dan veel al voor een managed services constructie of voor een cloud-oplossing, waarbij men per definitie alleen een dienst afneemt.
Welke trends zie je op dit moment op het gebied van customer-services en contactcenters? We zien eigenlijk meerdere grote trends. Allereerst het klantcontact zelf. Het wordt een markt, die zal worden bepaald door de klant. De klant bepaalt met welk kanaal (telefoon, mail, sms, chat, social media.....) hij communiceert, alle kanalen zijn op de smart-phone van de eindgebruiker beschikbaar. De enorme stijging in transacties via E-Commerce zal het digitale klantcontact een verdere boost geven. Veel bedrijven en organisaties zijn echter nog niet klaar voor deze ‘omni-channel’ benadering, waarbij het een must is dat de informatie over alle kanalen heen consistent dient te zijn. Het laatste vergt ook organisatorisch het één en ander, zeker op het het gebied van centralisatie. Een tweede trend is dat men volledig ontzorgt wil worden, geen sores meer over beheer, lifecycle-management, updates e.d. Men staat bij nieuwe investeringen nu echt voor de afweging of men bij een CAPEX model blijft, of gaat voor het veel flexibilere cloudmodel (OPEX). Functioneel zal er geen verschil meer zijn.
Wat merken jullie op dit moment van die trends? Concreet zijn we met meerdere projecten bezig. Daarnaast organiseren wij, samen met de fabrikanten, die we vertegenwoordigen, Aspect en Genesys, seminars waarin deze onderwerpen aan de orde komen. De belangstelling voor dergelijke seminars is behoorlijk. Belangstellenden, die dergelijke seminars willen bijwonen, adviseer ik om onze website www.ddmconsulting.eu in de gaten te houden
010101 010101 010101
010101 010101 010101
Een Ready Business laat apparaten met elkaar praten Een Ready Business is slimmer en efficiĂŤnter. En laat techniek voor zich werken. Vodafone helpt daarbij. Door apparaten met elkaar en het internet te verbinden, maken we ze intelligent. Dat biedt vaak baanbrekende mogelijkheden. Van directe kostenbesparing tot verre voorsprong op de concurrentie. Innoveren? We praten er graag over met u. Are you a Ready Business? Doe de test op vodafone.nl/ready
Vodafone Power to you