JA A RG A N G 15
N R.3
MAART 2016
I N D I T N U M M ER
F O K K E R IJ
EIWITTEELT
D IERG EZONDHEI D
Blonde d’Aquitainestamboek werkt aan meer rendement
De teelt van koolzaad is goud van eigen bodem
Investeringsmaatschappijen azen op dierenartspraktijken
VV03-cover.indd 2
17-03-16 12:13
Echte liefhebbers van vleesvee: JAARGA NG 13
NR.7
JULI 2014
JA A R GA NG 1 3
NR .6
JUNI 2 0 1 4 JAARGA NG 13
NR.5
MEI 2014
... lezen diepgravende vakinformatie in VeeteeltVlees
ER IN DIT NUMM
BEDRIJ FSREPO
RTAGE
le Jan Staal zoekt norma doorgroeien kalveren die goed
SPECIA L ANGUS
te Het oudste en groots wereld rundvleesras in de
I N D I T NU M M E R
G VLEESV EE VAKDA
Voorkeurspositie voor rbegrazing vleesvee bij natuu
T OE K OMS T V I S I E
F OK K E R IJ
LTO zet bakens uit voor vleesveehouderij
Opu-ivp-techniek brengt versnelling in fokkerij
24-06-14 13:39 VV06_Cover.indd 2
VV07_Cover.indd
2
... zijn digitaal met hun tijd mee en informeren zich kort en bondig op veeteeltvlees.nl of veeteeltvlees.be
IN DIT NUMM ER
MANAG EMENT
DIE R GE Z ONDHE ID Duurz aamheid vleesvee Vliegenbestrij inzich telijk metding bedrij start vaak veel te laat fsscan VV05_Cover.indd
2
DIERGE ZONDH
EID
Homeopathische geneeskunde is een totaalconce pt
PROFIE L
Melkveehouder Kees Gorter nieuwe voorman CRV
12-06-14 14:29
15-05-14 16:51
... zijn te vinden voor leuke wetenswaardigheden op facebook.com/VeeteeltVlees
... hebben hun smartphone ingesteld voor het supersnelle nieuws op twitter.com/VeeteeltVlees
VV adv FB, etc.indd 63
20-08-14 11:37
I NHOUD
RUBRIEKEN
3 4 21 28 30 31
Van de redactie Vleestelex Uit de dierenartspraktijk Voer voor boer Agenda Anders bekeken R E P O R TA G E S
14 Senioren Constant en Anny Oostvogels uit Hoogstraten gaan nog altijd voor veeverbetering 22 Gert Snitselaar uit Werkhoven verkoopt zijn vlees onder een eigen gecreëerd label VOEDING
6 Koolzaad is als goud van eigen bodem. Het restproduct uit de verwerking is een prima eiwitbron voor vee 16 Shredlage maishakselen trekt plant uit elkaar, vergruist de korrel en geeft structuur aan rantsoenen FOKKERIJ
12 Blonde d’Aquitainestamboek prikkelt met kennisdagen fokkers en mesters 18 Bezoekers aan de Parijse elitekeuringen SIA werden geconfronteerd met de malaise in de sector VLEESAFZET
10
24
Wit-groene vlekken in het vlees of de begripsverwarring rond sarcosporidiose DIERGEZONDHEID Zweedse investeringsmaatschappijen nemen Nederlandse dierenartspraktijken over
Constant Oostvogels: ’Scheren is de beste veearts in de mesterij.’14
Reageren op dit editorial kan via een brief aan de redactie, via e-mail (guy.nantier@crv4all.com) of via het discussieplatform veeteeltforum.nl (topic ‘Verboden vrucht’).
Guy Nantier Zijn wij nu echt de verboden vrucht geworden?
W
e staan aan de vooravond van het paasfeest en het einde van de vastenperiode in de christelijke traditie. Het betekent ook (hopelijk) het einde van de mediacampagne ‘40 dagen zonder vlees’. Het was me dit jaar weer wat in de Vlaamse media over die ‘40 dagen zonder vlees’, getuige de talrijke (gratis) artikels en opiniestukken in kranten, op websites, op Facebook of op Twitter. Wat een geweldig podium heeft dit burgerinitiatief gekregen dankzij slimme marketingcommunicatie. Met de melding dat dagen zonder vlees geen pleidooi is voor vegetarisme, maar een gezamenlijke uitdaging voor duurzamere voedingsgewoontes wisten de initiatiefnemers zelfs de voorzitters van de vijf grootste politieke formaties in Vlaanderen achter hun zaak te krijgen. Ik ben stikjaloers op die initiatiefnemers. Zij zijn gestart in 2011 en hebben nu al 89.548 volgers of een verviervoudi-
ging van hun aanhang! Ja, dat is slechts 1,5 procent van de Vlaamse bevolking, maar toch. Wat kunnen zij in hemelsnaam wat wij als sector niet voor elkaar krijgen, namelijk positieve media-aandacht? Zijn wij nu echt de ‘verboden vrucht’ geworden? Of zit er geen marketingtalent meer in onze gelederen? Of lijden wij aan een collectieve burn-out? Het zou goed zijn om met een boereninitiatief gedurende 325 dagen tegenwicht te bieden aan dit burgerinitiatief. Om door te laten klinken dat vlees geen verboden vrucht is, maar een veelzijdige voedingsbron. We zouden bijvoorbeeld kunnen starten met elke dag van de week te benoemen tot een vleesdag op onze persoonlijke Facebook-pagina’s. Bon, ik roep maar wat. Er moet echt wel iets gebeuren. Afsluiten doe ik met deze ‘gepikte’ oneliner: zij die strijden weten niet of ze gaan winnen. Zij die niet strijden zijn bij voorbaat verloren.
Eiwitteelt Koolzaad is goud
Gezondheid Dierenklinieken
6
24
De toekomst oogt veelbelovend voor de veelzijdige koolzaadteelt.
Investeringsmaatschappijen azen op Nederlandse dierenartspraktijken.
V E E T E E LT V L E E S
VV03-editorial-inhoud.indd 3
MAA RT
2 0 1 6
txt m
3
17-03-16 10:31
V L E E S T E L E X
Uniek fotoboek fokkerij verbeterdroodbontras Op de algemene jaarvergadering van het verbeterdroodbontstamboek afgelopen weekend werd officieel het fotoboek van het verbeterdroodbontvleesras voorgesteld. Dit unieke fotoboek is een realisatie van Frans Kuijpers in een bewerking van Teun Eindhoven. Het fotoboek schetst het ontstaan en de geschiedenis van het ras sinds 1937. Alle ki-stieren van het eerste uur tot op he-
den staan erin vermeld. Het belangrijkste onderdeel van het boek vormt evenwel de bloedlijnenposter. Deze poster bevat de 25 voornaamste bloedlijnen uit het ras. Het boek telt 137 pagina’s en zo’n 280 foto’s. Het kost 60 euro, exclusief de verzendkosten. Het boek is te bestellen bij secretaris Marga van Beukelen via e-mailadres: beuke615@planet.nl.
Piemontese Fridie 43 krijgt score van 94 punten Tijdens de winterinspectie in het piemonteseras kreeg Fridie 43 van de stamboekinspecteurs 94 punten voor algemeen voorkomen. Het is de eerste maal dat zo’n hoge score wordt toegekend. Fridie 43 (v. Jarno) is gefokt en in eigendom van Antonie van Gelder uit Hoge Hexel. Zij had al een score van 92 punten achter haar naam. Op onderdelen scoort de nu achtjarige koe 94 punten voor ontwikkeling, 94 punten voor rastype, 94
punten voor bespiering en 92 punten voor beenwerk. Fridie 43 heeft een zeer uitgebreid keuringspalmares en werd meermaals nationaal kampioene. De Nederlandse piemontesen hebben er met Marian 11 ook een excellente koe bij. Tijdens de bedrijfsinspectie kreeg de Orlandodochter van Jan Nijhof uit Holten 90 punten voor algemeen voorkomen. Fridie 43 in 2014 te Mariënheem
Bespieringsgen geïdentificeerd in blonde d’Aquitaineras Op de plek in het DNA waar bij de dikbilrassen het gemuteerde myostatinegen of dikbilgen aanwezig is, is bij de blondes een gemuteerd gen geïdentificeerd dat de bespiering in het ras – deels – verklaart. Het gemuteerde gen is bij 98 procent van de blondedieren in homozygote vorm
aanwezig (dubbele kopie). De impact van het gen is significant. Dat werd vastgesteld via genotypering en de fokprestaties voor vleesproductiegeschiktheid van de nakomelingen van de proefstier Rivage (Iholdy x Canada). Rivage is heterozygoot en bezit slechts één kopie van het gen.
Selectie nodig op geboortegewicht én bekkenopening Het limousinras kent vooralsnog geen al te grote problemen bij het afkalven. Dat stelt France Limousin Sélection in haar contactblad. Bij de vaarzen lag het aantal moeilijke geboorten afgelopen werkjaar op 4 procent en het aantal afkalvingen met keizersnede op 1 procent. Bij de koeien is twee procent van de afkalvingen moeilijk. ‘Het neemt niet weg dat er een dag kan komen dat het kalf er niet meer vanzelf afkomt door de ratrace de laatste dertig jaar naar meer gewicht en skeletontwikkeling’, luidt het bij France Limousin Sélection. De organisatie verwijst hierbij naar de heel hoge erfelijkheidsgraad van
4
VV03-telex.indd 4
V E E T E E LT V L E E S
MAART
het geboortegewicht (0,60) en de beduidend lagere erfelijkheidsgraad van de bekkenopening (0,20). Bij frequent moeilijke geboorten op een limousinbedrijf is vijftig procent te wijten aan een te hoog geboortegewicht van het kalf, is tien tot dertig procent te wijten aan een te nauwe bekkenuitgang en is tien procent te wijten aan een te ruime conditie van de moeder of een afwijkend afkalfgedrag van de moeder. France Limousin Sélection adviseert bedrijven met geboorteproblemen om een gelijktijdige selectie toe te passen op een gemiddeld laag geboortegewicht én op een grote bekkenopening.
2016
17-03-16 10:21
Lisanne van Dam, masterstudent Wageningen University:
‘Nog even en dan kunnen algen met hoogwaardige proteïnen concurreren met de prijs van soja’ U IT:
V- F OC U S ,
F E B R U A R I
2 0 1 6
Van de Ven en Van Beukelen winnen Keijl Flevo-prijs 2015 De Keijl Flevo-prijs bekroont jaarlijks de verbeterdroodbontkoe en -stier met het ruimst gemeten binnenbekken tijdens het afgelopen werkingsjaar. Winnaars van de Keijl Flevo-prijs 2015 zijn de verbeterdroodbontfokkers Johan van de Ven uit Wijk en Jaap van Beukelen uit Pesse. De Joopdochter Dina 27, geboren in april 2010 en in eigendom van Johan van de Ven, won
bij de koeien met een binnenbekkenhoogte van 22,5 cm en een binnenbekkenbreedte van 19,5 cm. Bij de stieren was Frans van ’t Veerhuis de eindlaureaat. Frans (v. Menno 8) – geboren in september 2011 – laat een binnenbekkenhoogte van 19 cm en -breedte van 15 cm optekenen. Voor Jaap van Beukelen was het trouwens het tweede jaar op rij dat hij de Keijl Flevo-prijs ontvangt.
COT-aanbod veiling 26 maart Op 26 maart eerstkomende vindt de elfde veiling plaats van het Nederlands centraal opfokstation voor vleesrassen (COT) te Laren. In tabel 1 een overzicht van de aange-
boden dekstieren. De dieren zijn te bezichtigen vanaf 9.00 uur. De presentatie van de stieren alsook de opbodronde starten om 10.30 uur. Locatie en adres: COT,
Beuzelshoek 2 te 7245 VR Laren (Gld.). Op de website van Veeteeltvlees www. veeteeltvlees.nl staan de dieren vanaf 23 maart in beeld.
Tabel 1 – Aanbod veilingstieren COT op 26 maart
naam stier charolais Jean-d’Abbetot Joost blonde d’Aquitaine BAC Jongleur BAC Jupiter BAC Jockey BAC Jidan BAC Jean du Moulin BAC Jade BAC Jaguar BAC Westerstreek Jos BAC Bakersfield Jacob BAC Joost vd Woeste Hoeve BAC Pion Jimale BAC Jasmin du Moulin BAC Jura vh Flierzicht BAC Jorden BAC Jupiter BAC Liam piemontese PCO Globo PCO Tjaard
av moeder
geb.datum ontw.
vader
moeder
Hereford Russ
Harriette Hanna Punt 47
86 84
14-12-2014 26-08-2014
Berlioz Goliath Chicago Gueret Goliath Evian Goliath Vacherin B. Geerte Han Azure Evian Arlequin GG Figo Asterix Flocon
BE119438838 Galante Grace Danja Erielle M. Frederique Fiji W. Danita Gloria Heleen Pion Hadassa Hella M. Geniale Nicolette Gabriella Carolien
85 85 86 85 88 85 86 86 84 86 86 88 86 87 86 88 83 89
Quasimodo Gonda Regalo Tosca
type
besp.
beenw. av stier karakt. eigenaar, woonplaats
85 87
87 87
88 87
84 86
86 87
8 J. Rietveld, Leerdam 8 mts. Blom, Oudenbosch
01-09-2014 17-09-2014 21-10-2014 01-10-2014 02-10-2014 08-10-2014 02-11-2014 18-11-2014 22-11-2014 02-12-2014 05-12-2014 10-12-2014 26-12-2014 27-12-2014 27-12-2014 07-02-2014
87 90 85 84 86 86 88 84 85 86 85 87 87 84 86 85
87 86 84 85 86 87 86 83 86 85 87 86 88 85 85 85
88 85 86 86 88 89 86 87 88 87 87 87 89 86 86 87
84 84 84 85 85 84 84 83 85 84 84 83 86 86 84 85
87 86 85 85 86 87 86 84 86 85 86 86 88 85 85 85
8 8 7 7 6 7 7 7 6 7 7 7 6 7 6 7
10-12-2014 01-01-2015
83 86
86 83
85 86
83 83
85 86
7 G. Teerling, Westernieland 8 G. Teerling, Westernieland
V E E T E E LT V L E E S
VV03-telex.indd 5
C. Mintjens, Oostmalle W. Rutjes, Spijk C. Mintjens, Oostmalle F. Olde Riekerink, De Lutte J. Spekenbrink, Hoge Hexel W. Rutjes, Spijk W. Rutjes, Spijk de Westerstreek, Oldebroek W. Bakker, ‘t Harde J. Schilder, Hoogwoud G. Jouwsma, Dedemsvaart J. Spekenbrink, Hoge Hexel M. Poelarends, Den Ham M. Meijeringh, Ees J. Staal, Ruinen F. Schoone, Leende
MAA RT
2 0 1 6
5
17-03-16 10:21
H O O F D A RT I K E L
Koersen wereldwijde grondstofmarkten zijn voorals nog
Goud delven o p Ooit werd de koolzaadteelt als het nieuwe goud bestempeld. Maar de schommelingen op de energie- en voedingsoliemarkt spelen een uitbreiding van de teelt parten. Maar de toekomst oogt veelbelovend. tekst Guy Nantier
H
et Belgische en Nederlandse klimaat is perfect geschikt om koolzaad te telen. Voor de teelt zijn namelijk gematigde temperaturen nodig en een periode van veertig dagen met temperaturen onder de 7° Celsius. Koolzaad levert grondstof voor biobrandstof of voor tafelolie, bakolie of margarine. Het restproduct uit de verwerking (de koolzaadkoek of koolzaadschroot) is een goede eiwitbron voor het vee. Als voorteelt voor graangewassen leidt koolzaad bovendien tot 10 procent meer graanopbrengst, omdat het de ziektecyclus in granen doorbreekt. De teelt is ook een prima bodembedekker gedurende elf maanden van het jaar, wat mogelijkheden biedt in erosiegevoelige landbouwgebieden. Koolzaadstro is tevens geschikt als strooisel in de stal. Het vochtabsorberend vermogen is vergelijkbaar met dat van tarwestro. En voor de natuurliefhebbers: een bloeiend koolzaadveld wordt erg naar waarde geschat door bijenpopulaties.
Het nieuwe goud, maar toch... Koolzaad wordt in Europa verbouwd op 6 tot 7 miljoen hectare en is daarmee het eerste oliehoudende gewas vóór zonnebloemen (4 miljoen ha) en soja (850.000 ha). ‘Noord-Europese soja moet nog een hele weg in rendementsontwikkeling afleggen wil het de concurrentie met koolzaad kunnen aangaan,’ geeft Christine Cartrysse aan. Cartrysse werkt aan de landbouwfaculteit van de Universiteit Luik te Gembloux en is expert in oliehoudende gewassen. ‘In verschillende landen wordt stevig geïnvesteerd in de veredeling van koolzaad, waardoor de rendementen alsmaar hoger worden. Op sommige van onze proefvelden te Gembloux behalen we zelfs al 7000 kg zaad per hectare of vijftig procent meer dan wat nu gangbaar is.’ En toch blijft de teelt in de Lage Landen achter in tegenstelling tot de rest van Europa. In België werd er nauwelijks 12.000 hectare geteeld in 2014, waarvan ruim 11.500 hectare in Wallonië. In Nederland werd er zo’n 3.000 hectare uitgezaaid. Het in bloei felgeelgekleurde gewas werd in de teeltvoorlichting
6
midden eerste decennium echter geprezen als veelbelovend gewas. Sommige teeltvoorlichters namen zelfs woorden als ‘het nieuwe goud’ in de mond. Hoe valt dat beperkte areaal dan te verklaren? Christine Cartrysse: ‘Heel eenvoudig, het financieel rendement is laag. In België en Nederland kampen we met hoge grondprijzen en hoge machinekosten vanwege de versnippering aan landbouwpercelen. Reken dat 1 hectare koolzaad hier zo’n 1000 tot 1200 euro per hectare kost. Bij een koolzaadprijs van 300 tot 320 euro per ton, zoals vandaag de dag, kom je maar net uit de kosten. De teelt in Vlaanderen is ook nooit een uitdaging geweest. In Vlaanderen zijn er op de dure landbouwgrond meer lonende productiemogelijkheden, zoals groenten, aardappelen of mais.’ De expert geeft aan dat de meeste koolzaad die nu in België wordt geteeld, in hoofdzaak bestemd is voor humane consumptie. ‘Dat was even anders ongeveer twintig jaar terug toen Europa besloot dat er
VV EET ET E E LE TL T VV L EL E SE S O M K T AO AR B ET R 2 2 00 10 69
VV03-hoofdverhaal.indd 6
17-03-16 13:37
orals nog een rem op uitbreiding van de koolzaadteelt
o p eigen bodem
Koolzaad basis van het Belgisch vleesmerk ‘le Bocquillon’
Jules Lanciers
Jules Lanciers viert in 2016 vijftig jaar beroepsactiviteit in de vleessector, als eigenaar van gelijknamige slachthuis en vleesgroothandel te Rochefort. Lanciers lanceerde in 2015 het vleesmerk ‘le Bocquillon’. De basis van het vleesmerk wordt gevormd door vrouwelijke refor-
medieren van het Belgisch-witblauwras en krachtvoer waarin koolzaadkoek een prominente plaats inneemt. Jules Lanciers: ‘Het was een oude droom van mij om een vleesproduct op de markt te brengen dat lokaal verankerd is, zowel gezond als milieuvriendelijk is en met meer smaak. Daar staat het vleesmerk “le Bocquillon” voor.’ De krachtvoerformule is door een veevoederfabrikant exclusief voor het concept ontwikkeld op basis van lokale producties zoals mais, lijnzaad, suikerbietenpulp en koolzaad. ‘De afmestduur van de vrouwelijke reformedieren (tussen 36 en 50 maanden oud) bedraagt vier maanden in plaats
van de klassieke drie maanden. Maar het langzaam gegroeide vlees is smakelijker’, vertelt Jules Lanciers. ‘Een bijkomend voordeel is dat het vlees in alle onderdelen een egale kleur heeft. En als derde pluspunt: wanneer het vers vlees vacuüm verpakt wordt en later wordt opengemaakt, blijft de kleur behouden. Het vlees is exclusief voor ambachtelijke topslagers.’ Veehouders in het le Bocquillon-concept voeren bij de opstart van de afmest naast hooi zo’n 8 tot 9 kg krachtvoer per dier per dag om te eindigen met maximaal 12 kg.
VV E EV T E T E E LET TLE T VE V L TEL E JSEAS N OM U KA T O R A IR B ET1 R/222 00 12 0 60 90 9
VV03-hoofdverhaal.indd 7
7
17-03-16 13:37
H O O F D A RT I K E L
De weg van koolzaadolie en koolzaadkoek Hernieuwbare energie wint aan belangstelling. Via een wormpers is het mogelijk om koolzaadolie voor het landbouwbedrijf te produceren. Eén hectare winterkoolzaad levert 4500 kg graan op waaruit via een koude persing ongeveer 1350 liter olie kan worden geperst. Met een dieselmotor die voor koolzaadolie geschikt gemaakt is (kostprijs ongeveer 2500 euro), kan een vrachtwagen bijvoorbeeld 14.000 kilometer rijden. Dergelijke motoren stoten de helft minder dieselroet uit, stoten geen zware metalen uit en geen zwavel in de uitlaatgassen. Na ombouwing kan de motor prima op gewone diesel blijven rijden. Ombouw van de motor is niet nodig als minder dan 10 procent koolzaadolie
wordt bijgemengd bij gewone diesel. Een investering van 8000 euro voor de wormpers, filter en opslagtank komt er wel altijd bij. Het restproduct uit een koude persing noemt men koolzaadkoek. De gemiddelde voederwaarde staat in tabel 1 (ander kader) vermeld. Koolzaadkoek heeft in de praktijk een vetgehalte variërend van 10 tot 20 procent. Koolzaadkoek heeft ook een beperkte houdbaarheid vanwege het ranzig worden van de overblijvende olie. Smakelijkheid, opneembaarheid en toepasbaarheid zijn daarom grote aandachtspunten. Koolzaadkoek kan deels de benodigde energie in het rantsoen leveren. Anderzijds, het totale vetgehalte van het rantsoen mag nooit
op de verplicht braakliggende gronden non-food-gewassen mochten geteeld worden,’ verhaalt Cartrysse. ‘Koolzaad als grondstof voor biobrandstof behoorde daar ook toe.’ In 2006 kwam er een tweede boost voor de teelt in België, voornamelijk in Wallonië, door de fiscale ontheffing op accijnzen voor biobrandstof en de stijgende aardolieprijs. ‘In 20112012 werd een recordprijs van zo’n 500 euro per ton betaald.’ In 2014 volgde na jaren van stijging een lichte dip in het aantal hectaren. Die daling in 2014 is volgens Cartrysse eenvoudig te verklaren door de late oogst van de graangewassen als voorgewas. ‘Het zaaitijdstip van koolzaad luistert namelijk heel nauw.’
De rendabiliteit van de koolzaadteelt wordt mede bepaald door de waarden van de koeken na het persen. Na persing bedraagt het aandeel van de koeken 60 tot 65 procent. Christine Cartrysse: ‘De koek bevat tot 35 procent ruw eiwit en 10 tot 20 procent vetten en draagt op die wijze bij tot de bedrijfseigen voorziening in energie en eiwitten.’ Aan het stro wordt in de rentabiliteitsrekening geen waarde toegekend, aldus Cartrysse. ‘Voor het koolzaadstro is er hier gewoonweg geen handel zoals voor het tarwestro. Het wordt daarom in België gewoon ondergewerkt als koolstof- en stikstofbron voor de bodem.’
Verkeerde keuze ‘Teelttechnisch is koolzaad geen moeilijke teelt,’ geeft Manu Lange uit het Waalse Achêne aan. Lange zaait jaarlijks koolzaad in op 15 à 20 hectare en is stichter en eigenaar van het oliepersbedrijf Alvenat te Achêne. Het bedrijf verwerkte aanvankelijk de olie voor de brandstoffen markt. Nu verwerkt het bedrijf zo’n 200 hectare koolzaad via een koude persing tot spijsolie voor humane consumptie. ‘De teelt als basis voor biobrandstof is een verkeerde keuze geweest,’ zegt hij. ‘De prijs van koolzaad hangt dan zeer sterk samen met de prijs van aardolie. De afgelopen twintig jaar fluctueerde de koolzaadprijs tussen de 175 euro per ton tot 515 euro per ton. Die onvoorspelbare jojobeweging maakt de teelt minder aantrekkelijk. Bovendien beweegt de afnemer zich in een fossielebrandstoffenmarkt waarin veel multinationals actief zijn.’
8
V E E T E E LT V L E E S
VV03-hoofdverhaal.indd 8
MAART
Ook als spijsolie geen vaste prijs Boeren zoeken naar zekerheden in onzekere tijden. Ondanks dat er geen problemen van afzet zijn voor de humane consumptie, ziet Christine Cartrysse een termijncontract met een minimum garantieprijs (zoals bij aardappelen) en met bijkomende mogelijkheid tot terugname van de koolzaadkoek als veevoeder (zoals met perspulp uit de suikerbietenteelt), niet voor mogelijk. ‘De rentabiliteit van de teelt wordt in de eerste plaats bepaald door de prijs van het koolzaad’, geeft de expert aan. ‘Die prijs wordt in dit geval bepaald op de grondstofbeurzen, net zoals sojaolie en palmolie. En die beurzen kennen ook grote schommelingen. Het meeste koolzaad in België wordt dan ook geteeld zonder contract.’ ‘Er is ook een logistiek probleem,’ voegt Manu Lange eraan toe. ‘Als rundveehouder zou je in voorkomend geval minimaal 10 hectare koolzaad moeten telen
Koolzaad
meer bedragen dan 5 à 6 procent van het totale drogestofgehalte. Niet onbelangrijk is ook het feit dat koolzaadkoek een hoog gehalte omega 3-vetzuren bezit. Koolzaadkoek beperkt tot 2,5 kg per dier per dag past prima in een afmestrantsoen op basis van kuilmais.
of 30 ton oogstbaar product, dat is de grootte van een oplegger.’ De perskoek van zijn oliepersbedrijf Alvenat gaat naar een veevoederbedrijf. Lange: ‘Het restproduct is van sublieme kwaliteit als veevoeder. Laat dat duidelijk zijn. Maar er is nóg een bijkomend, praktisch probleem. De houdbaarheid van koolzaadkoek is beperkt. De overblijvende olie in de koek wordt na verloop van tijd ranzig, waardoor het product minder smakelijk wordt voor het vee. Met verschillende boeren inkopen en dit gespreid in de tijd, zou stockage en gebruik op het erf wel kunnen faciliteren.’ De recente keuze in sommige Europese lidstaten zoals Duitsland, Frankrijk, Polen, Hongarije en wellicht ook Nederland, voor een verbod op genetisch gemodificeerde soja in veevoeder, geeft misschien een nieuwe boost aan de koolzaadteelt. Er is immers onvoldoende ggo-vrije soja beschikbaar op de wereldmarkt. ‘De toekomst van de koolzaadteelt ligt in een integratie met de lokale agrovoedingsindustrie en de toegevoegde voedingswaarde,’ poneert Lange. ‘In onverzadigde vetzuursamenstelling gaat er niets boven koolzaadolie. Op plaats twee volgt sesamzaadolie en op plaats drie staat notenolie.’
Toekomst in groene stroom Koen Adriaens ziet ook kansen op de groene-energiemarkt. Adriaens is akkerbouwer in het West-Vlaamse Gistel. Zijn landbouwbedrijf produceert in nevenactiviteit zo’n 3 miljoen liter olie per jaar op basis van Belgisch en Noord-Frans
2016
17-03-16 13:37
koolzaad. In aanvang beleverde hij – zoals Manu Lange – met de koolzaadolie de industrie en transportfirma’s voor inmenging in diesel. Maar door de, zoals hij zegt, ‘moordende concurrentie’ met de oliereuzen en het falend fiscaal beleid van de overheid heeft hij zijn actieterrein verlegd. ‘Nu wordt de koolzaadolie geleverd als brandstof voor warmtekrachtkoppelingsinstallaties. Die installaties produceren daardoor honderd procent groene stroom.’
Koen Adriaens haast zich om ook de vele voordelen van koolzaadteelt voor de akkerbouwer nogmaals in de verf te zetten. ‘De teelt past goed in een vruchtwisselingsschema en is een goed alternatief voor zware gronden: het gaat er droog op en komt er droog af. De koek is een uitstekend voedermiddel voor het rundvee en het stro is gewild door veehouders met een mengwagen. Het geeft een prima pensprik.’ Teeltdeskundige Christine Cartrysse ge-
looft ook nog volop in de kansen van koolzaad op de brandstofmarkt. ‘De aardolieprijs zal niet zo laag blijven als nu wanneer de economie opnieuw aantrekt. Laten we bovendien niet vergeten dat de voorraad aan fossiele brandstoffen eindig is. Koolzaad is een hernieuwbare energiebron. En laten we toch ook niet vergeten dat de honger van China naar soja gigantisch is. Koolzaad biedt een goed alternatief.’|
Het Franse voorbeeld: koolzaadschroot als vervanger van sojaschroot Een derde van de jaarlijkse koolzaadproductie in Europa dient voor menselijke consumptie. De uit het zaad gewonnen olie wordt voor het grootste deel gebruikt als grondstof voor margarine, bakolie of spijsolie. Bij een industriële extractie van de olie uit het koolzaad blijft koolzaadschroot (raapzaadschroot) over, waarin nog 2 procent olie zit (tabel 1). Koolzaadschroot (33% ruw eiwit) is minder rijk aan eiwit dan sojaschroot (42% ruw eiwit), maar bezit wel een hoger gehalte aan ruwe celstof. Ook het fosfor- en calKoolzaadkoek
ciumgehalte van koolzaadschroot is hoger dan bij sojaschroot. Uit voerproeven in 2009-2012 door het Franse Institut de l’Elevage blijkt dat 1 kg sojaschroot vervangen kan worden door 1,5 kg koolzaadschroot. En dit zonder negatieve impact op de zoötechnische prestaties van vaarzen, stieren of koeien of op de afmestresultaten van jonge stieren of reformekoeien. In Frankrijk wordt aangekocht kool-
zaadschroot op zelfmengende vleesveebedrijven veelvuldig aangewend in een combinatie met geplette granen. Het economisch belang voor inpassing in het rantsoen ligt bij een aankoopprijs die ongeveer 75 procent van de marktprijs voor sojaschroot bedraagt. Niet onbelangrijk: gebruik van koolzaadschroot in plaats van sojaschroot vermindert de netto carbon footprint met 3 tot 7 procent.
Tabel 1 – Voederwaarde koolzaadschroot
droge stof (%) ruw eiwit (%/kg ds) vet (%/kg ds) ruwe celstof (%/kg ds) vem/kg ds vevi/kg ds dve (g/kg) oeb (g/kg) calcium (%) fosfor (%)
koolzaadkoek
koolzaadschroot
sojaschroot
89,7 31,6 20,5 12,8 1.455 1.594 116 130
87,9 34,6 2,3 10,7 803 816 129 146 0,71 1,09
88,5 42,2 7,1 5,3 1.146 1.245 214 170 0,29 0,65
V E E T E E LT V L E E S
VV03-hoofdverhaal.indd 9
MAA RT
2 0 1 6
9
17-03-16 13:37
E C O N O M I E
Boviene eosinofiele myositis veroorzaakt verkleuringen in het rundvlees
Begripsverwarring rond sarcosporidiose Sarcosporidiose is een begrip uit de vleeskeuring in slachthuizen. De aandoening kan reden zijn tot het afkeuren van karkassen. Maar er heerst begripsverwarring. Niet sarcosporidiose, maar boviene eosinofiele myositis is de oorzaak van de vleesverkleuring. tekst Annelies Debergh
E
rgens is de term sarcosporidiose in de rundveehouderij wel bekend. Zo bestaat een verzekering tegen de aandoening bij de verkoop van slachtvee. Maar lang niet elke veehouder is zich bewust van het verhaal achter sarcosporidiose. Waar de ziekte voor staat, is nog weinig bekend in de praktijk. Enkel veehouders die met een besmetting zijn geconfronteerd, hebben voldoende kennis over de ziekte en de gevolgen ervan.
Drie soorten sarcocysten ‘Rond sarcosporidiose bestaat begripsverwarring, want eigenlijk is niet sarcosporidiose maar boviene eosinofiele myositis aanleiding tot het afkeuren van vlees in slachthuizen’, zegt Richard Ducatelle. Ducatelle is professor aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent in Merelbeke en staat aan het hoofd
10
V E E T E E LT V L E E S
VV03-sarcosporidiose.indd 10
MAART
van de vakgroep pathologie. Enige jaren terug deed doctoraatsstudente Lieve Vangeel een uitgebreid onderzoek naar de aandoening. ‘De term sarcosporidiose dateert eigenlijk nog van een tijd dat er in de wetenschap niet zoveel bekend was over de ziekte. Door verder toe te spitsen op de parasiet die de aandoening veroorzaakt, is de wetenschappelijke kennis er de laatste jaren fors op vooruitgegaan.’ Sarcocystis, de veroorzaker van sarcosporidiose, is een eencellig klein parasitair organisme. ‘Het is vergelijkbaar met coccidiose en kent een gelijkaardige levenscyclus’, legt professor Ducatelle uit. ‘Deze parasiet vermeerdert zich in de darm bij vleeseters en komt zo via de uitwerpselen weer in de omgeving terecht. Op die manier kan de parasiet door de graseters worden opgenomen en zodoende in de spieren van die graseters terechtkomen.’
Ducatelle spreekt over drie soorten sarcocystis waarbij het rund als tussengastheer fungeert. Die drie soorten zijn: Sarcocystis hominis met de mens als eindgastheer, Sarcocystis cruzi met de hond als eindgastheer en Sarcocystis hirsuta met de kat als eindgastheer. ‘Deze drie soorten kunnen door het rund weer opgenomen worden en zo in de spieren terechtkomen.’
Honderd procent besmet De faculteit Diergeneeskunde onderzocht het voorkomen van de parasiet. Zo werd nagegaan bij hoeveel procent van de runderen sarcocystis kon worden vastgesteld. ‘Bij honderd procent van de runderen bleek de parasiet terug te vinden. Sarcocystis komt dus vrijwel altijd in de spieren van runderen voor.’ De parasiet is met het blote oog niet waarneembaar en is ook in het vlees niet zichtbaar vast te stellen. ‘Dat de parasiet aanwezig is, betekent daarom niet dat de mensen er ziek van worden. Alleen bij opname van gigantisch grote hoeveelheden van deze parasiet is er kans op echt duidelijke ziektetekenen.’ Sporadisch zijn in de spieren groenachtige vlekken terug te vinden die bij de keuring in slachthuizen worden omschreven als sarcosporidiose, daar waar
2016
17-03-16 16:02
Groenachtige vlekken in een spier
het in principe gaat om boviene eosinofiele myositis, een ophoping van cellen als gevolg van de immuunreactie op een infectie met sarcocysten. ‘Bij één op de vijfhonderd tot één op de duizend karkassen ziet het vlees er abnormaal uit’, zegt Ducatelle. ‘Maar het onderzoek gaf aan dat in de spieren van deze runderen juist significant minder sarcocysten zijn terug te vinden. De wit-groene vlekken in de spieren zijn als het ware een ophoping van afweercellen. Het zijn dus juist de runderen die reageren tegen een infectie met sarcocysten die deze wit-groene vlekken in het vlees ontwikkelen.’ Om deze afweerreactie te bestuderen werden sarcocysten opgezuiverd en ingespoten bij pasgeboren kalveren. ‘Bij die kalveren zagen we een immunologische reactie tegen de sarcocysten ontstaan en zorgde de ophoping van afweercellen voor vlekken in de spierweefsels.’
De begripsverwarring rond sarcosporidiose leidt in de praktijk soms tot problemen, dus pleit Ducatelle voor een juiste benaming. De verwarring in terminologie zorgt incidenteel voor financiële implicaties voor de veehouder. Aangetaste karkassen worden in het slachthuis immers afgekeurd. ‘Het vervelende is dat er runderen worden verzekerd tegen de aandoening sarcosporidiose. Maar door de begripsverwarring kun je je afvragen waartegen je dan verzekerd bent.’ Richard Ducatelle verklaart dat nader. ‘In principe is een rund dan verzekerd tegen sarcosporidiose en dus eigenlijk tegen de aanwezigheid van deze parasiet.’ Maar wanneer alle runderen besmet zijn met sarcocysten houdt dat geen steek. ‘De benaming zou moeten aangepast worden. De afwijking in de spieren is eigenlijk totaal onschadelijk. Puur theoretisch gezien zijn dieren met deze letsels mogelijk zelfs gezonder omdat ze tegen de sarcocysten reageren.’ Een ander gevolg is het niet accuraat verzamelen van gegevens over sarcosporidiose. ‘Een aantasting van het vlees komt bij één op de vijfhonderd tot één op de duizend dieren voor’, noemt Ducatelle de cijfers voor Vlaanderen. ‘Klinisch gezien zien die dieren er perfect gezond uit. In het slachthuis komt de aantasting van de spierweefsels vaak
ter hoogte van de hartspier of het middenrif voor.’
Door waterzuivering? De verwarring in het keuren van de karkassen zorgt ervoor dat enkele verzekeringsmaatschappijen standaard via de afdeling pathologie van de universiteit stalen insturen ter bevestiging. ‘Per maand krijgen we zo twee tot drie vleesstalen binnen’, aldus Ducatelle. ‘De letsels worden overigens niet altijd op het karkas vastgesteld. Dat kan ook in de uitsnijderij of zelfs pas in de beenhouwerij zijn.’ Maar of honderd procent van de runderen is aangetast, vergt volgens professor Ducatelle in elk geval nog verder onderzoek. Te verwachten is dat vooral Sarcocystis cruzi met de hond als eindgastheer en Sarcocystis hirsuta met de kat als eindgastheer aanleiding geven tot infectie van het rund. In de praktijk blijkt dat echter niet het geval. ‘Onder onze omstandigheden zien we dat vooral Sarcocystis hominis voorkomt en dat dus vooral de mens aanleiding geeft tot herbesmetting van de omgeving. Een denkbaar parcours zou kunnen zijn dat dat te maken heeft met sarcocysten die het waterzuiveringstraject kunnen overleven en zo weer in het drinkwatercircuit terechtkomen.’ Dat laatste vereist echter extra onderzoek. l
Jaarlijkse verliezen tot 500.000 euro in Frankrijk In Frankrijk is het aantal besmettingen met sarcosporidiose in de rundveehouderij geschat op tachtig tot honderd procent. Runderen vertonen meestal geen symptomen. Soms veroorzaakt de infectie met sarcoporidiose een ontstekings-
reactie in de spieren die post mortem te zien is als een geel-groene verkleuring van het vlees. In 2012 lag het aantal karkassen waarop boviene eosinofiele myositis werd vastgesteld, op 0,01 procent. Het aantal
directe economische verliezen voor de vleesveehouderij wordt zo geschat op 500.000 euro. Om het verlies in te perken heeft een aantal Franse regionale interprofessionele organisaties een solidariteitsfonds opgericht.
V E E T E E LT V L E E S
VV03-sarcosporidiose.indd 11
MAA RT
2 0 1 6
11
17-03-16 15:27
F O K K E R I J
Blonde d’Aquitainestamboek prikkelt met kennisdagen fokkers en mesters
Samen werken aan meer rendement bij blondes Welke blonde zorgt voor het meeste rendement? Tijdens de kennisdagen van het blonde d’Aquitainestamboek kunnen fokkers en mesters kennis, ervaringen en meningen met elkaar uitwisselen. Fokker Fredie van Dijk en ‘vleesmannen’ Henk Broeders en Peter Lutke Veldhuis doen alvast een aftrap. tekst Alice Booij
E
-kwaliteit moeten ze bezitten. De broutards, maar ook de magere koeien moeten ‘soort’ hebben om groei, fijnheid en dus rendement te leveren. De voeding in de mestfase bepaalt uiteindelijk de kleur en de smaak van het vlees. Blonde d’Aquitainefokker Fredie van Dijk en Henk Broeders en Peter Lutke Veldhuis, mesters en grossiers van luxe rundvlees, zijn het roerend met elkaar eens. ‘Aan dieren uit de U-min-klasse krijgen we geen goed vlees. Ze hebben te weinig gewicht, zijn te vet en hebben te weinig rendement’, noemt Lutke Veldhuis.
‘E-kwaliteit betekent lengte, soort en veel grammen groei per dag’, aldus Broeders. ‘In Frankrijk zijn bedrijven die twee kilo per dag halen. Zo kom je snel tot een dier met 550 kilo karkas en daarmee de maximale prijs.’ De dieren moeten de capaciteit hebben om kilo’s aan te zetten, weet Van Dijk. ‘Voor de fokker hebben die kilo’s geen nut, maar het skelet en de fijnheid, het rastype, moeten er zijn voor kwaliteitsvlees.’
De ideale blonde Op de zaterdagen 9 en 16 april (zie kader) organiseert het blonde d’Aquitaine-
Kennisdagen ‘Balans tussen fokkerij en mesterij’ op 9 en 16 april Het blonde d’Aquitainestamboek in Nederland organiseert op zaterdag 9 en zaterdag 16 april kennisdagen met als thema ‘Balans tussen fokkerij en mesterij’. Op 9 april wordt de dag gehouden bij Henk Broeders van Bief Select in Berkel-Enschot, op 16 april zet Peter
12
V E E T E E LT V L E E S
VV03_kennisdagen Blondes.indd 12
MAART
Lutke Veldhuis van VIT in Saasveld het bedrijf open. Naast fokkerij komen ook exterieurscore, voeding, huisvesting en verzorging van vleesvee aan de orde. Iedereen is welkom, de toegang is gratis. Voor meer info over deze kennisdagen: www.blondestamboek.nl.
stamboek kennisdagen voor mesters en fokkers om met elkaar van gedachten te wisselen over de ideale blonde d’Aquitaine. ‘Bij een betere afzet is iedereen gebaat’, noemt Van Dijk. ‘Een fokkerij die goed aansluit bij de afzet, levert meer rendement’, aldus Broeders, die aangeeft dat de blonde d’Aquitaine perfect past bij de Nederlandse veehouderij. ‘We hebben in Nederland de kwaliteit voer die de blonde vraagt en die levert de kwaliteit vlees die de consument graag wil. Dat is de basis voor een goed financieel rendement.’ Naast mals en smakelijk vlees is er echter meer nodig om de consument te boeien. Bief Select, beloond met twee sterren van de Dierenbescherming, van Broeders is een voorbeeld van een succesvolle keten. ‘Het gaat om het complete verhaal: de natuurlijk geboorte is heel belangrijk, duurzaamheid, dierenwelzijn en antibioticavrij.’ Waar Broeders meer inzet op het mesten van blondestieren, met vooral uitgangsmateriaal vanuit Frankrijk, heeft Lutke Veldhuis zich met name toegelegd op de afzet van vrouwelijk vlees afkomstig uit Nederland en Vlaanderen. ‘Dat past goed bij de ambachtelijke slagers aan wie wij leveren.’ Die slagers kunnen het verhaal aan de toonbank erbij vertellen. ‘Dan heeft rundvlees een plus, vergeleken met vlees van varkens en pluimvee.’
Gezonde broutards Als fokker, inspecteur en spin in het web van het blondestamboek is Van Dijk blij met deze initiatieven die de blonde sterk in de markt zetten. ‘Als fokker wil je ervoor zorgen dat de mesters broutards krijgen die naast flink bespierd ook sterk en gezond zijn.’ De dieren moeten daarom geënt zijn tegen griep en, indien nodig, ibr en moeten ontwormd zijn. ‘Dat hoort bij de fokker thuis’, vindt Broeders. ‘Bij ons is het verzamelpunt, dan heb je met veel dieren van verschillende bedrijven een groot risico op kruisbesmetting. Entschema’s slaan ook beter aan als het kalf bij de koe loopt.’ Het is een punt waar de Nederlandse
2016
17-03-16 15:15
Peter Lutke Veldhuis, Fredie van Dijk en Henk Broeders
blondefokkers nog wel iets aan kunnen doen. ‘Veel bedrijven houden hun blondes hobbymatig’, begrijpt Lutke Veldhuis. ‘Maar als je deze investeringen niet doet, kost het uiteindelijk meer’, weet Van Dijk en voegt eraan toe dat de kalveren ruim voor afleveren gespeend moeten worden en dat krachtvoer zorgt voor een soepele overgang. ‘Je kunt ze onmogelijk de ene dag spenen en de andere dag op de wagen naar de mester zetten.’ Toch gebeurt dat nog regelmatig, weet Lutke Veldhuis. ‘Dan zijn quarantaine en een goede verzorging noodzakelijk.’
Kritisch op koe en stier Een te grote, smalle blonde is verleden tijd, signaleert het drietal. ‘Fokkers weten heel goed dat een goede blonde groot en lang is, maar het moet altijd in combinatie zijn met bespiering’, geeft Lutke Veldhuis aan. Het begint met een goede koe en een goede stier, maar zo simpel is het in de praktijk niet, signaleert Van Dijk. ‘Kijk als fokker kritisch naar je koeien, doe mee met de bedrijfsinspectie, dan weet je waar verbetering nodig is.’ Een strategie die pleit voor het gebruik van een in het stamboek ingeschreven stier of een ki-stier met exterieur- en als het kan ook groeicijfers. ‘Zo kies je de beste partner voor de koe. Dan ga je zeker sneller vooruit’, ervaart Lutke Veldhuis. En ga aan het werk met een goede stier, noemt Broeders nog extra. ‘Koop de beste stier en kijk niet naar de prijs. Een goede stier is nooit te duur. Hij bepaalt de waarde van de kalveren die naar de mesterij gaan.’ Lutke Veldhuis vult aan: ‘Een fokstier moet altijd bespiering door-
geven. Dertig procent van de blondes mag meer luxe bespiering hebben.’ Door een stier van het COT aan te schaffen heb je meer achtergrondinformatie, onder andere over groei en karakter. Van Dijk roemt daarbij ook de initiatieven van fokkers die topstieren uit Frankrijk halen. ‘Dat is nog steeds de bron. Die aankopen zijn goed voor alle Nederlandse blondefokkers.’ Zowel Lutke Veldhuis als Broeders worden helemaal enthousiast wanneer ze het belang van fijnheid in de blonde bespreken. ‘Fijn van vel en van bot betekent ook vlees dat fijn en mals is’, geeft Lutke Veldhuis aan. ‘Een grover dier heeft ook harder vlees.’ Fijnheid is een genetisch bepaalde eigenschap. ‘In Frankrijk neemt het belang van de fijnheid de laatste jaren toe’, signaleert Broeders. ‘Grain de viande’, noemt Van Dijk het Franse woord. ‘Dat herken je ook bij een mager dier: een luxe type met fijne botjes, zo’n type waarbij de aanleg van fraaie bespiering, zeg maar de fijnheid van draad, over het totale lichaam te zien is.’
Kampioen vlees en show Al pratende blijkt dat het met de afstemming tussen fokkerij en mesterij steeds beter gaat, concludeert het drietal. De dieren die door Lutke Veldhuis en Broeders op de keuring onderscheiden worden met de beste slachteigenschappen, zijn steeds vaker ook de kampioenen van de stamboekkeuring. Van Dijk: ‘Fokkers en mesters van blonde d’Aquitaines dichter bij elkaar brengen, ook dat is een taak van een stamboek. We blijven prikkelen dat het beter kan.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV03_kennisdagen Blondes.indd 13
MAA RT
2 0 1 6
13
17-03-16 13:35
B E D R I J F S R E P O RTA G E
Senioren Constant en Anny Oostvogels gaan nog altijd voor veeverbetering
Anny, Constant en Marc Oostvogels De passie voor de witblauwfokkerij deelt de Hoogstraten fanatieke Constant Oostvogels met echtgenote Anny en zoon Marc. Activiteiten: Ras: Aantal kalvingen: Aantal hectaren :
(gepensioneerd) fokker Belgisch witblauw 30-35, voorheen 85 nu 25 (tijdelijk en permanent grasland, mais)
‘Z
e maken ons niet veel meer wijs.’ Constant Oostvogels (70) lacht overtuigend bij zijn commentaar op het recente onderzoeksnieuws van een farmaceut dat een kalf zes liter biest moet krijgen binnen 24 uur na geboorte. Hij had er eerder wel al wat van opgevangen in het veld, maar hij gelooft er niet in. ‘Ge moet het er potverdorie in krijgen. Dat lukt bij witblauwen gewoon niet.’ Echtgenote Anny vult aan: ‘Wij houden
Antieke passie en tomeloze ambitie Ten huize Oostvogels delen man en vrouw eenzelfde passie voor de witblauwfokkerij en bezitten – ondanks de leeftijd – nog een tomeloze ambitie voor veeverbetering. Voor jonge ondernemers hebben ze een boodschap: ‘Hou zelf het overzicht.’ tekst Guy Nantier
ons al jaar en dag aan tweemaal één liter gevriesdroogde biest en daarna twee liter koemelk binnen de 24 uur. Dat bevalt ons heel goed. Té veel is nooit goed.’ Toch slaan Constant en Anny Oostvogels onderzoeksresultaten niet gauw in de wind. Maar de ervaring heeft het echtpaar geleerd er voorzichtig naar te handelen. Ze geven als voorbeeld de mineralen- en vitaminebehoefte van het fokvee. Constant Oostvogels: ‘We controleren sinds de
berichtgeving over seleniumtekorten hier elk jaar het mineralengehalte in het bloed. Uit de eerste analyse bleek selenium inderdaad een probleem. Het is wel lang zoeken geweest naar de goede mineralensoort in de markt. Ik wil maar zeggen dat er veel rommel in het aanbod zit. Met de mineralen en vitaminen van onze huidige adviseur is de vitaliteit bij de kalveren verbeterd, is de vruchtbaarheid verbeterd en blinken de dieren meer in hun vel.’
Irene (v. Tilouis) en Yannick (Grommit x Elisa les Amandiers) aanstormend talent
14
VV EE EE TT EE EE LL TT VV LL EE EE SS M OA KA TO R TB E2R0 12 60 0 9
VV03_bedrijfsrep Oostvogels.indd 14
17-03-16 10:30
Advisering is ook geen vies woord ten huize Oostvogels. Voeding, diergezondheid en fokkerij, ze laten zich over deze onderwerpen zelfs heel graag adviseren. ‘Alleen is het zaak om iemand te vinden die meedenkt en met wie je in vertrouwen kan handelen. Kortom, iemand bij wie je je goed voelt.’
Eerst Kempisch roodbont Constant Oostvogels zit – zo leert de bedrijfsgeschiedenis – al vijftig jaar in het veehouderijvak te Hoogstraten. Hij combineerde met zijn echtgenote het melken op een grupstal van Kempisch roodbont vee met een zeugentak en met vollegronds aardbeienteelt. Het bedrijf behoorde tot de eerste leveraars in België van dubbel A-melk. Toen het melkquotum er in 1984 aankwam, besloten ze niet te investeren in melkquotum en de kleine melkplas vol te melken met kruislingen van het Kempisch-roodbontras met witblauw. ‘Ik heb het melkquotum altijd gezien als lucht. En met een handel in lucht graven de boeren hun eigen graf.’ Het gaandeweg inkruisen resulteerde in raszuivere witblauwen die amper nog 3000 liter melk in drie à vier maanden produceerden. In 2004 besliste het echtpaar om het melken te stoppen en zich op de vleesproductie te richten. Hoewel hij nu al vijf jaar op rust is, houdt Constant samen met echtgenote Anny (62) en zoon Marc (42) toch nog een dertigtal moederdieren op zo’n 25 hectare landbouwgrond. Vóór de pensionering lag het aantal kalvingen op 85 stuks. De goedlachse Kempenaar oogt nu wat bedrukter en zucht: ‘Met mijn pensioentje van boer redden we het nauwelijks.’ Maar Constant Oostvogels’ gezicht klaart dadelijk op wanneer daaropvolgend de fokkerij ter sprake komt. Hij, zijn vrouw en zijn zoon delen namelijk dezelfde, grote passie voor het witblauwras. ‘Het is onze extra boterham, de keuringen zijn een hobby.’
Niet altijd, niet dikwijls Het trio schuimt dan ook al sinds jaar en dag alle fokveekeuringen en ki-voorstellingen af. ‘Bij de opstart in 1984 wisten we van het ras niets. We hebben op de fokveedagen alles geleerd via contacten met de fokkers. En door te stelen met de ogen natuurlijk.’ In de marge nuanceert de veehouder dat een keuring toch maar een dagopname is. ‘De hoge verwondering van het eerste uur over de dierkwaliteiten op zo’n dag is wel weg. Je hebt immers bijgeleerd.’ In 2000 nam het bedrijf voor de eerste maal zelf deel aan een keuring. Pas in
True type van de familie Oostvogels: kampioensvaars Ilonka (v. Tilouis)
2016 volgde het eerste succes met een provinciale titel te Geel bij de vaarzen met Ilonka van de Hemerijksehei (v. Tilouis). Ilonka is het type dier dat het echtpaar nastreeft. ‘Beenwerk, maat, gewicht en bespiering. Ze heeft het allemaal’, zegt Oostvogels. Ilonka’s halfzus via dezelfde vader – Irene van de Hemerijksehei – werd in de rubriekskeuring te Geel 1a. Beide dieren voeren – ver in hun stamboom – terug op Van Pasveld Sandra, een Guliverdochter, waarvan zij embryo’s hadden aangekocht bij Willie Custers in Margraten. Embryo’s koopt het bedrijf nu nog geregeld aan. ‘We willen nog steeds verbeteren in kwaliteit.’ Zo werden onder andere embryo’s uit Elisa, een Ormedochter van het fokbedrijf Les Amandiers, ingeplant. ‘Vaars Yannick is een combinatie van Elisa met Grommit. Zij gaat het nog ver schoppen.’ Constant en Annie gebruiken in hun fokbeleid een stieradviesprogramma inteelt, waarna de discussie aan tafel wordt gevoerd welke stier het beste past bij welke koe. Of ze daarbij goed overeenkomen? Anny lachend: ‘Niet altijd.’ Constant riposteert: ‘Niet dikwijls. En als wij er niet uit geraken, vragen we raad aan onze kiadviseur.’
Scheren is de beste veearts Op het bedrijf in de Noorderkempen gaan de vrouwelijke reformedieren in magere conditie weg naar een vleesgrossier die de dieren slachtrijp maakt. Constant Oostvogels: ‘Tot 2004, het jaar waarin we gestopt zijn met melken, lag onze focus in de selectie op de melkgift, het beenwerk en het gewicht. Onze koeien wogen bij afvoer 750 tot 800 kilogram levend gewicht. Vanaf 2004 hebben we onze aandacht verlegd naar het beenwerk, een betere vleeskwaliteit met behoud van de kilo’s en groei.
Twaalf jaar later wegen onze reformedieren 800 à 850 kilogram op voet. Dat vinden we zelf een mooi gewicht.’ De stieren die niet in aanmerking komen voor natuurlijke dekdienst, worden ter plekke afgemest onder de nieuwe basisstandaard Belbeef. ‘Belbeef is een goede zaak’, zegt Constant hierover. ‘We verwachten dat de vleesproductie “made in Belgium” hiermee opnieuw aantrekt.’ Het beoogde eindgewicht bij slacht is 450 kilogram koud gewicht op 15 à 17 maanden en dit met een rantsoen van mais, krachtvoer en stro of hooi. Anny: ‘We hebben het afmesten altijd al graag gedaan. Dan zie je als fokker met eigen ogen de groeipotentie in de nakomelingen van bepaalde ki-stieren. Ook de slachtgewichten op de website van de interprofessionele vereniging voor het Belgisch vlees, de IVB, is hierbij een waardevolle informatiebron.’ De dieren scheren is in de ogen van Anny dé sleutel tot een goed afmestrendement. ‘Scheren is de beste veearts die je kunt hebben in de mesterij. Veel scheren, viertot vijfmaal: dat vermijdt schurftproblemen en luchtweginfecties.’
Vrij schip De helft van de Vlaamse veehouders heeft plannen om te groeien. Hoe kijkt de Kempenaar daar vanuit zijn ervaring tegenaan? Constant Oostvogels: ‘Groeien is niet het probleem. Het moet zelfs. Maar té groot is nooit goed. Zelf het overzicht behouden is de kunst.’ Anny valt hem bij: ‘Met duidelijke doelen voor ogen en door in stapjes te werken heb je weinig slapeloze nachten. We hebben altijd wel moeten tellen, maar we zijn ”effen” met alles.’ Constant maakt het punt af en zegt glunderend: ‘Ik stuur nu een vrij schip.’ l
V E VE ET EE TE EL ET LVTL VE LE ES E O S KMT AOAB RE TR 22 00 10 69
VV03_bedrijfsrep Oostvogels.indd 15
15
17-03-16 10:30
V O E D I N G
Hakselen van shredlage-mais trekt plant uit elkaar, vergruist de korrel en moet het toevoegen van structuur aan rantsoenen overbodig maken
Mais met een beetje extra prik In de Verenigde Staten wordt al 8 tot 10 procent van de mais gehakseld volgens het ‘shredlage’-principe. Shredlage-mais bevat stukken plant tot 3 centimeter en de grof gehakselde mais heeft ook in Nederland interesse gewekt. Proefkuilen moeten aantonen of de mais de hogere kostprijs per hectare waard is. tekst Jaap van der Knaap
W
at een demonstratie had moeten worden op een paar locaties, werd afgelopen maisseizoen uiteindelijk een maand lang mais hakselen kriskras door Nederland. ‘We hadden een aanvraag van een aantal voervertegenwoordigers en veehouders om het hakselen volgens het
‘shredlage’-principe te laten zien. Maar toen bekend werd dat we een hakselaar met een shredlage-hakselunit vanuit Duitsland hier naartoe zouden halen, bleef de telefoon maar gaan met aanvragen voor een demonstratie.’ Rens Jansen, werkzaam als verkooplei-
der oogstmachines bij Kamps De Wild, schetst de toenemende interesse in het shredlage hakselen. Deze nieuwe manier van mais hakselen is afkomstig vanuit de Verenigde Staten, waar het sinds 2012 bezig is aan een flinke opmars. ‘Ik schat in dat vorig jaar tussen de 8 en 10 procent van de mais gehakseld is volgens shredlage-principe’, vertelt Ross Dale. De Amerikaanse voerdeskundige staat mede aan de basis van de nieuwe manier van hakselen en verkocht het patent op het maken van shredlage-mais aan machinebouwer Claas, het machinemerk dat onder meer door Kamps De Wild wordt verkocht. ‘Shredlage-mais is mais die in plaats van op de gebruikelijke 0,5 tot 1,2 centimeter gehakseld wordt op 2,6 tot 3,0 centimeter en waarbij de korrel niet gekneusd, maar echt verpulverd wordt’, zo is de korte sa-
Wim Timmerman: ‘Structuur moeiteloos eruit, maar niet meer melk’ Vier hectare shredlage-mais ligt er op het erf van Wim Timmerman uit Balkbrug. De melkveehouder voert zijn 185 koeien er momenteel dagelijks van, in een rantsoen met een mais-grasverhouding van 50:50. ‘Het voelt echt anders, je ziet geen maiskorrel meer’, zo is de ervaring. Timmerman wilde het wel eens proberen, omdat hij koolzaadstro, dat hij toevoegt aan het rantsoen, ‘een domme investering’ vindt. ‘Voedingstechnisch be-
16
V E E T E E LT V L E E S
VV03_shredlage mais.indd 16
MAART
taal je er veel te veel voor, dat staat me altijd tegen bij het kopen van structuur.’ Om eventuele broei te voorkomen maakte Timmerman een aparte, lage kuil, waarbij veel aandacht ging naar het vastrijden. Bovendien gebruikte hij een broeiremmer. ‘De broei bleef uit, maar ik voer dan ook anderhalve meter per week. Ik ben wel benieuwd of het ook lukt om de broei uit de kuil te houden als je in de zomer voert, maar ik durfde dat op voor-
hand niet aan’, geeft hij aan. ‘De wagen zit eerder vol, met andere woorden: er zitten minder kilo’s in een kubieke meter, ondanks het goede vastrijden.’ Timmerman stopte met het toevoegen van koolzaadstro toen hij overstapte op de shredlage-mais en merkte geen negatieve gevolgen. ‘Ik had gehoopt op meer melk, maar dat merk ik niet. Wel is de mest beter, je vindt echt geen maiskorrel terug.’
2016
17-03-16 16:05
k
Shredlage-mais onderscheidt zich duidelijk van gewone mais: links standaard gehakselde mais, rechts shredlage-mais
menvatting van Dale. ‘Door de speciale trommels van de hakselaar wordt de mais grof gesneden, maar vooral ook uit elkaar getrokken, geshredderd, zoals dat gebeurt bij oud ijzer. Daardoor blijven de plantvezels behouden en dat zorgt voor extra herkauwactiviteit van de koe.’
Structuur toevoegen overbodig Nederlandse melkveehouders en voeradviseurs die de Verenigde Staten bezochten, kwamen terug met enthousiaste verhalen over bijzondere maiskuilen, vertelt Jan-Willem Lammers van AgruniekRijnvallei. De specialist rundvee begeleidt een aantal veehouders die in Nederland een proefkuil met shredlage-mais lieten maken afgelopen seizoen. ‘Mais is de laatste decennia sterk veredeld op een groter aandeel zetmeel, waardoor snijmais steeds meer op krachtvoer is gaan lijken’, zo legt Lammers uit. ‘Daardoor moet er aan rantsoenen met 60 tot 80 procent mais steeds meer structuur, zoals koolzaadstro of graszaadhooi, worden toegevoegd om de pensbenutting te optimaliseren. Maar daarmee koop je voer aan dat te duur is voor de voederwaarde die het heeft, om daarmee ook nog eens de energiedichtheid van het rantsoen te verlagen.’ Door mais via het shredlage-principe te hakselen, zou structuur toevoegen minder noodzakelijk zijn. Ook zouden celwand- en NDF-verteerbaarheid toenemen en dat leek Lammers het proberen waard. ‘Het is eigenlijk mais met een hogere structuurwaarde. Je voelt ook echt een
verschil met normale mais wanneer je een handvol mais tot een bal wilt knijpen omdat het meer prikt.’ Grover hakselen is volgens Lammers niet hetzelfde als shredlage-mais hakselen. ‘Bij grover hakselen wordt de korrel onvoldoende geraakt. Bij shredlage hakselen wordt de plant als het ware uit elkaar getrokken en de korrel wordt vergruisd.’ AgruniekRijnvallei onderzoekt momenteel wat de gevolgen zijn van shredlagemaiskuilen voor de gezondheid en de melkproductie.
Meer herkauwactiviteit Onderzoeken in de VS wijzen volgens Dale uit dat koeien meer herkauwen, minder aanvullende structuur nodig hebben en zelfs meer melk geven als ze shredlage-mais gevoerd krijgen. Ronald Zom, voeronderzoeker bij WUR, kent de enthousiaste verhalen over shredlagemais en is nieuwsgierig, maar twijfelt aan de meerwaarde. ‘Fysiologisch gezien leidt extra herkauwactiviteit tot een lagere voeropname. Dat lijkt me niet gunstig voor de melkproductie’, aldus Zom. ‘En als je een product als koolzaadstro uit het rantsoen haalt, verhoog je de energie- en eiwitdichtheid en is het logisch dat een koe daardoor meer melk geeft. Toevoegen van zogenoemde “pensprik” om het rantsoen te laten functioneren is sowieso discutabel. Een Nederlandse koe krijgt echt genoeg structuur binnen.’ Shredlage hakselen zorgt voor grovere delen en dat voorspelt een moeilijker vast te rijden kuil. Volgens Dale is dat niet aan de
orde, omdat de ronde delen van de plant door shredderen platter worden, waardoor er minder lucht tussen de delen zit. Toon Jennissen, melkveehouder en loonwerker in Den Dungen, liet op zijn eigen bedrijf een proefkuil van 4 hectare aanleggen en besteedde bewust veel aandacht aan het vastrijden. ‘We merkten geen verschil met gangbaar in hoe vast de kuil uiteindelijk werd. De mais is dan ook echt platter, de ronde stukken zijn eruit, zodat het goed aan te rijden is.’
Tien tot vijftien procent duurder Jennissen heeft besloten een shredlagehakselaar te kopen. Vanwege de hogere aanschafkosten en hogere dieselkosten zal hij bij de klanten wel een meerprijs van tien tot vijftien procent per hectare gaan rekenen. ‘Een nieuwe hakselaar met shredlage-korrelkneuzer en V20hakseltrommels kost toch ongeveer 35.000 euro tot 40.000 euro meer’, vertelt Jansen van Kamps De Wild. ‘De trommels hebben een vijftig procent hoger toerental om daarmee de korrel echt te verpulveren. Door de zware machinebelasting slijten de rollen sneller en ook de brandstofkosten stijgen. Dat shredlage hakselen meer kost, is onvermijdelijk.’ Ondanks de hogere kosten merkt ook Jansen een toenemende belangstelling. ‘Meerdere loonwerkers hebben gemeld dat ze geïnteresseerd zijn om aan de slag te gaan met een shredlage-hakselaar. We verwachten dit jaar echt een aantal hakselaars met shredlage-unit te verkopen.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV03_shredlage mais.indd 17
MAA RT
2 0 1 6
17
17-03-16 16:05
K E U R I N G
Bezoekers worden geconfronteerd met onleefbare situaties in de veehouderij
Elitekeuringen SIA op een bedje van rouw 372 rassen, 3000 dieren en niet minder dan 1200 inzenders. De veehouderij vormt al sinds 1867 de attractiepool van de landbouwbeurs SIA te Parijs. De elitekeuringen zetten het vakmanschap van de fokkers in de verf en de brede waaier aan aanwezige rassen onderstreept de biodiversiteit in het Franse veehouderijlandschap. Dit jaar eiste de crisis in de sector alle aandacht op van de bezoekers. In zowat alle rassen droegen de fokkers een zwarte rouwband om de arm en brachten voor aanvang van elke keuring de boodschap: ‘Ik ben veehouder en ik wil leven van mijn beroep.’ tekst Guy Nantier
Blonde d’Aquitaine Nakomelingen Barbes kleuren blonde d’Aquitaine-elitekeuring Voor het eerst werden de blonde d’Aquitainedieren in Parijs op volgorde gezet door een eenmansjury. Dierenarts en fokker Pascal Marquis keurde met het accent op kracht en finesse, waarbij hij de harmonie tussen ontwikkeling en bespiering niet uit het oog verloor. Het leverde de nakomelingen van de stier Barbes (v. Rubio) de twee kampioenstitels op. Barbesdochter Helette van maatschap Arsicaud uit Marans werd kampioene bij de vrouwelijke dieren. Met 1164 kg is zij een elegante verschijning met veel lengte. Bij de stieren verdiende Gagnant zonder twijfel de kampioenstitel. Met zijn fraaie bespiering, mooie rasuitstraling en imponerende hoogtemaat is Gagnant een blikvanger. De Barbeszoon moest in St. Gaudens op de nationale Franse keuring nog vrede nemen met de reservetitel. De stier woog 1518 kg. Gagnant werd gefokt door Earl Barthes en is in eigendom van de maatschappen Dubosc-Picard en Picard-Robin. Arsicaud behaalde met Granada (v. Ushuaia) ook de prijs voor het vrouwelijke dier met de beste slachteigenschappen. Deze titel ging bij de stieren naar de Triozoon Fabuleux van Agri Blondes uit Plessala.
18
VV03_SIA.indd 18
V E E T E E LT V L E E S
MAART
Reus Gagnant (v. Barbes) werd onomstreden kampioen bij de stieren Kampioenskoe Helette (v. Barbes) bekoorde met haar elegantie en langgerekte bouw
2016
17-03-16 12:12
Prognose Franse bedrijfsresultaten 2015 voor de vleesveehouderij meen management verklaren de grootste verschillen.’ RCAI is het resultaat van opbrengsten minus kosten. Aan de opbrengstzijde worden de ontvangsten uit de productie
alsook álle EU-premies in rekening gebracht. De kosten bestaan uit variabele en vaste kosten, afschrijvingen en financiële kosten vóór belasting en bijdragen aan de sociale zekerheid.
Figuur 1 – Prognose brutoresultaten 2015, in euro’s per voltijdse arbeidskracht (bron: Iteb, 2016) bovengrens 25% beste bedrijven
gemiddeld
ondergrens 25% slechtste bedrijven
50.000 euro’s/ vak
Het Franse Institut de l’Elevage maakte voor de beurs SIA van start ging de prognoses bekend voor de bedrijfsresultaten 2015 in de vleesveehouderij. Het betreft de brutoresultaten (RCAI) – uitgedrukt in euro’s per voltijdse arbeidskracht – van een panel van 314, representatieve exploitaties (zie figuur 1). ‘Globaal genomen blijven de resultaten in de vijf meest gangbare bedrijfsoriëntaties op het niveau van 2014’, aldus het Institut de l’Elevage. ‘Opvallende vaststelling is dat binnen de bedrijfsoriëntaties de verschillen – bovengrens 25% beste bedrijven versus ondergrens 25% slechtste bedrijven – andermaal zeer groot zijn. De grootte van de veestapel, de technische prestaties en het alge-
40.000
20.000
€ 30.500
€ 30.300
30.000 € 20.000
€ 23.400
€ 22.500
€ 27.000
10.000 0
extensieve veehouderij (<1,2 gve/ha)
intensieve veehouderij (>1,2 gve/ha)
intensieve veehouderij + akkerbouw + veehouderij + afmesting kalveren veehouderij + afmesting stieren afmesting stieren
akkerbouw + afmesting stieren
Limousin Maatschap Camus overklast concurrentie in het limousinras Voor de deelname aan de limousinelitekeuring te Parijs was een recordaantal dieren door hun eigenaren aangemeld, namelijk 166 stuks. Na twee voorselectieronden ontvingen slechts 45 dieren een ticket naar Parijs. Het stamboek zorgde dit jaar voor een primeur binnen het ras door te opteren voor én een vrouwelijke jury én een eenmansjury. Jeanne Orlianges uit SaintMerd-les Oucines (departement Corrèze), zette de dieren op rij met de nadruk op de bespiering in de ruglijn en de fijnheid in het botwerk en dit in harmonie met een functioneel bekken en – voor de koeien – ook nog een functionele uier.
Het leverde maatschap Camus uit Arnac la Poste drie van de vier rubrieksoverwinningen op in het vrouwelijke vee alsook de kampioenstitel voor Garniture (v. Accent MN). Garniture behaalde bovendien ook de ‘prix de synthèse, de titel voor beste combinatie van exterieur (keuringsresultaat) en genetica (fokwaarde). Bij de stieren behaalde Emmanuel Zerger uit Dinsac twee rubrieksoverwinningen. Zerger zag zijn superdag eveneens bezegeld met een nationale titel voor Hippy (v. Elite). De ‘prix de synthèse’ bij de stieren ging evenwel naar Idefix RJ (v. Flagrant) van Jeremy Lagautrière uit Saint Sulpice le Dunois.
Garniture (v. Accent MN) Hippy (v. Elite)
Belgisch witblauw Gueuze dagkampioene Gueuze, de nationaal kampioene 2015, kwam, zag en overwon bij de Belgische witblauwen te Parijs. De Lenniedochter gefokt door Jeremie Legghe uit Morbecque, werd er gekroond tot kampioene bij de koeien. Gueuze liet op een leeftijd van 54 maanden een gewicht optekenen van 958 kg. In de strijd om het dagkampioenschap kreeg de kampioenskoe de voorkeur boven de kampioene bij de vaarzen, Invisible (v. Grommit) van Sylvain Cauchy uit Preux au Sart. Invisible zette te Parijs op een leeftijd van 28 maanden een gewicht neer van 669 kg. Gueuze (v. Lennie)
V E E T E E LT V L E E S
VV03_SIA.indd 19
MA A RT
2 0 1 6
19
17-03-16 12:12
Bezoek onze website!
• ACTUELE BERICHTEN • VLEESPRIJZEN • AGENDA • DISCUSSIEPLATFORM www.veeteeltvlees.nl of www.veeteeltvlees.be 20
VV03_p20.indd 20
V E E T E E LT V L E E S
MAART
2016
18-03-16 09:51
U I T
D E
D I E R E N A RT S P R A K T I J K
A N T H O N Y
D E
S C H RY V E R
Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven drie dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven Anthony de Schryver, Piet De Meuter en René Bemers maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.
Opletten met langdurig gebruik van ontstekingsremmers
Maagzweren N
a een keizersnede werd ik gecontacteerd door een veehouder die een probleem had met een van zijn kalveren. Het vaarsje had tien dagen daarvoor hoge koorts gehad door een luchtweginfectie en werd toen behandeld. De laatste dagen dronk het kalfje onvoldoende melk en was het niet fit. Regelmatig kreunde het van de pijn. Bij onderzoek viel op dat het vaarskalf te mager was in vergelijking met zijn leeftijdgenoten en dat het te traag groeide. Temperatuur en hartslag waren normaal. De slijmvliezen waren bleek en de oren waren koud. Het kalf was snel uitgeput, was weinig actief en liet regelmatig tandengeknars horen. Bij palpatie van de buik was deze gespannen en voelde pijnlijk aan ter hoogte van het middenrif. Auscultatie en echografie gaven geen verdere informatie. De mest was donker tot zwart van kleur en had een scherpe geur. Door de aanwezigheid van zwarte mest en een pijnlijke buik had ik het vermoeden dat we te maken hadden met maagzweren. Deze maagzweren kunnen zijn ontstaan door gebruik van ontstekingsremmers (NSAID’s) tijdens de luchtweginfectie. De ontstekingsremmers hebben immers een invloed op de zuurwerking in de maag. Het kalfje werd behandeld met Zantac (Ranitidine), een humaan product om de zuurproductie te remmen. Het geneesmiddel werd gedurende één maand toegediend een half uur voor de maaltijd. Ik gaf het kalf ook nog een vitamine- en een mineralenmengsel (CALF liquid) om aan te sterken. Na twee weken was het kalf weer de oude en voldoende aangekomen.
De encyclopedie maagulcus Een maagzweer of maagulcus kan verschillende oorzaken hebben. Maagzweren komen zowel bij kalveren als bij volwassen runderen voor, voornamelijk bij melkvee. Onder meer medicatie, ontstekingsremmers, stress en/of te veel krachtvoer kunnen een maagzweer uitlokken. Het probleem doet zich voor wanneer er een verstoring is tussen de hoeveelheid zuurproductie en de beschermingsbarrière van de maagwand. Het zuur beschadigt de maagwand. De schade kan gaan van lichte erosies tot diepe kraters met zelfs een per-
foratie van de darmwand tot gevolg. Bij een perforatie ontstaat een gat in de maagwand, waardoor een buikvliesontsteking ontstaat. De klachten zijn in het begin vaag en moeilijk te diagnosticeren. Maagzweren kunnen gepaard gaan met chronische lichte tot zware bloedingen. Typisch is het zwart verteerde bloed in de mest. Als er veel bloedverlies is, kan een bloedtransfusie nodig zijn. Goede preventiemaatregelen voorkomen maagzweren. Een goede huisvesting, geen tocht, een goed ingestrooid ligbed, een propere drinkemmer, voldoende hooi en vers water zijn net als een evenwichtig rantsoen noodzakelijk tijdens de kalveropfok. Voorkom langdurige behandeling met ontstekingsremmers en medicatie door een goede hygiëne en goed bedrijfsmanagement.
V E E T E E LT V L E E S
VV03_DAP De Schryver.indd 21
M A A RT
2 0 1 6
21
17-03-16 16:05
B E D R I J F S R E P O RTA G E
Gert Snitselaar: ‘Ook ik moet leren naar de consument te luisteren’
Werken met sterrenvlees De zoektocht naar een geschikte bedrijfslocatie voor zijn bedrijf in kleinverpakkingen hooi en stro zorgde ervoor dat Gert Snitselaar zijn jongensdroom – boer worden – waar kon maken. Volgens de jonge ondernemer is de consumentenvraag leidend in de afzet: vandaar de keuze voor het Beter Leven-keurmerk. tekst Diane Versteeg
D
foto-impressie www.veeteeltvlees.nl
e moderne, ruim tien meter hoge bedrijfsgebouwen van de firma’s Natures Best en Rego bv contrasteren flink met de kleine slingerwegen in het buitengebied van Werkhoven. Eigenaar Gert Snitselaar (33) – niet van agrarische komaf – wilde al van kleins af aan boer worden. Vanaf zijn achttiende werkte hij in zowel Nederland als Engeland als bedrijfsverzorger van melkvee, vleesvee
en varkens. In Engeland werd hij bij een van de families waarmee hij samenwerkte, bedrijfsleider van een bedrijf dat kleinverpakkingen hooi en stro voor kleine knaagdieren maakt. ‘Dat wilde ik in Nederland ook graag opzetten, maar daarvoor had ik een investeerder nodig,’ zegt de jonge ondernemer. ‘Ik heb geluk gehad met deze locatie. Via een kennis kreeg ik een tip over dit be-
drijfsgebouw. Voor mijn bedrijf Natures Best, dat kleinverpakkingen hooi en stro produceert, had ik een hoge bedrijfsruimte nodig waar de machines in moesten passen,’ gaat de veehouder verder. Omdat de gemeente de agrarische bestemming van de bedrijfsgebouwen niet wilde wijzigen, moest er vee in de stallen komen. ‘Daarmee kwam mijn jongensdroom om boer te worden binnen handbereik,’ zegt Snitselaar. Nadat hij in augustus 2013 de bedrijfsruimtes in beheer had gekregen, kwamen in september 2013 de eerste dieren in de stal van Rego bv, het veebedrijf. ‘Dat waren dikbillen, verbeterd roodbont en Belgisch witblauw,’ licht hij toe. Bij de volgende ronde, in 2014, wilde zijn particuliere investeerder liever een ras in de stal dat natuurlijk kon afkalven, ook omdat het Beter Leven-keurmerk in opkomst was. ‘Persoonlijk heb ik geen moeite met de keizersnede, maar het draagvlak hiervoor neemt in de maatschappij en onder consumenten af,’ zegt Snitselaar. De ondernemer koos voor limousins en blonde d’Aquitaines. En ondanks zijn voorliefde voor een paar koeien met kalf in de wei fokt hij niet zelf op. ‘In 2014 heb ik een koppel van tachtig koeien gehad, die hier zelf afkalfden. Vervolgens hebben we dat aantal in 2015 gereduceerd naar veertig kalvende koeien. Mooi werk, maar het kostte me, naast het werk voor het hooi- en strobedrijf, te veel tijd. Zeker omdat ik zelf in die tijd vader werd,’ vertelt hij.
Veel zetmeel in groeirantsoen
De stallen zijn hoog en ruim opgezet
22
Er lopen 250 dieren in de stal van Snitselaar: vijftig procent blondes, veertig procent limousins en ongeveer tien procent andere rassen, afhankelijk van beschikbaarheid. ‘Toevallig heb ik nu een paar blaarkoppen staan. Die houd ik, want die lijken op de herefords waar ik in Engeland mee werkte,’ glimlacht hij. Hij mest de limousins af tot ze 18 tot 20 maanden zijn, de blondes hebben 19 tot 21 maanden tijd nodig voor ze slachtrijp zijn. ‘We voeren een “Belgisch rantsoen”,’ zegt Snitselaar. ‘Ze krijgen een gemengd opstartrantsoen van hooi, mais, brok en tarwegistconcentraat. Daarna een groeirantsoen met veel zetmeel dat uit 8 tot 12 kilo aardappelsnip-
VV EET ET E E LE TL T VV L EL E SE S O M K T AO AR B ET R 2 2 00 10 69
VV03-repo Snitselaar.indd 22
17-03-16 16:03
Het diepgevroren vlees in eigen vitrine
pers, mais en 3 tot 3,8 kilogram brok bestaat. In het afmestrantsoen stijgt de hoeveelheid brok naar 5,2 kilogram,’ licht hij het rantsoen verder toe. ‘Door ze veel zetmeel te voeren in plaats van eiwit zetten ze direct flink vlees aan. Met de gangbare eiwitrijke voormestrantsoenen gaat de meeste energie eerst naar het uitgroeien van het karkas en duurt het langer voordat ze slachtrijp zijn.’
Vertrouwen in Beter Leven-ster Snitselaar haalt de jongste stieren van acht tot tien maanden het liefst uit Frankrijk. In overleg met een betrouwbare handelaar wil hij toch ook meer dieren uit Nederland afnemen. ‘Ook Nederlandse veehouders moeten hun
stiertjes kunnen verhandelen,’ zegt hij. De kalveren moeten voldoen aan de eisen voor twee sterren van het Beter Leven-keurmerk. Dat betekent dat ze op natuurlijke wijze geboren moeten zijn, minimaal acht maanden bij de moeder lopen en als ze onthoornd zijn, vóór de vijfde week onthoornd en met verdoving. ‘Dat laatste is met limousins of blondes eigenlijk flauwekul, omdat veel hoorns vóór de vijfde week nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn.’ Hij kiest bewust voor deelname aan het keurmerk, maar hij doet in de verzorging niets anders dan hij normaal gesproken zou doen. ‘Natuurlijk zorg ik goed voor de dieren. Ze hebben recht op een goede omgang en verzorging. Daar ga ik door een keurmerk echt niet anders naar kijken.’ Het Beter Leven-keurmerk zorgt ervoor dat Snitselaar voor een limousin van minimaal U-rond een kiloprijs geslacht gewicht van 4,65 euro krijgt; dezelfde kwaliteit blonde d’Aquitaine levert 4,85 euro per kilo op. Een kleine meerprijs van 30 cent, die volgens Snitselaar niet kostendekkend is. ‘Daarover heb ik met handelaren en collega’s nog wel eens discussie. “Dat komt doordat jij alles doorrekent”, zeggen ze dan. Dat klopt ook: veebedrijf Rego bv heeft bijvoorbeeld geen personeel in dienst, maar Natures Best wel. De uren die het personeel in het vee steekt, reken ik toe aan het vleesveebedrijf. Mijn eigen uren zijn mijn ontspanning,’ glimlacht hij. Voor Snitselaar, die zijn vlees vooral afzet via Bief Select, is deelname aan het Beter Leven-keurmerk een economische keuze. ‘Ook ik moet leren naar de consument te luisteren, produceren waar de markt om vraagt, om een rendabel be-
De veehouder koos bewust voor rassen die natuurlijk afkalven
Gert Snitselaar De bedrijfslocatie van zijn hooi- en stroverpakkingsbedrijf heeft een agrarische bestemming. Het hielp Gert Snitselaar een eigen veestapel op te bouwen. Activiteiten:
Rassen: Aantal stuks:
Werkhoven
afmesten van vleesvee, eigen afzet vlees, productie van kleinverpakkingen hooi en stro blonde d’Aquitaine en limousin 250
drijf te kunnen runnen,’ zegt hij. Betrouwbare keurmerken helpen volgens hem bij de afzet. ‘En of ik het er nu mee eens ben of niet, de consument hecht waarde aan een naam als de Dierenbescherming of Wakker Dier. Andere keurmerken kunnen misschien even goed of zelfs beter zijn qua invulling en regulering, maar slaan niet aan omdat de consument ze niet kent,’ vervolgt hij stellig.
Eigen afzetkanalen ontwikkelen Om de opbrengstprijs te verhogen investeert Snitselaar in eigen afzetkanalen onder het label FarmersGold. Inmiddels verkoopt hij één rund per drie weken. Naast rundvlees verkoopt hij lamsvlees en varkensvlees van het Nederlands landvarken en het Hongaars wolvarken, allemaal van eigen opfok en mesterij. Het vlees wordt diepgevroren aan huis en via internet verkocht. Ook lokale restaurants nemen zijn vlees af. Maar de ondernemer beseft dat een grote groep consumenten juist voor het gemak gaat en bij de supermarkt blijft kopen. ‘Daarom is mijn vlees binnenkort ook bij Albert Heijn hier in de buurt te koop,’ zegt hij, terwijl hij zijn recent ontworpen en geproduceerde verpakkingen met het herkenbare FarmersGold-logo laat zien. Zijn toekomstdroom is een slagerij op het eigen erf, waar hij de consument ook een beleving bij het vlees kan meegeven. ‘De trend dat steeds meer consumenten willen weten waar hun voedsel vandaan komt en daarvoor gerust willen omrijden, is nog maar net begonnen,’ stelt Snitselaar. l
VV E E T E T E E LE TL T VV L EL E SE S O M K T AO A R B ET R 2 2 00 10 69
VV03-repo Snitselaar.indd 23
23
17-03-16 16:04
G E Z O N D H E I D
Investeringsmaatschappijen azen op Nederlandse dierenartspraktijken
Dierenklinieken in de etalage De eerste overnames zijn gedaan. Zeker drie dierenklinieken zijn verkocht en er volgen er snel meer. Met name Zweedse investeringsmaatschappijen zijn actief op zoek naar praktijken die ze willen overnemen. Wat is de aanleiding, wat zijn de gevolgen voor de melkveehouder en waarom is het in België verboden? tekst Tijmen van Zessen
B
ijna vierhonderd dierenartsen uit het hele land kwamen 21 januari bijeen in Bunnik. Aanleiding? Een symposium waar alle ins en outs aan bod kwamen van een nieuwe ontwikkeling: steeds meer dierenartsen verkopen hun praktijk aan een (buitenlandse) investeringsmaatschappij. Op dit moment zijn in elk geval drie kopers actief op de Nederlandse markt: Dierenartsengroep Nederland (DGN) en de Zweedse partijen Anicura en Evidensia. Laatstgenoemde club kocht onlangs zijn eerste Nederlandse kliniek. De zestien vestigingen van Dierenzorggroep, voorheen bekend onder de naam Lek & Linge (zie kader pagina 13), staan voortaan onder Zweeds bewind. De ontwikkelingen op de markt voor diergeneeskunde waren voor Dactari aanleiding om het symposium te organi-
seren. Dactari is de coöperatie die de belangen van dierenartsen behartigt. ‘De belangstelling voor het symposium was boven verwachting’, schetst projectcoördinator Janneke ten Hoeve de enorme animo. Efficiënter werken en gezamenlijke inkoopvoordelen zijn belangrijke redenen om deel uit te willen maken van een grote partij. Dactari liet in Bunnik mensen van Evidensia en Anicura aan het woord, maar ook Luc Defaix, een juridisch specialist die alle voor- en nadelen op een rij zette.
Meer bezig met je vak Luc Defaix werkt voor advocatenkantoor AKD. Hij legt uit dat er uiteenlopende redenen zijn die dierenartsen ertoe bewegen hun praktijk te verkopen. ‘Soms
speelt opvolging van de praktijk een rol van betekenis. Voorheen namen jonge artsen de praktijk over, maar nu banken minder happig zijn met financieren, is dat steeds lastiger. Investeringsmaatschappijen springen daarop in en zijn bereid een goede prijs te betalen.’
België tolereert geen investeerders in dierenkliniek In België is het voor investeringsmaatschappijen niet mogelijk om een dierenartsenpraktijk of dierenkliniek te kopen. Professor Sarne De Vliegher is voorzitter van de Orde der dierenartsen (NGROD) en legt uit waarom. ‘Niet-dierenartsen kunnen niet participeren in een diergeneeskundige praktijk, omdat dierenartsen een speciale rol vervullen in de samenleving. Zij moeten waken over de diergezondheid, het dierenwelzijn en indirect ook over de volksgezondheid. Dat heeft niets te maken met geld verdienen. In België
24
V E E T E E LT V L E E S
VV03-opkoop dap-praktijk.indd 24
MAART
vrezen wij voor een te sterke focus op rendement als investeringsfondsen meebeslissen over bijvoorbeeld de medicijnverkoop.’ De Vliegher ziet het waken over diergezondheid, dierwelzijn, voedselveiligheid en volksgezondheid als onverenigbaar met het behalen van rendement. ‘Hoe ga je dat met elkaar verzoenen? Een dierenarts moet zijn brood kunnen verdienen, maar het is geen verkoper van koffiezetapparaten. Vanwege die rol in de samenleving hechten we in België zeer sterk aan
de onafhankelijkheid van de dierenarts.’ De Vliegher denkt wel dat het debat over het werken met extern kapitaal ook in België gevoerd moet worden. De Belgen leggen hun ‘Code der plichtenleer’ strikter uit dan de Nederlanders hun eigen richtlijn. Want ook in de Nederlandse code voor dierenartsen staat het belang van een onpartijdig en onafhankelijk oordeel van de dierenarts. En toch zijn Nederlandse dierenartsen vrij in de keuze hun praktijk aan een investeerder te verkopen, waar dat in België dus niet kan.
2016
17-03-16 12:09
Dierenartsen zijn bovendien het liefst met hun vak bezig, zo weet Defaix uit ervaring. ‘Vaak hoor ik hen zeggen: “Dat ondernemerschap hoeft van mij niet zo, ik richt me liever op mijn vak als arts.” Door deel uit te maken van een grote organisatie is bovendien de backoffice –
denk aan personeelszaken — direct goed geregeld.’ Zoals zo vaak heeft elke medaille een keerzijde, dat is bij de verkoop van een zelfstandige dierenkliniek niet anders. Luc Defaix raadt dierenartsen aan zich in elk geval goed voor te bereiden. Hij
schreef er een artikel over met als titel ‘Wel in een keten, niet aan de ketting’. Lig je als dierenarts na verkoop aan de ketting? ‘Ik kan me indenken dat er dierenartsen zijn die liever vrij ondernemer blijven in plaats van werknemer. Zij willen niet werken onder een directie die
Evidensia: ‘Samenwerken om te kunnen investeren in dure apparatuur’ Met 160 klinieken in zeven landen is Evidensia de grootste keten van dierenartspraktijken in Europa. De Zweedse firma is in gezamenlijk bezit van een groep dierenartsen, twee stichtingen en een investeringsmaatschappij. ‘Onze filosofie is “samen sterker”. Ik ben ervan overtuigd dat we in een keten voordelen behalen voor de klant, voor onze medewerkers en voor onze eigenaren. Door samen te werken kunnen we bijvoorbeeld investeren in kostbare apparatuur die de kwaliteit van de dienstverlening verhoogt’, vertelt
Kaveh Madjlessi, accountmanager bij Evidensia. Er werken achthonderd dierenartsen voor Evidensia, de meesten in Scandinavië. Het bedrijf wil groeien in Nederland en investeert volgens Madjlessi al het rendement in de ontwikkeling van de onderneming. Er wordt dus geen dividend aan investeerders uitgekeerd, stelt Madjlessi. ‘Dit betekent dat naarmate we succesvoller zijn, er meer geld overblijft voor de verwerving van nieuwe klinieken.’ In Bunnik maakte de Zweed er geen geheim van dat de onderneming op enig
moment wordt doorverkocht (of naar de beurs gebracht). De kritiek dat dierenklinieken onder druk komen te staan met hoge eisen aan het rendement, spreekt de Zweed tegen. ‘Het voordeel van een grote keten is dat we een lager resultaat van een enkele kliniek kunnen dragen. Natuurlijk is een kliniek die voor langere termijn verliesgevend is, financieel niet gezond. We zullen met de dierenartsen een plan maken om de resultaten te verbeteren. In een kliniek die eigendom is van de dierenartsen zelf, zou dat denk ik niet anders zijn.’
V E E T E E LT V L E E S
VV03-opkoop dap-praktijk.indd 25
MAA RT
2 0 1 6
25
17-03-16 12:09
G E Z O N D H E I D
hen zegt wat ze moeten doen.’ Defaix vindt het nog te vroeg om te zeggen of er grote nadelen kleven aan de verkoop van dierenklinieken.
Geen zilvervloot Meer uitgesproken is Jeroen Dreuw. Hij is directeur bij DierenDokters, een bedrijf dat dierenartsen ontzorgt bij hun niet-veterinaire werkzaamheden. Dreuw weet, net als Defaix, dat de investeringsmaatschappijen eigendom zijn van private-equityhuizen. Dit zijn partijen waar privaat geld is ingelegd voor het verwerven van rendement. ‘Grote investeerders eisen een rendement tussen de twaalf en achttien procent, elk jaar weer. Dus rendement op rendement. Je kunt wel nagaan wat er gebeurt als dat niet gehaald wordt.’ Dreuw zegt het niet letterlijk, maar laat wel doorschemeren dat het voor de klant dan in elk geval niet goedkoper wordt. ‘Dierenartsen denken dat ze de zilvervloot binnenhalen, maar dat is niet zo.
Er wordt hen voorgehouden dat ze door hun omvang een stevige vuist kunnen maken richting diergeneesmiddelenproducenten, maar praktijken met landbouwhuisdieren krijgen op dit moment al de maximale korting.’
Naar de beurs Dreuw weet dat in elk geval drie klinieken recent zijn overgenomen. Hij voorziet dat investeringsmaatschappijen binnen drie jaar zeker honderd klinieken zullen inlijven. ‘Ze zoeken met name de grote praktijken die tussen de één en tien miljoen omzet draaien. Ik verwacht dat ze binnen drie jaar acht à tien procent van de markt in handen hebben. Het zijn agressieve kopers en er is een moordende concurrentie.’ Een partij als Evidensia (zie kader pagina 11) heeft in Scandinavië nu al 160 klinieken en achthonderd dierenartsen onder haar hoede. In eerste instantie richt ze ze zich op klinieken met gezelschapsdieren, maar ook voor praktijken met land-
bouwhuisdieren bestaat belangstelling. ‘Ze willen naar de vijfhonderd tot zeshonderd miljoen euro omzet’, weet Dreuw. Op termijn is het de bedoeling de complete onderneming naar de beurs te brengen. Wie ook niet staat te juichen bij een massale verkoop van dierenklinieken is Toon van Hoof. De portefeuillehouder Diergezondheid bij LTO noemt het een bedenkelijke ontwikkeling. ‘Ik weet niet of we dit moeten willen. De dierenarts komt hierdoor verder van de veehouder af te staan. En het is maar de vraag of het goedkoper wordt; een investeerder wil ook revenuen zien.’ Volgens Van Hoof bestaan bij de huidige samenwerkingsverbanden al voldoende schaalvoordelen. ‘Voor een stoppende arts is het wellicht een leuk pensioen, maar de waarde van dierenklinieken gaat hierdoor omhoog. Dat leidt tot extra kosten voor dierenartsen die zelf een kliniek willen overnemen.’ Bij tegenvallende rendementen is de
Alan Hof: ‘Uiteindelijk zit er meer achter, uiteindelijk gaat het om geld’ Dierenkliniek ‘Lingehoeve Diergeneeskunde’ kiest ervoor om voorlopig zelfstandig te blijven opereren. Dierenarts Alan Hof was namens de praktijk aanwezig op het symposium in Bunnik, waar dierenartsen werden bijgepraat over de voor- en nadelen van een eventuele overname. ‘De ontwikkeling is niet meer te stoppen, of je nu wilt of niet. Ieder maakt zijn eigen afweging, maar wij hebben er geen interesse in’, vertelt Hof. Het bundelen van krachten vindt hij op zichzelf geen slecht idee. ‘Het zijn grote spelers, zeker die Zweedse partijen. Ze kunnen de kliniek wel een boost geven en hadden in Bunnik een goed verhaal. Maar uiteindelijk zit er meer achter; uiteindelijk gaat het om geld’, benadrukt Hof. De vrijheid van een zelfstandige onderneming weegt zwaar voor hem. ‘Hoe je het ook wendt of keert, je raakt
26
V E E T E E LT V L E E S
VV03-opkoop dap-praktijk.indd 26
MAART
een deel van je autonomie kwijt. Als je met een aantal jonge dierenartsen later eigenaar zou willen worden, dan kan dat niet meer.’ De kwaliteit van de dienstverlening, of de integriteit die artsen moeten hebben bij de uitoefening van hun vak, zal onder een Zweedse regie niet veranderen, denkt Hof. ‘Door de schaalvergroting kun je efficiënter werken, maar het vak dierenarts blijft hetzelfde. Ik verwacht ook niet dat de prijzen ineens met de helft stijgen, daarvoor blijft er toch te veel concurrentie over.’ En als de investeerders meer rendement eisen, wat dan? ‘Waarschijnlijk nemen ze dan het management onder de loep; één van de opties is dan het verhogen van de prijs van medicijnen. Maar het zal de integriteit van de arts niet beïnvloeden.’
2016
17-03-16 16:17
Gerrit Jan Schoenmaker: ‘Wij zijn al tien jaar bezig met ketenvorming’
Dierenzorggroep is de eerste Nederlandse dierenkliniek die door het Zweedse concern Evidensia is aangekocht. Gerrit Jan Schoenmaker is directeur bij de praktijk, die in totaal zestien vestigingen telt in midden Nederland. ‘Wij waren al tien jaar lang bezig met ketenvorming.
Elk jaar namen we één of twee praktijken over om onze kliniek verder te specialiseren. Een CT-scan kost al snel 130.000 euro. Dat bedrag kun je op een praktijk met honderd klanten niet investeren’, vertelt Schoenmaker. Hij legt uit dat hetzelfde verhaal opgaat voor specifieke
kans volgens Van Hoof groot dat dienstverlening of medicijnen duurder worden. ‘Deze ontwikkeling is zeker niet in het belang van de veehouder.’
is bekend. Stel dat ze twintig klinieken kopen voor honderd miljoen, dan hopen ze die na vijf tot zeven jaar als geheel voor 250 miljoen te verkopen. Maar ik denk dat dit de positie van de klant niet schaadt. De kwaliteit zal verbeteren, dat is in ieders belang. Bovendien blijft elke klant vrij om over te stappen naar een andere dierenarts.’ De KNMvD-voorzitter wijst erop dat kartelvorming in Nederland verboden is. Daardoor blijft er voldoende concurrentie.
Concurrentie blijft er voldoende De Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde was tijdens de bijeenkomst in Bunnik ook aanwezig. Voorzitter Dirk Willink staat niet negatief tegenover de ontwikkelingen. ‘Dierenartsen zijn primair genomen arts en lang niet altijd ondernemer. In een keten kun je de organisatie professioneler inrichten. Denk aan de inkoop van materialen, personeelsbeleid en de omgang met afval. Een dierenarts heeft vaak geen marketingstrategie. Ketenvorming kan tot gevolg hebben dat de kwaliteit op de werkvloer verbetert.’ De motieven die investeringsmaatschappijen hebben met hun aankopen, zijn voor Willink geen reden tot zorg. ‘De private-equitypartijen hebben als doel een grotere marktwaarde te creëren. Dat
Als rendementen tegenvallen Willink is evenmin beducht voor belangenverstrengeling, waar Jeroen Dreuw wel zo zijn kanttekeningen plaatst. Wat als de rendementen tegenvallen? Worden medicijnen dan duurder? Willink kan zich wel voorstellen dat dierenartsen dan keuzes moeten maken waar ze niet achter staan. Bijvoorbeeld het extra verkopen van voeders die de diergezondheid ondersteunen. Maar dan nog hebben dierenartsen zich
kennis en opleiding, ook dat is in een grootschalig bedrijf eerder rendabel. Voor de klanten verandert er niets, zo verzekert Schoenmaker. Ook niet als er eisen worden gesteld aan het rendement van de kliniek. ‘Elke onderneming moet rendement draaien. Dat was voor de overname niet anders. Evidensia is bovendien ontstaan in de diergeneeskunde. Later is het deels eigendom geworden van een stichting en een investeringsmaatschappij.’ Schoenmaker weet niet exact wat er gebeurt als het rendement tegenvalt. ‘Toen ik zelf nog eigenaar was, moest ik na een matig jaar ook keuzes maken. Ongetwijfeld zal er vanuit Zweden kritisch gekeken worden naar ons beleid. Maar er zijn geen harde eisen gesteld aan het rendement. Wij maken een budget en dat moet worden goedgekeurd door Evidensia.’
te houden aan diverse richtlijnen en gedragscodes. De code voor de dierenarts schrijft in artikel 1.2 voor dat dierenartsen bij het uitoefenen van hun beroep moeten uitgaan van een onpartijdig en onafhankelijk oordeel. Is dat nog steeds mogelijk als je deel uitmaakt van een investeringsmaatschappij met winstoogmerk? In België is het om die reden zelfs verboden dat investeringsfondsen van niet-dierenartsen participeren in een dierenkliniek (zie kader). Willink denkt dat dierenartsen die in loondienst werken, prima aan de bestaande richtlijnen kunnen voldoen. ‘Op dit moment zijn er in Nederland al een paar duizend dierenartsen in loondienst. Voor hen gelden dezelfde regels als voor zelfstandige dierenartsen. Bovendien moet een dierenarts die in strijd met deze code handelt, zich verantwoorden voor het tuchtcollege. Dat kan een investeringsmaatschappij niet tegenhouden. Zie het als een stok achter de deur.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV03-opkoop dap-praktijk.indd 27
MAA RT
2 0 1 6
27
17-03-16 12:09
V O E R
V O O R
V L E E S B O E R
Kalf zou zes liter biest moeten krijgen in 24 uur Kalveren krijgen te weinig biest verstrekt in de eerste 24 uur na de geboorte. De hoeveelheid biest zou minimaal 6 liter moeten zijn. Dat concludeert farmaceut MSD Animal Health uit een eigen onderzoek in samenwerking met dierenkliniek Wolvega. Voor het onderzoek werd op dertien melkveebedrijven het biestmanagement in kaart gebracht bij 58 kalveren. Tussen de tweede en vijfde dag na de geboorte werd daarnaast de hoogte van het antilichaam IgG (antilichaam dat met name vanuit de biest wordt opgenomen) in kaart gebracht. In totaal had 62 procent van de onderzochte kalveren een IgG-waarde lager dan 15 gram per liter. Uit het onder-
zoek kwam naar voren dat deze kalveren in de eerste 24 uur na de geboorte maximaal 5 liter biest hadden gekregen. Dit was significant minder biest dan de kalveren met een hoog IgG. Volgens de onderzoekers wordt een hoog IgG behaald als een kalf minimaal 6 liter krijgt in de eerste 24 uur. Ook had de groep kalveren met een lage IgG-waarde minder melk in de eerste biestgift gekregen, namelijk minder dan 1,5 tot 2 liter. Bovendien was het interval tussen de eerste en tweede biestgift langer. De onderzoekers merkten verder op dat veel veehouders de koe niet compleet uitmolken na af kalven, wat een negatieve invloed heeft op de biestkwaliteit.
Pinkengriep meest voorkomende virus in Vlaanderen De pinkengriep (boviene respiratoir-syncytieelvirus) is met 41,7 procent van de uitbraken het meest voorkomende griepvirus in Vlaanderen. Dit blijkt uit de Griepbarometer van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ), die de organisatie sinds december 2015 publiceert. Naast de pinkengriep speelt het boviene coronavirus in Vlaanderen een grote rol: het virus bleek aanwezig bij 33,3 procent van de uitbraken. Een andere opvallende uitslag van de analyse van de longstalen is dat over de periode december tot begin februari de virussen Histofilus somni (41,7 procent)
en Mycoplasma bovis (37,5 procent) veel vaker werden gevonden dan verwacht. Gedacht werd dat de beide virussen in minder dan tien procent van de gevallen griep veroorzaakten, maar dit blijkt bijna vier keer zoveel te zijn. De Griepbarometer heeft als doel ziektekiemen in verband met ‘griep’ – ook wel brd of bovine respiratory disease genoemd – te monitoren en een systematische aanpak van deze problematiek te promoten. Dit moet uiteindelijk leiden tot betere preventiestrategieën voor bijvoorbeeld vaccinatie en antibioticareductie.
Zuurtegraad bodem blijft een aandachtspunt Op veel percelen, zowel akkerland als weideland, blijft de zuurtegraad een aandachtspunt in België. Dat blijkt uit de recentste studie van de Bodemkundige Dienst (BDB). De Bodemkundige Dienst bracht de huidige bodemvruchtbaarheid in kaart op basis van meer dan 100.000 grondstaalanalyses in de periode 2012-2015. Uit de
28
VV03-vvvb.indd 28
V E E T E E LT V L E E S
MAART
resultaten blijkt onder meer dat bij een groot deel van de landbouwbodems de zuurtegraad (pH) onder de streefzone ligt en de noodzaak voor een aangepaste bekalking toeneemt. In vergelijking met de analyses uit de periode 2008-2011 is het aandeel van de percelen met een tamelijk lage en lage pH gestegen tot 50 procent, terwijl onge-
veer 10 procent minder percelen een pH binnen de streefzone heeft. Het gehalte aan organische stof houdt moeizaam stand ten opzichte van de vorige periode. Het aandeel van de stalen met een koolstofgehalte binnen de streefzone is ten opzichte van 2008-2011 gedaald van 50 naar 43 procent. Het aantal stalen met een te laag koolstofgehalte steeg met 10 procent. Fosforarme akkers zijn nog steeds schaars in België. Net zoals in de vorige periode zat slechts 5 procent van de percelen onder de streefzone. Er is wel een afname van de akkers met een zeer hoog en hoog fosforgehalte.
2016
17-03-16 15:21
E C O N O M I E
Toeslagprijzen
Veeprijzen
B RON: WAGE NI NGE N UR L I VE S TO CK RE S EA R C H ( N L . )
ST IER EN Tabel 1 – Energie- en eiwittoeslagprijzen rundveevoeders (in eurocenten, excl. btw)
8 maart 2016 kvem kg dve-toeslag mestvee kvevi kg dve-toeslag
5,5
tendens
13,2 71,9 13,5 63,5
5,0 euro/kg koud geslacht excl. btw
fokvee
B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .)
4,5
S 2015
S 4,57
4,0
E 3,84
E 2015
U 3,16
U2015
R 2,88
R 2015
3,5 3,0 2,5 2,0
minimum-/maximumprijs 1
5
K O EIEN 5,0
10
15
20
25 30 week
35
40
45
50
B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .) minimum-/maximumprijs
euro/kg koud geslacht excl. btw
4,5
Prijsmonitoring B RON: LEI- W UR ( NL . )
Tabel 2 – Prijsmonitoring van rundvee naar rundvlees Nederland
november 2015 december 2015 tendens
index API af-boerderij
index PPI verwerking
index CPI consument
116,20 114,20
105,50 107,80
108,90 108,40
4,0
S 4,11
3,5
E 3,64
3,0
U 3,09
E 2015 U 2015
R 2,54
2,5 2,0
S 2015
1
5
10
15
R 2015
20
25 30 week
35
40
45
50
Voor de meest actuele veeprijzen: ga naar www.veeteeltvlees.nl
Vleesprijsindex B R ON : F OD -E C ON OMIE ( B .) 120
vereenvoudigde ratio referentieratio (18 m.) ondergrens bovengrens
110 100
2005 = 100
90 80 70 60 50 40 ‘06 ‘07 ‘07 ‘08 ‘08 ‘09 ‘09 ‘10 ‘10 ‘11 ‘11 ‘12 ‘12 ‘13 ‘13 ‘14 l‘14 ’15 ’15 ’16 jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan jul jan ju jan dec jan maand/jaar
V E E T E E LT V L E E S
VV03-vvvb.indd 29
MAA RT
2 0 1 6
29
17-03-16 15:22
C O L O F O N
AGENDA Keuringen en prijskampen
Gegraveerde horen bij Irlande. Eig.: Gerard Delangle, Curbigny (Fr.) Foto: Guy Nantier
14 mei: 5 juni: 5 juni: 22-24 juli: 23 juli: 30 juli: 6 augustus: 11 augustus: 5-7 september: 23-25 september: 29 oktober: 10 september: 1-2 december:
Blonde d’Aquitainekeuring Aquitanima te Bordeaux (Frankrijk) Nationale witblauwkeuring te Arras (Frankrijk) Regionale witblauwkeuring te Tielt Nationale blonde d’Aquitainekeuring te Mayenne (Frankrijk) Nationale witblauwkeuring te Libramont Grote Prijs Keukens Redant te Erpe-Mere Keuring Oogstfeest (Belgisch witblauw en verbeterd roodbont) te Stroe Vleesveekeuring te Enter Nationale charolaiskeuring te Clermont Ferrand (Frankrijk) Nationale limousinkeuring te Poitiers (Frankrijk) Nationale blonde d’Aquitainekeuring te Mariënheem Nationale keuring Dutch Hereford te Dalfsen Superfinale Charolais de Moulins te Moulins (Frankrijk)
Ve i l i n g e n COLOFON VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV en verschijnt maandelijks.
redactie
hoofdredacteur Guy Nantier redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Inge van Drie, Florus Pellikaan, Jaap van der Knaap, Ivonne Stienezen en Diane Versteeg fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij, Tijmen van Zessen hoofd uitgeverij Rochus Kingmans
redactie-adres
Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele telefoon 09 363 92 11 fax 09 363 92 06 E-mail veeteelt@crv4all.com
26 maart : 7 april: 7 april: 4 mei: 16 juni:
COT-veiling te Laren RJ Interlim-veiling te Lanaud (Frankrijk) Veiling Blonde Génétique te Casteljaloux (Frankrijk) Veiling Blonde Génétique te Doux (Frankrijk) RJ Interlim-veiling te Lanaud (Frankrijk)
Beurzen, studievergaderingen, demodagen 24 maart: 9 april : 16 april: 14-16 mei: 22-24 juli: 5-7 september:
Open dag selectiestation Lanaud te Boisseuil (Frankrijk) Studiedag balans tussen fokkerij en mesterij te Berkel Enschot Studiedag balans tussen fokkerij en mesterij te Twente Aquitanima te Bordeaux (Frankrijk) Landbouwbeurs te Libramont Veehouderijbeurs Sommet de l’Elevage te Clermont-Ferrand (Frankrijk)
abonnementsprijs/jaar
Nederland en België € 48,10, overige landen € 93,35. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) E-mail klantenservice.be@crv4all.com Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) E-mail klantenservice.nl@crv4all.com
advertentie-afdeling
Jannet Fokkert en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 820 E-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s
De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betreffende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 1570-3312
30
VV03-agenda.indd 30
V E E T E E LT V L E E S
MAART
VOORUITBLIK
H u i s vest in g : lich t April (20 april) – Iedere veehouder is ervan overtuigd dat een optimale stalverlichting een belangrijk effect heeft op groei, ontwikkeling, vruchtbaarheid en productie. Er zijn diverse stalbouwers die daarop inspelen door onder andere het principe toe te passen van lichtstroken in het dak. Lichtdoorlaat bij de bouw of renovatie van nieuwe stallen: u leest er alles over in het aprilnummer. Verder wordt in het nummer ingegaan op een nieuwe trend: levende en gefermenteerde gisten toevoegen aan rantsoenen wint aan belang. En er is ook nieuws uit de ki-wereld: een gel toevoegen aan het sperma zou de vitaliteit van de spermacellen verhogen en zou vroegembryonale sterfte reduceren.
2016
17-03-16 10:43
A N D E R S
V E E T E E LT V L E E S
VV03-anders bekeken.indd 31
B E K E K E N
MAA RT
2 0 1 6
31
17-03-16 15:19
Hoe haal ik meer rendement?
Een goed presterende veestapel is de basis. Het is uw bron van inkomsten, uw levenswerk. Maar hoe streeft u een efficiĂŤnte groei na? En hoe houdt u de gezondheid van uw dieren op peil en de kosten in de hand? CRV helpt met advies, dienstverlening en slimme oplossingen. Zodat u snel en gericht kunt sturen op optimaal presterende dieren. De veestapel maakt het verschil, ook als u meer rendement wilt behalen. Meer weten? Bezoek www.crv4all.nl, bel 088 00 24 440 of volg ons op twitter @crv4all
016-15 Ad Vlees-branding-NL.indd 1
15-01-15 14:38