Woensdag 14 september 2016 / nummer 99 160ste jaargang. Vakmedianet, Postbus 16262, 2500 BG Den Haag
Special reportage pagina 5 ‘Buitenbeentje’, Dokter Akoestiek Jeroen Besteman van de Akoestiekfabriek wil mensen beter maken door het creëren van een gezonde werkomgeving.
reportage pagina 11 Met het Haagse Warmte-initiatief roemt de gemeente Den Haag haar inwoners op om mee te doen aan een omvangrijk isolatieproject.
interview pagina 12 Om kinderen vertrouwd te maken met het thema duurzaamheid, organiseert a.s.r. samen met DGBC en de gemeente Utrecht een duurzaamheidswedstrijd.
Isolatie NOM
nul op de meter
RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74 CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70
reportage pagina 18 Isolatie met nano-materialen wint langzaam terrein. Een overzicht van de toepassing ervan tot nu toe.
Meer comfort en lagere stookkosten
bij nieuwbouw én renovatie Een geïsoleerde voorzetgevel met talloze voordelen. Dat is Isofinish®! •
Ononderbroken schil.
Inspiratie opdoen?
•
Powerwall® isolatieplaten zorgen voor flink lagere
na-isolatiegids aan:
stookkosten en meer comfort. •
Vraag meteen de gratis www.recticelinsulation.nl/
Montage aan de buitenzijde, dus geen hinder voor
na-isolatiegids
de bewoners. •
Geen verlies van woonruimte.
De drie logische stappen van Isofinish®, hét totaalconcept voor renovatie en nieuwbouw: 1
Gratis projectadvies en ontwerp inclusief RC-berekening en eventuele condensatieberekening.
2
Uitvoeringsbegeleiding en -controle.
3
Oplevering met isolatiecertificaat. Vraag een gratis projectadvies aan bij Recticel Insulation: 0488 - 48 94 00 of insulation_info@recticel.com.
www.recticelinsulation.nl
Project: Aubade, Zaandam In opdracht van Van Braam, Minnesma MII Architecten
Project: Hippe Hoogbouw, Nijmegen In opdracht van woningcorporatie Talis Pieter Oosterhout Bureau voor Architektuur BNA
3
i solati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
Overal isolatie
Inhoud
I
soleren. Afsluiten van alle toegang. Hoe langer je over de letterlijke betekenis van het begrip nadenkt, hoe meer
tegenstrijdigheden voor het netvlies komen als het gaat om de betekenis in de bouw. Warmte binnen, koude buiten. Of juist andersom: koelte binnen, warmte buiten. Lawaai? Liever niet. Absolute stilte? Afgesloten van de rest van de wereld voelt ook niet altijd goed. Over isoleren en de betekenis ervan (om over de belevenis nog maar niet te spreken) zouden we boeken kunnen volschrijven. Onderbouwd met techniek, statistiek en regelgeving. En op dit moment dienen zich veel nieuwe hoofdstukken aan.
Er gebeurt ontzettend veel op het gebied van gebouwisolatie. Met ontwikkelingen op het gebied van materialen (nanotechnologie bijvoorbeeld, of gerecyclede en hernieuwbare materialen) en - helaas nog niet overal in de pas met die innovatie - steeds grootschaliger projecten om gebouwen en woningen van een warme jas of (drie-)dubbel glas te voorzien, staat isolatie hoog op de agenda. Om de klimaatdoelstellingen te halen, moeten we ook wel. Alle huizen, alle gebouwen, alle mensen. Daarom: geef iedereen toegang tot isolatie. Een tegenstelling waar je warm van wordt.
Caroline Kruit,
Uitgever Customer Media
5 7 9 11 15 18 21 23 24 24 27 29
Akoestiekdokter schrijft duurzame middelen voor / Peter de Lange Isoleren met behoud van historische waarde / Brian van der Bol Columbuswoning geeft duurzaamheid andere basis / Rob Weijs Haagse klimaatdoelstelling: alle bewoners erbij betrekken / Henk Heijkers Gezamenlijk de duurzame markt vergroten / Matthijs Timmers Nano-isolatie is nu toe aan opschaling / Tijdo van der Zee Mannen versus vrouwen: jasje aan of jastje uit? / Vick Spijkstra & Ruud Klein Gunnewiek Werelwijd keurmerk geluidsisolatie hotels / Gerard Vos Hulp bedrijfsleven bij verduurzaming scholen / Matthijs Timmers Isoleren met BREEAM, hoe doe je dat? / Matthijs Timmers Meer isolatie betekent niet per se lagere energiekosten / Tosca Vissers De Verdieping
c.kruit@bimmedia.nl
Colofon
Omslag
De inhoud van deze special valt onder verantwoordelijkheid van de uitgever. Klantenservice (070) 3046777 Redactie telefoon (070) 3046700 Postbus 16262, 2500 BG Den Haag Internet www.cobouw.nl E-mail cobouw@bimmedia.nl Hoofdredacteur Boudewijn Warbroek Uitgever Caroline Kruit Eindredactie, coördinatie en vormgeving Nienke Abma, Nanda van Dijk, Patty van der Sar en Ingrid de Zwart-Schaap Medewerkers Brian van den Bol, Henk Heijkers, Peter de Lange, Matthijs Timmers, Tosca Vissers, Gerard Vos, Rob Weijs en Tijdo van der Zee Vormgeving Hans de Jong
Elk huisje heeft zijn kruisje. Dit oud-Hollandse gezegde gaat zeker op als het om isolatie gaat. Al kunnen we het “kruisje” beter door “labeltje” vervangen. Kopers en huurders van woningen kijken kritischer naar de isolatiewaarde van hun nieuwe stulp. De markt moet daar een passend antwoord op geven. Met gebruiksaanwijzing voor de bewoners. Want het hebben van een geïsoleerd huis is niet hetzelfde als energiezuinig wonen. Beeld: Antonio Bander AS e.a. via Shutterstock. NOM
nul op de meter
Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: Klantenservice: (070) 3046777. Jaarabonnement binnenland € 775,- (excl. btw). Overnemen artikelen: voor het overnemen van (een gedeelte van) artikelen uit deze uitgave dient men zich te wenden tot de uitgever. Op alle artikelen in Cobouw of op Cobouw.nl berust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar gemaakt worden, gearchiveerd worden of verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van dagblad Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen. RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74 CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70
Minimale dakhelling Gemiddelde dikte R-waarde m2K/W PIR isolatie Werkende breedte Montage Staalplaat coating Kleuren
DAKPAN Paneel (fig. 1)
DAKLEI Paneel (fig. 2)
13% 53-68-105 mm 1,76- 2,94- 4,55 Bs2dO 1.000 mm verticaal Solano 30 plastisol 200mµ RAL 7016 (antraciet) RAL 8004 (terracotta)
30% 60-80-100 mm 2 - 3,47- 4,34 Bs2dO 1.000 mm horizontaal Solano 30 plastisol 200mµ RAL 7024 (leisteen grijs)
REVOLUTIONAIR RELAXTE ISOLATIE DE NIEUWE MINERAL WOOL 35
GEBRUIKERSVRIENDELIJK LICHT IN GEWICHT FLEXIBEL, KRACHTIG & STEVIG TEGELIJK
MW 35 is een nieuwe gebruikersvriendelijke isolatie-oplossing voor binnentoepassingen ontwikkeld voor én met verwerkers. Het is revolutionair wat betreft de duurzame samenstelling van het materiaal en de daaruit voortvloeiende producteigenschappen. Dankzij de sterke minerale vezels beschikt de isolatieplaat over een goede drukweerstand waardoor deze zeer stevig aanvoelt en toch flexibel is. Daardoor is MW 35 eenvoudig te verwerken, zelfs op lastig bereikbare plaatsen of rondom leidingwerk in wanden en plafonds. De isolatieplaten zijn compact verpakt en licht in gewicht. Het verwerken van isolatiemateriaal is nog nooit zo relaxt geweest! www.knaufinsulation.nl
I solat i e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
5
REPORTAGE Akoestici noemen hem een buitenbeentje, 'Dokter Akoestiek' Jeroen Besteman ziet zichzelf als een geneesheer. Zijn doel is mensen beter maken door het creëren van een gezonde werkomgeving / Peter de Lange
Akoestiekdokter schrijft duurzame middelen voor O
nder akoestici geldt Jeroen Besteman als een buitenbeentje. Bedrijven die hem om advies vragen, moeten niet vreemd opkijken als de 46-jarige directeur van de Akoestiekfabriek in een witte doktersjas in hun kantoor verschijnt. Het gebeurt ook wel dat hij in een ambulance komt voorrijden. Besteman noemt zichzelf Dokter Akoestiek en ziet zichzelf ook als een geneesheer. Want het doel van de Akoestiekfabriek is mensen beter te maken door een gezondere werkomgeving voor hen te scheppen. Eigenwijs. Die kwalificatie hoort Besteman geregeld. Hij vindt het eerder een compliment dan een belediging. “De boel een beetje opruwen” ziet hij als zijn roeping. De uitdaging van de 21e eeuw valt volgens hem samen te vatten in twee woorden: Wakker Worden! Besteman is van mening dat het allemaal anders moet. Het lijkt wel of de wereld niets heeft geleerd van de crisis van 2008, zegt de Rotterdamse ondernemer. “Hoeveel crises willen we nog meemaken voordat we beseffen dat we met z’n allen in de goot belanden als we zo doorgaan?” Hij wil zijn steentje bijdragen aan een transitie en doet dat in de akoestiek, omdat hij daar toevallig verstand van heeft.
Circulaire economie De Akoestiekfabriek, heel toepasselijk gevestigd in een voormalige zorgboerderij van de Pameijerstichting in Rotterdam, zet in op de circulaire economie. Besteman gelooft in duurzame producten. Hij gaat behalve voor een gezond milieu voor betere arbeidsomstandigheden en gelukkiger werknemers en geeft zelf het voorbeeld. Alle veertien werknemers van de Akoestiekfabriek verdienen evenveel en ze mogen vrij nemen wanneer ze willen. Mits het bedrijf er geen schade van ondervindt. Onder het motto ‘geven is leuk!’ trakteert hij zijn medewerkers
Waterschap Hollandse Delta. Op de wanden is Cork Rough gemonteerd en in het centrum van de wand zijn de Soundless panelen bevestigd. Beeld: De Akoestiekfabriek op taarten die hij bakt met pruimen uit zijn eigen volkstuin.
Inrichting werkvloer Mensen presteren beter als ze gezond zijn. De Akoestiekfabriek beschouwt het als zijn missie om dat principe te vertalen naar de inrichting van de werkvloer. Met smaakvolle producten die het plezier in het werk verhogen. “Veel gezonder dan Het Nieuwe Werken,” roept Besteman. “Dat wordt gepresenteerd als een vorm van welness, maar is in feite gewoon een financieel verhaal waar werknemers niet beter van worden. Bij ons gelden andere sleutelbegrippen: tof, leuk, mooi, meerwaarde.” Aan ingesleten gewoontes en gevestigde opvattingen heeft hij een broertje dood. “Het leven is te kort
om domme dingen te doen,” luidt een van zijn overtuigingen. Ook in zijn vakgebied komt hij veel “domme dingen” tegen. Wat te denken van termen als “galmtijdmelding” en dikke akoestische rapporten. “Zestien A-viertjes onzin, wat kan de klant daar nou mee?” zegt hij geërgerd.
Onorthodoxe middelen Om betere geluidscondities te scheppen in een lawaaiige omgeving waar werknemers zich slecht kunnen concentreren, gebruikt de Akoestiekfabriek vaak onorthodoxe middelen en materialen. Geluiddempende wandpanelen worden bijvoorbeeld voorzien van een kleurrijk maar niet opdringerig kunstwerk of een vrolijke foto, waardoor met één ingreep twee
doelen worden bereikt. Een saaie omgeving vol storende geluiden verandert in een fluisterstille, inspirerende werkruimte. “Wij maken alles mooier,” vat Besteman met de hem kenmerkende bevlogenheid zijn werkwijze samen.
Natuurlijk materiaal Mooier wil in het geval van de Akoestiekfabriek ook zeggen natuurlijker. Alle producten worden uitsluitend gemaakt van ecologisch verantwoord materiaal. Kunstmatige isolatiematerialen als steenwol en glaswol zijn taboe. “Daar worden de zeehondjes in Pieterburen niet echt gelukkig van”, zegt Besteman. Om het adagium “Akoestiek met een groen hart” waar te maken, geeft het bedrijf de voorkeur aan herbruikbare en natuurlijke producten zoals vilt, wol, kurk, natuurvezels, gerecyclede PET, formaldehyde-arm hout, gras en soms zelfs echte boomstammen als decoratie van geluiddempende panelen. Die laatste toepassing kan niet alleen in een kantoorruimte voor natuurlijke rust zorgen. Bomen hebben ook een therapeutische werking en zijn daarom bijzonder geschikt in zorginstellingen voor geriatrische patiënten. Demente mensen kunnen de bomen betasten en herbeleven een sensatie uit hun
jeugd die hun geheugen prikkelt. Besteman: “Iedereen heeft als kind bomen aangeraakt. En dit is geen plastic, maar de real deal.”
Hergebruik De circulaire economie staat voor hergebruik en daarom haalt het bedrijf zijn producten na verloop van tijd weer op bij de klant om de grondstoffen en materialen te kunnen verwerken in nieuwe akoestische producten. “Grondstoffen worden steeds schaarser. Daarom gooien wij niets weg, wij hergebruiken onze eigen materialen,” aldus Besteman.
Opnieuw beginnen Jeroen Besteman ontwikkelde zijn onconventionele aanpak na een gevaarlijke ziekte waarvan hij maar ternauwernood herstelde en die het faillissement van zijn bedrijf tot gevolg had. Hij besloot opnieuw te beginnen, maar nam zich voor nooit meer dingen te doen waar hij niet achter stond. Sindsdien is idealisme leidend bij de Akoestiekfabriek. Besteman, zelf niet technisch opgeleid en ook nog eens dyslectisch, zorgt voor de ideeën en checkt voor ingewikkelde opgaven de uitvoerbaarheid bij een klankbordgroep. Hij maakt gebruik van de kennis van een groep professionele akoestici.
Jeroen Besteman, ook bekend als Dokter Akoestiek, is 47 jaar. Na de MAVO D deed hij het Midden hoogkader vleessector van de Horecavakschool en jaar coaching en persoonlijkheidstraining bij Landmark Education. De Akoestiekfabiek maakt bijzondere, ecologische akoestische designproducten voor in en rond plaatsen waar mensen wonen.
Voorbeeld van groene isolatie bij een kantoor van Dunea. Beeld: De Akoestiekfabriek
SlimFix®: voor gordingdaken (Renovatie)
SlimFix® RenoTwin: voor op bestaande dakelementen (Renovatie)
SlimFix® Reno+: voor op bestaand dakbeschot (Renovatie)
SlimFix® Riet+: voor rieten daken (Renovatie)
SlimFix® Deco: zolderisolatie (Renovatie)
SlimFixXT®: voor op gordingdaken (Nieuwbouw)
SlimFixXT® Riet+: voor rieten daken (Nieuwbouw)
SlimFixXT® Passief: voor energie neutraal bouwen (Nieuwbouw)
SlimFixXT® Prefab: geprefabriceerde daksegmenten (Nieuwbouw)
SlimFix dakelementen ®
Betaalbaar en duurzaam isoleren met een forse EPC-verlaging De snelste manier om de EPC te verlagen
• Superieur isolerend EPSHR. • Blijvende hoge isolatiewaarden t/m RC 12. • Bij nieuwbouw: Brandreactieklasse B/C (eis: D). • Dun en licht van gewicht. • Grote overspanningen. • Uitstekende geluidwering (conform NEN-EN 717-1). • Zeer hoog afwerkingsniveau. • Volledig recyclebaar. • De beste milieuclassificatie (DUBOkeurmerk). • ISSO-kwaliteitsverklaring. • Leverbaar met FSC® en PEFCTM keurmerk.
• Door toepassing van SlimFixXT® i.c.m. onze luchtdichte afdekprofielen (klasse 3). • Door zorgvuldig te werken volgens onze detailleringtips voor een betere luchtdichtheid.
R
OD
UC T
P
De beste kwaliteit
www.isobouw.nl/dakelementen
Het gevolg: • Een lagere qv10-waarde van 0,15 (Passief-huis niveau). • Een lagere EPC bij dezelfde RC-waarde.
I SOLATI E
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
7
REPORTAGE In welke mate kun je een gebouw aanpassen zonder dat je de monumentale waarde aantast? Voor die vraag stond de eigenaar van een rijksmonument in Delft. Met de creatieve hulp van een restauratiearchitect wordt dit pand nu duurzaam gerenoveerd / Brian van den Bol
Isoleren met behoud van historische waarde O
ok panden van zo’n 130 jaar oud kunnen bijdragen aan de verduurzaming van Nederland. Dat vindt vliegtuigingenieur Jeroen Stolk (47), die ruim een jaar geleden een monumentaal pand aan de Markt in Delft kocht van woningcorporatie Vestia.
Stolk wil het rijksmonument aan de Markt niet alleen naar eigen smaak opknappen, hij wil het gebouw ook zo duurzaam mogelijk maken. Via de gemeente kwam hij terecht bij het in restauratie en renovatie van monumenten gespecialiseerde TAK architecten. Vera Franken (30) is binnen een team van het bureau verantwoordelijk voor het ontwerp.
Groot plezier Een groter plezier kun je haar niet doen, vertelt Franken afgelopen augustus in het compleet gestripte pand. “Ik houd zo van die oude gebouwen, daarom ben ik restauratiearchitect geworden.” Onder de vlag ‘de Groene TAK’ houdt ze zich binnen het architectenbureau bezig met de verduurzaming van monumenten.
Systeemplafonds Markt 85 staat bij Delftenaren bekend als voormalig kantoor van de VVV (zie kader). Met kozijnen uit de jaren ’60, systeemplafonds en veel tussenwandjes was het hoekpand volgens Stolk rijp voor een ingrijpende renovatie. Hij besloot het gebouw vrijwel volledig te strippen en zo de nodige open ruimtes te creëren. Ook komt er een nieuw dakterras, met uitzicht op de Markt.
Gespannen voet Het streven naar zoveel mogelijk duurzaamheid blijkt regelmatig op gespannen voet te staan met het behoud van de originele staat van het gebouw. Zo zijn zonnepanelen in dit historische stadsgezicht verboden. “In welke mate kan je een gebouw aanpassen zonder dat je de
monumentale waarde aantast”, is de vraag die Stolk en TAK architecten zich regelmatig stellen. En anders trapt de gemeentelijke monumentencommissie wel op de rem.
Dakbeschot Het dak aan de binnenkant isoleren is volgens de architect geen optie vanwege de schoonheid van het houten dakbeschot. Naar buiten dus met het isolatiemateriaal. Folie zou daar zeer geschikt voor moeten zijn. Op papier dan. “Isolatiefolie is dun, betaalbaar en zou supergoed moeten isoleren. Dat is bijna te mooi om waar te zijn.” En dat is het waarschijnlijk ook, zegt Franken. “Het gaat er bij isolatiefolie om hoe je het bevestigt, de detaillering is essentieel om de door fabrikanten gehaalde isolatiewaardes te halen. In een fabriek lukt dat goed, maar hoe breng je de folie aan op een dak van 130 jaar oud met allerlei ingewikkelde hoeken? Als je dat aan de fabrikanten vraagt, weten die dat ook niet.” De architect worstelde zich onder meer door Franse onderzoeksrapporten om te achterhalen wat voor dit pand het beste materiaal zou moeten zijn en hoe dat moet worden aangebracht. Helemaal perfect wordt het niet, maar Franken en Stolk zijn tevreden met de gekozen oplossing.
Markt 85 in Delft: hoe een historisch pand kan bijdragen aan duurzaamheid.
Monumentenglas Er zijn natuurlijk meer manieren om een gebouw te isoleren. Zo wordt in het hele pand ‘monumentenglas’ aangebracht. Dat heeft de dikte van enkel glas, maar isoleert net zo goed als isolatieglas. Omdat het een rijksmonument is, geniet Stolk bij de aanschaf van de kozijnen een fiscaal voordeel. Op de begane grond komt een warmtepomp, waarop in de toekomst ook de belendende panden kunnen worden aangesloten.
Damp-open systeem Voor de isolatie van de wanden is gekozen voor een zogeheten
‘damp-open’ systeem. Deze manier van isoleren is niet standaard, maar volgens Franken voor dit monumentale pand wel de beste oplossing. Door te werken met een combinatie van leem en houtvezel wordt er vocht opgenomen en weer afgevoerd. De onderbreking van de koudebruggen is essentieel om rotting van de houten constructie door inwendige condensatie te voorkomen, zegt Franken. “Door de retourleidingen van de plafondverwarming langs de balkkoppen te leiden, wordt inwendige condensatie op deze plek voorkomen.”
Trots Verder zijn de eigenaar en de architect trots op de nieuwe waterafvoerinstallatie. In een ondergrondse container opgeslagen regenwater wordt gebruikt voor de wc’s en wasmachine. Franken: “Je krijgt er misschien niet zoveel punten bij op je Energielabel, maar we zorgen er wel voor dat hevige regenbuien – die in de toekomst alleen maar meer gaan voorkomen – beter opgevangen kunnen worden. Zeker in zo’n enorm versteende omgeving als hier is dat belangrijk.” Net als voor de warmtepomp krijgt Stolk subsidie voor de waterafvoerinstallatie.
veranda tegenkomt. De Delftenaar heeft een stylist in de arm genomen die hem gaat helpen bij de afwerking en inrichting.
Geschiedenis Stolk en Franken hopen dat de renovatie in november grotendeels is afgerond. Al zijn eventuele vertragingen nooit uit te sluiten, zeker niet bij een verbouwing die nauwlettend wordt gevolgd door de monumentencommissie. Maar je zult Stolk geen kwaad woord horen spreken over de strenge eisen. “Ik ben nu de eigenaar, maar wel eentje in een lange serie. De geschiedenis moet bewaard blijven.”
Tropisch Hoe hij het gebouw in gaat richten weet Stolk nog niet precies, maar hij denkt aan een “tropisch-Nederlandse bouwstijl”. Voor zijn werk komt hij vaak in verre buitenlanden, waar Stolk vaak vergelijkbare panden met
Historie Markt 85
Markt 85 in Delft is een rijksmonument dat dateert uit de jaren 80 van de 19e eeuw (het precieze bouwjaar is onbekend), terwijl veel panden aan het plein in de 18e, 17e of zelfs 16e eeuw zijn gebouwd. Uiteraard was deze plek aan de Markt eerder ook al bebouwd, maar die panden werden grotendeels verwoest door de afgebroken toren van de naastgelegen Nieuwe Kerk. In het nieuwe gebouw met de karakteristieke veranda kwam een café met de spitsvondige naam ‘De Stompe Toren’. Bij veel Delftenaren is de Markt 85 vooral bekend als het voormalige kantoor van de VVV. Vele decennia konden toeristen aan de Markt terecht voor informatie over Delft. Na het vertrek van het toeristenbureau stond het hoekpand lang leeg en fungeerde een tijdje als vintage meubel- en kledingwinkel. Nu is op de begane grond de winkel van het Vermeer Centrum gevestigd, die ook na de ingrijpende renovatie van het gebouw zal terugkeren.
Markt 85 in Delft in 1946. Bron: Gemeente Archief Delft
Isoleren met het oog op de toekomst
Maak installaties voor verwarming, koeling en ventilatie efficienter, met langere levensduur en beter comfort via de vernieuwde ThermaSmart PRO
www.thermaflex.com FLIR MR176 ad_130x190_NL.indd 1
23/08/16 14:23
Samen bepalen we de route, wij doen het werk! De klant, bewoner en gebruiker centraal zetten, dat vinden we bij Takkenkamp Isolatie belangrijk. Wij kunnen het gehele proces voor u verzorgen: Inventarisatie
w zoveel mogelijk onvoorzien, voorzien maken
Advies
w welke vorm van isolatie is op basis van ervaring en vakmanschap, de beste keuze? Wij gaan altijd voor de beste oplossing.
Uitvoering
nederland@thermaflex.com tel. 0416 567 777
w we zeggen wat we doen, doen wat we zeggen
Samen leveren we voor de klant het beste resultaat. Door flexibiliteit, vakmanschap en ervaring, weten we dat we al uw isolatievraagstukken goed kunnen oplossen. Samenwerken met onze opdrachtgevers vinden wij vanzelfsprekend, net als resultaatgericht en netjes werken.
Waarom Takkenkamp Isolatie? ( Eigen vaklieden ( 40 jaar ervaring ( Oplossingsgericht ( SKG-IKOB & ISO-VCA gecertificeerd ( Passie voor het vak ( Klant en gebruiker centraal ( Samenwerken zit in ons bloed
Meer informatie: www.takkenkamp-isolatie.nl of info@takkenkamp-isolatie.nl
IS
OL
AT
IE
i solati e
Cobouw Special woensdag 14 september 2016
9
REPORTAGE Woningen van stro. Als het aan Eric Verheijen van Strotec ligt, wonen straks veel meer mensen in deze C02-neutrale Columbuswoningen / Rob Weijs
Columbuswoning geeft duurzaamheid andere basis N
ul-op-de-meter-woningen lijken het toppunt van duurzaamheid. Eric Verheijen van denkt echter dat het tijd is voor rigoureuzere stappen. Zijn Columbuswoning is CO2-neutraal, zowel voor de bewoner als voor het gebouw zelf. Via zijn bedrijf Strotec zet hij een vernieuwende bouwwijze in de markt
Basis van de Columbuswoning is een prefab-element dat bestaat uit samengeperst stro in een skelet van FSC-hout. De aan elkaar geschroefde elementen worden aan de binnenkant afgewerkt met stucleem. Verheijen gebruikt dus oeroude bouwmaterialen, maar ze voldoen aan de modernste eisen van duurzaamheid. Hij legt uit: “Via de rivieren komt meer leem het land in dan wij op woningen kunnen gebruiken.” De onder een druk van 4 ton samengeperste strolaag is 40 centimeter dik. Daarom is de RC-waarde van 8,4 bijna twee keer zo hoog als vereist. Die hoge RC-waarde is echter geen doel op zich. Verheijen: “Het gaat niet om deze extra energiebesparing, dat is kwestie van een dubbeltjes. De winst van de Columbuswoning zit ’m in de CO2-neutraliteit en de behaaglijkheid.”
Geringe faalkans Dat de bouwelementen 40 centimeter dik zijn, komt doordat bij deze omvang de buitenschil de gewenste stabiliteit heeft. Het bouwproces van de Columbuswoning is simpel, waardoor de faalkans gering is. Lateien zijn overbodig omdat de elementen zijn toe te passen tot overspanningen van 3 meter. Nadat de elementen aan elkaar zijn gezet, hoeven er alleen nog maar ramen en deuren in.
Doordat de leem op de muren als een spons vocht opneemt en het overschot naar buiten toe afgeeft, ontstaat een prettig binnenklimaat. De finishstuc is verkrijgbaar in allerlei natuurkleuren. Verder is de gevel zacht. Zodoende is de akoestiek prettig. Verheijen heeft kritiek op de geringe aandacht voor de hinder die slechte akoestiek met zich meebrengt. Kantoren hebben doorgaans harde wanden waardoor werknemers last hebben van elkaars geluiden. Als het productiviteitsverlies daardoor slechts 1 procent zou zijn, dan gaat het al om heel veel geld. Het Columbusconcept is dus zeker ook geschikt voor kantoorbouw.
Bewoner centraal Bij het ontwikkelen van het concept voor een CO2-neutrale woning was het voor Verheijen een eis dat de bewoner weer centraal zou komen te staan. De indeling van de woning staat dan ook niet van te voren vast. De plek voor de keuken en de badkamer is vrij te kiezen. Tijdens de levensduur kan de woning vrij gemakkelijk worden aangepast aan gewijzigde behoeften. Een andere voorwaarde voor Verheijen was dat de bouwwijze snel en eenvoudig moest zijn. Voor de montage van de prefab-elementen volstaan eenvoudig gereedschap en schroeven. Per dag wordt een verdieping gemaakt. De buitenkant wordt tegen weersinvloeden beschermd met een dampdoorlatende folie. Een kalkpleister wordt aan de buitenzijde aangebracht op een houtvezelplaat. Ook kan worden gekozen voor een buitenafwerking in hout. Zelfs qua installaties is de Columbuswoning eenvoudig. Door de goede isolatie kan een centrale verwar-
De montage van de Columbuswoning is eenvoudig. ming achterwege blijven. Een kachel die brandt op houtpellets, verzorgt dan de geringe warmtevraag. Een zonneboiler levert een deel van het benodigde warme water. In overleg met de bewoner wordt bepaald hoeveel pv-panelen op het dak moeten komen om de volledige verwachte elektriciteitsvraag op jaarbasis te dekken.
Koolzuur De claim van CO2-neutraliteit onderbouwt Verheijen met een
balans over een levensduur van vijftig jaar. Bij gebruik van bakstenen is er al CO2-uitstoot voor het bakken van die stenen en voor de productie van cement. Hout en stro leggen echter juist koolzuur vast die na vijftig jaar nog steeds in de woning zit. Die vastgelegde CO2 compenseert de uitstoot die de bouw verder nog met zich meebrengt. Verheijen verwondert zich erover dat de overheid zo veel moeite doet voor het terugdringen van de uitstoot van auto’s. Een hedendaagse woning zorgt voor een uitstoot van 230 ton CO2. Een Columbuswoning met een gewone auto is daarom een duurzamere combinatie dan een gewone woning met een Tesla voor de deur.
Duurder Columbuswoningen zijn inmiddels al opgeleverd. Een proefwoning staat in Nieuwegein. Twee worden er bewoond in Eindhoven, en een project van vijftien woningen is gepland in Arnhem. Voorlopig is de Columbuswoning duurder dan een gebruikelijke energiezuinige woning. Dat komt omdat bijvoorbeeld de afwerking met leem nog geen uitgekauwde basistechniek is zoals het metselen van een muur.
Het eindresultaat van de Columbuswoning.
Een Columbuswoning wordt opgebouwd uit prefab-elementen die 140 euro per m2 kosten. Naast de standaardmaten kan alles gemaakt worden, bijvoorbeeld ook schuintes. Afwerking gebeurt met een dampdoorlatende folie, een houtvezelplaat en twee of drie lagen leem. Door voor de laatste laag een van de vele natuurkleuren te kiezen is schilderen overbodig. Op de website www.strotec.nl staan rekenvoorbeelden en plattegronden voor vrijstaande, halfvrijstaande en geschakelde woningen.
Verheijen komt uit de volkshuisvesting. Hij is nu tien jaar zelfstandig. Altijd bezig gebleven met wonen. Sinds 2013 bestaat Strotec. In dat bedrijf werkt hij samen met Architecten en/en, BIEB (Bouwen In Eigen Beheer) en PAZZbouw. Partner voor het realiseren van Columbuswoningen is Bouwbedrijf Wagemakers in Oss. Strotec bouwt zelf geen huizen, maar schakelt architecten en aannemers in. Verheijen: “Wij brengen een bouwconcept op de markt voor een perfecte, CO2-neutrale woning.”
DIVISION INSULATION
UNILIN INSULATION GAAT VOOR EEN TOEKOMST...
WAARIN ENERGIEZUINIG BOUWEN DE STANDAARD WORDT! Kijk voor uitgebreide informatie en video’s op:
www.unilininsulation.com/nl/luchtdichtbouwen UNILIN Insulation bv - Beneluxstraat 1 - 5061 KD Oisterwijk - T +31(0)13 523 13 13 - info.nl@unilin.com - www.unilininsulation.com
i solati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
11
REPORTAGE De gemeente Den Haag wil in 2040 klimaatneutraal zijn. In een energiebesparingsprogramma zijn de doelstellingen opgenomen en via diverse initiatieven wil de gemeente haar burgers meekrijgen / Henk Heijkers
Haagse klimaatdoelstelling: álle bewoners erbij betrekken D
e gemeente Den Haag legt de lat hoog en wil in 2040 klimaatneutraal zijn. De gemeente is daarvoor een energiebesparingsprogramma gestart. Het Haags Warmte Initiatief is een van die initiatieven om huishoudens en bedrijven aan te sluiten op een duurzaam warmtenet. Samen met betrokken partijen doet de gemeente energievoorstellen voor de verschillende Haagse wijken. En met de campagne Hou van je huis stimuleert de gemeente samen met stichting Duurzaam Den Haag woningeigenaren (particulier, professioneel en via Vve’s) en bedrijven hun woningen duurzaam te onderhouden.
Om de klimaatdoelstellingen te halen, is verduurzaming van de huidige gebouwenvoorraad essentieel. In Den Haag zorgen 250.000 gebouwen voor 40 procent van de CO2-uitstoot in de stad. De ambitie is om in de komende vijftien jaar een duurzame warmtevoorziening te creëren, waardoor de CO2-uitstoot van het warmtegebruik van woningen met 20 procent afneemt. Naast het energiebesparingsprogramma, dat bestaat uit isolatie en ventilatie, is het doel 100.000 woningen aan te sluiten op een warmtenet.
Isolatie Naar verwachting gebruikt de stad in 2040 dertien Peta Joule warmte en zes Peta Joule elektriciteit. Daarbij is al rekening gehouden met een forse besparing op warmte door isolatie. Voor nieuwbouw is het uitgangspunt energieneutraal. Voor de bestaande bouw, waarvan in 2040 circa 80 procent nog bestaat, geldt dat isolatie de warmtebehoefte met 30 procent kan terugdringen. WKO-systemen gaan in de bestaande gebouwen voor de resterende warmtebehoefte zorgen.
Het Haags Warmte Initiatief Een voorbeeld van duurzame warmtetransitie is het Haags Warmte Initiatief. Samen met betrokken partijen doet de gemeente energievoorstellen voor de Haagse wijken en toetsen zij de haalbaarheid. Hierna volgt een financiële onderbouwing, waarbij wordt gekeken naar woningtype, energieinfrastructuur, gebiedskenmerken, warmtebron, aanbod aan bewoners en woningcorporaties, de exploitatielasten en de gemiddeld gewogen kapitaalslasten. Op basis van een risicoanalyse nemen zij dan een afgewogen besluit of er wel of geen duurzame warmtevoorziening komt. Voorbeelden van dit initiatief
zijn te vinden in een tiental Haagse wijken zoals in Zuid-West, de Schilderswijk en Mariahoeve. Hier zijn diverse representatieve woningcomplexen bekeken en is voor elk complex gezocht naar een rendabel isolatiepakket, zijn kosten geraamd en is de energiebesparing in kaart gebracht. Voor ieder onderzocht complex zijn in korte tijd ontwerpen en visualisaties gemaakt. .
Slim energiemanagement Voor het klimaatneutraal maken van Den Haag is het belangrijk om alle duurzame bronnen gecombineerd te benutten. In samenwerking met TNO, TU Delft en TU Eindhoven ontwikkelt de gemeente daarom een smart multi commodity grid. Door slim energiemanagement zijn diverse duurzame bronnen en energiedragers, ook opslag en buffering, hierin optimaal te combineren. In dit grid kun je per woning of gebouw kiezen voor de beste technische duurzame warmtevoorziening. Denk daarbij aan individuele warmte koude opslag, elektrische verwarming en aansluiting op een collectief warmtenet.
Hou van je huis
Met de campagne Hou van je huis wil de gemeente via stichting Duurzaam Den Haag samen met woningeigenaren en bedrijven duurzaam woningonderhoud stimuleren. Sinds de start van het programma zijn er diverse activiteiten ingezet die een positieve bijdrage hebben geleverd aan het doel van het programma: het versnellen en het vermeerderen van duurzaam woningonderhoud in Den Haag. De adviseurs van Hou van je huis beantwoorden vragen en geven advies. In de pop-up store in de Haagse Bloemenbuurt krijgen bewoners informatie over duurzaam woningonderhoud. Te denken valt aan voorbeelden van materialen, advies bij subsidieaanvragen en slimme tips om een huis energiezuiniger te maken. Daarmee maken zij ook verbinding met uitvoerende partijen en productleveranciers uit het netwerk van Duurzaam Den Haag. info: www.duurzaamdenhaag.nl
Ambities energiebesparingsprogramma Den Haag
Met het energiebesparingsprogramma wil Den Haag in 2020 12% energie besparen en moet 10% van het energieverbruik lokaal duurzaam worden opgewekt uit hernieuwbare bronnen. De kwalitatieve ambities zijn: • De energieprestatie van bestaande gebouwen verhogen naar tenminste label C en van installaties en objecten in de buitenruimte verhogen tot minimaal label C of gelijkwaardig. • Nieuwe gebouwen zijn energieneutraal en hebben een score van minimaal 9 voor energie. • Alle elektriciteit die uit het openbare net wordt afgenomen, is gegarandeerd opgewekt met wind of zon. • Gebruik van fossiel gas en niet-duurzaam opgewekte warmte wordt zoveel mogelijk vermeden. Wanner het toch voorkomt wordt dit gecompenseerd ten goede van duurzaamheidsprojecten in de stad. • Verduurzaming van het totale wagen- en machinepark tot energielabel A of gelijkwaardig en uitstoot van stoffen voldoet aan de Europese emissiestandaard Euronorm 6 (2013).
Werkversie potentiële warmtebronnen en leidingen. Beeld: Gemeente Den Haag/Dienst Stedelijke Ontwikkeling/afdeling Stedenbouw & Planologie
Verdien meer dan € 2.000 op spouwmuurisolatie
Meer weten over beter isoleren in de spouw?
Wist u dat een keuze voor zachte isolatie in plaats van harde isolatie in de spouw u in de praktijk flink wat geld kan opleveren? Als u bijvoorbeeld Isover Mupan Ultra XS van 131 mm toepast in de spouwmuren van een vrijstaande woning (Rc 4,5), dan ben u tot wel ¤ 2.160 goedkoper uit dan wanneer u PIR van 100 mm toepast. Dat is snel verdiend! Download het onderzoek van Basalt Bouwadvies naar de kosten van verschillende isolatiematerialen in de spouwmuur op
isover.nl/spouwzaken
Doe de spouwcheck!
Kiezen voor bouwkwaliteit Het eindresultaat van de thermische schil valt of staat met een goede uitvoeringskwaliteit op de bouw. Onzorgvuldig aangebrachte isolatie kan de uiteindelijke isolatiewaarde flink verminderen. Een geplande Rc-waarde kan dan zo maar niet meer voldoen aan het bouwbesluit. vermindering R -waarde 36% door kieren en naden c
Als er te veel kieren en naden in het geïsoleerde oppervlak zijn, dan kan de Rc 36% lager uitvallen. Dit risico wordt al snel gelopen bij aansluitingen rondom een kozijn. Door de flexibele Isover glaswol op overmaat rondom het kozijn aan te brengen, is dit risico eenvoudig te vermijden. U beperkt hiermee de risico’s van kieren en naden zo veel mogelijk.
Bij duurzaam bouwen gaat het niet alleen om het energiezuiniger maken van gebouwen, maar óók om het toepassen van duurzame bouwproducten. Belangrijk daarbij is dat materiaalkeuzes altijd worden gemaakt op basis van objectieve, meetbare criteria. Want wat ‘groen’ lijkt, is niet altijd ‘groen’. Het onafhankelijke onderzoeksinstituut NIBE (Nederlandse Instituut voor Bouwbiologie en Bouwecologie) heeft alle isolatiematerialen in de Nederlandse markt geclassificeerd in volgorde van milieukosten. Daaruit blijkt dat glaswol voor zowel de spouw als het hellende dak in de klasse van het meest milieuvriendelijke materiaal valt (klasse 1a). Doe de spouwcheck op: isover.nl/spouwzaken/duurzaamheid en vergelijk eenvoudig de milieu-impact van diverse isolatiematerialen.
R -waarde 50% vermindering door een valse spouw c
Als de isolatie niet goed aansluit op het binnenspouwblad ontstaat het risico op een valse spouw. Een valse spouw van 5 mm of meer vermindert de isolatiewaarde met maar liefst 50%. Isover glaswol vormt zich eenvoudig om onregelmatigheden in de spouw, zodat u dit risico kunt vermijden.
Gegarandeerde prestaties met Isover glaswol
Met Isover flexibele glaswol-isolatie in plaats van met harde isolatie kunt u de Rc-waarde van de tekentafel ook in de praktijk garanderen! De keuze voor zachte isolatie in de spouwmuur is dan ook een keuze voor een goede bouwkwaliteit.
Bekijk de films
Bekijk de 3 animatiefilms over een goede verwerking van isolatie in de spouw op: isover.nl/spouwzaken/gegarandeerde-prestaties.
isover.nl/spouwzaken
Waarom geel zo groen is
Meer weten over de EPC?
Wilt u meer weten over hoe u zo energieen kostenefficiënt mogelijk een EPC van 0,4 of lager kunt behalen?
Ga naar: epcplatform.nl
Optimale Rc-waarden in het bouwbesluit
Spouwzaken live event:
Neem deel aan gratis webinar! 6 oktober - 12.30 tot 13.30 uur
Tot nu toe zijn we in de bouw altijd gewend geweest om de EPC-aanscherpingen te realiseren door de Rc-waarde te verhogen. Per 2015 zijn de minimum Rc-eisen in het bouwbesluit gedifferentieerd per deel van de gebouwschil: •Voor gevels aangepast van 3,5 naar 4,5 m22.K/W •Voor daken aangepast van 3,5 naar 6,02 m .K/W •Voor vloeren gelijk gebleven op 3,5 m .K/W De eisen zijn gedifferentieerd, omdat dit de meest optimale Rc-waarden zijn voor de betreffende gebouwdelen. Met deze waarden is het plafond ook wel bereikt. Een verdere Rc-verhoging draagt vrijwel niets meer bij aan een lagere energierekening en blijkt geen kostenefficiënte maatregel meer te zijn.
Wilt u meer weten over de beste keuzes voor een EPC van 0,4 of lager en hoe u met de juiste kennis financieel voordeel kunt behalen én een goede bouwkwaliteit kunt garanderen? Volg dan het gratis online seminar EPC-CONCEPTEN VOOR KLEINSCHALIGE WONINGBOUW op donderdag 6 oktober 2016. De organisator van dit webinar is Bouwwereld. Deskundige sprekers zetten tijdens dit webinar de diverse mogelijkheden om te voldoen aan de wettelijke EPC-eis van 0,4 of lager naast
elkaar en vergelijken deze op prijs, kwaliteit en duurzaamheid. Zij gaan zowel in op bouwkundige als installatietechnische maatregelen. Ook de kwaliteit van uitvoering van met name de gevelisolatie komt aan de orde, want woningen moeten niet alleen op papier kloppen, maar ook in de praktijk waarmaken wat aan opdrachtgevers en bewoners is beloofd.
Meld u nu aan op www.isover.nl/spouwzaken
Slanke Isover isolatieoplossingen voor een spouwmuur met een Rc * 4,5 m2.K/W* 131 mm
121 mm
Mupan Ultra XS 131 mm
Multimax 30 Ultra 121 mm
*Uitgangspunten: 100 mm kalkzandsteen binnenblad, luchtspouw (niet-geventileerd) * 30mm, 100 mm baksteen metselwerk. Berekeningen zijn uitgevoerd op basis van NEN 1068:2012/C1:2014. Er is uitgegaan van 4 RVS spouwankers (Ø 4 mm) per m2.
Leer alles over de spouw in 60 minuten Is een Rc van 5,0 in de gevel zinvol? Nee. Als we in een vrijstaande woning (190 m2) de Rc-waarde van de gevel verhogen van 4,5 naar 5,0 m2. K/W, dan daalt het energieverbruik nog maar met 1,8 m3 gas per maand. Omgerekend betekent dit dat er slechts ¤ 1,15 per maand op de energierekening wordt bespaard. Dit is nog niet eens 1% van de totale energierekening! De meerinvestering voor deze hogere isolatiewaarde is dus geen kostenefficiënte maatregel meer. Het is dan veel interessanter om naar andere energiebesparende maatregelen te kijken. Denk hierbij aan koudebrugvrij bouwen, kierdichting of het toepassen van moderne installaties. Meer informatie vindt u op:
www.epcplatform.nl
• Hoe garandeert u een goede bouwkwaliteit?
• Wat is de meest kostenefficiënte materiaalkeuze?
• Hoe bereikt u een EPC van 0,4 met de spouwmuur? Leer alles over deze en andere spouwzaken in onze gratis e-learning module. Deze online cursus voltooit u binnen 60 minuten op een zelfgekozen tijdstip.
Schrijf u snel in op: isover.nl/spouwzaken
Checklist Isover Glaswol Gegarandeerde prestaties De flexibele isolatie zorgt voor goede aansluitingen. De geplande Rc realiseert u zo ook in de praktijk. Optimale Rc-waarden Huidige Rc-eis van 4,5 m2.K/W voor gevels is optimaal voor huidige en toekomstige EPC-wetgeving. Meest kostenefficiënt Onderzoek toont aan dat isoleren met glaswol de laagste kosten per m2 spouwmuur heeft. Beste score op duurzaamheid NIBE classificeert glaswol in de beste klasse (1a). Isover biedt bovendien goede mogelijkheden voor recycling.
Meer weten over isoleren in de spouw?
Doe de spouwchecks op: isover.nl/spouwzaken
Maurits Groen
Tom van ‘t Hek
Dolf Jansen
Ad Verbrugge
IMPACT IS EEN INITIATIEF VAN DUTCH GREEN BUILDING COUNCI L > EDITIE 2016
SAMEN BOUWE N DE VERDUURZA AAN MING VAN VASTGOED De impact van de gebouwde omgeving op de CO -uitstoot bovendien een 2 bepalende factor is groot. Vastgoed in de leefbaarheid is wil een leidende van een gebied. rol spelen in deze ABN AMRO maatschappelijke alleen financiering thema’s. soplossingen aan klanten, maar investeren Wij bieden niet verduurzaming van ons eigen vastgoed. zelf continu in de Met als resultaat van onze kantoorruim dat inmiddels 311.000 2 te is verduurzaam m d tot A-label en gecertificeerd. Deze BREEAM Very Good kennis delen wij In-Use graag met u.
Impact_5_Cove
r#01.indd 2-4
LEREN VAN DE KLAPSCHAATS: DÉ INNOVATIE DIE DE SPORTWERELD VERANDERDE EN MEER OVER
HOE GROOT DE KLIMAAT- IS OPGAVE VOOR DE GEBOUWD OMGEVING? E IMPACT MAKE N MET
MAURITS GROE N: “ONS MENSELIJK BEWUSTZIJN HEEFT EEN QUANTUMSPRO NG GEMAAKT”
DUURZAAM BOUW
EN ...
22-08-16 14:00
AA_fullcolourU.eps ABN AMRO full-colour for uncoated paper
i solati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
15
INTERVIEW Als we iets hebben geleerd de afgelopen jaren, is het dat we duurzame koek niet van elkaar moeten opeten; we moeten hem gezamenlijk groter maken. Er is namelijk genoeg te doen om de Parijse klimaatafspraken te halen / Matthijs Timmers
Gezamenlijk de duurzame markt vergroten I
nstallaties optimaliseren, zeggen de installateurs. Beter ontwerpen, zeggen de architecten. Duurzamer bouwen, zeggen de bouwers. Isoleren, zeggen de producenten van isolatiematerialen. Als we een ding hebben geleerd de afgelopen jaren, is het dat we duurzame koek niet van elkaar moeten opeten: we moeten gezamenlijk de duurzame koek groter maken. Er is namelijk genoeg te doen om de Parijse klimaatafspraken te halen.
die in het Energieakkoord (2013) van de Nederlandse overheid staan, worden de doelstellingen niet behaald. Van Doorn: “Er is versnelling nodig. Van het bedrijfsleven. Van de bouw- en vastgoedsector, maar ook van eindgebruikers. Dutch Green Building Council (DGBC) wil en kan hier als onafhankelijke netwerkorganisatie op het gebied van duurzaam bouwen een stimulerende, ordenende en richtinggevende rol in vervullen.”
Dutch Green Building Council (DGBC) pleit al sinds haar oprichting in 2008 voor integrale verduurzaming van de gebouwde omgeving. De noodzaak voor een allesomvattende aanpak is anno 2016 groter dan ooit. DGBC directeur Annemarie van Doorn vertelt erover. “We weten dat gebouwen een grote invloed hebben op het klimaat. In Nederland zijn ze verantwoordelijk voor meer dan 30 procent van de CO2-uitstoot. Daarmee zijn gebouwen de grootste vervuilers, meer nog dan de categorie ‘verkeer en vervoer’. Het is dus noodzakelijk hiermee zeker aan de slag te gaan. Uit onderzoek blijkt ook dat gebouwen het grootste potentieel hebben om de CO2-uitstoot op een kosteneffectieve manier terug te dringen.”
DGBC is op momenteel samen met marktpartijen en toonaangevende spelers in de duurzaamheidssector bezig de vele initiatieven op dit gebied samen te brengen onder één noemer, onder één project. Van Doorn vertelt: “Door al die initiatieven bij elkaar op te tellen, wordt duidelijk wat dit exact betekent voor de te realiseren CO2-reductie gedurende de jaren.
Renovatie De rekensom is al even eenvoudig als uitdagend. Het Klimaatakkoord in Parijs heeft ruim onder de twee graden temperatuurstijging als uitgangspunt. Bij het Klimaatakkoord in Kopenhagen van 2009 werd nog gesproken over maximaal twee graden. Op basis van dit akkoord is in 2011 in Europees verband besloten dat de bouwsector in 2050 88 tot 91 procent van de broeikassen moet hebben gereduceerd ten opzichte van 1990. Dit betekent voor Nederland een renovatiemoment voor vrijwel alle gebouwen. Dit houdt tegelijkertijd in dat het renovatietempo moet worden opgeschroefd van 1 procent naar 2 tot 3 procent per jaar. En dat de renovaties veel grondiger moeten. Nederland heeft in totaal 480.000 utiliteitsgebouwen (548 miljoen vierkante meter). Dat komt neer op een gedegen renovatie van 14.000 gebouwen per jaar.
Hoopvol Volgens Annemarie van Doorn gebeuren er hoopvolle dingen, maar gaat het nog niet snel genoeg. Ook met de ambities zoals
Eén project
“
Er is versnelling nodig. Van het bedrijfsleven, de bouw maar ook van de eindgebruiker
Daarna wordt bepaald welke partijen nodig zijn en welke renovatiemaatregelen bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. Daarna worden concrete prestatieafspraken gemaakt waaraan de partijen zich conformeren.”
Zichtbaar DGBC-directeur Annemarie van Doorn merkt dat de beweging zich al langzaamaan zichtbaar begint te worden. “De afgelopen periode spraken veel duurzame leiders al uit dat het sneller en ambitieuzer moet. Leiders uit de bouw- en vastgoedwereld, maar ook van grote en impactvolle eindgebruikers. Dat worden er alleen maar meer.”
Vanuit Rotterdam rolt DGBC een ambitieus duurzaamheidsprogramma uit. Beeld: Rotterdam Image Bank
“Op 29 november 2016 organiseren wij de Green Leadership Summit waar de eerste conceptplannen voor de duurzame renovatie van Nederlandse utiliteitsgebouwen worden ontvouwd.” Meer informatie: www.dgbc.nl
Klimaatakkoord in een notendop In december 2015 sloten alle wereldleiders met elkaar het Klimaatakkoord in Parijs. Hierin staat dat de opwarming van de aarde als gevolg van ons handelen beperkt blijft tot ruim onder de twee graden ten opzichte van de pre-industriële tijd. Eigenlijk is twee graden teveel: dat brengt bijvoorbeeld koraalriffen en ijskappen al te veel schade toe. Anderhalve graad zou beter zijn.
Annemarie van Doorn is sinds 2014 directeur van de Dutch Green Building Council. Sinds haar aantreden als directeur ligt haar focus op het onder de aandacht brengen van het thema ‘gezondheid’ in relatie tot de duurzaamheid van gebouwen. Voor haar werk bij de Dutch Green Building Council was zij initiator en directeur van de Green Business Club Nederland. Daarvoor heeft Van Doorn jarenlang bij ABN AMRO gewerkt, waaronder op de afdeling Corporate Sustainable Development. Ook heeft Annemarie van Doorn in 2008 aan de wieg gestaan van de Dutch Green Building Council waar ze als bestuurslid verantwoordelijk was voor positionering. Zo heeft ze samen het initiatief genomen voor de succesvolle Dutch Green Building Week. Van Doorn is afgestudeerd als psycholoog.
More space for daylight OPNIEUW DE EERSTE IN INNOVATIEF ISOLATIEMATERIAAL
MORE SPACE FOR EVERYONE .COM
ADVERTORIAL
Gezonde kantoren
36 procent meer daglicht dankzij de juiste isolatie Daglicht doet veel. Misschien wel meer dan we denken. Het stimuleert GH DDQPDDN YDQ YLWDPLQHV HQ ]RUJW YRRU HHQ ȴW HQ JRHG JHYRHO 'H MXLVWH PDWH YDQ GDJOLFKW JHGXUHQGH GH GDJ ]RUJW HUYRRU GDW MH ȇV QDFKWV EHWHU slaapt. En ook ons eetpatroon en onze lichaamstemperatuur, stemming HQ OHHUSUHVWDWLHV ZRUGHQ LQGLUHFW EH¹QYORHG GRRU GH PDWH ZDDULQ ZH EORRWJHVWHOG ZRUGHQ DDQ QDWXXUOLMN OLFKW
nemen bij hoge, smalle ramen. “We praten hier echt over VLJQLČ´FDQWH YHUVFKLOOHQ YHURRU]DDNW GRRU GH GLNWH YDQ het isolatiemateriaal. Onze Kooltherm-vliesgevelplaten zijn een stuk dunner dan traditionele materialen, wat resulteert in minder schaduwvorming en meer daglicht. In het geval van een gevel met meerdere smalle ramen en een U-waarde van 0,10 W/m2.K, biedt traditionele isolatie bijvoorbeeld een gemiddelde daglichtfactor van bSURFHQW 'LW LQ YHUJHOLMNLQJ PHW RQ]H .RROWKHUP vliesgevelplaten met een gemiddelde daglichtfactor
Gezien de grote hoeveelheid tijd die we op de werkvloer
daglichtfactor wordt onder andere gehanteerd in de
YDQ bSURFHQW 'DW LV HHQ UHODWLHYH WRHQDPH
doorbrengen, is juist daar de invloed van daglicht
BREEAM-methodiek die de duurzaamheid van gebouwen
YDQ bSURFHQW :LM JHORYHQ GDQ RRN GDW GH MXLVWH
cruciaal. Werkgevers zijn dan ook verplicht om te zorgen
meet en beoordeelt. Om de invloed van isolatiemateriaal
gevelisolatie bij nieuwbouw en renovatie een wereld
voor goede verlichting op het werk. Dat kunnen ze
op daglichttoetreding te meten, vergeleken we in
van verschil kan maken in daglichttoetreding ĂŠn de
invullen door werkplekken dichtbij ramen te plaatsen,
ons onderzoek ruimtes geĂŻsoleerd met traditionele
JH]RQGKHLG YDQ ZHUNQHPHUV Č‹
werknemers te stimuleren pauzes buiten de deur door
gevelisolatie, en ruimtes voorzien van onze eigen
te brengen, en door gebruik te maken van daglicht- of
Kooltherm-vliesgevelplaten.
dynamische lichtsystemen om zonlicht zo goed mogelijk na te bootsen.
Soorten gevelindelingen en -constructies Doordat de gemiddelde daglichtfactor onder andere
Goed bedoeld, maar niet de meest ultieme oplossing, zo
beĂŻnvloed wordt door de vorm en afmetingen van
stelt AndrĂŠ te Bogt, Senior Technical Service Consultant
daglichtopeningen, zijn in het onderzoek verschillende
bij Kingspan Insulation. De producent van innovatieve,
soorten gevelindelingen en -constructies meegenomen.
hoogwaardige isolatiematerialen deed recent onderzoek
“Het onderzoek richtte zich op vier gevelindelingen
naar de hoeveelheid daglicht in gebouwen in relatie tot
met verschillende ramen en raamafmetingen.
het gebruikte isolatiemateriaal. Wat blijkt? Met een op
Daarnaast keken we naar negen soorten
de juiste wijze geĂŻsoleerde gevel kan in ruimtes tot wel
gevelconstructies die verschillen in het toegepaste
bSURFHQW PHHU GDJOLFKW ELQQHQNRPHQ DIKDQNHOLMN YDQ
isolatiemateriaal en de nagestreefde U-waarde, oftewel
Over het onderzoek
de gekozen gevelopbouw en -indeling.
ZDUPWHGRRUJDQJVFRÂÉ?FLÂQW Č‹
Het onderzoek naar daglichttoetreding werd
'DJOLFKWWRHWUHGLQJ ELM WUDGLWLRQHOH LVRODWLHPDWHULDOHQ HQ
bSURFHQW PHHU GDJOLFKW
B.V. in Winterswijk, onderdeel van de Kingspan
Kooltherm-vliesgevelplaten
Het onderzoek werpt nieuw licht op de invloed van
Group. Het rekenkundig onderzoek richt zich op
De invloed van verschillende soorten isolatiemateriaal
isolatiemateriaal op daglichttoetreding. Zo blijkt dat de
de verbetering van de gemiddelde daglichtfactor
op de verbetering van de gemiddelde daglichtfactor
relatieve toename van de gemiddelde daglichtfactor
in een kamer door toepassing van diverse
in een kamer – daar ging het onderzoek over. Een
groter is naarmate de U-waarde van gevelisolatie daalt
soorten isolatiematerialen. De berekeningen zijn
bekende grootheid om de mate van daglicht in ruimten
– en dus de R-waarde stijgt. Ook blijkt de relatieve
gebaseerd op bouwkundige details en thermische
inzichtelijk te maken, zo licht Te Bogt toe: “De gemiddelde
toename van de gemiddelde daglichtfactor toe te
berekeningen, verstrekt door Kingspan Insulation
uitgevoerd in opdracht van Kingspan Insulation
B.V. In het onderzoek werden verschillende soorten gevelindelingen meegenomen, omdat vorm en afmetingen van daglichtopeningen de gemiddelde daglichtfactor mede kunnen beĂŻnvloeden. Gemiddelde daglichtfactor: wat is dat nu precies? De gemiddelde daglichtfactor is als volgt te GHČ´QLÂUHQ ČŠ'H YHUKRXGLQJ YDQ GH JHPLGGHOGH horizontale verlichtingssterkte Ei in lux (ten gevolge van daglicht) op een werkvlak in de ruimte en de gelijktijdig – in het open veld – optredende horizontale verlichtingssterkte Ee buiten op een horizontaal vlak, uitgaande van een bewolkte hemelkoepel (overcast sky – Commission ΖQWHUQDWLRQDOH GH Oȇ(FODLUDJH Č‹ Voor meer informatie over de isolatiematerialen YDQ .LQJVSDQ ΖQVXODWLRQ NLMN RS www.morespaceforeveryone.com en www.kingspaninsulation.nl.
18
isol a t i e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
REPORTAGE Isolatie met nano-materialen wint langzaam terrein. Dit superisolerende materiaal kende een lange aanloop maar zal naar verwachting de komende jaren flink toenemen in gebruik / Tijdo van der Zee
Nano-isolatie is nu toe aan opschaling N
ano-isolatiematerialen isoleren ruwweg twee keer zo goed als een meer gangbaar materiaal als pur. Met een half zo dikke plaat bereik je dus hetzelfde resultaat. Maar de marktintroductie gaat niet zonder horten en stoten. De techniek is relatief nieuw en nog niet volledig uitontwikkeld. De prijs is een ander struikelblok. Die zou omlaag kunnen als geïnvesteerd wordt in opschaling.
Nano-isolatiematerialen wacht een gouden toekomst. Dat is althans de strekking van het recente rapport ‘Europe blanket aerogel market’ van onderzoeksbureau Allied Market Research. De markt voor nano-isolatie zal jaarlijks tientallen procenten groeien tot 665 miljoen euro in 2022, zo stellen de onderzoekers. Kortom: wie er nu niet in stapt, die doet zichzelf schromelijk tekort. Tot zover de theorie. Maar hoe zit het in de praktijk? Uit een rondgang van Cobouw blijkt dat het ontwikkeltraject van nano-isolatieproducten langzaam gaat en dat niet iedereen het uithoudingsvermogen heeft om ermee door te gaan. Toch ziet ook de markt wel in dat nano-isolatie uiteindelijk de toekomst heeft, al was het maar vanwege de steeds
Aerogelisolatiemateriaal kan vanwege de geringe dikte goed als buitengevelisolatiesysteem worden toegepast, in afwerking met stucwerk of steenstrips. Foto: Bluedec strengere duurzaamheidseisen. Het Duitse chemieconcern BASF presenteerde afgelopen juli de eerste ‘praktijkcase’ waarin het gloednieuwe product Slentite is verwerkt. Dat is een isolatiemateriaal van polyurethaan, maar anders dan bij gewoon pur, is in deze plaat gewerkt met nanostructuren, ook aerogels genoemd. Bij de gepresenteerde praktijkcase is de Slentite-aerogel verwerkt in rolluiken van Beck+Heun.
Marktintroductie Volgens BASF heeft Slentite een lambdawaarde (warmtegeleidingscoëfficiënt) van 0,017 W/m.K. Daarmee scoort het ruwweg twee keer beter dan producten als biofoam of schuimglas en anderhalf keer zo goed als purschuim. BASF is al sinds 2007 bezig om het product te verfijnen en schaalde in 2015 op door een klein fabriekje te bouwen dat genoeg kan produceren om de marktintroductie mogelijk te maken. “In onze proeffabriek produceren we panelen van 60 bij 40 cm”, zegt Sylvia Kaufmann, woordvoerder van BASF. “We testen nu de verschillende toepassingsgebieden en kijken naar potentiële klanten en samenwerkingspartners. We richten ons met ons product voornamelijk op binnenisolatie.”
Vaste panelen
Silica aerogel is extreem goed isolerend.
In theorie zou Slentite goedkoper kunnen zijn dan de bekende aerogels uit silica (siliciumdioxide), dat bekend staat om zijn dure productiemethode. Maar Kaufmann kan niet bevestigen of dat in de praktijk ook zo is. “We kunnen nog niks over prijzen zeggen. Dat kan pas op zijn vroegst in 2017.” Wat PU dan wel
als voordeel heeft ten opzichte van silica? “Met PU-aerogel is het voor het eerst mogelijk om vaste panelen te maken. Met silica kan dat tot nu toe niet.”
Aerogel Ook in Nederland wordt onderzoek gedaan naar nano-isolatie en er zijn ook wat producten op de markt, al zijn het er niet veel. De bekendste is de Bluedec deken. Dit is een product gemaakt van composiet isolatiemateriaal, waarbij gedeeltelijk gebruik wordt gemaakt van aerogel. Bluedec scoort met een lambdawaarde van 0,013 W/m.K zelfs nog iets beter dan Slentite. Die prestaties zijn niet onopgemerkt gebleven; in maart won Bluedec de derde prijs bij de Bouwsterverkiezing. “De productie bij ons is al opgeschaald en we hebben een bedrijfshal in de omgeving van Heteren”, zegt Toine Wassing, directeur van Bluedec. Volgens Wassing groeit de verkoop “gestaag”, maar blijft het in de bouw vooralsnog een nicheproduct. Vanwege de prijs wordt het isolatiemateriaal vooral verwerkt op plekken waar conventionele isolatie niet kan. “Bijvoorbeeld op plaatsen waar eisen aan de brandwerendheid gesteld worden.” Doordat deze eisen steeds scherper worden, komt Bluedec steeds vaker in beeld. “In Duitsland gelden deze strengere eisen al, België volgt dit jaar en ook Nederland zal naar verwachting hierin mee gaan.” Bluedec kan dan toegepast worden in de geëiste ‘brandregels’ in de gevel.” Bluedec is niet afhankelijk van de bouwsector en levert, naast de industrie, met name in de renovatie en momenten. En dat is maar goed ook, zegt Wassing, want “in de
I sol ati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
bouwsector kijkt men nog steeds teveel naar prijs. In sectoren waar innovatieve ontwikkelingen sneller gaan dan in de bouw is men eerder geneigd om over prijzen heen te stappen omdat ze de voordelen van Bluedec of andere nieuwe materialen zien.”
Onoverkomelijke barrière Andere leveranciers en producenten in Nederland zijn minder positief. Zo had Redumax, een leverancier van dunne isolatiesystemen, al in 2010 een isolatiedeken met nanomateriaal in het assortiment, maar het bedrijf besloot er in juni te stoppen. “Na diverse jaren en mooie projecten zijn we tot de conclusie gekomen dat de prijs een onoverkomelijke barrière is om het product te laten slagen. Het kost veel moeite om het voorgeschreven te krijgen, maar wordt in de uiteindelijke uitvoering door de aannemer veelal vervangen. Het product is top, maar heeft met 35 tot 40 euro per cm dikte en een RC van 0.78 te weinig afzetkanalen. De marges zijn te klein voor een serieus businessmodel voor de bouw”, zegt Olaf Sleutjes, van Redumax. Ook Rockwool, dat sinds een paar jaar Aerowool verkoopt, een combinatie van steenwol en aerogel, stopt weinig energie meer in het product. “We hebben het nog wel liggen”, zegt Rockwool-woordvoerder Stephanie Geelen. “Maar het wordt vanwege de prijs nauwelijks verkocht. We bieden Aerowool ook niet meer actief aan.”
Continu verbeterd Aerogel werd voor het eerst ontwikkeld in 1931 in de Verenigde Staten en is sindsdien continu verbeterd. Twee grote producenten van het basismateriaal zijn de Amerikaanse bedrijven Aspen en Cabot. “Aerogel wordt gemaakt door het vocht uit een nanogestructureerde silicagel te onttrekken”, zegt Joost Duvigneau,
19
materiaalwetenschapper aan de Universiteit van Twente. “Dan blijven er nanoporeuze structuren van silica over, met daarin poriën met een diameter van ongeveer 50 nanometer (nm) of kleiner. De luchtmoleculen aanwezig in deze poriën kunnen daarin niet goed bewegen, waardoor ze nauwelijks nog warmte kunnen transporteren. Dit effect werkt het best bij diameters onder de 70 nm. De aerogels die nu op de markt zijn, zitten daar dan ook onder.” Wat maakt aerogel dan zo duur, want silica is niet veel meer dan zand en dus spotgoedkoop. “De prijs zit met name in de tijd en energie die het kost om het water uit de gel te krijgen, zonder de structuur door te hoge capillaire krachten af te breken”, aldus Duvigneau.
Kip met gouden eieren Het lijkt er dus op, zoals zo vaak bij nieuwe technologieën, dat wie de prijs weet te drukken de kip met de gouden eieren in handen heeft. In dat kader is het interessant om nog even over de grens te kijken. In 2011 claimde het bedrijf Svenska Aerogel namelijk dat het een procedé had ontwikkeld dat de productiekosten tot wel 90% goedkoper zou maken. Hoe gaat het nu in Zweden, loopt die ontwikkeling nog door? “Jazeker”, zegt directeur Anders Lundström, “we zitten midden in het proces van opschaling. We zijn op dit moment een full scale fabriek aan het bouwen, waar we jaarlijks 450 ton product kunnen produceren.” Maar hoe Svenska Aerogel zoveel goedkoper kan zijn, daarover laat Lundström weinig los. “We hebben een alternatief productieproces. Meer kan ik niet zeggen.” Wellicht dat we binnenkort ook in Nederland wat van deze Zweden gaan merken, want het bedrijf werkt bij de verdere ontwikkeling van het product samen met een Nederlandse partner. Lundström: “En ook nu kan ik nog niet verklappen om wie het gaat.”
Een Slentitepaneel gemaakt van polyurethaan aerogel. Foto: BASF
Aerogel is een vaste stof, op basis van siliciumdioxide (SiO2) met een poreuze, spons-achtige structuur. Foto: Bluedec
Aerogelisolatiemateriaal kan vanwege de geringe dikte goed als buitengevelisolatiesysteem worden toegepast, in afwerking met stucwerk of steenstrips. Foto: Bluedec
I Solat i e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
21
Onderzoek Stellen vrouwen andere eisen aan een binnenklimaat dan mannen? En moeten we daar dan ontwerpen op aanpassen? Voor een onderzoeksopdracht voor hun bouwkundeopleiding doken de auteurs in de theorie / Vick Spijkstra en Ruud Klein Gunnewiek
Mannen versus vrouwen: jasje aan of jasje uit? I
n de wetenschap wordt al talloze jaren onderzoek gedaan naar het optimale thermische comfort voor de mens. In deze onderzoeken ligt de nadruk vaak op het thermische comfort in bouwwerken en hoe deze te behalen is. Daarnaast wordt veel onderzoek gedaan naar de fysieke en psychische verschillen tussen mannen en vrouwen. Maar wat is de invloed van deze verschillen op de optimale thermische comforteisen? Ervaren beide geslachten warmte op een andere manier? Kortom: wie draait er aan de thermostaatknop? Om deze vragen te beantwoorden is bekeken of op basis van recente (academische) onderzoeken een uitspraak kan worden gedaan over het theoretische verschil in optimaal thermisch comfort tussen mannen en vrouwen. De basis voor dit artikel ligt in het afstudeerverslag uit 2015 (1), waarvoor onderzoek is gedaan naar het optimale comfort binnen een woning. Hieruit valt te concluderen dat comfort een bijzonder complex fenomeen is Aspecten als optimale temperatuur, lichtinval, luchtvochtigheid worden namelijk per individu anders ervaren. En die ervaring is ook nog eens per persoon afhankelijk van de mate van acceptatie, de mentale staat en de factor gewenning. Ook blijkt uit dit onderzoek dat het optimale thermische comfort van een binnenruimte niet alleen wordt bepaald door de daadwerkelijke temperatuur in deze ruimte. De ervaring van temperatuur heeft te maken met luchtstromingen, het soort warmteoverdracht, relatieve luchtvochtigheid, het seizoen en temperatuurschommelingen.
Optimaal thermisch comfort Er zijn diverse meetsystemen op de markt om thermisch comfort te kwantificeren: voor natuurlijk of
mechanisch geventileerde gebouwen en voor verschillende seizoenen. Wanneer meetsystemen met elkaar worden vergeleken, wordt zichtbaar welke temperatuurgemiddelden (of de marge daarvoor) voor het beste comfort zouden zorgen. Bij de natuurlijk geventileerde gebouwen worden volgens dit onderzoek in de zomer hogere temperaturen geaccepteerd. Dat heeft verschillende oorzaken. De mogelijkheid van eigen invloed op de ventilatie in dit type gebouwen, bijvoorbeeld het openen van een raam, speelt daarin een rol en de wetenschap dat er geen koeling aanwezig is leidt eerder tot acceptatie en gewenning.
Jasje aan, jasje uit? Het eerste, zichtbare, verschil tussen mannen en vrouwen en de manier waarop ze omgaan met thermisch comfort is het verschil in kleding. Hoewel mannen en vrouwen ongeveer dezelfde isolerende waarde aan kleding aantrekken voor bepaalde verwachte omstandigheden, bleek uit een onderzoek in 2007 (2) dat vrouwen zich minder snel aanpassen aan een veranderende omgevingstemperatuur. Een deel van dit onderzoek is weergegeven in de tabellen hiernaast. Hierin is te zien dat de hoeveelheid kleding (isolerende waarde) van de man veel sneller daalt dan bij de vrouw bij een stijgende temperatuur. Dit verschil wat betreft kleding, geeft aan dat vrouwen zich bij wisselende temperaturen minder snel comfortabel (blijven) voelen ten opzichte van mannen.
Sensatie Behalve de manier waarop kleding wordt gebruikt om het thermisch comfort te bereiken is er een meetbaar verschil in de huidtemperatuur tussen mannen en vrouwen. Uit onderzoek in 2013 (3)
blijkt dat dit verschil tot bijna 2 graden Celsius kan zijn. Ook bleek uit dit onderzoek dat lokaal lage huidtemperaturen, op bijvoorbeeld de handen of voeten, het gehele thermische comfort kunnen verlagen. Bij vrouwen treden deze lokale (lagere) veranderingen in huidtemperatuur eerder (merkbaar) op dan bij mannen. De resultaten laten ook zien dat vrouwen zich in het algemeen onder dezelfde thermische omstandigheden minder comfortabel voelen. De omgevingstemperatuur zal voor vrouwen hoger moeten zijn om de tevredenheid met de thermische omgeving te verhogen, zo stellen de onderzoekers.
Een graad warmer Uit het onderzoek blijkt dat het meest optimale thermische comfort voor alle gebruikers van een gebouw afhankelijk zal zijn van de vrouwen in het gebouw. Met een gemiddeld 2 graden lagere huidtemperatuur bij vergelijkbare omstandigheden zullen vrouwen het eerder koud hebben dan mannen. Ook bestaat de kans dat bij het verwarmen of koelen van een gebouw vrouwen dat eerder als oncomfortabel ervaren. Thermische comfortwaarden hebben een acceptatierange van rond de 2 graden voor een maximale tevredenheid van 90% van alle gebruikers, zo blijkt uit onderzoek. Wanneer de comfort-eisen specifiek voor vrouwen in kaart worden gebracht, zullen deze naar verwachting in zijn geheel 1 graad hoger uitkomen dan die voor mannen. Doordat er met een hogere omgevingstemperatuur minder warmteverlies optreedt, zal dit ongeveer uitkomen op een 2 graden hogere huidtemperatuur bij vrouwen. Ervan uitgaande dat mannen zich sneller aanpassen aan de omgevingstemperatuur, zal hun comfort hiermee nagenoeg niet veranderen.
?
Studie van het gedrag van mannen (grafiek boven) en vrouwen (grafiek onder) bij veranderende temperatuur in de ruimte. Bron: studie van De Carli, Bjarne, Zarrella en Zecchin uit 2007.
Constante temperatuur Voor het creëren van een comfortabel binnenklimaat is het dus belangrijk om een constante temperatuur aan te houden, waardoor de mannelijke en vrouwelijke gebruiker zich hierop kan kleden. Het aanpassen van kleding zal niet nodig zijn gedurende de dag. Met een dergelijke stabiele temperatuur is gewenning ook een essentiële factor: het lichaam zal zich beter kunnen aanpassen aan de omgeving. Een andere manier om voor iedereen het optimale thermisch comfort na te streven, is het creëren van een optimale klimaatzone per persoon. Dat gebeurt bijvoorbeeld al in auto’s, waar met individuele luchtroosters en verwarmingselementen per individu een eigen persoonlijke comfortzone kan worden gemaakt.
Vrouw draait aan de knoppen? Bij het ontwerpen van een binnenklimaat zal de vrouw dus leidend
zijn voor de comforteisen op thermisch gebied. Echter, geen enkel binnenklimaat is optimaal voor iedereen, door individuele eisen, wensen en gewoonten. Wel blijkt dat een constante temperatuur – waarop de gebruiker zijn kleding en gedrag kan aanpassen – tot een hogere waardering van het thermisch comfort leidt. Ook vinden mensen het prettig om zelf invloed te kunnen uitoefenen op het binnenklimaat. Een raam openzetten, zonwering naar beneden. Is dat niet mogelijk, dan zal er eerder ontevredenheid optreden als het thermisch comfort niet naar wens is. Een individueel regelbaar binnenklimaat, modulair, individueel afgestemd en flexibel instelbaar, kan een oplossing zijn. Probleem hierbij is dat het klimaat niet stabiel is. Als de gebruiker door het pand loopt, kan hij dit als onconformtabel ervaren. Een stabiel binnenklimaat lijkt daarom dus het beste.
Bronnen: 1. Spijkstra, V. en Klein Gunnewiek, R., 2015. Literatuurstudie Comfort, HAN Hogeschool Arnhem: geen uitgever. 2. De Carli, M., Bjarne, O. W., Zarrella, A. en Zecchin, R., 2007. People’s clothing behaviour according to external weather and indoor environment. In: Building and Environment. West Lafayette, Indiana, USA, uitgever Elsevier, p. 3965-3973. 3. Schellen, L., Loomans, M., de Wit, M. en van Marken Lichtenbelt, W. Optimaal thermisch comfort. TVVL Magazine, 2013, editie 6, p. 18-22. 4. van Beek, M., 2006. Adaptieve Temperatuurgrenswaarden, Delft: TU Delft. 5. van Hoof, J. en Hensen, J. L.. Quantifying the relevance of adaptive thermal comfort models in moderate thermal climate zones. Building and Environment, januari 2007, 42(1), p. 156-170. 6. Vissers, D. et al., 2014. De mens als eigen sensor voor comfort. TVVL Magazine, 2014, editie 2, p. 26-29
Ondanks dezelfde isolerende waarde aan kleding, ervaren vrouwen eerder een oncomfortabele temperatuursensatie.
Brabanthallen Den Bosch 4, 5 & 6 oktober 2016
Energietransitie biedt kansen voor bouw!
Registreer direct voor gratis toegang via www.vakbeursenergie.nl.
Gespecialiseerde congressen, lezingen en workshops, o.a.:
Awards:
• Energy Storage Day
• Energie Talent 2016
• Energie Professional 2016
• Windcongres Vakbeurs Energie is uitsluitend
• Congres Energie & ICT
Co-locatie
toegankelijk voor professionals.
• KIEN Technodag
• Energie & Industrie
• Gas in Transitie
• Ecomobiel, vakbeurs voor duurzame
Toegang is gratis bij voorregistratie t/m 3 oktober 2016. Registratie en toegang tijdens de beursdagen kost € 25,- excl BTW.
www.vakbeursenergie.nl
• Seminar VIB: Optimalisatie
innovatie in mobiliteit
in de ketensamenwerking
Ontmoet bijna 400 toonaangevende exposanten en partners! Samenwerkende partners o.a.:
Marges in bouw structureel te laag! Prijsvechten toont wurggreep duikgedrag aan Prijsvechten is bedoeld voor bouwprofessionals en iedereen die geïntrigeerd is door het fenomeen dat bouwprojecten moeizaam verlopen en zo uit de klauwen lopen, steeds weer. Wat gaat er mis? Dit boek ontrafelt hoe het zover heeft kunnen komen en hoe het anders zou kunnen. Met veel praktische voorbeelden van projecten, die wel of juist niet succesvol verlopen.
“Wie flinke honger heeft, is minder kieskeurig” Rob van Wingerden, bestuursvoorzitter BAM “We drinken altijd op de verkeerde momenten champagne” Patrick Buck, directeur Projecten ProRail “Oud denken botst met nieuw denken” Louis Camps, directeur Woudenberg Auteur Ingrid Koenen Prijs: ¤ 19,95 Inclusief BTW en verzendkosten. Isbn: 9789462451605
Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/prijsvechten
i solati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
23
REPORTAGE Quiet Room Label voor hotels is een wereldwijd keurmerk voor hotels op het gebied van geluidsisolatie. Het meest succesvolle concept tot op heden is het Quiet Room Label Concept. Akoestisch ingenieur Lucas Keizer van het Kenniscentrum Geluidsisolatie vertelt over het ontstaan van dit label / Gerard Vos
Wereldwijd keurmerk geluidsisolatie hotels A
koestisch ingenieur Lucas Keizer zag dat geluidsisolatie een ondergeschoven kindje was in de bouw. Een goede reden om het Kenniscentrum Geluidsisolatie (KGI) op te richten. Het meest succesvolle concept tot op heden is het Quiet Room Label Concept. Een wereldwijd keurmerk voor hotels op het gebied van geluidsisolatie. Geluid weren in een gebouw is een totaalplaatje, vertelt Lucas Keizer van het Kenniscentrum Geluidsisolatie. “Het volstaat niet om alleen geluidwerend glas te plaatsen of een beetje te isoleren.” Vanuit die gedachte is het Kenniscentrum Geluidsisolatie en het Quiet Room Label ontstaan. “We kregen concreet de vraag vanuit een hotelketen in Amsterdam om een renovatieplan te maken voor de hotelkamers met geluid als uitgangspunt. De kamers moesten geluidswerend worden geüpgraded.”
Geluidsoverlast De ketenpartners (zie kader Kenniscentrum) hebben gezamenlijk met het KGI dit project opgepakt en kwamen tot de verbijsterende conclusie dat er geen richtlijnen waren voor geluid in hotels. Keizer: “Daar hadden we nooit zo bij stilgestaan, maar gevoelsmatig wisten we het al. Je ziet vaak dat als er nieuwbouw wordt gepleegd of gerenoveerd er dunne wanden en dunne deuren worden geplaatst bij hotels. Geluidsoverlast staat dan ook niet voor niets in de top drie van ergernissen bij hotelgasten.”
Richtlijnen De KGI Groep nam de gedane bevindingen mee en ging bij andere hotels meten om te kijken wat een normale hotelkamer doet qua geluid. Keizer: “Hieruit is ons Quiet Room-handboek ontstaan met daarin allerlei richtlijnen en
Bij een geluidsscan worden installatiegeluid, het nagalmgeluid, het contactgeluid en het luchtgeluid gemeten. normeringen. Vervolgens hebben we er het Quiet Room Label aan gekoppeld.”
Werkwijze Als een hotelketen aanklopt voor een scan dan moet de plattegrond van het desbetreffende hotel worden overhandigd. Keizer: “We meten in een kamer het installatiegeluid, het nagalmgeluid, het contactgeluid en het luchtgeluid. De meting neemt een minuut of zes in beslag. We zetten een geluidsbron in de kamer en die zendt een aantal overlastfrequenties uit. We meten in de naastliggende kamers en erboven en eronder om te zien welke signalen
doorkomen.” Uit deze gegevens kan worden bepaald in welke klasse een hotel valt. Keizer: “We kunnen dan geluidswerende maatregelen nemen om in een hogere klasse uit te komen. Klasse III is normaal, Klasse II is goed en Klasse I is heel goed en dus ook heel stil. Maar hier voldoen eerlijk gezegd niet heel veel hotels aan. Maar dat hopen we in de toekomst te veranderen.”
Testcase Naast Hilton, de NH Hotel Groep, Golden Tulip en Amrath mag het keurmerk ook Marriot tot haar clientèle rekenen. Keizer: “Marriot heeft genoeg hotels die voldoen aan de Quiet Room-normen, maar een aantal hotels zitten eronder. We zijn vorig jaar een testcase gestart. Om dit grootschalig goed aan te kunnen pakken hebben we de Quiet Room Design & Build ontwikkeld.” Dit turnkey-pakket omvat alle benodigde kennis en geluidswerende maatregelen om hotelkamers stiller te maken. Daarnaast krijgen ze de certificatie voor het QR-label. “Hiermee kunnen de betrokken partijen snel en gemakkelijk aan de slag om een hogere klasse te realiseren.”
Maatregelen
Wereldwijd hebben nu 148 hotels het Quiet Room Label behaald.
De zwakke plekken zijn dan in kaart gebracht en worden vertaald naar concrete producten. Keizer: “Standaard gaat het om kierafdichting van de deur, het isoleren van de scheidingswanden, en het reduceren van het ventilatielawaai.” Het Marriot heeft in de testcase de hotelkamers geüpgraded naar Klasse III. Dat kost ongeveer 7.500 euro per hotelkamer, vertelt Keizer. “Voor Klasse I ben je een veelvoud
kwijt per kamer. We zien de tendens dat hotels geluid steeds meer mee gaan nemen in een volgende renovatieronde.”
Projectbegeleiding De werkzaamheden voor het keurmerk vinden voor negentig procent in het buitenland plaats. Hier werkt het Quiet Room Label met licentiepartners. Keizer: “Plaatselijke adviesbureaus laten we met ons handboek als richtlijn de metingen verrichten. In Amerika moet je bij een project bijvoorbeeld de plaatselijke aannemer erbij betrekken. Die laten we dan de door ons gekozen producten implementeren. Er gaat dan wel iemand van ons heen om projectbegeleiding te geven.”
Toekomst Wereldwijd hebben 148 hotels het Quiet Room Label behaald. Keizer: “Voor 2017 en 2018 denk ik dat er zo’n 600 hotels bij komen met ons keurmerk. Marriot heeft al aangegeven dat ze het na de testcase in Amerika wereldwijd willen gaan doorvoeren.” Ook de aandacht van investeerders en projectontwikkelaars ontbreekt niet. “Die willen allemaal hotels bouwen met Klasse I of Klasse II–kamers. Die zien de toegevoegde waarde voor de klant.” En die vraagt er ook steeds vaker om, signaleert Keizer. “We krijgen vanuit de hele wereld dagelijks bijna 250 e-mails met vragen over de locatie van hotels met stille hotelkamers”. De Engelse journalist Robert Smythe Hichens zei het al: ‘Het mooiste geluid is stilte.’
Kenniscentrum
Het Kenniscentrum Geluidsisolatie (KGI) is merkonafhankelijk en bestaat uit een netwerk van specialisten op het gebied van akoestiek en geluidsisolatie. Het KGI heeft een kennisbank en controleert en certificeert hotels voor het QR-label. Ze werken samen met kennispartners als Knauff Insulation, Rockwool, Fermacell, Faay, Geberit, Isoglas en Brink Climate systems
Quiet Hotel Award
Eind vorig jaar zijn de eerste Quiet Hotel Awards 2015 uitgereikt met categorieën als Quiet Hotel Award, Quiet City Hotel Award en Quiet Hotel Award Design + Build. De stilste kamers ter wereld bevinden zich in Hotel Regina in Parijs. Dit grondig gerenoveerde luxe hotel vlakbij het Louvre heeft 5 sterren. Voor wie een stille hotelkamer in Amsterdam zoekt, kan terecht bij het Swissotel Amsterdam. Dit viersterren hotel aan het Damrak werd winnaar van de Quit City Hotel Award. Hotels met het Quiet Room keurmerk ontvangen een certificaat en een bordje voor op de gevel.
24
Isol a t i e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
REPORTAGE De binnenlucht van veel leslokalen voldoet niet aan de eisen en leerprestaties kunnen erdoor worden beïnvloed. a.s.r. Scholen Challenge is een aansprekend initiatief om schoolgebouwen te verduurzamen / Matthijs Timmers
Hulp bedrijfsleven bij verduurzaming scholen H
et binnenklimaat in Nederlandse schoolgebouwen laat te wensen over, blijkt uit onderzoek. In naar schatting 80-88 procent van alle leslokalen voldoet de binnenlucht niet aan de eisen. De leerprestaties kunnen er zelfs door worden beïnvloed. Zeker nu schoolbesturen zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud aan het gebouw (eerder waren dat de gemeenten), komt de kwaliteit van schoolgebouwen nog meer onder druk te staan. Wie schiet te hulp?
Sinds begin 2015 is het onderhoud aan het schoolgebouw de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Voor nieuwbouw ligt de verantwoordelijkheid nog steeds bij de gemeente, net als de zorgplicht voor goede onderwijsvoorzieningen. Het biedt scholen veel kansen. Zo kunnen ze hun gebouwen veel beter toesnijden op hun visie op onderwijs. Ook kan gemakkelijker samenwerking worden gezocht met bijvoorbeeld kinderopvang, jeugdzorg of welzijnsorganisatie. Tevens versnelt de eigen verantwoordelijkheid ook vaak de bouwprocedures. Beslissingen kunnen sneller worden genomen.
Kennis Echter, er kleven ook nadelen aan zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Enerzijds heeft dat te maken met het kennisniveau. Kleine scholen hebben logischerwijs geen kennis in huis over gebouwonderhoud, en wat er allemaal komt kijken bij het verbeteren van het gebouw. Verder speelt mee dat schoolbesturen niet goed uit de voeten kunnen met de budgetten die zij voor het onderhoud ontvangen; de budgetten worden in de praktijk gebruikt om de energierekening van te betalen, niet voor de verbetering van het gebouw, laat staan de verduurzaming ervan.
duurzaamheid wordt geïntegreerd in het onderwijs, het beheer, het gebouw en het gedrag. Vrije School Zaanstreek is pilotproject voor dit concept.
Duurzaamheidswedstrijd Toch lijkt het erop, blijkt ook uit de eerste ervaringen bij de Vrije School Zaanstreek, dat externe financiering noodzakelijk is om stappen te zetten. Het bedrijfsleven zal zich dus, met ondersteuning van de initiatieven die er afgelopen jaren zijn ontwikkeld, moeten inzetten voor de samenleving van morgen. Een goed voorbeeld hiervan is a.s.r., die samen met DGBC onlangs de a.s.r. Scholen Challenge startte. Dit is een jaarlijks terugkerende duurzaamheidswedstrijd voor alle basisscholen in Utrecht. a.s.r draagt dit initiatief omdat zij zich als duurzame verzekeraar graag maatschappelijk wil inzetten. De winnende school ontvangt € 12.500,- dat besteed wordt aan de duurzaamheid van uw school. Op woensdag 28 september 2016 wordt die winnaar bekend gemaakt bij a.s.r. in Utrecht.
Binnenklimaat schoolgebouwen
Binnenklimaat schoolgebouwen • 80 tot 88 procent heeft een te hoge CO2-concentratie, Onderzoek RVO, 2009 • 70 procent is te warm in de zomer, Centrum voor Gezonde Scholen naar schoolgebouwen in België, Nederland en Luxemburg, 2013 • 43 procent klaagt over slechte ventilatie, Centrum voor Gezonde Scholen naar schoolgebouwen in België, Nederland en Luxemburg, 2013 • 35 procent heeft te hoge stofconcentratie, Onderzoek RVO, 2009
Duurzame Initiatieven Door de zorgelijke cijfers over de kwaliteit van het binnenklimaat van scholen en de invloed die dat kan hebben op de leerprestaties, staat verduurzaming van schoolgebouwen hoog op de agenda. Er lopen verschillende hoopvolle initiatieven. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) publiceert een leidraad voor verduurzaming van schoolgebouwen en heeft het project Frisse Scholen gestart. Er is een Green Deal gesloten die verduurzaming moet stimuleren. Er zijn verschillende inspirerende leergangen waaronder Eco Schools. En ook de Dutch Green Building Council (DGBC), die zich inzet voor het verduurzaming van de gebouwde omgeving, heeft het thema omarmd.
BREEAM-NL Junior Zo heeft DGBC een lespakket ontwikkeld waarmee leerlingen hun eigen school beoordelen op duurzaamheid en aanbevelingen doen aan het bestuur: BREEAM-NL Junior. Ook is het concept ‘Waardevolle School’ ontwikkeld, waarbij
Initiatieven Frisse Scholen: www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaamondernemen/gebouwen/utiliteitsbouw/ gebouwen-naar-functie/frisse-scholen Green Deal Scholen: www.greendealscholen.nl BREEAM-NL Junior: www.dgbc.nl/junior a.s.r. Scholen Challenge: asrnederland.nl/duurzaamondernemen/asr-scholen-challenge
De a.s.r. scholenchallenge is een goed voorbeeld van hoe bedrijven kunnen helpen bij verduurzaming van scholen.
Isoleren met BREEAM-NL, hoe doe je dat? D
e handleiding van duurzaamheidskeurmerk BREEAM-NL telt meer dan 300 pagina’s. Het is nu niet bepaald de literatuur die u graag op uw nachtkastje aantreft. Maar als isolatiespecialist wilt u wél weten op welke wijze goede isolatie kan bijdragen aan een goede BREEAM-NL-score. Een overzicht.
Zeer energie-efficiënt: ENE1 Uiteraard kunnen isolatieproducten bijdragen aan de energie-efficiency van een gebouw. Voor het onderwerp Energie, een van de negen duurzaamheidsonderwerpen binnen het BREEAM-NL keurmerk, is een hoofdstuk gewijd aan dit onderwerp. Wanneer uit een energieprestatieberekening blijkt dat een gebouw meer dan 100% is verbeterd wat betreft energieprestatie, dan wordt de maximale score voor dit onderdeel toegekend.
Thermische kwaliteit is perfect: ENE26 Wanneer het gebouw goed is geïsoleerd, zal dit ook worden bevestigd door de luchtdoorlatendheidsonderzoeken die gedaan moeten worden om deze punten voor de BREEAM-NL score te behalen.
Duurzame bouwmaterialen: MAT1 Een ander onderwerp van duurzaamheidskeurmerk BREEAM-NL is het materiaalgebruik. Door de bank genomen geldt: hoe milieuvriendelijker het materiaal, hoe beter de BREEAM-NL score. De maximale score wordt behaald als de milieubelasting van de gebruikte materialen meer dan 60% lager ligt dan de schaduwprijs op dit moment. Dat is de fictieve prijs die moet worden betaald om de milieu-impact te compenseren. Voor kantoren is die norm op dit moment 0,9.
Herkomst van materialen: MAT5 Om te weten hoe duurzaam de materialen zijn, is het ook van belang om de herkomst ervan duidelijk te hebben. Als meer dan 80% van de gebruikte materialen in het gebouw een onderbouwde en verantwoorde herkomst heeft, dan levert dit een maximale score op op dit onderdeel. Meer informatie op: www.breeam.nl
Schöck Thermoanker De kracht van veranderen De laatste drie jaar winnen betonnen sandwichconstructies geweldig aan populariteit in de bouwpraktijk die meer en meer industrialiseert. Mede dankzij de ontwikkelingen in de prefab betonindustrie zijn voor ontwerpers de mogelijkheden van deze kwalitatieve gevelelementen enorm toegenomen. Op het gebied van verankeringstechniek in betonnen sandwichwanden is de ontwikkeling van het Schöck Thermoanker een radicale verandering gebleken voor ontwerpers en de verwerkende prefab betonindustrie.
— Dankzij de thermisch isolerende werking van het anker kan minimaal 10% worden bespaard op de kosten van het isolatiemateriaal. — De geringere isolatiedikte leidt tot slankere wandconstructies en een groter netto vloeroppervlak. — Met de door Schöck ontwikkelde software kan eenvoudig de benodigde constructieve berekeningen inclusief 2 of 3D CAD-tekeningen worden uitgevoerd. — De verankeringen voldoen aan de Beoordelingsrichtlijn BRL 0511 d.d.09-05-2016 en zijn KOMO gecertificeerd onder nummer K92424/01.
Sandwichwand uitgevoerd met Thermoanker bij het project Dew Mandir tempel in samenwerking met Bisoton en Hallz.nl.
Het product is in 2010 door de prefab betonbranche gewaardeerd met een productinnovatie prijs. Het bewijst zich inmiddels in de praktijk als een ”game changer” in de wereld van verankeringen voor betonnen sandwichconstructies. De kracht van het Thermoanker zit in de vele voordelen die het anker biedt ten opzichte van traditionele systemen:
— Het Thermoanker is van ComBAR® glasvezelcomposiet en daardoor ongevoelig voor corrosie. — Thermisch isolerende eigenschappen die meer dan een factor 5 beter zijn dan roestvaststalen oplossingen in vergelijkbare toepassingen. — Het Thermoanker is zo ontworpen dat verankering en afstandhouder gecombineerd worden in één product. — De eenvoudige vorm van het anker leidt tot een zeer snelle verwerking in de prefab. — Zeer compact leveringsprogramma met slechts enkele typen waarmee een volledig toepassingsbereik van betonnen sandwichwandconstructies wordt afgedekt.
1a Schöck Thermoanker
1b
1c
Detail van een sandwichwand met Schöck Thermoanker (1a) waarbij geen warmtetransmissie plaatsvindt (1b), ten opzichte van een oplos-
De huidige eisen in het Bouwbesluit van de geïsoleerde buitenschil voor gebouwen vragen nu al om een minimale Rc-waarde van 4,5 m2K/W van de gevel. Met het oog op de nabije toekomst van ”energie neutraal” bouwen, waarbij de eisen aan de thermische kwaliteit alleen maar verder zullen toenemen wordt er nu al in veel ontwerpen geanticipeerd door te bouwen met Rc-waarden van 6,0-7,5 m2K/W. De sterke trend in energiezuinig bouwen en de vele voordelen die het Schöck Thermoanker biedt
sing met staal (1c).
verklaart voor een zeer belangrijk deel het actuele succes van dit product in de huidige bouwpraktijk. Voor een verdere kennismaking met deze vernieuwende verankeringstechniek voor betonnen sandwichwandconstructies verwijzen wij u naar onze website www.schock.nl of kunt u telefonisch contact opnemen met één van onze adviseurs via 055-5268820.
Schöck Nederland b.v. Amersfoortseweg 15a, 7313 AB Apeldoorn Postbus 4194, 7320 AG Apeldoorn Telefoon: +31 55 526 88 20 www.schock.nl info@schock.nl
160502_Werbeart_Thermoanker_Advertorial_Magazin_NL_rz.indd 1
30.08.16 16:27
Blijf volledig op de hoogte met de twee boeken over klimaatbeheersing
nieuwe druk september 2016
Klimaatbeheersing 1 - Warmtetechnieken Ontwerp, aanleg, onderhoud en beheer In het full colour praktijkboek Klimaatbeheersing 1 Warmtetechnieken krijgt u een duidelijke uitleg van de theorie en de praktijktoepassingen van warmtetechnieken.
Klimaatbeheersing 2 Luchtbehandeling, ventilatie en koeling Dit full colour praktijkboek (verschenen in februari 2016) maakt
Boek 1 behandelt onder andere: warmteopwekking,
de theorie van luchtbehandeling, ventilatie en koeling duidelijk
-distributie en -afgifte; cv-ketels, warmtepompen en
en legt de toepassing hiervan uit.
circulatiepompen; warmtekrachtkoppeling en warmtekoudeopslag; dimensionering van leidingen; behaaglijkheid
Boek 2 behandelt onder andere: Mollier h-x-diagram;
en warmteverliesberekening; vloer- en wandverwarming;
luchtbehandeling componenten en systemen; brandwerende
binnenklimaat en behaaglijkheidsbegrippen.
voorzieningen; warmtepompen; eenvoudige koellastberekening; mechanische ventilatiesystemen; VRF- en VRV-systemen;
Prijs € 135,– (exclusief btw)
ontwerp van luchtverdeelsystemen; uitleg en werking van koeltechnische installaties. Prijs € 135,– (exclusief btw)
NU BOEK 1 EN BOEK 2 VOOR € 199,– (exclusief btw) De boeken zijn onmisbare naslagwerken voor iedereen die in de praktijk met klimaatbeheersing te maken heeft. Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/klimaatbeheersing
i solati e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
27
BEDRIJFSPROFIEL De laatste Bouwbesluitaanpassingen van de Rc-waarden waren voor Saint-Gobain Isover reden om uit te zoeken wat de beste isolatieconcepten zijn voor woningbouw / Tosca Vissers
Meer isolatie betekent niet per se lagere energiekosten O
m aan de aangescherpte eisen van het Bouwbesluit te kunnen voldoen, zijn steeds aanvullende maatregelen nodig geweest. Welke maatregelen het meest effectief zijn en die tot een goed energieconcept leiden, hangen van het bouwproject af. Zo heeft dikkere isolatie er altijd voor gezorgd dat woningen in het afgelopen decennium aan strengere epc-eisen kunnen voldoen.
Maar, na de laatste wijziging van het Bouwbesluit in januari 2015 waarbij de epc opnieuw verder is aangescherpt, is de rek er nu wel uit. Nog hogere Rc-waarden dan de huidige Rc-waarden voor daken en spouwmuren zullen namelijk geen kostenefficiënte maatregelen met zich meebrengen om extra energie te besparen. Sinds 2015 zijn de minimum Rc-eisen in het bouwbesluit gedifferentieerd per deel van de gebouwschil. Zo geldt voor gevels een minimum Rc-eis die werd aangepast van 3,5 naar 4,5 m²·.K/W. De minimum Rc- eis voor daken werd aangepast van 3,5 naar 6,0 m²·K/W. Voor vloeren is de minimum Rc-eis gelijk gebleven, namelijk op 3,5 m²·K/W. Deze eisen zijn gedifferentieerd omdat ze de meest optimale Rc-waarden bieden voor de betreffende gebouwdelen. “Met deze waarden is het plafond nu bereikt. Een verdere Rc-verhoging draagt vrijwel niets meer bij aan een lagere epc.” Ook niet voor vrijstaande woningen. “Dat is dus goed nieuws als het gaat om de klimaatdoelstellingen die Nederland voor 2020 gerealiseerd wil zien”, zegt Van Rooy.
Onderzoek De laatste Bouwbesluitaanpassingen van de Rc-waarden waren voor Saint-Gobain Isover reden om uit te zoeken wat de beste isolatieconcepten zijn voor woningbouw die aan de epc-eisen moeten voldoen. Het bedrijf is hiervoor een uitgebreid niet-commercieel onderzoek gestart en heeft hiervoor aan verschillende onderzoeks- en ingenieursbureaus gevraagd hen hierbij te assisteren. Zo heeft Basalt Bouwadvies een vergelijkend kostenonderzoek verricht naar spouw- en dakisolatie. Hierin werden de kosten vergeleken van gevels en schuine daken, die zijn geïsoleerd met verschillende typen zachte en harde isolatiematerialen met de zelfde Rc-waarden, in verschillende woningtypes en appartementen. Hierbij werden ook de producten van Saint-Gobain Isover vergelekenmet andere isolatieproducten. “Grappig detail is dat niet ons dunste product als beste uit de
geleden.” Volgens Van Rooy ontwikkelen deze nieuwe installatie-oplossingen zich in een razend tempo, zoals nog efficiëntere zonnepanelen en uiteindelijk moeten we naar een betaalbare energieopslag.
Energieneutraal
Deze grafiek geeft aan wat het effect is als een niet-geïsoleerde rijtjes tussenwoning wordt geïsoleerd tot een Rc van 8,0 m2·K/W. Tot een Rc van 2,0 m2·K/W wordt de meeste energie bespaard. Verdere besparingen van Rc 4,5 naar 8,0 m2·K/W, leveren slechts 65 m3 gas per jaar op. De besparing bij een toenemende Rc-waarde vlakt dus steeds meer af. Bron: Saint-Gobain Isover, oktober 2015 bus kwam, maar juist het product met de interessantste prijs/kwaliteit verhouding”, geeft Van Rooy aan. Onderzoeksbureau DGMR Bouw rekende voor Saint-Gobain Isover bij een aantal referentiewoningen de epc-waarden door van verschillende isolatiewaardes en bracht vervolgens een aantal epc-concepten in kaart. De onderzoeken laten zien dat meer isolatie alleen extra kosten met zich meebrengt en niet per se lagere energiekosten. Uit het onderzoek dat Bureau Nieman verrichte in opdracht van het Lente-Akkoord haalde Saint-Gobain Isover ten slotte belangrijke gegevens over de thermische schil. Doel van dit onderzoek was om na te gaan wat de praktische realisatiemogelijkheden zijn voor een Rc-waarde van 5 of hoger (2013). “Uit onze research bleek één belangrijk punt naar voren te komen, namelijk dat we met de huidige Rc-waarden de optimalisatie van isoleren hebben bereikt. Een verdere Rc-verhoging draagt vrijwel niets meer bij aan een lagere epc”, zegt Van Rooy. Dikkere isolatie heeft dus geen zin. Ook niet voor vrijstaande woningen. Volgens Van Rooy is het veel interessanter om te kijken naar goede bouwkwaliteit en naar andere energiebesparende maatregelen. “Denk hierbij aan de juiste beglazing, koude-
Met Isover Maltimax 30 Ultra van 121 mm wordt een Rc van 4,5m2.K/W gerealiseerd.
Van Rooy vindt nul-op-de-meter en energieneutrale woonconcepten maatschappelijk gezien belangrijke ontwikkelingen. Ze vormen een essentiële basis om alle nieuwe woningen in de toekomst comfortabel, energiezuinig en betaalbaar te maken. “Maar, betaalbaarheid betekent ook dat een woning zo slim en efficiënt mogelijk gerealiseerd moet worden”, zegt hij. “Ook de euro’s die anders naar extra isolatie zouden gaan. Als deze investeringen worden ingezet voor bijvoorbeeld triple glas, betere kierdichting en goede detaillering, dan komen de euro’s beter tot hun recht. “Investeer daarna in efficiënte installaties zoals warmtepompen en extra zonnepanelen. Hiermee wordt de woning betaalbaarder en nog energiezuiniger”, aldus Van Rooy.
brugvrij bouwen, kierdichting of het toepassen van moderne installaties”, zegt Van Rooy. Een van de epc-concepten die Saint-Gobain Isover heeft opgesteld is het All-Electric Concept dat gebruik maakt van een efficiënte lucht-water warmtepomp.
Optimale bouwkwaliteit “Bouwkwaliteit en duurzaamheid zijn actuele thema’s in de bouwbranche”, geeft Van Rooy aan. “Op het gebied van isoleren houdt dit in dat zorgvuldig wordt geïsoleerd, zonder kieren en naden. Duurzaamheid staat op één lijn met energieprestatie en duurzaam materiaalgebruik.” De energieprestatie is dus nauwelijks meer te verbeteren door isolatie met een hogere Rc-waarde toe te passen. De Rc-waarden uit het Bouwbesluit zijn al optimaal voor een epc 0,4- en een epc 0-woning en een nul-op-demeter-woning. “Wanneer we het Bouwbesluit als uitgangspunt nemen (Rc 4,5 in de gevel, Rc 3,5 in de vloer en Rc 6 in het dak) dan is een maximale besparing, voor een rijtjes tussenwoning met isolatie naar Rc 8 circa 45 m 3 per jaar, ofwel 30 euro energiebesparing per jaar. Omgerekend is 45 m 3 gas ongeveer 450 kWh”, legt Van Rooy uit. “Wanneer deze energie wordt opgewekt met een warmtepomp is er nog circa 90 kWh elektriciteit per jaar nodig. Een zonnepaneel van 1,6 m2 wekt per jaar ongeveer 220 kWh aan elektriciteit op. De 90 kWh extra energievraag kan dus met een zonnepaneel van 0,4 m2 worden ingevuld.” De investeringskosten schat Van Rooy in op circa 100 euro. Een rijtjeshuis isoleren met een Rc-waarde van 8,0 per m2·K/W gaat met 100 euro extra dus nooit lukken. De kosten voor extra isolatiemateriaal bedragen al snel duizenden euro’s, afgezien van de noodzakelijke bouwkundige aanpassingen. “Voor vrijstaande woningen zijn de besparingen bij een Rc van 8,0 hoger, namelijk ongeveer 1.250 kWh.” Dit is echter op te wekken met 250 kWh verbruik voor de warmtepomp, wat al te compenseren is met 1,1 m2 zonnepaneel. “Ook hiervoor geldt dat andere energiebesparende maatregelen in plaats van het verhogen van de Rc-waarden, efficiënter zijn.” Van Rooy geeft toe dat installaties uiteraard ook onderhoud nodig hebben en ook een keer vervangen moeten worden. “Inmiddels gaan zonnepanelen gemiddeld 25 jaar mee. Inclusief de kosten van vervanging en onderhoud zijn ze dus al efficiënter en goedkoper dan tien jaar
Ivo van Rooy, marketingmanager bij Saint-Cobain Isover.
Saint-Gobain Isover is wereldwijd de grootste producent van isolatiematerialen. De missie van Isover is om thermische, akoestische en brandveilige isolatie-oplossingen te ontwikkelen die zorgen voor een comfortabele, energieefficiënte en duurzame leefomgeving. Sinds de oprichting in 1937 levert de producent innovatieve en duurzame isolatie-oplossingen die zowel in de woningbouw als de utiliteitsbouw worden toegepast. Daarnaast heeft Isover ook een speciaal assortiment voor toepassingen in de industrie en scheepsbouw. Bovendien heeft Isover voor vrijwel het gehele productassortiment de brandclassificatie A1 en draagt daarmee bij aan brandveilig bouwen. SaintGobain Isover maakt deel uit van de Franse multinational Saint-Gobain, opgericht in 1665 en actief in 64 landen. info: www.isover.nl
Cobouw50 Magazine editie 2016 verschijnt op 15 november tijdens het Cobouw50 Evenement
0
5
magazine Uw advertentie in de juiste context
Winnaar Cobouw Award Toplijsten installatiebedrijven & ingenieursbureaus
THEMA
De jaarlijkse bouwanalyse met de Top 50 grootste bouwers
jong
Redactioneel thema: JONG!
0
Als sponsor staat u in het middelpunt
5
evenement Het ultieme netwerkevent met de Top 50 grootste bouwers en entertainment met Cobouw CafĂŠ
COB16S-stopper-tabloid1/1_COB50-050916.indd 1
Voor meer informatie: Jetvertising Rob Koppenol 070-3 99 00 00 rob@jetvertising.nl
05-09-16 07:36
I solat i e
Cobouw Special Woensdag 14 september 2016
29
VERDIEPING Meer weten over Isolatie? Onze uitgeverij heeft diverse uitgaven in print en online en evenementen die hier nader op ingaan
Meer over isolatie
Kennisbank Duurzame Energie Antwoorden, oplossingen, tools Kennisbank Duurzame Energie helpt u uw werkzaamheden volgens de regels, veilig, sneller, tegen lagere kosten en met een hogere kwaliteit uit te voeren. Het levert u duurzamere installaties en meer tevreden klanten op. kennisbankduurzameenergie.nl Hoofdredactie: Prof. dr. ir. J.F.G. Cobben Prijs abonnement*: € 270,00 per jaar
Bouwdetails online (abonnement) NBD Bouwdetails is een complete verzameling van in de praktijk beproefde details voor woningbouw, utiliteitsbouw en renovatie. De details zijn minimaal getoetst aan de eisen van het Bouwbesluit. De bibliotheek wordt regelmatig aangevuld met nieuwe details, zowel in 2D- als 3D-weergave, geluidsisolatie, bouwfysische informatie en 3D-tekeningen. Hoofdredactie: A.D.C. Pronk Prijs abonnement* € 730,00 per jaar
Bouwkwaliteit in de praktijk Met een abonnement op het tijdschrift Bouwkwaliteit in de Praktijk bent u volledig op de hoogte van de ontwikkelingen, innovaties, wetten en verantwoordelijkheden op het gebied van bouwkwaliteit in onder ander isolatie. Het vakblad verschijnt 10 keer per jaar. Frank de Groot en Katja van Roosmalen Bestelcode: BBP / Prijs*: € 213.00 per jaar
Vakbeurs Energie
Verbeelding Bouwbesluit 2012 Bouwfysica, editie 2016/2017 Uitgave vanwege de inwerkingtreding van Bouwbesluit 2012. Met een verdiepingsslag aangebracht en zijn praktijkgerichte aandachtspunten bij de tekeningen toegevoegd. In deze editie zijn de wijzigingen tot en met 1 juli 2016 verwerkt. Een van de belangrijkste wijzigingen zijn de aangescherpte eisen aan energieprestatie en thermische isolatie. Ing. D.M. Hellendoorn ing. H. Harbers ISBN:9789462452169/Prijs* 109,00
4 t/m 6 oktober Brabanthallen Den Bosch * Prijzen zijn exclusief btw
Van 4 tot en met 6 oktober 2016 vindt de 12e editie van de Vakbeurs Energie plaats in de Brabanthallen in Den Bosch. Met ruim 350 exposanten en honderden inhoudelijke sessies is de beurs uitgegroeid tot een onmisbaar platform voor iedereen die serieus met duurzame energieopwekking en energiebesparing bezig is. Uniek daarbij is de verbinding die wordt gelegd tussen de belangrijkste betrokken sectoren; gebouwde omgeving, industrie en - door de combinatie met de vakbeurs Ecomobiel - mobiliteit.
Onze uitgaven zijn te bestellen via de webshop: www.bimmedia.nl
www.vakbeursenergie.nl
INKOOP
Een nieuw paradigma
Een must have voor inkoopleiders, managers die leiding geven aan inkoop, voor businessstrategen en voor managers die de kansen in de inkoopmarkt willen benutten om hun organisatie succesvoller en weerbaarder
Scherpakkerweg 5 Tel.: 040 - 293 28 86 Isolatie:
- akoestisch - thermisch
5e druk!
willen maken.
De weg naar professioneel inkopen? Ga naar www.bimmedia.nl/inkoop voor meer informatie of uw bestelling!
5616 HP Eindhoven Fax: 040 - 293 28 96
Brandwerende applicaties Technisch onderhoud Remplace
ISBN: 9789012581240 Aantal pagina’s: 364 Prijs: € 55,66 excl. btw
Verdunplein 7 5627 SZ Eindhoven T 040 293 28 86 E info@vandegraaf.com
Ambachtstraat 24 7609 RA Almelo T 0546 455 722 E info@vandegraaf.com
www.vandegraaf.com
Special Special Uw verhaal in Cobouw
, uw bedrijf in de schijnwerpers van een thema dat bij u past: dat kan met de Cobouw Specials. Deze thema-edities staan vol met interviews en achtergrondverhalen, verteld door mensen uit de praktijk van het bouwen. U en uw collega’s dus! Voor de komende maanden staan actuele thema’s op het programma, die u ook in uw dagelijkse praktijk tegenkomt. We laten een aantal thema’s hieronder zien, als een uitnodiging om met uw bedrijf een prominente plek te reserveren op de pagina’s van deze Specials. Dat kan in de vorm van een advertentie, een op maat geschreven advertorial of een combinatie van beide.
Brandveiligheid VERSCHIJNT 28 SEPTEMBER De redactie richt zich op transformatieprojecten en op de rol van brandveiligheid bij herbestemming, renovatie en beheer van panden.
Reserveren voor de Cobouw Special Brandveiligheid kan tot 12 september 2016.
VERSCHIJNT 5 OKTOBER
Aardbeving
VERSCHIJNT 9 NOVEMBER
Beton & Prefab
VERSCHIJNT 19 OKTOBER
VERSCHIJNT 15 NOVEMBER
0
Circulair Bouwen ZEVEN PRINT EN ZEVENEDITIES PRINT EDITIES EN MEDIAPAKKET ONLINE MEDIAPAKKET ONLINE
BouwBeurs 2017
ZEVEN PRINT EDITIES EN MEDIAPAKKET ONLINE
Uw advertentie maakt een blijvende indruk!
Adverteren in een Special?
COB16S-stopper-thema2016_tabloid-060916.indd 1
5
magazine & evenement THEMA
jong Neem contact op met Jetvertising, Rob Koppenol, 070 - 399 00 00. Of mail naar rob@jetvertising.nl.
07-09-16 21:50
Restaurant Parkheuvel (Rotterdam) Sonacoustic PL
Goede akoestiek is essentieel voor de beleving en het gebruik van een ruimte. Asona heeft al ruim 35 jaar ervaring met de ontwikkeling van hoogwaardige akoestische materialen die niet alleen zorgen voor een optimaal akoestisch klimaat, maar bovendien de uiterlijke
aspecten van de ruimte respecteert. De kern van onze oplossing ligt in de unieke combinatie van geluiddempend naadloos akoestisch pleister in verschillende lagen en een akoestische afwer-
king in de vorm van akoestisch spuitwerk, die alle ondergronden volgen. Wij leveren niet alleen de juiste geluiddempende materialen maar zorgen ook voor de applicatie en het onderhoud.
asona.com
EEN VLAMMEND BETOOG VOOR STEENWOL
Vertrouw al bij de planning op de goede brandwerende eigenschappen van ROCKWOOL steenwol. Kies voor de zekerheid die onze onbrandbare isolatiematerialen u bieden: Euro-brandklasse A1, smeltpunt > 1000 °C. Stel uzelf gerust met het gevoel dat u in geval van brand alles hebt gedaan om personen en materiële zaken te beschermen. Minimaal 1000 °C, een verantwoorde keuze! www.rockwool.nl
70264-RW-Brandveiligheid-NL-Cobouw-ADV2_266x398mm.indd 1
> 1000 °C
26-08-16 10:59