Netcongestie kan op duurzame manier worden opgelost
De energietransitie in Nederland kan alleen slagen als het probleem van netcongestie wordt opgelost. Te vaak komen bedrijven en instellingen in de problemen als het elektriciteitsnet vol zit. Flexibele inzet van batterijen biedt een goede oplossing: schoner dan de dieselgenerator en overal inzetbaar.
Twee zaken vormen een doorn in het oog van iedere duurzame ondernemer die bezig is met de energietransitie: het terugvallen op dieselgeneratoren als er elektriciteit tekort is op bijvoorbeeld een bouwplaats, bij een school of op een grote filmset. En als tweede de lange wachttijden bij een overvol elektriciteitsnet (netcongestie), waardoor een woonwijk niet kan worden afgebouwd of een bedrijf niet kan uitbreiden of opstarten.
Slimme oplossingen
Dat zou niet meer nodig moeten zijn in de huidige wereld, vooral niet met de klimaatdoelen die gehaald moeten worden. En al helemaal niet met alle slimme mogelijkheden die er nu al zijn om het probleem van netcongestie op te lossen. Dat is althans de mening van Peter Paul van Voorst tot Voorst, die zijn bedrijf Skoon oprichtte in 2017. Skoon bedient Nederland en delen van Europa vanuit het hoofdkantoor in Rotterdam met mobiele energie oplossingen. Skoon is feitelijk een online marktplaats met slimme software voor het verhuren van mobiele energiesystemen en netflexibiliteit.
“Dat er dagelijks berichten binnenkomen van scholen, zwembaden of fabrieken die zich genoodzaakt voelen toch weer terug te vallen op een dieselgenerator, zal ik niet aan kunnen wennen. Want het is in de meeste gevallen niet nodig. De oplossingen zijn beschikbaar. Het vergt alleen een whatsappje naar Skoon, of een boeking van een schoon energiesysteem via ons platform.”
Flexibele toepassingen
Het centrale platform verbindt gebruikers met leveranciers van schone energiesystemen voor vaak tijdelijke toepassingen. Een groot industrieterrein, een bouwbedrijf of een filmproducent kan eenvoudig kiezen voor de juiste batterij, elektrische generator of ander energiesysteem. Van Voorst legt uit hoe het bedrijf oplossingen biedt voor het probleem van netcongestie. Vaak gebeurt dit op tijdelijke en flexibele basis, zoals bijvoorbeeld een bouwplaats die zo de uitstoot kan verminderen. Of een filmproductie, waar stilte op prijs wordt gesteld, en dus liever geen ronkende dieselgenerator wordt gekozen.
Skoon levert ook op structureel niveau flexibiliteit met het plaatsen van batterijen op plekken waar sprake is van een te vol netwerk, zoals nieuwe woonwijken. “Van bouwplaats tot nieuwe woonwijk, Skoon heeft het antwoord op het overbelaste elektriciteitsnetwerk.” aldus Van Voorst .
Schoner, stiller en goedkoper
Een bedrijf kan dus via de marktplaats van Skoon een energiesysteem huren dat dan in samenwerking met Skoon’s partners geleverd en ook weer opgehaald wordt. “We willen af van fossiele brandstoffen. En
dat kan met de mobiele oplossingen die wij bieden. Duurder hoeft het ook niet te zijn. Op kosten kunnen wij al concurreren met de niet-schone oplossingen. Het is schoner, stiller en goedkoper. Een no-brainer dus. Zo maken we zero-emissie bouwen mogelijk. En daar is steeds meer vraag naar, bijvoorbeeld bij bouwprojecten.”
Mobiele batterijsystemen zijn dus een gamechanger in de energiesector, zo is de overtuiging bij Van Voorst. Over vijf jaar moet zijn bedrijf een soort flexibele laag vormen om het elektriciteitsnet, en aanwezig zijn op alle plekken waar het elektriciteitsnet niet kan zijn. Nederland loopt voorop wat elektrificatie betreft, maar we zijn nog maar net begonnen. “Het gaat nog niet hard genoeg, we grijpen nog te makkelijk terug naar fossiele brandstoffen.” Batterijen daarentegen geven de ultieme flexibiliteit en zijn een buffer die je elk
gewenst moment kan inzetten. Laden en ontladen, je kan de energie letterlijk 2 kanten op laten stromen.
Van bouwplaats tot nieuwe woonwijk, Skoon heeft het antwoord op het overbelaste elektriciteitsnetwerk
Monitoring Alvorens het leveren van de energiesystemen, berekent Skoon’s slimme software het verwachte energieverbruik. Dat helpt om de juiste systemen te kiezen. En achteraf rapporteert Skoon de uitstoot via nauwkeurige live monitoring data. Zo krijgen klanten zeer nauwkeurig hun uitstoot en besparing in beeld. Deze data geven de bedrijven inzicht in hun energieprofielen en kostenbesparingen, en helpt ze om duurzamer door te groeien.
Skoon biedt energiesystemen aan in alle soorten en maten. Eentje van 5 kWh tot een mobiele batterijcontainer met een capaciteit van 1 MWh. Tevens zijn er hybride mogelijkheden om zo een eerste stap te zetten. “Uiteindelijk hoop ik dat er binnen afzienbare termijn geen dieselgenerator in Nederland meer te zien is. Ik weet dat het kan. De ontwikkelingen gaan snel, maar het kan nog altijd sneller en beter.” besluit Van Voorst.
Chemofobie leidt tot ineffectief klimaatbeleid
Chemofobie: een irrationele angst voor chemische stoffen. Het heerst al enige tijd in de samenleving, maar speelt ook steeds vaker een rol in de totstandkoming van (klimaat)beleid. Zonder wetenschappelijke kennis of bewijs worden beperkingen gelegd op effectieve stoffen die veilig te gebruiken zijn. Dit terwijl chemische stoffen essentieel zijn in onze samenleving. Bijvoorbeeld in de wereld van schoonmaak- en desinfectiemiddelen. Producten die cruciaal zijn voor de volksgezondheid. Klimaatbeleid op basis van chemofobie kan ernstige gevolgen hebben voor de maatschappij.
Uiteraard zijn er gevaarlijke stoffen die we niet zouden moeten gebruiken. Bijvoorbeeld stoffen die een onaanvaardbaar risico vormen voor mens of milieu. De nadruk moet echter wel liggen op het risico. Elke toxicoloog leert immers dat de dosis, oftewel de mate van blootstelling, bepaalt of iets giftig is. Met risicobeperkende maatregelen kunnen gevaarlijke stoffen vaak veilig gebruikt worden, zo lang de blootstelling beperkt blijft. Als de gevaarlijke stof dan ook nog eens de effectievere of duurzamere oplossing is, moeten deze stoffen niet onnodig worden beperkt.
Levenscyclusanalyse als grondslag De vraag die bij klimaatbeleid vaak (terecht) centraal staat: waar is de meeste reductie in broeikasgassen te behalen? Dit kan alleen effectief worden vastgesteld op basis van een levenscyclusanalyse (LCA). Een LCA is een methode om de milieu-impact van een product, proces of dienst in kaart te brengen over de
De NVZ – Schoon | Hygiënisch | Duurzaam is de Nederlandse branchevereniging voor bedrijven die was-, schoonmaak-, desinfectieen onderhoudsmiddelen en schoonmaakmachines op de Nederlandse markt brengen. Producten met een cruciale rol voor een gezonde, duurzame samenleving. Met veel kennis over hygiëne, duurzaamheid en wetgeving draagt de sector graag bij aan het realiseren van effectief beleid.
gehele levenscyclus. Dat wil zeggen vanaf de winning van grondstoffen tot en met de afvalverwerking. Een LCA kan verschillende aspecten van de milieu-impact inzichtelijk maken, zoals het energieverbruik, de uitstoot van broeikasgassen, het water- en landgebruik en de biodiversiteit. Een LCA kan helpen om de meest effectieve en duurzame keuzes te maken voor klimaatbeleid.
klimaat is het wassen op 30 graden mét enzymen veel beter dan het wassen op hogere temperaturen zónder deze effectieve stoffen. Dit geldt ook voor andere situaties waarbij (warm) water wordt gebruikt.
Beleid voor productielocaties Nog een voorbeeld: het onnodig verzwaren van het beleid voor bedrijven die chemische producten produceren. Een trend die steeds vaker leidt tot het vertrek van deze bedrijven uit Nederland.
Dit is slecht voor het klimaat: de milieuimpact wordt alleen maar verplaatst terwijl wij in Nederland vooruitstrevend klimaatbeleid hebben. Ook worden bijvoorbeeld de transportafstanden groter wat tevens leidt tot zwaardere verpakkingen. Nederlandse productie kan dus juist een voordeel voor het klimaat opleveren. Bovendien zorgt het hebben van dergelijke productiecapaciteit van deze essentiële producten dat wij in Nederland minder afhankelijk zijn van andere landen.
Voor wasmiddelen hebben LCA’s uitgewezen dat de meeste klimaatwinst te behalen is in het kunnen wassen op lage temperaturen. Dankzij chemische innovaties zijn we steeds beter in staat om wasmiddelen te maken die ook op lage temperaturen de was goed schoon krijgen. De stoffen die dit mogelijk maken zijn veelal enzymen.
Door aankomende veranderingen in beleid dreigen enzymen op basis van het gevaar te worden beperkt. Onnodig, want op basis van een veiligheidsbeoordeling zijn de stoffen in wasmiddelen veilig te gebruiken. In dit geval geldt: voor het
Praktisch alle Nederlandse productiebedrijven voor deze producten zijn mkb-ers die eigen merken en private label produceren. Zij moeten aan dezelfde eisen voldoen als alle andere bedrijven die chemie produceren. Maar deze eisen, veelal nationale koppen op EU wetgeving, knellen het meest bij deze mkb-productiebedrijven. Hierdoor moeten zij grote investeringen doen zonder dat dit leidt tot significante milieuverbeteringen. Oorzaak hiervan is chemofobie bij beleidsmakers en politici.
Een voorbeeld hiervan is de nationale wetgeving rondom de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Hoewel er binnen onze branche weinig ZZS worden gebruikt, vindt de NVZ het belangrijk dat bedrijven de uitstoot van ZZS reduceren. Tegelijkertijd leidt de wettelijke eis om naar ‘nul’ ZZS-uitstoot te gaan tot grote investeringen. Terwijl de risicobeoordelingen concluderen dat dit maar zelden milieu- of klimaatwinst oplevert. Hierdoor verdwijnt steeds meer productie van schoonmaak- en desinfectiemiddelen uit Nederland.
De NVZ pleit daarom voor werkbaar, wetenschappelijk gedreven beleid dat de toegevoegde waarde van chemische stoffen erkent. We moeten ons niet laten leiden door irrationele angst, maar door wetenschappelijke feiten en kennis. Met een LCA als grondslag en een focus op risico in plaats van gevaar kan beleid worden vastgesteld dat daadwerkelijk bijdraagt aan een beter klimaat.
Besparing op water is winst voor milieu én industrie
Voor 2030 is de schatting dat er wereldwijd 56% meer water, 35% meer voedsel en 30% meer energie nodig is. Waterschaarste en voedselveiligheid zijn nu al concrete problemen in veel delen van de wereld, terwijl het energievraagstuk overal speelt. Minder verspilling en meer efficiëntie is nodig, zeker wanneer het gaat om het gebruik van water.
Water en energie zijn feitelijk twee communicerende vaten.
Vraag en aanbod van water en energieproductie hebben invloed op het klimaat; klimaatveranderingen beïnvloeden de beschikbaarheid van water; en de beschikbaarheid van water heeft op zijn beurt een effect op de energieproductie. Men spreekt hierbij ook wel van de waterenergie nexus. Water en energie zijn twee cruciale strategische hulpbronnen die groei, winstgevendheid en concurrentievermogen mogelijk maken voor elke industrie. Maar om het klimaat te helpen én Europa’s concurrentiepositie te verbeteren is waterbestendigheid nodig. Ecolab is een bedrijf dat de bedreigingen van water (schaarste) als geen ander kent, maar vooral op zoek is naar kansen om de bedrijven te helpen met waterbesparing, waarbij duurzaamheid, groei en winstgevendheid samengaan. Hoewel waterschaarste een globale uitdaging is, zullen de tekorten vooral op lokaal niveau voelbaar zijn.
Duurzaam watergebruik
Ecolab, met in Nederland een kantoor en water innovatie centrum in Oegstgeest, heeft wereldwijd bijna 50.000 werknemers die zich bezighouden met water, hygiene en infectiepreventie op bijna 3 miljoen klantlocaties, verspreid over 170 landen. Ecolab helpt industriële bedrijven, voedingsmiddelenbedrijven, data centers, wasserijen, maar ook ziekenhuizen, hotels en restaurants met waterbeheer door middel van duurzaam watergebruik, een strategie waarmee uiteindelijk ook winstgevendheid wordt bereikt. Water is namelijk essentieel voor alle niveaus van
de supply chain en productieprocessen: water als ingredient en voor reiniging, verwarming, koeling en behandeling. Daarnaast is water echter ook een essentiële grondstof voor de productie van groene waterstof, een belangrijke schone energiebron voor de toekomst.
Arjan Boogaards, SVP en GM Heavy Water Europa, Ecolab“Het gaat om besparing van water en dat is goed voor iedereen. Maar voor bedrijven is het natuurlijk ook van belang dat de terugverdientijd van hun investeringen in waterbesparing renderend zijn, en dat is absoluut het geval: duurzaamheid en vergroten van winstgevendheid gaan hier hand in hand.” zegt Arjan Boogaards, SVP en GM Heavy Water Europa van Ecolab. Hij leidt zes Europese divisies die zich bezighouden met waterbesparing en emissies bij voornamelijk zware industrie zoals (petro)chemie, energiecentrales, papier- en staalfabrieken. “Water is essentieel voor het industriële concurrentievermogen en de veerkracht van onze samenleving in het licht van de klimaatverandering.”
Roadmap
Bij binnenkomst bij elk bedrijf wordt eerst een Total Plant Assessment, oftewel TPA, gemaakt. “Uiteindelijk maken we een roadmap voor het bedrijf, waarin de stappen worden uitgewerkt om tot een optimaal resultaat te komen.” legt Boogaards uit. Ook voor de versterking van de concurrentiepositie in de Europese en globale markt is het voor bedrijven noodzakelijk om waterbestendig te worden. Want waterschaarste is een bestaand gegeven en er is een urgente oplossing nodig. Als wij water op dezelfde manier blijven gebruiken, zal volgens het World Resources Institute de planeet in 2030 te maken krijgen met een watertekort van 56%, en zullen volgens de Verenigde Naties 1,6 miljard mensen geen veilig beheerd drinkwater hebben. Ecolab heeft te midden van deze dringende watercrisis de Ecolab Watermark Study ontwikkeld om trends te identificeren.
“Het is voor bedrijven van cruciaal belang om hun organisatie toekomstbestendig te maken. Want we weten dat er op lange termijn meer vraag naar water is dan beschikbaar. De waterschaarste wordt alleen maar groter.” aldus Anja de Reus, VP Sustainability Europe.
Water footprint
Het bewustzijn bij bedrijven is reëel, maar tussen intentie en actie is er nog een lange weg te gaan volgens de experts bij Ecolab. De beste praktijken moeten getraind worden: het meten van verbruik, het verminderen en het hergebruiken van water, nog voordat recyclen begint. Ook de toeleveranciers van de bedrijven die met een dergelijke omslag bezig zijn, moeten hiervan doordrongen zijn.
Het is voor bedrijven van cruciaal belang om hun organisatie toekomstbestendig te maken wanneer het op water aankomt
Daarnaast zullen de consumenten een slag moeten maken, is de overtuiging bij Ecolab. Niet veel consumenten kennen de water footprint van een product als een fles shampoo. Of hoeveel water er nodig is voor een kopje koffie, of het productieproces van een flesje water. Daar is dus ook nog wel werk aan de winkel, vinden Boogaards en De Reus. Consumenten dringen aan op verandering bij bedrijven, maar zullen zelf dus ook verantwoorde keuzes moeten met betrekking tot watergebruik. “Daar is nog heel veel winst te behalen.” aldus De Reus.
Wat de toekomst betreft: circulariteit van water en digitalisering in combinatie met data en AI zullen de komende jaren voor veel innovaties gaan zorgen, zo is de verwachting van Boogaards. “Met inzicht in de data, kun je er op maat gemaakte modellen op los laten.”
Luxe drankjes nuttigen uit papieren flessen: het kan nu al
De verpakking van drankjes is aan het verduurzamen. Karton en zware flessen worden, of zijn al, ingeruild voor alternatieve verpakkingsmethoden met verminderd energie- en waterverbruik tijdens de productie. Ook bij premium drankjes gaat
Diageo hier vol voor: de luxe zit niet in de verpakking, maar in de inhoud.
Duurzaamheid is inmiddels een belangrijk onderdeel bij elke onderneming. Het betekent lange termijn winst voor de gemeenschap, voor de klanten en ook voor de bedrijven zelf: een triple-win aanpak wordt het ook wel genoemd. De samenwerking tussen bedrijven, NGO’s en overheden moet leiden tot dat ene doel: de klimaatdoelen bereiken met winst voor het milieu, én voor de bedrijven zelf.
Dr. Dave Lütkenhaus, Global Sustainability & Innovation Director,
Altijd progressie boeken
Het is een filosofie die leidend is bij Diageo, een wereldleider in premium dranken met bekende merken zoals Smirnoff, Baileys en Johnnie Walker. Het bedrijf is prominent aanwezig in de Benelux, dat verantwoordelijk is voor bijna een kwart van de Europese verkoop. Vijf jaar geleden zette Diageo een speciaal team op om duurzaamheid te innoveren. Diageo heeft zich gecommitteerd aan de ‘Society 2030: Spirit of Progress’ strategie met de integratie van een aanzienlijke ESG-investering en uitgebreide duurzaamheidsinitiatieven.
Dave Lütkenhaus, Global Sustainability & Innovation Director bij Diageo, is duidelijk over het belang van duurzaamheid voor het bedrijf, de samenleving en de consument. “Nieuwe producten moeten bij ons duurzamer zijn dan de bestaande, zodat we altijd progressie boeken. Een groot deel van onze drive om te verduurzamen draait om de verpakking en daar hebben we een robuuste en holistische strategie omheen gebouwd.”
Nul afval
Diageo heeft zich tot doel gesteld om nul afval te bereiken in hun directe operaties, en nul afval naar stortplaatsen in hun toeleveringsketen. Volgend jaar moet 40% gerecycled materiaal in hun plastic flessen zitten, en aan het eind van dit decennium 100%. Daarnaast streeft het bedrijf ernaar dat 100% van hun verpakkingen breed recyclebaar of herbruikbaar en composteerbaar zijn.
onderzoeken we nieuwe technologieën zoals Dry Molded Fiber, ontwikkeld door The Bottle Collective, waarbij het verbruik van plastic, energie en water tijdens de productie wordt verminderd, met als gevolg een milieuvriendelijker fles. De feedback op onze innovaties is zeer positief te noemen. We combineren duurzaamheid en innovatie ook met de wensen van de consument, het is én duurzaamheid én de wensen en verlangens van de consument.”
De waarde van het product zit in de inhoud en niet de verpakking
Nu al zijn er resultaten zichtbaar met concrete verbetering door lichtere verpakkingen, ander materiaalgebruik en gebruik van papier. “We hebben initiatieven zoals papieren flessen en gerecyclede aluminium flessen voor bijvoorbeeld Baileys, maar ook lichtere glazen flessen voor andere premium dranken. Ook
De perceptie van luxe
Prima initiatieven, maar hoe staat de consument erin? Die wil zijn of haar premium drankje misschien wel in een mooiere verpakking. Het gaat om perceptie, zo is de overtuiging van Diageo. “Traditioneel werden zware glazen flessen gezien als een teken van kwaliteit. Het gaat erom dat we de perceptie van luxe proberen te veranderen. De waarde van het product zit in de inhoud en niet de verpakking. Door het gewicht van onze flessen te verminderen en het gebruik van kartonnen dozen te elimineren, kunnen we zowel de milieu-impact als de operationele kosten verminderen, zonder in te boeten op de premium ervaring voor de consument. Door onze flessen lichter te maken, verminderen we niet alleen onze ecologische voetafdruk, maar laten we ook zien dat luxe en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Daarin willen wij als bedrijf leidend zijn. ”
Duurzame samenwerking
Samenwerken is de sleutel, vinden ze bij Diageo. “Samenwerking tussen bedrijven, overheden en gemeenschappen is essentieel om onze klimaatdoelen te bereiken en duurzame groei te realiseren. Het is moeilijk om tot grote resultaten te komen op wereldwijde schaal, omdat er verschillende benaderingen zijn. Bedrijven
moeten hun processen verbeteren, terwijl overheden recyclingfaciliteiten moeten uitbreiden, vooral in landen waar afval een groter probleem is. Samen moeten we nieuwe verpakkingsformaten ontwikkelen om consumenten te stimuleren duurzame producten te kiezen. Bovendien moeten overheden beleid, coalities en ondersteuning bieden aan bedrijven om de overgang naar netto nul en een hernieuwbare energie-infrastructuur te versnellen. Dat is cruciaal om samen te kunnen werken aan een duurzame toekomst.”
Een betere wereld, hap voor hap
We horen het dagelijks, plantaardig eten is gezonder eten. Maar waarvoor eigenlijk? Niet alleen voor de gezondheid van onszelf, maar ook voor de gezondheid van de aarde. Goed zorgen voor de aarde is goed voor onszelf en volgende generaties. De toekomst maken we nu.
Bonduelle, ‘s werelds grootste groentemerk, zet de stap vooruit. Een grote stap om samen met haar 2.000 partner telers het verschil te maken voor onze aarde. Het begint bij de consument, want met elke hap die we eten, maken we direct impact. Meer plantaardige voeding eten, zoals groenten en peulvruchten, biedt tal van voordelen, waaronder een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, minder ontbossing, meer biodiversiteit en lager waterverbruik. Zo heb je voor de productie van 1 kg groente 40 keer minder water nodig dan voor de productie van 1 kg rundvlees. En zo is de CO2 uitstoot van de teelt van bijvoorbeeld 1 kg linzen 30 keer lager dan de productie van 1 kg rundvlees.
Reset je recept
Ilonka Audenaerde, general manager Northern Europe bij Bonduelle, draagt graag deze boodschap uit. Duurzaamheid is belangrijk voor Bonduelle. “Samen met onze boeren en agro experts bewerken we akkers ter grootte van 186.000 voetbalvelden met regeneratieve landbouw. Dan kan je echt impact maken.” zegt Audenaerde.
“En consumenten helpen we door het aanbieden van plantaardige producten en het inspireren met lekkere recepten. Met onze campagne ‘Reset Je Recept’ laten we zien hoe je gemakkelijk een dagje minder vlees of meer groente kan eten. Zo resetten we een spaghetti bolognese, dat wordt een spaghetti bololinzen. Geen Kip Curry maar een Kik Curry met knapperige kikkererwten. De kortste weg naar duurzaamheid is via je mond. Met de keuze wat je eet maak je grote impact.”
Bonduelle
Bonduelle is een familiebedrijf met Franse roots dat al 170 jaar bestaat. Zo’n 11.000 medewerkers realiseren met elkaar een jaaromzet van $2,4 miljard in groente en peulvruchten, in meer dan honderd landen. Een partij van een dergelijk kaliber in het mondiale voedsellandschap heeft dus een enorme impact op duurzaamheid. Niet alleen door het aanbieden van plantaardige voeding, maar ook via de methode van regeneratieve landbouw. “Dat is een methode die zich richt op verbetering van de gezondheid van de bodem en biodiversiteit. In essentie laten we de bodem zo veel mogelijk met rust. Dat doen we door de akkers niet
volledig om te ploegen, voor behoud van de bodemstructuur. We maken de grond weerbaarder door regelmatig gewassen te roteren. Onze boeren zaaien stroken met bloemmengsels rondom de akkers. Dit trekt weer natuurlijke ziektebestrijders aan, waardoor inzet van bestrijdingsmiddelen nagenoeg niet meer nodig is.”
Om boeren te helpen, hebben we de Farmers Academy opgericht.” aldus Audenaerde. “Daarin nemen boeren deel aan trainingen om regeneratieve landbouw breder toe te passen. Samen met hen zorgen we dat we de wereld iedere dag beter en mooier maken.”
- met behoud van kwaliteit, smaak, bite en vitamines. En nee, conserveringsmiddelen zitten er helemaal niet in. Ook zijn vriesverse groenten lang houdbaar, en je portioneert precies wat je nodig hebt voor je maaltijd. Hiermee draag je direct bij aan het verminderen van de voedselverspilling en heb je dus een lagere ecologische voetafdruk. In Nederland wordt jaarlijks ongeveer 25% van al het voedsel weggegooid en wereldwijd is dat ongeveer 30%, volgens cijfers van de Verenigde Naties.
Greenology, inspiratie voor de foodservice markt
Duurzaamheid is prioriteit voor ons en plantaardige voeding heeft een positieve impact op de gezondheid van onszelf en onze aarde
Een blik zegt genoeg
Ook met haar verpakkingen maakt Bonduelle een positieve impact op het milieu, het blikje mais of peulvruchten is eindeloos recyclebaar. Blik staat garant voor lange houdbaarheid - zo’n 2 tot 5 jaar
Een belangrijke doelgroep die mede invloed heeft op wat we eten, zijn chefs. Speciaal voor hen heeft Bonduelle het ‘Greenology’ programma ontwikkeld. Dit helpt hen om te ontdekken en te ervaren hoe eenvoudig, lekker en winstgevend plantaardig koken is. Audenaerde: “We hebben inmiddels 1.800 chefs opgeleid om plantaardige gerechten te bereiden, wat enorm bijdraagt aan onze missie voor een duurzamere toekomst. Ik wil chefs ook uitdagen om een plantaardig menu als uitgangspunt te nemen en vlees eventueel als optioneel te duiden.”
Toekomst
Wat de toekomst betreft: Bonduelle ziet meer plantaardig eten op ons bord als belangrijk voor de toekomst van onze aarde. Waarbij mensen geleidelijk meer plantaardige en minder dierlijke producten consumeren. “We bieden heel veel verschillende groenten en peulvruchten met de hoogste kwaliteit aan in het vriesvak en in blik. Maar wat we al 170 jaren doen, is niet alleen naar vandaag kijken, maar ook naar morgen. We willen goed voor de aarde zorgen, om een goede toekomst voor volgende generaties te borgen. We nodigen consumenten, chefs en retailers uit om de transitie naar plantaardig voedsel te versnellen. Bonduelle wil daarin voorop lopen en inspireren.”
Kleine eilandstaten staat water letterlijk aan de lippen
PROFIEL INTERVIEW
Kleine eilandstaten over de hele wereld hebben het moeilijk. Als gevolg van klimaatverandering zijn ze zeer kwetsbaar, en door zeespiegelstijging dreigen sommige letterlijk in zee te verdwijnen, zonder er zelf iets aan te kunnen doen. Deze eilanden zijn verenigd onder de noemer Small Island Developing States, oftewel SIDS.
Onlangs kwamen 95 landen bijeen in Antigua en Barbuda voor de 4e Internationale Conferentie om te komen tot een nieuw tienjarenplan van 2024 tot 2034. De belangengroep wordt erkend door de Verenigde Naties. Ook het Koninkrijk der Nederlanden is betrokken bij de SIDS. Het Koninkrijk heeft met de Koninkrijkslanden in het Caribisch gebied te maken met veelal dezelfde problematiek en heeft daarmee ook belang bij een plan om deze eilanden te helpen. Het Koninkrijk was dan ook aanwezig bij die conferentie. Joke Brandt, de permanente vertegenwoordiger van het Koninkrijk bij de Verenigde Naties in New York: “Deze landen zijn enorm kwetsbaar door hun geografische ligging, en extra gevoelig voor klimaatverandering en externe schokken zoals Covid-19. Ze zijn nu wel beter in staat om zich te organiseren en hun stem te laten horen, zeker over de impact
van klimaatverandering. Daar heeft deze conferentie ook aan bijgedragen.” Volgens haar is een allesomvattend plan hoog nodig, en haast is geboden.
De problematiek behelst ongeveer 39 eilandengroepen, verspreid over het Caribisch gebied, de Stille Oceaan, de Indische Oceaan en de ZuidChinese Zee. Ze maken ongeveer 1% van de wereldbevolking uit, dus is hun invloed al niet groot, maar deze wordt nog verder beperkt door financiële en logistieke restricties. De tol van klimaatverandering wordt steeds groter voor deze staten. Er zijn onderlinge verschillen maar de kwetsbaarheid is overal identiek, zeker wat schuldproblematiek betreft, stelt Brandt. “De toegang tot externe financiering is moeilijk voor kleine eilandengroepen.”
Naast financiële hulp is er ook technische ondersteuning nodig. Tijdens de laatste conferentie was er ook ruimte voor input
uit de private sector. Het Nederlandse bedrijfsleven kan een significante rol vervullen in de hulp aan deze landen, gezien de Nederlandse expertise qua watermanagement, wetenschap en energievraagstukken, meent Brandt. “Met innovatie kan de private sector een grote rol gaan spelen in deze problematiek.”
Textielsector kan bijdragen aan verduurzaming
VERDIEPING
De textielbranche heeft de nodige impact op klimaatverandering. Kleren worden te snel afgedankt en de gebruikte materialen zijn zelden duurzaam. Nieuwe regelgeving voor producenten én gedragsverandering van consumenten zouden de textielbranche duurzamer kunnen maken.
Volgens het Europees Parlement is de textielindustrie verantwoordelijk voor 10% van de wereldwijde CO2 uitstoot. Tijd voor actie, vindt Bianca Streng, zelf ondernemer in de textielbranche, en sectormanager textiel binnen MVO Nederland. “De twee grootste uitdagingen zijn overproductie en overconsumptie van textielproducten. Maar er ligt een grote kans om de branche circulair te maken, weg van de huidige lineaire keten.”
De sector zou schadelijke stoffen kunnen uitfaseren, met een eventuele verplichting
Bianca Streng, Sectormanager textiel, MVO Nederland
om herbruikbaar materiaal te gebruiken, zegt Streng. “Als je met materialen van hogere kwaliteit werkt, gaat het product langer mee en heb je minder nieuwe producten nodig.” De trend van meer voor minder moet doorbroken worden, en de échte transformatie naar een duurzame textielsector begint bij de producent. De sector krijgt daarom strengere regelgeving en er komt een digitaal productpaspoort waarin de consument kan checken waarvan en hoe een kledingstuk is vervaardigd.
Streng is voorstander van strikte regelgeving die kan leiden tot een duurzame, transparante en eerlijkere textielsector. “Met de nieuwe wetten die eraan komen, worden bedrijven gedwongen om beter na te denken over hun productiesystemen.” Daarnaast is het stoppen van het vernietigen van onverkochte kledingstukken ook cruciaal.
Verduurzaming in de textielbranche vergt een gecoördineerde inspanning van producenten, consumenten en
Luxe verzorgingsproducten die goed zijn voor jou en de wereld
INSPIRATIE
Wereldwijd hebben meer dan 2 miljard mensen geen toegang tot schoon drinkwater. Marie-Stella-Maris is in 2011 opgericht om deze behoefte aan te pakken door natuurlijk mineraalwater aan te bieden met een directe afdracht aan duurzame waterprojecten. Sindsdien hebben ze samen met klanten en partners ongeveer 2,5 miljoen euro bijgedragen, waarmee via hun eigen stichting meer dan 100.000 mensen van schoon water zijn voorzien.
Inmiddels biedt Marie-Stella-Maris veel meer dan alleen water. Ze hebben een breed assortiment in 96%–100% natuurlijke lichaamsverzorging en luxe huisparfums. Alle producten zijn vegan en worden in Nederland gemaakt, en zijn bijna allemaal navulbaar. Navullen kan met duurzamere refill-verpakkingen of bij de Refill Bar in een van de Marie-Stella-Maris winkels.
Micha Medendorp, CEO van Marie-Stella-Maris, benadrukt dat water nog steeds de drager is van hun boodschap. “Onze sociale missie geeft ons een sterke positie in de markt.” zegt hij. Het bedrijf hanteert de principes Enjoy, Refill en Contribute, die je ook terugziet in hun negen winkels en op verpakkingen.
Deze mantra staat voor hoogwaardige producten om van te genieten, afval en kostenbesparende navulverpakkingen en bijdragen aan duurzame waterprojecten. “Als consumenten deze drie principes van ons merk ontdekken, hopen we dat ze net zo enthousiast worden als wij.”
De comfortabelste stof is ook de duurzaamste
INNOVATIE
beleidsmakers. Niet alleen in Nederland, maar ook in grote kleding producerende landen als India, Pakistan, Bangladesh en China. Juist daar veroorzaakt klimaatverandering veel overstromingen, hittegolven en orkanen. De Europese Unie wil met de regulering die klimaatverandering tegengaan. Het gevaar is alleen dat de productielanden die nieuwe wetten als te dwingend zien. Streng: “Het is belangrijk om hen mee te nemen hierin. We kunnen niet zomaar iets opleggen, bezien door de bril van het Westen. We moeten écht samenwerken.”
Tekst: Fred Pals Foto: Marco de Swart
MVO Nederland is een duurzame-bedrijvennetwerk voor en met ondernemers, en wil de transitie naar een duurzame economie bespoedigen. Het streven is dat in 2025 minimaal 20 procent van de Nederlandse economie duurzaam is.
Marije Laman Trip en Cathelijne Klapwijk zijn oprichters van Coco & Cici; luxe beddengoed met een minimale ecologische voetafdruk. Ze gebruiken Tencel, een relatief onbekende stof die milieuvriendelijk vervaardigd wordt. Door de fijne structuur is het uiterst comfortabel, zeer absorberend maar ook antiallergisch en hypoallergeen.
Marije: “Ik ben allang fan van beddengoed, en vroeg het altijd voor mijn verjaardag. Dan kreeg ik katoen en dat was nooit zacht genoeg, totdat ik de stof Tencel ontdekte. Deze was in Nederland onbekend, maar wint allerlei prijzen voor duurzaamheid. Het komt van de snelgroeiende eucalyptusboom, en wordt verbouwd zonder kunstmest, irrigatie en pesticiden, én het productieproces is CO2-neutraal en gebruikt weinig water. Daarnaast is het de lekkerste stof om onder te slapen, gewoon een genietmoment als je in bed stapt.”
Cathelijne: “We kiezen altijd voor de allerhoogste kwaliteit weving. Dat is dus heerlijk zacht, maar ook sterker en blijft langer mooi, en gaat dus langer mee. De wereld is een beetje ziek, en als je dan ziet hoe duurzaam Tencel is, word je er alleen maar enthousiaster over.”
“We gaan voor een betere wereld en milieu, én dus een gelukkiger persoon. Dat is waar we als bedrijf echt heel erg voor staan.”
Tekst: Fred Pals Joke Brandt, Permanente vertegenwoordiger van het Koninkrijk bij de Verenigde Naties in New York Tekst: Michel de RuyterBetere zorg is groenere zorg
De toekomstbestendigheid van zorg is een belangrijk onderwerp voor onze welvaart. En duurzaam betaalbare en duurzaam toegankelijke zorg is sterk verbonden met het vergroenen van zorg. Een gezonde leefomgeving kan ziekte en zorg voorkomen. En minder zorg is ook: minder CO2-uitstoot, minder afval en minder gebruik van grondstoffen en water.
Het klinkt misschien gek, maar als medicijnmaker geloven wij in het voorkomen van ziekte en zorg. Dat is beter voor mensen, beter voor de betaalbaarheid van zorg en beter voor het milieu.
Weten hoe dat zit?
Klimaatschade maakt mensen ziek De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat luchtverontreiniging alléén al zeven miljoen vroegtijdige sterfgevallen per jaar veroorzaakt.1 Nog eens miljoenen anderen sterven jaarlijks door extreem weer, klimaat- en milieuschade, en dit aantal neemt alleen maar verder toe. 2 Klimaatverandering verhoogt de kans op chronische ziekten, wat leidt tot toename van ziekenhuisopnames en verlies van levenskwaliteit en arbeidsproductiviteit. In heel Europa leven nu al 50 miljoen mensen met minimaal één chronische ziekte. 3 Tegelijkertijd is het behandelen van (chronische) ziekten kostbaar en heeft het een grote milieuvoetafdruk. Nu al is 7 procent van onze wereldwijde CO2-uitstoot afkomstig van zorg. 4 Dat moet en kan beter.
AstraZeneca www.astrazeneca.nl
NL-14122/prod.06.2024
We moeten beter worden in het voorkomen dat mensen ziek worden
We moeten daarom investeren in preventie en prioriteit geven aan eerdere opsporing, diagnose en behandeling.
Een rekenvoorbeeld:
1 op de 11 Nederlanders heeft chronische nierschade;5 slechts 40 procent van hen weet hiervan.6 Goede screening ontbreekt in Nederland, dus de diagnose wordt vaak pas in een laat stadium gesteld. Een deel van de patiënten moet uiteindelijk nierdialyse of transplantatie ondergaan.
Nierdialyses zijn uitputtend en duur.7 Nierdialyse kost bovendien jaarlijks wereldwijd 160 miljard liter water en genereert meer dan 900.000 ton voornamelijk plastic afval.8 De jaarlijkse CO2-uitstoot van dialyse is per patiënt even groot als 8 keer van Amsterdam naar New York vliegen.
Eerder opsporen heeft dus forse klimaatwinst. En dat niet alleen: uit nieuw onderzoek blijkt dat eerder en beter passend behandelen ruim 125.000 hartaanvallen, beroertes en ziekenhuisopnamen kan voorkomen in
10 jaar, met een waarde van 660 miljoen euro.9 Meer kwaliteit van leven en minder zorgkosten.
We moeten de milieu-impact van zorg verminderen
Bij AstraZeneca gebruiken we onze innovatiekracht om het ontwerp en de productie van medicijnen duurzamer en efficiënter te maken.
Een voorbeeld:
Bij de behandeling van COPD of astma kan ruwweg gekozen worden voor twee soorten inhalatoren: droogpoederinhalatoren of dosisaerosolen. Die laatsten zijn inhalatoren met drijfgassen en worden vaak genoemd als het gaat over CO2reductie. Circa 1,4 miljoen Nederlanders gebruikt een inhalator en 55 procent van hen gebruikt een dosisaerosol.10 De CO2voetafdruk van een dosisaerosol is ongeveer 18 maal groter is dan die van droogpoederinhalatoren.10 Toch kan een dosisaerosol onmisbaar zijn. Daarom hebben we een mileuvriendelijker alternatief ontwikkeld. In 2030 moeten al onze traditionele drijfgassen vervangen zijn.
Deze stap is één voorbeeld uit onze Ambition Zero Carbon, ons programma om vanaf 2026 98% van onze CO2voetafdruk te reduceren (ten opzichte van 2015) en in 2030 onze voetafdruk in onze
volledige waardeketen te halveren (ten opzichte van 2019). Zo zijn we op weg naar een reductie van 90% in 2045. Sinds 2015 hebben we onze uitstoot van broeikasgassen wereldwijd met 68% verminderd.
Maximale impact met een minimale voetafdruk
Als medicijnontwikkelaars geloven we in innovatie: in het verbeteren van diagnose en behandeling om ziekte dragelijk te maken, te vertragen, te stoppen of te genezen. Maar échte impact maken we alleen als we verder kijken. We moeten niet alleen betere medicijnen maken, we moeten ook de manier waarop we die maken verbeteren. We minimaliseren onze eigen voetafdruk en we stimuleren onze klanten en leveranciers om ook duurzamer te werken.
Meer lezen over onze visie en onze klimaat-actie?
AstraZeneca Méér kwaliteit van leven en een langere levensverwachting, ondanks een ernstige (chronische) ziekte. Dat is waar de 90.000 werknemers van AstraZeneca wereldwijd voor werken. We verleggen grenzen in wetenschap om sneller, betere behandelingen te ontwikkelen ook voor patiënten met enkele van de ernstigste ziekten. In Nederland werken we onder andere aan fundamenteel onderzoek naar medicijnen tegen (bloed)kanker, begeleiden we klinisch onderzoek in ziekenhuizen, produceren we medicijnen voor vroeg klinisch onderzoek en werken we aan het toegankelijk maken van goedgekeurde medicijnen voor patiënten. Er werken in totaal zo’n 550 mensen voor AstraZeneca in Nederland.
1https://www.who.int/news-room/spotlight/how-air-pollution-is-destroying-our-health - 2https://www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/climate-change-and-health - 3https://www.nivel.nl/sites/ default/files/bestanden/Rapport-State-of-the-Art-ICARE4EU.pdf - 4https://www.rivm.nl/en/news/new-calculation-method-reveals-environmental-impact-of-healthcare-sector - 5Vervloet et al. BMC Nephrology (2023) 24:337 - 6Tuttle K.R. et at. Jama netwopen (2019);2:E1918169 - 7https://nierstichting.nl/leven-met-een-nierziekte/feiten-en-cijfers/ Laatst geraadpleegd: juni 2024 - 8https://www.ncbi. nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5996218/ Laatst geraadpleegd: april 2024 - 9Impact of CKD screening in high risk populations and guideline-directed therapy on CV event occurrence and costs in Europe: an IMPACT CKD analysis. Abstract 2766 ERA 2024 - 10https://www.pw.nl/achtergrond/2022/co2-voetafdruk-van-inhalatoren-kan-op-vele-fronten-omlaag
PostNL reduceert de CO2 uitstoot op Europees wegtransport
E-commerce groeit, in Nederland maar ook over de grens. Dus worden er steeds meer pakketten verstuurd. Dit in een tijd waarin we ons erg bewust zijn van de klimaatproblemen, en de noodzaak voelen om een bijdrage te leveren. Hoe zorg je dan als groot logistiek bedrijf dat je de bestellingen op tijd levert, maar wel zo min mogelijk CO2 uitstoot?
Tijs Reumerman, Managing Director, Cross Border SolutionsPostNL maakt hierin grote stappen en profileert zich daarmee als voorloper op het gebied van verduurzaming. We spreken met Tijs Reumerman, Managing Director van Cross Border Solutions (CBS): de afdeling binnen PostNL die alle import en export van en naar Nederland verzorgt. CBS bestaat uit PostNL International: verantwoordelijk voor alle brieven en pakketten vanuit Nederland naar het buitenland, en Spring Global Delivery Solutions: verantwoordelijk voor alle import naar Nederland en export tussen andere landen. Wat meteen leidt tot de vraag:
Waarom ‘Spring’, PostNL klinkt toch goed?
“Zeker, en Spring is ook een volledige dochter van PostNL, maar in het buitenland mogen wij geen ‘Post’ heten om verwarring met nationale postbedrijven te voorkomen. Dus zijn we een apart bedrijf
gestart. We hebben verschillende locaties in Europa, Azië en de VS en bezorgen wereldwijd. Europa is daarbij al jaren onze grootste afzetmarkt. Hier hebben we voor de bezorging een groot partnernetwerk.”
Kun je met diverse partners in diverse landen de emissies nog onder controle houden?
“Ja, dat kan. Brieven en pakketten bezorgen we in Nederland al zoveel mogelijk lopend, op de fiets of met elektrische voertuigen. Daarnaast maken we veel gebruik van de hernieuwbare brandstof HVO100, bijvoorbeeld daar waar elektrisch rijden nog niet mogelijk is. HVO100 geeft namelijk minder uitstoot van schadelijke stoffen, zoals stikstofoxiden en fijnstof én vermindert de CO2 uitstoot met 90% ten opzichte van reguliere diesel.”
“Voor internationale lange afstanden over de weg is verduurzamen uitdagender; de actieradius en infrastructuur van elektrische vrachtwagens zijn nog onvoldoende, en de beschikbaarheid van HVO100 buiten Nederland is zeer beperkt. Dus hebben we met partners gesproken hoe we hierin stappen kunnen maken, en het feit dat we zoveel partners hebben maakt het bepaald niet makkelijk. We hebben ons hoofd erover gebroken: hoe kunnen we nou zorgen dat we duurzamer zijn in dat netwerk in Europa? En we hebben een manier gevonden om voor het internationale wegtransport binnen Europa tóch HVO100 in te kunnen zetten.”
Het groene stroom model
“We doen het eigenlijk op dezelfde manier zoals het met groene stroom werkt. Wij kopen evenveel HVO100 in als de brandstof die we dat jaar gebruiken voor ons wegtransport in Europa. Deze HVO100 wordt aan het Europese dieselnetwerk toegevoegd, en deze mix kan dan bij dieselpompen getankt worden. Hierdoor maakt elk voertuig dat daar tankt gebruik van deze duurzamere mix met HVO100. Het wegtransport in Europa rijdt hierdoor schoner. We reduceren zo evenveel CO2 als wanneer we op HVO100 hadden kunnen rijden. Hiermee komt er jaarlijks tot 12 kiloton minder CO2 in het milieu terecht. Dat is vergelijkbaar met bijna 5.000 benzineauto’s die een jaar lang rijden. Hiermee zet PostNL een forse, en unieke, stap voorwaarts in de logistieke sector. Ook omdat de hele sector nu gebruik kan maken van deze standaard.”
Voortrekkersrol
“Naast onze inzet op HVO100, dragen we ook op andere manieren bij, in Nederland en internationaal. Wij willen die voortrekkersrol blijven houden. Zo zijn wij regelmatig in gesprek met onze (internationale) klanten, om te kijken waar het beter kan. De e-commerce sector ziet de noodzaak van verduurzamen, ook de grootste e-commerce platformen zijn hier gevoelig voor. Dus is er interesse in hoe wij het organiseren. Daarnaast zetten we ons ook op andere vlakken in om te
verduurzamen. Zo zijn bijvoorbeeld al onze pakkettensorteercentra BREEAM gecertificeerd; ze voldoen aan de hoogste duurzaamheidsstandaarden en maken gebruik van 100% zon- en windenergie.
“En je blijft altijd leren. Zo gebruikten we voorheen voor ons internationaal transport bijvoorbeeld single-use houten pallets en kartonnen palletboxen. Zonde op alle vlakken. Ik heb toen management trainees van ons Young Executive Program gevraagd met een oplossing te komen voor dit probleem. Zij kwamen met een grote, herbruikbare (oranje) pallet box. Deze is veiliger, ergonomischer, gaat 7-10 jaar mee én heeft een hogere vullingsgraad, wat betekent dat de vrachtwagens beter beladen kunnen worden, en we dus minder lucht vervoeren. We hebben er nu 8.000 van in gebruik. En dat is een mooi voorbeeld van hoe het loont als distributiepartners uit verschillende landen – onder andere de Benelux, Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland en Tsjechië – bedrijfsmiddelen gezamenlijk gebruiken om circulariteit te bevorderen.”
“Er is natuurlijk nog een hoop te doen, en we werken elke dag keihard aan het zetten van die extra stap om meer te verduurzamen, zowel binnen PostNL als met onze partners en klanten. Iedere dag een stapje beter om, conform SBTi normen, in 2040 net zero te zijn.”
Duurzaamheidstransities vereisen flinke dosis conceptuele creativiteit
Nu duurzaamheid een steeds belangrijker thema wordt voor bedrijven, speelt conceptuele creativiteit een cruciale rol in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen. Het is essentieel dat milieudoelstellingen niet alleen bedacht, maar ook praktisch gerealiseerd worden. Bedrijven willen graag vooruit, maar hebben veel uitdagingen om doelstellingen om te zetten in tastbare resultaten.
Vooral grotere multinationals worstelen ermee om in de waan van de dag echt vernieuwende duurzaamheidsconcepten van de grond te krijgen. Die boodschap komt van Maarten Witte, eigenaar van design consultancybureau FLEX/design. Hij is niet onbekend met de wereld van multinationals, aangezien hij bij verschillende van hen heeft gewerkt, waaronder Bugaboo, Fokker en Heineken. “Ik heb gezien dat de conceptuele creativiteit die wij als FLEX/design bieden,
moeilijk te organiseren is binnen een groot bedrijf. Als externen kunnen wij met een holistische en open blik kijken naar lastig te kraken ontwerpproblemen, en met onze creatieve vaardigheden en expertise vaak verrassende nieuwe invullingen geven. Wil je significante duurzaamheidsimpact hebben, dan vergt dat in de ontwerpfase een holistische benadering. Bij grote bedrijven werken veel specialisten en dit maakt een holistische benadering uitdagend. De uiteindelijke milieu-impact wordt immers - met doorslaggevende keuzes voor oplossingen, materialen en productietechnieken - al voor 70% in die ontwerpfase bepaald.” stelt Witte. Zijn ervaringen bij multinationals en zijn observaties van de wereldwijde achteruitgang brachten hem ertoe om drie jaar geleden FLEX/design over te nemen, met de ambitie om op het gebied van duurzaamheid écht impact te maken.
Versnellen
“Het ontwerpbureau committeert zich aan het versnellen van verschillende
duurzaamheidstransities; bijvoorbeeld de transitie van wegwerpverpakkingen naar herbruikbare verpakkingen, of van energie-intensieve voedselproductie naar kennisintensieve voedselproductie. Wat FLEX/design uniek maakt, is onze holistische blik, gecombineerd met een zeer pragmatische en creatieve aanpak. Hierbij zien wij industrieel ontwerp en verpakkingsontwerp als middelen om deze transities te versnellen, waarbij we conceptuele creativiteit combineren met hands-on prototyping. Je mag groot dromen en denken, maar wij zeggen tevens: verlies nooit de realisatie uit het oog. Wij werken nauw samen met onze opdrachtgevers om hun duurzaamheidsdoelstellingen te integreren met het behalen van concurrentievoordeel in deze dynamische markt.” aldus Witte, waarbij zijn ervaring bij multinationals helpt om productontwikkeling niet alleen technisch haalbaar, maar ook commercieel succesvol te maken.
Dopper
Een voorbeeld van deze aanpak is de samenwerking met Dopper, producent van hervulbare plastic waterflessen. “FLEX/design hielp bij het versterken van het merk door, voor supermarkten en openbare ruimtes, een watertap te ontwikkelen die perfect past bij hun merkbeleving. De conceptuele basis
van de watertap is dat consumenten zo op een interactieve en aantrekkelijke manier worden verleid hun fles te hervullen. Deze watertap draagt bij aan gedragsverandering, door de gebruikers het gevoel te geven deel uit te maken van een grotere community en hen te motiveren tot duurzamer gedrag. Op deze manier versnellen we samen met Dopper op een positieve wijze de transitie naar minder wegwerpverpakkingen. Zowel middels een creatief productontwerp, als middels het creatieve proces.
Ontwerpproces
FLEX/design is gevestigd op het universiteitsterrein in Delft, wat nauwe banden met de academische wereld mogelijk maakt. De ontwerpstudio wordt gekenmerkt door drie lagen: een ontwerpteam, workshopruimtes en een werkplaats voor het maken van zowel eenvoudige als geavanceerde prototypes. Deze opzet stelt het bureau in staat om snel te schakelen tussen theorie (conceptvorming) en praktijk (prototyping), wat cruciaal is voor een succesvol ontwerpproces. “We schetsen slimme oplossingen en maken snel prototypes om direct te testen en te verbeteren. Door conceptuele creativiteit en hun expertise helpt FLEX/design bedrijven om duurzaamheidsdoelstellingen van hun opdrachtgevers te realiseren en transities te versnellen naar een duurzamere toekomst.
FLEX/design hielp Seepje met een duurzaam ontwerp voor hun iconische zeepfles, wat Seepje als duurzaam merk op de kaart zette.
FLEX/design
Van koffie naar compost; composteerbare capsules op basis van papier
INNOVATIE
Koffie is een natuurproduct, dus verduurzaming zit bijna in het DNA ingebouwd. Waarom dus niet de capsules composteerbaar maken? Dit is mogelijk op basis van papier, om thuis te composteren.
Het jarenlange research & development proces is voltooid en in september gaan de capsules in de verkoop op de Nederlandse markt. Het unieke aan papier is dat het volwaardig composteert, waardoor het uiteindelijk niet meer zichtbaar is in het compost.” vertelt Kika Buhrmann, CEO Nespresso Nederland. “En niet onbelangrijk, de koffiekwaliteit is onveranderd.”
Sinds het ontstaan van Nespresso in 1986, is het bedrijf continu op zoek naar manieren om in alle activiteiten binnen de waardeketen te verduurzamen. Het gebruik van aluminium koffiecapsules past binnen die ambitie, omdat deze capsules zijn gemaakt van minstens 80% gerecycled aluminium en oneindig recyclebaar zijn. Maar om consumenten keuze te bieden, breidt Nespresso het assortiment nu uit met een nieuw soort koffiecapsule om thuis te composteren.
“We zien steeds meer mensen de behoefte hebben om thuis te composteren, daar willen we op inspelen en een alternatief bieden voor de aluminium
capsules.” zegt Buhrmann. “Waar onze aluminium capsules worden hergebruikt in andere gebruiksvoorwerpen, kunnen consumenten de nieuwe capsules op basis van papier composteren tot een gezonde bodem voor planten en bloemen in hun tuin.” legt ze uit. “We willen de consument de keus geven om te recyclen of om thuis te composteren, net wat voor hen gemakkelijker is. Maar bovenal is de kwaliteit hetzelfde. We zullen nooit een concessie doen op smaak.”
Nespresso is pionier in de koffiesystemen met koffiecapsules. Met de capsule kan een kopje koffie precies op maat worden gezet, waardoor minder gebruik van water, koffie en stroom nodig is. Dat heeft direct positieve impact op de CO2-voetafdruk van je kopje koffie als je dit vergelijkt met bijvoorbeeld een bonenmachine. Daarnaast worden de Nespresso-apparaten zelf ook steeds duurzamer. De volgende stap in het continue innovatieproces is apparaten innemen van consumenten en als nieuw weer terug leveren. Circulair bouwen dus.
Maar duurzame koffie gaat over meer dan de capsule of manier van koffiezetten. Sterker nog 32% van de milieuvoetafdruk wordt bepaald door de koffieproductie. Daarom is Nespresso al twintig jaar bezig om de bron – de koffieplantages – duurzamer te maken. Dat is waar het
bedrijf het grootste verschil maakt, door te investeren in de landen van herkomst, in de relatie met de koffieboer, en in het samen optimaliseren van zijn grond. Nespresso helpt koffieboeren bij de implementatie van regeneratieve landbouw. Regeneratieve landbouw is een manier van landbouw die voedselproductie combineert met natuurherstel. “Alleen door met de boeren samen te werken, kunnen we dit bewerkstelligen.” aldus Buhrmann.
Kika Buhrmann, CEO, Nespresso Nederland
Over het bedrijf: Nespresso is onderdeel van de multinational Nestle SA en opereert in 93 landen. Het bedrijf heeft wereldwijd ruim 14.000 medewerkers en ongeveer 150.000 aangesloten koffieboeren in 18 landen. Sinds 2022 is het bedrijf B Corp™ gecertificeerd. Het idee van de koffiecapsule ontwikkelde Nespresso ongeveer dertig jaar geleden.
SDG’s kunnen zowel sociale als financiële winst creëren
MOGELIJKHEDEN
De Sustainable Development Goals (SDG’s) die de VN in 2015 heeft opgesteld zijn ambitieus. Deze 17 duurzame ontwikkelingsdoelen willen in 2030 onder andere oplossingen bieden voor armoede en honger op de wereld, maar ook bijvoorbeeld een deuk slaan in het klimaatprobleem. Zeer ambitieus inderdaad, maar dit soort ambities zijn goed, en niet alleen om de wereld vooruit te helpen.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft diverse van deze ambities geïntegreerd in hun bedrijfsdoelen. Natuurlijk blijven zaken als winst, groei en werknemerswelzijn kerndoelen, maar bijvoorbeeld het bijdragen aan oplossingen voor het klimaatprobleem is voor veel ondernemingen ook een hoofddoel geworden. Talrijke Nederlandse bedrijven investeren in onderzoek en ontwikkeling van duurzame producten en diensten. Dit kan variëren van energieefficiënte technologieën tot hernieuwbare energiebronnen en circulaire economiepraktijken. Nederland is traditioneel een land dat voorop loopt in onderzoek en ontwikkeling,
en zo’n voortrekkersrol biedt een bijkomend voordeel. Omdat er internationaal steeds striktere regelgeving komt om de milieuimpact van bedrijven reduceren, is er namelijk een wereldwijde markt voor deze ontwikkelingen. Dus ontdekken veel vergroenende bedrijven simultaan dat hun ambities hebben geleid tot innovaties die verkoopbaar blijken.
SDG’s kunnen leiden tot kansen waar men in ‘traditioneel’ ondernemen niet op zou komen, waarmee hun positie als legitieme ondernemersdoelen alleen maar onderstreept wordt.
Duurzame strategie heeft de toekomst, want klimaatverandering wacht niet
UITDAGINGEN
Er komt veel op bedrijven af, ook rond duurzaamheidsdoelen. “Dan is het goed voor bedrijven om het oog op de lange termijn te houden.” zegt Merei Wagenaar, algemeen directeur van UN Global Compact Network Netherlands. “Bedrijven met een lange-termijn duurzaamheidsstrategie zijn over het algemeen toekomstbestendiger.”
Wagenaar ziet, nu duurzaamheid minder politieke aandacht krijgt, veel bedrijven juist in beweging komen. “Ze beseffen dat niets doen, later alleen maar ingrijpender en duurdere stappen noodzakelijk maakt.” Er zijn ook praktische redenen om nu aan de slag te gaan, zegt Wagenaar. “Bedrijven willen jonge, gekwalificeerde mensen aantrekken. Maar die zijn schaars en kieskeurig. Onderzoek bevestigt dat zij de voorkeur geven aan bedrijven met een groen en sociaal profiel.”
Als de medewerkers al niet om duurzaamheid vragen, dan doen
zakelijke klanten het wel. Wagenaar: “Grote bedrijven stellen in toenemende mate duurzaamheidseisen aan hun toeleveranciers. Daarnaast krijg je steeds meer te maken met nieuwe Europese nieuwe wet- en regelgeving, zoals CSRD/ CSDDD. Daarin kun je beter pro-actief zijn, zelf de regie houden. Het Science Based Targets initiative (SBTi) rekent per bedrijf en sector de roadmaps door en geeft concrete, bewezen effectieve aanbevelingen. Wetenschappelijke doorrekening vermindert het risico op het verwijt van greenwashing.”
Een mooi voorbeeld van een kleiner
bedrijf dat al lang duurzaam werkt, is volgens Wagenaar het Nederlandse elektronicabedrijf Fairphone, dat zoveel mogelijk componenten en materialen toepast, die met respect voor de aarde zijn geproduceerd. Over het algemeen zijn echter vooral de grote bedrijven de koplopers. Een voorbeeld is PostNL. “Een logistiek bedrijf, terwijl vervoer juist een grote klimaatimpact heeft? In elke sector kan een bedrijf zichzelf en zijn keten richting ‘net zero’ bewegen. Het gaat niet alleen om elektrificatie, maar ook om efficiëntere logistiek. Efficiënt en duurzaam gaan vaak samen.”
Een bedrijf als Philips zet vol in op duurzaamheid, waarbij het intensief met zijn toeleveringsketen samenwerkt. “Ook dit bedrijf is niet bang om te laten zien waar het nog niet loopt.” stelt Wagenaar. “Daar ligt de sleutel naar verbetering. Het delen van de kennis daarover draagt
positief bij aan de maatschappelijke discussie. En daar hebben we momenteel wel behoefte aan.”
Tekst: Leendert van der Ent Tekst: Fred PalsDe groene transformatie moet uiteindelijk vanuit de mens komen
De wereld van werken verandert in rap tempo en het bedrijfsleven is hard bezig om te verduurzamen. Dit om te zorgen dat er minder impact is voor het milieu en de natuur om ons heen. Bedrijven in de chemie- en energiesector alsmede de grote industriële bedrijven hebben jarenlang geproduceerd op basis van fossiele brandstoffen, maar ook zij zullen hun bijdrage moeten leveren aan de transitie.
Bij ManpowerGroup zijn ze heel bewust bezig met de toekomst qua werk als gevolg van de zogeheten ‘groene transitie’. Zij voorspellen dat er de komende jaren 30 miljoen nieuwe banen zullen ontstaan. Jeffrey van Meerkerk, duurzaamheidsdirecteur bij ManpowerGroup Nederland, vertelt hierover het volgende: “Wij willen – samen met onze klanten – slimme dingen doen om de bedrijven van de juiste talenten te voorzien om de transitie invulling te geven. Daarbij willen we mensen het vertrouwen geven dat ze zelf ook een rol kunnen blijven spelen in de veranderende behoefte van de arbeidsmarkt. We hebben onderzoek gedaan dat 60% van de workforce – dus 60% van iedereen die gaat werken of al werkt – zal moeten worden om- of bijgeschoold. Dat is een forse opgave. Het interessante is ook dat veel bedrijven nog niet echt weten wat dat voor hen betekent. Het is nog een echte zoektocht met elkaar.”
Mensgedreven transitie
“Wij als HR-dienstverlener focussen ons op mensgedreven, omdat we de overtuiging hebben dat mensen overal het verschil maken. Ook in die groene transformatie. Dus moeten we deze mensen wel het vertrouwen geven dat een werkgever snapt dat er in hen geïnvesteerd moet worden. Dat ze nieuwe skills moeten kunnen leren om mee te kunnen. Digitalisering is een van de dingen die veel aandacht behoeft. Zeker om te vergroenen, dan wel te verduurzamen binnen organisaties. Niet iedereen bezit echter digitale skills of niet in voldoende mate.”
Dit alles betekent uiteraard dat werkgevers zich ook financieel moeten toeleggen op de mensgedreven transitie, en hun werknemers de kans moeten bieden zich bij- dan wel om te scholen. De vraag is uiteraard of bedrijven hiertoe bereid zijn. “De urgentie zien ze gelukkig steeds meer. Ze erkennen ook dat ze niet altijd het juiste talent kunnen aantrekken en weten dus dat ze binnen het bedrijf moeten gaan opleiden. Er is namelijk al een enorme krapte op de arbeidsmarkt. Liefst 75% van de werkgevers geeft aan dat ze überhaupt niet voldoende talenten kunnen vinden om hun vacatures in te vullen, en 94% geeft aan dat ze niet het juiste talent met ‘green skills’ kunnen vinden. De urgentie is er dus zeker, maar dit vertaalt zich nog niet in concreet beleid. Het vertaalt zich nog niet in het alloceren van voldoende budget om mensen ook daadwerkelijk die
Jeffrey van Meerkerk,
Duurzaamheidsdirecteur, ManpowerGroup Nederlandomscholingsinitiatieven aan te bieden. Een schamele 40% van de werkgevers denkt daarover na. Dus daar zit een grote discrepantie.”
Onderwijs
“Leren is tevens niet voor iedereen vanzelfsprekend, en dus is er niet één strategie voorhanden die voor alle werknemers inzetbaar is. We zullen dus toe moeten werken naar een op maat gemaakte aanpak. Een aanpak waardoor we mensen in hun kracht zetten. Of het nou gaat om de nieuwe generatie die vanaf scratch de benodigde skills aangeleerd krijgt of de babyboomers wiens ervaring en kennis overgedragen moet worden, ze doen er allemaal toe en zijn allemaal even belangrijk voor de groene transformatie.”
De noodzaak voor goed onderwijs is er in verschillende sectoren. Bijvoorbeeld in de auto-industrie. “De meesten zijn opgeleid om traditionele benzine- of dieselmotoren te maken dan wel repareren, maar vanaf 2035 worden er geen reguliere auto’s meer verkocht. Dat betekent dus dat iedereen die in de auto-industrie werkt massaal omgeschoold moet gaan worden. Ook in de chemie- of energiesector zullen er grote veranderingen volgen. Er wordt veel
geïnvesteerd in nieuwe technologieën, zoals bijvoorbeeld groene waterstof. Enkele van onze opdrachtgevers bouwen nieuwe productiesites die gaan draaien op groene waterstof, die wordt gemaakt uit water via elektrolyse met duurzame elektriciteit van zon en wind. Dit is een prachtige innovatie, maar betekent ook dat hun hele workforce opgeleid moet gaan worden om te kunnen werken met deze nieuwe technologie. Iets waar ook in het bestaande onderwijs nog onvoldoende rekening mee wordt gehouden.”
Op maat gemaakt
Onderwijs, werknemers en werkgevers zullen dus de handen ineen moeten slaan om samen deze transitie het hoofd te bieden. “De grootse druk ligt bij de praktisch geschoolde mensen, omdat zij via hun werk direct het verschil maken. De bereidheid onder die groep om nieuwe skills te leren, is echter het kleinst van allemaal. Dus in die sectoren is goed leiderschap van essentieel belang. Want de leiders van verschillende organisatie zullen heel duidelijk kenbaar moeten maken wat de ontwikkelingen zijn in de sector, en bovenal wat dit betekent voor hun werknemers. Daar ligt voor hen, maar zeker ook voor ons bij ManpowerGroup een ontzettend belangrijke taak.”
Scan de QR-Code voor meer informatie
Elektrische vloerverwarming: innovatieve stap naar klimaatvriendelijk verwarmen
In de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering is het vinden van duurzame oplossingen voor onze energiebehoeften cruciaal. Terwijl de overgang naar groene energie steeds meer vaart krijgt, speelt innovatieve technologie een sleutelrol in het vormgeven van een milieuvriendelijke toekomst. Een baanbrekende innovatie is de 1 mm dunne elektrische vloerverwarming van Speedheat. Deze geavanceerde verwarmingsoplossing biedt comfort, efficiëntie én draagt significant bij aan de onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Wij vroegen aan de directeur van Speedheat Nederland welke rol haar bedrijf speelt in de bredere energietransitie.
Efficiënt gebruikmaken van elektriciteit
Elektrische vloerverwarming heeft de reputatie een grote energieverbruiker te zijn, maar dat is een misvatting volgens de directeur van Speedheat Nederland, Jeanine Prang: “Onze vloerverwarming warmt tot maar liefst 15 keer sneller op dan traditionele watervloerverwarming en heeft een 40% hoger rendement. Eenmaal op temperatuur verbruikt het systeem bij normaal gebruik ca. een vierde van zijn capaciteit om de temperatuur te handhaven en omdat de gevoelstemperatuur van elektrische vloerverwarming hoger ligt, kan de thermostaat zelfs tot 2° C. lager worden gezet.”
“Ons systeem is het antwoord van twee Nederlandse ingenieurs op de trage traditionele verwarmingssystemen, zoals
CV of watervloerverwarming, die de hele dag aan moeten staan om een ruimte te verwarmen. Binnen onze klantenkring zijn zowel huiseigenaren te vinden die belang hechten aan energieneutraal of all-electric wonen, als bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen en tegelijkertijd op hun energierekening willen besparen.”
Henk Tazelaar, oprichter van familiebedrijf De Appelaere, bekend om duurzaam geproduceerde fruitsappen, koos bewust voor Speedheat toen hij besloot elektrische vloerverwarming te laten installeren. Één van de goede dingen die hij hoorde, betrof het lagere energieverbruik: “Achteraf kan ik dat alleen maar bevestigen. Het systeem is meer dan 3 jaar geleden aangelegd en wij zien het verbruik jaarlijks terug op de energierekening. Al direct vanaf het begin hebben wij lage energiekosten; dit heeft tot nu toe de positieve verhalen die wij hadden gehoord alleen maar bevestigd. Wij zijn er erg blij mee en zouden niet meer anders willen.”
Speedheat vergt geen onderhoud en gaat een huizenlevenlang mee.” Voor advies, vakkundige installatie en bijbehorende naservice bent u bij onze warmte adviseurs en vestigingen in juiste handen.
De vloerverwarming van Speedheat staat zelfs zijn mannetje bij lagere vermogens omdat het 1 mm dunne ontwerp dichter aan het oppervlak ligt en de vloer gelijkmatig verwarmd. Hierdoor is de aansluitwaarde per vertrek of woning een stuk lager en het maakt het systeem naast nieuwbouw, uitermate geschikt voor renovaties omdat er nauwelijks opbouwhoogte is. Er komt geen hak- en breekwerk aan te pas, het systeem kan op en onder iedere vloer, in iedere ruimte en in ieder type woning of bedrijfspand: van nieuwbouwprojecten tot monumentale panden, binnenvaartschepen tot luxe
jachten, dierenverblijven tot garages, kerken tot appartementen, etc.
Al meer dan drie decennia toonaangevend
Het verwarmingssysteem is al ruim 37 jaar ongeëvenaard en heeft de tand des tijds uitstekend doorstaan. De thermostaten die gekoppeld kunnen worden aan het verwarmingssysteem hebben wel ook nodige ontwikkelingen doorgemaakt waardoor de vloerverwarming nóg efficiënter, nóg slimmer en nóg gebruiksvriendelijker kan worden ingezet. Moderne, slimme thermostaten kunnen op afstand worden bediend en zelfs zo worden ingesteld dat ze volledig automatisch werken. Hierdoor kan er precies worden verwarmd waar en wanneer dat nodig is en voor iedere ruimte apart.
Een gezond binnenklimaat is minstens zo belangrijk
Speedheat elektrische vloerverwarming verwarmd zo efficiënt en snel mogelijk, met zo min mogelijk warmte verlies. Per ruimte is de verwarming in en uit te schakelen zodat u daar verwarmd waar nodig
Speedheat Nederland www.speedheat.nl
Duurzaam en all-electric wonen, werken en leven
Jeanine Prang: “Nederland wil van het gas af en overgaan op all-electric en elektrische vloerverwarming biedt een oplossing voor huiseigenaren en ondernemers die zoeken naar duurzame en energiebesparende verwarmingssystemen. De elektrische vloerverwarming van
We hebben het vaak over de effecten van klimaatverandering op onze gezondheid en welzijn, maar het klimaat binnen mogen we zeker ook niet vergeten. Elektrische vloerverwarming draagt namelijk bij aan een beter en gezonder binnenklimaat. Bij elektrische vloerverwarming vind er minder luchtcirculatie en daarmee ook minder ronddwarrelende stofdeeltjes en worden er minder allergenen verspreid. Dit draagt bij een aan betere lucht- en leefkwaliteit in gebouwen, minder schimmels en luchtwegproblemen. Daarnaast tast de vloerverwarming de luchtvochtigheid niet aan waardoor je minder last krijg van een “droge” lucht. Met name in de wintermaanden is dit een groot contrast met verwarming via radiatoren. Daarnaast verwarmt Speedheat enkel personen en objecten in de ruimte via stralingswarmte, waardoor je al snel geniet van een comfortabele warmte.
Regeneratieve supply chain is dé oplossing voor duurzaamheid in logistiek
Circulariteit, of circulair ondernemen, gaat verder dan alleen duurzaam ondernemen. Zoveel mogelijk materialen hergebruiken en de bedrijfsprocessen volledig circulair maken, spelen een belangrijke rol bij het behalen van de klimaatdoelstellingen. In de logistieke wereld is samenwerking al jaren een belangrijk instrument om verduurzaming effectief vorm te geven.
Palletpooling
CHEP gaat verder dan alleen samenwerken en helpt als voorloper in de circulaire economie in de supply chain anderen om hun duurzaamheidsdoelstellingen te halen. CHEP werkt al 75 jaar volgens hun Share & Reuse bedrijfsmodel. Het is een principe waarbij ladingdragers gedeeld en hergebruikt worden, ook gekend als ‘palletpooling’. Je kan het vergelijken met bijvoorbeeld de deelfietsen in een grote stad. Je betaalt alleen voor het deel waar jij de fiets gebruikt. Daarna kan een andere partij deze weer gebruiken. Klanten van CHEP kunnen gebruik maken van de
CHEP
blauwe poolingpallets, zonder deze zelf aan te schaffen of te onderhouden. Dit circulaire model leidt automatisch tot een vermindering van de behoefte aan nieuw hout – en dus bomenkap – en draagt bij aan de vermindering van afval. “Hoe meer een bedrijf gebruik maakt van onze poolingoplossing, hoe duurzamer de bedrijven en onze klanten worden.” aldus Vincent van Marwijk, Logistics Service Provider Manager bij CHEP Benelux.
“Daarnaast bekijken wij met onze klanten hoe wij hen kunnen helpen om hun supply chain duurzamer te maken, met behulp van verworven inzichten en de innovatieve tools die wij ontwikkeld hebben.” aldus van Marwijk.
Ambitieuze doelen
Sinds 2020 heeft Brambles (het moederbedrijf van CHEP) zichzelf zeer uitdagende duurzaamheidsdoestellingen opgelegd om het beter te doen dan voorheen. Bijvoorbeeld het hout dat gebruikt wordt voor de productie en herstelling van pallets moet afkomstig zijn van duurzaam gecertificeerde bossen.
“Wij weten van al ons hout waar het vandaan komt. Dit is belangrijk bij de nieuwe EU regels over packaging waste, waarbij bedrijven ook de (herkomst van)
verpakkingen van leveranciers moeten kunnen aantonen.” Een ander voorbeeld is het tegemoetkomen aan de richtlijn waarbij eenmalig gebruik van plastic vervangen moet worden door duurzame circulaire producten. Daarom maakt CHEP vandaag de dag al plastic ladingdragers die uit 100% post-consumenten afval zijn gemaakt. Dergelijke doelstellingen worden nauwgezet opgevolgd, gerapporteerd, extern gecertificeerd en ook uitgebreid naar ambitieuzere doelstellingen. Tegen 2025 zullen alle bedrijfsactiviteiten op locaties in eigendom van CHEP CO2-neutraal zijn (scope 1) en voor 100% aangedreven zijn met elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Tegen 2040 wil Brambles hun CO2-uitstoot tot nul reduceren, dit is tien jaar eerder dan volgens de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs.
terug geven aan de planeet dan we nemen. Bijvoorbeeld voor elke boom die gebruikt wordt, zorgen we dat er twee nieuwe bomen in de plaats komen.” zegt Vincent van Marwijk. De ecologische voetafdruk moet dus zoveel mogelijk verkleind worden en tegelijkertijd een netto positieve impact hebben op de planeet. In essentie is het doel een regeneratieve supply chain te creeëren die actief bijdraagt aan een duurzamere wereld.
Innovatieve tools om de doelstellingen te bereiken
We willen als bedrijf meer terug geven aan de planeet dan we nemen
CHEP wil een wereldwijde voortrekkersrol spelen in de logistieke sector. Met de ‘Planet Positive, Business Positive, Communities Positive’ strategie wil CHEP het niet alleen beter doen dan voorheen, maar ook positieve resultaten behalen op vlak van planeet, bedrijven en mensen. “We willen als bedrijf meer
Zoals in elk bedrijf zijn data tegenwoordig goud waard. Dankzij de vele partners en logistieke stromen die CHEP in kaart kan brengen, kunnen er rapportages gemaakt worden om de business meer te stroomlijnen en ‘waste’ te verminderen. CHEP’s unieke positie in de supply chain biedt de mogelijkheid om te fungeren als consultant voor de supply chain. Door bijvoorbeeld transportsamenwerkingen met verschillende partijen in kaart te brengen, is het mogelijk om lege kilometers te vermijden en bijgevolg dus minder CO2 uit te stoten. “Ook door tracking devices op pallets te plaatsen die alle bewegingen registreren, kunnen daarna analyses gemaakt worden om het proces beter te stroomlijnen. Onze trackers bieden veel kansen op het gebied van location tracking en het tegengaan van verlies van pallets en producten. Dit is een motor voor innovatie en zal een aanjager zijn voor bedrijven om zo innovatief mogelijk om te gaan met het onderwerp sustainability.” aldus van Marwijk.
CHEP is één van de duurzaamste logistieke bedrijven ter wereld door het deel- en hergebruikmodel, ook bekend als ’pooling’. Het poolingmodel is gebaseerd op de principes van de circulaire economie, dat maakt het inherent duurzaam. Het model zorgt voor veerkrachtige supplychains, door de bedrijfskosten en de vraag naar natuurlijke hulpbronnen te verminderen en koolstofuitstoot en afvalproductie te verminderen. Wereldwijd is CHEP actief in 60 landen met een pool van 360 miljoen pallets, kratten en containers. Er werken 12.000 medewerkers. www.chep.com