Het inhuren van zzp’ers brengt risico’s met zich mee. Is er sprake van een arbeidsrelatie ja of nee? Niet alleen opdrachtgevers, ook zzp’ers lopen risico als de Belastingdienst anders oordeelt dan vooraf werd gedacht. Voor de zzp’er zelf staat het recht op fiscale voordelen zoals de mkb-vrijstelling, btw-aftrek en bedrijfskosten op het spel.
Tim de Ridder, Projectmanager, helloprofs.nl
Veel mensen denken ten onrechte dat zzp-inhuur niet meer mag sinds het einde van het handhavingsmoratorium. Tim de Ridder van helloprofs.nl heeft echter een oplossing en die gaat verder dan alleen juridische constructies. “Het grootste probleem is schijnzelfstandigheid”, legt De Ridder uit. “Dat betekent dat je op papier een opdrachtovereenkomst hebt afgesproken, maar dat de omstandigheden in de praktijk meer wijzen op een arbeidsovereenkomst.”
Dreigende pakkans
In het laatste decennium is het aantal zzp’ers verdubbeld naar bijna 1,8 miljoen. Toch is lang niet iedere zzp’er ook echt een ondernemer. De Belastingdienst zet vooral in op het risico op controle. Dat betekent dat er wel gecontroleerd wordt, maar niet intensiever dan voorheen –maar de consequenties kunnen wél zwaar zijn. Veel bedrijven reageren conservatief wanneer er al één criterium wijst op een arbeidsovereenkomst. Ze stoppen dan
meteen met zzp-inhuur of verzinnen constructies met tussenpersonen. “Terwijl dat helemaal niet nodig is”, benadrukt De Ridder. “Jurisprudentie laat continu zien dat alle omstandigheden worden meegewogen. Het gaat om de balans en het aantoonbaar kunnen maken dat je als ondernemer opereert.”
Een nieuw platform van helloprofs.nl helpt beide partijen zich daadwerkelijk als opdrachtgever en opdrachtnemer te gedragen. “In een arbeidsrelatie zitten altijd elementen van werknemerschap. Het is onmogelijk om een zzp-relatie aan te gaan die 100 procent compliant is. Maar het is wel belangrijk om zoveel mogelijk elementen te hebben die wijzen op opdrachtgever-opdrachtnemerschap.”
Zzp’er krijgt regie over zijn eigen aanbod
Kenmerkend aan het platform is de omkering van het proces. De zzp’er krijgt de regie over zijn aanbod. Hij beoordeelt de status van zijn eigen onderneming via een vragenlijst, stelt een offerte op en bouwt met één druk op de knop zijn eigen contract in het systeem. “Het zou heel gek zijn als je een schilder vraagt om thuis te komen en vervolgens zegt: ‘Dat doe je voor € 32 per uur en hier is je contract’. Maar dat is wel hoe het nu in de praktijk gaat: de opdrachtgever bepaalt prijs en contract.”
Het systeem van helloprofs.nl documenteert niet alleen de fase voorafgaand aan het werk, maar ook de uitvoering met werkbonnen en
facturen, waardoor een compleet dossier ontstaat. “Op het moment dat de Belastingdienst komt controleren, willen ze eigenlijk zien dat beide partijen hun verantwoordelijkheid nemen om een beheersmodel (m.a.w. een model om de materie te beheersen) te maken. Wij faciliteren dat met een systeem waar je werkwijze helder is uitgewerkt.” Op deze wijze gaan de partijen zich meer als opdrachtgever en opdrachtnemer gedragen in plaats van als werkgever en werknemer, stelt De Ridder.
Behandeld worden als leverancier Wat De Ridder opvalt is dat de verantwoordelijkheid voor zzp’ers vaak bij HR ligt, terwijl een zzp’er juist als leverancier behandeld zou moeten worden. “Je wilt juist aantonen dat ze zich als ondernemer profileren en dat de opdrachtgever op een andere manier met hen omgaat dan met personeel. Daarom is het prettig als dit afwijkt van je systeem met medewerkers.”
Onlangs bleek uit onderzoek dat zo’n 50 procent van de werkgevers de regels rond zzp-inhuur ingewikkeld vindt. Juist daarom groeit helloprofs.nl uit tot een onmisbare
kennispartner. “Bedrijven raken verstrikt in onduidelijke regels en krijgen vaak onjuist advies. Wij helpen hen niet alleen aan een heldere werkwijze, betere documentatie en meer efficiëntie, maar zorgen vooral dat misverstanden verdwijnen en ze precies weten waar ze aan toe zijn.”
Een belangrijke misvatting die De Ridder uit de wereld wil helpen, is dat schijnzelfstandigheid voorkomen kan worden met een modelovereenkomst of door een ander bedrijf ertussen te schuiven. Je voorkomt schijnzelfstandigheid alleen door een goede werkwijze en bijpassend gedrag. Dat gedrag moet gericht zijn op ondernemerschap, waarbij de zzp’er wordt behandeld als een leverancier en zelf verantwoordelijkheid en regie neemt over zijn aanbod.
Een duidelijke werkwijze is essentieel voor een sterke juridische positie bij zelfstandige inhuur. “Volledige zekerheid bestaat niet”, zegt De Ridder. “Maar als het gedrag én de werkwijze in de praktijk passen bij een opdrachtrelatie, sta je juridisch sterk. Precies daarmee ondersteunen wij opdrachtgevers en zzp’ers elke dag.”
Toenemende vraag naar high-end vastgoed plaatst Curaçao op de radar van vermogende investeerders
De Caribische regio maakt een stille revolutie door op het gebied van luxe vastgoed. Waar voorheen vakantiegangers kwamen voor zon en zee, komen nu ook kapitaalkrachtige investeerders voor exclusieve eigendommen met een hoge levensstandaard én aantrekkelijk rendementspotentieel.
Curaçao staat daarbij in de schijnwerpers, dankzij zijn politieke stabiliteit, aantrekkelijke belastingklimaat en directe verbindingen met Europa en Noord-Amerika. “We zien een duidelijke stijging in de vraag naar villa’s aan zee, moderne appartementen en gated communities,” zegt Raymond Seijs, CEO van Curacao Sotheby’s International Realty.
Het gerenommeerde vastgoedkantoor, onderdeel van het wereldwijde Sotheby’s-netwerk, is marktleider in het segment van exclusief onroerend goed op het eiland. Met een zorgvuldig geselecteerde portfolio van high-end woningen speelt het kantoor in op de groeiende vraag van internationale kopers, digital nomads en vermogende expats.
“Onze klanten zoeken niet alleen een huis, ze zoeken een levensstijl,” aldus Curacao Sotheby’s International Realty. “En met de opkomst van remote werken, geopolitieke onrust en toenemende vermogensdiversificatie, kiezen steeds meer mensen bewust voor investeringen in lifestylebestemmingen zoals Curaçao.”
De stijgende internationale interesse krijgt bovendien concreet vorm door de komst van innovatieve investeringsinstrumenten, zoals het Dutch Caribbean Real Estate Fund (DCRF). Dit gereguleerde vastgoedfonds biedt particuliere en institutionele beleggers de mogelijkheid
om te investeren in hoogwaardige projecten in de regio, waaronder luxevilla’s, resortwoningen en duurzame ontwikkelingsprojecten. Met een duidelijke strategie gericht op groei, spreiding en transparantie, speelt het DCRF in op de behoefte aan professioneel beheerde vastgoedbeleggingen buiten de traditionele markten.
Recente marktanalyses bevestigen deze trend. Volgens het Knight Frank Wealth Report 2024 beschouwen high-net-worth individuals (HNWI’s) “lifestyle-led investments” als één van de belangrijkste vastgoedtrends voor de komende vijf jaar. Ook blijkt uit data van Savills en Forbes Global Properties dat luxe markten in opkomende zonbestemmingen – waaronder het Caribisch gebied – bovengemiddeld presteren qua waardestijging en verhuurinkomsten.
Met op maat gemaakte begeleiding, internationale zichtbaarheid en toegang tot een wereldwijd netwerk van kopers en investeerders, positioneert Curacao Sotheby’s International Realty zich – samen met strategische partners zoals het Dutch Caribbean Real Estate Fund – als dé aangewezen partij voor wie wil investeren in unieke eigendommen met toekomstvisie.
Raymond Seijs, CEO van Curacao Sotheby’s International Realty.
Meer informatie via www.sothebysrealty.com
Belang van doordacht energieadvies wordt vaak onderschat
EXPERT
Bedrijven staan onder toenemende druk om hun energieverbruik te optimaliseren en de CO2-uitstoot structureel te verlagen. Milieuwetgeving en financiële prikkels stimuleren ondernemingen om hun energiegebruik te herzien en te moderniseren. Een eerste en cruciale stap in deze transitie is het inschakelen van een energie-expert.
Bedrijven moeten snel aan de gang met hun energieverbruik: “Wie nu strategisch investeert in energieefficiëntie en alternatieve energiebronnen, profiteert op termijn van lagere kosten en een concurrentievoordeel”, benadrukt Nard Vermeltfoort, energietransitieexpert bij Kiwa. Veel organisaties focussen op hun kernactiviteiten en besteden onvoldoende aandacht aan energiebeheer. Het inhuren van een specialist geeft niet alleen inzicht, maar helpt tevens bij het identificeren van besparingsmogelijkheden en het ontwikkelen van een passende duurzaamheidsstrategie. Volgens Vermeltfoort zijn traditionele energiecontracten, waarbij de prijzen van gas en elektriciteit vaststaan, in de toekomst niet houdbaar. “Strengere regelgeving, zoals de stijgende CO2-heffing, laat bedrijven die nalatig zijn op het gebied van verduurzaming jaarlijks hogere kosten maken.”
Gebrek aan kennis
Naast het verhogen van het bewustzijn is efficiëntieverbetering een belangrijk uitgangspunt voor duurzame optimalisatie. Investeringen in betere isolatie, het benutten van restwarmte en het reduceren van energieverspilling dragen bij aan significante duurzaamheidsverbeteringen. Een groeiend aantal bedrijven heeft al gekozen voor maatregelen als de installatie van zonnepanelen. Toch blijven veel ondernemingen achter, vaak door een gebrek aan kennis of aarzeling om te investeren in duurzame technologieën.
“Voor sectoren met hoge energiebehoeften,
Nard Vermeltfoort, Energietransitie-expert, Kiwa
zoals de baksteenproductie, biedt de overstap van gas naar een duurzame energiedrager zowel kansen als uitdagingen. Met een gedegen analyse en onderbouwde roadmap worden de efficiëntievoordelen benut en worden de juiste investeringen gedaan met het oog op de toekomst.”
Geavanceerde technologieën
Er zijn verschillende alternatieve methoden om energiekosten te reduceren en de ecologische voetafdruk te verkleinen. Naast elektrificatie kunnen het hergebruik van warmte en hybride oplossingen, waarbij gas- en elektrische processen gecombineerd worden, effectieve strategieën zijn. Deze benaderingen bieden een solide basis voor de toekomst, met de mogelijkheid om door te groeien naar nog geavanceerdere duurzame technologieën.
Innovaties
Het is essentieel dat bedrijven nadenken over duurzame innovaties om hun
concurrentievoordeel te behouden. In sectoren als de staalproductie is het vaak onrealistisch om het gehele productieproces te elektrificeren. Waterstoftechnologie biedt in deze context een veelbelovende optie. Grote spelers als Tata Steel experimenteren met waterstof als alternatief voor fossiele brandstoffen en ook middelgrote ondernemingen doen er goed aan om nu al in kaart te brengen welke rol waterstof kan spelen in hun toekomstige energievoorziening. Daarnaast overwegen bedrijven oplossingen, zoals accu’s en thermische opslag, om fluctuaties in energieaanbod en -vraag op te vangen.
verminderen. Daarnaast biedt het opslaan van energie in buffers, zoals warmteopslag in water, een strategische optie om de energiekosten te drukken. Dit verhoogt bovendien de beschikbaarheid van energie op kritieke momenten.”
Strengere overheidsnormen en toenemende financiële druk maken het noodzakelijk dat bedrijven hun duurzaamheidsbeleid proactief vormgeven. Door samen te werken met gespecialiseerde adviseurs en brancheorganisaties kunnen ondernemingen profiteren van best practices en innovatieve oplossingen die elders al succesvol zijn geïmplementeerd.
Slim energieverbruik verlaagt de druk op het stroomnet
Netcongestie
De huidige netcongestie vormt een actueel en relevant vraagstuk voor bedrijven die streven naar elektrificatie. Vermeltfoort: “Door verbruikspatronen aan te passen en bijvoorbeeld energie te gebruiken op rustige momenten, zoals in het weekend of ’s nachts, kunnen ondernemingen de druk op het energienet
Strategische investeringen Tot slot is het duidelijk dat de energietransitie een complex en dynamisch proces is. Het vergt niet alleen investeringen in nieuwe technologieën, maar ook een cultuurverandering binnen de organisatie. Strategische investeringen in energiebesparing en CO2-reductie positioneren bedrijven als toonaangevende duurzame marktspelers en versterken tegelijkertijd een robuust en verantwoord milieubeleid dat resulteert in langdurige economische voordelen.
De eerste stap naar CO₂-reductie
Bent u als bedrijf klaar om uw CO₂-uitstoot te verminderen en bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen?
Met onze Decarbonisatiescan krijgt u inzicht in de kansen om uw energieverbruik efficiënter in te richten en de overstap naar duurzame energiebronnen te maken.
Meer weten?
Scan de QR-code of ga naar kiwa.com/decarbonisatiescan
Tekst: Hugo Schrameyer
Strategisch advies maakt het verschil tussen groei en crisis
Een financieringsvraag staat zelden op zichzelf. Ondernemers die willen groeien, overnemen of juist een reddingsboei zoeken om te overleven, hebben behoefte aan strategisch en financieel advies dat verder kijkt dan cijfers alleen. Onafhankelijke specialisten helpen bij financiering, maar denken ook mee over structuur, timing en haalbaarheid.
Achter elke financieringsvraag schuilt een verhaal. Terwijl een deel van de ondernemers wil groeien, investeren of overnemen, zien andere ondernemers hun bedrijf onder druk staan door externe factoren. Daarom is elke vraag specifiek en vraagt het om een specifiek, onafhankelijk advies. Niet alleen om kapitaal te vinden, maar vooral om de juiste keuzes te maken.
Onafhankelijk financieringsadvies
Strategisch en financieel advies vormt dan ook de kern van de dienstverlening van onafhankelijke financieringsspecialisten. Zij helpen ondernemers bij bedrijfsovernames – aan de koop- én verkoopkant – en ondersteunen bij herstructureringen wanneer een onderneming in zwaar weer
verkeert. Daarbij draait het niet alleen om financiering, maar om inzicht in de financiële gezondheid, toekomstkansen en risico’s.
“Wij begeleiden het hele proces”, vertelt Johan Westra, oprichter en eigenaar van Eijgen Finance, een intermediair die ondernemers ondersteunt bij het realiseren van hun ambities. “Van analyse en waardering tot onderhandelingen en de financiering zelf. En als het tegenzit, zijn we er ook om orde op zaken te stellen, opties te verkennen en het vertrouwen van financiers te herstellen.”
Het grote voordeel van een onafhankelijke partij is de toegang tot meer dan 100 verschillende eijgenfinance.nl
financieringsbronnen, waaronder alle (groot)banken, vastgoedfinanciers en een zeer groot netwerk van investeerders. En daarnaast ook leasemaatschappijen, factoring, crowdfunding en alternatieve financiers. Die kennis van de markt maakt het mogelijk om te schakelen en slim te combineren. Soms is stapelfinanciering nodig, of moet er worden geschakeld tussen korte en lange termijn. Cruciaal is ook de voorbereiding. “Wij zorgen voor een volledig en goed onderbouwd dossier. Dat
Vastgoedondernemers zoeken alternatief kapitaal
Voor vastgoedondernemers die buiten de kaders van banken vallen, kan een alternatieve financieringsvorm uitkomst bieden: snel, flexibel en met aantrekkelijk rendement voor investeerders. Korte doorlooptijd, hypothecaire dekking en persoonlijke begeleiding zijn hierbij belangrijke factoren.
Ondernemers in de vastgoedsector hebben regelmatig financieringsbehoeften die niet binnen de standaardcriteria van banken passen. Denk aan kortlopende leningen voor de aankoop, herontwikkeling of herfinanciering van panden, waarbij snelheid essentieel is en een minder rigide kredietbeoordeling gewenst is.
Financieel intermediair Jild, onderdeel van de financiële franchiseformule Eijgen Finance, speelt hierop in door overbruggingsfinancieringen te verstrekken met looptijden tussen de 3 en 36 maanden. Deze financiering is bedoeld voor zakelijke vastgoedprojecten in heel Nederland. De leensommen variëren tussen de € 100.000 en € 5.000.000, en worden vaak aflossingsvrij verstrekt. Ondernemers ontvangen doorgaans binnen 48 uur een
indicatief voorstel, wat het mogelijk maakt om snel te schakelen bij kansrijke projecten.
Particuliere investeerders
De kracht van het model ligt in de koppeling tussen vastgoedondernemers en particuliere investeerders die investeren in zakelijke hypotheken met vastgoed als onderpand. Zij ontvangen een vast rendement vanaf 7% per jaar, dat maandelijks wordt uitgekeerd. Hoe hoger het risico of hoe korter de looptijd, hoe hoger het geboden rendement.
Het is belangrijk dat alle verstrekte leningen hypothecair zijn gedekt, wat het risico voor investeerders beperkt. De zogenaamde ‘loan-to-value’-ratio (LTV) ligt gemiddeld tussen de 70% en 80%, afhankelijk van het soort project, de ervaring van de ondernemer en de
verwachte exitstrategie. In sommige gevallen wordt tot 100% gefinancierd, maar uitsluitend bij bewezen partijen met wie al vaker is gewerkt.
Realistisch tijdpad
Volgens Franke Twerda, oprichter en eigenaar van Jild, wordt per aanvraag zorgvuldig gekeken naar het onderliggende vastgoed, het terugbetalingsscenario en het risicoprofiel. “We beoordelen niet alleen het project, maar ook het plan daarachter. Wat is de waarde na ontwikkeling, hoe realistisch is het tijdspad en wie staat er achter het project?”, aldus Twerda.
Ook de investeerders profiteren van de efficiënte organisatie. Door een relatief lage kostenstructuur blijft het netto rendement voor beleggers aantrekkelijk, zonder dat de tarieven voor de geldnemer te ver oplopen. Dat maakt het model concurrerend ten opzichte van traditionele vastgoedfondsen.
Groeiende behoefte
Daarnaast is er veel aandacht voor transparantie en service. Investeerders
voorkomt vertraging en vergroot de kans op succes bij de bank of andere financiers. Door die aanpak kunnen ondernemers zich richten op hun bedrijf, terwijl het traject professioneel wordt begeleid.”
Persoonlijk advies
Financieringsvraagstukken zijn doordesemt van cijfers. En toch: ook de menselijke kant speelt een grote rol. Vandaar dat Eijgen Finance altijd bewust tijd neemt voor een persoonlijk gesprek. “Het moet klikken, zowel inhoudelijk als qua samenwerking. Die laagdrempeligheid maakt het makkelijker om ook in moeilijke tijden hulp te zoeken.”
De ondernemers die worden ondersteund, variëren van agrarische tot industriële bedrijven en van horeca tot vastgoedbeleggers. Dankzij een landelijk netwerk van gespecialiseerde adviseurs is er voor elke situatie expertise beschikbaar. Zo heeft de groep onder andere specialisten voor vastgoedfinanciering, agrarisch advies en bedrijfsovernames. Bovendien biedt de franchiseformule zowel landelijke dekking als lokale betrokkenheid. Elke vestiging wordt gerund door zelfstandig ondernemers die hun regio kennen, maar tegelijk profiteren van gedeelde kennis, tools en ervaring.
krijgen toegang tot een online portaal waar zij hun portefeuille kunnen volgen en direct inzicht hebben in betalingen en rente. Ook wordt actief gemonitord of betalingen tijdig plaatsvinden. Bij vertragingen wordt direct contact opgenomen met de ondernemer en indien nodig worden juridische stappen voorbereid.
“Wat wij zien, is dat er een groeiende behoefte bestaat aan flexibel kapitaal, terwijl er ook steeds meer investeerders rendement zoeken buiten traditionele spaarproducten. Zeker in een tijd waarin banken terughoudender zijn geworden, groeit de vraag naar toegankelijke, snelle en professionele alternatieven”, aldus Twerda.
Jild – Partner Content
Johan Westra & Franke Twerda, Oprichters en eigenaren, Eijgen Finance & Jild
Personeelstekorten in bouw aanpakken met innovaties
INNOVATIE
De Nederlandse bouwsector staat voor een grote uitdaging. Terwijl de vraag naar woningen, infrastructuur en verduurzaming blijft groeien, wordt het personeelstekort steeds nijpender. Een combinatie van vergrijzing, afname van het aantal jongeren in de bevolking en onbekendheid van de sector leidt tot een structureel personeelstekort. De oplossing ligt in technologische innovaties, nieuwe opleidingsroutes en een grotere bekendheid van de sector.
De problematiek speelt op alle niveaus, van mbo tot hbo, en is vooral urgent bij infraprojecten. Fundamentele verandering en innovatie zijn noodzakelijk, zo betogen experts. “We hebben te maken met een dubbele uitdaging: veel mensen gaan met pensioen, terwijl er demografisch gezien minder jongeren beschikbaar zijn”, zegt Vera van Rossem, beleidsadviseur bij Bouwend Nederland, een brancheorganisatie die ruim 4.600 bouw- en infrabedrijven vertegenwoordigt.
De sector staat onder druk om te innoveren: digitalisering en robotisering vragen om nieuwe profielen, zoals data-analisten en procesoperators. “We zien een verschuiving naar fabrieksmatige bouw, wat nieuwe vaardigheden vereist. Dit vraagt om aangepaste opleidingsprogramma’s. Digitale vaardigheden worden steeds belangrijker”, aldus Van Rossem.
Vroege bewustwording
De branche zet in op meerdere trajecten. Een van de speerpunten is vroege bewustwording. “Uit onderzoek blijkt dat kinderen vóór hun negende al beroepen uitsluiten als ze er niet mee in aanraking komen. Daarom is het cruciaal om jong te beginnen met voorlichting”, verklaart Van Rossem. Via
gerichte programma’s en evenementen, zoals de Onderwijsdag van de Bouw, krijgen jongeren een realistisch beeld van moderne bouw- en infraberoepen.
Naast het werven van jongeren, richt de sector zich ook op zij-instromers. Via omscholingsprogramma’s worden mensen uit andere sectoren klaargestoomd voor een bouwcarrière. “We bouwen een versneld opleidingstraject, waarbij mensen basiskennis opdoen en daarna in het werkveld verder leren”, legt Van Rossem uit. Deze aanpak kost tijd, want een gedegen omscholing duurt vaak een jaar, maar levert duurzame resultaten op.
We zien een verschuiving naar fabrieksmatige bouw en dat vraagt om nieuwe vaardigheden en scholing
“We kijken ook naar arbeidsmigratie, maar dat brengt uitdagingen met zich mee in het huidige politieke klimaat”, zegt Van Rossem. Innovatie kan een sleutelrol vervullen: bedrijven investeren gezamenlijk in robotisering en werken samen in regionale innovatiehubs om kennis en middelen te
delen. Modern materieel verlicht het fysieke werk, terwijl digitale hulpmiddelen de efficiëntie verbeteren. Ook experimenteren bedrijven met nieuwe samenwerkingsvormen waarbij kennis en apparatuur worden gedeeld, bijvoorbeeld bij de inzet van kostbare metselrobots.
Modern werkgeverschap is cruciaal
Het personeelstekort blijft volgens prognoses tot zeker 2040 aanhouden. “Dit is geen tijdelijk probleem dat vanzelf oplost”, waarschuwt Van Rossem. “We moeten onze processen anders inrichten en volop inzetten op digitalisering en robotisering, terwijl we tegelijkertijd blijven investeren in menselijk kapitaal.”
Voor bouwbedrijven is het advies helder: investeer in opleidingsmogelijkheden, bied flexibiliteit en werk samen met onderwijsinstellingen. “Modern werkgeverschap is cruciaal”, benadrukt Van Rossem. “De nieuwe generatie vraagt om vrijheid, flexibiliteit en ontwikkelmogelijkheden. Daar moeten we als sector op inspelen om aantrekkelijk te blijven voor nieuw talent.”
Bouwsector zoekt flexibiliteit in uitdagende tijden
UITDAGINGEN
De Nederlandse bouw- en energiesectoren staan onder behoorlijke druk. Dat komt onder meer door de energietransitie, de toenemende woningnood en internationale handelsspanningen. Tegelijkertijd kampen bouwbedrijven met stijgende kosten, beperkte beschikbaarheid van materialen en een groot tekort aan technisch personeel.
Binnen zijn eigen werkveld ziet
Edwin van Batenburg, director Engineering & Commerce bij arbeidsbemiddelaar
YER, dat het vinden van gekwalificeerde vakmensen een forse uitdaging blijft. Vergrijzing van de arbeidsmarkt is weliswaar geen onoverkomelijk probleem, maar de instroom van jong technisch talent blijft laag. “Helaas kiezen nog altijd te weinig jongeren voor technische opleidingen. De bouw- en energiesectoren worden vaak niet gezien als sexy, terwijl hier juist veel innovatieve en belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden.”
Om de tekorten op te vangen, heeft YER flexibiliteit en innovatie tot speerpunt gemaakt, bijvoorbeeld met traineeships op maat, gerichte omscholingstrajecten en internationale werving. Verder winnen robotisering, AI en prefab-technieken terrein in de sector, waardoor bestaande functies veranderen en nieuwe functies ontstaan. Toch benadrukt Van
Slimme beveiliging houdt de bouw draaiende
Diefstal en vandalisme veroorzaken jaarlijks tientallen miljoenen schade op Nederlandse bouwprojecten. Minstens even kostbaar zijn de indirecte gevolgen: stilgevallen werkzaamheden, vertragingen, extra loonkosten en boetes wegens gemiste deadlines.
Alles met waarde wordt meegenomen – van klein gereedschap tot kabelhaspels en machines”, zegt Niels van der Meulen, country manager Benelux bij Kooi Camerabewaking. “Maar de indirecte schade is vaak groter. Een gestolen kabelhaspel kan een project platleggen,
Batenburg dat menselijke expertise onmisbaar blijft: “Deze innovaties veranderen veel, maar technische kennisoverdracht van ervaren professionals naar jonge generaties blijft cruciaal.”
Bedrijven moeten volgens hem vroeg beginnen om talent te enthousiasmeren, al op de middelbare school. Immers: onbekend maakt onbemind. De bouwsector moet beter uitdragen hoe mooi en innovatief deze branche is. Samenwerking met opdrachtgevers, onderwijsinstellingen en overheid is essentieel. “We moeten blijven investeren om te zorgen dat talent behouden blijft voor de bouw. Daarnaast moeten bedrijven zorgen voor betere carrièrepaden en arbeidsomstandigheden, zodat vakmensen gezond en gemotiveerd kunnen blijven werken tot aan hun pensioen.”
waardoor personeel stilstaat en deadlines onder druk komen.”
Preventie via slimme camera-units Het beveiligingsbedrijf biedt met mobiele camera-units – de zogeheten UFO’s (Unit For Observation) – een oplossing die inmiddels op duizenden projecten in heel Europa wordt ingezet. Slimme camera’s detecteren beweging en reageren direct: het eigen Kooi Alarm Center stelt binnen tien seconden een protocol in werking en er klinkt een waarschuwing via de luidspreker. In 99 procent van de gevallen vertrekken indringers dan direct. Indien nodig wordt kosteloos beveiligingspersoneel of de politie
ingeschakeld. “Het draait om snelheid en zichtbaarheid”, zegt Van der Meulen. “Direct handelen voorkomt schade, planningsvertraging én extra kosten.”
De UFO’s gebruiken geavanceerde AItechnologie, die onderscheid kan maken tussen echte en valse meldingen. Daardoor slaan ze niet aan bij een flapperend zeil of langslopende hond. “Dat maakt onze meldkamer efficiënter en helpt onze klanten onvoorziene uitgaven te voorkomen.”
Duurzaamheid en toekomst
Naast veiligheid speelt duurzaamheid een grote rol. Kooi wil in 2030 volledig CO₂-neutraal werken. De units zijn
daarom uitgerust met zonnepanelen, accupacks, brandstofcellen en waterstof. Hiermee voldoen ze aan de steeds strengere duurzaamheidseisen die in aanbestedingen vaak worden gesteld.
In Nederland is camerabewaking inmiddels gemeengoed. Andere delen van Europa werken echter nog veel met fysieke bewaking – een kostbaar en minder schaalbaar alternatief. “Wij combineren technologie met menselijke expertise. Dat is betrouwbaarder en financieel gunstig. Klanten verdienen hun investering vaak al binnen enkele weken terug”, zegt Van der Meulen.
Kijk voor meer informatie over (tijdelijke) camerabewaking op 247kooi.com
Tekst: Fred Pals
Tekst: Hugo Schrameyer
Kooi Camerabewaking – Partner Content
Digitalisering van de bouw vraagt om samenhang
De bouwsector houdt al decennialang vast aan vertrouwde werkwijzen. Toch zijn er de afgelopen jaren flinke stappen gezet op het gebied van digitalisering. Papieren bouwtekeningen zijn vervangen door tools als CAD en BIM, meetlinten maken plaats voor drones en laserscanners, monteurs vullen hun werkbonnen in op tablets en inspecties worden steeds vaker uitgevoerd met sensoren en slimme camera’s.
Digitalisering is dus allesbehalve nieuw in de bouw. Maar waarom staat digitale transformatie dan nu zo hoog op de agenda? “Omdat het geen keuze meer is, maar noodzaak. Digitaliseren is een eerste stap. Pas wanneer processen, mensen en data goed op elkaar zijn afgestemd, ontstaat duurzame transformatie”, zegt Christiaan van Kouwen, oprichter van STARC — een in Utrecht gevestigd adviesbureau dat bouworganisaties begeleidt in de transitie naar toekomstbestendig werken. Want de bouw mag dan traditioneel zijn — dat maakt de ruimte voor transformatie des te groter.
De urgentie in cijfers
De cijfers onderstrepen waarom digitale transformatie geen nice-to-have meer is. Uit onderzoek van ABN AMRO blijkt dat faalkosten in de bouwsector in de praktijk vaak oplopen tot 10 à 20%. Op een jaarlijkse sectoromzet van zo’n € 90 miljard gaat het dan om miljarden aan verspilling.
Tegelijkertijd blijft de productiviteit achter: McKinsey berekende al in 2017 dat de wereldwijde bouwsector gemiddeld slechts 1% productiviteitsgroei per jaar laat zien. “Als je ook maar een paar procent van die faalkosten weet terug te dringen, creëer je enorme ruimte — voor innovatie, betere marges én meer aandacht voor mensen”, zegt Van Kouwen.
Van losse tools naar blijvende verandering
De sector luistert naar de cijfers en investeert massaal in digitalisering. Van Kouwen begrijpt die keuze: “Maar ondanks de goede intenties en forse IT-budgetten, blijkt dat deze inspanningen vaak niet leiden tot échte verandering. Wat ontbreekt is samenhang. Zonder heldere visie en integrale aanpak leidt digitalisering al snel tot wat in de sector bekendstaat als ‘pleisters plakken’: losse applicaties zonder onderlinge afstemming.”
“Digitalisering is alleen de stap van analoog naar digitaal. Maar digitale transformatie gaat een stuk verder: het betekent anders denken, anders organiseren, anders samenwerken. Het is het verschil tussen werken met data en daadwerkelijk sturen op data.”
Transformatie begint bij mensen STARC verwacht dat rond 2030 datagedreven werken de norm wordt — mede door veranderende regelgeving en contractvormen die steeds meer vragen om onderbouwing met data. Maar succes hangt niet alleen af van technologie. “Je kunt de beste tools hebben, maar als mensen ze niet gebruiken, verandert er niets”, zegt Van den Boogaard. Daarom vraagt transformatie om serieuze investeringen: in processen, systemen en vooral in mensen. “Die investering betaalt zich snel terug in de vorm van minder faalkosten, sterkere prestaties in aanbestedingen, meer winst en meer werkplezier”, voegt Van Kouwen toe.
technologische mogelijkheden en wat er op de werkvloer echt werkt”, benadrukt Van Kouwen.
“Wij richten ons juist op die verbinding”, zegt Van den Boogaard. “Tussen de praktijk in de bouw en de inzet van data en technologie. Onze mensen combineren proces- en vakkennis uit de bouw met expertise in data, automatisering en verandering. En dat is nodig voor blijvend resultaat.”
Met een team van dertig professionals, en groeiend, ondersteunt STARC organisaties in de bouw- en energiesector bij hun digitale transformatie. Van Kouwen: “Bouwen aan gezondere organisaties binnen de fysieke leefomgeving, zodat organisaties ook in de toekomst effectief kunnen inspelen op maatschappelijke en technologische veranderingen. Dat is waar we voor staan.”
Digitalisering is eigenlijk alleen de stap van analoog naar digitaal
Marc van den Boogaard, oprichter van STARC, ziet het in de praktijk dagelijks gebeuren: “Organisaties bouwen hun hele procesarchitectuur op losse systemen, zonder dat iemand nog durft te sleutelen aan de kern. Helaas zien we dat vaker gebeuren — alles zit zo vast aan elkaar, dat je het niet meer durft los te trekken.”
En precies dáár wringt het. Want digitaliseren is iets anders dan transformeren. Van den Boogaard:
En er is haast bij. In veel bouwbedrijven gaat binnen tien jaar het merendeel van het personeel met pensioen. “Die kennis moet je nu borgen”, aldus Van Kouwen. “Door data slim te gebruiken en systemen goed in te richten.”
Data als stuurkracht
Digitale transformatie vraagt om meer dan techniek. Bouworganisaties hebben behoefte aan mensen die én de sector begrijpen, én weten hoe je data slim inzet in processen. In de praktijk ontbreekt die combinatie vaak. “Veel ITconsultants missen specifieke kennis van bouwprojecten, terwijl bouwkundigen juist weinig ervaring hebben met datagedreven werken. Het gevolg: een kloof tussen
Meer weten over wat STARC voor jouw organisatie kan betekenen?
Scan de QR-code of kijk op www.starc.nl.
Zo wordt duurzaam bouwen de nieuwe standaard
PROFIEL INTERVIEW
De gebouwde omgeving is in Nederland verantwoordelijk voor bijna 40% van het energieverbruik en bijna een derde van de CO2-uitstoot. Een toekomstbestendige en duurzame bouwsector is daarom essentieel om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen.
De in 2008 opgerichte stichting Dutch Green Building Council (DGBC) is een landelijke maatschappelijke organisatie die zich inzet om de gebouwde omgeving in hoog tempo toekomstbestendig te maken. De organisatie ontstond vanuit de vraag in de markt en introduceerde in 2009 een brede meet- en certificeringsmethode voor een duurzaam gebouwde omgeving: BREEAM-NL. Dit keurmerk wordt inmiddels in tientallen landen toegepast.
De organisatie werkt samen met meer dan 400 partners aan het verduurzamen van gebouwen in Nederland. Algemeen directeur Brigit Gerritse en Martin Mooij, programmamanager Paris Proof, geven hun kijk op de stand van zaken in Nederland en de sector als geheel.
Niet-duurzame gebouwen zijn de ‘stranded assets’ van de toekomst
Paris Proof
In 2050 moet het energiesysteem volgens het in 2015 getekende Klimaatakkoord van Parijs volledig uit duurzame CO2-neutrale bronnen bestaan. “We hebben ons toen afgevraagd wat dit betekent voor vastgoed. Wat is de stip aan de horizon als iemand met vastgoed aan de slag gaat?” vraagt Mooij. “Partijen willen weten waar ze aan toe zijn, daarom maakten we dit in 2016 concreet en meetbaar en we noemden het Paris Proof. Met
name grote commerciële partijen omarmen Paris Proof, je ziet dat beleggers willen investeren en klanten erom vragen. Die willen zeker zijn dat het gebouw in ieder geval twintig tot dertig jaar goed blijft. Je wordt vervolgens ook niet overvallen door aanvullende regels.”
Urgentie
DGBC-partners fungeren als koplopers en voelen de urgentie om in actie te komen, waardoor ze verantwoordelijkheid nemen en leiderschap tonen. Uiteindelijk gaan de achterblijvers daar ook van profiteren. Niet onbelangrijk: er moet een miljoen woningen bijkomen in ons land. “Het onderwerp duurzaamheid speelt in de vastgoedsector zeker al vijftien jaar”, stelt Gerritse. “Er is echt een diep besef dat als je nu een gebouw niet duurzaam bouwt of renoveert, je een dief bent van je eigen portemonnee. Niet-duurzame gebouwen zijn de ‘stranded assets’ van de toekomst, dus die vertegenwoordigen later geen economische waarde meer.”
Mooij vult aan dat het natuurlijk ook in stapjes kan, maar dat het belangrijk is om nu al het juiste pad in te slaan.
Opgave
Via het kenniscentrum van DGBC worden kennis en innovaties van en met partners gedeeld. Het brengt organisaties met elkaar in contact en stimuleert samenwerking. Hun filosofie is gericht op meten, weten en doen. Daarnaast organiseren ze opleidingen en evenementen over actuele duurzaamheidsthema’s.
Een van de vragen die ze vaak krijgen is of duurzaam bouwen
duurder is. Gerritse vertelt dat het kansen op verschillende niveaus biedt, van de materiaalkeuze tot innovatieve technologieën en regelgeving. “Door andere bouwmethoden en materialen kan duurzaam of circulair bouwen soms goedkoper zijn.” Daarnaast is het belangrijk welke kosten worden meegenomen. In eerste instantie kan het duurder lijken, maar vaak zijn de kosten voor het onderhoud van een duurzaam gebouw een stuk lager en zijn er meer baten dan alleen een lagere energierekening. Ook worden waterbesparende maatregelen tijdens het gebruik van de woning terugverdiend. De overheid stimuleert duurzaam bouwen en verbouwen bovendien met subsidies.
Brandveilig bouwen begint in de ontwerpfase
VEILIGHEID
Brandveiligheid is vaak een sluitpost in het bouwproces. Pas als de brandweer een aanpassing verlangt, wordt er ingegrepen. Zonde, want fouten herstellen kost tijd, geld en energie. Wie al in de ontwerpfase aandacht heeft voor brandveiligheid, voorkomt problemen en kan zelfs het rendement van een gebouw verhogen.
Te vaak wordt brandveiligheid pas serieus genomen aan het eind van het bouwtraject – of zelfs ná oplevering. Dan blijkt dat materialen niet voldoen of dat vluchtroutes onlogisch zijn. “Soms moeten we opnieuw naar de tekentafel,” zegt Bob Rietbergen, adviseur van RBG Brandveiligheid, een bureau dat bouwprojecten van begin tot eind begeleidt op het gebied van brandveiligheid.
Bob Rietbergen, Adviseur van RBG Brandveiligheid
In de praktijk blijkt dat vroegtijdige aandacht voor brandveiligheid het bouwproces kan vereenvoudigen. Verschillende adviseurs pleiten ervoor om al in de ontwerpfase na te denken over brandveiligheid. Op die manier kunnen adviseurs meedenken over slimme oplossingen die niet alleen veiliger zijn en bouwkosten besparen, maar ook extra vierkante meters en dus geld opleveren. “Zeker in binnenstedelijke herontwikkelingen, zoals het splitsen van grachtenpanden of het transformeren van kantoren naar woningen, ligt er veel winst in brandveilig ontwerp. Als je daar vroeg op stuurt, kun je meer vierkante meters realiseren. Die optimalisatie levert direct meer verhuur- of verkoopwaarde op.”
Ook in bestaande bouw komen vaak knelpunten aan het licht. Een groot deel van het advieswerk richt zich op het herstellen van brandveiligheidsfouten uit eerdere bouwfasen. Daarbij gaat het soms om kleine details zoals materiaalkeuze, terwijl het ook wil gebeuren dat structurele tekortkomingen complexe aanpassingen vragen.
Wat is de stip aan de horizon als iemand met vastgoed aan de slag gaat?
No regret-maatregelen
DGBC overlegt regelmatig met de verschillende ministeries om beleid af te stemmen en houdt ook de regelgeving vanuit de EU in de gaten. “We brengen de ervaring in vanuit de praktijk en duiden wat EU-regelgeving voor onze achterban betekent”, vertelt Mooij. “We hebben ook een netwerk met Green Building Councils in andere landen, zodat we de weg bereiden, het toepasbaar maken en uitleggen aan de markt.” Dit moet uiteindelijk leiden tot zogeheten no regret-maatregelen. “Het is en blijft verschrikkelijk belangrijk”, besluit Gerritse. “We helpen de markt waar mogelijk en nemen zorgen uit handen.”
Soms is het verstandig om meer te doen dan wettelijk vereist is.
Onafhankelijkheid
Adviseurs die zich onafhankelijk opstellen – dus geen installaties leveren – krijgen eerder vertrouwen van de toezichthouder of brandweer. Dat blijkt uit praktijkervaring in verschillende bouwprojecten. In sommige gevallen nemen schriftelijke rapportages van brandveiligheidsadviseurs de plaats in van fysieke controles. Dat gebeurt alleen wanneer de autoriteiten volledig vertrouwen op de deskundigheid van het advies.
De dienstverlening richt zich bovendien niet alleen op regels, maar ook op aspecten als bedrijfscontinuïteit. “Soms is het verstandig om meer te doen dan wettelijk vereist is. Een ondernemer wil niet lang stilliggen na een brand. Dan kun je beter extra maatregelen nemen om schade zoveel mogelijk te beperken.”
Tekst: Michel de Ruyter
Foto: Merel den Otter, DGBC
Tekst: Hugo Schrameyer
Intersloop B.V. –
Slim afvalbeheer maakt duurzaam bouwen mogelijk
Binnenstedelijk bouwen is een logistieke uitdaging. Ruimtegebrek en strikte regelgeving maken het lastig om afval efficiënt af te voeren. Toch is goed afvalbeheer van groot belang, zeker met de bestaande duurzaamheidseisen zoals de BREEAM- en LEED-normen. Hoe voorkom je opeenstapeling van bouwafval en zorg je voor een milieuvriendelijke verwerking?
van Dijk, Eigenaar, Intersloop B.V.
Duurzaam afvalbeheer op de bouwplaats
Afvalbeheer begint steeds vaker al op de bouwplaats zelf, waar slimme keuzes een groot verschil kunnen maken. Twintig jaar geleden begon Intersloop B.V. als specialist in sloop, boor- en zaagwerk. Als sloopbedrijf kwam het dagelijks in aanraking
intersloop.nl - interfacility.nl
met bouwafval. Klanten vroegen steeds vaker of het bedrijf niet alleen kon slopen, maar ook kon helpen bij het duurzaam afvoeren van bouw- en sloopafval. Vooral aannemers die werken in binnenstedelijke gebieden hadden behoefte aan een slimme oplossing. Zij hebben immers meestal geen ruimte om grote containers neer te zetten, zeker niet als er geen bouwterrein is. Ook speelt tijdsdruk een rol. Hoe sneller afval wordt afgevoerd, hoe minder verstoring er optreedt in het bouwproces.
Niels van Dijk, eigenaar van Intersloop B.V. licht toe: “Bovendien werd afval vaak op één hoop gegooid, waardoor recycling veel lastiger werd. Als we afval direct bij de bron scheiden, kunnen we de verwerking veel efficiënter en duurzamer maken. Daarmee creëren we schone monostromen die kunnen worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten.”
Slimme logistiek en afvalscheiding in de praktijk
Op de bouwplaats worden rolcontainers voorzien van duidelijke aanduidingen voor specifieke afvalstromen zoals hout, gips, metalen en isolatie. Dit voorkomt vervuiling van recyclebare materialen en verhoogt de kwaliteit van het hergebruik. Aannemers verzamelen het afval in de juiste container, waarna Interfacility B.V. (partner van Intersloop B.V.) het transport en de verwerking verzorgt. “Daarnaast kunnen we onze opdrachtgevers tijdens het bouwproces ondersteunen door bouwopruimers in te zetten”, vertelt Van Dijk.
Hij geeft een voorbeeld van de werkwijze:
“Bij de verbouwing van een kantoorpand voor een van onze opdrachtgevers, Marktlink, in de Amsterdamse binnenstad passen wij deze manier van werken toe,” vertelt Van Dijk. Op het pand berust een BREEAM-certificaat. Dit houdt in dat de vrijkomende materialen volgens de BREEAM-eisen verwerkt moeten worden. Interfacility B.V, partneronderneming
Byldis – Partner Content
Kan hoogbouw sneller en efficiënter?
De bouwsector heeft het zwaar: personeelstekorten, woningnood en strenge milieueisen dwingen tot innovatie. Tegelijkertijd moet er sneller en efficiënter gebouwd worden, en bovenal veilig. Prefab betonsystemen zouden uitkomst kunnen bieden, maar kunnen ze ook architectonisch hoogwaardige gebouwen opleveren?
Wereldwijd wordt er steeds meer gebouwd met prefab beton. Dat is een functionele manier van bouwen, maar is prefab ook geschikt voor bijvoorbeeld hoogbouw? We leggen de vraag voor aan Byldis uit Veldhoven, waar ze al decennialang ervaring hebben met deze vorm van bouwen. Door het volledige bouwproces te beheersen - van engineering en productie tot logistiek en montage - weet het bedrijf complexe bouwprojecten te realiseren.
Ervaren speler
De geïntegreerde aanpak levert significante voordelen op. “We hebben dertig ingenieurs in huis die volledige bouwconstructies tot en
met de gevels ontwerpen, en ook alle krachten doorrekenen”, vertelt Marco Jungbeker, recent bij Byldis begonnen als CEO. “Hierdoor hebben we geen ingenieursbureaus nodig. Het is allemaal in-house.”
Michel Mulder, directeur Projecten bij Byldis, wijst op de expertise die ze meebrengen: “In Nederland vinden we torens boven 70 meter nog spannend. Wij bouwen veel in de UK, en daar doen we niet anders. We pakken daar momenteel een toren van 130 meter aan.”
Dreeftoren in Amsterdam, die de hoogste woontoren van de hoofdstad wordt, en het luxe Westmond project in Londen met 450 appartementen. Daarnaast worden ook kleinere projecten uitgevoerd van een experimentele villa in Limburg tot levering van duurzame prefab elementen voor een monumentaal pand in Rotterdam. Prefab beton is veelzijdig.
Modern bouwen
De Zalmhaven in Rotterdam is de hoogste prefab-toren ter wereld
Het bedrijf heeft veel ervaring met prefab. Zo werkten ze aan de Zalmhaven in Rotterdam, die wordt beschouwd als de hoogste prefab-toren ter wereld. Momenteel realiseren ze onder meer de
Prefab bouwen levert volgens Jungbeker een bouwtijdverkorting op van 30 tot 50 procent vergeleken met traditionele methoden. “Een verdieping van de Dreeftoren in Amsterdam is in zes dagen tijd wind- en waterdicht”, zegt hij. Dit is vooral waardevol bij binnenstedelijke locaties of bouwplaatsen met beperkte toegang, zoals naast een spoor- of snelweg.
Byldis investeert ook in duurzaamheid, bijvoorbeeld door prefab beton te combineren met houten skeletbouw en door duurzamere betonelementen te ontwikkelen. Daarnaast gebruikt het bedrijf datagedreven ontwerpprocessen en 3D-printing zowel voor visualisatie als productieoptimalisatie.
van Intersloop B.V., verzorgt deze manier van verwerken. “Door de beperkte ruimte zorgen we ervoor dat afval snel en zonder overlast wordt verzameld, afgevoerd en verwerkt. Met rolcontainers verzamelen wij de verschillende restmaterialen. De monostromen voeren we op afroep af. Tweewekelijks bezoeken wij de bouwplaats en via een maandelijkse rapportage houden we bij in hoeverre het project aan de duurzaamheidscriteria voldoet. Op deze wijze maken wij binnenstedelijk afvalmanagement mogelijk.”
Groeiplannen
De belangrijkste groeiregio’s voor Byldis zijn Nederland en Engeland, vooral Londen. “Er is de afgelopen tien jaar niet veel gebouwd en er is onvoldoende capaciteit om alle plannen in Nederland tot 2045 te realiseren”, aldus Jungbeker. Daarnaast zijn er potentiële projecten in Duitsland, specifiek in steden als Hamburg, Berlijn, München, Frankfurt en Keulen.
Wat Jungbeker vooral wil benadrukken is dat prefab beton meer is dan alleen functioneel. “Als ik in ons laboratorium loop, geniet ik daar echt van. We kunnen alles maken, van elke materiaalsoort. Prefab beton wordt steeds meer sexy en vooruitstrevend, met kwaliteitsproducten waarmee we ons onderscheiden.”
Niels
Zo zorgt YER voor een blijvende instroom van jong talent
De energietransitie vraagt om versnelling en om technisch talent dat die versnelling mogelijk maakt. Voor Croonwolter&dros, onder meer actief in de hoogspanningssector, betekent dat: snel opschalen zonder concessies te doen aan kwaliteit. Maar waar vind je in een krappe arbeidsmarkt hoogopgeleide technische starters die ook nog eens goed passen bij je organisatie? Operationeel directeur Energie Arjan van Brummelen vond het antwoord in het Talent Development Program Energietechniek van YER.
De juiste mensen voor complexe uitdagingen “Het werk dat wij doen, kun je vergelijken met een openhartoperatie,” vertelt Van Brummelen. “Je werkt aan het netwerk dat Nederland draaiende houdt. Daarin is geen ruimte voor fouten. Tegelijkertijd vragen de maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de energietransitie, om een ongekende versnelling. We hebben dus niet alleen vakmensen nodig, maar ook talent dat snel schakelt en verantwoordelijkheid durft te nemen.”
en Edwin van Batenburg selecteren niet alleen op skills, maar ook op persoonlijkheid, motivatie en ontwikkelpotentieel. De begeleiding is intensief, ook op het gebied van soft skills en persoonlijke groei.”
De trainees volgen een leerwerktraject van twee jaar en stromen daarna door naar een vaste aanstelling bij Croonwolter&dros. Ze krijgen aanvullende opleidingen, doen waardevolle praktijkervaring op
“Dankzij YER hebben we een structurele instroom van talent dat niet alleen technisch onderlegd is, maar ook perfect past bij wie wij zijn.”
Die combinatie is lastig te vinden, zeker nu het aantal afgestudeerden in technische richtingen daalt. “We kunnen niet blijven teren op traditionele instroom. Daarom zijn we op zoek gegaan naar slimme alternatieven.”
Traineeships die werken – voor organisatie én starter Via YER vond Van Brummelen een oplossing die het verschil maakt: traineeships op maat, speciaal voor hoogopgeleide starters met een technische achtergrond, zoals elektrotechniek, technische bedrijfskunde en werktuigbouwkunde. “Wat ik waardeer aan YER, is hoe grondig en deskundig ze het aanpakken,” zegt Van Brummelen. “Jurjen Riegman
Jurjen Riegman
+31 6 151 150 41 jurjenriegman@yer.nl
en worden persoonlijk gecoacht. “Dat maakt dat ze snel van waarde zijn. Ze weten hun weg te vinden, denken mee en brengen een frisse blik.” Vervolgens groeien ze door in de richting die het best bij hen past – uitvoering, beheersing of engineering – en kiezen voor functies als werkvoorbereider, projectcoördinator of manager projectbeheersing.
Een cultuur die draait om innovatie en zingeving “In de afgelopen zes jaar zijn we uitgegroeid tot een bedrijfsonderdeel met vier businesslijnen, waarmee we met een team van 240 mensen actief bijdragen aan de energietransitie,” vertelt Van Brummelen. “Vanaf dag één werken we met Building Information
Edwin van Batenburg
+31 6 257 117 63
edwinvanbatenburg@yer.nl
Modeling, standaardisatie en modulair bouwen. Dat zit in ons DNA: dingen slimmer doen, pionieren, verbeteren.”
Die cultuur trekt mensen aan die willen bijdragen aan iets groters dan zichzelf. “Onze mensen kiezen bewust voor de energietransitie. Ze zoeken zingeving en willen impact maken. We zijn geen logge organisatie, maar een team van doeners dat elke dag kijkt hoe het beter kan.”
Binnen die context passen de trainees perfect. “Ze brengen energie en nieuwsgierigheid mee. En omdat we investeren in hun ontwikkeling en vertrouwen geven, blijven ze in de meeste gevallen ook na het traject aan boord.”
Samen bouwen aan de toekomst
Van Brummelen ziet de samenwerking met YER dan ook als strategisch en voor de lange termijn.
“Het team denkt met ons mee, kent onze uitdagingen en weet wie er bij ons past. De programma’s sluiten perfect aan op onze projecten én op de mentaliteit binnen ons bedrijf. Dat is geen toeval, dat is vakmanschap.”
Inmiddels is de eerste lichting trainees nog steeds actief en in september start alweer de vierde groep. “Dat zegt iets over de kwaliteit van het traject en over hoe goed YER begrijpt wat wij nodig hebben.”
Klaar om je team te versterken of je carrière te versnellen? Ontdek wat YER voor je doet.
Foto: Paolo Bouman. V.l.n.r.: Jurjen Riegman en Arjan van Brummelen.
VvE-bestuur is meer dan vergaderen
Ongeveer een op de zes Nederlandse woningeigenaren heeft te maken met een Vereniging van Eigenaars (VvE). Wist je dat een slecht functionerende vereniging de waarde van het vastgoed met tien tot twintig procent kan verlagen? Daarnaast hebben VvE’s die verduurzaming niet goed aanpakken, gemiddeld vijftien procent hogere energiekosten dan verenigingen die wél investeren in duurzame oplossingen. Welke uitdagingen komen vaak voor en hoe zorg je voor een goede organisatie?
De VvE is onder andere verantwoordelijk voor de financiën en de jaarlijkse algemene vergadering. Ook het onderhoud en de verduurzaming van het gebouw vallen onder de verantwoordelijkheden. Het besturen van VvE’s verloopt niet altijd vlekkeloos. Zo kunnen drie op de tien eigenaren van appartementen hun woningen niet verduurzamen, omdat het niet lukt om hierover binnen de vereniging overeenstemming te bereiken. Ook kunnen besluiten door onjuiste stemprocedures ongeldig zijn, wat kan leiden tot juridische conflicten.
Achterstallig onderhoud en serieuze risico’s Een niet goed functionerende VvE kan tot vervelende situaties leiden. Denk aan een lekkend dak waar geen consensus over wordt bereikt of subsidies die blijven liggen omdat ze te laat worden aangevraagd. Maar er kunnen ook serieuze risico’s ontstaan. Bijvoorbeeld door een verouderde lift die niet meer aan de laatste richtlijnen voldoet. Of door onvoldoende naleving van brandveiligheidsregels. Uit recent onderzoek blijkt dat maar liefst 75 procent van de VvE’s geen evacuatieplan heeft. Dit terwijl er in Nederland dagelijks brand ontstaat in appartementencomplexen.
Veel appartementencomplexen voldoen daarbij niet aan de laatste eisen, wat grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Een controle door de Veiligheidsregio kan resulteren in aanzienlijke verplichte kosten om het pand weer aan de brandveiligheidseisen te laten voldoen.
Het belang van goed bestuur
Een goed bestuur is belangrijk, maar het is vaak lastig om voldoende bestuurders te vinden. Daarom besteedt een groot deel van de verenigingen het beheer uit. Momenteel is VvE-beheerder een onbeschermd beroep: dit betekent dat iedereen zich beheerder mag noemen. Maar hoe zorg je ervoor dat je het in eigen beheer beter doet?
VvE Belang is al 25 jaar de enige belangenorganisatie die zich specifiek richt op de VvE en de appartementseigenaar. Met de grootste kennisbank in Nederland en het breedste aanbod aan diensten biedt de organisatie haar aangeslotenen de ondersteuning die nodig is om het beheer efficiënt en effectief te regelen.
Om bestuurders en appartementseigenaars nog beter te ondersteunen, organiseert VvE Belang komend najaar de jaarlijkse voorlichtingsbijeenkomsten. Deze zijn gratis toegankelijk en vinden plaats op vijf locaties verspreid door het hele land: Nieuwegein, Vijfhuizen, Apeldoorn, Rotterdam en Veldhoven. Tijdens deze bijeenkomsten komen in één dag alle belangrijke onderwerpen aan bod.
Gratis voorlichtingsbijeenkomsten
Tijdens de plenaire opening doe je kennis op over weten regelgeving en verduurzaming, en krijg je handvatten voor soepel VvE-bestuur. Als je goed op de hoogte bent, profiteer je van lagere kosten, een hogere vastgoedwaarde en een goed georganiseerde vereniging.
Op de bijeenkomsten kunnen de bezoekers deelnemen aan verdiepende workshops op het gebied van EV-oplaadpunten en de nieuwe notificatieregeling, besluitvorming bij verduurzaming, het Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP) en de veiligheid op hoogte met daken en liften. Mis de workshop juridische actualiteiten niet: hier ontdek je welke standpunten rechters innemen bij veelvoorkomende VvE-zaken. Op de beursvloer kom je ook meer dan vijftig uiteenlopende bedrijven tegen die je graag ondersteunen met hun producten en dienstverlening.
Wil jij grip krijgen op alle regels en verantwoordelijkheden rondom VvE-bestuur?
Meld je dan direct aan voor de gratis VvE Belang Voorlichtingsbijeenkomsten 2025 via www. vvebelang.nl/2025/ en verzeker jezelf van een plaats. Krijg praktische tips en vergroot je kennis om jouw gebouw efficiënt en toekomstbestendig te besturen.
De energietransitie draait om data
TRANSITIE
Nog niet zo lang geleden speelden installateurs een bescheiden rol in het bouwproces. Duurzaamheid heeft dat veranderd. De prestaties van technische systemen zijn nu doorslaggevend voor de kwaliteit van een gebouw. Installateurs ontwerpen, installeren en beheren duurzame systemen op basis van data.
De EU wil in 2040 90% minder CO2 uitstoten dan in 1990. De technieksector is hierin onmisbaar. Gebouwen verbruiken veel energie en veroorzaken een groot deel van de uitstoot. Duurzame innovaties zoals slimme klimaatinstallaties, zonne-energie en batterijopslag zijn essentieel. Maar met technologie alléén gaan we het niet redden. Om tot een CO2-reductie van 90% te komen is datagedreven verduurzaming noodzakelijk. Slimme systemen gebruiken data om efficiënter te werken en energieverbruik te verlagen.
Inzicht in verbruik
Datagedreven verduurzaming is gebaseerd op inzicht in verbruikspatronen. Hiermee kunnen we energiebesparing optimaliseren, het rendement op investeringen beter voorspellen en terugverdientijden berekenen. Energiedata helpen ook energieprestaties van gebouwen te vergelijken. Data-analyse onthult
zwakke plekken in systemen en helpt verbeteringen doorvoeren, wat CO2-uitstoot en kosten verlaagt.
Netcongestie slim aanpakken De energietransitie brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. De vervanging van fossiele brandstoffen door elektriciteit en de snel toenemende productie van duurzame stroom zorgen voor opstoppingen op het elektriciteitsnet. Een datagedreven aanpak helpt piek- en dalmomenten beter te voorspellen. Slimme energiemanagementsystemen schakelen installaties automatisch in of uit en reguleren batterijopslag. Ook op bedrijventerreinen kan een slimme aansturing het energieverbruik spreiden, waardoor de belasting van het net afneemt. Bedrijven en consumenten kunnen stroompieken opvangen en hun afhankelijkheid van externe leveranciers verminderen.
Voorspellend onderhoud
Slim beheer en onderhoud voorkomt storingen en bespaart kosten. Door constante monitoring kunnen problemen worden gesignaleerd voordat ze optreden. Voorspellend onderhoud stelt installateurs in staat om tijdig in te grijpen. Dat levert een meervoudige kostenbesparing op. Om te beginnen verlaagt het de onderhoudskosten, voorkomt het stilstand en verhoogt het de productiviteit. Installateurs
kunnen efficiënter werken en installaties gaan langer mee.
Energieregisseur
De opkomst van data en slimme technologieën verandert de rol van installateurs en technisch dienstverleners. Ze beheren nu complete energiesystemen en helpen klanten energieverbruik te optimaliseren en storingen te voorkomen. Klanten zijn al vertrouwd met die nieuwe rol. Ze verwachten van het installatiebedrijf dat het in staat is data te interpreteren en toe te passen om het energieverbruik te optimaliseren, storingen te voorkomen en duurzame oplossingen te implementeren.
CO2-doelstellingen halen
Technologische innovaties en data zijn essentieel om de klimaatdoelen te halen. Tegelijkertijd hebben we de kracht van data en op data gebaseerde systemen nodig om al die technologie op de juiste momenten en op de juiste wijze in te zetten. Voor datagedreven verduurzaming draagt de technieksector veel actuele kennis en kunde aan. Daarnaast zijn er standaarden nodig. Techniek Nederland werkt met ketenpartners aan standaarden voor betrouwbare dataverzameling en analyse. Dit helpt verduurzaming efficiënter en effectiever te maken.
DirectZakelijkEnergie – Partner Content
Slimme klimaatsystemen voor
een
duurzaam energienet
De vraag naar warmtepompen, airco’s en andere klimaatsystemen stijgt. Tegelijkertijd dreigt netcongestie een serieuze bottleneck te worden in de energietransitie. Hoe zorgen we ervoor dat verduurzaming niet vastloopt? De oplossing ligt in slimme HVAC-oplossingen (heating, ventilation & air conditioning).
De toekomst van klimaatbeheersing
Na vijf jaar gelijktijdig met Solar Solutions te zijn georganiseerd, vindt op 4 en 5 juni 2025 de eerste zelfstandige editie van Green Heating Solutions plaats in de Brabanthallen, Den Bosch. Dit evenement richt zich volledig op duurzame verwarming, ventilatie, koeling en gebouwbeheer. Hier komen industrie-experts, installateurs, woningcorporaties, gemeenten en projectontwikkelaars samen om te netwerken en innovatieve oplossingen te ontdekken. Tegen 2030 zal naar verwachting 40 procent van de huishoudens minimaal één airco bezitten. Dat vergroot de druk op het elektriciteitsnet, dus slimme aansturing van klimaatsystemen is belangrijk. Merken als Carrier, Renson, Rensa, Stulz, Wasco en Qvantum presenteren de laatste HVAC-innovaties om deze uitdaging mee aan te gaan.
Wat je kunt verwachten
Tijdens het evenement tonen ruim 70 exposanten de nieuwste HVAC-producten. Bezoekers kunnen verdiepende seminars en paneldiscussies bijwonen en op de Innovation Boulevard de nieuwste technologieën ontdekken. De ruim 8.000 bezoekers met interesse in klimaatoplossingen krijgen uitgebreide netwerkmogelijkheden met beleidsmakers en beslissers. Ook partners zoals Rijkswaterstaat (in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei), Techniek Nederland, NVKL en Vereniging Warmtepompen leveren inhoudelijke bijdragen.
Wil jij erbij zijn? Bezoek de beurs gratis met code FD25 (www.greenheatingsolutions.nl).
Neem contact op via 072 5729794 of don@greenheatingsolutions.nl voor informatie over deelname en registratie.
Ondernemers wegwijs maken in de energiemarkt
De energiemarkt is voor veel ondernemers een onoverzichtelijk doolhof. Talloze aanbieders, wisselende tarieven en ingewikkelde contracten maken het kiezen van de juiste leverancier een tijdrovende puzzel.
Ondernemers weten vaak niet waar ze moeten beginnen of hoe ze kunnen vergelijken wat voor hen de beste deal is. Die onduidelijkheid vormde voor Mathijs van der Elburg de aanleiding om DirectZakelijkEnergie op te richten. “Ondernemers hebben helemaal geen zin in energiecontracten maar willen gewoon onder aan de streep weten wat de
beste prijs is”, legt Van der Elburg uit. “Wij nemen het vergelijken van leveranciers volledig uit handen, zodat ondernemers zich kunnen richten op wat echt belangrijk is.”
DirectZakelijkEnergie onderscheidt zich volgens Van der Elburg door beschikbaarheid en persoonlijk contact. “Er zijn veel tussenpartijen actief die vooral kijken naar waar ze het meeste verdienen. Wij kijken echt naar wat voor de ondernemer zelf de laagste prijs is”, benadrukt hij. Het bedrijf biedt naast transparantie ook complete ondersteuning. “Als er vragen zijn over facturen,
contact@directzakelijkenergie.nl
kunnen klanten altijd bij ons terecht. We beantwoorden alle vragen persoonlijk”, aldus Van der Elburg.
Het laten controleren van de prijs van een energiecontract kan snel en eenvoudig. “Wij hebben aan een e-mail met een jaaroverzicht inclusief verbruik vaak al voldoende om een passende leverancier te vinden”, aldus Van der Elburg. “Als het nodig is om langs te komen, doen wij dit ook graag.”
Van der Elburg benadrukt dat zijn bedrijf verder kijkt dan alleen prijsvergelijking. “We houden rekening met
Mathijs van der Elburg, Oprichter, DirectZakelijkEnergie
de specifieke situatie van elke ondernemer en bieden maatwerk”, zegt hij. “We geven goed, transparant en eerlijk advies, houden contact en kijken verder dan enkel het energiecontract.”
De verduurzaming van bestaande utiliteitsgebouwen en wooncomplexen stuit vaak op praktische bezwaren. Volledig elektrische verwarmingssystemen zijn technisch niet altijd haalbaar, en netcongestie is een groeiend probleem voor de benodigde verzwaring van elektriciteitsaansluitingen.
Hybride verwarmingssystemen bieden een werkbaar alternatief. Ze combineren gasgestookte ketels met warmtepompen en maken gebruik van slimme aansturing om het energieverbruik te optimaliseren. Alutherm Hybrid Heating ontwikkelt oplossingen die inspelen op deze uitdagingen. Met de zogenoemde Hybrid Connect koppelt het bedrijf beide technieken met zelfontwikkelde software aan elkaar. Dit resulteert in een efficiënte samenwerking tussen ketel en warmtepomp, waardoor het gasverbruik en de CO₂-uitstoot dalen. “We sturen op ampèreniveau,
aluthermheating.nl
zodat netcongestie geen belemmering vormt”, zegt Jan Janssen, directeur van Alutherm Hybrid Heating
Voor vastgoedeigenaren kan dit bijdragen aan lagere energiekosten, een kortere terugverdientijd en een beter energielabel. “We richten ons op bestaande gebouwen waar verduurzaming noodzakelijk is, en grote aanpassingen lastig zijn”, aldus Janssen. De aanpak richt zich met name op kantoren, zorginstellingen en wooncomplexen, waarbij het bedrijf betrokken blijft bij het hele traject – van ontwerp, uitvoering tot nazorg.
Zo
Hoe blijft de stad van morgen bereikbaar?
TOEKOMST
Parkeren is een essentiële schakel in de mobiliteitsketen – een keten die onder druk staat. Het is een uitdaging om steden bereikbaar en leefbaar te houden, daarom wordt gezocht naar innovatieve oplossingen waarbij digitale technologie een steeds grotere rol speelt.
In het 25-jarige bestaan is Q-Park getransformeerd van parkeerbedrijf naar mobiliteitspartner. “In 2018 ontwikkelden we PaSS, een digitaal platform waarmee we uniforme digitale parkeeroplossingen op meer dan 150 locaties kunnen aanbieden”, vertelt Marketing en Communicatiespecialist Babette Vanom.
“Door deze digitale transformatie zijn we nog meer onderdeel geworden van de oplossing om steden bereikbaar te houden”, zegt Jill Baron-van Briemen, verantwoordelijk voor digitale partnerships. “Het vraagt om een nieuwe manier van denken, want parkeren is niet het doel op zich. We willen binnen de mobiliteitsketen waarde toevoegen. Daarom werken we samen met theaters, musea, ticketplatforms en evene-
mentenorganisaties zoals MOJO om het parkeren te regelen voor hun gasten en bezoekers.”
Veranderende klant behoeften
Door jarenlange data-analyse heeft Q-Park de tools om in te spelen op veranderende klantbehoeften. “We luisteren naar onze klanten en begrijpen wat er speelt”, stelt Vanom. Zo is straat parkeren toegevoegd als service en kunnen appgebruikers bijna overal in Nederland op straat parkeren zonder transactiekosten.
Online reserveringen spelen in op de duurzaamheidsbehoefte, omdat ze zoekverkeer verminderen en overstappen naar andere vervoersmiddelen eenvoudiger maken. Bij Pinkpop bijvoorbeeld werkt Q-Park samen met OV-partners om bezoekers te laten parkeren en per trein te laten arriveren bij het festival. “Dat is een zorgeloze reis van A naar B”, stelt Baron-van Briemen.
Mobiliteitshubs Parkeergarages worden slimmer. Q-Park Frontenpark bijvoorbeeld is circulair gebouwd en dankzij zonnepanelen en een slimme
verandert parkeren in de stad
Door integraties bij oplossingen voor parkeermanagement wordt het gebruiksgemak voor zowel de exploitant als eindgebruiker steeds groter. Papierloos parkeren via kentekenherkenning bevordert daarnaast de verkeersdoorstroming, wat vooral in drukke steden door de continue parkeerproblemen noodzakelijk is.
Veel steden willen de binnenstad autoluw maken en het gemotoriseerde verkeer de parkeergarages insturen. De systemen die in deze garages worden gebruikt, zijn steeds innovatiever. Door integraties met verschillende apps, helpen ze bovendien bij het omleiden van auto’s. Bovendien liggen de parkeertarieven in garages vaak lager dan op straat.
Cloudgebaseerde oplossingen
WPS Parking Solutions is opgericht in 1985 en een specialist in innovatieve, cloudgebaseerde parkeermanagementoplossingen. Het bedrijf is inmiddels internationaal actief, met projecten in onder meer België, Engeland, Canada en de Verenigde Staten.
Naast de parkeerexploitanten bedienen ze onder andere ook gemeentes, ziekenhuizen, hotels, winkelcentra, vakantieparken, onderwijsinstellingen en luchthavens.
Paul van den Boogaard is CEO van het bedrijf en vertelt dat ze totaaloplossingen voor parkeren in eigen beheer maken en leveren, dus van de betaalterminals tot de software. Voor sommige apparatuur, zoals de slagbomen en bewegwijzering, kloppen ze aan bij partners. “We leveren het gehele project zelf aan de klant, waarbij we ook de civiele werkzaamheden en de bekabeling kunnen verzorgen.”
Totaalconcept
Naast het totaalconcept ziet hij WPS vooral als een service-organisatie. “De meeste klanten verdienen geld met onze systemen, dus als ons parkeersysteem niet functioneert, hebben ze inkomstenderving. Dat zorgt ervoor dat we veel aandacht besteden aan onze dienstverlening.”
Daarnaast hanteren ze een zogeheten open en adaptieve filosofie, wat betekent dat ze openstaan voor partnerschappen met andere partijen. Dat kunnen betaal- of reserveringsapplicaties zijn, die worden
geïntegreerd met bijvoorbeeld een hotelboekingssysteem. “Als de gasten dan bij het hotel aankomen, hoeven ze zich niet meer apart hiervoor aan te melden en is hun parkeerplek al gegarandeerd. We hebben een open architectuur en willen zoveel mogelijk faciliteren”, benadrukt Van den Boogaard.
De organisatie is inmiddels uitgegroeid tot een internationale speler met meer dan 100 medewerkers. WPS beheert 24/7 ruim 3000 installaties, verspreid over organisaties die variëren van buurtsupermarkten tot grote partijen als Q-Park. Naast technisch beheer biedt WPS ook trainingen
batterij is het gebouw volledig zelfvoorzienend. “Parkeergarages worden mobiliteitshubs waar verschillende diensten samenkomen – parkeren, laden, overstappen op deelvervoer en pakketafhaalpunten”, benadrukt Vanom.
“De toekomstvisie is een volledig geconnecteerd systeem waarbij auto’s zelfstandig hun plek vinden en mobiliteit naadloos integreert met slimme stadssystemen. Het PaSS-ecosysteem is daar nu al op voorbereid”, besluit Baron-van Briemen. “Hiermee kunnen we inspelen op klantbehoeften én samen met onze partners een bijdrage leveren aan het leefbaar houden van steden.”
aan, zodat klanten en eindgebruikers optimaal gebruik kunnen maken van de parkeeroplossingen. Dankzij nieuwe technologieën en een rapportagetool krijgen deze organisaties bovendien steeds meer inzicht in het gebruik van hun parkeergarage. Die inzichten kunnen onder andere worden benut voor een dynamische prijsstelling.
Cashloze betaalopties Door kentekenherkenning, cashloze betaalopties en digitale ontvangstbewijzen, kunnen klanten volledig papierloos parkeren. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar verlaagt ook de eigendomskosten en lopende arbeids- en productkosten. Van den Boogaard: “We willen uiteindelijk vooral betrouwbaar zijn, en nieuwe technieken helpen ons daarbij.”
Tekst: Fred Pals
WPS Parking Solutions – Partner Content
Van leeg naar levendige meters
OPINIE
De krantenkoppen zijn alarmerend: leegstaande winkelpanden, verlaten kantoren en dreigende economische achteruitgang in het commercieel vastgoed. Toch is de realiteit anders: de kantorenleegstand staat, met circa 8%, op het laagste niveau in 25 jaar. Ook de winkelleegstand is met ongeveer 7% historisch laag.
Deze cijfers tonen dat de Nederlandse vastgoedmarkt zich aanpast aan veranderende omstandigheden. “In vergelijking met andere landen valt het hier reuze mee”, zegt Johan Spin, bestuurslid Commercieel Onroerend Goed bij VGM NL, de brancheorganisatie voor vastgoed- en VvE-beheerders. “In Engeland ligt de winkelleegstand rond de 15%, in andere
landen gemiddeld op 10%. De perceptie van een groot probleem wordt vooral gevoed door beeldvorming in de media, veelal ingegeven door faillissementen van bekende retailers.”
De dynamiek in de vastgoedmarkt zorgt wel voor verschuivingen. Vooral in aanloopstraten van middelgrote steden neemt de leegstand toe. “Maar je ziet ook dat er relatief snel op andere manieren invulling wordt gegeven”, licht Spin toe. “Duizenden winkelpanden zijn verdwenen en voor een groot deel getransformeerd tot woningen. Als er al een probleem is, dan is dat het woningtekort.” Een goed voorbeeld hiervan is de transformatie van de voormalige V&D winkelpanden. In totaal zijn of worden er ruim 3.000 appartementen gevestigd op deze locaties.
Aangenaam klimaat en duurzame ruimtes
De veranderende eisen van gebruikers drijven de markt. “Mensen zijn op zoek
naar beleving in winkels en kiezen vaker voor grotere binnensteden”, aldus Spin. “Ook bij kantoren zie je een verschuiving naar kwalitatief betere meters. Werknemers willen een aangenaam klimaat en duurzame ruimtes.”
Niets doen is geen optie in de veranderende vastgoedmarkt
Duurzaamheid en ESG-criteria spelen hierin een cruciale rol. Nieuwe ontwikkelingen moeten voldoen aan strenge eisen, met BREEAM Excellent of Outstanding certificering als norm. “Het wordt steeds moeilijker om niet-duurzaam vastgoed te financieren, want er moet nog veel gebeuren om de Parijs-doelstellingen te halen. Als brancheorganisatie voor vastgoedmanagers ondersteunen wij onze leden breed op dit thema, zodat zij op hun beurt de eigenaren kunnen adviseren. De transformatie van vastgoed vereist dus samenwerking. Het transformeren van een kantoorlocatie naar woonruimte is feitelijk al gebiedsontwikkeling”, legt Spin uit. “Je hebt te maken met infrastructuur
en voorzieningen. Dat lukt niet zonder samenwerking tussen alle betrokken partijen, van vastgoedeigenaar tot vastgoedmanager en eindgebruiker tot de lokale overheid.”
Niets doen is geen optie
Voor de toekomst adviseert Spin vastgoedeigenaren om hybride en toekomstbestendig te bouwen. “Onderzoek goed wat de markt vraagt op een locatie en werk samen met experts aan transformatie. Niets doen is geen optie, ook al betekent het soms even een bijzondere afboeking. De goede voorbeelden zijn er, neem de voormalige V&D-panden die bijna overal een nieuwe invulling hebben gekregen.”
Een voorbeeld van een toekomstbestendig gebouw is het nieuwe multifunctionele complex ‘The Pulse of Amsterdam’, dat kantoorruimtes, woonruimtes en recreatieve voorzieningen zal bieden. “De vastgoedmarkt is volop in beweging”, concludeert Spin. “Leegstand is geen eindstation, maar een overgangsfase in de voortdurende evolutie van onze gebouwde omgeving. En samenwerking tussen alle betrokkenen is daarbij cruciaal.”
Tekst: Fred Pals
Johan Spin, Bestuurslid Commercieel Onroerend Goed, VGM NL
Leegstand, van probleem tot kans
In Nederland vormt leegstaand vastgoed een groeiend probleem. Kantoorpanden, winkelruimtes en andere gebouwen staan soms jarenlang leeg, wat leidt tot verloedering, vandalisme en zelfs kraak. Tegelijkertijd kampt Nederland met een enorme woningnood, waarbij verschillende doelgroepen geen toegang hebben tot betaalbare woonruimte.
De transformatie van leegstaande panden naar tijdelijke woonruimte is een efficiënte manier om zowel leegstand als woningnood aan te pakken. Het proces begint met een grondige analyse van het pand en zijn mogelijkheden. Vervolgens worden in samenwerking met gemeenten en eigenaren plannen ontwikkeld voor een zinvolle herbestemming. Patrick Dillen van Monoma, een bedrijf gespecialiseerd in het beheren van leegstaand vastgoed, richt zich vooral op kantoorpanden. “Kantoren zijn automatisch geschikt om te transformeren”, legt hij uit. “Een leegstaand kantoor is vaak een hoofdpijndossier voor de eigenaar. Het kost geld en brengt allerlei risico’s met zich mee. Door een leegstaand pand tijdelijk te transformeren beperken we de risico’s en waarborgen we het waardebehoud van het pand.”
Monoma biedt vastgoedeigenaren twee mogelijkheden: óf ze begeleiden de eigenaar bij de transformatie, óf ze huren het pand zelf in en voeren de transformatie zelfstandig uit. “Bij de inhuurconstructie kunnen we meteen onze expertise inzetten en onze krachten bundelen met de gemeente”, stelt Dillen. “Soms nemen we alle risico’s over, soms deels, afhankelijk van het commercieel belang van de eigenaar.”
Transparantie als sleutel tot succes
Wat volgens Dillen cruciaal is in dit proces is transparantie. “Open boeken op tafel: welke financiering loopt er op het
gebouw, welke investeringen moeten we doen om het naar wonen te transformeren, wat is het rendement en wat kunnen we terug doen voor de maatschappij? In die drietrapsraket lopen de gesprekken vaak, en daar moeten alle partijen een goed gevoel bij hebben.”
Niet elk leegstaand pand is geschikt voor transformatie. “Als er bijvoorbeeld aanpassingen in de brandveiligheid of het woonklimaat gedaan moeten worden die financieel niet uitkomen, dan leggen we dat uit aan de gemeente”, zegt Dillen. Juist die eerlijkheid en transparantie zorgen voor draagvlak bij alle betrokkenen.
De Magic Mix van bewoners
Een onderscheidend element in de aanpak van Monoma is wat zij de “Magic Mix” noemen: verschillende doelgroepen worden bewust gemengd in één wooncomplex. “We plaatsen bijvoorbeeld spoedzoekers en economisch daklozen, maar ook jongeren en studenten. Wij zien in de dagelijkse beheeractiviteit dat die doelgroepen elkaar helpen. Dat versterkt de cohesie. Om één doelgroep in een wooncomplex te stoppen, daar zien wij weinig heil in. We stimuleren juist het community-gevoel door activiteiten rondom hun interesses te organiseren, dat is de kracht van zo’n gebouw.”
Uitdagingen in een complex speelveld
De huidige woningmarkt stelt Monoma voor uitdagingen. “Het politieke speelveld
is complex”, erkent Dillen. “Gemeenten worstelen enorm met hun budgetten. Elke doelgroep heeft momenteel een urgente huisvestingsbehoefte: jongeren komen niet aan een woning, studenten niet, statushouders niet. Maar ook de doorstroomgroep, die vanuit kleinere woningen de volgende stap wil maken, niet.”
Monoma focust zich voornamelijk op studenten en jongeren. “Daar ligt onze kracht, ook met ons beheer en de mensen die we in dienst hebben”, aldus Dillen. Maar hij benadrukt: “Wij zijn heel breed. Van kleine vraagstukken tot projectmanagement en totale projecttransformatie, en desgewenst kunnen we ook meedoen in een investering. Dat totaalplaatje is uitzonderlijk in Nederland.”
redenen, politiek, gestegen rentes, overheidsbemoeienis. Maar ik denk dat we tien jaar geleden te laat zijn wakker geworden, zeker met de veranderende samenstelling van huishoudens.”
Maatschappelijke impact
Een van de paradepaardjes van Monoma is een project aan de Plotterweg in Amersfoort. “Daar hebben arbeidsmigranten, jongeren in cruciale beroepen zoals politie, verpleging en onderwijs, economisch daklozen en statushouders allemaal een plekje gekregen”, vertelt Dillen trots. “Het is een uniek project waar mensen elkaar weten te vinden en doorstromen. Er is zelfs iemand die bijna 15 jaar dakloos is geweest en inmiddels al drie jaar bij ons in dienst is als huismeester.”
We zien weinig heil in één doelgroep in een wooncomplex. De kracht van zo’n gebouw is de community
Kraken weer van deze tijd Een urgent probleem voor vastgoedeigenaren is het toenemende risico op kraken. “Door de spanningen op de markt en de enorme vraag is het kraken weer echt terug van weggeweest”, waarschuwt Dillen. De woningnood is volgens Dillen niet simpelweg toe te schrijven aan verkeerde keuzes. “Er zijn veel elementen die meespelen: economische
Dillen ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Wij merken dat de vraag enorm groeit omdat de kosten van grond, bouw en rentes blijven stijgen. Om wonen betaalbaar te houden zul je anders moeten gaan bouwen: kleinere ruimtes met grote algemene faciliteiten zoals een gym, woonkamer of bioscoop.”
“Het circulaire karakter van onze organisatie is belangrijk”, benadrukt Dillen tot slot. “We beginnen met leegstand en zoeken daarna een oplossing gericht op de vraagstelling van de eigenaar en de gemeente. In plaats van rendement gestuurd te werken, kijken we naar het probleem: welke doelgroep moet er wonen en hoe kunnen we daarvoor iets maken? Natuurlijk moet er geld verdiend worden, maar wel met maatschappelijke impact.”
BRANDBRIEF AAN HET OPENBAAR MINISTERIE
Doorbreek de stilte over Tata Steel!
Op 6 februari 2022 kondigde het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek aan naar Tata Steel. De aanleiding: aangiften van ruim 1100 omwonenden en maatschappelijke organisaties. Zij stellen dat het staalbedrijf doelbewust schadelijke stoffen heeft uitgestoten, met ziekte en gezondheidsschade tot gevolg. Dat is niet alleen ernstig – het is strafbaar. Maar sindsdien is het oorverdovend stil.
Intussen groeit de berg aan feiten. Tata Steel overschrijdt stelselmatig de milieunormen. Uit recente metingen blijkt dat de uitstoot van zware metalen bij de kooksfabrieken fors hoger ligt dan het bedrijf zelf rapporteert. Deze week bleek dat ze zo lek als een mandje zijn: 99 van de 108 ovens vertonen gebreken. Ondanks tientallen miljoenen aan opgelegde dwangsommen blijven kankerverwekkende stoffen en zware metalen onze lucht en leefomgeving vervuilen.
Terwijl Tata Steel prioriteit geeft aan het gezond houden van de portemonnee van de Indiase aandeelhouder en het kabinet in stilte onderhandelt over miljardensteun, worden de adviezen van wetenschappers over het beschermen van de volksgezondheid genegeerd alsof het bijzaak is.
Wij doen een dringend beroep aan het Openbaar Ministerie om:
De voortgang van het onderzoek te versnellen en grotere prioriteit te geven.
Transparantie te bieden over de huidige stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek
Omwonenden te informeren over vervolgstappen 1. 2. 3.
Het wegkijken van de overheid is net zo verstikkend als de uitstoot. De gezondheid van omwonenden wordt jaar in, jaar uit opgeofferd. Het strafrechtelijk onderzoek duurt voort, zonder zichtbare voortgang. De rechtsstaat treuzelt, het gevoel van machteloosheid groeit.
Wij, bezorgde omwonenden, mogen verwachten dat het OM zijn verantwoordelijkheid neemt. Niet morgen, maar vandaag.
Merel Stecher uit Driehuis, Dimitri Schippers uit IJmuiden, Mirjam Bijnsdorp uit IJmuiden, Arjan Slotboom uit Wijk aan Zee, Matthea de Jong uit Amsterdam, Katja Bremer uit Castricum, M. J. Eleveld uit Santpoort-Zuid, Ton Mulder uit Assendelft, Erik-Alexander Kempenaar uit Bloemendaal, Sander van Ierschot uit Beverwijk, S.F.Gerritsen uit IJmuiden, Jeannette van Dam uit Beverwijk, Henk van der Wijk uit Haarlem, Gerda Brinkman uit Haarlem, Marion Bakker uit Heemskerk, Arnoud Streefland uit Beverwijk, Henk Valeri uit Amsterdam, Janine van der Kooij uit Haarlem, Mary Admiraal uit Heemskerk, Niko Buiten uit Haarlem, Rose Bloom uit IJmuiden, Christine Janssen uit Zaandam, I. Van Rijswijk uit Wijk aan Zee, Martin de Leeuw uit IJmuiden, Jeroen van der Steen uit Huizen, Marian Claasen uit Hillegom, Fam. Speekenbrink uit Beverwijk, Frederike de Groot uit Velserbroek, Ismene Straver uit Amsterdam, Olivier Slabbers uit Wijk aan Zee, Reinout Schotman uit Heemstede, Edwin Kapitein uit Beverwijk, Piet van der Plas uit IJmuiden, José de Vries uit Assen, Peter van de Slikke uit Heemskerk, Tom Smitka uit Heemstede, Linda van der Valk uit IJmuiden, Nelly de Heer-Koper uit Beverwijk, Peter Zonneveld uit Heiloo, en 1697 anderen