1 minute read

3.2 De rechtstreekse afstandsmeting

De geijkte referentielengte die gebruikt wordt bij de rechtstreekse afstandmeting kan verschillende vormen aannemen: meetkettingen, meetlatten, meetbanden en invardraag.

De meest gebruikte topografische toepassing is de meetband. Een topografische meetband is doorgaans 5 tot 15 mm breed en een paar tienden mm dik.

De lengte bedraagt doorgaans 10 ,20 of 50m. Bij het gebruik van de meetband dient bijzondere aandacht gegeven te worden aan de plaats van het exacte nulpunt dat vaak niet duidelijk en ondubbelzinnig is aangegeven.

In het domein van de industriële metrologie en voor ijking van meetbanden worden referentieafstanden in invardraad gebruikt (verkrijgbaar in willekeurige lengten). Invar is een legering van 36% nikkel en 64% staal die als eigenschap een verwaarloosbare thermische uitzettingscoëfficiënt bezit (< 1ppm/K). Deze speciale toepassingen worden niet in detail behandeld.

This article is from: