Advario opereert terminals voor de opslag van brandstoffen, gassen, duurzame energie en chemische producten. Onder leiding van industrieveteraan Bas Verkooijen is het bedrijf na een succesvolle transformatie een voorloper in de sector. Nu is het een kwestie van versnellen van groei – en het doorzetten op het verduurzamen van de business.
Bas Verkooijen, CEO van Advario, kan niet genoeg benadrukken hoe bijzonder de afgelopen 2 jaar zijn geweest: leidinggeven aan een bedrijf dat met een drastische herschikking van het portfolio en het afstoten van de minder duurzame tak feitelijk opnieuw is begonnen, onder een nieuwe naam, Advario, voorheen Oiltanking. “Met een nieuwe brand, nieuwe strategie, nieuw hoofdkantoor en een hergestructureerde portfolio die klaar is voor de energietransitie zijn we goed gepositioneerd om een vooruitstrevende rol te vervullen. De vraag naar nieuwe energie neemt toe en zal in de toekomst alleen nog maar meer groeien. Productstromen veranderen en daarin willen wij voorloper zijn,” zegt Bas Verkooijen. Bij 2030 moet de business van Advario zijn verdubbeld. En die business is met name gefocust op duurzaamheid nu de mondiale energietransformatie in gang is gezet.
Bas Verkooijen, CEO, Advario
Verkooijen is onder de indruk van de drastische herstructurering die het bedrijf heeft ondergaan. “Hoe snel wij dat hebben ingezet, dat is echt wel uniek in onze sector.
Het is een grote beslissing geweest maar je hebt wel een momentum gecreëerd. De herpositionering is ook goed gevallen in de markt,” zegt Verkooijen, die ervaring heeft bij onder andere Shell en OMV.
Advario omarmt de innovatie die nu plaatsvindt met een wereldwijde energietransitie. Onze industrie is een sleutelspeler in de supply chain en biedt de noodzakelijke infrastructuur aan voor het samenbrengen van de groeiende productie en vraag aan nieuwe energieproducten. “Door Advario te positioneren als een early mover willen wij leider worden en een voorbeeld zijn voor de sector,” zegt Verkooijen. Nu de transformatie van het bedrijf is afgerond, gaat het de komende jaren om versnellen van de groei, maximaliseren van de waarde van de huidige assets en duurzaamheid, zegt Verkooijen. Nieuwe projecten in Mexico, het Midden-Oosten en de Rotterdamse en Antwerpse havens zijn daar voorbeelden van, voegt Verkooijen toe.
Een diversificatie van de portfolio waarin duurzaamheid en winstgevendheid samen hand in hand moeten gaan. Alle terminals hebben inmiddels CO2-reductie plannen gedefinieerd en in 2040 moet de uitstoot nul zijn, meldt Verkooijen.
Ook de bedrijfsvoering zelf verandert mee waarbij inclusiviteit, governance en gelijkheid van enorm belang zijn. “Dat is nu echt embedded in de organisatie. Met een hoge ESG standaard bereiken we betere business voor onze partners, samenleving, en onze medewerkers. Hierbij vormen Health & Safety – het fundament van onze strategie. We opereren niet
alleen in de wereld en moeten zorgdragen voor de omgeving waarin we opereren. Denk aan de chemische producten die we opslaan. We nemen deze Health & Safety verantwoordelijkheid zeer serieus, ook wat betreft mentale welzijn. Diversiteit, gelijkheid en inclusiviteit zijn tevens van groot belang, zeker ook bij het kiezen van een werkgever. Onze business is een mensen business, en D&I is cruciaal voor de ontwikkeling en motivatievan de beste workforce,” zegt Verkooijen.
Maar een gemotiveerde en gekwalificeerde workforce kan niet zelf duurzaamheidstargets halen. De energietransitie kan alleen slagen als alle partners in de industrie samenwerken, ook de overheden en autoriteiten. Van belang voor een gezonde bedrijfsvoering en duurzaamheid is een wettelijk kader en stimuleringsmaatregelen die gericht zijn op de lange termijn zodat investeringsbeslissingen van enorme omvang op een verantwoorde manier genomen kunnen worden, betoogt Verkooijen. Zoals verwoord in de
‘Antwerpen Declaratie’: een verantwoord en voor bedrijven voorspelbaar Europees industriebeleid om zo de industrie in Europa duurzaam verder te ontwikkelen.
We opereren niet alleen in de wereld en moeten zorgdragen voor de omgeving waarin we opereren
Eind vorig jaar heeft Advario haar strategie en doelstelling vertaald in het Horizon 2030 programma, waaraan alle 1200 werknemers verspreid over de energiehubs in de wereld zich hebben gecommitteerd: Groei, waarde maximalisatie en duurzaamheid zijn de pijlers van dit programma. En vanzelfsprekend veiligheid. Om uiteindelijk samen met Advario’s partners te bouwen aan de benodigde infrastructuur voor een CO2 neutrale toekomst.
Advario is actief in de opslag van brandstoffen, gassen, duurzame energie en chemische producten. Het komt voort uit Oiltanking, een familie-bedrijf met meer dan 50 jaar ervaring in de energiewereld. In het portfolio zitten nu 13 terminals verspreid over de wereld en met name in de energiehubs in Amerika, Midden-Oosten, Singapore/China en Rotterdam/Antwerpen. Vernieuwende projecten zoals een ammoniak import terminal in Antwerpen als ook een investering in de opslag en blending van duurzame vliegtuigbrandstof in Singapore benadrukken de duurzame ambities van Advario.
In een wereld waar bedrijven streven naar wereldwijde groei, brengen internationale IoT-implementaties complexe uitdagingen met zich mee. Variërende technologische eisen, diverse netwerkproviders, en strikte regelgeving kunnen uw groei belemmeren. Maar wat als u al deze hindernissen kunt overwinnen met één simpele oplossing?
Conexa biedt de toekomst van IoT-connectiviteit:
· Eenvoudige implementatie: Elimineer complexe contracten en simkaarten bij verschillende operators.
· Naadloze connectiviteit: Geoptimaliseerd voor elke locatie en toepassing.
· Volledige netwerkcontrole: Kies voor ongekende up-time, maximale veiligheid en controle over kosten.
· Innovatieve technologie: eSIM, iSIM, multi-IMSI voor flexibiliteit en veiligheid.
· Eenvoudig beheer: Software gedefinieerde oplossingen, GSMA RSP-ondersteuning.
De tabel geeft een overzicht van de relatieve sterke punten van de verschillende SIM-types voor multinationale IoT-implementaties.
De Conexa SIM combineert multi-IMSI en eSIMtechnologie om een softwaregedefinieerde gebruikerservaring op bedrijfsniveau te creëren voor multinationale IoT-implementaties. Het kan worden ingezet op SIM, eSIM en iSIM vormfactoren.
In de snel veranderende wereld van technologie en industrie speelt digitalisering een cruciale rol bij het vormgeven van de economie van de toekomst. Voor Nederland is het omarmen van digitale transformatie en future industryinitiatieven essentieel in het streven naar meer strategische autonomie en het versterken van onze concurrentiekracht in de mondiale arena.
Het mkb, inclusief startups en scale-ups, is een belangrijke motor van de Nederlandse economie en vormt de kern van innovatie en creativiteit. Om de veerkracht en groei van het mkb te waarborgen, moeten we hen helpen de kansen van digitalisering en future industry te benutten. Maar ook voor het grootbedrijf is er werk aan de winkel.
Digitalisering is veel meer dan alleen een technologische verandering; het is een noodzakelijke cultuurverandering. Het stelt bedrijven in staat hun processen te optimaliseren, gegevens gestuurde beslissingen te nemen en nieuwe kansen te ontdekken in een dynamische wereld die steeds meer gedreven wordt door geavanceerde
technologieën. Bedrijven moeten de mogelijkheden die deze technologische vooruitgang biedt omarmen. Of het nu gaat om het implementeren van slimme productieprocessen, het verbeteren van de klantbeleving met e-commerce, of het benutten van AI of digital twinning om bedrijfsprocessen disruptief te verbeteren. Door deze technologieën stap voor stap te omarmen, kunnen bedrijven productieprocessen efficiënter maken, de arbeidsproductiviteit verhogen en klanten een hogere kwaliteit bieden. Cruciaal in een concurrerende extreem dynamische wereldmarkt.
Future industry maakt het ook mogelijk nieuwe bedrijfsmodellen te creëren en de concurrentiepositie van Nederland te versterken. Een belangrijke voorwaarde in het streven naar meer strategische autonomie. Door onze afhankelijkheid van buitenlandse technologieën te verminderen en onze eigen digitale competenties te versterken, kunnen we onze nationale veiligheid beter beschermen en economische weerbaarheid vergroten. Strategische autonomie betekent niet dat we ons moeten afsluiten van internationale samenwerking. Het betekent
Campagne Manager: Jeroen van Zonneveld Managing Director: Jonathan Andersson Graphic Design: Kiloe van Benthem
Tekst: Hugo Schrameyer, Fred Pals en Jan Koning Gedistribueerd met: Het Financieele Dagblad 2024 Drukkerij: RODI
Rotatiedruk. Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen. Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
energie- en grondstoffensysteem vraagt om risico’s nemen, radicaler (om)denken, moed en lef
INNOVATIE
Kun je papier maken zonder water te verdampen? En lezen we in 2050 een krant nog van het papier? Kijkend naar de toekomst van onze Nederlandse industrie zijn er vele vragen die je kunt stellen. In 2050 is de industrie in Nederland onderdeel van onze CO2-neutrale en circulaire economie. Het gedetailleerde plaatje van hoe die industrie in 2050 eruitziet, heeft nog niemand maar het gesprek erover is in volle gang. Rob Kreiter van TKI Energie en Industrie, onderdeel van de Topsector Energie, pleit voor lef, grote sprongen durven maken en redeneren vanuit de zekerheid dat onze productvraag radicaal kan veranderen.
Naar een nieuwe industrie: afbreken en opbouwen
Rob Kreiter: “Ik help iedereen meteen uit de droom. We kunnen de toekomst van de industrie niet tot in detail nu al bedenken. Wat we wel weten is dat doorbouwen op de systemen van nu, ons niet bij het einddoel brengt. We weten ook dat de route naar die nieuwe industrie zal gaan in schokken, zoals afgelopen jaar in de energiemarkt. Er is geen geleidelijk pad naar een nieuw energie- en grondstoffensysteem. We moeten afbreken en weer opbouwen, en soms veel geld investeren zonder dat het op korte termijn rendeert. Dat zorgt voor spanning: welke partij durft als eerste, wie volgt en wie neemt afscheid?”
Onze productvraag wordt leidend Sturen op radicale verandering betekent investeren en beslissingen maken op basis van alleen de contouren en van grote onzekerheden. En accepteren dat we nog geen idee hebben over de exacte invulling van de toekomst. Het gaat meer om systeeminnovaties dan losse technologieën. Rob Kreiter: “Steeds vaker heb ik gesprekken over de industrie van de toekomst. Leidend daarbij is niet de bestaande processen verduurzamen, maar wat wordt onze productvraag en welke productieketens horen daarbij?”
Redeneren vanuit de toekomstige vraag uit de samenleving Het nieuwe energie- en
grondstoffensysteem dat we aan het bouwen zijn kan niet stapje voor stapje. Zo’n nieuw systeem vraagt om risico’s nemen, radicaler (om)denken, moed en lef. En een groot aantal uitgangspunten staat eigenlijk al niet meer ter discussie; van duurzame energie als belangrijkste bron, elektriciteit als drager, circulaire grondstoffen en hogere toegevoegde waarde per energie-eenheid in Noordwest-Europa. Daarom helpt het in de ogen van Rob om te redeneren vanuit de toekomstige vraag naar producten van onze samenleving. “Want alleen als je weet of we nog analoge kranten lezen, dan weet je ook hoeveel papier je nodig hebt.”
Meer lezen of meepraten? www.tki-ei.nl
Kreiter, Directeur, TKI Energie en Industrie
dat we in staat zijn onze eigen koers te bepalen en te handelen in het belang van Nederland en Europa.
Ik hoop dat deze publicatie ondernemers inspireert om de kansen van future industry te omarmen. Samen kunnen we bouwen aan een veerkrachtige en innovatieve economie voor Nederland, en zo ons land blijven positioneren als een wereldwijd epicentrum van vooruitgang en innovatie. Door gezamenlijke inspanningen kunnen we de toekomst met vertrouwen tegemoet treden.
Mark Courage, Directeur Smart Industry, TNO
Tekst: Mark Courage
Uitgegeven door
Contentway B.V.
Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam
Tel: +31 20 808 82 00
Web: contentway.nl
Email: info@contentway.nl redactie@contentway.nl
Het gaat goed met waterstof, maar tegelijkertijd nog niet goed genoeg. Zeven tot tien jaar geleden was het vizier vooral gericht op electrificatie om klimaatdoelstellingen te halen. Waterstofoplossingen worden inmiddels wereldwijd gezien als belangrijke toevoeging om de verduurzaming te versnellen. De doorbraak gaat echter niet zo snel als oorspronkelijk was verwacht. VERDIEPING
De opschaling van de waterstofproductie en gebruik kan een extra impuls gebruiken. De nationale productie en de import van waterstof komen nog niet echt goed van de grond en ook op het gebied van toepassingen bestaan er uitdagingen”, stelt Alice Krekt, directeur van NLHydrogen, de branchevereniging van de Nederlandse waterstofsector. Van een representant in haar positie zou je misschien eerder een juichende reactie verwachten, terwijl Krekt vooral wil benadrukken dat waterstof een extra doortik verdient. “Dat de doorbraak zich nog niet in volle omgang aftekent, heeft er deels mee te maken dat partijen in de keten op elkaar wachten. Er bestaan nog onzekerheden tussen vraag en aanbod. Deels heeft het ontbreken van een echte doorbraak tevens van doen met onduidelijkheid in wet- en regelgeving.” Het voert op deze plek te ver om die onduidelijkheid tot in detail te ontrafelen. De zorgen richten zich onder andere op de terugverdientijd van de te maken investeringen in aanleg van de waterstof-infrastructuur bijvoorbeeld door de recent hard gestegen hoge elektriciteitskosten waar groene waterstof fabrieken mee te maken hebben. In het buitenland is dit beter. Bovendien is te zien dat de regels voor gebruik van waterstof in nieuwe toepassingen (zoals gebruik van waterstof in de gebouwde omgeving) vaak niet aansluiten bij de actualiteit. “Mijn oproep aan het nieuwe kabinet is om de waterstof hoog op de uitvoeringsagenda te houden. Juist dan kunnen we energieonafhankelijkheid en het verdienmodel in Nederland blijven stimuleren.” Krekt toont zich in haar reactie geen tegenstander van
elektrificatie. Integendeel zelfs. Als je groene stroom direct kunt toepassen, is dat superefficiënt. Probleem daarbij is wel dat je groene stroom niet altijd op de juiste plek en juiste tijd beschikbaar hebt. “Juist dan komt groene waterstof als alternatief om de hoek kijken. Ik denk dat het een goede inschatting is dat vijftien procent van onze toekomstige energiebehoefte wordt ingevuld door groene waterstof. Vijftien procent lijkt een bescheiden aandeel, maar is in volume echt enorm veel”, aldus Krekt. Het mooie van de Nederlandse situatie is dat dat we een uitgebreid gasnet hebben, dat relatief eenvoudig valt aan te passen tot transport van groene waterstof. Dat vergt in ieder geval beduidend minder energie dan het aanpassen van het huidige stroomnet. “In Nederland hebben we volop kennis van transport van energie, via onze havens en infrastructuur voorzien we in heel Europa. We zijn daarmee uniek in de wereld en hebben een belangrijk verdienmodel en veel expertise opgebouwd. Het zou superzonde zijn om daar niet blijvend van te profiteren. Wat je nu ziet, is dat het maken van groene waterstof een peperdure investering vergt, met name omdat bedrijven hoge aansluitkosten dienen af te rekenen. Je kunt je als overheid afvragen of dat wel de juiste weg is om gebruik van waterstof verder te populariseren. En niet alleen de aansluitkosten zijn hoog, ook de elektriciteitskosten en de transportkosten zijn stukken forser in vergelijking met omliggende landen. Subsidieverstrekking of verlaging van deze tarieven kan een prima instrument zijn om die kosten te temperen.”
Tekst: Hugo Schrameyer
Bij NTT DATA draait alles om data. Mede door de combinatie van data met generatieve AI, oftewel zelf genererende kunstmatige intelligentie, zijn de mogelijkheden eindeloos. Zeker wanneer het gaat om het optimaliseren van bedrijfsprocessen die helpen wachttijden terug te dringen, doorvoer te versnellen, foutjes in een productieproces te elimineren en om energie verbuik in productie te minimaliseren.
Van maakindustie en transport tot chemie, van telecom tot banken, overal kan data gecombineerd met kunstmatige intelligentie bedrijfsprocessen in alle denkbare vormen en maten verbeteren. Berend ten Wolde, directeur industrie Nederland bij consultancy bedrijf NTT DATA, heeft genoeg voorbeelden uit de praktijk. Hij adviseert bijvoorbeeld hoe productietijd kan worden verkort of de wachttijd van een schip in de haven kan worden teruggebracht waardoor een product eerder bij de consument beland. En dus ook goedkoper word. Want overal is wel een marge voor verbetering en dat is positief voor de bedrijven zelf, voor de duurzaamheid door energiebesparing als ook de bestendigheid van de Nederlandse industrie. “Uiteindelijk is het van belang dat we de industrie ook in Nederland kunnen en willen houden. Data en generatieve AI kunnen helpen om kosten terug te dringen waardoor productie niet perse verplaatst hoeft te worden naar elders in de wereld. Werkgelegenheid in Nederland houden als ook aantrekken is ook een vorm van duurzaamheid. Maar dan moet je wel competitief zijn en blijven,” zegt Ten Wolde.
Het moment dat een bedrijf bij NTT DATA aanklopt voor een traject, adviseert
NTT DATA
Ten Wolden altijd: kleine stapjes, niet te groot beginnen en heb geduld met de resultaten. En heb vooral vooraf duidelijk wat je wil bereiken. En dan komt het erop aan de data strategie en governance neer te zetten, de data te analyseren, om dan de (generatieve) AI algorithmes er stap-voorstap oplos laten en bekijken wat er beter kan, sneller of anders. En altijd met het doel om het bedrijfsresultaat te verbeteren of het energieverbuik naar beneden te brengen of misschien wel allebei, zegt Ten Wolde.
Van belang is ook om niet de zaken te groot te willen aanpakken. Wel een duidelijke visie, maar begin klein
Een sector waar veel winst te behalen is en waar tijd cruciaal is, betreft de transportsector. Nederland staat te boek staat als een logistieke hub, een transportland bij uitstek. De voorraad zo laag mogelijk houden kan alleen als
je precies weet wat de vraag is. Met de beschikking over real-time data verkort je automatisch de doorloop- en levertijden. Ook van belang is het signaleren van bottlenecks in de supply chain en de routes die geoptimaliseerd worden in de belangrijkste havens. Real-time toegang tot data, het delen van data met ketenpartners waarmee je optimaal vraag en aanbod kan afstemmen is daarbij van essentieel belang voor bijvoorbeeld de energietransitie, betoogt Ten Wolde.
Niet alles is op te lossen en zeker niet in een korte periode. Van belang is ook om niet de zaken te groot te willen aanpakken. Klein beginnen om beter te ontdekken wat werkt voor elk specifiek bedrijf en situatie. Zo heeft Ten Wolde een chemisch bedrijf beter laten functioneren doordat data en AI duidelijk maakten dat het openen van de deur in de productiehal een dusdanig impact had dat het eindproduct van het bedrijf in sommige gevallen gewoon weggegooid moest worden. Stap voor stap werden bij dit bedrijf data in de productie omgeving verzameld en verwerkt
In de visie van NTT DATA kan generatieve AI bedrijven helpen om hun processen te optimaliseren. Governance, technologie, cultuur, talent als ook ethiek en wetgeving zijn allemaal onderdeel van de implementatie van een AI project dat in gang wordt gezet om een proces te optimaliseren. AI kan organisaties en bedrijven transformeren op een efficiënte en effectieve wijze om ze zo in een snel veranderende wereld competitief te laten worden. En vooral laten blijven. www.nttdata.com
door slimme algorithmes en konden er uiteindelijk verbeteringen worden doorgevoerd.
AI klinkt voor sommigen nog eng maar is een ontwikkeling die niet tegen te houden is, maar leer gaande weg hoe je het effectief kan toepassen. “Vooralsnog zitten de mensen nog altijd aan de knoppen. Je moet er goed mee omgaan en beheersbaar houden. Dus niet te snel teveel willen, ook als je als bedrijf AI en data gebruikt om je bedrijfsproces te optimaliseren. Uiteindelijk gaat het erom hoe we als samenleving, als bedrijf en als individu omgaan met deze ontwikkeling,” zegt Ten Wolde.
NTT DATA is een wereldwijd bedrijf met meer dan 190,000 werknemers en heeft het hoofdkantoor in Tokio met operaties in meer dan 50 landen. Cliënten zitten onder andere in de bankensector, telecom, media, retail, (hernieuwbare) energie, verzekering, consumenten goederen, gezondheidszorg als ook transport, auto-industrie en de publieke sector. In al de sectoren waarin NTT DATA cliënten adviseert is innovatie het sleutelwoord. Het bedrijf hecht sterk aan duurzaamheid en heeft ESG hoog in het vaandel staan. Het kantoor van waaruit de operaties in Nederland gevoerd worden bij NTT DATA staat in Amsterdam.
Terwijl Nederland druk bezig is met verduurzamen, heeft het elektriciteitsnet zijn capaciteit bereikt. Hoe krijgen bedrijven en organisaties toch de energie die ze nodig hebben om zich te vestigen, te verduurzamen en te groeien? Erik van der Ende, CEO van Kenter, deelt zijn visie.
Bedrijven lopen momenteel tegen veel uitdagingen aan”, vertelt Van der Ende. “Denk aan stikstofmaatregelen, hoge inflatie en arbeidskrapte. Verduurzaming is er daar slechts één van. Toch is het een urgent thema en dat heeft alles te maken met de klimaatambities. Grote bedrijven, die volgens Europese wetgeving verplicht
CEO, Kenter
Kenter
zijn om duurzaamheidsrapportages te maken, vragen hun leveranciers ook steeds meer om te verduurzamen. Zowel in het terugdringen van hun energieverbruik als in het gebruik van duurzame energie. Ondertussen draagt toenemende elektrificatie bij aan netcongestie, waardoor bedrijven niet verder kunnen verduurzamen, uitbreiden of groeien.”
Flexibele energieoplossingen op maat
“Daar is niet één oplossing voor”, zegt Van der Ende. “De wereld van energie verandert snel. Tegelijkertijd zijn energieproblemen vaak zo complex dat er geen one-size-fits-all oplossing voor is.” Daar ligt volgens Van der Ende de kracht van Kenter. “Als ondernemer of organisatie wil je graag een betrouwbare en complete oplossing, afgestemd op jouw specifieke energiebehoefte, zonder dat
je zelf alles technisch en financieel hoeft uit te zoeken. Kenter heeft alles in huis om klanten daarin te ondersteunen. Zo spelen we met verhuurconstructies slim in op de veranderende omstandigheden en verlagen we de investeringsdrempel. Niet iedereen is meteen toe aan grote verduurzamingsstappen. Veel van onze klanten beginnen met een specifieke oplossing. Door vroeg met elkaar in gesprek te gaan en dat ook te blijven, weten we wat er speelt en waar hun energieuitdagingen liggen. Zo groeien we met bedrijven en organisaties mee en bieden we ze voor de lange termijn energiezekerheid, zodat zij zich kunnen focussen op hun core business.”
Energiezekerheid in de toekomst
Nu actie ondernemen is volgens Van der Ende cruciaal om in de toekomst zeker te zijn van energie. “De problemen rondom
Kenter zet zich elke dag in zodat zakelijk Nederland zorgeloos mee kan in de veranderende wereld van energie en is voorbereid op een duurzame toekomst. Meer weten over hoe we jou en zakelijk Nederland vooruit kunnen helpen? Kijk op www.kenter.nu
onder andere netcongestie zullen toenemen en we kunnen het elektriciteitsnet niet eindeloos uitbreiden. We gaan steeds meer naar lokale energienetwerken waarbij vraag en aanbod onderling worden uitgewisseld. Zo faciliteert en realiseert Kenter lokale energiehubs op bedrijventerreinen, waardoor bedrijven zeker zijn van energie en het elektriciteitsnet niet overbelast raakt. Kenter kan bedrijven en organisaties daarin van A tot Z begeleiden. Van het eerste advies, via inzicht in data en behoeften naar technisch advies en ontwerp, tot de inzet van transformatoren, batterijen, laadpalen, zonnepanelen en Power Quality, inclusief beheer en onderhoud. Wat er ook nodig is, klanten bepalen zelf hoe ze dit willen inrichten en welke onderdelen prioriteit hebben. Zo heeft deze te allen tijden de regie over zijn eigen energiebehoefte.”
De rol van Kenter
“Wij willen een wezenlijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van bedrijven en organisaties en van Nederland als geheel”, voegt Van der Ende toe. “Dat is ook wat mij persoonlijk drijft. Kenter staat in het hart van de energietransitie. Juist door ons brede aanbod van oplossingen en diensten hebben wij de realisatiekracht om de transitie te versnellen.”
Aan de rand van het pittoreske dorpje Ouwerkerk, te midden van het Zeeuwse landschap, staat het Watersnoodmuseum als een aangrijpende herinnering aan de tragische gebeurtenis die de geschiedenis van Nederland heeft gevormd. Gevestigd in vier Phoenix caissons, vertelt het museum op indringende wijze het verhaal van de Watersnoodramp van 1953. Een natuurramp waarbij 1836 mensen omkwamen.
Het Watersnoodmuseum legt niet alleen feiten en cijfers bloot, maar richt zich vooral op de persoonlijke verhalen van degenen die de ramp hebben doorstaan. Deze verhalen brengen de geschiedenis tot leven en laten de emotionele impact van de ramp voelbaar worden, waarbij angst, wanhoop, veerkracht en solidariteit centraal staan.
Terwijl het museum 70 jaar vooruit kijkt, blijven de lessen van de
Watersnoodramp relevant voor hedendaags watermanagement. Het biedt inzicht in de uitdagingen van klimaatverandering en de zeespiegelstijging en benadrukt hoe we deze uitdagingen kunnen aangaan. Met de persoonlijke verhalen als brug tussen verleden, heden en toekomst, dient het Watersnoodmuseum niet alleen als herinneringsplaats, maar ook als inspiratiebron voor reflectie en actie voor komende generaties.
“ DE VERHALEN VAN DE WATERSNOODRAMP DRAGEN BIJ AAN BEWUSTZIJN EN URGENTIEBESEF MET BETREKKING TOT WATER, KLIMAAT EN ZEESPIEGELSTIJGING ”
Meer ontdekken?
Scan de QR-code en ga naar onze website, waar je toegang hebt tot een rijkdom aan informatie, inclusief archieffoto’s, virtuele rondleidingen en het online bestellen van tickets voor je bezoek aan het Watersnoodmuseum.
De energietransitie, iedereen heeft het erover. Ook bij Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), nemen ze dit thema uiterst serieus met een nieuw vijfdaags onderwijsprogramma dat bewustwording, leiderschap, innovatie en denkkracht onder toekomstige leiders moet stimuleren. Een vijfdaags interdisciplinaire stoomcursus dat de zaadjes moet leggen voor verandering.
Holistisch, dat is wel het voornaamste kenmerk en kernwoord van het vijfdaagse programma dat RSM studenten aanbiedt. Interdisciplinair met thema’s als wetgeving, financiën, geopolitiek, technologische innovaties, transitie-kunde, verantwoordelijk leiderschap, gedrag, sociale innovatie en uiteraard energie in al haar facetten zijn allemaal essentiële onderdelen. Sarah Craig, Director Erasmus Centre for Energy Transition, legt uit het hoe en waarom.
“Het voornaamste idee is om de leiders van morgen op te leiden met de juiste mindset, vaardigheden en kennis om ze zo te helpen de energie transitie mogelijk te maken. Dat zodra ze weer terugkeren naar hun bedrijf of instelling een idee hebben wat te doen en vooral hoe: wij reiken ze de tools aan maar zij moeten uiteindelijk de veranderingen implementeren. Zij zijn de leiders van morgen,” zegt Craig.
Malou Kroezen, Education Director for Energy Transition bij RSM, vult aan:
“Er liggen namelijk ontzettend complexe en uitdagende problemen die zij kunnen helpen oplossen. De energie transitie is een complex geheel.” Dat is inderdaad een understatement. In zijn essentie is het de overgang van een energiesysteem gebaseerd op fossiele energiebrandstoffen naar een energiesysteem gebaseerd op duurzame en CO2-neuetrale energiebronnen. De overgang van het gebruik van kolen, gas en olie naar het gebruik van zon, wind, water als bron van energie. Een enorm complex geheel dat een allesomvattende aanpak vergt. Het Erasmus Trustfonds en participerende partijen zoals Eneco, Rabobank, Van Oord, Havenbedrijf Rotterdam en een aantal anderen waren het erover eens dat het belangrijk is dat deelnemers al vroeg ervaren en mee kunnen denken hoe zij nu en in de toekomst de energietransitie tot een succes kunnen maken.
In het programma ‘Leading the Energy Transition’ dat RSM aanbiedt gaat daarom ook veel aandacht uit naar de ontwikkeling van leiderschapsvaardigen, zoals complexiteit en systeemdenken, leiden van transities, stakeholder management, communicatie en anderen meekrijgen in jouw visie. “Het mooie is dat dit deelnemers aantrekt vanuit de hele wereld met een verschillende achtergrond en een ander perspectief, Er vindt dus kruisbestuiving plaats, het is goed om het perspectief van
iemand anders te horen, daar leer je van en dat neem je weer mee als je weer terug gaat naar je bedrijf,” zegt Kroezen. Zo kan het dat een Greenpeace activist uit Den Haag, een medewerker van BlackRock uit het hoofdkantoor in Londen, een controller die bij het Braziliaanse Petrobras werkt en een beleidsmedewerker van het ministerie van energie uit Zuid-Korea samen aan een tafel zitten om een complexe case op te lossen. In het kader van diversiteit is er een aantal plekken gereserveerd voor NGO’s en groene start-ups.
buitengewone prestaties en uiteindelijk de energietransitie mogelijk maken,” zegt Craig. De energietransitie is verweven met veel maatschappelijke functies: de productie van voedsel, de werking van ons financiële systeem, de productie van materialen, met onze veiligheid en gezondheid. De energietransitie beoogt ook bij te dragen aan een beter en samenhangender functioneren van elk van de maatschappelijke terreinen. Soms zijn er ook sceptici onder de cursisten, maar uiteindelijk wordt het duidelijk na vijf dagen dat het serieuze business is. Daarom is het belangrijk dat er nu impact wordt gemaakt,” zegt Craig. “Het wordt dan een confrontatie met de werkelijkheid. Er is een probleem en het is urgent, complex. Het valt niet te ontkennen dat er iets aan de hand is met het klimaat,” zegt Craig.
Feiten:
Gezamenlijk naar een oplossing zoeken zal buitengewone prestaties en uiteindelijk de energietransitie mogelijk maken
“Het gaat om het perspectief, dat delen en uiteindelijk in een dialoog met elkaar geraken. Het bewustzijn van verschillend perspectief en gezamenlijk naar een oplossing zoeken: dat zal
Rotterdam School of Management, Erasmus University behoort tot de top van Europese business schools. RSM richt zich op het ontwikkelen van zakelijke leiders met een internationale carrière die voor positieve verandering kunnen zorgen en zich op een innovatieve manier inzetten voor een duurzame toekomst. RSM biedt een breed scala aan bachelor, master, MBA, PhD en executive programma’s waar studenten zich kunnen ontwikkelen tot creatieve, betrokken, kritische en samenwerkende doeners en denkers. RSM is gevestigd in Rotterdam, de stad waar bedrijven, logistiek en handel als geen ander samenkomen. Executive programma Leading the Energy Transition bestaat uit vijf dagen met ongeveer 25 deelnemers die uit alle windstreken komen en werken bij corporates, NGO’s, overheden en start-ups.
RSM
Het onderwijsprogramma dat RSM aanbiedt is holistisch en multidisciplinair omdat de energietransitie een complex en breed vraagstuk is. Technische innovaties vormen een cruciaal onderdeel van de oplossing maar kennis over wetgeving, financiën, geopolitiek, economische modellen, transitie-kunde, verantwoordelijk leiderschap, gedrag en sociale innovatie zijn allemaal essentiële onderdelen. RSM werkt samen met TU Delft, DRIFT en Clingendael. www.rsm.nl/energytransition
Niet langer dromen van de watertransitie
PROFIEL INTERVIEW
“Te mooi om waar te zijn? Ja dat horen we wel vaker”, lacht Mark Boeren, CEO van Pathema, het bedrijf dat een installatie heeft ontwikkeld waarmee koeltorens chemievrij en zonder drinkwater gekoeld kunnen worden. “Maar maak je geen zorgen, het is echt waar.”
Tekst: Jan Koning
Pathema is van oudsher niet actief in koelwater, maar in het ijswater”, vertelt Boeren over de geschiedenis van het bedrijf. “We hebben een vortexbehandeling geïmporteerd uit Zweden vooral bedoeld om ijsbanen beter, energiezuiniger en goedkoper in te vriezen. Dit gebeurde chemievrij, maar buiten dat het goedkoper was en de ijskwaliteit beter werd, zagen de ijsmeesters van de schaatsbanen ook nog eens dat hun koeltorens schoner waren dan voorgaande jaren. Daar waren wij niet mee bekend, maar we hebben vervolgens een onderzoek gestart met de TU Eindhoven en zijn helemaal in die wereld gedoken. Een toevallige ontdekking dus!”
Niet veel later (2010) bouwt Pathema de eerste module om koeltorens chemievrij te koelen. Dit puur uit het idee om alles schoner en duurzamer in te kunnen richten. “Koeltorens zijn nodig in de industrie. Voor de productie van ontzettend veel producten die je dagelijks consumeert, is een koeltoren nodig. Maar ook als je e-mail checkt komt er een koeltoren aan te pas. Normaal gesproken worden er chemicaliën aan het koelwater toegevoegd om kalkaanslag, corrosie en microbiologische groei te voorkomen. Deze traditionele technologie werkt prima, maar het is verre van de meest duurzame oplossing. De gebruikte chemicaliën komen uiteindelijk in het oppervlaktewater terecht met alle gevolgen van dien. Dit kan en moet anders.”
Drinkwater
Het traject is afgerond in 2011 en dan begint Pathema aan een rondje lang alle grote waterbehandelaars die in de koeltorenwereld zitten. “Ze waren allemaal verbaasd. Het is getest, het werkt en de klanten zijn tevreden. Maar
de chemiebedrijven leven van chemie en dus hebben ze helemaal geen interesse om deze duurzame innovatie door te voeren.”
En dus gaat Pathema als kleine speler zelf aan de slag in de wereld van de grote chemiereuzen. In het eerste jaar krijgen ze met dit proces voet aan de grond over de hele wereld. Er draaien op dit moment meer dan 100 installaties met de Vortex techniek van Pathema. “En op een gegeven moment realiseerden we ons hoeveel drinkwater er, ondanks de grote drinkwatertekorten, in zo’n koeltoren gaat. Toen vroegen wij ons af, waarom? Dat is helemaal niet nodig.”
Schaars drinkwater
Inmiddels is ook Emma Lamberts, verantwoordelijk voor de communicatie bij Pathema, bij het gesprek aangesloten en zij licht toe: “Het is in de toekomst niet langer vanzelfsprekend dat er voldoende drinkwater beschikbaar is als we er op dezelfde manier mee omgaan zoals vandaag. Sterker nog, op dit moment hebben meerdere drinkwaterbedrijven grote problemen met het garanderen van genoeg drinkwater voor de Nederlandse bevolking. Als de industrie overstapt op circulair koelen en hier een andere waterbron voor gebruikt dan drinkwater (bijvoorbeeld afvalwater), is het drinkwaterprobleem in Nederland opgelost. Met de techniek van Pathema kan koelwater eenvoudig circulair en ook chemievrij worden ingezet. Dat maakt écht impact.”
Boeren: “En dan komt er vervolgens veel weerstand vanuit de markt, want er zit een heel grote chemische lobby achter. Die macht hebben wij totaal onderschat. Wij zijn gewoon die dromer in de klas die ziet dat iets schoner en duurzamer kan en zijn daarmee aan de slag gegaan. Gelukkig gaat
het ons inmiddels heel erg goed af en is onze techniek door Rijkswaterstaat tot ‘BBT’ benoemd: Best Beschikbare Techniek van dit moment.”
Watertransitie
Dat laatste helpt Pathema enorm. Het betekent namelijk dat koeltorens die op oppervlaktewater lozen een vergunning nodig hebben. Die vergunning kan direct toegekend worden wanneer ze kiezen voor de Vortex techniek in plaats van traditionele koelwaterchemicaliën. In plaats van het schaarse drinkwater heeft Pathema inmiddels een efficiëntieslag kunnen maken van het hergebruiken van het afvalwater uit de koeltoren van minimaal 85% tot zelfs 95%.
“Het afvalwater wordt opgevangen en gefilterd om vervolgens –zonder tussenkomst van chemicaliën – weer ingezet te kunnen worden. We doen dit inmiddels bij tal van grote bedrijven, waarvan er een aantal te vinden zijn op onze website, maar het doel is om dit proces en de broodnodige watertransitie bekend te maken bij de hele branche.”
Minimale stap
Om afvalwater hergebruik te bewerkstelligen, zal er iets moeten gebeuren in de wetgeving en daar zijn ze vanuit de overheid nu druk mee bezig. Ondertussen blijft Pathema werken aan het in de markt zetten van het product dat een andere manier van werken kent. Lamberts: “Vaak is investeren aan de achterkant – koelen is namelijk geen primair proces – geen prioriteit voor bedrijven. Wat wij daarom willen benadrukken, is dat de eenmalige investering in deze installatie zichzelf binnen twee tot vijf jaar terugverdient terwijl de installatie een levensduur heeft van 20+ jaar. Het enige wat het dus vraagt, is focus en innovatie. Daarbij zal ook de overheid in moeten zetten op de watertransitie en er meer aandacht in de media voor moeten komen. Want als we ons drinkwaterprobleem willen aanpakken en ons oppervlaktewater – wat tot één van de slechtste van Europa behoort – willen verbeteren, is het gebruik van deze Vortex technologie een minimale stap die we moeten zetten.”
INNOVATIE
In veel fabrieken zijn Digital Twins al een onmisbaar onderdeel, bij anderen staan ze bovenaan de planning. Maar wat zijn Digital Twins precies, waarom zijn ze belangrijk en hoe worden ze toegepast?
Waarom zijn Digital Twins belangrijk in de huidige maakindustrie?
“Eén van de vervolgstappen van data-gedreven werken is de inzet van virtuele kopieën van fysieke omgevingen, oftewel ‘Digital Twins’”, zegt Reiner Bronsgeest, managing partner bij Itility. “Grote voordelen hiervan zijn snellere productontwikkeling, beter ingerichte productieprocessen en hogere productkwaliteit voor klanten.”
Wat is een Digital Twin precies?
“Een Digital Twin (DT) is een (wiskundig) model dat bepaalde facetten van een product, proces of systeem in de fysieke wereld doeltreffend en nauwkeurig weergeeft in de virtuele wereld. De maakindustrie is gebaat bij snelle markintroductie van nieuwe producten, met een hoge kwaliteit, tegen scherpe kosten. Digital Twins helpen hierbij – zij brengen ontwikkeling en productie dichter bij elkaar.”
Bronsgeest benadrukt: “het creëren van een effectieve DT vereist expertise uit diverse disciplines. Naast kennis van bijvoorbeeld ICT, data science, natuurkunde, wiskunde en werktuigbouwkunde, is diepgaande domein- en productkennis essentieel. Of het nu gaat om productontwikkeling of de werking van een fabriek: deze kennis toevoegen vergroot de waarde van de DT enorm.”
Hoe kunnen Digital Twins toegepast worden?
“Typisch gezien zijn er drie soorten DT’s te onderscheiden. Vaak zorgt de eerste stap in een DT-strategie voor verbeterde monitoring. De DT voorspelt de realiteit en deze voorspelling wordt continu vergeleken met gegevens uit de echte wereld. Hierdoor kunnen afwijkingen vroeg worden herkend, wat meer inzicht geeft.
De volgende stap is die van beslissingsondersteuning. . Hierbij berekent de DT verschillende scenario’s door, op het gebied van productontwerp, productielijnen of prioriteiten. Deze krijgen elk een score op basis van KPI’s, zodat de gebruiker een weloverwogen keuze kan maken en het beste scenario kan toepassen.
De meest geavanceerde stap is volautomatische optimalisatie en controle. In dit geval evalueert de DT niet alleen scenario’s, maar past deze ook direct toe binnen gestelde kaders.”
Hoe nu verder?
Bronsgeest sluit af: “Digital Twins zijn geen wondermiddel, maar wel een krachtig instrument in de data-gedreven maakindustrie. Inmiddels zijn DT’s de hype voorbij en is daadwerkelijke implementatie de volgende stap. Door continue doorontwikkeling zal de waarde ervan alleen maar toenemen.”
Milgro is ‘de’ specialist op het gebied van duurzaam afvalmanagement in de zakelijke markt. Als kennisorganisatie regisseert Milgro het verbruikte natuurlijk kapitaal, dat vaak wordt uitgedrukt als ‘afval’, zodanig dat het ook werkelijk circulair is en een goede businesscase oplevert.
We proberen het bedrijfsleven van groene denkkracht te voorzien’, zegt Milgro-oprichter en CEO, Laurens Groen. ‘Ik zeg wel eens, we moeten niet tegen afval zijn want dan kan je ook wel tegen toiletten zijn. Waar het wel om gaat is dat we tegen grondstofverspilling zijn, en daar wat aan doen.’ Natuurlijk, zo zegt hij ook, is dat een wat gechargeerde stelling maar de boodschap is helder; het is van essentieel belang dat we anders naar afval gaan kijken. Milgro doet dat, en met succes. Het bedrijf wist het afgelopen jaar maar liefst 31 miljoen kilogram aan CO2uitstoot te voorkomen. En met zo’n 150 werknemers is het in dertig jaar uitgegroeid tot een onafhankelijke all-in serviceprovider voor afvalmanagement vanuit de visie dat afval een grondstof is, die de weg kwijt is.
Lange termijn
‘Dit is een markt in voortdurende progressieve ontwikkeling’, gaat Groen verder. ‘En wij hebben altijd geprobeerd daarin vooraan te lopen door innovatieve technologieën te ontwikkelen. Je begint als adviesbureau met een paar mensen, en je merkt gaandeweg een toenemende en veranderende behoefte naar effectievere oplossingen voor afval doordat steeds meer organisaties zich bewust worden van milieuproblemen en we doorontwikkelen naar een circulaire economie. Onze basisfunctie werd daardoor vooral verbinding zoeken tussen organisaties die van afval af moeten en organisaties die
Milgro www.milgro.eu
er juist wat mee kunnen. En dat met een scherp oog op de lange termijn, waarbij het uitgangspunt is dat de energietransitie ook een materiaaltransitie is. Dat resulteert er anno nu in dat we onze klanten volledig kunnen ontzorgen in afvalmanagement, omdat wij alles voor hen reguleren, coördineren en controleren. Onze klanten krijgen deskundig advies dat specifiek op hen van toepassing is. Ook wordt de inzameling van het afval – belangrijk punt – georganiseerd op een manier die de ecologische voetafdruk minimaliseert. Daarnaast kan de klant in real-time via een dashboard zien wat het allemaal oplevert; ecologisch en zeker economisch, want daar zit nu eenmaal een belangrijke motiverende prikkel.’
Veelzeggende voorbeelden
Dat vraagt natuurlijk om veelzeggende voorbeelden en Groen heeft er legio paraat. We nemen de fascinerende ‘beschadigde boterproducten’-case. Een brand in een distributiecentrum levert een boterfabrikant producten op die niet meer voor de markt geschikt zijn en snel moeten worden vernietigd, met hoogoplopende kosten en enorme CO2-uitstoot als mogelijk gevolgen. ‘Een vernietigingsproject is niet helemaal ongebruikelijk in dit vak’, zegt Groen. ‘Je hebt dan vaak te maken met extreme tijdsdruk. De papierwinkel eromheen moet worden bijgehouden en bewaakt. Het proces moet worden gemonitord, vaak ook door
overheidsinstanties. Extra medewerkers moeten soms worden ingehuurd. De verzekeraar kijkt scherp mee. En er dienen zich dan voor de hand liggende en financieel aantrekkelijke oplossingen aan, zoals in dit geval verwerking door vergisting, hoewel deze niet meteen de meest duurzame en economische zijn. Waar liggen de kansen en hoe maak je meer van iets dat zich als een probleem aandient? Het vermelden van de precieze zoektocht, data-analyse en de route naar een creatieve oplossing, die haast als een cadeau ervaren wordt, gaat te ver. Maar in dit geval zijn de beschadigde boterproducten verwerkt tot biodiesel. Waarmee op alle essentiële punten een optimale score is gerealiseerd; ecologisch, economisch en operationeel. Het is een voorbeeld van onze focus op ‘meer goed’ in plaats van ‘minder slecht.’
Maatwerk advies
Milgro levert op maat gemaakt advies, waarbij een groot deel van de Milgro cases een stevige ‘Dat is nog eens goed gedacht ‘-component in zich meedraagt. ‘Laat ik een paar interessante voorbeelden
nemen’, zegt Groen. Voor installateurs die betrokken zijn bij het aanleggen en onderhouden van netwerken voor de energietransitie, organiseren we interne kringlopen. Veel materialen die eerst als afval werden gezien, kunnen na controle en behandeling opnieuw worden ingezet bij installatiewerkzaamheden. Zo sluiten we de cirkel en helpen we om kosten te besparen. In de voedingsindustrie implementeren we niet alleen efficiënt afvalbeheer, maar dragen we ook bij aan vermindering van voedselverspilling oftewel “kliekjesmanagement”. Bij een groente- en fruitverwerkend bedrijf worden ananasharten niet langer gecomposteerd, maar dienen ze als basis voor de productie van Bromalaine, een eiwitafbrekend enzym dat onder andere wordt gebruikt in supplementen ter ondersteuning van de spijsvertering. En voor een makreelrokerij organiseren wij dat restanten van het makreel rookproces een waardevolle bestemming krijgen door deze over te dragen aan een producent van makreelsalade. Dat is ook het mooie van dit werk. Wij brengen organisaties samen die elkaar op de weg naar circulariteit kunnen helpen. Mijns inziens is dat ook een doorslaggevende factor voor de hele circulaire ontwikkeling. Ja, het kan allemaal, als we het samen doen. En alleen dan. Mijn moeder zei ooit, ‘Afval, afval, ga je je daar nou mee bezighouden?’ En ik zei, ‘Afval is leuk mam.’ Als ik naar alle oplossingen kijk die we bieden en zie wat we allemaal doen en wat er kan, kan ik in alle eerlijkheid zeggen, dat vind ik nog steeds.’
Benieuwd naar de mogelijkheden? Bezoek de website van Milgro: www.milgro.eu
De Europese Unie (EU) heeft haar industriebeleid aangescherpt om niet alleen het concurrentievermogen te versterken, maar ook een duurzamere, veerkrachtigere en meer gedigitaliseerde economie te bevorderen, die werkgelegenheid creëert. Strategische autonomie en groene transitie staan centraal om de EU-industrie wereldwijd te positioneren als een voorloper in innovatie en duurzaamheid. ACTUEEL
Tekst: Hugo Schrameyer
Foto: AdobeStock
Recente cijfers tonen aan dat de EU-industrie cruciaal is, met meer dan twintig procent van de EU-economie en werkgelegenheid voor ongeveer 35 miljoen mensen. Deze industrie domineert ook sterk de internationale markt met tachtig procent van de EU-goederenuitvoer. Sectoren zoals geneesmiddelen, machinebouw en mode hebben de EU een leidende positie bezorgd, terwijl de EU ook opvalt in groene technologie en hightechsectoren dankzij haar innovatievermogen en toewijding aan sociale, arbeids- en milieunormen.
Om strategische autonomie en wereldwijde concurrentiepositie te versterken, heeft de EU haar industriestrategie recentelijk verder aangescherpt. Deze strategie, geleid door lessen uit de COVID-19-crisis, benadrukt groene en digitale transitie als motoren voor groei en innovatie.
Concrete maatregelen omvatten het stimuleren van investeringen in groene technologieën, ondersteuning van innovatie en bevordering van strategische allianties.
Om technologische en industriële afhankelijkheden aan te pakken, streeft de EU naar gediversifieerde internationale partnerschappen en ondersteuning voor nieuwe industriële allianties. Het monitoren van strategische afhankelijkheden is cruciaal om tijdig te kunnen reageren op veranderingen in de wereldwijde markten en geopolitieke landschap.
Een belangrijke pijler van de EU’s industriestrategie is het Green Dealplan, gelanceerd in december 2022, gericht op een netto nul-industrie en klimaatneutraliteit. Recentelijk hebben de Raad en het Parlement voorlopige akkoorden bereikt over regelgeving met betrekking tot kritieke grondstoffen en
de verordening netto nul-industrie. Deze regelgeving bevordert de aanvoer en diversificatie van kritieke grondstoffen en versterkt de strategische autonomie van de EU. In februari van dit jaar bereikten de Raad en het Europees Parlement een voorlopig akkoord over de verordening netto nul-industrie, gericht op investeringen in groene technologieën. Deze wetgeving stroomlijnt vergunningsprocedures, ondersteunt strategische projecten die bijdragen aan decarbonisatie en vergemakkelijkt de markttoegang voor netto nultechnologieproducten.
De ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt zijn ook onderwerp
van studie en regelgeving. In december van vorig jaar bereikten de Europese Raad en het Parlement een voorlopig akkoord over de hervorming van de EU-elektriciteitsmarkt, gericht op het verminderen van afhankelijkheid van volatiele prijzen voor fossiele brandstoffen en het versnellen van de uitrol van hernieuwbare energie.
Met deze ambitieuze plannen en maatregelen zet de EU een belangrijke stap richting een duurzamere, veerkrachtigere en gedigitaliseerde economie, waarbij de industrie een cruciale rol speelt in het creëren van banen en het stimuleren van groei.
I-care™ heeft sinds zijn oprichting twintig jaar geleden een solide reputatie opgebouwd ten aanzien van predictive en prescriptieve maintenance. Juist nu blijkt het vertrouwen dat toonaangevende industriële organisaties stellen in de dienstverlening van I-care™ bijzonder actueel. In deze tijd van arbeidskrapte en verduurzaming is het immers van groot belang om te kunnen vertrouwen op de condities van het machinepark.
De kernwaarden van I-care™ laten zich in beginsel gemakkelijk omschrijven. De dienstverlener helpt productiebedrijven en andere productielocaties met het zo optimaal mogelijk inrichten van onderhoudstrategieën. Wat er eigenlijk gebeurt, is dat I-care™ met behulp van eigen ontwikkelde techniek condities van machineparken evalueert . De doelstelling is duidelijk: vooral zorgen dat er een zo hoog mogelijk productiviteit ontstaat met zo min mogelijk onnodige uitval en zo min mogelijk onnodig onderhoud.
“De aanpak was voorheen: als een onderdeel kapot gaat, dan vervangen we dat. Wat daarna in zwang raakt, was dat bewegende onderdelen na een bepaald aantal draaiuren, of bij bepaalde intervallen, onderhoud kregen of werden
vervangen”, reflecteert Mathijs Riksen, managing director van I-care™ Reliability Nederland. Deze dienstverlener kiest voor een aanpak waarbij een ingreep noodzakelijk wordt zodra een afwijkende meting wordt geconstateerd.
Trillingsmetingen zijn een belangrijke graadmeter daartoe, terwijlal bestaande technieken, zoals geluids- of temperatuurmetingen, eveneens een belangrijke variabele vormen voor predictive maintenance. Dat deze aanpak almaar meer belangstelling krijgt, valt te herleiden tot een simpele rekensom. Een uur uitval van een machine kan duizenden euro’s kosten. De terugverdientijd van voorspellend onderhoud laat zich dan ook snel uitrekenen, terwijl dit concept verder een besparing oplevert van minstens dertig
procent op de onderhoudskosten.
Ten opzichte van de tijden waarin I-care™ werd opgericht, is er ook wat betreft het verzamelen van data veel progressie geboekt. Daar waar het verzamelen van data vroeger vooral handwerk was, heeft I-care™ met de Wicare™ een draadloze monitor op de markt gebracht voor het signaleren van trillingen en temperatuur. “De maakindustrie staat onder steeds grotere druk. Vanuit je luie stoel kun je elk product online bestellen. Productiebedrijven moeten efficiënter gaan werken om aan die vraag te kunnen voldoen, terwijl er tegelijkertijd minder arbeidskrachten beschikbaar zijn. Daarmee is het actueler dan ooit
dat productielocaties niet uitvallen en onderhoud goed wordt aangepakt.”
I-care™ is een wereldleider in predictief en preventief onderhoud. De AI-aangedreven en datagestuurde oplossingen voorspellen industriële storingen eerder dan wie dan ook. Met innovatieve methoden, producten en diensten draagt I-care™ zorg voor duizenden assets en processen van klanten over de hele wereld. Daarnaast helpt I-care™ hen de risico’s te verminderen voor een veiliger, productiever en duurzamer productieproces. I-care™, opgericht in 2004 met haar hoofdkantoor in België, heeft inmiddels meer dan 800 mensen in dienst en is aanwezig in 26 landen.
Bij ICL Industrial Products in Terneuzen proberen ze zo duurzaam mogelijk te werken met alle materialen die ze gebruiken. Gezien de lange investeringshorizon is duidelijke regelgeving noodzakelijk om ambitieuze duurzaamheidsdoestellingen te halen. Zeker wanneer het gaat om broom dat in veel producten zit die we dagelijkse gebruiken.
ICL is een wereldwijd bedrijf op het gebied van gespecialiseerde mineralen en broom. Broom is met name belangrijk als grondstof voor vlamvertragers en wordt verwerkt in kleding, elektrische auto’s, isolatiemateriaal en elektronica. Met de vlamvertrager kan vuur minder snel uitbreiden en worden levens gered. Het product is veelzijdig en ook te gebruiken als halffabricaat voor medicijnen, tubeless autobanden en batterijen. “Het is een product dat multifunctioneel gebruikt wordt,” zegt Lein Tange, sustainability director bij ICL Industrial Products. “Wij werken aan het sluiten van de ‘broom loop’ en maximaal te recyclen” zegt hij. Het is een proces van lange adem waar het bedrijf vol op inzet, verduidelijkt hij. Ook is ICL een van de initiatiefnemers van PSLoop dat als doel heeft om vlamvertragers te scheiden van afgewerkt isolatiemateriaal en broom terug
Het doel is om volledig circulair te worden en daar moeten nu stappen voor worden gezet
te winnen.
ICL richt zich ook op de ontwikkeling van innovatieve technologieën op het gebied van energieopslag, die hard nodig is voor de energietransitie. Op broom gebaseerde batterijen bieden een kosteneffectieve oplossing voor energieopslag. Daarnaast is ICL op het gebied van kunstmest continu bezig te innoveren met bv. een biologisch afbreekbare coating op kunstmestkorrels.
Voor ICL is de Dode Zee de bron van broom en bij de productie heeft deze de laagste CO2 uitstoot t.o.v. de rest van de wereld. Het is een duurzaam materiaal en dus hechten ze er bij ICL in Terneuzen veel waarde aan om het zo duurzaam mogelijk te verwerken, legt algemeen directeur van ICL Europe Vincent Brugge uit. “We hebben fabrieken en in het productieproces vindt uitstoot van CO2 plaats. Uit het oogpunt van sustainability zijn we onze productieprocessen aan het optimaliseren,” legt Brugge uit. ICL levert oplossingen om kwik-emissies van kolencentrales en afvalverbrandingsinstallaties te reduceren.
Hiervoor wordt Merquel gebruikt en dit geeft een sterke reductie van uitstoot van zware metalen. Het bedrijf heeft zich gecommitteerd aan de vermindering van 30 procent van haar broeikasgasemissies tegen 2030. ICL is bezig om een robuust doel te definiëren voor haar zogenaamde Scope 3 broeikasgasemissies. Dat maakt onderdeel uit van het Science Based Targets Initiative (SBTi), een initiatief dat bedrijven helpt bij het stellen van wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen voor het verminderen van emissies. “Bij Scope 3 gaat het om indirecte emissies vanuit de hele waardeketen, zodoende ben je afhankelijk van anderen,” zegt hij. Voor deze doelen moeten nu stappen worden gezet. Duidelijke regelgeving met een investeringshorizon die verder gaat dan een regeringstermijn is daarvoor essentieel, betoogt Brugge. En dat geldt ook voor de energietransitie waar het bedrijf volop mee bezig is, en dan met name energieopslag.
“Zeeland is het “grote stopcontact” van Nederland waarin alles samenkomt. Voor energieopslag kan ICL een bijdrage leveren met haar oplossingen voor het opslaan van energie, maar er moet wel duidelijkheid zijn qua vergunningen. Het moet tevens
rendabel blijven want als beursgenoteerde onderneming hebben wij ook commerciële belangen en verplichtingen” zegt Brugge. “Als er barrières worden opgeworpen door regelgeving of het werven van geschoold personeel moeilijker wordt gemaakt, dan wordt het lastig om grote projecten te realiseren,” waarschuwt Brugge. Voor significante investeringen op Europees niveau voor de komende 10-25 jaar om zo duurzaamheidsdoelen voor 2050 te realiseren is een voorspelbare omgeving nodig, besluit Brugge. “Dat is noodzakelijk voor grote investeringen.”
ICL Group is een wereldwijd toonaangevend bedrijf dat een breed scala aan producten maakt. De grondstof die in de meeste gevallen worden gebruikt, broom, wordt uit de Dode Zee als zout gewonnen. De toepassingen van het bedrijf vind je bijvoorbeeld in brandvertragende middelen, lifescience producten, automobiel industrie, verf, foto-industrie, oliewinning en in de behandeling van diverse waterstromen. ICL Industrial Products Terneuzen is onderdeel van ICL Group, de grootste broomproducent ter wereld met 12,000 werknemers en vestigingen in 30 landen. In Nederland zijn er 580 werknemers. Het Europese hoofdkantoor staat in Amsterdam en naast de faciliteit in Terneuzen is er ook een kunstmest fabriek in Amsterdam-West en Heerlen.
ICL Group
ICL Group is een wereldwijde leider in de productie en distributie van mineralen en speciale chemische producten. Het bedrijf richt zich op essentiële behoeften zoals voedsel, landbouw en industriële toepassingen. Met focus op duurzaamheid en innovatie levert ICL oplossingen voor wereldwijde uitdagingen, zoals voedselzekerheid en milieubescherming. Hun activiteiten omvatten de productie van meststoffen en hoogwaardige mineralen voor industriële toepassingen, waaronder technische en farmaceutische producten. ICL Group streeft naar voortdurende groei en een hoge mate van maatschappelijke verantwoordelijkheid in al haar wereldwijde bedrijfsactiviteiten. www.icl-group.com
Het Groningse Repowered heeft een ambitieuze doelstelling: alle groot-zakelijke gebruikers in Nederland (met een aansluiting >1 MW) naar een 100% duurzame energievoorziening. Voor iedereen, op het juiste moment, tegen de juiste prijs. Maar dan wél met controle op je eigen energie. Want daar valt - juist met een vol elektriciteitsnet - nog veel te winnen.
De energietransitie drukt zwaar op het overbelaste net en bedrijven dreigen op slot te raken. Toch kan er nog veel. Aansluitingen worden berekend op pieksituaties. “Tussen die pieken is nog veel transportcapaciteit beschikbaar”, zegt Chief Executive Officer Dirk Jan Masselink. “Die kun je beter benutten met flexibel vermogen. Denk aan koelinstallaties en laadpleinen, warmtekracht systemen, of productieprocessen. Die kun je - soms met batterij - tijdelijk afschakelen om ze na het ‘spitsuur’ weer aan te zetten. Aan de andere kant: energieproductie met zon en wind kun je even uitzetten als er een surplus is. Flexibel omgaan met energie zowel binnen een organisatie als op regionaal niveau, creëert nieuwe mogelijkheden.”
Dirk Jan
Chief Executive Officer, Repowered
Congestiemanagement ontzorgd
Dat kunnen bedrijven niet alleen. Er is samenwerking nodig én een marktpartij - de zogenaamde congestiemanagement service provider (CSP) - die alles regelt. Zeg maar de ‘middelman’ tussen eigenaren van een grote energieaansluiting en de netbeheerder. Wat doet zo’n CSP? Het begint met inventariseren hoe je vraag en aanbod flexibel op elkaar af kunt stemmen. Is die ruimte er, dan kun je met de netbeheerder een capaciteitsbeperkend contract afsluiten. Daarin staan afspraken over de hoeveelheid vermogen die de netbeheerder mag inperken, op welke tijden, tegen welke vergoeding. Een CSP zoals Repowered verzorgt niet alleen de inventarisatie, maar ook de onderhandelingen met de netbeheerder, de aansturing van de flexibele energie én de verrekening van de vergoedingen.
Zelf in control blijven
Masselink: “Als je op eigen initiatief aan de slag gaat met capaciteitsbeperking zorg je dat je zélf in control blijft, op basis van jouw voorwaarden. We zien dat er een groeiend aantal congestiegebieden in Nederland is, waar de netbeheerder vanwege het overvolle net verplichte beperkingen zal opleggen. Het is natuurlijk
beter om dat voor te blijven. Wij zijn trouwens de enige partij die met alle netbeheerders zo’n CSP-overeenkomst heeft.”
Aansluiting van meer dan 1 MW? Doe op de site van Repowered vrijblijvend een quick-scan om te zien of congestiemanagement interessant is.
Smart Energy Services
Verduurzamen is meer dan congestieproblemen oplossen. Vraagafstemming, opslag, conversie van duurzame energie - zoals batterijen en waterstof - én slim inspelen op de
energiemarkten, wordt cruciaal. De haalbaarheid en de verdienmodellen voor de inzet van batterijen, waterstofproductie, marktcurtailment van wind- en zonneparken en smarthubs op bedrijventerreinen, zijn dan ook dagelijkse kost voor Repowered. Maar het wordt ook geregeld: Installaties aansluiten, optimaliseren van energiestromen en toegang tot de energie- en onbalansmarkten.
Masselink: “Op de energiemarkten fluctueren de prijzen niet alleen per jaar, maar ook per dag, kwartier of per uur. Met datascience volgen we 24/7 de energie- en capaciteitsmarkten en helpen we onze klanten met het slimmer inzetten van hun energie. Dynamische - PPA - contracten en ons Repower platform zorgen dat dit volledig automatisch gebeurt. Zo houd je óók met hernieuwbare energie grip op je energievoorziening.”
Jeroen van den Berg en Dirk Jan Masselink richtten in 2019 Repowered op. Samen hebben ze dan al jarenlange ervaring in netbeheer en energiehandel. Het hoofdkantoor van Repowered staat in Groningen en ook in Amsterdam is er een vestiging. Het bedrijf helpt overheden, bedrijven en lokale energie-initiatieven om een succesvolle transitie naar een duurzaam energiesysteem te maken. Naast congestiemanagement services is het bedrijf bezig met projecten als een haalbaarheidsonderzoek naar de ontwikkeling van een waterstofhub in Bolsward. Bij het zonnepark in Sluiskil verzorgt Repowered de slimme aansturing van eerste grootschalige batterij in Nederland om de energiemix in de gemeente Terneuzen te flexibiliseren.