Woensdag 29 maart 2017 / nummer 12 161ste jaargang. Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn
Special interview pagina 7 De bewegende gevel waarmee het Amstelhotel actief reageert op zijn omgeving is wat Paul de Ruiter betreft het summum van duurzaamheid.
reportage pagina 9 Een dakakker is rendabel, maar vergt ook veel werk en onderhoud. Inmiddels is de nodige ervaring opgedaan over boeren op 20 meter hoogte.
reportage pagina 14 Het dak van de Energy Academy Europe verzamelt regenÂwater, laat daglicht door naar de werkvertrekken en het atrium ĂŠn wekt elektriciteit op met pv-panelen.
reportage pagina 17 De gevel van de 73 meter hoge woontoren @Home Amstelkwartier wordt voorzien van bijna 2000 zonnepanelen.
Gevels & Daken RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74 CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70
Bekijk de verschillende projecten en laat je overtuigen door onze maatwerk oplossingen:
www.prefabsolutions.nl
PREFAB GEÏSOLEERDE WANDPANELEN Vervaardiging met PIR hardschuim; Constructieve sparingen zijn mogelijk; Ruimtebesparend binnenspouwblad inclusief isolatie; Zelfdragend, snel en eenvoudig te monteren; Grote ontwerpvrijheid; Flexibele maatvoering; Geen koudebruggen.
3
gevel s & Dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
Shake your moneymaker!
Inhoud
H
et is nog niet zo lang geleden dat de gevel en het dak grote
7 Intelligente gevel denkt mee / Edo Beerda
happen uit het bouwbudget vraten en bovendien een
9 Boeren op het dak / Armand Landman
intensief onderhoudstraject (denk: exploitatiekosten) met zich meebrachten. Waar beginnen we met bezuinigen? Eh.. de gevel! Het dak?
10 Versnelling sanering asbestdaken / Tijdo van der Zee 13 Vraaggericht bouwen met big data / Peter de Lange
Hoe anders is de wereld nu: de gevel en het dak dragen actief bij
15 Dak oogst licht, elektriciteit en regenwater
aan het resultaat van het gebouw. En ‘resultaat’ is breed op te
vatten en zeker niet alleen esthetisch. Het dak en de gevel zijn
17 Huurder wordt energieproducent / Edo Beerda
licht- en luchtdistributeur en klimaatelement (ze dragen bij aan energie-efficiëntie), energieproducent (denk aan zon, wind en water), landbouw-‘grond’ (horizontaal én verticaal) en zijn
/ Tijdo van der Zee
19 Beton in vrije vormen / Michiel Maas 21 Geavanceerd gevelvlak door intensieve samenwerking
machtige factoren bij het behalen van certificaten, keurmerken
/ Pieter de Mos
en garanties.
23 Innovatieve gevels die duurzaam beklijven
De gevel en het dak vragen nog steeds om ‘hun’ deel van het
/ Paul Poley
budget, maar leveren tegelijkertijd ook veel op: misschien niet in directe opbrengsten, maar wel in de zin van vastgoedwaarde en energie-efficiëntie. Het is een kwestie van ‘om’-denken en alle mogelijke functionaliteiten benutten. Dat daar ook nog heel mooie gebouwen van komen, is te lezen in deze Cobouw Special. Van geldvreter naar omzet-, energie- en voedselgenerator: opschudden die gebouwschil!
Caroline Kruit, Uitgever Cobouw Specials
CarolineKruit@vakmedianet.nl
Omslag
Colofon De inhoud van deze special bevat gesponsorde onderdelen. Klantenservice (088) 5840888 Redactie telefoon (088) 5840800 Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Internet www.cobouw.nl E-mail specials@vakmedianet.nl Hoofdredacteur Theo van Vugt Uitgever Caroline Kruit Eindredactie, coördinatie en vormgeving Nienke Abma, Nanda van Dijk, Patty van der Sar en Ingrid de Zwart-Schaap Medewerkers Edo Beerda, Armand Landman, Peter de Lange, Michiel Maas, Paul Poley en Tijdo van der Zee Vormgeving Hans de Jong Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: klantenservice@vakmedianet.nl, tel.: 088-5840888. Jaarabonnement binnenland € 775,- (excl. btw). © Vakmedianet 2017
In oktober 2016 is de Energy Academy Europe in Groningen gebruik genomen. Bij het ontwerp van het bijna 15.000 vierkante meter grote gebouw is speciale aandacht besteed aan zowel het dak als de gevel. Het bijzondere dak verzamelt regenwater, laat voldoende daglicht door en wekt elektriciteit op met pv-panelen. Dit zorgt voor een hoge duurzaamheidsscore. De gevel speelt in op de locatie. Om de gevolgen van een eventuele aardbeving op te kunnen vangen, is gekozen voor een elementengevel. Bovendien is het glas is extra gehard en gelaagd en zijn de sponningen zijn extra diep. Foto: Gerhard Taatgen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74 CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70
2017
KLIMAHOUSE PRIZE
ENERGIE PASSIEF
Dé All-risk verzekering voor gevelplaatsystemen EQUITONE GEVELPANELEN VERLIJMD MET PANELTACK HM Bij de bevestiging van gevelplaten zijn meerdere partijen betrokken. De architect, de producent van de gevelplaten of het bevestigingsmateriaal, de hoofd- of onderaannemer / applicateur. Dus bij wie kunt u terecht als er zich onverhoopt een probleem voordoet met de gevelplaatconstructie? Bostik biedt daarom de mogelijkheid om bij verlijming van Equitone panelen een verzekerde projectgarantie af te sluiten. Hiermee bent u voor de komende tien jaar voor het gehele gevelsysteem altijd verzekerd van een goede en snelle oplossing! Kijk voor meer informatie op www.bostik.nl of neem contact met ons op, Tel: 073 - 6 244 244
WESTERN RED CEDAR ÉÉN GARANTIE VOOR HET GEHELE GEVELSYSTEEM: GEVELPLAAT, LIJM EN APPLICATIE MONTAGE DOOR GECERTIFICEERDE APPLICATEUR, INCLUSIEF BOUWKUNDIGE CONTROLE EN BEGELEIDING
Ceder kan met recht de mooiste houtsoort voor de gevel genoemd worden. Extreem duurzaam en stabiel met de mooiste houtkleur en tekening voor transparante afwerking. Dekker Hout levert ruw, foutvrij Ceder en ieder mogelijk gevelbekledingsprofiel uit eigen productie. Ook voor open gevelbekleding met zwarte Kingspan isolatie zonder benodigde folie. In BIM beschikbaar op dekkerhout.nl.
UNIEKE GARANTIE MET 100% ZEKERHEID
Bel voor meer informatie: 088 - 1885 300
Design op het dak
Dakterras Het 4e Gymnasium, Amsterdam
Op een dak is heel veel mogelijk. Zoontjens biedt al jarenlang complete systemen voor dakterrassen. Met onze kennis en expertise realiseren we functionele en stijlvolle daken. Voor elk dak een passende oplossing.
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
7
INTERVIEW Het zijn spannende tijden voor architect Paul de Ruiter, want een lang gekoesterde wens komt momenteel uit. De bewegende gevel waarmee een Amsterdams hotel straks actief reageert op zijn omgeving is wat hem betreft het summum van duurzaamheid / Edo Beerda
Intelligente gevel denkt mee
De gevel van het Amstelhotel reageert niet alleen op het klimaat, maar ook op de gasten. Ook het dak speelt een belangrijke rol in het gebouwsysteem. Hier is een kas gesitueerd, die special voor dit project is ontwikkeld met een kassenbouwer uit het Westland. Foto John Gundlach/Flying Holland
A
l in 1992 voorspelde Paul de Ruiter in het voorwoord van zijn proefschrift ‘The Chameleon Skin’ de komst van het ‘intelligente gebouw’. Dat zou door te reageren op zijn omgeving energieproducent worden in plaats van energieconsument. Hiermee is het in aanbouw zijnde Hotel Amstelkwartier met 22 etages en 300 kamers een droom die werkelijkheid wordt. De hotelkamer gaat in de slaapstand wanneer de gast zijn kamer verlaat. Dat moet een besparing opleveren van 65 procent op de warmtevoorziening, 90 procent op de koeling en 50 procent op de ventilatie. Verder zijn in het gebouw, dat Paul de Ruiter samen met Mulderblauw architecten ontwierp, de cycli van afval, water, energie en CO2 gesloten. “De gevel reageert niet alleen op het klimaat, maar ook op de gasten. Dat is nog nooit op aarde vertoond.” Waarom heeft het zo lang geduurd voordat de voorspelling uitkwam? Door de kosten? “Dat niet zozeer. Het ging vooral om het vinden van de juiste opdrachtgever. De private opdrachtgever Amstelside BV wilde een extreem duurzaam gebouw, met LEED-certificaat Platinum. We hebben wel eerder op kleine schaal geëxperimenteerd met bewegende gevels in een villa, maar hier konden we het groot aanpakken. Een hotel is er perfect voor, omdat het een ander terugverdienmodel heeft dan bijvoorbeeld een kantoorgebouw. Van de 24 uur is een hotelgast hooguit een derde van een etmaal op zijn kamer. Het hele gebouwbeheersysteem is daarop ingericht.” Hoe werkt het gevelsysteem precies? “Je kunt het vergelijken met ouderwetse luiken, maar dan geautomatiseerd. Het zijn een soort gekoppelde schuifdeuren in drie delen met zwarte lijsten die achter elkaar schuiven. Wanneer ze opengaan, krijgen ze een champagnekleur, om de
beweging te benadrukken. De gevel is uitgevoerd met verdiepingshoge glazen puien. De luiken zijn van staal, dat bleek een betere milieu-index te hebben dan aluminium. Vanuit een dicht deel van de gevel schuiven de panelen voor het raam, afhankelijk van het weer en de aanwezigheid van de hotelgast. Dat voorkomt oververhitting en warmteverlies. Het sluiten van de luiken zorgt voor verhoging van de isolatiewaarde van de gevel, doordat een spouw ontstaat tussen het glas en de luiken. Dat zorgt voor een enorme energiebesparing. Dat is vooral revolutionair omdat het een viersterren hotel is.” Hoezo? “Omdat het idee bestaat dat in een luxe hotel altijd alles ‘aan’ moet staan. Dat kost natuurlijk enorm veel energie. Wij hebben het juist omgedraaid. Alles staat ‘uit’, tenzij de gast er is. En daarvoor hoeft de hotelgast geen comfort in te leveren. Hij kan de gevelpanelen ook zelf vanuit de kamer bedienen. Maar bij afwezigheid neemt het gebouwbeheersysteem het over.” Welke rol speelt het dak in het gebouwsysteem? “Op het dak staat een kas, ontwikkeld met een kassenbouwer uit het Westland. De planten in de kas nemen CO2 op uit de gebruikte ventilatielucht en de warmte wordt opgevangen en hergebruikt. In de kas worden exotische groenten en kruiden voor de hotelkeuken gekweekt. Het bioafval uit de kas wordt, met het afval uit de keuken, verwerkt tot biogas. Dat wordt gebruikt bij de verwarming van het hotel. Het speciale glazen dak, met een folie die UV doorlaat voor de planten, vangt regenwater op voor het grijswatersysteem. De kas speelt daarmee ook een rol in het verminderen van afvalproductie en het sluiten van de kringlopen. Dat is nodig, want voor een LEED-certificaat Platinum moet letterlijk alles recyclebaar zijn. We verwerken bijvoorbeeld ook sloopbeton van de toren Overhoeks in de hoofddraagconstructie. De strenge LEED-eisen vragen veel inventiviteit van de bouwers.
Toxische stoffen zijn verboden, dus de meeste lijmsoorten, die standaard worden gebruikt in binnenwanden en meubilair, zijn verboden. De eis dat je maximaal 12 kilo afval per vierkante meter mag produceren, dwingt toeleveranciers tot nadenken.” Uw toekomstvoorspelling uit 1992 komt hier uit. Wat is uw voorspelling voor de volgende kwart eeuw? “Haha, ik heb mijn proefschrift nooit afgemaakt en mijn promotor is met emiraat. Maar als ik het alsnog ga voltooien, zal het vooral gaan over het belang van samenwerking tussen gebouwen. Op deze locatie bleek dat te complex, maar daar moeten we wel naartoe. Dat de afvalwarmte van de bakker bijvoorbeeld een rol speelt bij de verwarming van woningen in de directe omgeving. Belachelijk natuurlijk dat die nu gewoon via de schoorsteen de lucht in vliegt. Er is nog een wereld te winnen voordat alle gebouwen energieproducent zijn in plaats van energieconsument.”
Paul de Ruiter is een pionier op het gebied van duurzame en ‘intelligente’ architectuur. Onderzoeken en ontwerpen gaan daarbij hand in hand. Hij mikt op gebouwen die duurzaam en energiezuinig zijn en gezond om in te verblijven. De Ruiter geeft lezingen in binnen- en buitenland en schrijft artikelen voor vaktijdschriften. Hij zit in de programmaraad van het Architectuur Centrum Amsterdam (ARCAM). Tot voor kort was hij voorzitter van de stichting Living Daylights. Zijn bureau is participant van de Dutch Green Building Council, lid van de BNA, mede-oprichter van de Transitieformule en oprichter van het DGBC Lab. Het streven om het schijnbaar onmogelijke mogelijk maken en grenzen te verleggen, heeft behalve het Hotel Amstelkwartier vele spraakmakende projecten opgeleverd.
SL 38
Nieuw ultraslank aluminium raam- en deursysteem
SL 38 Classic
SL 38 Cubic
SL 38 Ferro
De doorontwikkeling van het meest succesvolle raam- en deursysteem van Reynaers resulteerde in het nieuwe SL 38. Ultraslank en toch voldoet dit systeem aan alle moderne technische specicaties waaronder een hoge isolatiewaarde én brandwerendheid. SL 38 is beschikbaar in drie stijlen: Classic, Cubic en Ferro. De strakke uitstraling past uitstekend bij renovatieprojecten als vervanging van stalen ramen en ook in nieuwbouw levert SL 38 een belangrijke bijdrage aan de detaillering van een gebouw. Interesse voor een prolering op maat? Neem contact op met de adviseurs van Reynaers.
Kijk op www.reynaers.nl of bel +31 (0)492 – 56 10 20
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
9
REPORTAGE Daktuinieren is zeer rendabel. Maar het vergt ook veel werk en onderhoud. Jos Hartman, een van de pioniers van de Dakakker, vertelt graag over het potentieel van groene daken / Armand Landman
Boeren op het dak V
ijf jaar geleden was het nog een wild idee in het kader van de Architectuur Biënnale. Anno 2017 worden de bedenkers van de Dakakker gezien als experts op het gebied van groene daken. “Groene daken zijn momenteel hip en happening. We worden dus veel gevraagd”, zegt Jos Hartman, Senior Landscape Architect van het Rotterdamse ZUS (Zones Urbaines Sensibles) en een van de bedenkers van de Dakakker bovenop het Rotterdamse creatieve verzamel gebouw Schieblock. Ondanks het succes van het groene dak in het stadscentrum maant Hartman enthousiastelingen tot voorzichtig heid. “Een dakakker is landbouw. Dat betekent werk. Je moet dus iemand hebben die echt projecteigenaar is. Hier in Rotterdam wordt het project ondersteund en gedragen door het Rotterdams Milieucentrum. Het beheer van de akker gebeurt door vrijwilligers. Maar wil je echt commerciële landbouw op een dak bedrijven, dan zul je je bewust moeten zijn van wat er allemaal bij komt kijken. Voordat het echt rendabel is, ben je wel even verder.”
Mediterraan klimaat De afgelopen vijf jaar is er een hoop gegroeid en geleerd op het dak. Zo is er veel ervaring opgedaan over welke landbouwgewassen er zijn te telen op 20 meter hoogte, midden in het centrum van Rotterdam. De teelomstandigheden zijn vergelijkbaar met een mediterraan klimaat: zeer droog en veel wind. Daarom worden er kruiden (munt, citroenverbena, lavendel), knolgewassen (aardpeer, rode biet, peen, radijs), looksoorten (ui, prei, knoflook) en sterke planten als courgette, rabarber en pompoen geteeld. Verder leven er bijenvolken en is er naast de moestuin ook een heemtuin, een tuin met alleen van oorsprong Nederlandse planten.
Niet alles wil groeien op een dak midden in de stad. Daarom worden er maar een of twee gewassen verbouwd, waarbij vooral wilde bloemen het goed doen. Want niet alles wil groeien bovenop een gebouw midden in een stad. Hartman: “Gewassen staan bovenop een dak niet in de volle grond. Dan zou de akker veel te zwaar worden en het gebouw bezwijken. Dat betekent ook dat de grond snel uitdroogt. Vanwege het Mediterrane klimaat dat bovenop een stadsdak heerst, schiet de sla dus snel in de stress.” Daarom worden op de Rotterdamse Dakakker slechts een à twee gewassen verbouwd. Wilde bloemen doen
het er goed en worden bovendien goed verkocht aan lokale restau rants. “Voor de Biënnale was het een perfect project: het ging toen om verduurzaming, korte voedsellijnen en meer groen in de binnenstad. We zijn in de afgelopen jaren echt een proefproject geweest.”
een constructeur aan het werk moeten zetten. Je moet rekening houden met een dak dat 500 kilo per vierkante meter verzadigde grond kan dragen. Met een dun laagje grond zit je al snel op 250 kilo per vierkante meter. En daar komen dan het drainagenet, vlieszeilen en wortelwerend doek nog bij.”
Niet elk dak geschikt
Veiligheidseisen
Niet ieder dak leent zich voor een dakakker. Hartman: “Je zult eerst
Verder moeten gebouweigenaren rekening houden met veiligheids eisen van onder andere de brand weer. Er moeten voldoende vlucht wegen zijn en bovendien moet het dak worden uitgerust met een doorvalbeveiliging. Hartman: “Het aangezicht van een gebouw verandert. En dus heb je ook met welstandseisen te maken. Hier in Rotterdam ging het boven dien om gemeentelijke monumen ten. Dat maakt aanpassingen soms lastig.” En wat te denken van huurders die met lekkages te maken krijgen? Hartman verhaalt over het Schie block waar dat in de eerste maanden voorkwam. “Dan kun je nog zo enthousiast zijn over verduur zaming, maar lekkages wegen op den duur niet meer op tegen die paar tientjes die je bespaart op je energierekening.” Waarmee hij maar wil zeggen dat een gebouweigenaar best een risico neemt wanneer deze zijn dak wil vergroenen.
Pioniers Een dakakker levert een bijdrage aan sociale cohesie, educatie, waterberging en voedselopbrengst.
Toch is het potentieel in Nederlandse steden volgens Hartman enorm. “We hebben laten berekenen dat je
iedere geïnvesteerde euro vier keer terugverdient: een dakakker levert een bijdrage aan sociale cohesie, educatie, waterberging, voedsel opbrengst en hier in Rotterdam aan de bijenpopulatie. Wij waren met Binder Groenprojecten en het Rotterdams Milieucentrum natuurlijk pioniers. Maar je zou verwachten dat we in Nederland ondertussen net zo ver waren als in de Scandinavische landen. Dat is echter niet zo.” Een verklaring moet volgens de landschapsarchitect worden gezocht in het feit dat het veel werk en onderhoud vergt, dat het alleen mogelijk is op kantoorgebouwen waar huurders met langdurige huurcontracten in huizen. “Je ziet ook dat kantoorgebouwen steeds vaker eigendom zijn van beleggers. Daar waar de overheid vroeger veel eigen vastgoed had, huren ze hun kantoren nu. Dat maakt investeren in groene daken lastiger. Bovendien kent Nederland toch meer een ‘gebakken’ bouwcultuur, daar waar bouwen met en in de natuur in Scandinavië veel normaler is.”
Fruitboomgaard Ondertussen heeft ZUS extra ervaring opgedaan met het dak van het nabijgelegen Station Hofplein. Daar is vorig jaar een fruitboom gaard op het dak geplant. Wegens de boogconstructie van dat dak kon een forser grondpakket worden aangelegd, waardoor er bomen, met een diepe wortelstructuur, op konden worden geplant.
10
G ev e l s & d a k e n
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
INTERVIEW Vanaf januari 2024 moeten alle asbestdaken in Nederland zijn vervangen. Is deze deadline haalbaar? Een gesprek over asbestsanering met Annemieke Nijhof en Udo Waltman van het programmateam Versnelling sanering Asbestdaken / Tijdo van der Zee
Versnelling sanering asbestdaken V
anaf 1 januari 2024 zijn asbestdaken verboden. Die datum leek veilig ver weg, toen die in 2012 door het ministerie van Infrastructuur en Milieu werd vastgepind. Maar nu zijn we vijf jaar verder en komt de deadline met rasse schreden dichterbij. “Gelukkig zit de vaart er met de sanering nu goed in”, zeggen Annemieke Nijhof en Udo Waltman van het team Versnelling sanering Asbestdaken. “Ik heb goede hoop dat we het gaan halen.” Asbesthoudende dakbedekking is nog wijd verspreid in Nederland. Op dit moment gaat het om ongeveer 100 miljoen vierkante meter, waarvan driekwart op boerenstallen of andere agrarische bedrijfsgebouwen. Een kwart is te vinden op particuliere woningen en schuren, op panden van woning corporaties en op bedrijfshallen. Het overgrote merendeel is golfplaat. Ongeveer 15 procent is vlakke asbestplaat. Asbest mag sinds 1993 niet meer worden gebruikt, wat betekent dat de meeste asbesthoudende daken inmiddels tussen de 25 en 40 jaar oud zijn en dus tegen hun natuurlijke vervangings moment aanzitten. “Daarom is 2024 als deadline ook niet gek gekozen”, zegt Udo Waltman, directeur bij SGS Search en ambassadeur namens het door het ministerie van I&M ingestelde programmateam Versnelling sanering Asbestdaken.
Buitenlucht en verweerde daken Het verbod geldt voor asbest dat aan de buitenlucht is bloot gesteld (uitgezonderd zijn boeiboorden) en niet voor asbest dat ín panden is verwerkt. Dit is te verklaren door het feit dat asbest niet gevaarlijk is zolang het niet wordt beroerd. “Maar bij oude asbestdaken is dat wel het geval”, zegt Annemieke Nijhof, directeur van Tauw Group en ambassadeur en initiatiefnemer van het sinds vorig jaar operationele programmateam. “Die daken verweren. Met het regenwater stromen de asbest vezels richting de bodem en door de wind komen ze in de lucht terecht.”
Geen nieuwe slachtoffers Asbest veroorzaakt per jaar ongeveer duizend dodelijke slachtoffers. Asbest kan de longziekte asbestose veroorzaken en een specifiek soort longkanker mesothelioom. Daarnaast krijgen sommige mensen die hebben gewerkt met asbest ‘gewone’ longkanker. In dit laatste geval is het moeilijk om te identificeren hoeveel patiënten deze kanker hebben gekregen
Het saneringstempo moet worden opgeschroefd naar ruim 16 miljoen vierkante meter per jaar. Beeld: SGS Search
door asbest, en bij hoeveel er een andere oorzaak aan ten grondslag ligt, zoals roken. Zelfs na eenmalig inademen van asbest kan je ziek worden, maar de kans hierop is zeer klein. Hoe langduriger de blootstelling en hoe hoger de vezelconcen tratie, hoe groter het gevaar. Daarmee zijn asbestgerelateerde aandoeningen echte beroepsziekten. Meestal worden mensen pas ziek na ongeveer dertig jaar. “Dat maakt het tot zo’n vreselijk moeilijk onderwerp om over te communiceren”, zegt Waltman. “Heel anders dan iemand die van een trap afvalt en een been breekt.” Hoe cru ook, de grote golf van asbestslachtoffers ligt over niet al te lange tijd achter ons. Patiënten zullen overlijden en er komen geen nieuwe arbeidsgerelateerde slachtoffers meer bij. Het gevaar van asbest is nu meer een sluipend en alomtegen woordig gevaar, vertelt Nijhof: “Hoe weinig vezels er ook loslaten van een individueel dak, als je al die duizenden daken bij elkaar optelt, dan gaat het om enorme hoeveelheden.” Tauw-directeur Nijhof vergelijkt de asbestproblematiek met de bodemverontreinigingen door chemische wasserijen, verf fabrieken en autosloperijen uit de jaren 90. “Toen hebben we ook als maatschappij besloten dat we dit een onaanvaardbare aantasting van ons milieu vonden. En hebben we met z’n allen de schouders onder bodemsanering gezet.”
“
Uiteindelijk kunnen we asbestsanering gaan ontwikkelen tot exportproduct Fases in het programma Vorig jaar werd er een recordhoeveelheid van 10 miljoen vierkante meter asbestdak verwijderd. Dat is heel wat, maar nog lang niet genoeg om de deadline van 2024 te halen. Want om in dat jaar vrij van asbestdaken te zijn, moet het tempo worden opgeschroefd naar ruim 16 miljoen vierkante meter per jaar. Het programmateam Versnelling sanering Asbestdaken brengt in opdracht van het ministerie in kaart op welke manier dit aantal gehaald kan worden. Het team werkt aan deze opdracht in verschillende fases. De eerste fase was een verkenning van de markt, de koplopers en best practices identificeren én het vormen van allianties van marktpartijen en overheden. “Treintjes”, noemt Waltman die. “Je ziet dat iedereen nu toch wel in een treintje stapt. De versnelling is nu wel echt ingezet.” De volgende fase is het ontwikkelen van waarde in de keten, zoals door het combineren van asbestsanering met dakisolatie, groene daken of pv-installaties. En ook het overwinnen van – veelal financiële – obstakels. Na deze fases zou het mooi zijn als het programmabureau zich ook nog op het asbestafval zou richten, zegt Waltman. Want met de juiste behandeling is van asbestafval nuttige grondstof te maken. “Ik zal niet zeggen dat de business case van asbestverwijdering uiteindelijk positief is te maken, maar in elk geval een stuk positiever dan nu.”
Koplopers bij de provincies
asbestverwijdering combineert met het plaatsen van een nieuw, geïsoleerd dak.” Het isolatiematerialenbedrijf heeft hierbij een ‘totaalconcept’ uitgedokterd, waarbij het zorg draagt voor de subsidies en zelfs de financiering, waardoor de dakeigenaar er zelf geen geld aan kwijt is. Het concept is vooral gericht op de agrarische sector, maar Kingspan heeft zich inmiddels ook gewend tot de woningbouw en utiliteit.
Als er naar de provincies wordt gekeken, dan zijn Overijssel en Limburg duidelijk koplopers, aldus Nijhof. “Waarom deze provincies? Dat heeft verschillende oorzaken. In Overijssel was bijvoorbeeld de asbestfabriek van Eternit gevestigd. Daar weten ze dus alles van de gevaren van asbest. En er zijn veel agrariërs in Overijssel. Het heeft daarnaast ook te maken met de persoonlijke inzet van individuen.” Mooi voorbeeld is de inzet van Daan Prevoo, gedeputeerde in Limburg, dat mede door zijn ambities werkt aan vier groot schalige showcases waarbij in één keer honderden daken worden aangepakt. En waar wordt gewerkt aan ‘dakscans’, uitgebreide asbestinventarisaties en het ‘sluiten van de asbestketen’. Deze koploperspositie leidde ertoe dat deze twee provincies hun verhaal konden vertellen op de Nationale Asbest Conferentie, afgelopen najaar in Venlo én dat de Tweede Kamer de methodes van de provincies wil invoeren in heel Nederland. Er zijn inmiddels voldoende marktpartijen die hun maatschap pelijke rol oppakken. Uiteraard spelen daarbij economische motieven van de betrokken partijen een grote rol, maar Nijhof en Waltman hebben er in ieder geval waardering voor dát ze dit doen. Waltman: “Een goed voorbeeld is Kingspan, dat de
Asbestvezels kunnen op thermische of chemische manier worden geneutraliseerd. Beeld: SGS Search
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
11
Vorig jaar werd er een recordhoeveelheid van 10 miljoen vierkante meter asbestdak verwijderd. Beeld: SGS Search
Schuldsanering In principe heeft Nijhof er geen bezwaar tegen dat dakeigena ren de portemonnee moeten gaan trekken voor de sanering van hun dak. Dat hoort er nu eenmaal bij als je dergelijke dingen gaat verbieden. Maar ze ziet ook dat er bedrijven en vooral particulieren zijn, die saneringskosten van 10.000 à 15.000 euro eenvoudigweg niet kunnen ophoesten. “Je moet altijd nadenken over mensen die de draagkracht niet hebben, omdat dit uiteindelijk een maatschappelijk probleem is. Dan krijg je al snel een collectieve aanpak. Bij zo’n aanpak is het altijd de vraag of je alleen de technische oplossing collectiveert, of dat je ook financiële solidariteit regelt. Voor die één procent van de mensen die bijvoorbeeld in de schuldsanering zit en die echt de financiering zelf niet rond gaan krijgen.”
“
Je ziet dat iedereen nu toch wel in een treintje stapt
Een voorbeeld waar dit probleem speelt is Lelystad, een naoorlogse stad waar ruim duizend huishoudens onder een asbestdak wonen. In feite gaat het hier in veel gevallen om meerdere woningen, samen onder één groot asbestleiendak. Als een van deze woningeigenaren het geld niet heeft om te
saneren, of de kredietwaardigheid niet heeft om gebruik te maken van een stedelijke lening, dan kan niemand met sanering aan de slag. “En dat zou jammer zijn, omdat juist in Lelystad, bewoners zich bottom up zijn gaan organiseren om die sanering voor elkaar te krijgen”, zegt Nijhof. Op verzoek van Tweede Kamerleden Smaling (SP) en De Vries (PvdA) besloot de Tweede Kamer onlangs om ‘arrangementen te ontwikkelen’ die rekening houden ‘met draagkracht’. Het Kabinet moet voor 1 juli met suggesties hiervoor komen. Juist door ‘gevallen’ als Lelystad is Nijhof positief gestemd over 2024: “Ik heb goede hoop dat we het gaan halen.”
Kennis als exportproduct Pas echt rond is het cirkeltje wanneer asbest niet meer als afval maar als grondstof wordt gezien, vinden Waltman en Nijhof. “Ons team gaat daar binnenkort vol op inzetten”, zegt Nijhof. “Het idee is dat als de asbestvezels op thermische of chemische manier worden geneutraliseerd, je dan prima bouwstenen hebt voor in de bouw.” Waltman: “Daar wordt volop mee geëxperi menteerd. De eerste aanvragen om daar fabrieken voor te maken, lopen nu.” Voorbeeld is het bedrijf D-Nature, dat in Overijssel in 2018 operationeel wil zijn en waarvoor nu een MER-procedure wordt doorlopen. De bedoeling is dat deze fabriek op termijn een verwerkingscapaciteit krijgt van ongeveer 6 miljoen vierkante meter asbest per jaar. “Uiteindelijk kunnen we asbestsanering gaan ontwikkelen tot exportproduct. Waarom ook niet: we hebben hetzelfde gedaan met onze kennis over bodemsanering.”
Annemieke Nijhof (1966) is sinds 2013 directeur bij ingenieurs- en adviesbureau Tauw. Ze studeerde af in 1990 als chemisch technoloog aan de Universiteit Twente. Nijhof werkte eerst enkele jaren bij Tauw, waar ze onder meer projectleider Bodem was. In 1998 maakte ze de stap naar de Rijksoverheid, waar ze op verschillende ministeries functies vervulde. Zo was ze directeur-generaal Water bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu en Plaatsvervangend directeur van de directie Externe Veiligheid binnen het toenmalige ministerie van VROM. In 2012 keerde Nijhof terug bij Tauw. Ze is verder actief als bestuurder, toezichthouder en commissaris bij verschillende instellingen zoals waterbedrijf Evides, ARK Natuurontwikkeling en het KNMI. Bovendien is Nijhof ambassadeur en initiatiefnemer van het programma Versnelling sanering Asbestdaken.
Udo Waltman (1978) werkt sinds 2005 bij SGS Search, eerst als bedrijfsdirecteur en sinds 2014 als algemeen directeur. SGS Search is een ingenieurs- en adviesbureau dat de gebouwde omgeving ‘inspecteert, analyseert en adviseert’. Waltman doorliep de Haarlem Business School en haalde daarna zijn masters bedrijfseconomie aan de Nyenrode Business Universiteit. Hij is veelvuldig spreker en voorzitter tijdens debatten en rondetafelbijeenkomsten. Sinds vorig jaar is hij ambassadeur bij het programma Versnelling sanering Asbestdaken. Hij focust daarbij op commercieel vastgoed en industrie.
Foto: Gerhard Witteveen
Pas echt rond is het cirkeltje wanneer asbest niet meer als afval maar als grondstof wordt gezien. Beeld: SGS Search
OPENDAG Dak- en gevelbekleding, dakbedekking, isolatie en lichtstraten.
V R A AG N U E E N
GR ATIS KLEURENMON STER A AN !
Voor kwalitatieve, economische en hoogwaardige oplossingen.
U bent welkom op: vrijdag 21 april 08.30 - 21.00 zaterdag 22 april 08.30 - 16.00 Locatie: Everdenberg 7f 4902 TT Oosterhout
Bedenkt. Bouwt. Behoudt. www.cladding.nl
A Tata Steel Enterprise
Kalzip FC gevelsysteem Innovatieve geventileerde gevels in aluminium
Innovatief montagesysteem Paneelbreedtes 300, 400, 500, 600 en 800 mm Zowel horizontaal als verticaal toepasbaar Voor meer informatie: www.tatasteelconstruction.com
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
13
REPORTAGE De woonconsument eist meer zeggenschap over zijn nieuwe woning. Bovendien heeft hij zijn weg gevonden op internet, waar hij niet alleen informatie vindt, maar ook zelf aanlevert. Data waar ontwikkelaars en architecten hun voordeel mee kunnen doen / Peter de Lange
Vraaggericht bouwen met big data H
et vertrouwde rijtjeshuis, bepalend voor het Nederlandse straatbeeld, heeft zijn langste tijd gehad. “Straten met allemaal dezelfde gevels zullen we in de toekomst minder vaak zien”, voorspelt Jos Borgdorff. De woningbouw staat volgens deze makelaar en NVM-nieuwbouwspecialist op de drempel van verregaande individualisering. Seriebouw wordt bouwen op maat. Want de woonconsument eist én krijgt veel meer zeggenschap over het uiterlijk en de indeling van zijn nieuwe woning.
Vlnr: Jurriaan van Gent, Dingeman Deijs en Jeroen Atteveld. Foto funda
Rijtjeskasteel
Dat één standaard type woning niet meer past bij de woonwensen van de overgrote meerderheid van de bevolking is deels een gevolg van maatschappelijke veranderingen, zoals een gewijzigde bevolkingsopbouw en de groei van het aantal gezinnen met minder kinderen. De huizenkoper is ook kritischer geworden. Het internet houdt hem voortdurend op de hoogte van de meest actuele mogelijkheden op huisvestingsgebied.
Zoekgedrag Door middel van zijn activiteiten op internet vergaart de woonconsument niet alleen informatie, hij levert zelf ook gegevens aan. Zijn zoekgedrag wijst architecten en ontwikkelaars de weg naar nieuwe opvattingen over woonwensen, zo bleek onlangs bij de presentatie van het funda Huis, een eengezinswoning geheel ontworpen op basis van data die funda – de grootste website voor de onroerendgoedmarkt in Nederland – verzamelde. Data-analisten kunnen bij funda hun hart ophalen. Met 36 miljoen bezoeken per maand en 1 miljard bekeken woningen per jaar biedt het platform beter dan welk medium ook inzicht in de ontwikkelingen op de Nederlandse woningmarkt. Jurriaan van Gent is zo’n dataanalist. Hij onderzocht voor funda het gedrag van miljoenen bezoekers en stelde van serieuze belangstellenden een zoekprofiel op: naar welk type woning met welke perceel- en welk vloeroppervlak waren ze op zoek en in welke prijsklasse? Mensen die alleen voor de ‘fun’ wat grasduinden in duur vastgoed, zoals te koop staande villa’s van bekende
Doorsnede van het funda Huis. De voorzijde is opgebouwd uit opengewerkt, lichtdoorlatend metselwerk. De achterzijde is van glas waardoor het licht tot diep in de woning kan doordringen. Afbeelding: funda Nederlanders of die zich slechts incidenteel op de site vertoonden, vielen af. Het onderscheid met serieuze belangstellenden kon funda met behulp van een algoritme maken. “Dat zijn mensen die bijvoorbeeld een woning ‘bewaarden’ in Mijn funda, die meerdere malen hetzelfde huis bezochten, of die een afspraak maakten voor een bezichtiging.”
Inspiratiebron De huizen die de funda-bezoekers uiteindelijk kochten, kwamen vaak maar ten dele overeen met hun wensen. Opvallend was dat kopers dikwijls genoegen namen met minder ruimte, stelde Van Gent vast. “In realiteit is bij de transactie het perceeloppervlak met 100 tot 150 vierkante meter vaak kleiner dan
Een ander o ja huis
‘Het o ja huis’ noemt makelaar Jos Borgdorff de eengezinswoning die zo’n zestig procent van de Nederlandse bevolking tot huisvesting dient. O ja, omdat de zoektocht van zoveel van zijn klanten eindigt bij dit type woning. Maar Borgdorff bespeurt ook een neiging bij kopers om de volgens standaardformules ontworpen eengezinswoning grondig te verbouwen om die aan hun eigen woonwensen te laten voldoen. “Er wordt veel aan gesleuteld. De woonkamer wordt uitgebouwd, de keuken verplaatst en de badkamer vergroot.” Met andere woorden: de opvattingen over wonen zijn in de loop der tijd sterk veranderd. Hoog tijd dat de markt daar adequaat op reageert. Borgdorff is funda dan ook dankbaar voor het initiatief om de vertrouwde eengezinswoning eens op de tekentafel te leggen en de contouren ingrijpend te herzien. Het resultaat had wat hem betreft zelfs nog wel fantasievoller gemogen. “Maar ook dit ontwerp biedt goede uitgangspunten voor een dialoog met de consument.”
het gezochte oppervlak van 150 tot 200 vierkante meter.” Het funda Huis dat de architecten Jeroen Atteveld en Dingeman Deijs aan de hand van Van Gents gegevens ontwierpen, tracht dit gemis te compenseren onder andere door de beschikbare binnenruimte anders in te delen (zie kader). Maar is dit huis het antwoord op alle wensen van de hedendaagse woonconsument? “Dat was het uitgangspunt niet”, zegt Atteveld. “Het funda Huis is bedoeld om de markt wakker te schudden. Het is een inspiratiebron voor het nieuwe rijtjeshuis. Bij dit onderzoek stond de wens van de consument centraal. De basis van een goede woning is weten wat de consument wil.” Atteveld vond het een uitdaging een huis te ontwerpen met data-analyse als leidraad. “Dat is heel anders werken dan op basis van de tekening van de ontwikkelende bouwer die een bepaald woningtype heeft bedacht zonder de consument te raadplegen.”
Regionaal platform Voor makelaar Jos Borgdorff staat vast dat aspirant-kopers in de toekomst veel meer zeggenschap willen en ook krijgen bij de bouw van hun nieuwe woning. Maar dan moet er wel eerst één-op-één contact met de consument worden gelegd. Die schakel ontbrak in het fundaonderzoek, dat zich bediende van anonieme gegevens, maar kan volgens Borgdorff alsnog zonder veel
moeite worden ingelast. “Dat kan als funda een bezoeker, die twintig of dertig huizen heeft aangeklikt en niet vindt wat hij zoekt, doorverwijst naar een regionaal platform van makelaars en NVM nieuwbouw specialisten.” Dergelijke regionale platforms bestaan al in Utrecht, Groningen en de Zaanstreek en zijn in voor bereiding in Den Haag, Twente en Noord-Brabant. Naast het bestaande aanbod hebben ze beoogde nieuwbouwprojecten in portefeuille. Bovendien onderhouden ze nauwe contacten met gemeenten en ontwikkelaars. Het platform inventariseert de woonwensen van de consument en speelt deze gegevens door aan de markt. “Belangstellenden kunnen bij het platform heel gedetailleerd aangeven wat zij zoeken. Niet alleen oppervlakte en type woning, maar ook de gewenste bouwstijl, de kapvorm, zelfs de kozijnenmaat. Dat is interessante informatie voor de ontwikkelaar. Hij weet dan precies naar welk type woning er vraag is. Hij hoeft niets zelf te bedenken, hij bouwt met minder faalkosten en loopt nauwelijks risico dat een project niet goed verkoopt”, betoogt Borgdorff. De woonconsument reageert enthousiast op dit initiatief. Bij het platform in Utrecht, gestart medio 2016, staan al 13.000 woningzoekenden geregistreerd. Van hen worden 3000 als zeer serieuze woningzoekenden gezien. “Zij hebben heel gedetailleerd hun
“Een rijtjeshuis met het ruimtelijk gevoel van een kasteel”, noemen de architecten Jeroen Atteveld (Heren5) en Dingeman Deijs (Dingeman Deijs Architects) de woning die zij ontwierpen op basis van door funda geanalyseerde big data. Het ontwerp kenmerkt zich onder andere door de ruimtelijke beleving met een open overloop en een meanderende trap die alle vertrekken met elkaar verbindt. In de dikke muren zijn kasten, de keuken, en een inloopbad verwerkt. Traditionele slaapkamers ontbreken nagenoeg; voor de ouders is er een verrassend lichte torenkamer, voor de kinderen een doorzonzolder en een bedsteekamer. De achtergevel is geheel van glas, de ramen aan de voorzijde zijn vervangen door opengewerkt, lichtdoorlatend metselwerk. Funda ontvangt veel, overwegend positieve, reacties op dit droomhuis. “Met de principes waarop het ontwerp berust, is bijna niemand het oneens”, constateert architect Jeroen Atteveld. “De ruimtelijkheid is de kracht van het ontwerp. Er is waardering voor het principe van één grote leefruimte en meer licht en doorzicht in het hele huis. Men moet wel wennen aan de compacte slaapkamers. Daarover zijn de meningen verdeeld.” Evengoed zijn andere woningzoekenden juist weer zo enthousiast dat ze een rijtjeskasteel onmiddellijk zouden kopen zodra het op de markt kwam. Inmiddels hebben zich volgens funda meerdere ontwikkelaars gemeld die wel een proefwoning willen bouwen. Of de gesprekken zullen resulteren in concrete plannen is nog onduidelijk. Atteveld zou het ‘ontzettend gaaf’ vinden als het kasteelhuis werkelijkheid wordt. “Dan zouden we input krijgen hoe het is om erin te wonen. Dan krijg je als architect nog meer feeling met wat mensen echt willen.”
woonwensen aangegeven. Zij zijn de mensen die ons gaan vertellen welke producten wáár moeten komen,’’ zegt Borgdorff. Vraaggericht bouwen wordt het sleutelbegrip op de woningmarkt van morgen, stelt Borgdorff. “Bouwers die vasthouden aan de oude rijtjeshuisformule gaan het op den duur niet redden. Er zal zeker vraag naar blijven, maar de boodschap luidt: sluit niet de ogen voor de consument die het op zijn eigen manier wil.”
14
g ev e l s & d a k e n
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
REPORTAGE Binnenkort wordt het gebouw van de Energy Academy Europe in gebruik genomen. Het bijzondere dak, dat zowel voldoende daglicht doorlaat, regenwater opvangt én elektriciteit opwekt met pv-panelen, zorgt voor een hoge duurzaamheidsscore / Tijdo van der Zee
Dak oogst licht, elektriciteit H
et dak op het nieuwe gebouw van de Energy Academy Europe in Groningen verzamelt regen water, laat daglicht door naar de onderliggende werkvertrekken en het atrium én wekt elektriciteit op met pv-panelen. Omdat het halve dak uit glas bestaat, was het zoeken naar genoeg ruimte voor de pv-installatie. Die ruimte werd gevonden door de panelen in wisselende hoeken op hun kant te zetten. “Zo verdubbelden we de oppervlakte aan pv-panelen en haalden we onze duurzaamheids ambities.”
Een gebouw waarin onderzoekers, bedrijven en studenten richting en versnelling geven aan de energie transitie moet van zichzelf natuur lijk ook duurzaam zijn. Dat stond vanaf het begin van het bouwproject al vast, zegt Pieter van Hoesel. Hij is vanuit Vastgoed en Investerings projecten van de Rijksuniversiteit Groningen al sinds 2012 als project leider betrokken bij de bouw. “In het PvE stond dat we CO2 -neutraal wilden zijn en het hoogste BREEAMcertificaat wilden halen.” Dat is gelukt. Het gebouw heeft een BREEAM Outstanding ontwerp certificaat en als over een paar maanden alle puntjes op de ‘i’ zijn gezet, dan volgt ook het Outstanding oplevercertificaat. Het dak draagt voor een groot deel bij aan de hoge duurzaamheidsscore van het gebouw op de Zernike Campus.
Waaiervorm De eerste van de drie duurzame functies van het dak is de collectie van regenwater. Dit wordt geleid naar een grijswatertank en gebruikt om de toiletten mee te spoelen. Naar verwachting bespaart deze maat regel 29 procent van het totale watergebruik in het gebouw. Daarnaast biedt het dak plaats aan pv-panelen. Het was puzzelen om er genoeg te kunnen installeren, zegt Van Hoesel. Het dak is georiënteerd op het zuiden, heeft een oppervlakte van 4.000 vierkante meter en is schuin aflopend, met een hellings hoek van bijna 20 graden: ideaal
voor een pv-installatie. Ware het niet dat de architecten van Broekbakema en pvanb architecten (tegenwoordig De Unie architecten) het dak ook wilden gebruiken voor daglicht toetreding. Hoe konden deze twee eisen gecombineerd worden? De oplossing werd in 2013 gevonden op de grote solarbeurs EU PVSEC in Parijs, toen het bouwproject al een jaar liep. Daar kwamen de bouw partners een ingenieuze opstelling van zonnepanelen tegen, die kop-aan-kop tegen elkaar aan geplaatst waren, net als in de meer gangbare oost-west-opstellingen, maar dan in steeds wisselende hoeken, waardoor een waaier vormige constructie ontstaat. In Groningen werd gekozen voor opstellingen van acht paar (dus zestien) pv-panelen in hoek oplopend van bijna plat tot bijna verticaal. Van Hoesel: “Deze con structie vergrootte het pv-oppervlak van 2000 vierkante meter naar 4000 vierkante meter en zorgde voor een 37 procent hogere op brengst ten opzichte van een conventionele opstelling. De horizon taal geïnstalleerde panelen vangen vooral overdag veel zon, terwijl de verticale panelen in de ochtend en avond beter werken.” Op het moment van schrijven moest de installatie van de pv-panelen nog beginnen, maar een experimentele opstelling op een grasveld dichtbij, waarbij verschillende typen en merken getest werden, sterkte de bouwpartners in hun vermoeden dat deze manier van installeren een goede oplossing kan zijn.
Aardbevingen De driehoekige glazen dakpanelen vormen de derde duurzame functie van het dak. Door het dak, en door de grotendeels glazen gevels, stroomt overdag voldoende licht voor de verlichting van het gebouw. Pas als het gaat schemeren springt de ledverlichting aan. Een schuin dak dat half uit glas bestaat, brengt van zichzelf al de nodige constructieve uitdagingen met zich mee, maar de bouw ervan werd nog eens gecompliceerd
Het dak is georiënteerd op het zuiden, heeft een oppervlakte van 4000 vierkante meter en is schuin aflopend, met een hoek van bijna 20 graden: ideaal voor een pv-installatie. Foto: Gerhard Taatgen doordat de Energy Academy Europe in aardbevingsgebied Groningen staat. Daardoor werden extra eisen gesteld aan het glas en de spon ningen. Het glas moest aardbevings bestendig zijn en dus extra gehard en gelaagd. En de sponningen extra diep, zodat trillingen van de aarde niet zouden leiden tot naar beneden stortende glaspanelen. Tijdens het ontwerp werd besloten nieuwe richtlijnen ten aanzien van aardbevingsbestendig bouwen toe te passen, zegt Van Hoesel. Vanuit de nieuwbouwregeling, die gebaseerd
Het gebouw van de Energy Academy Europe, waarin onderzoekers, bedrijven en studenten richting geven aan de energietransitie, moet van zichzelf natuurlijk ook duurzaam zijn. Foto: Gerhard Taatgen
was op de toen nog groene (voor lopige) versie van de NPR 9998 (Nederlandse Praktijkrichtlijn), konden bouwers technisch advies en een financiële tegemoetkoming krijgen van onder meer de NAM. Dit resulteerde in verschillende extra stabilisatiemaatregelen voor het dak en de gevel, vertelt Van Hoesel. “Een lastig uit te leggen verhaal, maar het kwam er op neer dat de harde kernen in het gebouw, zoals trappenhuizen en liften, waar het dak aan hangt, door de schuine constructie van het dak niet even
hoog waren. Door dit hoogteverschil zouden ze bij een aardbeving verschillende kanten op kunnen schudden, waardoor het dak er tussenuit zou kunnen vallen.” Dit risico werd ondervangen door het maken van loopbruggen en trappen van beton en staal tussen de vaste kernen, waardoor ze elkaar tijdens een beving dezelfde kant uit zullen trekken. Het dak werd voorts “verzwaard en verstevigd zodat het werkt als één grote stijve schijf, die bij een aardbeving meebeweegt zonder te vervormen.”
Acht paar pv-panelen, kop-aan-kop tegen elkaar aan geplaatst in wisselende hoeken, creëren een waaiervormige opstelling. Foto: RUG
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
15
en regenwater Wintertuin Nog een laatste opmerkelijk staaltje duurzaamheid is de glazen uitbouw aan de zuidzijde van de Energy Academy Europe. De ‘Wintertuin’, zo heeft het bouwteam deze uitbouw genoemd, die in wezen een nietgeklimatiseerde serre is. Van Hoesel: “Op een dag als vandaag – de zon schijnt, maar buiten is het nog koud – leiden we de ventilatie lucht door deze wintertuin voor we die het gebouw inblazen. Daarmee wordt de lucht voorverwarmd en besparen we dus op de energiekosten. Die sowieso al laag zijn doordat gebruik wordt gemaakt van natuurlijke trek in het gebouw en niet van mechanische ventilatie.” Eenzelfde functie als de Wintertuin vervult het ‘labyrint’ aan buizen onder het gebouw, waardoor ventilatielucht in de zomer door de bodem wordt voorgekoeld en in de winter wordt voorverwarmd.
Gebruikers
Ook de gevel werd aangepakt. Van Hoesel: “Ten gevolge van een aardbeving gaat het gebouw bewegen, en de bovenste vloeren bewegen daarbij wat meer dan de ondergelegen vloeren. De gevel moet deze bewegingen van de vloeren volgen. Om te voorkomen dat het glas uit de kozijnsponningen valt, is er gekozen voor een elementengevel. De elementen kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen en deze beweging zal kleiner zijn dan wanneer de gevel als een groot geheel zou zijn uitgevoerd.”
De Energy Academy Europe is niet het goedkoopste gebouw geworden. “Maar louter sturen op kosten zou ook niet passend zijn voor een duurzaam en innovatief ontwerp als dit”, zegt Van Hoesel. “We moesten soms terug naar de tekentafel om nieuwe ideeën uit te werken. De tijd die daarvoor nodig was, werd ons ook geboden. Het gebouw is ook wat duurder. We hebben 15 procent meer in dit gebouw geïnvesteerd dan gangbaar is bij onze universiteits gebouwen. Maar als je kijkt naar Total Cost of Ownership dan verdien je dat geld natuurlijk wel terug.” Uiteindelijk ontwerp je een gebouw voor de gebruiker. Hoe ervaart die het gebouw? Van Hoesel: “Het aardige van de BREEAM-methodiek is dat de ervaring van de gebruiker erin wordt meegenomen. En die is positief. Het Atrium bijvoorbeeld, dat was al in het ontwerp bedoeld als ontmoetingsplek tussen onder zoekers, mensen uit het bedrijfs leven en studenten. En zo blijkt het ook te werken. Mensen spreken daar af om van gedachten te wisselen over duurzame energie. Zo wil je het hebben.”
Door het plaatsen van loopbruggen en trappen van beton en staal voldoet het gebouw aan de richtlijnen van aardbevingsbestendig bouwen. Foto: Gerhard Taatgen In de Energy Academy Europe – dat in oktober 2016 is opgeleverd en binnenkort feestelijk officieel in gebruik wordt genomen – werken partijen samen die zich inzetten voor de transitie naar de energie van de toekomst. Dit zijn de Rijksuniversiteit Groningen met Energy and Sustainability Research Institute Groningen (ESRIG), Hanzehogeschool Groningen, Energy Academy Europe, Energy Valley en het Energy Delta Institute. Dit project wordt mede gefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), het Ruimtelijk Economisch Programma en door het Ministerie van Economische Zaken. Aan het ontwerp en de bouw werkten de volgende bedrijven mee: Aannemer bouw: Bouwcombinatie Friso-Koopmans Aannemer installaties: ENGIE WKO: UNICA Laboratoria: Wesemann Zonnepanelen (nog te plaatsen): One Solar Architectuur: Broekbakema i.s.m. De Unie architecten (voorheen pvanb architecten) Installatieadvies: ARUP Constructie: Ingenieursbureau Wassenaar Laboratoriumadvies: dr. Heinekamp Bouwfysica en Brandveiligheid: DGMR Expert Breeam: DGMR Management: ICS adviseurs Assessor: BenR
Er is gekozen voor een elementengevel. In het geval van een aardbeving volgt de gevel de bewegingen van de vloeren. Foto: Gerhard Taatgen
Op 8 maart zijn in Londen de BREEAM Awards 2017 uitgereikt. De Energy Academy Europe was een van de winnaars in de categorie Mix Use and Other (gedeelde eerste plaats).
COMFORT MET BALKONBEGLAZING.
Verhogen dak, 72 x 32,3 m. van 6 naar 9 m.
Verhogen dak met gevel. Bedrijfshal 70 x 54 m. 3 m. omhoog.
Ruimte creëren Een extra ruimte met balkonkarakterop maat gemaakt, flexibel en beschut tegen weer en wind. solarlux.nl
VOORZETGEVELS GLAS-VOUWWANDEN SCHUIFSYSTEMEN
Tel. 0174 513094 www.tcvddool.nl
AdvTCvdDOOL032017_130x190_4.indd 1
10-03-17 13:29
BALKONBEGLAZING
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
17
REPORTAGE Een EPC = 0 halen in een woontoren is mogelijk, blijkt in Amsterdam. Ontwikkelaars Hurks, Lingotto en AFP International slagen hierin door bij een complex in het Amstelkwartier de gevels en daken grotendeels te bedekken met zonnepanelen / Edo Beerda
Huurder wordt energieproducent D
e gevel van de 73 meter hoge woontoren @Home Amstelkwartier oogt als een glimmend schaakbord van pv-panelen. Het woongebouw met 160 huur woningen in het midden en dure segment krijgt in totaal bijna tweeduizend zonnepanelen van 1,65 bij 0,99 meter. Dat komt neer op tien tot vijftien gevel pv-panelen of zes dak pv-panelen per woning. Bouwer Hurks levert vanuit de fabriek in Veldhoven kant-en-klare sandwichpanelen van prefabbeton aan. Die bestaan uit een betonnen binnen- en buitenspouwblad met een stevig pakket isolatie ertussen. Dat is goed voor een gebouwschil met een Rc-waarde van 6,0 m2.K/W. In de fabriek krijgen de gevel elementen tevens isolerende, driedubbele beglazing (U-waarde 0,9 W/m2K) en wordt de montagerails voor de pv-panelen aangebracht. Hurks gebruikt daarvoor een rails die wordt ingestort in het beton. De zonnepanelen laten zich daardoor eenvoudig vanaf hef steigers tegen de gevel zetten. “We hebben ook onderzocht of het mogelijk zou zijn om de zonne panelen al in de fabriek aan te brengen”, vertelt projectdirecteur Stefan de Ruijter van Hurks vastgoedontwikkeling. “Helaas bleek dat onmogelijk, omdat de standaardafmetingen afwijken van de verdiepingshoogten. Ze zouden dus bij de naden oversteken. Toch is ‘building integrated PV’ ongetwijfeld de toekomst.”
Schuiven met panelen Integreren van de panelen in de gebouwelementen stuitte in het Amstelkwartier ook op bezwaren van de architect. Die wilde geen beeld van gestapelde elementen die
Projectgegevens Project: 160 (huur)appartementen, commerciële ruimtes in plint, 52 parkeerplaatsen Ontwikkelaars: Hurks, Lingotto, AFP International Belegger: Amvest Aannemer: Hurks Architect: Mecanoo Architecten Adviseur duurzaamheid: Innax
Impressie van de 73 meter hoge woontoren @Home Amstelkwartier. van verre zijn te herkennen. Geen patroon dus van borstweringen en raampjes erboven, maar juist schuiven met de panelen voor het hoogbouwbeeld en combinatie met voldoende grote raamopeningen en balkons en loggia’s. Voordeel van de gekozen methode is dat de pv-panelen ook eenvoudig weer zijn te vervangen als ze aan het
eind van hun levensduur zijn. Onderhoud gebeurt straks vanuit de glazenwasinstallatie, op tien etages komen er abseilers aan te pas.
Puzzelwerk De uitdaging om extreem duurzame hoogbouw te realiseren kwam voort uit de gunningseisen van de gemeente Amsterdam. Het was al
snel duidelijk dat een extra zwaar isolatiepakket en energiezuinige installaties onvoldoende zouden zijn om een EPC = 0 te halen. Dat is bij hoogbouw een aanzienlijk complexere opgave dan bij grond gebonden woningen, stelt De Ruijter. “Hoogbouw is compacter van opzet, maar heeft ten opzichte van grondgebonden woningen een relatief klein dakoppervlak en een groot geveloppervlak. De gevels hebben bovendien lang niet altijd een oriëntatie die gunstig is voor de energieprestatie.” Het kostte architect Mecanoo het nodige puzzelwerk met balkons, raamopeningen en plattegronden om alle panelen in het gevelvlak kwijt te kunnen die nodig zijn om in het complete gebouwgebonden stroomgebruik te kunnen voorzien. De ontwikkelaars kozen voor twee types panelen. Op het torendak en op het dak van het laagbouwdeel zijn 305 hoogrendement exemplaren (330 Wattpiek) geplaatst. Die zijn onder een helling gemonteerd om optimaal van de lichtinval te profiteren. Bij de gevels is daar niet voor gekozen, omdat daarvoor een aanvullende staalconstructie noodzakelijk was geweest met kans op geluidsoverlast door de wind. “Bijkomend probleem was dat ieder schuin geplaatst paneel voor schaduwwerking op het paneel
Zelf verdienen
Foto: Ronald Bakker
In @Home Amstelkwartier is het photovoltaïsche systeem zo opgezet dat ieder appartement zijn eigen zonnestroom opwekt. De woninggebruiker ziet via de wettelijke salderingsregeling de energiemeter teruglopen wanneer het stroomverbruik minder is dan de opwekking. De huurder kan op die manier zijn ‘zonnehuur’ terugverdienen. Elk appartement is daartoe uitgerust met een slimme energiemeter. Stroomgebruik valt niet altijd samen met het moment van opwekking. Daarom wordt de zonnestroom via de energiemeter geleverd aan het reguliere net. Deze teruggeleverde energie – gemiddeld zo’n 1950 kWh per jaar – wordt verrekend met het daadwerkelijke verbruik. Op die manier bespaart de huurder ongeveer 37 euro per maand, uitgaande van een prijs van 0,23 euro per kWh. Voor de huur van de zonnepanelen betaalt de huurder een vastrecht, de zogenoemde ‘zonnehuur’. Het is aan gebouweigenaar Amvest om de hoogte van de zonnehuur die bij de huurders in rekening wordt gebracht te bepalen. Daarin zit een stimulans om ook zuinig om te gaan met het stroomgebruik, want de huurder kan eraan verdienen. De totaal 2.500 vierkante meter pv-panelen hebben een gezamenlijke productiecapaciteit van ongeveer 490.000 Wp. Het aantal zonnepanelen per appartement is gerelateerd aan de positie en de opbrengst per paneel. Omzetten van gelijkstroom naar wisselstroom gebeurt in de omvormers in de meterkast van iedere woning. Daar becijfert de slimme meter de teruglevering aan het net en de saldering. Uitgangspunt in Amsterdam is dat de panelen veertig jaar meegaan, de terugloop in productiecapaciteit bedraagt slechts 0,3 procent per jaar.
eronder zou zorgen”, vertelt De Ruijter. “Deze panelen (270 Wattpiek) zijn loodrecht gemonteerd tegen twee van de vier gevels – de andere gevels geven onvoldoende rendement. Het levert een jaarlijkse besparing op van 310.000 kWh aan energie en 179.800 kilo CO2 -uitstoot.
Warmteterugwinning Om op een EPC = 0 uit te komen heeft @Home Amstelkwartier behalve de ‘zonnegevels’ ook een lagetemperatuur vloerverwarming en CO2 -gestuurde ventilatie. De warmte van douchewater wordt hergebruikt met behulp van een douchegoot met warmteterug winning. Het woongebouw is verplicht aangesloten op stads verwarming. Dat bleek weinig gevolgen te hebben voor de EPCberekening. De Ruijter: “Het rendement van de stadsverwarming is relatief gunstig, onder meer omdat Amsterdam biomassa bijstookt.”
Bouwkundige details Het is de gemeente menens met de duurzaamheidsambities. Dat blijkt onder meer uit controles tijdens de bouw op de juiste uitvoering van de bouwkundige details. De hoge mate van prefabricering maakt het mogelijk nauwkeurig te werken en zorgt voor een enorme bouwsnelheid. Hurks denkt de 160 appartementen, commerciële ruimtes in de plint en 52 parkeerplaatsen in iets meer dan anderhalf jaar af te hebben. “De dragende gevels, wanden en stabiliteitskernen zijn allemaal prefab, dus het is een kwestie van stapelen”, zegt De Ruijter. De gebouwconstructie is geheel steigerloos gerealiseerd. De hefsteigers die er nu staan, zijn er puur voor de montage van de zonnepanelen. Zelfs het gevelmetselwerk is uitgevoerd in de fabriek. Die draait overuren, want Hurks heeft momenteel ook de handen vol aan een enorme vraag uit Londen. De (hoog)bouwwoede in de Britse hoofdstad zorgt voor een over spannen markt. De totale investering in PV bedraagt circa 1 miljoen euro. Is dat commercieel wel lucratief voor de ontwikkelaars? De Ruijter: “Dat bedrag wordt deels gecompenseerd door de zonnehuur die de huurders gaan betalen aan de gebouweigenaar Amvest. Voor huurders is het heel interessant, want ze wonen in een comfortabel en duurzaam gebouw. Voor ons ontwikkelaars is de business case – nog – niet helemaal sluitend.”
Meer informatie over ons gevelsysteem vindt u in onze Staco facades brochure, aan te vragen via info@staco.eu.
G R AT I N G T E C H N O L O G Y
CREATE AND INSPIRE
de unieke gevelschroef met het Samentrekeffect
> STACO FAC ADES
C R E AT E A N D I N S P I R E
> OPVALLENDE ARCHITECTUUR
onderdeel van
www.stacoroosters.nl
Voor al uw platte en hellende daken
www.daktechniekholland.nl info@daktechniekholland.nl
0184 499 266 Hardinxveld-Giessendam
Sigma-pan EasyLife
Nieuwe lichte betondakpan wegen 3 kg/stuk = 30 kg/m2
easyLife
besparing in gewicht met reductie van 30%
路 Ergonomisch, minder fysieke belasting 路 Milieuwinst, meer te laden op een vracht dus besparing vrachtbewegingen en CO2 uitstoot 路 Nieuwe toepassingsgebieden door lichtgewicht constructie
D A K PA N N E N www.nelskamp.nl
info@nelskamp.nl 路 www.nelskamp.nl
gevels &dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
19
REPORTAGE Beton is een van de minst flexibele onderdelen van de bouw. Maar met behulp van een 3D-printer kunnen er sierlijke vormen mee worden gemaakt. Betonmaker Bruil gebruikt het sierlijke beton onder andere om gevelelementen mee te maken / Michiel Maas
Beton in vrije vormen E
r is best wat te zeggen voor de schoonheid van beton, maar we gebruiken het altijd in strakke, rechte vormen. Dat hoeft niet meer. Combineer een keihard materiaal als beton met een 3D-printer en voilà: volledige ontwerpvrijheid.
De techniek van 3D-printen bestaat nog niet zo lang, maar de bouw sector is snel ingesprongen op de techniek. Op zich is dat niet zo vreemd; in de bouwsector is het werken met digitale driedimensionale modellen de laatste jaren bijna standaard geworden. De toepassing van BIM heeft daar-aan flink bijgedragen. Met een 3D-printer is het bovendien makkelijker om modellen ook in fysieke vorm te tonen. Voor het maken van modellen en maquettes door architecten bijvoorbeeld. Steeds vaker wordt de techniek ook gebruikt voor kleinschalige toepassing van bouwmaterialen, bijvoorbeeld voor de productie van specialistische onderdelen die niet in massaproductie te maken zijn. Denk bijvoorbeeld aan schakelaars die door een architect op een specifieke manier vormgegeven zijn. Maar wat als zelfs de basis van een bouwwerk uit de printer komt? In China is al een appartementencomplex gerealiseerd dat geheel is vervaardigd met een 3D-printer en ook in Amsterdam wordt het Canal House gebouwd, een grachtenpand dat wordt opgetrokken uit 3D-geprinte onderdelen. Begin maart is in Teuge het project De Vergaderfabriek gestart: een ontwerp dat zo uit een utopisch sciencefictionverhaal lijkt te komen. En nog duurzaam ook: volgens de initiatiefnemers wordt de CO2 -uitstoot met 40 procent gereduceerd, en het bouwafval met 70 procent.
Gevelelementen Het gaat bij veel nieuwe initiatieven vooral om prototypes. Een grootschalige, kostenbesparende toepassing in de bouw is er nog niet. Toch zijn de nieuwe technieken niet voorbijgegaan aan de makers van beton, een van de minst flexibele onderdelen van de bouw. Betonmaker Bruil heeft er al een toepassing voor: sierlijke gevel elementen die in ieder ontwerp ‘geprint’ kunnen worden. Het bedrijf
De sierlijke gevelelementen kunnen worden gebruikt in een voorzetgevel, waarbij de vrije vormen zorgen voor een aparte lichtinval in het gebouw. Foto: Bruil is al ver met de ontwikkeling van de techniek, en werkt samen met ingenieursbureau Movares en de architecten van Studio RAP om het systeem verder te ontwikkelen. Op de BouwBeurs toonden ze een aantal voorbeelden van metershoge sierelementen. “Het is een intensief innovatietraject,” zegt Theo Voogd van Bruil. “Weer eens wat anders dan heipalen en kanaalplaten.” De gevelelementen kunnen worden gebruikt in een voorzetgevel, waarbij de vrije vormen zorgen voor een aparte lichtinval in het gebouw en een spectaculair aanzicht. Volgens Voogd is de techniek veelbelovend. “Je krijgt hiermee een veel
grotere vormvrijheid, waarmee beton op veel meer manieren is in te zetten.” Bruil heeft zelf een 3D-betonprinter ontwikkeld, die vanuit ieder 3D-model een element kan produceren. Volgens Voogd is de vrijheid in vorm, kleur en structuur van het materiaal erg groot. De printer is eigenlijk een soort grote slagroomspuit, die het beton in laagjes op elkaar spuit. De samenstelling van het beton is speciaal ontwikkeld; het beton moet goed spuitbaar zijn, maar ook snel kunnen uitharden om niet te bezwijken onder de lagen die erbovenop gesproten worden. De laagjes zijn duidelijk zichtbaar in de elementen.
De arm van de printer spuit het beton vanuit een centrale plek overal rondom in laagjes. Foto: Bruil
Abri voor watertaxi Op de stand van Studio RAP was een voorbeeld te zien dat binnenkort realiteit wordt: een door Bruil geheel 3D-geprinte abri uit beton voor de watertaxi in Rotterdam. Het object wordt straks opgebouwd uit verschillende 3D-geprinte elementen, met een wapening die door de elementen wordt gestoken en voorgespannen. Er zijn nog wel een aantal noten te kraken voor het op grote schaal toepassen van de techniek, geeft Voogd toe. “We willen het ook constructief maken, maar we zoeken nog een goede manier om de wapening in het proces mee te nemen.” Wat voor het bedrijf ook van belang is, is de betaalbaarheid. “We willen dat dit een techniek wordt die iedereen kan gebruiken. De kostenvoordelen kunnen groot zijn, vooral in de vele stappen die er zitten tussen het ontwerpen en het gebruik van het beton op de bouwplaats. Uiteindelijk willen we dat hiermee de keten korter wordt gemaakt. De architect kan direct naar ons gaan om dit te gebruiken.” Bruil investeert flink in de vinding. “Maar met uiteindelijk ook een duidelijk doel: er moet geld mee worden verdiend. Van idee naar factuur.”
Printer op de bouwplaats 3D-geprint beton wordt nu nog vooral in de fabriek gemaakt. Elementen worden op een vaste plek geprefabriceerd en vervolgens naar de bouwplaats verplaatst. Dat heeft nadelen: speciaal geprint beton met bijzondere vormen is lastig te vervoeren, en dat maakt het proces relatief duur. De Russische start-up Apis Cor gaat inmiddels verder; het bedrijf ontwikkelde een printer die op de bouwplaats binnen 24 uur een volledig huis kan printen. Het gaat weliswaar om een tiny house, maar de techniek is bijzonder. De arm van de printer spuit het beton vanuit een centrale plek overal rondom in laagjes, en kan de muren voorzien van kabelgoten, spouw en uitsparingen voor kozijnen. Bovendien zijn alle restricties van prefab beton, zoals kaarsrechte wanden niet van toepassing: de printer kan net zo makkelijk ronde vormen maken. Volgens het bedrijf is de kostenbesparing enorm doordat het vervoer van bouwmaterialen drastisch wordt beperkt en het bouwproces 24 uur kan doorgaan. Bouwvakkers blijven wel nodig om de wapening en kozijnen aan te brengen en voor de afwerking.
Prefab casco basis voor energiezuinige woning
De overheid eist dat nieuwe gebouwen vanaf 2020 nagenoeg energieneutraal zijn. Hiermee neemt het belang toe van een goede isolatie, hoge luchtdichtheid en minimale koudebruggen. Met het Kingspan TEK Bouwsysteem wordt in korte tijd een prefab casco gerealiseerd dat aan alle eisen voldoet.
Op maat Het Kingspan TEK Bouwsysteem is een schoolvoorbeeld van SIPS, ofwel Structural Insulated Panel System, een voor Nederland tamelijk nieuwe bouwtechniek. Echter, de vraag naar SIPS groeit omdat het met traditionele bouwmaterialen lastig is gebleken om de energiedoelstellingen te halen. Als bijkomend voordeel is er de zeer snelle bouwtijd. De panelen worden op maat gezaagd en in pakketten op de bouw afgeleverd, waarna het ruwbouw casco in een paar dagen kan worden neergezet. 10% meer vloeroppervlakte Door het prefab maatwerk blijft er bovendien veel ruimte over voor individuele ontwerpen en vormgeving. Muziek in de oren voor zelfbouwer Van Nieuwenhuijsen, maar het systeem bood hem nog een voordeel. Door de beperkte dikte is de vloeroppervlakte tot wel 10% groter dan bij de traditionele bouwmaterialen. “Onze kavel is niet heel ruim, dus zochten we een zo dun mogelijke wand met een zo hoog mogelijke isolatiewaarde. Om die reden viel het bouwsysteem van Kingspan TEK ons in positieve zin op.”
De kracht van het Kingspan TEK Bouwsysteem is de combinatie van de sandwichopbouw van OSB/3 plaatmateriaal en een harde polyurethaankern met een lambda�waarde van 0,023 W/mK. Door de gesloten celstructuur circuleert er binnenin de panelen geen lucht, terwijl de geïsoleerde verbindingsveren zorgen voor een luchtdichte schil met minimale koudebruggen. Gelet op de verfijnde thermische eigenschappen is het geen toeval dat het Kingspan TEK Bouwsysteem ergens in de Rotterdamse wijk Leonidas terug te vinden is. Hier realiseren zelfbouwers woningen met een zo laag mogelijk energieverbruik. Shyro van Nieuwenhuijsen kocht er samen met zijn vriendin een kavel. Hierop lieten zij een energieneutrale woning bouwen, met als basis het bouwsysteem van Kingspan TEK. “In ons oude huis was het altijd heel stoffig. Door de gaatjes en kieren in de gevel kwam veel kou. Onze nieuwe woning voelt daarentegen als een warme deken. Daarnaast hebben we gemerkt dat het binnen heel stil is. Ik durf te stellen dat onze kwaliteit van leven er flink op vooruit is gegaan.”
Nul op de meter Van Nieuwenhuijsen denkt de komende jaren nul op de meter te realiseren. Voor de energieopwekking zijn op het dak zonnepanelen aangebracht. In de woning zijn er voorzieningen om de warmte uit lucht en water te hergebruiken. Binnen twintig jaar beginnen Van Nieuwenhuijsen en zijn vriendin geld te verdienen, zo is de verwachting. Maar naast dit financiële voordeel is de bescherming van het milieu een belangrijke drijfveer. “Nu we hier wonen, denk ik: wat een verspilling dat in woningen de verwarming zo hoog staat en de warmte gewoon naar buiten waait. Zelfs als je staat te douchen, vloeit er veel warmte weg zonder die op een bepaalde manier terug te winnen. Dat kan gewoon veel beter.” Kingspan TEK Business Center Gemert Scheiweg 26 5421 XL Gemert T +31 (0) 492 378 329 E info@kingspantek.nl I www.kingspantek.nl
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
21
Geavanceerd gevelvlak door intensieve samenwerking bedrijfsprofiel Gevelbouwer De Groot & Visser realiseert samen met dochter Norwin en partner Kingspan Unidek de gevel van een bijzonder gebouw: het in aanbouw zijnde Genmab Research and Development Center in de Utrechtse Uithof. Dat moet een van de eerste BREEAM Excellent laboratoria van Nederland worden. / Pieter de Mos
H
et door architectenbureau cepezed ontworpen zeer transparante gebouw krijgt maar liefst 3963 vierkante meter gevel ten opzichte van circa 11.250 vierkante meter BVO. Hoofdaannemer van het project is Dura Vermeer en de ingebruikname staat gepland voor eind 2017. Om het transparante gevelvlak te realiseren, is door de samenwerkende gevelbouwpartners het staalbouwskelet voorzien van verticaal aangebrachte SIPS gevelelementen (Structural Insulated Panel Systems). Die worden bekleed met aluminium en afgewisseld met glasgevels.
SIPS-elementen De SIPS-elementen zijn een ontwikkeling van Kingspan Unidek in samenwerking met Norwin. Met het systeem wordt minimaal voldaan aan de sinds 2015 geldende minimumeis voor gevelisolatie (R c -waarde 4.5). Unidek SIPS is een
Op het Utrechtse Science Park verrijst de nieuwe onderzoeksfaciliteit van biotechbedrijf Genmab, bestaande uit kantoren, laboratoria en faciliterende ruimtes. damp-open systeem. Het is DUBOkeur gecertificeerd en draagt daardoor het keurmerk voor duurzaam bouwen, dat aangeeft dat een product tot de meest milieuvriendelijke keuze behoort.
Licht en sterk Een gevel van SIPS-elementen is licht in gewicht maar tegelijkertijd zeer sterk en hoog isolerend. Groot voordeel daarbij is de geringe totaaldikte, waardoor er netto meer vloeroppervlakte overblijft voor de eindgebruiker. Ander interessant voordeel van de combinatie laag gewicht / hoge sterkte is, dat de elementen hierdoor veel gemakkelijker zijn te monteren. Er kunnen zodoende grote bouwhoogtes – tot
wel 100 meter – mee worden bereikt. Het samengestelde gevelelement is opgebouwd uit volvlaks verlijmde sandwichpanelen met een kern van EPS Platinum, voorzien van een viertal geïntegreerde verstijvers van 44 millimeter hoog en 44 millimeter breed. Zowel de binnen- als buitenzijde is voorzien van een 12 millimeter dikke spaanplaat P5.
Bij één partij ondergebracht Voor de architect en constructeur is de hoge indelingsflexibiliteit van grote waarde. Van belang is verder dat de productie van de elementen vrij van weersinvloeden en volgens hoge kwaliteitseisen plaatsvindt. Belangrijk punt voor opdrachtgever en hoofdaannemer is, dat een
Doordat de gehele gevelbouw bij één partij is ondergebracht, kan een optimale bouwsnelheid worden bereikt. Foto: Leon van Woerkom | cepezed. optimale bouwsnelheid wordt bereikt doordat de gehele gevelbouw bij één partij is ondergebracht. In dit geval de samenwerkende partners De Groot & Visser, Norwin en Kingspan Unidek.
“Dankzij onze intense samenwerking en een hoog kwalitatief product kunnen we in korte tijd een mooie gevel met een bijzondere energieprestatie bouwen.”
Kernkwaliteiten Het transparante gebouw weerspiegelt de kernkwaliteiten van Genmab, zoals innovatie, hoge kwaliteit, dynamiek, transparantie en herkenbaarheid. Kwaliteiten waarin ook de gevelbouwers zich herkennen. Het gebouw heeft een open structuur met overspanningen van 16 meter, lange zichtlijnen en bestaat uit twee ten opzichte van elkaar verschoven beuken met verticaal gelede gevels.
www.gv.nl / www.norwin.nl / www.kingspanunidek.nl Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met De Groot & Visser, Kingspan Unidek en Norwin.
Meepraten over gebiedsontwikkeling? Dit jaar staat kansrijke gebiedsontwikkeling centraal op het Vastgoedmarkt Transformatieplein. Architecten hebben op Transformatieplein een podium om met vastgoedeigenaren in contact te komen. Zij pitchen transformatievoorstellen voor diverse stedelijke gebieden die een uitdaging hebben of lichten referentieprojecten toe die passend zijn bij het vraagstuk van het te ontwikkelen gebied. De presentaties tijdens Provada zijn een bron van ideeën voor gemeenten, ontwikkelaars en investeerders: met een dosis creativiteit is het mogelijk om zelfs een lastig gebied
Wilt u aan tafel zitten op het Transformatieplein?
in de stad weer levendig te krijgen.
Meld u nu aan op Transformatieplein.nl
TRANSFORMATIEPLEIN 2017 OP PROVADA 30 MEI - 1 JUNI RAI AMSTERDAM
UBB Adv Dakconstructie Bescherming Verw 266x398.indd 1
07-03-17 16:50
gevel s & dak en
Cobouw Special Woensdag 29 maart 2017
23
Innovatieve gevels die duurzaam beklijven bedrijfsprofiel De felgroene gekko in het logo van Bostik valt op. Het bijzondere reptiel symboliseert de extreme kleef kracht van de producten. Al meer dan 125 jaar ontwikkelt het van origine Amerikaanse bedrijf innovatieve en duurzame lijm oplossingen. / Paul Poley
I
nmiddels is Bostik uitgegroeid tot een van de grootste mondiale lijmproducenten. Voor industrie, bouw én consumenten. Daarbij biedt het bedrijf onder andere speciale oplossingen voor gevels en daken. Zo vertelt manager communicatie Arno van de Laar: “Een trend in de markt is dat er steeds meer vraag is naar sterkere en duurzamere oplossingen, waarbij economische prestaties en milieubescherming samengaan. Door te luisteren naar de vragen en behoeftes uit de markt heeft Bostik talloze innovatieve producten voor de bouw ontwik keld. Ook specifiek voor gevels.”
Gevelplaatverlijming Van de Laar noemt om te beginnen het gevelplaatlijmsysteem, een bewezen systeem dat al ruim 25 jaar wordt toegepast over de hele wereld. “Het aantal soorten gevelplaten is legio, van HPL en hard geperste steenwolplaten tot keramiek en vezelcement. Deze verschillende materiaalsoorten hebben allen hun eigen specifieke producteigenschap
Voor vrijwel alle typen panelen heeft Bostik een gevelplaat lijmsysteem ontwikkeld. pen die in gevelconstructies anders kunnen reageren. In nauwe samen werking met de platenindustrie hebben we voor vrijwel alle typen panelen lijmsystemen ontwikkeld. Deze zijn tot in lengte van dagen in staat om onder extreme omstandig heden – zoals aan de kust en op grote hoogten – de windbelasting op te vangen en een duurzame hechting te garanderen. Onze toegevoegde waarde zit hem daarbij niet alleen in de jarenlange ervaring en grote kennis die tot de kwalitatief hoogwaardige producten hebben geleid. Maar ook in de project begeleiding, waarbij we klanten helpen aan een oplossing op maat.”
25 %
• secundaire grondstoffen (afkomstig van recyclage)
• CO2 reductie
Steenstripverlijming Minstens zo innovatief voor gevels is de steenstripverlijming. “Die is relatief nieuw in de markt”, volgens Van de Laar, “traditioneel kennen we immers de steenstrip verlijming op basis van cement gebonden lijm. Maar die heeft enkele nadelen. Zo kunnen er soms steenstrips loslaten, tijdens transport bijvoorbeeld, of op de bouwlocatie zelf. Omdat ze bewegingen in de constructie en weersinvloeden niet zo goed kunnen opvangen. Ons steenstriplijmsysteem is elastisch, op basis van polymeer. Deze ‘Bostik Stone Solutions’ kunnen trillingen wél opvangen en zijn
Het steenstriplijmsysteem is weerbestendig, elastisch en kan trillingen opvangen. weersbestendig. Bovendien zijn ze geschikt voor vrijwel alle bouw materialen, dus ook voor metaal. Dit alles is uitgebreid getest door onderzoeksinstituut TCKI.”
Duurzaamheid Het innovatieve is duidelijk, maar hoe zit het met de duurzaamheid? Van de Laar: “Enerzijds zijn onze producten duurzaam omdat ze langdurig blijven presteren. Anderzijds omdat ze voor klanten, gebruikers en onze eigen mede werkers geen gezondheidsrisico’s opleveren. Daarnaast beschermen ze het milieu. Bij de verwerking ontstaat bijvoorbeeld geen stof
ontwikkeling en is geen elektriciteit nodig. Er zitten ook geen week makers of oplosmiddelen in.” Kortom, die gekko staat zo bezien niet alleen voor de kleefkracht, maar ook voor de milieuvriendelijkheid van de producten. En ook voor de schoonheid van het eindresultaat.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Bostik.
SPEELT PIONIERSROL OP GEBIED VAN RECYCLING EN CO2-REDUCTIE Derbigum speelt op het vlak van recycling al jaren een pioniersrol met een uniek systeem voor het recyclen van snij-en dakafval. Het is de enige Belgische producent die dakafval rechtstreeks in het productieproces kan integreren. Op deze manier wordt het sluiten van de kringloop in de praktijk omgezet: het unieke, gepatenteerde systeem behandelt en herwerkt oude bitumineuze dakbedekking tot nieuwe grondstof, die dan opnieuw gebruikt kan worden voor de productie van milieuvriendelijke dakbedekking.
Over Derbigum NT, CO2-reductie en circulaire economie Derbigum NT is een bitumineuze dakbaan die dankzij de toevoeging van Nieuwe Technologieën ideaal is voor het ontwerp van ecologische daken volgens het principe van de circulaire economie. In gebruik samen met de koudlijm Derbibond NT wordt het meest ecologisch bitumineus dak op de markt verkregen.
grondstoffen gebruikt wat resulteert in een vermindering van CO2-uitstoot van maar liefst 25%. Derbigum kan een CO2-certificaat afleveren. Vooraf wordt de besparing aan CO2 berekend en vastgelegd in een certificaat. Zo wordt het mogelijk gemaakt om dit mee te nemen in bijvoorbeeld een compleet CO2besparingsproces.
Door gebruik te maken van gerecyclede dakbanen en hernieuwbare grondstoffen worden er minder nieuwe
DERBIGUM NEDERLAND B.V. Veldsteen 52 - Postbus 3270 - 4800 DG Breda Tel. 015 215 40 00 - Fax 015 215 40 11 infonl@derbigum.com
2017-03-13 Cobouw_Special_Gevels_en_Daken.indd 1
DUURZAME DAKBEDEKKING www.derbigum.nl 13/03/17 14:48
Cradle to Cradle keramische gevels Mosa. Facades.
Keramische gevelbekleding De oersterke, weersbestendige Mosa tegels zijn geschikt voor alle gangbare gevelsystemen. Met de unieke producteigenschappen van keramische gevelbekleding kunt u compromisloos ontwerpen en de juiste balans vinden tussen functionaliteit en design. Systemen voor nieuwbouw en renovatie Mosa Facades richt zich tot architecten, planners en ontwerpers die hoge eisen stellen aan functionaliteit en efficiency. De tegels zijn geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie van gebouwen. Keramiek van Mosa wordt bovendien op een duurzame manier geproduceerd en Mosa Facades heeft een cradle-to-cradle gecertificeerd gevelsysteem (categorie zilver). Waarom gevelbekleding van Mosa Facades? > Hoogwaardige uitstraling met een waardevermeerdering tot gevolg > Unieke producteigenschappen: vorstbestand, niet brandbaar, krasbestendig, uv-bestendig (DIN-51094), onderhoudsvriendelijk en graffiti-bestendig (getest door TĂœV) > Flexibiliteit in design door een grote diversiteit aan kleur, afwerking, formaat en patronen.
Mosa. Facades. +31 (0)43 368 88 50 www.mosafacades.nl