Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
OKTOBER 2019 | NR. 36
Onderwijs
ANALYSE
Voorwoord:
Edith Hooge – Voorzitter Onderwijsraad “De keuze voor een opleiding of studierichting opent deuren naar nieuwe werelden: die van onderzoeken en innoveren, van beroepsuitoefening en vakmanschap, van samenleving en publieke waarden.”
Lees meer op pagina 108
Lees meer interessante artikelen op analysenederland.nl
Focus:
INGRID VAN ENGELSHOVEN MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Beste kansen met universitair onderwijs
“Onderzoek van OESO geeft aan dat Nederland op veel gebieden in het top kwartiel zit; de waardering van afgestudeerden, de aansluiting op de arbeidsmarkt, de impact van publicaties”, aldus Pieter Duisenberg, voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU.
‘Een diploma is het begin van een leven lang ontwikkelen’ Lees meer op pagina 114
Lees meer op pagina 110
Mogelijkheden:
uitdagingen:
Twee dagen moeten in de agenda van elke scholier die volgend schooljaar wil gaan studeren rood omcirkeld zijn: 15 januari en 1 mei. Dat zijn de dagen waarop de inschrijvingen binnen moeten zijn.
Er waart een spook door studieland. Het spook van de angst om fouten te maken. Vooral ouders hebben een bijna maniakale behoefte om kinderen voor missers te behoeden.
Op tijd inschrijven
Lees meer op pagina 116
‘Niet alles hoeft te kloppen’
Lees meer op pagina 120
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Foto: Onderwijsraad
108 VOORWOORD – ANALYSENEDERLAND.NL
prof.dr. Edith Hooge, voorzitter Onderwijsraad.
Nieuwe werelden De keuze voor een opleiding of studierichting opent deuren naar nieuwe werelden. Werelden die bepaald niet stil staan als gevolg van globalisering en technologische ontwikkelingen, iets dat grote weerslag heeft op het Nederlandse hoger onderwijs. Globalisering geeft een enorme impuls aan internationalisering in het hoger onderwijs. Beheersing van het Engels is inmiddels onmisbaar voor hoger opgeleiden, maar de internationalisering van het hoger onderwijs is
veel meer dan dat. De bedoeling van internationalisering van onderwijs is dat studenten zich gemakkelijk leren bewegen en functioneren in internationale én interculturele leef-, leer-, werk- en onderzoekssituaties. Dit kan je natuurlijk leren op een Nederlandse universiteit of hogeschool. Daarnaast zijn studeren of stagelopen in het buitenland vruchtbare manieren voor studenten om internationaal én intercultureel vaardig te worden. Razendsnelle technologische ontwikkelingen zorgen voor
toenemende digitalisering, robotisering en toepassing van artificiële intelligentie in de samenleving, en raken dus ook het hoger onderwijs diep. Studenten hebben nieuwe vaardigheden nodig voor complexer werk als gevolg van technologische ontwikkelingen. En zogenaamde crossovers tussen sociale studies en digitale technologie worden belangrijker. Opleidingen moeten zich vooral richten op datgene waar robots (nog) niet goed in zijn, zoals creatief
denken en sociaal interacteren. Studenten willen zich kunnen voorbereiden op ‘een leven lang leren en studeren’, zodat zij de snelle veranderingen kunnen blijven bijbenen.
INHOUD 108 Voorwoord: Edith Hooge 110 Universitair onderwijs 111 Particulier onderwijs: waarom?
Voor hogescholen en universi-
teiten biedt digitalisering ook kansen. Denk aan blended learning: een flexibel en op maat gesneden onderwijsaanbod, zowel virtueel als ‘live’. Maar dit digitale ‘plaats- en tijdonafhankelijk’ leren heeft ook keerzijden. Zo kan de sociale kant van onderwijs worden uitgehold, simpelweg omdat dagelijks contact tussen docenten en studenten minder vanzelfsprekend wordt. Dat zou een groot verlies zijn, want goede en frequente relaties met andere studenten, docenten en begeleiders zijn van doorslaggevend belang voor succes in studie en persoonlijke ontwikkeling. Onderwijs is en blijft dus een door en door sociale aangelegenheid, ook in tijden van internationalisering en digitalisering. prof.dr. Edith Hooge, voorzitter Onderwijsraad
112 Utrecht als studentenstad 114 Profiel: Ingrid van Engelshoven 116 Op ADVERTENTIE tijd inschrijven
118 Artiest, onderneem! 120 ‘Niet alles hoeft te kloppen’
Dit is een commerciële bijlage verspreid door Elsevier. Elsevier heeft geen redactionele betrokkenheid bij deze productie.
ADVERTENTIE
Bonaire Break; de reis naar je studiekeuze Een Tussenjaar is wat ons betreft een van de belangrijkste periodes in je leven. Je bent klaar met de middelbare school en het is tijd om de echte wereld te gaan ontdekken. Wat zijn nou jouw talenten en welke studie zou daar bijpassen? Wij helpen je daarbij graag op weg. Je gaat 6 weken op reis met een groep leeftijdsgenoten en gaat de reis van je leven maken. Je gaat wonen op ons eigen resort en werken als vrijwilliger in een nieuwe omgeving. Je leert in korte tijd om op je eigen benen te staan en je leert wat jouw talenten en passies zijn. Door ons persoonlijke studiecoachings traject ontdek je ook nog eens welke studie er bij jou
past. Al meer dan 400 jongeren hebben ons de afgelopen jaren weten te vinden en zijn na hun Bonaire Break met een studiekeuze op zak weer naar huis gegaan. Jouw studiekeuze is voor ons een serieuze zaak Tijdens de Bonaire Break gaan we verder dan een paar maandjes freewheelen in het buitenland. Niet dat daar iets mis mee is, maar tijdens de Bonaire Break gaat het om een serieuze aangelegenheid: jouw studiekeuze. De ervaringen tijdens de Bonaire Break stimuleren je tot het maken van jouw eigen keuzes waar je de rest van je leven wat aan hebt.
meer informatie vind je op www.bonairebreak.nl of bekijk onze Bonaire Break instagram en facebookpagina’s.
“Voor mij was mijn studiekeuze een grote puzzel, ik wist echt niet wat ik wilde. Tijdens het coachingstraject viel er iedere week een stukje van de puzzel op de goede plek. Ik heb mij na de Bonaire Break aangemeld voor lerarenopleiding, en het is heel erg leuk!” Niene
SOMT, UNIVERSITY OF PHYSIOTHERAPY – PARTNER CONTENT
Hogeschool voor fysiotherapie beweegt zich richting Universitair niveau Er is niks mis met het bewegingsapparaat van de SOMT. Van een hogeschool voor fysiotherapie werkt de campus zich op tot een Universiteit. De campus beweegt als een bedrijf, met samenwerkingsverbanden in alle richtingen, vooral met universiteiten en het bedrijfsleven.
S
OMT, University of Physiotherapy in Amersfoort werkt zich op tot Centre of Excellence in Human Movement. Een soort Silicon Valley voor de Fysiotherapie vertelt directeur Willy Smeets. Met elke denkbare expertise op eender welk gebied worden klinische aspecten in relatie tot menselijke beweging onderzocht en onderwezen. Of het nu manuele therapie betreft, of bekken- sport- geriatrische- of andere deelgebieden. Een volledig aanbod voor ongeveer duizend masterstudenten. Zo’n 65 procent van alle fysiotherapeuten die master willen worden in de door SOMT aangeboden richtingen, kiest in Nederland voor SOMT.
www.somtuniversity.nl
SOMT levert specialisten op HBO-, maar ook op wetenschappelijk niveau. In de wetenschappelijke Bacheloropleiding werken aanstaande fysiotherapeuten samen met de Faculteit ‘Health, Medicine and Life Sciences’ van de Maastricht University. “Studenten krijgen een joint degree”, legt Smeets uit. Twee diploma’s ineen dus: Een HBO-opleiding via de Bachelor bij SOMT, plus een wetenschappelijk getuigschrift via de Master in Maastricht. Isa Slotboom en Joyce Stenfert doen de bacheloropleiding fysiotherapie. “Het is veel theoretischer dan een gewone HBO-opleiding. Met meer diepgang”, zegt Isa. “En in Maastricht gaan we naar de snijzaal. Dan zie je pas echt hoe het lichaam er vanbinnen uitziet.” Vergeleken met een Universiteit is hier juist erg veel praktijk “Vanaf jaar één loop je al stage”, vertelt Joyce. “We leren snel te dealen met de praktijk”. Céline ter Beek werkte na haar HBO-bachelor in Amsterdam al drie jaar en kwam veel in aanraking met zwangere vrouwen.
“Daarom doe ik in Amersfoort een master bekkenfysiotherapie, de enige geaccrediteerde master in Nederland op dit vakgebied.” Smeets vertelt dat hij een brug wil slaan tussen fysio en geneeskunde. “Want veel studenten twijfelen hierover bij hun studiekeuze.” Er is veel animo voor, al is het wel een zware studie. “Je doet je practica bij Universiteiten. Je loopt mee met universiteitsstudenten. En die modules volg je naast je studie. Dus het is zwaarder dan geneeskunde.” Doel is dat je vier modules naast je opleidingen volgt binnen drie jaar. De eerste lichting van dit traject is inmiddels afgestudeerd. Van de negen heeft slechts één het wegens ziekte niet gehaald.” Deze bijkomende modules worden momenteel alleen nog in Leiden gegeven, binnenkort kan het ook in Amsterdam en Brussel. Daarbovenop kunnen de bachelorstudenten nog een honoursprogramma volgen. “Isa en ik volgen een programma voor sportfysiotherapie. Dat doe
je de eerste drie jaar, uiteindelijk krijgen we daarvoor een ster op ons diploma”, zegt Joyce. Stagelopen is een belangrijk onderdeel. In het derde jaar moet je twee keer tien weken stage lopen. Dat kan ook in het buitenland. In Tanzania is een uitwisselingsprogramma opgestart. “Een land met 60 miljoen mensen zonder fysiotherapieopleiding”, vertelt Smeets. Isa heeft wel zin in zo’n stage. Joyce wil liever naar de VS of de Universiteit van York. “Daar worden al lijntjes mee gelegd”, zegt Smeets. En met Australië heeft hij ook connecties. De directeur beweegt zich zo soepel als eender welke ondernemer en staat continu met één been in de toekomst. Zo heeft hij het plan om ook een opleiding Health Technology te starten. “Artificial Intelligence, robotica, deep learning; dat wordt ook in ons vak ook steeds belangrijker.”
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie. 4 110 VERDIEPING – ANALYSENEDERLAND.NL
Beste kansen met universitair onderwijs Foto: Gregor Servais
Het universitair onderwijs heeft ook in Nederland de laatste jaren flinke veranderingen ondergaan. Wat blijft is dat de Nederlandse universiteiten tot de wereldtop behoren. Om de kwaliteit van het Ne-
derlandse universitair onderwijs te tonen, neemt Pieter Duisenberg, voorzitter van de vereniging van universiteiten VSNU, graag het perspectief van buiten. “Onderzoek van OESO geeft aan dat Nederland op veel gebieden in het top kwartiel zit; de waardering van afgestudeerden, de aansluiting op de arbeidsmarkt, de impact van publicaties. Dat zie je ook terug in de internationale rankings. Alle Nederlandse universiteiten zitten in de wereldwijde top 250.” Het is een gevolg van goed
onderwijs, vanaf de basisschool tot de universiteit. En van de diverse verbindingen in ons land, in allerlei opzichten. “De
Duisenberg: “Iets dat we nog beter moeten ontwikkelen is het aanbod voor studenten die klaar zijn met studeren.”
samenwerking in het onderwijs is groot, zowel binnen Nederland als internationaal. Ook de samenwerking met het bedrijfsleven is heel goed. En dat willen we alleen maar beter doen, we gaan niet op onze lauweren rusten.” “Iets dat we nog beter moeten
ontwikkelen”, vult Duisenberg aan, “is het aanbod voor studenten die klaar zijn met studeren. We lopen internationaal achter in het levenslang ontwikkelen. Universiteiten zijn bezig om meer aanbod te creëren om dat mogelijk maken, denk bijvoorbeeld aan modulair onderwijs.”
Desondanks is het niet
vreemd dat meer Nederlanders kiezen voor een opleiding aan een universiteit. Alleen al van 2005 tot 2018 steeg het aantal universitaire studenten met 85.000 tot 291.000. “Daarnaast is het ook zo dat de laatste vijf jaar steeds meer mensen kiezen voor techniek. We zien studies met 100 procent, soms 200 procent groeien.” Een tweede ontwikkeling is dat men kiest voor studies die de breedte opzoeken, zoals een combinatie van techniek en psychologie. “Ook zoekt men ontplooiing in uitdagingen als
de Solar Challenge. En er is een ontwikkeling naar internationalisering. Studenten kiezen massaal voor een internationale variant van een studie. Dat raakt ook aan de verdere ambitie van studenten.” Tegelijk is de laatste jaren de uitval van studenten teruggedrongen, niet in de laatste plaats door betere voorlichting. “Al op middelbare scholen wordt voorlichting gegeven door middel van bijvoorbeeld mee-studeerdagen. Ook door de studiekeuzecheck maakt de student een bewustere keuze dan vijf of tien jaar geleden.” Duisenberg concludeert: “Universitair studenten doen het
goed bij werkgevers en kunnen concurreren met hun peers uit andere landen. Ook aan de keukentafel met hun ouders maken studenten massaal de afweging voor de universiteit.” Mark van der Heijden
ADVERTENTIE
HZ-STUDENT
AMBER KAN DANKZIJ DE HZ VEEL INTERNATIONALE ERVARINGEN OPDOEN
S T U D IE K IE Z E N ? H Z .N L / K IE Z E N
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
In aantallen gemeten speelt het
particuliere onderwijs nog een beperkte rol. Zeker als je het aantal locaties wegzet in verhouding met traditionele scholen. En toch. De groei zit er onderhand goed in. Zo telt Nederland inmiddels zo’n zestig particuliere hogescholen, aldus Carrièretijger.nl. Wat vooral opvalt aan die groei, is dat het merendeel van de scholieren eerst op een niet-particuliere onderwijsinstelling hebben gezeten. De switch die ze daarna maken naar particulier onderwijs kent verschillende oorzaken. Generiek komt dat erop neer dat ouders en hun kinderen met name positief zijn over
Foto: Sirinarth Mekvorawuth
Bij deze keuze voor een opleiding wordt veelal gekozen voor traditioneel onderwijs. Tegelijkertijd is ook te zien dat particuliere scholen in populariteit groeien. Onder andere de manier van lesgeven blijkt een belangrijk keuzemotief.
Wat particuliere scholen zo uniek maakt, is dat de klassen veelal twaalf tot hooguit vijftien leerlingen tellen.
de manier van lesgeven en de begeleiding, de visie op ontwikkeling van kinderen en het contact tussen leerlingen en hun leraren en begeleiders. De leerlingen blijken zelf vooral enthousiast te zijn over de omgang met hun docenten en begeleiders. De overstap naar een particuliere school wordt daarom doorgaans als een duidelijke vooruitgang ervaren. Er hangt echter wel een prijs-
kaartje aan het volgen van particulier onderwijs. Particuliere scholen krijgen immers geen geld van de overheid, dus zullen ouders de kosten zelf
bij elkaar moeten brengen. Vaak gaat het om duizenden, zelfs meer dan tienduizend euro. Ouders die er naar worden gevraagd, hebben dat er graag voor over, vooral omdat ze tevreden zijn met de kwaliteit van onderwijs. Wat particuliere scholen zo uniek maakt, is dat de klassen veelal twaalf tot hooguit vijftien leerlingen tellen, soms misschien zelfs zes of acht. Leerlingen krijgen dus veel aandacht en hebben volop kans om actief mee te doen. Hugo Schrameyer
GA JIJ VOOR EEN TUSSENJAAR? Foto: Pixabay
Particulier onderwijs: waarom niet?
5 ANALYSENEDERLAND.NL – FOCUS 111
Wie niet zeker is over een vervolgstudie kan zich beter voorbereiden met een tussenjaar.
Veel aankomende studenten gebruiken een tussenjaar na het afstuderen om extra tijd te nemen voor een studiekeuze. Op zich is dat zeker toe te juichen, maar zonder goede voorbereiding kan een tussenjaar ook uitlopen op een fiasco. Op ruim de helft van de middelbare scholen wordt uitsluitend tussenjaarinformatie gegeven aan individuele havo- en vwo-leerlingen die hier zelf over beginnen of die geen studiekeuze kunnen maken. Terwijl het juist van belang is dat alle havo-, vwo en mbo-scholieren informatie krijgen over de mogelijkheden en risico’s van een tussenjaar. Een verkeerde studiekeuze kan namelijk grote gevolgen hebben. Wie niet zeker is over een vervolgstudie, kan zich, volgens onder andere onderzoeken van Harvard University, daarom beter voorbereiden met een tussenjaar. Marjon Kruize ADVERTENTIE
SCAN DEZE NAAMTAG OP INSTAGRAM OM NYENRODE TE VOLGEN
STUDENTENLEVEN OF GELIJK CARRIÈRE MAKEN? NYENRODE. A REWARD FOR LIFE
DEELTIJD OF VOLTIJD BACHELOR? ONTDEK HET TIJDENS DE OPEN DAG NYENRODE.NL/BACHELOR
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Foto: Mostphotos
112 INSPIRATIE – ANALYSENEDERLAND.NL 6
De binnenstad van Utrecht is uniek door de rijke cultuur en geschiedenis die verweven zijn met het stadsbeeld.
Utrecht: een echte studentenstad Utrecht, hoofdstad van de gelijknamige provincie en de vierde stad van Nederland, is een trekpleister voor nationale en internationale studenten. En dat is niet verwonderlijk; met zowel een hogeschool als universiteit zijn er tal van studies in het hoger onderwijs te volgen. Studeren in Utrecht betekent studeren in een bruisende stad. Centraal gelegen, niet te groot, niet te klein en alles op de fiets bereikbaar. De binnenstad van Utrecht is uniek door de rijke cultuur en geschiedenis die verweven zijn met het stadsbeeld. Hierdoor barst Utrecht van de sfeervolle kroegen en restaurantjes aan de Oudegracht en rondom de Dom. Daarnaast zorgen verschillende organisaties en verenigingen
ervoor dat studenten snel nieuwe vrienden maken. Zo biedt Sportcentrum Olympos studenten de mogelijkheid om (recreatief) te sporten. Het aanbod is gevarieerd: studenten kunnen kiezen uit zo’n 70 verschillende sporten (waaronder squashen, beachvolleyballen en het klimmen van de hoge buitenwand Kalymnos) en wekelijks zijn er zo’n 85 groepslessen. Na afloop kan de gezelligheid worden opgezocht in het sportcafé: de huiskamer van Olympos en thuisbasis van meer dan 20 studentensportverenigingen. Ook bij een cultuurcentrum als
Parnassos vinden studenten ontspanning. Beeldende kunst, dans, schrijven, fotogra-
fie, muziek en theater: alle kunstdisciplines zijn vertegenwoordigd. Studenten krijgen korting op het gehele aanbod. Parnassos heeft daarnaast een eigen cabaretpodium, er is iedere maand livemuziek (van jazz tot wereldmuziek en van pop tot singer-songwriter) en er zijn dansavonden met gratis beginnersworkshops. Voor academische verdieping
kunnen studenten gratis lezingen van Studium Generale bijwonen. Wekelijks zijn hier meerdere interessante bijeenkomsten met toonaangevende sprekers. In discussies, lezingen en talkshows koppelen zij wetenschap aan actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Samen met studenten op zoek gaan naar
nieuwe vragen, antwoorden en perspectieven. Kortom, Utrecht is een stad met
mogelijkheden; waarbij nationale en internationale studenten met elkaar verbonden worden, maar waar ook de mogelijkheid is om de rust te vinden in prachtige parken, bibliotheken en het landgoed Amelisweerd om de hoek. Het biedt een goede balans tussen rust, drukte en gezelligheid; op te zoeken wanneer de student dit wil. Eoin Hennekam
WELKE STUDENTENSTAD KIES JIJ? Nederland telt vele leuke steden waar studenten een fantastische tijd kunnen beleven. Op analysenederland.nl leest u er meer over.
Met mijn eindexamen komt het wel goed. Maar dan? Het is niet eenvoudig om te kiezen tussen al die universiteiten in de grote steden. Want wat weet ik nou over mijn toekomst? Ik heb iemand nodig die me helpt met kiezen, waar ik komende jaren ga studeren, maar ook: waar ga ik sporten, stappen, wonen en nieuwe vrienden maken?
Tijdens de Bachelor Open Dagen op vrijdag 15 november en zaterdag 16 november vertellen wij je meer over onze opleidingen, het studentenleven in Utrecht en kijken we samen naar de studie die het best bij je past! uu.nl/opendag
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie. 8 114 PROFIEL – ANALYSENEDERLAND.NL
‘Het lukt ons alleen als we allemaal in beweging komen’ Een leercultuur creëren in ons land. Dat is de missie van Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs. Maar doen we het dan zo slecht in Nederland? “Als je de internationale vergelijkingen van de OESO ziet niet, maar nationaal vinden wij het toch nog onvoldoende.”
Scholing. Dat begint op je
vierde en eindigt, afhankelijk van je studiekeuzes, zo rond je 25ste. En dan? Hop, aan het werk. Einde schoolbank, begin carrière. Toch? Niet als het aan Ingrid van Engelshoven ligt. De minister van Onderwijs is vastberaden om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland begrijpt dat we op het gebied van leren allemaal ons hele leven lang aan de slag moeten. “Een diploma is niet het begin van een hele lange loopbaan, maar het begin van een leven lang ontwikkelen.” Om een leven lang leren in de hoofden van de Nederlanders te krijgen, is het belangrijk een leercultuur te creëren. Is die er in Nederland?
“Wat mij altijd opvalt als je internationale vergelijkingen ziet van de OESO is dat wij
het heel goed doen. Je ziet ook dat er jaarlijks 1,7 miljard euro door bedrijven wordt uitgegeven aan opleidingen, maar toch vinden wij het nationaal nog onvoldoende. Wat we dan vooral problematisch vinden is dat het gebruik ervan scheef verdeeld is, vooral jongeren en hoger opgeleiden komen goed aan hun trekken. Daarnaast zie je dat scholing die gevolgd wordt vaak kortdurend is en gericht is op het blijven vervullen van de huidige functie.” En dat zou moeten zijn?
“Waar we naartoe moeten is dat iedereen meedoet in die leercultuur, dus ook lager opgeleiden en ouderen. Daarnaast moeten we er rekening mee houden dat mensen soms een grote switch moeten maken op de arbeidsmarkt, sommige banen zullen zelfs
verdwijnen. Opleiden moet er meer op gericht zijn om jouw vaardigheden te laten passen bij de arbeidsmarkt van morgen, dan op het actualiseren van je kennis in je huidige functie. Daar hebben we echt nog een hoop werk te doen.” Hoe kunnen we dat voor elkaar krijgen?
“Dat moeten we samen doen: werkgevers, werknemers, onderwijsinstellingen en het kabinet. Vanuit mijn verantwoordelijkheid als minister van Onderwijs is het vooral mijn taak om ervoor te zorgen dat er flexibel aanbod komt. Daarbij moeten we er voor zorgen dat mensen niet een hele MBO of HBO cursus hoeven te volgen, maar ook vrijstellingen kunnen krijgen voor dingen die ze al beheersen. Mensen kunnen daarvoor een geschiktheidstest
doen. Verder zien we opleidingen steeds meer online leren aanbieden en dit combineren met in de praktijk leren zodat er voor zij-instromers maatwerk ontstaat. Op dit gebied gebeuren dus al veel goede dingen, maar dat kan echt nog een stuk beter.” Hoe krijg je bedrijven hierin mee? Ik kan me voorstellen dat ze die 1,7 miljard wel willen uitgeven om de werknemer zijn werk beter te laten doen, maar dat ze er niet heel erg voor open staan om geld uit te geven om de werknemer ander werk bij een andere werkgever te laten doen?
“Dat is precies wat we bedoelen met dat er een bredere leercultuur moet ontstaan, dat ook werkgevers zich medeverantwoordelijk voelen voor hun personeel. Dat een werkgever beseft dat hij zijn werknemer
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie. 9 ANALYSENEDERLAND.NL – PROFIEL 115
Klinkt idealistisch.
“Ik sprak laatst met een ondernemer die een glazenwassersbedrijf heeft. Die zei: ‘Glazenwassen tot je 67ste, dat gaat ‘m niet worden voor heel veel mensen. Ik voel me er medeverantwoordelijk voor dat mijn mensen dusdanig vaardigheden kunnen opdoen zodat zij ook een goede baan kunnen vinden als ze bij mij klaar zijn’. Nou, dat is dus een heel mooi voorbeeld van hoe een werkgever die verantwoordelijkheid kan dragen. En dat hoeft niet tot enorme kosten te leiden, want het zorgt er ook voor dat mensen gemotiveerd blijven, ze niet gaan uitvallen, ziek worden of minder inzetbaar zijn. Maar dat is inderdaad iets waar we echt nog tekortschieten in de leercultuur: het besef dat dit de gezamenlijke verantwoordelijkheid is die we allemaal hebben.”
Foto: Rijksoverheid
ook kansen moet bieden als die niet meer geschikt of fit genoeg is om het werk bij zijn bedrijf uit te voeren. En dat die werkgever dan samen met zijn werknemer ervoor zorgt dat hij goed landt op de arbeidsmarkt.”
En wat kunt u er dan aan doen om ervoor te zorgen dat die glazenwasser niet een mooi voorbeeld blijft, maar dat dit breed gedragen wordt in het bedrijfsleven?
“Dit lukt ons alleen als we allemaal in beweging komen. Dus als ik met de onderwijsinstellingen ga kijken of we ervoor kunnen zorgen dat er maatwerkaanbod komt. Als onderwijsinstellingen het ook zo gaan organiseren dat dit past in de fase van het leven van mensen. Als wij daar als overheid ook financieel iets aan bijdragen. Als werkgevers er ruimte voor bieden binnen de organisatie van het werk. En als werkgevers hun mensen vanaf dag één meenemen in het feit dat een diploma niet meer het begin is van een hele lange loopbaan maar het begin is van een leven lang ontwikkelen.” Jerry Huinder
LUISTER NU ONZE PODCAST
FEITEN
Ingrid van Engelshoven is een politica van D66. Sinds oktober 2017 is zij minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van Engelshoven was eerder Kamerlid voor D66 en wethouder in, en loco-burgemeester van Den Haag.
Op Spotify, iTunes en Soundcloud kun je nu ook luisteren naar onze podcast Analyse 15 minutes. Hier leer je alles over onder andere EdTech!
ADVERTENTIE
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Foto: Studiekeuze123
Foto: Pexels
10 MOGELIJKHEDEN – ANALYSENEDERLAND.NL 116
Op tijd inschrijven Koopmann: “Onderwijsinstellingen kijken bij een numerus fixusopleiding vaak naar de motivatie, de redenen om een opleiding te volgen en de cijferlijst.”
Om komend studiejaar de studie van je voorkeur te kunnen volgen, is het belangrijkste advies: schrijf je op tijd in! Twee dagen moeten in de
agenda van elke scholier die volgend schooljaar wil gaan studeren rood omcirkeld zijn: 15 januari en 1 mei. Dat zijn de dagen waarop de inschrijvingen voor studies mét respectievelijk zónder een numerus fixus binnen moeten zijn. Dat de inschrijving voor een van de 96 studies met numerus fixus op tijd gedaan moet zijn, voor 15 januari dus, is logisch. Wie zich niet aanmeldt, doet niet mee in de selectieprocedure en zal
dus zeker niet aan deze studie kunnen deelnemen. Op een online platform voor scholieren, zoals Studiekeuze123. nl, kun je zien welke studies dat zijn. “Onderwijsinstellingen mogen zelf de criteria bepalen
waarop ze selecteren en de zwaarte van de onderdelen daarin bepalen”, zegt Anke Koopmann van Studiekeuze123 over de procedure. Wel staat vast dat je je per studiejaar voor maximaal twee opleidingen met een numerus fixus aan mag melden, zo vermeldt de site van de Rijksoverheid. “Onderwijsinstellingen kijken vaak naar de motivatie, de
redenen om een opleiding te volgen en de cijferlijst.” Voor andere studies is 1 mei de dag die in de gaten gehouden moet worden. “Als je je voor die datum hebt aangemeld, heb je het recht verkregen om nog tot vlak voor het nieuwe studiejaar van studie te wisselen.” En switchen is beter dan pas na
1 mei een keuze maken, want dan kan de studiekeuzecheck roet in het eten gooien. “De check, ook wel matching genoemd, is er om te zorgen dat de studenten ook echt op hun plek zitten. Bij een negatief advies mag je altijd wisselen van studie.” Noodzakelijk is dat niet, een advies is niet
bindend. Dat kan echter veranderen wanneer je je te laat inschrijft. “Als je je ná 1 mei aanmeldt, mag een onderwijsinstelling voorwaarden stellen aan jouw aanmelding, bijvoorbeeld een positieve uitslag bij een studiekeuzecheck.” Een laatste tip van Koopmann:
“Opleidingen mogen zelf de data voor de studiekeuzecheck invullen. Dat is meestal vlak na het eindexamen, maar het is raadzaam die data op te zoeken zodat je daarmee rekening houdt bij bijvoorbeeld het boeken van een vakantie.” Mark van der Heijden
REAL LIFE CHALLENGES Op onze vestigingen in Den Bosch en Venlo bieden wij de volgende hbo opleidingen aan: BEDRIJFSKUNDE EN AGRI-FOODBUSINESS BUSINESS MANAGEMENT IN AGRICULTURE & FOOD FOOD INNOVATION GEO MEDIA & DESIGN HEALTHY LIVING HORTICULTURE & BUSINESS MANAGEMENT INTERNATIONAL FOOD & AGRIBUSINESS MANAGEMENT VAN DE LEEFOMGEVING MILIEUKUNDE TOEGEPASTE BIOLOGIE TUINBOUW EN AKKERBOUW VEEHOUDERIJ VOEDINGSMIDDELENTECHNOLOGIE
www.hashogeschool.nl
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Foto: Mostphotos
12 VERDIEPING – ANALYSENEDERLAND.NL 118
Van den Broek: “Dat is de kracht van creatieve opleidingen: je leert je persoonlijke idee om te zetten naar iets dat voor anderen ook interessant is.”
Artiest, durf te ondernemen! Al sinds jaar en dag volgt ongeveer een op de tien HBO-studenten een creatieve of kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs. Grootste omissie daar: leren ondernemen. Marca van den Broek denkt nog
steeds met plezier terug aan haar opleiding Audiovisuele Vormgeving aan de Kunstacademie in Utrecht. “Vier jaar lang heb ik er heel leuke dingen gedaan, mezelf leren ontwikkelen.” Na haar studie werkte ze twaalf jaar als uitvoerend producent en eindredacteur bij diverse televisieproducenten. “Daar heb ik pas ontdekt hoe ik het creatieve met het zakelijke kon verbinden.” Bij de creatieve opleidingen ligt de nadruk op het kunste-
naar worden – en dat doen ze ook bijzonder goed, zegt Van den Broek. “Studenten leren er conceptmatig te denken. Neem geen genoegen met het eerste beste idee, maar train jezelf verder na te denken. Leer ideeën goed uit te werken; wat wil je vertellen en welke middelen wil je daarvoor inzetten.”
Het is een kwaliteit die ze nu als coach van ondernemers in de creatieve sector en organisator van creatieve evenementen zelf toepast. “Dat is de kracht van creatieve opleidingen: je leert je persoonlijke idee om te zetten naar iets dat voor anderen ook interessant is.” Maar dat zij creatieve onderne-
mers coacht, zegt ook iets over
de opleidingen: het leren ondernemen is daar van ondergeschikt belang. “De corebusiness op een kunstopleiding is beter worden als kunstenaar, niet ondernemer worden. Terwijl je dat wel wordt!” Een kunstenaar hoeft zijn oren
niet te laten hangen naar de markt. “Daar hebben kunstenaars logischerwijs geen zin in, maar dat beeld klopt niet”, zegt Van den Broek. “Het is ook niet zo dat het veel tijd kost of moeilijk is. Je moet juist dichtbij jezelf blijven en vandaaruit de connectie maken.” “Ondernemen gaat veel meer
om betrokkenheid creëren, om communicatie rondom jezelf als kunstenaar te bouwen”, vervolgt ze. “Hoe ziet de groep eruit die
je werk mooi vinden? Zoek zo gericht mogelijk die mensen op, anders schiet je op Facebook of Instagram met hagel.”
Dan ook kun je nadenken over hoe je je werk presenteert. “Als je weet dat vooral jonge kunstverzamelaars geïnteresseerd zijn, kun je nadenken over oplagen. Dat werkt heel goed voor deze doelgroep die vaak wat minder heeft te besteden. De oudere doelgroep benader je juist eerder in galeries.” Ze zegt het nog eens: “Betrokkenheid creëren, dat is wat je doet.” Mark van der Heijden ONDERNEMEN IS BETROKKENHEID CREEREN Kunststudenten moeten ook leren ondernemen. Op analysenederland.nl leest u er meer over. ADVERTENTIE
Associate degree
Pedagogisch Educatief Professional 2-jarige hbo-opleiding
Dit is een uitgave verspreid door EW; Elsevier Weekblad. De redactie van EW; Elsevier Weekblad heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Foto: Persfoto
14 UITDAGINGEN – ANALYSENEDERLAND.NL 120
Miltenburg: “Fouten maken hoort nu eenmaal bij het leven. Dan mis je een keer een paar studiepunten. So what?”
‘Niet alles hoeft te kloppen’ Er waart een spook door studieland. Het spook van de angst om fouten te maken. Vooral ouders hebben een bijna maniakale behoefte om kinderen voor missers te behoeden. Toch is het misschien niet eens zo gek om af en toe in het leven een fout te maken. Als we dat plaatsen in de context van een opleiding, dan is het niet erg om bijvoorbeeld een paar studiepunten te missen, een onvoldoende te halen of een verkeerd vakkenpakket te kiezen. “Vooral ouders hebben de neiging om in de stress te schieten als er bij hun kinderen iets mislukt. Er bestaat een bijna absurde drang om een kind te behoeden voor een blauw plekje. De realiteit is echter dat het maken van missers nu eenmaal bij het leven hoort”, constateert Hermien Miltenburg nuchter. Zij is oudervoorlichter bij de Wageningen
Universiteit en blogt vanuit deze hoedanigheid regelmatig over dit onderwerp. Een zeker succes kan haar daarin niet worden ontzegd. Haalde ze vroeger met haar blogs ongeveer 10.000 pageviews per jaar, tegenwoordig staat de teller op meer dan een half miljoen. Dat lijkt positief, reageert Miltenburg, maar dat is toch wel een signaal. “Onderwerpen die met name goed scoren, hebben van doen met vragen over wat als het niet goed gaat? Wat als mijn kind onvoldoende studiepunten haalt of een verkeerde studiekeuze maakt?” Dat deze beschermingsangst de laatste jaren zo sterk regeert, heeft volgens Miltenburg alles met de invoering van het sociaal leenstelsel te maken. Studenten mogen domweg niet mislukken omdat
ze anders voor torenhoge schulden komen te staan. “Het is echt enorm opvallend dat die nervositeit is toegenomen na invoering van het nieuwe leenstelsel. Vroeger hadden ouders nog zoiets van: ‘Leuk, studeren, ik wou dat ik nog jong was’. Tegenwoordig is daar niets meer van te merken. Ouders zetten alles op alles om hun kinderen zo ongeschonden mogelijk door hun studie te trekken.” Is dat erg? Ja, op zich wel, vindt Miltenburg. Een studie moet niet alleen een rationele, maar vooral ook een emotionele keuze zijn. Niet van de ouders, maar van de student zelf. Die moet vooral een studie kiezen waarin die zich lekker voelt. In een werkveld waarin die graag aan de slag wil. “Fouten maken hoort nu eenmaal bij het leven. Dan mis je een keer een paar studiepunten. So what? Daar leer je dan ook weer van.” Wat ouders zouden moeten be-
seffen, is dat ze ook zelf niet foutloos door het leven zijn gekomen. Ze moeten kinderen vooral de kans geven om zichzelf te ontplooien. “Ook de student zelf heeft natuurlijk een rol. Die moet de verantwoordelijkheid nemen om een eigen keuze te maken, hoewel het natuurlijk lastig is om te kiezen als ouders te kennen geven daar niet achter te staan.” Hugo Schrameyer
PEDAGOGISCH EDUCATIEF PROFESSIONAL, MET HOOFD EN HANDEN.
Je hebt het vast al wel eens gelezen in de krant: het lerarentekort is een feit. Het onderwijs moet op zoek naar duurzame en toekomstbestendige oplossingen. Dat biedt kansen voor iedereen die graag in het onderwijs, de kinderopvang of de jeugdzorg wil werken. Scholen zoeken niet alleen meer leerkrachten, ze organiseren het onderwijs ook slimmer waardoor er nieuwe functies ontstaan. In het onderwijs kun je bijvoorbeeld aan de slag als lerarenondersteuner of eventmanager en in de kinderopvang als pedagogisch beleidsmedewerker en/of coach. Om in deze nieuwe functies te voorzien moeten er ook opleidingen komen die hierbij aansluiten Carolien van Riswijk van Iselinge Hogeschool uit Doetinchem vertelt: “Zo is er bijvoorbeeld de associate degree Pedagogisch Educatief Professional. Dit is een geschikte keuze voor mensen die graag met kinderen werken, maar ook een meer coachende rol binnen de kinderopvang of meer verantwoordelijkheid binnen het onderwijs willen. In de opleiding zijn theorie en praktijk steeds gekoppeld, je werkt met hoofd en handen.” Marjon Kruize
FOUTEN MAKEN HOORT ERBIJ Maar met het leenstelsel wordt een verkeerde studiekeuze wel een dure grap. Op analysenederland.nl leest u er nog veel meer over. ADVERTENTIE
Blog voor ouders van (aanstaande) studenten over studiekeuze, studeren, studiekosten en tussenjaar.
Haal in 2 jaar je hbo-diploma Sociaal Werk De sociaal werker die meer kennis wil om zijn werk op een goede manier te doen, vindt bij HAN de juiste verdieping: de tweejarige deeltijdopleiding Associate Degree Sociaal Werk. Sociaal werkers staan nooit stil. Niet in hun werk, ook niet in zoektocht naar meer kennis. Ze willen beter om kunnen gaan met de nieuwe uitdagingen op het werk. De complexiteit in het sociaal werk neemt toe en zelfsturende teams vragen meer verantwoordelijkheid van de sociaal werkers. Juist dat – en meer – leer je bij de Associate Degree Sociaal Werk, een deeltijdopleiding aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Deze tweejarige studie op hbo-niveau helpt de sociaal werker om snel op een hoger niveau te gaan werken. “Iemand die de Associate Degree volgt, wil met de voeten in de klei blijven staan, maar wel een betere werker in de praktijk worden”, zegt Janneke Boon, docent Sociale Studies aan de HAN. De opleiding is dan ook voor deze mensen gemaakt op basis van de kennis en vaardigheden die in de praktijk nodig zijn. “We hebben een klank-
bordgroep met daarin ook mensen uit het werkveld. Van hen weten we wat een AD’er na de opleiding moet kunnen. Ook veel docenten werken daarnaast in de praktijk. Zo komen we samen met mensen uit het werkveld tot passend onderwijs.” Bovendien werken de studenten tijdens hun studie in de praktijk. “De student wordt begeleid door een werkplekcoach vanuit zijn werkgever en een leercoach vanuit de opleiding. Die driehoek heeft regelmatig contact met elkaar, om de student optimaal te ondersteunen.” De praktijk wordt aangevuld met online leren en wekelijkse bijeenkomsten. Alle opdrachten worden in de praktijk gedaan. Via een online leeromgeving kunnen studenten opdrachten maken, vragen stellen of feedback delen. “De docenten zullen tijdens de les vooral faciliteren en het leren van en met elkaar stimuleren. Het is niet meer de kennisoverdracht zoals we die van vroeger gewend zijn.” “We proberen het onderwijs steeds flexibeler te maken”, voegt Boon toe. “Studenten met voldoende ervaring in huis, kunnen in aanmerking komen voor de module ‘Start op maat’. Zij kunnen zelf gedeeltelijk hun
lesprogramma samenstellen. Daarmee kunnen ze hun kennis vergroten, zonder te herhalen wat ze al weten.” Bovendien kunnen studenten in het tweede jaar kiezen uit verschillende modules om richting te geven aan hun profiel als sociaal werker. “Dat gaat van creatief begeleiden en coachen, het begeleiden van kinderen en hun opvoeders, tot technologie in de zorg. De laatste module bijvoorbeeld leert de sociaal werker met zijn cliënt een passende technologische oplossing te kiezen en de cliënt daarin te begeleiden.” Nadat de studie is afgerond kunnen deelnemers, als ze willen, direct doorstromen naar jaar 3 van de hbo. In hun werk zien de deelnemers ook dat ze stappen maken. “Na de studie kan je meer taken gaan doen. Studenten die begeleider waren, kunnen bijvoorbeeld individueel begeleider worden, met meer verantwoordelijkheid.” Kijk op www.han.nl/ad-sociaalwerk en schrijf je in.