Woningbouw 2015

Page 1

Wo n i n g b o u w Bijlage bij Cobouw 11 december 2015


Samenwerken aan teVreewijk:

De kracht van co-design

Wat maakt partnerschap tussen een ontwikkelaar en een civieltechnische partij tot een succes? Met elkaar meerwaarde creëren. Inspirerend voorbeeld is de bouw van teVreewijk, Leiden. Een samenwerking tussen projectontwikkelaars Blauwhoed/Strukton en ingenieurs- en adviesbureau Antea Group. Bouwen op een voormalig goederen- en overslagterrein,

met traditionele verlichting. Een koerswijziging met gevolgen:

aan de rand van de binnenstad, in een kritische markt. ‘Een

andere palen, andere positionering, ander kostenplaatje.

opgave waarvan ons hart sneller gaat kloppen’, vertelt Marcel

Antea Group trok meteen aan de bel en ging met ons en de

Groeneweg, hoofd ontwikkeling bij Blauwhoed. ‘Hier kun je als

gemeente op zoek naar oplossingen. Een partij die er zo in staat,

ontwikkelaar meerwaarde leveren. Een belangrijke voorwaarde

toont partnership.’

is wel dat je met de juiste partners samenwerkt. We houden ervan om in co-design te ontwikkelen, elkaar aanvullend vanuit

‘Op alle onderdelen kwaliteit’

eigen deskundigheid. Betrokkenheid leidt tot kwaliteit.’

Voor projectmanager Rob Wassenaar (Antea Group) is die betrokkenheid vanzelfsprekend. ‘Je gaat een

De juiste partij

resultaatsverplichting aan: dit geeft verantwoordelijkheid om

Blauwhoed legt de lat graag hoog. Groeneweg: ‘Ook in teVreewijk

op alle onderdelen kwaliteit te leveren. Van conditionerende

gingen we voor kwaliteit in inrichting, architectuur en

onderzoeken tot de afspraken die je met gemeente, NS en

woonbeleving. Dit vraagt om specialistische kennis, helemaal

ProRail maakt. Maar ook als het gaat om planning, de inrichting

omdat je in een spoorzone bouwt. We zochten daarom een

van bouwwegen of riolering ga je voor het hoogst haalbare.’

full-service partij, sterk in civiel-techniek én in de realisatie. Een partij die snapt wat wij willen, die risico’s op zich neemt en

De vraag naar de woningen was zo groot dat Blauwhoed

resultaatsverplichtingen durft aan te gaan.’

de ontwikkeling van teVreewijk wilde versnellen. Ook hier bood partnership meerwaarde. Groeneweg: ‘Samen met

Antea Group voldeed aan dit profiel en werd verantwoordelijk

Antea Group en aannemer Bots Bouwgroep konden we deze

voor de realisatie. ‘Dat vraagt vertrouwen’, erkent Groeneweg.

ambitie waarmaken.’

‘Onderweg kan van alles gebeuren. Zo besloot de gemeente om over te stappen op Ledverlichting. Wij hielden rekening

Over Blauwhoed Blauwhoed is een integrale ontwikkelaar, die zich richt op de (her) ontwikkeling, verkoop en realisatie van woningen en commercieel vastgoed. Op diverse locaties werkt Blauwhoed aan projecten, transformaties, eigen concepten en initiatieven. Projecten die in co-creatie en in een open-source-proces met klanten en partners worden gerealiseerd. www.blauwhoed.nl

www.wonentevreewijk.nl

Over Antea Group Realisatie Antea Group is een internationaal opererend ingenieurs- en adviesbureau. De businesslijn Realisatie richt zich onder meer op de (her)ontwikkeling van woon- en werkgebieden en de aanleg van groenvoorzieningen, ondergrondse infra en rioleringswerken. Projectleiders, werkvoorbereiders en uitvoerders zorgen voor planmatige begeleiding, vaklieden voor de uitvoering. www.anteagroup.nl


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

3

Voorwoord De woningbouw trekt weer aan. We zijn over het dieptepunt heen en dat is goed nieuws voor de sector. Wel moet worden opgemerkt, dat deze stijging niet opgaat voor alle regio’s. Er is geen nationale woningmarkt, maar een archipel van regionale woningmarkten, constateert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. De eigen karakteristieken en dynamiek vragen om maatwerk. In het eerder dit jaar verschenen rapport ‘Wonen in verandering’ adviseert de Raad om lokale overheden meer beleidsruimte te geven zodat zij gericht aan de slag kunnen met bijvoorbeeld de betaalbaarheid en keuzevrijheid voor de consument. In het verlengde van deze aantrekkende markt, wordt volop geïnnoveerd. Ontwikkelingen op het gebied van isolatie doen het goed, maar ook binnen de procesoptimalisering gebeurt het nodige. Ondanks dat de blik is gericht op de toekomst, mag niet worden vergeten dat de doornsnee Nederlander nog heel graag woont in een huis met bakstenen gevel en pannen op het dak. Het rijtjeshuis is zeker niet over de houdbaarheidsdatum heen, aldus hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw. We mogen dus concluderen dat oer-Nederlands en traditioneel voor de meesten onder ons aantrekkelijke waarden blijven. Boudewijn Warbroek, hoofdredacteur a.i.

Inhoud 5

Diversiteit woningmarkt vraagt om maatwerk

9

Levering gevelstenen onder druk

7

Hoger comfort door toepassing airpop

11

Rijtjeshuis blijft in trek

8

De baksteen blijft

13

Innovatieve productontwikkeling

Colofon Klantenservice: (070) 3046777 Redactie: telefoon (070) 3046700 Internet: www.cobouw.nl

E-mail: cobouw@bimmedia.nl Postbus 16262, 2500 BG Den Haag

Hoofdredacteur a.i.: Boudewijn Warbroek Uitgever: Caroline Kruit Eindredactie en coördinatie: Nienke Abma, Nanda van Dijk en Ingrid de Zwart-Schaap Medewerkers: Marc Doodemans, Jeroen Kreule, Peter de Lange, Yvonne Ton en Tosca Vissers Vormgeving en Opmaak: Bastiaan Stuy

Abonnementen: wijzigingen, klachten bezorging en opgave nieuwe abonnees: klantenservice: (070) 3046777. Jaarabonnement binnenland € 775,- (excl. btw). Overnemen artikelen: voor het overnemen van (een gedeelte van) artikelen uit deze uitgave dient men zich te wenden tot de uitgever. Op alle artikelen in Cobouw of op Cobouw.nl berust auteursrecht. Auteursrechtelijk beschermde werken mogen niet elders openbaar gemaakt worden, gearchiveerd worden of verveelvoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur of de uitgever. Indien bij gebruik van artikelen van dagblad Cobouw en/of Cobouw.nl niet is voldaan aan bovenstaande, is Cobouw gerechtigd hiervoor schadevergoeding te claimen.


Nieuw verschenen: Handboek Bor – Mor, editie 2015 Teksten, toelichtingen en commentaren

Het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Regeling omgevingsrecht (Mor) bevatten o.a. de regels voor het vergunningvrije bouwen en de eisen die worden gesteld aan een aanvraag om omgevingsvergunning. In dit boek vindt u de tekst van het Bor en de Mor zoals deze per 7 juli 2015 gelden. Elk artikel is voorzien van een commentaar waarin zowel de oorspronkelijke toelichting op het betreffende artikel als relevante jurisprudentie aan bod komen. Zeker nu tal van partijen met regelmaat in aanraking komen met de regels uit het Bor en de Mor, is actuele kennis daarvan noodzakelijk om goed voorbereid te zijn. Hebt u met de regelgeving uit het Bor en de Mor te maken? Dan is dit boek een uitstekend hulpmiddel. Auteurs: mr. H. Barendregt, drs. J. in ’t Hout en mr. ing. B. Rademaker ISBN: 9789462451797 Prijs: € 51,84 exclusief btw

Ga voor uw bestelling of meer informatie naar www.bimmedia.nl/bormor


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Diversiteit woningmarkt vraagt om maatwerk Yvonne Ton

De woningmarkt trekt weer aan, zo maken cijfers over het aantal afgegeven vergunningen voor nieuw te bouwen woningen duidelijk. Maar niet elke regio doet het even goed en ook hebben ze hun eigen karakteristieken. Die verschillen vragen om meer maatwerk. Het aantal vergunningen voor nieuwe koop- en huurwoningen steeg de eerste acht maanden van dit jaar naar ruim 37.000, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Dat is ruim 65 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar en zelfs meer dan in het gehele jaar 2013, het absolute dieptepunt van de afgelopen jaren. Opvallende groeier is Noord-Holland, waar in de eerste helft van dit jaar meer dan 3,5 keer zo veel vergunningen werden afgegeven dan in het eerste halfjaar van 2014. Ook in Zeeland is sprake van een forse toename, al gaat het om bescheidener aantallen. Van alle provincies profiteert Groningen het minst van de groei. De verschillen zullen alleen maar groter worden, verwacht Peter Boelhouwer, hoogleraar housing systems aan de TU Delft. “Sommige regio’s zullen fors doorgroeien, andere stabiliseren of krimpen.” Neprom-directeur Jan Fokkema ziet dezelfde ontwikkeling. Voor de crisis was dat contrast volgens hem nog niet zo sterk te zien. “Vooral in de regio Amsterdam is het nu een gekkenhuis. De verkoop van nieuwbouw wordt een factor tien tot twintig overtekend. De spanning is enorm groot en leidt tot grote prijsstijgingen.” Hij ziet het herstel overigens niet in eerste instantie in provincies, maar vooral in stedelijke gebieden, dus niet alleen in de binnensteden. Naast Amsterdam zijn dat de regio’s rondom de andere grote steden in de Randstad: Utrecht, Den Haag en Rotterdam. In andere delen van het land doen de grote steden in Brabant het goed, evenals de regio ArnhemNijmegen en Groningen-stad. In het oosten van het land en in Limburg is het herstel veel minder zichtbaar. Marktpartijen spelen daarop in, constateert Fokkema. “Nogal wat ontwikkelaars en bouwers zijn zich gaan richten op het westen. Dat is echt een verschuiving.”

Geen nationale woningmarkt Geef meer beleidsruimte aan die regionale verschillen om problemen op de woningmarkt als betaalbaarheid en keuzevrijheid voor de consument gerichter aan te pakken, adviseert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het eerder dit jaar verschenen rapport ‘Wonen in verandering’ in opdracht van minister Blok. “Er is immers geen nationale woningmarkt, maar een archipel van regionale woningmarkten, elk met hun regionale eigenaardigheden en dynamiek.

Appartementengebouw BredaVooruit, gesitueerd nabij het station.

Vrije bouwkavels in plan Hoge Gouw Teteringen. Door regionale differentiatie en regionale regie kunnen de voordelen van de structuren en lokale kennis optimaal worden benut”, aldus de raad. Dat doe je volgens de raad vooral door regionale prestatieafspraken te maken tussen gemeenten, ontwikkelaars en corporaties over bouw, sloop, milieu en mobiliteit. Met een coördinerende rol voor de provincies als ‘marktmeester en bewaker van ruimtelijke kwaliteit’. Daarnaast zouden omgevingsplannen procesmatiger moeten worden ingericht, planprocedures moeten worden gericht op ontwikkelcombinaties in plaats van op grond en landelijke normen — zoals huurtoeslag en de inkomens- en liberalisatiegrens — regionaal moeten worden bepaald. Dat regionale afstemming noodzakelijk is, beaamt Boelhouwer, maar hij ziet wel een bezwaar. “Het is jammer dat de WGR-regio’s zijn afgeschaft per 1 januari 2015. Daardoor zijn de instrumenten wat minder geworden. De ene provincie stuurt er wat actiever in dan de andere. Je bent afhankelijk van

krachtdadige bestuurders die dat belangrijk vinden.” Fokkema ziet minder heil in regionale afspraken. “Tijdens de crisis hebben we gezien dat gemeenten op basis van regionale afspraken en dikwijls onder provinciale druk hun planvoorraad terugbrachten. Erg kortzichtig. Wij zijn daar nooit enthousiast over geweest.” Hij denkt dat gemeenten daarbij toch vooral hun eigenbelang voor ogen hadden en hebben. Zo maakte Rotterdam zich in zijn ogen erg druk over de geplande woningen in buurgemeente Lansingerland, waar geen ruimte voor zou zijn in de markt, en Den Haag zich over RijswijkBuiten. In beide gevallen locaties waar nu grote belangstelling voor bestaat en wat volgens hem zeer geliefde woonmilieus zijn.

Wens van de consument Niet regionale afstemming zou leidend moeten zijn, maar de wens van de consument, vindt Fokkema. Dat het gevaar bestaat dat die in verdrukking kan komen in regio’s waar de markt overspannen is, erkent hij. Meer locaties beschikbaar krijgen is naar zijn mening een eerste vereiste. Tegelijkertijd wordt het steeds makkelijker om de potentiële klant te benaderen. “Meer dan vijftig procent van de marketinginspanningen voor nieuwe woningen loopt via internet, waardoor ontwikkelaars steeds meer consumentgericht gaan bouwen en niches gaan opzoeken. Je ziet dat ontwikkelaars dat beter in de vingers krijgen, ook in Amsterdam.” Ook Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling aan de TU Delft, hekelt de wat hij eerder in dit jaar in Cobouw noemde “de kassabon-planologie”: regionale samenwerking tijdens de crisis die puur was gericht op het schrappen van bouwlocaties om de productie zo veel mogelijk gaande te houden. De Zeeuw pleit voor een kwalitatieve woonagenda, eerder bovenlokaal dan regionaal, waarin gemeenten samen met ontwikkelaars en corporaties in kaart brengen wat de marktvraag is op basis van woonmilieus, locaties en globale aantallen. De provincie blijft op de achtergrond en stelt hooguit randvoorwaarden. Daarbij moeten die partijen laveren tussen twee uitersten: de markt helemaal vrijlaten en sturen op schaarste, meent De Zeeuw. “De kunst is een balans te vinden tussen deze twee extremen, die past bij de regionale karakteristiek, de werkcultuur van partijen en de marktsituatie.”

5


Bouwberichten.nl

“Bouwberichten leveren mij leads” Eric van Lingen Directeur SteenCentrum Utrecht

Kijk voor meer informatie op www.bouwberichten.nl

Eerder aan tafel komen. Zo makkelijk werkt ‘t… COMMERCIËLE KANSEN OP EEN PRESENTEERBLAADJE Elke dag zicht op nieuwe projecten. Continu mogelijkheden om uw netwerk uit te breiden. En aanzienlijk meer commerciële kansen. Dat levert de digitale uitgave van Bouwberichten u op. U beschikt eerder dan anderen over actuele, bouwgerelateerde informatie. Geselecteerd op branche of regio. En per project inclusief contactpersonen en budgetten. Dus wie wil scoren, neemt nu een abonnement op meer omzet!

Meer kennis, meer kansen


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Hoger comfort door toepassing airpop Jeroen Kreule

Kort geleden sprak Erik Weber van Isoveen nog een vrouw die een nieuwe koelkast had gekocht. Ze deed aan afvalscheiding: de kartonnen verpakking ging platgestampt de oud papierbak in, het plastic ging in de bak voor plastic afval. Weber vroeg zich echter af wat ze met het piepschuim in die doos had gedaan, ook al wist hij het antwoord eigenlijk wel: dat was in de afvalemmer met ‘normaal’ afval terechtgekomen. Hartstikke zonde, zegt Weber. “Piepschuim bestaat uit één materiaal, daarom noemen wij het mono-materiaal. Om die reden is het honderd procent recyclebaar. Wij hadden het uitstekend kunnen verwerken in onze fabriek.”

Isoveen uit Roelofarendsveen is producent van piepschuim voor onder meer sandwichpanelen, verpakkingen, wegenbouw en de bouw. Hoewel, piepschuim is niet in alle gevallen de juiste term, zegt Weber. “Als ik een leek vertel dat Isoveen zich bezighoudt met Expanded polystyreen of EPS, dan snapt hij er niks van. Tempex klinkt als iets bekender, maar piepschuim kent iedereen. De termen zijn inderdaad ver warrend, helemaal als je over de grenzen kijkt. In Duitsland spreken ze van styropor, ter wijl de Engelsen het weer polystyreen noemen. Inmiddels is door de brancheorganisaties gekozen voor een nieuwe benaming die wereldwijd gaat worden gebruikt: airpop.”

Eerlijk product Een van de grote voordelen van EPS is dus de recyclebaarheid. EPS, gemaakt van aardolie, wordt vooral gebruikt als isolatiemateriaal. Het product heeft zich volgens Weber in de loop der jaren bewezen, ook al wordt het in de bouw nog niet massaal toegepast. “Het is een eerlijk product en zeer constructief. Het is licht van gewicht en eenvoudig ver werkbaar. Schimmels en vocht hebben geen negatieve invloed op de kwaliteit van het materiaal. Bovendien is het lang niet meer zo brandbaar als vroeger. Het wordt in Nederland vooral als vloer- en dakisolatie toegepast, in Duitsland zijn ze wat verder: Duitsers isoleren er de gevels van hun huizen mee. Ze kunnen er direct tegenaan stuken.”

Beton en EPS

De blokken worden op de bouwplaats passend gemaakt.

Wie ook veel met EPS werkt, is het Zeeuwse bouwbedrijf De Delta bv. Het bouwbedrijf uit Middelburg bouwt sinds een aantal jaar passieve woningen die grotendeels zijn opgetrokken uit EPS. De Delta, kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht, staat bekend als een innovatief bedrijf en introduceerde onder meer de houtskeletbouw in Zeeland. Verder houdt het bouwbedrijf zich bezig met het bouwen en renoveren van zogenoemde passieve woningen volgens een eigen systeem: Deltaenergyflow, zoals het concept wordt genoemd. Dit concept is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen Energy Flow uit Polen en De Delta bv. Het is een innovatieve bouwtechniek (passief bouwen) tegen de kosten van een traditioneel gebouwde woning. Het systeem is een combinatie van betonnen kolom- men en wandelementen van EPS. De kolommen geven de woning stabiliteit en dragen de dak vloer, de circa vijftig centimeter dikke EPS-elementen zorgen voor hoge isolatiewaarden. Een passief- woning draagt bij aan een beter milieu, het leidt tot meer wooncomfort en zorgt voor een lagere energierekening.

Het allereerste huis van piepschuim (of liever: EPS) in Nederland staat niet helemaal toevallig ook in Zeeland. In Colijnsplaat, om precies te zijn. De Delta heeft het idee gekocht van de ondernemer die dat huis heeft gebouwd. De Delta is een van de weinige bedrijven die sindsdien werkt met het gepatenteerde bouwsysteem met EPS 100 wanden en betonnen kolommen. Een voordeel van EPS is dat deze blokken op de bouwplaats passend kunnen worden gemaakt: profileren gebeurt met een gloeiend draadje. Het bouwbedrijf heeft zowel vrijstaande woningen op maat als huizen in seriebouw gerealiseerd volgens het Deltaenergyflow-concept, aldus projectleider Arnold van Kuijk van De Delta. Het Zeeuwse bedrijf gebruikt EPS 100-elementen ook als randbekisting bij het storten van bijvoorbeeld een vloer.

Extreme isolatiewaarden Het sterke EPS 100 is volgens Van Kuijk druk vast, heeft een hoge isolatiewaarde en is eenvoudig verwerkbaar. Van Kuijk: “Vooral de isolatiewaarden zijn extreem: in Nederland moet de R c -waarde van de buitenschil van een woning 4,5 bedragen, met onze methode haal je een R c -waarde van tien à vijftien. Dat heeft een positieve invloed op het milieu, want het leidt tot een lager aardgasverbruik. Bovendien is het goed voor de portemonnee en het comfort van de klant. Met ons systeem zijn wij klaar voor de toekomst.” Het Middelburgse bouwbedrijf is momenteel bezig met de bouw van een kantoor waarbij EPS 100 elementen worden toegepast. Het gaat om het nieuwe kantoor van Multi Engineering bv in Vlissingen, dat in 2016 wordt opgeleverd. Ook dit vierkante gebouw – met een opper vlakte van ruim 17 bij 17 vierkante meter – wordt gerealiseerd volgens het Deltaenergyf low-concept. In het project ‘Natuurlijk Wissenkerke’ bouwt De Delta op dit moment vijf woningen volgens het concept; binnen hetzelfde project wordt een eerder gebouwde passieve woning uitgebreid. Verder start De Delta binnenkort met de verkoop van 28 luxe woningen aan het ‘Kanaal door Kamperland’, zoals het project nu nog heet.

Lagere energierekening Bewoners van de reeds door De Delta gebouwde passieve huizen hebben stuk voor stuk een lagere energierekening. Van Kuijk: “We vragen ze regelmatig naar de ervaringen. Hoe bevalt de woning? Hoe zit het met het energieverbruik? Dan blijkt dat de energierekening 60 à 70 procent lager uitvalt dan ze gewend zijn. Ook ervaren bewoners hun woning als bijzonder comfortabel. En dat is vooral te danken aan de toepassing van EPS.”

Het nieuwe kantoor van Multi Engineering bv in Vlissingen wordt in 2016 opgeleverd en wordt gerealiseerd volgens het Deltaenergyflow-concept.

7


8

WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

De baksteen blijft Peter de Lange

Nederlanders wonen graag in een huis met een bakstenen gevel en pannen op het dak. Het Planbureau voor de Leefomgeving constateerde het in 2014 nog maar eens in zijn rapport ‘De waarde van Stijl’. De sterke voorkeur voor dat keramische schilletje biedt perspectieven voor de baksteenindustrie, zeker nu de woningmarkt aantrekt. De fabrikanten stoken hun vuren op om aan de stijgende vraag te kunnen voldoen. Bestseller blijft de traditionele steen die met de hand wordt opgemetseld. Maar ook in producten die geschikt zijn voor prefab gevels zit toekomst. De vijftien producenten van gevel- en straatstenen die zijn aangesloten bij de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek zagen in de eerste helft van 2015 hun binnenlandse afzet stijgen met zes procent. De opbloei volgt op zeven magere jaren waarin de productie bijna halveerde en vooral orders voor bakstenen uit Engeland de branche overeind hielden. De vraag is na de crisis wel veranderd, constateert KNB-directeur Ewald L.J. van Hal. “We zitten in een transitiefase, je ziet steeds meer verschillende bouwmethoden en bouwvormen. Dat leidt tot een grote diversiteit aan producten. Prefab komt op, en dat laat ook andere keramische producten toe. De industrie reageert goed op die veranderde vraag. Wij maken voor elk wat wils. Ik zeg wel eens schertsend: wij doen het met iedereen.” Overigens maken in de fabriek vervaardigde gevels slechts een heel klein deel uit van de markt, meent Van Hal. “Bouwen op locatie blijft voorlopig mainstream,” stelt hij. Daar staat tegenover dat het bestand aan metselaars in de bouw in rap tempo vergrijst. Daar moeten fabrikanten ook rekening mee houden, zegt Arie van Zadelhoff, directeur van stenenfabriek Daas in Zeddam. “We komen straks gewoon handjes tekort.”

Traditioneel bouwen verliest terrein Dat Hurks plannen heeft een in de crisis gesloten fabriek voor prefab gevels te heropenen en bouwers – bijvoorbeeld Slokker – een eigen prefab woning op de markt brengen, zijn volgens Van Zadelhoff

Voor volledige prefab gevelelementen worden ook wel smallere bakstenen gebruikt.

tekenen dat traditioneel bouwen langzaam maar zeker terrein verliest. Hij houdt rekening met een groeiende vraag naar lichtere, smallere stenen en naar steenstrips. Want voor prefab is het gewicht van de steen doorslaggevend. “Een prefab gevel moet takelbaar en vervoerbaar zijn. Hoe lager het gewicht, hoe gunstiger voor de montage.” Prefab staat voor sneller bouwen en dus voor het sneller aanleveren van bouwmaterialen. Dat heeft consequenties voor het productieproces in de stenenfabriek. “Een levering voor een traditioneel gebouwd project kan ik in drieën knippen; voor prefab moet het in één keer,” aldus Van Zadelhoff. “Het bouwvolume is door de aantrekkende woningmarkt enorm toegenomen. Dat vraagt van de toeleverende industrie een andere capaciteitsbenutting en productieplanning,” merkt ook Wienerberger in Zaltbommel. Ook deze fabrikant van keramische bouwmaterialen volgt de ontwikkelingen op de prefab markt op de voet. Die blijft voorlopig beperkt van omvang, verwacht marketing manager Tanja Bongers: “Wij zien met name in casco meer prefab ontstaan, maar het blijkt in de praktijk vaak het meest efficiënt de gevelstenen en dakpannen in situ te metselen en te leggen.” Voor projecten met volledige prefab gevelelementen levert Wienerberger standaard bakstenen dan wel smallere bakstenen. Aan de maatvoering van materialen worden mede daardoor steeds strengere eisen gesteld, zegt Bongers. “Dat heeft onze volle aandacht. Wij investeren fors in productieoptimalisatie en productverbeteringen om te voldoen aan de vraag uit de markt.”

Strakker plannen Een gevolg van de toenemende vraag vanuit de woningbouw is voor bakstenenfabrikant Rodruza in Nijmegen dat productie en voorraad beter op elkaar moeten worden afgestemd. “In de crisistijd kon op de Nederlandse vraag snel worden gereageerd. Die was niet zo groot. Wij hebben de laatste jaren veel geëxporteerd naar Engeland.

Nu de binnenlandse markt aantrekt, moeten we strakker gaan plannen”, aldus directeur Ivo Würzner. “Er is overigens doordat de Engelse vraag afneemt, al meer capaciteit voor Nederland vrijgekomen. Die twee sluiten mooi op elkaar aan.” Als in het oog springend verschil met de woningbouwmarkt van voor de crisis noemt Würzner de betrekkelijke kleinschaligheid van veel hedendaagse woningbouwplannen. “De Vinex-tijd lijkt voorbij, grote projecten van corporaties zijn ook zeldzaam geworden. De vraag komt nu van kleine binnenstedelijke projecten en van ontwikkelende bouwers.”

Duurzame kwaliteit Hardlopers bij Rodruza zijn de traditionele rode stenen. Ook de vraag naar bijzondere vormen en kleuren zoals grijs, wit en zwart loopt goed. Producten die geschikt zijn voor de verwerking in prefab gevels hebben geen prioriteit. Würzner: “Prefab is absoluut een trend. Maar als de bouw weer op volle toeren draait, vraag ik me af of er voldoende capaciteit is om aan de vraag te voldoen.” Rodruza bouwt voorlopig op de traditionele stenen. Würzner: “Een gemetselde gevel staat voor duurzame kwaliteit. Dat moet je bij steenstrips maar afwachten.” Toch stijgt de vraag naar prefab steenstripgevels en dat heeft alles te maken met de opkomst van energieneutrale woningen, zegt Peter Delsing, commercieel directeur bij de twee Nederlandse vestigingen van de Belgische steenfabrikant Vandersanden. “Wij hebben speciaal voor renovatieprojecten een met steenstrippen afgewerkte isolatieplaat ontwikkeld. De omzet is in korte tijd verdubbeld, de plaat wordt nu ook bij nieuwbouwwoningen toegepast. Hij is maar dertig centimeter dik; een gemetselde gevel met dezelfde isolatiewaarde komt veel verder naar voren. De gewone baksteen is zeker nog niet op zijn retour, maar ik verwacht dat de strippenmarkt enorm gaat stijgen.”


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Levering gevelstenen onder druk Peter de Lange

De woningbouw leeft op en daarmee de vraag naar bakstenen. Is de baksteenindustrie na zeven jaren crisis in staat in de snel groeiende vraag te voorzien? Geen probleem, zeggen de fabrikanten, wij kunnen aan iedere vraag voldoen. Toch klagen toeleveranciers soms over lange levertijden. Sommige houden zelfs rekening met een tekort aan stenen en stijgende prijzen in 2016. Natuurlijk zijn ze er bij Euregio Steencentrale blij mee dat de bouw bezig is weer overeind te krabbelen. Dat betekent extra klandizie. Evengoed worden niet alle gevolgen van de aantrekkende markt als positief ervaren. “De stijgende vraag is een gunstig effect. Helaas houdt de levering er geen gelijke tred mee”, zegt Coen Verver namens deze leverancier van gevelstenen en -systemen in Hengelo. “De fabrieken hebben zich op de Engelse markt gestort en zijn gebonden aan leveringsafspraken. Daardoor komen andere landen, zoals Nederland en Duitsland, in de problemen.”

Tekort niet zomaar in te lopen Volgens de fabrikanten loopt de vraag uit Engeland terug en komt daardoor voldoende capaciteit vrij om de Nederlandse markt probleemloos te bedienen. Maar Rob Hesselink, gevelsteenspecialist bij bouwmaterialenhandel Raab Karcher, is niet overtuigd. Hij zegt dat veel fabrieken hun productie hebben afgestemd op de export naar Engeland en dat daardoor een tekort aan stenen voor de Nederlandse markt is ontstaan. Dat tekort is niet zomaar in te lopen, vreest Hesselink: “De woningbouw zat al in de lift, en nu komt daar ook de stroom asielzoekers nog eens bij: ook voor hen moet worden gebouwd. Ik voorzie dat de baksteenprijzen gaan stijgen. Ik denk dat we dat volgend jaar wel zullen merken. Als leverancier kan ik nu nog wel aan de vraag beantwoorden. Maar uitleveren wordt straks lastiger.”

Goedkopere steensoorten Steencentrum Utrecht in Houten ervaart geen stagnatie en verwacht die ook in de nabije toekomst niet. “De stijgende vraag is door de fabrikanten prima bij te houden”, is de ervaring van managing director Eric van Lingen. Toch is de situatie niet optimaal, en voor de oorzaak wijst ook deze leverancier naar de invloed van de Engelse vraag op de Nederlandse markt. “Door deze vraag, plus het gegeven dat fabrikanten geen dure voorraden meer willen aanleggen, komt het wel eens voor dat een fabriek levertijden kent.” Maar dat zijn uitzonderingen volgens Van Lingen. “Over het algemeen is er bij ons nog geen paniek over levertijden. Van ons wordt vooralsnog ook niet verwacht dat we sneller leveren. Onze klanten zijn goed geïnformeerd over de gang van zaken in baksteenland. Ze weten dus dat ze niet twee weken van tevoren moeten bestellen, maar een week of acht. Als ze zich daaraan houden, is er niets aan de hand.” Rob Hesselink constateert dat vooral vraag naar de wat goedkopere steensoorten is toegenomen. “Vóór de crisis maakten architecten de esthetische keuzes, nu doen veel bouwers dat zelf. Sommigen hebben eigen conceptwoningen ontwikkeld en willen ook inspraak welke stenen er op de gevel komen. Aannemers willen hun woningen betaalbaar houden, ze weten dat starters op de woningmarkt niet veel geld hebben. Zeker bij grote projecten kiest een aannemer daarom vaker voor een minder dure sortering.”

Luchtfoto van een bakstenenfabriek gelegen aan de rivier. prefab gevels wordt gewerkt. “Prefab is nog altijd een moeilijk item in Nederland. Zolang wij de handjes hebben, wordt er traditioneel gebouwd. Omdat er slechts een paar procent van de stenen voor prefab wordt gebruikt, aarzelen fabrikanten om er een specifiek product voor te ontwikkelen. De markt is er nog te klein voor om er speciale machines voor neer te zetten”, aldus Arjan van Ahout, directeur van de bouwcentra Centen (Wanroij) en Van Hoppe (Eersel). Van Ahout koopt de stenen in voor de prefab gevels uit de fabrieken van Hurks. “Ik word ingevlogen om de wensen van de architect en de opdrachtgever te matchen met de mogelijkheden van prefab”, typeert hij zijn functie in het bouwproces. De voor Hurks’ gevels gebruikte stenen komen over het algemeen uit Nederlandse fabrieken. Hoewel het vaak om afwijkende maten gaat, is

In oplossingen denken Ook het hogere bouwtempo kan invloed hebben op de steenkeuze en de leveringsmogelijkheden. Die zijn soms beperkt, bijvoorbeeld als er met

Bakstenen op de ovenwagen.

Van Ahout absoluut niet ontevreden over de levertijden. Hij moet soms wel moeite doen een fabrikant te vinden die de gewenste maat, kleur en kwaliteit kan leveren. “Je hebt fabrikanten die alleen stenen willen produceren en fabrikanten die in oplossingen denken. Voor bijzondere producten moet je een meedenkende fabrikant zoeken,” aldus Van Ahout. Veel elementen uit de fabriek van Hurks zijn bestemd voor grote bouwprojecten in Londen, maar niet exclusief: de 73 meter hoge At Home woontoren in Amsterdam is een voorbeeld van een Hurks prefab project in de Nederlandse woningbouw. De gevelstenen voor deze toren zijn eveneens van Nederlands fabricaat. Ze zijn uniek in hun soort door de bijzondere groene tint. Van Ahout ontwierp ze samen met steenfabriek Daas in Zeddam.

9


VERTEL UW VERHAAL Bouwen is netwerken. Daar weet u als ondernemer alles van. Hoe bereikt u die ene grote klant? Die woningcorporatie of gemeente waar een aanbesteding in de lucht hangt? Voor dit nieuws is de Cobouw site volledig vernieuwd. We zijn hierdoor actueler dan ooit. Maar ook met verdiepende kennisartikelen. Wat u de kans biedt om uw unieke verhaal te vertellen. En zo uw bedrijf onder de aandacht te brengen bij uw prospects. Met een artikel, een white paper, een video of een blog? Het kan allemaal. Zo levert communicatie via Cobouw.nl u direct leads op. Meer weten? Neem dan contact met ons op via Angela Pasutto, a.pasutto@bimmedia.nl of via 070 - 304 69 11.


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Rijtjeshuis blijft in trek Marc Doodeman

Het rijtjeshuis als woonvorm is allerminst de houdbaarheidsdatum gepasseerd, stelt hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw, die zelf in een boerderette woont. Hij heeft zelf een traditionele wooncarrière achter de rug. Van studentenkamer, appartement in de stad, doorzonwoning uit de jaren vijftig en een luxere eengezinswoning, naar een vrijstaande woning. Dat is een boerderette, met eigen tuin. “Een nagebouwd boerderijtje, met van die ruiten met latjes. Het was niet mijn keuze. Maar het was een prachtige plek en het huis zat erbij”, verontschuldigt Friso de Zeeuw (63) zich. Als het aan hem lag had hij een Frank Lloyd Wright-woning gehad. “Zo’n moderne, mooie, witte villa.” Hij kijkt uit op rijtjeshuizen, de meest populaire woonvorm die er is, ontdekte De Zeeuw nadat hij alle onderzoeken die er op het gebied van gewenste woonvormen zijn had “afgegraven”. Zeven op de tien Nederlanders heeft een voorkeur voor het wonen in een rijtjeshuis, ontdekte de hoogleraar. Niet alleen gezinnen, ook jongeren en ouderen wonen er graag. Het is een fabel dat er veel kleine woningen moeten worden gebouwd omdat jongeren en ouderen klein willen wonen. De animo voor woningen kleiner dan 60 vierkante meter blijft in ons land beperkt. Dat mensen kleiner gaan wonen, heeft met betaalbaarheid te maken en de wens om in de grote steden te leven. Daar doen ze concessies voor. Het liefst hebben ze een ruim rijtjeshuis in de grote stad, weet De Zeeuw. En anders in de voorstad, liever dan op het platteland. Het laatdunkende praten over de eengezinswoning is volgens hem niet terecht. Moeten we dan een andere naam geven aan de eengezinswoning? “Dat heb ik niet echt bedacht”, zegt De Zeeuw. Nee, rijtjeshuis volstaat volgens hem. “Maar we moeten er niet zo denigrerend over doen.”

Industrialisatie van de woningbouw Andere woonvormen, zoals appartementen, particulier opdrachtgeverschap en experimentele

Het rijtjeshuis is de meest populaire woonvorm in Nederland.

woonvormen, krijgen volgens De Zeeuw “onevenredig veel aandacht”. In de media, maar ook in vakkringen. Voor een deel zal dat komen vanwege vakmatige interesse, denkt De Zeeuw. “Dat begrijp ik wel. Je wilt innovatief zijn.” Een deel van die innovatie zit in de industrialisatie van de woningbouw. Die komt dan toch vooral weer terecht bij de rijtjeshuizen, valt de hoogleraar op. “Bij de huismerken. De bouwtechniek en -organisatie zie je veranderen.” Maar het wensenpatroon van woonconsumenten blijft ondanks de innovatiedrang van de ontwikkelaars stabiel en overzichtelijk. In de loop der jaren is het rijtjeshuis wel groter geworden en is het materiaalgebruik aangepast. De functie van het rijtjeshuis is ook veranderd. “Omdat de ouders vaak allebei werken, is het nu meer een activiteitencentrum of uitvalsbasis geworden. Kinderen hebben een eigen ruimte en de computer heeft een vaste plek gekregen.” Toch is de ideale plattegrond van een woning zo’n beetje gelijk gebleven. “Bij een appartement is dat nog niet zo uitgekristalliseerd.” Ook bij experimentele woonvormen, zoals woningen zonder tuin en met gemeenschappelijk groen, is het nog zoeken. “Het is vakmatig om je vingers bij af te likken, maar het slaat nog niet aan.” Tijdens de crisis werden dit soort woningen het slechtst verkocht. Toch blijft de sector zoeken naar nieuwe woningen, ziet De Zeeuw. “De hang naar verandering is groot. Iets nieuws proberen — dat moet je blijven proberen”, vergoelijkt hij de zoektocht. Het land volzetten met rijtjeswoningen heeft zeker niet zijn voorkeur. “Dat past zeker niet overal. Je moet kijken naar het karakter van de plek.” De buurt is net zo belangrijk, zo niet belangrijker dan het huis. Volgens hem heeft de ideale buurt privacy, een herkenbare buurt en de mogelijkheid om buren te ontmoeten. De wijk Ooster EE in Monnickendam — De Zeeuw woont in de buurt — voldoet hier nagenoeg aan. “Het is een bloemkoolwijk met rijtjeshuizen uit de jaren

Friso de Zeeuw. Foto: Natasja Glavimans. tachtig, heeft een dichte bebouwing met groen en water, de differentiatie van de architectuur is wat mij betreft iets te uitbundig, maar het krijgt van mij een 8,5.”

Kluitjesvolk Zeven op de tien Nederlanders is dik tevreden met wonen in een oer-Nederlandse rijtjeshuis. Gezinnen, maar ook jongeren, ouderen en nieuwe Nederlanders. Het onderzoek van hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw, dat onlangs werd gepubliceerd, deed de ronde op sociale media. “Kluitjesvolk”, schamperde iemand. Het liefst wonen Nederlanders in zo’n rijtjeshuis midden in de stad. Maar omdat de grond daar duur is, doen mensen concessies. In plaats van de gewenste 90 vierkante meter, wordt genoegen genomen met 70 vierkante meter. In de voorsteden is de kans op het gedroomde rijtjeshuis echter groter, dus blijven deze steden ook in trek.

Dit artikel is in iets andere vorm gepubliceerd in Cobouw van dinsdag 8 september 2015.

11


12

WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Vezelcement voor woningen van de toekomst Door een onzer redacteuren

In Nederland moeten binnen 25 jaar ongeveer een miljoen extra woningen worden gebouwd. Daarvoor zijn er betaalbare, duurzame en veelzijdige bouwmaterialen nodig, en het liefst nog ecologisch en recycleerbaar. Cembrit, Deense producent van vezelcement-bouwmaterialen, ontwikkelt en produceert al jaren verantwoorde producten voor de moderne woningbouw. Woningbouwcorporaties hebben het behoorlijk druk. Er worden heel wat plannen ontwikkeld om al die extra woningen te kunnen realiseren. Voor de specificaties van bouwmaterialen in de woningbouw balanceren corporaties steeds tussen het beschikbare kapitaal en de kwaliteit en duurzaamheid van de bouwmaterialen. Het bepalen hoe duurzaam een bouwproduct eigenlijk is, kan een complexe zaak zijn, waarbij veel factoren in acht dienen te worden genomen. Productie, transport, product-life-cycle en afbraak en verwijdering zijn hier slechts enkele van. Goede indicatoren zijn accrediteringen en certificeringen van de producent. Cembrit heeft dit allemaal in haar portefeuille. Het internationaal opererende bedrijf heeft sinds 1938 een evolutie doorgemaakt om aan de strenger wordende eisen in de woningbouw te voldoen.

Bouwmateriaal met toekomst Bijna een eeuw geleden besloot Cembrit producten te ontwikkelen met vezelcement en is daarmee een van de grootste Europese producenten geworden. Dit - inmiddels - klassieke bouwmateriaal is wereldwijd en door vele generaties gebruikt. Door steeds verbeterde samenstellingen en behandelingen is het product in kwaliteit en toepassingsmogelijkheden gegroeid. De gunstige eigenschappen van vezelcement zijn onder andere: sterk en met blijvende kwaliteit, waterafstotend en vorstbestendig, onderhoudsarm en economisch aantrekkelijk. Dit maakt vezelcement producten tot de bouwmaterialen van de toekomst en goed geschikt voor de moderne woningbouw. Het ‘geheim’ achter de uitzonderlijke duurzaamheid en kracht van Cembrit vezelcement producten ligt in het productieproces. Ook de veelvuldig getoetste mix van grondstoffen als cement, vezels en bindmiddel, speelt een belangrijke rol. Een ander voordeel van deze bouwproducten is dat zij goed bestand zijn tegen Intense hitte en vorst, zware regenval en wind. De producten zijn vormvast, ondergaan een natuurlijke veroudering en hebben een opmerkelijke weerstand tegen rottingsverschijnselen en mosaangroei.

Economische oplossingen Cembrit heeft een uitgebreid gamma aan gevelpanelen. Cembrit True met een klassieke expressie, half transparante kleurlaag en authentieke diepte in zeven beschikbare kleuren, is hier een goed voorbeeld van. Cembrit Zenit is een gevelplaat met een bijzondere combinatie van een in de massa gekleurde basisplaat met een ondoorzichtige coating, die zorgt voor een glad en slijtvast oppervlak. Zenit is beschikbaar in zestien kleuren. De klassieke grijze vezelcementgevelplaat Cembrit Metro is voorzien van een dekkende acrylcoating op waterbasis met een zijdematte glans in 26 expressieve kleuren. Robuust en eenvoud zijn kenmerkend voor Cembrit RAW. Deze gevelplaat gaat terug naar de basis: onbehandeld vezelcement waarbij de authentieke verschijning van ruw vezelcement tot zijn recht komt. Van een andere orde is de gevelbekleding HardiePlank®: deze combineert de natuurlijke schoonheid van hout met de duurzaamheid van de nieuwste generatie vezelcement. Deze budget-

Cembrit Metro is een voorbeeld van een klassieke grijze vezelcement gevelplaat.

vriendelijke oplossing is verkrijgbaar in 21 zogenoemde Color-Plus Technology kleuren.

Bouwplaten voor (extreme) situaties Naast vezelcement panelen produceert het bedrijf ook verschillende typen bouwplaten, zoals Cembrit Multi Force. Deze functionele bouwplaat heeft een speciaal oppervlak dat bestand is tegen gevolgen van gebruik onder zware omstandigheden, zoals bijvoorbeeld in scholen, ziekenhuizen en wachtkamers. De plaat is geluidsabsorberend en brandvertragend. Ook zijn deze bouwplaten rot- en schimmelbestendig. Cembrit Aqua Block is een geavanceerde technische bouwplaat ontwikkeld als waterdichte wandbekleding in natte ruimtes. De platen zijn aan beide zijden voorzien van een uniek waterdicht membraan, waardoor ze rot- en schimmelbestendig zijn. Bovendien zij zijn direct te betegelen, te stukadoren of te schilderen. Cetris® cement-gebonden houtvezelplaat combineert de sterkte van cement met de flexibiliteit van hout. Hierdoor kunnen de platen worden toegepast op plaatsen waar vochtbestendigheid, brand- en geluidwerendheid, sterkte en weersbestendigheid worden gevraagd. De lichte, met glasvliesweefsel versterkte bouwplaat Cembrit PB is geproduceerd op basis van cement met een buitengewone hardheid en een langdurige weerstand tegen vocht. Het wordt

gebruikt in buitentoepassingen, in combinatie met sierpleister, gelijmde steenstrips of keramische tegels. Ook is deze plaat geschikt als backing board in vochtige ruimten voor het rechtstreeks aanbrengen van keramische tegels. De bouwplaat is samengesteld uit portlandcement, granulaten, glasvlies bewapeningsweefsel en is volledig recycleerbaar.

Dakbekleding die wat kan hebben Cembrit levert ook producten voor daken. De vezelcementleien Cembrit Dolmen® hebben een glad oppervlak en rechte boorden. De leien zijn verkrijgbaar in diverse formaten en kunnen worden ingezet bij alle daktypes, zowel in nieuwbouw als in renovatie. Ook de Cemfort golfplaat is geschikt voor toepassingen bij woningbouw, bedrijfscomplexen en agrarische gebouwen. Voor een verhoogde veiligheid in geval van schokbelasting en om het risico van doorvallen sterk te reduceren, bevat een Cemfort golfplaat in elke golf interlaminaire PP beveiligingsstrips. Wat voor de dakplaten geldt, is ook van toepassing voor het overige assortiment van Cembrit: het bedrijf wil een one stop-shop partner zijn, waarbij de door de jaren heen opgebouwde expertise garanties kan bieden voor de veeleisende hedendaagse woningbouw.


WON INGBOU W

Vrijdag 11 december 2015, Cobouw 217

Innovatieve productontwikkeling Tosca Vissers

Producent van aluminium kozijn- en vliesgevelsystemen Intal uit Opmeer zoekt altijd naar nieuwe productoptimalisering en engineering voor hun eigen productontwikkeling. “Door het productieproces voortdurend te verbeteren anticiperen we op een sneller, efficiënter en duurzaam bouwproces.” Johan Andringa van Intal legt uit hoe het bedrijf de complete engineering, productie en montage van aluminium profielen verzorgt. “Omdat we zelf een aantal schakels in de bedrijfskolom beheren, kunnen we sneller en flexibel een breed servicepakket leveren aan opdrachtgevers.” De nieuwe prefab profielsystemen worden in de fabriek van Intal ontwikkeld. Niet alleen kozijnen, ramen en deuren, maar ook vliesgevels worden hier ge-engineerd. “Dat alles op één locatie wordt gemaakt, houdt de lijnen kort. Intal is het enige Nederlandse aluminium profielsysteem dat zelf de profielen laat extruderen en een eigen isoleerafdeling bezit. De mensen van de enginering werken samen met de mensen van de montage en productie. Hieruit ontstaat vanuit onze LEAN-werkwijze een continuproces van optimalisatie, verbetering en innovatie.” De aluminium kozijnen en vliesgevels worden ontwikkeld van ontwerp tot extrusie en van productie tot montage. “Dat vraagt niet alleen om een hoge kwaliteit van producten, maar ook om een flexibele en betrokken houding naar de opdrachtgevers en bouwpartners toe. Daarom doen wij alles zelf.” Andringa geeft aan dat Intal sterk is in het projectmatig mee ontwikkelen en mee engineren. In de organisatie zijn kennis en ervaring aanwezig over toepassingen van het materiaal aluminium, welke mogelijkheden het biedt en hoe het zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden. Intal past gerecycled aluminium toe, waardoor het in hoge mate voldoet aan de duurzaamheidseisen die bijvoorbeeld Breeamcertificering stelt aan producten. Volgens Andringa is aluminium een fantastisch materiaal om mee te werken. Toegegeven, het verwerkingsproces van aluminium kost relatief veel energie. Maar, het materiaal kan eindeloos opnieuw worden ingezet en hergebruikt, waarbij de kwaliteit onverminderd hoog blijft. “We onderzoeken wat nodig is om een goed isolerend en stabiel profiel te kunnen ontwikkelen.” De profielen van Intal,

Artist impression van de International Student House, die Intal samen met architectenbureau cepezed en bouwbedrijf Waal ontwikkelt. gecombineerd glas en kozijnen, halen hoge isolatiewaarden met U-waarden lager dan 1,0.

3D-print Een van de innovaties binnen de procesoptimalisering waarop Intal zich focust, is het 3D-printen van prototypes van profielen. “Hiermee willen we een efficiënte en innovatieve partner zijn in het bouwproces. Aan de hand van deze 3D-prototypes, worden de nieuwe profielen getest. Hierin passen we bijvoorbeeld domotica toe om te bekijken hoe deze techniek kan worden geïntegreerd in een profiel. Door eerst in 3D te printen, hoeven we niet eerst dure matrijzen te maken om te ontdekken of het ook echt werkt.” Deze werkwijze is een veel goedkopere en efficiëntere manier van producten ontwikkelen dan met 2D-schetsen, die voortdurend moeten worden gecorrigeerd en bijgestuurd om een optimaal prototype te realiseren. “Met 3D-print kunnen we in één keer de engineering van een nieuw aluminium profiel optimaliseren. Dat scheelt aanzienlijk in tijd en geld, waarmee we

Studentencomplex Ravel Residence aan de Zuidas is opgebouwd uit modulaire units van Jan Snel Bouwsystemen. Foto Stijn Poelstra

anticiperen op een snel veranderende markt. Het mooie aan het product aluminium is dat we ons vaak in een markt van pioniers bevinden. Grote ontwikkelaars die een statement willen maken en een stap verder durven te zetten, geven vaak een boost aan de ontwikkeling van bouwproducten en de toepassingen ervan”, zegt Andringa.

Studentenhuisvesting Voor projecten in studentenhuisvesting werkt Intal veel samen met vaste partners. “Dat werkt buitengewoon prettig in de voorbereiding en bij de afstemming met verschillende partijen.” In opdracht van studentenhuisvester DUWO ontwikkelt Intal samen met architectenbureau cepezed en bouwbedrijf Waal een flat voor internationale studenten die aan de TU Delft studeren. De bouw van de flat start in 2016 en zal 332 studentenkamers omvatten. Intal levert hiervoor 3200 vierkante meter Intaltherm gevelelementen. “De engineering hiervan is in volle gang”, zegt Andringa. “ We zijn druk bezig met de profielen voor de kozijnen en de vliesgevelsystemen die we volledig in 3D binnen BIM engineren. Het gebouw wordt grotendeels in een vast stramien opgebouwd met prefab elementen.” De studentenflat heeft een rechthoekige carrévormige compositie, met grote openingen in de lange zijden, zodat het binnenhof ook publiek toegankelijk is. Zo ontstaat een open verbinding tussen de straat en het geplande stadspark aan de andere kant. “Tegen een scherp budget wordt in een strak schema een flat ontwikkeld die aan alle hedendaagse normen voldoet”, legt Andringa uit. “Projectmatig ontwikkelde producten worden toegepast in combinatie met een beproefde werkwijze.” Het gebouw krijgt enorme overspanningen met grote glazen kopgevels, waarbij de slanke profilering wordt behouden. Elk kozijn in de gevels beslaat één studentenkamer en deze wordt prefab aangeleverd en modulair opgebouwd. “Door de modulaire opbouw van de gevels, zijn deze elementen in de toekomst vrij eenvoudig te demonteren”, zegt Andringa. “Daarmee is dit project een goed voorbeeld van toekomstbestendig bouwen, waarmee ook de duurzaamheid van de toegepaste materialen duidelijk naar voren komt”, aldus Andringa.

13


Marges in bouw structureel te laag! Prijsvechten toont wurggreep duikgedrag aan Prijsvechten is bedoeld voor bouwprofessionals en iedereen die geïntrigeerd is door het fenomeen dat bouwprojecten moeizaam verlopen en zo uit de klauwen lopen, steeds weer. Wat gaat er mis? Dit boek ontrafelt hoe het zover heeft kunnen komen en hoe het anders zou kunnen. Met veel praktische voorbeelden van projecten, die wel of juist niet succesvol verlopen.

“Wie flinke honger heeft, is minder kieskeurig” Rob van Wingerden, bestuursvoorzitter BAM “We drinken altijd op de verkeerde momenten champagne” Patrick Buck, directeur Projecten ProRail “Oud denken botst met nieuw denken” Louis Camps, directeur Woudenberg Auteur Ingrid Koenen Prijs: ¤ 19,95 Inclusief BTW en verzendkosten. Isbn: 9789462451605

Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/prijsvechten


advertorial

Gestage groei, stabiliteit verzekerd K

enners én niet-kenners zijn het er over eens: wat Stabil met twee monumentale gevels van een voormalig bankgebouw in het historische Gent heeft gedaan, is spektakel van de bovenste plank. Het was alsof de gevel maandenlang metershoog in de lucht zweefde. ‘Bouwkundige chirurgie’, schreef de ene krant. Want het was precisiewerk op de vierkante millimeter. ‘Een huzarenstukje’, kopte een ander. Want bij de klus in Gent kon Stabil – op basis van jarenlange ervaring en expertise – de bouwwereld laten zien dat het Belgische bedrijf de absolute nummer één is op het gebied van stut- en schoringswerken. “Het is zonder meer ons prestigeproject”, zegt ingenieur Koen Verleysen van Stabil trots. Verleysen voert sinds 2007 de dagelijkse leiding van Stabil, gevestigd in het Vlaamse Meulebeke. Het is een doordeweekse ochtend wanneer Verleysen op een blanco A4-tje in nog geen twee minuten een dwarsdoorsnede van de bewuste gevel in Gent tekent, terwijl hij ondertussen over driehoekstructuren, schoorbalken en verdeelprofielen vertelt. “Het idee lijkt misschien simpel, maar het komt vooral op de berekeningen aan: die móeten correct zijn. Want alleen door precieze metingen kun je tijdens een afbraak onherroepelijke schade uitsluiten. Tijdens bouwwerkzaamheden worden gevels wekelijks opgemeten en gemonitord. Veiligheid staat bij ons voorop. Gelukkig hebben we afgelopen jaren zoveel ervaring opgedaan met het schoren en stutten van gevels en gemeenschappelijke scheidingsmuren, dat een dergelijk project bij ons in goede handen is.” Een ander bravourestuk uit het palamers van Stabil is het project Nieuwe Molens Gent. De imposante, historische façade, de industriële vormen en hoge plafonds

Gent-Kouter

blijven behouden. Geen sinecure om dit tot een goed einde te brengen. Voor de voorbouw werd geopteerd voor een schoring aan de buitenzijde, gezien de achtergevel ook volledig afgebroken wordt. Dit is een zuivere schoring van een vrijstaande gevel d.m.v. een stalen structuur met ballast. Van het parkgebouw (achterbouw) blijven alle buitengevels staan. Hier werd gekozen voor een schoring binnen in het gebouw d.m.v. kruisverbanden.

over het buitenterrein en in de grote werkloods vertelt Verleysen over de oprichter, die nog steeds nauw betrokken is bij Stabil. “Ik voer de dagelijkse leiding, maar dankzij hem zijn we uitgegroeid tot een betrouwbare partner. Wanneer klanten Pol zien of zijn naam horen, weten ze dat het goed zit. Tekenen en berekeningen maken vindt hij nog steeds het mooiste om te doen.” Stabil, dat momenteel bij 130 projecten betrokken is, wordt geregeld ingezet bij calamiteiten, zegt ingenieur Jurgen De wind is een niet te onderschatten Mestdagh. Als recent voorbeeld noemt factor bij stabiliteitswerken, beaamt hij het plots instorten van een winkelVerleysen. “Sterker, het is dé factor pand in september in Hoei, in de provincie waarmee het meest rekening moet Luik. De eigenaar hoorde ’s ochtends worden gehouden. Want de wind blaast onheilspellend gekraak en schakelde de en zuigt tegen de gevel. Bij projecten plaatselijke brandweer in. Dat voelde dichtbij de kust of op het platteland hij goed aan, want de brandweer heeft gebruiken we dan ook zwaarder materiaal vervolgens uit voorzorg een omheining dan in bijvoorbeeld Brussel.” geplaatst. In het begin van de middag ging het De geschiedenis van Stabil begint in alsnog mis en zakte het gebouw volledig 1997 in Izegem, toen ingenieur Pol Geldof in elkaar. Op dat moment kwam Stabil er een bureau in stut- en schoringsin beeld: er moest snel worden gestut, werken opzette. Het bedrijf groeide snel ook bij de naastgelegen winkelpanden. uit zijn jasje; vijf jaar na de oprichting Mestdagh stapte na het alarmerende verhuisde Stabil naar een bedrijventelefoontje uit Hoei direct in de auto, terrein in Meulebeke. Bij Stabil werken terwijl hij zich onderweg liet bijpraten twintig hoogopgeleide en gedreven door mensen ter plaatse. Eenmaal in mensen die stuk voor stuk trots zijn op Hoei heeft hij met een ingenieursoog hun bedrijf. Tijdens een korte wandeling naar de situatie gekeken, verder maakte

hij talloze foto’s. Deze foto’s stuurde hij weer door naar zijn collega’s op het hoofdkantoor in Meulebeke: zij zijn gelijk een studie gaan uitwerken. Een dag later kon Stabil stutten. Mestdagh: “Het was complex, want beide aangrenzende panden zijn deels meegetrokken. Het zijn in elk geval opdrachten waarbij we heel snel moeten handelen zonder het hoofd te verliezen. Leuk is niet het juiste woord, maar het zijn wel opdrachten waarbij wat meer adrenaline door de aderen stroomt dan normaal.” Stabil heeft afgelopen jaren een stevige reputatie opgebouwd in stabiliteitswerken. Niet voor niets is het momenteel marktleider in België. Wat Stabil onder kwaliteit verstaat, staat mooi in de bedrijfsmissie beschreven: ‘Kwaliteit is nooit toeval, maar het resultaat van grondige voorbereiding, gedreven toewijding, intelligente en respectvolle samenwerking en een hoge graad van kunde’. Stabil heeft ambities, ook over de Belgische grenzen. Daarom is onlangs Stabil France opgericht, met een vestiging in het noordwesten van Frankrijk. Ook probeert Stabil in Nederland voet aan de grond te krijgen. Het bedrijf is momenteel betrokken bij de renovatie van een ROC in het centrum van Leiden. Verder gaat Stabil binnenkort bij een bouwproject in Amsterdam aan de slag.

BEDRIJFSPROFIEL Sinds jaar en dag schoren en stutten wij gevels en gemeenschappelijke scheidingsmuren, in nauw overleg met de afbrekers. Stabil staat alom bekend om precieze metingen waardoor onherroepelijke schade uitgesloten is. Stabil denkt met u mee en neemt de zorg voor alle schoringswerken uit uw handen. Vooral voor delicate gevelschoringen is Stabil toonaangevend. ADRESGEGEVENS Stabil bvba Astridlaan 17 8760 Meulebeke Tel. +32 (0)51 48 08 30 Fax +32 (0)51 48 08 31 stabil@stabil.be / www.stabil.be

Gent - Nieuwe Molens

Gent - Nieuwe Molens


Duurzaam en onderhoudsvrije vezelcement voor de woningbouw

Cembrit, Deense producent van vezelcement-bouwmaterialen, ontwikkelt en produceert al jaren produkten voor de moderne woningbouw. De gunstige eigenschappen van vezelcement zijn oa zeer sterk en duurzaam, waterafstotend, vorst- en rot-bestendig, onderhoudsarm, economisch,... Dit maakt vezelcement producten tot dĂŠ bouwmaterialen van de toekomst. Cembrit biedt een heel gamma gevelpanelen en sidings, dakprodukten en gamma technische bouwplaten. Een one-stop-shop voor de veeleisende woningbouw van vandaag.

Ontdek meer op onze website of email naar info@cembrit.nl voor meer informatie.

www.cembrit.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.