1 minute read

3.2.1 Het reduceren tot de horizontale afstand

3.2.1 Het reduceren tot de horizontale afstand

Het is duidelijk dat de landmeter geïnteresseerd is in de horizontale afstand tussen twee punten. Wanneer het terrein perfect horizontaal is, stelt dit uiteraard niet het minste probleem: de meetband wordt op het terrein gelegd, opgespannen en afgelezen. Deze situatie is in de praktijk echter uitzonderlijk. Vaak is het terrein niet horizontaal en zelfs niet vlak en mag de meetband niet op de grond steunen om grote fouten te vermijden.

Hieronder bespreken we twee methoden beschikbaar voor het meten op niet horizontale ondergrond:

- de ‘stap- methode’: deze methode veronderstelt het gebruik van een korte meetband ( max. 10m). De meetband wordt steeds horizontaal strak gespannen met de ijktrekkracht. Het ene uiteinde wordt tegen de grond gehouden ter plaatse van het vorige merkteken. Aan het andere uiteinde wordt een schietlood gehouden en wordt het voetpunt ervan op het terrein gemarkeerd. De horizontaliteit kan voor minder nauwkeurige metingen op zicht worden gecontroleerd. Voor meer nauwkeurige metingen wordt een buisniveau gebruikt of een geijkte rechte hoek tussen schietlood en meetband. Deze procedure wordt herhaald tot het eindpunt bereikt is, waarbij de afstand van de laatste slag op de meetband wordt afgelezen.

- de reductiemethode: deze methode veronderstelt dat het terrein weliswaar hellend maar toch vlak is, zodanig dat de meetband op het terrein kan worden gelegd en opgespannen. De helling van het terrein en dus van de meetband wordt bepaald door gebruik te maken van een draagbare eclimeter of hellingsmeter.

This article is from: