Agri & Food

Page 1

Top 5 Future Risks in Food & Beverage Hoe bereidt u zich voor? aon.com Lees het artikel 04 08 10 VOEDSEL- EN LANDBOUWORGANISATIE VAN DE VERENIGDE NATIES CAROLINE VAN DER PLAS ADRI BOM-LEMSTRA AGRI & FOOD juni 2024 Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant Campagne Manager: Ricardo Gonçalves Managing Director: Jonathan Andersson Graphic Design: Kiloe van Benthem Redactie: Eltjo Nieuwenhuis Tekst: Hugo Schrameyer, Fred Pals, Jolanda Hugens Kommers en Jan Koning Gedistribueerd met: Het Financieele Dagblad 2024 Drukkerij: RODI Rotatiedruk. Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen. Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie. Uitgegeven door Contentway B.V. Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam Tel: +31 (0)85 043 25 00 Web: contentway.nl Email: info@contentway.nl redactie@contentway.nl

Duurzaamheid in de voedselketen

Het verduurzamen van de voedselketen roept associaties op met thema’s als verantwoorde diervoeding, bodembeheer en vermindering van watergebruik. Toch is werken aan die thema’s slechts een deel van de totaalaanpak, omdat verduurzaming primair om transparantie in de keten vraagt. Je wilt immers weten of maatregelen beklijven. Het in kaart brengen van werkelijke voer- en boerderijgegevens per locatie is essentieel voor emissiereducties.

De agrarische sector bestaat uit een lappendeken van duizenden-één verschillende bedrijven die elk hun eigen kwaliteiten kennen. Om deze bonte lappendeken toe te spitsen, nemen we de pluimveesector als uitgangspunt. Niet zonder reden, want de Nederlandse pluimveesector levert een belangrijke bijdrage aan het voeden van de wereldbevolking. De sector exporteert meer dan vier miljard euro binnen de Europese Unie (EU). Naar landen buiten de EU komt daar nog eens 800 miljoen euro bij. Kip is de meest gegeten vleessoort in de wereld en de verwachting is dat de consumptie ervan zal toenemen. Niet alleen omdat de wereldbevolking groeit, maar ook omdat er meer vraag ontstaat naar kwalitatief hoogwaardige eiwitten.

uitsluitend gaat om meer vleesproductie voor het voeden van mensen. Het gaat volgens haar met name om het produceren van het best mogelijke vlees van hoogproductieve boerderijen op een verantwoorde en duurzame manier. “Als je dat op mondiale schaal beschouwt, bestaat er een enorme kans, maar ook enorme klus, om dat voor elkaar te krijgen.”

Samenwerking

Geen enkele boerderij is hetzelfde. Je kunt geen gebruik maken van algemeen geldende data

Pluimvee

Yvonne van der Vorst, Director Business Solutions and Strategic Product Marketing van de Nederlandse landbouwcoöperatie Agrifirm, onderschrijft eveneens de reële verwachting dat de mondiale vraag naar pluimveevlees verder zal toenemen. Wat ze in die context ook benadrukt, is dat het niet

David Nickell, vicepresident sustainability & business solutions bij dsmfirmenich, Animal Nutrition & Health, sluit zich hierbij aan: “Pluimveevlees is een zeer toegankelijk en betaalbaar eiwitproduct van hoge kwaliteit. De mondiale pluimveesector speelt daarmee een belangrijke rol in het voeden van een groeiende wereldbevolking. Waar het daarbij met name om gaat, is dat te doen op de meest effectieve, efficiënte en duurzame manier. Die doelstellingen gaan hand in hand: een efficiënt productiesysteem moet leiden tot meer productie met minder middelen en daardoor een betere duurzaamheid.”

Dat Van der Vorst en Nickell samen worden opgevoerd, heeft te maken met een pilotproject van een dataplatform voor het zo goed mogelijk registreren van de dierprestaties en de ecologische voetafdruk bij pluimveeproducenten. Beide agribusiness-bedrijven willen dat platform in een samenwerking verder uitwerken. In feite gaat het om het koppelen van platformen die beide bedrijven in eigen beheer hebben. Door het samenbrengen van Sustell van dsm-firmenich en PoultryNEXT van Agrifirm, bieden ze een oplossing om emissies te monitoren en uiteindelijk CO2 te reduceren. Van der Vorst: “Je ziet dat productiebedrijven aan het begin van de voedselketen duidelijk willen bijdragen aan de verduurzaming ervan. Ze hebben zelfs een groot deel van de oplossing in handen. Zo heeft Agrifirm al speciale voeders ontwikkeld met een lage CO2 voetafdruk. De invoering van de Europese regelgeving om tot duurzaamheidsrapportages te komen, de CSRD, is in mijn optiek niet zozeer de aanleiding daartoe, maar wel een enorme versneller. Naast de financiële boekhouding krijgen productiebedrijven nu ook de plicht om inspanningen op het gebied van duurzaamheid te registreren en erover te rapporteren. Stap één daarbij is dat iedereen op zoek is naar meer data en meer transparantie.”

Een complexe puzzel

De uitdaging van deze opdracht wordt vooral gevormd door de omvang en complexiteit van de gehele keten. In de voedingsmiddelensector manifesteren zich tal van partijen met hun eigen doelstellingen, van toeleveranciers tot aan levensmiddelenretailers. “Er wordt door verschillende van deze partijen gesproken over reductie van de CO2-voetafdruk met dertig procent in 2030. Als we het hebben over landbouwproducten, dan zit de grootste kans op CO2 reductie op

de boerderijen zelf. Het zijn de data van boerderijen en diervoeder die bepalend zijn voor het sturen van de CO2emmissies. Via gesloten datasystemen wordt de, uit deze data resulterende, voetafdruk inzichtelijk. Veehouders en ketenpartners kunnen zo verbetering van de CO2 voetafdruk per schakel in de keten verder brengen, waarbij de privacy van de data per schakel wordt beschermd. Tot aan de consument.” aldus Nickell, waar hij aan toevoegt dat dataregistratie van duurzaamheidsparameters ondertussen onderdeel is van bepaalde financieringsovereenkomsten. Financiële instellingen voelen er steeds minder voor om bedrijven te ondersteunen die hun duurzaamheidsrapportages en -doelstellingen niet op orde hebben. “Als producent heb je downstreamverplichtingen ten aanzien van klanten, aandeelhouders en toezichthouders, maar duurzaamheidsverplichtingen worden ook gewoon onderdeel van leningovereenkomsten.”

Wat Van der Vorst en Nickell extra onderstrepen, is de enorme complexiteit van de voedselketen, zeker ook aan de bron hiervan. Geen enkele boerderij is hetzelfde.

Agrifirm & dsm-firmenich – Partner Content www.agrifirm.nl www.dsm-firmenich.com
Yvonne van der Vorst,
02
Dr. David Nickell, Vice President Sustainability & Business Solutions, dsm-firmenich Animal Nutrition & Health

Agrifirm & dsm-firmenich – Partner Content

vereist een data-ecosysteem

Dat geldt ook voor boerderijen in dezelfde bedrijfstak, zoals de pluimveesector.

Nickell: “Je kunt geen gebruik maken van algemeen geldende data. Je zult data per productielocatie tot in de puntjes, op een gecoördineerde manier, moeten clusteren en analyseren. Daar zijn we nu met beide bedrijven druk mee bezig; om al die afzonderlijke gegevens te verzamelen en te combineren met uiteenlopende data over factoren als voer of waterverbruik. Een data-ecosysteem is een must om te begrijpen hoe duurzaamheid in de keten verder verder valt te stimuleren.”

Van der Vorst benadrukt dat door deze samenwerking de pluimveehouder ontzorgd wordt, doordat de data overzichtelijk en met dashboards in systemen wordt vastgelegd, waarbij tevens de privacy wordt gewaarborgd. “Extra administratie door de veehouder is niet nodig. Tegelijkertijd krijgt hij/zij wel meer inzicht in hoe het bedrijf ervoor staat en hoe te versnellen om de CO2 voetprint te verlagen en dierprestaties te verbeteren.”

Duurzaamheidstoezeggingen

Volgens Van der Vorst is de plus van de samenwerking tussen beide bedrijven, dat het in elkaar schuiven van de twee platformen niet alleen de betrouwbaarheid van data vergroot, maar in feite ook het leven van de boer vergemakkelijkt.

Sustell van dsm-firmenich is er vooral op gericht om de ecologische voetafdruk van dierlijke eiwitproducten te verbeteren. Met PoultryNEXT hebben legpluimveehouders op ieder gewenst moment inzicht in technische resultaten, zoals uitval, het aantal eieren, eigewicht en voer- en wateropname. Van der Vorst: “Wat de legpluimveehouder wil, is dat hij kan monitoren wat voor impact aanpassingen hebben op duurzaamheid van de voedselketen en technische resultaten. Wat gebeurt er als hij de hoeveelheid voedsel aanpast, of de keuze maakt voor een ander type voer? Wat voor impact heeft dat op de duurzaamheid in de keten, en welke impact heeft dat op het resultaat van zijn bedrijf? Downstreamspelers, zoals afnemers en retailers, zullen zich verzekerd willen weten van duurzaamheidstoezeggingen. Dat kan uitsluitend gebeuren door acties die op bedrijfsniveau van producenten worden ondernomen. De samenwerkingen tussen Agrifirm en dsm-firmenich geeft ketenpartijen transparant en betrouwbaar inzicht in deze gegevens.”

diagnose. Een bedrijf dat voor zichzelf registreert dat er sprake is van een verhoogde CO2-uitstoot, wil ook kunnen beoordelen waar deze vandaan komt. Heeft dat te maken met het voer, het mestmanagement of moet de veehouder dingen op zijn boerderij anders doen om de voetafdruk te verlagen? “Waar het op neerkomt, is dat de gebruiker praktische aanknopingspunten wil hebben die kunnen leiden tot de betere bedrijfsprestaties, en de gegarandeerd lagere ecologische voetafdruk waar hun klanten om vragen.”

Een gedemocratiseerd proces

bestaat. Nickell: “Het registreren van duurzaamheidsdata is een onderdeel geworden van het bedrijfsleven, en de aandacht ervoor groeit extreem snel. Enerzijds wordt het geëist vanuit een wetgevend of regelgevend perspectief, anderzijds worden er aanvullende voorwaarden gesteld door zowel kredietverstrekkers als consumenten. Wat we nu zien, is dat alle ontwikkelingen die de transparantie in de keten bevorderen, bij elkaar komen om duurzaamheid verder te stimuleren. De ontwikkelingen zullen niet ophouden bij pluimvee, maar ook

hun grip krijgen op andere sectoren in de vleesindustrie.”

De plicht om de groeiende populatie te voeden

Wat Van der Vorst daar tot slot nog aan wil toevoegen, is dat plantaardige eiwitten een groter deel van ons eetpatroon zal gaan uitmaken. Dat is een goede ontwikkeling maar dierlijke eiwitten zullen ook altijd een relevant onderdeel zijn van het wereldwijde dieet. “We zijn dit gesprek begonnen met de constatering dat de wereldbevolking zal blijven groeien. Dat betekent ook dat er de plicht bestaat om deze groeiende populatie te blijven voeden. Pluimveevleeskuikens en eieren zijn wat dat betreft een goede eiwitbron. Door het productieproces onder controle te hebben, kunnen we ons verzekeren van voeroplossingen die leiden tot een lagere CO2-uitstoot. Zo kunnen we de voedselketen verantwoord inrichten voor toekomstige generaties.”

Een efficiënt productiesysteem moet leiden tot meer productie in combinatie met betere duurzaamheid

Nickell verduidelijkt dat registreren van een ecologische voetafdruk steeds vaker wordt gezien als een noodzakelijke

Wat zich bovendien afspeelt op het toneel van alle duurzaamheidsambities, is dat bedrijven in tal van sectoren consultants inhuren om kennis over dit onderwerp in te kopen. Er bestaat een enorme behoefte aan het inhuren van duurzaamheidsspecialisten, terwijl er volstrekt onvoldoende zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. Het platform, zoals Agrifirm en dsmfirmenich dat presenteren, is in feite een democratisering van dat proces. Bovendien is de Sustell-oplossing ISO gecertificeerd, hetgeen een garantie oplevert voor de geloofwaardigheid en transparantie van de duurzaamheidsdata, terwijl bedrijfskritische of privacygevoelige informatie beschermd blijft. “Het vastleggen van data gebeurt bovendien op een schaalbare wijze, zodat alle betrokken de ecologische voetafdruk kunnen monitoren en begrijpen waar en hoe er verbeteringen mogelijk zijn. Door transparantie tot op het etiket van verpakkingen in de supermarkt door te voeren, heeft de consument praktisch bewijs voor de duurzame kwaliteit van het product. Klanten kunnen dus een duidelijke keuze maken voor een duurzaam geproduceerd stukje vlees, vis of melkproducten. Dat is echt een sprong voorwaarts: supermarktklanten willen aantoonbaar meer informatie die hen voorlicht over de duurzaamheid van producten.”

Het nieuwe platform is specifiek opgetuigd voor de pluimveesector. Dat is een mooi begin, hoewel het voedingspatroon uit meer vleessoorten

Een data ecosysteem is een must om te begrijpen hoe duurzaamheid in de keten verder valt te stimuleren

Sustell van dsm-firmenich is een toonaangevend platform voor het monitoren van de volledige ecologische voetafdruk in dierlijke eiwitproducten, waarbij expertise op het gebied van duurzaamheid, dierlijke productie en voedingskennis worden gecombineerd.

Door specifieke voer- en boerderijgegevens op een schaalbare manier vast te leggen, kunnen Sustell-gebruikers hun volledige ecologische voetafdruk nauwkeurig monitoren en begrijpen waar en hoe ze verbeteringen kunnen aanbrengen. Daarmee kunnen ze een cruciale rol spelen in de waardeketen om emissieverplichtingen en -doelstellingen na te komen.

PoultryNEXT combineert dierprestaties met expertise op het gebied van bedrijfsmanagement, dierproductie en rantsoenadviezen. Door bedrijfsspecifieke gegevens vast te leggen, ondersteund door rantsoenexpertise en expertise van de boerderij, kan PoultryNEXT nauwkeurige gegevens monitoren die de verantwoorde productieprestaties nauwkeurig volgen en helpen verbeteren.

03 contentway.nl

Ook boeren begrijpen dat biodiversiteit aandacht vergt

VOORWOORD

Er zijn twee dossiers in de Agri & Food sector die met elkaar strijden om de meeste aandacht: hoe zelfvoorzienend is Europa als het aankomt op productie van levensmiddelen, en hoe staat het met de volhoudbaarheid van ons voedselsysteem?

De oorlog in Oekraïne is aanleiding geweest om die eerste vraag op te werpen. Een voorbeeld is vitamine in veevoer. Dat wordt voor een groot deel betrokken uit Japan en China. Dat kunnen we in Europa ook wel produceren, maar we hebben het om kostentechnische redenen uitbesteed. Een ander voorbeeld is dat veel eiwitimporten uit Brazilië komen. Mochten we concluderen dat we die situatie te riskant vinden, moeten we in Europa een ander landbouwbeleid gaan voeren. De uitkomst van die afweging staat nog open, want je wilt natuurlijk ook niet een handelsoorlog beginnen met toeleverende partijen.

De volhoudbaarheid van ons voedselsysteem is het tweede belangrijke vraagstuk. Iedereen begrijpt dat er meer aandacht moet komen voor thema’s als duurzaamheid en biodiversiteit. Ook boeren zelf begrijpen dat heus wel. Het is vooral het tempo van de beoogde omslag waar veel weerstand tegen is. De discussie die speelt over de halvering van de veestapel is hard aangekomen in agrarische kringen. Er bestaat een gevoel onder boeren dat ze niet gewenst zijn in de samenleving. Resultaat is onder andere dat de opvolging van boerenbedrijven in de knel is gebracht.

Ook de consument speelt een rol bij de volhoudbaarheid van het voedselsysteem. Er gaan per jaar een miljoen mensen min of meer frequent naar de voedselbank. Als we massaal omschakelen naar duurzame landbouw, worden dat er dan twee miljoen? Het is echter niet per se zo dat duurzame landbouw duurder uitpakt: een stamppot van biologische aardappelen, uien en wortels is heel gezond. Je kunt je natuurlijk wel afvragen of we dat regelmatig willen eten.

Als het gaat om uitdagingen wat betreft dierenwelzijn gaan we op Europees niveau toe naar minder productie. Ook omdat de keten niet volledig efficiënt is ingericht. De ene sector gooit wat dat betreft hogere ogen dan de andere. Maar je kunt je

sowieso afvragen, hoe je de groeiende wereldbevolking kunt voeden in relatie met het behoud van dierenwelzijn. Enerzijds kun je nadruk leggen op de plicht om voldoende voedsel voor mensen beschikbaar te houden, anderzijds vraagt ook dierenwelzijn volop aandacht. Die afweging kan tevens leiden tot discussies tussen landen onderling.

Verder ontwikkelt de mechanisatie in de landbouw zich verder door. De voedingsmiddelenindustrie is grotendeels een procesindustrie, waarbij steeds meer arbeid plaatsmaakt voor mechanisatie en robotisering. Er bestaat inmiddels gerobotiseerde onkruidbestrijding, dus ook het zoeken naar zieke plantjes gebeurt met robottechnieken. Met een robot van pakweg 175.000 euro kun je toch op drie of vier arbeidskrachten besparen. Probleem is echter dat bedrijven in de agrarische sector veel vermogen nodig hebben, maar vaak laag renderen. Een investering van 175.000 euro is niet op korte termijn terugverdiend.

Al met al is de agrarische sector van groot financieel belang voor Nederland, hoewel je met dat beeld genuanceerd moet omgaan. De 120 miljard die aan agrarische producten wordt uitgevoerd, bestaat voor 40 miljard uit doorvoer, voor 20 miljard uit landbouwmechanisatie en voor 30 miljard uit zaaigoed en pootmateriaal. Blijft over: 30 miljard aan voedselproducten. De vraag die je kunt opwerpen: willen we die productie in stand houden, of leggen we meer nadruk op andere onderdelen in de uitvoer van agrarische producten?

Dirk Duijzer,

FAO: iedereen in voedselketen heeft verantwoordelijkheid

De VN vraagt ieder jaar op 7 juni, tijdens World Food Safety Day, aandacht voor het voorkomen, opsporen en beheersen van gezondheidsrisico’s in voedsel. Raschad Al-Khafaji, directeur van het verbindingsbureau van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) in Brussel, benadrukt dat iedereen in de voedselketen een verantwoordelijkheid heeft.

Wat is het thema van Wereldvoedselveiligheidsdag en waarom?

“Het motto ‘food safety is everyone’s business’ benadrukt dat alle partijen in de voedselketen, van producent tot consument, de verantwoordelijkheid hebben om voedselgerelateerde ziekten te voorkomen. Onverwachte gebeurtenissen vereisen actieve kennis, voorbereiding, planning en actie om in te grijpen. Voorbereiding op het onverwachte kan veel onzekerheid voorkomen.”

Is voedselveiligheid een mondiaal probleem of vooral in ontwikkelingslanden?

“Voedselveiligheid is een noodzaak voor iedereen op deze planeet. Iedereen verwacht dat voedsel ons zal voeden en versterken. In 2015 schatte de Wereldgezondheidsorganisatie echter dat 1 op de 10 mensen ziek wordt door onveilig voedsel, waarbij 40 procent van de ziektelast wordt gedragen door kinderen onder de vijf jaar Alle landen hebben in zekere mate te maken met voedselveiligheidsproblemen. Landen met goed uitgeruste voedselcontrolesystemen kunnen echter sneller reageren op het onverwachte. Bewustwording en gerichte acties en investeringen zullen ons allemaal voorbereiden op toekomstige uitdagingen.

Hebben de risico’s van door voedsel overgedragen ziekten gevolgen op de korte of lange termijn?

“Voedselgerelateerde ziekten kunnen acuut zijn, zoals voedselvergiftiging die optreedt binnen enkele uren na het nuttigen van besmet voedsel. Gezondheidsproblemen kunnen echter ook worden veroorzaakt door herhaalde blootstelling aan verontreinigende stoffen zoals zware metalen en dioxines, wat leidt tot chronische voedselgerelateerde ziekten. “

Waarom is voedselveiligheid in de gehele waardeketen zo belangrijk?

“Voedsel kan op elk punt in de keten onveilig worden. Daarom moeten preventieve praktijken overal worden geïmplementeerd, van producenten tot consumenten. Investeren in veilige landbouwvoedselsystemen heeft onmiddellijke positieve effecten. Veilige voedselproductie verbetert de duurzaamheid, markttoegang en productiviteit, wat de economische ontwikkeling en armoedebestrijding bevordert.”

Regeneratieve landbouw wint aan urgentie

Nederland heeft wereldfaam veroverd met de productie van voedsel en landbouwtechnologie. Hoewel dit succes lof verdient, heeft het ook schaduwkanten. De huidige voedselproductie en -consumptie dragen bij aan klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en ongezonde mensen: tijd voor een transitie.

Ook in agrarische kringen is te horen dat de huidige landbouwintensiteit tegen de grenzen van zijn groei aanloopt. Als reactie hierop worden er diverse duurzaamheidsmaatregelen genomen, zoals het zaaien van bloemranden langs akkerbouwpercelen. “Dat is belangrijk want veel doelen op klimaat, waterkwaliteit, emissies of

dierwaardigheid landen op het boerenerf. Daarom is het belangrijk om vanuit een systeemaanpak te werken aan transitie naar een agrofood systeem dat gezondheid van mens, dier en planeet centraal stelt.” stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan HAS green academy. De HAS speelt inmiddels een cruciale rol in de transitie waarover Praasterink spreekt, onder andere als projectleider van het nationaal onderzoeksprogramma ‘transitie naar een duurzaam voedselsysteem’. Ook ontwikkelde de HAS een Leiderschapstraject voor regeneratieve landbouw. Deze cursus is ontworpen voor professionals die willen bijdragen aan systemische veranderingen in de landbouwsector. De cursus

biedt deelnemers kennis over innovatieve landbouwmethoden, verdienmodellen die voedselproductie combineren met natuurherstel, en (persoonlijk) leiderschap in tijden van transformatie. Zowel theoretische als praktische modules komen aan bod, met een focus op samenwerking met boeren en ketenpartijen. Praasterink begeleidt dit Leiderschapstraject.

Ook in het hbo onderwijs zijn verduurzaming en transitie belangrijke onderdelen van de curricula. “We leiden een nieuwe generatie ondernemende professionals op, die in de volle breedte van de agrofood en groene leefomgeving sector bijdragen aan innovatie en toekomstperspectief. Hierbij kunnen ze regeneratieve landbouw bevor-

HAS green academy Scan de QR code om direct naar de cursus ’ Leiderschapstraject: Naar een regeneratieve landbouw en voedselproductie’ te gaan. www.has.nl

deren en implementeren.” Een belangrijk onderdeel van de opleidingen is systeemdenken. Ze leren om integrale oplossingen te bedenken voor complexe opgaven. “Juist het combineren van verschillende expertises en praktijkkennis is belangrijk bij transities. En het gewoon doén; leren van en uit de praktijk.”

Binnen cursussen en hbo-opleidingen werkt de HAS nauw samen met pioniers en ondernemers die al werken aan regeneratieve en natuurinclusieve landbouwprojecten. Dit bevordert innovatie, en zo ontstaan er waardevolle inzichten voor de verdere ontwikkeling.

Voor meer informatie over het leiderschapstraject: www.has.nl/bedrijfsopleidingen

Tekst: Hugo Schrameyer HAS green academy – Partner Content
04

Wereldwijde strijd tegen honger vereist innovatie

Volgens de Verenigde Naties1 waren naar schatting in 2022 ongeveer 2,4 miljard mensen wereldwijd (wat neerkomt op ongeveer 29,6% van de wereldbevolking) matig of ernstig ondervoed. Dit aantal is met 391 miljoen gestegen sinds 2019. Daarnaast kampte ongeveer 9,2 procent van de wereldbevolking met chronische honger, wat neerkomt op ongeveer 735 miljoen mensen – 122 miljoen meer dan in 2019. Deze cijfers benadrukken de dringende noodzaak om voedselzekerheidsuitdagingen aan te pakken en toegang te waarborgen tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel voor iedereen.

Innovatie voor duurzame oplossingen

Met ruim een eeuw ervaring, is Nutreco een wereldwijde marktleider in diervoeder via haar businesslijn Trouw Nutrition, en in aquacultuurvoer via haar businesslijn Skretting. Het bedrijf heeft ongeveer 11.000 werknemers in meer dan 40 landen. Nutreco’s visie is om de toonaangevende partner te zijn in voedzame en functionele oplossingen voor duurzame landbouw en visserij.

We zijn gepassioneerd over ons doel om de toekomst te voeden. Samen met onze klanten moeten we voldoen aan de groeiende vraag naar hoogwaardige eiwitten en dit op een manier doen die goed is voor onze planeet. Er zijn veel uitdagingen die moeten worden aangepakt, waaronder emissies, antimicrobiële resistentie en voedselverspilling. Dit vereist innovatieve oplossingen en samenwerking over de gehele keten van voer tot voedsel.

Uitdagingen

Het aangaan van deze uitdagingen vereist dat bedrijven transparant zijn over hun impact, en de Corporate Sustainability Reporting Directive helpt hierbij. We hebben een stap gezet naar meer transparantie door onze duurzaamheidsgegevens, verhalen en beleid op onze website te plaatsen, waardoor de meest actuele informatie altijd toegankelijk is.

Gezien ons doel, staat duurzaamheid centraal in onze strategie en is geïntegreerd in hoe we werken. Hoewel het verminderen van onze eigen impact onze prioriteit is, werken we ook aan het verminderen van de impact van onze waardeketen, zowel stroomopwaarts door leveranciers

te kiezen die minder impact hebben, als stroomafwaarts door innovatieve voeders op de markt te brengen die boeren helpen meer te produceren met minder.

Emissiereductie

We geloven dat onze branche zich moet richten op inspanningen om scope 1- en 2-emissies te verminderen. Om het voorbeeld te geven, hebben we een nieuw plan voor emissiereductie geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat we ons SBTi-doel van 30% CO2-emissiereductie tegen 2030 kunnen halen. We begrijpen dat scope 3 de belangrijkste bottleneck is voor emissies in de diervoeder- en voedingsindustrie, maar als iedereen in de waardeketen werkt aan scope 1 en 2, zal dit een verschil maken.

Duidelijk is dat de grootste stappen naar duurzame productie van dierlijke eiwitten kunnen worden gezet door gebruik te maken van het genetische potentieel van dieren. Een voorbeeld hiervan is onze focus op het lanceren van nieuwe, effectieve en eigen oplossingen die dieren helpen dit volledige potentieel te bereiken. We zijn voorheen gegroeid door overnames, onderzoek en ontwikkeling, maar erkenden dat we een meer transformerende aanpak moesten hanteren, op zoek naar oplossingen voor onvervulde behoeften van boeren. Daarom hebben we in 2021 Nutreco Exploration gecreëerd, dat de innovatiegroepen van Selko, Skretting en Trouw Nutrition voorziet van ultra-specialiteiten: hoogwaardige, op wetenschap gebaseerde oplossingen voor branche-uitdagingen.

Twee programma’s

Binnen Nutreco Exploration hebben we twee programma’s: een Phytotechnologyprogramma waarbij de worden ingezet om Phyto-complexen of plantmetabolieten te ontwikkelen, en een Microtechnologyprogramma waarbij de functie van het microbioom wordt benut om Biomeactives of functies van darmbacteriën te ontwikkelen. Wanneer deze aan voer worden toegevoegd, ondersteunen ze de prestaties, gezondheid en het welzijn van dieren. In juni 2024 vierden we de opening van de Garden of the Future van Nutreco, waar al onze phytotechnology-activiteiten onder één dak zijn gebracht.

Gezondheid en welzijn staan centraal in alles wat we doen en zijn gebieden waar we samen met onze klanten een groot verschil kunnen maken. Het helpen zorgen dat dieren worden grootgebracht met optimale voeding en goed welzijn is essentieel voor het voeden van de toekomst en kan zelfs een aanzienlijke impact hebben op de menselijke gezondheid.

Een voorbeeld hiervan is het werk van Skretting om speciaal voer te ontwikkelen voor Recirculating Aquaculture Systems (RAS) – ontworpen om de prestaties van deze systemen te optimaliseren zonder de prestaties van vissen in gevaar te brengen. Skretting lanceerde het eerste RAS-voer en blijft vooruitstrevende ontwikkelingen doorvoeren.

Verantwoord gebruik antibiotica

Een steeds urgenter wordend probleem in onze branche is antimicrobiële resistentie, naar verwachting de belangrijkste oorzaak van overlijden wereldwijd tegen 2050. We werken samen

met belanghebbenden om het gebruik van antibiotische groeibevorderaars te elimineren en om producenten te helpen antibiotica verantwoordelijker te gebruiken via onze geïntegreerde benadering van voer-boer-gezondheid.

Op dit moment gaat ongeveer een derde van het geproduceerde voedsel verloren in de voedselketen. We werken aan een duurzaam, circulair voedselsysteem door het gebruik van coproducten uit de voedingsindustrie te ondersteunen als een voedzame energiebron voor dieren. Producten zoals onze Selko Revalet-lijn helpen bij de uitdaging om de voedingswaarde en kwaliteit van bijproducten te behouden voor gebruik in voer.

Het voeden van de toekomst Hoewel we volledig toegewijd blijven aan het ondersteunen van vee- en aquacultuurboeren, weten we dat onze branche alle eiwitbronnen maximaal moet benutten om de groeiende wereldbevolking te voeden. Dit omvat nieuwe, niet-dierlijke eiwitbronnen. We hebben samengewerkt met startups voor alternatieve eiwitten en streven ernaar om de celgebaseerde proteïne-industrie te voorzien van de juiste media.

In al onze inspanningen is samenwerking het centrale thema – het voeden van de toekomst en het opbouwen van een duurzaam voedselsysteem vereist samenwerking over de hele waardeketen. We nodigen u uit om ons te vergezellen op deze reis!

Nutreco – Partner Content Nutreco www.nutreco.com
https://unstats.un.org/sdgs/report/2023/goal-02/
1
Eduardo Alberto, CEO, Trouw Nutrition
05 contentway.nl
Robert van den Breemer, Sustainability & Procurement Director, Nutreco

Transparantie in de waardeketen vertaalt zich naar de duurzaamheidsbehoefte

Veiligheid, milieubescherming en ketenverantwoordelijkheid gelden als harde garanties voor een succesvolle operatie. Deze waarden zijn almaar meer bepalend voor de toekomst van de agri & foodindustrie, terwijl er ook op dit domein nieuwe ontwikkelingslijnen vallen te signaleren.

Duurzaamheidsbehoeften

“Wat je nu ziet, is dat er meer aandacht komt voor duurzaamheidsbehoeften in de waardeketen.” stelt Andreas Kicherer, vicepresident Sustainability bij Brenntag, één van de grootste food- en diervoedingsbedrijven ter wereld. Hiernaast geldt veiligheid nog altijd als prioriteit nummer één. Immers, bij het produceren van diervoeding en levensmiddelen, of bij gebruik van menginstallaties, blijft het essentieel om veiligheid van zowel werknemers als het milieu te waarborgen.

“Dat beginsel zit diep verankerd in onze bedrijfsvisie.” stelt Kicherer, terwijl als plus steeds meer transparantie wordt geëist in de waardeketen. De invoering van de Europese regelgeving om tot duurzaamheidsrapportages te komen, de CSRD, wordt gezien als aanjager van dit proces.

Nutrition EMEA, benadrukt dat consumenten behoefte hebben aan meer keuze in supermarkten. Een deel van de klantenkring kiest bewust voor producten met een lagere ecologische voetafdruk. “Ook wij gaan mee in die trend door het aanbieden van alternatieve producten die duurzamer zijn en daarmee dus inspelen op deze consumentenvraag.” Een actueel en concreet voorbeeld hiervan is het gebruik van organische zuren in diervoeding.

Om dat proces te verduurzamen, is een samenwerking aangegaan met Borregaard LignoTech, een toonaangevende leverancier van op lignine gebaseerde binden dispergeermiddelen. “Door producten zoals lignosulfonzuur, een bijproduct uit de houtindustrie, te gebruiken, kunnen we de hoeveelheid op olie gebaseerde producten verminderen en bijdragen aan een duurzamere planeet.” legt Vullings uit. Dit ingrediënt helpt niet alleen de ecologische voetafdruk te verlagen, maar is ook veiliger voor zowel de dieren als de boeren die ermee werken.

producten die een bijdrage leveren aan een duurzame wereld. Vullings: “Die behoefte is onweerlegbaar en zorgt ervoor dat de gehele keten, van producenten tot leveranciers, meer onder druk komt te staan om duurzame keuzes te maken.”

transparantie stelt bedrijven in staat om geïnformeerde beslissingen te nemen en hun ecologische voetafdruk te verkleinen. Deze ontwikkeling vraagt wel een nieuwe vorm van aandacht, benadrukt Kicherer, waarbij hij specifiek doelt op een marktgedreven benadering die wordt ondersteund door minimumeisen van de overheid. “Er moet een aanbod zijn voor alle soorten consumenten. Mensen die zich alleen betaalbaar voedsel kunnen veroorloven, moeten toegang hebben tot producten die aan de minimumeisen voldoen, terwijl andere consumenten kunnen investeren in duurzamere opties. Juist op die manier kunnen we ervoor zorgen dat de hele samenleving betrokken wordt bij het streven naar duurzaamheid.”

Tegenwoordig verwachten consumenten steeds meer dat bedrijven verantwoording afleggen over zaken als mensenrechten en milieukwesties binnen hun toeleveringsketen. Daarnaast wordt de laatste vijf jaar steeds meer gefocust op de duurzaamheidsbehoefte van productie tot eindgebruik. En dan komen vragen aan de orde als: Wat zijn de duurzaamheidsbehoeften in de veevoerproductie, of wat zijn de duurzaamheidsbehoeften van de eindconsument? Deze ontwikkeling betekent dat er niet alleen wordt gefocust op het verbeteren van productieprocessen, maar dat er ook wordt gekeken naar het vermarkten van producten met een lage ecologische voetafdruk.

Voorop lopen

Wouter Vullings, director Animal

Brenntag www.brenntag.com

Het zoeken naar nieuwe manieren om duurzamer te worden, vereist een voortdurende inspanning en een gedeelde visie op wat we willen bereiken

In de totale keten van de voedingsmiddelenindustrie ontstaat er steeds meer druk vanuit de markt om duurzamer te produceren. Consumenten willen immers steeds vaker kiezen voor

Deze ontwikkelingen tekenen zich langs verschillende lijnen af, zowel aan de kant van horeca-aanbieders als aan de kant van supermarktketens. In Duitsland liggen er inmiddels producten in het schap met labels die het dierenwelzijn vergroten, min of meer vergelijkbaar met ons Beter Leven keurmerk. “Nederland is een klein land, maar een grote speler als het gaat om landbouwexport. Dat geeft ons ook de plicht om voorop te lopen in duurzaamheid en het aanbieden van de alternatieven waar de hedendaagse consument om vraagt.”

Aanpassen en innoveren

Behalve de introductie van lignosulfonzuur als productieonderdeel, is Brenntag in het nieuws gekomen met een groot programma om de CO2-voetafdruk van hun producten te monitoren. De basis daarvan wordt gevormd door het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens over de CO2-uitstoot bij leveranciers, waarna deze data worden verwerkt in een berekeningssysteem. Dergelijke

Wat Kicherer en Vullings onderstrepen, is dat duurzaamheid in de voedingsindustrie een breed scala aan onderwerpen omvat, van veiligheid en milieubescherming tot sociale verantwoordelijkheid en technologische innovatie. “Het gaat om een complexe en voortdurend evoluerend materie, maar door samen te werken en innovatieve oplossingen te vinden, kunnen we een positieve impact hebben op de wereld om ons heen.” aldus Kicherer. Waar beide zegsmensen van overtuigd zijn, is dat een succesvolle toekomst van de voedingsindustrie afhangt van de bereidheid van bedrijven om zich aan te passen en te innoveren. Kicherer tot slot: “We moeten blijven zoeken naar nieuwe manieren om duurzamer te worden. Dit vereist een voortdurende inspanning en een gedeelde visie op wat we willen bereiken. Met toewijding aan duurzaamheid, veiligheid en innovatie, blijft het mogelijk om economische groei te combineren met ecologische en sociale verantwoordelijkheid.”

Brenntag – Partner Content
Wouter Vullings, Director Animal Nutrition, EMEA
06
Andreas Kicherer, Vicepresident Sustainability, Brenntag

Optimaliseren inkoopprocessen is actueler dan ooit

De turbulentie op het wereldtoneel is een situatie die op veel vlakken problemen creëert. Er spelen tal van uitdagingen die volop consequenties hebben, ook voor inkopers en inkoopkanalen. Dus hoe om te gaan met harde, tastbare ontwikkelingen als oorlog en veranderende wet- en regelgeving, of met minder materiële invloeden als klimaatveranderingen en schaarste?

Het inkoopvak is door deze ontwikkelingen complexer dan ooit, stellen specialisten Erik Molenschot en Wietse Nieuwenhuis, beide mede-eigenaar van Indusource. Deze dienstverlener bestaat sinds 2006 en ondersteunt andere partijen bij hun strategische inkoopproces. Indusource is in die rol het verlengstuk van de inkoopafdelingen en zorgt ervoor dat bedrijven in deze volatiele wereld vanuit een goede inkoopstrategie grip houden op het inkoopproces.

Geopolitieke turbulentie

Nieuwenhuis legt uit: “Bedrijven die klant zijn bij ons hebben gemiddeld één tot drie inkopers, maar door hun generieke portefeuille kunnen ze nooit echt diep in de materie gaan. Onze inkopers daarentegen zijn de hele dag bezig met de inkoop van specifieke producten en diensten als olie, meel, suiker of uitzendkrachten en

Indusource www.indusource.nl

verpakkingsmaterialen. En als het daarvoor nodig is om een vakbeurs te bezoeken of naar Turkije te gaan om een oogst van rozijnen te beoordelen, dan bestaat daar zeker ruimte voor.”

Wat betreft de uitdagingen van vandaag: er ontstond in de coronaperiode al een oplopende druk op het inkoopproces, en nu hebben turbulente geopolitieke omstandigheden, zoals de Oekraïneoorlog, de inkoopmarkt verder gecompliceerd. Speculanten beïnvloeden de prijzen van grondstoffen, waardoor de voorspelbaarheid afneemt. Dit vraagt om een nog grotere focus op risicobeheersing en het opbouwen van buffers. Molenschot: “Het gaat niet alleen om het vinden van het juiste product, maar ook om het controleren van het juiste inkoopmoment. Niet alleen de juiste prijs is in het geding, in deze onstuimige wereld gaat het ook om risicobeheersing. We moeten zorgen voor

alternatieve leveranciers en flexibel inspelen op marktveranderingen. Bedrijven zelf hebben daar vaak onvoldoende tijd voor, of het ontbreekt hen aan de benodigde kennis of schaalgrootte. Vandaar dat ze aanhaken bij een groter collectief zoals wij dat bieden.”

Transformatie

Wat beiden vooral de laatste jaren signaleren, is dat nieuwe technologieën het inkoopvak sterk transformeren. Veel taken worden geautomatiseerd en zijn duidelijk efficiënter geworden. Nieuwenhuis: “Big data en AI hebben absoluut hun invloed laten gelden: je kunt nu veel zaken makkelijker automatiseren en analyseren. Dat lijkt een soort van versimpeling, maar het tegenovergestelde is waar: de complexiteit van deze technologieën vereist gespecialiseerde kennis en tijd.”

Om een voorbeeld te geven: Indusource werkt met een geavanceerd platform dat het contractmanagement, de specificaties en factuurstromen beheert. Dit systeem verbindt de klanten met hun ERPsystemen, waardoor processen efficiënter verlopen.

Capital – Partner Content

De expertise van Indusource strekt zich uit over verschillende sectoren en producten, van grondstoffen zoals tarwe en suiker tot verpakkingsmaterialen, zoals karton en folie, en diensten zoals uitzendkrachten en logistiek. Door deze diversiteit kan het bedrijf een breed scala aan inkoopdiensten bieden. Wat Nieuwenhuis belangrijk vindt om te onderstrepen, is dat Indusource vanuit zijn duurzaamheidsgedachte voortrekker wil zijn bij het selecteren van leveranciers die voldoen aan de ESG-normen en CSRDrapportages in de supply chain.

Vierde landbouwrevolutie herstelt ecologisch evenwicht

De laatste zestig jaar is de voedselbehoefte van de groeiende wereldbevolking beantwoord met het opschroeven van de intensiteit in de veeteelt en akkerbouw. Deze ontwikkeling heeft onze aarde uitgeput en bedreigt ons voedselsysteem: tijd voor de vierde landbouwrevolutie.

Tijdens de eerste landbouwrevolutie, waarbij we op een vaste plek gingen boeren, en de tweede, die de landbouw mechaniseerde, was de impact op de leefomgeving nog relatief beperkt. De complicaties namen vooral toe gedurende de derde revolutie van de laatste halve eeuw. Onder druk van een groeiende wereldbevolking zag een reeks van nieuwe technologieën het licht, zoals kunstmest en pesticiden. Dankzij deze innovaties ging de productie van gewassen, maar ook van zuivel en vlees, explosief omhoog. “Onder druk van die intensiteit en de gekozen technologieën, hebben we echter ook misstappen gemaakt. Door ons eenzijdig te richten op productie, hebben we onbewust het voedselsysteem beschadigd. Kunstmest is erg efficiënt, maar zo goedkoop dat we tientallen jarenlang zwaar hebben overbemest, met als gevolg schade aan waterwegen en enorme milieuproblemen.” stelt Adam Anders, managing partner en co-founder van Anterra Capital, een investeringsmaatschappij die start-ups financiert die

een veiliger, veerkrachtiger en duurzamer voedselsysteem creëren. Anterra beheert $450 miljoen verspreid over 2 fondsen en is van plan om binnenkort een derde fonds op te halen.

Een andere aanpak

Het is de hoogste tijd, meent Anders, om een vierde landbouwrevolutie te ontketenen die het ecologisch evenwicht tussen mens, dier en plant herstelt. “We moeten stoppen te concentreren op opbrengst per vierkante meter of per kip, en in plaats daarvan kijken naar een duurzame verhouding tussen input en output. Het gaat om het creëren van een veerkrachtig, regeneratief voedselsysteem.”

Anterra Capital benadert de landbouw- en voedselindustrie vanuit drie pijlers: milieu, economie en sociaal. Anders benadrukt daarbij dat het onmogelijk is om positieve rendementen te behalen zonder rekening te houden met milieu- en voedingsimpact.

“Klimaatverandering, dierenwelzijn, obesitas en biodiversiteitsverlies zijn slechts enkele van de kwesties die aangepakt moeten worden om duurzame en winstgevende investeringen te garanderen. Elke investering moet een wezenlijk verschil kunnen maken in het veranderen van ons huidige voedselsysteem.” stelt Anders.

Een nieuwe filosofie

Maarten Goossens, partner en cofounder van Anterra Capital, licht toe dat Anterra zich richt op twee transformatieve technologieën: biotechnologie en digitale technologie. “We kijken naar startups over de hele wereld en in alle stadia, maar onze focus ligt voornamelijk op vroege fasen. We hebben ook bedrijven vanaf nul opgebouwd omdat we kansen zagen die onbenut bleven.”

Door deze holistische benadering hoopt Anterra niet alleen de landbouwproductiviteit te verhogen, maar ook bij te dragen aan een duurzamer en gezonder voedselsysteem. Eén van de bedrijven die daarbij als voorbeeld kan dienen, is Vestaron, een aanbieder van gewasbeschermingsproducten op basis van nieuwe peptidetechnologie. De biologische

Adam Anders, Managing Partner en Co-Founder, Anterra Capital Maarten Goossens, Partner en Co-Founder, Anterra Capital

stoffen kunnen qua werkzaamheid wedijveren met traditionele synthetische middelen. Een ander succesverhaal is Enko Chem, dat zich richt op het ontwikkelen van nieuwe, milieuvriendelijke herbiciden, die beter zijn voor zowel de boer als het milieu.

Goossens tot slot: “Onze missie is niet alleen financiële rendementen te leveren, maar ook positieve veranderingen teweeg te brengen in de wereldwijde productie en consumptie van voedsel.”

Indusource – Partner Content
Erik Molenschot & Wietse Nieuwenhuis, Samen mede-eigenaar, Indusource
Anterra Capital www.anterracapital.com
Anterra
07 contentway.nl

Caroline van der Plas: ‘Europese wetgeving biedt ruimte voor aanpassingen’

PROFIEL INTERVIEW

Er waart een groene golf door Nederland. De groene golf van vertrouwen onder boeren, meent Caroline van der Plas, medeoprichter en politiek leider van de BoerBurgerBeweging (BBB). “Boeren hebben vaak het gevoel gehad dat ze ongewenst waren. Ons beleid geeft hen weer perspectief en vertrouwen.”

Als beoogd deelgenoot van het nieuwe kabinet, heeft de BBB in het hoofdlijnenakkoord verantwoordelijkheid genomen voor lastenverlichting op arbeid bijvoorbeeld, of afschaffing van de salderingsregeling, maar hoe breed dat portfolio aan issues ook zal worden, de BBB blijft toch vooral gekend om zijn agrarische roots. De politieke partij, opgericht in 2019, heeft als doelstelling om op een vernieuwende wijze het contact tussen boeren en burgers te herstellen. Dat is dan ook de richtlijn in de vragen aan Caroline van der Plas.

Wat zijn voor Nederlandse boeren de belangrijkste voordelen van het voorgestelde landbouwbeleid van de BBB?

Caroline van der Plas: “Wij geven de boeren voor het eerst in decennia weer een gevoel dat er mensen in het landsbestuur komen die echt oog hebben voor hen en de voedselproductie. Het gevoel en waardering voor boeren is jarenlang afwezig geweest. Ons beleid geeft hen weer perspectief en vertrouwen. Boeren die vertrouwen hebben, zijn ook bereid om te investeren en hun bedrijf voort te zetten in plaats van te stoppen of te emigreren.”

Welke stappen worden ondernomen om de concurrentiepositie van Nederlandse boeren op de Europese markt te verbeteren?

“In het hoofdlijnenakkoord staat duidelijk dat we niet willen dat Nederland met extra regels komt bovenop Europese regels, de zogeheten nationale koppen. Waar mogelijk willen we bestaande nationale koppen schrappen. Het verminderen van extra kosten en het harmoniseren van regels met de rest van

Europa zal de concurrentiepositie van Nederlandse boeren verbeteren. De positie van de Nederlandse boeren is vaak slechter, omdat wij hier te maken hebben met extra regelgeving of dingen die hier niet mogen maar elders zijn toegestaan. Het Mercosurhandelsverdrag met Zuid-Amerikaanse landen is gewoon slecht nieuws, omdat we daarmee oneerlijke concurrentie krijgen.”

Is het beleid van BBB om boeren te helpen bij de overgang naar duurzamere landbouwpraktijken?

“Zeker, maar wij spreken over ‘nog duurzamer’. Wij zijn hier al heel duurzaam bezig in vergelijking met de rest van de wereld. We hebben 500 miljoen euro structureel per jaar gereserveerd voor agrarisch natuurbeheer. Boeren willen best investeren in duurzaamheid, maar er moeten wel vergoedingen tegenover staan die structureel en langjarig zijn. Veel boeren zijn al bezig met zaken als weidevogelbeheer en akkerranden, maar dit kost tijd en energie. Goede compensatie is dus essentieel. Het kan niet zo zijn dat boeren financieel verantwoordelijk zijn voor al die inspanningen.”

Hoe ziet u de toekomst van kleinschalige boerderijen in Nederland?

“Boeren die zich hierop toeleggen en een goed verdienmodel hebben, kunnen succesvol zijn. Veel kleinschalige boeren hebben echter neventakken nodig om financieel rond te komen, zoals een het verlenen van zorg in de vorm van een zorgboerderij of een camping. De markt voor kleinschalige landbouwproducten is beperkt, dus het is niet een model dat voor iedereen werkt. Daarnaast brengen veel consumenten niet in de

praktijk wat ze zelf zeggen te doen. De maatschappelijke belangstelling vertaalt zich niet in koopgedrag: het marktaandeel van biologische voeding is hooguit drie procent.”

Welke rol ziet u voor technologie en innovatie in de toekomst van de Nederlandse landbouw?

“Technologie en innovatie spelen een cruciale rol. Nederland heeft altijd een sterke positie gehad in landbouwinnovatie en we moeten blijven investeren in deze sector. Innovatieve bedrijven zoals Rijk Zwaan en Koppert Cress zijn voorbeelden van hoe we wereldwijd voorop kunnen blijven lopen. Innovatie en technologie zijn onlosmakelijk verbonden met de doelstelling om efficiëntie en duurzaamheid in de landbouw te stimuleren.”

Hoe reageert u op de kritiek dat uw beleid te weinig aandacht besteedt aan milieu- en klimaatdoelen?

“Ik ben het er niet mee eens. Ons beleid richt zich juist op realistische en haalbare milieu- en klimaatdoelen. Haalbaar betekent ook dat het voor bedrijven reëel moet zijn om binnen de grenzen van de doelstellingen een omschakeling te maken. We zetten ons in voor de energietransitie en proberen de voorwaarden voor landbouw op orde te krijgen. Het is een balans tussen economische levensvatbaarheid en ecologische verantwoordelijkheid.”

In het kader van de Europese weten regelgeving: bestaat er een zekerheid dat de kabinetsplannen daadwerkelijk de beoogde voordelen voor boeren opleveren?

“Ik vind dat eigenlijk een rare vraag. Niets is zeker in het leven, maar we doen er alles aan om de beoogde voordelen te realiseren. Er is binnen de Europese wetgeving ruimte voor aanpassingen die gunstig kunnen zijn voor Nederlandse boeren. We werken hard aan een goed onderbouwd verhaal richting Brussel om

Caroline van der Plas, Medeoprichter en politiek leider van de BoerBurgerBeweging (BBB)

de nodige veranderingen door te voeren. Iedereen in Europa heeft zorg voor de natuur, voor de lucht en voor het water. Maar wij hebben onze eigen ideeën over de manier waarop wij dat willen doen.”

Is het ook jullie voornemen om de afhankelijkheid van subsidies te verminderen en boeren financieel zelfstandiger te maken?

“Boeren zeggen vaak dat ze liever een faire prijs krijgen voor hun producten dan afhankelijk te zijn van subsidies. Als we dat kunnen realiseren, zijn subsidies minder nodig. Maar zolang dat niet het geval is, blijven subsidies noodzakelijk. Voedsel is een eerste levensbehoefte en moet toegankelijk blijven voor iedereen, ook voor mensen met een beperkt budget.”

Hoe gaat u om met de weerstand van boeren tegen regelgeving die hun bedrijfsvoering beïnvloedt?

“Boeren zijn niet tegen regels, maar tegen onrecht. Ze voelen vaak dat regelgeving onrechtvaardig is en niet aansluit bij hun praktijk. We moeten regelgeving eenvoudiger en logischer maken en beter luisteren naar de praktijkkennis van boeren. Regelmatig overleg met boeren is essentieel om beleid effectief en werkbaar te maken.”

Groene bruggen bouwen: hoe Nederlandse agri-tech de wereld voedt en verbindt

In een tijd waarin Nederland geconfronteerd wordt met zorgen over voedselzekerheid en duurzaamheid, speelt de Nederlandse agri-food sector een cruciale rol. Nederland positioneert zich als wereldleider met geavanceerde kassenbouw en waterbesparingsstrategieën - essentieel voor een veiliger en duurzamer voedselsysteem. Als ondernemende natie kijken wij daarom graag over de landsgrenzen heen. Maar soms kijken we niet ver genoeg.

Mijn voorstel: India

India biedt kansen niet alleen vanwege de omvang maar ook door de snelgroeiende economie. De handelsrelaties tussen Nederland en India zijn indrukwekkend, met Nederland als grootste handelspart-

ner binnen de EU. In 2022-2023 was het handelsvolume USD 27,58 miljard tussen de twee landen, 62,03% meer dan in het voorgaande jaar. Nederland is de vijfde grootste buitenlandse investeerder in India wereldwijd.

Het werkt!

Een voorbeeld van succesvolle samenwerking is het HortiRoad2India-project, waarin Nederlandse en Indiase partners zoals Dutch Greenhouse Delta, InnovationQuarter, en Rotterdam Partners, duurzame en efficiënte voedselsystemen in India ontwikkelen. Dit initiatief brengt Nederlandse expertise in tuinbouw en lokale kennis om gezond voedsel te produceren, economische groei te stimuleren en banen te scheppen bij elkaar, waarbij technologieën worden ingezet die niet alleen de productieprocessen

verbeteren, maar ook de houdbaarheid van voedsel verlengen.

Cultuur en Voorbereiding in Internationale Samenwerking Boek niet direct een ticket naar Delhi! Effectieve, internationale samenwerking vereist een grondige voorbereiding en een gedegen begrip van en respect voor culturele verschillen. De Netherlands India Chamber of Commerce and Trade (NICCT) speelt een essentiële rol in het informeren en voorbereiden van Nederlandse ondernemers.

Duurzaam door innovatie en samenwerking

De samenwerking tussen Nederland en India in de agri-tech sector toont aan hoe innovatieve oplossingen niet alleen lokale

markten ten goede komen, maar ook een basis leggen voor wereldwijde voedselzekerheid en duurzaamheid. Door samen te werken aan duurzame landbouw en technologische ontwikkelingen, zetten beide landen stappen naar een vruchtbare toekomst voor zowel Nederland als India.

credit: Suzan Alberts

www.acginter.com Foto
Tekst: Hugo Schrameyer
ACG International
ACG
International – Partner Content
Edith Nordmann, Chairman NICCT, Managing Partner | Advocaat ACG International
08

Een levensvatbaar alternatief voor de groene ambitie

“Onbekend maakt onbemind”, aldus Maco van Heumen. Hij ziet dat zijn bedrijf vooral moet opboksen tegen een gebrek aan bekendheid en de subsidiewetgeving in Nederland, maar kijkt in het interview ook zelf in de spiegel.

Maco van Heumen is directeur/ eigenaar van de Mavitec groep een groep bedrijven dat machines produceert en levert voor drie kernactiviteiten. “De slachtbijproductverwerking, het ontpakken en uitpakken van levensmiddelen en producten die over de datum zijn of misproducties - ten behoeve van biogas, biodiesel en/of de veevoerindustrie.” Hoewel Mavitec wereldwijd verkoopt, zijn ze in Nederland eigenlijk nog relatief onbekend. Mavitec vliegt echter vanuit het ‘kleine’ Nederland de hele wereld over om hun technologie onder de aandacht te brengen. Met succes.

Maco van Heumen, Directeur/Eigenaar, Mavitec

Nederland technologisch koploper Collega Hendrik Hijlkema – die dit jaar zijn vijfjarig jubileum bij Mavitec viert – is naar Mavitec gehaald vanwege onder andere zijn kennis en kunde rondom het zogeheten ‘vergassen’. “Dat klinkt wellicht als biogas, maar is toch anders. Feitelijk gaat het om een hoge temperatuuromzetting van biomassa in hernieuwbare energie. Dat kan stoom/ hete lucht, warm water en elektriciteit zijn.

We zijn momenteel intensief bezig met het lobbyen voor deze technologie, maar stuiten hierbij veelal op de biogaslobby, die toch een stukje sterker is. Onder andere de SDE-subsidie zorgt voor een ongelijk speelveld. Pas sedert enkele jaren is er namelijk een stukje warmte opgenomen, maar daarvoor was het puur groen gas of elektriciteit.” De makke ligt volgens van Heumen ook in het feit dat Mavitec wellicht te snel over de grens is gaan kijken en daarmee de innovatie vanuit Nederland over de grens brengt. “We zetten zo uiteraard wel de BV Nederland op de kaart qua technologie, maar we maken er zelf geen gebruik van. Dat is doodzonde, want hierin zijn we – net als zoveel dingen op het gebied van agro – koploper. Wij nemen wereldwijd deel aan heel veel beurzen en seminars in de agro-industrie of afvalverwerking en mogen rustig stellen dat Nederlandse bedrijven daar een heel belangrijke rol spelen in de toelevering van kennis en technologie. Overigens niet in de laatste plaats omdat Nederland

Mest als bron duurzame energie

Met de energie die wordt opgewekt vanuit het vergassen van mest, kan een deel van het energieprobleem in Nederland – maar ook wereldwijd – lokaal worden opgelost. “We kunnen hele woonwijken bijvoorbeeld van verwarming voorzien, en het mooie van ons product is dat het altijd voorhanden is. De kippen, varkens of koeien blijven altijd mest produceren, maar ook municipaal slib kan als voeding dienen. Ons systeem verdient eigenlijk veel meer aandacht. Aandacht die we al hebben getracht te genereren via onder andere het Ministerie van Landbouw, maar helaas hebben we daar weinig reactie op gekregen. We hebben wel een wisselwerking met Energieonderzoek Centrum Nederland en met de Universiteit Wageningen. Alleen het doorpakken naar trajecten en vergunningstrajecten, tja, dat is waar iedereen in Nederland tegenaan loopt. Dat vergunningstraject maakt het niet makkelijker.”

grondstoffen om te zetten.” aldus Van Heumen, wiens vader ruim 50 jaar geleden al met deze circulaire gedachte bezig was. “Circulair denken zit in ons DNA, vandaar dat wij ook oplossingen hebben om voedingsmiddelen van hun verpakking te scheiden. Daarmee kunnen over-dedatum producten uit de supermarkt of misproducties uit de industrie toch nog nuttig worden toegepast.”

Ons motto is dat we een systeem ontwikkelen dat zonder subsidie leefbaar is

zelf ook een significante agroindustrie en afvalverwerking heeft, en daar waar de productie zit, ontwikkelt zich ook kennis en technologie. Daarom moeten we zuinig zijn op dit deel van de economie, en moeten niet te makkelijk over halveren of reduceren spreken.”

Hijlkema: “Je bent een heel eind, maar krijgt het net niet voor elkaar om de installatie neer te zetten, omdat de vergunning er niet is. Of op dit moment vanwege de stikstofproblematiek of netcongestie in het elektriciteitsnetwerk. Daarbij, subsidies zijn mooi, maar –zoals Caroline van der Plas ook al heeft aangegeven in een interview - zou je het natuurlijk het liefst zonder subsidies doen. Dit geldt niet alleen voor mestverwerking, maar ook voor andere biomassastromen, waar steeds moeilijker reguliere afzet voor te vinden is.”

Circulair

Mavitec is gestart om een uitkomst te bieden voor slachterijen die een oplossing zochten voor hun bijproducten. “35% van een kip is geen vlees, maar wordt een bijproduct, daar hebben wij al decennialang goede oplossingen voor om die bijproducten naar nuttige nieuwe

Alternatieven

De heren van Mavitec zien inmiddels gelukkig wel een kentering. Zeker over de landsgrenzen. “Daar komt men erachter dat het een hoop geld kost om de ‘groene ambitie’ in stand te houden en gaat op zoek naar alternatieven. Ons motto bij Mavitec is dat we een systeem ontwikkelen dat zonder subsidie leefbaar is. Want het is prachtig, maar het moet wel economisch haalbaar zijn. Anders doet niemand iets, tenzij het een overheidsproject is, maar daar betalen we uiteindelijk allemaal zelf voor.” Wat Hjilkema en Van Heumen betreft, moet er vanuit de overheid wat meer worden gekeken naar de praktijk als het aankomt op subsidies. “Wanneer blijkt dat iets financieel niet haalbaar is, moet er dus sneller worden gekeken naar alternatieven en niet vasthouden aan geldverslindende projecten om maar geen gezichtsverlies te lijden.”

Mavitec – Partner Content Mavitec www.mavitec.com
Hendrik Hijlkema, Business Unit Director, Mavitec
09 contentway.nl

Gezondheid, geluk en duurzame glastuinbouw

VERDIEPING

Met de ambitie om in 2040 klimaatneutraal te zijn, heeft de glastuinbouwsector een convenant met de overheid gesloten. Adri BomLemstra, voorzitter van Glastuinbouw Nederland, vertelt hoe de sector de energietransitie aanpakt en welke uitdagingen overwonnen moeten worden.

De glastuinbouw staat voor gezondheid en geluk.” stelt BomLemstra. “Maar we willen ook vastbesloten in 2040 klimaatneutraal zijn.” Dit is haalbaar, mits bepaalde voorwaarden worden verwezenlijkt, zoals de verbetering van de netinfrastructuur, restwarmtevoorziening en CO2-aanvoer. Sinds 2007 heeft de sector grote stappen gezet in innovatie, zoals het gebruik van geothermie en energiebesparing door Het Nieuwe Telen. “We zijn trots op onze vooruitgang in CO2-reductie en onze intensieve samenwerking met de overheid.” aldus Bom-Lemstra. Paradoxaal genoeg werkt de glastuinbouw enerzijds aan vermindering van haar CO2-uitstoot, maar anderzijds moet de sector ook CO2 toevoegen voor een betere groei. Nu wordt daarvoor nog een deel van de CO2 uit de schoorsteen gezuiverd en gebruikt. Maar als straks geen aardgas meer wordt gebruikt voor verwarming van de kassen, wordt deze CO2 onbeschikbaar. “Het is echter lastig om nieuwe CO2-bronnen te ontwikkelen, ondanks subsidies.” erkent Bom-Lemstra.

“Daarom blijft de glastuinbouw voorlopig nog aardgas gebruiken. We kijken naar groene CO2 uit bijvoorbeeld de afvalverbrandingssector. Een deel van de CO₂ die straks wordt opgeslagen onder de zeebodem kan in kassen goed worden gebruikt. Duidelijk is dat meer beleid en stimulering nodig om die CO₂ nuttig te gebruiken in sectoren in plaats van op te slaan.” Wat het nieuwe kabinet betreft, hoopt Bom-Lemstra op meer consistentie en minder nationale regelgeving die de sector zwaarder belast dan nodig. “Het huidige plan van ETS2 in combinatie met de groen gas bijmengverplichting zou de glastuinbouw onnodig zwaar belasten en Nederland uit de markt kunnen prijzen.”Adri Bom-Lemstra benadrukt dat de glastuinbouwsector trots is op haar bijdrage aan gezondheid en geluk in Nederland, en vastberaden blijft om een duurzame toekomst te realiseren. “We hebben al veel bereikt en blijven ons inzetten voor innovatie en samenwerking om meer te bereiken.”.

Adri Bom-Lemstra, Voorzitter, Glastuinbouw Nederland

Wat ligt er over tien jaar op ons bord?

ACTUEEL

Meer mensen voeden, de levenskwaliteit van mensen en dieren verbeteren en tegelijkertijd de natuur en het klimaat in evenwicht houden. Dat is een grote uitdaging voor de voedselsector. Wat kunnen Nederlandse bedrijven en wetenschappers bereiken? In de podcast Leaders in food spreken ondernemers, bestuurders en wetenschappers hun ambities uit.

Van sterkere zaden en kwalitatief hoogwaardige planten tot en met milieuvriendelijkere dieren, de gasten aan tafel zien allerlei mogelijkheden. Bejo en GrwNxt investeren in nieuwe technieken zoals gen-editing en AI. Anderen willen de druk op landbouwgronden verlagen door dieren te voeren met voedselreststromen. Kipster werkt daarvoor bijvoorbeeld samen met voerleveranciers en supermarkten. Er is geld, kennis en nieuwe samenwerking nodig, maar bedrijven en organisaties moeten ook bereid zijn om risico’s te nemen. Vooral voor boeren zijn die risico’s soms groot. Peter Meedendorp (akkerbouwer en voorzitter van Ceja) pleit daarom namens alle Europese jonge boeren voor eenduidige duurzame standaarden bij voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leijen.

Wat is duurzame voedselproductie en wanneer voldoet een bedrijf daaraan? Dat blijkt een jarenlang proces waarbij ook data en datatechnologie een rol spelen.

Het overgrote deel van de innovatiebudgetten van Agrifirm en Lely worden geïnvesteerd in de verlaging van de ecologische footprint op boerderijen en datasystemen die boeren daarbij ondersteunen.

Langzamerhand raakt bijna ieder bedrijf in en buiten de voedselsector betrokken bij de uitdagingen, waarmee de mogelijkheden alleen maar toenemen. Ook nieuwsgierig? Luister naar Leaders in food via leadersinfood.com, Spotify en YouTube en laat je informeren en inspireren.

De podcast wordt mogelijk gemaakt door een aantal partners Protiviti The Netherlands, Net Positive Network powered by Deloitte, Squarefield en de Podcast Jungle.

Footprint voor de Food- en Agrisector

In 2014 begon het met een simpele, maar prangende vraag: “Hoe duurzaam is dit product nu écht?” Dit leidde tot de oprichting van Greenhouse Sustainability door Henri Potze, een bedrijf dat zich richt op het berekenen van milieuvoetafdrukken voor de food- en agrisector. “Het begon allemaal met de behoefte aan inzicht in de milieu-impact van producten,” vertelt Potze.

Ze vonden het antwoord in het berekenen van een voetafdruk door middel van een Life Cycle Assessment. Greenhouse Sustainability biedt Software as a Service (SAAS) oplossingen aan, specifiek ontworpen voor de tuinbouwsector.

Zelfstandig milieu-impact meten in de keten

Een van hun belangrijkste tools is de Flori Footprint Tool (FFT), waarmee iedereen in de keten zijn eigen impact kan berekenen. Deze schaalbare oplossing zorgt ervoor dat kwekers zelfstandig hun milieuvoetafdruk kunnen meten. “Met de Flori Footprint Tool kan iedereen in de keten zijn eigen impact berekenen. In onze Chain Portal komen alle uitkomsten bij elkaar, wat een volledig inzicht geeft in de keten-footprint.”

De vraag naar deze diensten groeit snel, niet alleen binnen de sector, maar ook bij banken en verzekeraars. Grote bedrijven moeten transparant zijn over hun duurzaamheid, mede vanwege de Europese rapportageplicht (CSRD). Dit betekent dat niet alleen de bedrijven zelf, maar ook hun toeleveranciers hun duurzaamheid moeten aantonen.

“Grote bedrijven moeten inzichtelijk maken hoe duurzaam ze zelf zijn en alles wat ze inkopen. Banken geven geen nieuwe financieringen als ze niet weten dat een bedrijf zich inzet voor duurzaamheid,” aldus Potze.

Wat doet dit met onze footprint? Greenhouse Sustainability helpt bedrijven scenario’s te berekenen voor toekomstige verduurzaming. Klanten

kunnen zelf berekenen wat de overstap van gas naar aardwarmte of groene waterstof doet met hun voetafdruk. Dit stelt bedrijven in staat om concrete plannen te maken voor reductie en om duurzame investeringen te rechtvaardigen. “Dit soort scenario’s maakt het voor bedrijven mogelijk om concrete plannen te maken voor reductie.”

Met een team van 15 medewerkers en tien jaar ervaring in het veld, heeft Greenhouse Sustainability als missie om duurzaamheid meetbaar en inzichtelijk te

maken voor iedereen. Ze leggen de basis voor een klimaatneutrale bedrijfsvoering door footprintberekeningen, tools voor reductie, en advies voor compensatie aan te bieden. “Onze missie is duidelijk: duurzaamheid moet voor iedereen meetbaar en overzichtelijk gemaakt worden.”

Ze richten zich op diverse sectoren, waaronder tuinbouw, landbouw, retail, productie, transport en logistiek, bouw en horeca. Door bedrijven te helpen samenwerken en versterken in hun duurzaamheidsinspanningen, maken ze duurzaamheid toegankelijk en leesbaar voor een brede doelgroep. “Als er een financiële prikkel is, wil iedereen wel verduurzamen,” besluit Potze.

Greenhouse Sustainability – Partner Content
Greenhouse Sustainability www.greenhouse-sustainability.com
Henri Potze, Founder & Director, Greenhouse Sustainability
10

Toekomstgericht veredelen op een koninklijke manier

Elk jaar komen er nieuwe bloemen- en plantenrassen op de markt. Nieuwe kleur, duurzamer, en heel soms een hele nieuwe soort. Innovatie in rassen is het resultaat van grote investeringen in tijd, kennis, expertise en geld. Bedrijven die succesvol zijn, houden zich staande in een complexe markt waar geduld en risicomanagement tweede natuur zijn.

De veredeling kent een lang ontwikkeltraject, van soms wel 10 jaar, om tot het beste nieuwe ras te komen. Hier valt snel winst te behalen met een uitgebalanceerde strategie en vergaande marktkennis.

Maarten Goos, CEO van Royal Van Zanten, één van de grote internationale spelers in deze sector, vertelt: “Bij het ontwikkelen van nieuwe gewassen weet je dat het grootste deel het niet gaat halen. Daarom is de kunst van het veredelen, ook de kunst van het weglaten. Wij moeten scherp keuzes maken en snel focussen op wat belangrijk is. Zo verhogen we onze succesratio.”

Royal Van Zanten bestaat ruim 160 jaar. Sinds 1862 ontwikkelde het zich tot wereldmarktleider in o.a. alstroemeria. Daarnaast heeft het bedrijf een plek in de top 3 met verschillende andere bloemen- en plantengewassen en bloembollen.

Scherp kiezen en belangen verenigen Goos: “Scherp kiezen is niet altijd makkelijk. We weten veel van de markt, maar behoeften kunnen tegenstrijdig zijn. De consument let op sierwaarde en levensduur van een boeket. Kwekers vragen productiviteit en teeltgemak. Zij willen zo efficiënt mogelijk werken, gewasbeschermingsmiddelen minimaliseren en de meest waardevolle opbrengst realiseren. Onze bloemen en planten komen overal ter wereld terecht. We kijken dus ook naar de kwaliteit gedurende en na het transport. Tot slot is de prijs van belang, hoeveel kost dat boeket aan het eind van de keten? Bij onze veredeling wegen al die belangen mee. We zoeken naar de combinatie van eigenschappen met de grootste toegevoegde waarde.”

Maarten Goos, CEO, Royal Van Zanten

Data en ketensamenwerking

Achter de bloemen of planten die de consument kiest bij de bloemist of in de supermarkt gaat veel strategie schuil. Kennis en jarenlange expertise van medewerkers worden gecombineerd met grote datasets. Intelligent gebruik van beschikbare data zijn in de sierteelt heel belangrijk. We werken daarbij samen met partners in de waardeketen.

“Wij zijn wereldmarktleider in Alstroemeria en ook voor onze andere gewassen beogen we een top 3-positie. Meestal worden de rassen met de meest succesvolle combinatie van eigenschappen ook marktleider. Het is een beetje ‘The winner takes it all.’ Om met al onze rassen een top 3-positie te realiseren, moeten we onze markt heel goed kennen. Alleen dan kunnen we goed inspelen op wensen van zowel telers als consumenten.”

Transitie en vernieuwing

Nadat Royal Van Zanten in 2018 werd overgenomen door hands-on investeerder Nimbus, heeft het bedrijf, dat van oudsher een familiebedrijf was, een transitie doorgemaakt. De focus is verlegd naar een meer gestructureerde en datagedreven aanpak. Het managementteam is vernieuwd en versterkt en zet in op vergaande professionalisering.

Schaalvergroting en duurzaamheid

ik toe. Het zorgt voor waardeverhoging van activiteiten in de keten. We willen grip krijgen op energievraagstukken en duurzaamheid, om zo aan te sluiten bij wensen vanuit de maatschappij. Duurzaamheid als integraal onderdeel van de bedrijfsstrategie voegt waarde toe. Wij ontwikkelen rassen die geteeld kunnen worden met minder gebruik van energie én minder gewasbeschermingsmiddelen, doordat ze bijvoorbeeld resistent zijn tegen ziekten en plagen.”

Royal Van Zanten ontwikkelt onder andere rassen die bij lagere temperaturen kunnen groeien, terwijl in andere gebieden tolerantie voor warmte een belangrijke factor is. Ook zet de veredelaar in op rassen die kunnen worden vervoerd per zeecontainer, in plaats van luchtvracht. Zo wordt niet alleen de eigen CO2-uitstoot lager, maar ook de impact van kwekers die werken met rassen van het bedrijf. Het duurzaamheidsteam van Royal Van Zanten initieert en implementeert de duurzame doelen van het bedrijf en ondersteunt internationaal nieuwe projecten. In het jaarlijkse ESG rapport dat het bedrijf uitgeeft wordt gerapporteerd over projecten die bijdragen aan realisatie van de doelen.

Passie doorgeven

“Veredeling van bloemen en planten is altijd een vak geweest voor mensen met veel passie. Die passie willen we doorgeven, dat is onze purpose. Dat doen we op de ‘Royal’ manier: klantgericht, door de hele keten heen. We zetten ons volledig in om onze klanten zekerheid en een succesvol ras te bieden. Én om de consument te verrassen met mooie bloemen en planten. Dat gaat elke dag beter, want op basis van onze ervaring scherpen we voortdurend ons beleid aan. We blijven anderen opzoeken voor samenwerking. Samen innoveren en groeien we. Zo vergroten wij onze schaal en onze impact.”

Eens per 100 jaar wordt er een nieuwe bloem ontwikkeld. Astronova werd ontwikkeld door Royal Van Zanten en in is 2023 geïntroduceerd op de Amerikaanse markt, vooralsnog de enige markt waar de bloem verkrijgbaar is. De snijbloem onderscheidt zich met haar uiterlijk, haar levensduur (vaasleven tot wel 14 dagen), en haar enorme veelzijdigheid.

Overnames en fusies hebben de markt veranderd. Kwekers worden almaar groter en mondialer. Ze stellen hogere eisen en vragen van hun leveranciers ook schaalgrootte en een breed productaanbod.

Goos: “Schaalvergroting is belangrijk voor onze klanten, maar ook hard nodig als het aankomt op energievraagstukken of duurzaamheid. We maken een efficiencyslag en die ontwikkeling juich

Royal Van Zanten is inmiddels 160 jaar actief in de internationale sierteelt. Het bedrijf veredelt snijbloemen en potplanten, en heeft een sterke positie in de snijproducten Alstroemeria, Statice, Chrysant, Lelies, Limonium en Bouvardia én de potproducten Aster, Celosia, Chrysant, Limonium en Multiflora. De komende jaren wordt deze positie verder uitgebouwd.

Royal Van Zanten heeft ruim 1.000 medewerkers die werken vanuit de thuisbasis in Nederland en op internationale veredelings- en productielocaties in Oeganda, Zuid-Afrika en Colombia.

contentway.nl 11 Royal Van Zanten – Partner Content Royal Van Zanten www.royalvanzanten.com
Astronova

Silicon Valley van de Food & Flower industrie

INNOVATIE

“We hebben hier zoveel kennis en kunde, we zijn het Silicon Valley van de Food & Flower industrie.” glimlacht Puck van Holsteijn, directeur van het World Horti Center. “Onder ons dak zijn oplossingen te vinden om, waar ook ter wereld, gezonde voeding te telen met zo min mogelijk water- en energieverbruik. Waar wij, als sector, vanuit de overheid echt behoefte aan hebben, is stabiele wet- en regelgeving.”

World Horti Center is het kennis- en innovatiecentrum voor de tuinbouw.” zegt Van Holsteijn vol trots. “We hebben de opleidingen van MBO Westland onder onze vleugels, 40 onderzoekskassen van Vertify en ruim 130 bedrijven als partner, van grote corporaties tot startups. We delen kennis, inspireren mensen en we jagen gezamenlijk innovatie aan.”

Jaarlijks komen er tienduizenden bezoekers uit de hele wereld, om te leren van en over de

sector. “En dan gaat het zowel om hoge overheidsdelegaties, ondernemers, investeerders als studenten. In het buitenland wordt er met veel respect naar ons gekeken. Daar ziet men dat wij koploper zijn als het gaat om hightech-kassen en output per vierkante meter, in combinatie met minimaal water-, gewasbeschermings- en energieverbruik. Wij delen onze kennis door middel van themapleinen – waarbij we het algemene verhaal vertellen – maar ook per thema gericht op waar de bezoekers behoefte aan hebben.

Vanuit het World Horti Center hebben de aangesloten partners oplossingen om, waar ook ter wereld, mensen te helpen om gezonde voeding of bloemen en planten te telen. “Waar wij een verschil mee maken, is dat we een business-driven campus zijn. We koppelen partners waar mogelijk aan studenten, onderzoekers of nieuwe projecten. Ik ben trots op de vele innovaties die ik hier voorbij zie komen, van drones in de kas, tot plukrobots, nieuwe duurzame energiebronnen en CO2negatief telen.”

Wat zijn de grootste risico’s voor de Food, Agribusiness and Beverage-sector?

UITDAGINGEN

De Food, Agribusiness and Beverage (FAB)-sector staat voor grote uitdagingen, zoals de stijgende grondstofprijzen, digitalisering en klimaatverandering. Deze risico’s zijn complex en bovendien onderling met elkaar verbonden. Industry director Food & Agri Vincent Spierings van Aon: “Nu is verandering en onvoorspelbaarheid niets nieuws voor deze sector, maar bedrijven staan nu wel voor een erg grote uitdaging. Aan de ene kan wordt van hen verwacht dat zij voldoende voedsel produceren voor de groeiende bevolking, terwijl zij aan de andere kant moeten voldoen aan steeds meer milieu- en duurzaamheidseisen”.

Top 5 toekomstige risico’s voor de FAB-sector

In de Aon Global Risk Management Survey geven bestuurders en risicomanagers wereldwijd hun kijk op risico’s en risicobeheer. In 2023 gaven 3000 respondenten uit 61 landen hun input, waaruit de volgende top 5 toekomstige risico’s voor FAB-bedrijven voortkwam: 1. Grondstofprijsrisico’s/Schaarste van materialen 2. Cyberaanvallen/ Datarisico 3. Klimaatverandering 4. Economische vertraging/Langzaam herstel 5. Verstoring in de toeleverings- of distributieketen

Hoe kunnen organisaties in de FAB-sector deze risico’s beperken?

Al deze risico’s zorgen voor meer wereldwijde volatiliteit waarop FABbedrijven snel en adequaat moeten reageren om het hoofd boven wat er te houden. Om goede beslissingen te kunnen nemen is het ten eerste belangrijk om deze volatiliteit te begrijpen en de risico’s te kwantificeren en te beperken door langetermijndenken. Om ook in de toekomst te kunnen blijven groeien, moeten bedrijven hun cyberweerbaarheid onder de loep nemen, innovatie stimuleren en onderzoek doen naar mogelijke, alternatieve financieringsstructuren.

Wilt u meer weten over dit onderwerp?

Lees ons artikel ‘Top Risks Facing Food, Agribusiness and Beverage Organizations’ door de QR-code te scannen op de voorpagina. Hierin leest u alles over de top 10 huidige risico’s, de volledige top 10 toekomstige risico’s en de meest onderschatte risico’s voor de FAB-sector.

Weerbare Sierteeltsector – Partner Content

Sierteeltsector verweert zich tegen ondermijnende activiteiten

De Nederlandse sierteelsector is vanwege haar verfijnde logistiek en massale dagelijkse bloementransporten, binnen en buiten de EU, kwetsbaar voor misbruik door internationale (drugs) criminelen. Vanuit de sector bestaat er een aanpak om de ondernemers te helpen weerbaar te worden tegen ondermijnende activiteiten.

De sierteelt is van enorme economische waarde voor heel Nederland. De bloemen en planten vliegen de wereld over en gaan heel Europa door over de weg. Deze innovatieve sector heeft juist door haar unieke kenmerken en kwaliteiten ook te maken met ondermijnende activiteiten. Uitmuntende logistiek en geconditioneerd vervoer (gekoelde en gesloten laadruimten) maken de sector ook kwetsbaar voor internationale (drugs)criminaliteit.

Reëel risico

Bouke Arends, burgemeester van gemeente Westland en voorzitter van de stuurgroep Weerbare Sierteeltsector, vertelt over de aanpak die nu een aantal jaren actief is. “Ik hoop natuurlijk dat ondernemers nooit zullen hoeven meemaken dat hun bedrijf in aanraking komt met criminelen, maar het risico daarop is helaas reëel. De meeste ondernemers werken hard en hebben de focus op hun primaire proces. Sommigen zijn heel alert en hebben een reële risicoperceptie, anderen schatten de risico’s te laag in. Laten we vooral inzetten op het voorkomen van problemen. Daar is de aanpak Weerbare Sierteeltsector voor in het leven geroepen. Dat doel is te verwezenlijken met een PPS, een publiekprivate samenwerking; de ondernemers in de sector maken zichzelf weerbaarder, door onderlinge samenwerking én ondersteuning door de betrokken overheidspartijen. Geen van de partijen kan het alleen.”

politie beschikbaar te stellen, en ook bij andere diensten, zoals de Douane, de capaciteit op dit onderwerp te vergroten. Er is veel te weinig toezichts- en opsporingscapaciteit beschikbaar. Ook is het van belang dat er een betere informatieuitwisseling tussen publiek en privaat komt. Dat laatste gaat nu moeizaam.”

Weerbaarheid

Programma manager Bas van Delden vult aan: “Als criminelen een bedrijf misbruiken, leidt dat altijd tot onveiligheid en imagoschade. Ik zou graag nog veel meer private partijen zien aansluiten bij de Aanpak Weerbare Sierteeltsector. We hebben een mooi aanbod van workshops, trainingen, advies, controle op maat enzovoort voor hen klaarstaan.”

Politie en de mensen van de Aanpak Weerbare Sierteeltsector kunnen je concreet bijstaan als er problemen zijn. En met signalen kunnen wij samen met de politie aan de slag om te zorgen voor een gezond ondernemersklimaat.”

Op dit moment is Royal FloraHolland de private partij met een voortrekkersrol, zegt burgemeester Arends. “Royal FloraHolland is een voorbeeld van een onderneming die echt veel geïnvesteerd heeft, en nog steeds investeert, in weerbaarheid en barrières tegen criminele inmenging. Ik heb daar veel respect voor.”

Deze aanpak kan alleen werken als de ondernemers en overheid volle partners zijn

Arends ziet progressie in de publiekprivate samenwerking, al zijn er altijd verbeterpunten. “Ik zie een mooie wisselwerking tussen publiek en privaat. Tegelijkertijd roep ik de overheid op, en met name de minister van Justitie & Veiligheid en haar collega’s, om meer

Burgemeester Arends vult aan: “Wees alert en realistisch. Denk niet, het gaat mij niet gebeuren. Bedrijven in de sierteeltsector zijn helaas heel interessant voor criminele inmenging. Dat wil je echt niet meemaken. Dus neem maatregelen, zorg voor kennis over ondermijning en wat je allemaal kan doen en werk samen met bijv. de Aanpak Weerbare Sierteeltsector. En, ook echt belangrijk: meld verdachte situaties. Je onderbuikgevoel klopt vaak wel. Kijk niet weg. Melden is iets anders dan klikken, hoewel dat soms anders wordt gevoeld.

Weerbare Sierteeltsector www.weerbaresierteeltsector.nl
“ 12
Puck van Holsteijn, Directeur, World Horti Center

Vertical farming; telen op niveau

Ideaal voor dichtbevolkte gebieden waar de ruimte schaars is; Vertical farming, oftewel meerlaagse teeltsystemen, waardoor je logischerwijs de lucht in gaat. Hierdoor heb je minder ruimte nodig in de breedte om je groente of planten te verbouwen en wordt de footprint – het netto grondoppervlak – dus kleiner.

Rudy van den Berg, commercieel manager bij Artechno Growsystems, is als tuinderszoon geboren. “Mijn hele leven dus al bezig met plantjes.” lacht de geboren en getogen Westlander met zijn Westlands accent. “Ik ben sinds 2,5 jaar bij Artechno betrokken bij de meerlaagse teelttechnologie. De vertical farming technologie is relatief nieuw, en staat de laatste twee jaar nogal onder druk, omdat er een hoop partijen in de techniek zijn gestapt, zonder enige kennis van het telen zelf. De verbinding tussen het technologische deel en het daadwerkelijke telen en behandelen van groente en planten zelf ontbreekt dus. Bij Artechno Growsystem is deze kennis wel aanwezig en daarom zijn we druk bezig om het systeem weer een goede naam te bezorgen. Met succes, want we zijn inmiddels op

Artechno Growsystems www.artechno-growsystems.com

alle continenten actief, en hebben – naast Nederland – verkoopkantoren in Amerika, Dubai en zijn net met een sales areamanager begonnen in Nieuw Zeeland.

Aanvoer

Vertical farming is heel goed mogelijk in kantoorpanden en flatgebouwen, maar Artechno richt zich ook op grote loodsen. “Wanneer je naar de product-markt combinatie in de grote steden in NoordAmerika, Azië en Noord-Europa kijkt, zie je dat de volledige cyclus – van zaadje tot oogstbaar product –in meerlaagse systemen rendabel te maken is. Dit omdat onze klanten de winkels veel sneller kunnen bevoorraden vanwege de anders veel grotere vervoersafstanden. Naast transport is het ook voordelig voor de

kwaliteit en de voedselverspilling. Je kunt in een vertical farm – zonder invloeden van buitenaf – heel goed sturen op bepaalde hoeveelheden, en die kunnen altijd hetzelfde zijn. Hierdoor voorkom je overof onderproductie en dus lege schappen, zoals je steeds vaker in het Midden-Oosten ziet. De retailers zijn dat op een gegeven moment zat. Die hebben dan net even wat meer geld over voor die goede aanvoer van groente en planten en kiezen dan voor ons systeem.”

Concurrentie

De vraag naar vertical farming is dus zeker aanwezig in grote steden in de genoemde landen. Toch is Van den Berg realistisch genoeg om te zien dat in landen zoals Nederland - waar nog voldoende, goede betaalbare producten voorhanden zijn - concurreren met de traditionele

kanalen heel lastig wordt. “Waar er in Nederland wel kansen liggen voor onze technologie is voor de halffabricaten. Jonge planten die we opkweken in een meerlaags systeem, zodat je dat als teler niet meer in een grote kas hoeft te doen met veel oppervlakte.”

Nederland, koploper tuinbouw

De Nederlandse agrarische sector heeft de afgelopen jaren te maken gehad met een tekort aan arbeid en nieuwe wet- en regelgeving, waaronder ook op het gebied van duurzaamheid, die een aanzienlijke impact hebben op de bedrijfsvoering.

De toenemende vraag om op een duurzame manier voedsel te produceren is voor Viscon Group een fantastische uitdaging. Automatisering maakt tenslotte dat er met minder input, steeds meer output geleverd kan worden. De doorbraak van robotica technologie en Vision & AI maakt dat er zelfs verdere optimalisering bereikt kan worden. Viscon ontwikkelt en implementeert deze technologieën dan ook ten behoeve van haar

missie om haar klanten te helpen om met minder resources meer voedsel te kunnen produceren.

Wereldwijd

Viscon is sinds 1967 uitgegroeid tot een wereldleider in automatisering en mechanisering voor de agro- en foodsector. “Viscon is vooral innovatief door zelf technologie te ontwikkelen,” zegt Wim Jan Groothuijs, Chief Commercial Officer. Onze expertise omvat automatisering, technologische integratie en softwareoplossingen. Met klanten in meer dan 75 landen en productielocaties in Nederland en Polen, heeft Viscon een sterke internationale aanwezigheid. We hebben verkoop- en servicekantoren op alle continenten, waaronder Brazilië, Australië, België en Noord-Amerika, waardoor we wereldwijd dicht bij onze klanten staan. Sabrina Maas, marketingmanager bij Viscon Group, legt uit: “Nederland staat wereldwijd bekend om zijn innovatieve technologieën en oplossingen voor efficiente voedselproductie. Onze geavanceerde automatiseringssystemen verbeteren continu de efficiëntie van voedelproductie, zoals blijkt het succesvolle Nederlandse tuinbouwmodel. Met de groeiende wereldbevolking en toenemende voedselvraag, is het onze missie om efficiënte en duurzame voedselproductie mogelijk te maken.”

Groothuijs voegt toe: “Dit succes komt door ons eco-systeem: een goed klimaat, strategische ligging, en ongeëvenaarde kennis. Ons sterke werkethos heeft deze factoren verder versterkt en we hebben dit in Nederland geweldig uitgebouwd.”

Tailormade

“Dankzij onze geavanceerde machines, software en geïntegreerde oplossingen kunnen we op een duurzamere en efficiëntere manier gezond vers voedsel, bloemen en planten produceren en distribueren. Onze technologische oplossingen dragen bij aan het verminderen van voedselverspilling, het verhogen van de voedselkwaliteit en het optimaliseren van de productieprocessen. Door het gebruik van innovatieve technologieën streven we ernaar agrarische processen niet alleen rendabeler en schaalbaarder te maken, maar ook om de impact op het milieu te verminderen en de gezondheid van mensen te verbeteren.

Recentelijk heeft Viscon twee nieuwe technologieën geïntroduceerd om uitdagingen binnen de branche aan te pakken.

De nieuwste technologie bij Viscon is de SwiftPick Technology™ , die in diverse markten kan worden ingezet. Maas legt uit: “Gedreven door verschillende pick & place-toepassingen hebben we een technologie ontwikkeld die zeer compact is, even snel als andere robots en door de minimale footprint zeer flexibel inzetbaar is.” Viscon kiest er bewust voor om te spreken over

technologie in plaats van robots, omdat dit de gesprekken met klanten bevordert. “Klanten kunnen aangeven waar in het productieproces er behoefte is aan robotica voor het pakken en verpakken, waarna we in samenwerking met hen een op maat gemaakte oplossing aanbieden,” aldus Maas. Naast de SwiftPick Technology™ heeft Viscon ook de Viscon InSight Technologie™ ontwikkeld. Deze nieuwe technologie richt zich volledig op AI Vision. Een van de toepassingen is het garanderen van plantuniformiteit, zoals de grootte van de jonge plant en de dikte van de stam, door middel van intelligente analyse en data. Dit is echter slechts één van de vele toepassingen die mogelijk zijn met AI Vision.”

Artechno Growsystems – Partner Content
Rudy van den Berg, Commercieel manager, Artechno Growsystems Viscon www.viscongroup.eu Viscon – Partner Content
contentway.nl 13
Wim Jan Groothuijs, Chief Commercial Officer, Viscon

Nederland is koploper op gebied van kennisoverdracht en plant-based agrifood, en Bergen op Zoom draagt flink bij

Nederland is voorloper op het gebied van duurzaamheid en kennisoverdracht, en vervult daardoor een voorbeeldfunctie. Ook de zogeheten Triple Helix – een samenwerking tussen overheden, het bedrijfsleven en scholen – vindt veel navolging. Delta Agrifood Business (DAB) in Bergen op Zoom is hier een goed voorbeeld van.

In 2018 nam de gemeente Bergen op Zoom het initiatief om een plant-based innovatiecentrum op te richten. Deze moedige stap bleek strategisch slim te zijn. Grote bedrijven zoals Cosun, Lamb Weston en CZAV (nu FarmPlus) werden aangetrokken, omdat zij steeds meer moeite voorzagen om goede medewerkers aan te trekken en te behouden. In de regio waar zij gevestigd waren, ontbrak een agrarische hogeschool, wat de doorstroming van studenten bemoeilijkte. De gemeente bood met het DAB een ijzersterke oplossing.

Anja Hessels, Projectleider, gemeente Bergen op Zoom

Plant-Based

Anja Hessels, projectleider bij gemeente Bergen op Zoom, legt uit: ‘’DAB is een open innovatie- en expertisecentrum van bedrijfsleven en onderwijs. Het is een gebouw met tal van faciliteiten, waaronder laboratoria en klimaatkamers, dat een broedplaats is geworden voor talentonwikkeling voor de plant-based agrifoodsector. DAB wordt ondersteund en gebruikt door eerdergenoemde grote bedrijven, maar vooral kleine startups hebben inmiddels hun intrek genomen. Studenten kunnen er ook terecht voor stages en uiteindelijke doorgroeimogelijkheden.’’

Alles vindt plaats in een zogeheten

‘plant-based regio’, waar de bedrijven vooruitstrevend aan de slag gaan met onder andere de eiwittransitie, food innovation en bodem- en watervraagstukken. André de Haan is principal technologist bij Royal Cosun, een internationale en toonaangevende agrarische coöperatie die bijna 125 jaar bestaat en in handen is van zo’n 8.100 suikerbietentelers. Hij geeft aan een aantal redenen te hebben gehad voor participatie in het DAB. “Een aantal jaar terug zijn wij met Cosun aan de slag gegaan met het zogeheten venturing, waarbij we startups graag ondersteunen om innovatieve ontwikkelingen in de landbouwsector in gang te zetten. Puur om te kijken waarbij we kunnen helpen, maar we merkten dat het mes aan beide kanten snijdt. We hebben verschillende startups kunnen helpen en sommigen zijn inmiddels met Cosun aan de slag.”

wereldbevolking – of Europese bevolking – niet mee voeden. Dus moet er een businessmodel ontstaan dat levensvatbaar is op de lange termijn, uiteraard binnen alle natuur regelgeving. Wij zijn daar als FarmPlus ingedoken, en stellen dat innovatie op het gebied van teelt de oplossing moet gaan bieden. Hierbij is de Triple Helix samenwerking essentieel.”

Heel veel kleine stapjes maken vervolgens een wereld van verschil

Innovatie

Bij het gesprek sluiten ook Anton Godschalk van Lamb Weston en Antoon van Vugt van CZAV aan. CZAV dat landelijk zo’n 3.000 telers aan zich verbonden weet, zit momenteel in een naamsverandering en zal FarmPlus gaan heten. Van Vugt: “De telers begrijpen dat een percentage van de burgers wil dat zij anders voedsel gaan produceren, maar ze hopen op hun beurt dat de burger ook begrijpt dat daar wel een economisch model aan ten grondslag moet blijven liggen. Het moeten geen moestuintjes worden, want daar kun je de

Anton Godschalk, Product Application Group Leader, Lamb Weston

De Triple Helix is een samenwerking tussen overheden, het bedrijfsleven en scholen. Volgens Van Vugt is vooral de samenwerking met de overheid van groot belang. “De politiek zal ons moeten helpen om te kunnen telen zoals we als optimaal zien. Voedselproductie is namelijk topsport geworden en de boeren moeten zorgen dat op hun erf op het hoogste niveau gepresteerd wordt. Ze moeten hiervoor echter wel de ruimte krijgen vanuit de overheid. Ook het onderwijs komt hierbij bij kijken. Want we hebben bij de start van DAB al gezegd dat we toegang moeten blijven houden tot het studentenaanbod

hier in het zuidwesten van Nederland. En dan het liefst natuurlijk de beste studenten, want dat zijn de topsporters van de toekomst.”

Stapjes vooruit

Anton Godschalk van Lamb Weston, bekend van de frieten, met 26 fabrieken wereldwijd en meer dan 9.000 medewerkers, streeft ernaar om via het DAB een voorbeeld te zijn voor de wereldwijde branche. “De water- en energieconsumptie in Amerika bijvoorbeeld is heel anders geregeld dan hier in Nederland. Wij zijn nu dus bezig om veel van onze kennis vanuit Nederland over te dragen naar onze fabrieken in de rest van de wereld. De duurzaamheid gaat dus wereldwijd vooruit mede vanwege de kennis die we ophalen uit het DAB. We willen daarom ook graag de studenten behouden in de regio waar ze emotionele binding mee hebben. Dus moeten we ervoor zorgen dat ze na hun studie ook in deze regio aan de slag kunnen; het zogeheten human capital beschermen voor de toekomst. Ik ben er dan ook trots op dat we hier nu ons innovatiecentrum hebben gebouwd. Op een plant-based hotspot midden in ons groeigebied. Vanuit het DAB kunnen we de wereld voorzien van nieuwe kennis, bijvoorbeeld op het gebied van het kweken van algen, 3D voedsel printen of het produceren van plant-based visvervangers. Er zijn bij het DAB erg korte lijntjes waar je van elkaar kunt leren, en elkaar kunt helpen om een stapje vooruit te doen. En heel veel kleine stapjes maken vervolgens een wereld van verschil.”

Antoon van Vugt, Algemeen directeur, CZAV Wemeldinge

Delta Agrifood Business – Partner Content Delta Agrifood Business www.deltaagrifoodbusiness.nl
André de Haan, Principal technologist, Royal Cosun
14

Netcongestie bedwongen: hoe slimme energietechnologie bedrijven redt

Ondernemers komen in de knel door de netcongestie, waarbij de onbalans op het net zorgt voor een stop op nieuwe of zwaardere aansluitingen. Deze files op het elektriciteitsnet zijn voor veel bedrijven een rem op de groei. Er zijn echter oplossingen zoals slimme energie management systemen.

Slim energiemanagement

Netcongestie is een serieus probleem geworden voor ondernemend Nederland. Ongeveer 10.000 bedrijven staan op de wachtlijst voor een aansluiting waarmee ze met hun bedrijf van start kunnen gaan of juist uit kunnen breiden. Er is echter wel een oplossing voor bedrijven die dankzij netcongestie problemen hebben met hun stroomvoorziening. Deze oplossing bestaat uit een systeem van drie onderdelen: zonnepanelen en een accu, die beide worden aangestuurd door een slim energiemanagement systeem. Met de implementatie van dit systeem kan een typisch MKB-bedrijf duurzaam worden en kunnen de kosten flink omlaag.

Theo Hartgers, CEO en oprichter van Energy Shift, legt uit hoe zij bedrijven

helpen met het door hen ontworpen systeem. “We laten de stroom voor de klant werken, terwijl er geld verdiend kan worden met de verduurzaming van het bedrijf. Onze klant krijgt volledige controle over zijn of haar eigen energie. Het kastje met het Slimme Energymanagement Systeem bepaalt dan op basis van weersverwachtingen de verwachte stroomprijzen en de opwekking van de klant. Via algoritmen wordt dan bepaald welke elementen aan of uit moeten, en of je terug moet leveren of juist afnemen. Zo creëer je een verdienmodel voor de klant. Die hoeft zelf verder niets te doen.” Het enige dat de klant dan nog zelf moet regelen, is de overstap naar een dynamisch contract.

We laten de stroom voor de klant werken, terwijl er geld verdiend kan worden met de verduurzaming van het bedrijf

Zelf energiebeheerder zijn Energy Shift heeft meer dan 1.100 klanten verspreid over heel Nederland en heeft inmiddels bij ongeveer 50 bedrijven accu’s met een slim energiemanagement systeem geplaatst. De verwachting is dat dit jaar het aantal groeit naar 100 tot 150 bedrijven. En dat is maar goed ook, want het probleem van netcongestie speelt door heel het land. Het systeem van Energy Shift biedt vier voordelen, legt Hartgers uit. “Ten eerste is de klant altijd verzekerd van de beste stroomprijs. Daarnaast wordt het eigen gebruik geoptimaliseerd

en vermindert de afhankelijkheid van het net. Bovendien, als er door netcongestie geen stroom geleverd kan worden aan je bedrijf, heb je altijd energie achter de hand door de extra stroom die is opgewekt en opgeslagen. Een bedrijf is op deze manier zelf energiebeheerder, door op de gunstigste momenten energie af te nemen, op te slaan of juist terug te leveren.” Er is nog wat koudwatervrees onder sommige ondernemers maar de verdientijd is aantrekkelijk: binnen 5 tot 8 jaar is de investering terugverdiend.

Hoe meer volume, hoe meer je als ondernemer met dit slimme systeem kan verdienen, zegt Hartgers. Op de website van Energy Shift ontdek je in drie stappen welke accu voor jou het meest geschikt is. Het is jammer dat de overheid de markt niet van meer voordelen voorziet, besluit Hartgers. “Maar de ontwikkelingen en innovaties gaan gewoon door. Ik verwacht veel van andere types batterijen in de komende jaren. De sector blijft niet stilzitten.”

Voor een korte video hoe het Slimme Energymanagement Systeem in de praktijk werkt, scan de QR-code:

Energy Shift – Partner Content
Energy Shift www.energyshift.nl
Theo Hartgers, CEO en Oprichter, Energy Shift
contentway.nl 15

Technologie en duurzaamheid bepalen succes in voedingsmiddelenindustrie

Technologische vooruitgang en veranderende consumentenverwachtingen krijgen steeds meer invloed op succes in de voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast spelen tal van subthema’s die grote impact hebben op ontwikkelingen in de agri- en foodsector, zoals data-analyse, automatisering, regelgeving en personeelskrapte.

Wat voor de consumentenmarkt in zijn algemeenheid geldt, speelt in het bijzonder voor de voedingsmiddelenindustrie. Een moderne technologische basis is steeds meer noodzakelijk om het bedrijf wendbaar en efficiënt te maken. Het blijft niet alleen bij deze observatie, er wordt wel degelijk gereageerd, stelt Marcel Koks, senior food industry strategy leader bij Infor, leverancier van branchespecifieke bedrijfssoftware. “In de voedingsmiddelenindustrie neemt de adoptie van technologie een hoge vlucht. Bedrijven worden steeds meer hightech, waarbij data-inzichten en automatisering centraal staan. AI en machine learning spelen een cruciale rol bij het optimaliseren van productieprocessen en het verminderen van kosten. Dit vereist echter een solide digitaal platform om data vast te leggen, te analyseren en te gebruiken voor machine learning-toepassingen.” stelt Koks.

Barbecueproducten

Verbeteren van efficiëntie in de agri- en foodsector heeft onder andere te maken met het integreren van weersomstandigheden in vraagvoorspellingen. Zo kan warmer weer leiden tot een hogere vraag naar barbecueproducten en dranken, terwijl kouder weer de vraag naar andere producten kan stimuleren. “Dit soort data-inzichten helpen bedrijven om hun productie nauwkeuriger af te stemmen op de verwachte vraag, waardoor verspilling wordt verminderd en de efficiëntie toeneemt. Wat je nu vaak ziet, is een vorm van brandjes blussen; het weer slaat om, de vraag naar barbecuevlees stijgt en er worden extra productiehanden aan het werk gezet. Dat is lastig, zeker in deze tijd van arbeidstekorten. Door data-analyse en machine learning kunnen bedrijven deze

veranderingen beter voorspellen en sneller reageren met de juiste inzet van mensen, middelen, grondstoffen en energie.”

Traceerbaarheid en Duurzaamheid

Consumenten stellen steeds hogere eisen aan de transparantie en duurzaamheid van hun voedsel. Ze willen weten waar hun voeding vandaan komt en hoe duurzaam deze is geproduceerd. Hoewel blockchain en QR-codes momenteel nog niet wijdverbreid zijn, worden ze door vooruitstrevende bedrijven toegepast voor traceerbaarheid en merkversterking.

De Europese Unie heeft het digitale productpaspoort aangekondigd, dat op termijn ook van toepassing wordt op de voedingsmiddelenindustrie. Dit zal bedrijven dwingen om meer informatie over de herkomst en duurzaamheid van hun producten beschikbaar te maken. Sommige sectoren lopen hierin voorop door nu al in deze technologieën te investeren. “Een goed voorbeeld hiervan is de visvoer- en aquacultuurindustrie, waar volledige traceerbaarheid van de productieketen al vereist wordt door sommige klanten. Deze klanten willen gedetailleerde informatie over de CO2-uitstoot en de gebruikte grondstoffen, wat hen helpt bij het maken van duurzamere keuzes. Dit soort initiatieven zal naar verwachting uitbreiden naar andere sectoren binnen de voedingsmiddelenindustrie.”

Automatisering en Personeelskrapte

Marcel Koks stelde het al: de voedingsmiddelenindustrie kampt met een tekort aan personeel, wat de noodzaak voor automatisering vergroot. Bedrijven investeren in moderne fabrieken en technologieën om de productiviteit te verhogen en de afhankelijkheid van menselijke arbeid te verminderen. Dit geldt niet alleen voor productieprocessen, maar ook voor administratieve taken. “AI kan bijvoorbeeld worden ingezet om handmatige beslissingen te automatiseren, zoals het controleren van ongebruikelijke bestellingen. Dit helpt bedrijven om sneller en efficiënter te reageren op veranderingen in vraag en aanbod, zonder dat er menselijke tussenkomst nodig is.”

Voedselveiligheid en Regelgeving Voedselveiligheid blijft een cruciaal thema in de voedingsmiddelenindustrie. Bij incidenten moeten bedrijven snel kunnen

traceren waar een product vandaan komt en welke grondstoffen zijn gebruikt. Dit is een uitdaging, vooral omdat veel bedrijven in de keten nog steeds afhankelijk zijn van papierwerk in plaats van digitale systemen. Terugroepacties van levensmiddelen benadrukken de noodzaak van snelle en nauwkeurige traceerbaarheid om de impact van voedselveiligheidsproblemen te minimaliseren. Bedrijven moeten in staat zijn om binnen enkele uren, niet dagen, te achterhalen welke producten getroffen zijn en welke stappen moeten worden ondernomen om de veiligheid van consumenten te waarborgen.

Strengere regelgeving dwingt bedrijven om hun processen te digitaliseren en te voldoen aan hogere standaarden voor voedselveiligheid. Dit omvat niet alleen de traceerbaarheid van producten, maar ook de rapportage van duurzaamheidsprestaties, zoals energiegebruik en CO2-uitstoot.

Uitdagingen en Vooruitzichten

Koks benadrukt dat er weliswaar vooruitgang wordt geboekt, maar er nog volop uitdagingen in het verschiet liggen: “Veel bedrijven hebben hun fundament nog niet op orde en werken met verouderde software en handmatige processen. Dit belemmert hun vermogen om snel en

effectief te reageren op regelgeving en veranderingen in de markt. Er is een dringende noodzaak voor bedrijven om te investeren in digitalisering en technologie.”

Om te slagen in de digitaliseringstransitie moeten bedrijven flexibel en innovatief zijn. Koks: “De toekomst van een voedingsmiddelenproducent hangt af van het vermogen om deze uitdagingen aan te gaan en zich aan te passen aan de snel veranderende wereld. Daarnaast zullen bedrijven die voorop lopen in deze digitale transformatie waarschijnlijk profiteren van verbeterde efficiëntie, lagere operationele kosten en een sterkere marktpositie. Ook verstoringen van de toeleveringsketen door geopolitieke onrust en klimaatinvloeden zullen een rol spelen. Het vermogen om snel en effectief in te spelen op veranderingen, en om te gaan met complexe vraagstukken rond duurzaamheid en traceerbaarheid, zal van cruciaal belang zijn voor succes in de komende jaren.”

Meer informatie? Scan de QR-code

Door data-analyse en machine learning kunnen bedrijven sneller reageren met de juiste inzet van mensen, middelen, grondstoffen en energie

Infor – Partner Content Infor www.infor.com
Marcel Koks, Senior Food Industry Strategy Leader, Infor
16

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.