DHL investeert tot 2030 ruim 7 miljard in verduurzaming van logistiek Reductie vrachtvluchten Schiphol remt verduurzaming SAF en elektrisch vliegen tonen hoe het beter kan
In 2050 wil DHL wereldwijd volledig emissievrije logistiek bedrijven. Dat betekent een transitie naar technologieën die nu nog niet of nauwelijks bestaan. Zoiets vraagt investeringen van bedrijven en een overheidsbeleid dat inzet op samenwerking en stimulering. Zo trekt DHL de komende jaren 7 miljard euro uit voor zijn duurzaamheidsagenda. Als het om luchtvracht gaat, is DHL echter teleurgesteld in de Nederlandse overheid, die denkt dat de reductie van vrachtvluchten zal helpen.
Met de reductieplannen van Schiphol komen ook vrachtvluchten in gevaar. Die maken slechts 5% uit van het totaal, maar zijn wel goed voor 25% van de economische toegevoegde waarde van de luchthaven. “Maatschappelijk en economisch kan ons land nooit om luchtvracht heen”, weet Kees de Lange, managing director van DHL Express in Nederland. “Wij vervoeren hoogwaardige technologische componenten, medische samples, medicijnen… services voor vitale maatschappelijke en economische sectoren waar een ontwikkeld land niet buiten kan, wil het een duurzame toekomst hebben. En natuurlijk moet dat luchttransport schoner en stiller, maar dat krijg je niet voor elkaar als je bedrijven beperkt in hun kernactiviteit. Als ons handelen en daarmee onze verdiencapaciteit wordt beperkt, komen ook de miljarden die DHL steekt in verduurzaming op het spel te staan. En dat terwijl een verantwoorde economische ontwikkeling en een duurzamere wereld juist hand in hand moeten gaan. De reductie van Schiphol is daarmee contraproductief in het streven naar duurzaamheid.”
Door innovaties in de logistieke keten kan DHL de belasting voor het milieu vergaand beperken. Nu al levert DHL in veel Nederlandse steden expreszendingen in de last mile vaak per fiets. En op veel plaatsen zijn de bestelauto en zelfs de vrachtwagen al elektrisch.
Duurzaam bouwen is ook een prioriteit van DHL Express. Nieuw gebouwde Service Centers hebben het befaamde BREAAM duurzaamheidscertificaat.
Als koploper in groene logistiek lanceerde DHL recent de GoGreen Plus service: CO2 verminderen door duurzamere vliegtuigbrandstof. Deze Sustainable Aviation Fuel (SAF) is op dit moment de belangrijkste manier om CO2 uitstoot in luchttransport terug te dringen. De Lange: “Echte reductie van uitstoot of insetting is ook veel effectiever dan compenseren via offsetting. Compenseren gaat het probleem van klimaatverandering niet oplossen.”
“SAF wordt geleverd aan een aantal
Het elektrische e-cargo vliegtuig waar DHL er 12 van heeft besteld.
hoeveelheid SAF boeken op één locatie en vervolgens claimen op een andere locatie. Vergelijkbaar met het proces van ‘groene stroom’. Zo is GoGreen Plus beschikbaar vanaf elke locatie ter wereld, ongeacht waar de SAF wordt gekocht.
Geen betere manier om duurzaam vliegen te stimuleren dan door zo’n concrete order voor elektrische vliegtuigen
De reductie van Schiphol is contraproductief in het streven naar duurzaamheid
DHL
DHL Express-hubs over de hele wereld, waaronder Schiphol”, aldus De Lange. SAF wordt gemaakt van duurzamere bronnen, zoals gebruikt frituurvet of bosen landbouwafval. Dit wordt gemengd met traditionele vliegtuigbrandstof. Een vliegtuig dat op SAF vliegt, kan tot wel 80% minder CO₂ uitstoten. DHL’s doel is minimaal 30% SAF brandstofmix in 2030.
Door de erkende ‘Book & Claim’methode, kan DHL een specifieke
SAF wordt geleverd aan een aantal DHL Express-hubs over de hele wereld, waaronder Schiphol
Vanaf 2024 geldt in de EU de CSRDrichtlijn voor duurzaamheidsrapportage. Deze verlangt van bedrijven dat ze rapporteren over duurzaamheid in hun eigen organisatie en keten. Maar ook over hun Scope 3-emissies, de indirecte emissies in de waardeketen van een bedrijf, inclusief downstream transport en distributie. Met insetting via DHL GoGreen Plus verlagen bedrijven hun Scope 3-emissies voor de eigen klimaatdoelen. Het jaarlijkse GoGreen Plus certificaat biedt onderbouwing van duurzaamheidsprestaties en CO2emissierapportages. Het hele GoGreen Plus proces wordt officieel geverifieerd onder accreditatie van de Société Générale de Surveillance (SGS).
Elektrisch vliegen met ‘Alice’ Maar er gebeurt meer op het vlak van
duurzaam vliegen. Vlootvernieuwing vermindert de CO2-uitstoot met 18% ten opzichte van oudere vliegtuigen. En elektrisch vliegen gaat zijn intrede doen. In 2022 maakte ‘Alice’, het allereerste volledig elektrische toestel van Eviation Aircraft, zijn eerste proefvlucht. DHL bestelde 12 van deze toestellen in de e-cargo uitvoering. De Lange: “Geen betere manier om duurzaam vliegen te stimuleren dan door zo’n concrete order voor elektrische vliegtuigen. DHL voegt met zijn investeringen in SAF en elektrisch vliegen de daad bij het woord rond het verduurzamen van de luchtvaart. Maar we waarschuwen er tegelijk voor dat als we deze ontwikkeling willen stimuleren, we niet de bedrijfseconomische basis eronder vandaan moeten trekken!”
De investeringen van DHL zijn gericht op uitstootvrije logistiek in 2050, maar met heldere tussendoelstellingen. Voor 2030 staan ambitieuze doelen geformuleerd, als geïntegreerd onderdeel van de groepsstrategie:
• Jaarlijkse broeikasgasemissies verminderen tot onder de 29 miljoen metrische ton (officiële doelstelling bevestigd door de Science Based Target Initiative).
• 60% van onze bezorgvoertuigen elektrificeren.
• Groene alternatieven aanbieden voor 100% van al onze kernproducten en diensten.
De wereldhandel kreeg na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne tal van beperkingen opgelegd. Op zich is een dergelijk fenomeen niet nieuw: door veranderende douaneregels, maar ook door tal van handelsverstoringen, hebben im- en exporterende bedrijven en verladers de opdracht om wetswijzigingen nauwlettend te volgen. Customs Support neemt daarbij een ondersteunende rol op zich, waarbij klanten hulp krijgen bij het naleven van geldende afspraken.
Met name door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne is de wereldhandel fors verstoord. Deze ontwrichting is van ongekende schaal. Maurits Matthijsse, commercieel eindverantwoordelijke voor Customs Support, voegt toe dat de handel in feite structureel rekening moet houden met beperkingen en wetswijzigingen. Onder invloed van politieke sentimenten krijgen bedrijven die op mondiale schaal actief zijn te maken met internationale embargo’s en sancties. “Aan de andere kant kan het voorkomen dat handelsmissies beperkingen tussen landen wegnemen,” aldus Matthijsse.
Wat hij met deze inleiding vooral wil benadrukken, is dat im- en exporterende
Maurits Matthijsse, Commercieel eindverantwoordelijke, Customs Support
Customs Support
bedrijven, maar zeker ook vervoerders, te maken hebben met een complex samenspel van, constant veranderende, wet- en regelgeving. Voor bedrijven die niet bekend zijn met het naleven van deze voorschriften is het vrijwel onmogelijk om strikt aan de regels te voldoen. Juist op dit vlak toont Customs Support zijn kwaliteiten. Dagelijks zijn 1900 specialisten bezig met het analyseren van voorschriften en het terugkoppelen van bevindingen naar klanten.
Matthijsse vervolgt: “Wij adviseren klanten op verschillende manieren. Een van de belangrijkste is dat wij klanten helpen bij het bepalen van de juiste classificatie van goederen. Deze classificatie wordt door de douane gebruikt om het bedrag aan invoerrechten of andere heffingen vast te stellen. Doe je dit verkeerd en voldoe je niet aan de regels, dan kunnen er boetes worden opgelegd, eventueel van vele miljoenen euro’s. Wat wij op dit punt dus eigenlijk doen, is bedrijven ondersteunen bij deze classificatie, om te voorkomen dat deze boetes worden opgelegd.”
Boetes leiden bovendien tot een risico op onnodige vertragingen. Bedrijven die beboet zijn voor het niet naleven van regelgeving worden in de nasleep daarvan extra kritisch beoordeeld. “Een boete leidt
niet alleen tot financiële schade, maar kan ook leiden tot reputatieschade of het stagneren van commerciële processen. Bedrijven die kritisch worden beoordeeld door de douane moeten rekening houden met de doorlooptijd van hun goederen. Wij willen er juist voor zorgen dat dit handelsproces zo soepel mogelijk verloopt.”
Wat met name kritisch wordt beoordeeld, op het hedendaagse wereldtoneel, zijn producten met een zogenaamde dual use: goederen die zowel voor civiele als militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. “Met de huidige turbulentie op het wereldtoneel is dit bijzonder delicaat. Leveranciers van goederen worden erop gewezen dat sommige producten verboden zijn in verschillende landen.”
Artificial Intelligence en digitalisering hebben hun intrede gedaan in veel sectoren, en dat geldt ook voor de dienstverlening van Customs Support. De realiteit laat zien dat veel traditionele expediteurs nog volop gebruik maken van papier om goederenvervoer te stroomlijnen. Customs Support pleit ervoor om dat proces voor een belangrijk deel te digitaliseren, waarbij ook een rol is weggelegd voor AI. Director of Innovation Bardo Schültz legt uit dat digitale zending informatie niet altijd toegankelijk is, doordat (gescande) documenten slecht leesbaar zijn. Juist dan kan AI helpen bij het verzamelen van informatie om producten snel en nauwkeurig te kunnen classificeren. Dat bespaart tijd en geld. Het analyseren van wet- en regelgeving zelf blijft niettemin voorbehouden aan inzichten van eigen experts. Daartoe is de inzet van digitale oplossingen of AI
onvoldoende toereikend.
De dienstverlening van Customs Support kan zowel reactief als proactief worden ingezet. Zo omvatten de werkzaamheden enerzijds het inklaren van goederen waar het bedrijf dagelijks mee bezig is, en anderzijds wordt het bedrijf ook op minder regelmatige basis gevraagd om ondersteuning te bieden bij het voldoen aan de wet- en regelgeving.
Bardo Schültz, Director of Innovation, Customs Support
Customs Support Group is een Europese onafhankelijke douaneexpert. De meer dan 1900 specialisten streven ernaar om complexe douanewetgeving bij de import en export van goederen te vereenvoudigen en risico’s te beheersen, waarbij ze alle zorg met betrekking tot aangiftes uit handen nemen.
Campagne Managers
Alexander Dest & Ricardo Gonçalves
Managing Director
Jonathan Andersson
Redactie
Eltjo Nieuwenhuis
Graphic Design
Kiloe van Benthem & Mo Aslan
Tekst
Hugo Schrameyer, Karina Meerman, Michel de Ruyter, Jan Koning en Jolanda Hugens Kommers
Coverfoto AdobeStock
Gedistribueerd met
Het Financieele Dagblad 2024
Drukkerij
RODI Rotatiedruk
Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Uitgegeven door
Contentway B.V.
Keizersgracht 424
NL-1016 GC Amsterdam
Telefoon +31 20 808 82 00
Website contentway.nl
Email info@contentway.nl
redactie@contentway.nl
Lees meer op contentway.nl
Volg ons op social media op /contentwaynl
In dit themanummer bekijken we twee essentiële pijlers van het moderne bedrijfsleven: de wisselwerking tussen digitalisering en cybersecurity, en het groeiende belang van duurzame supply chain praktijken. Elk thema vertegenwoordigt een unieke set van uitdagingen en kansen die van cruciaal belang zijn voor bedrijven in de 21e eeuw.
Tekst: Eltjo Nieuwenhuis
Foto: AdobeStock
Dit nummer combineert de thema’s van digitalisering, cybersecurity en supply chain management. We verkennen hoe de adoptie van digitale technologieën zoals cloud computing, kunstmatige intelligentie, en het Internet of Things bedrijven in staat stelt om efficiënter, flexibeler en responsiever te opereren. Echter, deze technologische vooruitgang brengt ook nieuwe risico’s met zich mee, met name op het gebied van cybersecurity. We belichten het belang voor bedrijven om robuuste cybersecuritystrategieën te ontwikkelen en te onderhouden. De cyberbedreigingen voor hun data, processen en reputatie worden namelijk met de dag frequenter en geavanceerder.
We belichten het belang van een duurzame supply chain. Dit themanummer benadrukt de noodzaak voor bedrijven om hun supply chain processen te heroverwegen in het licht van ecologische duurzaamheid en sociale verantwoordelijkheid.
We onderzoeken de groeiende druk van zowel consumenten als regelgevers om meer verantwoorde inkooppraktijken te hanteren, de koolstofvoetafdruk te verminderen, en ethische normen in de gehele supply chain te waarborgen. Duurzaamheid in de supply chain is niet alleen een morele imperatief, maar ook een strategische factor die de
langetermijnprestaties en het merkimago van een bedrijf kan versterken.
De markt is constant in beweging, en Nederlandse bedrijven lopen vaak voorop. Wij spreken met de experts, pioniers en autoriteiten op het gebied van cybersecurity, digitale transformatie en duurzaam supply chain management.
In een datagedreven wereld waar innovaties elkaar razendsnel opvolgen, zien steeds meer organisaties de onmisbaarheid van een robuust en flexibel integratieplatform in. Bestaande systemen en processen zijn daarin optimaal geïntegreerd, en zijn razendsnel en veilig koppelbaar met de nieuwste systemen en software. Hierbij naderen lokale en on-prem integratieplatformen het einde van hun levenscyclus. Ze maken plaats voor toekomstbestendige, kostenefficiënte en schaalbare cloudintegraties. Estreme vertelt hoe organisaties, ook kleinere, de overstap kunnen maken en het overzicht kunnen houden.
Hoe bouw je robuuste integraties in de cloud zonder het inzicht in je berichtenverkeer te verliezen? Veel bedrijven worstelen met die vraag”, zegt directeur-eigenaar Tim Jonker van Estreme in Amsterdam. “Die vraag is ons specialisme. Een koppeling in de cloud is niet zo moeilijk te maken. Alles kan, dat is het probleem niet. Maar het zo doen dat alles op één plek volledig inzichtelijk bij elkaar staat, met een goede zoek- en presentatiefunctie, dat is lastig.”
Estreme
Deze thema’s spelen een cruciale rol in de strategieën van moderne bedrijven in onze snel veranderende wereld. We benadrukken het unieke belang en de unieke uitdagingen die elk met zich meebrengt, terwijl we ook de mogelijkheden verkennen om deze gebieden te integreren in een holistische aanpak.
Schaalbaar
Estreme biedt een integratieplatform waarvan de architectuur volledig is opgebouwd uit standaard Microsoft Azure componenten. Jonker: “Dat hebben we zo ingericht dat elke stap in het verwerken van een bericht wordt gelogd en volledig tracken traceable is. Als er een fout optreedt, kan deze eenvoudige worden hersteld en zal het bericht opnieuw worden aangeboden.”
Een voordeel van cloudoplossingen is, dat het niet uitmaakt of het om één bericht
gaat of om tienduizend. “De componenten schalen gemakkelijk op en af, de cloudomgeving beweegt me je mee.”
Haalbaar
Het mooie is, zegt Jonker, dat het daarom voor ieder bedrijf toepasbaar is, van multinational tot MKB. “Vanaf een paar honderd euro per maand is het integratieplatform op basis van de Azure pay-per-use service al binnen bereik. De uiteindelijke kosten hangen af van de gewenste service en de hoeveelheid berichten. Dat maakt de oplossing betrouwbaar en betaalbaar voor grote en kleine bedrijven.”
Neem contact op met integratiespecialist Estreme.
Estreme ontwikkelde zich vanaf de oprichting in 2010 van (middleware) applicatiebeheerder tot koppelings- en integratiespecialist. Estreme brengt dit specialisme onder andere in de praktijk voor ASICS, Brabant Water, NIBC Bank, Boskalis en De Nederlandsche Bank. www.estreme.nl
De veranderende behoeften van de jongeren nu, het cultuurpubliek van de toekomst, bieden kansen voor de cultuursector, om zich te oriënteren op nieuwe manieren van het maken, organiseren en ervaren van cultureel aanbod. Digitaliseren of zelfs digitaal transformeren bereidt de cultuursector daarop voor. DEN helpt de sector met dit digitale transformatieproces in opdracht van het ministerie van OC&W.
Door de ontwikkeling van digitaal leiderschap en een innovatieve organisatiecultuur kunnen culturele organisaties stappen zetten in het proces van digitale transformatie. Dit proces vraagt om het stapsgewijs toewerken naar een fundamenteel andere manier van werken, gedreven door de toenemende digitale innovaties in de maatschappij en gebaseerd op gedegen kennis van het veranderende publieksgedrag dat daarmee gepaard gaat.
‘Grensverleggende samenwerking is onmisbaar. Een samenwerking waarin vaardigheden, mogelijkheden, kennis én visies, uit zowel de publieke en private
DEN
sector, elkaar versterken.’, aldus Maaike Verberk, directeur van DEN. Volgens Maaike zijn er drie duidelijke redenen waarom de sector meer samenwerking nodig heeft:
1. Kennis en kunde van buiten de sector combineren met die van binnen de sector levert kruisbestuiving en kansen op voor alle samenwerkingspartners. 2. Samenwerking levert een frisse blik op nieuwe waardecreatie in het digitale domein. Nu al rekening houden met het publiek van de toekomst biedt kansen om cultuur (of cultuurbeleving) via digitale innovaties persoonlijker te maken en kansen te benutten voor co-creatie en participatie. 3. Het is niet nodig om opnieuw het wiel uit te vinden en mensen en middelen te versnipperen; de cultuursector kan leren van andere sectoren. Hiervoor openstaan is een belangrijke ontwikkeling.
Innovatie en digitalisering worden binnen de cultuursector in eerste instantie vaak ingezet voor het verrijken van de beleving van cultuurbezoekers. Denk aan het initiatief ‘Venues of the future’, een
samenwerking van interdisciplinair theater ensemble NITE (NL), digital agency Substrakt (UK), Audience Lab (UK) en DEN. Hierbij wordt niet gezocht naar een vervanging van de fysieke beleving, maar juist naar de aanvulling met digitale technologieën. Ze experimenteren bijvoorbeeld met het op afstand betrekken van publiek bij het repetitieproces.
Onderzoek van DEN toont aan dat veel culturele organisaties deze kansen nog niet vaak benutten. Ze staan aan de start van digitale transformatie en hebben in deze fase nog belangrijke stappen te zetten om de basis op orde te brengen. Hier ziet DEN ook kansen voor samenwerking met sectoren buiten het cultuurveld. DEN is bijvoorbeeld een samenwerking gestart met het Digital Trust Center (DTC) van
Wil je meer lezen over de rol van grensverleggende samenwerking in het digitale transformatieproces? Kijk dan op den.nl.
het ministerie van Economische Zaken. Zo krijgt de cultuursector inzicht in de stand van zaken van cyber security, en kunnen culturele organisaties worden geholpen om hun cyberveiligheid te vergroten.
Samengevat, voor het benutten van de kansen van digitale transformatie in de cultuursector is grensverleggende samenwerking essentieel. Het biedt mogelijkheden voor nieuwe waardecreatie maar ook voor de versnelling van het transformatieproces.
Belangrijk voor het slagen van deze manier van werken zijn: een integrale aanpak, budgettaire keuzes om ruimte te maken voor innovatie en een innovatieve organisatiecultuur.
Met de opkomst van Artificial Intelligence en almaar verdergaande digitalisering bestaat er een groeiende noodzaak om cybersecurity naar een hoger niveau te tillen. Als reactie daarop zijn managed detection and response-diensten, de digitale alarmcentrale, steeds populairder geworden. Conscia, ‘de architecten van jouw IT-infrastructuur’, benadrukt daarbij dat de bedrijfseconomische en menselijke aspecten minstens zo belangrijk zijn als het technische component.
Dat cybersecurity qua aandacht een extra boost kan gebruiken, wil Maarten Werff, security solution consultant van Conscia, niet volmondig beamen. “Het meeste risico bestaat in de middencategorie, bedrijven tussen
Conscia www.conscia.com
de 500 en 1.500 medewerkers. Die zijn een gewilde prooi van cybercriminelen, terwijl het die bedrijven ontbreekt aan de mogelijkheden om een dedicated team voor cyberveiligheid op te tuigen.”
In feite valt er niets af te dingen op de aandacht voor cybersecurity. Waar wel een punt van zorg bestaat, is de wijze waarop risico’s worden afgedekt. Vooral dankzij Artificial Intelligence weten cybercriminelen hun aanvallen steeds geraffineerder vorm te geven. Slimme malware wordt zodanig ontwikkelt dat deze zich gedraagt als een vertrouwde applicatie. “Als deze kwaadaardige software zich nestelt in de omgeving van je bedrijf en ondertussen een connectie naar buiten weet op te zetten, dan kan de aanvaller
vrijwel ongezien naar binnen om alle vertrouwelijke data te ontfutselen.”
Dat klinkt op zich bedreigend, maar er bestaat ook een andere kant van de medaille: Artificial Intelligence maakt een digitale aanval sneller toegankelijk, maar dat geldt ook voor defensieve weerbaarheid. Met andere woorden: was het tot voor kort noodzakelijk om veel specialisten beschikbaar te hebben voor het analyseren van activiteiten binnen een IT-omgeving, nu zijn daar nieuwe oplossingen voor beschikbaar. “Onze managed detection and response (MDR)-diensten wordt aangeboden als Cybersecurity as a Service. De basis van dit concept wordt gevormd door next-gen security controls die de klant in eigen huis heeft. Deze geoptimaliseerde
controls genereren bruikbare signalen die je gebruikt als tooling om je analyses te doen. Daarmee filter je alle irrelevante verstoringen weg, zodat we ons kunnen focussen op de echte incidenten”, zegt Maarten Werff, waarbij die benadrukt dat afdoende cybersecurity zowel is gebouwd op technische, menselijke als bedrijfseconomische componenten.
“Het waarborgen van bedrijfscontinuïteit betekent ook dat je de kernprocessen van de klant dient te begrijpen. Als je een incident traceert in een productieomgeving, ga je dan alle machines stilleggen of breng je een deel van die machines in isolatie? Zo breng je de productie niet in gevaar, terwijl je de cyberrisico’s afdoende hebt afgewend.”
Wij zijn ‘The people that make IT happen’: de architecten van jouw IT-infrastructuur. Conscia onderscheidt zich door diepgaande kennis van en betrokkenheid bij klanten. Op basis hiervan kan Conscia klanten met ‘missie-kritische’ IT infrastructuren ondersteunen met passende IT-infrastructuuroplossingen en -diensten die hun business optimaal ondersteunen. Conscia is gespecialiseerd in networking, cybersecurity en hybrid cloud.
ACTUEEL
Iedereen kan gehackt worden. Tegenwoordig laten ook hackers zich bijstaan door AI. Security, AI en ‘the war for talent’ zijn in 2024 weer de beelbepalende IT-thema’s. Maar hoe precies? Directeur & hoofdredacteur Witold Kepinski van Dutch IT Channel & Dutch IT Leaders schetst de ontwikkelingen.
Statelijke actoren zijn al jaren actief met hacking. Nu de geopolitieke verhoudingen verder op scherp staan, zal dit naar verwachting intensiveren. Daarnaast zullen cybercriminelen ‘losgeld’ blijven vragen voor data die ze kapen. Dit maakt het op orde hebben van de security actueler dan ooit. Daarbij gaat het om de technische toepassingen, maar zeker ook over het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers. Menselijk gedrag is belangrijker dan de techniek. Professionele hackers nemen maanden de tijd om binnen te komen. Dat ene phishing linkje kan genoeg zijn om op een ‘onschuldig’ niveau binnen te komen en vandaar stap voor stap naar de geheimen van een organisatie toe te werken. Cybersecurity expert Erik Westhovens beschrijft dit prachtig in het boek ‘13. Ransomwared’.”
Preppen
“Behalve de beveiliging zelf is het ook belangrijk om de ‘disaster recovery’ op orde te hebben. Hoe lang duurt het voordat de organisatie weer verder draait op de back-up data? Een goede IT partner heeft daarvoor scenario’s en draaiboeken klaarliggen. En een voorbereide organisatie neemt IT-security mee in de strategie. De security in de keten van toeleveranciers maakt daar nadrukkelijk deel van uit. Om dit
goed te verankeren is een Chief Information (Security) Officer nuttig.”
Democratisering
“Dat hackers tegenwoordig AI inzetten om hun activiteiten te verbeteren en te versnellen, hoeft niet te verbazen. AI-inzet is overal aan de orde: in HR, Marketing, Sales, Legal, IT en R&D. In de systemen van alle grote softwarebedrijven zit AI. Dat zorgt voor democratisering van AI: het is voor alle bedrijven bereikbaar geworden. Uiteindelijk zal elke organisatie AI inzetten om sneller en effectiever op basis van data te opereren. Wie dat goed doet, pakt kansen. Wie die kansen laat liggen, wordt ingehaald.”
Talent enthousiasmeren
“De positie van de VS in de wereld is grotendeels opgebouwd door kenniswerkers. Bedrijven wereldwijd schreeuwen om talent. Wat politici ook beweren: kenniswerkers – en zeker ook
developers, data scientists en AI-specialisten blijven nodig. Dat geldt zeker bij Nederlandse paradepaardjes als ASML en NXP. Natuurlijk moeten we onze jonge mensen enthousiasmeren om voor werk in de IT te kiezen, maar knappe koppen uit het buitenland zullen nodig blijven om onze economie te versterken.”
Witold Kepinski, Directeur & hoofdredacteur, Dutch IT Channel & Dutch IT Leaders
Tekst: Leendert van der Ent
Uxbee – Partner Content
Mensen en organisaties worden zich steeds meer bewust van cybercriminaliteit, als gevolg groeit de cybersecuritymarkt al jaren flink.
Bedrijven krijgen binnenkort te maken met de NIS2-richtlijn, die zich richt op het verbeteren van de digitale en economische weerbaarheid van Europese lidstaten. Elk land maakt hierbij zijn eigen lokale wetgeving. De richtlijn richt zich op dreigingen tegen netwerk- en informatiesystemen, zoals cyberbeveiligingsrisico’s.
Cybermeister heeft een nieuw platform gebouwd om efficiënter cybersecurity-specialisten in te zetten. Rick Hofstede van Cybermeister stelt dat als essentiële bedrijven in de maatschappij worden gehackt, dit enorm ontwrichtend kan werken, iets wat de uiteindelijke wetgeving wil voorkomen. In de basis zijn de opgestelde vereisten geen rocket science, maar dingen die je eigenlijk sowieso zou moeten doen. Iets vergelijkbaars zie je bij cybersecurity-verzekeringen, waar verzekeraars basishygiëne willen zien die de kans en impact van een incident verkleint. Hofstede trekt een vergelijking met de AVG, waar een vergelijkbaar traject is afgelegd. Als er een datalek ontstaat dat niet op tijd gemeld wordt, heeft de Autoriteit Persoonsgegevens daar een handhavingsmechanisme
voor en krijgt de betreffende organisatie een boete opgelegd. Om mensen in beweging te krijgen, moet er gehandhaafd worden. Er komen normenkaders en wetten, en de wereld van cybersecurity ontwikkelt zich steeds verder. Volgens Hofstede wrijven ze zich niet per se in de handen als de nieuwe regels meer werk opleveren. Het werkt ook opportunisme in de hand, omdat allerlei partijen in het gat willen springen.
Een van de onderdelen van NIS2 is het implementeren van detectie en respons, wat betekent dat als er op een moment iets gebeurt, dit zo snel mogelijk wordt herkend en adequaat gemitigeerd. Volgens Hofstede is dit eigenlijk een basishygiëne, die dus door de wetgeving afgedwongen wordt. Cybermeister levert hiervoor geen producten, maar uitsluitend maatwerk. Net als voor talloze andere cybersecurity aspecten, ligt de oplossing in onafhankelijk advies.
Tekst: Jan Koning
Dr. Rick Hofstede, CEO, Cybermeister
Uxbee is een partner die marketing via technologie optimaliseert. Theo de Wolf, CEO en verantwoordelijk voor sales bij uxbee, stelt dat ze de marketing engine van bedrijven laten werken: “Marketing is een funnel waar marketing qualified leads moeten leiden tot sales qualified leads.”
Bedrijven die investeren in hun digitale marketingtechnologie hebben een voorsprong. Bij het ontwerpen en creëren van klantervaringen, bij nieuwe proposities en bij digitale
Uxbee
transformaties speelt technologie een essentiële rol. Uxbee implementeert als Gold- en Focus-partner het technologisch marketingplatform van Sitecore. Ze hebben (met vier Sitecore MVP’s in dienst) veel kennis en kunde in huis. Een samenwerking start altijd met het formuleren van doelstellingen, vervolgens bespreken ze hoe ze de marketing engine zo kunnen aanzetten dat deze werkt richting die doelen. Dat doen ze op strategisch vlak, waarbij de strategie en het marketingplan van een bedrijf worden vertaald naar een goedwerkend platform. Als ze het marketinglandschap in beeld
Veel bedrijven gebruiken hun engine als platte CMS, maar je kunt veel meer
hebben, kunnen ze precies bepalen welke technologie daarbij het beste werkt. “Veel bedrijven gebruiken hun engine als platte CMS, maar je kunt onder andere personaliseren, marketing automation
Uxbee is partner in technologiegedreven marketing. We vertalen doelstellingen naar een Digital Experience Platform waarmee onze klanten digitaal volwassen worden. Onze specialisaties zijn de strategie, techniek, implementatie en adoptie van marketingtechnologieën binnen organisaties. www.uxbee.nl
opzetten, A/B-tests uitvoeren en AI toepassen’’, vertelt De Wolf. Uxbee zorgt voor de strategische analyse, maar ook voor de technische implementatie. Dat kan in de vorm van Sitecore als content management systeem, een personalisatieengine of via een geïntegreerde tussenlaag waar belangrijke data zit. Ze zijn technisch gespecialiseerd én spreken de taal van de marketeer. “We starten altijd met een workshop om de vraag achter de vraag de achterhalen. Als een klant bij je komt, zit er meestal veel meer achter dan ze in eerste instantie vertellen’’, aldus De Wolf.
Marga Reuver zit, met het haar in de krul en in afwachting van de make-up, vlak voor aanvang van het gala waar ze genomineerd is voor de prestigieuze prijs ‘Dutch Tech Woman of the Year.’ Tussendoor maakt ze ‘gewoon’ nog even tijd voor het interview en spreekt ze openhartig over de trends die ze ziet in de ‘cloud-markt’.
EGP Dutch Service Cloud Solutions is een Nederlandse leverancier van infrastructuur voor ITvoorzieningen. Het is in ons land één van de eerste partijen die rekenkracht, dataopslag en computergeheugen als een dienst levert. En dat alweer vijftien jaar. Marga Reuver, directeur en mede-eigenaar bij EGP vertelt: “Voorheen hadden bedrijven een eigen serverruimte in huis. Nu leveren wij organisaties servers als een dienst, dit wordt Infrastructure as a Service (IaaS) genoemd. Het hardware platform is dus van onszelf, maar dit hebben wij slim opgedeeld, zodat meerdere klanten gebruik kunnen maken van de hardwarelaag. Wij zijn eigenlijk de bodemplaat voor de IT.”
Heroïne
Buiten deze diensten biedt EGP aanvullende diensten als back-up, aparte data-opslag en ‘disaster recovery’. “Deze diensten worden exclusief aangeboden via het IT-kanaal in Nederland, de zogeheten managed service providers (MSP’s) en softwarebedrijven. Managed service providers zijn externe partijen die de dagelijkse verantwoording op zich nemen om de IT-omgeving te verzorgen voor bedrijven en organisaties in Nederland. Onze MSP’s kunnen dus met onze
bodemplaat eigen IT oplossingen bouwen, bijvoorbeeld een eigen werkplek. En softwarebedrijven krijgen met behulp van ons platform de flexibiliteit om hun software en diensten te ontwikkelen.”
Een belangrijk detail dat Reuver aanhaalt, is dat de diensten exclusief worden aangeboden via het Nederlandse IT-kanaal. Er zijn namelijk ook een aantal grote ‘techreuzen’ die gelijksoortige diensten leveren. De vraag is dan hoe je als ‘klein’ Nederlands bedrijf kunt concurreren met een Google, Microsoft of Amazon (AWS). “De beweging die wij de afgelopen jaren zien van deze grote bedrijven zijn eigenlijk altijd alleen op de korte termijn gericht. Dat geeft druk op de prijs en technologiekeuze waarbij een klant nauwelijks controle heeft over zijn eigen ICT en data. Je krijgt een product, maar geen service en niet de continuïteit die wij bieden. Daarbij werken ze met het zogenaamde ‘heroïne-model.’ Ze komen met nieuwe technologie op de markt –bieden het in eerste instantie gratis aan – maar niet zo heel veel later moet je er ineens voor gaan betalen. Een voorbeeld uit de praktijk is Microsoft Teams. In de coronatijd is dit nog gratis en gebruiken we het massaal. Niet veel later moet ervoor
Marga Reuver, Directeur en mede-eigenaar, EGP
worden betaald maar dan ben je ‘hooked’ aan het gebruik ervan en wil je nog een shot.”
Oplossing
Het is één van de dingen waarin
EGP zich onderscheidt. Het bedrijf is transparant als het aankomt op ‘pricing’ en technologie. Daarnaast voorzien zij hun partners van een uitstekende service en garanderen ze de privacy van hun data. Vooral dit laatste is de afgelopen tijd een hot topic. Reuver: “De eerder genoemde grote bedrijven vallen onder de cloud-act. Die is in het leven geroepen na 9/11. Dit houdt in dat de Amerikaanse overheid –wanneer ze ook maar een idee hebben van
In de prijzen!
enige vorm van dreiging – bij alle gegevens kunnen van bedrijven die hun data hebben opgeslagen bij een Cloud-service die onder Amerikaanse wetgeving valt. Wij zijn hier het Nederlandse antwoord op. Of misschien beter gezegd, de oplossing voor.”
In Nederland zijn er drie bedrijven die zich alleen bezig houden met IaaS zoals EGP. Echter was EGP de eerste met dit business- en verkoopmodel. Wat het bedrijf merkt, is dat er steeds meer behoefte is aan privacy en vooral aan wetgeving. “Aan de wetgeving die de EU uitrolt – ze zijn er overigens wel rijkelijk laat mee begonnenkunnen Amerikaanse bedrijven simpelweg niet voldoen. Bedrijven gaan daarom steeds meer met lokale partners in zee, en komen dan bij ons uit. Dit omdat wij in de afgelopen vijftien jaar met onze propositie in dat gat zijn gesprongen. We hebben dan ook een opzet gemaakt waarbij het echt om een eerlijke cloud gaat, zonder vendor lock-in. Om uit de cloud van grote techbedrijven te stappen, ben je nu veel geld kwijt. EGP hanteert hiervoor vanaf de start van een samenwerking een duidelijke exit strategie. Zo biedt EGP een beter alternatief.”
Marga Reuver wordt op de avond na het interview verkozen tot Nederlandse Tech Woman of the Year. “Een hele eer om deze prijs in ontvangst te nemen. Een kroon op het werk dat wij als bedrijf leveren en de bevestiging dat we op de goede weg zijn!”
NIEUWS
Michiel Steltman is een autoriteit op het gebied van digitale transformatie en cloud, en laat zijn licht schijnen op beide gebieden. Verder vertelt hij over het kruispunt waarop de mondialisering van het digitale speelveld zich bevindt en tal van andere zaken.
Tekst: Jan Koning
De digitalisering heeft echt een boost gekregen toen mensen doorkregen dat internet ook disruptieve, ofwel verwoestende, krachten heeft. Dit versnelde namelijk allerlei businessmodellen ontzettend.
Het beste voorbeeld is natuurlijk Kodak. Het ooit toonaangevende bedrijf heeft nota bene de digitale camera uitgevonden, maar dacht dat het wel los zou lopen met die digitale beelden. ‘Die rolletjes waren toch echt veel beter.’ en ‘Kijk eens hoe slecht die camera’s zijn.’ We weten allemaal hoe dat is afgelopen en het bedrijf is inmiddels een voorbeeld van bedrijven die de boot - die digitalisering heet - hebben gemist.’
Kodak
Uber transformeerde de taxiwereld, Booking.com zet de hotelwereld op z’n kop. Het is allemaal het resultaat van de digitalisering van het bedrijfsleven. “Het grootste taxibedrijf heeft plotseling geen auto’s en het grootste hotelbedrijf heeft geen kamers. Er gebeuren plotseling hele significante dingen op allerlei vlakken,
en niet in de laatste plaats op het gebied van finance en betalingen. De oude businessmodellen worden irrelevant, waardoor iedereen de kracht van grote datacenters en digitale middelen ziet, en begrijpt dat het ‘do or die’ is. Ze moeten mee in de digitalisering van het bedrijfsleven of worden straks in één adem genoemd met Kodak.”
Mondiaal
Bedrijven die wel meegaan, verleggen ook hun horizon. Het is prachtig uiteengezet in het model Three Horizons van McKinsey. Steltman vertelt hierover: “De eerste digitale horizon is optimalisatie van wat je doet. Denk hierbij aan kostenbesparing en efficiëntie.
De tweede gaat over nieuwe digitale diensten aanbieden in je eigen vakgebied. De derde is dat je moet zorgen dat je je hele business aanpast aan wat digitale technologie je aan mogelijkheden geeft, omdat je anders gewoon opgegeten wordt. Dit inzicht heeft de digitalisering een enorme boost gegeven, en gezorgd voor een enorme groei van Cloud-platforms.”
Die schaalvergroting, veroorzaakt door migratie naar de
Cloud, staat inmiddels op het kruispunt aldus Steltman. “Schaal en omvang werken enorm in het voordeel van mondiale bedrijven als Amazon, Microsoft en Google. Toch is er inmiddels ook een tegenbeweging op gang aan het komen en dat is die van digitale soevereiniteit. We zijn bang dat we wel heel erg afhankelijk worden van Amerika en China. Vier jaar terug was dat nog geweldig, maar nu vinden we het ineens een probleem. Hoe dit zich verder gaat ontwikkelen, is dan de belangrijkste vraag. Zet die digitalisering - migratie naar grote Clouds - en die schaalvergroting met mondiaal karakter zich voort of gaan we terug naar kleinschaligere netwerken die we meer in eigen beheer houden? Wie het weet, mag het zeggen. Mark Twain zei het al: voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat.”
Michiel Steltman, Managing Director, DINL
Rondom de digitalisering van de wereld kleeft altijd een randje van angst. Volgens Steltman is deze –tot op heden – ongegrond. “We hadden de angst dat er geen water meer uit de kraan zou komen en de stroom het niet meer zou doen omdat er computers achter zitten, maar blijkbaar is onze economie weerbaarder dan we denken. We hebben namelijk – tegenover degenen die kwaad willen – ook heel veel tegenkrachten. Steeds meer aandacht voor cyber security, actieve Inlichtingendiensten, wetgeving. Je kunt er dus op twee manieren naar kijken. Enerzijds kun je zeggen, het gaat een keer fout. Anderzijds kun je denken, als het zou kunnen, was het allang gebeurd. De vraag is dus of de angst gegrond is, de waarheid zal wel ergens in het midden liggen.”
Cybermeister – Partner Content
Bij marketing draait tegenwoordig veel om de zogeheten customer experience. Je wilt een goed gevoel overhouden als je in contact komt met een organisatie. Hoe zorg je daarvoor, zodat de klant ook weer bij je terugkomt? Patrick van Eechoud, COO/partner bij uxbee en Sitecore Strategy MVP, vertelt dat na jaren van ontwikkeling de sector nu op een kruispunt terecht is gekomen waar technologie, verbinding en maatschappelijke verantwoordelijkheid samen de toekomst gaan vormen van klantinteracties. Het is een belangrijke verschuiving naar een meer persoonlijke en emotionele connectie. De klant verwacht niet alleen een gepersonaliseerde ervaring, maar wil zich ook emotioneel verbonden voelen met een organisatie. Dan heb je het onder andere over kernwaarden, storytelling en gebruikersverhalen. Van Eechoud noemt het resoneren, raken en ervoor zorgen dat de klant het gevoel krijgt dat je bedrijf met hem levelt.
’’De waardegedreven connectie is heel belangrijk; hoe sta je daar tegenover? Klanten voelen zich meer verbonden met merken die standpunten innemen over maatschappelijke kwesties, duurzaamheid bevorderen, of actief bijdragen aan de gemeenschap. Dit soort engagement toont aan dat het bedrijf zich niet alleen richt op winst, maar ook op het maken van een positieve impact in de wereld.’’
Uxbee zorgt hierbij voor de technologie om de juiste boodschap bij de juiste doelgroep, op het juiste moment, via het juiste kanaal over te brengen. Online is een belangrijk kanaal, maar hij stelt dat fysiek een winkel binnenstappen en andere relevante touchpoints ook geïntegreerd moeten zijn. Data en content spelen hierbij een voorname rol. Hoe ga je die inzetten en met elkaar verbinden? Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat je als organisatie je klant echt (her)kent, zodat deze zichzelf niet opnieuw hoeft te introduceren. Waarbij je weet welke producten of diensten deze al heeft aangeschaft, zodat je je volledig kunt richten op eventuele nevenverkopen. Van Eechoud verklaart dat veel organisaties nog silo’s hebben, waar essentiële informatie niet met andere afdelingen wordt gedeeld. ‘’Content, een personalisatie-engine en data, dat zijn de belangrijkste dingen voordat marketing überhaupt iets nuttigs kan gaan doen.’’
Tekst: Michel de Ruyter
De vraag naar cybersecurity-experts is nog nooit zo groot geweest. Op dit moment staat het tekort op 3,4 miljoen wereldwijd. Met de toenemende digitalisering is er steeds meer cybercriminaliteit en daarmee stijgt ook de vraag naar experts. Niet alleen het tekort aan mensen, ook een gebrek aan de juiste vaardigheden kan een bedrijf, organisatie of zelfs land kwetsbaar maken. De grootste uitdaging zit dan ook niet in het beschikbare budget of de technologie, maar in het tekort aan specialisten met de juiste kennis en kunde.
Rick Hofstede en Bertil Holthuis van Cybermeister hebben een platform gebouwd voor en door cybersecurity-specialisten: “Wij geloven dat je alleen door samenwerking het personeelstekort in cybersecurity kunt oplossen.”
De urgentie is hoog en daarom is collectieve actie vereist. De oplossing zit niet alleen in het aantrekken van meer
Cybermeister www.cybermeister.eu
mensen, maar ook in slimmer en efficiënter samenwerken. Door krachten te bundelen ontstaat er meer uitvoeringskracht. De trend is echter individualisme. Veel cybersecurity-experts zijn zzp’ers en kleine bedrijven, en dat maakt efficiënt samenwerken lastig. Daarom hebben Rick Hofstede en Bertil Holthuis Cybermeister opgericht. De twee initiatiefnemers hebben een ‘track record’ in cybersecurity en het bedrijfsleven. Ze geloven in
krachtenbundeling, specialisatie en het op basis van inhoudelijke kennis en kunde schaalbaar inzetten van de juiste expertise. Cybermeister heeft een uniek operationeel model gebouwd. Met een sterk groeiend ecosysteem van inmiddels meer dan 140 ervaren experts heeft het bedrijf diepgaande kennis van cybersecurity in huis. Het platform bestaat onder andere uit architecten, engineers, analisten en Chief Information Security Officers (CISO’s) die
nauw samenwerken en kunnen helpen bij het selecteren, implementeren en beheersen van alle aspecten van cybersecurity. Dit kan de uitvoering van regelgeving of normenkaders, zoals NIS2 en ISO 27001, betreffen, maar ook CISO-as-a-Service en complexe cybersecurity-projecten. Zodoende krijgen bedrijven en organisaties één aanspreekpunt en een onafhankelijke partner, waarbij het klantbelang centraal staat.
Een fors aantal bedrijven en organisaties heeft de afgelopen jaren gekozen om data en applicaties onder te brengen in de public cloud. In beginsel kan dat een logische optie zijn, maar wanneer daar verder op wordt ingezoomd, blijken de cloud-kosten onvoorspelbaar te zijn en zelfs erg hoog uit te vallen. Nutanix, wereldleider op het gebied van cloudsoftware, biedt een oplossing dat een forse kostenbesparing combineert met tal van andere voordelen.
Dat bedrijven massaal hebben gekozen voor public cloud-diensten valt in beginsel wel te begrijpen, reageert Sander Scholten, Sales Director Nederland bij Nutanix. Door gebruik te maken van public cloud-oplossingen hebben klanten de beschikking over gerelateerde hardware, software en ondersteunende infrastructuur zonder dat ze die zelf hoeven aan te schaffen. “Op zich dus een logische keuze, maar waar veel bedrijven achter zijn gekomen, is dat de daaraan verbonden kosten onvoorspelbaar kunnen zijn en dus hoger kunnen uitvallen. Dat is het bijzondere van de public cloud: de dienstverlening wordt niet zozeer gedomineerd door beschikbare capaciteit, maar veel meer door contracten en prijsbepalingen.”
Een tweede belangrijke uitdaging is het gebrek aan autonomie. Wie zijn data of applicaties heeft ondergebracht in een bepaalde cloud, wordt het vrijwel onmogelijk gemaakt om workloads te verplaatsen naar een andere (goedkopere) aanbieder. “Bedrijven realiseren zich te laat dat ze niet tien of twintig procent extra zouden moeten betalen - de kosten kunnen soms zelfs twee tot drie keer zo hoog zijn. En wanneer de optie op tafel komt om het contract te herzien, blijkt dat welhaast onmogelijk.”
Tegen deze achtergrond manifesteert Nutanix zich in de markt met een uniform platform dat zich naadloos aanpast aan de hardware- en cloudopties van andere aanbieders. Zo beschikt de klant dus over een infrastructuur die soepel kan werken met verschillende cloud-omgevingen. Scholten: “Wat wij in feite doen, is het bieden van veel meer eenvoud in het beheren van de eigen IT-omgeving en de cloud. Het maakt niet uit bij welke provider je diensten of infrastructuur hebt ondergebracht, je kunt op elk zelf gekozen moment tot een andere keuze komen. Bijvoorbeeld omdat een andere public cloud-aanbieder veel goedkoper is. Wat wij merken is dat onze dienstverlening een kostenbesparing kan opleveren tot wel veertig procent. Soms zelfs meer.”
Deze dienstverlening heeft Nutanix ingericht langs verschillende assen, waaronder het onderdeel multicloudinzicht en –operations. Scholten legt uit dat de gebruiker daarmee een overzicht krijgt van al zijn workloads in alle cloudinstanties, zowel in de public cloud als in de software in eigen gebruik. “Zo kan de IT beheerder besluiten om een applicatie die bij een bepaalde dienst draait daar weg te halen en te verhuizen naar een andere aanbieder of naar het eigen datacenter bijvoorbeeld. Je krijgt een
Sander Scholten, Sales Director Nederland, Nutanix
volledig beeld van de huidige en historische gebruiks- en beveiligingsinstellingen van elke infrastructuur. Bovendien krijg je de mogelijkheid om wijzigingen aan te brengen om alle workloads geoptimaliseerd en conform de regels in te richten. We helpen onze klanten vooraf aan een project met het bouwen van een business value rapport. Daarin geven we de klant indicaties hoe hij zijn infrastructuur beter kan inrichten en wat dat kan opleveren, want de beslissing ligt bij de klant.”
Een ander onderdeel van de dienstverlening is de lift-and-shift applicatiemigratie. “Een groot probleem dat veel organisaties ondervinden, is dat eigen applicaties niet zomaar even in de public cloud passen. Daar zijn aanpassingen voor nodig die soms 18 tot 24 maanden in beslag nemen. Met onze oplossing daarentegen is het heel eenvoudig om applicaties naar de public cloud te migreren en te gebruiken. Het volstaat om met een paar muisklikken de public cloud van de eigen keuze te selecteren.”
Het onderdeel on-demand flexibiliteit van IT-resources heeft te maken met de mogelijkheid om on- en offpremises applicaties te combineren tot een samenhangende, uniforme multicloud-infrastructuur. “Daarmee is een mogelijkheid gecreëerd om snel en eenvoudig applicaties te migreren; bijvoorbeeld weer terug te halen naar het eigen datacenter. Wat je ook ziet, is dat bedrijven niet structureel veel extra computercapaciteit nodig hebben. Winkels bijvoorbeeld hebben het rond de feestdagen aanzienlijk drukker dan in het voorjaar. Door on-demand flexibiliteit aan te bieden, kun je capaciteit uitbreiden of afschalen.”
En tot slot, wat Nutanix tevens aanbiedt: cloud-native integratie en app-ontwikkeling. Scholten tot slot: “Wat je ziet, is dat public cloud-aanbieders hun eigen specifieke kwaliteiten hebben. Wat wij met onze cloud-native integratie bieden is dat de klant toegang krijgt tot de cloud-native tools en diensten van die operator. Het is daarmee veel eenvoudiger geworden om moderne cloud-native applicaties te bouwen, beheren en hosten in de ontwikkelaarsomgeving die de klant zelf selecteert.”
Nutanix
Benieuwd naar de mogelijkheden: ask@nutanix.com of ontmoet ons tijdens één van onze evenementen: https://event.nutanix.com/maakkennismetnutanix
Een stevige bescherming tegen verlies van omzet als gevolg van een digitaal incident is alleen mogelijk als jouw hele supplychain daaraan werkt. Stichting FERM helpt Rotterdamse bedrijven met het op orde krijgen van cyberweerbaarheid, voor zichzelf en de keten.
Tekst: Karina Meerman
De Rotterdamse Haven heeft een supply chain die je zo voor je ziet. Schepen arriveren, goederen worden gelost, gaan van de kade naar een terminal of magazijn, en vandaar het land in per vrachtwagen, binnenvaartschip of trein. De operationele (OT) en digitale technologie (IT) in dit gigantische samenspel zijn complex, het aantal spelers is groot. Daarom heeft een groot aantal bedrijven rondom deze economische main-
De afhankelijkheid van partners is in de Haven heel voelbaar, iedere schakel is onmisbaar
port zich verenigd in de stichting FERM, omdat ze collectief weerbaarder zijn tegen digitale dreiging van buiten en intern.
“De afhankelijkheid van partners is in de Haven heel voelbaar,” zegt directeur en bestuurder Evelien Bras. “Alles werkt samen, iedere schakel is onmisbaar. Men kijkt ook echt naar elkaar om.” Bras maakt duidelijk dat het in de eerste plaats aan bedrijven zelf is om hun huis digitaal op orde te brengen, maar dat FERM kan helpen met kennis en tooling. Zij zegt: “Nog steeds zijn
er organisaties die niet genoeg doen aan hun cyberweerbaarheid. Of die alleen de groene vinkjes van compliance nastreven. Terwijl iedereen wiens omzet afhankelijk is van de keten, een verantwoordelijkheid heeft dat die keten blijft werken.”
Leg die grote verantwoordelijkheid niet neer bij iemand die onder de IT-afdeling hangt, adviseert de bestuurder. “Digitale weerbaarheid was jaren geleden een zaak van IT’ers. Menselijk gedrag is daarbij gekomen en met nieuwe wetgeving, zijn er ook juridische vraagstukken. Digitale weerbaarheid gaat ook om responsibility en liability en die moeten liggen bij iemand die multidisciplinair is en dicht bij de Board zit.”
Voor bedrijven die niet goed weten waar te beginnen: “Breng de eigen kernpro-
cessen in kaart, match die met interne risico’s en externe dreigingen, en bepaal de impact. Zo ontstaat een risicomatrix,” vat Bras kernachtig samen. Ze vult aan dat niet alle risico’s van buiten komen. “Menselijk gedrag kan ook een risico zijn. Nalatigheid, maar ook wraak na een slecht exitgesprek of chantage door vrienden of familie. Ook daarom is het cruciaal niet alleen te kijken naar compliance met wet- en regelgeving, maar naar de daadwerkelijke risico’s.” Bras reikt als hulpmiddel het certificeringsmodel CYRA aan, (cyberrating.nl). Dit is beschikbaar voor alle bedrijven in Nederland.
De Europese richtlijn NIS2 (Network and Information Security) legt de verantwoordelijkheid voor cybersecurity bij bestuurders.
NIS2 vergroot de gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de leverancier- en toeleveranciersketen.
“Laat je informeren en bespreek het met je partners” adviseert Bart Lageweg, oprichter van Bizway.
Bart Lageweg begrijpt dat bestuurders niet zitten te wachten op nog meer regels, echter alle indicaties wijzen er op dat zij hoofdelijk aansprakelijk worden voor onderbrekingen in de keten door IT-verstoringen. “Je wilt als bedrijf voorkomen dat je imagoschade lijdt, naar aanleiding van een onderbreking in de keten, bijvoorbeeld door een ransomware aanval.” Als IT-partner is Bizway onderdeel van verscheidene leveranciersketens en is aansprakelijk voor het deel wat zij in de keten uitvoeren, volgens de NIS2-richtlijn. Lageweg lobbyt al langer voor meer samenwerking in de keten op het gebied van professionalisering omtrent IT Security. “De wet- en regelgeving staat voor de deur, je wilt voorkomen dat je op het moment van controle erachter moet komen dat jouw IT-omgeving niet voldoet aan NIS2. Kortom, start vandaag met een plan en vraag waar nodig om hulp.”
Breng de risico’s in kaart voor jouw organisatie en begin met het opstellen van een calamiteitenplan, adviseert Lageweg.
“Weet wat de belangrijkste processen zijn binnen jouw organisatie en in hoeverre deze afhankelijk zijn van partners in jouw keten. Deze informatie is cruciaal binnen het calamiteitenplan en zorgt ervoor dat jouw organisatie en de keten daaromheen weet welke acties genomen moeten worden in het geval van een calamiteit.”
Kortom, start vandaag met een plan en vraag waar nodig om hulp
Bepaal samen met je IT-partner in hoeverre jouw huidige IT-omgeving is voorbereid op een calamiteit. Hoe gaat die zorgen dat jij zo snel mogelijk weer aan het werk kunt na een calamiteit? “Belangrijk is om jaarlijks het plan te testen en bij te stellen, waar nodig. Je wilt op het moment van een crisis direct weten welk proces weer als eerste in de lucht moet zijn. “Wie nu een IT-calamiteitenplan heeft garandeert zijn bedrijfscontinuïteit.” Een bijkomend voordeel van een IT-calamiteitenplan hebben is dat je weet waar de kwetsbaarheden binnen jouw IT-omgeving zitten. Voorkomen is beter dan genezen, gebruik deze informatie om de kans op een calamiteit en daarnaast het risico om niet te voldoen aan de NIS2 richtlijn te verkleinen.
pallets zijn onderdeel van een grote, groene strategie
CHEP ziet het als hun missie om logistieke ketens slimmer en duurzamer te maken. Dat doen ze met name met hun herbruikbare en deelbare blauwe pallets. Maar ook met de data die deze pallets opleveren tijdens hun reizen in de supplychain.
Patrick Van Daele werkt al 26 jaar
bij CHEP; de laatste vier jaar in de rol van Country Leader voor Nederland. In die tijd heeft hij duurzaamheid zien groeien als thema, maar circulariteit zat altijd al in het businessmodel van CHEP. “Onze karakteristieke blauwe pallets zijn ons product, maar daar zit een dienstverlening omheen van delen en hergebruiken. Daarmee ontzorgen we de klant zodat die zich kan concentreren op zijn kernactiviteiten.”
Ontworpen voor hergebruik CHEP koopt alle pallets in om te delen en voor hergebruik. “Ons streven is dat een pallet zo lang mogelijk in de supplychain blijft. Onze pallets zijn zo ontworpen dat ze goed hersteld kunnen worden.” Het hout van de houten pallets komt van duurzame bossen. CHEP compenseert niet met één maar met twee bomen voor ieder gekapt exemplaar. “We willen niet neutraal zijn, we willen een positieve impact hebben op het milieu.” Het plastic in de plastic pallets
CHEP
komt deels van consumentenafval. “Hoe meer pallets we maken, hoe meer afval we uit het milieu halen,” zegt Van Daele. “We streven ernaar om pionier te zijn in de regeneratieve supplychain en dat doen we wereldwijd.”
De fabrikant geeft aan hoeveel pallets hij heeft gebruikt voor zijn chocoladetransport naar een winkelketen in Groot-Brittannië. Ook die bewegingen worden geregistreerd. “Wij weten altijd waar onze pallets zijn en waar ze naartoe gaan. Daarbij letten we altijd op de balans tussen overschot en tekort aan pallets, zodat we onze pool zo efficiënt mogelijk kunnen herbalanceren. Dat doen we over een zo kort mogelijke afstand.” Daarmee verdiende CHEP zijn derde Lean & Green-ster in Nederland, een erkenningsprogramma voor de behaalde CO2-reductie op de logistieke activiteiten.
Datadragers
We helpen nu ook andere bedrijven met hun circulaire economie
Transportbewegingen
De pallets worden geleverd uit de centrale voorraad van CHEP, dat het retourhalen van lege pallets coördineert met andere partijen in de regio. Het streven is lege kilometers zo veel mogelijk te vermijden, door samenwerking en het delen van transport. Stel, CHEP levert pallets aan een chocoladefabrikant in Zwitserland. Die gegevens gaan in de interne ICT-systemen.
De pallets dienen steeds meer als dragers van data om transportstromen in kaart te brengen. Zo werkt CHEP aan het verlagen van zijn eigen CO2-uitstoot, maar ook aan het verhogen van de transportefficiëntie bij klanten. Van Daele licht toe: “Op basis van uitgebreide analyses van onze data kunnen we de klanten helpen om inefficienties in hun eigen netwerk in kaart te brengen maar ook opportuniteiten voor samenwerking tussen klanten in beeld brengen. Aan de hand daarvan kunnen klanten nieuwe
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheepte het Amerikaanse leger enorme hoeveelheden goederen naar Australië, op houten pallets. Niemand wist wat ze met die pallets moesten doen, behalve verbranden, want dan lagen ze niet meer in de weg. De Australische overheid had echter een beter idee en richtte de Commonwealth
CHEP is één van de duurzaamste logistieke bedrijven ter wereld door het deel- en hergebruikmodel, ook bekend als ’pooling’. Het poolingmodel is gebaseerd op de principes van de circulaire economie, dat maakt het inherent duurzaam. Het model zorgt voor veerkrachtige supplychains, door de bedrijfskosten en de vraag naar natuurlijke hulpbronnen te verminderen en koolstofuitstoot en afvalproductie te verminderen. Wereldwijd is CHEP actief in 60 landen met een pool van 360 miljoen pallets, kratten en containers. Er werken 12.000 medewerkers. www.chep.com
manieren vinden om hun efficiëntie te verbeteren en verspilling tegen te gaan.” Hij zegt dat CHEP over heel veel data beschikt. “We onderzoeken voortdurend hoe we die het beste kunnen inzetten. We brengen gegevens samen over vestigingen heen. Dat leidt tot heel interessante analyses, waarmee we goederenstromen verder kunnen optimaliseren.”
Trackers
Momenteel onderzoekt CHEP de mogelijkheden om trackers te gebruiken op de pallets om nog meer informatie uit de supplychain te halen. Enerzijds wil het bedrijf zo nog meer informatie inwinnen voor zijn klanten, anderzijds dragen de data bij aan het nog efficiënter maken van de pallet-pool en het verder verlagen van de impact op het milieu. Van Daele zegt: “Wij werken al 45 jaar in de Benelux en al 45 jaar is duurzaamheid ons beleid. We blijven onze doelstellingen uitbreiden. We helpen nu ook andere bedrijven met hun circulaire economie, door de impact op het milieu te reduceren. Dat is voor ons vanzelfsprekend, dat zit in ons businessmodel en in ons DNA.”
Handling Equipment Pool op (CHEP). Bedrijven hoefden zelf geen pallets te kopen, op te slaan en te onderhouden. Zij konden gebruik maken van de enorme voorraad van CHEP. In 1949 werd CHEP geprivatiseerd. In 1958 werd het gekocht door Brambles, een Australisch bedrijf dat in 1875 was opgericht.
Astrid Buijssen maakt als voorzitter van de stuurgroep Supply Chains deel uit van het topteam Logistiek en is daarom de uitgelezen persoon om de huidige ontwikkelingen en uitdagingen op het gebied van logistiek in Nederland te bespreken.
Tekst: Michel de Ruyter
Samen met ondernemers, overheden en kennisinstellingen wil Topsector Logistiek werken aan dé ambitie voor 2050: een concurrerende en emissieloze logistiek in Nederland. Ze hebben hiervoor een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de talloze activiteiten worden toegespitst op 4 toepassingsgebieden en 7 thema’s. Deze gebieden zijn steden en ruimte, corridors en knooppunten, mobiele werktuigen en bouwlogistiek en supply chains. Op initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt het programma met vakspecialisten en marktpartijen samen aan de grote maatschappelijke uitdagingen en duurzaamheid.
Veelzijdige organisatie
Deze vorm bevordert innovatie door een unieke manier van samenwerking tussen de betreffende partijen. De stuurgroepen van Topsector Logistiek met specialisten uit de markt geven inhoudelijk vorm aan het programma. Het programma wordt uitgevoerd door Connekt en TKI Dinalog (onderzoekskant). Buijssen: ‘’Als Topsector Logistiek zetten we ons in voor een eerlijk speelveld in de logistiek. En ook hoe logistiek kan inzetten bij de grote maatschappelijke vraagstukken die spelen in Nederland. Denk hierbij aan onderwerpen als verduurzamen, het succesvol toepassen van digitalisering, de
Astrid Buijssen, Voorzitter stuurgroep, Supply Chains
schaarsteproblemen op allerlei gebieden en de veerkracht rondom allerlei verstoringen in de toeleveringsketens.’’
Wetgeving
De wet- en -regelgeving verandert snel en is volop in ontwikkeling. Volgens Buijssen kan een wet dienen als katalysator voor verandering, maar soms heb je ook veranderingen nodig in de wetgeving om uiteindelijk een beoogde verandering effectief waar te kunnen maken. ‘’Wij proberen ook duiding te geven aan beleidsmakers, zodat er nagedacht kan worden over de benodigde faciliteiten en hoe partijen beter met elkaar kunnen samenwerken en op een manier die uitdagingen handen en voeten geven.’’ De Topsector Logistiek probeert bijvoorbeeld aan de hand van hun programma’s de logistieke voetafdruk weer te geven in
CO2, wat ook steeds meer door wetgeving wordt verlangd. ‘’Daar hebben we als Topsector een methodiek voor ontwikkeld die nu wordt toegepast in diverse tools. Inmiddels maken zo’n 1500 bedrijven hier gebruik van en het voordeel is dat ze relatief makkelijk zo’n vraagstuk kunnen beantwoorden. Ze profiteren van de kennis en kunde van anderen en bovendien kunnen ze dit door accountants laten aftekenen, doordat hun cijfers kloppen.’’
Brede context
Logistiek wordt vaak geassocieerd met vervoer en opslag, maar de Topsector Logistiek benadert de logistiek vanuit een veel bredere context. Het is geen sector op zichzelf, logistiek zit in alle sectoren. Neem bijvoorbeeld de zorgsector waar logistiek een heel sterke enabler is. ‘’Dan gaat het echt om alle partijen die met elkaar samenwerken om ervoor te zorgen
Als Topsector Logistiek zetten we ons in voor een concurrerende, veilige en emissieloze logistiek
dat de fysieke producten van A naar B verplaatst worden. En dat dit veilig, duurzaam en uiteindelijk zo efficiënt mogelijk gebeurt’’, aldus Buijssen. ‘’In het licht van toenemende schaarste en druk op onze supply chains, ligt onze kracht in het verenigen van innovatie en efficiëntie. Door samen te werken en onze logistieke expertise slim in te zetten, kunnen we de uitdagingen van vandaag omzetten in de kansen van morgen.’’
2023 was een erg uitdagend jaar voor eenieder die met douaneformaliteiten in aanraking komt. De basisaangifte systemen verdwenen, of kregen allerminst een fikse update. Stream Software zit als marktleider in douane applicaties op de eerste rij om alle wijzigingen tijdig te ontwikkelen.
Aan de basis ligt de implementatie van de UCC (Union Customs Code). Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van deze UCC, dient een nieuw datamodel – het zogenaamde EUCDM (EU Customs Data Model) – als basis gebruikt te worden voor alle douaneprocedures. In alle lidstaten gaan hierom de basis declaratiesystemen op de schop. In Nederland werd AGS uitgefaseerd en werd intussen vervangen door DMS4.0. Ook NCTS krijgt in 2024
een grondige upgrade naar het nieuwe DVA (Douane Vervoer Applicatie).
In 2024 dendert de UCC trein verder. De meer complexe flows dienen over naar DMS4.1. Stream Software ageerde als piloot en werkte nauw samen met de Nederlandse Douane om tot een vlot werkend geheel te komen. Intussen zijn tal van klanten live, en werden reeds duizenden aanbreng- en aanvullende aangiften (H1Z) verwerkt binnen onze
applicatie. In de tweede jaarhelft van 2024 krijgt ook NCTS een gans nieuwe applicatie om aan de UCC wetgeving te kunnen voldoen: DVA (Douane Vervoer Applicatie).
Stream Software
Stream Software specialiseert zich al meer dan 25 jaar in het ontwikkelen van applicaties binnen douane en logistiek. De Customs Streamliner is hét Customs Management System (CMS)
dat enorme toegevoegde waarde biedt aan eenieder die te maken heeft met douaneformaliteiten. Binnen de Customs Streamliner ondersteunt Stream Software quasi alle douane procedures voor Nederland, België en Luxemburg, met een lokale ondersteuning door experten met operationele douane-ervaring.
Stream Software ondersteunt niet enkel alle standaard aangiftesystemen (DMS4.0/4.1, NCTS, EMCS,…), echter ook het automatiseren van bijzondere regelingen. Deze complexe administraties (bonded warehouse, actieve veredeling, fiscale vertegenwoordiging,…) worden allen beheerd binnen het Customs Dossier, het hart van de applicatie en intelligente laag boven alle douaneprocedures heen.
ATIM is een gerenommeerd kennisinstituut voor het bedrijfsleven. Met inmiddels meer dan 40 jaar ervaring wil het ook op het gebied van duurzaamheid en ESG (Environment, Social, Governance) een voorname rol spelen.
Expert in supply chain management
Ilja Kempenaars-Van Luxemburg, eigenaar van ATIM & BACE Academy, heeft een portfolio opgebouwd op het gebied van sustainability, circulariteit en CSRD, waardoor ze een volledig pakket aan ESG-diensten kunnen leveren. Het instituut is actief onder verschillende merken. De thuismarkten zijn Nederland en Duitsland, maar ATIM gaat met de klant mee waar de dienst geleverd moet worden. Met ongeveer 11 backofficemedewerkers en 120 consultants en trainers staan ATIM & BACE Academy dankzij hun expertise en omvangrijke dienstenaanbod bekend als een vooraanstaande speler in diverse sectoren, waaronder industrie, handel, ICT en de medische sector.
Sustainability expertise
Met de implementatie van de Green
Deal van de EU is het voor niemand meer mogelijk om de belangrijke aspecten van ESG te negeren. De wet- en regelgeving neemt toe en organisaties worden verplicht om transparant te rapporteren over hun CO2-uitstoot. Ilja: “Als er ontwikkelingen zijn in de sector, dan gaan we ons daarin verdiepen en gaan we kijken welke gespecialiseerde diensten we daarvoor kunnen aanbieden.’’
ATIM biedt in samenwerking met diverse opleidingspartners een reeks gespecialiseerde duurzaamheidsopleidingen, zowel op locatie als online. De opleidingen, variërend van 3 uur tot 2 dagen, zijn bedoeld voor alle ervaringsniveaus en richten zich op het integreren van duurzaamheid in bedrijfsprocessen, met een consistent gebruik van tools en materialen door de trainers en consultants om de sectorbrede
Onderzoek heeft aangetoond dat maar 25% van de hele toeleveringsketen, waaronder de grotere mkb-bedrijven, hier kennis over heeft vergaard
kennis te vergroten. Onze specialisten en consultants staan klaar om bedrijven direct te ondersteunen met begeleiding of implementatie van een verduurzaming traject.
Aan de slag met ESG in scope 3
In de huidige discussies rond ESGrapportering ligt de focus in de financiële en juridische sectoren vaak alleen op Scope 1 en 2, gericht op interne processen en energieverbruik. “Als ATIM concentreren we ons naast scope 1 en 2 ook al op Scope 3, oftewel de hele keten. Het is opmerkelijk dat accountants en juristen
AFIBER – Partner Content
doorgaans minder bekend zijn met deze specifieke aspecten van duurzaamheid, terwijl het vanaf 2024 -2025 toch een verplichting gaat worden. Onderzoek heeft aangetoond dat maar 25% van de hele toeleveringsketen, waaronder de grotere mkb-bedrijven, hier kennis over heeft vergaard.” Kortom, er is nog enorm veel werk aan de winkel, en ATIM wil hier een grote bijdrage aan leveren. Ilja: “Wij willen bedrijven en hun mensen de kennis meegeven om erover na te kunnen denken en daarmee aan de slag te gaan.”
We leven in een tijdperk waarin de wereld steeds meer digitaal verbonden raakt. Op zich prachtig, maar daarmee ontstaat tevens de opdracht om (nog) meer aandacht te geven aan digitale beveiliging van bedrijven, netwerken en infrastructuur. Jochem de Gruyter, CEO van AFIBER, en Kees Stammes, managing director van Securify, delen trends die bepalend zijn voor de toekomst van cybersecurity.
Door de versnelling van de digitale transformatie onderkennen bedrijven in ieder geval steeds meer de noodzaak om robuuste cybersecuritymaatregelen te nemen. Jochem de Gruyter: “Navigeren in het cybersecuritylandschap draait niet alleen om het adopteren van nieuwe technologieën, maar ook om het begrijpen en anticiperen op evoluerende bedreigingen.” Terug naar de trends die De Gruyter en Stammes aanstipten. Waar hebben we het dan over?
AFIBER
Trend 1: Verhoogde Focus op Gegevenstransport en Beveiliging
Een opvallende trend is de toenemende aandacht voor veiligheid bij gegevenstransport en encryptie bij datatransacties. Deze aanpak zorgt ervoor dat gegevens versleuteld blijven tijdens de overdracht, waardoor het risico op onderschepping vermindert. De Gruyter legt uit: “Naarmate bedrijven naar de cloud migreren, groeit de vraag naar robuuste verbindingen met beveiligingsopties die gegevens zowel tijdens de overdracht als in rust kunnen beveiligen. De keuze tussen Dark Fiber, WDM, Internet/IP en gekozen beveiliging per netwerk laag is een integraal onderdeel in de totale bedrijfsbeveiliging strategie.”
Trend 2: Verschuiving van eenmalig naar continu testen
Het wordt steeds duidelijker dat de integratie van digitale en fysieke beveiligingsmaatregelen essentieel is. In een tijd waarin cyberaanvallen zowel digitale als fysieke bedreigingen kunnen vormen, is
Jochem de Gruyter, CEO, AFIBER
een jaarlijkse pentest niet meer voldoende. Stammes: “Door een goede teststrategie op te stellen op basis van de voor jou relevante dreigingen is het mogelijk om op een efficiënte manier snel de weerbaarheid te verhogen.”
Trend 3: Opkomst van Zero Trust Architecturen
Het Zero Trust-model, gebaseerd op “nooit vertrouwen, altijd verifiëren”, is een kernpunt van cybersecuritystrategieën. Dit model verifieert elk verzoek alsof het
Kees Stammes, Managing director, Securify
afkomstig is van een onbekend netwerk, wat essentieel is voor het beveiligen van multi-cloud en hybride omgevingen. Maar ook fysieke toegangsbeveiliging op kantoor, IT-apparatuur en netwerkverbindingen is een cruciaal onderdeel.
De toekomst vereist nauwe samenwerking tussen connectiviteitsproviders zoals AFIBER en cybersecurityspecialisten zoals Securify. Succes ligt in het vermogen om voortdurend te innoveren en aan te passen. De Gruyter: “Door goed naar klanten te luisteren en voorop te blijven in de trends en samen te werken, kunnen we een veilige digitale toekomst voor bedrijven garanderen.” www.afiber.net
In een wereld waar de logistiek voortdurend evolueert, zit de haven van Rotterdam onbetwistbaar in de voorhoede van innovatie en duurzaamheid. Bekend als de grootste zeehaven van Europa, faciliteert Rotterdam jaarlijks de overslag van meer dan 470 miljoen ton goederen, waarmee het een cruciale schakel vormt in wereldwijde handelsketens. Leopold Jonkman van Portbase en Jaap Stoppels van het programma Digitale Infrastructuur Logistiek zetten zich in voor het slimmer uitwisselen van data in de logistiek, waaronder rond deze zeehaven.
Fysieke ruimte, capaciteit op infrastructuur en de beschikbaarheid van goede arbeidskrachten worden steeds schaarser. Om maatschappelijk en economisch belangrijke voorzieningen in de toekomst bereikbaar te houden voor mensen en bedrijven moet het multimodale goederenvervoer in en door Nederland wendbaarder, efficiënter en weerbaarder worden. Het programma Digitale Infrastructuur Logistiek, geïnitieerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
en gefinancierd door het Nationaal Groeifonds en bedrijfsleven, richt zich op digitale en geautomatiseerde samenwerking tussen logistieke ketenpartijen en daarbuiten. In samenwerking met logistieke knooppunten wordt via praktijktoepassingen onderzocht wat daarvoor nodig is. Hierin is Portbase een belangrijke partner met vijf ‘Living Labs’.
Portbase bedient met haar Port Community System meer dan 5.000 logistieke bedrijven binnen de zeehavens en logistieke gemeenschap, zoals rederijen, terminaloperators, expediteurs, douane, en andere logistieke dienstverleners. Als geen ander kennen zij de uitdagingen in de logistiek. Een verstoring in transport, zoals laag water, of onveilige situaties op de doorvaarroute, heeft een enorme impact op de hele logistieke keten. Dan is het belangrijk om actie te kunnen ondernemen op basis van de juiste data-inzichten.
Stoppels: Zo leren we via de Living Labs
welke afspraken we gaan maken om data veilig, efficiënt en betrouwbaar te delen. Dit zijn bijvoorbeeld afspraken op gebied van technische specificaties (hoe gegevens worden uitgewisseld met formaten en protocollen), operationele richtlijnen en beveiligingsnormen. Dat geheel aan afspraken noemen we de Basis Data Infrastructuur. Deze overgang naar data delen via zo’n afsprakenstelsel vereist dat organisaties verschuiven van één-op-één dataverbindingen naar federatieve datadeling voor de gehele keten, oftewel data ophalen bij de bron op basis van identificatie en autorisatie.
Volgens Stoppels is deze manier van data uitwisselen essentieel. Het kunnen beschikken over de juiste informatie helpt om beter te plannen, reduceert wachttijden en verlaagt daarmee direct de impact op het milieu. Er kunnen snel en overwogen keuzes worden gemaakt in transportmodaliteiten (bijvoorbeeld binnenvaart of vrachtvervoer) en we krijgen veel meer end-to-end visibility (transparantie) zodat we ook weten of goederen geproduceerd zijn volgens onze ethische en wettelijke normen. Of het efficiënter en betrouwbaarder opstellen van verantwoordingsrapportages, zoals over CO2-uitstoot. Data moet nu vaak met menselijke tussenkomst verzameld en verwerkt worden en ketenpartijen krijgen nog voornamelijk informatie van hun directe partner, terwijl ze informatie meer vooruit
Fouten maken, stappen zetten: waar logistiek en innovatie samenkomen
In een wereld waar duurzaamheid en innovatie het voortouw nemen, leidt Logistics Community Brabant (LCB) bedrijven naar een groenere toekomst. Daan Quaars, directeur van LCB en voormalig wethouder van Breda, deelt zijn visie op deze cruciale overgang.
LCB is een samenwerkingsverband tussen vooraanstaande
kennisinstellingen zoals Tilburg University, Technische Universiteit Eindhoven, de Nederlandse
Defensieacademie en Breda University of Applied Sciences . Het initiatief streeft ernaar de logistiek opnieuw te definiëren door studenten met frisse hersenen (Fresh Brains) te koppelen aan onderzoeksprojecten. “Voor ons omvat logistiek alles wat we verplaatsen, inclusief onszelf. Dit perspectief biedt nieuwe kansen voor innovatie,” verklaart Quaars.
Zes Community’s
Het werkgebied van LCB omvat zes community’s: Transport & Opslag, Leefbare Stad, Industrie, Zorg, Energie en Voedsel. “We streven ernaar om te verbinden en in nauwe samenwerking met het MKB, bedrijven en kennisinstellingen nieuwe ideeën te ontwikkelen, te
Logistics Community Brabant www.lcb.nu
implementeren en te evalueren. Het is belangrijk dat we ruimte bieden voor experimenten, zelfs als dat inhoudt dat er fouten worden gemaakt. “Fouten maken is belangrijk! Alleen door fouten te maken, kan ware innovatie plaatsvinden”, benadrukt Quaars.
Domino-effect van aanpassingen
Een voorbeeld van LCB’s impact is de samenwerking met ASML in het High Tech Supply Chain programma. Een “Living Innovation Lab”, waaraan ook tientallen bedrijven deelnemen. Dit project streeft ernaar operationele uitmuntendheid te bereiken binnen de leveranciersketen van ASML. “Dit project toont het belang van communicatie en samenwerking binnen de toeleveringsketen aan. Het is fascinerend te zien hoe een verandering in leverdatum een domino-effect van aanpassingen veroorzaakt, waarbij elke betrokken partij snel moet schakelen om aan de nieuwe
eisen te voldoen,” reflecteert Quaars.
Een ander opmerkelijk project is de samenwerking met de European Football Development Network, gericht op het verminderen van de CO2-uitstoot door bezoekers van voetbalwedstrijden in Nederland en Europa. “Dit biedt onze studenten een fantastische kans om bij te dragen aan belangrijke duurzaamheidskwesties in de sportwereld”, voegt Quaars toe.
Fresh Brains
Om bedrijven te ondersteunen bij vernieuwde processen van digitalisering en verduurzaming, heeft LCB de digitaliseringsscan ontwikkeld die inzicht geeft in de huidige situatie en mogelijke verbeterpunten. “Met onze ‘Fresh Brains’, een groep vernieuwende studenten, bieden we nieuwe inzichten en praktische oplossingen voor het MKB”, zegt Quaars. “Deze scans zijn een opstap naar een meer
of terug in de keten nodig hebben.
Jonkman: “Via de Living Labs van DIL onderzoeken we nu afspraken en techniek over semantiek, data-soevereiniteit, identificatie en autorisatie. Daarnaast werken we toe naar data ophalen bij de bron, wat we ‘federatief’ noemen. Dat helpt beveiliging, traceerbaarheid en eigenaarschap en maakt oplossingen schaalbaar.” Stoppels: “Door data direct bij de bron te raadplegen op basis van autorisaties in een keten, verhogen we innovatievermogen en zijn oplossingen schaalbaar. We zetten hiermee fundamentele stappen voor systeem-innovatie in de logistiek. Voorwaarde is dat ondernemingen en overheid ook data willen delen in het belang van de hele keten.”
Tekst: Michel de Ruyter
digitale en duurzame toekomst.”
De missie van LCB is om de logistieke sector te begeleiden bij de overgang naar een circulaire en digitale economie. “Onze maatschappij vereist een fundamentele verandering in de manier waarop we met hulpbronnen omgaan. LCB is klaar om deze transformatie aan te voeren”, verklaart Quaars.
Bedrijven die willen deelnemen aan deze innovatieve reis en hun logistieke processen willen heroverwegen, worden uitgenodigd contact op te nemen met Daan Quaars. “Laten we samenwerken aan een duurzamere toekomst. Bel me op 06 14779935”, nodigt Quaars uit. Met de expertise en het netwerk van LCB kunnen bedrijven stappen zetten naar een groener, efficiënter en innovatiever logistiek model.
Axelent is een van origine Zweedse producent van gaaswandsystemen voor beveiligings- en afscheidingssystemen in de industrie, magazijn en bouw. In de logistieke wereld is het één van de marktleiders op het gebied van veilige afschermingen voor loodsen of warehouses. Door robotisering en automatisering wordt machinebeveiliging steeds belangrijker, stelt salesmanager Renik Retoré. Het unieke modulaire kliksysteem van Axelent maakt aanpassingen of uitbreiding een fluitje van een cent.
Alle artikelen die je op onze website ziet staan, zijn van eigen makelijk”, vertelt Renik Retoré, salesmanager voor Nederland namens Axelent Benelux. Retoré legt uit dat Axelent voor warehouses zowel vrijstaande gaaswandsystemen produceert als gaaswanden die kunnen worden opgehangen aan palletstellingen en op die manier dienstdoen als doorvalbeveiliging. “Valbeveiliging is de pijler waarin Axelent begonnen is en groot mee is geworden”, zegt Retoré. “De andere grote pijler is machinebeveiliging. En dat is ook de productgroep waarvoor we de meeste accessoires ontwikkelen en de meeste R&D-tijd insteken.”
Fysiek scheiden
Want in de industrie - en daarmee ook in de logistiek - worden steeds meer en steeds vaker volautomatische machines ingezet die autonoom kunnen draaien. Denk dan aan robots, transportbanden, een zaagmachine, verpakkingsmachines of een pallethandler. “Al die machines vallen onder de machinerichtlijn”, legt Retoré uit. “En die doet een aantal aanbevelingen om een machine zodanig gekeurd te krijgen dat mensen daar op een veilige manier mee kunnen werken. En één van die manieren is het fysiek scheiden van de gevarenzone rondom de machine en de veilige zone. Axelent heeft daarvoor een oplossing in de vorm van fysieke barrières genaamd X-Guard. Dat is een flexibele machinebeveiliging met slimme componenten die altijd voldoen aan de
Axelent www.axelent.nl
huidige richtlijnen en normen.”
Wat het X-Guard-systeem zo uniek maakt is de manier van bevestigen door middel van een kliksysteem. “Onze gaaswandsystemen kunnen daardoor uiterst snel en eenvoudig naar behoefte worden geïnstalleerd, gedemonteerd, verplaatst of uitgebreid”, doet Retoré uit de doeken.
“Dankzij de klikfunctie is het eenvoudig en vooral snel te installeren en is er geen ander gereedschap of bevestigingsmateriaal nodig. Zodra het paneel op zijn plaats zit, wordt het eenvoudig in de paal geklikt. De snelle bevestiging werkt even goed of het paneel nu van gaas, plaatstaal, kunststof of ronde hoeken is gemaakt. Het is dus heel gemakkelijk aan te passen.”
Robotisering
Retoré constateert dat productie en logistiek qua werkwijze steeds maar naar elkaar toe groeien. “Binnen de logistieke sector zie je steeds meer robotisering en automatisering. Daar waar in fabrieken en productiehuizen het werk van mensen aan een lopende band al eerder werd overgenomen door robots, zie je momenteel een enorme inhaalslag in de logistieke sector. In warehouses rijden steeds meer automatische palletwagentjes en AGV’s, Automated Guided Vehicles. Voor Axelent betekent dat dat er twee werelden die we in het verleden apart bedienden steeds dichter naar elkaar groeien. Wat mij betreft maakt dat deze tijd tot een zeer boeiende periode.”
En hoewel het zo mag lijken dat hoe
minder mensen er op een werkvloer lopen hoe minder beveiliging je nodig hebt, is volgens Axelenteerder het tegenovergestelde geval. “Dat lijkt misschien logisch, maar hoewel automatische heftrucks en AGV’s al goed beveiligd zijn met aanrij sensoren en dergelijke, zijn er in een warehouse nog steeds een aantal zones waar je niet graag mensen laat rondlopen. Mensen worden dan namelijk een obstakel in de hele flow van handelingen waarvoor die machines zijn geprogrammeerd en dat wil je niet. Aan de andere kant: er mogen dan minder mensen op de werkvloer aanwezig zijn, het aantal voertuigen neemt juist toe. En meer machines op de vloer betekent meer onderhoud, meer updates en meer storingen die verholpen moeten worden. Wij zien dat op die afdelingen het personeelsbestand juist groeit.”
Een ander risico dat Retoré beschrijft betreft mensen die niet in dienst zijn in het warehouse zelf, maar bijvoorbeeld voor een externe onderhoudspartij werken. “Die zijn minder bekend met de risico’s in zo’n hal en voor hen is het dus zaak om de omgeving goed te beveiligen. Al wil je ook niet dat eigen personeel per ongeluk zijn hand in een draaiende machine steekt. Beveiliging met een gaaswandsysteem is dus altijd een verstandige oplossing.”
Aanrijdbeveiliging
Axelent is in de loop der jaren uitgegroeid van producent van beveiligingsproducten in een partner die al in een vroeg stadium meedenkt bij de bouw van productie- en logistieke gebouwen. De laatste innovatie die het bedrijf aan het productportfolio heeft toegevoegd is aanrijdbeveiliging. Retoré: “In tegenstelling tot veel concurrenten is onze X-Protect aanrijdbeveiliging volledig uitgevoerd in kunststof. Dat was voor ons iets nieuws, naast de in staal uitgevoerde gaaswanden, maar we schuwen innovatie niet. De combinatie van gaaswandsystemen met aanrijdbeveiliging betekent dat we een compleet systeem in huis hebben dat perfect aansluit bij de behoeftes in de markt en dat bovendien enorm flexibel is door het modulaire ontwerp. Alles is met elkaar te combineren en razendsnel aan te passen aan een nieuwe situatie.”
Made in de Benelux
Een innovatie waar Axelent erg trots op is en die is uitgevonden in de Benelux, maar nu over de hele wereld wordt toegepast, is een elektronisch slot dat in de veiligheidsdeuren gemonteerd wordt. “De meeste draai- of schuifdeuren in onze gaaswandsystemen hadden een normaal cilinderslot. Wij zagen dat steeds meer klanten het fijn vonden om te zien wie zich in welke ruimte bevindt. Daarom hebben we in België een elektronisch slot ontwikkeld dat geopend kan worden met een pasje of batch. Die sloten vonden zo gretig aftrek, dat men op het hoofdkantoor in Zweden heeft besloten ze wereldwijd in te voeren. Het toont aan hoe Axelent steeds meer met haar klanten meedenkt en ze compleet ontzorgt.”
PGS Group produceert ieder jaar 25 miljoen nieuwe houten pallets en herstelt 25 miljoen gerecycleerde pallets, voor hergebruik in de keten. Om zo onafhankelijk mogelijk te kunnen opereren heeft de groep alles in eigen hand, van bos tot en met nagelfabriek. Verticale integratie maakt deze speler wendbaar en in control.
In België en Frankrijk is PGS Group een bekende speler in de houten palletindustrie. Het bedrijf produceert 25 miljoen nieuwe pallets per jaar uit duurzaam hout. Daarnaast herstellen ze er ook 25 miljoen op hun eigen tweedehandssites. Klanten kunnen pallets in eigendom nemen of ze huren vanuit een ‘pool’. Men kan kiezen voor nieuwe pallets, voor gebruikte, of een mix daarvan. Luc Grauwet is “in pallets geboren” en al 7 jaar CEO van PGS Group. “We zijn een verticaal geïntegreerde onderneming en geven de voorkeur aan directe controle over onze processen.”
Hout en spijkers
Het hout voor de pallets is afkomstig van twee bronnen: de helft wordt geproduceerd in eigen zagerijen, de andere helft wordt aangekocht bij leveranciers die PEFC en/ of FSC gecertificeerd zijn. In het maken en herstellen zit jaarlijks zo’n 800.000 m3 hout. Ook de spijkers, nodig voor de pallets, maakt PGS zelf. Ongeveer zeventig procent van de productie van het Belgische Nails of Flanders is bestemd voor de eigen groep, dertig procent voor concullega’s in de markt. Bovendien
worden ook de automatiseringssystemen voor het bedrijf ontwikkeld door een eigen ingenieursbedrijf. Deze geïntegreerde aanpak zorgt ervoor dat productie, recycling en distributie naadloos in elkaar overgaan, waardoor een efficiënt en duurzaam bedrijfsmodel ontstaat.
Greenfield
De groep groeit voornamelijk door middel van acquisitie, maar schuwt ook het ontwikkelen van nieuwe initiatieven niet. De focus hierbij ligt niet op groei omwille van de groei, maar op het vervullen van reële behoeften. Grauwet verduidelijkt: “We hebben een nieuwe site in Portugal voor het sorteren en repareren van pallets. We evalueren voortdurend de marktbehoefte en kijken altijd naar wat mogelijk is, en waar behoefte aan is. We zijn dan ook niet bang om een greenfield operatie te doen.” De integratie is geboren uit de wens om onafhankelijk te opereren. Tijdens de Coronapandemie werd bewezen hoe nuttig dat is. “Wij konden ook toen zeer snel schakelen en de problemen vlot oplossen, om de supply chain te kunnen verzekeren van pallets. We hebben toen ook weer gemerkt hoe belangrijk zekerheid is.”
PGS Group
Groei
Een andere reden voor de sterke groei van recente jaren is dat PGS zijn klanten volgt. “We zijn vertegenwoordigd in heel Europa en hebben ons vanwege klantspecifieke verzoeken ook in Marokko gevestigd. Onze visie is om gezien te worden als een betrouwbare speler in de palletindustrie, die zijn klanten efficiënt bedient. Het is dus een bewuste keuze om onze klanten te vergezellen naar hun operationele locaties.”
ESG-strategie
De PGS Group zet sterk in op duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In 2020 nam de groep een belangrijke stap om de eerder losse initiatieven te bundelen tot een samenhangend programma. Ze lieten zich hiervoor door een Nederlandse partner begeleiden. Het programma is het resultaat van uitvoerig onderzoek, actieve betrokkenheid van stakeholders, en een gedetailleerde materialiteitsanalyse. Het focust op de drie kernthema’s van ESG: Milieu, Sociaal en Governance, en stelt elf ambitieuze doelen. In het licht van de recente invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), die de rapportage van niet-financiële informatie standaardiseert en uitbreidt, is de PGS Group actief bezig met het aanpassen van haar duurzaamheidsprogramma om tegen 2026 aan deze nieuwe vereisten te voldoen.
Duurzaamheid
De duurzaamheidsdoelstellingen van de PGS Group strekken zich uit over alle aspecten van de bedrijfsvoering en raken elk facet van de organisatie. Het overkoepelend streven in de categorie ‘Milieu’ is het compromisloos terugdringen van CO2-uitstoot en het hergebruik van materiaal. Daar hoort uiteraard het gebruik van zonne- en windenergie bij, maar bijvoorbeeld ook groene ICT. Dit richt zich niet alleen op het verminderen
We kijken altijd naar wat mogelijk is, en waar behoefte aan is
van de CO2-uitstoot maar ook op digitale weerbaarheid. Verantwoordelijkheid voor het milieu betekent ook dat het hout duurzaam wordt geproduceerd en een circulair leven leidt. “In nauwe samenwerking met klanten herontwerpen wij onze producten zodat ze beter passen bij hun duurzaamheidsdoelstellingen,” zegt Grauwet. Deze projecten vallen onder de noemer ‘eco-design’.
Om de vele verschillende soorten pallets efficiënt te kunnen vervaardigen en de productieprocessen verder te optimaliseren, ontwerpt en bouwt de groep nieuwe machines onder eigen beheer. Robotica wordt ook ingezet om werknemers ergonomisch te ondersteunen. Verder wordt gekeken naar de manier waarop hout wordt gedroogd en hoe dit efficiënter kan, met hergebruik van warmte.
Bij ‘Governance‘ ligt de nadruk dan weer op ethisch handelen, wat zich onder andere uit in een duidelijke ‘code of conduct’ en een robuust beleid voor ketenverantwoordelijkheid.
Sociale doelen
Ten slotte, maar zeer wezenlijk, onderkent de PGS Group de cruciale rol van haar medewerkers en benadrukt het belang van een fijne en motiverende werkomgeving. De groep neemt ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus en draagt actief bij aan sociale verbetering. De verlichting van kinderarmoede ervaart de organisatie als haar meest dringende appel, en zet hier dan ook volop op in.
PGS is al meer dan 30 jaar actief in de houten palletindustrie. PGS staat voor Palettes Gestion Services, dat in 1993 in Frankrijk werd opgericht. PGS Group heeft 16 palletproductiesites, 23 reconditioneringssites, 5 zagerijen en een eigen nagelproductiesite. Het is actief in 11 landen waaronder Frankrijk, België, Duitsland, Spanje, Nederland, Portugal, Oekraïne, Letland, Marokko, Denemarken en de Verenigde Staten. Meer dan 1.000 mensen werken verspreid over meer dan 50 sites. Het hoofdkantoor zit in Gistel, België. www.pgsgroup.com
