Veeteelt november 2 2013

Page 1

JA A RG A N G 30

N R.19

NOVE MBE R 2

2013

I N D I T N U M M ER

J ONG V E E O P F O K

IN TERV IEW

Opfokken op de norm levert Voormannen DGZ willen 1500 kg melk extra op actievere rol in diergezondheid VX19_cover.indd 2

FO KKERI J

Grote invloed van zwarte Altitude op roodbontfokker캐 19-11-13 13:44


IN H OU D

R u b r i e k e n

7 8 15 39 49 60 62

Van de redactie Veeteeltvenster Even geen boer: consultatiebureau Diergezondheidsnieuws Koeienbloempjes Voer voor boer Agenda

R e p o r t a g e s

18 44

Mathé en Anton van Echtelt zijn klaar voor de toekomst met een emissiearme stal Freddy Buntinx wil robotcapaciteit maximaal benutten

D i e rr e p o r t a g e

30 De stijgende invloed van Kamps Hollow Altitude in de roodbontfok- kerij

Voorbeschouwing Agribex groeit

Interview Heylen en Volckaert

22

28

Innovatie vormt het hoofdthema van de 68e volgeboekte editie van de beurs in Brussel.

Vlaamse DGZ zet zich bewust een stuk actiever in voor de Vlaamse diergezondheid.

E c o n o m i e

36 Lastig zuiveljaar 2012 volgens IFCN F o k k e r i j

40 Ruwe cijfers 305 dagenproductie J o n g v e e o p f o k

46 Opfokken op de norm levert 1500 kg melk extra op Th e ma b i j e e n k o m s t

48 GES-dag in Wezep G e z o n dh e i d

50 Klauwenserie: zoolzweer B u i t e n la n d

54 Macedonische zuivelsector roept Nederlandse hulp in

Hoofdartikel Efficiënt in mineralenmanagement Zowel proefbedrijf De Marke als de pioniers van het project Koeien & Kansen lopen voorop om hun mineralen efficiënt te benutten. Jouke Oenema en Koos Verloop van Wageningen UR promoveerden op de analyse van dit grensverleggende mineralenmanagement.

10

Anton van Echtelt:

Freddy Buntinx:

Ryan Kamps:

‘We houden niet van watjes, koeien moeten power hebben.’ 18

‘Dankzij het gemengd voeren is er meer rust in de stal gekomen.’ 44

‘Roodbont heeft zwartbontgenen nodig om het niveau te handhaven.’ 30

V E E T E E LT

VX19_inhoud.indd 5

NO V E M BE R

2

2 0 1 3

5

19-11-13 14:55


VA N

D E

R E D A C T I E

Jaap van der Knaap De grenzen van antibioticareductie Zonsopgang tijdens een van de laatste mooie weidedagen van 2013. Foto: Harrie van Leeuwen

COLOFON Veeteelt is een uitgave van CRV BV en verschijnt tweemaal per maand, uitgezonderd januari, juni, juli en december.

redactie hoofdredacteur Jaap van der Knaap adjunct-hoofdredacteur Inge van Drie redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Guy Nantier, Florus Pellikaan, Ivonne Stienezen en Tijmen van Zessen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij, Bert Hartman, Reimer Strikwerda en Hanne Vandenberghe hoofd uitgeverij Rochus Kingmans

redactie-adres

‘E

en reductie van zeventig procent antibiotica-inzet in de Nederlandse veehouderijsector in 2015 ten opzichte van 2009 zal niet het eindpunt zijn.’ Hetty van Beers, voorzitter van de Stichting Diergeneeskundeautoriteit (SDa), hief een waarschuwende vinger tijdens een bijeenkomst in Utrecht over antibioticaresistentie. Van Beers maakte dit op uit gesprekken die ze recent voerde met de verantwoordelijke ministeries voor landbouw en volksgezondheid. Ondanks dat de sector op vrijwillige basis al de eerste doelstellingen van een halvering in het antibioticagebruik wist te behalen, blijft de sector onder een vergrootglas liggen. De bijeenkomst werd gevolgd door zowel veterinairen als betrokkenen uit de humane gezondheidsector. Het bleek erg nuttig dat beide specialistgroepen bij elkaar zaten en standpunten uitwisselden. Zo hoorde ik in de pauze een dierenarts een ziekenhuisspecialist uitleggen dat antibiotica gebruiken als groeibevorderaar al sinds 2006 niet meer

gebeurt. En een vraag uit de zaal dat het wegvallen van het melkquotum wellicht zorgt voor een toename van antibioticaresistentie door steeds grotere bedrijven behoefde ook beslist een nuance. Er moet duidelijk nog werk verricht worden om zowel artsen als het grote publiek te laten zien hoe hard er al gewerkt is in de veehouderijsector aan een bewuste inzet van antibiotica. In een paar jaar tijd is er al veel bereikt en dat allemaal op vrijwillige basis. De sector erkende in 2009 dat er wat moest gebeuren en de initiatieven hebben inmiddels duidelijk resultaat opgeleverd. Maar bewust omgaan met antibiotica moet niet betekenen dat veehouders de medicijnen niet meer willen of kunnen inzetten. De column van dierenarts Jeroen Houwing op pagina 39 spreekt wat dat betreft boekdelen. Wanneer het strengere antibioticabeleid ervoor zorgt dat dieren onnodig lijden of zelfs doodgaan, dan schieten we toch echt het doel voorbij.

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem, telefoon 026 38 98 800 fax 026 38 98 839 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, tel. 09 363 92 11, fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar Nederland en België € 66,30 overige landen € 125,35 In combinatie met abonnement op vakblad VeeteeltVlees € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) België: VRV-klantendienst (078 15 44 44) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com

Opmerkelijk Melkveehouder scoort slecht als beroep in de VS Een laag loon en werken in weer en wind met gevaarlijke koeien en machines zorgen ervoor dat het beroep melkveehouder op de zesde plaats prijkt in de lijst ‘slechtste beroepen 2013’. Hoog in deze lijst van de Amerikaanse vacaturesite CareerCast staan ook beroepen als houthakker, militair en journalist. Gelezen op www.careercast.com

advertentie-afdeling Jannet Fokkert, Willem Gemmink, Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 820 fax 026 38 98 824 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen (voor zover niet op de foto aangegeven) zijn de foto’s van Agribex (22), www.vetvice.nl/www.cowsignals.com (51), Bert Hartman en Ron Stoop (54, 55, 56). Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 01.68-7565

V E E T E E LT

VX19_editorial.indd 7

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

7

19-11-13 16:37


V E E T E E LT V E N S T E R

Embryo’s voor winnaar Veeteeltquiz Aan alle mooie dingen komt een eind. Door regelgeving gedwongen neemt Veeteelt na jaren afscheid van een traditie: het jaarlijks aanbieden van een fraai kalf aan de winnaar van de Veeteelt-kerstquiz. Maar de winnaar van de 2013-kerst-

quiz wacht een mooi alternatief. De hoofdprijs dit jaar is een pakket van vijf gesekste embryo’s, aangeboden door CRV. Het gaat om embryo’s uit topfamilies binnen Delta, zoals de familie van Etazon Renate – de moeder van onder meer Delta Atlantic – en de Massia’s. Om alvast een tipje van de sluier op te lichten: een van de embryo’s is een combinatie tussen Fanatic (Freddie x Planet) en de homozygoot hoornloze Delta Belladonna PP rf (v. Mitey P) en resulteert dus gegarandeerd in een hoornloos vaarskalf. CRV stelt onder meer een embryo van Delta Belladonna PP rf beschikbaar

Titel Toronto voor Cameron Drie Goldwyndochters bezetten het podium op de Royal Winter Fair in Toronto. Het algemeen kampioenschap was een prooi voor Robrook Goldwyn Cameron, die in 2012 in Toronto de reservetitel bij de jonge koeien won. De vierjarige Goldwyndochter van St. Jacobs, Clark Woodmansee, Budjon, Peter en Lyn Vail versloeg in de strijd om het algemeen kampioenschap Cookview Goldwyn Monique. Goldwyndochter Monique van Jeff Butler en Joe en Amber Price won ook de reservetitel tijdens de World Dairy Expo in Madison. De eervolle vermelding in Toronto

ging naar Goldwyndochter Ms Goldwyn Alana van Pierre Boulet, Ferme Fortale Holstein en Isabelle Verville. Bij de jonge koeien sleepte Adventdochter Aingers Advent Bambi van Ferme Blondin het kampioenschap in de wacht vóór Charwill Attic Marcy (v. Attic) van Gen-Com Holstein. De winnares van de World Dairy Expo Bonaccueil Maya Goldwyn moest in Toronto genoegen nemen met een 1b-positie. Oud-kampioene Eastside Lewisdale Gold Missy (v. Goldwyn) – winnares in 2011 – won de rubriek koeien met een hoge levensproductie.

Net als in Madison (zie foto) pakt Monique ook in Toronto reservetitel

65 dieren op Tulip Sale In totaal 65 dieren veilt veilingmeester Michael Taaffe op de Tulip Holstein Sale. Het aanbod bestaat uit onder meer drie dieren met een GTPI boven de 2400, zeventien dieren met meer dan 2300 GTPI, drie hoornloze en vijf roodbonte dieren. Southland Snowmaster Dellia is het eerste veilingnummer. De Snowmasterdochter uit Southland Dellia 4888 (v. Planet) wordt aangeboden door de familie Van Beek van Southland Holsteins. Eveline van Beek, die afgelopen jaar haar man Johan van Beek verloor aan kanker, neemt op 5 juni 2014 deel aan de Alpe d’HuZes. Van de opbrengst van het kalf doneert de familie Van Beek twee derde aan dit evenement. De door ALH Genetics georganiseerde veiling op 6 december start om 17.00 uur.

Belgische nationale: 119 deelneemsters In totaal 119 rood- en zwartbonten zijn opgegeven voor de Belgische nationale show op vrijdag 6 december tijdens de landbouwbeurs Agribex in Brussel. De Canadees David Crack plaatst de dieren op volgorde. Van de 119 deelneemsters – inclusief jongvee – komen er 66 uit Wallonië en 53 uit Vlaanderen. Er doen in totaal twintig roodbonten mee. Het deelnemersveld omvat met Goldwyndochter Betty de Blier van Patrick Van Hoof en Linda Boonen uit Mortsel de regerend Belgisch kampioene. Met zes dieren is Van Hoof de grootste inzender. Marc Rossaert uit Belsele en de familie Quirijnen uit Merksplas vaardigen vijf stuks af.

Miljoenste dosis Planet De Amerikaanse ki-organisatie Select Sires heeft recent de miljoenste doses sperma verkocht van Ensenada Taboo Planet (v. Taboo). Planet promoveerde in 2008 tot fokstier. De inmiddels tien jaar oude stier voerde een tijd het Amerikaanse TPI-klassement aan en scoort bij een betrouwbaarheid van 99 procent nog steeds meer dan 2100 TPI. Zijn dochters kenmerken zich door een hoge melkplas, een bescheiden ontwikkeling, prima uiers en een hoge levensduur. Ook als stiervader is Planet intensief ingezet. Tot zijn zonen horen onder meer De-Su 521 Bookem, De-Su Observer en Sully Alta Meteor.

8

V E E T E E LT

VX19_veeteeltvenster.indd 8

NOVEMBER

2

2013

19-11-13 16:10


Standbeeld voor Jocko In de Franse stad Blain is ter ere van de fokstier Jocko Besne een standbeeld onthuld. Het beeld van kunstenaar Georges Fortuna staat op een rotonde in de stad Blain, op enkele meters van de stallen waar de stier zijn leven doorbracht. Jocko Besne produceerde in zijn leven ongeveer 1,7 miljoen doses sperma en is een van de belangrijkste Franse holsteinverervers van de afgelopen jaren. Het Natuurhistorisch Museum van Parijs stelt binnenkort het skelet van Jocko tentoon als symbool van de Franse holsteinfokkerij aan het begin van het derde millennium.

Familiefeestje op Royal

Op de nieuwe locatie heeft CRV plek voor 130 dieren waarvan embryo’s worden gewonnen

Elmbridge Lookout Lady in Red en haar moeder Elmbridge FM Loveable-Red maakten een familiefeestje van de roodbontkeuring tijdens de Royal Winter Fair. In Toronto greep Adventdochter Lady in Red het algemeen kampioenschap, terwijl Loveable de eervolle vermelding in ontvangst nam. Beide koeien vielen in Toronto al vaker in de prijzen. De vierjarige Lady in Red van Peter Tuytel, Lookout Holsteins en Frank en Diana Borba won in 2012 de reservetitel achter Blondin Redman Seisme. Haar moeder, de inmiddels negen jaar oude Loveable (v. Fireman), schreef in 2008 en 2009 de roodbonttitel in Toronto op haar naam. Dit jaar verwees Lady in Red in de strijd om het algemeen kampioenschap Ms Candy Apple-Red naar de reservestek.

CRV verplaatst nucleusbedrijf mogelijk naar Leeuwarden

VH Grafit domineert Scandinavische top De Scandinavische Goldwynzoon VH Grafit domineert de indexdraai van november. Zelf is Grafit met 33 NTM de hoogste stier op basis van dochterinformatie. In de lijst met genoomstieren prijken vier van zijn zonen in de top tien, die hun vader qua NTM-score ruimschoots overtreffen. Van het viertal is VH Gavin (mv. D Onside) met 43 NTM momenteel de hoogste. Van Grafit, die als genoomstier zelf ook intensief is benut, zijn nu 243 dochters aan de melk. Hij stamt via Tir-An Oman Neblina uit de Amerikaanse koefamilie van Tui Onyx Nick. Zijn grootmoeder BW Marshall Neblina was in eigendom van Jannes Uineken uit Dalen.

CRV heeft vergevorderde plannen om het nucleusbedrijf te verplaatsen van Terwispel naar een nieuwe locatie nabij de Dairy Campus in Leeuwarden. Als de plannen doorgaan, sluiten Terwispel en het ivp-laboratorium in Harfsen. Op de nieuwbouwlocatie is plek voor 300 dieren, verdeeld over quarantaine, opfok en embryowinning. Er zijn 130 plaatsen voor dieren waarvan CRV embryo’s wint. ‘Nu zitten we nog op meerdere, deels verouderde locaties. Dat werkt omslachtig. Door alles onder te brengen op één locatie kunnen we efficiënter werken’, aldus CRV-woordvoerder Bertil Muller. ‘Bovendien zitten we in Leeuwarden in een modern agrarisch gebied. Op de Dairy Campus komen ook veel studenten, onderzoekers en

buitenlandse bezoekers. Dat biedt voor CRV kansen om samen te werken aan innovatieve projecten.’ In Terwispel brengt CRV de beste vrouwelijke dieren bij elkaar om embryo’s te winnen voor de nieuwe generatie stieren. Jaarlijks stromen in de Deltanucleus 160 vaarskalveren in. CRV werkt de plannen momenteel verder uit en is in onderhandeling met lokale overheden. Op zijn vroegst eind 2014 sluiten de locaties in Terwispel en Harfsen. In de plannen blijft de omvang van de werkgelegenheid gelijk. De verhuizing heeft geen consequenties voor de omvang van het fokprogramma. Ook leidt het niet tot aanpassingen voor de Delta-testbedrijven, waar CRV de dieren uit de nucleus in de praktijk test.

Duga Isy in Franse top drie In zijn tweede indexdraai heeft de Franse Stol Joczoon Duga Isy een plek in de top drie van het ISU-klassement veroverd. Duga Isy debuteerde in juni en stijgt nu naar 174 ISU en 2,2 exterieur. De Stol Joczoon stamt uit de bekende Shottledochter Benzouka, die in 2012 de Schau der Besten op haar naam schreef. De koppositie in het ISU-klassement blijft voor Via Thelo, die op basis van ruim 4200 dochters 181 ISU scoort. De Franse O Manzoon is niet de enige stier

in de top tien met fokstierdochters. Ook halfbroer Voladi Man (8522 dochters, 171 ISU) en Roumare (16.735 dochters, 169 ISU) halen de top tien. Ook Vaucluse (6014 dochters, 165 ISU) doet goede zaken. Een Franse nieuwkomer in de top tien is Dyonne met 167 ISU en 2,4 exterieur. De Boltonzoon stamt uit de Amerikaanse Crockett-Acres Elita (v. O Man), een volle zus van de fokstieren Crockett-Acres Eight, Annex en Crocket-Acres Otto.

V E E T E E LT

VX19_veeteeltvenster.indd 9

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

9

19-11-13 13:26


H O O F D A RT I K E L

Jouke Oenema en Koos Verloop promoveren op praktische resu

Grensverleggend mi ne Van Minas via gebruiksnormen naar de bex en de Kringloopwijzer, zowel proefbedrijf De Marke als de pioniers van Koeien & Kansen liepen voorop om hun mineralen efficiënt te benutten. Jouke Oenema en Koos Verloop van Wageningen UR promoveerden op de analyse van dit grensverleggende mineralenmanagement. tekst

M

inder kunstmest, slimmer inzetten van drijfmest, beter beweiden, minder jongvee aanhouden, minder eiwit in het rantsoen en het werken met een (effectief) vanggewas op maisland. De maatregelen die melkveehouders nemen om de mineralen op het bedrijf beter te benutten, zorgden er de afgelopen jaren voor dat de efficiëntie van stikstof en fosfaat flink verbeterd is. Met een gemiddelde stikstofefficiëntie van 30 procent en een fosfaatefficiëntie van 60 procent op het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf is er tussen 2003 en 2011 al een flinke slag gemaakt.

Verdienen aan oplossen milieuproblemen Zonder enige twijfel hebben proefbedrijf De Marke (vanaf 1989) en de melkveehouders binnen het Koeien & Kansen-project (vanaf 1999) belangrijk voorwerk verricht. Met de ontwikkeling van de bedrijfsspecifieke excretie (bex) en inmiddels ook de Kringloopwijzer hebben ze melkveehouders geïnspireerd de mineralenbalans in kaart te brengen en het bedrijf te spiegelen. ‘De Marke heeft als hoofddoel om strenge milieudoelen te halen’, vertelt Koos Verloop. Zowel Verloop als Jouke Oenema, beiden WUR-onderzoeker, maakten een uitgebreide studie van de resultaten rondom milieumanagement en zijn hierop recent gepromoveerd. ‘De waterkwaliteit en stikstofuitspoeling waren een serieus probleem, met name op de droge zandgrond van De Marke’, vervolgt Verloop. Om het ‘gat’ van mineralenbenutting tussen proefbedrijf en melkveehouders te dichten, hebben de deelnemers aan het project Koeien & Kansen op diverse grondsoorten en verdeeld over Nederland ook maatregelen in hun bedrijfsvoering genomen. ‘Ze halen een mineralenbenutting van 38 procent voor stikstof en 85 procent voor fosfaat’, vertelt

10

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_hoofdverhaal De Marke.indd 10

2

2013

19-11-13 14:55


sche resultaten bij De Marke en bij Koeien & Kansen-deelnemers

mi neralenmanagement

15 10

2009

2007

2005

2003

0

2001

5

1999

2009

2007

2005

2003

2001

1999

1997

5

mest en gewasresten

20

1997

10

1995

In het streven de mineralen zo efficiënt mogelijk te benutten, hebben De Marke en enkele Koeien & Kan-

organische stof per ha (x 1000 kg)

15

0

Zonder kunstmest

mest

gewasresten

20

1993

organische stof per ha (x 1000 kg)

Een veelbesproken onderwerp is beweiding. ‘Stikstof die in de wei terechtkomt, is normaliter minder efficiënt te benutten dan wanneer die in de put terechtkomt’, noemt Verloop. Bij weidegang is de benutting 20 procent, bij drijfmest is dat 50 pro-

1995

Stikstof in wei minder efficiënt

cent, zo is uit eerder onderzoek gebleken. ‘Een kilo mest in de put is dus efficiënter dan een kilo mest in de wei. Er zijn twee manieren om hiermee om te gaan: minder beweiden of beter beweiden.’ Oenema en Verloop vinden het te kort door de bocht om te zeggen dat alleen met minder beweiden een beter mineralenmanagement is te halen. ‘Er zijn genoeg voorbeelden van bedrijven die beweiden en toch efficiënt met hun mineralen scoren’, geeft Oenema aan. ‘Net zo goed als dat er bedrijven zijn die opstallen en de mineralen minder efficiënt benutten. Ja, dat zien we ook bij de Kringloopwijzer. Ook factoren als graslandopbrengst zijn van belang en met omweiden bijvoorbeeld benut je de mest ook al beter. Het draait om vakmanschap.’ Daarnaast noemt hij mestverwerking als positief punt. ‘Bijvoorbeeld door het vergisten van mest. Zo geef je mest meerwaarde.’

1993

Jouke Oenema over de cijfers tot en met 2011. ‘Het is een bewustwordingsproces geweest, een kwestie van veehouders prikkelen. Alle Koeien & Kansendeelnemers wilden meer liters melk van hun eigen land afhalen en zo min mogelijk mineralen van buitenaf aanvoeren. Ze hebben ervaren dat ze door een beter mineralenmanagement ook meer geld verdienen, dat stimuleert.’ Naast alle ‘winst’ die er is geboekt, ziet Oenema ook dat er mogelijkheden zijn om het mineralenmanagement nog verder te verbeteren. ‘Het verschil in stikstofefficiëntie tussen Koeien & Kansen-bedrijven en een gemiddeld melkveebedrijf is toch nog 30 procent, er valt nog wat te doen.’

jaar

jaar

Figuur 1 – Hoeveelheid en oorsprong van organische stof over de jaren (links grasland, rechts land in vruchtwisseling) Figuur 3 – Drogestofopbrengst per hectare bij Koeien & Kansen-bedrijven in vergelijking met het Nederlands gemiddelde

N-overschot NL N-benutting NL

K&K

45

16.000

300

40

15.000

0

9000 8000 7000

jaar

jaar

V E E T E E LT

VX19_hoofdverhaal De Marke.indd 11

2009

1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011

0

5

2008

50

10.000

2007

10

2006

100

11.000

2005

15

12.000

2004

20

2003

150

13.000

2002

25

2001

200

gemiddelde NL

14.000

1999

30

1998

250

1997

35

drogestofopbrengst (kg per ha)

350

N-benutting (%)

N-overschot (kg per ha)

N-overschot K&K N-benutting K&K

2000

Figuur 2 – Stikstofoverschot per hectare en stikstofbenutting bij Koeien & Kansen-bedrijven in vergelijking met het Nederlands gemiddelde

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

2 0 1 03 9

11

19-11-13 14:55


H O O F D A RT I K E L

sen-veehouders zelfs geprobeerd om helemaal zonder kunstmest de bedrijfsvoering rond te zetten zonder dat het ten koste zou gaan van de opbrengst van het land. ‘Maar we zien nog steeds dat kunstmestloos boeren grasopbrengst kost. Op De Marke is nog ongeveer 40 kilo kunstmest nodig per hectare grasland’, noemt Verloop, die aangeeft dat een evenwichtsbemesting voor fosfaat geen gevolgen heeft voor de gewasproductie. ‘Evenwichtsbemesting voor fosfaat is vooral goed uit te voeren in combinatie met vruchtwisseling. Dat zorgt dat fosfaat beschikbaar blijft. Let er voor het hele bedrijf wel op dat er een correctiebemesting kan worden uitgevoerd op percelen met een lage fosfaattoestand.’ Verloop en Oenema benadrukken dat de ervaring leert dat bemesting echt maatwerk is. ‘De resultaten en maatregelen op De Marke zijn niet blind te kopiëren naar andere bedrijven. De Marke zit op droge zandgrond met 12.000 kilo melk per hectare, dat is heel wat anders dan een bedrijf in de polder met 18.000 kilo melk per hectare’, geeft Verloop aan. Het proefbedrijf was daardoor zelfvoorzienend in ruwvoer. ‘Er was zelfs nog ruimte om eigen krachtvoer te telen, bijvoorbeeld door mks of graan te dorsen.’

Vanggewas na mais Op de vraag waar het nog efficiënter kan, noemen ze het vanggewas na mais. ‘Dat wordt door veel melkveehouders nog te veel als een verplichting gezien, terwijl een goed vanggewas ervoor zorgt dat je met minder bemesting toe kunt’, vertelt Verloop. ‘Het lijkt erop dat er ook dit jaar niet veel van het vanggewas terechtkomt. Het is in de winter niet meer dan een stoppelbaard’, aldus Oenema. Verloop vult hem aan: ‘Na de oogst moet er snel een groene bodembedekking ontstaan die de mineralen uit de grond opneemt zodat ze volgend jaar na onderwerken weer beschikbaar komen voor de mais.’ Op De Marke is er al meerdere jaren ervaring opgedaan met onderzaai, waarbij het vanggewas tussen de (kniehoge) mais wordt gezaaid. ‘Veehouders zijn bang voor concurrentie van gras en mais, het levert geen problemen op’, aldus Verloop. Onderzaai is een ontwikkeling die heel langzaam opgang vindt, geeft Oenema aan. ‘Niet alle loonwerkers

12

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_hoofdverhaal De Marke.indd 12

2

hebben de apparatuur beschikbaar en het juiste tijdstip van zaaien luistert nauw, maar langzamerhand zien we het steeds vaker. We leren daardoor ook hoe onderzaai op verschillende bedrijven het best aangepakt kan worden.’ Rijenbemesting – nog zo’n efficiëntieverhogende maatregel – in mais is inmiddels ook in opkomst, geholpen door gpstechnieken, waardoor de bemester de mest mooi dicht bij de maisplant kan brengen. ‘Zulke technieken krijgen kansen omdat mest schaars is en dus moeten we er zuiniger mee omgaan’, geeft Oenema aan. Nog een tip bij de teelt van mais: bij het telen van mais na gras is er geen (dierlijke) bemesting nodig. ‘Er komt genoeg vrij vanuit het grasland’, verzekert Verloop. ‘Het gaat steeds meer de richting op van precisielandbouw’, geven de heren aan. ‘Dat betekent akkerbouwmatig gewassen telen en daarmee is er ook meer uit de samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders te halen.’ Oenema merkt deze gedachteverandering ook bij de Koeien & Kansen-deelnemers. ‘Mest is van een lastig afvalproduct een kostbare meststof geworden. Op 1 februari mest moeten uitrijden omdat de put vol zit, is zonde. Een grote opslag bouwen levert op de lange termijn rendement.’

Aandacht voor organische stof Onderzoekers Oenema en Verloop pleiten ook voor het toepassen van vruchtwisseling. ‘Nee, dat zorgt bij droge zandgronden niet voor een snellere afbraak van organische stof. Juist bij zandgronden zorgt vruchtwisseling voor een goede verdeling over de percelen van organische stof in de grond’, geeft Verloop aan. ‘In blijvend grasland neemt het organischestofgehalte niet in altijd van jaar op jaar toe, wat vaak door onderzoekers en veehouders wel wordt verondersteld en waardoor men zich rijk rekent.’ Hij legt uit dat het organischestofgehalte bepaald wordt door de aanvoer van mest en gewasresten verminderd met de snelheid van afbraak van organische stof. ‘Bij ploegen van grond zien we op De Marke geen grotere afbraaksnelheid van organische stof, de aanvoer is op zo’n moment lager’, zegt Verloop. Oenema vult aan: ‘Vaak wordt vergeten wat er onder de grond allemaal gebeurt met plantresten en het afsterven van planten en wortels die zo beschikbaar komen als organische stof.’ Verloop pleit in dit verband ook voor het toepassen van vruchtwisseling in plaats

van continu gras op zandgrond te telen. ‘Bij mais zit er heel weinig gewas onder de grond, daarom loopt het organischestofgehalte terug. Bij gras is er onder de grond veel meer.’ Het is wel de vraag of veehouders met de huidige bedrijfsvoering het organischestofgehalte op peil kunnen houden. Verschillende onderzoeken wijzen niet dezelfde kant op. ‘Er is dus nog wel werk aan de bodem.’

Economische aspecten Hoever kan de efficiëntie van stikstof en fosfaat nog verbeterd worden? ‘De benuttingsefficiëntie van 43 procent die we op De Marke gerealiseerd hebben, lijkt een redelijk richtpunt van wat praktisch momenteel haalbaar is’, denkt Verloop. ‘Honderd procent voor fosfaat is wel haalbaar.’ De Koeien & Kansen-bedrijven hebben als doel om vooruit te lopen op het milieubeleid dat voor de andere boeren over drie tot vijf jaar gaat gelden, maar kijken nadrukkelijk ook naar de economische aspecten. ‘Anders implementeren ze de maatregelen niet’, geeft Oenema aan met een voorbeeld. ‘Gemiddeld zitten de Koeien & Kansen-veehouders op 15 tot 16 procent ruw eiwit, terwijl 17 tot 18 procent gangbaar is. In theorie kun je terug naar lager dan 13,5 procent, maar dan loop je de kans dat sommige koeien daar last van krijgen. Zover ga je als veehouder niet. Dat is dan weer het verschil tussen onderzoek en praktijk.’ l

Conclusies — Onderzaaien van een vanggewas bij mais, in plaats van nazaaien, beperkt het stikstofverlies. — Bij mais na gras is het eerste jaar geen bemesting nodig. — Vruchtwisseling bevordert de beschikbaarheid van fosfaat in de bodem, resulteert in een evenredige verdeling van de organische stof over het bedrijfsareaal en beperkt nitraatuitspoeling. — Om fosfaatverliezen te beperken is het effectief om fosfaatgift te verminderen op percelen met een hoge fosfaattoestand. Het bespaarde fosfaat kan dan gebruikt worden op percelen met een lage fosfaattoestand. — Bemesting is maatwerk, afhankelijk van grondsoort en teelt.

2013

19-11-13 14:56


E V E N

G E E N

B O E R

In de rubriek Even geen boer laat Veeteelt melkveehouders aan het woord die hun erf

Naam: Woonplaats:

Monique Van de Sompele Oedelem

51 Aantal koeien: 115

Monique Van de Sompele: ‘Dit werk is geen inspanning, maar ontspanning’

Baby’s meten en wegen tekst Hanne Vandenberghe

S

pelende kinderen en skelters krioelen door elkaar op het melkveebedrijf van Geert en Monique De Brabander-Van de Sompele in Oedelem. Het gonst van de bedrijvigheid. Niet alleen het eigen gezin, met zes kinderen, en het bedrijf met 115 melkkoeien, maar ook de vakantiewoning vragen de nodige aandacht van boerin Monique. Naast haar dagelijkse taken en enkele bestuursfuncties bij KVLV en Agra houdt Monique in haar drukke schema tijd vrij om zich elke maand als vrijwilligster in te zetten bij het Vlaamse kinderconsultatiebureau Kind en Gezin. Op vraag van een ex-collega ging Monique er tien jaar geleden vrijwillig aan de slag. Monique: ‘Ik heb zelf voor verpleegster gestudeerd en had eerder al vijf jaar bij het Wit-Gele Kruis gewerkt.’ Toen Monique en Geert in een periode van vijf jaar tijd vier kinderen kregen, besloot de melkveehoudster te stoppen met de thuisverpleging en stapte ze mee in het melkveebedrijf. Daar houdt ze zich vooral bezig met het voeren van de kalveren, de jongveeopfok en de organisatie en het onderhoud van de vakantiewoning. Vrijwilligster worden bij Kind en Gezin was als thuisverpleegkundige en als moeder van een groot gezin zeker geen onlogische keuze. Het vrijwilligerswerk bij Kind en Gezin is een taak die Monique met veel verve en plezier uitvoert. Eén namiddag per maand is ze enkele uren te vinden in het consultatiebureau van Beernem, waar ouders met hun kind van nul tot drie jaar terecht kunnen. Monique is één van de 5000 vrijwilligers in Vlaanderen die meehelpt met het volgen van de ontwikkeling van de baby’s. De ontvangst en het meten en wegen van de kleintjes behoren tot haar takenpakket. Monique besteedt gemiddeld tien minuten aan elke baby en dit verloopt meestal erg rustig. ‘Het zijn vooral de ouders die iets zenuwachtiger zijn’, weet Monique. ‘Zij wachten steeds enthousiast op de resultaten van de weging en meting. Het is spannend voor hen om te weten hoeveel gram hun baby is bijgekomen en hoeveel centimeter het kleintje gegroeid is.’ Monique haalt veel voldoening uit haar werk. ‘Het vrijwilligerswerk zorgt voor het sociale contact dat je als landbouwer soms mist. En het zijn vooral de gesprekken met de jonge moeders die het werk aangenaam maken. Voor mij is het vrijwilligerswerk geen inspanning, maar ontspanning.’ Met het werk bij Kind en Gezin wil Monique haar kinderen ook enkele belangrijke waarden meegeven. ‘Voor elke taak die je uitvoert, hoef je niet steeds een vergoeding te ontvangen’, weet Monique. ‘De voldoening die je uit je werk haalt, is soms veel meer waard.’

V E E T E E LT

VX19_even geen boer.indd 15

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

15

19-11-13 12:04


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Mathé en Anton van Echtelt Dankzij automatisering en arbeidsbesparende oplossingen kunnen de broers Van Echtelt met zijn tweeën 300 koeien melken in 2015. Aantal koeien: Melkquotum: Melkproductie: Hoeveelheid land:

Hoogwoud

225 (145 stuks jongvee) 1,75 miljoen liter 8600 4,27 3,48 95 hectare grasland

Mathé en Anton van Echtelt

Goede ervaringen met gehakseld stro in de boxen

Carrousel levert arbeidsbesparing door niet dippen en een ‘hulparm’ om koeien snel aan te sluiten

Klaar voor toekomst met emissiearme stal De nieuwe stal van de broers Mathé en Anton van Echtelt uit

Door te kiezen voor een stal met het Maatlat Duurzame

lijkheden om een nieuwe melkveestal naast het oude bedrijf te bouwen en groter te groeien, zodat we beiden een inkomen uit het bedrijf kunnen blijven genereren’, geeft Mathé aan.

Veehouderij-label profiteren de Noord-Hollandse melkvee-

Toch emissiearme stal

Hoogwoud betekende meteen uitbreiding naar twee locaties.

houders van fiscale voordelen. In tijden van hoge winsten wordt daardoor de belastingdruk verminderd. tekst Jorieke van Cappellen

foto-impressie www.veeteelt.nl

P

recies één jaar melken de broers Mathé (42) en Anton (39) van Echtelt uit Hoogwoud nu in hun nieuwe stal. Met zichtbaar plezier, blijkt wel als de melkveehouders door de ligboxenstal lopen. Mathé en Anton van Echtelt wisten al jong dat ze het ouderlijk bedrijf wilden overnemen. ‘We zaten sinds 1989 in firma met onze moeder en sinds 2009

zijn we met zijn tweëen verdergegaan’, aldus Mathé. Al snel liep de bedrijfsontwikkeling tegen grenzen aan toen de oude stal met ruimte voor 120 dieren volraakte. Op de nieuwe toedeling in het kader van de ruilverkaveling bood het bestemmingsplan echter ruimte voor het creëren van een nieuw bouwblok. ‘Dit gaf de moge-

De stal van de broers Van Echtelt, met 290 ligplaatsen, draagt het label Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV-stal). De stal heeft een lagere milieubelasting en er zijn maatregelen genomen voor diergezondheid en dierwelzijn. Toch kozen de melkveehouders in eerste instantie niet bewust voor een MDV-stal, voornamelijk vanwege de meerkosten, die nu op 5800 euro per koeplaats liggen. Mathé: ‘Bij het ontwerp van de stal hadden we een aantal wensen voor ogen. Zo wilden we per se een geïsoleerd dak op de stal, om het klimaat constanter te houden en vooral om de hitte buiten de stal te houden.’ Ook was een lig- en vreetplek voor elke

De ligboxenstal heeft een volledig geïsoleerd dak voor een constanter binnenklimaat

18

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_bedrijfsrep van Echtelt.indd 18

2

2013

18-11-13 16:35


Pasgeboren kalveren gaan per shovel naar de jongveestal

koe een wens. In de oude stal was namelijk sprake van flinke overbezetting. ‘Voor elke drie koeien hadden we maar twee lig- en vreetplekken. We werkten zo dat we telkens een groep koeien aan het voerhek konden laten vreten.’ Een derde wens waren diepstrooiselboxen voor meer koecomfort. Anton gaat verder: ‘Als je dit bij elkaar optelt, kwamen we toch al dicht bij de punten die je moet behalen voor een MDV-stal. Alle aanpassingen bij elkaar scoren wij nu 188 punten.’ De voor een MDV-stal verplichte emissie-

Een voerrobot schuift acht keer per 24 uur het voer aan

arme roostervloer was twee keer zo duur als een ‘gangbare’ roostervloer, maar kwam er toch. Mogelijk strengere milieuregels in de toekomst gaven de doorslag. Anton: ‘In andere delen van het land mag je alleen nog stallen bouwen met een emissiearme vloer. Met een stal moet je weer bijna dertig jaar vooruit kunnen en we hebben nu het gevoel dat we daar een passende stal voor hebben.’

Prijsschommelingen opvangen Bijkomend voordeel van de Duurzame Maatlat-stal is het beter kunnen opvan-

gen van prijsschommelingen in de melkprijs. Dankzij de duurzame stal kunnen de broers gebruikmaken van de MIA/ Vamil-investeringsregeling. Daarmee is een investering op een willekeurig moment af te schrijven. In jaren met een hoge melkprijs en daarmee een hogere winst komt dat goed van pas. ‘De melkprijs is nu erg hoog. Wij kunnen ervoor kiezen om bij hogere winsten een groter deel van de stal af te schrijven’, aldus Mathé. In jaren met een lagere melkprijs kan ervoor gekozen worden om juist een kleiner gedeelte van de stal af te schrij-

In de stal met het Maatlat Duurzame Veehouderij-label is voor elke koe een vreet- en ligplaats

V E E T E E LT

VX19_bedrijfsrep van Echtelt.indd 19

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

19

18-11-13 16:35


B E D R I J F S R E P O RTA G E

jaar en de droge zomer ook een rol hebben gespeeld. En de omschakeling naar de nieuwe situatie kost tijd. Het duurde zeker een week of zes voordat de koeien bijvoorbeeld het principe van de carrousel begrepen. Eerst wilden ze er met zijn allen tegelijk in, zoals ze in oude visgraatstal gewend waren. Je moet helemaal een nieuwe routine opbouwen.’ Bepaalde zaken hielden de broers er in de nieuwe stal juist wel in. Vanwege de goede ervaringen op het oude bedrijf ligt er nog altijd gehakseld stro in de boxen. Een goedkope en comfortabele oplossing, al moest er wel een afstort worden gemaakt zodat de mestrobot de mest kwijt kan. Anton: ‘Dankzij de diepstrooiselboxen hebben we bovendien geen last meer van dikke hakken bij de koeien en er is veel rust in de stal.’

Onverwachte kampioene De melkstellen zijn bevestigd aan een beweegbare arm die als ‘tilhulp’ fungeert

ven. ‘Afgelopen jaar hebben we extra afgeschreven zodat we betaalde belasting van voorgaande jaren terug hebben gekregen’, zegt Mathé. ‘We zijn achteraf zeker blij met deze regeling, want het geeft je meer instrumenten om de belastingdruk op je winst te verlagen, zeker met de schommelende melkprijzen die we de komende jaren toch wel verwachten.’ Het belastingvoordeel maakt het bouwen van een emissiearme stal echter niet goedkoper, aldus Anton. ‘We hebben extra geïnvesteerd in energiebesparende oplossingen zoals een frequentieregelaar op de vacuümpomp, warmteterugwinning, een voorkoeler, een zuiveringsinstallatie om het bronwater te zuiveren en het hergebruiken van spoelwater voor de melkcarrousel.’

Snel koeien aansluiten Mathé en Anton willen het werk in principe met zijn tweeën rond kunnen zetten en de stal is dan ook ingericht op veel arbeidsgemak. ‘We wilden alles voor het melkvee onder één dak, zonder allerlei bijgebouwen voor melkstal of melktank’, aldus Mathé. Met een aanschuifrobot voor het voer, een mestrobot en een kalverdrinkautomaat investeerden ze enerzijds in automatisering, anderzijds in een grote werkcapaciteit en arbeidsgemak in de melkstal. In de 28 stands-melkcarrousel kan één man 125 koeien per uur melken. Om het tilwerk van de melkklauwen te verlichten, zijn de melkstellen bevestigd aan een arm die omhoog gaat en naar de koe toedraait als het melkstel

20

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_bedrijfsrep van Echtelt.indd 20

2

wordt opgepakt. ‘We kunnen op deze manier met twee vrije handen de koe aansluiten’, zegt Anton. Om tijd te besparen worden de spenen na het melken niet gedipt. Door selectiepoorten kunnen de koeien tot een half uur na het melken alleen naar het voerhek. ‘Zo voorkomen we dat ze na het melken direct gaan liggen en dat mogelijk ziekteverwekkers de uier binnendringen. Aan het voerhek krijgen de slotgaten gelegenheid om goed te sluiten.’

Glimmende voermengwagen Halverwege het interview komt een oplegger het erf oprijden. De nieuwe voermengwagen arriveert. Anton loopt even naar buiten om de glimmende zelfrijder te bekijken. ‘We voerden de koeien tot nog toe met een doseerwagen’, licht Mathé toe. ‘Om de voerkosten te drukken voeren we veel bijproducten als soja, raapschroot en bierbostel. De voerkosten liggen nu op 10 cent per kilo melk en daar zijn we tevreden mee. De koeien zoeken echter te veel uit. Met een voermengwagen kunnen we een constanter en gelijkmatiger rantsoen aanbieden.’ De broers hopen hiermee de melkproductie van de koeien, die momenteel op 8600 kilogram melk per jaar ligt, verder omhoog te trekken. De melkproductie is een van de weinige zaken die sinds de bouw van de nieuwe stal nog niet verbeterde ten opzichte van de oude situatie. Anton: ‘Boven de 9000 kilo is toch echt wel ons streven, bovendien zien we ook graag nog wat betere gehalten.’ Mathé relativeert: ‘Ik denk dat het koude voor-

Het jongvee wordt gehuisvest in de oude stal. Na afkalven worden de jonge kalfjes in hun eenlingbox met de shovel verhuisd naar de oude locatie. Ook daar wordt inmiddels verbouwd om meer ruimte voor jongvee te creëren. Over twee jaar moeten de 290 plaatsen in de nieuwe stal volledig gevuld zijn met melkkoeien, is het streven van Anton en Mathé. Om snelle groei te bereiken worden de pinken geïnsemineerd met gesekst sperma. ‘We houden niet van watjes, koeien moeten power hebben en zichzelf goed kunnen redden in het grote koppel’, aldus Anton over het fokdoel. Stieren als Mr. Burns, Seaver, Albiorix en Norwin passen in dat fokdoel. ‘Maar ik zie wel graag een mooie koe’, zegt Anton, die van beide broers duidelijk de grootste affiniteit heeft met de fokkerij. ‘We gebruiken daarom graag Canadese stieren. Die geven net even de laatste sjeu aan het exterieur van een koe, de finishing touch.’ De fokkerijstrategie wierp haar vruchten de afgelopen jaren af door regelmatige keuringssuccessen. In maart won Denzeldochter 5318 Vriendje 3 het reservekampioenschap op de wintershow in Middenmeer. Deze zomer schreef Mina 1024, eveneens een Denzeldochter, het vaarzenkampioenschap van de fokveeshow in Opmeer op haar naam. De overwinning is eigenlijk vooral een verdienste van neef Pieter, vinden de broers. ‘Pieter koos de koe uit en ging ermee aan de slag. Onverwacht maar erg leuk dat deze koe uiteindelijk de kampioene bleek’, zegt Anton niet zonder trots. ‘Zo’n titel is zeker een waardering voor onze fokkerij en de manier waarop we met onze koeien bezig zijn.’ l

2013

18-11-13 16:35


A G R I B E X

Agribex 2013 zal naar verwachting 120.000 bezoekers trekken

Rundveeprogramma Agribex Agribex vindt plaats van 4 tot 8 december 2013 in Brussels Expo in Brussel. Op 3 december is de beurs al open voor de professionele dag. Het tentoonstellingscomplex Brussels Expo is bereikbaar via de ring van Brussel, uitrit 7a of uitrit 8.

22

V E E T E E LT

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

VX19_voorbeschouwing Agribex.indd 22

De beurs is toegankelijk van 10.00 tot 18.00 uur. Een dagkaart aan de kassa kost 12 euro. Tickets kunnen ook besteld worden via www.agribex.be. Een dagkaart kost 8,50 euro. Een passepartout kost 40 euro (inclusief professionele dag). Op vrijdag 6 december zijn de rund-

veeprijskampen voor melkvee van 10.00 uur tot circa 16.30 uur met een onderbreking om 12.30 uur voor de showmanshipcompetitie. Meer informatie en inschrijven voor het European Livestock Forum kan via de website www.livestockforum.eu

201 03 9

18-11-13 15:39


Nieuw Europees netwerkforum op Agribex voor boer en ketenpartijen

Agribex groeit uit zijn jas De komende land- en tuinbouwbeurs Agribex te Brussel is meer dan volgeboekt. Innovatie vormt het hoofdthema van de 68e editie van de beurs. ‘We willen ons als sector nog meer professionaliteit aanmeten’, aldus beurscoördinator Alain Vander cruys. tekst Jorieke van Cappellen, Guy Nantier

M

et nog enkele weken te gaan maakt Brussel zich op voor een invasie aan nieuwsgierige landbouwers. Met nagenoeg 100.000 vierkante meter beursvloer en een meer dan ruimschoots volgeboekte lijst met standhouders begint de 68e editie van Agribex in Brussel uit zijn jas te groeien. Een positief teken, vindt beurscoördinator Alain Vander cruys van Fedagrim. ‘We hebben het gevoel dat de bezoeker wel trek heeft in de beurs. Standhouders geven aan dat de verkopen de afgelopen weken wat omlaag zijn gegaan. Veehouders lijken toch de beurs af te wachten om nieuwigheden met eigen ogen te zien voordat ze tot aanschaf overgaan.’ Zo’n 75 procent van de 351 deelnemende bedrijven aan Agribex komt uit België. Daarnaast komt 16 procent uit Nederland. De overige procenten worden ingevuld door bedrijven uit onder andere Frankrijk en Duitsland.

ting oplossingen zien voor duurzaam energiebeheer en duurzame energieproductie. Vander cruys: ‘Veehouders kunnen kennismaken met de werking van houtpalletkachels en bijvoorbeeld platenkoelers en warmteterugwinningssystemen. Die systemen zijn niet nieuw, maar deze oplossingen zijn nog lang niet sectorbreed opgepakt. Er valt nog veel te winnen aan duurzaamheid.’

Meer capaciteit met effectief voorbehandelen Producent van melkinstallaties SAC ontwikkelde een nieuwe voorbehandelbeker die standaard op nieuwe robotsystemen wordt geleverd. De Belgische leverancier van het product Limko NV werd door de beursorganisatie van Agribex 2013 gewaardeerd met een Gouden Hoef voor meest innovatieve product. Volgens Limko NV verbetert de voorbehandelbeker het voorbehandelproces van de melkrobot aanzienlijk. De effectievere voorbehandeling resulteert in een hogere capaciteit van het systeem waardoor drie tot vijf koeien per robot meer gemolken kunnen worden.

‘De voorbehandelbeker met aparte tepelvoering is flexibel en volgt de bewegingen van de koe, waardoor deze goed blijft zitten, ook bij beweeglijke dieren’, vertelt Martin van Middelkoop, productspecialist bij SAC. De beker maakt de speen schoon, melkt voor en droogt de speen. ‘De voorbehandelbeker controleert met een sensor of de voorbehandeling volledig is bij alle kwartieren.’ Als de voorbehandeling niet succesvol is, kan een nieuwe poging worden gedaan. Limko NV testte het systeem al op diverse melkveebedrijven. De kosten van het systeem liggen bij ombouw op bestaande systemen onder de 1000 euro, aldus Limko nv.

De voorbehandelbeker controleert met een sensor of de voorbehandeling succesvol is

Professionele sector Met de futuristische slogan ‘Touch your dream’ stelt Agribex innovatie centraal op de beurs. ‘De agrarische sector is een enorm vooruitstrevende en innoverende sector, maar wij maken dit naar buitenstaanders nog onvoldoende zichtbaar’, vertelt Vander cruys. ‘Met deze slogan meten wij ons die professionaliteit juist wél aan. We willen veehouders uitnodigen om op onze beurs te bekijken wat de sector allemaal voor het boerenbedrijf kan betekenen en welke mogelijkheden er zijn om plannen echt waar te maken.’ Vander Cruys doelt hierbij onder meer op het thema duurzame energie, waarvoor op Agribex een speciaal themaeiland is ingericht in samenwerking met koepelorganisatie Enerpedia. Binnen het thema laten vooral bedrijven actief in de stallenbouw en stalinrich-

V E E T E E LT

VX19_voorbeschouwing Agribex.indd 23

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

23

18-11-13 15:39


A G R I B E X

Voermengwagen op elektriciteit Peeters Landbouwmachines bv uit Etten-Leur wordt op de komende Agribex beloond met een Gouden Hoef voor meest innovatieve product voor de Peecon Biga Volt, een getrokken voermengwagen met een elektrische aandrijflijn met accu’s. ‘Vanwege de eigen elektrische aandrijving is er geen aftakas nodig, waardoor je heel vlot kunt aan- en afkoppelen aan een trekker met voorlader, verreiker of shovel. Ook de hydrauliek wordt door de voermengwagen zelf geregeld’, vertelt Tom Adams, productmanager van Peeters Landbouwmachines. De accu’s moeten na twee voerbeurten acht uur opladen. ‘Een veehouder met zonnepanelen kan de accu’s overdag laten opladen. Je kunt de accu’s ook ’s nachts laden met goedkope nachtstroom, dan kost de laadbeurt slechts drie tot vier euro.’ Een veehouder bespaart met de Peecon Biga Volt tot 70 procent op brandstofkosten, waardoor het systeem een goed

Enkele jaren geleden leek de positie van het veehouderijgebeuren op Agribex te wankelen als gevolg van steeds strengere veterinaire eisen, een terugloop van het aantal inzenders en het wegvallen van financiering. Eerder dit jaar bevestigde beursorganisator Fedragrim en de vzw Algemene Veeprijskampen, dat verantwoordelijk is voor de organisatie van veeprijskampen op Agribex, echter opnieuw zijn samenwerking om een volwaardig veehouderijprogramma op Agribex te houden. De veeprijskampen voor vleesvee en melkvee, georganiseerd door de diverse stamboeken, blijven hiermee een vaste traditie op het programma.

Duizend euro prijzengeld Om nog meer cachet te geven aan het internationale karakter van Brussel, organiseert de vzw Algemene Veeprijskampen een nieuwe internationale showmanshipwedstrijd voor junioren (16 tot 23 jaar) en senioren (24 tot 30 jaar): het Brussels Holstein Showmanship. Per categorie valt er 1000 euro te winnen en mede daardoor is de belangstelling voor de showmanshiprubriek groot, meldt secretaris van de vzw Algemene Prijskampen Ignace Lootvoet. ‘De inschrijving loopt nog, maar inmiddels hebben zich twintig deelnemers aangemeld uit tien verschillende landen. Er komen deelne-

24

V E E T E E LT

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

VX19_voorbeschouwing Agribex.indd 24

alternatief voor een zelfrijder is, aldus Adams. ‘Een zelfrijder kost per uur 30 liter diesel. De tractor, verreiker of shovel die de voermengwagen vult en ver-

plaatst gebruikt minder dan tien liter diesel.’ De voermengwagen in de 16 kuub-versie is geschikt voor bedrijven tot 300 koeien en kost zo’n 72.000 euro.

De Peecon Biga Volt spaart tot 70 procent op brandstof dankzij het gebruik van accu’s

mers uit Finland, Zweden, Slovenië, Polen, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. Ook hopen we nog op een delegatie uit Nederland.’ Een tweede nieuw veehouderij-initiatief op Agribex is het European Livestock Forum. Organisator vzw Algemene Veeprijskampen wil hiermee van Brussel dé ontmoetingsplaats maken voor iedereen die betrokken is bij het Europees veehouderijgebeuren. ‘Brussel is de hoofdstad van Europa en de bakermat van het vroegere Europees kampioenschap voor melkvee’, vertelt Lootvoet. ‘We hebben niet de intentie om het EK weer te gaan organiseren, maar we willen Brussel wel weer echt op de kaart zetten als internationale ontmoetingsplaats van beleidsmakers, stakeholders en veehouders. Door deze mensen bij elkaar te brengen kunnen we bruggen slaan naar een duurzame en innovatieve sector.’

In debat met sprekers Met de organisatie van het European Livestock Forum wil de organisatie zich ook voorbereiden op de mogelijkheid dat er in de toekomst misschien geen veeprijskampen meer plaatsvinden op beurzen. ‘De veterinaire eisen worden steeds strenger, waardoor het voor inzenders steeds lastiger wordt om dieren bij elkaar te brengen’, aldus Lootvoet. ‘Dit initiatief moet ervoor zorgen dat de sector

toch betrokken blijft, zodat mensen elkaar blijven treffen op de beurs.’ Het forum vindt plaats gedurende drie dagen, van 4 tot 6 december, met dagelijks debatten rondom een thema, waarbij ook geïnteresseerde bezoekers aanwezig kunnen zijn. ‘Er zijn verschillende sprekers uitgenodigd met wie we ingaan op Europese thema’s als vleesproductie, duurzaamheid en antibioticagebruik in de veehouderij.’ Sprekers als professor Marc Van Montagu, die de World Food Price 2013 heeft ontvangen en vader is van de ggo-techniek, Paolo de Castro, voorzitter van de landbouwcommissie in het EU-parlement, en Roald van Noort, algemeen directeur van veeverbeteringsorganisatie CRV, hebben al hun medewerking toegezegd. Daarnaast zijn er ‘meet-and-greetmomenten’ met de sprekers. Vooraf inschrijven is wel vereist (zie kader op pagina 22). De vorige editie van Agribex in 2011 trok 125.000 bezoekers. Hoewel het gevoel positief is, is beurcoördinator Alain Vander cruys eerlijk in zijn verwachting voor deze editie. ‘We moeten ons wel realiseren dat er telkens boeren stoppen en dat daar weinig nieuwe landbouwers voor in de plaats komen. De boeren die er zijn, zijn echter wel boeren met ambitie. Wanneer we 120.000 bezoekers halen, zijn wij tevreden.’ l

201 03 9

18-11-13 15:39


I N T E RV I E W

Vlaamse DGZ zet meer in op brugfunctie tussen veehouder en overheid

Actiever zorgen voor de Vlaamse diergezondheid Het op til zijnde bvd-bestrijdingsprogramma is voor Dierengezondheidszorg Vlaanderen, kortweg DGZ, een uitdaging voor het komende jaar volgens voorzitter Marcel Heylen. Meer dan vroeger besteedt DGZ aandacht aan de vertaling van het beleid naar de praktijk, stelt DGZ-directeur Denis Volckaert. tekst Annelies Debergh

H

et gonst in het laboratorium aan de Hagenbroeksesteenweg in Lier van de drukte. Nog even en dan start een herinrichting en een herschikking van de activiteiten binnen deze gebouwen van Dierengezondheidszorg Vlaanderen, kortweg DGZ, de locatie van waaruit ook het Melkcontrolecentrum of MCC Vlaanderen opereert. De op til zijnde reorganisatie omvat ook de sluiting van de kantoren in Drongen en een uitbreiding van de zetel in Torhout. Met de komst van Denis Volckaert (57) in de rol van directeur bij DGZ is de diergezondheidsorganisatie wezenlijk veranderd. ‘De eerste opdracht vanuit het DGZ-bestuur in 2009 was om een beleidsvisie op te stellen voor de toekomst’, zegt Denis Volckaert (rechts in beeld). Melkveehouder Marcel Heylen (57) zet

28

V E E T E E LT

VX19_dubbelinterview.indd 28

NOVEMBER

2

daarbij de bestuurlijk gewenste lijnen uit. Heylen is in 2011 verkozen als voorzitter van DGZ en vertegenwoordigt met zichtbaar gemak de stem van de diverse sectoren. Tot 2009 was DGZ meer een volger van het overheidsbeleid met weinig eigen ondernemerschap. Na een rondgang bij de verschillende stakeholders van DGZ bleek dat alle partijen een actievere rol van de organisatie verwachtten. ‘Telkens opnieuw kwam de brugfunctie tussen veehouder en overheid aan bod. Daarom zet DGZ nu nog meer in op die rol.’ Hoe ziet DGZ de brugfunctie tussen overheid en veehouder in de praktijk? Volckaert: ‘Bij het opstellen van een beleidsplan kwam de vraag naar meer on-

dersteuning vaak terug. We hebben daarop besloten om nog meer nadruk te leggen op de vertaling van beleid naar de praktijk bij de veehouder. DGZ heeft middelen en mensen beschikbaar gesteld voor de begeleiding op het terrein. We willen mensen werven die dichter staan bij de klant-veehouder, maar we houden ons weg van de eerstelijnsadviezen. Die taak is voor de bedrijfsdierenarts.’ ‘Met het opstellen van de beleidsvisie zijn, aansluitend op de heroriëntatie van het sanitair beleid door de overheid, ook een aantal bestrijdings- en monitoringsprogramma’s vastgelegd. Het nieuwe i&r-programma Veeportaal is ook ontrold. Zo is langzamerhand heel concreet invulling gegeven aan de brugfunctie tussen veehouder en overheid.’

2013

18-11-13 12:09


DGZ gaat met het nieuwe beleid actiever de markt op, onder meer met een aantal bestrijdings- en monitoringsprogramma’s. Hoe komt dat? Heylen: ‘Binnen de structuur van onze organisatie zijn de adviescommissies voor de verschillende sectoren erg belangrijk. In 2011 zijn die adviescommissies geherdefinieerd. De commissie herkauwers bestaat uit veehouders die zijn voorgedragen uit de twee landbouworganisaties. Door met die praktisch denkende veehouders samen te werken is de verankering met de basis duidelijk groter en dat helpt in het aanvoelen van de nood tot een bepaalde aanpak.’ ‘Elk voorstel tot bijvoorbeeld het opstellen van een diergezondheidsprogramma wordt binnen de adviescommissie be-

ren op vlak van bvd. Anders bestond het risico dat België de vuilbak van Europa zou worden. Kijk maar hoeveel bvd-dragers uit Duitsland zijn overgekomen toen dat land de bestrijding van de ziekte heeft opgestart. Dat bezoek in Duitsland heeft ons ervan overtuigd dat bvdbestrijding noodzakelijk is. We zijn heel blij dat het programma er komt. Als alles goed loopt en alle punten en komma’s zijn gezet, kan het programma op 1 januari 2015 van start gaan.’ In hoeverre is de koppeling van dierziektebestrijding en identificatie en registratie van vee een voordeel? Volckaert: ‘De koppeling aan i&r is een groot voordeel. Zo is er het voorbeeld van het ibr-statuut dat gekoppeld is aan

Marcel Heylen: ‘Zonder bvd-bestrijding bestaat de kans dat België de vuilbak van Europa wordt’ sproken. Een van de resultaten uit dat overleg met de adviescommissie herkauwers is het recente vrijwillige bestrijdingsprogramma voor neospora.’ Is dat ook de reden voor het versnelde uitrollen van een bvd-bestrijdingsprogramma? Heylen: ‘In 2011 is een groep boeren, dierenartsen en adviseurs op bezoek geweest in Duitsland om daar de bvd-bestrijding “live” te bekijken. Daarna is het besef gegroeid dat er iets moest gebeu-

de i&r-database. De registratie van dierziekten kunnen wij als DGZ ophangen aan de kapstok van dierregistratie. Dat geldt voor bvd, voor neospora, eigenlijk voor elke dierziekte.’ ‘De positie van DGZ is uniek. De dagelijkse begeleiding van de i&r-database is aan ons toevertrouwd. We hebben ook behoorlijk wat diergeneeskundige kennis in huis met diagnostici, dierenartsen, administratieve laboranten en veldmedewerkers. We beschikken verder

over een uitgebreide database rondom labo-analyses en we staan in contact met de veehouder voor terugkoppeling van resultaten. De combinatie van die factoren maakt dat DGZ, net als de Waalse tegenhanger ARSIA, een unieke positie heeft. We hebben een brugfunctie tussen de veehouder, de overheid en de bedrijfsdierenarts in handen. De laatste jaren hebben we onze activiteiten meer uitgebouwd naar het veld. We denken daardoor meer te kunnen betekenen voor alle partijen en investeren daarin.’ Wat zijn belangrijke actieterreinen voor DGZ? Heylen: ‘Er is nog veel werk aan de winkel op vlak van bewustwording van de veehouder. Kijk maar naar het voorbeeld van het aankoopprotocol. Jaarlijks worden 240.000 tot 250.000 stuks vee verhandeld in Vlaanderen. Ongeveer op 27.000 stuks vee is het aankoopprotocol uitgevoerd. Dat is grofweg tien procent van het verhandelde vee. Ook al is de trend positief, toch blijft daar nog een lange weg te gaan.’ Volckaert: ‘Een moeilijkheid is dat wij telkens alle veehouders mee moeten krijgen. Het is niet zo moeilijk om de top van de veehouders mee te krijgen in een bestrijdingsprogramma voor bijvoorbeeld ibr. Het gaat echter niet alleen om de bovenste zesduizend, maar vooral ook om de onderste twaalfduizend rundveebedrijven. Zij moeten ook mee in dat verhaal, maar dat vertraagt wel ons functioneren. In het jaarverslag kwam onder meer naar voren dat we jaarlijks 92.000 telefonische contacten hebben en 43.000 mails behandelen. De rol van onze helpdesk is heel essentieel.’ Welke uitdagingen zijn er het komende jaar? Volckaert: ‘Behalve voorbereidingen rondom het bvd-bestrijdingsprogramma is er ook de intentieverklaring tot een nauwere samenwerking met MCC (Melkcontrolecentrum) Vlaanderen. We willen bekijken hoe we de synergie en de efficiëntie kunnen verhogen door op melkstalen meer onderzoek te doen.’ ‘Daarbij komt ook het bouwen en verbouwen van de twee locaties van DGZ in Lier en Torhout en het bekijken van alternatieve werkvormen voor onze medewerkers. We steken in op medewerkers die dicht bij de klant opereren. We kijken ook naar een efficiëntere rapportering om nog sneller beproevingsverslagen door te kunnen sturen. Kortom, we kijken hoe we de meeste toegevoegde waarde kunnen leveren aan de veehouder en de dierenarts.’ l

V E E T E E LT

VX19_dubbelinterview.indd 29

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

29

18-11-13 12:09


D I E R R E P O RTA G E

Kersenrode Apples beheersen internationale roodbontfokkerij

Beter dan het origineel In de roodbontring op de laatste World Dairy Expo in Madison maakten de nazaten uit de zwartbonte Kamps Hollow Altitude de dienst uit. De genen van de Durhamdochter met roodfactor zijn nog altijd gewild en haar invloed reikt verder dan de keuringsring. Doordachte paringen staan aan de basis van het succes. tekst Jaap van der Knaap Ryan Kamps: ‘Altitude is een laatbloeier’

M

ike Deaver mokt nog een beetje na. Het is een paar uur na de finale van de roodbontkeuring van de World Dairy Expo in het Amerikaanse Madison en hij staat bij zijn koe KHW Regiment Apple. ‘Waarom zou je kiezen voor de toekomst, de jeugdige variant, terwijl die toekomst eigenlijk al in perfecte staat in de ring loopt.’ Melkveehouder en veerijder Mike Deaver moppert nog een beetje op de roodbontjury, omdat zijn koe KHW Regiment Apple het onderspit moest delven tegen haar kloon, KHW Apple 3 ETN. Apple 3, een van de negen klonen van Apple, was ooit ook van Deaver, maar hij verkocht haar aan het bedrijf West Coast Holsteins in het Canadese Chilliwack. Deaver mocht dan wel mopperen, maar na even doorvragen liet hij zien dat hij toch ook wel trots was op de dominante aanwezigheid van de Applefamilie in Madison. Want Apples dochter Ms Candy Apple-Red (v. Talent) werd ook nog

eens derde in de finale, terwijl Apples halfbroer KHW Advent de meest succesvolle roodbonte stier werd in Madison.

Op kop in zwartbontring Mike Deaver staat – samen met koeienfotograaf John Erbsen – bekend als een van de ‘ontdekkers’ van de donkerrode Apple. Deaver kocht haar in 2006 als ongekalfde, hoogdrachtige vaars bij haar fokker Ryan Kamps uit Belmont. ‘Ik zag in haar een vaars met een geweldige rasuitstraling en een kersenrode vacht, die alle roodbontkeuringen ter wereld zou kunnen winnen’, stelt Deaver eigenzinnig. ‘In de roodbontring was destijds in de VS eigenlijk geen serieuze competitie. Roodbont was in de ogen van velen een tweederangs keuring. Daarom besloot ik haar in Madison te showen bij de zwartbonten.’ Het was een opmerkelijke, nog niet eerder vertoonde actie in de keuringsring in Madison. Maar het bleek een slimme

KHW Regiment Apple kreeg 95 punten voor haar exterieur

30

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_dierreportage DKH Apple.indd 30

2

zet van Deaver: de roodbonte Apple won als verse vaars haar zwartbontrubriek en dat was een sensatie. Deaver werd vervolgens door diverse partijen benaderd om Apple te verkopen. Hij zwichtte, maar besloot wel voor eenderde deel eigenaar te blijven. De veiling van Apple bleek een enorm succes, Apple werd voor een miljoen dollar verkocht en haar eigenaren staan gezamenlijk geregistreerd onder de naam Apple Partners. Die belangstelling voor Apple was niet alleen vanwege haar fraaie exterieur. Het was vooral ook de diepe koefamilie die zorgde voor interesse in haar en haar nazaten. Apple stamt uit zes generaties excellente koeien en is een Regimentdochter uit Kamps Hollow Altitude. Altitude (v. Durham) is inmiddels een vermaarde fokkoe gebleken. Behalve de stieren Advent (v. Kite), Jotan (v. Jordan) en Acme (v. Talent) leverde ze ook een koe als KHW Goldwyn Aiko rf. Goldwyn-

KHW Regiment Apple 3 ETN, de kloon van Apple

2013

18-11-13 11:18


dochter Aiko behoorde tot de hoogst geïndexeerde roodfactorkoeien en leverde op haar beurt ook talrijke dieren met hoge genoomfokwaarden die voor hoge veilingnummer zorgen.

Outcrossbloedvoering ‘We fokten Altitude uit Prelude Alisha’, vertelt Ryan Kamps, die alle dieren uit Altitude in gezamenlijk eigendom heeft met zijn studievriend Ryan Weigel. ‘We kochten Alisha’s Jubilantmoeder in 1998 tijdens de slotveiling van het bedrijf Clover Mist. Zij stamde op haar beurt uit de bekende koe D-R-A August.’ Kamps paarde Alisha met vroege rietjes van Durham en die combinatie leverde Altitude op. Altitude bleek geen echte showkoe, maar was vooral een laatbloeier volgens Kamps. ‘Dat typeert de koefamilie, het zijn laatrijpe koeien met veel eiwit die je steeds meer gaat waarderen naarmate ze ouder worden.’ Kamps spoelde Altitude met stieren als Shottle, Goldwyn, Mac en Champion, maar de massale interesse voor haar nakomelingen kwam toen haar dochter Apple de zwartbontrubriek won in Madison en nagenoeg gelijktijdig Advent, de Kitezoon van Altitude, een eerste fokwaarde kreeg. ‘Dat was het moment waarop de hele fokkerijwereld blijkbaar zat te wachten. Roodbont werd ineens razend populair. Vanaf toen wilde iedereen nazaten van Altitude.’ Kamps deed goede fokkerijzaken, niet in de laatste plaats omdat Altitude ook hoge genoomfokwaarden bleek door te geven. De lijst met hoog genoteerde, dikwijls roodbonte of van de roodfactor voorziene nazaten is enorm en reikt ook tot in Nederland. Nog maandelijks worden er embryo’s gewonnen uit Altitude, ook al is ze inmiddels veertien jaar oud.

De invloed van de veertienjarige Kamps Hollow Altitude groeit nog steeds

‘Ze scoort nog altijd bijna 2000 TPI en combineert dat nu met een erg hoge betrouwbaarheid van 93 procent.’ Kamps glimlacht: ‘Omdat ze al zo oud is, is ze in het huidige snelle genoomtijdperk inmiddels bijna een koe geworden met een outcrossbloedvoering.’

Niet fokken maar klonen Ondanks dat Altitude en haar nazaten vooral veel invloed krijgen in de roodbontfokkerij, noemt Kamps zichzelf eigenlijk meer een zwartbontfokker. ‘Wat hebben de stieren Enhancer, Triple Threat en de koe Blackrose met elkaar gemeen?’, zo stelt hij een wedervraag. ‘Ze zijn allemaal belangrijk geweest voor de roodbontfokkerij, maar ze waren wel allemaal zwartbont. Roodbontfokkerij heeft zwartbontgenen nodig om het niveau te handhaven.’ Kamps blijkt graag fokkerijresultaten te analyseren. ‘Het showtype van de stier Kite paste goed bij het solide frame en de

D-R-A - August (v. Marquis King) Patricie (v. Jubilant)

Clover Mist Augy Star (v. Jubilant)

TL Mona (v. Tulip)

Clover Mist Alisha (v. Prelude)

Fabers Mo (v. Faber)

KHW Altitude (v. Durham)

Zeedieker C. Aug (v. Canvas)

KHW Advent (v. Kite)

KHW Regiment Apple KHW Regiment Apple 3 ETN (v. Regiment) (v. Regiment)

laatrijpheid van Altitude en dat leverde de stier Advent. Bovendien was Kite een Skychiefzoon van Blackrose, vijftien jaar geleden de beste Blackstardochter van de VS.’ Een gelijke analyse maakt hij ook voor Apple. ‘Altitude paarden we met Regiment, een Rubenszoon van Stelbro Renita Ranger, een bekende roodbonte Madisonkampioene. Juist in deze genoomtijd moet je ook terugkijken hoe paringen uitpakken. Dat een koe als Apple werd geboren, was geen toevalstreffer; ze is het resultaat van een combinatie van de beste genen van de wereld.’ Ook Deaver bleek vanaf het eerste moment dat hij Apple zag een rotsvast vertrouwen in haar te hebben. Hij besloot haar als vaars al te gaan klonen. ‘De beste kloonresultaten zijn afkomstig van weefselmonsters van jonge dieren. Klonen maken van oudere dieren zorgt vaak voor teleurstellingen.’ Deaver verkocht al een aantal klonen, maar fokt momenteel ook nog een aantal kloonkalveren van Apple op. ‘Apple produceerde in vier lactaties 72.000 kg melk met 4,8% vet en 3,8% eiwit en heeft voor haar exterieur 95 punten. Ze is niet te verbeteren, er is in mijn ogen geen stier die iets zou kunnen toevoegen. Met Apple moet je daarom niet fokken, je moet haar klonen.’ l

Jotan (v. Jordan)

KHW Aiko rf (v. Goldwyn)

KHW Elm-Park Acme (v. Talent)

Ms Candy Apple (v. Talent)

V E E T E E LT

VX19_dierreportage DKH Apple.indd 31

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

31

18-11-13 11:18


E C O N O M I E

Nederland en Vlaanderen behoren tot meest melkrijke gebieden in Europa

Extreem weer weerklinkt in mondiale melkprijs De historisch hoge voerprijzen van het melkjaar 2012 hakten er wereldwijd in, zo is te lezen in het pas uitgebrachte IFCN Dairy Report. Meer dan ooit zijn extreme weersomstandigheden van invloed op de wereldzuivelproductie. tekst Jorieke van Cappellen

H

et jaar 2012 was in meerdere opzichten een roerig jaar voor de mondiale zuivelsector, zo blijkt uit het pas verschenen IFCN Dairy Report over het jaar 2012. In deze ‘wereldatlas van de melkproductie’ publiceert het International Farm Comparison Network (IFCN) jaarlijks een overzicht van de mondiale melkproductie met kostprijsvergelijkingen en melkprijsvergelijkingen tussen landen. Dat het rapport pas in oktober 2013 verschijnt, heeft vooral te maken met de tijd die het kost om wereldwijd gegevens te verzamelen en deze te interpreteren, laat Michel de Haan weten (zie kader). Als onderzoeker bij Wageningen UR is De Haan leverancier van de Nederlandse gegevens voor het IFCN-rapport en neemt hij als expert deel aan IFCNbijeenkomsten en -discussies.

Het IFCN telde in 2012 circa 122 miljoen melkveebedrijven met in totaal 363 miljoen koeien. De gemiddelde boer houdt 3 melkkoeien met een productie van 2100 kilogram melk. Azië produceert ruim een derde van de wereldproductie. De 27 landen van de Europese Unie nemen 21 procent voor hun rekening.

Rationele boeren Vooral de torenhoge voerprijzen hakten er in 2012 bij menig bedrijf in. Lag de mondiale voerprijs in 2010 nog op 230 dollar per ton, de twee jaar erna steeg deze met 50 procent naar een recordhoogte van 351 dollar per ton in 2012. De wereldwijde kostprijs steeg ten opzichte van 2011 9,5 procent naar gemiddeld 33,36 euro. De mondiale melkprijs daalde in 2012 17 procent naar gemid-

deld 36,70 dollar per 100 kilogram melk. ‘Voer- en melkprijzen tonen het laatste decennium steeds vaker sterke fluctuaties. Het jaar 2012 was daar een goed voorbeeld van’, vertelt Michel de Haan. De langdurige droogte in de Verenigde Staten in 2012 zorgde voor mislukte oogsten, waardoor het voeraanbod slonk en de prijzen van grondstoffen van krachtvoer naar recordhoogte stegen. Vanwege acuut voergebrek stootten Amerikaanse melkveebedrijven in 2012 resoluut koeien af en werd er minder gemolken. ‘Amerikanen denken hierin overigens rationeler dan veel West-Europese boeren, die de hoge krachtvoerprijzen voor lief namen. Over het algemeen bleven ze gewoon doorvoeren en -melken, met een stijging van de kostprijs als gevolg.’ In 2009 kampte Australië met zware overstromingen en dit voorjaar beleefde Nieuw-Zeeland de ergste droogte in 70 jaar. De Haan: ‘Het weer is een factor die meer dan ooit invloed heeft op de mondiale melkproductie en is iets waar we in de toekomst mogelijk steeds vaker mee te maken krijgen.’ Het aanbod van melk kan de groeiende vraag naar melk- en zuivelproducten wereldwijd al enige tijd net niet bijhouden. ‘Momenteel hebben we te maken met

De melkveesector in Nieuw-Zeeland heeft te maken met een toenemende mate van intensivering

36

V E E T E E LT

VX19_IFCN-rapport.indd 36

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

201 03 9

18-11-13 12:16


> 60 – ≤ 120 > 50 – ≤ 60 > 40 – ≤ 50 > 30 – ≤ 40 > 20 – ≤ 30 ≤ 20 geen gegevens

Figuur 1 – Kosten melkproductie in de wereld (USD/100 kg melk), bron IFCN

een hoge melkprijs, terwijl het economisch gezien helemaal niet zo goed gaat in Europa’, aldus De Haan. ‘Wij profiteren met onze zuivelmarkt van economieën in Zuidoost-Azië.’ De relatief hoge kostprijs van melk van 50 tot 60 dollar per 100 kilogram melk in China en zelfs 60 tot 130 dollar in Japan dragen hieraan bij. ‘Land voor voerproductie is er schaars. Bovendien is het vakmanschap er nog matig. Naar verwachting zal China de komende tien jaar dan ook nog niet zelfvoorzienend zijn.’

Kostprijs hoog in West-Europa West-Europa, India en Nieuw-Zeeland zijn nog altijd de gebieden met de hoogste ‘melkdichtheid’ met meer dan 25 ton geproduceerde melk per vierkante kilometer. Nederland en Vlaanderen behoren in Europa tot de melkrijkste landen met meer dan 150 ton geproduceerde melk per vierkante kilometer. De melkproductiekosten liggen in WestEuropa relatief hoog, met kostprijzen tussen de 40 en 55 dollar per 100 kilo-

gram melk (zie figuur 1). ‘West-Europa kent veel gezinsbedrijven. Typerend voor die bedrijven is de arbeid van gezinsleden die vaak niet berekend wordt. Daardoor kun je het als bedrijf lang uithouden.’ Met name België kreeg in 2012 een gevoelige tik. ‘De melkprijs ligt in België structureel lager dan in Nederland. De voerprijs lag daarentegen 30 procent hoger dan mondiaal.’ Kenmerk van hogekostprijslanden als Canada, Noorwegen en Zwitserland is de beschermde status van de binnenlandse melkproductie. ‘De melkprijs is er ook hoog. De trigger om op de kosten te letten ligt dan een stuk lager.’ De echte lagekostenregio’s met een kostprijs van 26,50 dollar per 100 kilogram melk zitten in Zuid-Amerika, MiddenAfrika en Azië, met uitzondering van China en Japan. ‘Argentinië is een echt lagekostenland vanwege de beschikbaarheid van goedkoop land. Maar ook vanwege het politiek instabiele klimaat investeren Argentijnse boeren weinig in vaste productiemiddelen.’

Nieuw-Zeeland kan niet langer geschaard worden onder de landen met de laagste kostprijs. ‘Over vijf jaar groeide de melkproductie in Nieuw-Zeeland jaarlijks gemiddeld 5,4 procent. Grond wordt er duurder en Nieuw-Zeelanders investeren meer in hogere graslandopbrengsten door kunstmest. Ook verschijnen er steeds meer stallen. Die kunst van intensiveren kijken ze absoluut af van West-Europa.’

Forse stijging zuivelhandel De handel in zuivel stijgt wereldwijd de komende tien jaar met 60 procent, ofwel 40 miljard kilogram melk, zo voorspellen de onderzoekers in het IFCN-rapport. Vanwege de goede geografische ligging kunnen vooral de gevestigde landen beantwoorden aan de vraag. ‘De voervoorziening wordt de beperkende factor.’ Nederland en België kunnen beperkt aanhaken op de productieverhoging. ‘Milieuruimte en een lage kostprijs blijven voor onze omgeving de belangrijkste aandachtspunten.’ l

Het IFCN-rapport beschrijft de mondiale zuivelmarkt Sinds 2000 publiceert het International Farm Comparison Network (IFCN) jaarlijks het IFCN Dairy Report, dat de mondiale zuivelmarkt in kaart brengt. Voor het rapport is het de kunst om vergelijkbare cijfers te produceren. Daarom wordt gewerkt met typische melkveebe-

drijven waarbij de cijfers via een uniforme rekensystematiek verwerkt worden. Zo’n typisch melkveebedrijf is representatief voor een regio of land. Voor het rapport van 2012 werden 178 typische melkveebedrijven in 63 regio’s en 51 landen meegenomen. Deze bedrij-

ven vertegenwoordigen 90 procent van de totale wereldmelkproductie. De data worden verzameld en geïnterpreteerd door ruim 50 zuivelexperts wereldwijd die zijn verenigd in het IFCN. Voor Nederland heeft Michel de Haan van Wageningen UR zitting in het IFCN.

V E E T E E LT

VX19_IFCN-rapport.indd 37

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

37

18-11-13 12:16


DIERGEZONDHEIDSNIEUWS

Pijnmanagement dient dier en portemonnee Veehouders en dierenartsen zijn zich de laatste jaren veel bewuster van pijn bij rundvee. In plaats van alleen pijnbestrijding is er sprake van pijnmanagement. Dat houdt naast bestrijding van pijn ook in: het voorkomen van het ontstaan van pijn, snel handelen om erger te voorkomen en het verzorgen en verplegen van zieke dieren. De belangrijkste elementen van pijnmanagement zijn: 1 Koecomfort. In de praktijk vertaalt zich dat door de toename van diepstrooiselboxen, vrijloopstallen, rubber op de vloeren van de wachtruimte en het stimuleren van weidegang. Dit om problemen, zoals kreupelheid, te verminderen. 2 Voeding in de breedste zin van het woord. Maar de focus op transitiemanagement, zodat een koe zo gemakkelijk mogelijk en zonder gezondheidsproblemen aan de volgende lactatie kan beginnen, is behoorlijk toegenomen. De kans op bijvoorbeeld een lebmaagverplaatsing is hierdoor ook kleiner en dat scheelt weer een operatie. 3 Fokkerij. Fokkerijorganisaties sturen via hun fokprogramma’s niet alleen op productie, maar ook steeds meer op gezondheid en vruchtbaarheid. Denk bijvoorbeeld aan hoorn-

loze stieren en de recente introductie door CRV van de fokkerijgetallen gezondheid en efficiëntie, die de veehouder moeten helpen in het foktechnisch sturen naar een gezondere, meer efficiënte veestapel. De inzet van een pinkenstier om ingrepen als gevolg van zwaar afkalven te verminderen, is al lang gemeengoed. Tot slot wordt bij een aantal vleesveerassen via binnenbekkenmaten gestuurd op vleesvee dat vanzelf afkalft, zodat er minder vaak een keizersnede nodig is. 4 Ziektepreventie. Een niet te onderschatten onderdeel van pijnmanagement is ziektepreventie om het ontstaan van pijn te voorkomen. Daarom neemt de aandacht voor de gezondheidsstatus van bedrijven toe en wordt er de laatste jaren veel tijd besteed aan uiergezondheid (melktechniek en hygiëne), salmonella en paratuberculosevrij worden. In de toekomst is er wellicht ook meer aandacht voor preventie van andere infectieziekten, zoals bvd. Pijnmanagement omvat dus een breed spectrum van zaken die primair goed zijn voor het rund en daarmee ook voor de portemonnee van de rundveehouder.

UbroCare presenteert UbroBox: goed en makkelijk melkmonsters nemen De UbroBox, die onderdeel uitmaakt van het UbroCare-programma van Boehringer, ondersteunt bij het gemakkelijk en hygiënisch nemen van melkmonsters. De UbroBox bevat: – een instructiekaart voor het stapsgewijs en gemakkelijk hygiënisch nemen van een monster; – 10 tepeldoekjes voor het ontsmetten van de speen; – 10 paar handschoenen voor het hygienisch nemen van een melkmonster; – 10 melkbuisjes: voor het nemen van melkmonsters; – markeerstift om koenummer en kwartier op het buisje te noteren; – side-dipper, handige dipper om na het nemen van het monster of het melken de speen te ontsmetten.

De UbroBox is verkrijgbaar via uw dierenarts.

GASTCOLUMN JEROEN HOUWING DIERENARTS BIJ DAP N O O R D W E S T- G R O N I N G E N

Stuur op koe, niet op dierdagdosering Deze zomer werd ik geconfronteerd met een verzoek tot euthanasie van een koe, die een week daarvoor had afgekalfd van een tweeling. Het was warm zomerweer en het dier was aan de nageboorte blijven staan, met als gevolg een erg zieke koe. De koe had als behandeling enkele nageboortecapsules gehad. De veehouder vertelde dat hij in het verleden zo’n koe behandelde met antibiotica in de nek en pijnstillers of ontstekingsremmers. Vanwege zijn dierdagdosering had hij deze koe niet behandeld met antibiotica in de nek. Toen hij dit vertelde, corrigeerde hij zichzelf dat het eigenlijk te gek voor woorden is om bij de behandeling van een zieke koe na te denken over de gevolgen voor de dierdagdosering. Als dierenartsen horen wij ook de verhalen van veehouders die zijn gestopt met droogzetten met als doel een lagere dierdagdosering. Helaas worden wij soms ook geconfronteerd met de negatieve gevolgen van niet meer droogzetten, zoals een oplopend tankcelgetal, meer uierontsteking en soms zelfs een koe met uierontsteking in de droogstand. Wij adviseren de veehouders in onze praktijk om een zieke koe goed te behandelen en het droogzetten van koeien te bespreken door middel van de droogzetevaluatie. Volgens ons moet je streven naar gezonde koeien met een verantwoord antibioticumgebruik en niet naar een zo laag mogelijke dierdagdosering.

V E E T E E LT

VX19_Boehringer.indd 39

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

39

18-11-13 12:29


3 0 5

D A G E N P R O D U C T I E S

Productieprestaties fokstieren in beeld met 305 dagenlijsten van dochters

Kilo’s melk, vet en eiwit Van de meestgebruikte stieren bij zwartbont, roodbont, mrij en de overige rassen brengt Veeteelt de werkelijke productiecijfers in beeld. De cijfers zijn niet gecorrigeerd. Als ondergrens geldt een minimum van 75 lijsten per lactatie. tekst Inge van Drie

G

even de dochters van Flevo Genetics Snowman echt zoveel melk? En hebben de vrouwelijke nakomelingen van Heihoeve Delta Spencer inderdaad zo’n hoog eiwit als de fokwaarde van de stier belooft? Wie nieuwsgierig is naar het antwoord op die vragen, doet er goed aan een blik te werpen op de 305 dagenproducties die Veeteelt in dit artikel en op de website op een rij heeft gezet. Voor alle stieren geldt dat de dochterproducties alleen zijn gepubliceerd als er minstens 75 lijsten per lactatie beschikbaar waren.

Verschillen tussen bedrijven Bij het bekijken van de cijfers past enige voorzichtigheid. Het kan zijn dat er bovengemiddeld veel dochters van een bepaalde stier op hoogproductieve bedrijven lopen. Of wellicht is een andere stier vooral gebruikt op koeien met een hoge productieaanleg. Bij het berekenen van fokwaarden houden rekenmeesters rekening met zulke verschillen. Ze corrigeren voor verschillen tussen bedrijven en het jaar van af-

40

V E E T E E LT

VX19_stieren encijfers.indd 40

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

kalven, voor de leeftijd bij afkalven en de productieaanleg van de moeders. Hoe verhouden de ruwe productiecijfers zich tot de fokwaarden? Een paar voorbeelden maken dat duidelijk (tabel 1). De O Manzonen DT Improver en DT Impuls hebben een duidelijk verschillend verervingspatroon wat betreft melkplas. Improver vererft +17 kg melk, Impuls +995 kg. De helft daarvan – een kleine 500 kg – zou zichtbaar moeten zijn bij de dochters. Een koe krijgt immers de helft van haar genenpakket van vaderskant mee. In theorie zou dat betekenen dat de Impulsdochters bijna 500 kg melk per lactatie meer produceren dan de dochters van Improver. In de praktijk komt dat redelijk overeen. De Improverdochters komen uit op 7356 kg melk, terwijl de Impulsdochters in hun eerste lijst 7731 kg melk in 305 dagen noteren. Stieren met een hoger dochtergemiddelde hoeven niet per se een hogere fokwaarde voor melkproductie te hebben. Neem bijvoorbeeld Dudoc Mr Burns en Beekmanshoeve Bertil. Op papier zouden de vaarzen van Mr Burns een kleine

naam stier

geb. fokw. jaar kg melk

305 dgn.prod. als vaars (kg m.)

Improver Impuls

2005 2005

+17 +995

7.356 7.731

Bertil Mr Burns

2003 2002

+850 +1137

7.764 8.228

Creylo Cherokee

1995 2008

+389 +360

7.018 7.221

Tabel 1 – Vergelijking van fokwaarden en werkelijke productie bij een aantal stieren

150 kg melk meer moeten produceren dan de vaarzen van Bertil. In de praktijk is het verschil veel groter: ruim 450 kg melk. Een verklaring zou kunnen zijn dat Mr Burns als importstier op een selecte groep bedrijven en koeien met een hoger productieniveau is gebruikt. Wat ook kan meespelen is het geboortejaar van de stier en de periode waarin de dochters aan de melk komen. De stieren Creyhorst Clor 2 en Cherokee van de Peul verschillen dertien jaar van elkaar, maar hebben een vrijwel identieke fokwaarde voor kilogrammen melk. Toch produceren de dochters van Cherokee duidelijk meer melk dan die van Creylo. Dat kan samenhangen met het verschil in geboortejaar tussen de stieren. Op het moment dat de dochters van Creylo aan de melk kwamen lag de gemiddelde landelijke productie lager dan nu. l Kijk voor veel meer dochterproducties op www.veeteelt.nl/topcijfers

201 03 9

18-11-13 11:24


naam/lact.nr.

aantal lactaties

kg melk

% vet

% eiwit

kg kg vet eiwit

naam/lact.nr. Delta Fidelity 1e lijst 2e lijst 3e lijst

zwartbont Ralma O-Man Cf Cricket by 1e lijst 2e lijst

3.266 128

7.949 9.297

4,09 4,13

3,46 3,53

325 384

275 328

Woudhoeve 1042 Impuls 1e lijst 2e lijst

2.340 82

7.731 9.128

4,24 4,39

3,49 3,57

328 401

270 326

aantal lactaties

kg melk

% vet

% eiwit

kg kg vet eiwit

12.638 260 91

7.676 8.598 8.971

4,38 4,48 4,57

3,54 3,66 3,65

336 385 410

272 315 327

Camion van de Peul 1e lijst

172

7.132

4,50

3,52

321

251

Talentino 1e lijst 2e lijst

544 320

7.057 8.219

4,35 4,39

3,57 3,66

307 361

252 301

100.595 74.606 46.319 23.980 10.123

6.959 8.411 8.908 9.016 8.947

4,66 4,71 4,70 4,70 4,69

3,62 3,70 3,66 3,65 3,62

324 396 419 424 420

252 311 326 329 324

Big Winner 1e lijst 2e lijst 3e lijst 4e lijst

609 275 195 89

7.172 8.679 9.199 9.051

4,43 4,52 4,51 4,47

3,50 3,61 3,55 3,54

318 392 415 405

251 313 327 320

DT Improver 1e lijst 2e lijst

873 89

7.356 8.943

4,34 4,41

3,53 3,59

319 394

260 321

Kian 1e lijst 2e lijst 3e lijst 4e lijst 5e lijst

Delta Persuader 1e lijst 2e lijst

112 99

7.484 8.740

4,16 4,11

3,45 3,49

311 359

258 305

Aalshorst Pleasure 1e lijst 2e lijst

589 99

7.215 8.415

4,41 4,52

3,52 3,60

318 380

254 303

Delta Atlantic 1e lijst

213

7.498

4,35

3,57

326

268

Slotbooms Pilot 1e lijst 2e lijst

Lowlands Klimmer 1e lijst 2e lijst 3e lijst

179 143 114

7.037 8.443 8.951

4,58 4,64 4,67

3,60 3,66 3,56

322 392 418

253 309 319

185 150

7.551 8.689

4,29 4,34

3,47 3,57

324 377

262 310

J&G Malando 1e lijst 2e lijst

142 112

7.113 8.129

4,64 4,74

3,61 3,69

330 385

257 300

mrij Remco 1e lijst

77

5.867

4,52

3,72

265

218

Goran 1e lijst

91

5.699

4,65

3,67

265

209

Meldon 1e lijst 2e lijst

108 84

5.804 6.967

4,55 4,52

3,58 3,66

264 315

208 255

import Bosside Alta Ross 1e lijst

615

7.625

4,21

3,46

321

264

1563 8.402 705 9.829 126 10.598

4,07 4,07 4,04

3,46 3,52 3,47

342 400 428

291 346 368

Danillo 1e lijst 2e lijst 3e lijst Delta Paramount 1e lijst 2e lijst 3e lijst 4e lijst Westenrade Lacey 1e lijst 2e lijst 3e lijst De-Su Oman Goli 1e lijst Ponsstar Sunflower rf 1e lijst 2e lijst roodbont Topspeed Kodak 1e lijst 2e lijst 3e lijst

429 303 87

32.159 20.340 9.199 1.865

320 152 126

249

579 99

7.874 9.163 9.732

8.115 9.424 9.876 9.916

7.548 8.992 9.260

8.126

7.174 8.577

4,28 4,30 4,23

4,09 4,09 4,10 4,11

4,29 4,37 4,40

4,23

4,52 4,48

3,44 3,51 3,50

3,41 3,49 3,44 3,44

3,51 3,59 3,53

3,45

3,62 3,66

337 394 412

332 385 405 408

324 393 407

344

324 384

271 322 341

277 329 340 341

265 323 327

280

260 314

Stol Joc 1e lijst 2e lijst 3e lijst Ufm-Dubs Alta Esquire 1e lijst

437 111 97

7.070 8.349 8.717

4,54 4,56 4,60

3,55 3,61 3,54

321 381 401

251 301 309

Morningview Legend 1e lijst 2e lijst

670

7.613

4,39

3,48

334

265

3935 151

7.752 9.264

4,41 4,33

3,52 3,57

342 401

273 331

Tabel 2 – Niet-gecorrigeerde productiecijfers van de meestgebruikte stieren in Nederland en Vlaanderen

V E E T E E LT

VX19_stieren encijfers.indd 41

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

41

18-11-13 11:24


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Freddy Buntinx In de bestaande stal plaatste Freddy Buntinx twee melkrobots op het einde van de voergang. Het eerste doel is om de melksystemen volledig te bezetten. Aantal koeien: Melkproductie: Hoeveelheid land:

Stevoort

125 9709 4,04 3,33 85 hectare

Freddy Buntinx

Buntinx groeit het liefst met eigen vee

Freddy Buntinx past automatisering toe in bestaande stal

Ruimte voor meer melk Met een productiestijging en meer koeien aan de melk verdubbelde Freddy Buntinx uit Stevoort zijn totale melkproductie. De focus ligt op groei in evenwicht met alle productiefactoren. Het volledig benutten van de robotcapaciteit is het eerste doel. tekst Annelies Debergh

Voerschuif noodzakelijk

D

e twee melkrobots zijn net twee nieuwe koeien aan het voorbehandelen. Verderop laat een koe zich verwennen door een roterende koeborstel. De stal van Freddy Buntinx (37) en Greet Kozlowski (34) is voortdurend in bedrijf. Ondanks de doorlopende activiteit straalt de veestapel rust uit. ‘We zijn twee jaar met de robot aan het melken en nu draait het ook echt goed’, klinkt de melkveehouder enthousiast. Hij zet het werk op zijn melkveebedrijf in het Belgisch Limburgse Stevoort rond met de hulp van zijn vader, zijn vrouw werkt buitenshuis. Het eerste jaar vergde het melken met de robot flink wat aanpassing, nu draait het systeem vlot. ‘We melken nu gemakkelijk dertig liter per koe bij drie melkbeurten per dag. Gemiddeld hebben de koeien vijf tot zes weigeringen. Ze lopen graag door de robot.’ Bij de start twee jaar geleden molk Freddy Buntinx 45 koeien per robot. Nu melkt hij 115 tot 120 melkkoeien met de twee robots. Bij elke stap in de bedrijfsontwikkeling denkt Freddy Buntinx al na over de volgende stap. ‘Groeien, dat doe je geleidelijk, het is iets wat me overkomt’, legt de gedreven melkveehouder uit. ‘Als ik de robots echt

44

V E E T E E LT

VX19_bedrijfsrep Buntinx.indd 44

NOVEMBER

schaft’, klinkt het resoluut. ‘Met een laadsysteem, een voermengwagen en een trekker voor de wagen lag de kostprijs hoger dan met de zelfrijdende voermengwagen.’ De keuze bevalt goed. ‘Het uitkuilvlak is netjes onderhouden en de looplijnen zijn kort. Je hoeft uiteindelijk maar één keer naar elke kuil rijden.’

2

maximaal benut, dan kan ik 130 koeien melken. Op de twee robots heb ik nu nog 25 tot 30 procent tijd over. Er is dus nog ruimte voor 10 tot 15 procent meer melk. Dat is voor mij het eerste doel.’

Zelfrijdende mengwagen Vijf jaar terug molk het bedrijf 80 melkkoeien met een gemiddelde productie van 7500 kg melk. De veestapel is sindsdien fors ontwikkeld, niet alleen in aantal, vooral ook in productie. Het afgelopen boekjaar noteerden de 125 mprkoeien een gemiddelde jaarproductie van 9709 kg melk met 4,04% vet en 3,33% eiwit. ‘Groei kun je op verschillende vlakken realiseren. We zijn niet alleen in aantal koeien, maar vooral in productie per koe gegroeid.’ De productiestijging is deels te danken aan het automatisch melken. Maar ook het voermanagement paste Buntinx aan. Het dagelijkse rantsoen van de koeien bestaat nu uit 28 kilo kuilmais, 11 kilo kuilgras, 6 kilo draf (bierbostel) en 8 kilo perspulp, aangevuld met krachtvoer en mineralen in de melkrobot. De keuze voor gemengd voeren lag voor de hand, welk voersysteem het daarbij zou worden niet. ‘Ik heb uiteindelijk een zelfrijdende voermengwagen aange-

Ook het beperken van de weidegang in de zomer en het jaarrond voeren van een winterrantsoen hadden gevolgen voor de productie. ‘De koeien krijgen nu jaarrond een stabiel rantsoen’, zegt Freddy Buntinx, die zijn koeien ’s zomers wel weidt. ‘Met een volledige benutting van de robot wordt het misschien moeilijk om nog te weiden, maar eigenlijk laat ik de koeien graag buiten lopen.’ De koeien hebben een weide van drie hectare ter beschikking. ‘Beweiding en beweging is goed voor de koeien.’ Sinds het jaarrond voeren van het winterrantsoen en het gemengd voeren zijn de voerkosten wel gestegen. ‘Maar de koeien kunnen geen voer meer uitselecteren en er is veel meer rust in de stal.’ Freddy Buntinx voert alleen ’s morgens. De automatische voerschuif zorgt ervoor dat de koeien voortdurend kunnen vreten. Met onvoldoende vreetplekken is dat een noodzaak. ‘Het leek ons het beste om de robots op de voergang te zetten in de bestaande stal. Zo zijn voerplekken verloren gegaan, maar tegelijkertijd staan de robots wel op een goede plek in de stal. Ondanks het lagere aantal voerplekken is er met de voerschuif toch minder verdringing aan het voerhek.’ De afgelopen jaren lag de nadruk in de fokkerij op melkproductie. Nu let Bun-

2013

18-11-13 15:17


Nette kuil door zelfrijdende mengwagen

De koeien gaan drie keer per dag door de robot

tinx meer op vruchtbaarheid en uiergezondheid. Met name op het vlak van vruchtbaarheid heeft de veehouder de wens om het nog beter te doen. ‘Ik probeer elke koe te houden en dat betekent dat ik ook lang doorga met insemineren.’ Freddy Buntinx haalt een gemiddelde van 2,4 rietjes per drachtige koe, bij het jongvee is dat 1,7 rietjes. ‘Met een hoog vervangingspercentage is het gemakkelijk om een lager aantal rietjes te halen. Maar ik ga liever lang door met koeien insemineren.’

De stierkeuze gebeurt met het CRVstieradviesprogramma. Stonewall, Levi, Danno, Salvador en Gofast krijgen kansen. ‘Ik vertrouw volledig op het stieradvies. Bij grotere veestapels is het moeilijker om de verbeterpunten van alle koeien in beeld te hebben. Met een computerprogramma weet je zeker dat met alles rekening wordt gehouden.’

Groeien met eigen vee Bovendien gaat de voorkeur uit naar groeien met eigen vee. ‘Een melkveebe-

Kalverhutten achter stal voor beperkte looplijnen

drijf moet in evenwicht zijn. Elke veehouder heeft een type dier dat het beste bij de stal en het management past.’ Het eerste doel ligt op het ombouwen van het jongveegedeelte in extra ligruimte voor melkvee. Omdat niet elke geproduceerde liter melk gewaarborgd is door melkquotum, hoopt Buntinx dat het Belgisch melkquotum straks niet volraakt. ‘We hebben veel geluk gehad met over het quotum melken. Hadden we dat nooit gedaan, dan stonden we niet waar we nu staan.’ l

De automatische voerschuif zorgt ervoor dat de koeien voortdurend kunnen vreten

V E E T E E LT

VX19_bedrijfsrep Buntinx.indd 45

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

45

18-11-13 14:29


J O N G V E E O P F O K

Jongvee opgefokt volgens de voernorm produceert 1500 kilo melk meer in de eerste drie lactaties

Groter, dieper en productiever Welke factoren hebben invloed op de afkalfleeftijd en presteert op de norm gevoerd jongvee na afkalven op 24 maanden beter als melkkoe? Voerleverancier De Heus zocht met de gegevens van 2000 koeien naar antwoorden op deze vragen. tekst Florus Pellikaan

V

oernormen voor jongveeopfok zijn er al jaren, maar in de praktijk laat de uitvoering ervan regelmatig te wensen over. ‘Jongvee was en is op veel bedrijven een sluitpost wat betreft voeding en arbeid. En hierdoor ligt de gemiddelde afkalfleeftijd van vaarzen al jaren op 26 maanden’, stelt Edwin van Werven, jongveespecialist bij veevoerfabrikant De Heus. Een mogelijke oorzaak van onvoldoende aandacht voor het jongvee is volgens De Heus dat de meerwaarde van jongveeopfok volgens de norm niet bekend is. Reden voor De Heus om de proef op de som te nemen. ‘Zeker nu het quotum op een eind loopt en de mestwetgeving meer gaat knellen, wordt het resultaat van de jongveeopfok nog belangrijker’, vertelt Dick van den Hengel, internationaal productmanager bij De Heus. De praktijkvergelijking was mogelijk omdat De Heus in 2007 voernormen voor jongveeopfok heeft geïntroduceerd Tabel 1 – De afkalfleeftijd van vaarzen in relatie tot de gemiddelde 305 dagenproductie (bron: De Heus)

46

afkalfleeftijd aantal (mnd.) dieren

kg melk

% vet

% eiwit

< 22 22 23 24 25 26 27 > 27

6.892 7.622 7.846 7.778 7.714 7.923 7.848 8.088

4,12 4,20 4,21 4,21 4,20 4,19 4,17 4,14

3,41 3,46 3,45 3,46 3,46 3,43 3,41 3,42

16 123 309 446 414 285 171 230

V E E T E E LT

jNaOnVuE aMrBi E 1R / 2

VX19_jongveeopfok de Heus.indd 46

in het jongveeplan Kaliber. In een stageopdracht vergeleek student Erwin Huis in ’t Veld recentelijk in totaal 2000 dieren van 37 De Heus-klanten die wel of niet volgens de norm opfokken. De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de database van CRV en interviews met de betreffende veehouders.

Snel biest, eerder afkalven De Heus onderzocht niet alleen het resultaat van het op de norm voeren van jongvee, maar gebruikte de grote hoeveelheid gegevens ook om te inventariseren wat het resultaat van bijvoorbeeld een goede biestverstrekking is. ‘Wanneer een kalf binnen twee uur na de geboorte biest krijgt, kalft het gemiddeld bijna een halve maand eerder af dan wanneer dit langer dan twee uur duurt’, vertelt Van den Hengel. Een nog grotere invloed op de afkalfleeftijd heeft het moment van spenen. Dieren die binnen de acht weken worden gespeend, kalven gemiddeld op 24,1 maanden af. Ligt het speenmoment op later dan negen weken, dan is de afkalfleeftijd gemiddeld 25,7 maanden. Edwin van Werven heeft voor dit verschil wel een verklaring. ‘Een kalf kan op basis van ruw- en krachtvoer veel harder groeien dan op basis van melk. Hoe langer een kalf melk krijgt, hoe moeilijker ook de omschakeling wordt. Een kalf neemt dan wel toe in conditie, maar niet in pensontwikkeling. Op het moment van spenen valt de groei dan stil omdat het kalf te weinig pens heeft.’ De deskundigen van De Heus hebben de

grote hoeveelheid data ook gebruikt om, ongeacht de opfok, de afkalfleeftijd uit te zetten tegen de melkproductie in de eerste lactatie (zie tabel 1). Op een afkalfleeftijd van 24 maanden geven vaarzen zowel meer melk als meer eiwit. Vaarzen die ouder afkalven, produceren wel meer melk, maar hebben lagere gehalten. ‘De resultaten laten ook zien dat jonger dan 22 maanden afkalven niet wenselijk is. Dan laat je heel veel productie liggen’, stelt Van den Hengel.

201 03 9

18-11-13 15:12


lactatie 1 aantal dieren kg melk % vet % eiwit

groep 24 mnd. met voernorm 24 mnd. zonder voernorm

624 526

8.271 7.460

4,24 4,25

3,47 3,46

lactatie 2 lactatie 3 aantal dieren kg melk % vet % eiwit aantal dieren kg melk % vet % eiwit 343 302

9.516 9.021

4,31 4,27

3,55 3,51

117 95

9.856 9.662

4,39 4,37

3,52 3,48

Tabel 2 – De productie per lactatie van op 24 maanden afgekalfde dieren opgefokt met of zonder voernorm (bron: De Heus)

Kijkend naar welk effect jongveeopfok op de prestatie van de melkkoe heeft, gaat de grootste interesse natuurlijk uit naar de melkproductie. Uit tabel 2 blijkt dat bij afkalven op 24 maanden het productieniveau in alle drie de lactaties het hoogst ligt na een opfok volgens de norm. Over de eerste drie lactaties ligt het verschil op maar liefst 1500 kilo melk. Met een verschil van 800 kilo is de eerste lactatie de grote uitschieter. ‘Je ziet vaak dat bedrijven wel streven naar afkalven op 24 maanden, maar dat ze het jongvee daar niet naar voeren. Hierdoor moet de vaars nog doorgroeien in de eerste lactatie en dat kost productie’, verklaart Van den Hengel de cijfers. Vaarzen afgekalfd op 24 maanden zonder opfok volgens de norm produceren volgens de deskundigen niet beter dan vaarzen die afkalven op 26 maanden.

Te zuinig en verkeerd gevoerd

Bedrijven streven vaak wel naar afkalven op 24 maanden, maar voeren daar niet naar

In het vervolg van het onderzoek is de groep dieren opgesplitst in opfok met of zonder de voernorm van opfokplan Kaliber. De resultaten zeggen duidelijk meer dan alleen hoe het opfokplan van De Heus functioneert, zo stelt Edwin van Werven. ‘De normen van de verschillende voerleveranciers lopen niet zo ver uit elkaar. Wij benoemen ze heel concreet, maar de geadviseerde niveaus vem en ruw eiwit zijn redelijk vergelijkbaar tussen voerpartijen.’

Afkalven op de gewenste 24 maanden met een levend gewicht van 570 kilo lukt volgens Edwin van Werven met alleen ruwvoer echter niet. ‘Alle vier de fases in de jongveeopfok, startfase, jeugdfase, puberfase en drachtfase, hebben hun eigen behoeftes en vragen een eigen rantsoen. Al zijn de onderlinge verschillen soms maar klein en kosten de aanpassingen weinig tijd.’ In de praktijk ziet Van Werven dat het jongvee dikwijls te zuinig en ook nog eens totaal verkeerd wordt gevoerd. Het gevolg volgens Van Werven: ‘Het jongvee groeit niet snel genoeg uit en gaat daardoor vervetten. Jongvee moet juist altijd een zichtbare rib en ruglijn en droog uierweefsel hebben. Een jong dier moet in spieren en botten ontwikkelen zodat ze als oudere koe veel capaciteit heeft om voer op te nemen.’ Bij het streven naar volgroeid afkalven op 24 maanden is volgens de deskundigen van De Heus in mindere mate ruimte voor weidegang. Van Werven: ‘Zonder bijvoeren komt je met weidegang moeilijk aan de minimale voedernormen, vooral voor dieren onder een jaar.’ Naast productie heeft De Heus nog meer resultaten van de jongveeopfok volgens de norm bekeken. Ongeacht de afkalfleeftijd noteerden de vaarzen opgefokt volgens de voernorm meer dan een

score

589 412

5,22 4,93

589 412

5,34 5,02

conditie met voernorm zonder voernorm inhoud met voernorm zonder voernorm

Tabel 3 – Vaarzen opgefokt met of zonder voernorm vergeleken voor inhoud en conditie (schaal 1 tot 9 volgens exterieurscore CRV, bron: De Heus)

kwart punt hoger voor conditie (zie tabel 3), gescoord door de inspecteurs van CRV. ‘Dit jongvee kalft in een relatief magere conditie af en bereikt sneller de gewenste conditie van een lacterende koe. Niet op de norm gevoerd jongvee moet veel vet verbranden, waardoor het minder actief is, minder snel opschoont en uiteindelijk zelfs op een lagere conditiescore uitkomt.’ De Heus vergeleek ook de inhoud van de vaarzen en vergeleek die met de opfokmethode (zie tabel 3). Jongvee opgefokt volgens de norm bleek zes procent meer inhoud te hebben, een significant verschil. Van Werven begint te glunderen bij die constatering. ‘Dit is wat we willen: ontwikkeling en inhoud. Meer inhoud betekent meer drogestofopname en dus meer productie.’

Langere levensduur Doordat het volgens de norm opgefokte jongvee op een heel aantal kenmerken beter scoort, blijven de dieren ook langer op het bedrijf. Op de peildatum was slechts 22 procent van de dieren die volgens de norm waren opgefokt afgevoerd, tegenover circa 27 procent van de dieren die geen opfok volgens de norm hadden gehad. Overigens was dit verschil niet significant door de spreiding in afvoerdata, maar het geeft wel een duidelijke trend voor een meer duurzame veestapel. Dick van den Hengel: ‘Een opfok volgens de norm kost discipline en wat tijd, maar iedereen kan berekenen wat deze betere resultaten aan geld opleveren. Wij becijferen het voordeel met behulp van de uitgangspunten in het rekenprogramma Jonkos van Wageningen UR op ruim 6000 euro per jaar voor een bedrijf met honderd melkkoeien.’ l

V E E T E E LT

VX19_jongveeopfok de Heus.indd 47

aantal dieren

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

47

18-11-13 15:12


T H E M A B I J E E N K O M S T

Fokkerij nauwelijks aan bod tijdens GES-studiedag

Geld verdienen met levensduur Op de studiedag van Genetische Evaluatie Stieren (GES) leek fokkerij wel een bijzaak. Het thema was ‘Fokkerij: geld verdienen in de toekomst’, maar de meeste sprekers leken alleen in te gaan op het tweede deel. Levensduur, vertrouwen, geld en mestbeleid waren de sleutelwoorden. tekst Ivonne Stienezen

Lubbert van Dellen:

Wim Thus:

Toon van Hoof:

‘Diergezondheid

‘Aaibaarheids-

‘Oude koeien

bepaalt verschil in

factor niet

vragen om

resultaat’

verliezen’

vakmanschap’

GES-coördinator Roel Veerkamp vervolgde de studiedag met een terugblik op en vooruitkijken naar ontwikkelingen bij het GES. In 2015 verwacht hij een berekende fokwaarde voor de bovenbalk, waarin de bovenbalkkenmerken worden berekend vanuit de onderbalk. Of in april 2014 al omgerekende genoomfokwaarden van buitenlandse stieren worden gepubliceerd, is nog niet zeker. Interbull test de methode nog en heeft nog geen besluit genomen over publicatie. De overige sprekers richtten zich op diverse manieren op

de verdere toekomst, maar fokkerij was daarin niet de belangrijkste leidraad. Lubbert van Dellen, regiodirecteur van AcconAvm, ziet het nemen van fokkerijbeslissingen wel als strategische keuze. ‘Inseminaties van nu zijn de melkkoeien van de toekomst. Maar de belangrijkste beperkende factoren voor de melkveehouderij van de toekomst zijn mest en geld.’

D

e GES-studiedag in Wezep trok veel belangstelling uit de fokkerijwereld, maar er waren ook veel melkveehouders van de partij. De externe sprekers waren echter niet fokkerij-georiënteerd, ondanks het thema ‘Fokkerij: geld verdienen in de toekomst’. GES-voorzitter Geart Benedictus opende de studiedag wel met fokkerij. ‘Fokken is vooruitkijken, ook op het gebied van duurzaamheid. In het kader van maatschappelijke acceptatie roep ik veehouders op om in te zetten op fokken op hoornloosheid.’

48

V E E T E E LT

NOVEMBER

VX19_GES-dag en bloempjes.indd 48

2

Mest en geld Hoe de nieuwe mestwetgeving eruit komt te zien, heeft volgens Van Dellen veel te maken met vertrouwen in de

sector. ‘Mestverwerking komt er, punt. Daarnaast kunnen er eisen komen aan grondgebondenheid. En als Den Haag geen vertrouwen heeft dat de sector zichzelf reguleert, dan komen dierrechten daarbovenop. Denk niet dat de optie dierrechten de andere twee van tafel gooit. Het is én én’, zo is Van Dellens stellige overtuiging. Bij geld is de financiering belangrijk: veel bedrijven hebben een hoge schuldenlast van acht keer de geldstroom op het bedrijf. ‘Gangbaarder in het bedrijfsleven is een schuldenlast van drie tot vier keer de geldstroom’, legt Van Dellen uit. ‘Financiering wordt in de toekomst op veel bedrijven een knelpunt.’ Wat betreft de inkomstenkant ziet Van Dellen veel verschillen op de melkveebedrijven; het verschil in resultaat tussen de gemiddelde en de beste bedrijven loopt op. ‘Diergezondheid en omzet en aanwas bepalen in toenemende mate het verschil tussen bedrijven. De kansen nemen toe voor veehouders die dit goed voor elkaar hebben.’

Financieren maatwerk Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw bij de Rabobank, legt bij zijn toekomstvisie ook veel focus op geld. Hij hoopt wel dat er ruimte blijft voor maatwerk in de financiering. ‘We moeten niet toe naar beperkende formules zoals een lening van maximaal zes keer de geldstroom. Voor een goede financiering is een langetermijnvisie van de veehouder nodig. En natuurlijk moet hij daar ook naar handelen. Hij moet kunnen laten zien hoe het zit met rendement en afschrijvingsmogelijkheden.’ Thus zag de afgelopen dertig jaar veel reserveringen voor nieuwbouw opgaan aan het kopen van melkquotum. ‘Daardoor heeft de melkveehouderij qua schaalgrootte al die tijd stilgestaan. De komende uitdaging is opscha-

2013

18-11-13 15:10


K O E I E N B L O E M P J E S

ling van de melkveehouderij. Hoever kunnen we daarin gaan, zonder de aaibaarheidsfactor te verliezen?’ Het imago, het vertrouwen in de melkveehouderij, ziet Thus als een belangrijke factor om rekening mee te houden in de toekomst. Zijn bank ziet in elk geval veel perspectief in de melkveesector. Hij besluit met een waarschuwing: ‘Zorg dat het individuele dier belangrijk blijft. Een koppelwerkwijze is niet goed voor het imago van de melkveehouderij.’

Herman den Blijker, topkok:

Michiel Markus, melkveehouder te Papekop:

‘Veel kazen worden in de fabriek gemaakt van gepasteuriseerde melk. De verhitting mag tegenwoordig nog slechts secondenwerk zijn, het gevolg is – ook bij korte verhitting – enig smaakverlies. De melk wordt namelijk iets ontvet. Jammer, want vet is smaak.’ (AD)

‘Als je twee zenuwachtige koeien in je veestapel hebt zitten, dan ga je met tegenzin die stal in. Dat maakte het boeren er niet leuker op. Ik run al sinds mijn zeventiende dit bedrijf en ik doe het nog steeds met veel plezier. Als boer moet je het gemakkelijk voor jezelf houden. Koeien die niet gemakkelijk werken, daar fok ik niet verder mee.’ (Ag)

Piter Bijma, universitair docent Wageningen:

Oude koeien Ook Toon van Hoof, bestuurder van LTO Nederland, benadrukt de aandacht voor het individuele dier, maar dan vanuit het oogpunt van arbeid en diergezondheid. ‘Als arbeid de beperkende factor wordt, schiet de aandacht voor het individu er vaak bij in. Het kalf dat net te laat biest krijgt of de koe die niet op tijd wordt behandeld, worden dan de dupe. Arbeid is cruciaal in de toekomst.’ Net als Thus concludeert Van Hoof dat het melkquotum dertig jaar lang geld uit de sector heeft laten stromen. ‘We gaan nu een inhaalslag maken. Daarnaast gaan de komende tien jaar 7000 melkveehouders stoppen, waarvan andere bedrijven de productieruimte gaan innemen. Dat betekent dus nog meer groei.’ De investeringslast voor de opvolgers van de toekomst is daardoor wel een zorgpunt voor LTO. ‘Efficiëntie wordt in de toekomst de belangrijkste uitdaging voor de melkveehouders, op het gebied van milieu, voer, land, arbeid en gezondheid. Als je de levensduur van de veestapel op orde hebt, dan blijf je boer, dan kun je geld verdienen in de toekomst’, stelt Van Hoof. ‘Oude koeien vragen wel vakmanschap; geld verdienen lukt alleen als de koeien probleemloos oud worden. Daarvoor moet alles op orde zijn.’ l

Jan de Groot, vertrekkend voorzitter fokveedag Hoornaar: ‘Van een robuuste koe met stevig beenwerk en een goede uier kan ik nog altijd mateloos genieten.’ (Bv)

Johannes Kramer, gedeputeerde provincie Friesland:

‘Veehouders zullen een afweging moeten maken. Wil ik de hoogste stier met wellicht meer kans op inteelt en lichte schade? Of kies ik een outcross-stier die 100 NVI lager scoort? Geen gemakkelijke afweging.’ (Rh)

Gerbrand Bokma, melkveehouder met jerseys te It Heidenskip: ‘Als we gaan melken fluiten we één keer en dan komen de koeien in galop naar het hek.’ (Vp)

‘Met de nieuwe vestiging van CRV bij Leeuwarden krijgt Friesland, het land van melk, in de hele wereld aandacht voor zijn agrarische kwaliteiten.’ (LC)

Jurjen Meuken, boerenknecht ‘lytse Frans’ te Zwaagwesteinde: ‘Ik hou van de sfeer en de romantiek bij boer Frans. Bij de boer waar ik werk zijn zelfs de koeien modern. Het zijn Friese holsteiners, oorspronkelijk uit Amerika. Zelf hou ik meer van de witruggen van boer Frans, dat zijn pas echte koeien.’ (Fp)

Sanne van Raalte-van der Kamp, has-studente te Putten: ´Het leukste werk vind ik melken. Als je ’s ochtends als eerste de stal in komt en de dieren staan je allemaal aan te kijken van “we mogen weer”. Ja, dat vind ik mooi.’ (Bo)

Roel Veerkamp, coördinator GES: ‘Heb een duidelijk fokdoel en kies daar stieren bij. Of dat nu fokstieren zijn of stieren met een genomische fokwaarde maakt mij niet uit. In nakomelingen van stieren met een betrouwbaarheid van 99 procent zit ook veel variatie. Dat wordt vaak vergeten. Je weet nooit precies wat je krijgt.’ (Rh)

Jan van Weperen, melkveehouder te Oosterwolde: ‘Bestaat er wel slechte fokkerij? Of moeten we eerst zelf eens in de spiegel kijken en onszelf afvragen: wat voor boer ben ik, wat voor bedrijf heb ik en wat voor koeien passen daarin? De stijl van boeren bepaalt de fokkerijbenadering.’ (Bv)

Jelle Bruinsma, aannemer te Harlingen:

Jos Buiting, manager stamboek CRV: ‘Ik durf te stellen dat inteelt voor de Nederlandse holsteinpopulatie geen urgent probleem is.’ (Rh)

Richard de Wolff, melkveehouder te Spanga: ‘Mensen zeggen wel: koeien horen in de wei. Dat hoort ook bij het landschap. Daarom weiden wij ze ook. Maar het is niet het meest efficiënte systeem, qua tijd en mineraal. Dat milieuen duurzaamheidsverhaal is heel mooi, maar het gaat uiteindelijk om een efficiënte productie en om een goede boterham.’ (St)

‘Zes jaar geleden zei ik tegen mijn vrouw: er worden hier zoveel huizen gebouwd, dat kan niet goed blijven gaan. Ik moet een andere markt opzoeken. Dat werden dus stallen voor melkkoeien. Ik heb altijd al iets gehad met stallen. Ik kom zelf van een boerderij.’ (NRC)

Wouter Klootwijk, publicist: ‘Een slager bakte me twee hamburgers. Hij zei er niks bij. Ik vond de ene nog een tik lekkerder dan de ander. Slager verbaasd, want ik had de andere een tik lekkerder moeten vinden dan de ene. De andere was van rund dat granen had gegeten. De ene was van een Nederlandse koe van het ras mrij, roodbont en geschikt als melkkoe maar evenzogoed als rund voor vlees.’ (LC)

Bronnen: Algemeen Dagblad (AD), Boerderij vandaag (Bv), Leeuwarder Courant (LC), Frieslandpost (Fp), Boerderij (Bo), Agraaf (Ag), Rundveehouderij (Rh), Veldpost (Vp), Stellingwerf (St), NRC Handelsblad (NRC) V E E T E E LT

VX19_GES-dag en bloempjes.indd 49

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

49

19-11-13 13:21


SERIE KLAUWAANDOENINGEN

Johan Hardeman: ‘Een blokje wordt in de praktijk te vaak als tovermiddel gezien’

Serie: Klauwaandoeningen Eind 2013 loopt het driejarige project ‘Grip op Klauwen’

Zoolzweer, laatste aandoening in de rij Wordt een zoolzweer herkend voordat er vocht uitkomt? Drie

En wat is er binnen het project gedaan om verbetering te realiseren?

adviseurs uit het project Grip op Klauwen definiëren de pijnlijke ontsteking van de opperhuid waarvan overmatige hoorngroei de

Deel 1: Stinkpoot Deel 2: Zoolbloeding Deel 3: Zoolzweer Deel 4: Mortellaro Deel 5:

oorzaak is. Ook adviseren ze over preventie en bestrijding. tekst Florus Pellikaan

W

at is de meest voorkomende plek van zoolzweren? Een moeilijke vraag is het niet. Iedereen die regelmatig klauwen van een koe bekapt, kent de voor de hand liggende plek van de pijnlijke aandoening. ‘Zeker 95 procent van de zoolzweren zit op de “typische plaats” van de buitenklauw’, zegt Johan Hardeman, klauwverzorger bij AB Brabant. Stef van Roessel, dierenarts bij Diergeneeskundig Centrum Oisterwijk, vertelt hoe het komt dat vrijwel alle zoolzweren op diezelfde plaats voorkomen. ‘De klauw van een koe bestaat vanaf de onderkant bekeken uit een laag hoorn, de opperhuid, het vetkussen en dan het klauwbeentje. Recht onder de achterkant van het klauwbeentje zit een soort uitstulping van het bot omdat daar de

diepe buigpees aan het beentje hecht’, vertelt Van Roessel. ‘De lederhuid onder de uitstulping is de plek waar, bij overmatige hoorngroei aan de buitenklauw, de meeste druk op komt.’

Overmatig hoorn voorkomen Rundveespecialist bij ABZ Diervoeding Jos van Gestel maakt de verklaring voor de typische plaats compleet. ‘Door de grote druk op de opperhuid knappen de bloedvaten. Wanneer er niet wordt bekapt, blijven deze bloedingen optreden en gaat de opperhuid ontsteken.’ De remedie tegen zoolzweren lijkt dan ook gemakkelijk: zorgen voor een gelijkmatige drukverdeling tussen de binnenen de buitenklauw door periodiek pedicuren. De drie deskundigen, die als

adviseurs betrokken zijn bij de Brabantse praktijkbedrijven binnen Grip op Klauwen, ontkrachten deze redenatie meteen. ‘Preventief bekappen is goed, maar je moet overmatige hoorngroei voorkomen’, stelt Van Gestel. Hardeman vult aan: ‘Andere klauwaandoeningen zoals bevangenheid en stinkpoot zorgen voor die extra hoorngroei. Bij deze defecten aan een klauw gaat er een signaal naar de hersenen om meer hoorn te vormen. Vervolgens is een zoolzweer snel geboren. Eigenlijk is een zweer de laatste in de rij met klauwaandoeningen. Al kan een zoolzweer nog wel naar binnen slaan en zorgen voor pees- of gewrichtsontsteking.’ Overmatige hoorngroei als gevolg van andere klauwaandoeningen heeft ook

Jan Schapendonk: ‘Veel kleine dingen verbeteren klauwgezondheid’

De omschakeling naar robotmelken was voor Jan Schapendonk uit Udenhout drie jaar geleden de belangrijkste reden om zich aan te melden voor het project Grip op Klauwen. ‘Wij hadden niet meer klauwgezondheidsproblemen dan de ge-

50

V E E T E E LT

VX19_serie klauwen 3.indd 50

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

middelde boer, maar mijn gevoel was dat klauwgezondheid wel een cruciale rol speelt bij succesvol robotmelken.’ Samen met de dierenarts, de klauwverzorger en de veevoeradviseur werden er een aantal actiepunten geformuleerd om de klauwgezondheid te verbeteren. ‘We lieten de koeien altijd om de twee weken door het voetbad gaan, maar haalden het tussentijds nooit weg. Door het voetbad wel op te ruimen hoeven we het nu nog maar om de zes weken te plaatsen.’ Ook maakte Schapendonk, die 60 koeien melkt, samen met de klauwverzorger een lijstje van koeien die tijdens de koppelbekappingen regelmatig problemen

hadden. Deze koeien bekapt hij nu tussentijds zelf en dat heeft voor verbetering gezorgd. Onder andere zoolzweren komen nu minder voor. ‘En sinds een aantal maanden doen we gescheiden mest in de ligbox voor meer ligcomfort en we hebben ook geen overbezetting meer’, stelt de Brabantse veehouder. ‘Het zijn dus eigenlijk veel kleine dingen die de klauwgezondheid hebben verbeterd. Dat is wel de verdienste van het project; door de extra aandacht voor klauwgezondheid pak je verbeterpunten gemakkelijker op. Het gelijktijdig overleg met meerdere adviseurs is ook erg goed bevallen. Dat blijf ik zeker doen.’

201 03 9

19-11-13 13:25


Overleg met de diverse adviseurs vormt een belangrijke schakel in de aanpak van klauwaandoeningen

dikwijls een oorzaak op voedingsgebied. Hoefbevangenheid kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van pensverzuring. Van Gestel: ‘Daarom adviseren wij minimaal 45 procent droge stof en voldoende ruwe celstof in het rantsoen en ook zo min mogelijk rantsoenwisselingen. We komen namelijk nogal eens klauwproblemen tegen als veehouders veel natte bijproducten voeren met steeds wisselende samenstelling. Veel verandering in het rantsoen betekent gegarandeerd ellende.’ Op managementgebied is het voorkómen van andere klauwaandoeningen ook de remedie om zoolzweren tegen te gaan. Hierbij moet worden gedacht aan voldoende ventilatie en schone vloeren om mortellaro en stinkpoot tegen te gaan. ‘Soms kom je ook een zoolzweer tegen in een heel diepe groef in het

hoorn als gevolg van stinkpoot. Dat is een voorbeeld van de minder dan vijf procent zoolzweren die niet op de typische plek zitten’, vertelt Hardeman. ‘En daarnaast komen er zoolzweren op andere plekken voor door bijvoorbeeld beschadigingen door steentjes op het kavelpad of oneffenheden in de stal.’ Alhoewel de deskundigen preventieve maatregelen om overmatige hoorngroei te voorkomen als eerste benoemen, is preventief bekappen wel nodig om te corrigeren. ‘Het aantal keer per jaar bekappen is bedrijfsspecifiek, maar voor de grote hoop is twee keer per jaar voldoende. Het beste is om dit te doen op honderd dagen in lactatie en kort voor de droogstand, maar als dat er in de praktijk te vaak bij inschiet, dan is twee keer per jaar een koppelbekapping het beste alternatief’, adviseert Van Roessel.

Pijnstiller spuiten Zoolzweren worden binnen Digiklauw net als de andere aandoeningen beoordeeld op ernst en gescoord in een schaal van 1 op 3. Een 1 is in de praktijk een forse zoolbloeding op de typische plaats. Score 2 is wanneer er vocht uit de zweer komt en score 3 is een uitpuilende zweer. ‘Negen van de tien veehouders noemen score 2 en 3 pas een zoolzweer. Maar score 1 is dat ook omdat de specifieke plek de aandoening ‘zoolbloeding’ dan overrulet. Doe je bij zoolzweer score 1 niets, dan wordt het per definitie een zoolzweer score 2 of 3’, stelt Van Roessel. Een ernstige zoolzweer op de zogenaamde ‘typische plaats’

De zwelling en de druk die gepaard gaan met een zoolzweer zorgen voor pijn en kreupel lopen. Van Gestel: ‘Kreupel is een rottig woord, ook in de maatschappelijke perceptie. Voor sommigen is op drie poten lopen pas kreupel, maar een kritisch oog kan zelfs aan het lopen van een koe met zoolzweer score 1 een afwijking zien. En als een koe minder goed loopt, vreet ze minder, produceert ze minder en neemt de kans op nieuwe problemen toe.’ De drie deskundigen zijn het er daarom over eens dat als een koe zichtbaar pijn heeft door een zoolzweer, het raadzaam is om ook een pijnstiller te spuiten. Dat werkt niet alleen pijnstillend, maar remt ook de ontsteking. Hardeman merkt in de praktijk dat het bekappen door veehouders niet altijd goed gaat. ‘Sommigen stoppen al als er vocht zichtbaar is. Maar het hoorn rondom de zweer moet je ook wegsnijden om geen nieuwe druk op de ontstoken plek te krijgen. Vervolgens kunnen zoolzweren in een paar weken genezen.’ Op de vraag wanneer een blokje onder de gezonde klauw zinvol is, zet Hardeman eerst een stap terug. ‘Het doel van een blokje is om de klauw te ontlasten, maar als dat op de natuurlijke manier kan door de overmatige hoorn van de buitenklauw te snijden en de zoolzweer goed vrij te maken, dan is dat beter. Een blok wordt in de praktijk te vaak als een tovermiddel gezien’, stelt Hardeman. ‘En het werkt ook prima, maar als de zweer beter is, moet het blok zo snel mogelijk weg en dat gebeurt vaak niet. Het vervolgprobleem is dan overbelasting met nieuwe zoolbloedingen als gevolg.’ l

V E E T E E LT

VX19_serie klauwen 3.indd 51

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

51

19-11-13 13:25


BU I T E N L A N D

Optimisme en scepsis over perspectieven

Macedonische zuivelsector roept Nederlandse hulp in

De Macedonische melkveehouderij zit op een kantelpunt: of de sector gaat zich de komende jaren serieus ontwikkelen of het blijft rommelen in de marge. Dit najaar zijn de contracten ondertekend om Nederlandse vak- en managementkennis in te zetten voor het verhogen van de binnenlandse melkproductie. Er is optimisme bij direct betrokkenen, maar ook scepsis. tekst Bert Hartman

Ron Stoop en Bert Hartman BiMilk-directeur Zlatko Najdovski

Z

uivelcoöperatie BiMilk in het Macedonische Bitola wil graag de Nederlandse melkveehouderij inschakelen om de overcapaciteit van de fabrieken beter te benutten. Aanvankelijk had het concern de hoop gevestigd op een overname door FrieslandCampina, dat interesse had in het ‘zuivelpakket’ van de Britse investeerder Salford Capital Partners in de Balkan. Met de overname zou in één klap veel kennis beschikbaar komen. In mei 2012 besloot het Nederlandse concern om de intentieverklaring voor overname van de zuivelbedrijven Imlek (waartoe BiMilk behoort) en Mlekara Subotica geen vervolg te geven. Reden voor directeur Zlatko Najdovski van BiMilk om via andere kanalen te zoeken naar nieuwe impulsen. Die vond hij in de NL Chamber, de Nederlands-Macedonische Kamer van Koophandel in

54

V E E T E E LT

VX19_macedonië.indd 54

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

Skopje, waarmee hij een plan opstelde om via verschillende sporen de melkproductie in de voormalige Joegoslavische deelstaat omhoog te stuwen. Het eerste concrete wapenfeit is de overeenkomst die BiMilk eind september sloot met het Programma Uitzending Managers (PUM) om via verschillende studieclubs de vaken managementkennis bij Macedonische melkveehouders te verbeteren.

Lage grondprijzen Directeur Bob Smit van de NL Chamber probeert op verzoek van Najdovski te bemiddelen tussen de verschillende instanties. Smit: ‘Behalve de uitwisseling van kennis proberen we ook om jonge Nederlandse melkveehouders te verleiden om zich in Macedonië te vestigen. Daarvan zou een grote voorbeeldfunctie kunnen uitgaan. Er liggen hier ook zeker kan-

sen, vanwege de lage grondprijzen en loonkosten en de hoge melkprijs.’ Ook het Macedonische ministerie van Landbouw is er veel aan gelegen om Nederlandse ondernemers binnen te halen door gunstige investeringsvoorwaarden te creëren, weet Smit. ‘Zoals de tien procent vlaktaks, onderhandelbare vrijstelling van vennootschapsbelasting en lokale belastingen en bijdragen in de aanleg van nutsvoorzieningen. Ook de Nederlandse ambassade wil daarin een stimulerende rol vervullen.’ Een ander spoor betreft de investering in kwalitatief hoogwaardig melkvee. Zo importeerde BiMilk het afgelopen half jaar 700 stamboekkoeien uit West-Europa, om ze onder gunstige afbetaalregelingen te plaatsen bij de betere melkveehouders. ‘Om aan de binnenlandse vraag naar melk te kunnen voldoen, moeten

201 03 9

19-11-13 13:46


Macedonië

Land: Regeringsvorm:

Macedonië zelfstandige republiek sinds 1991 Aantal inwoners: 2 miljoen Oppervlakte: ruim 25.220 vierkante kilometer (circa twee derde van Nederland) Landbouwareaal: 11.180 vierkante kilometer 12,6% van de ondernemers werkt in de melkveesector Aantal melkkoeien: 120.000 Europese Unie: kandidaat-lid sinds 2005

Op landwegen is het soms manoeuvreren om metershoog opgestapelde hooiwagens heen

Het moderne bedrijf van voormalig transportondernemer Goran Mitrov

De Italiaanse 2 x 24-melkstal in Novo Selo

we nu nog gecondenseerde melk importeren’, legt Najdovski uit. ‘Veel beter zou het zijn om de productie van onze binnenlandse toeleveranciers te verhogen. Dat is beter voor de melkkwaliteit, de efficiency, de kostprijs en voor het kwalitatief opkrikken van de hele Macedonische melkveesector.’

Niet gewend aan studieclubs Het opkrikken van de het algehele management is geen overbodige luxe, stelt Wytze Heida van agrarisch adviesbureau The Friesian in Leeuwarden onomwonden. Afgelopen voorjaar onderzochten studenten van de plaatselijke vestiging van Van Hall Larenstein de dagelijkse praktijk op een melkveebedrijf in Sveti Nikole op zo’n uur rijden van de hoofdstad Skopje. Doel was om praktische tips te geven om snel vorderingen te maken.

Heida: ‘Op zich zijn die er volop. Maar Macedonië heeft veel veehouders met een handvol koeien die maar wat rommelen in de marge. Daar valt niet zoveel eer aan te behalen. Waar het vaak spaak loopt op de grotere bedrijven is dat ze over het algemeen worden geleid door ondernemers afkomstig uit andere branches. Die hebben veel minder voeling met het vak en de dieren. De organisatie heeft geen structuur, laat staan dat wordt gewerkt volgens vaste protocollen.’ Het melkveebedrijf van Goran Mitrov in Novo Selo met 430 koeien is daarop een uitzondering. De transportondernemer probeerde aanvankelijk via zijn internationale contacten een Nederlandse melkveehouder als zakenpartner te vinden. Toen dat niet lukte, gaf hij de jonge en ambitieuze veearts Borche Hristov de dagelijkse leiding in en om de stallen. Verder zijn er sleutelposities voor nog twee veterinair opgeleide personen, drie vaste melkers en een chef landwerk die verantwoordelijk is voor het voerrantsoen dat van de 700 hectare landbouwgrond wordt gehaald. De melk wordt geleverd aan het lokale zuivelbedrijf Zdravje Radovo. Hristov neemt alle tijd voor een rondleiding en is zeer geïnteresseerd in de Nederlandse werkwijze en vooral de melkprijzen. Een aanpak via studieclubs is hem vreemd. Getuige zijn reactie is het in Macedonië ‘ieder voor zich’. In de nabije omgeving zijn er trouwens ook geen

vergelijkbare bedrijven om mee te sparren. Zeker niet qua investeringsniveau. De ruime, open bedrijfsgebouwen, met een moderne Italiaanse 2 x 24-melkstal, contrasteren met de grauwe vervallen opstallen waar het jongvee nog in is gehuisvest. Om de concurrentie met andere vooruitstrevende melkveehouders voor te blijven, is het niet handig om allerlei ervaringen en kengetallen uit te wisselen, lacht Hristov verlegen.

Trainingsbijeenkomsten Toch zet het PUM vol in op kennisvergroting door onderlinge informatie-uitwisseling. ‘BiMilk zelf is te groot om onder onze voorwaarden experts te kunnen krijgen’, stelt Johan van den Berg, PUMlandencoördinator voor Bosnië Herzegovina en Macedonië. ‘De individuele melkveehouders zijn op hun beurt te klein, maar als BiMilk praktische trainingsbijeenkomsten organiseert voor groepen toeleveranciers, dan kunnen we onze expertise wel aanbieden. We gaan de komende jaren tal van bijeenkomsten verzorgen voor de melkveehouders, maar ook voor BiMilk als initiatiefnemer die de dagelijkse begeleiding van de toeleveranciers verzorgt.’ Tijdens de bijeenkomsten met de melkveehouders zullen de experts ook proberen om Nederlandse stieren van fokkerijorganisatie CRV onder de aandacht te brengen, vertelt Van den Berg. ‘We hebben in december een kennismakingsdag,

V E E T E E LT

VX19_macedonië.indd 55

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

55

19-11-13 13:46


BU I T E N L A N D

De veestapel van Juntovski wordt in grupstallen gehuisvest en is onlangs met tien stuks uitgebreid

waarbij dat onderwerp ook op de agenda staat. Daarnaast hebben onze experts de “CRV Dairy Management Guide” gekregen, een standaardwerk voor de praktische advisering binnen de sector.’ Manager internationale betrekkingen bij CRV Paul Vriesekoop tempert te hooggespannen verwachtingen. ‘We komen PUM-managers overal op de wereld tegen, vandaar dat we in december een gezamenlijke bijeenkomst hebben gepland om elkaar waar nodig te kunnen versterken. Macedonië zelf staat bij ons niet op de radar. Althans nog niet. In de Balkan ligt onze focus vooral op Servië met handelscontacten in Slovenië en Kroatië. Of we daar Macedonië op termijn aan toevoegen, hangt sterk af van de ontwikkelingen die het land doormaakt en aan de importregelingen.’

Onderwijs naar hoger plan Volgens Heida is de import van stamboekvee of sperma niet de belangrijkste voorwaarde om de Macedonische melkveehouderij naar een hoger plan te tillen. Hij komt al vijftien jaar regelmatig in Macedonië en heeft goed contact met Najdovski sinds de oprichting van een melklaboratorium in Bitola zo’n vijftien jaar geleden. ‘Zlatko was daar als veearts ook nauw bij betrokken. Het lab bestaat nog steeds en is inmiddels nauw gelieerd aan de melkfabriek’, vertelt hij. Terug naar de basis, is volgens Heida het

Pece Juntovski en zijn zoon Stevce laten zich vijf tot tien keer per maand voorlichten door de dierenarts, die langs komt

devies. ‘Ik hoor betrokkenen soms praten over embryotransplantatie of hypermoderne innovaties in de melkstal, maar daarmee is Macedonië nu niet geholpen. Goed graslandbeheer, een afgewogen voerrantsoen, een volgsysteem van de koeien, of iets praktisch als klauwen bekappen. Dat zijn vaardigheden waarmee het begint.’ En dergelijke kennis ontbreekt op de bedrijven, constateert Heida tot zijn spijt. ‘De verschillende pogingen om het onderwijs naar een hoger plan te trekken zijn steeds gestrand door gebrek aan middelen en een langetermijnvisie bij de overheid.’ Toch heeft het spoor via de studieclubs kans van slagen, meent Heida. ‘Als het BiMilk lukt om enkele groepen met koplopers te selecteren en met elkaar te verbinden, die enthousiast te maken, dan kan dat als voorbeeld werken. Er zijn goede bedrijven actief, waar de ondernemers hart hebben voor de dieren.’ Een voorbeeld is Pece Juntovski, die met zijn zoon Stevce boert op vijf minuten rijden van de melkfabriek. Bob Smit van NL Chamber – die voor een overleg met Najdovski ook in Bitola is – rijdt die middag mee om te tolken. Op het smalle kronkelende weggetje moet hij zijn auto enkele keren flink door de berm manoeuvreren om de metershoog opgestapelde hooiwagens te omzeilen. Juntovski heeft de veestapel via BiMilk onlangs met tien stuks kunnen uitbreiden. Het

voer wordt geleverd door een broer met een akkerbouwbedrijf. De vaktechnische adviezen komen voornamelijk van de veearts, die gemiddeld tussen de vijf en tien keer per maand langskomt.

Toenemende vraag naar kennis ‘Met name op het gebied van de kostprijsbeheersing kunnen ze ondersteuning gebruiken’, weet Heida. ‘Daarin kan PUM zeker een goede rol vervullen. Voor de grotere bedrijven voorzie ik een ander probleem. Veel ondernemers hebben geïnvesteerd in de veehouderij vanwege de hoge melkprijs. Ze komen er nu achter dat het houden van koeien geen eenvoudige manier is om geld te verdienen. “Wat vreten die beesten veel”, hoor ik ze vaak mopperen. Het kwartje valt niet dat veel en goed voedsel zorgt voor een hogere en kwalitatief betere melkproductie.’ Desondanks ziet Heida nog steeds potentie voor de Macedonische melkveehouderij. ‘Het land heeft de ruimte, qua grond, maar ook qua afzet. Als het lukt om iets op te bouwen, kan dat zeker ook interessant zijn voor Nederland. De vraag naar kennis, materialen en dieren zal toenemen. Punt is wel dat alles van de basis wordt opgebouwd. Dus met gedreven veehouders, die een gedegen vakopleiding hebben genoten. Dat heeft tijd nodig. Ik hoop dat de Macedoniërs die willen nemen.’ l

Jan Mark Hoekstra: ‘Macedonië is aantrekkelijk avontuur’ De oproep aan Nederlandse veehouders om zich in Macedonië te vestigen heeft Jan Mark Hoekstra zeker aan het denken gezet. De student dier- en veehouderij aan Van Hall Larenstein verbleef voor het genoemde praktische onderzoek zes weken in Sveti Nikole. Het kennisniveau viel hem niet mee. ‘Qua kennis en ervaring omtrent diergezondheid, hygiëne, huisvesting en voerrantsoen loopt het

56

V E E T E E LT

VX19_macedonië.indd 56

JNAONVUE AMRBI E 1R / 2

land veertig jaar achter ten opzichte van Nederland.’ Waarom dan toch interesse? ‘Macedonië is een prachtig land, met geweldige mensen. Omdat we thuis geen boerderij hebben, is emigreren een kans om toch iets voor mezelf op te bouwen. Macedonië biedt zeker perspectief, ook omdat de overheid en de zuivelfabriek daarvoor graag regelingen treffen. Overigens staar

ik me daar niet blind op. Het gebrek aan moderne kennis en techniek betekent ook dat ik daar voornamelijk op mezelf ben aangewezen. Goede loonwerkers of adviseurs van toeleveranciers zoals in Nederland kennen ze daar niet. Desondanks speelt het idee nog steeds zo af en toe door mijn hoofd. Voor iemand die het avontuur durft aan te gaan, is Macedonië zeker aantrekkelijk.’

201 03 9

19-11-13 13:46


V O ER

V O O R

B O E R

Rusland dreigt met zuivelban Twee derde van de Nederlandse zuivelfabrikanten die exporteren naar Rusland lopen het risico hun erkenning kwijt te raken. Dat heeft de Russische toezichthouder Rosselchoznadzor laten weten. Volgens woordvoerder Aleksej Aleksejenko is het toezicht in Nederland een rommelig geheel dat daardoor onbetrouwbaar is. Het toezicht is niet in handen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), maar van het Centraal Orgaan Kwaliteitsaangelegen-

heden Zuivel (COKZ). Aleksejenko verwijt Nederland dat dit geen officiële veterinaire controle inhoudt. Op dit moment hebben 64 Nederlandse zuivelbedrijven een erkenning voor export naar Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan. Het ministerie van Economische Zaken laat in een reactie weten dat Nederland bedrijven die zuivelproducten exporteren, gaat inspecteren en na zal gaan of ze voldoen aan de eisen van Rusland. Nederland heeft hier een maand de tijd voor.

Verantwoord geproduceerde soja in zesde deel veevoer Zeventig procent antibioticareductie is niet het einddoel

Antibioticadoelen worden nog strenger Het voorkomen van antibioticaresistentie is een opdracht voor zowel de dierlijke als de humane sector. Het was de belangrijkste conclusie van een bijeenkomst in Utrecht voor dierenartsen en artsen over antibioticaresistentie. Nederland loopt met het matig toepassen van antibiotica in de humane gezondheidzorg voorop. In Europa krijgt een derde van de bevolking jaarlijks een antibioticumkuur, terwijl dat in Nederland onder de tien procent ligt. Daarentegen behoort de dierlijke sector nog tot de grootverbruikers van Europa, ondanks de reductie van 50 procent in 2012 ten opzichte van 2009. Antibioticaresistentie is overdraagbaar van mens op dier, maar ook andersom en daarom is samenwerking nodig. Dick Mevius, lid van de Stichting Diergeneesmiddelen autoriteit SDa, wees erop dat er grote behoefte is aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van antibiotica. ‘In de periode 1935-1968 zijn er veertien varianten van antibiotica ontwikkeld, na deze periode nog maar vijf. Bepaalde ziekten zijn inmiddels niet meer te bestrijden met de gangbare antibiotica omdat de bacteriën resistent zijn.’ SDa-directeur Hetty van Beers prees de sector dat het op vrijwillige basis al 50 procent reductie had bereikt, maar zei ook dat het doel van 70 procent reductie in 2015 niet het einddoel zal zijn. ‘Gesprekken met de betrokken ministeries van landbouw en volksgezondheid hebben wel duidelijk gemaakt dat we nog verder moeten gaan. Dat zal niet gemakkelijk zijn. Want het kan niet zo zijn dat de druk om minder antibiotica te gaan gebruiken ten koste gaat van het welzijn of de gezondheid van het dier.’

60

V E E T E E LT

VX19_vvb.indd 60

NOVEMBER

2

In 2012 is er in Nederland 300.000 ton verantwoorde soja verwerkt in veevoer. Dat is een zesde deel van het totaal, zo meldde Nevedi half oktober aan staatsecretaris Sharon Dijksma. Nevedi, de brancheorganisatie van veevoerproducenten, geeft aan dat het daarmee op de goede weg is om in 2015 alle 1,8 miljoen ton soja die de sector nu jaarlijks verwerkt, op verantwoorde wijze te produceren.

De 78 bij Nevedi aangesloten mengvoerbedrijven hadden in 2012 een gezamenlijke omzet van 5,9 miljard euro. De sector wordt gedomineerd door een aantal grote spelers: het jaarverslag meldt dat drie mengvoerbedrijven 60 procent van het mengvoer leverden. In totaal werd in 2012 13.360 miljoen ton voer geproduceerd. Het grootste gedeelte was bestemd voor varkens (41%), rundvee was goed voor 27 procent van deze productie.

Aantal rundveebedrijven fors gedaald Het aantal bedrijven in Nederland met rundvee is in de periode 2000-2013 met 34 procent gedaald. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de periode 2000 tot 2013 steeg het gemiddeld aantal runderen per bedrijf van 89 naar 132 stuks. De grootste afname in rundveebedrijven valt in de klassen 20 tot 50 stuks rundvee en 50 tot 100 stuks rundvee. In beide categorieën halveerde het aantal bedrijven naar respectievelijk 4000 en bijna 6000. De schaalvergroting voltrekt zich vooral op de bedrijven met in totaal 200 of meer runderen. Het aantal bedrijven met 200 tot 500 stuks rundvee is bijna verdubbeld naar ruim 4000.

2013

19-11-13 17:10


Plannen voor rauwe melk in supermarkt Het Wageningse bedrijf Top, dat actief is op het gebied van voedingsinnovatie, zoekt partners om rauwe melk in het schap van

de supermarkt te krijgen. Het bedrijf maakt zijn plannen kenbaar naar aanleiding van de testresultaten van rauwe melk behandeld met de milde conserveringstechnieken pascalisatie en PurePulse. Met deze milde conservering is het mogelijk om de gezondheidsvoordelen en de smaak van rauwe ten opzichte van gepasteuriseerde melk te behouden. Juist vanwege deze twee sterke punten is er volgens Top onder consumenten behoefte aan rauwe melk. Op dit moment mogen melkveehouders alleen vanaf het eigen erf rauwe melk verkopen met een korte houdbaarheid. Top werkt nu aan een ontheffingsdossier om rauwe melk via de retail te mogen verkopen. Partijen die mee willen werken aan het op de markt zetten van veilige rauwe melk kunnen zich melden.

Tekort nutriënten in de bodem loopt op Uit analyseresultaten van de laatste tien jaar blijkt volgens BLGG AgroXpertus dat het tekort aan nutriënten in de bodem steeds verder oploopt. Het onderzoekslaboratorium trekt die conclusie aan de hand van de trend van voor de plant beschikbare sporenelementen zoals mangaan, zink, koper en ijzer in de bodem. Voor zink liep deze hoeveelheid tussen 2002 en 2012 bijvoorbeeld terug van ruim 1800 naar bijna 1400 milligram. Volgens BLGG AgroXpertus is de afname van nutriënten goed te verklaren doordat er door de strengere mestwetgeving steeds minder nutriënten via dierlijke mest op het land worden aange-

voerd. Ook loopt de opname van positief geladen spoorelementen terug, omdat de plant steeds minder de beschikking krijgt over negatief geladen nitraat uit stikstofkunstmest. De lagere gehalten in de bodem hebben ook invloed op het voedsel voor dieren. Vorige week meldde BLGG al dat in graskuilen de hoeveelheid mineralen sinds 1996 is afgenomen. BLGG raadt grondbezitters aan om grondonderzoek te doen en vast te stellen wat eventuele tekorten aan nutriënten zijn. Dit kan op bodemniveau worden gecorrigeerd via bemesting of in de voeding van het dier via mineralenmengsels.

De fosfaatnorm in krachtvoer kan niet nog verder worden verlaagd

Minder fosfaat per koe door efficiëntie Om de fosfaatuitstoot nog verder terug te dringen, gaat de diervoederindustrie zich samen met partijen in de zuivelketen richten op het verhogen van de rantsoenefficiëntie en de levensduur van de koe. Dat heeft Nevedi, de brancheorganisatie van veevoerproducenten, bekendgemaakt. De afgelopen jaren werd de fosfaatuitstoot gereduceerd via het zogenoemde Voerspoor. Dit pakket vrijwillige maatregelen van Nevedi en LTO Nederland richtte zich onder andere op het reduceren van de hoeveelheid fosfaat in diervoer. ‘Met het Voerspoor hebben we een flinke stap gezet, maar we kunnen de normen in krachtvoer niet verder verlagen, de rek is eruit’, vertelt Henk Flipsen, directeur van Nevedi. ‘Het Voerspoor loopt dit jaar af, maar door integratie in de Kringloopwijzer krijgt het toch een vervolg’, zegt Flipsen. ‘Het nieuwe actiepunt is nu om de fosfaatuitstoot per eenheid koe verlagen. Op het gebied van het verhogen van de levensduur van de koe en een hogere rantsoenefficiëntie zijn daarin mogelijkheden.’ Flipsen ziet in het bereiken van dat doel een nadrukkelijke rol weggelegd voor de veevoeradviseurs. De afgelopen twee jaar daalde de fosfaatproductie door toedoen van het Voerspoor al tot beneden het Europees vastgestelde plafond van 173 miljoen kilo.

Symptomen coccidiose veranderen De kenmerken van kalverdiarree coccidiose zijn door de tijd heen aan het veranderen. Die conclusie trekt de GD in de uitgave GD Herkauwer na onderzoek naar de verschillende veroorzakers van kalvercoccidiose. Tussen de leeftijd van één en zes maanden is coccidiose de belangrijkste veroorzaker van diarree bij

kalveren. Het wordt veroorzaakt door eencellige darmparasieten, waarvan drie leden uit hetzelfde geslacht bekend zijn als ziekteverwekker. Doordat er een verschuiving plaatsvindt in welke van de drie darmparasieten nu de daadwerkelijke veroorzaker van de diarree is, moeten veehouders ook op an-

dere symptomen letten. Volgens GD waren eerst vooral bloederige diarree en persen op de mest kenmerken van coccidiose. Nu is steeds vaker waterdunne diarree het kenmerk. De GD adviseert veehouders dus ook bij gewone diarree bij een kalf vanaf drie weken aan coccidiose te denken.

V E E T E E LT

VX19_vvb.indd 61

N O VE M B E R

2

2 0 1 3

61

19-11-13 17:10


A G E N D A

2013

ADVERTEERDERSINDEX

Ned er lan d 26-29 november 27 november 3 december 3-8 december 4 december 5 december 6 december 6 december 7 december 10 december 11 december 11 december 13 december 17 december 17-19 december

Landbouw Vakbeurs te Assen (Dr.) Fokveeveiling te Cloppenburg (Duitsland) Fokveeveiling te Hamm (Duitsland) Agribex te Brussel (België) Nationaal uiergezondheidscongres te Zwolle (Ov.) Fokveeveiling te Bitburg (Duitsland) Nationale prijskamp melkvee te Brussel (België) Tulip Holstein Sale te Zwolle (Ov.) HHH-show te Zwolle (Ov.) Fokveeveiling te Leer (Duitsland) Fokveeveiling te Krefeld (Duitsland) Fokveeveiling te Osnabrück (Duitsland) Winteravondshow Zuidwesthoek te Wanneper- veen (Dr.) Fokveeveiling te Lingen (Duitsland) Rundvee & Mechanisatie Vakdagen te Venray (L.)

2014 10 januari Highlightsale te Hamm (Duitsland) Swiss Expo te Lausanne (Zwitserland) 16-19 januari 25 januari Osnabrücker Schwarzbunttage te Osnabrück (Duitsland) Agro-Expo Dairy Sale te Roeselare (W.Vl.) 25 januari Agro-Expo Vlaanderen te Roeselare (W.Vl.) 25-27 januari Koeparade te Roeselare (W.Vl.) 26 januari Wintershow FVZH te Noordeloos (Z.H.) 8 februari 22 februari-2 maart SIA te Parijs (Frankrijk) 26-27 februari Schau der Besten te Verden (Duitsland) Wintershow Drenthe te Pesse (Dr.) 1 maart Wintershow Noord-Holland te Middenmeer (N.H.) 5 maart Agro Nord Dairy Show te Aars (Denemarken) 5 maart 7 maart Wintershow UFF te Houten (U.) 12 maart Excellentschau te Leer (Duitsland) Fokveedag te Putten (Gld.) 22 maart 22-23 maart Zwitserse nationale show te Bulle (Zwitserland) 4 april Avondbloesemshow te Zoelen (Gld.) Dairy Grand Prix te Maishofen (Oostenrijk) 5-6 april 27-28 juni NRM te Zwolle (Ov.) Livestock Event te Birmingham (Groot-Brittannië) 2-3 juli 3-5 juli Deense nationale show te Herning (Denemarken) 30 oktober WEU-Konvent te Oldenburg (Duitsland) 11-14 november EuroTier te Hannover (Duitsland)

ABN Amro.........................63 Agribex..............................52 Agrifirm Feed.....................38 Bosch Beton.......................16 BUC Holland......................17 CID Lines.............................2 CRV...........32, 33, 34, 35, 64 Ebbers...............................21 ForFarmers Hendrix.13, 17, 21 Gantvoort, ’t......................57 Heemskerk..................16, 52 HHH show.........................25 JOZ...................................53 Koole & Liebregts..............43 KWS..................................42 Landbouwvakbeurs.............2 Lely...................................38 MBS Beton........................53 MSD....................................4

Quotum ABC.....................57 Ruma-VSM........................53 Semex.................................6 Speerstra...........................53 Spinder..............................13 Strooiselbedrijf Sinnige.......17 Syngenta...........................14 Trioliet...............................13 Tulip Sale.....................26, 27 Vandersanden....................21 Van der Slikke rentmeesters.57 VDK Products....................21 Veld-V-Beton.....................57 WWS...................................3 Zuidersma..........................57 Oplegger: VUXX Bijsluiter regio Noord: DSD

VOORUITBLIK

K er st sp ecial en m o r t el laro December 1/2 (12 december) – Diverse veehouders boeren op een bijzondere plek. In de kerstspecial portretteert Veeteelt een aantal van hen. De klauwenserie steekt dit keer in op mortellaro en hoe werkt het opsporen van bvd-dragers via een oorbiopt? Veeteelt brengt het in beeld. Ook de indexdraai en de HHH-show komen aan bod.

Mais en h o n d erd t o n n er s Januari 1/2 (16 januari) – De special in het eerste nummer van 2014 gaat over mais. Met welke ziektes en plagen moeten veehouders rekening houden? Ook brengt Veeteelt de resultaten van een analyse onder honderdtonners. Wat typeert deze koeien en welke combinaties waren succesvol?

Voor alle regionale, nationale en internationale evenementen rond de koe:

w w w. veeteelt. n l 62

V E E T E E LT

VX19_agenda vooruitblik.indd 62

NOVEMBER

2

2013

19-11-13 15:55


A G E N D A

2013

ADVERTEERDERSINDEX

B elg ië 26-29 november 27 november 3 december 3-8 december 4 december 5 december 6 december 6 december 7 december 10 december 11 december 11 december 13 december 17 december 17-19 december

Landbouw Vakbeurs te Assen (Dr.) Fokveeveiling te Cloppenburg (Duitsland) Fokveeveiling te Hamm (Duitsland) Agribex te Brussel (België) Nationaal uiergezondheidscongres te Zwolle (Ov.) Fokveeveiling te Bitburg (Duitsland) Nationale prijskamp melkvee te Brussel (België) Tulip Holstein Sale te Zwolle (Ov.) HHH-show te Zwolle (Ov.) Fokveeveiling te Leer (Duitsland) Fokveeveiling te Krefeld (Duitsland) Fokveeveiling te Osnabrück (Duitsland) Winteravondshow Zuidwesthoek te Wanneper- veen (Dr.) Fokveeveiling te Lingen (Duitsland) Rundvee & Mechanisatie Vakdagen te Venray (L.)

2014 10 januari Highlightsale te Hamm (Duitsland) Swiss Expo te Lausanne (Zwitserland) 16-19 januari 25 januari Osnabrücker Schwarzbunttage te Osnabrück (Duitsland) Agro-Expo Dairy Sale te Roeselare (W.Vl.) 25 januari Agro-Expo Vlaanderen te Roeselare (W.Vl.) 25-27 januari Koeparade te Roeselare (W.Vl.) 26 januari Wintershow FVZH te Noordeloos (Z.H.) 8 februari 22 februari-2 maart SIA te Parijs (Frankrijk) 26-27 februari Schau der Besten te Verden (Duitsland) Wintershow Drenthe te Pesse (Dr.) 1 maart Wintershow Noord-Holland te Middenmeer (N.H.) 5 maart Agro Nord Dairy Show te Aars (Denemarken) 5 maart 7 maart Wintershow UFF te Houten (U.) 12 maart Excellentschau te Leer (Duitsland) Fokveedag te Putten (Gld.) 22 maart 22-23 maart Zwitserse nationale show te Bulle (Zwitserland) 4 april Avondbloesemshow te Zoelen (Gld.) Dairy Grand Prix te Maishofen (Oostenrijk) 5-6 april 27-28 juni NRM te Zwolle (Ov.) Livestock Event te Birmingham (Groot-Brittannië) 2-3 juli 3-5 juli Deense nationale show te Herning (Denemarken) 30 oktober WEU-Konvent te Oldenburg (Duitsland) 11-14 november EuroTier te Hannover (Duitsland)

ABN Amro.........................63 Agribex..............................52 Agrifirm Feed.....................38 Bosch Beton.......................16 BUC Holland......................17 CID Lines.............................2 CRV...........32, 33, 34, 35, 64 Ebbers...............................21 ForFarmers Hendrix.13, 17, 21 Gantvoort, ’t......................57 Heemskerk..................16, 52 HHH show.........................25 JOZ...................................53 Koole & Liebregts..............43 KWS..................................42 Landbouwvakbeurs.............2 Lely...................................38 MBS Beton........................53 MSD....................................4

Quotum ABC.....................57 Ruma-VSM........................53 Semex.................................6 Speerstra...........................53 Spinder..............................13 Strooiselbedrijf Sinnige.......17 Syngenta...........................14 Trioliet...............................13 Tulip Sale.....................26, 27 Vandersanden....................21 Van der Slikke rentmeesters.57 VDK Products....................21 Veld-V-Beton.....................57 WWS...................................3 Zuidersma..........................57

VOORUITBLIK

K er st sp ecial en m o r t el laro December 1/2 (12 december) – Diverse veehouders boeren op een bijzondere plek. In de kerstspecial portretteert Veeteelt een aantal van hen. De klauwenserie steekt dit keer in op mortellaro en hoe werkt het opsporen van bvd-dragers via een oorbiopt? Veeteelt brengt het in beeld. Ook de indexdraai en de HHH-show komen aan bod.

Mais en h o n d erd t o n n er s Januari 1/2 (16 januari) – De special in het eerste nummer van 2014 gaat over mais. Met welke ziektes en plagen moeten veehouders rekening houden? Ook brengt Veeteelt de resultaten van een analyse onder honderdtonners. Wat typeert deze koeien en welke combinaties waren succesvol?

Voor alle regionale, nationale en internationale evenementen rond de koe:

w w w. veeteelt. n l 62

V E E T E E LT

VX19_agenda vooruitblik.indd 62

NOVEMBER

2

2013

19-11-13 15:55


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.