1 minute read

MARKTPRAKTIJKEN EN CONSUMENTENBESCHERMING (WER

Bovendien stelt artikel 9 van de plichtenleer, dat wanneer een door de vastgoedmakelaar aan zijn potentiële opdrachtgever voorgelegd voorstel van overeenkomst een mandaat inhoudt, de vastgoedmakelaar verplicht is dat mandaat klaar en duidelijk vast te leggen.

MA R K TP R A K TI J K E N E N C O NS UM EN T E NB ES C H ER M I NG (W ER )

3.3. 1 IN H O O F D LI JNE N

(Enkel) wanneer de opdrachtgever van de vastgoedmakelaar bij bemiddeling een consument is, moet er rekening worden gehouden met de dwingende wettelijke bepalingen ter bescherming van de consument. De consument is iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen. De wetgeving is van toepassing op de vastgoedmakelaars in hun contractuele relatie met hun opdrachtgevers die consument zijn. De door de vastgoedmakelaar verleende dienst kan zowel slaan op verhuurbemiddeling, huurbemiddeling, verkoopbemiddeling of aankoopbemiddeling.

Vóór 12 mei 2010 werd deze materie geregeld door de 'Wet op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument' van 14 juli 1991 (WHPC). Vanaf 12 mei 2010 werd deze wet afgeschaft en vervangen door de 'Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming' (WMPC). Sinds 31 mei 2014 is ook de WMPC afgeschaft en vervangen door boek VI van het Wetboek Economisch Recht (afgekort WER), met als titel ‘Marktpraktijken en consumentenbescherming’.

Boek VI van het WER bevat belangrijke bepalingen over onder meer: ▪ de algemene informatieplicht tegenover de consument, ▪ de prijsaanduiding, ▪ vergelijkende reclame, ▪ prijspromoties, ▪ overeenkomsten op afstand, ▪ overeenkomsten afgesloten buiten de verkoopruimte, ▪ het gezamenlijk aanbod, ▪ onrechtmatige bedingen, ▪ de verlenging van overeenkomsten, ▪ verboden praktijken zoals oneerlijke handelspraktijken en verkoop met verlies.

This article is from: