ARBEIDSMARKT • Bijlage bij Cobouw 2 oktober 2015
Ron van Empel: (Royal HaskoningDHV)
Beheer van infrastructuur vraagt om specifieke ervaring Pag. 7
Michel Verlaan en Paul Rimmelzwaan:
(flux.partners)
Combinatie van technisch vernuft en optimalisatie van bouwprocessen Pag. 11
André Cossée:
(Breman Zwolle)
Wie hier binnenkomt heeft een baan voor het leven Pag. 13
Ik leg de lat steeds hoger
Altijd wind mee
De ideale baan bestaat. Je moet hem alleen zien te vinden. Continu helpt je daarbij. Wij hebben de kennis, contacten en mentaliteit om je concreet verder te helpen. Zodat je continu nieuwe stappen zet en je grenzen verlegt. Want dat wil je toch? Altijd wind mee.
Continu is gevestigd in Almelo, Amsterdam, Arnhem, Breda, Capelle aan den IJssel, Eindhoven, Heerenveen, Maastricht en Utrecht
www.continu.nl
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Inhoud 4
Thialf blijft Thialf
7
Beheer van infrastructuur vraagt om specifieke ervaring
10
Het aankomend schaatsseizoen voor Team Continu
11
Kwaliteit maakt het verschil
12
IJsbuffers verwarmen en koelen nieuw bedrijfspand Breman Zwolle
14
Voor goede technici is altijd werk
Colofon
Klantenservice: (070) 3046777 Redactie: telefoon (070) 3046700 E-mail: cobouw@bimmedia.nl Postbus 16262, 2500 BG Den Haag Internet: www.cobouw.nl Hoofdredacteur a.i.: Boudewijn Warbroek Uitgever: Martin Hoogelander Eindredactie en coĂśrdinatie: Nanda van Dijk, Patty van der Sar en Ingrid de Zwart-Schaap Medewerkers: Jeroen Kreule, Armand Landman, Nicole Mommertz, Alice van Schuppen en Rob Weijs. Vormgeving en opmaak: Bastiaan Stuy
Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: klantenservice: (070) 3046777. Jaarabonnement binnenland â‚Ź 775,- (excl. btw). Overnemen artikelen: voor het overnemen van (een gedeelte van) artikelen uit deze uitgave dient men zich te wenden tot de uitgever. Op alle artikelen in Cobouw of op Cobouw.nl berust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar gemaakt worden, gearchiveerd worden of verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van dagblad Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen.
3
4
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Thialf blijft Thialf Vernieuwbouw snelste schaatsbaan Jeroen Kreule Het was op een vrijdagmiddag, aan het einde van een intensieve en spannende werkweek bij Thialf in Heerenveen. Uitvoerder Casper Manshanden van Heddes Bouw & Ontwikkeling zat trots en blij in de auto, op weg naar huis in Hoorn: het storten van de 400 meter-wedstrijdbaan was gelukt. Sterker, hij was die dag getuige geweest van de betonstort van de vlakste vloer ter wereld. Twee ploegen waren ’s ochtends om half acht rug aan rug begonnen met het storten van de baan, om elkaar ’s middags aan de overkant weer tegen te komen, dit keer met de gezichten naar elkaar toe. Wekenlang was er toegewerkt naar deze belangrijke dag, alle risico’s waren doorgesproken, het protocol van de stort besloeg meerdere A4-tjes. “Normaal gesproken is een betonvloer na een paar dagen prima te gebruiken, maar op weg naar huis bedacht ik me’’, zegt Manshanden. De uitvoerder zette zijn auto aan de kant, pakte de telefoon en belde met een achtergebleven collega in Thialf. Zijn boodschap: de vloer mag de komende tien dagen niet worden gebruikt.
Snelste laaglandbaan ter wereld
Begrijp Manshanden niet verkeerd, want bij alle bouwprojecten legt hij de lat hoog. Maar toch. Manshanden: “We hebben het hier over de wedstrijdbaan van Thialf, die tot de sloop de snelste laaglandbaan ter wereld was. Punt is dat Thialf hoe dan ook de snelste baan ter wereld moet blijven. En liefst nog een tikkeltje sneller. In principe kon er niks geks met de vloer gebeuren, toch wilde ik alle risico’s uitsluiten. Vandaar mijn besluit en dat telefoontje.’’ Hoe vlakker de vloer, des te beter er gegleden kan worden, hoe sneller de schaatstijden zijn. Anders gezegd: hoe minder hobbels, hoe lager de weerstand. Daarbij komt: wanneer een vloer heel vlak is, kun je dunner ijs gebruiken. En hoe dunner de ijslaag, hoe beter je het ijs kunt beheersen. Vraag maar aan de ijsmeester, die zeer nauw betrokken is bij de totstandkoming van de nieuwe wedstrijdbaan.
Bron: www.thialf.nl
Tijmen Schrauwers (l) en Casper Manshanden (r). Foto: Alex J. de Haan
IJs wordt verdeeld in segmenten
“In de nieuwe situatie wordt het ijs in zes verschillende segmenten opgedeeld’’, zegt technisch manager Tijmen Schrauwers van Heddes Bouw & Ontwikkeling tijdens een rondleiding in en rond Thialf. Drie centimeter onder de vlakste betonvloer ter wereld ligt het vol met kilometerslange koelbuisjes. De zwarte buisjes staan, via een pompkamer pal onder de ijsbaan, in verbinding met enorme koelmachines in de gloednieuwe technische ruimte. Een ingenieus systeem, met als een van de belangrijkste kenmerken dat de ijsmeester straks elk segment de juiste temperatuur kan geven. Het is de meest bijzondere vloer die Schrauwers kent. “Wanneer half oktober de eerste ijslaag wordt aangemaakt,
ligt er een vloer onder die uit minstens tien materiaalsoorten bestaat, zoals kanaalplaten, een zandcementvloer, wapening, verschillende soorten folie en isolatiemateriaal.’’ De schaatssport is flink in beweging: op verschillende plaatsen in de wereld verschijnen moderne schaatsstadions. Bovendien zorgen nieuwe technieken en voorzieningen voor betere prestaties van topschaatsers. In Thialf werd tot begin dit jaar nog steeds snoeihard geschaatst – een dag voor de sloop reed Sven Kramer tijdens het WK afstanden (5000 meter) een wereldrecord op een laaglandbaan-maar de verouderde hal begon zijn glans te verliezen. Het dak was thermisch lek, de energiekosten rezen de pan uit. Er is gekozen voor vernieuwbouw: een deel
van het oude Thialf wordt verbouwd, terwijl er ook nieuwbouw wordt gerealiseerd. De constructie blijft, maar dak en schil zijn nieuw.
Alles draait om het ijs
Uitgangspunt is dat alles om het ijs draait. Letterlijk en figuurlijk. Naast de wedstrijdbaan komt er een nieuwe inrijbaan van 333 meter, een krabbelbaan voor de allerkleinsten en een shorttrackwedstrijdbaan van 30 bij 60 meter. Een van de grootste uitdagingen in de planontwikkeling was dat je als bezoeker de baan vanaf iedere locatie in het pand moet kunnen zien. Met het plaatsen van een grote glazen wand pal achter de tribunes gaat dat lukken. Rond de bestaande hal verrijst momenteel een schil van zes meter breed. Deze schil,
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Sinds dit jaar heeft Continu ook een vestiging in Heerenveen. Hiermee heeft de intermediair inmiddels een landelijke dekking verworven met haar 9 vestigingen. Een lang gekoesterde wens is hiermee in vervulling gegaan. Met veel trots knipte Friezin en schaatsster van Team Continu, Thijsje Oenema, het lintje door. Vestiging Heerenveen zal de overige vestigingen van Continu versterken door het gehele noorden van het land voor haar rekening te nemen. Reden van versterking zijn de positieve ontwikkelingen van bouw en civiele techniek in het noorden. “De bouw en civiele techniek bevinden zich in een opwaartse spiraal en tonen duidelijke tekenen van groei. Projecten komen los en bedrijvigheid trekt aan. Iets wat Continu de gelegenheid geeft om bedrijven tijdens periodes van groei optimaal te assisteren” aldus Ingeborg Meinen, adviseur bij Continu Heerenveen. “Continu helpt de groei van bedrijven te stimuleren door de juiste kandidaten te verbinden aan de juiste opdrachtgevers. Elkaar de wind mee geven om gezamenlijk het doel te behalen, dat is altijd ons motto”. Inmiddels zijn de eerste klanten verbonden aan de vestiging en de eerste topkandidaten gesproken. ook wel de omloop genoemd, bestaat uit twee verdiepingen. In deze schil komen niet alleen de trappen die naar de tribunes leiden, maar ook onder meer horeca, persruimte en trainingsruimtes. Een toeschouwer die een kop warme chocolademelk in het café drinkt, een journalist die coach Marianne Timmer van Team Continu interviewt en topschaatsster Margot Boer die fietsend warmdraait op een rollerbank: door die glazen wanden hebben ze alle vier zicht op de ijsbaan.
Klimaatbeheersing
In de nieuwe schaatstempel is bijzonder veel aandacht voor lucht- en klimaatbeheersing. In de oude situatie werd de kwaliteit van het ijs bij regenachtig weer vaak negatief beïnvloed door het publiek, dat met natte haren en natte jassen het stadion kwam binnenlopen. Schrauwers: “Met als gevolg dat de luchtvochtigheid in de schaatshal in rap tempo steeg.’’ In eerste instantie zorgt de nieuwe schil ervoor dat de invloed van weersomstandigheden drastisch wordt ingeperkt. Daarnaast wordt er tussen de ijsbaan en de tribune een installatie aangelegd die relatief warme en droge lucht het publiek inblaast, aldus Schrauwers. “Zo ontstaat er een soort luchtgordijn. De lucht uit die blazers neemt het vocht van de toeschouwers als het ware mee naar boven. Daar, bij het plafond, wordt de lucht weer weggezogen.’’ Over plafond gesproken: het plafond krijgt een warmtereflecterende schil naar boven en een koude naar onderen, waardoor er in de hal een
‘thermoskaneffect’ ontstaat. Veel energie wordt hergebruikt: de warmte die onder meer door de koelmachines wordt gegenereerd, wordt gebruikt om het water voor douches en keukens te verwarmen. Thialf gaat niet langer gebruikmaken van gas, de schaatshal is straks all-electric. De energierekening gaat met minstens vijftig procent omlaag. Verder krijgt Thialf een hoger dak en een compleet nieuwe hoofdingang.
Tunnel
Ook nieuw is de tunnel die onder de gehele ijsbaan ligt, van oost naar west: de tunnel is als het ware doorgetrokken. Het nieuwe deel van de tunnel is echter louter bedoeld voor topsporters, zodat zij ongestoord van de hypermoderne trainingsruimtes naar het middenterrein van de ijsbaan kunnen lopen en weer terug. De aanleg van deze tunnel was niet eenvoudig, zegt uitvoerder Manshanden. “Om een kraan naar binnen te krijgen, moesten we een deel van de tribune verplaatsen en een stuk vloer openbreken. Het was behoorlijk passen en meten, maar het is gelukt.’’
leven van je n a a b De
uH Co n t i n
e en eerenv
Twee bouwperiodes
De vernieuwbouw bestaat uit twee bouwperiodes. De eerste bouwperiode begon half februari en duurt tot 15 oktober. Schrauwers: “Thialf is deze winter gewoon open, er staan internationale wedstrijden gepland. Er zal hier en daar wel worden, doorgewerkt maar door een klein aantal mensen. Schaatsers en publiek hoeven niet bang te zijn dat er in die periode gezaagd en gebroken gaat worden: dat levert alleen maar stof
op”. In april 2016 wordt de bouw hervat. Dan wordt onder meer het nieuwe dak op de bestaande constructie gezet en wordt de glazen wand tussen de ijshal en de omloop geplaatst. In oktober 2016 moet de vernieuwbouw klaar zijn. Alle betrokkenen zijn het er over eens: Thialf moet ook
Heddes Bouw & Ontwikkeling en Continu onderhouden al jaren nauwe banden met elkaar, zegt Nelson da Luz Bentes, adviseur Bouw bij Continu in Amsterdam. “We zitten allebei in Noord-Holland en weten elkaar goed te vinden.’’ Continu werft en selecteert met name hoogopgeleiden voor functies bij Heddes, zoals werkvoorbereiders, uitvoerders en projectleiders. Da Luz Bentes omschrijft Heddes Bouw & Ontwikkeling als een nuchtere, hardwerkende organisatie met veel ‘doeners’. ,”Er hangt een familiaire sfeer. Het valt me ook op dat mensen die in het verleden via ons bij Heddes hebben gewerkt, altijd weer terug willen. Dat zegt wel iets over het bedrijf, toch?’’
in de toekomst het onbetwiste schaatshart van de wereld blijven, een kraamkamer voor schaatslegenden. Om de laatste zin van het bidbook te gebruiken: Thialf blijft Thialf, voor de rest wordt alles nieuw.
5
COBOUW LEVERT U BOUWSTENEN VOOR SUCCES 201 5
28 OKTOBER 30 OKTOBER 13 NOVEMBER 18 NOVEMBER 27 NOVEMBER 11 DECEMBER
Infra Brandveiligheid Beton in Beeld Cobouw 50 Isolatie Woningbouw
Wijzigingen voorbehouden
Duizenden professionals gebruiken Cobouw dagelijks voor het verbreden van hun visie en hun netwerk. Daarom vormt Cobouw als uniek medium in de bouwnijverheid dé fundering voor uw advertentiecampagne. En met de verschillende Cobouw Specials bouwt u verder aan uw succes!
De Cobouw Specials informeren de bouwsector uitgebreid over specifieke, actuele thema’s. De meeste Specials verschijnen in een extra hoge oplage. Met meerdere aantrekkelijke advertentiemogelijkheden vormen ze de bouwstenen voor uw succes! U kunt zich als specialist (op deze vlakken) uitstekend presenteren in deze unieke edities. Neem voor meer informatie contact op met Najia El Zoulali.
NAJIA EL ZOULALI T: 070-304 69 11 @: n.el.zoulali@bimmedia.nl
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
7
Beheer van infrastructuur vraagt om specifieke ervaring Rob Weijs “Als je een junior-bouwkundige zoekt, dan heb je er dertig binnen een paar uur”, weet Ron van Empel die zich bij Royal HaskoningDHV bezighoudt met assetmanagement industrie. Maar het beheer van de infrastructuur op de Chemelot Campus in Geleen vraagt om specifieke ervaring. Daarom is hij erg tevreden dat hij voor het inhuren van dat soort vakkrachten kan rekenen op Continu, intermediair voor bouw en industrie. Chemelot is de productielocatie van DSM in Geleen. Inmiddels is een deel van de site, de voormalige researchcampus, onder de naam Brightlands aan het doorgroeien tot banenmotor voor de provincie Limburg op het gebied van materialen, gezondheid en voedingsmiddelen. Er is daar ruimte voor start-ups van buiten en er vindt zelfs onderwijs plaats in de vorm van de chemische opleiding CHILL. Studenten en bedrijven vinden huisvesting op deze campus, die zich ontwikkelt van een R&D-laboratoriumomgeving naar een open parkachtige campus.
Asset management
Het asset management van de infrastructuur van de Chemelot site is sinds 2006 in handen van Royal HaskoningDHV. Opdrachtgever sinds 2010 is SitechSite Services BV. Namens grondeigenaar DSM besteedt Sitech het onderhoud en beheer van de industriele infrastructuur uit aan Royal HaskoningDHV. “Voor ons is dat een grote klus”, verklaart Van Empel. “Onze afdeling Assetmanagement Industrie omvat zo’n 80 medewerkers waarvan een groot deel betrokken is bij dit contract en bij projecten op de Chemelot site. Een groot deel van het werk is netjes
Ron van Empel bij productielocatie Chemelot.
gepland. Maar er zijn altijd dingen die wijzigen. Daarom hebben wij flexibiliteit nodig.”
Flexibiliteit
Van Empel heeft dus regelmatig extra mensen nodig. Indien mogelijk komen die uit andere onderdelen van Royal HaskoningDHV, maar regelmatig moeten er ook civiel georiënteerde vakkrachten van buiten komen. Aan die mensen stelt hij hogere eisen dan normaal bij inhuurwerk. Het is namelijk de bedoeling dat ze zich langdurig committeren aan de Chemelot site. Door de aard van de werkzaamheden in en nabij chemische fabrieken is het nodig dat ze beseffen wat de risico’s en gevaren van chemische plants zijn. En dat leren ze niet in hun opleiding. Van Empel legt uit dat Royal HaskoningDHV risicodragend werkt op Chemelot: “Essentie van het zijn van ‘Managing Agent’ is het ontzorgen van de klant en daarbij voorspelbaar acteren. Wij nemen werk aan binnen de hele levenscyclus van assets. Bijvoorbeeld het riool. We beginnen dan met een inspectie, maar daarna kijken we of we gaan repareren, bijvoorbeeld door er een kous in te trekken, of dat er een nieuw riool moet komen, of zelfs een ander tracé. Wij spreken een prijs af. Dan moet je ter zake heel kundig zijn. Het is heel wat anders dan een regenwaterriool repareren in een gemeente. Er komen bij dit werk heel andere aspecten kijken, zoals veiligheid en chemie. Dat is de uitdaging.”
Ron van Empel. Foto: Rob Oostwegel.
Vakmensen uit de regio
Hoewel Royal HaskoningDHV mobiliteit van zijn medewerkers vraagt, is het toch lastig om in eigen huis voldoende mensen te vinden die langdurig kunnen werken in Limburg. Continu draagt daarom vakmensen uit de regio aan. Mensen die een ontwerptekening kunnen maken of een inspectie kunnen doen of een bestek maken. Van Empel: “Continu is een uitzendbureau dat zich richt op het hogere segment. Zij hebben bouwkundige en civiele ingenieurs in de aanbieding en zij weten wat er gevraagd wordt. Welk type mensen nodig is en zij reageren snel. Zij snappen ook het proces intern bij ons. Ik
weet wie ik moet bellen omdat ik steeds dezelfde contactpersoon heb. Zij krijgen dit allemaal beter voor elkaar dan anderen, ook omdat ze aan een half woord voldoende hebben. Wij gebruiken Continu voor werving en selectie en detachering. Slechts een enkele keer gaat het om uitzendwerk.” Van Empel wijst erop dat hij meer ijzers in het vuur heeft. “Maar Continu is op dit moment de grootste leverancier. Wij hebben nu vijf ingehuurde mensen van Continu binnen de afdeling.”
De vernieuwbouw van Thialf kan worden opgedeeld in 3 fases: Fase 1: de ontmanteling en de voorbereidende werkzaamheden.
Fase 3: zal direct starten na het schaatsseizoen van 2015-2016. In deze fase wordt het bestaande Thialf van binnen uit gedemonteerd en wordt het nieuwe Thialf in zijn geheel verder afgebouwd.
Fase 2: het bestaande Thialf heen gebouwd en worden de nieuwe ijsvloer en technische installatie gerealiseerd.
Het nieuwe Thialf, het schaatshart van de wereld, zal haar deuren openen voor het publiek in het najaar van 2016.
bron: www.thialf.nl
10
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Het aankomend schaatsseizoen voor Team Continu Net als vorig jaar zijn er veel veranderingen. We beginnen met de World Cup selectiewedstrijd in Enschede in plaats van het NK Afstanden, die worden nu eind december verreden. Eind januari is het NK Allround en NK Sprint. En net zoals vorig seizoen wordt het seizoen afgesloten met de World Cup finale in het mooie verbouwde Thialf!
17 oktober t/m 18 oktober 2015:
Holland Cup 1 wedstrijd. Deventer. (Nederland)
30 oktober t/m 1 november 2015:
World Cup selectie wedstrijd. Enschede. (Nederland)
13 november t/m 15 november 2015:
ISU World Cup Calgary. (Canada)
20 november t/m 22 november 2015:
ISU World Cup Salt Lake City. (USA)
4 december t/m 6 december 2015:
ISU World Cup Inzell. (Duitsland)
11 december t/m 13 december 2015:
ISU World Cup. Heerenveen. (Nederland). O.V.B
27 december t/m 29 december 2015:
KPN NK Afstanden. Heerenveen. (Nederland)
9 januari t/m 10 januari 2016:
ISU EK Allround. Minsk. (Wit-Rusland)
22 januari t/m 24 januari 2016:
KPN NK Allround & Sprint. Heerenveen. (Nederland)
29 januari t/m 31 januari 2016:
ISU World Cup Stavanger. (Noorwegen)
11 februari t/m 14 februari 2016:
ISU WK Afstanden. Kolomna. (Rusland)
27 februari t/m 28 februari 2016:
ISU WK Sprint. Seoul. (Zuid Korea)
5 maart t/m 6 maart 2016:
ISU WK Allround. Berlijn. (Duitsland)
11 maart t/m 13 maart 2016:
ISU World Cup finale. Heerenveen. (Nederland)
Team Continu: Margot Boer
Letitia de Jong
Yvonne Nauta
Annouk van der Weijden (nieuw)
Thijsje Oenema
Karolina Erbanovรก
Janine Smit
Nao Kodaira
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Kwaliteit maakt het verschil Nicole Mommertz Veranderende eisen in de bouw vragen om steeds meer specialistische kennis. De nieuwe contractvormen leggen de verantwoordelijkheid voor een project meer en meer bij de aannemer. Daarbij wint alleen de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Aannemers die in deze veranderende markt mee willen draaien, moeten vaak omdenken en reorganiseren. Hoe richt je je eigen organisatie zo in, en pak je je verantwoordelijkheid dat je deze ook kunt dragen tegen een concurrerende prijs? Hiervoor is kennis nodig die de gemiddelde aannemer niet altijd in huis heeft. Adviesbureau flux.partners, een jong adviesbureau dat jarenlange expertise op het gebied van tendermanagement en procesoptimalisatie bundelt, helpt aannemers bij dit proces. “Om winnende EMVI-documenten in DBFM, BVP en D&C tenders te schrijven is natuurlijk gedegen kennis van kwaliteit nodig”, vertelt Paul Rimmelzwaan, één van de vijf partners bij flux.partners, “Maar het gaat verder dan dat. Om een opdracht goed te kunnen doorgronden en te vertalen naar een succesvol EMVIdocument, dat zowel bij opdrachtgever als opdrachtnemer past, is de combinatie van technisch vernuft én optimalisatie van bouwprocessen doorslaggevend.” Michel Verlaan, eveneens partner bij flux.partners vult aan: “Kwalitatief en praktisch uitvoerbaar advies bepaalt uiteindelijk het succes van het project.”
moeten voeren om zaken helder te krijgen.” Dat bleek ook bij de PPP-faciliteit ‘Ghana WASH Window’-uitvraag van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland. flux.partners schreef daarbij twee winnende voorstellen voor Dutch Water Partners. Hierdoor worden de komende drie jaar 107 waterzuiveringssystemen geplaatst en 850.000 inwoners in Ghana aan schoon en veilig drinkwater geholpen.
Lonende samenwerking
Het specialistische werk van flux. partners vraagt om hoog gekwalificeerde mensen met de nodige werkervaring. Het vinden van de juiste mensen met ervaring is volgens Rimmelzwaan niet altijd eenvoudig in de huidige krappe arbeidsmarkt:
“Continu helpt ons bij het vinden van mensen die naast adviesvaardigheden ook affiniteit met techniek hebben. Dat is nodig om effectief te zijn. Continu maakt een voorselectie van mensen die goed in ons bedrijf passen.” Voor Verlaan is dat een enorme toegevoegde waarde: “Iemand kan nog zo goed inhoudelijk zijn maar als die persoon niet past binnen je bedrijf dan is dat funest. Als het soms inhoudelijk wat minder aansluit, gaan we het gesprek aan omdat zo iemand wel kan helpen om je bedrijf weer verder te helpen. Dankzij de voorselectie hoeven we nog maar 20% van de gesprekken te voeren en kunnen we ons verder concentreren op onze kernactiviteiten. We hebben op dit moment drie mensen via Continu in dienst.”
Succes is niet altijd winnen
Voor flux.partners betekent succes niet altijd dat een aannemer de aanbesteding ook daadwerkelijk wint. Succes kan het overdragen van bepaalde kennis zijn waardoor de aannemer verder komt of het wijzen op bepaalde risico’s, die de aannemer anders niet had gezien. “De oplossing moet aansluiten bij de visie, het bedrijfsmodel en de bedrijfscultuur van de aannemer. Als dat niet past, dan kan de aannemer het project niet op de juiste manier uitvoeren”, zo zegt Rimmelzwaan. Daarbij stimuleert flux.partners de klant om ook buiten de gebaande paden naar oplossingen te zoeken. Verlaan legt uit: “Met aanvullend onderzoek en verdiepingssessies kijken we of de klant meerwaarde kan leveren waarmee hij het project gaat winnen.” Na het winnen van de aanbesteding blijft flux.partners aangehaakt om de klant te adviseren en te begeleiden bij het zo lean mogelijk uitvoeren van de opdracht. “Daarbij kijken we waar procesoptimalisatie nodig is om de processen efficiënter te laten verlopen. Door de processen integraal te benaderen, wordt verspilling eruit gehaald en worden kosten bespaard. Na de optimalisatie is het van belang dat de organisatie continu blijft verbeteren zodat de kwaliteit binnen een project, maar ook binnen de organisatie geborgd wordt. Zo kunnen we verbeteringen uit de verschillende projecten implementeren op organisatieniveau.” Deze werkwijze heeft zich niet alleen bewezen in de infrastructuur. Inmiddels past het adviesbureau de methode ook toe in de watersector. “In de watersector wordt er nog niet gewerkt met een EMVI-uitvraag waarin criteria en aandachtspunten duidelijk zijn aangegeven. Er worden enkel wensen aangegeven.” Dat maakt het bepalen van de beoordelingscriteria volgens Verlaan lastiger. “Je zult dan meer gesprekken
Michel Verlaan (l) en Paul Rimmelzwaan (r). Foto: Ronald Bakker.
11
12
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
IJsbuffers verwarmen en koelen nieuw bedrijfspand Breman Zwolle Alice van Schuppen Installatiebedrijf Breman Zwolle nam dit voorjaar een nieuw bedrijfspand in gebruik. Paradepaardje is een innovatief systeem voor verwarmen en koelen van het gebouw, met behulp van ijsbuffers. “Duurzaam, vernieuwend en onderscheidend”, zegt directeur André Cossée, die benadrukt dat Breman Zwolle alleen in de utiliteitsbouw actief is. “We zijn een kennisbedrijf met hoogopgeleide, betrokken medewerkers.” De Zwolse onderneming telt 130 medewerkers en is specialist op het gebied van werktuigbouwkundige en regeltechnische installaties. Met een eigen meldkamer voor storingsmeldingen en een serviceafdeling bedient het bedrijf klanten in Noorden Midden-Nederland. Breman Zwolle maakt deel uit van de Breman Installatiegroep die veertig bedrijven omvat, waarvan vier in Duitsland. Een groter bedrijfspand was nodig om, na het samengaan met Breman Klimaat Service, de activiteiten op één locatie onder dak te brengen. Het bestaande pand van Breman Zwolle is uitgebreid volgens de BREEAM-NL methode en haalde het certificaat ‘very good’. “We hebben echt ingestoken op duurzaamheid”, zegt Cossée. “De ijsbuffers zijn nu een half jaar in gebruik en moeten
André Cossée. Foto: Sjef Prins/APA.
hun effect nog bewijzen, maar zullen samen met de zonnecollectoren en de warmtepomp een energiezuinig gebouw opleveren.”
Kristallisatiewarmte
Het systeem met ijsbuffers is door Breman Zwolle zelf ontworpen. Op het buitenterrein zijn twee betonnen kelders in de bodem geplaatst, met een capaciteit van elk 10.000 liter. Via de warmtepomp wordt warmte onttrokken aan het water, dat via een netwerk van leidingen door de cilindervormige kelders loopt. Als het water bevriest, komt veel energie vrij, de zogenaamde kristallisatiewarmte, die voor verwarming wordt benut. “Het ijs dat zo ontstaat, wordt vanaf het voorjaar gebruikt om te koelen”, legt Cossée uit. “En als er te veel ijsvorming is, zetten we de zonnecollectoren in voor regeneratie van het systeem”. Het ijsbuffersysteem wordt in Nederland nog niet veel toegepast. “Het is kostbaarder dan een reguliere WKO-installatie”, weet Cossée. “Maar omdat het een gesloten systeem is en dus geen inbreuk
maakt op de bodem, is er geen vergunning nodig. Dat maakt het op meer plaatsen toepasbaar”. Regeltechnisch moet alles wel goed op elkaar zijn afgestemd. Dat maakt het voor Breman juist interessant. In de hal van het nieuwe bedrijfspand is de techniekruimte van het ijsbuffersysteem ondergebracht. Cossée: “In een open opstelling kunnen we als in een showroom laten zien hoe het functioneert”. Er is met name bij adviseurs veel belangstelling voor het systeem, zo merkt de directeur. Voor Breman is het een mooie gelegenheid om te laten zien wat het bedrijf aan kennis en innovaties op het gebied van duurzame technieken in huis heeft. “Breman Installatiegroep is marktleider op het gebied van woningbouw, hier in Zwolle zijn we alleen actief in de utiliteitsbouw”, zegt Cossée. “Dat mag wel meer bekend worden”. Hij hoopt daarmee nieuwe medewerkers voor het bedrijf te interesseren. Breman Zwolle werkt inmiddels zo’n vier jaar samen met Continu. “Zij weten hoe ons bedrijf
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Duurzaam, vernieuwend en onderscheidend
in elkaar zit, kennen de bedrijfscultuur en kunnen daar de juiste mensen bij zoeken”. Het is niet altijd gemakkelijk om hoogopgeleide, technisch geschoolde medewerkers te vinden. “In ons vakgebied wordt niet snel van baan gewisseld. Ook als we geen actieve vacature hebben, houdt Continu de ogen voor ons open.”
Bijzondere bedrijfsstructuur
De Breman Installatiegroep heeft een historie die teruggaat tot 1925, toen Tijmen Breman een fietsenwinkel startte in Genemuiden. Sindsdien groeide het bedrijf uit tot een organisatie met in totaal 1500 medewerkers. Het familiebedrijf, vorig jaar nog genomineerd voor de Familiebedrijven Award, kent een bijzondere bedrijfsstructuur, waarin aandeelhouders en werknemers zeggenschap én winst
delen. “Dat is uniek”, stelt Cossée. “Ik ken geen enkel ander bedrijf waarvan de eigenaars de helft van de winst aan hun werknemers geven.” Het winstdeel van de aandeelhouders wordt bovendien in Breman beheer gestort, waarvan zij het dividend ontvangen. Het kapitaal blijft zo beschikbaar voor de onderneming. “Dat maakt ons een stabiele partner, Breman heeft een zeer hoge kredietwaardigheid.” De bijzondere manier van winstdeling staat binnen de onderneming bekend als het Breman-systeem. “Werkgelegenheid gaat voor winstgevendheid”, verwoordt Cossée de achterliggende gedachte. Reind Breman bedacht het systeem begin jaren zeventig en nog steeds is er veel aandacht en waardering voor het personeel. “Zo zijn er binnen het bedrijf ook veel Wajongers aan de slag”, zegt Cossée. “In totaal is
13
10 procent van de medewerkers ingestroomd vanuit een WAO-, WGA- of Wajongregeling.” Ook in opleiding van de medewerkers wordt geïnvesteerd. Breman Installatiegroep heeft een eigen bedrijfsschool waar docenten uit de praktijk jonge medewerkers verder opleiden. Het is een erkende praktijkschool voor installatietechniek.
Eigen bedrijfsschool
Cossée is met zijn MT en de OR verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van Breman Zwolle. “Onze medewerkers zijn zeer betrokken. We maken deel uit van het Bremanconcern, maar hebben een eigen identiteit. Het geeft een binding, anders dan in een groot bedrijf. Je bent hier geen nummer. Wie hier binnenkomt heeft een baan voor het leven.”
14
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
Voor goede technici is altijd werk Armand Landman De arbeidsmarkt is van oudsher een goede peilstok om te meten hoe een sector ervoor staat. En om te meten hoe een arbeidsmarkt ervoor staat kun je je oor het beste te luister leggen bij iemand die vanuit zijn functie op zoek is naar nieuw en goed opgeleid personeel en iemand die staat te trappelen om zijn opgedane kennis in te zetten en te gelde te maken. Ten kantore van detacheerder Continu spraken we daarom met HR manager Rob Beukers en masterstudent Jelle Mensink. “Techniek is en blijft de basis.” Jelle Mensink koos weloverwogen voor zijn studie. “Ik wist al vroeg dat ik iets ‘tastbaars’ wilde realiseren met mijn studie. Allereerst dacht ik aan architectuur. Met die gedachte kwam ik vanuit Twente naar Eindhoven: in de Bachelor eerst een brede basis opbouwen en daarna verder studeren. Waarna ik in mijn eerste jaar er al snel achter kwam dat ‘constructie’ me goed lag. In de Bachelor word je goed onderwezen in bouwtechniek, uitvoeringstechniek, stedenbouw, architectuur, management en organisatie, bouwfysica en
constructie. Waarna je in het laatste deel van je studie een integraal en multidisciplinair project moet uitvoeren. Met allemaal medestudenten die in een bepaald onderdeel zijn gespecialiseerd. Je functioneert dan op kleine schaal als een echt bouwteam. Ik vond dat echt meerwaarde bieden aan mijn studie en dat heeft de keuze voor de TU Eindhoven bepaald.”
Studiekeuze
De bouw lijkt langzaam op te krabbelen uit het diepste dal sinds mensenheugenis. Toen Mensink aan zijn studie begon was dat geenszins het geval. Toch heeft de crisis - of het belofte van een baan - nooit meegespeeld in de studiekeuze van Mensink. “Ik heb gekozen voor wat ik leuk vond en dat is constructie, met name de feiten: kan iets wel of kan
Rob Beukers en Jelle Mensink. Foto’s: Armand Landman
iets niet? Houd niet van een tussenweg, van een compromis, dan doe je in mijn ogen altijd iets half verkeerd. Ik vind dat als je een keuze maakt, je die keuze met drie argumenten moet kunnen onderbouwen. Als je die drie argumenten niet hebt dan moet je een andere keuze maken. Zo ga ik al mijn hele studie door en daarbij kijk ik nog niet te veel naar de lange termijn. Ik doe het allemaal stapje voor stapje met het grote doel voor ogen. Uiteindelijk kom je dan op het punt waar je wilt zijn.” Mensink ziet echter van dichtbij dat een studiekeuze invloed heeft op waar je uiteindelijk terecht komt. “Ik zie hier veel studenten instromen die eerst een HBO-studie hebben gedaan. Als een HBO’er zich niet op zijn of haar plek voelt en weet dat er nog groeimogelijkheden zijn dan is de keuze soms snel gemaakt door te studeren aan de TU/e. Dit komt misschien ook door het feit dat werkgevers liever voor universitair geschoolden kiezen.” Beukers: “Ik zie in de praktijk toch nog een groot verschil tussen verschillende opleidingen. Tussen wat iemand heeft geleerd en wat iemand aankan. Wij zoeken ook juist die studenten die Jelle nu beschrijft. Iemand die eerst een HBO-studie heeft gedaan een daarna nog een Master aan de universiteit heeft, is én praktisch ingesteld én kan het niveau aan. En daarbij vaak iets ouder,
in een net iets andere levensfase.” Mensink: “Het grote voordeel van HBO-instromers is dat zij al stage hebben gelopen. Dat is immers verplicht op het HBO. Ik ben er groot voorstander van dat stages ook aan de universiteit worden verplicht. Ik weet dat de TU/e dit nu wel opneemt in het studiepakket door de invoering van de Graduate School.” Beukers: “Tijdens een stage ontdek je ook of je iets wel of niet leuk vindt. Belangrijk dus.”
Architecten
Mensink weet dat hij zich geen zorgen hoeft te maken als het gaat om het vinden van een baan. “Binnen mijn mastertrack heeft vrijwel iedereen direct na zijn afstuderen werk. Bedrijven staan in de rij om ons een contract aan te bieden. Medestudenten die niet al tijdens hun studie ergens zijn gaan werken hebben ook binnen een paar weken werk. Dat ligt echt aan de richting. Er is blijkbaar een tekort aan goede technici.” Beukers beaamt het. “Ik kan natuurlijk niet voor de bouw in zijn geheel spreken, omdat wij zijn gespecialiseerd in gevelbouw. Ondanks de crisis is het nooit echt moeilijk geweest om werk te vinden. Althans niet voor werktuigbouwkundigen. Bij een afstudeerrichting als bouwkunde zie je een hele duidelijke tweedeling: aan de ene kant heb je de bouwtechnici, daar is nog steeds heel veel be-
Jelle Mensink is student aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij heeft zijn bachelor nominaal afgerond en is net aan zijn Master Structural Design begonnen. Hij gaat afstuderen bij TNO in Delft, waar hij onderzoek gaat doen naar het onderwerp “Structural health monitoring of concrete civil infrastructure using satellite radar interferometry”(het monitoren van vervormingen van civiele infrastructuur met behulp van radar interferometrie). Naast zijn studie werkt Mensink als structural engineer bij het funderingsbedrijf B-Invented. In het afgelopen jaar was hij bovendien bestuurslid bij KOers, de studievereniging voor Structural Design. Als detacheerder heeft Continu altijd goed zicht bij de verschillende studieverenigingen van bouwgerelateerde opleidingen.
Jelle Mensink.
a r beidsm a r k t
Vrijdag 2 oktober 2015, Cobouw 167
hoefte aan. Aan de andere kant heb je de architecten: de vraag daarnaar is compleet stilgevallen.” Mensink: “Dat geldt hier in Eindhoven ook. Veel architectuur studenten vallen na het afronden van hun studie in een zwart gat. Er zijn dan ook betrekkelijk weinig junior functies bij de architectuur bureaus beschikbaar en er worden in mijn ogen teveel opleidingsplekken op de TU’s aangeboden waar je architectuur kunt studeren. Ieder jaar studeren er alleen al in Eindhoven 100 tot 120 nieuwe architecten af en dan is Delft nog niet meegenomen. Dat kan de huidige arbeidsmarkt helemaal niet aan. Misschien wordt het beter als de bouw weer aantrekt.” Beukers: “Toch heeft die studie een grote aantrekkingskracht. Ik hoor van veel sollicitanten dat ze ooit architect hadden willen worden, maar er tijdens de studie achter kwamen: ‘dit is het toch niet.’ Die zien tijdens stages al dat het echte creatieve werk maar voor een handjevol architecten is weggelegd en dat de rest van het werk uitvoerend werk is. Toch zien we die mensen graag komen bij Scheldebouw, zolang ze zich de echte techniek maar goed hebben eigen gemaakt.”
Techniek
“Techniek is de basis.” Beukers zegt het vol overtuiging op de vraag aan welk soort studenten de toeleverende bouw tegenwoordig behoefte heeft. “Anders kunnen we ook wel studenten van andere studies gaan aantrekken. Maar naast die technische kennis zijn ook communicatieve skills belangrijk en ook de wil om flexibel te werken. Zowel in tijd als in locatie. Dat betekent dat de jeugd de wereld groter moet zien dan alleen de eigen regio. Ik zie vaak dat net afgestudeerden zich willen settelen. Dat is ook geen probleem, maar ervoor open staan om af en toe een paar dagen en soms weken in het buitenland te werken, hoort er tegenwoordig bij en is goed voor je
eigen ontwikkeling. Bij Scheldebouw bijvoorbeeld is er de mogelijkheid om lokaal te wonen in de provincies Limburg en Zeeland en internationaal te werken. Dat wordt door velen als een enorm voordeel gezien.” Mensink: “Dat zie ik ook in. Ik ben vorige week op een oriënterend gesprek geweest bij een groot ingenieursbureau. Die hadden me benaderd om eens te komen praten. Daar werd me direct gevraagd hoe ik tegenover flexwerken sta en of ik op verschillende locaties zou willen werken. Dat moet je als werknemer of misschien zelfs wel als Nederlander - dus voor open staan. Ik ken echter genoeg studenten die, zodra ze eenmaal een vriendin hebben, al snel voor het huisje-boompje-beestje leven gaan.” Beukers: “Je doet jezelf enorm te kort als je niet flexibel bent. Zeker op de leeftijd van Jelle moet je alle kansen pakken. Huisje-boompje-beestje is niet erg, zo lang je maar niet dagelijks gebonden bent aan één plek.” Mensink merkt dat er aan de TU/e aandacht is voor dit onderwerp. “Er is een verplichte stage opgenomen in het vakkenpakket voor de Graduate School. Op zich een mooi streven, maar daarbij vergeet men wel dat dit voor veel (toekomstige) studenten een hoge drempel kan worden. Met ingang van dit studiejaar krijgt niemand meer studiefinanciering. Alles is een lening. Dat maakt dat studenten dus zo kort mogelijk willen studeren, omdat ze anders beginnen met werken met een hoge studieschuld. Dat is voor veel mensen niet te doen. Voor veel studenten zal het dan een rekensom worden: studeren aan de TU met een enorme schuld, of lekker veilig een HBO-studie doen en snel aan de slag. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Nederland zou zich juist met opleidingen als de mijne kunnen onderscheiden. Dan moet je er niet iedere keer in gaan snijden.” Beukers knikt instemmend: “Technici moeten geen luxepaarden worden.”
Rob Beukers is design en engineering manager bij Scheldebouw. Heeft een werktuigbouwkundige achtergrond en was acht jaar lang HR-manager bij Scheldebouw in Heerlen. Inmiddels zijn de vestigingen van Scheldebouw in Heerlen en Middelburg samengevoegd en sindsdien is Beukers verantwoordelijk voor de HR en de bedrijfsprocessen van de design- en engineeringafdeling van de internationaal opererende gevelbouwer. Met 110 werknemers is deze afdeling de op één na grootse afdeling van het bedrijf, met name door het maatwerk dat Scheldebouw maakt. Beukers is sinds 2001 verantwoordelijk voor alle nieuwe instroom van werknemers bij het bouwbedrijf en werkt daarbij intensief samen met het Continu Breda, Maastricht en Eindhoven. “Ik ken de verschillende consultants goed, en zij mij. Zij weten bovendien wat voor mensen wij zoeken.
Rob Beukers.
15
AAN DE SLAG MET DE NIEUWE NEN1010: DE NORM IN DE PRAKTIJK
DIT JAAR VERSCHIJNT DE NIEUWE VERSIE VAN DE NEN 1010 Onmisbaar voor iedereen die is betrokken bij het ontwerpen, aanleggen, inspecteren en onderhouden van elektrotechnische installaties. UITLEG EN TOEPASSINGEN NEN 1010 Het boek is een vertaalslag van de ingewikkelde norm naar de praktijk. U vindt hier achtergronden, uitleg en toepassingen van de gewijzigde NEN 1010, waarmee u uw inzicht en kennis vergroot.
ctieintrodu ing! d aanbie 65,Boek € k incl. ban Kennis desk help € 299,SNEL INZICHT IN DE STERK GEWIJZIGDE NEN 1010 ACHTERGRONDEN, UITLEG EN TOEPASSINGEN
KENNISBANK NEN 1010 De online kennisbank biedt praktische uitleg van de norm en is bovendien voorzien van handige tools, waarmee u berekeningen maakt. Ook vindt u hier een gratis helpdesk met experts aan wie u lastige vragen kunt voorleggen.
Het boek en de kennisbank vormen samen een onmisbare aanvulling in het werkproces van de elektrotechnische installateur/adviseur!
RUIM 250 PAGINA’S MET KLEUREN AFBEELDINGEN GESCHREVEN DOOR DE PRAKTIJKDESKUNDIGEN PROF. DR. IR. SJEF COBBEN EN ING. NICO KLUWEN VEILIG WERKEN VOLGENS DE LAATSTE RICHTLIJNEN
INTRODUCTIEAANBIEDING! HET BOEK Normale prijs € 89,- Introductieprijs € 65,-
Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/nen1010 Direct bestellen kan ook via onze klantenservice 070 304 67 77
KENNISBANK + HET BOEK Normale prijs € 345,- Introductieprijs € 299,-
www.kennisbanknen1010.nl www.bimmedia.nl/NEN1010
BIM_ADV_NEN1010_COBOUW_266x190.indd 1
28-07-15 16:44