Dit is een commerciële uitgave van European Media Partner bij deze krant. Nr. 66 Oktober 2020
Groen Nederland Lees meer interessante artikelen op analysenederland.nl
Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur
Wat is de staat van ‘groen’ in Nederland? Met focus op milieutechnieken en agri- en horticultuur Teun de Jong:
Nederlandse akkerbouwers zijn over het algemeen hoogopgeleid en geïnteresseerd in vernieuwing. Lees meer op pagina 14
Milieutechnieken
Agricultuur:
Profiel | Jan Terlouw:
Nu is hét moment voor windparken
Andere kijk op groen
‘We moeten het tij keren voor hen die na ons komen’
Er moet naar mogelijkheden worden gezocht die het aantrekkelijk maken voor de investeringen in windenergie en die zorgen voor een goede marktwerking
Een baan in de groene sector betreft niet alleen het rijden op een tractor over het land, maar gaat over techniek, data, interactie met de opdrachtopgever en nog veel meer. Er is een pallet aan groen gekoppeld.
Lees meer op pagina 6
Lees meer op pagina 17
“Verreweg het beste wat men kan doen is zich aansluiten bij een politieke partij en zich via die weg inzetten voor verduurzaming.” Lees meer op pagina 8
2
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
IN DE PUBLICATIE Groen Nederland 2. Voorwoord: Olof van der Gaag 7. Verduurzaming is noodzakelijk en aantrekkelijk 8. Profiel: Jan Terlouw 10. Isoleren met subsidie
14. Voorwoord: Ing. Teun de Jong 17. Andere kijk op groen 18. Profiel: Wim Bens 20. Samen honger uit de wereld roeien 22. Verticale luchtbeweging helpt planten groeien
E
presenteert ANALYSE. Groen Nederland. In deze campagne leest u alles over Milieutechnieken en Agri- en Horticultuur. Hoe staat het met ‘groen’, in de breedste zin van het woord, in Nederland? maanden is de aandacht voor duurzaamheid in Nederland iets verminderd, maar dat betekent niet dat de verduurzamingsuitdaging minder belangrijk is geworden. Nog steeds houden talloze bedrijven zich bezig met de energietransitie en wordt er op innovatieve manieren gekeken naar nieuwe technieken om ons land te verduurzamen, maar dan moeten ze daar wel de mogelijkheden toe hebben.
ANALYSENEDERLAND.NL Groene Nederlandse gewasbescherming Nederland is hard op weg koploper te worden als om duurzame gewasbeschermingsmiddelen gaat.
PROFIELEN IN DEZE PUBLICATIE
ANALYSE. uropean Media Partner
ANALYSENEDERLAND.NL Inspiratie voor een duurzame wereld We staan voor een aantal grote uitdagingen omtrent duurzaamheid. Onze energievoorziening is daar een van.
EXCLUSIEF VOOR HET WEB
Duurzame Energie (NVDE). Bij de vorige economische crisis in 2008 was dit nog niet aan de orde (het energieakkoord verscheen pas in 2013), maar nu liggen er volgens Van der Gaag juist mooie kansen om verduurzaming door te voeren in de kern van ons economische systeem.
In de afgelopen
onder andere over met oud-politicus, wetenschapper en schrijver Jan Terlouw. Hij houdt zich al jaren bezig met het verbeteren van ons milieu en roept ons op hier allemaal ons steentje aan bij te dragen. Volgens hem is de wil er vanuit het bedrijfsleven wel, maar is er hulp van de overheid nodig om een gelijk speelveld te creëren. Pas als fossiele brandstoffen niet langer door de overheid gesubsidieerd worden kan er echte verandering optreden. We spreken hier
niet het enige ‘groen’ waar we in deze campagne op focussen. Ook de groene sector, agri- en horticultuur, krijgt in deze campagne volledige aandacht. We spreken hierover onder andere met Wim Bens, waarnemend voorzitter van LTO Nederland. De afgelopen maanden hebben we vaak gehoord over boerenprotesten, maar wat zij precies willen bereiken, dat is nog steeds niet voor iedereen duidelijk. LTO Nederland wil daarom het verhaal van de boeren bij de politiek en het grote publiek onder de aandacht brengen. Maar verduurzaming is
meer wilt lezen over duurzaamheid, of geïnteresseerd bent in land- en tuinbouw, bij deze campagne bent u aan het juiste adres. Wij wensen u veel leesplezier! Of u nou
echt de overstap gaan zetten naar duurzame, hernieuwbare energie. Gelukkig is er steeds meer draagvlak voor een duurzaam, economisch herstel na de coronacrisis, zo stelt Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging
Olof van der Gaag Directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE)
Jan Terlouw Natuurkundige, oud-politicus en schrijver
Ing. Teun de Jong Voorzitter NAV
Wim Bens, Voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO)
Egbert Roozen Directeur van Branchevereniging VHG
Medy van der Laan Voorzitter van Energie-Nederland
Bekijk exclusieve films en video's op onze campagne website.
Op onze campagne website vindt u nog veel meer interessante artikelen en interviews.
Dan kunnen we
Campagne Managers: Quinten Ridderbos & Caitlin de Keijzer Managing Director: Amanda Ghidoni Redactie en tekst: Marjon Kruize, Féline van der Linde & Henk Dilling Graphic Design: Charlotte Hovenier Coverfoto: Tom Swinnen & Sanne Terlouw
ANALYSE #66 Groen Nederland
Gedistribueerd met: Het Financieele Dagblad 2020 Drukkerij: RODI Rotatiedruk
European Media Partner Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Uitgegeven door: European Media Partner Nederland B.V Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Web: www.europeanmediapartner.com
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Email: nl@europeanmediapartner.com redactie@europeanmediapartner.com
Tel: +31 20 808 82 00
ADVERTENTIE
Een belangrijke stap richting een duurzame toekomst met het warmtenet in Leeuwarden Eind september 2020 was de start van een ambitieus project voor de gemeente Leeuwarden. Er wordt in samenwerking met Ennatuurlijk een warmtenet opgezet, dat de baanbrekende potentie heeft om met geothermische energie de helft van de Friese hoofdstad duurzaam te verwarmen. De benodigde duurzame aardwarmte komt van Geocombinatie Leeuwarden (GCL); een consortium van Shell, Energie Beheer Nederland (EBN), Bouwgroep Dijkstra Draisma en Ennatuurlijk. Als begin 2021 alle vergunningen binnen zijn, start GCL aan de zuidkant van de stad een proefboring met Shell als operator. Uit seismisch onderzoek blijkt dat zich hier, op ruim twee kilometer diepte, een geschikte aardlaag bevindt voor het winnen van aardwarmte. Deze is goed voor het verwarmen van maar liefst 10.000 à 12.000 woningequivalenten (elk kantoor wordt omgerekend naar een x-aantal woningen). Als de proefboring succesvol is, begint GCL met het veilig en betrouwbaar ontwikkelen van de bron. Tegelijkertijd start Ennatuurlijk met de aanleg van het warmtenet. Ongeveer een jaar later kunnen de eerste klanten aardwarmte afnemen.
Afnamegarantie Grote potentiële afnemers, waaronder Achmea, ING Bank, het Rijksvastgoedbedrijf en Medisch Centrum Leeuwarden (MCL) hebben reeds toegezegd aardwarmte te zullen afnemen zodra deze beschikbaar is. Ernst Japikse, algemeen directeur van Ennatuurlijk: “Dit biedt ons de garantie dat we een deel van de aardwarmte meteen kunnen afzetten.” Maximumprijs voor warmte ligt vast De twee bestaande warmtenetten van Ennatuurlijk in Leeuwarden worden geïntegreerd, waarbij het warmtenet van de wijk De Zuidlanden in de eerste fase van het project valt. In de vervolgfase wordt er wijkgericht samengewerkt met gemeente, energiecorporaties en woningcorporaties. Japikse: “Deze laatste groep bezit veel woningen in de stad. Daardoor is het mogelijk in één klap een groot aantal woningen te verduurzamen. Een fantastische ontwikkeling! Voor teveel betalen hoeven de bewoners niet bang te zijn. De Warmtewet bepaalt immers de maximumprijs voor warmte.” ennatuurlijk.nl
Wethouder Bert Wassink (l) en Ernst Japikse (r) algemeen directeur van Ennatuurlijk
Bart Budding
Rebel Energy team
Nationale Investeringsagenda Waterstof heeft drievoudige maatschappelijke impact
Frederik de Vries
Rebel Transitiemanagement team en bestuurslid van de NWBA
Met de spotlight op de CO2-uitstoot van de industrie staat het debat
waterstof. Ook voor zwaar transport, landbouw, en met name de
weinig. Daarbij is het productieproces van waterstof nu nog te duur en te inefficiënt. En tóch moeten we nu investeren in de ontwikkeling
Opschaling en innovatie
over nut en noodzaak van groene waterstof op scherp. De productie van groene waterstof kost veel duurzame energie – en die is er al te
van een groene waterstofeconomie, want daarmee leggen we een
duurzaam fundament voor onze samenleving op de lange termijn. Rebels Bart Budding en Frederik de Vries pleiten voor een Nationale Investeringsagenda perspectief.
Waterstof
met
een
grensoverschrijdend
Geen hype, wel ambitieus
Wij zijn Rebels, maar we zijn niet van de hypes, want die zijn kort en
oppervlakkig. En voor groene waterstof – als energiedrager, grondstof en brandstof – hebben we juist volharding en een langetermijnvisie nodig. Want de recent aangekondigde plannen – van 100 MW tot enkele gigawatts – zijn op zijn zachtst gezegd ambitieus. In Nederland zijn tot nu toe slechts enkele kleinschalige installaties gebouwd voor de productie van groene waterstof uit water. Elektrolysers die passen bij de geambieerde productieschaal zijn nog niet op de markt gebracht. En de assemblage van het equipment is gedeeltelijk nog ambachtelijk handwerk. Bovendien hebben we op de korte termijn geen zicht op voldoende duurzaam geproduceerde elektriciteit voor waterstof, zonder daarbij te kannibaliseren op (het efficiëntere) eindgebruik van duurzame elektriciteit. We hebben dus belangrijke stappen te zetten. Wij denken dat we onze duurzaamheidsambities kunnen realiseren door te ondernemen. Door onze industrie te verduurzamen, door een nieuw economisch cluster rond waterstof te ontwikkelen, en onze huidige rol als internationaal handelsplatform en logistieke hub toekomstbestendig te maken.
Investeren in een koploperspositie
Met een investering in een stevige waterstofagenda bereiken we drievoudige maatschappelijke impact: 1. We bouwen breed aan het realiseren van onze duurzaamheidsdoelstellingen door alternatieven te ontwikkelen voor de eindgebruikers van energie, met name de industrie. 2. We versterken de positie van onze onderzoeksinstellingen en onze kenniseconomie. 3. We verstevigen de concurrentiepositie van onze maakindustrie en bieden toekomst aan de Nederlandse havens en industriële clusters.
Waterstof als katalysator in de energietransitie
Voor industriële productieprocessen wordt waterstof op termijn een belangrijke pijler in de energietransitie. Daarom onderzoeken partijen als Nouryon, Gasunie en TNO, maar ook Shell en Havenbedrijf Rotterdam, de grootschalige productie en toepassing van (groene)
lucht- en scheepvaart, is waterstof op de lange termijn de passende energiebron.
Om dit te bereiken is een drastische opschaling nodig van de productiecapaciteit van groene waterstof in Nederland – of erbuiten. Dat is uitdagend vanwege de grote hoeveelheid duurzame energie
die daarvoor nodig is. En omdat de kostprijs van bestaande installaties nog te hoog is, en de efficiëntie ervan te laag. Daarom moet veel
aandacht uitgaan naar innovatie en productontwikkeling gericht op opschaling. Op grote schaal loont het investeren in innovatie en nieuwe productieprocessen immers wel. Daarom moeten we schakelen naar
bijvoorbeeld machinale, seriematige productie van elektrolysers en het ondersteunen van bedrijven die dit kunnen realiseren. Als we nu investeren in een koploperspositie, kunnen we vanuit een internationaal perspectief werken aan oplossingen om aan de grote vraag naar groene waterstof in Nederland en het achterland te voldoen. Daarin spelen onze havens, als distributiehubs en productielocaties, een cruciale rol.
Waterstof als onderdeel van een langetermijnvisie
We zijn in Nederland sinds de jaren tachtig wars van industriepolitiek. Wel creëren we food en energy valleys en andere initiatieven, ook op het gebied van waterstof, die vooral de regionale economieën lijken te stimuleren. Dat is voor waterstof onvoldoende. Want in een internationaal speelveld waarin landen als Duitsland, Spanje en Portugal omvangrijke programma’s in voorbereiding hebben, zijn wij voor regionaal denken te klein. We kunnen een leidende positie veroveren in een nieuwe, mondiale, duurzame economie, als we daar met een langetermijnvisie bestendig en integraal op in durven zetten. Via de Nationale Investeringsagenda Waterstof versterken we de economie op verschillende niveaus: van onze onderzoeksinstellingen tot de maakindustrie en van onze havens tot de chemieclusters. We verbinden kennis en onderzoek met de sectoren die uiteindelijk innovatie naar de praktijk brengen. Zo kijken we vanuit gedeeld belang naar de waardeketen van waterstof én naar andere waardeketens.
“De Nationale Investeringsagenda Waterstof gaat over veel meer dan waterstof alleen” Het gaat over de toekomst van onze energievoorziening, de mogelijkheden van onze maakindustrie, en het bieden van een groen perspectief aan onze havens en industriële clusters. Een kans op drievoudige maatschappelijke impact die we niet mogen laten lopen.
Rebel is een wereldwijd adviesbureau dat projecten met een maatschappelijk belang initieert, erover adviseert, en erin investeert. Meer dan 200 Rebels werken aan de vraagstukken van de toekomst op het gebied van duurzaamheid, transport, stedelijke ontwikkeling, gezondheidszorg en de sociale sector. Wij maken impact, niet alleen als adviseur maar ook als investeerder. Want wie gelooft in zijn eigen adviezen, investeert mee.
Rebel | Wijnhaven 23 | 3011 WH Rotterdam | +31 10 275 59 90 | info@rebelgroup.com | www.rebelgroup.com
4
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Van ‘redden wat we hadden’ naar ‘opbouwen wat we willen’ Voorwoord
Onze economie krijgt ongekende klappen door de coronacrisis. Honderdduizenden banen gaan verloren. Zonder de economische steun van de overheid was dit nog veel dramatischer geweest. Tegelijkertijd hadden we deze zomer de ‘warmste week ooit’, na de hitterecords in de vorige zomer. Klimaatverandering is voelbaar geworden. Er is gelukkig brede steun voor groen economisch herstel: het stimuleren van de economie én het versnellen van de verduurzaming ervan. Foto: Persfoto & Tom Swinnen
N
ederland heeft dit
nog nooit gedaan. De kredietcrisis in 2008 is niet gebruikt om de energietransitie te bevorderen. Het energieakkoord dat dit wel bevorderde, kwam pas in 2013. Economische steun is in 2008 niet gecombineerd met verduurzaming. Het is best lastig om vergaande duurzaamheidseisen te stellen aan individuele bedrijven: als de markt groen ondernemen niet beloont, kunnen zeer duurzame bedrijven alsnog failliet gaan. Hoe creëer je wel duurzame economische kansen en banen? Hoe verschuiven we het beleid van ‘redden wat we hadden’ naar ‘opbouwen wat we willen’?
plaats: ga vol door met het klimaatakkoord. Dit leidt in 10 jaar tot zo’n 100 miljard euro aan investeringen. Het levert gemiddeld 50.000 nieuwe voltijdsbanen op. Vele partijen steunen het klimaatakkoord. De richting is goed maar er is wel extra actie nodig. Er zijn mede door corona nieuwe zekerheden nodig voor mensen en bedrijven om te investeren in verduurzaming – bijvoorbeeld door het voordeliger te maken of te helpen bij de financiering. In de eerste
Er zijn mede door corona nieuwe zekerheden nodig voor mensen en bedrijven om te investeren in verduurzaming. plaats: kies voor een economisch herstelpakket inclusief duurzaamheid. We kunnen ons beter uit de crisis investeren dan ons eruit bezuinigen. Duurzaamheid hoort thuis in het hart van het economisch systeem – en dus in het hart van een economisch stimuleringspakket. Dat kan het best door vervuiling een prijs te geven in dat pakket: geen investeringen die de ‘oude economie’ herstellen, maar voor veel vervuiling zorgen. Wel investeringen die doorbraken in de nieuwe, duurzame economie bewerkstelligen. In de tweede
Het klimaatakkoord stuurt
op de ‘laagste kosten per vermeden ton CO2’. Het economisch herstelpakket zou juist innovaties en doorbraken voor de langere termijn mogelijk moeten maken. Het gaat daarbij niet alleen om meer duurzame elektriciteit of warmte maar om fundamentele veranderingen in het energiesysteem. Die veranderingen zitten vaak tussen sectoren in. Bijvoorbeeld, de overschakeling van de industrie op duurzame elektriciteit en groene waterstof, in combinatie met extra windparken op zee. Of de ontwikkeling van grootschalige warmtenetten met een brede mix aan warmtebronnen. Ook de elektrificatie van warmte en vervoer, in combinatie met bijvoorbeeld extra zon en wind op land kan bijdragen, en bijvoorbeeld investeringen in slimme energie-infrastructuur om al die nieuwe vormen van energievraag en -aanbod te faciliteren. nationale klimaatweken is er volop ruimte om ideeën en kansen te bespreken. Ik hoop van harte dat we de beste ideeën terugzien in concrete maatregelen: dit najaar én in het coalitieakkoord van de volgende regering. Tijdens deze
Olof van der Gaag, Directeur Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) ADVERTENTIE
Startups? Energiereuzen? De echte aanjagers van de energietransitie vind je in het MKB In 2011 is Aurum gestart met het leveren van energiedata voor bewoners en bedrijven. Onder het motto ‘meten is weten’ maakt Aurum mensen bewust en stelt zo mensen in staat zelfstandig keuzes te maken. Netbeheerders en leveranciers meten stroom- en gasverbruik vanuit hun verantwoordelijkheid. Maar huishoudens, gebouwbeheerders, bedrijven en lokale initiatieven willen in toenemende mate meer meten en weten, en zoeken naar een onafhankelijke partner voor energiedata.
‘De laatste jaren is Aurum hard gegroeid, met name door de uitbreiding van onze dienstverlening in de warmtesector,’ zegt Ryan Wendel, COO. ‘We bedienen bottom-up stadswarmte initiatieven en commerciële warmtebedrijven die hun warmtenet willen monitoren en data nodig hebben voor facturatie. Wij bieden onze klanten een platform en een moderne meetketen tegen een vast bedrag per maand per aansluiting. De klant hoeft daardoor geen miljoenen te investeren in eigen hardware en software, maar krijgt beschikking over actuele en betrouwbare data. Met ons platform EnergyGrip maken wij real-time energiemonitoring breed beschikbaar.’ ‘Er hoeft dus geen miljoeneninvestering gedaan te worden in een duur back-endsysteem en eigen hardware. Dit is een belangrijke ontwikkeling in de democratisering van energie’
Aurum oprichter en CEO Marc de Beijer: ‘Ryan en
ik komen uit de telecomwereld. Daar werd lang vastgehouden aan de traditionele manier van werken, terwijl nieuwe bedrijven al voice over IP aanboden. Vaak zijn het spelers die dichtbij de eindgebruikers staan, die echte verandering teweegbrengen. Het MKB is de plek waar het échte werk wordt verzet in de energietransitie’.
Ryan Wendels & Marc de Beijer
‘Ik kom uit een ondernemersfamilie en heb geleerd om niet zomaar voor de quick wins te gaan. Mijn vader zei: Je moet je voeten niet verder uitsteken dan de deken lang is’
‘In de startupwereld voert kortetermijndenken soms de boventoon. Aurum is een ander pad ingeslagen. Wij verkiezen lange termijn meerwaarde boven quick wins: een solide bedrijf bouwen waar klanten op kunnen vertrouwen.’ En dat heeft gewerkt, inmiddels bedient Aurum met haar meetoplossing een aanzienlijk deel van de energiemarkt in Nederland: met energie app Huisbaasje voor consumenten en met platform-as-a-service EnergyGrip voor organisaties. ‘Het is ongelooflijk hoe snel lokale initiatieven, coöperaties en gebouweigena-
ren bezig zijn de energietransitie vorm te geven. Wij bedienen hen graag.’
Kijk op www.aurumeurope.com/energygrip
DECENTRALE ENERGIEOPLOSSINGEN: de kracht van vandaag, de innovatie van morgen Vind de balans tussen commercieel succes en duurzame groei
Centrica Business Solutions helpt bedrijven anders te denken over energie. Als full service energy solution provider ondersteunen we bedrijven met decentrale energieoplossingen om concurrerend te blijven en energie in te zetten als duurzame inkomstenbron: • • •
• •
Bent u op zoek naar: • Een verbeterde efficiëntie? • Het opwekken van eigen energie? • Lagere energiekosten? • Een stabiele en betrouwbare energievoorziening? • Een écht duurzame bedrijfsvoering? • Het voortdurend benutten van innovatieve technologie? • Het behalen van klimaatdoelstellingen?
Energieopslag: Industrie regisseur eigen energievoorziening dankzij Mega batterijen Warmtekrachtkoppeling (WKK): Verlaging van energiekosten door opwekking van elektriciteit en warmte Virtuele Power Plant (VPP) en Demand Side Response (DSR): Vind en benut het flexibel vermogen van uw site en ondersteun het stroomnet met o.a. e-boilers, wkk’s, warmtepompen, slim laden en andere bedrijfsprocessen Draadloze energiesensoren: Real-time inzicht in uw energiebeheer met IoT Drijvende zonnepanelen: Benut het hogere rendement van zon op uw wateroppervlakte
Voor elke organisatie zijn deze oplossingen in te zetten, volledig afgestemd op uw bedrijfsvoering, eisen en wensen.
Legenda
Huidige technologie
Ontdek wat Centrica Business Solutions voor uw bedrijf of organisatie kan betekenen!
Waterstof infrastructuur Technologie over 1-4 jaar
Digitalisering van energievoorziening
Elektrificatie
Technologie over 5-9 jaar
Waterstofopslag Zonnepanelen op het dak Edge + Cloud Control Systeem
Luchtwarmtepomp
• Inzicht in energieverbruik en CO2-uitstoot • Peak Shaving en reductie CO2-uitstoot • VPP/DSR deelname als ondersteuning energietransitie
Geïntegreerde zonnepanelen
Gemeenschappelijke energiebron
Waterstof toepassingen o.b.v aansluiting op waterstofnet
Li-ion Battery Storage Lange termijn opslag
Aardwarmtepomp
Groen gas & waterstof in bestaand gasnet Warmtepomp o.b.v. restwarmte
Biogas WKK / WKK
Anaërobe vergister Groene Waterstofelektrolyse
Export van lokaal opgewekte stroom
AC Microgrid
Slim laden
DC Microgrid
Elektrische voertuigen
o.b.v waterstof
Groene stroom middels realtime PPA
www.centricabusinesssolutions.nl/energietransitie centricabusinesssolutions.NL@centrica.com 0297-293 200
Scan de QR code met uw mobiele camera en ontdek meer.
6
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Nu is hét moment voor de windparken Milieutechnieken
Al een aantal jaren geleden zijn gesprekken gestart om de grote toename van energie uit windparken op zee samen te brengen met de industrie. Wind op zee is een van de grote trekpaarden van het aanbod hernieuwbare energie. De industrie is als grootverbruiker een interessant en logische afnemer. Als er geen afstemming tussen de toenemende vraag en het aanbod is bestaat het risico dat er niet meer geïnvesteerd wordt. En daarmee stagneert de verdere uitbreiding van windparken op zee. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto & Nick Collins
Medy van der Laan Voorzitter van Energie-Nederland
D
eze impasse moest
dus doorbroken worden, aldus Medy van der Laan, voorzitter van Energie-Nederland. “Zoveel stroom voor de industrie betekent dat naast de vraag en het aanbod ook de infra-
De eerste windparken zijn opgeleverd en meer kabels om de wind van zee naar land te krijgen zijn vrijgegeven.
structuur flink moet uitbreiden. Complexe uitdagingen die zorgden voor de start van het Wind meets Industry initiatief afgelopen zomer. Dit programma brengt de industrie en de windsector samen om het centrale klimaatdoel uit het Klimaatakkoord, het terugdringen van CO2-uitstoot met negenenveertig procent ten opzichte van 1990, te bereiken.” nu daar voor een versnelling, gaat Van der Laan verder. “De eerste windparken zijn opgeleverd en meer kabels om de wind van zee naar land te krijgen zijn vrijgegeven. Nu is er de urgentie om de gemaakte afspraken daadwerkelijk na te komen. De eerste windparken kunnen gemakkelijk De tijd is
hun wind kwijt aan de markt, maar wanneer we meerdere windparken willen in de toekomst kunnen zij de wind dan ook voldoende afzetten op de markt? Negatieve prijzen als gevolg van het niet kunnen afzetten wil men niet. De industrie moet dus wind krijgen als het wind nodig heeft. Maar wind is er niet altijd. Opslag van windenergie of het flexibeler inrichten van de industriële processen zijn dan toekomstige oplossingen.”
Nog altijd zijn er negatieve geluiden omtrent windparken van onder andere milieuorganisaties.
naar mogelijkheden worden gezocht die het aantrekkelijk maken voor de investeringen in windenergie en die zorgen voor een goede marktwerking, vertelt Van der Laan. “Het programma Wind meets Industry opereert op vier thema’s om dit te bereiken. Het eerste thema gaat over het afstemmen van de groeipaden van de vraag naar en aanbod van hernieuwbare elektriciteit. Dit geeft zekerheid over de afzet (elektriciteitssector) en beschikbaarheid van groene stroom (industrie). Deze zekerheden zorgen weer voor het verlagen van drempels voor investeringen en zorgen voor stabielere prijzen op de elektriciteitsmarkt. Het tweede thema betreft de rol van de overheid. Investeringen en de uitrol van windenergie Er moet dus
hebben een langjarig stabiel en proactief overheidsbeleid nodig. Hiervoor is kennis en een overzicht van de risico’s nodig die gedeeld wordt tussen de sectoren en overheid. Daarnaast zorgen de onzekerheden van elektriciteitsopwekking en –gebruik in de industrie voor financieringsrisico’s. Betrokken partijen hebben vaak maar beperkt zicht en voor financiers is juist het kunnen overzien van de risico’s cruciaal. Het delen van kennis door de keten heen is dus een belangrijke factor.” er negatieve geluiden omtrent windparken van onder andere milieuorganisaties. “Wij zijn erop gericht om de schade zo minimaal mogelijk te houden. Het staat buiten kijf dat de windmolens in zee het zeeleven verstoren. Nog altijd zijn
Dat ga ik niet ontkennen en daar nemen wij onze verantwoordelijkheid voor. Maar het is ook kiezen tussen nadelen, want CO2-uitstoot willen we ook niet.” termijn moet er veel meer kennis gedeeld gaan worden en moeten alle betrokken partijen elkaars taal gaan begrijpen, aldus Van der Laan. “Wat doe je bijvoorbeeld als er teveel windenergie is en je die niet kunt afzetten? En wat is de planning na 2030? Alle afspraken zijn gericht op 2030, maar wat gaat er daarna gebeuren? Het allerbelangrijkste vind ik dat we met alle betrokken partijen in gesprek moeten blijven en onszelf continu afvragen; wat kunnen wij doen?” Op de korte
ADVERTENTIE
Verduurzamen zonder investering; het kan! Volledig duurzaam opereren, zonder investering of lening? Dat dat kán, bewijst dit project van The Makers, energieloket de Meierij en Zelfstroom. Veel ondernemers willen en moeten verduurzamen, zowel klanten als de overheid stellen steeds strengere eisen. Ook hypotheekverstrekkers willen tegenwoordig dat je energielabel C of hoger hebt. De Nederlandse kostuumproducent The Makers liep hier ook tegenaan. Zelfstroom bood een oplossing op maat: met operational lease kan The Makers wel direct verduurzamen en besparen op de maandelijkse energiekosten, zonder te investeren. En na leaseperiode kies je voor de optie die het beste bij het bedrijf past: overnemen of doorleasen.
dig anders uit. De corona-uitbraak trof ook The Makers hard. Maaike: “We zijn twee maanden dicht geweest, zonder export, zonder omzet, terwijl alle vaste kosten gewoon doorlopen. Daarom zijn we achteraf gezien nog blijer met onze keuze om te leasen. Cashflow management is in deze tijd nog belangrijker geworden.’’ Door deze lease-oplossing van Zelfstroom zijn er echt geen drempels meer voor ondernemers. Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen: • Niet investeren, wel besparen
Blij met deze oplossing tekende The Makers begin dit jaar de overeenkomst met Zelfstroom. Een maand later zag de wereld er ineens volle-
Benieuwd hoeveel jouw bedrijf kan verdienen met zonnepanelen? Kijk dan op zelfstroom.nl/ analyse. Nu met gratis Ipad bij iedere installatie.
• Verbetering van het energielabel • Gegarandeerd een werkend systeem tijdens de looptijd • Een rendement tot €60.000,- in 25 jaar
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur
7
analysenederland.nl
Verduurzaming is noodzakelijk en aantrekkelijk
3
Vragen aan Martine Rondeel
Milieutechnieken
Woningen en kantoren duurzaam en aardgasvrij maken is een belangrijke opgave in Nederland, in 2050 moeten alle 7,8 miljoen woningen aardgas-vrij zijn, zo verplicht het ‘Parijs-akkoord'. Daarnaast moeten kantoren per 1 januari 2023 minimaal energielabel C hebben, anders mag het gebouw niet meer als kantoor gebruikt worden. Om verduurzaming voor gebouweigenaren nog interessanter te maken zijn er verschillende subsidies opgericht. Tekst: Sylvana Terlage & Marjon Kruize Foto: Stephan
E
ruim één miljoen huizen in en rond historische binnensteden blijkt het lastigst te verduurzamen. Ze zijn moeilijk te isoleren en je breekt de boel er niet zo gemakkelijk open. Na 2030 komt aan bod hoe deze woningen alsnog energieneutraal gemaakt kunnen worden. De technieken zijn dan doorontwikkeld en dus goedkoper. Als alles meezit, kan in 2030 wel 80 procent van de huizen in Nederland aardgasvrij zijn, aldus Milieudefensie. en groep van
een grote energieverbruiker in huis. Bijna vijftig procent van je energierekening bestaat uit De verwarming is
Martine Rondeel Director Renewables van Atlas Professionals
Milieutechnieken
Toen in 2015 het Klimaatakkoord van Parijs bereikt werd, zorgde dat in Europa en vooral in Nederland voor een nadrukkelijke focus op onshore en offshore windenergie. Maar de groeiende windsector zal met een tekort aan competent personeel gaan kampen. Martine Rondeel, Director Renewables bij Atlas Professionals, licht toe. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto Om organisaties een extra verduurzamingsimpuls te geven is de SDE++ subsidie in het leven geroepen.
kosten voor verwarming en tien procent voor warm water. Op een energiezuinige en duurzame manier je huis en water verwarmen loont, zowel voor de portemonnee als het klimaat. Naast investeren in de bekende warmtepomp kan het investeren in een elektrische vloerverwarming ook een stap in de goede richting zijn op weg naar duurzaam wonen. extra verduurzamingsimpuls te geven is de SDE++ subsidie in het leven geroepen. De afkorting SDE staat voor Stimulering Duurzame Energietransitie. Organisaties worden met deze subsidie gestimuleerd om hernieuwbare energie te produceren en hun CO2-uitstoot te reduceren. Voor deze regeling is er slechts een inschrijvingsronde, welke loop van dinsdag 24 Om organisaties een
november tot donderdag 17 december. Bedrijven kunnen zich in deze periode aanmelden om in aanmerking te komen voor deze subsidie. subsidie voor de inzet van technieken voor de opwekking van hernieuwbare energie en van andere CO2-reducerende technieken. Bijvoorbeeld door te investeren in zonnewarmte en -stroom. Als bedrijf kan je subsidie aanvragen voor fotovoltaïsche zonnepanelen met een piekvermogen van meer dan 15 kWp en een grootverbruikersaansluiting. Voor zonthermie geldt een minimum vermogen van 140 kW en mag er uitsluitend gebruik gemaakt worden van afgedekte collectoren. Voordat je de subsidie aanvraagt, moet een vergunning voor het plaatsen van zonnecollectoren of -panelen zijn afgegeven. De SDE++ biedt
SDE++ subsidie worden wel strengere eisen gesteld dan bij eerdere subsidierondes. Zo wordt de subsidie anders berekend en onderbouwd. Er moeten veel zaken aannemelijk gemaakt worden en er moeten uitvoerige berekeningen aangeleverd worden als onderbouwing. Ook wordt de subsidie uitgekeerd op basis van de vermeden uitstoot. Bij zonnecentrales betekent dit dat er rekening gehouden wordt met de voorziene effecten op de uitstoot. Bij de nieuwe
dit jaar is beperkt. Zoals ieder jaar is de subsidie per opgewekt killowattuur ook nu weer lager dan voorheen. Tegelijk zijn ook de productiekosten gedaald, waardoor investeren in verduurzaming gunstig blijft. Het budget voor
Waarom is er een mismatch tussen de talentenpool en het aanbod? “We zien dat de instroom voor de technische vakken op het MBO verder afneemt. Tegelijkertijd zorgt de energietransitie voor een toename in de vraag naar technisch geschoold personeel. Bovendien is de offshore windsector een relatief nieuwe industrie, waardoor nog niet bij iedereen bekend is met demooie carrièremogelijkheden er liggen – ook op de lange termijn.” Hoe interesseer je talent voor de windindustrie? “We delen actief onze kennis over de markt en de sector met de supply chain, lokale overheden en onderwijsinstellingen tijdens presentaties en zogeheten ‘Wind Experience Days’. Ook hebben we de renewables roadshow geïnitieerd op MBO-scholen om studenten met virtual reality te laten zien hoe het is om op een windturbine te staan en in de windindustrie te werken. Daarnaast beschikken we over een technical assessment, waarmee kandidaten direct inzage kunnen krijgen in hoe zij scoren binnen de vakgebieden mechanica, hydrauliek en elektrotechniek.” Wat is er nodig voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt? “De windindustrie verandert snel. Voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt is het daarom van belang dat het onderwijs, het bedrijfsleven, de overheid en lokale overheden goed met elkaar samenwerken en afstemmen. Hiervoor is een flexibele kijk naar human capital nodig, waarbij het niet alleen belangrijk is een match tussen bedrijf en kandidaat te vinden, maar de kandidaat ook op persoonlijk vlak moet aansluiten bij het bedrijfsprofiel. Ook is meer nadruk op de soft skills en gedragscompetenties, zoals motivatie, proactiviteit, en bewustzijn van kwaliteit en veiligheid hebben, essentieel.” ADVERTENTIE
Lokaal en collectief duurzaam van het gas af Om in 2050 volledig aardgasvrij te wonen en werken moeten er nog flinke stappen gezet worden. Lokale, collectieve en duurzame warmtesystemen die in één keer een appartementencomplex, straat of wijk van gas afkoppelen, spelen een steeds belangrijkere rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Eteck Energie legt zich volledig toe op het ontwikkelen van duurzame warmtesystemen voor de woning- en utiliteitsbouw. “Wij streven naar maximale impact op de verduurzaming van de Nederlandse warmte- en koudevraag”, vertelt directeur Rard Rijcken. Daarvoor ontwerpt, ontwikkelt en exploiteert Eteck, als warm-
televerancier, collectieve systemen die zoveel mogelijk gebruik maken van lokale duurzame bronnen, zoals warmte- en koudeopslag in de bodem (WKO), warmte uit lucht en warmte uit oppervlaktewater (aquathermie). “Het gaat erom dat je kijkt naar wat er in de omgeving beschikbaar is. Wij zijn techniekonafhankelijk en dat stelt ons in staat altijd op zoek te gaan naar de beste oplossing”, aldus Rijcken. Daarbij kijkt Eteck verder dan op wijkniveau. Bij een gebiedsontwikkeling met tien deelprojecten is het niet altijd mogelijk om tien verschillende energiesystemen te realiseren. Daarom pakt Eteck graag de regie over de transities naar aardgasvrij.
gezet worden. Dan kun je kijken of dat via lokale duurzame bronnen kan om zo het onnodig transporteren van warmte te voorkomen.”
Collectiviteit is wenselijk om de warmtebronnen die aanwezig zijn ook optimaal te benutten, maar autonomie voor elk project moet ook worden gerespecteerd. “We doen nog voornamelijk nieuwbouw, maar daar komt verandering in. Het kabinet wil in 2050 immers zeven
miljoen bestaande woningen van het gas af hebben. En om dat mogelijk te maken is draagvlak nodig. Wij adviseren eerst te kijken of de duurzame warmtevraag individueel opgelost kan worden. Als dat niet mogelijk is, staat men eerder open voor socialiseren en kan de stap naar collectieve warmte
Bij het kiezen van het juiste energieconcept wordt eerst gekeken naar de leveringszekerheid en betaalbaarheid, daarna naar duurzaamheid aangezien dit al de norm is. Bovendien hoeft de betaalbaarheid van een nieuw warmtesysteem geen issue te zijn als je daar op voorhand goede afspraken over maakt. Rijcken vertelt: “Ons project van de Kennedyflat in Egmond aan Zee illustreert dat. Daar starten we in opdracht van de VVE begin volgend jaar met het aardgasvrij maken van het appartementencomplex.
We hebben de bestaande situatie zo goed mogelijk in kaart gebracht, waardoor wij de meest geschikte warmteoplossing konden bepalen. Daardoor zitten de bewoners er zelfs op de koudste dagen comfortabel bij en kan het systeem op minder koude dagen deels uitgeschakeld worden, waardoor je kosten bespaart.” “Om grote stappen te kunnen zetten in de warmtetransitie moet je doen wat vandaag mogelijk is.”, besluit Rijcken. Ga voor meer informatie naar www.eteck.nl.
8
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Feiten Jan Terlouw is bekend als natuurkundige, oudpoliticus en schrijver. Nadat hij promoveerde op zijn onderzoek naar Kernfusie deed hij onderzoek aan het MIT in Cambridge en het KTH in Stockholm. In 1967 werd hij actief in de Utrechtse gemeenteraad, als lid van D66. In 1971 werd hij lid van de Tweede Kamer, en werd hij fractievoorzitter en leider van deze partij. Vervolgens minister van Economische Zaken en vice-premier. Hij hield zich in deze periode veel bezig met onderwerpen als economie, energie en milieu. Na zijn vertrek uit de Haagse politiek bleef hij zich inzetten voor het klimaat. Ook schreef hij vele boeken, onder andere een aantal voor de jeugd, waaronder Oorlogswinter en Koning van Katoren.
‘We moeten het tij keren voor hen die na ons komen’ ADVERTENTIE
Arvato Supply Chain Solutions Nederland
Bloemendaal aan Zee
Kijlstra
Kingfish Zeeland
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur
9
analysenederland.nl
Profiel
Door de coronacrisis hebben we een andere crisis de afgelopen tijd uit het oog verloren: de klimaatcrisis. En dat terwijl het klimaat nu meer dan ooit onze aandacht nodig heeft.
doen om een gelijk speelveld te creëren. Momenteel is dat er namelijk nog niet. Fossiele energie wordt nog altijd zo’n vijf keer zoveel gesubsidieerd als duurzame industrie en daar loopt het bedrijfsleven tegenaan. Ze willen wat doen, maar moeten daar ook de kans toe krijgen.”
Tekst: Marjon Kruize
in de wereld als olie. Het is een kwestie van investeren in nieuwe soorten energie en het daar halen waar dit het makkelijkst te doen is. In de afgelopen 100 jaar hebben we een fantastische wereldwijde infrastructuur van olie opgebouwd, nu moeten we dat ook gaan doen voor duurzame energie.”
Foto: Sanne Terlouw
Wat zou de overheid kun-
W
nen doen om dit te realise-
En de consument? Moet die
ren?
ook stappen nemen?
“Om een gelijk speelveld te creëren zouden ze bijvoorbeeld moeten stoppen met het subsidiëren van fossiele brandstoffen, ook wanneer dit indirect, via bijvoorbeeld verzekeringen, gebeurt. Als dit gedaan wordt, en er bovendien een CO2-belasting wordt ingevoerd die in overeenstemming is met de kosten die CO2 veroorzaakt, bijvoorbeeld 100 euro per ton, dan gaat olie meer kosten dan duurzame alternatieven. Je maakt dan gebruik van marktwerking, dan wordt het voor het bedrijfsleven ook echt interessant om hieraan mee te doen.”
“Absoluut, uiteindelijk gaat de consument de transitie natuurlijk betalen. Onder de streep betaalt de consument alles via belastingen en de prijs van producten. Daarom is het ook van groot belang dat de consument meegenomen wordt in de energietransitie. Ik heb lang genoeg in de politiek gezeten om te weten dat je niets gedaan krijgt als je de burgers niet meekrijgt. Als de consument zich verzet tegen maatregelen die producten duurder maken, dan ga je het gewoonweg niet redden. De politiek moet daadkracht tonen en het bedrijfsleven initiatief, maar daarnaast moeten we de consument overtuigen. Ze moeten gaan inzien wat het betekent voor hun nakomelingen als ze niet meegaan in de energietransitie.”
as getekend,
Terlouw, natuurkundige, oud-politicus en schrijver. Het coronaprobleem, zo stelt Terlouw, is namelijk slechts een briesje in vergelijking met de storm van het klimaatprobleem. “Natuurlijk is corona verschrikkelijk en een groot probleem waar we onze aandacht op moeten richten, maar als we niets doen, zullen ook aan de gevolgen van klimaatverandering miljoenen mensen doodgaan. De toenemende droogte zal hongersnoden veroorzaken en we zullen vaker last krijgen van overstromingen en andere extreme weersomstandigheden. We kunnen dit nu nog tegengaan, maar dan moeten we wel snel zijn.” Jan
Bedrijven, en dan met name de industrie, leveren een grote bijdrage aan de klimaatverandering. Wat zouden zij kunnen doen om het probleem tegen te gaan?
“Eigenlijk is de industrie zich al redelijk bewust aan het worden van het grote probleem waar we voor staan. Als ik ze spreek vragen velen me al wat ze kunnen doen, maar eigenlijk eindigt het altijd met een oproep aan de overheid. Want om echt verandering teweeg te brengen moet de overheid iets
“Daarnaast zouden we er ook goed aan doen om dit probleem mondiaal aan te pakken – het is immers een probleem dat veel verder reikt dan Nederland alleen. Als je kijkt naar de klimaattafels dan zie je dat er allemaal mooie plannen liggen, maar dat het allemaal in Nederland zou moeten gebeuren. Terwijl we onze olie winnen in Saudi-Arabië en ons gas door de verzakkingen van de aarde niet langer in Groningen, maar in Rusland gaan halen. Voor duurzame energie hoor je dat helemaal niet. De zon en de door zon veroorzaakte wind zijn net zo goed ongelijk verdeeld
Zijn er ook concrete dingen die zij kunnen doen om deze veranderingen teweeg te brengen?
“Verreweg het beste wat men kan doen is zich aansluiten bij een politieke partij en zich via die weg inzetten voor verduurzaming, maar dat is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd. Een goede tweede optie is om bij de verkiezingen te stemmen voor een partij naar keuze, maar daar te stemmen op de ‘groenste’
kandidaat. Als we dat met zijn allen gaan doen geeft dat ook een duidelijk signaal af. En dan zijn er natuurlijk nog de kleine dingen die je als consument kunt doen. De verwarming lager zetten, minder autorijden, geen lichten aanlaten in ruimtes die je niet gebruikt. Dat helpt allemaal een klein beetje, maar als anderen dit zien en het ook gaan doen kan het een heleboel opleveren.” Kunnen we het tij überhaupt nog keren, of zijn we eigenlijk al te laat?
“Ik denk het wel, maar we moeten wel opschieten. De temperatuur is nu al met één graad gestegen (ten opzichte van het gemiddelde in de periode 1850-1900, red.) en je kunt zien welke gevolgen dat heeft. Onlangs werd bekend dat de helft van het poolijs al verdwenen is. In 2008 verscheen het boek Six Degrees, van Mark Lynas. Hierin wordt uitgelegd wat er met de wereld gebeurt als de temperatuur zou stijgen met één, twee, en zo tot zes graden. Dit jaar is er een nieuwe uitgave gemaakt waarin beschreven wordt wat er in de afgelopen twaalf jaar al is gebeurd is en welke nieuwe inzichten de wetenschap nu laat zien. Daaruit blijkt dat als de temperatuur deze eeuw meer dan twee graden stijgt, dit dan mogelijk onomkeerbaar is. Dan zal hij verder stijgen. Dat is nogal wat en als het dan doorstijgt naar vijf of zes graden heeft dat enorme gevolgen voor de wereld. Als dat tot je doordringt en je weet dat er alternatieven zijn, dan gaan we de trend toch stoppen? Dan wil je dat toch doen voor je nageslacht?”
3
Vragen aan André Dippell
André Dippell Directeur van om | nieuwe energie
Milieutechnieken
De energieleveranciersbranche wordt veelal gezien als onbetrouwbaar en niet transparant. Want waar komt de energie nu echt vandaan, is deze wel groen en hoe komt de energierekening tot stand? Bovendien zorgt het vele switchen van energieleveranciers en de cashbacks die men daarbij krijgt voor een markt die niet gezond en niet op duurzaamheid gericht is. André Dippell van om | nieuwe energie licht toe. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto
Hoe zorgen de traditionele energieleveranciers voor een niet duurzame energiemarkt? “De traditionele leveranciers verkopen vaak sjoemelstroom, oftewel grijze energie die wordt aangeboden als groene stroom. Een consument denkt hierdoor goed bezig te zijn, maar een leverancier wekt gewoon grijze energie op, koopt een GVO (garantie van oorsprong) in het buitenland en kan hiermee stroom groen verkopen. Daarnaast zijn welkomstkortingen bij de traditionele leveranciers voor velen een doorn in het oog. Deze kortingen zijn fijn voor nieuwe klanten, maar worden uiteindelijk betaalt door de mensen die langer klant zijn.” Waarom moet men voor groene energie kiezen? “Het is inmiddels duidelijk, gelukkig voor velen, dat we de klimaatdoelstellingen alleen gaan halen als we onze energie via lokale coöperatieve opwekking krijgen. Bovendien draag je daarmee ook nog eens bij aan een verbetering van de lokale economie, doordat de winsten terugstromen naar nieuwe lokale opwekprojecten en het verlagen van de energietarieven. Steeds vaker ziet men dat ze niet altijd voor de gewone commerciële leveranciers hoeven te kiezen. De laatste jaren is informatie naar buiten gekomen over hoe de grootste leveranciers te werk gaan, waardoor velen ontevreden op zoek gaan naar iets anders, namelijk een groen lokaal alternatief.” Is het voor iedereen mogelijk om voor groene energie te kiezen? “Door meer mensen te overtuigen dat het ook echt anders kan, kan de impact nog veel groter worden. Een coöperatie heeft bijvoorbeeld geen winstoogmerk, dus hoe meer mensen hieraan meedoen hoe meer duurzame energieopwekking lokaal kan plaatsvinden, hoe goedkoper de prijzen zullen worden. Zo kan Nederland echt verduurzamen en de prijzen laag houden, waardoor iedereen mee kan doen.” ADVERTENTIE
Zet uw bedrijfsdak in voor een duurzamer Nederland Vanwege het klimaatakkoord zullen we in Nederland 1 miljoen gebouwen klimaatneutraal moeten krijgen. Dat is een uitdaging, maar ook een kans. Met het installeren en beheren van grootschalige zonnestroominstallaties op bedrijfsdaken bieden wij bedrijven de kans om een duurzame bijdrage te leveren binnen deze energietransitie. Bovendien is duurzaam ondernemen in veel opzichten een doorslaggevende factor. Bij leveranciersselecties en aanbestedingen, maar ook voor toekomstige medewerkers. Door een zichtbare verduurzaming met een zonnestroominstallatie kunt u deze kansen benutten.
NedZink
Met meer dan 300 gerealiseerde en operationele zonnestroominstallaties beschikken we over een sterk track record. Ook financieren wij de totale installatie “off balance”. U verduurzaamt dus kosteloos, en samen genereren we meer zonne-
energie voor een duurzamer Nederland. Heeft u een bedrijfsdak van minimaal 3.000m2, dan komen we heel graag met u in contact. Meer weten? U kunt ons direct bellen, of een kennismaking inplannen op www.rooftopenergy.nl. Let op: Voor het realiseren van een zonnestroominstallatie is overheidssubsidie nodig. De subsidie voor 2021 kan tot 24 november aanstaande worden aangevraagd. We kijken er naar uit u te spreken. www.rooftopenergy.nl sde@rooftopenergy.nl 010-3108160
10
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Over het algemeen zorgt het isoleren van de woning niet enkel voor energie- en daarmee kostenbesparing, het zorgt ook voor een beter wooncomfort.
Isoleren met subsidie Milieutechnieken
Om woningisolatie extra te stimuleren, heeft de overheid vanaf 1 juni 2020 de subsidie op woningisolatie tijdelijk verhoogd. De verhoging van de subsidie zal in stand blijven tot het einde van dit jaar. Men moet wel aan verschillende voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH). Tekst: Marjon Kruize Foto: Sven Brandsma , Kam Idris & Charles Deluvio
D
e RVO vermeldt
onder andere het volgende: om in aanmerking te komen voor de subsidie moet je ten minste 2 energiebesparende isolatiemaatregelen uitvoeren waarvoor je nog niet eerder SEEH subsidie hebt ontvangen. Daarnaast kan de subsidie pas aangevraagd worden wanneer de maatregelen al uitgevoerd en betaald zijn. De maatregelen moeten zijn uitgevoerd vanaf de openstelling van de regeling op 15 augustus 2019. Voor maatregelen die voor 15 augustus 2019 zijn uitgevoerd, kan je geen subsidie krijgen. Dit zijn een paar van de verschillen-
de eisen die worden gesteld, waar je aan moet voldoen om in aanmerking te komen voor de overheidssubsidie. én bewoner bent van de woning kan je dus in aanmerking komen voor de SEEH door twee of meer isolatiemaatregelen te treffen, maar niet elke vorm van isolatie komt in aanmerking. SEEH kun je enkel krijgen voor spouwmuurisolatie, dakisolatie, vloerisolatie, gevelisolatie en hoogrendementsglas. Ook moet voor het soort isolatie dat je kiest een aanzienlijke isolatiewaarde gelden. Enkel als een bepaalde waarde behaald wordt, geldt de subsidie. Ook is er, zo meldt het RVO, een minimale oppervlakte-eis voor de isolatiemaatregelen. Als je eigenaar
zorgt het isoleren van de woning niet enkel voor energie- en daarmee kostenbesparing, het zorgt ook voor een beter wooncomfort. Immers, als je woning goed geïsoleerd is blijft deze in de winter langer warm, en in de zomer langer koel. Dit zorgt voor een comfortabel leefklimaat in de woning. Met name vloerisolatie zorgt ook voor een verkorting van het stookseizoen. Omdat de vloer warmer is, krijg je al bij een lagere binnentemperaOver het algemeen
tuur hetzelfde comfortgevoel, omdat de vloer warmer is. In het verleden is hiermee bij de besparingsberekening geen rekening gehouden. Door goede vloerisolatie gaat de thermostaat vaak terug van 22/23 naar 19/20 graden. Bij een lagere binnentemperatuur verlies je minder warmte door de muren en de ramen en door ventilatie. Een ander belangrijk neveneffect, specifiek van vloerisolatie, is dat de warmere vloer ook droger is. Daardoor krijgen schimmels en huisstofmijten veel minder kans. Dit levert een gezonder binnenklimaat op. moet bij de keuze voor het isolatiemateriaal bij vloerisolatie wel opletten, omdat niet elk materiaal even geschikt is. Zo komen er bij isoleren met purschuim flinke gezondheidsrisico’s kijken. Om te voorkomen dat er nog meer mensen ziek worden door het spuiten van purschuim wil het Meldpunt PURslachtoffers dat deze isolatievorm niet langer gesubsidieerd wordt. Purschuim wordt namelijk ter plekke gemaakt van een aantal zeer giftige stoffen, waaronder isocyanaat. Jarenlang is purschuim in huizen gespoten terwijl de bewoners gewoon thuis waren, waardoor veel mensen blijvende gezondheidsschade Echter, de consument
opgelopen hebben. Het onafhankelijke Neder-
Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) heeft onlangs een onderzoek uitgebracht naar de milieueffecten van vloerisolatie. Daaruit blijkt dat een isolatievorm die gebaseerd is op het opsluiten van lucht tussen dunne, maar ijzersterke folielagen, het meest milieuvriendelijk is. Deze folielagen hebben speciale oppervlakken die maar weinig warmte uitstralen. Hierdoor worden woningen voorzien van uitstekende isolatie met ontzettend weinig materiaal. Weinig materiaal betekent lage energiekosten bij de productie, de installatie en bij het transport. Het resultaat: geen vrachtwagens voor de deur en een milieuimpact die binnen enkele weken is gecompenseerd door de besparing op het energieverbruik. Op de tweede plaats komt vlaswol omdat het een biobased materiaal is. lands
Ook f inancieel gezien is vloerisolatie een aantrekkelijke optie. Waar je voor vloerisolatie elf euro per vierkante meter ontvangt, is dit voor bodemisolatie slechts zes euro per vierkante meter. Volgens MilieuCentraal bespaar je met een isolatielaag op de bodem minder energie
dan wanneer de isolatielaag direct tegen de vloer zit, zoals bij vloerisolatie het geval is. De ruimte tussen de vloer en de isolatielaag op de bodem wordt in de winter immers afgekoeld door de ventilatie met buitenlucht en door de koude funderingsmuren. Naarmate de kruipruimte dieper is wordt dit nadelige effect steeds groter. Volgens de SBVN werkt bodemisolatie soms zelfs ave-
rechte, omdat deze bodem in de zomer warmte opslaat en deze in de winter weer afstaat aan de kruipruimte. Een isolatielaag op de bodem blokkeert deze positieve warmtestroom waardoor de vloer meer warmte gaat verliezen. Het is daarom dan ook voordeliger voor het leefklimaat, het milieu én de portemonnee om voor vloerisolatie te kiezen.
Ook financieel gezien is vloerisolatie een aantrekkelijke optie. ADVERTENTIE
Recruitment partner in de energietransitie Atlas is meer dan 12 jaar actief in de windindustrie en gespecialiseerd in het bieden van recruitment- en HR oplossingen voor elke fase van een windpark. Meer weten over onze dienstverlening? Martine Rondeel: mrondeel@atlasprofessionals.com
Wij bieden de juiste HR Solutions voor uw organisatie!
WETEN HOE? SCAN DE QR-CODE
Als uw Energiepartner begrijpen wij uw business Powerhouse ondersteunt bedrijven bij het behalen van hun energiedoelstellingen om zo hun ambities te realiseren. Zo komen we samen een stap dichter bij de klimaatdoelstellingen van Nederland. Duurzaam ondernemen is voor ieder bedrijf anders; de weg ernaartoe is voor elk bedrijf maatwerk. Powerhouse helpt u graag met het vinden van de juiste weg. De eerste stap is het in kaart brengen van de gehele energiehuishouding binnen uw bedrijf. U krijgt inzicht in het huidige verbruik en de energiekosten en ontvangt een analyse op de gekozen inkoopstrategie. Hieruit volgend ontvangt u de energiebesparingsmogelijkheden. U voldoet hier tevens mee aan de wet- en regelgeving omtrent het vervallen van de meerjarenafspraken (MJA3/MEE) en de verplichting tot het indienen van een EED Energie-audit voor 31 december 2020. Met onze digitale tools, zoals de budgettool en het CO2 reductie dashboard, monitoren we de genomen maatregelen en maken we samen met u een investeringsplan. Op die manier borgen we de effecten op de lange termijn. Samen zorgen we voor een optimale energiehuishouding van uw bedrijf. Bent u al klaar voor de toekomst? Neem contact op met Powerhouse om uw energiekansen te pakken! 088 770 77 15 of sales@powerhouse.nl
ADVERTENTIE
We staan aan de vooravond van een veel breder gebruik van waterstof Air Liquide zet fors in op waterstof In de maatschappij van morgen – waarin CO2-emissies grotendeels tot het verleden zullen behoren – krijgt waterstof een strategische rol toebedeeld. Air Liquide is dan ook volop in de weer om haar vooraanstaande positie als waterstofproducent en technologieleverancier verder uit te bouwen… “Als we het gebruik van fossiele brandstoffen willen afbouwen, hebben we een duurzaam en betaalbaar alternatief nodig dat voldoet aan de nodige kwaliteits- en veiligheidseisen en dat bovendien breed inzetbaar is, snel beschikbaar is en vlot kan gedistribueerd worden”, verduidelijkt Diederick Luijten, Vicepresident van de Hydrogen Energy tak bij Air Liquide. “Low carbon waterstof is bij uitstek geschikt om die rol nu al in te vullen en om de waterstofeconomie een sterke boost te geven. En aangezien we over alle benodigde technische middelen en knowhow beschikken, gaan we daar heel binnenkort ook effectief mee starten.” Waterstofdistributie “Het is duidelijk dat we aan de vooravond van een veel breder gebruik van waterstof staan”, vervolgt Diederick. “In de eerste plaats gaat het over mobiliteit – auto’s, vrachtwagens en bussen, maar ook schepen en vliegtuigen – en over industriële toepassingen. Op iets langere termijn zal waterstof ook ingezet kunnen worden voor de levering van warmte, als alternatief voor aardgas of elektriciteit.” Air Liquide heeft wereldwijd 200 waterstoffabrieken in gebruik, met een gezamenlijke capaciteit van meer dan 1.3 miljoen Nm3 per uur. Dit alles is goed
voor een productie van 14 miljard Nm3 waterstof per jaar. Om al die waterstof op haar bestemming te krijgen, heeft de groep alleen al in de Benelux 950 km aan waterstofpijpleidingen in gebruik. Daarnaast heeft Air Liquide een grote vloot aan transportmiddelen, waarmee de waterstof veilig en snel naar de juiste bestemming kan worden gebracht. Groene waterstof “De groep beschikt vandaag al over meerdere fabrieken die groene waterstof produceren. Maar gezien de toenemende vraag zijn we zinnens om dat aantal in de nabije toekomst nog fors uit te breiden. We hebben in ieder geval nu al ruim voldoende hernieuwbare waterstof beschikbaar om een grootschalige kickstart te kunnen faciliteren. Zo heeft alle waterstof voor mobiele toepassingen die we vandaag aan onze Benelux klanten verkopen een low carbon origine.” “Hoe dan ook is Air Liquide maximaal voorbereid om waterstof succesvol in te zetten in de maatschappij van morgen. En dat zal nodig zijn ook. Volgens een rapport van McKinsey en de Hydrogen Council zal waterstof tegen 2050 zorgen voor minstens 18% van onze wereldwijde energiebehoefte, waarbij zes gigaton CO2-emissies worden voorkomen. Bovendien zou waterstof tegen 2050 goed zijn voor 30 miljoen banen”, besluit Diederick.
12
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Niet afwachten, maar groen transport nú realiseren Milieutechnieken
Vanuit de EU moet in 2030 dertig procent van de CO2-emissie in de transportsector gereduceerd zijn, alleen neemt de emissie op dit moment alleen nog maar toe. Dat zorgt voor onrust in de transportsector. De sector kan niet wachten met veranderen, maar wat kan zij doen?
Milieutechnieken
Het kabinet heeft bepaald dat in de komende decennia iedereen in Nederland van het gas af moet. Dat betekent dat in 2030 anderhalf miljoen huizen van het gasnetwerk losgekoppeld moeten zijn. Rard Rijcken van Eteck licht toe hoe deze transitie gerealiseerd kan worden. Om het plan verder te kunnen uitbreiden moet het in ieder van de drie havens toepasbaar zijn.
“
ervaring sneller een oplossing vinden dan waar de markt op zat te wachten. Zo is het consortium tot stand gekomen, dat zwaar transport in en naar de haven van Rotterdam op waterstof laat rijden”, vertelt Diederick Luijten, Vice President Hydrogen Energy bij Air Liquide. “Samen met het Havenbedrijf Rotterdam en inmiddels veertig partners die hun support aan het consortium hebben gegeven zetten we de schouders eronder om de (zware) transportsector groen te maken. Een significant deel Met kennis en
Rard Rijcken
Rard Rijcken Directie bij Eteck
Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto
Diederick Luijten Vice President Hydrogen Energy bij Air Liquide
3
Vragen aan
van de CO2-uitstoot van het vrachtvervoer komt vanuit de haven. Na analytisch onderzoek zagen we dat daar ontzettend veel vrachtwagenbeweging en daarmee CO2-uitstoot plaatsvindt. Dit zagen wij ook in de havens in Duisburg en Antwerpen. Daarop besloten we de havens te gaan koppelen, om middels de al aanwezige waterstof infrastructuur, vrachtwagens versneld te gaan laten rijden op de schoonste brandstof die er is.” verder te kunnen uitbreiden moet het in ieder van de drie havens toepasbaar zijn, gaat Luijten verder. “Het plan moest dupliceerbaar zijn. Het project is rondom de waardeketen gebouwd, zodat het project werkt voor het gehele ecosysteem rondom de havens. Met de ambitie die wij hebben gesteld om in 2025 duizend trucks op de weg te laten rijden, met waterstof, slaan wij een grote slag om de Om het plan
CO2-uitstoot terug te dringen. Het plan is om twintig tankstations te bouwen die de waterstof kunnen overdrukken in tanks van de trucks. Het is belangrijk voor het consortium om de kostprijs van het vervoer vanaf het begin zo goed mogelijk in de hand te houden door schaalvergroting te realiseren. Om de havens onderling goed met elkaar te kunnen verbinden zijn er ook tankstations langs de snelwegen nodig. Het technisch realiseren van deze tankstations zorgt voor een mooie technische uitdaging.” goede gesprekken met truckfabrikanten en gebruikers die allen hun eigen roadmap hebben is belangrijk, aldus Luijten. “Alleen door krachten te bundelen kunnen we bijdragen aan de oplossing en aan de wensen van de overheid. Dertig procent reductie in de CO2-emissie is een mooie uitdaging. Ook fabrikanten van vrachtwagens hebben Het voeren van
zich aangesloten en zien het project als een uitstekende gelegenheid om grootschalig te ontwerpen, bouwen en te testen en ook als mogelijkheid om hun eigen uitdagingen vorm te kunnen geven. Het voordeel van waterstof ten opzichte van batterijvoertuigen is dat een waterstofvoertuig niet lang aan de laadpaal hoeft en er geen aparte bekabeling vereist wordt voor de grote hoeveelheden stroom die er kortstondig nodig zijn. En in de praktijk kun je met een volle batterij vaak maar tweehonderd tot driehonderd kilometer rijden, daarmee kun je niet voldoen aan de vraag van de transportsector die voertuigen intensiever of op langere afstanden wil gebruiken. Waterstof speelt hierin een mooie rol en is dé oplossing om te allen tijde aan de vraag van zwaar goederenvervoer, als ook de vraag van de scheepvaart, het openbaar vervoer of personenwagens te voldoen.”
Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto
Wat zijn de uitdagingen bij duurzaam verwarmen in de bestaande bouw? “Onbekend is onbemind. Van het gas af gaan betekent dat er een maatschappelijk draagvlak gecreëerd moet worden voor de noodzaak en de alternatieven. Je kunt niet in één keer alle acht miljoen huishoudens aardgasvrij maken. Je moet doen wat vandaag haalbaar is. En voor die eerste stap lenen gebouwen met een mate van collectiviteit zich uitstekend. Alleen praten over wat je over tien jaar wilt hebben bereikt heeft naar mijn mening niet veel zin. Alle middelen en alternatieven om van het gas af te gaan zijn er, nu nog het creëren van maatschappelijk draagvlak.” En hoe gaat dat in de nieuwbouw? “In de nieuwbouw is het verwarmen via lage temperatuur de norm en per definitie de beste oplossing. Bijvoorbeeld door het plaatsen van vloerverwarming waardoor de ruimte geleidelijk warm wordt. Waarbij er kan worden gekozen voor een extra back up oplossing door middel van een, bij voorkeur lokale, externe bron. De levenszekerheid en betaalbaarheid van de warmtetechniek moeten daarbij te allen tijde worden gegarandeerd.” Hoe ziet de toekomst van duurzame warmte eruit? “Voor verwarmen met lage temperatuur in de nieuwbouw wordt gebruik gemaakt van warmtepompen en moeten we ervoor zorgen dat de elektriciteitskosten in balans blijven. Gas er uit, elektriciteit er in. Voor bestaande bouw zal hoge temperatuur vaak nog de norm zijn. Om dit beheersbaar te maken zal isoleren super relevant gaan worden. En probeer het overstappen naar duurzame warmte altijd eerst individueel op te lossen, dan creëer je een draagvlak. Als dat niet lukt kun je pas gaan socialiseren en naar collectieve warmte overstappen. Dan kun je kijken of dat via lokale duurzame bronnen kan om zo het onnodig transporteren van warmte te voorkomen.” ADVERTENTIE
Borging van installatiekwaliteit zonne-energiesystemen voorkomt risico’s op brand Met de toenemende vraag naar zonnepanelen wordt de noodzaak voor een kwaliteitswaarborg bij de installatie van zonne-energie systemen steeds groter. Ondeugdelijke aansluiting van zonne-energiesystemen zorgt jaarlijks voor tientallen branden, waarbij de aangerichte (im-)materiële schade enorm is. Voor certificeringsorganisatie Kiwa reden om een kwaliteitskeurmerk – K11008 – voor de installatie van zonne-energie systemen te introduceren. Bijzonder aan dit keurmerk is dat Kiwa niet alleen de installateur certificeert, maar het volledige installatieproces. Bas van Galen, bij Kiwa verantwoordelijk voor de certificering van zonne-energiesystemen,
men. Van Galen: “Helaas kan niet ieder bedrijf de kwaliteit van de installatie waarborgen. Dat is een grote zorg voor de branche en voor opstalverzekeraars die hun schadelast zien toenemen, onder andere door branden. Ons keurmerk is een waarborg voor een kwalitatief goed installatieproces, van ontwerp en materiaalselectie tot montage en onderhoud.”
legt uit wat het belang is van het nieuwe keurmerk. “Installateurs die werken aan de hand van onze nieuwe procesrichtlijn geven aan hun klanten het signaal af dat ze als bedrijf vakkundig zijn én dat het proces om te komen tot een veilige installatie van A tot Z is gewaarborgd. Met deze richtlijn maken we ons huidige aanbod
compleet. Wij zijn er trots op deze richtlijn aan ons huidige product portfolio toe te voegen.” Grote zorg De populariteit van zonnepanelen heeft ertoe geleid dat in de afgelopen jaren het aantal aanbieders van systemen voor zonne-energie enorm is toegeno-
Oorzaken van brand Er kunnen tal van oorzaken zijn voor het ontstaan van branden op daken en gevels als gevolg van verkeerd aangesloten zonnepanelen. Het gebruik van omvormers die niet passen bij de gebruikte panelen is er één, maar ook door gebruik van te dunne bekabeling en ondeugdelijke aansluiting van kabels en stekkers kunnen kortsluitingen en branden ontstaan.
Installatiecapaciteit is schaars “Door de populariteit van zonnepanelen ontstaat een gebrek aan installatiecapaciteit. Die schaarste trekt ook installateurs die het niet zo nauw nemen met de richtlijnen of die besparen op materialen. Met ons keurmerk tonen bonafide installateurs aan dat zij betrouwbare installaties afleveren,” aldus Van Galen. Installatiebedrijven kunnen zich vanaf vandaag tot Kiwa richten voor K11008. Meer informatie? www.kiwa.com/nl/nl/zonne-energie
Tonzon: voor een drogere, comfortabele en energiezuinige woning SCHONE DROGERE KRUIPRUIMTE Het wonen boven een vochtig gat in de grond is niet prettig en ongezond. Door een onderdruk wordt continu vochtige lucht uit de kruipruimte de woning ingezogen. Dit vocht moet door ventilatie weer worden afgevoerd. Dit kost energie en daar willen we juist zo weinig mogelijk van gebruiken. TONZON Bodemfolie stopt de verdamping van vocht uit de bodem, remt het vrijkomen van schadelijk radongas en zorgt zo voor een schone, drogere kruipruimte. Misschien wel de meest duurzame maatregel voor veel Nederlandse woningen. Het biedt talloze voordelen waaronder energiebesparing. De Bodemfolie is volledig recyclebaar en ook zelf aan te brengen.
SUBSIDIEREGELING Om woningisolatie extra te stimuleren verhoogt de overheid met ingang van 1 juni de subsidie op woningisolatie. Deze verhoging zal in stand blijven tot het einde van dit jaar. Doordat men alleen de mogelijkheid heeft om binnen deze periode te profiteren van de verhoogde subsidie, zal er ongetwijfeld topdrukte ontstaan en daarmee zullen levertijden ook fors oplopen. Controleer of je in aanmerking komt voor de overheidssubsidie op www.RVO.nl.
Scan de QR-code voor meer informatie.
Thermoskussens
Bodemfolie
TONZON VLOERISOLATIE, ANDERE TECHNIEK, BETER ISOLEREND EFFECT Vloeren verliezen vrijwel alle warmte aan de onderkant. Andere soorten isolatie beperken wel het warmteverlies door geleiding, maar stralen de doorgelaten warmte aan de onderkant gewoon uit. Zo lekt 24 uur per dag warmte aan de onderkant weg, waardoor nieuwbouwwoningen met vloerverwarming nog niet echt energiezuinig zijn. Het unieke TONZON Thermoskussen reduceert deze warmtestraling trapsgewijs tot vrijwel nul. De vloer wordt sneller warm, bereikt een hogere temperatuur en houdt de warmte langer vast. Meer comfort met minder energieverbruik.
14
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Grote kansen voor de akkerbouw Voorwoord
De Nederlandse akkerbouw is een moderne en zeer efficiënte manier van voedsel produceren. Per kilogram geoogst product is de footprint, zowel wat betreft klimaat als wat betreft milieu, minimaal door de hoge opbrengsten. Nederlandse akkerbouwers zijn over het algemeen hoogopgeleid en geïnteresseerd in vernieuwing. Men vindt helaas wel een aantal belemmeringen op de weg, die moeten worden opgeheven voordat echte vernieuwing en verduurzaming kan plaatsvinden. Foto: Persfoto & Jan Kopřiva
D
e akkerbouw kan
aan de opgave in het Klimaatakkoord voldoen door minder intensieve grondbewerking en door de teelt van vanggewassen en van eiwitgewassen. Door minder ploegen en meer niet-kerende of andere vormen van ondiepe grondbewerking wordt meer CO2 opgeslagen in de bodem in de vorm van organische stof. Voordeel is tevens dat de nuttige micro-organismen in de bovenste laag behouden blijven, waardoor op termijn waarschijnlijk een grotere plantweerbaarheid ontstaat tegen ziekten. Ook de teelt van vanggewassen, gewassen die na de hoofdteelt worden
gezaaid om de akker groen te houden en die bijdragen aan de bodemvruchtbaarheid, verhogen het organische stofgehalte van de bodem. Wel is het zo dat ook onkruiden niet meer worden ondergeploegd. Met de zachte winters van de afgelopen jaren levert dit problemen op in het volgende jaar. Dit is één van de redenen dat akkerbouwers pleiten voor het behoud van goede onkruidbestrijdingsmiddelen. Anders zien zij zich toch gedwongen om te ploegen om van het onkruid af te komen. Mechanische onkruidbestrijding geeft weer meer uitstoot door dieselgebruik.
Nederlandse akkerbouwers zijn over het algemeen hoogopgeleid en geïnteresseerd in vernieuwing. plantaardig eiwitgewassen zoals erwten, veldbonen, soja en lupine is gewenst uit oogpunt van het klimaatakkoord, omdat bij de teelt van deze gewassen de broeikasgasemissie al gauw negatief is, dus binding in plaats van uitstoot. Helaas is het niet mogelijk om deze gewassen in Nederland voor kostprijsdekkende prijzen te telen. Dit komt door de vrijhandelsverdragen waarbij deze producten zonder importheffingen worden geïmporteerd, met name uit
Noord- en Zuid-Amerika. Sinds het Blair House akkoord in 1992 is de teelt van deze gewassen daardoor praktisch verdwenen uit Nederland. oplossingen voor alle belemmeringen. Wat wij het belangrijkst vinden is een langdurig, integraal beleid, gesteund door markt- en prijsbeleid, in plaats van het huidige one-issue management. Onderaan de streep moet de meest duurzame teelt worden gerealiseerd. Daarvoor kan het nodig zijn om gewasbeschermingsmiddelen te behouden, zoals de zaadcoating van suikerbieten, omdat de totale milieubelasting en het effect op de biodiversiteit daarmee kleiner is dan met het alternatief. Wat essentieel is voor verdere verduurzaming is het toelaten van moderne veredelingstechnieken in de EU en kortere toelatingsprocedures voor ‘groene’ gewasbeschermingsmiddelen. Natuurlijk zijn er
De teelt van
Tenslotte: geen enkele
economische activiteit is geheel emissieloos, dus ook de akkerbouw niet. Maar dit geldt ook voor importvoedsel als rijst en pasta's. Door verduurzaming kunnen emissies verder worden teruggedrongen, mits zowel het beleid als de markt bereid zijn hieraan mee te werken.
Ing. Teun de Jong, Voorzitter NAV ADVERTENTIE
Gespecialiseerde software voor de agrarische sector
www.agrovision.nl
Aeres HogeschoolFood, Dronten - Partner Content Groen Nederland - Milieutechnieken, Agrien Horticultuur
15
analysenederland.nl
AERES HOGESCHOOL DRONTEN - Partner Content
Laat studenten hun eigen visie ontwikkelen Innovatie en techniek zijn belangrijke speerpunten binnen onderwijs Aeres Hogeschool Dronten
Alfred Pot, studieleider Agrotechniek & Management
bodemverdichting. Een opdrachtgever laat onderzoeken wat de maximale belasting is en wat de Aeres Hogeschool Dronten heeft gevolgen zijn voor de rolweerstand, bandendruk en verdichting de afgelopen twee jaar flinke stappen gezet op het gebied van van de bodem. ,,Bodemverdichting is in Nederland een belangrijk agrotechniek en innovatie. Niet vraagstuk. Wij zoeken met onze alleen is het curriculum van de studie Agrotechniek & Manage- studenten naar nieuwe mogelijkheden om problemen te voorkomen ment aangepakt en krijgen studenten vanaf het eerste leerjaar in plaats van achteraf herstellen. te maken met precisielandbouw. Nieuwe bandentechnologie is daar Ook is er geïnvesteerd in nieuwe een voorbeeld van. Het is een eyepraktijkfaciliteiten en doen stu- catcher van de studie geworden’’, vertelt Alfred Pot, hij is studieleidenten onder begeleiding van der Agrotechniek & Management. lectoren en onderzoekers veel praktijkonderzoeken voor bedrij- Studenten vinden het fantastisch ven. Geen wonder dat studenten om opdrachten voor echte bedrijvan de hogeschool vaak al voor ven uit te voeren, laat Pot weten. hun afstuderen een baan hebben in de sector. Eigen praktijkfaciliteiten Door te investeren in praktijkfaciliTwee studenten van de studie teiten waar studenten en bedrijven Agrotechniek & Management zijn diverse onderzoeken op het gebied bij het Agri Innovation Centre van precisielandbouw, autono(één van de praktijkfaciliteiten me voertuigen, maar ook op het van de hogeschool) bezig met een gebied van duurzaam bodembeheer kunnen uitvoeren, wil de praktijkopdracht over banden en Partner Content Aeres Hogeschool Dronten
In het AgroFieldlab kunnen studenten en onderzoekers binnenkort onder gecontroleerde omstandigheden het verdichtend effect op de bodem meten.
aereshogeschool.nl
hogeschool laten zien dat zij een gedegen onderzoeksinstelling voor fabrikanten en bedrijven is. Dat het goed uitpakt, blijkt volgens Pot alleen al aan de grote hoeveelheid projectaanvragen die op jaarbasis langskomen. Er zijn steeds meer bedrijven en fabrikanten die in projectverband met de hogeschool willen samenwerken. Zo ontwikkelden het lectoraat Duurzaam bodembeheer en het lectoraat Precisielandbouw in samenwerking met het bedrijfsleven afgelopen jaar een AgroFieldLab. Hier kunnen ze binnenkort onder gecontroleerde omstandigheden het verdichtend effect op de bodem meten, waarna er een goed bandenadvies kan worden gegeven. Studenten en het bedrijfsleven doen hier samen onderzoek. ,,Met de resultaten van de verschillende onderzoeken kunnen onze studenten weer verder in andere onderzoeken en opdrachten. Het is mooi dat het op deze manier elkaar versterkt.’’ Studenten van diverse studies werken samen aan verschillende opdrachten. ,,Niet alleen onze agrotechniek studenten doen onderzoek bij het Agri Innovation Centre. Ook de studenten van Tuinbouw & Akkerbouw en Dier- en veehouderij zijn hier geregeld te vinden. Het is mooi om te zien hoeveel ze van én met elkaar leren.’’ Wat de praktijkfaciliteiten volgens Pot sterk maakt is dat studenten eerst op kleine schaal een practicum uitvoeren in een van de tech-
niekruimtes. Vervolgens kunnen ze dit in het groot met de betreffende werktuigen testen op het Geo-oefenterrein dat ook op het terrein ligt. ,,Hoe mooi is het dat je als student alle ruimte krijgt om te kunnen onderzoeken al dan niet in samenwerking met bedrijven.’’ Goede samenwerking onderzoek-onderwijs-bedrijfsleven Aeres Hogeschool Dronten wil haar studenten zo goed mogelijk voorbereiden op hun toekomstige functie. Daarom investeren ze veel in een goede samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. De twee lectoren Precisielandbouw maken zich sterk om studenten kennis te laten maken met de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van precisielandbouw. Door studenten op te leiden en ervaring te laten op doen met precisielandbouw, autonome machines en slimme analyses van data maken ze de landbouw klaar voor een nieuwe fase in de voedselproductie. Studenten worden gedurende vier studiejaren opgeleid om te werken met satellietnavigatie en plaatsbepaling, het interpreteren van satelliet- en sensordata om vervolgens deze informatie te vertalen naar taakkaarten en werktuigbesturing. In hun laatste jaar leren ze hoe ze knelpunten in de precisielandbouw op kunnen lossen, bijvoorbeeld door te onderzoeken waar kansen liggen voor robots in onkruidbestrijding. Dat gaat verder dan techniek, er wordt ook gekeken naar
de plant, bodem, nutriënten en de financiën van dit alles. Daarnaast leren ze ook hoe ze technische innovaties kunnen beoordelen en bepalen of ze financieel en commercieel haalbaar zijn. Door de combinatie van bedrijfskunde en techniek ontwikkelen ze hun eigen visie op de agrarische sector en op nieuwe technologische ontwikkelingen. Pot: ,,Een groot deel van onze vierdejaars studenten heeft al een baan voordat ze hun diploma in ontvangst hebben genomen.’’ Aeres Hogeschool bestaat uit drie faculteiten: Almere, Dronten en Wageningen. Bij de hogeschool in Dronten ligt de focus op agrofood & ondernemen. Naast de vierjarige bachelor Agrotechniek & Management, is deze studie ook als associate degree in deeltijd te volgen. De hogeschoolfaculteit in Almere leidt de studenten op rondom de thema’s Food, Nature & Urban Green. De faculteit in Wageningen is de educatieve faculteit. Zij bieden onder andere de studie Docent en kennismanager Agrotechniek, waar studenten naast vakinhoudelijke informatie ook didactische vaardigheden opdoen om les te geven en kennis over te dragen in de rol van kennismanager.
16
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Groenpact moet de BV Nederland in stand houden Agri- en Horticultuur
De land- en tuinbouw wilde vier jaar geleden de goede verbinding tussen het bedrijfsleven, overheid, onderwijs en onderzoek opnieuw versterken. Mede door middel van het Groenpact moesten de tekorten worden opgevuld en goed gekwalificeerde mensen op de arbeidsmarkt terechtkomen. Veertig partijen, die samen het Groenpact vormen, afkomstig uit het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid moeten de groene sector een nog steviger fundering geven voor de toekomst. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto & Tanathip Rattanatum
Dirk Duijzer Voorzitter topsector Agri & Food
“
Gezamenlijk een
positie voor arbeid in groen creëren richting de jongeren was het idee achter het Groenpact”, vertelt Dirk Duijzer, voorzitter topsector Agri & Food. “Vervolgens is er een agenda opgesteld waarin vragen werden besproken met alle partijen? Bovendien vroegen we ons af of we in de juiste termen communiceerden. Was dat niet veel te technisch? Met het Groenpact willen we maatschappelijke vraagstukken op een jonge en uitdagende manier beschrijven en gaan oplossen.” betere
altijd achter de feiten aan wat betreft het implementeren van de laatste ontwikkelingen van het bedrijfsleven in het onderwijsmateriaal. Omgekeerd heeft het bedrijfsleven veel belang bij goed opgeleide mensen”, vertelt Bastiaan Pellikaan, voorzitter college van bestuur Aeres groep. “De vernieuwde samenwerking, in de vorm van het Groenpact, wordt op twee manieren gerealiseerd. Er wordt samengewerkt met het CIV Groen, oftewel Centra voor Innovatief Vakmanschap op mbo-niveau en de hbo-instellingen werken in de centers of expertise (CoE). Alle groene hogescholen proberen we op deze manier met elkaar te verbinden, maar ook op wo niveau wil“Het onderwijs loopt
Onderwijsinstellingen werven studenten, maar het allerbelangrijkste is het imago van de branche.
len we kennis door laten stromen en dat kan alleen door de samenwerking met het bedrijfsleven te optimaliseren. Op wo-niveau praten de professoren met bedrijven, lectoren op de hogescholen en praktoraten op het mbo-niveau om het netwerk up-to-date te houden.” is er voortdurend een mismatch geweest, gaat Pellikaan verder. “De situatie in het algemeen is dat er schaarste is. Maar we zien wel dat studenten voor groene beroepen kiezen, alleen zijn er nog heel veel arbeidskrachten nodig. Zo is er al jaren een groot tekort aan food process operators In het ‘groen’
in de voedselindustrie en ook in hoveniersbranche zijn al jaren tekorten. Ondanks de coronacrisis zien we dat in de groenvoorziening projecten afkomen, maar ondernemers zijn daar voorzichtiger met het aannemen van vaste krachten. In de food- en agri business is dit niet aan de orde want daar is nog altijd een groot tekort.” groensector niet snel geassocieerd met computers, data en duurzaamheid, gaat Duijzer verder. “Dat is jammer, want kassen worden volledig door computers bestuurd en kassen vangen bijvoorbeeld water op, dat een paar keer kan worden Bovendien wordt de
hergebruikt voor de bewatering van planten door een toevoeging van een bepaald soort bacterie. Om dat te realiseren heb je goed gekwalificeerde mensen nodig.” Onderwijsinstellingen wer-
maar het allerbelangrijkste is het imago van de branche, besluit Pellikaan. “Je kunt werven wat je wilt, maar als het imago slecht is dan zal het moeilijk blijven om mensen te werven. De branche moet dus in een goed daglicht worden gepositioneerd. Het is dus zaak om mensen op een andere manier naar de land- en tuinbouw te laten kijken, waarvoor een lange adem nodig ven studenten,
is. Belangrijk daarbij is om te laten zien hoe geavanceerd de branche is. En de vele mogelijkheden laten zien.” Zo is door de coronacrisis een grote (oudere) groep mensen die zich moet laten omscholen, besluit Duijzer. “Er wordt voor hen nu een cursus ontwikkeld om zich te laten omscholen, zodat zij kunnen werken in de groensector en er is een grote vraag naar technische mensen. Om de toekomst van BV Nederland te verzekeren is een instroom van hoogwaardige talenten, die op de hoogte zijn van wat er gebeurt in het bedrijfsleven, van belang.”
ADVERTENTIE
Groen
biedt kansen! Je ontwikkelt je bij Wellant. Bekijk ons opleidingsaanbod op wellant.nl/cursussen-trainingen
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur
17
analysenederland.nl
Toen we afgelopen maart allemaal thuis moesten gaan werken zijn we ook massaal onze tuinen en balkons gaan opknappen.
Andere kijk op groen Agri- en Horticultuur
Het is duidelijk geworden dat groen de laatste jaren geen decoratie meer is, maar een duidelijke maatschappelijke bijdrage levert. Groen zorgt voor meer gezondheid bij de mens, meer biodiversiteit in de bebouwde omgeving en draagt bij aan een beter leefklimaat. In de vorige economische crisis bevond groen zich onderaan de verticale samenwerkingsketen, waarin de bouw heel dominant was en gebouwen dus al gebouwd werden voordat werd bedacht dit op een groende manier te gaan doen. Tekst: Féline van der Linde Foto: Ben den Engelsen, Mabel Amber & Persfoto
“
naar een hoger plan worden getild”, vertelt Egbert Roozen, directeur van Branchevereniging VHG. “Door middel van samenwerkingen met beleidsmakers, het onderwijs, creatieven, groenprofessionals, gebruikers en de onderzoekers willen we dit bereiken om zo onze gezondheid, biodiversiteit en leefklimaat te verbeteren. Door de groene beroepen anders te positioneren en duidelijk laten zien wat je met groen kunt doen, zoals het aanleggen van groene tuinen, werken aan een groenere openbare ruimte en het creëren van groene gebouwen, hopen we zo meer jongeren aan te trekken. Groen moest dus
campagne gaat over een aantal zaken, vertelt Roozen. “Bedrijven hebben behoefte aan een jonge instroom en tegelijkerDe ‘ik ben groen’
tijd zijn er mensen die een andere loopbaan hebben gehad en die nu kiezen voor een loopbaan in het groen. Door een avondopleiding te volgen kunnen zij kennis op doen over onder andere de bodem en planten en daar verder actief mee kunnen worden. De groep zij-instromers groeit.
Bedrijven hebben behoefte aan een jonge instroom en tegelijkertijd zijn er mensen die een andere loopbaan hebben gehad en die nu kiezen voor een loopbaan in het groen. Dat heeft misschien ook te maken met de andere kijk op groen, die er sinds corona is.
We zijn de groene omgeving nog meer gaan waarderen. Dat nodigt wellicht ook uit om serieus te kijken naar een stap in dit vak.” bevorderd door het vele thuiswerken, besluit Roozen. “Toen we afgelopen maart allemaal thuis moesten gaan werken zijn we ook massaal onze tuinen en balkons gaan opknappen. Vanuit de tuinbranche merken we dan ook nog steeds een vraag naar arbeid. Er is dus baanperspectief en dat heeft corona alleen maar versterkt. Een baan in de groene sector betreft niet alleen het rijden op tractor over het land, maar gaat over techniek, data, interactie met de opdrachtopgever en nog veel meer. Er is pallet aan groen gekoppeld. De techniek in de groensector gaat over een robotmaaier die het land maait, watersystemen De interesse is
De interesse is bevorderd door het vele thuiswerken. op groene daken die het water opvangen en geleidelijk
weer afgeven. Die techniek is nodig voor het bedrijfsleven, en vervolgens moeten deze innovaties doorgevoerd worden in het onderwijs. Zo versterken beide elkaar en dragen daarmee bij aan een groene toekomst.”
Egbert Roozen Directeur van Branchevereniging VHG ADVERTENTIE
Passie voor een duurzame wereld Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) is boegbeeld op het gebied van het opleiden van duurzaam innoverende leiders en professionals. In de SustainaBul, de ranglijst van Nederlandse universiteiten en hoge scholen op het gebied van duurzaamheid, scoorde HVHL dan ook 341 van de 350 te behalen punten en is daarmee de duur zaamste hogeschool. Criteria in de beoor deling zijn: integratie van duurzaamheid binnen de onderdelen onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering en de integratie van de Sustainable Development Goals.
Duurzaamheid als motor Duurzaamheid is geen eenduidig begrip, daarom is er binnen de hogeschool ruimte voor verschillende invalshoeken. Bij HVHL is een van de uitgangspunten dat wat vandaag de meest duurzame oplossing lijkt, morgen al anders kan zijn. Duurzaamheid is dynamisch. Daarnaast zijn er wederzijdse afhankelijkheden. Een voorbeeld? Hoe beter we de bodem en alles wat zich daarin afspeelt begrijpen, hoe beter we afwegingen kunnen maken om die bodem ook gezond te houden. Het begint met praktijkgericht onderzoek, vervolgens ontstaat een visie en volgen technische innovaties en –met de actualiteit van de agrarische sector in gedachten -ook nieuwe verdienmodellen. Dat moet weer passen in beleid. Die aansluiting op elkaar, het denken in ketens, moet je organiseren. Met die aanpak in de hele keten is Van Hall Larenstein onderscheidend. Zo wordt duurzaamheid een enorme aanjager van innovatie.
Interesse? De roots van de hogeschool, waarvan sommige opleidingen al 120 jaar bestaan, liggen in bosbouw, de agrarische sector, tuin- en landschapsinrichting en de zuivelproductie. Inmiddels zijn daar veel opleidingen bij gekomen. Het praktijkgerichte onderzoek richt zich op circulaire landbouw, water, gezond voedsel en gezonde voeding, bodem, groene leefomgeving en biodiversiteit. Geïnteresseerd? Vraag via info@hvhl.nl een inspiratieboekje vol praktijkgericht onderzoek aan of kijk op HVHL.nl. Ook voor bij- of nascholing middels een cursus, een tweejarige Associate Degree of master kun je bij de hogeschool terecht.
18
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Feiten Wim Bens begon zijn carrière in de bancaire sector, maar begin 2019 stapte hij over naar de landbouw. Hij werd voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), de zuidelijke tak van het landelijke LTO. Toen Marc Calon op 13 mei aftrad als voorzitter van het LTO nam Bens zijn positie tijdelijk over.
Land- en tuinbouw zijn belangrijk als het gaat om het gezond en veilig inrichten van de voedselvoorziening ADVERTENTIE
STA OP TEGEN KLIMAATVERANDERING Samen met Nederlands grootste Green Tech Icoon
De Groasis Ecologische Waterbesparende Technologie stelt mensen van over de hele wereld in staat bomen te laten groeien. Productieve bomen zijn niet alleen een voedselbron, maar dragen ook bij aan het neutraliseren van CO₂-uitstoot. De Groasis Ecologische Waterbesparende Technologie wordt nu al gebruikt door klanten in 43 landen en de vraag groeit snel.
*
Met onze gepatenteerde technologie stellen wij mensen van over de hele wereld in staat om bomen te laten groeien in combinatie met groenten, onder droge omstandigheden tegen 90% lagere kosten, met 90% minder water en met een overlevingspercentage van 90%.
2014 – Green Tulip Award 2016 – Nationaal Icoon van Nederland 2018 – Meest innovatieve bedrijf van Nederland 2019 – Khalifa International Award for Date Palm and Agricultural Innovation
Binnen 20 jaar moeten we 40% meer voedsel verbouwen om een groeiende bevolking te voeden. Tegen het einde van het volgende decennium zullen 48 landen kampen met ernstige watertekorten, mits er niets verandert.
Draag ook bij aan een groene toekomst en kom in actie: investeer in Groasis! * Raadpleeg onze garantie voor de indicatie van het overlevingspercentage.
https://groasis.investments
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur
19
analysenederland.nl
Profiel
Alles valt of staat uiteindelijk bij de land- en tuinbouw. Zonder hen geen voedselvoorziening, landschapsbeheer of verduurzaming. Maar hoe ziet de toekomst er voor hen uit? Tekst: Marjon Kruize Foto: Persfoto
W
im Bens, waarnemend
voorzitter van LTO Nederland, ziet grote kansen voor de land- en tuinbouw in ons land. De sector is innovatief en zit vol kennis. “We hebben een fantastisch opleidingsinstituut rondom de sector opgebouwd en er worden voortdurend nieuwe ideeën uitgerold om de uitdagingen waar we voor staan aan te pakken.” Hoe ziet de toekomst van de agricultuur er volgens u uit?
“Land- en tuinbouw hebben een hele belangrijke rol als het gaat om het gezond en veilig inrichten van de voedselvoorziening. Boeren zorgen voor een stuk welzijn van burgers, bomen, planten en de bloemensector. Ook zijn we landschapsbeheerders. Als je door het platteland rijdt zie je dat alles er keurig bijligt. Ook dat wordt gedaan door de boeren. Daarnaast zorgen ze voor oplossingen als het gaat om het klimaat. Denk aan het produceren van zonne-, wind- en bio-energie. Die drie vlakken zorgen dat land- en tuinbouw in Nederland ook in de toekomst een belangrijke rol zullen vervullen. Daarnaast zijn we ook
een belangrijke economische drijver, veel bedrijven zijn afhankelijk van de sector.” Maar er zijn ook belangrijke uitdagingen…
“Zeker. Boeren en tuinders zijn enorm bewust van de grote verduurzamingsuitdaging waar we voor staan. Ze investeren al jaren in het verbeteren van hun bedrijfsmodel en doen er veel aan om zo duurzaam mogelijk te produceren. Maar we zijn ook jarenlang gewend geweest om vooral heel veel te produceren tegen lage prijzen. Dat kunnen we heel goed, en in vergelijking met het buitenland doen we dat al heel duurzaam, maar het kan nog veel beter en we weten dat dit ook hard nodig is. We werken aan verduurzaming, maar er moet ook ruimte zijn om te investeren en investeringen doe je altijd voor de lange termijn. Dat betekent dat veranderingen niet altijd van de ene op de andere dag plaats kunnen vinden. De boeren willen echt wel veranderen, maar ze moeten ook kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en er moet ruimte zijn om te blijven innoveren.” Wat speelt er op dit moment op het gebied van verduurzaming binnen de sector?
“Land- en tuinbouw is bij uitstek een zeer innovatieve sector. Als je de landbouw breed bekijkt zie je dat we hierin ook een voorbeeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan precisielandbouw, waarbij samen met kennisinstellingen steeds gekeken wordt hoe we de landbouw en de midde-
len die we hierin gebruiken nog specifieker toepasbaar kunnen maken. Ook op duurzaamheidsgebied zijn er grote innovaties. Kijk bijvoorbeeld naar de technieken die toegepast worden om stallen duurzamer te maken. In de breedte van de land- en tuinbouw zien we dat innovatie van oudsher ingebakken zit. Dat kunnen we in de toekomst blijven doen, maar dan moet de overheid die veranderingen wel stimuleren.”
De boeren willen echt wel veranderen, maar ze moeten ook kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en er moet ruimte zijn om te blijven innoveren. “Daarnaast zal die maatschappelijke behoefte in verduurzaming ook ergens geprijsd moeten worden. Als je boeren meer natuur inclusief wilt laten werken, dan zal die prijs ergens vertaald moeten worden. Niet zozeer in de vorm van subsidie, maar als de boeren maatschappelijke bijdragen moeten leveren moet dat wel betaald worden. Ze moeten wel inkomen blijven vergaren.” Is dat ook waarom jullie rond Prinsjesdag de campagne #vooronsland gestart zijn?
“Het is zeker een van de redenen. De verkiezingen zitten eraan te komen en de
politieke partijen zijn druk bezig hun programma’s op te stellen. We willen de stemmen van de boeren en de tuinders laten horen. Met ons eigen verkiezingsmanifest en onze alternatieve troonrede proberen we de politiek en de mensen in het land te laten zien dat boeren en tuinders een toekomst willen hebben in Nederland. Het is heel belangrijk dat we daarvoor draagvlak creëren en behouden. De beeldvorming rondom boeren en tuinders is niet altijd accuraat, dus we grijpen dit moment aan om goed uit te leggen wat we precies doen en wat we willen bereiken.”
3
Welke innovaties kunnen we nog van de sector verwachten?
“De landbouw innoveert heel breed en er gebeuren hele mooie dingen. Wat nu bijvoorbeeld nog heel klein is, maar wel heel groot zou kunnen worden, is carbon farming. Als bedrijven willen investeren in het verminderen van de CO2-uitstoot, dan kunnen boeren dat op deze manier mogelijk maken omdat ze de CO2 in de bodem kunnen verwerken. Zo leidt het tot verdere verduurzaming en een vruchtbaardere grond.” “Daarnaast denk ik dat er ook veel te halen valt bij keteninnovatie. Dat we echt naar de markt gaan kijken en uitzoeken wat de consument wil, om vervolgens samen met de retailers en producenten de keten terug te volgen om te kijken waar het beter kan. Er zit ontzettend veel creativiteit om tot innovaties te komen, dus laten we daar ook vooral op blijven inzetten.”
Vragen aan Timo Hoogeboom
Timo Hoogeboom CEO van HAK
Agri & Food
Als samenleving zijn we enorm gebaat bij CO2-reductie in de landbouw, aldus Timo Hoogeboom, CEO van groenteproducent HAK. Echter, verduurzaming is niet van de ene op de andere dag te realiseren. Tekst: Marjon Kruize Foto: Persfoto
Hoe kunnen we de landbouw verder verduurzamen? “Een van de grootste uitdagingen die je ziet is dat de Nederlandse landbouwgrond, met name door de intensieve manier van landbouw voor de wereldmarkt die we sinds de jaren ’60 hanteren, behoorlijk uitgeput en verslechterd is. Op een slechte grond is het lastig om goed te telen, waardoor je bijvoorbeeld meer mest moet gebruiken maar ook worden gewassen daardoor minder weerbaar waardoor dan weer meer gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Om te verduurzamen is het dus van belang om de grondkwaliteit te verbeteren, zodat je minder gewasbescherming hoeft te gebruiken en de biodiversiteit verbeterd wordt. Met gecertificeerde, duurzame kringlooplandbouw kunnen we dit realiseren, maar enkel als we er waarde aan kunnen geven voor de consument en de teler.” Wat zijn de obstakels waar we momenteel tegenaan lopen? “Een groot probleem is de financiering van duurzame gecertificeerde landbouw (zoals biologisch of On the way to PlanetProof). Als je de boer niet extra betaalt om duurzaam te produceren haakt deze af, omdat het voor hem dan financieel simpelweg niet haalbaar is om duurzaam te telen. Als je de boer wel betaalt en het doorberekent naar de consument moet je vervolgens weer zorgen dat de consument niet afhaakt. Die consument wil best iets meer betalen, als de prijs maar redelijk blijft.” Hoe kunnen we de verduurzaming financieren? “Ik denk dat we het in ieder geval niet door de primaire sector moeten laten financieren, die moeten we een model geven om de verduurzaming uit te voeren. Als producenten moeten we onze nek uitsteken door onze verantwoordelijkheid te nemen in de sector. En dat moeten we vervolgens weer doorbelasten op zo’n manier dat de consument iets extra’s moet betalen, maar niet het dubbele van wat hij normaal gesproken betaalt. Producenten en retailers moeten samen met de overheid hun verantwoordelijkheid nemen in het uitleggen hiervan.” ADVERTENTIE
NAAR AUTONOME TREKKERS EN SLIMME ROBOTS: DE TOEKOMST VANUIT EEN AGRARISCH PERSPECTIEF
Nederland landbouwland. Om die positie vast te houden is innovatie in de
Mechan Groep helpt Nederlandse boeren om
agrarische sector onontkoombaar. Denk aan precisielandbouw, waar elke
die ontwikkelingen te kunnen blijven volgen
vierkante meter grond of elk dier een specifieke behandeling krijgt door
en steeds nieuwe stappen te zetten. Door niet
toepassing van sensoren, gps-apparatuur en slimme software.
alleen de hightech trekkers aan te bieden, maar
Of denk aan drones, die de toestand van het gewas nauwkeurig in beeld
ook relevante dienstverlening, zoals gerichte
brengen. Of, iets verder weg: autonoom rijdende trekkers en robots, die
opleidingen en een passende financiering.
volledig geautomatiseerd landbouwtaken uitvoeren. Door die technische
Zodat de agrarische sector kan blijven groeien
ontwikkelingen wordt landbouw steeds efficiënter en duurzamer.
en bloeien. Wij noemen dat: ‘Equip to Grow’.
DOORKIJKJE
Fendt Xaver
AGCO ontwikkelde de Fendt Xaver: een elektrisch aangedreven, lichtgewicht en uiterst nauwkeurig opererende zaairobot. Het idee is dat een ‘zwerm’ van deze robots volledig autonoom een perceel kan inzaaien. Efficiënt, stil, schoon en met een lage bodemdruk.
Kijk op mechangroep.nl
20 Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Doing business in a complex world Tekst: Féline van der Linde Foto: Roman Synkevych
De food en agri sector is flink in beweging. De sector is op weg naar een meer duurzaam, circulair voedsel systeem gebaseerd op gezondere producten. Dat vraagt om nieuwe innovaties, andere samenwerkingsvormen maar ook andere businessmodellen met bijbehorend leiderschap. Hoe ziet een future proof businessmodel eruit, wie zijn hierin de logische partners, welke samenwerkingsvormen passen hierbij? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk op deze vragen. In de Executive MBA Food & Agri track ga je samen met je mede studenten op zoek naar de antwoorden. Centraal in het MBA programma staan de Living Business Cases, actuele vraagstukken van verschillende toonaangevende Food & Agri bedrijven. De studenten werken onder begeleiding van verschillende experts aan meerdere scenario’s voor de Food & Agri bedrijven die hun case hebben ingebracht. Het topmanagement van deze bedrijven is actief betrokken bij het programma. De input van verschillende researchafdelingen is voor de studenten beschikbaar. Deze interactieve leervorm wordt hoog gewaardeerd door studenten en deelnemende bedrijven en daarmee is de Executive MBA Food & Agri een belangrijk fundament voor de (toekomstige) leiders.
On the way to PlanetProof
Uitgebreide en slimme analyses kunnen op bedrijfsniveau, maar er zijn ook patronen over bedrijven heen uit te halen.
Altijd en overal inzicht in je data Agri- & Horticultuur
De moderne agrarische ondernemer verzamelt tegenwoordig steeds meer data: via managementregistratie op zijn mobiele telefoon, voerstations, melkrobots, klimaatbeheersing en weerstations. Maar hij wisselt ook steeds meer data uit met andere partijen, zoals (voer)leveranciers, accountants, afnemers, slachthuizen en genetische partijen. Tekst: Féline van der Linde Foto: Eduardo Dutra
Tekst: Féline van der Linde Foto: John-Mark Smith
Het onafhankelijke keurmerk On the way to PlanetProof bewijst dat je een product koopt dat duurzamer is geproduceerd en daardoor beter is voor natuur, milieu, klimaat en dier, aldus www.planetproof.nl. Met On the way to PlanetProof streven boeren en tuinders ernaar om hun eigen manier van werken in balans te brengen met de draagkracht van onze planeet. Een proces waarbij de aarde steeds minder wordt belast. Het keurmerk kun je tegenkomen op zuivel, groenten, fruit, eieren, maar ook bloemen, planten, bomen en bloembollen. Alleen boeren en tuinders die aan strenge eisen voldoen mogen het keurmerk On the way to PlanetProof gebruiken. Zij worden gecertificeerd als zij op duurzamere wijze produceren of telen. Boeren en tuinders die het keurmerk hebben werken aan een schonere lucht, vruchtbare bodem, een goede waterkwaliteit en dierenwelzijn. Bovendien wordt er aandacht besteedt aan meer natuur op het landbouwbedrijf, circulair afval verwerken en recyclen. Elk jaar worden de eisen herzien en waar nodig aangescherpt. Het is belangrijk om nu te handelen naar wat gevolgen heeft voor later, aldus www.planetproof.nl.
naar de cloud te brengen, ontstaat de mogelijkheid om meerdere data van verschillende bronnen te combineren en via internet vanaf elke werkplek of mobiel device date te raadplegen waar en wanneer hij maar wil. Door de data
analyses kunnen op bedrijfsniveau, maar er zijn ook patronen over bedrijven heen uit te halen. Boeren geven vooraf toestemming voordat hun gegevens en data bij ons in de cloud terechtkomen”, vertelt Pieter Brons van AgroVision. “Ook als een andere partij data wil inzien moet hier altijd toestemming voor worden gegeven door beide partijen. Met het delen en “Uitgebreide en slimme
beheren van data vanuit de cloud maak je het niet alleen gemakkelijk voor de boer, ook kunnen zij toekomstige problemen voorkomen doordat de algoritmes bijvoorbeeld aangeven dat de varkens niet voldoende groeien. Met het nieuwe klantenportaal kunnen boeren, bij wijze van vanuit de stal, realtime hun data op één plek kunnen inzien en nieuwe gegevens kunnen invoeren. Ook doet het platform analyses van de data door de informatie uit de managementsystemen, de mobile apps en de koppeling met externe partijen te combineren in overzichtelijke dynamische rapporten waarmee de ondernemer in samenwerking met zijn adviseurs zijn bedrijfsvoering kan verbeteren.”
Samen honger uit de wereld roeien Agri & Food
In 2018 won Groasis de prijs voor meest innovatieve MKB-bedrijf van Nederland. “De United Nations heeft zeventien sustainability goals vastgelegd waarvan wij er zeven kunnen oplossen”, vertelt Pieter Hoff directeur van Groasis. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto
onze oplossingen en technologieën kunnen wij onder andere de werkloosheid, het watertekort, de klimaatverandering, het dalende grondwater en de (honger)migratie van stad naar land in arme landen oplossen. “Door middel van
Voor het ontwerp van de ‘intelligente emmer’ ben ik eerst gaan kijken hoe de natuur nu echt werkt. Vogels eten bijvoorbeeld zaden die zij vervolgens droppen op het land. Water onder de mest kan niet verdampen en zo ontstaat dus vochtophoping waarin de penwortel naar beneden kan groeien. Met de intelligente emmer trainen wij de wortels van bomen om naar beneden te groeien om daar hun water vandaan te halen, door ze net zoveel water te geven dat ze niet doodgaan, maar niet zoveel dat de boom niet gaat zoeken. Zo zorgen we voor een effectieve en waterbesparende manier om overal ter wereld fruitbomen te laten groeien. We werken inmiddels in drie landen samen met het UN World Food Programme.” ADVERTENTIE
Executive MBA in Food & Agribusiness
Today’s knowledge Tomorrow’s business www.wur.eu/mba
HAK - Partner Content 21 Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agrien Horticultuur HAK - Partner Content analysenederland.nl
De weg naar een duurzame toekomst. De weg naar het Groene Normaal. Daarom is het belangrijk om lokaal en duurzaam te telen en korte transparante ketens te realiseren met een verdienmodel voor de teler. HAK compenseert de telers door de meerkosten van gecertificeerde gewassen te betalen en wil hen zo motiveren om duurzamer te telen. Uiteindelijk moet dit gedragen worden door de gehele keten waarmee meer waardecreatie en een duurzamer verdienmodel voor de teler ontstaat en de consument een duurzaam, kwalitatief product op zijn bord krijgt
Partner Content
HAK
Als we ook in de toekomst kwalitatief, duurzaam en lokaal geteeld voedsel willen blijven eten, dan is een omslag naar duurzame, lokale gecertificeerde kringlooplandbouw nodig. Het On the way to PlanetProof keurmerk is een onafhankelijk duurzaamheidskenmerk (voorheen Milieukeur) van Stichting Milieukeur (SMK) dat wordt toegekend aan boeren, tuinders en producenten die op een duurzame wijze telen, produceren en verwerken. Het keurmerk heeft een brede benadering van duurzaamheid, waarbij bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit een belangrijke rol spelen. Dat wil zeggen: minder stikstof en fosfaat door beperking van mestgebruik, een gezondere en meer vruchtbare bodem, beperkt gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, schoner oppervlaktewater en meer nuttige insecten en vogels op het land, die als natuurlijke vijanden van ongedierte bijdragen aan een gezond gewas. HAK is binnen de categorie vers verwerkte groenten het eerste bedrijf dat het keurmerk mag voeren.
De HAK-producten met het On the way to PlanetProof keurmerk, en dat worden er steeds meer, worden geteeld en verwerkt met extra aandacht voor natuur, milieu en klimaat, waarbij de telers aan 36 bovenwettelijke eisen moeten voldoen. Het vraagt om intensieve samenwerking met telers en heeft daarnaast ook invloed op de processen in de fabriek, de ontwikkeling van producten en verpakkingen. HAK maakte de keuze voor dit duurzaamheidskeurmerk omdat
het op korte termijn het meest optimale systeem is als het gaat over de combinatie tussen verduurzaming, grootschalige lokale teelt en opbrengstzekerheid. Deze drie aspecten zijn noodzakelijk voor de grote hoeveelheden groenten en peulvruchten die de groenteproducent nodig heeft. Om duurzame, lokale teelt te stimuleren worden de telers van HAK hiervoor financieel gecompenseerd. Dit draagt bij aan een gezond verdienmodel en zorgt
In 2021 zullen alle in Nederland geteelde groenten en peulvruchten van HAK de certificering On the way to PlanetProof dragen. Dit is ruim 85 procent van alle groenten dat verduurzaming voor de telers en peulvruchten van HAK. De haalbaar wordt. Telers zou je manier waarop we nu ons voedsel kunnen zien als rentmeesters. Zij hebben de grond geërfd van telen, distribueren en consumeren hun ouders en geven deze op hun is niet langer houdbaar. Willen we beurt weer door aan de volgenook in de toekomst lekker, gezond de generatie. Alleen daarom al en duurzaam kunnen blijven eten, willen telers goed voor hun bodem dan moeten we vaker kiezen voor zorgen, maar door commodity plantaardig en lokaal, met een duurzaamheidskenmerk. Dat is producten voor de wereldmarkt goed voor de teler, de consument te produceren worden de rendeen de planeet. Dat is het Groene menten van wat zij op hun grond Normaal. verbouwen steeds lager. Langer blijven telen op de huidige manier is dus geen duurzame oplossing.
www.hak.nl ADVERTENTIE
Wij brengen jouw merk naar de juiste doelgroep Het is onze missie om jouw merk als marktleider neer te zetten in de meeste gerespecteerde distributiekanalen. Wij zorgen dat je boodschap jouw doelgroep bereikt en een impact op hen heeft.
Meer weten? www.europeanmediapartner.com
22 Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur analysenederland.nl
Verticale luchtbeweging helpt planten groeien Agri- en Horticultuur
Om te overleven en te groeien wisselen planten gassen en energie uit met hun omgeving. De beweging van de lucht en huidmondjes spelen daarbij een sleutelrol. Huidmondjes bevinden zich onder de bladeren en verbinden een luchtruimte in het blad, welke is gevuld met waterdamp en CO2, met de lucht rondom het blad. Tekst: Marjon Kruize Foto: Persfoto & PhotoMIX Company
Peter van Weel Auteur van Plant Empowerment, the Basic Principles
O
is een plant afhankelijk van twee gassen: CO2 en waterdamp. CO2 is een bouwsteen voor planten, en waterverdamping is noodzakelijk om de plant te koelen en om calcium naar de plantencellen te transporteren om sterke wanden te krijgen. Die wanden beschermen de plant tegen schimm te groeien
melziekten, zo schrijft Peter van Weel, auteur van Plant Empowerment, the Basic Principles. De overdracht van beide gassen wordt bepaald door de opening van de huidmondjes en het verschil in druk van het gas aan beide zijden van de huidmondjes. Hoe breder de huidmondjes opengehouden kunnen worden, hoe meer CO2 kan worden opgenomen en kan worden omgezet in suikers door het fotosyntheseproces. Hierdoor kunnen de planten beter groeien. het blad wordt meestal opgesplitst in verschillende lagen. Direct rondom het blad bevindt zich het zogenaamde ‘microklimaat’. Deze laag bevat stilstaande lucht en kan in dikte variëren afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare luchtbeweging rondom die laag. Door de stilstaande lucht heeft deze laag een hogere concentratie waterdamp dan de lucht in de kas. Aan de andere kant is de CO2-concentratie in de microklimaatlaag doorgaans lager dan in de kaslucht. Tussen beide zit de gewaslaag. Wanneer het een dik en gesloten bladerdek betreft, kan de concentratie van beide gassen verschillen van die van de lucht in de kas. Dit kan komen omdat er weinig tot geen luchtuitwisseling plaatsvindt tussen deze lagen door gebrek aan luchtbeweging.
op twee manieren energie ontvangen, door middel van straling afkomstig van licht of verwarmingsbuizen en door middel van convectie wanneer de omgevingslucht warmer is dan het blad. Stilstaande lucht rondom de plant begint te werken als een isolatie, aldus Van Weel, waardoor de energie-uitwisseling door convectie wordt gereduceerd. Dan zal de bladtemperatuur stijgen. Deze temperatuurstijging zal de waterdampdruk in het blad verhogen en leiden tot een toename van verdamping. Een blad kan
De lucht rondom
het gewas kan worden verbeterd door het invoeren van verticale luchtbeweging. Wanneer er drogere lucht uit de kas boven de planten wordt verdeeld tussen het gewas zullen er twee De vochtafvoer uit
dingen gebeuren. De microklimaat laag wordt dunner en de RV binnen het gewas daalt.
De lucht rondom het blad wordt meestal opgesplitst in verschillende lagen. worden gezet onder een gesloten scherm, zal de verdamping snel toenemen. En onder een gesloten scherm kan gemakkelijk stilstaande lucht ontstaan, omdat warme lucht opstijgt en onder het scherm wordt opgesloten, terwijl koude lucht in de overkapping de neiging heeft om te vallen. Beide lagen zullen zich niet mengen, dus binnen het gewas hebben we Wanneer lampen aan
een laag koudere, stilstaande lucht. Daarom geven veel kwekers er de voorkeur aan om een verwarmingsbuis onder het gewas te gebruiken zodra het licht aan is. Dit zorgt ervoor dat de lucht naar boven beweegt en de omstandigheden in het gewas verbeteren. Maar dit is een zeer inefficiënte methode, omdat het de verdamping en het energieverbruik nog verder verhoogt. Het verhoogt ook de hoeveelheid warmte die onder het scherm wordt opgesloten, met als gevolg een stijgende temperatuur van de kas. Het is daarom veel beter om verticale luchtbeweging in het gewas te introduceren. Luchtbeweging door het
gewas bevordert de vochtafvoer van de planten, om de verdamping op gang te
houden, om schimmelziektes te voorkomen en voor de koeling van die delen van de plant die te veel opwarmen door straling en dat niet door verdamping kunnen compenseren. Hierdoor is minder lichtafscherming nodig. In het donker kan luchtbeweging juist voorkomen dat de top van het gewas te koud wordt, zonder het energieverbruik in de kas op te drijven. Ook is het een goede manier om CO2 naar de huidmondjes te brengen. De verticale temperatuurverdeling kan worden verbeterd door een verticale luchtbeweging onder een gesloten scherm, vooral als de verlichting aan is. Uiteindelijk helpt dit alles om de groei van de planten te bevorderen en gezonde planten te krijgen.
De vochtafvoer uit het gewas kan worden verbeterd door het invoeren van verticale luchtbeweging. ADVERTENTIE
Groen Nederland - Milieutechnieken, Food, Agri- en Horticultuur 23 analysenederland.nl
De meeste mensen begrijpen heel goed dat het belangrijk is dat er meer duurzame energie komt.
Duurzaamheid biedt kansen voor landbouwsector Agri en Horticultuur
De transitie van fossiele brandstoffen naar duurzame energie biedt kansen voor de landbouwsector, vinden energiedeskundigen Arthur Vermeulen en Michel Arninkhof. Door die transitie verplaatst de energiewinning zich van onder de grond naar bronnen die bovengronds worden geoogst, zoals de zon en de wind. Maar voor de aanleg van windmolen- en zonneparken heb je ruimte nodig. Die ruimte is er bij de boeren. Tekst: Henk Dilling Foto: Mostphotos & Karsten Würth
N
ederland werkt aan
duurzame, betrouwbare en beschikbare energie die voor iedereen betaalbaar is. De Rijksoverheid wil dat in 2030 minimaal 27% van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komt. In 2050 moet de energievoorziening bijna helemaal duurzaam zijn. Een overgang naar een duurzame energievoorziening is van groot belang, vanwege het tegengaan van klimaatverandering. Ook spelen
afnemende beschikbaarheid van fossiele brandstoffen en de afhankelijkheid van internationale energieleveranciers een rol.
stellen van landbouwgrond voor zon- en windprojecten dragen agrariërs een steentje bij aan het verduurzamen van de samenleving, zegt Arthur Vermeulen. Maar ook financieel is het interessant. “Door ruimte te verhuren kun je ook op een andere manier inkomsten uit je hectares halen. Dat geeft meer financiële zekerheid.” Met het beschikbaar
Boeren die geïnteresseerd zijn kunnen de aanleg van een wind- of zonnepark overlaten aan een gespecialiseerde partij. Naast het duurzaamhe-
kan ook het ontbreken van voldoende economisch perspectief of bedrijfsopvolging een motivatie zijn om grond beschikbaar te stellen. Voor wind is een boer relatief weinig ruimte kwijt. Vermeulen: “Het is goed mogelijk om tussen de windmolens te idsmotief
blijven boeren. Voor zon ligt het anders. Daar is de boer voor een langere periode meer grond kwijt.” Het gros van de boerenpercelen komt overigens niet in aanmerking voor een windpark. “Zo’n park moet aan veel ruimtelijke criteria voldoen. En verder moet de politiek het willen. Dat laatste geldt ook voor een zonnepark.”
stakeholders om tafel te gaan, voordat je een vergunningaanvraag doet.”
Door ruimte te verhuren kun je ook op een andere manier inkomsten uit je hectares halen. in gesprek met de buurt en met de overheid. En doe dat niet vanuit een situatie waarin er geen weg meer terug is. “De grootste weerstand komt voort uit het gevoel dat je niet
serieus wordt genomen. Of je nou een snelweg aanlegt of een windpark of een zonnepark, bij ruimtelijke ontwikkelingen gaat het altijd om een verandering van de omgeving van de mensen die er wonen. Dat stuit soms op weerstand.” Arninkhof vult aan: “De meeste mensen begrijpen heel goed dat het belangrijk is dat er meer duurzame energie komt. Maar als dat een impact heeft op hun leefomgeving vinden mensen het fijn dat er ook serieus naar hun opmerkingen geluisterd wordt en er mogelijk wat mee gedaan wordt. Dat haalt al heel wat kou uit de lucht.”
Boeren die geïnteresseerd
Vermeulen adviseert: ga
zijn kunnen de aanleg van een wind- of zonnepark overlaten aan een gespecialiseerde partij. In dat geval verhuurt de boer de grond aan bijvoorbeeld een energiebedrijf dat de ontwikkeling en de exploitatie van het project verzorgt. Een andere optie is om het zelf of samen met andere boeren te doen. In het laatste geval is het belangrijk, zo benadrukt Michel Arninkhof, dat je de uitgangspunten van de wind- en de zonnesector in acht neemt. “Er is een gedragscode die aangeeft hoe je op een goede manier de omgeving betrekt bij dit soort initiatieven. Dat betekent onder andere dat de buurt mede-ondernemer moet kunnen zijn in zo’n project. De gedragscode gaat vooral over het vroegtijdig communiceren en het betrekken van omwonenden bij het planproces binnen de kaders die er zijn. Belangrijk is om met alle
Het is goed mogelijk om tussen de windmolens te blijven boeren.
Feiten De huidige regelgeving omtrent fytosanitaire eisen wordt nu vervangen door een nieuwe Europese Plantgezondheidsverordening. De wijziging zorgt ervoor dat de plantenpaspoortplicht wordt uitgebreid naar alle ‘voor oppot bestemde planten’. Dit betekent dat vanaf dat moment ook zaden en pot-, perk- en kuipplanten een plantenpaspoort moeten hebben.
Weer zorgeloos in contact met de mensen, oppervlakken en ruimte om je heen? Effectief getest op meer dan 170 verschillende virussen, bacteriën en schimmels waaronder Covid-19. 100% biologisch, en volledig veilig voor mens, dier en milieu.
Ontsmet alle ruimtes en oppervlakken effectief, veilig en razendsnel!
De ultieme oplossing voor effectieve en optimale hygiëne. Ontdoe alle ruimtes en de daarin aanwezige oppervlakken razendsnel van alle schadelijke virussen en bacteriën met het HYGENIQ Mist systeem. Met deze ergonomische back-pack unit op accu wordt de plantaardige hygiënisch reinigende mist verspreidt die zorgt voor een schone, gezuiverde en gezonde omgeving.
Vraag nu een trial aan!
www.hygeniq.com | 053 - 428 28 60