2 minute read

3.4.9 Reflectorloze afstandsmeting

Next Article
tijdsmeting

tijdsmeting

3.4.9 Reflectorloze afstandsmeting

De meeste van deze afstandmeters werken met pulslaser en dus geen continu uitgezonden lasersignaal. Het gaat hem hier over een zeer hoge frequentiegolf (bv 15 MHZ), die dus qua energieinhoud veel hoger scoort dan een meting met reflector. Het principe bestaat erin dat het oppervlak pulsen in allerlei richtingen weerkaatsen. Indien er voldoende wordt terug gekaatst tot bij het meetinstrument dan is een meting mogelijk. In tegenstelling tot het meten met een reflector wordt hier het tijdsverschil bepaald tussen het vertrek en de aankomst van de puls. Door een beperkte nauwkeurigheid van de tijdsmeting is de nauwkeurigheid van één dergelijke meting dan ook beperkt. Nauwkeurigheid wordt gehaald uit herhaalde metingen (automatisch).

3.4.9.1 Verschillen met vorig meetprincipe (fasemeting):

 Meer energie nodig, vandaar pulsmeting  Bereik kleiner (30 a 100m)  Nauwkeurigheid lager door het ingemeten object (vorm en aard)  Tijdsmeting(nu nauwkeurigheid in de orde van 100 ps = 100.10-12s))

3.4.9.2 Eigenschap van een pulslaserstraal

Een pulslaser waaiert uit.

3.4.9.3 Aard van het oppervlak van het in te meten object

 Slechte oppervlakken: o Absorberend oppervlak o Reflecterend oppervlak o Transmissie=doorlatend  Goede oppervlakken: o Diffusie = verstooien

3.4.9.4 Positie van het in te meten object (gerelateerd met “Eigenschap van een pulslaserstraal”)

Niet alleen de aard van het object is van belang. Ook de positie van de afstandmeter tov het in t meten object is van cruciaal belang.

Indien een puls niet loodrecht invalt op een object, dan worden meerdere afstanden gemeten voor hetzelfde ingemeten object. Het toestel neemt een gemiddelde van de afstanden. In de meerderheid van de metingen is dit een goede werkwijze. Onderstaand voorbeeld geeft dit weer.

Bij onder andere het meten van een hoek van een gebouw geeft dit een totaal verkeerde afstand (denk hier zelf eens over na aan de hand van onderstaande tekening). Dergelijke problemen kunnen met een minimum aan logica omzeild worden.

De indirecte meetmethode is een oplossing voor een dergelijk probleem. Onderstaande figuren tonen hoe er mbv een indirecte meetmethode een hoe van een gebouw kan worden ingemeten.  Het principe bestaat erin dat men twee keer twee punten meet. Hierdoor ontstaan twee rechten (een rechte door 1 en 2 + een rechte door 3 en 4) die 1 snijpunt hebben. Dit snijpunt is het gevraagde hoekpunt.

 Een punt net naast de hoek wordt gemeten, hiervan kan men de correcte afstand bepalen door een het gemiddelde te bepalen van meerdere metingen. Nadien draait men bij om zo ook een correcte hoekmeting te realiseren.

 Door middel van excentriciteiten

This article is from: