INFRA CROW ProContract gaat nieuwe fase in pagina 4-5
Assetmanagement met iAMPro pagina 10-11
Nieuwe generatie wegmarkeringen pagina 19
• Bijlage bij Cobouw 28 oktober 2015
WOONWIJK DE DRAAI Grond- en waterkering rondom nieuwe woonwijk in Heerhugowaard
WWW.KEERWAND.NL
Onze stille kracht Bouwen. Daar ligt onze passie. Van niets iets maken. Samen werken aan projecten waar men dagelijks mee in aanraking komt. Soms bewust, maar meestal onbewust. Dรกt is onze stille kracht. Glad afgewerkte keerwanden van de hoogste kwaliteit. U krijgt ze direct uit voorraad geleverd met 15 jaar fabrieksgarantie. Neem contact op voor een vrijblijvend 3D-ontwerp. Uw bouwproject krijgt de aandacht die het verdient, van plan tot en met plaatsing. Dรกt is complete ontzorging.
Wesselseweg 132 3774 RL Kootwijkerbroek
T 0342-441050
E info@keerwand.nl
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
Voorwoord De wereld van de infrastructuur staat niet stil. Ontwikkelingen rondom contracten en aanbestedingen volgen elkaar in hoog tempo op. Daarnaast is het eisenpakket de laatste jaren verzwaard en richtlijnen worden met een zekere regelmaat herzien. Uitwisselen van kennis en ervaring zijn steekwoorden om toch licht in de tunnel te houden. CROW speelt hierop in door samen te werken met alle betrokken marktpartijen. Een goed voorbeeld is het kennisportaal iAMPro, ontwikkeld op initiatief van de twaalf provincies en dat op 1 januari 2015 van start is gegaan. Eenmaal ontwikkeld is het werk nog niet klaar: de portfolio wordt regelmatig tegen het licht gehouden en waar nodig aangepast. Zo profileert CROW zich duidelijk als kennisplatform. Deze gezamenlijke Infrabijlage van Cobouw en CROW geeft een beeld van de jongste ontwikkelingen, oplossingen en nieuwe initiatieven. U leest hierin interviews met onder anderen managers bij provincies, gemeenten en waterschappen, die direct zijn betrokken bij de dagelijkse praktijk. Van 13 tot en met 15 januari 2016 wordt de InfraTech Duitsland gehouden in Essen. Het overkoepelend thema, ‘Bouwstenen voor vernieuwing’, sluit ook aan bij deze bijlage. De centrale boodschap luidt ook hier: vernieuwing is noodzakelijk om een veilige en uitgebalanceerde infrastructuur te waarborgen voor de toekomst. Iman Koster, directeur CROW en Boudewijn Warbroek, hoofdredacteur Cobouw a.i.
Inhoudsopgave 4 CROW ProContract gaat nieuwe fase in Opdrachtgevers, opdrachtnemers en hun adviseurs
13 InfraTech Duitsland, bouwstenen voor vernieuwing
kunnen steeds slimmer werken
7
Past Performance: samen het werk beter maken
9
RAW-raamovereenkomst: herzien en helder
10 Assetmanagement met iAMPro
14 De weg naar de toekomst 17 Onderzoek sobere inrichting buitenwegen 19 Nieuwe generatie wegmarkeringen
Colofon Klantenservice: (070) 3046777 Redactie: telefoon (070) 3046700 E-mail: cobouw@bimmedia.nl Postbus 16262, 2500 BG Den Haag Internet: www.cobouw.nl Hoofdredacteur a.i.: Boudewijn Warbroek Uitgever: Nina Nannini Eindredactie en coördinatie: Nienke Abma en Ingrid de Zwart-Schaap Medewerkers: Edo Beerda, Jeroen Kreule, Armand Landman, Peter de Lange en Yvonne Ton Vormgeving en opmaak: Bastiaan Stuy
Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: klantenservice: (070) 3046777. Jaarabonnement binnenland € 775,- (excl. btw). Overnemen artikelen: voor het overnemen van (een gedeelte van) artikelen uit deze uitgave dient men zich te wenden tot de uitgever. Op alle artikelen in Cobouw of op Cobouw.nl berust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar gemaakt worden, gearchiveerd worden of verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van dagblad Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen.
3
4
INFRA
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
CROW ProContract gaat nieuwe fase in Opdrachtgevers, opdrachtnemers en hun adviseurs kunnen steeds slimmer werken Armand Landman
De ontwikkelingen rondom contracteren, aanbesteden en uitvoeren volgden elkaar de afgelopen jaren in rap tempo op. Dat maakt het voor betrokken partijen, zowel aan de kant van opdrachtgevers als aan de kant van opdrachtnemers, niet altijd gemakkelijker. Het aantal contractvormen, maar ook de eisen aan aanbestedingen zijn flink toegenomen. Met CROW ProContract wordt orde geschapen in het uitdijende woud. Door samen te werken met de markt is een slim online platform ontwikkeld. Op deze pagina’s drie verhalen die aan de basis stonden van CROW ProContract en een interview met Niels Meijerink, programmamanager.
Vijf vragen aan Niels Meijerink, programmamanager bij CROW Wat is CROW ProContract? “CROW ProContract is een startpagina voor het contracteren, aanbesteden en uitvoeren van infraprojecten. Het is een platform en bevat kennis en tools van zowel CROW als van andere partijen. De basisversie is begin dit jaar tijdens Infratech gelanceerd. In de afgelopen maanden is er hard gewerkt aan de doorontwikkeling ervan. Sinds deze maand is er een vernieuwde versie. Daarin is het mogelijk om naast geïntegreerde, ook hybride contracten op te stellen. En de CROW ProContractdatabase met de CROW Basisspecificaties is ook nieuw. Door in contracten te verwijzen naar deze Basisspecificaties kunnen ongewenste contractuele risico’s voorkomen worden.” CROW ProContract is een co-creatie. Met wie hebben jullie samengewerkt? “Het is echt samen met de markt ontwikkeld. Omdat er behoefte was aan duidelijkheid en harmonisatie. Zowel bij decentrale overheden als bij aannemers. In de afgelopen jaren werden contracten steeds vaker maatwerk. Maar niet tot tevredenheid van opdrachtgevers en -nemers. Er tekenden zich meerdere standaarden af waarbij de ene opdrachtgever andere dingen deed dan de ander. CROW ProContract biedt handige tools waarmee opdrachtgevers in vier stappen infraprojecten kunnen aanbesteden, contracteren en (laten) uitvoeren. Niets is daarbij in beton gegoten, maar juist heel erg voor en door de markt ontwikkeld.” Waarom zouden overheden met CROW ProContract moeten werken? “De praktijk wijst uit dat bij zogenoemde hybride en geïntegreerde contracten vaak nog delen van het ‘oude’ RAW-bestek worden gebruikt. Daardoor kunnen
contractuele risico’s ontstaan. Het gebruik van de CROW Basisspecificaties in plaats van RAW-bestekken kan dit voorkomen. Sinds deze maand is de CROW ProContractdatabase beschikbaar voor gebruikers. In deze database zijn de CROW Basisspecificaties opgenomen. Die specificaties zijn eisen gebaseerd op de Standaard RAW Bepalingen. De bepalingen zijn echter losgekoppeld van de juridische-administratieve context (UAV), wat maakt dat ze bruikbaar worden in zowel RAW, hybride als geïntegreerde contracten.” Wat kunnen klanten precies met CROW ProContract? “Uiteindelijk biedt CROW ProContract tools, kennis en voorbeelddocumenten voor drie contractsoorten: traditioneel/RAW, hybride en geïntegreerd. Daar bovenop kan worden gekozen uit drie aanbestedingssoorten: openbaar, niet-openbaar en onderhands. De huidige werkwijze conform de RAW-systematiek kan ook nog steeds worden gebruikt. In de afgelopen maanden is heel hard gewerkt om de database aan te leggen en operationeel te krijgen. Dus eigenlijk kunnen we ons nu echt richten op het maken van de juiste contracten voor klanten.” Is CROW ProContract met de laatste update af? “Ik denk niet dat een product als dit ooit af is. We willen gebruikers zo breed mogelijk kunnen bijstaan. Aan de ene kant is het heel erg behoeftegestuurd en aan de andere kant moet het praktisch toepasbaar zijn. Dat betekent dat een product als CROW ProContract zich altijd weer zal moeten aanpassen aan de eisen van de tijd. RAW bestaat ook al veertig jaar en past zich steeds weer aan. De komende tijd gaan we het platform en de database verder ontwikkelen en verbeteren. Maar dat hoort nu eenmaal bij een traject als dit.”
Nieuw in CROW ProContract • Opstellen, upgraden contracten met documentgenerator • Definitieve versie Contracteringskompas • CROW ProContractdatabase met CROW Basisspecificaties
Foto Paul Meijer
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
5
Niet opnieuw het wiel uitvinden Aan de basis van CROW ProContract staat het Provinciaal Contractenbuffet (PCb). Dat zijn geüniformeerde documenten en eisen die sinds vorig jaar beschikbaar zijn voor toepassing in provinciale UAVgc-contracten. CROW heeft daar samen met de provincies ruim twee jaar aan gewerkt. Lindy Molenkamp, Hoofd Eenheid (Wegen en Kanalen & Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid) van de Provincie Overijssel is vanaf de eerste dag bij het PCb betrokken geweest. Doel van het PCb was om “meer uniformiteit te krijgen in zowel de structuur als de inhoud van de contract- en aanbestedingsdocumenten van provincies”, aldus Molenkamp. Want niet alleen tussen provincies bestonden verschillen in de aanbestedingspraktijk, zelfs binnen één en dezelfde provincie konden contracten en aanbestedingen verschillend worden aangepakt. “Dat had tot gevolg dat zowel de provincies - in haar rol als opdrachtgever - als opdrachtnemers steeds opnieuw met elkaar om de tafel moesten en steeds opnieuw het wiel mochten uitvinden. Tijdrovend en duur”, stelt Molenkamp.
Vandaar het PCb. “Opdrachtnemers als aannemers en adviseurs weten dat er nu één provinciaal model is. Daardoor kunnen ze hun bedrijfsprocessen op die nieuwe standaard inrichten. Dat maakt hun werk effectiever en efficiënter, als het goed is.”
Kennis verzamelen CROW was niet alleen nauw betrokken bij de totstandkoming van het PCb en heeft niet alleen het proces begeleid, ze heeft alle opgedane kennis gebruikt als input van het elders op deze pagina’s beschreven CROW ProContract. Molenkamp: “Dat was vanaf het begin de bedoeling. Dat de kennis die uit heel Nederland is verzameld in een later stadium kon worden gebruikt om alle fasen rondom aanbesteden, contracteren en uitvoeren in de GWW-sector te verbeteren. Of in ieder geval overheden beter gereedschap te bieden om deze processen soepeler te laten verlopen. Want er was wildgroei in GWW-land.”
Bewust oefenen Voordat het tot opname in CROW ProContract kwam hebben de provincies lang kunnen ‘oefenen’ in een besloten omgeving. “Bewust”, stelt Molenkamp. “Zo konden we in alle rust ervaring opdoen en van elkaar leren.” Juist die kennis bleek essentieel om met ingang van dit jaar
CROW ProContract voor een bredere doelgroep te ontsluiten. Om partijen goed te kunnen ondersteunen moet je immers goed weten in welke fase het proces zich op dat moment bevindt. Molenkamp: “In de aanbestedingsfase van een project is er bijvoorbeeld geen behoefte aan informatie over de RAW-systematiek, maar wel over aanbestedingsregelgeving, de Aanbestedingswet en dergelijke. Zodra het over contracten gaat, wil je weten of je RAW volgt of juist voor een hybride contract wilt gaan.”
Scope Daarnaast moet je volgens Molenkamp goed weten wat de scope van het project is. “Als het de aanleg van een asfaltweg betreft, kunnen aanbevelingen of richtlijnen voor bijvoorbeeld het ontwerp van tunnels of betonwegen achterwege worden gelaten. Klinkt simpel, maar zo was het niet”, legt ze uit. “Welke keuzes zijn er verder gemaakt? Bij de keuze voor een geïntegreerd contract heeft de gebruiker geen behoefte aan instrumentarium voor het schrijven van een RAW-bestek, wel aan tools voor het schrijven van een basisovereenkomst of een functionele vraagspecificatie, al of niet gebaseerd op System Engineering. Nou ja, op die manier hebben we de zaken bekeken en CROW ProContract werkt nu ook zo.”
Het beste van twee werelden Met CROW ProContract wordt het makkelijker om voor een bepaalde contractvorm te kiezen. Afhankelijk van een groot aantal factoren wordt duidelijk of er voor het regelen van contractverhoudingen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer het beste kan worden gekozen voor een traditioneel contract (RAW) of een UAVgc-contract (geïntegreerd). Maar dat zijn natuurlijk niet de enige twee smaken. Al een paar jaar zijn de hybride contracten in opkomst. De gemeente Hoorn koos enkele jaren geleden doelbewust voor zo’n hybride contract. Bart Haring, directievoerder bij de gemeente, legt uit waarom. “Voor een specifiek project, het woonrijp maken van een nieuwbouwproject en het aanleggen van een kademuur met een aantal bruggen, was de hybride contractvorm echt het beste van twee werelden”, stelt Haring. “Dit project bestond eigenlijk uit twee delen. Het ‘simpele’ bouwrijp maken paste prima in een traditioneel RAW-bestek. Daarvan wilden we het goede niet zomaar weggooien. Maar voor de aanleg van de kademuur en de bruggen wilden we eigenlijk de kennis en voorkeuren uit de markt halen. Bijvoorbeeld door een Design & Construct werkwijze. Maar we wilden ook borgen dat MKB-bedrijven konden inschrijven en we zagen dat in twee losse contracten maatwerk slecht mogelijk was. Samen met CROW en Tauw hebben we toen een hybride contract opgetuigd. Een combinatie van een traditioneel RAW-format met een innovatief geïntegreerd UAVgc-model: het woonrijp maken paste prima in het eerste stuk en konden we traditioneel wegzetten en voor het ontwerp van de kademuur en de bruggen konden we de kennis van opdrachtnemer inzetten, waarbij we zo weinig mogelijk hebben voorgeschreven. CROW heeft ons erg geholpen met het ontvlechten van het UAV-gedeelte uit de standaard. Uiteindelijk heeft het ons veel opgeleverd. We hebben ondertussen een tweede aanbesteding op deze manier gedaan. Dan zie je dat er andere oplossingen voor dezelfde bruggen komen. Dat heeft met de voorkeur van een aannemer te maken. Maar zo lang ze aan de eisen voldoen is het goed. Wat mij opvalt aan deze manier van werken is dat aannemers er best moeite mee hebben. Die zijn toch gewend dat wij ze dingen voorschrijven. Putten bij het designgedeelte uit dezelfde bron als wij: namelijk ingenieursbureaus die zelf geen risico lopen. En dus niet altijd met innovatieve oplossingen komen. En aannemers kunnen iets prima maken, maar het ook op papier aantonen is een tweede. ”
Eerder een duidelijke keuze maken Belangrijk onderdeel van CROW ProContract is het Contracteringskompas. Het helpt overheden bij het bepalen van de contractvorm die het beste hun projectdoelen ondersteunen. Waterschap Groot-Salland maakt daar sinds 2014 gebruik van. Wendy Kooijman, contractmanager bij Groot-Salland, vertelt haar ervaringen. “Sinds 2014 gebruiken we het Contracteringskompas van CROW. We doen dat bij projecten tot een bedrag van 2 miljoen euro. Waterschap Groot-Salland is verantwoordelijk voor het onderhoud van enkele honderden kilometers waterkeringen en dus heb je te maken met heel veel verschillende soorten contracten. We willen altijd in een vroeg stadium van het ontwerpproces weten met welk contract we gaan werken. Dat dwingt je namelijk ook om in een vroeg stadium naar de mogelijke risico’s te kijken en intern sneller een project te kunnen doorgronden. Doel van deze aanpak is dat we uiteindelijk een contract kiezen dat het beste past bij een specifiek project. Op welk contract je uitkomt maakt niet uit; dat kan UAVgc, RAW of een hybride vorm zijn. Het gaat erom dat je bewust een keuze maakt en de gevolgen van die keuze begrijpt en doorgrondt. Aan die keuze ligt natuurlijk een aantal criteria ten grondslag. Het type project, de complexiteit, de omgeving, de technische specificaties, maar ook de aanwezige kennis bij onszelf, de kosten en de doorlooptijd. Al die elementen kun je invoeren in het contracteringskompas. Het contracteringskompas werkt voor ons heel goed. Het heeft ervoor gezorgd dat we bij Groot-Salland bewuster bezig zijn met contracten, betere keuzes maken, risicobewuster zijn geworden en een betere interne dialoog kunnen voeren. En dat straal je ook naar opdrachtgevers uit.”
BSI Bomenservice breekt het spanningsveld tussen ‘grijs’ en ‘groen’ In de buitenruimte heeft het spanningsveld tussen ‘grijs’ en ‘groen’ dagelijks betekenis. Het gaat om het vinden van de juiste balans in de draagkracht voor verharding bovengronds en voldoende doorwortelbare ruimte ondergronds voor bomen om te kunnen groeien. Dat kan alleen door het realiseren van groeiplaatsen die het doel van de civiel techniek dienen én de behoefte van de boom. BSI Bomenservice heeft voor elke situatie een oplossing op maat.
Realiseren van een duurzame buitenruimte BSI Bomenservice pleit voor meer kwalitatief groen in stedelijk gebied en dankzij hun innovatieve groeiplaatssystemen kunnen zij dat ook waarmaken. Belangrijke voorwaarde is dat zij vroeg in het stadium worden betrokken bij de planontwikkeling voor de buitenruimte. Op deze manier kunnen veel (monumentale) bomen gezond blijven groeien en hebben nieuwe bomen een goede toekomst, zonder dat zij het infraproject belemmeren.
BSI Bomenservice hanteert een integrale aanpak waarbij infra en bomen elkaar versterken. Bomen kunnen namelijk heel goed groeien onder verharding, mits is gekozen voor een duurzame groeiplaatsopbouw. Als groeiplaatsspecialist heeft BSI Bomenservice substraten en groeiplaatsconstructies ontwikkeld die het beste van beide werelden samenvoegen.
“Als bomenpartij willen wij veel meer samenwerken met partijen die verantwoordelijk zijn voor infra, zowel in wegen als in water. Door samen te werken kunnen we elkaar versterken en de buitenruimte naar een hoger plan tillen.” – Arjan Zoontjens (BSI Bomenservice) Groeiplaatsproducten BSI Bomenservice BSI Bomenservice heeft recent haar assortiment bomengranulaat uitgebreid met het nieuwe Treecycle Bomengranulaat pH 6. Dit bomengranulaat is speciaal ontwikkeld voor bomen die beter groeien op een zure ondergrond (pH 6 -6,5). Door middel van deze uitbreiding wil BSI Bomenservice de monocultuur doorbreken en diversiteit stimuleren. Daarnaast heeft het nieuwe bomengranulaat een hoge draagkracht (CBR-waarde >70) en een groot poriënvolume (25%), dus aantrekkelijk voor verharde wegen en de boom. In combinatie met het bijbehorende zwaar belastbare Airo-Tec Beluchtingssysteem krijgt de boom optimale zuurstofvoorziening, waardoor worteldruk tot het verleden behoort.
Alles over groeiplaatsen in de BSI Academy Binnenkort start BSI Bomenservice met de BSI Academy waarin zij kennis deelt over alles wat met groeiplaatsontwikkeling te maken heeft. De BSI Academy is voor iedereen die verantwoordelijk is voor het inrichten van een gezonde en leefbare buitenruimte. De eerste BSI Academy zal gaan over het ‘Vademecum Groeiplaatsen’, een naslag werk voor alle soorten substraten en groeiplaatsconstructies inclusief de juiste toepassing ervan. Aanmelden kan via de website. BSI Bomenservice Wildenburglaan 4 3744 MK Baarn Telefoon: 035 548 58 88 algemeen@bsi-bomenservice.nl www.bsi-bomenservice.nl
Symbiose tussen natuur & techniek Boomverzorging
-
Onderzoek en Advies
-
Producten voor groeiplaatsen
“In de buitenruimte moeten ‘groen’ en ‘grijs’ elkaar juist versterken.” Kies voor duurzame groeiplaatsconstructies van BSI, als goede basis voor de boom.
www.bsi-bomenservice.nl
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
7
Past Performance: samen het werk beter maken Yvonne Ton
Voor de gemeente Assen was de drempel om Past Performance te gaan toepassen niet bepaald hoog. “We zijn gewoon begonnen”, zegt Wim Kamminga, teamleider van het gemeentelijk ingenieursbureau. De nieuwe omgangsvorm met aannemers die eruit ontstaat, bevalt hem goed. “Het gaat erom dat je samen het werk beter maakt.” De gemeente heeft nu ruim een jaar ervaring met de systematiek, die is bedoeld om de relatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw- en infrasector verder te verbeteren. Als voorloper daarop werkte Assen met een eigen niet geautomatiseerde evaluatiemethode. Toen CROW ging samenwerken met de Noord- en Zuid-Hollandse gemeenten die Past Performance hebben ontwikkeld, was dat voor Assen aanleiding om zich medio 2014 ook aan te sluiten. “Zo ontstaat er een uniform systeem met een landelijke dekking”, aldus Kamminga. Bij de start nam Assen ook de lopende projecten mee, maar inmiddels schrijft de gemeente Past Performance voor, zodat aannemers weten waar ze aan toe zijn. Het gaat om uiteenopende werken: van het bouw- en woonrijp maken van een gebied tot herinrichting van een straat of woonwijk. Ook voor onderhoudscontracten wordt het gebruikt. Ingewikkeld is het systeem niet. “We hebben een dag of dagdeel een introductie gehad. Daarna kun je er prima mee werken.”
Gelijkwaardiger De systematiek is gericht op de uitvoering van de opdracht. Tijdens het werk en na afloop bespreken
opdrachtgever en aannemer de voortgang een aantal malen aan de hand van een gestructureerde vragenlijst. Om wat voor zaken gaat het dan? “Het nakomen van afspraken, onderlinge communicatie, op tijd zaken aanleveren én of een aannemer proactief inspringt op veranderingen of het erbij laat zitten”, illustreert Kamminga. Dat zijn heel andere gesprekken dan de reguliere bouwvergaderingen, waar het vooral gaat over meer- en minderwerk. De verhoudingen zijn wat gelijkwaardiger, is de ervaring van Kamminga. Het vraagt van beide kanten wel wat meer communicatieve vaardigheden. “Het gaat erom dat je samen het werk beter maakt. Dat doe je met opbouwende feedback en dat vraagt om een positieve houding. Je moet niet gaan lopen vechten.” Hoewel het aantal projecten waarin Assen heeft gewerkt met de systematiek nog beperkt is, is Kamminga enthousiast. “Ik vind het een mooi instrument in een periode waarin aanbestedingen verharden. Volgens mij kun je niet meer een werk maken als je niet goed samenwerkt. Dit instrument helpt daarbij. De onderlinge samenwerking loopt beter en er ontstaat meer begrip voor elkaar.” Het schept ook duidelijkheid. Zo kan de gemeente nog eens extra benadrukken welke aspecten zij belangrijk vindt. Bijvoorbeeld dat het centrum goed bereikbaar blijft tijdens werkzaamheden. “Dat vraagt meer dan de stenen er goed inleggen. De aannemer werkt voor ons en is wel ons uithangbord.”
De gemeente Assen schrijft Past Performance voor, zodat aannemers weten waar ze aan toe zijn. Foto Paul Meijer.
Wim Kamminga, teamleider gemeentelijk ingenieursbureau Assen.
Bijsturen Past Performance leidt niet per se tot een beter resultaat, vindt Kamminga, maar het is wel makkelijker om tussentijds bij te sturen. Hij noemt het voorbeeld van een aannemer die aanvankelijk zijn omgevingsmanagement niet op orde had. Na een gesprek hierover heeft de aannemer een aantal punten verbeterd. Aanvankelijk waren de aannemers die voor Assen werken wat sceptisch, constateert Kamminga. “Ik zie nu juist het omgekeerde: ze vragen er zelf om. Wij hebben er baat bij, maar zij ook. Aannemers hebben er belang bij om een goede beoordeling te krijgen en te worden opgenomen in de database van CROW. Ze proberen zich te onderscheiden, zodat ze ook bij andere gemeenten op de radar komen.” Voor directeur-eigenaar Ben Timmermans van Hoornstra Aannemingsmaatschappij kwam zijn eerste kennismaking met Past Performance bij verschillende opdrachten voor de gemeente Assen niet als een verrassing. “We wisten dat het eraan zat te komen.” Voor hem hebben de beoordelingen een meerwaarde omdat er zaken naar voren komen die hij anders niet zo snel zou horen. Ingrijpende zaken zijn het niet. “Dat zou niet goed zijn. Dit systeem leidt tot het zetten van extra puntjes op de i.” Een ander voordeel vindt Timmermans dat het leveren van kwaliteit wordt gewaardeerd. Dat aannemers in de toekomst ook hun opdrachtgevers kunnen beoordelen, draagt daar volgens hem ook nog eens aan bij. “We moeten terug naar vertrouwen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Dan worden de faalkosten ook verlaagd.” Kamminga is niet bang dat Past Performance ertoe leidt dat gemeenten steeds bij dezelfde aannemers uitkomen. “Ik ben blij dat het een landelijk systeem is. Daardoor kun je over gemeentegrenzen heenkijken en is er ook ruimte voor nieuwkomers. Anders wordt het wel erg navelstaren. Dat is niet de bedoeling.”
Vijf vragen aan Paul van Bruggen, programmamanager Past Performance bij CROW Hoeveel overheidsinstanties maken inmiddels gebruik van Past Performance? “57 gemeenten, drie provincies en twee waterschappen en dit aantal groeit gestaag.” Wat zijn de belangrijkste voordelen van de systematiek? “De systematiek is eenvoudig in opzet en gebruik, het is landelijk uniform bruikbaar, transparant in opzet, heeft een groot draagvlak en geeft een objectief beeld over de kwaliteit van de samenwerking.” Hoe draagt CROW eraan bij dat de systematiek goed wordt gebruikt? “Door deze af te blijven stemmen op de behoeften van de gebruikers, door ervaringen te delen en deze ervaringen te gebruiken bij mogelijke verbeteringen van het systeem. En ‘last but not least’: door cursussen te geven en workshops te organiseren voor opdrachtgevers en marktpartijen. Een zorgvuldige en eenvoudige systematiek voor nu en in de toekomst is hiermee gewaarborgd.”
Is het systeem al klaar? “Het systeem is 2,5 jaar in gebruik. De gebruikers, zowel opdrachtgevers als marktpartijen, zijn tevreden. Op basis van de ervaringen van de gebruikers en belanghebbenden wordt het systeem steeds verder verbeterd. Zo wordt momenteel gewerkt aan het mogelijk maken van het wederzijds beoordelen. Aannemers kunnen dan ook hun opdrachtgevers gaan beoordelen.” Zijn ook de aannemers betrokken bij de systematiek en zo ja op welke manier? “CROW faciliteert het Landelijk Overleg Past Performance, waarin gebruikerservaringen worden gedeeld en besproken en waarin besluiten worden genomen over de doorontwikkeling van het systeem. Aan het Landelijk Overleg nemen niet alleen opdrachtgevers deel, maar ook branche-verenigingen als MKB-Infra, Bouwend Nederland, Vereniging van Waterbouwers en de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG).”
Strong foundations, solid future Franki Grondtechnieken B.V., opgericht in 1934, is een ervaren funderingsaannemer. Het bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerp en de realisatie van alle mogelijke funderingsconstructies. Er wordt onder andere gewerkt aan grote infra projecten, utiliteitsbouw, woningbouw en renovatie. Met haar jarenlange expertise kan Franki Grondtechnieken een compleet gamma geoptimaliseerde funderingsoplossingen aanbieden. Franki Grondtechnieken maakt deel uit van de wereldwijde funderingsgroep Franki Foundations (www.ffgb.be).
-
Atlaspalen Franki Omegapalen Grondverdringende schroefpalen met verloren punt Geschroefde stalen buispalen Schroefinjectiepalen Schroefpalen Palenwanden Diepwanden Mini-heiwerk Funderingsherstel
Franki Grondtechnieken B.V. Trondheim 8, 2993 LE Barendrecht, Nederland +31 180 641 998 info@franki-grondtechnieken.nl www.franki-grondtechnieken.nl
FRANKI_0164_FGT_ad_Grondtechnieken 266x190.indd 1
15/10/15 15:22
STONEX S10
KWALITEITSMETINGEN MET SNELHEID & PRECISIE De Stonex S10 Smart GNSS ontvanger maakt mobiele data acquisitie makkelijker dan ooit tevoren. Een geïntegreerde e-bubble en tilt sensor verhogen de nauwkeurigheid en productiviteit. De open Linux interface biedt mogelijkheden voor de ontwikkeling van eigen apps.
KENMERKEN S10 • • • • WIFI
GPS, CAD & GIS VOOR DE INFRATECHNIEK
TILT SENSOR
E-BUBBLE
IP-67
GEODIRECT.NL
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
RAW-raamovereenkomst: herzien en helder Edo Beerda
RAW-bestekken zijn de meest gebruikte contractvorm en worden nog steeds verbeterd. Want hoe gebruik je ze bij meerjarige opdrachten of servicecontracten? CROW bedacht er de RAW-raamovereenkomst voor. Een paar updates maken hem nog beter. Een RAW-raamovereenkomst is vooral bedoeld voor veelvoorkomende werkzaamheden in de gww-sector, zoals groenonderhoud, bestratingen en groot onderhoud aan wegen. Qua opzet lijkt de raamovereenkomst op een doorsnee RAW-bestek, maar toch zijn er een paar dingen grondig anders. De Overeenkomst met Open Posten wordt vervangen door de raamovereenkomst en dat maakt het uitzetten van deelopdrachten beduidend eenvoudiger. Belangrijk verschil is dat de overeengekomen eenheidsprijs per werkzaamheid vastligt. Aannemer en opdrachtgever spreken in de overeenkomst een fictieve hoeveelheid werkzaamheden af. Hoe groot deze in de praktijk ook is, de eenheidsprijs blijft hetzelfde. Dat is heel praktisch, vooral bij vergelijkbare of cyclische werkzaamheden. Want je hoeft niet telkens opnieuw om de tafel voor prijsonderhandelingen.
Een RAW-raamovereenkomst is vooral bedoeld voor veelvoorkomende werkzaamheden in de gww-sector.
Rechtszaken Maar het kan ook verwarrend zijn, bleek bijvoorbeeld in Weert, een van de eerste gemeenten in Zuid-Nederland die de RAW-raamovereenkomst invoerde. In 2010 draaide een RAW-raamovereenkomst daar zelfs uit op twee rechtszaken. Aannemers waren kwaad omdat de gemeente de laagste inschrijvers passeerde. Ze dachten een gww-aanbesteding te hebben gewonnen met extreem lage prijzen voor een deel van de aanbesteding – die overigens deels werden gecompenseerd met hoge prijzen voor andere besteksposten. Zelf schaarden ze dat onder ‘strategisch inschrijven’, de gemeente vond dat sprake was van ‘manipulatief inschrijven’. “Het rare is: hun inschrijving had zelfs in hun eigen nadeel kunnen uitpakken”, zegt Dirk Franssen, projectengineer Openbare Ruimte van de gemeente Weert. “Er was sprake van onduidelijkheid en de rechter heeft duidelijkheid geschapen met de uitspraak destijds.” De kwestie, waarin de gemeente Weert overigens won, leverde veel kennis op. Dat was voor CROW reden om Franssen te betrekken bij de werkgroep die de RAW-raamovereenkomst nog eens onder de loep nam. Dat onderzoek richtte zich vooral op het feit dat er onvoldoende onderscheid werd gemaakt tussen de raamovereenkomst en de te verstrekken
deelopdrachten. Gedurende de looptijd van een raamovereenkomst worden allerlei losse opdrachten verstrekt. Tot op heden was daarbij niet precies helder hoe je daarover afspraken maakt en wat daarin wel en niet kan worden gevraagd. De aanpassingen die de werkgroep voorstelde, brengen daarin verbetering.
Duidelijkheid Aan de raamovereenkomst verandert in grote lijnen niet zo gek veel, maar over financiële kwesties ontstaat meer duidelijkheid. Voor de aannemer is er bijvoorbeeld helderheid over het geven van kortingen. Dat kan niet meer op de totale raamovereenkomst, maar nog wel op een deelopdracht. De bevoegdheden van de bestekschrijver zijn ook duidelijker afgebakend. De opdrachtgever mag geen zekerheidsstellingen meer vragen over een raamovereenkomst. “Want een raamovereenkomst is gebaseerd op een prognose. Het is dus niet redelijk om een aannemer te vragen daarop een zekerheidsstelling af te geven”, zegt Jacques Teunissen van CROW. Het roept de vraag op hoe je dan moet omgaan met prijsindexeringen. Want hogere benzine- of materiaalprijzen kunnen zomaar gevolgen hebben voor de totale kosten die een aannemer
maakt. Afspraak daarover is dat ieder jaar in oktober naar de CBS-prijsindexcijfers wordt gekeken of het prijspeil nog klopt.
Meer- en minderwerk Discussies over meer- en minderwerk zijn onder een RAW-raamovereenkomst niet ingewikkeld meer. Prijzen zijn vooraf afgekaart, dus iedereen weet waar hij aan toe is. De aannemer weet niet van tevoren hoeveel werk hij uiteindelijk krijgt. Best een lastige kwestie, geeft Franssen toe, want een gemeenteambtenaar is ook afhankelijk van besluiten van de politiek. Die kan in tijden van crisis zomaar het budget voor straat- of rioolonderhoud terugschroeven. “Je mag van de overheid verwachten dat ze een professionele opdrachtgever is. Dus zul je je prognoses moeten bijstellen en vooraf een staffeling moeten aanbrengen.” Voor de gemeente Weert zijn RAW-raamovereenkomsten in de gww-sector inmiddels gesneden koek. “Alle lof ook voor de aannemers die zich de systematiek snel hebben eigen gemaakt”, zegt Franssen. “Je vraagt je bijna af waarom we het elders niet toepassen. In theorie zou je ook schilderwerk of andere werkzaamheden makkelijk in een raamovereenkomst kunnen vatten.”
Vijf vragen aan Jacques Teunissen, adviseur aanbesteden en contracteren bij CROW Zijn de wijzigingen in de RAW-raamovereenkomsten goed voor de aannemerij? “Ik denk het wel, het sluit nu beter aan bij de algemene principes van contracteren. Niet alleen in de aanbestedings- maar ook in de contractfase moet je proportionele eisen stellen. Bij de oude raamovereenkomsten werd vaak iets gevraagd van aannemers dat niet reëel is. Er is nu meer paal en perk gesteld aan mogelijkheden van de bestekschrijver, waardoor zaken zoals irreële zekerheidsstellingen niet meer voorkomen. Een opdrachtgever kan nu ook een indexeringsregeling opnemen in de RAW-raamovereenkomst. Ongewenst inschrijvingsgedrag van de aannemer voorkom je sowieso met een RAW-raamovereenkomst.” Zoals? “Uitgangspunt in RAW is dat er prijzen per eenheid zijn die representatief zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Bij RAW-raamovereenkomsten geldt dat nog meer omdat de werkelijk uit te voeren hoeveelheid een onbekende factor is. Een passende prijs is dus een ‘must’. Dat geeft de opdrachtgever meer zekerheid, hij kan een aanbieding beter beoordelen. En het zorgt voor beter, gewenst inschrijvingsgedrag.” Is het niet veel moeilijker om een scherpe aanbieding te doen? “Tja, beide partijen weten vooraf niet hoeveel er wordt opgedragen. Dus beide
partijen hebben baat bij een reële prijs. Het is net als in de supermarkt: een pak suiker heeft een vaste prijs. Of je er een koopt of honderd. Datzelfde geldt nu bij bijvoorbeeld 20 of 5000 vierkante meter bestrating. Het heeft niet zozeer te maken met een scherpe aanbieding, meer met een reële aanbieding.” Meer- en minderwerk is ook beter geregeld? “Ja, want extra werkzaamheden vallen nu ook onder de bepalingen van de raamovereenkomst en de deelopdracht. Hoe om te gaan met afwijkingen is nu geregeld in de Standaard. Ook is het mogelijk werkzaamheden toe te voegen aan de deelopdracht. Hierdoor kan worden voorkomen dat je telkens moet onderhandelen over de prijs.” Is dat ook het belangrijkste voordeel voor de opdrachtgever? “Niet het enige. Voor gemeenten zijn raamovereenkomsten ook handig als je voor onderhoudswerkzaamheden een aannemer selecteert voor meerdere jaren. Een gemeente weet van tevoren niet exact welke werkzaamheden binnen een RAW-raamovereenkomst moeten worden uitgevoerd. Als je van de aannemer in een raamovereenkomst prijzen zwart-op-wit hebt van een groot aantal mogelijk voorkomende werkzaamheden, kun je makkelijker prioriteren.”
9
Assetmanagement met iAMPro Overheden en marktpartijen werken aan een zo goed mogelijke infrastructuur en openbare ruimte. Toch bestaat er nauwelijks of geen uitwisseling van kennis en ervaring. Daarom is op initiatief van de twaalf provincies het kennisportaal infrastructuur AssetManagement Professionals (iAMPro) in het leven geroepen dat in januari 2015 van start is gegaan. Kort gezegd is assetmanagement het optimaal inrichten en beheren van kapitaalgoederen die van waarde zijn voor een organisatie. “Een balans tussen prestaties, risico’s en kosten, daar gaat het om bij assetmanagement”, zegt Ton Hesselmans van CROW, de organisatie die het portaal namens de overheden beheert.
Besparen op leergeld “Op het gebied van beheer en onderhoud leggen decentrale overheden steeds meer taken bij de aannemerij neer”, weet Robbert de Ridder, die namens Bouwend Nederland in het platform Assetmanagement zat en vanuit die rol heeft bijgedragen aan de totstandkoming van iAMPro. “Daarom is het goed dat Bouwend Nederland betrokken is bij dit kennisportaal. Producten en contracten die worden ontwikkeld, moeten namelijk door zowel opdrachtgever als opdrachtnemer worden gedragen.” Bovendien kunnen de overheden hun voordeel doen met de ervaringen van de infrabedrijven. “Het bedrijfsleven heeft de afgelopen jaren heel veel leergeld betaald voor de ontwikkeling en implementatie van assetmanagement. Het zou doodzonde zijn als provincies, gemeenten en waterschappen dat nog een keer zouden moeten betalen.” Over de status van iAMPro zegt De Ridder: “Er is al goede content beschikbaar, maar het portaal moet nog verder worden ontwikkeld. Onder de paraplu van CROW zullen iAMPro en assetmanagement breed moeten worden uitgedragen. Voor de infrabedrijven is het namelijk van groot belang dat decentrale overheden zo snel mogelijk inzicht krijgen in hun areaal en weten welke taken ze wel en niet willen uitbesteden.” De Ridder is ervan overtuigd dat iAMPro een belangrijke rol gaat spelen in dit proces. “Het ontwikkelen en het verspreiden van kennis zijn de handelsmerken van dit portaal.”
Meer dan duizend professionals binnen handbereik Provincie Noord-Holland stond samen met de andere provincies aan de wieg van iAMPro. In de zoektocht naar een partij die het kennisportaal zou kunnen beheren, klopte Marco Berkhout - Sectormanager Dagelijks Beheer van de provincie Noord-Holland - aan bij CROW. “Vanwege de goede naam, de kennis en het netwerk”, legt hij die keuze uit. “We hadden de hoop dat CROW snel kennisdeling tussen decentrale overheden op gang zou kunnen brengen. Dat is gelukt. Op dit moment heeft iAMPro ruim duizend abonnees, een mooie prestatie, die we mede op het conto van CROW mogen schrijven.” Zelf vindt Berkhout de mogelijkheid om van elkaar te leren de grootste toegevoegde waarde van het portaal. “Je kunt in iAMPro terecht voor uitleg: wat is assetmanagement nou precies? Je kunt er inspiratie opdoen en je kunt makkelijk en snel kennis uitwisselen. Meer dan duizend abonnees, dat betekent: meer dan duizend professionals binnen handbereik.” Noord-Holland is een heel eind op streek als het gaat om de implementatie van assetmanagement. Op dit moment wordt de provincie geaudit voor een ISO 55000-certificering. “Einde van het jaar hopen we het certificaat binnen te hebben”, zegt Berkhout. Groot voordeel van assetmanagement in de praktijk is dat de provincie snel kan inspelen op situaties. “Door nieuwe en sociale media komen vragen of problemen omtrent assets tegenwoordig razendsnel op ons af. Omdat we systematisch bezig zijn, de contracten goed kennen en het areaal op orde hebben, kunnen we heel vlot reageren.”
Angst voor verandering wegnemen “Gewoon beginnen”, luidt het antwoord van Jan Maurix, teamleider provinciale wegen bij provincie Noord-Brabant, op de vraag hoe assetmanagement te implementeren binnen de organisatie. “Je hebt iemand of een aantal mensen op de werkvloer nodig die zeggen: wij gaan ervoor. Wanneer assetmanagement wordt opgelegd door een directeur heeft het in mijn ogen minder kans van slagen.” Bij provincie Noord-Brabant was Maurix twee jaar geleden de eerste binnen de organisatie die zich verdiepte in de methode. “Nu is er een hele club mee aan de slag”, zegt hij. “Assetmanagement is niet iets heel nieuws. Het is op een slimmere, efficiëntere en integrale manier omgaan met beheer en onderhoud. Maar zo’n andere benadering is voor velen, zeker in de traditionele infrawereld, wel heel spannend.” CROW kan helpen de angst voor verandering weg te nemen. “CROW heeft informatiepakketten en presentatiemateriaal beschikbaar en er zijn medewerkers die langskomen om te vertellen over assetmanagement.” Maurix noemt de samenwerking tussen Noord-Brabant en CROW een mooie wisselwerking. “Momenteel zitten vier of vijf mensen van ons in allerlei CROW-werkgroepen. We steken er veel tijd en energie in, maar daar krijgen we ook veel voor terug.” Zelf maakt hij onderdeel uit van de iAMPro-contentgroep. “iAMPro is de kennisbak waarin alles op het gebied van assetmanagement wordt verzameld”, legt hij uit. “Er zijn veel professionals met veertig dienstjaren of meer. Hun pensioen nadert. Zij hebben veel kennis, maar die zit tussen hun oren. Het is belangrijk dat die kennis bewaard blijft; iAMPro is daar de perfecte plek voor. Het is een laagdrempelig portaal waar je kennis haalt en brengt.”
Vijf vragen aan Ton Hesselmans, projectmanager bij CROW Jeroen Kreule
Waarom is de oprichting van iAMPro zo belangrijk voor professionals in de infra-sector? “Het beheer en onderhoud van wegen, bruggen, viaducten, pleinen en straten staat de laatste jaren onder druk. Budgetten krimpen, er is minder personeel en veel deskundigheid verdwijnt door onder andere vergrijzing.” Assetmanagement helpt om goede, transparante en onderbouwde keuzes te maken. Dat kan alleen slagen als overheden, adviesbureaus, kennisinstituten en bouwbedrijven dezelfde taal spreken. Onder het motto ‘delen is het nieuwe hebben’ is iAMPro de plek waar kennis en ervaring samenkomen. Het sluit aan bij de behoefte om kennis op het gebied van assetmanagement te delen en met elkaar in gesprek te komen.”
iAMPro is een digitaal kennisportaal. Welke informatie staat er allemaal op? “Er wordt uitgelegd wat assetmanagement is, maar ook waarvoor en wanneer het toepasbaar is. Bezoekers krijgen praktijkvoorbeelden mee van andere gebruikers van het portaal. De werkwijze van assetmanagement is verwoord in zes processtappen, gebaseerd op de ISO 55000. Het mooie van assetmanagement is ook de duidelijke rolverdeling: de assetowner, de eigenaar van de spullen, stelt de norm. Dan is er de assetmanager, die het proces organiseert en beheert. De assetsupplier voert uit. In het verleden liepen die rollen regelmatig door elkaar en dat leidde tot verwarring.”
Wat de rol van CROW? “CROW is beheerder en verzamelt en documenteert alle informatie die binnenkomt van overheden en marktpartijen. In een breed samengestelde ‘contentgroep’ wordt deze op actualiteit en bruikbaarheid beoordeeld. Deze slag garandeert de kwaliteit van iAMPro. Tegelijkertijd worden de functionaliteiten ‘up to date’ gehouden en worden rondom het portaal bijeenkomsten, congressen en cursussen georganiseerd. Het geheel wordt bewaakt door een stuurgroep waaraan gemeenten, provincies, waterschappen, Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, NLingenieurs en de Hogeschool Utrecht deelnemen. Daarmee wil het portaal er voor en door de overheden en marktpartijen zijn.”
Normering vertalen naar praktijk Noura El Guennouni, Business Development & Innovation manager bij NEN, heeft namens de Nederlandse normcommissie meegewerkt aan de ISO 55000-serie voor assetmanagement. “Met deze norm voor assetmanagement krijgen eigenaren van kapitaalgoederen een instrument in handen om hun ‘assets’ gedurende de levenscyclus op een beheersbare, duurzame en kosteneffectieve wijze te beheren”, licht ze toe. Onlangs hebben CROW en NEN de handen ineengeslagen. “NEN bedient een breed scala aan sectoren en klantgroepen en kent een horizontale marktbenadering”, vertelt El Guennouni. “Zo werkt NEN evenals CROW aan dienstverlening en kennisverspreiding als het gaat om assetmanagement in de infrastructuur. Daarbij is NEN de toegangspoort voor de ontwikkeling van normen en het uitleggen van die normen en CROW draagt zorg voor de vertaling van de implicaties daarvan naar werkwijze en werkprocessen voor (decentrale) overheden. Uitgangspunt voor de samenwerking met CROW is om de krachten te bundelen – bijvoorbeeld op het gebied van trainingen, normenverkoop en normontwikkeling – om zo tot effectieve en efficiënte oplossingen te komen voor decentrale overheden.” Binnen iAMPro zal NEN alles wat er aan normeringen beschikbaar is inbrengen. “Daarnaast geven we ook trainingen waarin we inhoudelijk een norm toelichten. CROW focust op de ‘hoe-vraag’ en zal trainingen en instrumentaria aanbieden voor de praktische invulling van een norm. Bij voldoende belangstellilng gaat dit ook gebeuren bij het maken van één Infrastructuurnorm Assetmanagement. CROW sluit hierbij aan om de vertaalslag naar de praktijk te maken.”
Uniforme werkwijze Onder de grote gemeenten is Rotterdam een van de voorlopers op het gebied van assetmanagement. “In 2012 waren we in hoge mate een brandweerorganisatie”, zegt programmamanager assetmanagement Klaas Snoeij. “Oftewel: we reageerden op incidenten. Dat gebeurt bij veel gemeenten. Toen hebben we gezegd: we willen toekomstgericht werken. Gedurende de gehele levenscyclus onze kapitaalgoederen, van ontwerp tot sloop, op eenduidige en transparante wijze beheren, met inzicht in prestaties, risico’s en kosten.”
www.iampro-portaal.nl
Gemeente Rotterdam heeft assetmanagement in 2012 geïntroduceerd binnen de tak civiele kunstwerken. In 2014 volgde de uitrol naar de gehele openbare buitenruimte. “Het streven is om begin 2018 volledig volgens de ISO 55000-norm te werken als het gaat om de openbare buitenruimte”, geeft Snoeij aan. “Daarnaast onderzoeken we of we ook op andere terreinen assetmanagement kunnen toepassen. Denk aan leidingen en kabels onder de grond, afvalinzameling en handhaving en toezicht.” Ervaringen met assetmanagement deelt Rotterdam binnen iAMPro. Andersom heeft de gemeente baat bij ervaringen van andere organisaties, die op bepaalde onderdelen verder zijn. Snoeij: “Door kennis en ervaringen te delen, besparen we met elkaar overheidsgeld. Wanneer iedereen de processtappen doorloopt zoals deze in iAMPro worden aangegeven, leidt dat bovendien tot een uniforme werkwijze.” Snoeij waardeert de rol van CROW als beheerder van het kennisportaal: “CROW is een toonaangevende kennisorganisatie zonder winstoogmerk. Er zijn geen verborgen agenda’s. We hebben één gezamenlijk doel: kennis beschikbaar stellen voor de BV Nederland.”
Cursisten assetmanagement Het CROW-opleidingstraject Assetmanagement voor Infrastructuur bestaat uit drie trappen: de assetmanagement game, de basismodule en de verdiepingsmodule. Gerben Top van Inspectrum BV volgde de basiscursus, een eendaagse training. “CROW is de enige die een assetmanagement-opleiding aanbiedt die echt is toegespitst op infrastructuur”, weet Top. “Ik heb een goed beeld gekregen van de basisprincipes van assetmanagement tijdens de cursus.” Piet Smid van gemeente Súdwest-Fryslân nam deel aan de driedaagse verdiepingscursus, nadat hij eerder een Engelstalige cursus had gevolgd. “Sommige onderdelen werden me nu, bij de CROW-opleiding, pas echt duidelijk. Deze cursus is volledig in het Nederlands en als je de diepte ingaat, is je moedertaal toch het prettigst.” Smid heeft het geleerde al in de praktijk gebracht door een assetmanagement-plan van aanpak te schrijven voor zijn gemeente. “Dat plan is gecheckt door een in assetmanagement gespecialiseerd bureau en we kregen terug: jullie hebben goed opgelet tijdens cursussen. Een mooi compliment.” Beide heren maken ook gebruik van iAMPro. “Ik kijk regelmatig naar vragen die er leven en antwoorden die worden gegeven”, zegt Top. “Waarom zelf het wiel uitvinden als het ergens anders al is uitgevonden, nietwaar?” Smid denkt er net zo over. “Ik haal er wekelijks iets af. De uitgewerkte risicoprofielen van de gemeente Enschede zijn voor ons een handig voorbeeld. Maar we varen onze eigen koers. Straks, als ons plan helemaal af is, zullen we het delen op iAMPro.”
Martijn Reinink
Wie betaalt iAMPro? “Het initiatief kwam van de gezamenlijke twaalf provincies. Zij hebben met DON Bureau hard gewerkt aan de bouw van het portaal. De investeringen kwamen volledig van de provincies. Bovendien hebben zij voor 2015 de exploitatiekosten van iAMPro op zich genomen, waardoor de rest van Nederland kosteloos kennis kan maken met het portaal. Daarmee hebben de provincies geïnvesteerd in de toepassing van assetmanagement in Nederland. Ook in 2016 wordt geen gebruiksvergoeding gevraagd. De exploitatiekosten worden verdeeld over de leden van de stuurgroep. Vanaf 2017 wordt er met gebruikersvergoedingen gewerkt.”
iAMPro is driekwart jaar in de lucht. Hoe zijn de reacties tot nu toe? “Op dit moment zijn er ruim duizend gebruikers, dit overtreft onze verwachtingen. Zij die er veel gebruik van maken, geven iAMPro een hogere waardering dan degenen die het af en toe gebruiken. Je moet het leren kennen! Verder heeft een enquête uitgewezen dat veel professionals in de infrastructuur en openbare ruimte nog niet goed weten wat assetmanagement voor de sector kan betekenen. Daarin is nog een slag te maken.” Assetmanagement is niet iets nieuws. Het goed bouwen, beheren en onderhouden van assets is wat in Nederland al jaren gebeurt. Wel wordt de samenhang van de verschillende activiteiten niet altijd gezien. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt dat als je iets bouwt dit ook moet worden beheerd, is dit in de praktijk toch vaak niet nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld. In het kader van professioneel beheer gaan we zoveel mogelijk inspelen op de voordelen van assetmanagement, door middel van onder andere lezingen en cursussen. iAMPro wordt daarbij ingezet, omdat het inzicht biedt in alle stappen die nodig zijn om assets op de juiste manier te managen en het nadrukkelijk bouwen, beheren en onderhouden aan elkaar koppelt. Assetmanagement is de volgende stap in de traditie van professioneel beheer in Nederland; iAMPro is een uitstekend en voor iedereen toegankelijk hulpmiddel!
(Massa) stabilisatie en immobilisatie! Infra Groep Nederland BV, de specialist met (massa) stabilisatie en immobilisatie technieken vanaf 1993 en is de primeur in de Benelux. Massa stabilisatie is een techniek waarbij slappe grond zoals veen, klei, leem maar ook onstabiel zand wordt gestabiliseerd met bindmiddel. Tot enkele jaren terug was deze techniek nog vrij onbekend maar na enkele succesvolle projecten in de Benelux (Nederland en België) zijn opdrachtgevers (gemeenten, provincies, waterschappen en Rijkswaterstaat) er nu van overtuigd dat massa stabilisatie het alternatief is voor traditionele wegenbouw en woonrijp maken in slappe (veen) gebieden. En ook niet te vergeten, dit is een ideale toepassing voor; kadeverbetering in veengebieden, spoorbouw, (gas)leidingbouw of het direct toepasbaar maken van slib. Voordelen met deze techniek is een enorme reductie van zwaar transport en CO2, geen ontgravingen, geen of weinig aanvoer van zand en toegangswegen blijven bespaard van schade. Bij het bouwrijp maken voor woningbouw of industrie kan men direct na stabilisatie starten met de bouw in tegenstelling tot traditioneel waarbij een terrein lange tijd onrendabel braak ligt ten behoeve van voorbelasting. “Waarom is deze techniek niet eerder toegepast!” Dit horen we bijna bij iedere opdrachtgever. Dat komt vooral omdat innovatie niet iets vanzelfsprekends is. Wat bekend is geeft een “vertrouwd gevoel” maar hoeft zeker niet het beste te zijn zoals vele referenties aantonen. “Dat zal wel duurder zijn dan traditionele methodes!” Deze reactie horen wij vaak maar al gauw wil men niet anders meer, als na enige berekening blijkt, dat (massa) stabilisatie op korte termijn en sowieso op lange termijn goedkoper is. Vooral als uit referentie op internationaal vlak blijkt dat garanties tot ca. 20 jaar kan worden gegeven.
“Patent” Infra Groep Nederland BV heeft enkele patenten zowel voor stabilisatie als voor oplossingen voor piping waarmee wij binnenkort de markt in Europa en de VS kunnen betreden. Dit betekend niet dat wij het alleenrecht willen hebben. ‘Integendeel’: innovatie doe je samen en met een patent voorkom je dat andere partijen jouw uitschakelen, werkzaamheden belemmeren of zelf de methode uit de markt halen. Het verbeterd de continuïteit van het bedrijf, samen met collega bedrijven, en dat is geen overbodige luxe in de huidige infra business. “Innovatie in de infra! Dat is wat Infra groep Nederland BV bezig houdt!”
Oplossingen tegen het faalmechanisme piping en macroinstabiliteit middels drie methodes!
Infra Groep Nederland BV heeft ook aardig ingezet voor oplossingen tegen piping. De eerste proef stamt bij ons uit 1991. Na vele jaren onderzoek en testen gaan wij nu alsnog een eigen testveld bouwen waarbij opdrachtgevers en kennisinstituten worden betrokken. De methodes zijn allemaal sleufloos! De drie methodes betreffen; • Een scherm van bindmiddelen gemaakt met een frees of de stabilisatie machine. • Een scherm van verticaal geotextiel en/of in combinatie met bindmiddel of drainzand aangebracht met een freesmachine waarbij het gevouwen geotextiel langs twee geleide mechanismen al frezend in de grond wordt geleid. Voordeel van deze methode is een smallere frees. • De derde methode is ook met geotextiel en/of in combinatie met bindmiddel of drainzand maar daar wordt direct achter de frees een complete rol geotextiel geplaatst die alle frezend wordt afgerold. “Aanbestedingswet” Waar wij nog veel tegenaan liepen is de onwetendheid van de aanbestedingswet bij overheidsopdrachtgevers. Innovatie kan niet altijd via een aanbesteding op de markt worden gebracht, simpelweg omdat er te weinig aannemers zijn die deze techniek kennen. Veel opdrachtgevers weten nog niet de ruimte om binnen de aanbestedingswet de innovatie tot uitvoering te laten komen. Daarbij wordt innovatie nog wel eens bij de grond wordt afgemaaid. Gelukkig begint men steeds meer in te zien hoe belangrijk innovatie is en verdiepen overheden zich steeds meer in innovatie.
I.G.N.
Infra groep Nederland B.V.
Boxmeer
Tasveld 10 - 12 8271 RW IJsselmuiden Postbus 54 2860 AB Bergambacht
Bergambacht Zwartewaterland
T E I I I
0182-759004 info@ign-bv.nl www.ign-bv.nl www.massastabilisatienederland.nl www.ign-bv.nl/catamaran-geoboot
S&P Clever Reinforcement Company Benelux BV Aalsmeerderweg 249 P 1432 CM Aalsmeer Tel: +31 297 367674 Fax: +31 297 361711 Email: info@sp-reinforcement.nl www.asfaltwapening.nl • www.sp-reinforcement.nl
ECOseals BV ontwikkelde een revolutionaire vloeistofdichte voorzieningen zonder kitvoegen, die wel 10 keer sterker en 10 keer lichter is dan een vergelijkbare beton voorziening (verkeersklasse 600). De vloer is bovendien chemisch bestendig en gaat ook nog 30 jaar of langer mee! Vezel versterkt composiet is een bewezen technologie en wordt overigens al vele jaren met succes toegepast in o.a. de vliegtuigbouw en nu dus ook in de weg- en waterbouw.
S&P Carbophalt voor structurele versterking. Tegen vermoeiing en scheurvorming.
Asfaltwapening Re info r
et an cing the Pl
De gehele vloeistofdichte voorziening wordt bovenop een bestaande (erf)verharding gelegd zodat er geen aparte fundering, heiwerk of graafwerk meer nodig is. Omdat alles dus bovengronds wordt geplaatst kan het geheel ook gemakkelijk worden verplaatst naar een andere locatie. Tal van additionele voorzieningen zijn mogelijk, zoals schermwanden, complete wasinstallatie, brandstofpompinstallaties of hogedruk reiniger e.d. De vloer is modulair van opbouw en elk vloerpaneel is 5500 mm x 2400 mm x 70 mm. Eenvoud en klasse met een geïntegreerd opvang en afvoersysteem van afvalwater.
De ECOseals, vloeistofdichte voorzieningen zijn exclusief te verkrijgen via de verkooporganisatie ECO Worldwide BV gevestigd te Vlaardingen-Rotterdam. ECO Worldwide BV Oosthavenkade 39a 3134-NW Vlaardingen Tel. +31 (0)10 3510070 info@ecoworldwidebv.com
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
InfraTech Duitsland, bouwstenen voor vernieuwing
13
‘Bouwstenen voor vernieuwing’, is het overkoepelende thema van InfraTech Duitsland, die van 13 tot en met 15 januari 2016 wordt gehouden in Messe Essen, Noordrijn-Westfalen.
Renovaties op grote schaal
Het is niet toevallig dat er grote belangstelling bestaat voor deze beurs, want het is inmiddels bekend dat er honderden miljarden euro’s in de Duitse infrastructuur worden geïnvesteerd. Niet alleen wegen en bruggen moeten worden gesaneerd en vernieuwd, ook de inrichting van openbare ruimtes is dringend toe aan renovatie. Behalve sanering van de Duitse infrastructuur zijn ook Water en afvalwater, Openbare ruimte en Verkeer en mobiliteit belangrijke beursthema’s. Alle reden om uw expertise en knowhow te presenteren aan deze omvangrijke groeimarkt.
Dichtstbevolkte deelstaat van Duitsland
Op InfraTech Duitsland komen opdrachtgevers en opdrachtnemers, onderzoekers en ontwikkelaars, en ook toeleveranciers met elkaar in contact. De beurslocatie in Noordrijn-Westfalen is met zorg gekozen. Deze dichtstbevolkte deelstaat van Duitsland telt maar liefst 10 van de 20 grootste steden, en dankzij de grote dichtheid aan snelwegen, vaarwegen, havens, rioleringsnetwerken, fietspaden of vliegvelden speelt Noordrijn-Westfalen een voortrekkersrol als het gaat om infrastructuur. InfraTech vindt daarmee dus plaats in het centrum van de infrabranche.
niek, verzorgt het programma op 15 januari 2016. Op de beursvloer wordt een theater gebouwd waar de bezoekers de lezingen kosteloos kunnen bijwonen. Alle lezingen zijn Duitstalig en het actuele programma is terug te vinden op www.infratech.de
wordt van 13 tot en met 15 januari 2016 gehouden in Messe Essen, Noordrijn-Westfalen. Neem voor uitgebreide informatie contact op met Johan Teunisse. U kunt hem telefonisch bereiken via telefoonnummer 010-2933207 of per e-mail: j.teunisse@ahoy.nl
InfraTech Innovatieprijs ook in Duitsland
Vier beurzen onder één dak
De in Nederland succesvolle InfraTech Innovatieprijs krijgt een internationaal vervolg. Dit initiatief wordt omarmd door het Duitse bedrijfsleven en de Duitse kennisinstituten. Ook daar is men razend benieuwd naar innovatieve ideeën en oplossingen voor verbetering van de infrastructuur. Ook Duitse studenten worden nadrukkelijk uitgenodigd om mee te dingen naar de InfraTech Innovationspreis. Op woensdag 13 januari 2016 zal de eerste InfraTech Innovationspreis in Duitsland worden uitgereikt. ‘Straßen- und Tiefbaugewerbe im ZDB’, het ‘IKT’ en het vakblad Straßen- und Tiefbau zijn als partners betrokken bij de organisatie van dit belangwekkende initiatief.
Belangwekkend kennisprogramma
Kennisuitwisseling is één van de belangrijkste aspecten van een vakbeurs. Ahoy Rotterdam is dan ook verheugd dat de intensieve samenwerking met het IKT (Institut für Unterirdische Infrastruktur) wordt gecontinueerd. IKT organiseert interessante symposia waar actuele thema’s aan de orde worden gesteld. Ook het Duitse Kirschbaum Verlag, uitgever van toonaangevende vakbladen, organiseert een aantal lezingen op het gebied van onderhoud aan wegen en bruggen. PP-Publico Publications, uitgever van vakliteratuur op het gebied van warmte en koudetech-
In Messe Essen worden gelijktijdig met InfraTech Duitsland de vakbeurzen DEUBAUKOM en DCONex en acqua alta gehouden. acqua alta, een vakbeurs en congres dat zich richt op Hoogwaterbescherming, Klimaatverandering en Rampenbestrijding wordt in deze combinatie voor de eerste keer georganiseerd en is gesitueerd in Hal 10, naast InfraTech.
Deelnemen aan InfraTech Duitsland Is uw bedrijf ook actief in de infrasector en wilt u zich aan de Duitse markt presenteren? Meer dan 150 bedrijven zijn u al voorgegaan en hebben inmiddels standruimte gereserveerd. InfraTech Duitsland beslaat niet alleen de hallen 11 en 12 maar is uitgebreid met Hal 5 van Messe Essen, waardoor de totale beursoppervlakte meer dan 8000 vierkante meter zal beslaan. InfraTech Duitsland
Grugahalle
Grugahalle
CC East 12
11 10
CC Ost 11
12
10
54A
4A
Galeria
Galeria
Atlantic Congress Hotel Atlantic Congress Hotel
< Messe East
< Messe Ost
5
Registreer voor een gratis bezoek
2
2 3
1 / 1A CC South
1 / 1A
< Messe Zentrum
CC Süd
< Messe Center
16
flood protection consequences of climate change disaster management Messe Essen, 13. – 15. January 2016
< Messe Süd
CC West
Een bezoek aan InfraTech Duitsland, van 13 tot en met 15 januari 2016 in Messe Essen, is gratis als u zich vooraf registreert. Dit kan via de website www.infratech.de. Zonder registratie bedraagt de toegangsprijs € 19,00. Een toegangsbewijs voor InfraTech Duitsland is tevens geldig voor de overige drie beurzen die tegelijkertijd plaatsvinden.
< Messe < Messe West South
Foto’s Mike Henning CONSTRUCTION NETWORK: COMPETENCE IN DIALOGUE MESSE ESSEN 13. – 16. JANUARY 2016
De weg naar de Zorgvuldig graafproces Een fatsoenlijke proefsleuf maken, voordat de daadwerkelijke graafwerkzaamheden beginnen, moet voor professionals een kleine moeite zijn. “Toch valt er op dit vlak nog winst te behalen”, zegt René Gerrits, teammanager Preventie Graafschade bij Enexis. De economische en maatschappelijke gevolgen kunnen groot zijn als het graafwerk misgaat, legt Gerrits uit. “Denk aan een industrieterrein dat zonder stroom komt te zitten en nog belangrijker de veiligheid van een medewerker van de grondroerder en eventuele omwonenden kunnen in gevaar komen. Richtlijnen van zorgvuldig graven en veilig werken zijn dus belangrijk.’’ Volgens Gerrits bestaan er verschillende richtlijnen, vele publicaties en een grote hoeveelheid regels, als het gaat om veilig en gezond grondwerk. CROW, dat nauw samenwerkt met het Kabel en Leiding Overleg (KLO), beheert deze kennis en zorgt ervoor dat het voor alle marktpartijen toegankelijk is. “Mensen die daadwerkelijk graven, willen concrete informatie.” Door vernieuwde kennis is het hoog tijd voor aanpassing van de richtlijnen, vindt Gerrits. Denk hierbij aan de voortschrijdende techniek: door moderne graafmethoden (grondzuigers, borstelmachines en radardetectie) kan veel schade aan kabels worden voorkomen. Verder noemt Gerrits nieuwe contractvormen, de toegenomen aandacht voor een goede voorbereiding; zoals het maken van een fatsoenlijke proefsleuf, en aandacht voor zorgvuldig opdrachtgeverschap. Bij de actualisatie van de richtlijnen speelt CROW een cruciale rol, aldus Gerrits, die namens Enexis meedenkt en -praat over de vernieuwingen. “CROW kan duidelijke, heldere richtlijnen ontwikkelen en beheren, houdt kennis up-to-date en weet goed de vertaalslag te maken tussen theorie en praktijk. Bovendien zorgt de onafhankelijke positie ervoor dat haar richtlijnen breed worden gedragen en dat alle partijen die er in de graafsector toe doen, bij elkaar worden gebracht. Noodzakelijk om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren.” De nieuwe publicaties – met heldere, uniforme richtlijnen voor hele branche - verschijnen vlak voor de zomer van 2016.
Ontwerp, aanleg en beheer van weginfrastructuur zijn drie onlosmakelijk verbonden elementen die samen de kwaliteit bepalen voor de weggebruiker. Ook bepalen ze de kosten die wegbeheerders moeten maken om de weg beschikbaar en veilig te kunnen aanbieden. CROW biedt al ruim 25 jaar kennisproducten en tools aan op het gebied van ontwerp, aanleg en beheer van weginfrastructuur. Deze komen tot stand in commissies en werkgroepen waarin alle belanghebbenden en de benodigde expertise worden verenigd. Dit leidt tot praktisch toepasbare en breed gedragen producten. De commissies en werkgroepen vormen samen met de tweejaarlijkse CROW Infradagen en andere kennisbijeenkomsten hét platform voor wegbouwkundig en wegbeherend Nederland. Ontwerp en aanleg CROW biedt wegontwerpers een breed scala aan kennisproducten, zoals publicaties, rapporten en digitale tools. Deze producten ondersteunen het proces om een goed en onderbouwd wegenbouwkundig ontwerp tot stand te brengen. Sommige bevatten algemene informatie over bijvoorbeeld verschillende soorten verhardingsmaterialen en een aantal geeft zeer gedetailleerde richtlijnen voor het ontwerp van verhardingen. Richtlijnen De wegontwerper heeft naast wetten en normen ook te maken met richtlijnen. Richtlijnen zijn niet zo hard als wetgeving en normen, maar er mag niet zomaar van worden afgeweken. Alle richtlijnen staan in de diverse CROW-publicaties over wegontwerp. Goede voorbeelden zijn ‘Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen 2015’ en ‘ASVV 2012 - Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom’. Verhardingsmaterialen Kennis over verhardingsmaterialen is in verschillende (online) handboeken vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn ‘Asfalt in weg- en waterbouw’, ‘Lichte ophoogmaterialen in de wegenbouw’, ‘Handboek funderingsmaterialen in de wegenbouw’ en een handboek op het gebied van betonverhardingen. CROW biedt ontwerpers van wegverhardingen een groot aantal tools en publicaties, die bij het ontwerp van wegverhardingen kunnen worden gebruikt: van algemene tools als ‘Keuzemodel wegconstructies’ tot ontwerptools als OIA voor asfaltverhardingen en Vencon voor betonverhardingen.
Keurmerken wegmetingen Comfortabel, veilig en goed onderhouden zijn kenmerken van het Nederlandse wegennet. Visuele inspecties en objectieve metingen brengen de kwaliteit ervan in kaart. Daarbij wordt onder meer gekeken naar langsvlakheid, de draagkracht van de weg, de natte stroefheid en de droge remvertraging. Rijkswaterstaat verzorgde tot voorkort de certificering voor het meten van de langsvlakheid, maar heeft besloten deze taak over te dragen aan CROW, vertelt senior adviseur Erik Vos van Rijkswaterstaat. Vos werkt daar bij het organisatieonderdeel Grote Projecten en Onderhoud, op de afdeling Instandhouding Constructies en Onderhoud. Vos: “Rijkswaterstaat trekt zich steeds meer terug op de kerntaken. We beschikken anno 2015 over minder eigen meetapparaten dan voorheen, zodat we ook minder zelf kunnen controleren.” Het onderbrengen van de certificering van langsvlakheid bij CROW is een logische stap, zegt Vos. “CROW staat bekend als een betrouwbare en onafhankelijke partij op het gebied van wegenbouw en heel kritisch als het gaat om het in stand houden van de kwaliteit van het wegennet.” Verder is CROW al vele jaren betrokken bij de certificering van het meten van valgewichtdeflectie, nodig om de draagkracht van een asfaltweg te meten. CROW faciliteert bovendien het Platform Wegmetingen, waar Vos voorzitter van is. Wegbeheerders, meetbedrijven en aannemers hebben hier zitting. Interactie tussen al deze partijen zorgt volgens hem voor evenwicht, bovendien werkt het stimulerend en katalyserend. Ook verzorgt CROW de keurmerken voor de droge remvertraging van wegen en (binnenkort) de akoestische kwaliteit van wegdekken, die wordt vastgesteld aan de hand van de CPXmeetmethode. “Het is van cruciaal belang dat meetapparatuur zo precies mogelijk is”, zegt Vos. Er wordt bij CROW zo min mogelijk aan het toeval overgelaten. Vanwege de betrouwbaarheid zijn de keurmerken van CROW volgens Vos dan ook een uitkomst voor opdrachtgevers, zoals Rijkswaterstaat.
Gladheidsbestrijding CROW biedt verschillende producten om wegbeheerders te helpen bij de voorbereiding op en de uitvoering van de gladheidsbestrijding. De weg tijdens winterse omstandigheden beschikbaar en veilig houden, is de uitdaging waar wegbeheerders voor staan bij de uitvoering van gladheidsbestrijding. Hiermee geven zij invulling aan hun wettelijke zorgplicht. Maar het is natuurlijk bovenal bedoeld om weggebruikers veilig aan het verkeer te laten deelnemen en om de economische impact van wintergladheid als gevolg van files en ander verkeershinder zo veel mogelijk te beperken. Wegbeheer Voor het in stand houden van een kwalitatief goed wegennet is een deskundig beheer noodzakelijk. Visuele inspecties en objectieve metingen helpen om de kwaliteit van de weg in kaart te brengen. Aan de hand daarvan is te bepalen welke maatregelen nodig zijn. Visuele inspecties Om te kunnen beoordelen of de kwaliteit van de wegen voldoet aan alle wensen en veiligheidseisen, is de visuele inspectie een probaat middel. Deze vormt een belangrijk onderdeel van de door CROW ontwikkelde wegbeheersystematiek. Op objectieve wijze wordt de ernst en de omvang van schade aan asfalt, elementen en betonwegen vastgesteld. Rationeel wegbeheer De verkeersdrukte en daarmee de belasting op de Nederlandse wegen neemt nog steeds toe. Het handhaven van het gewenste kwaliteitsniveau gaat dan ook veelal gepaard met grote kosten. Een rationeel wegbeheersysteem helpt de wegbeheerder om financiële middelen te verkrijgen en het geld zo effectief mogelijk te benutten. “CROW staat met deze portfolio niet stil. Zij gaat met alle belanghebbenden en betrokkenen aan de slag om de kennis én de instrumenten toekomstbestendig te maken”, aldus Robert Stuurman, clusterhoofd Beheer Openbare Ruimte & Infrastructuur.
toekomst Infra-Innovatie Netwerk De infrasector in ons land staat niet bepaald bekend om de innovativiteit. Ideeën zijn er volgens Paul Waarts genoeg, maar talloze projecten stranden na een pilot. Waarts, als senior projectingenieur werkzaam bij de provincie Noord-Holland, raakte een tijdje geleden met een collega van de provincie Zuid-Holland aan de praat over de noodzakelijke innovatieslag in de infrasector. Hierbij was een vertegenwoordiger van CROW aanwezig. De gezamenlijke conclusie was: innovaties in de GWW-sector komen in de praktijk te veel hindernissen tegen. Innoveren kost tijd en geld, bovendien moet je maar afwachten of een innovatie na de pilotfase kans van slagen heeft. Waarts: “Bedrijfsleven en overheid nemen vaak een afwachtende houding aan. Daardoor is er weinig aanbod van innovatie.” Een idee was geboren: alle twaalf provincies en vier grote gemeenten zijn momenteel aangesloten bij het Infra-Innovatie Netwerk, dat verder wordt ondersteund door CROW. Waarts, voorzitter van de stuurgroep: “CROW kent alle partijen, vooral de decentrale overheden. En andersom. Cruciaal om het netwerk te laten slagen.” Het netwerk bestaat uit een online community en een kennisportaal waarin kennis rond innovaties wordt ontsloten. Waarts kan namens Noord-Holland al twee veelbelovende pilotprojecten inbrengen. SolaRoad: zonlicht dat op het wegdek valt, wordt opgevangen door zonnecellen en omgezet in elektriciteit en in Krommenie is vorig jaar een pilot gestart. Een geluidsscherm van levend bamboe is in oktober 2015 aangelegd langs de N245. Waarts: “Wat het effect is, weten we pas over een jaar of twee, waneer het bamboe is gegroeid. Ik wil hiermee aangeven dat innoveren vaak heel veel tijd kost. En je hebt partijen nodig die er in geloven.”
Asfalt Recycling van asfalt, met volledig behoud van de oorspronkelijke eigenschappen scheelt grondstoffen en voorkomt dat vrijgekomen materiaal moet worden opgeslagen of vernietigd. “Van de ruim vier miljoen ton asfalt dat als gevolg van vervanging en reparatie jaarlijks vrijkomt, is drie miljoen ton (milieu)technisch geschikt voor hergebruik”, zegt Harry Roos van Bouwend Nederland, werkzaam bij de Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW). “De resterende een miljoen ton asfaltgranulaat is, vanwege de aanwezigheid van teer, echter een zorgenkindje. Door het hoge PAK-gehalte is teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) schadelijk voor het milieu, bovendien is het kankerverwekkend”, legt Roos uit. “Tot 1991 was het toegestaan om teerhoudend asfalt te gebruiken. Maar we willen ervan af: teer moet uit de keten.” Onlangs is een herziene versie van CROWpublicatie 210 ‘Richtlijn omgaan met vrijgekomen asfalt’ uitgegeven. Roos: “Inzichten zijn veranderd en op sommige vlakken was er onduidelijkheid over de te nemen maatregelen. Ook is er qua aanpalende wet- en regelgeving iets veranderd.” Een van de belangrijkste redenen voor de herziening heeft te maken met het feit dat teerhoudend asfalt werd geëxporteerd naar landen waar het onder bepaalde voorwaarden wel mag worden hergebruikt. “Niet illegaal, maar vanuit het milieubeleid van de Nederlandse overheid gezien een ongewenste situatie”, zegt Roos die namens de VBW betrokken was bij de totstandkoming van de herziene versie. Wegbeheerders zijn als ontdoeners verantwoordelijk en aansprakelijk voor het verwijderen van teer uit de keten. In de nieuwste publicatie staan zeven protocollen die alle noodzakelijke stappen beschrijven, vanaf het moment dat een wegbeheerder besluit werkzaamheden uit te voeren waarbij asfalt vrijkomt, tot en met de acceptatie bij de inzamelaar. “De kracht van CROW is een platform te realiseren waarbij alle partijen zijn betrokken: van wegbeheerders en wegenbouwers tot de inzamelaars van teerhoudend asfalt”, aldus Roos. “CROW weet draagvlak te creëren en heeft ervoor gezorgd dat de richtlijn voor iedereen duidelijk is.”
Differentiatie onderhoudsniveaus De jongste Wegennota van de gemeente Dordrecht maakte een ding vooral duidelijk: de stad heeft een flinke achterstand in onderhoud van het wegennet, terwijl het budget verre van toereikend is om alle gebreken te herstellen. “Afnemende budgetten, een verouderd wegennet en een toename van het verkeer maken het wegbeheerders steeds moeilijker een toereikend onderhoudsprogramma op te stellen”, zegt Hans van Leeuwen, beleidsadviseur Wegen bij de gemeente Dordrecht. Een groot deel van de Dordtse wegen, fietspaden en stoepen is aangelegd in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. De cyclusbenadering van de CROW Wegbeheersystematiek toont aan dat het einde van de theoretische levensduur hiervan in zicht is. Van Leeuwen: “Het bepalen van het precieze moment van onderhoud vindt na inspectie plaats, op basis van de richtlijnen uit deze systematiek. De maatschappelijke ontwikkelingen vragen echter om betere onderbouwing waarom onderhoud moet worden uitgevoerd.” Dordrecht heeft, in samenwerking met CMS, een nieuwe methodiek ontwikkeld: risicogestuurd wegbeheer, ook wel assetmanagement genoemd. Dordrecht en CMS hebben de risico’s van de schade van de totale buitenruimte in kaart gebracht. Er is in eerste instantie gekeken naar de techniek en vervolgens naar de risico’s van schade in relatie tot onder meer bereikbaarheid, veiligheid, kwaliteit van de leefomgeving en imago. De ontwikkelde methodiek geeft inzicht in de aanwezige risico’s per wegvak, wegtype, gebied en verhardingstype. Dankzij risicomanagement kunnen wegbeheerders variatie aanbrengen in het onderhoudsniveau van wegen. Achterstallig onderhoud op basis van de onderhoudscyclus en de CROW-wegbeheer inspectie blijven echter de basis, aldus Van Leeuwen. Daarin staan de conditierichtlijnen beschreven waaraan een weg moet voldoen. “Onderhoud op basis van risicoanalyse moet je zien als een aanvulling. CROW heeft onze nieuwe werkwijze omarmd, heeft kennis van zaken, denkt mee, brengt partijen samen en deelt kennis.’’
Tekst: Jeroen Kreule
PLAATMATERIAAL
BAMBOE COMPOSIET
BA M B OE VO O R A A N N E M E R S NIEUW VOOR BUITEN
NIEUW: BLINDE MONTAGESYSTEEM
Voor een veelzijdig assortiment aan bamboe materialen kiest u voor BambooTeq. BambooTeq levert hoge kwaliteit bamboe materialen voor binnen en buiten tegen scherpe prijzen en direct vanaf de fabriek. Uit voorraad of maatwerk projecten. Alt캐d extra hoge korting voor aannemers. Bel Joek Brands, 071-408 45 99, voor een afspraak en/of offerte aanvraag.
BambooTeq, De Roysloot 13-15, 2231NZ Rijnsburg, T: 071-408 45 99 info@bambooteq.com | www.bambooteq.com
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
Onderzoek sobere inrichting buitenwegen Peter de Lange
Hoe kunnen wegen buiten de bebouwde kom soberder en doelmatiger worden ingericht zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid en de doorstroming? De provincie Overijssel is een project gestart om de mogelijkheden op een rijtje te zetten. CROW en Rijkswaterstaat praten mee. In de regel zullen wegbeheerders – buiten Rijkswaterstaat zijn dat provincies, gemeenten en waterschappen – de aanbevelingen toepassen zoals die door CROW zijn verspreid via publicaties als ‘Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen’. Deze richtlijnen van CROW zijn echter geen onwrikbare voorschriften. “Hoe goed er ook over is nagedacht en hoeveel partijen er ook aan hebben bijgedragen door hun kennis en ervaring beschikbaar te stellen, onze richtlijnen zijn niet heilig. Wegbeheerders mogen ervan afwijken, mits ze motiveren waarom”, aldus Marleen Hovens, projectmanager verkeer & vervoer bij CROW.
verkeersveiligheid, kan zo’n aanpassing navolging krijgen in andere delen van het land. Overijssel onderzoekt nu bijvoorbeeld of er minder verlichting kan worden geplaatst op kruisingen, door te werken met andere markeringen en reflecterende banden.” Er zijn verschillende redenen waarom wegbeheerders nut en noodzaak van bepaalde markeringen en bebakeningen tegen het licht houden. Financiën kunnen een rol spelen: de overheid heeft minder geld om wegen in te richten en te onderhouden. Ook de komst van nieuwe technieken en materialen die de weg beter zichtbaar maken, kan tot heroverwegingen leiden. Soms speelt een maatschappelijke ontwikkeling een rol. Zoals de stijgende gemiddelde leeftijd van de weggebruiker, die andere eisen stelt aan de zichtbaarheid van markering en bebakening. Of de maatschappelijke discussie over de wenselijkheid om ’s nachts meer duisternis te creëren door (weg-) verlichting uit te zetten.
Alternatieve markeringen Het komt zeker voor dat wegbeheerders andere keuzes maken, vertelt Hovens. “Het uiterlijk van hectometerpaaltjes verschilt per provincie. Een ander voorbeeld is het toepassen van reflectorpalen. De provincie Drenthe doet dit al jaren niet meer. Andere wegbeheerders zijn natuurlijk geïnteresseerd in de achtergrond van zo’n keuze en in de ervaringen met die afwijkende aanpak. Als het geen nadelige gevolgen heeft voor de
Goed nieuws voor... • Ontwikkelaars • Ontwerpers • Constructeurs • Producenten • Aannemers
Workshops Overijssel organiseerde in 2014 en 2015 twee workshops over de pilots die in deze provincie waren gehouden om gebiedsontsluitingswegen (80 km/h-wegen) soberder en doelmatiger in te richten. De provincie onderzocht onder meer wat het effect is van maatregelen als het verwijderen van reflectorpaaltjes uit de berm of het doven van de verlichting op kruisingen. Onder wisselende
Marleen Hovens, projectmanager verkeer & vervoer bij CROW. weersomstandigheden werden proeven genomen met nieuwe markeringsmaterialen. Hovens: “Uit deze proeven zijn conclusies getrokken. De volgende fase is dat de provincie Overijssel gaat besluiten welke wijzigingen wel en welke niet zullen worden doorgevoerd.”
Kennisplatform CROW was verzocht om in de discussie, waaraan ook andere wegbeheerders deelnemen, op te treden als kennismakelaar. “Wij bieden een discussieplatform, we luisteren en adviseren”, zegt Hovens. “Wij bestuderen de opgeworpen vragen en geven handreikingen mee. En we publiceren de resultaten, zodat de opgedane ervaringen worden verspreid en andere wegbeheerders er hun voordeel mee kunnen doen. De komende periode gaan we samen met alle provincies en Rijkswaterstaat meer onderzoeken uitvoeren.’’
Meer mogelijkheden in afmetingen en veiligheid Ons geavanceerde binnenladertransport gaat verder: • De inwendige lengte gaat naar 13,50 m x 4,50m • Optimale aslastverdeling • Elke vorm van hulpstukken beschikbaar
‘Een pionier op het gebied van binnenladertransport’. Al meer dan dertig jaar streeft SMD naar innovatie en duurzaamheid. Met de aanschaf van onze nieuwe binnenlader kunnen wij de maximale wettelijke afmetingen volledig benutten. Wij blijven tijdsonafhankelijk vervoeren als gevolg van het just-in-time principe.
17
Het laagste punt van Nederland is ook het veiligste
Als een auto te langzaam door de Westerscheldetunnel rijdt,
kan hij zelfs Giel Beelen of Edwin Evers onderbreken. Al deze
wordt dat direct waargenomen door detectielussen in het weg-
elektrotechnische installaties in de Westerscheldetunnel,
dek. De tunneloperator krijgt een melding en kan de snelheden
die op zâ&#x20AC;&#x2122;n laagste punt 60 meter diep is, zijn aangelegd en
in de tunnel aanpassen of een rijbaan afsluiten met een rood
worden beheerd en onderhouden door Croon. Wilt u meer
kruis op de matrixborden. Hij kan de bestuurder toespreken
weten over het grootste in elektrotechniek gespecialiseerde
via een van de 300 luidsprekers in de tunnel. Bij calamiteiten
bedrijf, met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl
ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl
inf r a
Woensdag 28 oktober 2015, Cobouw 185
19
Nieuwe generatie wegmarkeringen Peter de Lange
Nieuwe materialen maken het mogelijk dat de veiligheid op de Nederlandse wegen de komende jaren verder verbetert. Aanduidingen op en langs de weg zullen, ook onder slechte weersomstandigheden, beter zichtbaar moeten worden onder andere door optimaal reflecterende belijning. Een betere zichtbaarheid van wegmarkeringen is van groter belang dan ooit, stelt André Kleis, adviseur wegenbouw bij Rijkswaterstaat. Kleis somt diverse redenen op om de materialen, die momenteel worden gebruikt voor belijningen en markeringen, te vervangen door duurzamer materialen, die ongeveer dezelfde levensduur hebben als de deklaag waarop ze zijn aangebracht.
Nieuwe kwaliteitseisen Allereerst is daar de toenemende verkeersintensiteit. Veel rijkswegen worden voorzien van meer rijstroken, waardoor deelstrepen vaker worden overreden, met snellere slijtage tot gevolg. Verder zal de wegmarkering langer mee moeten gaan doordat grootschalig onderhoud aan asfalt vaker wordt uitgesteld. Dan is er het verschijnsel dat verlichting langs wegen ‘s nachts dikwijls wordt uitgeschakeld, om het milieu te sparen of de energiekosten te reduceren. Verder zijn daar de demografische statistieken die aantonen dat de gemiddelde leeftijd van de automobilist blijft stijgen. In 2020 zal die gemiddelde leeftijd mogelijk tussen de 50 en 55 jaar bedragen. Ook deze ontwikkeling heeft invloed op de keuze van wegmarkeringsproducten. Want hoe ouder men wordt, hoe meer de reactiesnelheid en het gezichtsvermogen afnemen. Ten slotte kan de kwaliteit van wegmarkeringen in de toekomst ook nog eens van invloed zijn op de koersvastheid van zelfrijdende voertuigen of de prestaties van interactieve systemen zoals ‘keep your lane’. De markeringsmaterialen die momenteel op de Rijkswegen in gebruik zijn, zijn van prima kwaliteit, stelt Rijkswaterstaat. Toch is er behoefte aan nieuwe materialen. Dat komt doordat elke materiaalsoort (verf, thermoplast, koudplast, tape) aan verschillende eisen moet voldoen voor wat betreft zichtbaarheid en stroefheid. De kwaliteitseisen gaan in 2020 echter veranderen, waardoor niet meer alle producten die nu op de markt zijn, straks nog kunnen worden toegepast. Rijkswaterstaat verwacht dat de
Agglomeraat (dot) markering blijft, in tegenstelling tot de meest gangbare belijningen, beter zichtbaar tijdens regen. fabrikanten producten zullen ontwikkelen die aan de nieuwe kwaliteitseisen voldoen.
Andere contractvormen De keuze van de juiste markeringsmaterialen wordt meer en meer een zaak van de aannemer. Dat is een gevolg van nieuwe aanbestedingsvormen bij wegenbouwprojecten, waar tegenwoordig andere contractvormen worden gehanteerd dan vroeger. Rijkswaterstaat schrijft geen concrete bouwproducten meer voor, maar stelt functionele eisen aan de toe te passen wegmarkering. De materiaalkeuze ligt dus niet meer bij de opdrachtgever, maar bij de opdrachtnemer. De aannemer zal niet altijd over de juiste kennis van wegmarkeringen beschikken om een goede keuze te kunnen maken, beseft Kleis. “Als hij die kennis niet zelf in huis heeft, zal hij de keuze overlaten aan het wegmarkeringbedrijf dat de belijning voor hem aanbrengt. Hij blijft echter contractueel gezien wel verantwoordelijk voor de materiaal- en applicatiekeuze.” De recente ontwikkelingen overziend, constateert André Kleis dat de markt voor bebakenings- en markeringsmaterialen volop in beweging is en dat zich meer innovaties voltrekken dan alleen de veelbesproken ‘smart highway’ van kunstenaar
Daan Roosegaarde. Fabrikanten van traditionele markeringsmiddelen spannen zich in om hun producten aan de nieuwste eisen te laten voldoen, aldus Kleis. Hij verwacht dat de komende generatie materialen de zichtbaarheid onder alle weersomstandigheden aanzienlijk zal verbeteren.
André Kleis, adviseur wegenbouw bij Rijkswaterstaat.
Wilt u gefaciliteerd worden bij het aanbesteden, contracteren en uitvoeren van uw infraprojecten?
CROW ProContract Hét platform met kennis en tools voor het kiezen, opstellen, aanbesteden en laten uitvoeren van infracontracten.
Of u nu kiest voor RAW, een geïntegreerd of een hybride contract
Of u nu openbaar, niet-openbaar of onderhands wenst aan te besteden
• • • • •
In een veilige en besloten online omgeving
Bewezen kennis uit de praktijk Juridisch onderbouwd Vastgesteld door de sector Flexibel in gebruik Aanvullend op uw eigen werktools
Nieuwsgierig geworden? Kijk op www.crowprocontract.nl