2 minute read

7.5 Onderscheid met bindende derdenbeslissing

Hieruit volgt dat de opdracht van de deskundige in ieder geval zeer nauwkeurig omschreven en goed afgelijnd moet worden. De nieuwe Arbitragewet schrijft echter geen specifieke regels voor met betrekking tot de wijze waarop het scheidsgerecht tot een deskundigenonderzoek kan overgaan, noch met betrekking tot de organisatie en het verloop van het deskundigenonderzoek. Bij gebrek aan een overeenkomst hierover tussen de partijen, kan het scheidsgerecht vrij de modaliteiten van het deskundigenonderzoek bepalen. Art. 962 – 991bis Ger. W. behouden hierbij hun suppletieve werking. De opdracht van de deskundige moet sowieso beperkt blijven tot de feitelijke aspecten van de zaak; hij mag niet oordelen over de juridische aspecten. Verder geldt: • de partijen kunnen in onderling overleg de aanstelling van een deskundige uitsluiten (wilsautonomie van de partijen); • het scheidsgerecht kan zowel op verzoek van een partij als op eigen initiatief een deskundigenonderzoek bevelen; • het scheidsgerecht is niet verplicht om een deskundige aan te stellen wanneer slechts één van de partijen hierom verzoekt. • het scheidsgerecht is niet gebonden door de bevindingen van de deskundige. Deze hebben de waarde van een advies, waarvan de bewijskracht in principe vrij kan beoordeeld worden door het scheidsgerecht.

Het scheidsgerecht heeft de bevoegdheid om de partijen, op straffe van een dwangsom, te dwingen mee te werken aan het deskundigenonderzoek; De aangestelde deskundige kan worden gewraakt om dezelfde redenen en volgens de procedure voorzien voor de arbiters (art. 1686 en 1687 Ger. W.). 7.5 Onderscheid met bindende derdenbeslissing

Het concept van arbitrage, waarbij partijen beroep doen op een derde om hun geschil op te lossen, vertoont oppervlakkige gelijkenissen met de rechtsfiguur van de bindende derdenbeslissing. Nochtans is er een duidelijk en essentieel verschil tussen arbitrage en bindend minnelijk deskundigenonderzoek. Arbitrage is een middel van geschillenbeslechting waarbij de betrokken partijen binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen van artikelen 1676 e.v. Ger. W. een betwisting voorleggen aan het oordeel van derden, die rechtstreeks of onrechtstreeks door hen zijn aangesteld. Deze scheidsrechters komen in de plaats van de rechtbank en krijgen de opdracht het geschil zelf definitief te beslechten. De arbitrale beslissing heeft kracht van gewijsde en hoger beroep is enkel mogelijk indien partijen voorafgaand in deze mogelijkheid voorzien hebben. De draagwijdte van een minnelijk deskundigenonderzoek voor de oplossing van het geschil is beperkt tot de opdracht die in overleg door partijen werd bepaald. Dit betreft vaak enkel de technische aspecten van de zaak, zoals het optekenen van de materiële vaststellingen of het adviseren omtrent oorzaak, gevolg en feitelijke aansprakelijkheden van de vastgestelde problemen. Op basis van deze vaststellingen kunnen partijen dan een minnelijke regeling uitwerken of een gerechtelijke procedure inleiden.

This article is from: